![](https://assets.isu.pub/document-structure/201015100109-63c95531237ef994c3388cfcab761e04/v1/a83cb19744991f84c414ec26a4e0196f.jpg?width=720&quality=85%2C50)
19 minute read
Interview Het Nieuwe Telefoneren
from TBM 01/2018
Het Nieuwe Telefoneren scoort met andere aanpak
Advertisement
Hoe staat het met het onderscheidend vermogen in resellend Nederland? “Dat blijft lastig, want in de basis verkopen we allemaal hetzelfde”, zegt Laurens Mennens. Met Het Nieuwe Telefoneren heeft hij daarom een andere aanpak: een grondige inventarisatie waarmee hij ambassadeurs creëert. En met succes.
Het Nieuwe Telefoneren is leverancier van het Cloud-telefonieplatform van Siptrunking BV. “Ik benader het verkopen van Cloud-telefonie als een project: hoe kan het voor mij en voor de klant succesvol worden”, begint Laurens Mennens, directeur van het resellerbedrijf. Zijn bedrijfsnaam is goed gekozen; nagenoeg al zijn klanten komen bij hem binnen omdat ze ‘iets nieuws’ zoeken op telefoniegebied. “Bij de meeste bedrijven en organisaties wordt in dat geval meestal van hogerhand besloten wat dat ‘nieuwe’ dan moet worden. De medewerkers hebben het daar dan maar mee te doen.”
En dat vond Mennens eigenlijk maar vreemd. Want is het niet die medewerker die met een nieuwe oplossing aan de slag moet? “Mijn project kan pas slagen als iedereen blij is, niet alleen de beslisser in de directie”, licht Mennens zijn aanpak toe. “Daarom vraag ik standaard na mijn eerste afspraak met de decision maker een tweede afspraak aan.” Bij die tweede afspraak maakt Het Nieuwe Telefoneren een grondige inventarisatie door op alle afdelingen vragen te stellen en te luisteren. Vaak wordt letterlijk met elke medewerker gesproken, al is het soms kort. “Op basis daarvan breng ik een advies uit. De communicatie-wensen lopen namelijk nogal uiteen; het verschilt per persoon, per afdeling en zeker als je te maken hebt met meerdere locaties.”
Behoorlijk tijdrovend, zeker als we naar het huidige project van Mennens kijken: een grote stichting waar Het Nieuwe Telefoneren eerst het hoofdkantoor heeft beleverd en waar nu stapsgewijs de 26 vestigingen aan bod komen. “En we investeren echt elke vestiging apart: wat willen de mensen? Hoe gaan ze om met mobiel? Wil men een headset?” Maar de geïnvesteerde tijd is het waard, zegt Mennens. “Dankzij de grondige inventarisatie kunnen we de beslisser laten zien wat er in zijn organisatie speelt en daar baseren we ons advies op. Negen van de tien keer is de decision maker positief verrast door dat plan, want er komen zaken aan het licht die men niet weet.” En daar heeft Het Nieuwe Telefoneren zijn onderscheidend vermogen te pakken in dealerland: “Iedereen probeert maar zo snel mogelijk een offerte in elkaar te rammen en daar liggen er al tien van. Die van mij springt er tussenuit omdat het een waardevol advies is.” Minder gebruikelijk Mennens heeft al meer dan 20 jaar ervaring in vaste en mobiele telefonie, maar doet nu al ruim zeven jaar bijna uitsluitend VoIP-oplossingen. “Eerst kleinere trajecten, maar ze zijn steeds groter geworden en dan zijn er ook grote verschillen in wensen binnen een organisatie. Drie jaar geleden heb ik mijn eerste grote klant binnengehaald, en daar heb ik voor het eerst de inventarisatie gedaan. Ja, het kost meer tijd. Maar iedereen in onze branche heeft het over ontzorgen; doe het dan ook.”
Bij de stap van traditioneel naar Hosted Voice komt altijd een technische inventarisatie kijken. Een inventarisatie bij alle medewerkers is minder gebruikelijk. “Ja, bedrijven vinden het wel apart als ik daarom vraag. Maar wel in de positieve zin. Het grote voordeel: de klant komt niet voor verrassingen te staan. En wij kunnen veel beter in tijdsvakken werken omdat we precies weten wanneer wat gaat gebeuren in de migratie.”
Ambassadeurs De aanpak voor de inventarisatie ligt niet muurvast. Mennens: “Allereerst is de vraag welke functie en rol iemand heeft. Een BHV’er verschilt daarin van een receptioniste. Zo probeer je op basis van functies en rollen tot profielen en een totaaladvies te komen. We gaan daar ver in: alle medewerkers komen aan bod maar er is geen vast stramien. Het is een gesprek en hoeft helemaal niet lang te duren.”
Wat komt er uit die gesprekken naar boven? “Een gebruiker weet ook niet altijd wat hij nodig heeft. In dat gesprek geven we ook alle mogelijkheden aan de individuele medewerkers mee. Bijvoorbeeld: iedereen kent Click to dial maar niemand gebruikt het. Dat soort mogelijkheden worden nooit bekend op de werkvloer als je alleen met de DMU daarover praat. Eigenlijk probeer je in de organisatie van je potentiële klant ambassadeurs te creëren die zorgen dat je de deal wint. Tuurlijk, de DMU gaat over ROI en geld, maar een gebruiker wil in basis niet vernieuwen, tenzij het functioneel wat oplevert. En dat hebben we bij de inventarisatie uitgelegd.”
Nacalculatie Deze manier van verkoop is in telefonieland minder gebruikelijk. Waarom is dat volgens Mennens? “Het is natuurlijk tijdrovend in het beginstadium, maar uiteindelijk win je die tijd terug omdat de uitrol veel efficiënter wordt. De klant heeft er een hekel aan als er in het contract ‘kosten op nacalculatie’ staat. Bij ons is het niks meer en niks minder dan wat in de offerte staat. Dat kan omdat we zo strak inventariseren. Overigens denk ik dat er genoeg andere resellers zijn die een inventarisatie doen, maar daarin niet verder gaan dan de DMU.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201015100109-63c95531237ef994c3388cfcab761e04/v1/e69ed41c259414855aa82b02e67ede34.jpg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201015100109-63c95531237ef994c3388cfcab761e04/v1/4f762ea6ec09750810d7e93b13eac758.jpg?width=720&quality=85%2C50)
GDPR is nabij, is de ICT-dienstverlener klaar?
Nee!
IT-dienstverleners zijn nog lang niet klaar voor GDPR. Dat is de boodschap van Jan Matto van accountancy- en adviesbureau Mazars. Het sluiten van verwerkersovereenkomsten met afnemers om de verantwoordelijkheid voor dataverwerking af te bakenen, is niet genoeg om aan de nieuwe privacywet te voldoen. Brancheorganisatie Nederland ICT werkt juist aan branchebrede diensten en afspraken om ICT-dienstverleners te ondersteunen bij het voldoen aan de nieuwe privacywet.
Jan Matto, partner bij Mazars Accountants & Adviseurs, heeft veel ervaring opgebouwd op het gebied van informatiebeveiliging en privacyvraagstukken. Waar iedereen lijkt te hameren op het belang van aansluiting van processen op privacywet GDPR en mensen als zwakke schakel, maakt hij zich vooral zorgen over de bewustwording over wat er feitelijk in de IT-systemen gebeurt: waar worden persoonsgegevens bewaard, hoe veilig zijn die locaties, en wat doen organisaties nou daadwerkelijk in dat systeem om de privacy te waarborgen?
Het concept van privacy by design is het grote verschil van de GDPR (en de Nederlandse versie AVG) ten opzichte van wetgeving zoals de huidig WBP (Wet Bescherming persoonsgegevens). Alle gegevensverwerkende organisaties – van zzp’er tot multinational – moeten van te voren goed nadenken over de privacy-gevolgen voor elk individu als er gegevens verwerkt worden. Elke digitale verwerking is een inbreuk. Een organisatie moet maatregelen nemen om die inbreuk te beperken.
“Privacy by design vereist dat systemen zo ontworpen zijn dat de verwerking van persoonsgegevens zo minimaal mogelijk is en de beveiliging zo hoog mogelijk. Het betekent onder meer dat er een goede assessment wordt gemaakt wanneer er nieuwe infrastructuren of systemen worden uitgerold waarbij gegevens van personen verwerkt worden. De rechten van betrokkenen worden door de AVG ook veel duidelijker omschreven. Het belang van het individu staat centraal. Daarmee moet contragewicht aangebracht worden ten opzichte van privacyverstorende ontwikkelingen zoals de manier waarop technologieconcerns zoals Facebook, Google en Uber communicatie en activiteiten van mensen volgen.” Tweemaal aan AVG voldoen IT-dienstverleners moeten op twee manieren aan de AVG voldoen. Zoals elke organisatie: bezitter van gegevens Als dienstverlener: verwerker van gegevens
De AVG definieert een verwerker als ‘natuurlijk persoon of rechtspersoon, overheidsinstantie, dienst of een ander orgaan die/dat ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt’. Die definitie lijkt overigens sterk op de definitie die al bestond onder de huidige Wet bescherming persoonsgegevens die al geldt sinds 1 september 2001, al was de term toen ‘bewerker’. Vrijwel elke ICT-aanbieder wordt ook verwerker, stelt Tim Toornvliet van brancheorganisatie Nederland ICT. “Een ICT-aanbieder die bij persoonsgegevens kan van zijn klant - bijvoorbeeld via zijn product of dienst die als een SaaS-oplossing wordt aangeboden - is al snel een verwerker, ook al doet hij in de praktijk vrijwel niets met de gegevens. Ook het maken van een back up is al een verwerking.”
Speciale aandacht: telecomaanbieders Aanbieders van telecomdiensten vormen een speciale categorie binnen de AVG. Zij moeten voldoen aan strengere wetgeving dan de gemiddelde gegevensverwerker omdat zij structureel gevoelige persoonsgegevens verwerken. Zo zijn zij verplicht: Een protection impact assessment (PIA) uit te voeren. Dat is een instrument om vooraf de privacy-risico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen en vervolgens maatregelen te kunnen nemen om de risico’s te verkleinen. Een functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aan te stellen. Dit is iemand die binnen de organisatie toezicht houdt op de toepassing en naleving van de AVG. Op basis van gesprekken met juristen valt op te maken dat elke aanbieder en reseller van telecomdiensten, hoe klein ook, in principe als aanbieder van telecomdiensten geoormerkt wordt. Daarmee is de impact van de AVG op hen zwaarder dan op ICT-aanbieders die bijvoorbeeld Cloud-werkplekken leveren.
Hulp van brancheorganisatie Elk bedrijf moet de principes uit de AVG vertalen naar zijn eigen omgeving. Als branchevereniging kun je je leden helpen, stelt Tim Toornvliet. In de AVG wordt expliciet gesteld dat brancheverenigingen hier een verantwoordelijkheid hebben. De meeste leden van Nederland ICT zijn verwerkers van persoonsgegevens, geeft Toornvliet aan. “We hebben daarom specifiek voor die rol een vertaling gemaakt van de AVG: de Data Pro Code. Door zich aan de code te conformeren, kunnen ICT-bedrijven laten zien dat zij hun dataprotectie op orde hebben. Voor ketenpartners is meteen duidelijk wat ze van hun verwerker mogen verwachten. Met de code scheppen we meer duidelijkheid en transparantie in de markt. Naast de code bieden wij een self assessment aan leden, waarmee je kunt meten wat je nog moet doen om AVG-ready te zijn. Tot slot geven wij leden allerlei tools, waaronder een standaard verwerkersovereenkomst die ze kunnen gebruiken bij hun implementatie.”
Verwerkersovereenkomst genoeg? Matto van Mazars vraagt zich af of een verwerkersovereenkomst genoeg is. “Zo’n overeenkomst is slechts een protocol, waardeloos wanneer het niet getoetst wordt. Je moet weten wat er met data gebeurt. Dat vergt transparantie van de betrokken IT-dienstverlener. Die moet kunnen aantonen dat er GDPR-compliant wordt omgegaan met alle persoonlijke data. Dat moet onafhankelijk getoetst worden, zodat je als dienstverlener kunt bewijzen dat je niet alleen je IT-beveiliging op orde hebt, maar ook kunt aangeven dat gegevens compliant opgeslagen zijn en waar. Hiervoor moet de IT-dienstverlener zelf goede tools en kennis in huis hebben. Maar ook IT-aanbieders kunnen volgens Matto niet alles meer overzien, zijn onderdeel van een steeds complexer wordende IT-keten. Het is dus belangrijk om van de eerdere onderdelen in de
keten – zoals een Cloud infrastructuur-aanbieder – te weten of die alle op orde heeft.
Hoe het niet moet Een voorbeeld van hoe het niet moet, is een IT-dienstverlener die een Cloud logging faciliteit gebruikte. Bij onderzoek van Mazars bleek dit instrument eenvoudig te hacken. “Men koos voor een makkelijk toe te passen instrument. Daarmee zette men in feite een achterdeur wijd open. Wanneer je dit als IT-dienstverlener doet, breng je daarmee ook de privacy van je klanten in gevaar. Ook intern is transparantie dus van belang, zodat sneller duidelijk wordt dat een dergelijk probleem bestaat.” Hackbaarheid van de vaak uitbestede IT-systemen is een ander probleem. Er zijn nu zo’n 400.000 kwetsbaarheden die misbruikt kunnen worden. Het is belangrijk om te kunnen bewijzen dat een IT-systeem wel of niet kwetsbaar is. Ook een IT-auditor moet dat kunnen. “Je hebt er bovendien niet genoeg aan om te weten of je IT-systeem kwetsbaarheden heeft. Het gaat ook om de aanvaardbaarheid van het risico van die kwetsbaarheid. Het is namelijk onmogelijk om alles 100 procent af te dekken. Maar als je weet wat in ieder geval minimaal afgedekt moet worden om alle niet aanvaardbare risico’s af te dekken, dan kun je veel gerichter tijd, geld en inspanningen focussen.”
Achter de feiten aan De IT-sector loopt volgens Matto momenteel achter de feiten aan. “Men is nog lang niet klaar om afnemers de benodigde transparantie te geven – noch over waar gegevens staan, noch over welke risico’s er eventueel zijn als gevolg van hackbaarheid en wat de stand van zaken is met betrekking tot privacy by design. Partijen die dit wel op orde hebben, zullen een voorsprong in de concurrentiestrijd hebben.”
Bij Nederland ICT is het beeld genuanceerder. Grote leveranciers zijn al vrij ver met de GDPR. Zij kunnen vaak voortbouwen op bestaande maatregelen en overeenkomsten. Het zijn met name de kleinere MKB’ers die zich onvoldoende bewust zijn van hun rol als verwerker en daardoor nog een inhaalslag moeten maken. Toornvliet: “Wij merken wel dat de bewustwording onder kleine ICT-ondernemers relatief groot is in vergelijking met andere branches, maar met name MKB’ers vinden het ingewikkeld om de AVG om te zetten in concrete maatregelen binnen hun onderneming. Vaak weten mensen niet goed waar ze moeten beginnen.”
Handhaving AP Betekent dit dat ICT-dienstverleners die op 25 mei hun zaken niet op orde hebben, al meteen in de problemen kunnen komen? Matto verwacht dat controlerend toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vanaf 25 mei handhavend zal optreden, zij het dat niet meteen elke overtreding hard wordt aangepakt. “De AP krijgt meer geld en mensen, maar onvoldoende om alles te controleren. Ze zullen zich eerst richten op high profile segmenten, zoals grotere telecombedrijven, de medische sector en marketingbedrijven. Alleen waarschuwingen geven zoals de afgelopen twee jaar bij de Meldplicht Datalekken, dat kan niet meer. Dan verliest de AP haar geloofwaardigheid.” Er zal volgens Toornvliet geen formele overgangsperiode komen, maar de AP richt zich volgens hem nu eerst vooral op voorlichting en het bevorderen van compliancy. “Wij hebben onze vertaling van de regels ook met ze besproken. Aan de andere kant nemen ze straks wel elke melding van burgers in behandeling, wat kan leiden tot een gesprek en uiteindelijk een boete. Je doet er als bedrijf goed aan om gewoon te zorgen dat je zo snel mogelijk aan de AVG voldoet.”
Kortom, er zal verschil zijn tussen de geest en de letter van de wet. De AP heeft (nog) onvoldoende budget om alle meldingen te onderzoeken en zal prioriteit leggen bij bepaalde sectoren of cases met gevoelige data. Maar om juridische problemen te voorkomen en om klanten gerust te stellen, is het (ook voor kleine) telecomaanbieders belangrijk zo snel mogelijk richting letter van de wet te gaan.
Ook mogelijkheden Nederland ICT ziet behalve uitdagingen ook mogelijkheden. Toornvliet: “De AVG stelt meer eisen op het gebied van security, dat is nieuw. Dus voor ICT-aanbieders die daar in adviseren liggen er zeker kansen. Ook op het gebied van privacy by design kunnen ICT-bedrijven in belangrijke mate bijdragen om verwerkingsverantwoordelijken te helpen. Meer in het algemeen zal de AVG zorgen voor meer transparantie en duidelijkheid over hoe privacy en security zijn geregeld bij een bedrijf. Daar liggen ook kansen voor bedrijven om zich te onderscheiden. Zeker als je naar de hele Europese markt kijkt, daar ligt echt een kans voor Nederlandse bedrijven om voorop te lopen.”
Er is geen Nederlandse wet nodig om de AVG in Nederland te laten gelden. De AVG werkt in Nederland rechtstreeks vanaf 25 mei 2018. Wel is er een aantal punten waarop landen de vrijheid hebben de AVG nader in te vullen of de uitvoering praktisch te regelen. In Nederland komt er daarom een Uitvoeringswet AVG (UAVG). Een wetsvoorstel daartoe is in de kerstvakantie ingediend bij de Tweede Kamer. Het uitgangspunt is dat daar waar mogelijk de wet in 2018 hetzelfde blijft als de huidige privacy wet (WBP). De minister noemt dit ‘beleidsneutrale invulling van de ruimte die de verordening biedt’. Nederland ICT maakt zich onder meer hard voor beperking van lasten van MKB-bedrijven. De bedoeling is dat op 25 mei 2018 gelijktijdig de UAVG en AVG in werking gaan en de WBP vervalt.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201015100109-63c95531237ef994c3388cfcab761e04/v1/1808dc91bfe5eff3d2680edeb1d59b24.jpg?width=720&quality=85%2C50)
2018 wordt een historisch jaar voor de technologie-, media- en telecomsector. Dat blijkt uit het TMT Predictions-rapport waarin Deloitte voorspelt dat er volgend jaar veel nieuwe mijlpalen worden bereikt. Sommige ontwikkelingen zullen exponentieel zijn terwijl er ook veranderingen vrijwel ongemerkt zullen plaatsvinden.
Tegen het einde van 2023 wordt verwacht dat meer dan 90 procent van de volwassenen in de ontwikkelde landen een smartphone heeft. Van de 55-75-jarigen zal dit zo’n 85 procent zijn. Deloitte voorspelt dat smartphone-gebruikers in 2023 gemiddeld 65 keer per dag met hun telefoon zullen communiceren, een stijging van 20 procent ten opzichte van het verwachte gemiddelde in 2018. De gevaren van smartphone-gebruik tijdens het autorijden zijn vandaag de dag onderwerp van een maatschappelijke discussie. Deloitte verwacht dat mensen zich volgend jaar ook meer zorgen gaan maken over de negatieve invloed van de smartphone tijdens het slapen, het lopen en het praten. De voorspelling is dat 45 procent van alle smartphone-gebruikers en 65 procent van de 18-24-jarigen zich zorgen zullen maken over dat ze hun telefoons te veel gebruiken en dat zij hun gebruik in 2018 mogelijk willen beperken. Betalen voor digitale abonnementen Een andere trend die Deloitte signaleert is dat consumenten meer en meer bereid zijn om te betalen voor digitale content. De voorspelling is dat 50 procent van de volwassenen in ontwikkelde landen eind volgend jaar minstens twee online-only media-abonnementen heeft. In totaal schat Deloitte dat er in 2018 680 miljoen van deze abonnementen zullen zijn, verdeeld onder 350 miljoen abonnees. Het gaat hierbij vooral om abonnementen op TV, films, muziek en nieuws die meestal minder dan 10 euro per maand kosten.
Machine learning rukt op Machine Learning, een vorm van Artificial Intelligence (AI), zal volgens Deloitte in een fenomenaal tempo oprukken. Het gebruik door grote en middelgrote bedrijven verdubbelt volgend jaar, om in 2020 opnieuw te zijn verdubbeld. “Machine Learning heeft zijn kantelpunt bereikt. Vanaf nu zal de adoptie in het bedrijfsleven in een stroomversnelling raken. Het belangrijkste groeigebied is dat van nieuwe halfgeleiderchips die door het gebruik van machine learning minder stroom verbruiken en tegelijkertijd sneller, flexibeler en slimmer worden”, zegt Jordan Bish, director strategy & operations bij Deloitte.
Fusie tussen Oaktree ICT Services en Sencit Nieuwe krachtenbundeling in ICT
De directie van de Oaktree ICT Group. Boven (v.l.n.r.): Mark Versteeg (CCO direct sales), Roland van der Hoek (CEO), Ronald Stroobach (COO). Onder (v.l.n.r.): Stephan Kerkman (CTO) en Dennis de Ree (CCO partnerkanaal).
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201015100109-63c95531237ef994c3388cfcab761e04/v1/effd85626a6b96e013106136ad80def4.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Oaktree ICT Services en Sencit zijn gefuseerd en behoren beide nu tot de Oaktree Group. Het samengaan creëert een brede ICT-speler met landelijke dekking en een sterke focus op Cloud based solutions en Managed Services. Het bedrijf wil de komende jaren doorgroeien middels een ‘buy and build’ strategie. “In drie tot vijf jaar willen we naar een omzet van 30 miljoen euro toegroeien.”
Oaktree is een IT-bedrijf met vestigingen in Zaandam en Heerlen dat zich richt op hosting-diensten, networking, security, WiFi en werkplekautomatisering. Sencit met vestigingen in Amstelveen en Apeldoorn is een totaalleverancier van Cloud gebaseerde ICT-oplossingen en Managed Services voor met name het midden en grotere MKB, zorg, onderwijs, retail en hospitality. Afgelopen jaar ging Sencit al samen met MDRX dat connectiviteitsdiensten levert aan het partnerkanaal. Daarmee heeft de Oaktree Group naast een direct sales-tak ook een indirect verkoopkanaal in huis.
Voordat de fusie tot stand kwam, werkten de twee bedrijven al zo’n twee jaar samen. Sencit huurde de professionals van Oaktree in om de IT-kant van hun totaalprojecten op te leveren. Recent hebben beide bedrijven tot een fusie besloten. Roland van der Hoek, Oaktree ICT Solutions, vertelt waarom: “Oaktree ICT is een kennisbedrijf, maar om sterker en breder de markt in te kunnen, hadden we behoefte aan commerciële slagkracht. Sencit is een commercieel sterke organisatie én heeft veel ervaring in het verkopen en het leveren van consultancydiensten van Cloud gebaseerde ICT-oplossingen en managed services. Twee disciplines die Oaktree ICT perfect aanvullen. De markt begint enorm te veranderen: in de huidige Cloud-wereld wil de klant IT en Telecom in één totaaloplossing afnemen als Managed Service, met andere woorden: in abonnementsvorm.”
Dichter op de klant Mark Versteeg van Sencit vult aan: “Sencit is commercieel sterk en verkoopt al jaren ICT-totaaloplossingen. Voor de technische kennis, met name op IT-vlak, huurden we technici van Oaktree in. Doordat de markt verschuift naar Managed Services wordt het steeds belangrijker om die mensen zelf in dienst te hebben. Daarmee kun je nog veel dichter op de klant zitten. Dat is in feite niet te doen met alleen externen. Daarom is het samengaan met de Oaktree Group voor ons belangrijk: in één klap hebben we alle technische IT-kennis in huis.”
Bij de fusie is bewust gekozen om de aparte merknamen te behouden. Waarom? “Vanwege de naamsbekendheid van beide bedrijven, het zijn allebei gevestigde namen”, zegt Van der Hoek. “Ook MDRX zal als naam blijven bestaan om duidelijkheid te scheppen tussen het directe en indirecte kanaal, het zullen twee volledig gescheiden entiteiten blijven.” Voor de bedrijven die in de nabije toekomst tot de Oaktree Group toetreden, zal hetzelfde gelden, zegt Van der Hoek: “Als de naam krachtig genoeg is, blijft hij. Echter wel als onderdeel van de Oaktree Group. Wat daar bij komt: wij vertrouwen op het ondernemerschap van de persoon die het bedrijf leidt. Die krijgt de ruimte om binnen de groep te ondernemen mét ondersteuning van de zusterbedrijven.”
De strategie Door de recente fusie ziet de Oaktree ICT Group er als volgt uit: Sencit (sales-, consultancy- en Telecom-expertise, WireItUp (werkplekautomatisering), MDRX (connectiviteitsdiensten voor het indirecte kanaal) en Oaktree ICT (techniek op het gebied van hosting, datacenterdiensten, security, networking LAN/WAN en WiFi ). Op dit moment werken 45 personen binnen de groep. De vier vennootschappen worden geleid door een collegiale directie met daarin Roland van der Hoek, Ronald Stroobach, Mark Versteeg, Stephan Kerkman en Dennis de Ree.
Mark Versteeg: “Door de fusie tussen Oaktree en Sencit heeft de nieuwe organisatie alle disciplines in huis en ontstaat er een breed ICT-kenniscentrum voor het nog beter bedienen van eindklanten en haar partners. We leveren een totaalpakket van IT- en Unified Communciations-diensten, Cloud gebaseerd. Hiermee kunnen we de klant totaal ontzorgen op gebied van telefonie, netwerk, connectiviteit, werkplek en security. Belangrijk in de filosofie van de complete Oaktree Group is de Managed Services-gedachte. Roland van der Hoek: “Alle diensten die wij leveren, verpakken wij in dezelfde propositie: de klant betaalt een vast bedrag per maand voor zijn IT en telecom en het beheer daarvan. En dat is het: geen eenmalige kosten, geen nakomende facturen, geen verrassingen. Met als extra voordeel voor de klant dat hij nooit op voorhand hoeft te investeren. Zonder eenmalige kosten, alles in maandbedrag. Het betekent financiële onbegrensdheid voor de klant.”
Ambitie De groep heeft de ambitie om middels een ‘buy and build’ strategie een onderneming te bouwen waarin alle ICT-disciplines vertegenwoordigd zijn. En de ambitie is stevig. Roland van der Hoek: “In drie tot vijf jaar willen we met de groep naar een omzet van 30 miljoen euro toegroeien. De financiële middelen om acquisities te doen, zijn voor handen en de eerste gesprekken zijn gaande. Daarnaast blijven we actief op zoek naar organisaties die zich willen aansluiten. Enerzijds zijn we op zoek naar schaalvergroting, anderzijds zoeken we ondernemingen met aanvullende disciplines aanpalend aan telecom en IT. Dat kunnen bijvoorbeeld applicatieontwikkelaars zijn of business partners actief in Digital Transformation. Daarnaast treden we graag in contact met zelfstandige ICT-consultants om onze visie te delen. We vinden dat we als groep veel te bieden hebben nu: in de breedte qua technische inhoud, maar ook met onze propositie waarbij elk project van klein tot heel groot in contractvorm aangeboden kan worden.”
Persoonlijk met hoge servicegraad De diensten van de Oaktree-bedrijven worden Cloud-gebaseerd aangeboden, al kan het naar gelang de wens van de klant ook om on premise oplossingen gaan. De voorkeur is echter altijd als Managed Service. Mark Versteeg: “We willen ICT-totaaloplossingen leveren vanuit de Cloud, middels een persoonlijke benadering en met een heel hoge servicegraad, dat onderscheidt ons. Klanten geven ons nu gemiddeld een 8 als rapportcijfer, daar zijn we trots op.”