koeling
De nieuwe verordening voor F-gassen innovatie
Nieuw TCO-model helpt vergelijken
bekabeling
Ontwerp het ideale datacenter
dcw juni 2015 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
DATAC E NTE RWO R KS is hét vakblad
over de technische infrastructuur van datacenters. jaargang 8, juni 2015, nr. 6 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. H O O F D R E DACTE U R / U ITG EV E R
robbert hoeffnagel TE L E FO O N +31 (6) 51 28 20 40 E - M A I L robbert@fenceworks.nl T WIT TE R twitter.com/rhoeffnagel LINKEDIN
nl.linkedin.com/in/robberthoeffnagel FAC E B O O K
www.facebook.com/robbert.hoeffnagel E I N D R E DACTI E / TR A F F I C A B MU I LW I J K P O STA D R E S R E DACTI E
beatrixstraat 2, 2712 ck zoetermeer E - M A I L A DM I N I STRATI E @fenceworks.nl TE L E FO O N +31 (0)79 500 05 59 www.datacenterworks.nl A DV E RTE NTI E - E XP LO ITATI E
jos raaphorst Directeur
TE L E FO O N +31 (0) 6 34 73 54 24 E - M A I L jos@fenceworks.nl
eric van wijk
TE L E FO O N +31 (0) 6 43 05 30 25 E - M A I L eric@fenceworks.nl
VO R M G EV I N G laura willemsen
grafisch ontwerp
DRUK
grafia media groep datacenterworks werkt samen met kennis partners als bicsi, data centre alliance, dda, green it amsterdam, it room infra en nen kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie
Vrij maar gevaarlijk? Vrije koeling is in Nederlandse datacenters aan een opmars bezig. Althans, voor zover we het over commerciële datacenters hebben. Terwijl veel inhouse datacenters en serverruimtes nog op een traditionele manier worden gekoeld, zien we bij de datacenters die van het hosten van IT-diensten hun commerciële kernactiviteit hebben gemaakt, dat men meer en meer gecharmeerd raakt van koeling met buitenlucht. Dat is een interessante trend. Gaan enterprise dc’s ook die kant op? Het scheelt immers kosten, en verlaagt bovendien de druk op het milieu.Toch zit er wel een risico aan deze trend. Daarover gaat het artikel ‘Goede lucht- en waterkwaliteit van cruciaal belang’ in deze editie van DatacenterWorks. Daarin vertelt Peter Thorenaar van CAG Datacenter Solutions over de risico’s die het gebruik van vrije luchtkoeling met zich mee kan brengen als we niet goed de kwaliteit van die lucht in de gaten houden. Sommige critici zullen zijn zorg over de luchtkwaliteit wellicht overdreven vinden. Misschien hebben zij gelijk, maar de kans dat (licht) vervuilde lucht de opgestelde IT-apparatuur op termijn beschadigt kunnen we niet uitsluiten. Ik weet dat de vergelijking op een aantal punten mank gaat, maar het doet me een beetje denken aan een discussie die we jaren geleden hadden over de kwaliteit van de energievoorziening in ons land.Toen de eerste waarschuwingen kwamen dat de pieken en dalen in onze stroomvoorziening om maatregelen vroegen, was ook lang niet iedereen hiervan overtuigd. Tegenwoordig denken we daar heel anders over. In veel datacenters en computerruimtes staan UPS’en opgesteld die niet alleen als noodstroomoplossing dienen, maar vooral ook als filter om onzuiverheden in de stroomvoorziening eruit te halen. En niet alleen als er naast het datacenter een fabriek staat waar continu zware motoren starten en stoppen en zo het net aanzienlijk vervuilen. Een UPS op deze manier opnemen, is bijna een automatisme geworden. Gaan we ook die kant op met het continu analyseren en aanpassen van de luchtkwaliteit, nu we meer en meer vrije koeling toepassen? Het is nog te vroeg om hier duidelijke uitspraken over te doen. Maar het zou mij niet verbazen als we straks op dit punt een vergelijkbaar automatisme gaan zien als bij UPS en netvervuiling. Niet alleen wanneer het datacenter naast een chemische fabriek in de Botlek staat, maar ook op een keurig bedrijventerrein in Amersfoort of Haarlem.Vrije luchtkoeling is in veel gevallen een erg interessante oplossing, maar in ons enthousiasme over een goedkope(re) en milieuvriendelijke koelmethode mogen we uiteraard niet de beschikbaarheid van onze IT-systemen in gevaar brengen. ■
noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
robbert hoeffnagel hoofdredacteur datacenterworks/uitgever
dcw juni | redactioneel
dcw colofon
3
8
12
16 20 28
30
22
34
Inhoud markt
luchtkwaliteit
8
de cloud heeft datacenters op fundamentele wijze veranderd
Cloud computing heeft de wijze waarop we applicaties implementeren, gebruikers beheren en capaciteit afleveren op fundamentele wijze veranderd. Het vermogen datacenters onderling met elkaar te verbinden stelt organisaties van iedere grootte in staat flexibeler en kosten-effectiever te opereren. De cloud heeft een grote impact op het werk van datacenter architecten. Zij zijn van groot belang voor datacenters en moeten de vereisten van de infrastructuur volledig begrijpen.
innovatie
13
nieuw tco-model helpt vergelijken
Wie zijn IT-infrastructuur wil vernieuwen of een geheel nieuwe infrastructuur wil opzetten heeft allerlei keuzes. Brengt u toepassingen en data onder in een eigen datacenter, colocatieruimte of juist de cloud? Het is niet eenvoudig de total cost of ownership (TCO) van deze verschillende opties te berekenen, wat een goede vergelijking ingewikkeld maakt. Een nieuw TCO-model van Coolan maakt een één-op-één vergelijking wel mogelijk.
symposium
14
mooie resultaten, inspirerend onderzoek en onverwachte samenwerking
Op 29 mei heeft de vijfde editie van het Groene ICT en duurzaamheid symposium plaatsgevonden. Georganiseerd door SURF, RVO, studentenorganisatie Morgen, de Special Interest Group Groene ICT en Duurzaamheid en Green IT Amsterdam. Na enkele edities in Driebergen, werd er deze keer gekozen voor de faciliteiten van Hogeschool Leiden.
onderzoek
16
datacentermarkt beweegt richting cloud en ontzorging
De datacentermarkt maakt dit jaar een sterke beweging richting de cloud. Dat gaat niet alleen ten koste van de interne capaciteit, maar ook de co-locatiemarkt komt onder flinke druk. Ondertussen beschikken steeds minder bedrijven over het benodigde kennisniveau om grote veranderprojecten uit te kunnen voeren. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Datacenter Transformatie 2015’ van SPIE-ICS. Het onderzoek werd uitgevoerd door researchbureau Pb7.
19
goede lucht- en waterkwaliteit van cruciaal belang
Verminderde lucht- en waterkwaliteit kunnen de beschikbaarheid van uw datacenter verstoren. Het is niet vanzelfsprekend dat die kwaliteit goed is. Hoe kunnen we deze kwaliteit zeker stellen?
koeling
22
de nieuwe verordening voor f-gassen
De nieuwe EU verordening voor F-gassen (nummer 517/20140) is begin 2015 in heel Europa doorgevoerd. Maar wat betekent dat nu precies voor de koeltechniek en de technologie van airconditioning? Twee experts van de fabrikant van koelcompressoren Bitzer geven antwoord op de belangrijkste vragen.
whitepaper
30
‘cold corridors voor een nieuwe generatie datacenters’
Cold Corridors - waarbij voor een optimale koeling en energieefficiëntie koude en warme luchtstromen van elkaar worden gescheiden door de koude gang af te sluiten - zijn zo’n tien jaar na de eerste introductie op de Europese markt gemeengoed in het datacenter. Toch is het uitgerekend ontwikkelaar Minkels die stelt dat de traditionele opstelling van de Cold Corridor steeds minder goed aansluit bij de wensen en behoeften in het hedendaagse datacenter.
en verder 36 nieuws 42 nieuws van dda 44 agenda 45 nieuws van it room infra 46 bicsi-nieuws coverfoto Datacenters staan onder steeds grotere druk. Ontwikkelingen als cloud en big data vergroten de behoefte aan capaciteit en bandbreedte. Een glasvezelbekabeling is een logische upgrade, het verhoogt de maximale bandbreedte van 10 naar 40 Gb en hoger. Maar een overstap vereist de nodige overwegingen.Vier factoren om rekening mee te houden.
dcw juni | inhoud
5
Dutch Datacenter Index Mei 2015
DDI 57 / 62
Vederlichte afvlakking in mei de nederlandse datacenters bevestigen in mei het beeld dat ze klaar zijn voor een
nieuwe groeispurt. waar het eerste kwartaal zoals gebruikelijk gekenmerkt werd door een relatieve rust, verwachten veel datacenters weer meer te investeren, waarbij het vermogen nog altijd sneller groeit dan het aantal vierkante meters. de groeiverwachting neemt net iets af, maar is al met al vrijwel stabiel. In de driemaandelijkse terugblik zien we dat de index naar verhouding dicht bij de 50 - evenwicht - blijft hangen. Er is groei op alle gebieden, van een kleine groei in vierkante meters tot best een behoorlijke groei van vermogen. De markt wordt nog altijd gekenmerkt door een verschuiving van inhuis naar uitbesteden, waarbij de nadruk van co-locatie naar hosting en cloudoplossingen verschuift. Als we alles bij elkaar optellen, is de Dutch Datacenter Index met de driemaandelijkse terugblik stabiel met een daling van slechts 0.1 punt. Voor de komende drie maanden komt de index een heel punt lager uit op 61. De afname is gelijk verdeeld over oppervlakte, vermogen en investeringsniveau. Het vermogen en de investeringen groeien ook in mei beduidend harder dan het aantal vierkante meters. Ook de jaarlijkse vooruitblik laat een kleine afzwakking zien.
dcw juni | monitor
vooruitblik
6
De index toont ook deze maand dat 2015 op weg is om wederom een topjaar te worden voor datacentergroei. Het optimisme in de 12-maandelijkse vooruitzichten zwakt weliswaar een punt, maar blijft met 67 punten op een zeer hoog niveau. Vooral multi-tenant datacenters bereiden zich voor op verdere groei, terwijl single tenant datacenters het rustiger aan doen of zelfs afbouwen. Ondanks de harde groei van de multi-tenant datacenters, is de markt in een nieuwe fase beland. Waar Telecity de consolidatie begon met de voorgenomen overname van Interxion, heeft Equinix zich inmiddels al weer gemeld om de nieuwe combinatie over te nemen. De categorie grote, internationale, onafhankelijke datacenters is daarmee, voor wat de Nederlandse markt betreft, in één klap
opgerold. Dat biedt ruimte voor bestaande spelers die best een deel van die koek willen hebben en mogelijk zelfs voor nieuwe internationale spelers. Of deze consolidatieslag overslaat naar regionale datacenters is nog maar de vraag. ■ peter vermeulen directeur van pb7 research
Jan - Mar
April - Jun
+12 mnd
Vierkante meters in gebruik
53
55
62
Vermogen
57
63
71
Investeringen
58
63
71
Totaal
57
61
67
Dutch Datacenter Index, mei 2015
Dutch Datacenter Index, Januari 2014 Mei 2015
How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs�
> Executive summary
Contents
Op koers voor Tier IV-certificering
De cloud heeft datacenters op fundamentele wijze veranderd cloud computing heeft de wijze waarop we
beheren en capaciteit afleveren op
drijven tegen het eind van 2017 een hybride cloud omgeving heeft draaien. Ook Cisco onderschrijft de snel toenemende populariteit van de cloud. Het bedrijf verwacht dat in 2018 zo’n 78% van de workloads wordt verwerkt door cloud datacenters. 59% van de totale workloads in de cloud zou in dat jaar worden verwerkt via Software-as-a-Service.
fundamentele wijze veranderd. het
outside the box denken
applicaties implementeren, gebruikers
vermogen datacenters onderling met elkaar te verbinden stelt organisaties van iedere grootte in staat flexibeler en kosteneffectiever te opereren.
dcw juni | markt
De cloud heeft een grote impact op het werk van datacenter architecten. Zij zijn van groot belang voor datacenters en moeten de vereisten van de infrastructuur volledig begrijpen. Afwegingen rond de stroomvoorziening, koeling, locatie en beschikbare capaciteit vallen onder de verantwoordelijkheid van de datacenter architect. Deze professionals zullen zich door de cloud continu moeten blijven ontwikkelen. De cloud dwingt datacenter architecten via disaster recovery, nieuwe soorten toepassingen en een continue vraag vanuit gebruikers te blijven leren en nieuwe denkwijzen te omarmen.
8
Dit schrijft Bill Kleyman in een artikel op DatacenterKnowledge. Als we kijken naar de evolutie van de cloud zijn de trends duidelijk zichtbaar. Zo voorspelt Gartner dat in 2016 cloud computing goed is voor het overgrote deel van de IT-bestedingen. Het onderzoeksbureau verwacht dat de private cloud in dat jaar steeds meer ruimte gaat maken voor de hybride cloud, waarbij de private en publieke cloud wordt gecombineerd. Gartner verwacht dat bijna de helft van alle grote be-
Met het oog op de snelle groei van de cloud is het van belang dat datacenter architecten outside the box denken. De cloud heeft datacenter architecten gedwongen hun werk- en denkwijze aan te passen op onder andere de volgende punten: Datacenterontwerp en convergence - Het ontwerp van fysieke architecturen is door de cloud aanzienlijk veranderd. Zo worden nieuwe soorten servers geïnstalleerd in efficiëntere racksystemen. Nieuwe converged infrastructuur geeft datacenter architecten nieuwe methodes om het onderliggende ecosysteem te creëren. Een steeds grotere rol is weggelegd voor ’commodity hardware’, hardware die relatief goedkoop en breed beschikbaar is, en min of meer één op één kan worden uitgewisseld met andere hardware van zijn soort. Ook nieuwe manieren om op effectieve wijze een datacenter omgeving uit te rollen zijn beschikbaar. Dit zorgt ervoor dat datacenter architecten een bredere reeks ontwerp opties zullen moeten overwegen bij het ontwerpen van een datacenter. Het is dan ook van belang goed te begrijpen hoe de onderliggende resources integreren met de cloud. Stroomvoorziening en koeling - Fanwall technologieën, nieuwe concepten rond vrije koeling en betere oplossingen voor luchtstroombeheer hebben de wijze waarop datacenters vandaag de dag presteren veranderd. Om de efficiëntie verder te vergroten kijken organisaties naar manieren om hun Power Usage Effectiveness (PUE) verder te verlagen. Datacenter architecten moeten zich realiseren dat bedrijven door de cloud nog afhankelijker zijn geworden van datacenters. Ook moeten zij begrijpen hoe de cloud de dichtheid, mogelijkheden van virtualisa-
Applicaties en workloads - Het is van belang dat datacenter architecten weten wat zij precies hosten. Zij hoeven geen experts te zijn in het afleveren van applicaties of gehoste workloads, maar moeten wel begrijpen hoe hypervisors, applicaties en virtuele resources omgaan met het onderliggende datacentermodel. Dit helpt hen betere beslissingen te nemen over de implementatie van toekomstige datacentertechnologieën op het gebied van fysiek ontwerp, koeling, stroomvoorziening en rackarchitectuur. Door de connectie tussen de cloud, applicaties en het datacenter te begrijpen kunnen datacenter architecten zich ontwikkelen tot cloud architecten, wat hen kan helpen in hun verdere loopbaan. Uptime, disaster recovery en business continuity - De cloud heeft op dit gebied voor veel verandering gezorgd. De grote vraag naar datacentercapaciteit bij organisaties en hun toegenomen afhankelijkheid van datacenters dwingt datacenter architecten een optimale uptime in het ontwerp van datacenters centraal te stellen. Cloud computing heeft tegelijkertijd de weerbaarheid van moderne datacenter omgevingen vergroot door capaciteit te verspreiden over meerdere locaties. Dit brengt echter ook uitdagingen met zich mee. Datacenter architecten moeten weten wat er tijdens een noodgeval precies gebeurd binnen deze complexe architectuur. Nieuwe DCIM-tools geven vanuit één tool inzicht in meerdere datacenters die onderdeel uitmaken van een
‘IN HET MODERNE DATACENTER IS DAN OOK VEEL MEER AUTOMATISERING, ORCHESTRATIE EN INTELLIGENTIEINGEBOUWD DAN VOORHEEN OM DECLOUD TE ONDERSTEUNEN’
datacenter omgeving. Dit stelt datacenter architecten in staat te monitoren op welke wijze de capaciteit die op verschillende locaties is ondergebracht wordt ingezet. Nieuwe methodologie rond server load balancing stelt architecten in staat gebruikers dynamisch door te verwijzen naar het datacenter waar op dat moment de meeste capaciteit beschikbaar is. In het moderne datacenter is dan ook veel meer automatisering, orchestratie en intelligentie ingebouwd dan voorheen om de cloud te ondersteunen. Datacenter architecten moeten zich bewust zijn van deze tools en de wijze waarop deze tools helpen de datacenter infrastructuur uit te breiden. De cloud heeft dus een flinke impact gehad op het werk van datacenter architecten. De cloud is volop in ontwikkeling en de cloudevolutie is nog lang niet afgelopen. Ook in de toekomst zal er dus voor datacenter architecten nog veel gaan veranderen. ■ wouter hoeffnagel freelance journalist
dcw juni | markt
tie en onderliggende hardware heeft veranderd. Naarmate de behoefte van eindgebruikers toeneemt en we met meer ‘converged’ systemen en betere multi-tenant platformen werken, zullen ook de eisen die we stellen aan de stroomvoorziening en koeling hierop moeten worden aangepast.
9
in apeldoorn installeerde noodstroomspecialist elinex onlangs een nieuwe, dynamische ups-oplossing. de dynamische ups is zeer voorspelbaar, betrouwbaar en bespaart bovendien veel kilowattuur aan energie vanwege het zeer hoge rendement (98%).
Focus op beschikbaarheid en voorspelbaarheid
ISP Solcon kiest voor vliegwiel UPS van Elinex “Vroeger kon je je nog wel wat downtime permitteren”, herinnert Peter van der Vlies, oprichter en nog steeds enthousiast roerganger van Solcon zich.“Maar die tijden zijn al de nodige jaartjes voorbij. Downtime wordt echt niet geaccepteerd. En terecht, want dit is nergens voor nodig.”
samen autonoom groeien
Hoe anders was dat in de tijd van het opkomende internet met inbelmodems. “Ergens rond 1996 had ik een DNS-servertje op zolder gezet. Nuttig voor een project waaraan ik werkte, en leuk om mee te spelen. Voor ik het wist had ik er vijftig klanten aan hangen. Sindsdien zijn we eigenlijk alleen maar doorgegroeid.” De uit de hand gelopen hobby van Van der Vlies heeft met uitzondering van een praktische no-nonsense Huub van Raamsdonk (l)
dcw juni | praktijk
en Peter van der Vlies
10
aanpak nog maar weinig weg van de zolderdagen van weleer. Solcon is als grootste particuliere provider van internet, telefonie en tv een professioneel bedrijf geworden met duizenden tevreden klanten en twee modern ingerichte datacenters. Niet voor niets werd het eind 2014 voor de derde opeenvolgende keer door de Consumentenbond uitgeroepen tot beste provider van Nederland. Toch gelooft Van der Vlies niet zo in groot, groter, grootst. “Groeien om je klanten goed te kunnen blijven bedienen? Daartegen zeg ik ja. Maar klanten mogen nooit een nummertje worden. Bovendien is de trend niet voor niets decentraal. Dat is één van de grote verdiensten van het internet. Heb je meer capaciteit of expertise nodig? Dan kan je dat organiseren. Zo kan je samen groeien. Vooral in kennis en in kunde.”
vertrouwen verdien je
Eén van de partijen waar dit zonder meer op van toepassing is, is Elinex Power Solutions. Directeur Huub van Raamsdonk herinnert zich nog goed de eerste keer dat hij bij Solcon over de vloer kwam. “In 1998 kwam ik binnen voor een negental tussensnoeren. We hadden meteen een klik en we zijn er nooit meer weggegaan. Tien jaar later zetten we een statische UPS neer in Dronten. En ook smeedden we gezamenlijk de eerste plannen voor hetgeen er nu hier in Apeldoorn staat.“ Volgens Van der Vlies is er eigenlijk nooit een bewust keuzemoment geweest. “Je groeit met elkaar op, weet wat je van elkaar kan verwachten en dus is er vertrouwen. Elinex denkt altijd met ons mee en heeft veel kennis van zaken. Bovendien kijken ze altijd naar het totaalplaatje, naar continuïteit in alle omstandigheden, gedurende de hele levensduur van
vliegwielenergie en autonomietijd
Beschikbaarheid en vertrouwen. Het blijken de twee belangrijkste basisingrediënten voor de noodstroomoplossing in Apeldoorn. In dit geval in de vorm van vliegwielenergie. Van Raamsdonk legt uit: “Als de netstroom wegvalt of onder een bepaalde waarde komt, dan zal in de meeste gevallen een noodstroomaggregaat moeten worden ingeschakeld. Het duurt echter even voordat deze op toeren is en de juiste load kan leveren. Toch zal er in de tussentijd een energiebron moeten zijn, een zogenoemde UPS, ofwel Uninterrupted Power Supply.Vaak wordt hiervoor een grote accu geïnstalleerd, maar ook een aantal in vacuüm roterende vliegwielen behoort tot de mogelijkheden. Als Elinex gebrui-
‘UITEINDELIJK WILLEN OOK WIJ MAAR ÉÉN DING: MET EEN CONTINUE BESCHIKBAARHEID HET VERTROUWEN VAN ONZE KLANTEN VERDIENEN’
ken we hiervoor de UPS-en van Active Power. Deze kasten met uiteraard de nodige vermogenselektronica en I/O, bevatten ook een aantal robuuste stalen vliegwielen. Deze worden in een vacuüm continu op een toerental van 7.700 omwentelingen per minuut gehouden, en beschikken daarmee over voldoende kinetische energie - 250 kVA per stuk om precies te zijn - om in de stroombehoefte te voorzien. Dit gedurende een periode van minstens vijftien seconden. Afhankelijk van het benodigde vermogen kunnen meer of minder vliegwielen worden toegepast.” Van Raamsdonk legt uit dat mensen soms wel even schrikken van de relatief korte autonomietijd van vijftien seconden. Maar deze koudwatervrees is niet terecht. “Het gaat bij noodstroomoplossingen niet om de autonomietijd van een UPS, maar om gegarandeerde beschikbaarheid. Al heb je een autonomietijd van een half uur, als het noodstroomaggregaat niet start, dan heb je een probleem. Je moet de noodstroomconfiguratie als één geheel beschouwen: een keten is zo sterk als de zwakste schakel. Als Elinex zorgen we er daarom voor dat alles perfect op elkaar is afgestemd. De UPS, de schakelverdeelinrichting en de NSA. Detecteert de netwachter dat de netvoeding eventjes onder een bepaald niveau komt? Dan springt de UPS bij.
dcw juni | praktijk
een installatie. Daar is het ons natuurlijk ook om te doen. Dus toen zij voor Apeldoorn met een vliegwiel op de proppen kwamen om het groener en veiliger te maken, stonden we daar zeker voor open. Uiteindelijk willen ook wij maar één ding: met een continue beschikbaarheid het vertrouwen van onze klanten verdienen.”
11
Dreigt er een langer tekort? Dan schakelt de UPS de NSA in. Het finetunen van precies de juiste parameters zodat dit feilloos verloopt, dat is een echte Elinex-specialiteit.” Als laatste cruciale schakel voor gegarandeerde beschikbaarheid noemt Van Raamsdonk het periodiek testen en onderhouden. “Wie garanties wil, zal zijn spullen in topconditie moeten houden. We meten daarom bijvoorbeeld continu de temperatuur en de trillingen in de lagers van de vliegwielen. We kunnen voorspellen wanneer we deze moeten vervangen, maar doen dit in elk geval elke vier jaar.”
voordelen vliegwiel
dcw juni | praktijk
Vliegwielen worden al vele jaren in combinatie met aggregaten als noodstroomvoorziening toegepast. In ziekenhuizen, militaire installaties en in de industrie. De laatste tijd maken ook steeds meer datacenters gebruik van dit principe, met ISP Solcon als Nederlands eerste particuliere partij.Van Raamsdonk: “Vliegwielen hebben enkele belangrijke voordelen. Op de eerste plaats is het rendement zeer hoog. Mede door het feit dat ze in vacuüm draaien en er geen actieve koeling nodig is, heeft een UPS met vliegwiel een efficiency van maar liefst 98 procent. Aangezien het bij noodstroom vaak over megawatten gaat, loopt dit al snel in de papieren. Tot slot is er meer grip op de Total Cost of Ownership. De UPS heeft met twintig jaar een lange levensduur en de onderhoudskosten zijn laag en voorspelbaar. In feite zijn alleen de lagers onderhoudsgevoelig, maar zijn deze zoals gezegd prima te voorspellen. Vliegwielen zijn dus de keuze bij uitstek voor bedrijven die duurzaamheid en de lange termijn hoog in het vaandel hebben staan.”
12
groeicontainer a en b feed
Wie de nieuwe noodstroomoplossing van Solcon wil zien, die moet naar buiten. Elinex heeft deze namelijk in een container ingebouwd. “Kijk, nog een voordeel van een vliegwiel-UPS”, glimlacht Van Raamsdonk. “Vliegwielen zijn niet temperatuurgevoelig. Je hoeft ze dus niet in een geconditioneerde ruimte te zetten. Die blijft beschikbaar voor de servers.” Van Raamsdonk geeft aan dat het bij datacenters een beetje een kip en ei verhaal is. Je hebt capaciteit nodig om klanten te kunnen bedienen, maar klanten om deze capaciteit te bekostigen. Veel datacenters worden daarom op de groei gebouwd, waarbij modulair telkens nieuwe stappen kunnen worden gezet. En de container van Elinex? Die past precies in dat plaatje. “Net als in de meeste datacenters is er ook in Apeldoorn sprake van een A en een B feed”, valt Van der Vlies bij. “Maar omdat we geregeld willen testen en ongestoord onderhoud willen kunnen plegen, hebben we gekozen voor twee volledig gescheiden systemen. Dat betekent dat ook de UPS-en redundant zijn uitgevoerd. Bovendien is ook de container zelf op de groei gekocht. Er staat nu per feed 500 kVA aan geïnstalleerd vermogen, maar daar kan zonder problemen nog een keer 500 kVA worden bijgeplaatst. En blijkt het toch beter een 1MVA-aggregaat neer te zetten? Dan is alle infrastructuur hier al op voorbereid.Voorlopig kunnen we dus prima vooruit.” ■ liam van koert freelance journalist
Nieuw TCO-model helpt vergelijken
On-premise datacenter, colocatie of cloud? wie zijn it-infrastructuur wil vernieuwen of een geheel nieuwe infrastructuur wil opzetten heeft allerlei keuzes. brengt u toepassingen en data onder in een eigen datacenter, colocatieruimte of juist de cloud? het is niet eenvoudig de total cost of ownership (tco) van deze verschillende opties te berekenen, wat een goede vergelijking ingewikkeld maakt. een nieuw tco-model van coolan maakt een één-op-één vergelijking wel mogelijk.
kosten verschillen
Daarnaast brengen zowel een on-premise datacenter, colocatie als de cloud andere kosten met zich mee.Wie bijvoorbeeld over een eigen datacenter beschikt zal moeten investeren in IT-apparatuur, het pand waarin het datacenter wordt gevestigd en het beheer van de datacenteromgeving. Bij colocatieruimte betalen bedrijven leasekosten en hoeven uitsluitend te investeren in IT-apparatuur; het beheer en onderhoud wordt volledig uit handen genomen. Wie kiest voor de cloud hoeft juist niet te investeren in IT-apparatuur en betaalt uitsluitend voor het gebruik van capaciteit. Afhankelijk
van de vorm van de cloud waarvoor wordt gekozen komen hier nog beheerkosten bij. Deze verschillende soorten kosten maken het moeilijk een eigen datacenter, colocatieruimte en de cloud één op één te vergelijken. Coolan speelt hierop in met een TCO-model, dat gratis beschikbaar wordt gesteld aan datacenterbeheerders. Het model is beschikbaar in twee varianten: een ingevulde of juist een volledige lege spreadsheet. Het ingevulde model is handig om de werking van de tool te kunnen uitproberen, zonder hier veel tijd in te hoeven investeren. De tool is voorzien van data die is verzameld door experts van Coolan; de data stamt uit 2013. Deze data kan afwijken van de specificaties van de locatie die beheerders zelf op het oog hebben. Zo gaat Coolan in het model uit van een gemiddelde Power Usage Effectiveness van 1,3 voor colocatieruimte en 1,15 voor een eigen datacenter; iets wat uiteraard per datacenter verschilt.
eigen data gebruiken
Coolan adviseert datacenterbeheerders dan ook eigen data te gebruiken, en te ‘spelen’ met de cijfers. Hiervoor stelt het bedrijf een lege template beschikbaar. Denk hierbij aan de lokale energiekosten en de PUE van bijvoor-
beeld de colocatieruimte die een beheerder op het oog heeft, maar ook aan de aanschafkosten van de specifieke hardware die beheerders willen gebruiken en hoeveelheid servers die zij nodig denken te hebben. Het model kan de kosten hierdoor nauwkeuriger berekenen voor uw specifieke situatie. Zodra alle gegevens zijn ingevuld berekent de spreadsheet automatisch de TCO voor zowel een eigen datacenter, colocatieruimte als de cloud. De totale kosten worden weergegeven in dollars en maken het mogelijk direct de kosten van alle opties één-op-één te vergelijken. Dit stelt beheerders in staat op basis van nauwkeurige informatie over de TCO een gefundeerde keuze te maken tussen een on-premise datacenter, de cloud en colocatieruimte. Het TCO-model met data van Coolan is te bekijken op http://bit.ly/TCOpopulated. Wie aan de slag wil gaan met eigen data kan gebruik maken van de lege template op http://bit.ly/TCOtemplate. ■
wouter hoeffnagel freelance journalist
dcw juni | innovatie
Iedere IT-infrastructuur is uiteraard anders. Elk bedrijf heeft andere behoeften, eisen en wensen, iets waar de IT-infrastructuur op afgestemd moet worden. De TCO van een eigen datacenter, colocatieruimte of de cloud is onder andere afhankelijk van de eisen die een bedrijf stelt aan de omgeving. Denk hierbij aan de capaciteit die een organisatie nodig heeft, maar ook aan de snelheid waarmee een bedrijf moet kunnen op- of juist afschalen en de beheermogelijkheden die nodig zijn. Daarnaast zijn ook regelgeving en compliancy standaarden van invloed op de IT-infrastructuur waar een bedrijf behoefte aan heeft.
13
op 29 mei heeft de vijfde editie van het groene ict en duurzaamheid symposium plaatsgevonden. georganiseerd door surf, rvo, studentenorganisatie morgen, de special interest group groene ict en duurzaamheid en green it amsterdam. na enkele edities in driebergen, werd er deze keer gekozen voor de faciliteiten van hogeschool leiden.
Groene ICT en duurzaamheid
Mooie resultaten inspirerend onderzoek onverwachte samenwerking
dcw juni | symposium
Het symposium is al jaren hét podium voor de laatste ontwikkelingen op het gebied van groene ICT en duurzaamheid in hoger onderwijs en onderzoek in Nederland. Dit jaar had het symposium als thema ‘Werken aan groene groei’ en beoogde het samenwerking en cross-overs te stimuleren tussen het hoger onderwijs, de overheid en het bedrijfsleven. Het symposium is bezocht door ICT’ers uit
14
de hoger onderwijs instellingen, managers facilitair en inkoop, onderzoekers en betrokkenen bij topsectoren. Het symposium, dit jaar voor het eerst georganiseerd samen met de SustainaBul Experience van het studentennetwerk Morgen, is bezocht door ongeveer 300 geïnteresseerden. In totaal waren er 35 sessies met dito sprekers en 3 aansprekende keynotes. Jan Peter Balkenende had een inspirerend en voor vele aanwezigen verrassend verhaal over duurzaamheid en de daarbij benodigde ‘nieuwe creativiteit’. Bob Stemmerik, directeur Datacenter Virtualisatie & Cloud van Cisco maakte duidelijk dat het belang van een efficiënte en duurzame ICT-infrastructuur alleen maar groter wordt. Dit komt omdat ICT, door de IoT en Big Data ontwikkelingen, een toenemend belangrijke plek in onze samenleving krijgt. Dennis Kerssens is bij het Ministerie van Binnenlandse zaken verantwoordelijk voor de Rijkscloud en de voortzetting van de consolidatie van de datacenters die worden
gebruikt door het Rijk. In meerdere tracks kwam ook het belang van samenwerking tussen industrie en onderzoek naar voren, met name in de track ‘Living Labs’ werd dit benadrukt. In deze track lieten onderzoekers zien hoe ze samenwerken met het bedrijfsleven, maar ook hoe het bedrijfsleven innovatie stimuleert in samenwerking met universiteiten. Robert van den Hoed, lector aan de Hogeschool van Amsterdam, en initiatiefnemer van het project Greening the Cloud, liet zien hoe hij met een indrukwekkende groep ondernemingen uit de internet- en clouddiensten onderzoek doet naar praktijkcases. Deze cases zijn ingediend door de private partners. Het doel van dit project is kennis vergaren op het gebied van energieverbruik van met name de software applicaties op servers. Binnen twee thema tracks van het project, ‘Efficiënte Virtualisatie’ en ‘Efficiënte Cloudapplicatie’ worden de antwoorden gezocht op de kennis vragen. Tijdens het symposium kwamen meerdere onderwer-
pen aan bod, van het vergroenen van ICT tot aan het ontwikkelen van de juiste ‘green IT skills’ bij de volgende generatie. Duidelijk werd wel dat er de afgelopen jaren vele mooie stappen zijn gezet wat betreft onderzoek en implementatie van Groene ICT binnen de hoger onderwijs sector. Maar ook dat er nog veel stappen te maken zijn. Thema’s als E-Waste en Groene software zullen zich de komende jaren nog verder ontwikkelen. Ook is de verwachting dat er volop gebruik zal worden gemaakt van opgebouwde ken-
nis en best practices. Het Green ICT Maturity model, ontwikkeld door Albert Hankel van SURFnet is een voorbeeld van een tool waar instellingen gebruik van kunnen maken om inzicht te krijgen in de stand zaken van duurzaamheid in hun ICT-organisatie. Het model gaat niet alleen om de scores, maar ook om de discussie en het proces dat eruit voortkomt. Er kan nu al worden uitgekeken naar de volgende editie van het symposium, met nieuwe resultaten en initiatieven op het gebied van
Groene ICT, waarbij het mooi zal zijn als we nog meer samenwerking zien tussen onderzoekers, studenten, hoger onderwijs organisaties en industrie. Voor wie dit jaar niet de mogelijkheid heeft gehad om het symposium te bezoeken zijn de presentaties beschikbaar op de website van SURF, www.surfsites.nl/duurzaamheid/ symposium/presentaties/■ maikel bouricius green it amsterdam
dcw juni | symposium
‘DUIDELIJK WERD WEL DAT ER DE AFGELOPEN JAREN VELE MOOIE STAPPEN ZIJN GEZET WAT BETREFT ONDERZOEK EN IMPLEMENTATIE VAN GROENE ICT BINNEN DE HOGER ONDERWIJS SECTOR’
15
Co-locatie onder druk, DCaaS mogelijk nieuw alternatief
Datacentermarkt beweegt richting cloud en ontzorging de datacentermarkt maakt dit jaar een sterke beweging richting de cloud. dat gaat niet alleen ten koste van de interne capaciteit, maar ook de co-locatiemarkt komt onder flinke druk. ondertussen beschikken steeds minder bedrijven over het benodigde kennisniveau om grote veranderprojecten uit te kunnen voeren. dat blijkt uit het onderzoek `datacenter transformatie 2015´ van spie-ics. het onderzoek werd uitgevoerd door researchbureau pb7.
SPIE-ICS voert voor KPN op dit moment een groot datacenter-project uit
dcw juni | onderzoek
op de High Tech Campus in Eindhoven
16
De cloud is bij IT-managers populairder dan ooit. Nu komt 14% van de IT-capaciteit nog van buiten het eigen datacenter, maar in 2020 is dat gestegen naar 30%. Dat gaat ten koste van het on-site datacenter. Nu is dat nog goed voor 47% van de capaciteit, maar binnen 5 jaar is dat gedaald naar 37%. Nog groter is de krimp in de off-site IT-voorzieningen, het colocatie-aandeel daalt binnen 5 jaar van 31% naar 21%, een krimp van bijna een derde. Niet alleen de cloud profiteert overigens, ook outsourcing van IT wint aan populariteit. Nu is nog 8% uitbesteed, binnen 5 jaar ligt dat op 12%.
verbeterpunten
Toch hebben IT-managers nog genoeg verbeter- en aandachtspunten voor de komende periode. Over het algemeen zijn de zorgen en
wensen ten opzichte van vorig jaar toegenomen. Met name energiezuinigheid (20%), CAPEX (16%) en beheersystemen als DCIM (15%) zijn zorgenkindjes voor de IT-managers. Vorig jaar lagen die percentages beduidend lager. Toen waren energiezuinigheid (17%), DCIM (13%) en connectiviteit en bekabeling (7%) de belangrijkste verbeterpunten. Ook zijn er de nodige zorgen voor de toekomst. Met name energieverbruik staat hoog op de agenda. 46% verwacht in 2020 te kort te schieten op energie-efficiency. Ook het vermogen per m2 blijft een hot issue, 45% verwacht hierin een capaciteitstekort in 2020. Tegelijk neemt ook het aantal bedrijven toe dat aangeeft dat het vermogen per m2 juist gaat afnemen. Kennelijk is er ook een groeiend gevoel van onveiligheid, want fysieke beveiliging schiet tegen die tijd te kort voor maar liefst 36% van de ondervraagden.
skills en knowledge gap
De dynamische markt en snelle technologische ontwikkelingen vragen om een flexibel rekencentrum. Die veranderingen zijn echter alleen te realiseren met een degelijk verandermanagement. En juist daar is steeds minder vaak de benodigde know-how voor aanwezig, zo blijkt uit het onderzoek. Over de gehele linie geeft een groter deel van de respondenten aan over onvoldoende kennis te beschikken. Met name op het gebied van monitoring en beheer is de kenniskloof vergroot. Ook kennis over (nood)stroomvoorziening schiet ten opzichte van vorig jaar behoorlijk tekort. Dat terwijl deze kennisgebieden nu volgens de ondervraagden juist in belang zijn toegenomen. Volgens Peter Vermeulen van Pb7 heeft dat gegroeide besef een gemakkelijk aanwijsbare oorzaak. “Het lijkt er sterk op dat het besef gekomen is na de recente stroomstoring in Noord-Holland, waarbij een groot deel van de provincie het bijna de hele dag zonder stroom moest doen en waarbij ook lang niet alle noodvoorzieningen in de datacenters deden wat ze behoorden te doen. Dat soort situaties leert organisaties het belang inzien van continuïteit en de voorzieningen die daarvoor noodzakelijk zijn.” Maar steeds vaker ontbreekt de benodigde kennis. “Hoewel voor de meeste datacenters geldt dat ze het belangrijk vinden om zelf een goede controle te houden over grote veranderingen in het datacenter, is de skills gap ten opzichte van vorig jaar sterk toegenomen”, licht Peter Vermeulen van Pb7 toe. “Bedrijven hebben op deze gebieden duidelijk de behoef-
dcw juni | onderzoek
Overigens is die hang naar de cloud niet ten koste gegaan van de trots en tevredenheid over de eigen voorzieningen. Uit hetzelfde onderzoek bleek vorig jaar dat 26% van de datacentermanagers hun datacenter vergeleek met een Ferrari, dat percentage is in 2015 zelfs toegenomen naar 31%. Net als vorig jaar ziet 54% van de respondenten zijn datacenter als een 'betrouwbare middenklasser'. Het delen van IT-voorzieningen lijkt minder populair, de vergelijking met een trein wordt steeds minder gemaakt. Dit deel daalde van 17% vorig jaar naar slechts 8%. Ondertussen lijken de organisaties met een verouderd datacenter toegenomen. 7% vergelijkt zijn rekencentrum met een oude Mercedes, waar dat percentage vorig jaar nog 3% was.
17
te aan ondersteuning in de vorm van externe expertise.”
dcw juni | onderzoek
verandertrajecten
18
Willen organisaties bijblijven met de huidige economische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, dan moeten ze vaak investeren in hun datacenter. Achterblijven betekent vaak een achteruitgang ten opzichte van de concurrentie. Maar zijn bedrijven wel klaar voor die verandertrajecten? Het onderzoek wijst uit dat voor een groot deel het antwoord negatief beantwoord moet worden. Hadden in 2014 nog 83% van de respondenten vertrouwen in het eigen vermogen om veranderprojecten te managen, dit jaar ligt dat deel op 69%. Ook het vertrouwen in het ontwerp van die veranderingen nam af van 67% naar 61%. Hulp van buitenaf lijkt steeds vaker welkom
datacenter-as-a-service (dcaas)
Het onderzoek legde de mogelijkheid van een uitbesteed datacenter voor, oftewel een Datacenter-as-a-Service (DcaaS). Het gaat daarbij om een datacenter op locatie bij de gebruiker, maar waar een derde partij zich ontfermt over
de financiering, bouw, beheer, onderhoud en uitbreidingen. De klant rekent daarbij af op basis van gebruik. Een dergelijke constructie ontzorgt de organisatie en legt het datacenter in handen van specialisten. Een dergelijke constructie wordt vooral door de directie positief ontvangen. Maar liefst 60% van de financieel directeuren staan open voor een dergelijke oplossing, zo ook 51% van de algemeen directeuren. Als voordelen van DCaaS zien ondervraagden met name de uitbesteding van het beheer (54%), het betalen naar gebruik (53%) en vooral de flexibele uitbreidingsmogelijkheden (70%). Minder enthousiast is, niet geheel onverwacht, het technische personeel. Zeer waarschijnlijk zien zij in DCaaS een bedreiging voor hun aanstelling. 43% van hen is negatief tot zeer negatief, terwijl maar 19% het wel ziet zitten. Facilitair managers staan wat neutraler tegenover DCaaS, de verhouding negatief-positief is daar respectievelijk 27-28%.
worstelen
Bedrijven worstelen steeds meer met hun datacenter, zo blijkt uit dit onderzoek. De markt verandert in een steeds hoger tempo en stelt
steeds hogere eisen aan de IT. “Bedrijven focussen op dat waar ze goed in zijn, hun core business. IT is dat doorgaans niet, maar dient slechts ter ondersteuning van die activiteiten. Toch hebben ze wel de behoefte aan een hoog beschikbaar en flexibel datacenter dat gemakkelijk kan meegroeien en zich aanpast aan veranderende omstandigheden. Maar de daarvoor benodigde kennis is niet altijd in-house aanwezig. De kennis van het interne personeel loopt steeds verder achter op die van specialisten. De markt vraagt dan ook om experts die wel over deze kennis beschikken en die dat werk en die zorgen voor ze uit handen nemen”, licht Ben Meesters van SPIE-ICS toe. “Het DCaaS-concept gaat daarin verder dan ooit en kan voor deze bedrijven daardoor een uitkomst zijn. Zij hoeven zich immers niet meer druk te maken over hun datacenter, maar beschikken wel over alle gewenste functionaliteit en flexibiliteit die de business tegenwoordig vereist. Bovendien kunnen ze berusten in de wetenschap dat het datacenter in handen van specialistische experts ligt. Dat is natuurlijk wel een prettige gedachte.” ■ raymond luijbregts journalist
Breng beschikbaarheid niet in gevaar
Goede lucht- en waterkwaliteit van cruciaal belang verminderde lucht- en waterkwaliteit kunnen de beschikbaarheid van uw datacenter verstoren. het is niet vanzelfsprekend dat die kwaliteit goed is. hoe kunnen we deze kwaliteit zeker stellen? een gesprek met peter thorenaar, adviseur luchtkwaliteit bij cag datacenter solutions.
Een verminderd binnenklimaat heeft niet alleen gevolgen voor het comfort en de gezondheid van medewerkers, maar zeker ook voor de beschikbaarheid van het datacenter, uitgedrukt in de Tier-factor. Thorenaar: “Uiteraard meet
elk bedrijf bijvoorbeeld de temperatuur en de luchtvochtigheid in zijn datacenter. Maar voor het meten en beheersen van chemische, fysische en eventueel biologische componenten is meer nodig. Er is specifieke vakkennis en meetapparatuur vereist om te zien of er in het datacenter sprake is van zogeheten ‘Gaseous & Particulate Contamination’, zoals de ASHREA TC9.9 dit omschrijft.”
verbeteren lucht- en water kwaliteit
Naast luchtkwaliteit is ook waterkwaliteit van grote invloed op de beschikbaarheid van een datacenter. Zo bepaalt de kwaliteit van het (adiabatische) koel- of bevochtigingssysteem uiteindelijk de ‘gezondheid’ van het datacenter. Thorenaar: “Werk daarom samen met een partner die beschikt over relevante kennis, meetapparatuur en analysemethodieken. Daarmee kan de lucht- en waterkwaliteit in het datacenter goed inzichtelijk worden gemaakt en - waar nodig - worden verbeterd. Denk daarbij
aan een quickscan van het ventilatiesysteem, een volledige risico-inventarisatie van onderhoud en binnenklimaat en een probleemgericht vraagstuk zoals de analyse van aangetroffen vervuiling en corrosie. Dit alles om ‘downtime’, en dus hoge kosten en imagoschade, tot een minimum te beperken.” ■
van de redactie
dcw juni | luchtkwaliteit
Duurzaamheid is hot. Ook bij datacenters.Veel bedrijven willen de energiekosten zo laag mogelijk houden en tegelijkertijd laten zien dat zij ‘groen’ bezig zijn.Vaak worden daarvoor energiereducerende tools gebruikt, zoals het gebruik van koele buitenlucht (direct free cooling). Dat is inderdaad duurzaam en efficiënt, maar niet zonder risico. Peter Thorenaar, adviseur luchtkwaliteit bij CAG, legt uit: “De buitenlucht bevat veel verontreiniging in de vorm van fijnstof. Daar kunnen verzurende componenten bij zitten, zoals zwaveloxide uit diesel, stikstofoxide uit de landbouw, maar ook chloride uit zoute zeelucht. Wanneer dergelijke stoffen uit de buitenlucht het datacenter bereiken, kan dit leiden tot versnelde corrosie van de IT-apparatuur.”
19
in 1965 voorspelde gordon moore in het amerikaanse tijdschrift ‘electronics’ dat het aantal transistors in een chip elke twaalf maanden zou verdubbelen. hij kon toen nog niet voorzien dat deze voorspelling uiteindelijk zou uitgroeien tot een ‘wet’. een wet die enorme gevolgen heeft gehad voor onze wereld. het is dankzij de ‘wet van moore’ dat we nu niet alleen de pc’s en andere bekende computers hebben, maar ook smartphones, tablets en de nieuwe wearables. en die ontwikkeling gaat voorlopig nog wel even door.
50 jaar Wet van Moore
Impact processor op datacenter steeds groter Gordon Moore
Patrick Bliemer
Aanvankelijk ging Moore - die later samen met Robert Noyce het bedrijf Intel zou oprichten - er van uit dat het aantal transistors op een chip elk jaar zou verdubbelen. Dat stelde hij enkele jaren later bij naar 24 maanden, een tempo dat Intel tot op heden weet te volgen. Het feit dat we anno 2015 letterlijk overal computers tegenkomen, in welke vorm of omvang dan ook, is voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat computerchips volgens de Wet van Moore iedere twee jaar heel veel meer kunnen tegen ongeveer dezelfde prijs. Als de computerindustrie deze ontwikkeling de afgelopen 50 jaar niet had gevolgd, zouden we nu misschien geen zaken zoals datacenters, cloud computing en het internet hebben. En als het tempo van de Wet van Moore slechts half zo hoog was (verdubbeling iedere vier jaar), dan zouden we nu computers gebruiken met het formaat en de verwerkingscapaciteit van begin jaren ’90. Dan hebben we het dus over de i386/i486…
dcw juni | computerchips
verdere verkleiningsstappen
20
Regelmatig komt de vraag naar voren hoe lang de Wet van Moore nog zal blijven gelden. De huidige chiptechnologie, op basis van silicium, lijkt tegen bepaalde fysieke grenzen aan te lopen, waardoor een verdere verkleining op zeker moment niet praktisch of niet mogelijk zal zijn. “Op dit moment worden in de fabrieken van Intel chips geproduceerd aan de hand van 14 nanometer-technologie”, zegt Patrick Bliemer, managing director Noord Europa bij Intel. “Op basis van de ervaringen die Intel de afgelopen vijf decennia heeft opgedaan, zullen verdere verkleiningsstappen ook nog haalbaar zijn.” Op basis van de ervaringen die Intel de afgelopen vijf decennia heeft opgedaan, zijn verdere verkleiningsstappen
waarschijnlijk ook nog haalbaar. Desalniettemin zal er een moment komen dat er andere technologieën nodig zijn om de prestaties van chips en computers te blijven verbeteren. Dat heeft Intel eerder al gedaan met de toepassing van nieuwe materialen in chips en de ontwikkeling van 3D-transistors. “Maar natuurlijk zijn we ook aan het kijken naar andere mogelijkheden, van optische chiptechnologie tot kwantum computing”, vervolgt Bliemer.“Maar de grootste uitdaging is misschien niet de technologie maar het kostenaspect. Het moet uiteindelijk commercieel wel haalbaar en zinvol zijn.”
de wet van moore in het datacenter
De eisen die aan chips worden gesteld voor wat betreft prestaties en energieverbruik, nemen momenteel sterk toe door de opkomst van het Internet of Things (IoT). Om al die talloze apparaten en sensors met het Internet en onderling met elkaar te verbinden tot het IoT, zijn laaggeprijsde maar krachtige computerchips nodig die zo min mogelijk energie verbruiken. Opnieuw zorgt het innovatietempo van de Wet van Moore er voor dat in deze behoefte wordt voorzien, met nieuwe oplossingen zoals de compacte Intel Edison microcontroller. De enorme hoeveelheden data die al die met het Internet verbonden apparaten en sensors opleveren, moeten uiteindelijk natuurlijk opgeslagen en geanalyseerd worden om er zinvolle, bruikbare informatie uit te genereren. De voor deze big data analytics benodigde processorcapaciteit in datacenters zal de komende jaren sterk toenemen, waarbij echter het energieverbruik niet mag stijgen en bij voorkeur zelfs zou moeten dalen. Ook hier kan de industrie dankzij de Wet van Moore in voorzien, met steeds krachtigere en specifiek voor
zware taken ontwikkelde processors en servers. Met name op dit gebied spelen zaken zoals energieverbruik en de benodigde koeling een zeer cruciale rol. En opnieuw zorgt de chip ontwikkeling volgens de Wet van Moore voor soelaas, doordat de steeds krachtigere servers ondanks de hogere prestaties niet meer koeling vereisen. De onlangs geïntroduceerde Intel Xeon processor E7v3 is daar het meest recente voorbeeld van.
meer dan alleen technologie
De evolutie van computerchips en het feit dat computers hierdoor steeds meer mogelijkheden krijgen, betekent echter meer dan alleen technische voortuitgang. Alle facetten van onze maatschappij worden hierdoor beïnvloed. Op economisch gebied betekent het bijvoorbeeld dat ondernemingen steeds weer nieuwe en betere diensten en producten kunnen aanbieden tegen lagere kosten. Ieder datacenter maakt gebruik van technologie die is gebaseerd op de Wet van Moore. De kosten van de reken-, netwerk- en opslagsystemen die samen een datacenter maken, zijn de afgelopen decennia sterk gedaald, terwijl tegelijkertijd de capaciteit enorm is toegenomen. Zeker voor een kennis- en innovatieland als Nederland, is dit een niet te onderschatten gevolg van de Wet van Moore. En natuurlijk is onze wereld ook in bredere zin de afgelopen vijf decennia getransformeerd, dankzij de continue technologische innovatie. Computertechnologie die ooit alleen voorbehouden was aan de grootste bedrijven, overheden en de wetenschappelijke wereld, is nu iets dat we vrijwel allemaal dagelijks gebruiken. De PC, internet, tablets, smartphones, sociale media, cloudtechnologie, etc., dit alles is alleen maar mogelijk dankzij de voortdurende verkleining van de transistor. En dat brengt ons bij de maatschappelijke impact. Omdat computers zo goedkoop zijn en daardoor universeel gebruikt
kunnen worden, hebben ze er voor gezorgd dat we op totaal andere manieren zijn gaan werken en communiceren.We kunnen makkelijker en efficiënter dan ooit allerlei taken uitvoeren. In onze samenleving is technologie niet alleen nuttig en makkelijk, maar echt onmisbaar. De zorg, betalingsverkeer, communicatie, transport en logistiek, onderwijs, wetenschap, in alles is computertechnologie de essentiële spil.
nog altijd actueel
De ontwikkeling van computerchips blijft doorgaan en daarmee de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden om die chips in te zetten. Van het Internet of Things, krachtigere datacenters en real-time big data analytics tot smart cities, nieuwe vormen van interactie tussen mens en computer, wearables en technologie in kleding, de impact van computertechnologie zal toenemen.Vijftig jaar na de publicatie door Gordon Moore is zijn ‘wet’ nog altijd actueel en vormt het de drijvende kracht voor verdere innovatie. Paradoxaal genoeg zal daarbij echter juist de rol van de mens toenemen. Enerzijds als creatieve kracht om nieuwe toepassingen en inzetmogelijkheden te bedenken, maar anderzijds om te bepalen wat we nu eigenlijk wel en niet zouden moeten doen met al die data en inzichten. Een ding is zeker: de volgende vijftig jaar worden interessanter dan ooit. ■
‘IN ONZE SAMENLEVING IS TECHNOLOGIE NIET ALLEEN NUTTIG EN MAKKELIJK, MAAR ECHT ONMISBAAR’
de nieuwe eu verordening voor f-gassen (nummer 517/20140) is begin 2015 in heel europa doorgevoerd. maar wat betekent dat nu precies voor de koeltechniek en de technologie van airconditioning? twee experts van de fabrikant van koelcompressoren bitzer geven antwoord op de belangrijkste vragen.
Ambitieuze doelstellingen:
De nieuwe verordening voor F-gassen F-gassen zijn synthetisch vervaardigde gefluoreerde koolwaterstoffen. De chemische industrie heeft een uitgebreide reeks F-gassen ontwikkeld als koudemiddel voor de compressie van koelsystemen, met de focus op een hoog thermodynamisch rendement en eenvoud van toepassing. De F-gassen die het meest worden toegepast zijn niet giftig en niet brandbaar, zodat de veiligheidsvereisten bescheiden kunnen blijven en ze veel beter te hanteren zijn. Een ander voordeel van het gebruik van F-gassen is dat ze een hoge thermische en chemische stabiliteit hebben. Koelsystemen zijn daardoor duurzamer en gemakkelijker in het onderhoud. Dit is belangrijk, omdat koudemiddelen worden gebruikt onder de meest uiteenlopende omstandigheden.Verder worden F-gassen ook gebruikt in andere toepassingen, bijvoorbeeld als drijfgas in spuitbussen, als
dcw juni | koeling
meer weten?
22
• Het koudemiddel rapport (pdf): www.bitzer.de/documentation/a-500-18.pdf • De nieuwe F-gassen verordening (pdf): www.bitzer.de/documentation/a-510-1.pdf De BITZER Group is de grootste zelfstandige fabrikant ter wereld van koelcompressoren, met over de hele wereld verkoopmaatschappijen en productievestigingen voor zuiger-, schroef- en scrollcompressoren en drukvaten. In 2014 werd met 3.400 werknemers een omzet behaald van 657 miljoen euro.
isolatiegas in hoogspanningsschakelkasten en als drijfgas voor schuim of als brandblusmiddel.
nieuwe verordening
Door de verordening wordt de hoeveelheid beschikbare middelen met een hoog aardopwarmingsvermogen (GWP) sterk gereduceerd. En in sommige gevallen zelfs geheel verboden. De benodigde hoeveelheid vormt niet langer de enige grondslag voor de berekeningen. Daar komt nu dan de CO2-equivalent bij, als product van de benodigde hoeveelheid en het GWP in kwestie. Koudemiddelen met een laag GWP kunnen daardoor in grotere aantallen worden gebruikt dan koudemiddelen met een hoog GWP. Het geval wil echter dat veel F-gassen een hoog GWP hebben. Dit hangt samen met hun chemische stabiliteit, wat wil zeggen dat ze lange tijd in de atmosfeer blijven hangen. De EU heeft een zeer ambitieus tijdpad uitgestippeld. In 2018 moet de branche de totale hoeveelheid F-gassen die gebruikt wordt, hebben teruggebracht met 37 procent. In 2030 mag de hoeveelheid nog slechts 21 procent bedragen van wat er in 2015 werd gebruikt. Dit tijdpad staat bekend als ‘uitfasering’. Bovendien zal het veelgebruikte koudemiddel R404A vanaf 2020 voor veel stationaire systemen verboden zijn. Met een hoog GWP van 3922 overschrijdt R404A de toegestane maximumwaarde van 2500 fors. De verordening zal, tot deze in 2030 volledig is ingevoerd, nog veel werk bezorgen. Er zal strenger worden gecontroleerd op afdichtingen. Daarnaast hebben we te maken met een striktere certificering voor werknemers, de documentatie en de administratie.
de redenen
De eerste verordening voor F-gassen, die van kracht werd in 2007, behelsde een terugdringing van de uitstoot veroorzaakt door koudemiddelen. Dit probeerde men te realiseren door te voorzien in een betere beheersbaarheid en een effectievere afvang. De mate van de reductie die hierdoor mogelijk werd, is evenwel niet voldoende om de ambitieuze klimaatdoeleinden van de EU te realiseren. Het gebruik van koudemiddelen met een lager GWP kan een belangrijke bijdrage vormen tot het reduceren van de uitstoot. Verder is
De nieuwe serie van de OS.A95 is speciaal ontwikkeld voor gebruik in industriële ammoniaktoepassingen.
het zo dat er vaak ongepast gebruik wordt gemaakt van F-gassen, omdat ze geen gevaar opleveren. De EU besloot daarom om in de nieuwe verordening voor F-gassen strengere eisen te stellen aan de periodieke keuringen van de afdichtingen.
de rol van co2
Bij Bitzer zijn wij er vast van overtuigd dat hydrofluoroolefins (HFO), mengsels van HFO/HFC en natuurlijke koudemiddelen steeds belangrijker en vaker gebruikt zullen worden, aangezien deze allemaal een laag GWP hebben. Zo is CO2 (R744) heel belangrijk. Bitzer maakt al meer dan vijftien jaar CO2-compressoren, zowel voor trans-kritische als sub-kritische toepassingen zoals die zich inmiddels een stevige positie op de markt hebben verworven. De reeks compressoren voor CO2 is eveneens aanzienlijk uitgebreid. Dit vormt voor veel toepassingen een goed alternatief. Uiteraard hebben we ook compressoren voor toepassingen met ammoniak en propaan. Waarom wordt er niet gewoon altijd gebruikgemaakt van CO2? Geen enkel koudemiddel heeft honderd procent positieve eigenschappen, ook natuurlijke koudemiddelen niet. CO2 is ongetwijfeld een van de belangrijkste koudemiddelen van de toekomst, omdat het met een GWP van 1 nagenoeg klimaatneutraal is. Maar kijk je naar energie-efficiëntie, dan is CO2 in situaties met een hoge omgevingstemperatuur ten opzichte van andere koudemiddelen in het nadeel. Dit komt door de specifieke thermodynamische eigenschappen. Koudemiddelen zijn niet voor alle bedrijfsomstandigheden even geschikt. Bij high-performance systemen zoals die
Links op de foto Dr. Heinz Jürgensen
dcw juni | koeling
(Director of Application Engineering and Product Performance)
23
aanbieders van buiten eu
De nieuwe tweecilinder CKH2 en de zescilinder CKH5 zijn een toevoeging naast de viercilindercompressoren.
De nieuwe verordening voor F-gassen geldt alleen binnen Europa. Biedt dat voor Europese fabrikanten een nadeel ten opzichte van fabrikanten van buiten de EU? Op het eerste gezicht zou je dat inderdaad zeggen. Maar in werkelijkheid is het eerder een voordeel voor EU-aanbieders. Bescherming van het milieu is een topprioriteit. Daardoor hebben bedrijven als Bitzer het voordeel van een uitgebreide ervaring met de toepassing van koudemiddelen op basis van bijvoorbeeld CO2 en HFO. Verder zijn we er sterk van overtuigd dat er in de nabije toekomst wereldwijd soortgelijke regelingen van kracht zullen worden, zij het wellicht met een andere strekking en andere termijnen. Er is een duidelijke trend waarneembaar naar een verminderde uitstoot van koudemiddelen, bij een grotere energie efficiëntie. Op dat punt kunnen wij profiteren van onze expertise en wereldwijd succes hebben met onze vernieuwende ontwikkelingen. ■
De CME-serie van acht CO2 zuigercompressoren van Bitzer, ontworpen om flexibel te worden ingezet als boosters of in waterkoelsystemen in toepassingen voor lage en matige temperaturen.
bijvoorbeeld worden gebruikt in de industrie, is ammoniak een goede keuze. Dit is een beproefd middel, dat ook uitgebreid getest en technisch geavanceerd is. Bij kleinere koelvermogens en lagere vulhoeveelheden is propaan een interessant alternatief, dat veilig en efficiënt is te gebruiken en dat relatief simpel in te zetten is. Natuurlijke koudemiddelen zijn weer goed geschikt voor gebruik in koelsystemen voor datacenters.
Uitfasering van de F-gassen: beperking van de hoeveelheid gebruikte F-gassen. In 2030 zal de productie van F-gassen en de import daarvan naar de EU geleidelijk moeten zijn teruggebracht tot 21 procent van de waarde van 2015. De berekeningen zijn gebaseerd op het GWP en de hoeveelheid koudemiddelen. De basis van 100 procent (2015) correspondeert met het gemiddelde verbruik tussen 2009 en 2012.
dcw juni | koeling
compressoren
24
Het gebruik van natuurlijke koudemiddelen brengt niet alleen een speciale constructie voor de compressor met zich mee, maar vereist ook dat de systeemtechniek wordt aangepast. Factoren die daarbij worden meegewogen zijn bijvoorbeeld de veiligheidseisen. Ammoniak (NH3) staat bijvoorbeeld bekend als giftig, koolwaterstoffen zijn brandbaar en CO2 staat altijd onder zeer hoge druk. Bij toepassingen met CO2 en NH3 bijvoorbeeld is het geen kwestie van alleen de compressoren geschikt maken voor specifieke bedrijfsomstandigheden. Het concept van het hele systeem verschilt sterk van dat voor F-gas. Dit betekent dat medewerkers die met deze koudemiddelen werken speciaal worden opgeleid en men ook vervolgcursussen krijgt aangeboden.
dr. heinz jürgensen director of application engineering and product performance hermann renz technical programs manager
Vijfhart IT-opleidingen maakt het datacenter professionals makkelijk!
Kies voor een wereldwijd erkende EXIN certificering:
Cursus
Data
Certified Datacenter Risk Professional
7 t/m 8 september (Engelstalig)
Dagen Actieprijs 2
e 1.380,-
Certified Datacenter Facilities Operations Manager 9 t/m 11 september (Engelstalig)
3
e 2.050,-
Certified TIA-942 Design Consultant
14 t/m 16 september (Engelstalig)
3
e 2.425,-
Certified Datacenter Professional
21 t/m 22 september
2
e 1.350,-
Certified Datacenter Professional
22 t/m 22 september (Engelstalig)
2
e 1.350,-
Certified Datacenter Specialist
23 t/m 25 september
3
e 2.050,-
Certified Datacenter Specialist
23 t/m 25 september (Engelstalig)
3
e 2.050,-
Certified ANSI/TIA-942 Internal Auditor
17 t/m 18 september (Engelstalig)
2
e 1.380,-
Certified Datacenter Facilities Operations Manager 30 november t/m 2 december
3
e 2.050,-
Certified Datacenter Expert
5
e 3.495,-
Ga voor meer informatie naar www.vijfhart.nl
23 t/m 27 november 088-5427848
Alle vermelde prijzen zijn onder voorbehoud en exclusief BTW.
Uiteindelijk kies je voor Vijfhart.
Voorkom schade en dataverlies en verzeker continuïteit
IT na Windows Server 2003: vergeet de energieinfra niet microsoft verleent na 14 juli geen ondersteuning meer voor windows server 2003. migratie naar een nieuwe versie is belangrijk voor de continuïteit van de it en daarmee de bedrijfsvoering. maar dat is niet het hele verhaal: zonder degelijke energie-infrastructuur is een gemigreerde infrastructuur alsnog kwetsbaar. Het einde van het veelgebruikte Windows Server 2003 komt ondanks de waarschuwingen van Microsoft toch voor veel organisaties te snel. 30 procent van de IT-professionals moet het migratietraject nog starten, zo blijkt uit onderzoek van Eaton. Noodzakelijk is het echter absoluut, na 14 juli laat Microsoft het systeem volledig vallen en verschijnen er bijvoorbeeld geen security-patches meer. Doorgaan op de oude voet is als een tikkende tijdbom: het is niet de vraag of, maar wanneer een digitale inbraak plaatsvindt. Hackers en malware hebben vanaf die datum
dcw juni | energie
eaton's migratie-checklist
26
Enkele zaken om bij een migratie vanaf Windows 2003 in de gaten te houden: • Check de capaciteit van de utiliteitsvoorzieningen en het IT-circuit • Controleer de leeftijd en de vervangdatum van de UPS-accu • Check de UPS-capaciteit • Evalueer de behoeften op het gebied van remote management en seriematige shutdowns en startups • Herzie en automatiseer policies rondom bedrijfscontinuïteit
vrij spel. En dat brengt de continuïteit van de onderneming ernstig in gevaar, laat staan de veiligheid van de data in de onderneming.
startpunt voor cloud of virtualisatie
Veel bedrijven pakken de migratie aan als startpunt voor een move richting de cloud, of een virtuele omgeving. De overgrote meerderheid (80%) van de IT-managers migreert van een legacy Windows 2003-stack naar een moderne infrastructuur gebaseerd op virtuele machines. Maar investeringen in de energie-infrastructuur die nodig zijn voor zo'n omgeving blijven grotendeels achter. Dat brengt de continuïteit alsnog in gevaar. Cyberdreigingen zijn namelijk niet het enige probleem.Veel IT-ers beseffen niet welke grote rol energievoorziening hierin speelt. Uit het Eaton-onderzoek bleek namelijk dat minder dan de helft een migratie naar een modern energiemanagementplatform overwoog. Wellicht niet zo verrassend, stroom is voor hen 'vanzelfsprekend' en bovendien niet hun core business. Plotselinge stroomstoringen kunnen echter desastreuse gevolgen hebben voor zowel fysieke als virtuele machines. Oude energievoorzieningen beschermen doorgaans onvoldoende.Veel IT-beheerders (61%) hebben
winst
Er valt dan ook doorgaans veel winst te behalen met een upgrade naar een modern energiebeheersysteem. Deze integreren bijvoorbeeld naadloos met beheeromgevingen voor virtuele machines. Beheerders zien in een oogopslag niet alleen de status van hun virtuele systemen, maar ook van energie- en koelsystemen. Tijdens stroomstoringen kunnen dergelijke oplossingen niet-kritische systemen tijdelijk op nonactief zetten, zodat alle beschikbare noodstroom ten goede komt aan de bedrijfskritische workloads. Bovendien kunnen ze automatische datareplicatie in gang zetten en virtuele machines verplaatsen naar niet-getroffen zones, eventueel zelfs naar een compleet ander datacenter. Is de stroomstoring voorbij, dan kunnen deze systemen virtuele machines sequentieel opstarten zodat de hele organisatie zo snel mogelijk weer up-and-running is.
lage tco
Er is nog een argument voor de overstap naar een nieuw energiemanagementplatform: een lagere TCO. Moderne energievoorzieningen zijn doorgaans veel zuiniger dan legacy systemen. Tegenwoordig zijn rack-PDU's bovendien voorzien van intelligente monitoring- en beheeropties van het energieverbruik van de IT-componenten. De investering verdient zich doorgaans dan ook terug, afhankelijk van de situatie uiteraard.
‘SLECHTS EEN MINDERHEID HEEFT VOORZIENINGEN VOOR HET AUTOMATISCH UITSCHAKELEN VAN MACHINES IN NOODSITUATIES’
Een modern energiebeheersysteem vergroot de efficiency van een organisatie, verlaagt de TCO en verkleint dankzij verregaande automatisering de kans op dataverlies en downtime tijdens noodsituaties. Op die manier beschermen ze de investeringen in software, data, hardware en tijd tijdens de momenten dat dat het meest nodig is.Tegelijkertijd waarborgt het de continuïteit van de organisatie. Migratie vanaf Windows Server 2003 is een uitstekend moment voor een investering in een voor een moderne omgeving benodigde energie-infrastructuur. Dat is geen luxe, maar pure noodzaak. Je laat een nieuwe Ferrari toch ook niet rijden op banden van een oude Fiat? ■
mattieu terlouw sales manager power quality benelux, eaton
dcw juni | energie
een systeem dat hen waarschuwt bij plotselinge wijzigingen in de energievoorziening, maar vanaf daar is ingrijpen mensenwerk. Een minderheid (41%) heeft ook nog voorzieningen voor het automatisch uitschakelen van machines, maar op dat niveau laat de meerderheid dus al verstek gaan.
27
Robbin van Gool:
‘Alteco legt basis voor datacenter’ met haar installatievloeren voor onder andere datacenters legt alteco uit ’s heerenberg letterlijk - de basis voor datacenters. alteco zorgt voor stabiele verhoogde vloeren met een hoge belastbaarheid en stabiliteit. een interview met robbin van gool en marcel golstein die samen de directie van alteco europe vormen.
dcw juni | interview
“Alteco Europe werd bijna twintig jaar geleden opgericht door Hans Wenger”, vertelt Robbin van Gool. “Het bedrijf groeide snel en verhuisde naar ’s Heerenberg, waar het nog steeds is gevestigd. Hans Wenger is inmiddels met pensioen, maar op de achtergrond nog aanwezig als adviseur. Samen met Marcel Golstein vorm ik de directie. Ik ben zelf al kort na de oprichting bij Alteco aan de slag gegaan. In 2014 heeft de huidige directie Alteco overgenomen van Hans Wenger.”
28
Alteco beschikt over een eigen productiefaciliteit. Ook de engineering, montage en vervoer worden in eigen beheer uitgevoerd. Marcel Golstein: “Op die manier zijn we niet afhankelijk van derden en stemmen we de werkzaamheden optimaal op elkaar af. Dat kan ook vanwege de ervaring die wij hebben opgebouwd in dit specialisme. Omdat we zelf produceren, kunnen we eventuele aanpassingen tijdens het bouwproces direct doorvoeren.’’
innovatie
Alteco heeft zich de afgelopen jaren steeds meer gespecialiseerd in verhoogde installatievloeren voor technische ruimtes. Data-
centers nemen hierbij een steeds belangrijkere plaats in, maar ook worden de vloeren veelvuldig toegepast in bijvoorbeeld schakelruimtes en controlekamers in de industrie en energiesector. De vloeren worden voornamelijk in Nederland, België, Duitsland en Scandinavië geleverd en gemonteerd. Onlangs is er zelfs een installatievloer van het type IV1260 geleverd aan een datacenter in Paramaribo. Binnen Alteco is een grote rol weggelegd
voor innovatieve ontwikkelingen. Speciaal voor datacenters is een ventilatiesysteem ontwikkeld met een luchtvolumeregelaar ten behoeve van de koeling. De capaciteit is met drieduizend kubieke meter per uur twee en een half maal zo groot als traditionele ventilatiesystemen, stellen de twee directieleden. In het kader van cradle-tocradle levert Alteco bovendien volledig keramische vloerpanelen die breed inzetbaar zijn van kantoor tot industrie en datacenter.
stabiliteit
De draagconstructie van de installatievloer bestaat uit stalen staanders en een raster van draagprofielen (C-profielen 60x60x2 mm). Deze worden op kopplaten met hamerkopschroeven volledig elektrisch geleidend aan de staanders verbonden. Dat zorgt voor een zeer hoge stabiliteit. Golstein: ”Onze vloeren zijn naar onze bescheiden mening tot op heden een van de veiligste en stabielste op de Europese markt. Zij lopen wat betreft hoogte uiteen van circa twintig centimeter tot ruim twee meter en zijn belastbaar tot bijna 2000 kilo per vierkante meter voor een standaard vloer met een raster van 1200x600mm tot ruim 6000 kilo per vierkante meter indien het raster 600x600mm is. De installatievloer wordt volledig elektrisch geleidend gemonteerd en kan voor potentiaalvereffening worden ingezet. Dit is getest door KEMA en een rapport kan op verzoek worden overhandigd aan de klant. Een ander voordeel is dat opstellingsframes voor UPS’en, verdelers en airco’s volledig geïntegreerd in de IV1260 installatievloer kunnen worden opgenomen. Dit werkt ook weer kostenbesparend.”
renovatie
De vervangingsmarkt is dan ook inmiddels een specialisme geworden bij Alteco. De server racks worden door speciaal opgeleide monteurs zorgvuldig en met de juiste hef-
middelen gelift. Dit is een zéér secuur werk temeer omdat de racks letterlijk en figuurlijk tijdelijk in de lucht blijven.Vervolgens wordt de bestaande traditionele vloer gedemonteerd. Na demontage kan begonnen worden met het aanbrengen van de nieuwe vloer. Doordat de installatievloer niet verlijmd hoeft te worden, kan deze direct worden belast en kunnen de racks per direct op de nieuwe vloer worden gezet. Om luchtlekkage te voorkomen en energie te besparen, kunnen onder de racks speciale kabeldoorvoeren in de tegels worden gemonteerd. Van Gool: “Voor Alteco zijn dit vaak mooie en uitdagende klussen. Alle racks zijn veelal behoorlijk gevuld en dus zwaar. Een andere uitdaging is dat de onderconstructie aangepast moet worden aan de bestaande infrastructuur onder de vloer. Hierdoor ben je soms beperkt in de mogelijkheden, maar met de installatievloer zijn we gelukkig erg flexibel voor wat betreft rastermaten, zodat er eigenlijk altijd wel een oplossing te
vinden is. Goed overleg met de klant is essentieel om samen tot een goed resultaat te komen.”
zekerheid
“Een betrouwbare en stabiele vloer is de basis voor een datacenter”, stelt Van Gool. “Gebruikers van datacenters weten dat ze met onze vloeren kiezen voor een volledige stabiliteit en een absolute bedrijfszekerheid.’’ Tot het klantenbestand van Alteco behoren onder meer Equinix, KPN, Ziggo, Reggefiber en TCN Datahotels in Eemshaven. Maar ook een aantal regionale datacenters als Previder en Dataplace behoren tot de klanten van het bedrijf. In de industrie en energiesector zijn Liander, Delta-Nuts, Gasunie, TenneT en NAM vaste klanten. ■p
van de redactie
dcw juni | interview
Er is een toenemende vraag naar de zwaarder belastbare installatievloeren, stellen zij vast. De vloerbelasting bij datacenters neemt toe doordat server racks in de loop van de tijd beduidend zwaarder zijn geworden. Traditionele computervloeren met de bekende gelijmde poten lopen hierdoor het risico onstabiel te worden, zeker bij hogere dynamische belastingen, zoals bij transport van apparatuur over de vloer. Alteco vervangt dan ook regelmatig dit soort - zeg maar traditionele computervloeren door een zwaardere Installatievloer. Dit gebeurt met alle apparatuur ‘live’. Dit wil zeggen dat de IT- en andere apparatuur in gebruik blijft en geen enkel apparaat ‘uit’ behoeft te worden gezet. Naast het vervangen kan Alteco ook een vloer verhogen zodat ruimtewinst onder de vloer ontstaat. Ook hierbij blijft alle bestaande apparatuur normaal in werking.
29
Minkels publiceert nieuwe whitepaper
‘Cold Corridors voor een nieuwe generatie datacenters’ cold corridors - waarbij voor een optimale koeling en energie-efficiëntie koude en warme luchtstromen van elkaar worden gescheiden door de koude gang af te sluiten - zijn zo’n tien jaar na de eerste introductie op de europese markt gemeengoed in het datacenter. toch is het uitgerekend ontwikkelaar minkels die stelt dat de traditionele opstelling van de cold corridor steeds minder goed aansluit bij de wensen en behoeften in het hedendaagse datacenter. niek van der pas, strategic product designer data centres bij minkels, schreef er een whitepaper over.
dcw juni | whitepaper
meer weten over next generation en free standing cold corridors?
30
Dit artikel is gebaseerd op een whitepaper van Minkels met als titel ‘Cold Corridors voor een nieuwe generatie datacenters; Flexibel, modulair & optimaal geïntegreerd’. De whitepaper is beschikbaar in zowel het Nederlands als het Engels en kan na registratie worden gedownload via www.minkels.nl/whitepaper.
‘Cold Corridors voor een nieuwe generatie datacenters’ is de zevende whitepaper in een reeks die Minkels de afgelopen jaren heeft gepubliceerd. Eerder publiceerde het bedrijf kennisdocumenten over onder andere de optimalisatie van airflow binnen racks (‘Whitepaper 04’), over de integratie van brandblus- en detectiesystemen binnen Cold Corridors (‘Whitepaper 05’) en over het toepassen van de modulaire ups in een Cold Corridor (Whitepaper 06’). In ‘Whitepaper 07’ staat de doeltreffendheid ter discussie van de traditionele Cold Corridors zoals Minkels die in 2006 op de West-Europese markt introduceerde.
nieuwe eisen aan corridors
Cold Corridors hebben zich sinds de introductie ruimschoots bewezen als de opstelling om energiebesparingen te realiseren middels luchtstroomoptimalisatie. De energiebesparing die met een Cold Corridor wordt gerealiseerd, kan zelfs oplopen tot 40 procent. De hedendaagse datacentereigenaren en -managers staan echter voor meer uitdagingen dan het verbeteren van de energie-efficiëntie, en die uitdagingen kunnen niet meer worden beantwoord met de ‘ouderwetse’ Cold Corridors, zo betoogt Van der Pas in de whitepaper. Om de beperkingen van de traditionele Cold
Een andere belangrijke bevinding van Pb7 Research is dat datacentereigenaren en -managers steeds vaker worden geconfronteerd met IT-apparatuur met afwijkende afmetingen die niet in een standaard Cold Corridor kan worden opgenomen. Het gevolg daarvan is dat de afwijkende racks buiten de Cold Corridor worden geplaatst en daardoor niet kunnen profiteren van de energiebesparende maatre-
gelen in de Cold Corridor en in het ergste geval voor hotspots in het datacenter zorgen. Om ervoor te zorgen dat de lucht die wordt aangeboden aan de apparatuur buiten de Cold Corridor niet te warm is, moet de temperatuur in het hele datacenter verder worden verlaagd wat weer nadelig is voor de energie-efficiëntie van het datacenter.
‘TRADITIONELE COLD CORRIDORS BIEDEN ONVOLDOENDE FLEXIBILITEIT EN MODULARITEIT OM MET DE DYNAMIEK VAN EEN HOGERE WIJZIGINGSGRAAD OM TE GAAN’
‘Integratie’ blijkt echter de belangrijkste eis te zijn die datacenter- en IT-beslissers stellen aan een modulair datacenter. Zo eisen de gebruikers dat een Cold Corridor voldoende mogelijkheden biedt voor een optimale integratie van bijvoorbeeld sensoren voor adequaat beheer en van de diverse koelsystemen.
nieuwe cold corridorconcepten
Uiteraard geeft Van der Pas in de whitepaper ook aan hoe meer flexibiliteit, schaalbaar en integratie kan worden gerealiseerd in het datacenter. Zo biedt Minkels met de in 2013 geïntroduceerde Next Generation Cold Corridor het antwoord op de vraag naar meer integratie. De Next Generation Cold Corridor kan worden geïntegreerd met row-based koelsystemen die de koeling dicht bij de warmtebron brengen, maar ook met traditionelere manieren van koeling die een verhoogde vloer vereisen. Daarnaast biedt dit concept plug & play integratie met bijvoorbeeld branddetectie- en blussystemen, beveiligingssystemen, monitoringsensoren en de toegangscontrole. Met de Next-Generation Cold Corridor zijn ook stappen gezet op het gebied van schaalbaarheid en flexibiliteit, onder andere door de
dcw juni | whitepaper
Corridors te illustreren, haalt de auteur een recent onderzoek aan dat Pb7 Research uitvoerde onder 81 datacenter- en andere IT-beslissers van Nederlandse organisaties. Uit deze rondvraag komen duidelijk de eisen naar voren die worden gesteld aan een moderne datacenteromgeving. Zo ziet maar liefst 43 procent van de ondervraagden een modulaire en schaalbare opzet als belangrijkste middel om om te kunnen gaan met onzekerheden in het datacenter die onder andere het gevolg zijn van de kortere levenscyclus van IT-apparatuur en daardoor een hogere wijzigingsgraad in het datacenter. “Traditionele Cold Corridors bieden onvoldoende flexibiliteit en modulariteit om met deze dynamiek van een hogere wijzigingsgraad om te gaan”, aldus Van der Pas. Ook een uitbreiding van het aantal racks kan een flinke klus zijn.
31
dakpanelen los van de racks op rails te monteren. Hierdoor is het niet nodig om direct bij ingebruikname van de Cold Corridor alle racks te plaatsen. Het innovatieve concept leverde Minkels dan ook de ‘2013 European Frost & Sullivan Award op voor ‘Entrepreneurial Company of the Year’.
dcw juni | whitepaper
flinke stap verder
32
Ook in dit jaar sleepte Minkels een Frost & Sullivan Award in de wacht, en wel de ‘New Product Innovation Award’ voor de Free Standing Cold Corridor. Met dit concept gaat Minkels een flinke stap verder op het gebied van flexibiliteit en schaalbaarheid. De Free Standing Cold Corridor maakt gebruik van dezelfde deuren, wanden en dakpanelen als de Next Generation Cold Corridor, maar met het grote verschil dat het hier om een ‘zelfdragende’ constructie gaat. Waar voorheen altijd een mechanische verbinding met de racks nodig was, wordt een Free Standing Cold Corridor als het ware over een rij racks heen geplaatst. De Free Standing Cold Corridor biedt volgens Van der Pas een groot aantal voordelen. Zo zijn racks snel en eenvoudig bij te plaatsen en om te wisselen, er zijn geen initiële investeringen nodig in racks die de constructie dragen en alle integratieonderdelen voor bijvoorbeeld koeling, beveiliging en monitoring zijn
van tevoren voor de gehele Cold Corridor aan te brengen. Ook biedt Minkels met de Free Standing Cold Corridor de flexibiliteit om racks met afwijkende afmetingen op te nemen.
conclusie
“Met de Next Generation Cold Corridor en de Free Standing Cold Corridor biedt Minkels twee modulaire en flexibele cold-containment oplossingen die geschikt zijn voor de verschillende koeltechnieken die op de markt beschikbaar zijn”, concludeert Van der Pas. “Het grote verschil tussen de beide oplossingen is de manier waarop een uitbreiding van het aantal racks kan worden gerealiseerd. In het geval van de Free Standing Cold Corridor wordt de containment in één keer geplaatst en gaandeweg gevuld met nieuwe en ook afwijkende cabinets.” In het geval van de Next Generation Cold Corridor betekent een uitbreiding van het aantal racks al snel de uitbreiding of bijplaatsing van een containment. “Welk scenario uiteindelijk de voorkeur verdient, is sterk afhankelijk van de eisen die worden gesteld aan de Cold Corridor”, aldus Van der Pas. Aan de hand van een uitgebreide ‘vergelijkingstabel’ kan de lezer van de whitepaper zelf bepalen wat in zijn of haar situatie de beste oplossing is. Oplossingen die uiteraard steeds verder worden ontwikkeld. “De innovatie is nog niet tot een einde gekomen.” ■p
‘MET DE NEXT GENERATION EN DE FREE STANDING COLD CORRIDOR BIEDT MINKELS MODULAIRE EN FLEXIBELE COLDCONTAINMENTOPLOSSINGEN’
ferry waterkamp freelance journalist
Vier belangrijke overwegingen bij een redesign
Ontwerp het ideale datacenter datacenters staan onder steeds grotere druk. ontwikkelingen als cloud en big data vergroten de behoefte aan capaciteit en bandbreedte. een glasvezelbekabeling is een logische upgrade, het verhoogt de maximale bandbreedte van 10 naar 40 gb en hoger. maar een overstap vereist de
dcw juni | bekabeling
nodige overwegingen. vier factoren om rekening mee te houden.
34
Het traditionele ontwerp van het datacenter was gericht op de ondersteuning van noord-zuid-verkeer. Maar door ontwikkelingen als virtuele netwerken, cloud en vlakke layer-2-netwerken levert die opzet al snel ontoelaatbare vertragingen op. Een efficiĂŤntere, moderne architectuur is de zogeheten 'leaf-spine'-topologie, ook wel 'fat tree' genoemd. Dat maakt een aggregatie-switch overbodig en verbetert de doorstroming. Een leaf-spine-topologie verhoogt het aantal verbindingen tussen de switches. Dat ontlast de verbindingen die bij een traditionele architectuur doorgaans dichtlopen. Bij de overstap naar glasvezel is deze opzet veel effectiever dan blijven bij een ouderwets noord-zuid-pad.
2. ruimteproblemen
Een glasvezel-shelf met een hoge dichtheid biedt flexibiliteit die onafhankelijk is van de datasnelheid. De rackruimte van het datacenter is daarbij een primaire overweging. Ga je verder dan 10G, dan zijn er verschillende opties:
a. Het opnemen van vier 10 Gb/s SFP+ transceiver-verbindingen die aan de andere zijde zijn samengevoegd tot een 40 Gb/s QSFP+ via een QSFP+-fanout-kabel MBO naar 8 LC's. b. Deze kunnen bovendien van onderling verbonden QSFP+ transceiver-banken worden voorzien.
3. sneller dan 40g
De netwerksnelheid zit nog lang niet aan zijn max. Toekomstige upgrades zullen snelheden van 100 Gb/s en hoger mogelijk maken. Daarvoor is het volgende vereist:
a. Een CXP-formaat, dat voor Ethernet 10 paden van 10 Gb/s heeft en 100 GB/s-connectiviteit levert. Populair is het gebruik van een ruimtebesparende 100G/120G-CXP met een hoge dichtheid. Deze installatie benut de kanalen van 10G per pad om de 10G-gegevens naar elke gewenste locatie in het datacenter te distribueren. b. Een alternatief voor het opsplitsen van een CPX van 120 Gb/s is een aansluiting hiervan op drie afzonderlijke QSFP+'en van 40 Gb/s, waardoor meerdere combinaties mogelijk worden.
4. opslag
De Fibre Channel-toepassing wint steeds meer aan populariteit, dankzij de neerwaartse compatibiliteit, voordelige toepassingen en het upgradegemak. De nieuwe variant voor OM4 bij 32GFC is 3200-M5F-SN-I met een bereik tot 100m, via duplex glasvezel. Ook wordt een 128Gvariant gestandaardiseerd, die gebruik maakt van parallelle glasvezels en de MPO-connector. â–
migratiehulp
Het migreren naar glasvezel in het datacenter is beslist geen sinecure. Datacenterspecialist CommScope heeft een duidelijke handleiding die tekst en uitleg geeft bij de verschillende stappen in het proces. Je vindt deze op: datacenterworks.nl/commscope
chris putman technical manager benelux bij commscope
dcw juni | bekabeling
1. de architectuur van het datacenter
35
Wearables kunnen beschikbaarheid van datacenters vergroten grote mappen vol operationele procedures en best practices zijn menig datacenterbeheerder een doorn in het oog. de mappen zijn moeilijk te hanteren, onhandig en vaak niet compleet. veel procedures en richtlijnen worden hierdoor niet of onvoldoende nageleefd, wat de kans op menselijke fouten vergroot. compass datacenters wil deze foutkans terugdringen door operationele procedures en best practices digitaal toegankelijk te maken. het bedrijf voert daarom een test uit met wearable technologie. De pilot wordt uitgevoerd in het datacenter van Compass in Columbus, Ohio in de Verenigde Staten. Dit datacenter is door Compass gebouwd in opdracht van de energiemaatschappij American Electric Power (AEP). Samen met de softwareontwikkelaar ICARUS Ops voeren de bedrijven het pilotproject uit. Chris Crosby, CEO van Compass Datacenters, legt uit dat wearables helpen de beschikbaarheid van een
datacenter te vergroten door menselijke fouten uit te sluiten: “Wearable technologie is cool. Weet je wat nog cooler is? Al je medewerkers een datacenter volgens het boekje laten beheren, zodat je de beste beschikbaarheid kunt realiseren. Wearable technologie blijkt de perfecte manier te zijn om dit doel te behalen.” Crosby stelt - door alle documentatie en best practices via wearables toegankelijk te maken van medewerkers - lopende en pratende encyclopedieën te willen maken met kennis over de faciliteit in Columbus.
klanten kunnen eigen richtlijnen in checklijsten verwerken
dcw juni | technologie
Het project bestaat uit drie fases en bevindt zich op dit moment in de eerste fase. In deze fase wordt alle documentatie van Compass omgezet in interactieve checklijsten. Deze checklijsten kunnen door klanten van Compass, zoals AEP, naar wens worden aangepast. Dit maakt het mogelijk eigen procedures, beleidsregels en voorkeuren in de lijsten te verwerken. De lijsten worden via een mobiele applicatie toegan-
36
www.heras.nl
Buiten beginnen is binnen winnen
kelijk gemaakt voor datacenterbeheerders. In de tweede fase van het project wordt een webgebaseerde beheerconsole ontwikkeld. Klanten van datacenters kunnen in deze console via internet de voortgang van werkzaamheden monitoren en opdrachten beheren. Ook is het mogelijk data over werkzaamheden vanuit het beheerconsole door te sturen naar andere systemen. In de derde en laatste fase van het project wordt wearable apparatuur verstrekt aan beheerders. Het kan hierbij gaan om een slimme bril als de Google Glass, maar ook om een smartphone die met behulp van een band aan een arm kan worden bevestigd.
beeld hiervan is de commerciële luchtvaart, waar de risico’s op fouten door piloten aanzienlijk is verkleind sinds Boeing deze aanpak decennia geleden heeft ontwikkeld. Deze ontwikkeling heeft vliegen één van de meest veilige manieren van transport gemaakt. We verwachten dat de technologie een vergelijkbare impact gaat hebben op datacenters.” ■ wouter hoeffnagel freelance journalist
digitale checklijsten hebben de luchtvaart veilig gemaakt
dcw juni | technologie
“Interactieve digitale checklijsten worden al langer met veel succes gebruikt in de commerciële luchtvaart en andere sectoren waar een hoge betrouwbaarheid noodzakelijk is”, stelt Crosby. “Door deze technologie toe te passen in het datacenter pakken we het algemeen bekende probleem aan dat de mappen vol operationele procedures zelden worden gebruikt, aangezien de mappen moeilijk te hanteren en onvolledig zijn. Het risico op menselijke fouten tijdens onderhoudsprocedures neemt hierdoor drastisch toe. Kwalitatief goede digitale checklijsten pakken dit risico aan en vergroten de naleving van procedures. Een goed voor-
37
HERAS ADVAT AFSCHRIKKEN • DETECTEREN • VERTRAGEN • ACTIE ONDERNEMEN • TOEGANG VERSCHAFFEN
Emerson streeft naar besparing van 40 tot 50 procent
de koelunits met directe expansie uit de liebert pdx-reeks kunnen nu worden uitgebreid met de liebert econophase, het allereerste energiebesparende koelsysteem met rondgepompt koudemiddel, dat vier jaar lang grondig getest is op de amerikaanse markt.
Dankzij dit vrije-koelingsysteem kunnen kleine tot middelgrote datacenters en andere bedrijven profiteren van nog efficiëntere koelprestaties, wat aanzienlijke kostenbesparingen met zich meebrengt.
dcw juni | nieuws
De Liebert EconoPhase in combinatie met de Liebert PDX-units biedt een besparing in energieverbruik van veertig tot vijftig procent in vergelijking met het huidige meest efficiënte model met directe expansie. Het systeem kan dankzij deze technologie een pPUE (partial Power Usage Effectiveness) van minder dan 1,1 bereiken, wat gelijk staat aan een jaarlijkse besparing op de energiekosten van zo’n € 200.000 of meer in vergelijking
38
met een pPUE-niveau van 1,3 voor een datacenter van 1 MW. “Wij streven ernaar innovatieve oplossingen te leveren. Door de Liebert PDX met EconoPhase te introduceren, laten we zien dat de koelefficiëntie op eenvoudige wijze aanzienlijk kan worden verbeterd, zonder concessies aan betrouwbaarheid en prestaties”, zegt Roberto Felisi, directeur productmarketing Thermal Management, Emerson Network Power in EMEA. “Dit systeem is een verdere verbetering van onze Thermal Managementproductreeks, die al de meest efficiënte en voordelige reeks op de hedendaagse markt is.” De Liebert EconoPhase is de meest geavanceerde, energiebesparende koelunit die vrije koeling levert zonder water te verbruiken.
Deze technologie zorgt ervoor dat het systeem overschakelt van de compressormodus naar de energiezuinige modus wanneer de buitentemperatuur lager dan is de binnentemperatuur van het gebouw. Dit levert een aanzienlijke energiebesparing op; de Liebert EconoPhase gebruikt slechts zo’n tien procent van het vermogen in vergelijking met de compressor. Als de buitentemperatuur niet meer geschikt is voor de Liebert EconoPhase, schakelt het systeem automatisch terug naar een klassiek luchtgekoeld expansiesysteem door de energiebesparende module uit te schakelen. De geïntegreerde Liebert iCOM zorgt ervoor dat de unit met vrije koeling automatisch naadloos en efficiënt kan schakelen tussen beide bedrijfsmodi. Het systeem kan dankzij de intelligente besturing de luchttoevoerpatronen wijzigen en zich snel aanpassen aan wisselende IT-belasting. Dit zorgt voor een hogere efficiëntie doordat de aansturing van de componenten wordt geoptimaliseerd voor het laagste totale systeemvermogen, terwijl de uren van vrije koeling worden gemaximaliseerd door automatische inschakeling van de energiezuinige modus. ■
Schneider Electric optimaliseert datacenterkoelingen Schneider Electric introduceert software die de efficiency van koelingssystemen in datacenters verhoogt. Data Center Operation: Cooling Optimize voegt intelligentie toe aan bestaande koelsystemen, waardoor nooit onnodig wordt gekoeld en zowel de energie- als operationele kosten kunnen worden teruggedrongen. Daarnaast verlaagt het de kans op koelproblemen. De software is een uitbreiding op de DCIM-oplossing StruxureWare for Data Centers. De meeste koelingssystemen zijn erop toegerust om de warmste racks in serverruimtes van voldoende koude luchtstroom te voorzien. Dat resulteert in een energieverspilling, aangezien het volledige gebouw hierdoor overmatig en onnodig wordt gekoeld. Data Center Operation: Cooling Optimize brengt hier verandering in.
direct reageren op wijzigingen
De oplossing zorgt continu voor een optimale luchtstroom. Het houdt daarbij rekening met alle relevante zaken, zoals warmtebronnen, koelbronnen en onderlinge afhankelijkheden. Ook reageert de oplossing direct op wijzigingen in de variabele factoren, zoals de inlaat-temperatuur, wijzigingen in de IT-apparatuur of veranderingen in de IT-belasting. Cooling Optimize brengt daarnaast de real-time status van de gezondheid van een datacenter in kaart en berekent de impact van koelmaatregelen. Daardoor voorkomt het ongewenste situaties als oververhitting, het ontstaan van hotspots en capaciteitsproblemen. Dankzij real-time monitoring kunnen operatoren beter inspelen op toekomstige capaciteitseisen en gestrande koelcapaciteit voorkomen. De oplossing waarschuwt direct bij energieverspilling door onnodige koeling of oververhitting.
case study: 37 procent energiebesparing
De oplossing kan flinke energiebesparingen opleveren. Een grote Amerikaanse telecomprovider heeft onlangs een retrofit op basis van Cooling Optimize gerealiseerd. De oplossing werd ingezet voor het meten, analyseren en controleren van de koeling in een dynamische datacenteromgeving. De pilot draaide in één enkele ruimte, waar het zorgde voor het uitschakelen van 13 airconditioningsystemen. Dit heeft een energiebesparing opgeleverd van 37 procent in het eerste jaar. De oplossing wordt bij deze partij inmiddels uitgerold over de volledige datacentercampus. “De oplossing combineert een intelligent, zelflerend systeem met draadloze sensoren in datacenterracks. Operatoren kunnen zo veel gemakkelijker en efficiënter hun koelsystemen beheren, zonder het risico op uitval en zonder investeringen in de bestaande koelsystemen. Dat resulteert in een energiebesparing tot wel 40 procent”, zegt Paul Bron, vice president IT Business van Schneider Electric. ■
PX® Intelligent Rack PDUs Power Distribution Units voor het Data Center Raritan’s PX® intelligente rack PDU’s bieden meer dan alleen stroomdistributie; het is eveneens een platform voor het real-time monitoren van stroom, klimaatsensoren en data center infrastructuur management.
Innovatieve Technologie Met Raritan PX PDUs bent u gegarandeerd van betrouwbare stroomdistributie, +/- 1% meetnauwkeurigheid van stroomconsumptie en 24/7/365 uptime. Alle Raritan PX PDUs bestaan uit hoogwaardige componenten, worden gefabriceerd volgens ISO 9000 kwaliteitsstandaard en geassembleerd door de meest capabele technici.
Family PX-5000
Outlet Switching
Outlet Metering
Inlet Metering
Breaker Metering
■
■
■
■
■
PX-4000 PX-2000
■
PX-1000
Breed Assortiment De PX serie is leverbaar in 100+ verschillende modellen met diverse functionaliteit waarmee alle denkbare data center applicaties mogelijk zijn.
Ga naar www.findmyPDU.com
Online Demo Aanvragen? Bel 010-2844040 voor een afspraak met een van onze product experts of bezoek Raritan.eu
■
■
■
■
■
■
Datacenters op een groene fundering
Tesla werkt aan 100 kWh energieopslagsystemen voor datacenters Tesla werkt aan een 100 kWh energieopslagsysteem op basis van batterijen. Het systeem is gericht op datacenters en kan oneindig worden geschaald. Energieopslagsystemen spelen een belangrijke rol in het verduurzamen van de energievoorziening van datacenters. Steeds vaker wordt gebruik gemaakt van hybride oplossingen waarbij meerdere duurzame energiebronnen zoals zonne-energie en windenergie worden gecombineerd. Beide bronnen zijn echter niet 24 uur per dag beschikbaar, waardoor opslag van energie noodzakelijk is.
powerpack
Tesla speelt hierop in met de PowerPack, een 100 kWh energieopslagsysteem gericht op datacenters. De batterij kan onder andere worden ingezet om pieken op te vangen in het stroomverbruik, elektriciteit aan te schaffen op het moment dat dit het goedkoopst is, deelnemen aan smart grid-diensten om energie terug te leveren aan het energienetwerk en noodstroomvoorziening tijdens stroomonderbrekingen. De PowerPack wordt geleverd door Tesla Energy for Businesses. Amazon Web Services is al gestart met een pilotproject met het systeem.
Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen • Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht
www.eaton.nl/datacenters
Daarnaast brengt Tesla verschillende varianten van de Powerwall op de markt, energieopslagsystemen gericht op thuisgebruik. De Powerwall is beschikbaar in een 7 kWh variant voor dagelijks toepassingen en een 10 kWh voor back-up toepassingen. ■
Uptime Institute lanceert awards voor efficiëntie en duurzaamheid Het Uptime Institute introduceert nieuwe awards voor efficiëntie en duurzaamheid. De awards zijn twee jaar geldig en helpen datacenters hun efficiëntie en duurzaamheid aantoonbaar vast te leggen. De award is beschikbaar in twee varianten. De Efficient IT Activated award geeft aan dat bedrijven op weg zijn te voldoen aan de standaarden die de award hanteert. De Efficient IT Stamp of Approval geeft aan dat een datacenter aan alle eisen voldoet. De Activated award is op dit moment door twee bedrijven behaald: het Drohan datacenter van McKesson Corporation en het wereldwijde datacenter van CEMEX.Twee locaties van de zorgdienstverlener Kaiser Permanente hebben beide de Efficiency IT Stamp of Approval behaald. ■
SPIE-ICS
Datacenters geven steeds meer geld uit aan fysieke beveiliging
Integrated Connectivity Solutions
De markt voor fysieke datacenterbeveiliging is dit jaar naar verwachting 623,8 miljard dollar waard. De komende vijf jaar maakt de markt een forse groei door en verdubbelt naar verwachting bijna in waarde.
SPIE-ICS faciliteert uw connectiviteit door middel van een integrale aanpak en dienstverlening.
Research and Markets verwacht dat de markt voor fysieke datacenterbeveiliging in 2020 1,2 miljard dollar waard is, wat neer komt op een jaar-op-jaar groei van 14,8%. Het onderzoeksbureau maakt in de markt onderscheid tussen twee segmenten: beveiligingsoplossingen en beveiligingsdiensten. Oplossingen zijn naar verwachting dit jaar verantwoordelijk voor het grootste deel van de wereldwijde markt. De komende vijf jaar maakt de markt voor beveiligingsdiensten gericht op datacenters naar verwachting een flinke groei door. Dit zou voornamelijk worden veroorzaakt door grote technologische voordelen die beveiligingsdiensten kunnen bieden, terwijl beheerders niet in één keer een grote som geld op tafel hoeven leggen om de technologie aan te schaffen. ■
Wij doen dit op het gebied van: • Datacenters en ICT-ruimtes • In-building Wireless (DAS) • IT en Facilitaire Infrastructuren • Enterprise Mobility Management • Smart Integrated Facility Management • Detachering Telecom Management Professionals
Voor meer informatie ga naar www.spie-nl.com/services/spie-ics of bel naar 076 - 544 54 44
organisatie
dutch datacenter association
Nieuwe Deelnemer Bytesnet Onlangs maakten we bekend dat de organisatie inmiddels 25 leden telt. Daarmee is het doel voor dit jaar sneller dan verwacht gerealiseerd. De 25ste deelnemer is Bytesnet. Bytesnet heeft zijn onderdelen Bytesnet Groningen, Datacenter Rotterdam en Kentis onder een merknaam gebracht. De vernieuwde Bytesnet groep positioneert zich als strategische partner voor datacenter- en cloudoplossingen in de regio’s Groningen en Rotterdam met een integratie van bestaande activiteiten.
Beste lezer, De Nederlandse digitale infrastructuur loopt voorop op wereldschaal.We hebben de grootste internet exchange met de AMS-IX en zijn nummer 3 in Europa met het aantal datacenters. En zijn ook nog eens de snelste groeier qua datacenter oppervlakte. Lezers van dit blad weten dit maar deze belangrijke positie van staat nog niet bij iedereen goed op het vizier. Daarom is het belangrijk dat we veel promotie doen. Werken aan bekendheid. En dat bij alle stakeholders: het grote publiek, bedrijven, overheid en het buitenland. Want deze digitale infrastructuur sector groeit harder dan andere sectoren én is de sector voor de toekomst. Dat is ook één van de redenen dat we als Dutch Datacenter Association (DDA) met de sector samen Digitale Infrastructuur Nederland, DINL, hebben opgericht. En dat we inmiddels meedoen met missies naar het buitenland. Zo mochten we laatst mee met het Canadese staatsbezoek. Door onze aanwezigheid in deze missie was onze Digital Gateway in veel presentaties terug te vinden. En goede gesprekken gehad met onder andere minister Ploumen over het verbeteren van aandacht en gezamenlijke acties voor promotie van de sector. Zeer geslaagd en wordt vervolgd! Afgelopen periode hebben we ook weer een nieuwe deelnemer mogen verwelkomen in de vorm van Bytesnet. Tevens hadden we een mooi eigen event rond het thema duurzaamheid. Onze partners gaven presentaties over hoe zij duurzaamheid zien naar de toekomst toe. Een geslaagd event met een grote opkomst. Ook omdat we inmiddels het maximale aantal partners voor 2015 hebben bereikt. Dit door de toetreding van hoofdpartner Huawei en partner Lenovo. Woensdag 17 juni organiseerde DDA de eerste nationale datacenter dag in Nederland en presenteerden we ons rapport over de Datacenters in Nederland. Het werd overhandigd aan de Commissaris van de Koning in Noord-Brabant. In de volgende DatacenterWorks een uitgebreid verslag. Met vriendelijke groeten, Stijn Grove Directeur Dutch Datacenter Association
partners
Sneller dan verwacht heeft het partnerprogramma voor de DDA het maximale aantal partners voor 2015 gehaald. Dit zijn 14 partners bestaande uit 4 hoofdpartners en 10 partners. De hoofdpartners zijn: Socomec, Minkels, Stulz en Huawei. De partners zijn: Arcadiz Networks, MRV, Hezelburcht, VEEAM, Schneider Electric, Emerson Network Power, NUON, CTSN, Royal Haskoning DRV en Lenovo. Het DDA partner programma is bestemd voor leidende leveranciers van technologieën en diensten die zich richten op de
Nederlandse datacenter sector. Het partner programma van de DDA heeft als doel om die interactie tussen leveranciers en deelnemers actief te bevorderen.
datacenters openen hun deuren tijdens nationale datacenter dag
Datacenters zijn tegenwoordig verspreid over het hele land te vinden. Waarschijnlijk heeft iedereen er wel een om de hoek. Wat gebeurt er in zo’n datacenter en waar worden data nu eigenlijk opgeslagen? Voor geïnteresseerde bedrijven met een eigen IT-omgeving openden diverse datacenters door het hele land hun deuren op 17 juni 2015.
De Dutch Datacenter Association (DDA), waarin deze datacenters zich hebben verenigd, trapte deze dag af bij Interconnect in Eindhoven.Tijdens deze opening werd het rapport ‘The state of the Dutch datacenters 2015’ overhandigd aan de Commissaris van de Koning van de provincie Noord-Brabant, Wim van de Donk. Dit onderzoek geeft antwoord op de grootte van de datacentersector, de impact op de economie en de regionale verdeling in Nederland.
events en agenda dda evenement q3 - intern
Thema: Veiligheid & Continuïteit Locatie n.n.b. Datum: Donderdag 17 september (week 38)
dda evenement q4 - intern
Thema: Toekomst & Cloud - Locatie n.n.b. Datum: Donderdag 5 november (week 45)
fhi dda it room infra borrel
Datum: Dinsdag 17 november 2015
Evenementenkalender DatacenterWorks blijf op de hoogte van de evenementen op datacenter-gebied. kijk ook op de website www.datacenterworks.nl onder ‘agenda’. zelf een evenement aankondigen? stuur een mailtje
dcw juni | agenda
naar info@datacenterworks.nl.
44
evenement
datum
plaats
land
HostingCon Global
27 - 29 juli 2015
San Diego
Verenigde Staten
Data Center World
20 - 23 september 2015
National Harbor
Verenigde Staten
BICSI Fall Conference & Exhibition
20 - 24 september 2015
Las Vegas
Verenigde Staten
HostingCon Europe
22 - 23 september 2015
Amsterdam
Nederland
Datacenter Dynamics Converged
6 - 10 oktober 2015
Parijs
Frankrijk
Data Centre Manchester
7 - 8 oktober 2015
Manchester
Verenigd Koninkrijk
Storage Expo
4 - 5 november 2015
Utrecht
Nederland
Data Centres Ireland
10 - 11 november 2015
Dublin
Ierland
IT Room Infra
17 november 2015
Den Bosch
Nederland
Datacenter Dynamics Converged
18 - 19 november 2015
Londen
Verenigd Koninkrijk
Gartner Data Center, Infrastructure & Operations Management Conference
7 - 10 december 2015
Las Vegas
Verenigde Staten
Datacenter Dynamics Converged
8 december 2015
Istanbul
Turkije
Data Center World Global 2016 Conference
14 - 18 maart 2016
Las Vegas
Verenigde Staten
it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.
IT versus Facilitair wie beslist wat? Zowel de IT-manager als de Facilitaire manager zijn van harte welkom bij IT Room Infra. Beide managers zijn vaak binnen een organisatie betrokken bij het bouwen en beheren van een computerruimte/datacenter. Het programma van IT Room Infra willen we interessant maken voor beide groepen. Maar wat speelt er bij deze groepen? Hoe kijken ze tegen hun ruimte aan? Willen ze IT (gedeeltelijk) gaan outsourcen? Is er een significant verschil waarneembaar tussen deze twee groepen? Interessante vragen
waar we vanuit IT Room Infra niet direct antwoord op weten te geven. Het idee om een onderzoek uit te voeren was geboren. In samenspraak met DatacenterWorks is er een onderzoek opgesteld om juist bovenstaande vragen te beantwoorden. De resultaten van dit onderzoek worden gedeeld met de bezoekers van IT Room Infra. Bij het bepalen van de strategie is het voor bezoekers interessant om te benchmarken met andere beslissers in Nederland. Wat zijn de
meest voorkomende strategieën en welk gedachtegoed ligt hieraan ten grondslag. Om op 17 november de resultaten van het onderzoek te presenteren, wordt zo snel mogelijk het onderzoek definitief gemaakt en uitgezet in de markt. We hopen op alle medewerking vanuit de branche en delen op 17 november de resultaten! ■
harm wijsman branchemanager it room infra
Track Bouwen en beveiliging op FHI IT Room Infra 2015 Verder willen we de discussie starten met het onderwerp: ‘blussen moet je niet willen’. De inrichting en opbouw van een ITomgeving is de afgelopen decennia enorm veranderd. Welke ontwikkelingen zijn er en hoe gaat men er in andere industrieën mee om. Met deze onderwerpen verwachten we voor dit jaar weer een interessant en leerzaam programma te hebben. Tot ziens op dinsdag 17 november 2015 in Congrescentrum 1931 in Den Bosch. ■
agenda
17 november IT Room Infra event, Den Bosch
contactgegevens it room infra:
kees loer tcn data hotels / zentrys
FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (e.hazeleger@fhi.nl) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl
dcw juni | it room infra
De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan de nieuwbouw van datacenters, waarbij de focus lag op beschikbaarheid, energie- en kostenefficiënt. Op dit moment zien we dat een aantal datacenters verouderd is en verbouwd c.q. gerenoveerd dient te worden. In een aantal presentaties zal ingegaan worden op hoe dit te doen in een bestaand datacenter waarbij de ICTapparatuur in bedrijf blijft. Dit in relatie met beschikbaarheid maar ook informatiebeveiliging. We kennen allemaal wel de voorbeelden van camerabeelden waarbij op tv onze aandacht wordt gevraagd en op het getoonde beeld nog net een schim is te zien van een verdachte. Hoe specificeren we nu vooraf de kwaliteit van de beelden, zodat dit in bijvoorbeeld een programma van eisen kan worden opgenomen en de opdrachtgever weet wat hij van zijn opnames kan verwachten.
45
BIM en beveiliging beïnvloeden datacenterontwerp In de mei/juni editie van het digitale BICSI ICT Today magazine, staan zoals gebruikelijk een aantal diepgaande technische artikelen. Deze keer niet alleen over technische ontwikkelingen op het gebied van infrastructuren voor communicatie, maar ook over de invloed van BIM en fysieke beveiliging op het ontwerpen van computerruimtes en datacenters. BIM en COBie
Bij grote bouwkundige projecten wordt steeds vaker met een Gebouw Informatie Model (BIM) gewerkt. Omdat overheden en andere opdrachtgevers dat in toenemende mate voorschrijven en een BIM voordelen biedt voor alle betrokkenen. In de Benelux worden met name de ontwerpprogramma’s Tekla van Construsoft en Revit van Autodesk gebruikt om te BIMmen. Het coverartikel van BICSI’s ICT Today belicht het belang van eenduidige vastlegging en communicatie van alle beschikbare informatie, dus de ‘I’ van BIMmen. Na voltooiing van een project, zoals de bouw van een nieuw datacenter, kan de eigenaar namelijk nog decennia profiteren van alle beschikbare gebouwinformatie voor facilitymanagement. Als aanvulling op genoemde ontwerpprogramma’s is daarom tevens de richtlijn Construction Operations Building information exchange (COBie) ontwikkeld. Wat die aan het BIMmen toevoegt kunt u in ICT Today lezen.
Mainland Europe District LinkedIn Group
Wanneer u interesse heeft om BICSI te volgen, kunt u zich als eerste stap ook alleen aanmelden voor de officiële Mainland Europe District LinkedIn Group. Daar leert u dan een aantal actieve leden kennen en krijgt u een goede indruk van alle ervaring en kennis die zij in huis hebben en met elkaar delen. Verder kunt u deelnemen aan één van de conferenties die BICSI wereldwijd organiseert. Hoewel de exacte datum nog niet vaststaat, wordt dit najaar waarschijnlijk de eerste Mainland Europe District conferentie georganiseerd. Hou voor meer informatie daarover de bicsi.org website, LinkedIn Group of deze DatacenterWorks-pagina in de gaten. Of neem zelf contact op met de Vice District Chair Mainland Europe, RCDD Joop Ierschot van Deerns, via j.ierschot@deerns.nl. ■
dcw juni | bicsi
Fysieke beveiliging
46
Omdat zowel bedrijven als consumenten steeds afhankelijker worden van de beschikbaarheid en performance van datacenters, is het belangrijk die ruimtes zo goed mogelijk te beveiligen. In het tweede artikel van ICT Today mei/juni wordt uitgebreid ingegaan op de toenemende regelgeving voor informatiebeveiliging en de noodzaak om al tijdens de ontwerpfase meerdere fysieke beveiligingsniveaus mee te nemen. Om zowel apparatuur- en informatiediefstal en mogelijk kostbare claims als gevolg daarvan te voorkomen. Aan het einde van dit artikel komen tevens de bijbehorende protocollen en policies aan bod. In de volgende DatacenterWorks uitgave volgt een impressie van de andere artikelen in ICT Today.
Wanneer u meer wilt weten over de toegevoegde waarde van het BICSI-lidmaatschap en certificeringen, kunt u RCDD Joop Ierschot van Deerns bereiken via j.ierschot@deerns.nl. Verder kunt u ook www.bicsi.org bezoeken.
AANZIENLIJK LAGERE JAARLIJKSE ENERGIEKOSTEN
THAT’S THE
CRITICAL DIFFERENCE.
De uiterst efficiënte Liebert® EFC met indirecte vrije koeling door verdamping heeft nog geen één watt energieverlies. Emerson Network Power introduceert de ideale vrije koelunit met indirecte adiabatische luchtkoeling, die beschikt over de meest geavanceerde technologie met een pPUE-niveau van maar liefst 1,03, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Onder extreme omstandigheden zorgt een geïntegreerd gekoeld water- of direct expansiesysteem voor gedeeltelijke back-up van de algemene koellast. Deze systemen zorgen tevens voor een maximale efficiëntie in combinatie met minimaal energieverbruik. Kom de efficiënte werking van de Liebert EFC zelf bekijken in het Thermal Management Customer Experience Center in Padua, Italië. Ga voor meer informatie naar EmersonNetworkPower.nl/Liebert-EFC https://twitter.com/Emersonnp_BNL Emerson. Consider it Solved., Emerson Network Power, Liebert® en het logo van Emerson Network Power zijn handels- en servicemerken van Emerson Electric Co. ©2015 Emerson Electric Co. Alle rechten voorbehouden.
MAKING THE CONNECTIONS COUNT FIBER TO THE CELL SITE
FIBER TO THE HIGH-RISE, HOUSE, MDU
FIBER TO THE TOWER
FIBER TO THE NODE
FIBER TO THE VENUE
FIBER TO THE OFFICE
FIBER IN THE CENTRAL OFFICE
FIBER TO THE BUSINESS
FIBER IN THE DATA CENTER
INNOVATIVE, END-TO-END SOLUTIONS • Speed up network deployments • Improve network reliability • Reduce operational and capital expenses
FIBER TO THE CONTINENT
TE Connectivity Nederland BV Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch Tel: +31 73624 6211 Mail: BNL.netconnect@te.com
www.te.com/bns