Issue 62

Page 1

MUSIC, ART & LIFESTYLE SINCE 2002 FREE MAGAZINE












12

Voorwoord Beeld 310k

‘een magazine maken, is dat voor een muziekredactie nog wel van deze tijd?’ de afgelopen weken is mij deze vraag meerdere malen gesteld. en terecht. want waarom zou je als online uitgever en redactie tijd, geld en energie investeren in een medium dat – laten we er niet omheen draaien – journalistiek gezien achterhaald is? ‘een blaadje in elkaar draaien’ kost onverantwoord veel manuren, energie en zelfs onbaatzuchtigheid van mijn redacteuren en freelancers. die zetten in de deadlineweek namelijk niet een maar vijf stappen extra, want het reguliere werk gaat gewoon door. de website moet dagelijks worden ververst met artikelen van niveau, ondertussen bedenkt er iemand van boven dat dit hét moment is om dJBroadcast.Tv (een door de redactie gecureerd online documentairekanaal) te lanceren. en o ja, in de week dat het blad naar de drukker moet is er een midweeks bedrijfsuitje gepland. echt waar. Het feit dat je deze woorden leest, betekent dat we het hebben geflikt. een dikke vette veer voor eenieder die zijn of haar uitzonderlijke talent heeft geleend aan een magazine waar ik trots op ben. en het antwoord op bovenstaande vraag? dat vind je in de unieke achtergrondverhalen over de 100ste verjaardag van delsin, elektronicapionier delia derbyshire, internetgoeroe denis doeland en het vijfjarig bestaan van links-van-het-midden-label rwina. of in het megainterview met olaf Boswijk, creatief directeur van Trouw, maar ook in de longreads over de muziekscenes van rotterdam en het estse Tallinn en het onderzoek dat we deden naar verschillende geluidssystemen in clubs. Tel daar de wonderschone foto’s van Catharina Gerritsen, laila Cohen, maurits Weeber en rosalien derkinderen en de illustraties van Boter B, daniel Hageman en The Garlic myth bij op en de slotsom is wat mij betreft een positieve. Hopelijk ben je na het lezen van de volgende 152 pagina’s met me eens: een ‘blaadje’ maken kan zijn waarde hebben wanneer de inhoud de waan van de dag overstijgt, diep op de materie ingaat én er ook nog eens appetijtelijk uitziet. eelco couvreur



14

index

12 Voorwoord 14 Index 16 Colofon 18 Medewerker van de maand 20 Freeloader 23 News 28 Locator 32 De Mixtape van‌ 34 Boeken 36 Digibroadcast 37 Games 38 Film 40 Tees & Sneakers 42 KunstWerk 44 Hotshop 46 DJBroadcast.TV 48 De 5 van 2014 56 Delsin #100 62 Denis Doeland 66 5 jaar Rwina 70 Het laatste jaar Trouw 78 Underground Noise 87 Alfrencyclopedie 92 Techno Tallinn 98 Roffa 106 Achter de schermen bij 5 Days Off 112 Speedy J vs. Chris Liebing 114 Programma 5 Days Off 116 KiNK 118 Antenna 120 Inside Berghain 124 Snowbombing 126 Beats maak je in je slaapkamer 136 Awesome Tapes From Africa 140 Veronica Vasicka 146 Essential Album 148 CD reviews 154 Testlab Korg 156 Testlab Geluidssystemen



16

colofon Uitgever

Eric van den Bogaard (eric@blueprintmedia.nl) Hoofdredacteur DJBroadcast NL

Eelco Couvreur (eelco@blueprintmedia.nl) Hoofdredacteur DJBroadcast International

Dan Cole (dan@blueprintmedia.nl) Redactie

Tom van Haaren (tom@blueprintmedia.nl) Jorn van Elden (jorn@blueprintmedia.nl) Denise Horowitz (denise@blueprintmedia.nl) Francesca Smit (francesca@blueprintmedia.nl) Rik Hermans (khrmns@gmail.com) RenĂŠ Passet (passet@gmail.com) Medewerkers

Alfred Bos, Bert de Rooij, Lisanne van Rookhuijzen, Maaike Groeneveld, Maria Mouk, Ruud Lekx Distributie

Flyerman

Vormgeving

Maslow

Grafisch design

310K Cover

The Garlic Myth Fotografie

Catharina Gerritsen, Laila Cohen, Maurits Weeber, Rosalien Derkinderen, Anne Claire de Breij Illustraties

Boter B, Daniel Hageman, The Garlic Myth Styling

Laila Cohen Sales / Marketing

Victor Bakhuis (victor@blueprintmedia.nl) Minggus Dorpmans (minggus@blueprintmedia.nl) Lisanne Bervoets (lisanne@blueprintmedia.nl) Jorn Liefdeshuis (jorn@blueprintmedia.nl) Drukwerk

PRinterface

Social networks

twitter.com/djbroadcast facebook.com/djbroadcast twitter.com/djbroadcastINT facebook..com/djbroadcastINT mixcloud.com/DJBroadcast soundcloud.com/djbroadcast DJBroadcast Magazine is een uitgave van Blueprint Media BV Redactieadres

DJBroadcast.nl Postbus 3952 1001 AT Amsterdam Persberichten

info@djbroadcast.nl contact

020 6868600 info@djbroadcast.nl www.djbroadcast.nl www.djbroadcast.net www.djbroadcast.tv



18

medewerker van de maand TEKST Tom van Haaren Beeld Maurits Weeber

Denise Hor ow i t z Als redactielid is nederigheid een vereiste. Want soms komt je eigen imperfectie wel heel erg naar de oppervlakte. Het aantreden van redactie-stagiar Denise Horowitz was zo’n hekel moment. Zo veel talent en energie wekt geheid jaloezie op. Al helemaal omdat ze de magische drie-eenheid aan talenten huisvest waar je als doorgewinterd DJB’er alleen maar over kan dromen ze in die mate te beschikken. Als #1: muzikale creativiteit. Daar zit madame overvol van. Zo zingt ze in verschillende bandjes en zangformaties en werkt ze al jaren als zingende manager in het Amsterdams Italiaanse muziekrestaurant Pasta e Basta. Natuurlijk vergt scherpzinnig schrijverschap een flinke dosis accuraatheid en intelligentie (#2). Dat ze haar rechtenstudie op zak heeft is slechts één bewijs dat Heere Heere haar op dit vlak flink heeft toebedeeld. En om de ego’s van haar collega nog verder te temperen weet ze het kantoorbestaan, horecawerk en haar tochten door de krochten van het woeste uitgaansleven, zonder kleerscheuren te doorstaan. Oftewel, ook voor raveredzaamheid (#3) slaagt ze met vlag en wimpel. En dan hebben we het nog niet eens gehad over haar spontaniteit en vertrouwenswekkende persoonlijkheid waarmee ze artiesten uitspraken kan laten doen als ‘ik kan mijn anus niet nog verder stretchen als je begrijpt wat ik bedoel.’ Het kan dan ook niet anders of Denise Horowitz is Medewerker van de Maand!



20

freeloader TEKST tom van haaren

Win 3x For The Record In 2014 vindt een nieuwe editie van Red Bull Music Academy plaats in Tokyo. De kans dat je erbij kunt zijn als gewone sterveling is niet al te groot. WĂŠl kun je de Academy nu in huis halen met For The Record: Conversations with people who have shaped the way we listen to music. Het dikke koffietafelboek verschijnt vanwege het vijftienjarig bestaan. Maarliefst 36 artiesten zoals Nile Rodgers, Metro Area, Mulatu Astatke, DJ Harvey en Erykah Badu komen er uitvoerig in aan het woord. redbullmusicacademy.com

Win een Poseidon Chrono XL horloge We schetsen de situatie: Je bent in Trouw tijdens Trouw op Zondag. Morgen moet je werken en je favoriete DJ treedt op. Ervan kunnen uitgaan dat de clubavond om vijf uur stopt is er sinds de 24-uursvergunning niet meer bij. Ook wordt het niet op prijsgesteld dat je je telefoon gebruikt. Dus wat jij nodig hebt is de Poseidon Chrono XL horloge. Dit waterdichte en van hoogwaardige metalen vervaardigde uurwerk is niet alleen robuust en betrouwbaar, hij ziet er tevens heel slick uit. poseidon-watches.com




23

news

Nieuwe clip Riptide en Stefan Glerum

DJ en producer Max Bedeker alias RipTide heeft zijn eerste clip gelanceerd. De geanimeerde video bij het nummer ‘In the Middle of the Nite’ is in samenwerking met illustrator Stefan Glerum, de animatoren van Crooked Line en Jäger Music tot stand gekomen. Met de nieuwe videoclip maakt RipTide zich klaar voor de release van zijn langverwachte album en een daaraan gekoppelde live tour. RipTide maakte de afgelopen twee jaar snel naam dankzij een paar opvallende remixen en een track op het laatste album van Aeroplane. Ook kreeg hij van Joost van Bellen de kans zijn talent te tonen

op RAUW en werkt hij samen met Bart B More en Tommie Sunshine aan nieuwe muziek onder de naam Horsepower. Met steun van Jäger Music, internationaal gerenommeerde DJ’s en shows in het buitenland, is RipTide zich enorm aan het ontwikkelen. In aanloop naar zijn langverwachte debuutalbum laat hij nu alvast een clip los bij zijn track ‘In the Middle of the Nite’. Illustrator Stefan Glerum creëerde samen met de animatoren van Crooked Line een verhaal dat net als het nummer de sfeer ademt van de jaren ’80. Bekijk de video op DJBroadcast.TV.

Rwina Records en Rush Hour naar Texas Het Amsterdam Dance Event (ADE), ‘s werelds meest toonaangevende evenement voor elektronische muziek, is door de vooraanstaande Amerikaanse muziek- en technologiebeurs South by Southwest (SXSW) uitgenodigd om een Nederlands dance-evenement te organiseren. Op donderdag 13 maart zet het ADE, samen met de labels Rush Hour en Rwina Records, een speciale labelshowcase neer met onder andere Krampfhaft, Jameszoo, Antal en Tom Trago. SXSW, dat door velen wordt gezien als een van de belangrijkste conferenties wereldwijd, biedt van 7 tot 16 maart in Austin (Texas) een uitgebreid muziekaal, visueel en interactief programma dat bezoekers uit de hele wereld trekt. Met de speciale ADE showcase kunnen beide labels zich in de kijker spelen van internationale boekers, programmeurs en media.

 
Het evenement vindt plaats op donderdag 13 maart in The Madison in Austin, DJBroadcast doet verslag. sxsw.com



25

news

DOKA Amsterdam dicht, Canvas opent

De grondige verbouwing van het voormalige Volkskrantgebouw is momenteel nog in volle gang. Onder meer de club en het restaurant op de zevende etage worden onder handen genomen. De overige zes etages worden omgebouwd tot een artistiek budget-hotel. Initiatiefnemers van Canvas op de 7e hebben zich met de tijdelijke club DOKA sinds de opening eind augustus 2013 bewezen door middel van een onderscheidende en hoogstaande programmering. DJB sprak eerder met programmeur Alex Mir over de toekomstplannen van DOKA en Canvas. ‘Als binnenkort Canvas weer opent, gaat DOKA dicht. DOKA wordt getransformeerd tot een nachtelijke cocktailbar, zowel voor Amsterdammers als gasten uit het Volkshotel. Dat zal kleiner worden dan het huidige

DOKA en meer gericht op ontmoetingen, met ook variété, performances en theater.’ Voor Canvas stappen we traditiegetrouw weer met z’n allen in de lift. Er is een compleet nieuwe verdieping gebouwd op het bestaande gebouw, met een capaciteit van 500 man en een verruimde openingstijd tot 04:00 uur in het weekend. Het laatste weekend van maart organiseert DOKA samen met broedplaats Urban Resort en het Volkshotel het Bouwplaats Festival, waar ze het braakliggende bouwterrein omtoveren tot een bolwerk van performances, muziek, kunst en live-acts. De laatste maand van DOKA, april, wordt naar eigen zeggen echt het klapstuk met spectaculaire avonden en bijzondere artiesten. canvas7.nl

Mayday spektakel in Dortmund Nog een tripje aan het plannen voor april? Wat zeg je van een midweekje Duitsland? I-Motion, dat onder andere verantwoordelijk is voor het Nature One festival, organiseert het Mayday spektakel in de Westfalenhallen van Dortmund. Na een eerste editie in 1991 – toen nog in Berlijn - heeft het Mayday festival door de jaren heen een cultstatus bereikt. Destijds trok het evenement nog 5000 bezoekers. Inmiddels heeft dat aantal zich verveelvoudigd en wordt ‘de moeder van alle raves’ alweer voor het 23ste jaar georganiseerd. Er is met deze editie voor het thema ‘Full Senses’ gekozen. Van 18:00 tot 09:00 ’s ochtends kun je al je zintuigen laten overweldigen door meer dan 50 DJ’s (waaronder Sven Väth en Chris Liebing) en live acts, die vijf verschillende zalen zullen vullen met classics, electro, hardcore, hardstyle, house, minimal, techno en trance. Koninginnedag is niet meer, dus wij zien geen enkele reden om niet een keer te ervaren hoe het is om tussen 25.000 Duitsers helemaal van god los te gaan. De kaarten kosten €58,-. mayday.de



27

news

SAE Audiobot competition met Ben Westbeech Productietalent opgelet: je kunt je weer opgeven voor een nieuwe editie van de SAE Institute Audiobot Competition. Stuur jouw beste track door, en maak kans op een middag in de Amsterdamse SAE studio’s onder professionele begeleiding van ervaren engineers en niemand minder dan Ben Westbeech. In een interview met DJB vertelde Ben Westbeech alias Breach ons openhartig over zijn bizar drukke schema dat hem overviel na zijn hit ‘Jack’, zijn verhuizing naar en liefde voor Amsterdam en de verleidingen die op de loer liggen in het drukke DJ-bestaan. Zijn laatste release was het nummer ‘Everything You Never Had’ met de soulvolle klanken van Andreya Triana, die eerder samenwerkte met Bonobo en Flying Lotus. Ook zijn er remixes in de maak voor Tiga, Sei A en Matthew Dear. Samen zullen jullie aan je track werken, je zult feedback krijgen en interessante tips & tricks van de meester zelf.
 Wat moet je doen? Zet je track op SoundCloud en stuur de link voor 31 maart door naar eelco@djbroadcast.nl o.v.v. SAE Audiobot Competition. Wij selecteren de vijf beste tracks, waarna de DJB-lezers mogen stemmen. sae.nl

Motel Mozaïque 2014 Motel Mozaïque is toe aan de 14e editie. Op vrijdag 4 en zaterdag 5 april 2014 neemt het veelkleurige festival diverse locaties in het centrum van Rotterdam over. Met een breed programma dat naar eigen zeggen uit ‘spannende en mooie nieuwe muziek, indringend theater en opvallende beeldende kunst’ bestaat. De line-up die tot nu toe bekend is bestaat uit bekende en minder bekende namen als Ásgeir, Erlend Øye (The Whitest Boy Alive/Kings Of Convenience), DaryllAnn, Angel Olsen, Johnny Flynn, Girls In Hawaii, Thumpers, George Ezra, Wild Beasts en Kurt Vile (solo).Wat betreft de elektronische programmering is er al een paar namen bekend. Onder meer Cashmere Cat, Omar Souleyman en Seun Kuti & Egypt 80 zullen Rotterdam aandoen. Sinds de eerste editie van het festival biedt Motel Mozaïque slaapplaatsen aan op bijzondere locaties in de stad. Zo konden festivalbezoekers eerder overnachten in kunstinstellingen, kerken, etalages, ziekenhuizen en zelfs in een bouwput. Het slaapproject van dit jaar wordt later bekend gemaakt. Voor het Motel Mozaique festival zijn zowel dagkaarten (€37,50) als passe-partouts (€65) verkrijgbaar. motelmozaique.nl


28

locator tekst Denise Horowitz beeld Juri Hiensch

TivoliVredenburg Na 35 jaar verhuist poptempel Tivoli van het pand aan de Utrechtse Oudegracht naar een nieuwe locatie, TivoliVredenburg. Muziekcentrum Vredenburg en Tivoli zijn samengevoegd in een nieuwe onafhankelijke stichting, die vanaf 2014 verantwoordelijk zal zijn voor ‘hét concertgebouw van de 21ste eeuw’. Op 1 juni van dit jaar stopt de programmering van de Oudegracht. De andere locatie van Tivoli - de Helling - blijft bestaan. 21 juni opent het nieuwe pand naast het Utrechts Centraal Station officieel haar deuren. DJB sprak met Michiel Peters, danceprogrammeur van TivoliVredenburg over de staat van de Utrechtse scene en zijn muzikale plannen voor de nieuwe locatie. In het nieuwe TivoliVredenburg komen vijf verschillende zalen, ‘biotopen’ genoemd. Iedere biotoop heeft zijn eigen bestemming, waarbij elke muzieksoort het best tot zijn recht komt qua sfeer, vormgeving en akoestiek. Peeters kan niet wachten om het nieuwe pand te betrekken. ‘Mijn focus ligt qua danceprogrammering op twee zalen. De Ronda-zaal met capaciteit van 2000 man en de Pandora-zaal met een capaciteit van 700 man. Maar ook de Grote Zaal, de symfoniezaal van Vredenburg, kan een fantastische plek zijn voor intieme, elektronica concerten. Wat interessant is aan het nieuwe pand is dat het geoptimaliseerd is om verschillende producties tegelijkertijd te kunnen draaien. Het is voor de bezoeker makkelijk om snel tussen zalen te switchen. Daarnaast kent het pand heel veel toffe tussenruimtes en een mooi uitzicht over de stad - bij uitstek een locatie voor een indoor festival’, vindt Peeters. 
Hij kijkt uit naar het spiksplinternieuwe geluidssysteem. ‘Qua bezoekerscapaciteit was de Oudegracht prima, maar na middernacht hadden we geen goed geluid, in verband met de buren. De Oudegracht zit midden in woonwijk. In het nieuwe pand krijgen we kristalhelder geluid en supergoed licht. Dat is het voornaamste, naast dat het pand zoveel mogelijkheden biedt. Bestaande concepten als Rauw zullen beter tot hun recht komen. Boys Noize, Justice, al dat soort namen hebben nooit op echt goed geluid gedraaid. Dat zullen we in de toekomst wel kunnen faciliteren. 2000 man in een zaal, in het centrum van Utrecht, met goed geluid. Ik kan niet wachten.’



Programmering & line-ups

Peeters gaat voor een breed programma, met in het ene weekend drum ’n bass en het andere weekend techno. Ook zullen ze large of extra large edities doen van bestaande feesten als bijvoorbeeld Rauw. In april vinden de eerste vier dance try-outs plaats. De eer is aan ADEPT om het allereerste feest op zaterdag 5 april te hosten. Tommy Four Seven, Pfirter en Abstract Division zullen de Pandora zaal met vooruitstrevende techno ontmaagden. Vrijdag 18 april is het de beurt aan Blackout, een drum ’n bass feest wat al tien jaar wordt georganiseerd in de Helling. Voor deze editie zijn niemand minder dan Ed Rush, Hazard, Black Sun Empire, Silvahfonk uitgenodigd. Zaterdag 19 april neemt RAUW Brodinski, Club Cheval, Louisahhh en Joost van Bellen mee. Vrijdag 25 april wordt Koningsnacht: De Revolutie georganiseerd (een samenwerking met Elevation Events) en zullen koninklijke figuren als Chris Liebing, Nina Kraviz, Abstract Division 2700 feestgangers vermaken. ‘Het zal met Koningsnacht de eerste keer zijn dat we twee zalen open gooien, zowel de Pandora als de Ronda. Ik ben heel blij dat die grote namen zo enthousiast worden van het idee om voor het eerst zo’n nieuwe locatie te bespelen.’ Elektronische muziek is de laatste tijd een stuk meer gaan leven in Utrecht. Verschillende organisaties/clubs krijgen het voor elkaar grotere, maar ook ‘niche’ namen naar Utrecht te halen. Van Ben Sims en Len Faki in Hal16, tot Floating Points en Dorian Concept in Ekko. ‘De eerste clubavond van Tivoli onder mijn verantwoording was Fuse, een avond voor nieuwe vormen van elektronische muziek. Die avond bestaat nu anderhalf jaar en in die tijd hebben we van alles over de vloer gehad. Van Baauer, Lunice, Cashmere Cat tot Flosstradamus en nieuwe acts als Trippy Turtle en Canblaster. Daarnaast doe ik de avond Something Happening Somewhere, gekoppeld aan het label van Nuno dos Santos. Daar boeken we namen als Mano Le Tough, Marcus Worgull en Matias Aguayo.’ Op de Oudegracht is het aanbod breder. Tivoli is geen club waar elk

‘2000 man in een zaal, in het centrum van Utrecht, met goed geluid. Ik kan niet wachten’ weekend techno of house wordt geprogrammeerd. Maar als we iets dergelijks organiseren, gaan we ook voor kwaliteit.’

Van concurrentie met Ekko of andere clubs is geen sprake. Volgens Peeters is het één grote familie in Utrecht. ‘Ik ken vrijwel alle promotors, het gaat allemaal in goed overleg, we stemmen goed af wat wanneer gebeurt omdat we beseffen -hoewel elektronische muziek erg leeft - dat Utrecht redelijk klein is. Als je Skream, Lone, Dimitri en San Proper in één weekend hebt, is dat best veel voor een stad als Utrecht. 
 In april 2012 startte Peters Tivoli by Night, een platform en een blog voor de elektronische programmering van Tivoli. ‘In 2011 had Tivoli 666 producties waarvan lang niet alles interessant was voor danceliefhebbers. Ik wilde graag de mensen die daar naar op zoek waren bij elkaar vegen, om een scene te bouwen en kruisbestuiving tussen avonden te optimaliseren: een betere voor- en nabeleving creeëren door middel van interviews met artiesten, aftermovies, maar ook op het blog uitleg geven over een avond. Maar we belichten ook nieuwe iniatieven in de stad. Bijvoorbeeld kledingzaken of -merken. Daarnaast hebben we een huisstijl ontwikkeld waarmee we duidelijke maandoverzichtsposters kunnen maken.’ tivolivredenburg.nl



32

de mixtape van... Tekst DJB redactie Beeld Maslow

Bas

van den Broeke


33

LTJ Bukem is volgens 5 Days Off festivaldirecteur Bas van den Broeke de ‘Jeff Mills van de drum ’n bass’. Bas stelde voor DJB een mixtape samen van zijn favoriete artiesten van het aankomende festival – 5 tot en met 9 maart in Paradiso en Melkweg. Van jeugdsentiment tot hip and happening minimal music en van glitch hop tot donkere techno, de artiesten waarbij Bas begin maart zonder twijfel vooraan staat. Met een saffie in z’n mondhoek.

LTJ Bukem – Constellation LTJ Bukem, ik kan me goed voorstellen dat veel kids nog nooit van hem hebben gehoord, maar ik ben er zo’n beetje mee opgegroeid. Bukem is drum ‘n bass pionier van het eerste uur. De Jeff Mills van de jungle. Deze plaat draai je aan het begin van de avond of vlak voordat je naar de club gaat. Je sigaretje hangt in je mondhoek en je droomt over wat deze avond je zal brengen. Bukem is samen met Fabio special guest tijdens de Hospitality avond in Paradiso op zaterdag. Jungle is massive! Darkside – Paper Trails Darkside is een live-project van Nicolaas Jaar en gitarist Dave Harrington. Hun concert op woensdag 5 maart is de opener van 5 Days Off. Beter kun je niet beginnen volgens mij. Subtiele luistermuziek, maar stilstaan is moeilijk. De muziek brengt je in beweging en maakt iets in je los. Het is sfeervol, diep, melancholisch en funky tegelijk. De track ‘Paper Trails’ vind ik te gek vanwege de traagheid en de bluesy riff. Metro Area – Miura Deze plaat heb ik werkelijk grijs gedraaid. Ik organiseerde vroeger house feesten in Alkmaar onder de naam Fingerlickin’. Samen met een vriend draaiden we het publiek warm voordat de gast-DJ uit Amsterdam zijn intrede deed. De platen van Metro Area zorgden altijd voor een perfecte sfeer op de dansvloer en in de DJ-booth. Er zit soul en gevoel in die platen. Te gek dat ze nu op 5 Days Off staan. Ook als DJ-duo. Planningtorock – Human Drama Ik kijk erg uit naar de Subbacultcha! avond in De Balie. Planningtorock is de hoofdact van de avond en krijgt support van o.a. Roxymore en Berlin Creamcake. In februari komt haar nieuwe album uit, dus we gaan veel nieuw werk horen. Human Drama is al wat ouder, maar nog steeds een hele fijne plaat. Voor mij persoonlijk was Plannintorock de ontdekking van 2013. Rustie – After Light Glitch hop, trance step, whatever. Dit plaatje is voor de dansvloer. Ik zou het thuis niet snel draaien, maar in de grote zaal van Paradiso gaat dit natuurlijk voor vuurwerk en kippenvel zorgen. Moshpits, bier door de lucht, alles. Je kunt horen dat Rustie veel naar Hudson Mohawke heeft geluisterd. ‘After Light’ brengt je binnen no time naar een hoogtepunt.

Will & Ink – Second Wilson Op de tweede dag van 5 Days Off verandert de Melkweg in een donkere technoclub met suizende beats en tikkende hi-hats. Speedy J en Chris Liebing draaien voor de gelegenheid samen als Collabs 3000. Dat wordt heel bijzonder, maar voor deze mixtape heb ik gekozen voor muziek van het duo Will & Ink dat ook die avond in de Melkweg staat. Met hun zelfgemaakte controllers maken ze diepe, donkere techno. Heel tof om ze straks live aan het werk te zien. I-f – I Do Because I Couldn’t Care Less Doe je ogen dicht en zie jezelf lopen door een tochtig kraakpand aan de rand van Den Haag. Het blauwe licht van de stroboscoop weerkaatst in de waterplassen op de betonnen vloer. ‘I Do because I Couldn’t Care Less’ schalt uit de boxen. Je kunt deze plaat met geen mogelijkheid negeren. Ik vind het heerlijk hoe hij vanaf de eerste beat je aandacht weet te pakken. Op zondag draait I-f samen met Young Marco in de bovenzaal van Paradiso. De perfecte afterparty. Darkstar – A Day’s Pay For A Day’s Work Ik zag Darkstar afgelopen jaar voor het eerst in de bovenzaal van het Muziekgebouw aan ‘t IJ. Ze hadden net hun debuutalbum uitgebracht op Warp Records. Warp is een label wat ik al vele jaren nauwlettend in de gaten hou. Ze staan voor kwaliteit, experiment en vernieuwing. Darkstar speelt als live act een mix van psychedelische elektronica en pop. Na het concert van Darkside kunnen bezoekers blijven voor een optreden van Darkstar in de Oude Zaal. We hadden ook nog The Darkraver erbij willen boeken, maar die kon niet. Nils Frahm – Says De Duitse Nils Frahm is helemaal hip en happening. Deze plaat doet me denken aan minimal music. Vorig jaar stond Inneract tijdens 5 Days Off in Paradiso. Ze speelde Canto Ostinato van Simeon Ten Holt. Paradiso was tot de nok toe gevuld en iedereen hield een uur lang zijn adem in. Ik ook, het was betoverend. Minimal music laat heel mooi de overgang zien tussen klassieke- en elektronische muziek. Nils speelt op 5 Days Off een elektronische live set en brengt ongetwijfeld een batterij aan analoge synths mee.

5daysoff.nl


34

Boeken tekst toM vaN HaareN

f or t He r ecor D iedere artiest of muziekliefhebber bezoekt de website van red Bull Music Academy weleens (of zou dat nodig eens moeten doen!). Zeker wat betreft het rijke archief aan bankhanginterviews met de grote der aarden. Dat gaat van megasterren als Nile rodgers, niche-ridders als Metro Area, tot de Tom Oberheims – innovatieve geesten waarbij de kans groot is dat je van diens bestaan niet afweet, terwijl je gegarandeerd het door hem (of haar) ontwikkelde geluid bent tegengekomen. Ter ere van het 15 jarig bestaan en een naderende editie in Tokyo, is er nu een koffiedik tafelboek van het door stierenvleugels aangedreven instituut met als ondertitel: ‘Conversations with people who have shaped the way we listen to music.’ even een korte uitleg wat de rBMa inhoudt. Het betreft een tweejaarlijks rondreizend circus dat twee weken lang neerstrijkt in een wereldstad. een select gezelschap getalenteerde muzikanten van over de hele wereld mogen zich een week lang in een droomwereld wanen. Zie het als het equivalent van wat sjakie en de Chocoladefabriek voor zoetproevers is (vorige editie in new york waren Jameszoo en kramphaft de nederlandse uitverkorenen). overdag zijn er de bekende banksessies met influentials uit de muziekindustrie waarin uitvoerig wordt gesproken over diens wapenfeiten en nalatenschap. daarna duiken ze samen de studio in, vaak

gevolgd met een verkenning van het locale nachtleven. Het boek geeft je als lezer een idee hoe het zou kunnen zijn om in de avonduren tussen de muzikanten te hangen. waarbij de journalist ter plekke misschien wel meeluistert en het gesprek richting geeft, maar het vooral de artiesten zijn die in gesprek gaan. dit uit zich in sessies met Mykki Blanco en Modeselektor over de ‘Winter of Love’, de populariteit van Molly (xtC) in de amerikaanse rapperscene van 2010. een discussie tussen de ras-dJ’s Harvey en Ben ufo over de techniek ‘dancefloor cleansing.’ of een gesprek over ritmes tussen sly & robbie en de eigenzinnige Cómeme labelbaas Matias aguayo. Je kunt in het oneindige blijven name droppen met artiesten als kerri Chandler, lee ‘scratch’ perry, erykah Badu, Moritz Von oswald tot Mulatu astatke. Mogen de 36 participerende muzikanten, dJ’s en studioridders je onverhoopt niet bekend genoeg zijn om gelijk in te haken; het laatste deel van het boek is gereserveerd voor korte bio’s van de betreffende artiesten. Voor de kritische noot. Het boek is met veel bravoure opgemaakt. alleen soms iets te veel bravoure. Ieder hoofdstuk heeft een andere lay-out, waarbij het ene een stuk makkelijker wegleest dan het andere. redbullmusicacademy.com



36

digiBroadcast tekst deNise Horowitz

DJBrOADCAST

Vanaf 29 januari j.l. vind je de geheel vernieuwde dJBroadcast applicatie in de itunes store. elke dag ontvang je een nieuwe lading aan news items, reviews, features of podcasts van de dJB redactie. en dit alles voor gratis! de dJB app is zo ontworpen dat je alle vertrouwde rubrieken op zakformaat kan lezen. we voeren de applicatie precies dezelfde informatie als de dJBroadcast site. niet alleen de nederlandse input valt te verslinden, ook het werk van onze .net collega’s in Berlijn is te volgen op de nieuwe app. Voor de multi-taskers onder ons: meer dan één hand heb je niet nodig. swipe en scroll je suf terwijl je met je andere hand college-aantekeningen maakt, een bak koffie leeggiet of die naald op de plaat gooit. Voor de digibeten onder ons: het is echt heel makkelijk. gewoon naar rechts scrollen voor meer artikelen. easy does it. BASSerK

Basserk is een amsterdams platenlabel wat een grote variëteit aan elektronische muziek uitbrengt. de jongens zijn gedurfd in hun releases en niet bang om hun aanhang op de proef te stellen met vernieuwende geluiden. wij kunnen ons wel vinden in hun motto ‘being bored is worse than

being sick’. Vandaar dat we ook rode konen van opwinding krijgen van hun nieuwste app. Met deze applicatie kan je vijf van hun laatste, nieuwste en verste releases streamen zodat je altijd Basserks favorieten door je doppen kan laten knallen. Je kan op de app afspeellijsten maken, nieuwtjes lezen en muziek makkelijk delen. ook heeft de app een airplay functie waarbij je draadloos de muziek kan streamen tussen verschillende apparaten. BeATSMUSiC

Beatsmusic is een applicatie ontwikkeld voor en door mensen die vinden dat muziek emotie en leven is. nou, prima doelgroepje te pakken met die slogan, lijkt ons. wat als je altijd de perfecte muziek bij elk moment kan laten klinken? autoritjes duren korter, romantische avonden worden nog intenser, het slopen van een muur gaat nóg sneller. allemaal met het juiste achtergrondmuziekje. Vertel Beats Music waar je bent, met wie je bent, hoe je je voelt en je wordt op je wenken bediend met een bijpassend stukje muziek.


37

games TEKST Jorn van Elden

Battlefield 4 Met de komst van de nieuwe generatie game consoles, kwam natuurlijk ook een nieuwe generatie spellen. Door de snellere consoles met grote rekenkracht zijn de ontwikkelaars van ‘next-gen’ spellen in staat om veel meer uit de kast te trekken dan voorheen. Dit betekent dus meer pracht en praal, meer mogelijkheden, meer, meer en nog eens meer. Maar is meer altijd beter? Battlefield 4 verscheen op zowel de PC, de Xbox One als de Playstation en beloofde een ware ‘next-gen’ ervaring. Dus al het goede van de derde editie van het spel, maar dan in meervoud. Het duidelijkste voorbeeld van deze belofte was het aantal spelers wat tegelijkertijd online in één potje kon meedoen; namelijk 64 in plaats van de 32 spelers die op de vorige generatie consoles tegelijkertijd de boel af konden breken. Dat afbreken is namelijk het doel van Battlefield (de naam dekt bij dit spel redelijk de lading); het gaat er om dat je de vijand, Russen, Chinezen of Amerikanen, het leven onmogelijk maakt. Letterlijk. Je beschikt over een complete vloot aan modern wapentuig, variërend van straaljagers tot tanks en van boten tot appache gevechtshelikopters. Deze

hele vloot kan je, samen met een groot stel goed uitgeruste soldaten (medespelers) inzetten om de vijand een kopje kleiner te maken. Het is een soort oorlogje spelen voor volwassenen. Door de grafische pracht van het spel waan je je als speler soms echt even op een heus slagveld. Om welke reden dan ook blijft het (digitaal) opblazen van een tank met een raket of het neerschieten van (nogmaals, digitale) vijand met een groot Rambo-esque machinegeweer uitermate bevredigend. Het is dan ook deze bevrediging die de vele kleine en paar grote fouten (bugs) in het spel snel doen vergeten. De lancering was allesbehalve vlekkeloos en het spel kende veel kinderziektes. Nu, drie maanden na lancering zijn de meeste grote problemen verholpen, maar gaat nog niet alles zoals het zou moeten. Wel is het tekenend voor Dice (de ontwikkelaar) dat zij constant bezig zijn met het verbeteren en aanpassen van het product om het uiteindelijk te perfectioneren. Dit lukte bij de vorige delen en dit gaat bij Battlefield 4 ook zeker gebeuren. battlefield.com/battlefield-4


38

film TEKST René Passet

IFFR eindoordeel Wie waren de winnaars, wat moeten we gaan zien?

Nebraska won afgelopen januari de publieksprijs op het Internationale Filmfestival van Rotterdam. De maker van Sideways heeft met zijn zwartwitfilm opnieuw goud in handen. Wat waren de andere toppers? We maakten een lijstje van de niet-te-missen films die de komende maanden aan zullen spoelen in de reguliere bioscopen. ‘Gefeliciteerd! U heeft zojuist één miljoen euro gewonnen!’ Je kent ze vast wel, die suffe fopbrieven. Alleen nog even de antwoordkaart opsturen en dan stroomt het kapitaal binnenkort over de drempel. De bejaarde vader van David, gespeeld door een fenomenale Bruce Dern, gelooft heilig in zijn geluk. De Amerikaanse regisseur Alexander Payne (Sideways, The Descendants) maakte er een tragikomische roadmovie over: Nebraska. De zwartwitfilm stond de tijdens de afgelopen editie onbetwist op de eerste plek van de publieksfavorieten van het Rotterdamse Filmfestival. Zelfs de documentaire Zombie, The Ressurection of Tim Zom kon de Amerikaanse oude baas niet van de troon stoten. Terwijl Zombie, een indringende documentaire over een Rotterdamse skatekampioen met een geweldige oma, toch een thuiswedstrijd speelde. Tiger Awards, de belangrijkste filmprijzen voor beginnende regisseurs, gingen naar een Japanse, een Zuid-Koreaanse en een Zweedse regisseur. Dat The Anatomy of a Paper Clip van Ikeda Akira een prijs won, was opvallend. De vorm van de even malle als trage film was weliswaar bijzonder, maar er werd meer weggelopen door bezoekers dan gelachen om de Jiskefet-achtige scènes. Volkomen terecht was de Tiger die het Zweedse Something Must Break won. De film over een verliefdheid tussen een stoere hetero en een androgyne jongen die zich kleedt als meisje is zowel innemend als actueel. Weg met het hokjesdenken. De 43e editie van het filmfestival trok 287.000 bezoekers naar de Maasstad. Dat zijn er 7.000 meer dan vorig jaar, terwijl het niet zo voelde. Zelfs voor films die in de drukbezochte weekends op de rol stonden, waren vaak nog kaarten te krijgen. En op de centrale festivallocatie in De Doelen was vrijwel altijd plek. Dat was vroeger wel anders. Van de 250 films die de afgelopen maand in Rotterdam draaiden, zullen er veel nooit meer op het grote doek te zien zijn in Nederland. Daarvoor ben je aangewezen op de VODwebsites, importwinkels of torrentboeren. Van onderstaande vijf films is de kans groot dat ze later dit jaar in de bioscoop komen. Een aantal heeft zelfs al distributeurs gevonden.

VIJF FILMTIPS

Nebraska

Sfeervolle en charmante roadmovie in zwartwit over een oude baas en zijn zoon die ‘eventjes’ een loterijprijs gaan ophalen en elkaar onderweg leren kennen. Van de maker van Sideways. Publiekslieveling in Rotterdam en waarschijnlijk binnenkort goed voor een paar Oscars. Nebraska draait vanaf eind deze maand in de reguliere bios. (distributie: Cinéart)

Starred Up

Superintense en grimmige gevangenisfilm uit Groot-Brittannië over een onhandelbare knul die vanuit een jeugdinrichting wordt overgebracht naar een zware jongens-nor. Daar blijkt ook zijn vader te zitten. Die al net zo explosief en onberekenbaar is als zoonlief. Iedere scene druipt van de spanning en de talentvolle Jack O’Connell is fenomenaal als hoofdrolspeler Eric Love. (distributie: ABC/Cinemien)

Love Steaks

Heerlijk ontregelende dogma-achtige film uit Duitsland over een onwaarschijnlijke liefde op een al even onwaarschijnlijke plek: een triest wellness-resort aan de kust. Daar leren de verlegen en onhandige masseur Clemens en de extraverte, explosieve leerlingkokin Lara elkaar kennen. Gemaakt door een filmstudent die inmiddels de ene na de andere prijs ophaalt met zijn sprankelende debuut.

La Cueva

Geen film voor claustrofobische mensen, dit vlot gemonteerde en uiterst spannende Spaanse werkje. Wie smulde bij (met handycam geschoten) griezelfilms als The Blair Witch Project en REC gaat aan La Cueva veel plezier beleven. Vijf jongeren op een verlaten eiland verruilen een goddelijk strand voor een donkere grot. Slecht idee.

To Kill a Man

Na maanden te zijn geterroriseerd door de lokale tokkie en zijn kornuiten, slaat de rustige boswachter Jorge uiteindelijk op tilt. Wat gebeurt er in iemands hoofd als het zover is? En kun je als gewone jongen iemand anders vermoorden? De Chileense regisseur Alejandro Fernández Almendras geeft in zijn fascinerende derde film To Kill a Man antwoord op die vraag en baseerde zich daarbij op een waargebeurd verhaal.


Nebraska Love steaks to kill a man starred up

‘Van de 250 films die de afgelopen maand in Rotterdam draaiden, zullen er veel nooit meer op het grote doek te zien zijn in Nederland’



41

tees & Sneakers FOTOGRAFIE & STYLING Laila Cohen

Van links naar rechts van boven naar beneden Panorama camera met opwindwieltje LOMOGRAPHY Tasje, bruin leer stippen HERSHELL Sneaker, indianenprint met beige suede WESC Sneaker, bordeaux suede VANS Sweater, astronautenprint CUCKOO via MEN_at_WORK Sneaker, kleurenprint WESC Pet, Hawaiprint, REELL JEANS Shirt, Jeans - strepen VANS Sneaker, zwart-blauw-wit NEW BALANCE via MEN_at_WORK Muts, strepen WESC Tee, donkerrood PATTA Tee, wit met blauw-rood detail STUSSY Tee, gele mannetjes STUSSY Sokken, blokjes-streepjes WESC Muts, rood WESC Sneaker, grijs HUB Shirt, linnen met patroontjes op zak/mouw REELL JEANS Sneaker, blauw/grijs NEW BALANCE via MEN_at_WORK Iphone tasje met koord, grijze jeans/zwart leer Sneaker, rood leer HUB Sjaal, strepen WESC


42

kunst werk TEKST Denise Horowitz Beeld Yannick van de Wijngaert

De meeste dames van lichte zeden zijn op vakantie dus het is vandaag vrij rustig in de Sint Annedwarssteeg op de Wallen van Amsterdam. We zijn op bezoek bij de TonTon club. Een naam die het afgelopen jaar gonsde door de stad. Door velen getypeerd als de arcadehal waar de stad nog om verlegen zat, maar er zit zoveel meer achter de TonTon club. DJB sprak met medeeigenaar Serdar Tonkas. ‘We hebben ongeveer alle kranten gehaald met onze retro arcade. Maar de grap is, we wilden eigenlijk nooit per se een arcadehal zijn. Het publiek heeft dat gewoon bepaald, er was kennelijk behoefte aan in de stad.’ Maar er zit een hele filosofie achter de kleurrijke, bliepende en rinkelende speelkasten. Die zijn slechts een lokmiddel geweest om een brug te slaan naar de toekomst op het gebied van spel, technologie en interactieve installaties. ‘Dat is altijd ons doel geweest. Een laagdrempelig platform vormen voor installatie ontwikkelaars. Er worden zoveel te gekke kunstzinnige objecten gemaakt. Veel van die installaties worden vaak in expositie ruimtes tentoongesteld. In een museum setting voor een niche publiek. Wij wilden een plek creëren waar mensen een biertje kunnen drinken, terwijl wij ze op een subtiele manier op de hoogte brengen van wat er allemaal speelt op het gebied van technologie en installatie ontwikkeling. En zakelijk gezien is ons doel ook om onze eigen installaties aan de man te brengen. Het is ook een extended showroom voor ons. Als je met merken of grote organisaties praat, en je kan niet rekenen op hun voorstellingsvermogen heb je een probleem. Op het moment dat ze in het echt zien hoe het werkt, zijn ze meestal verkocht.’

‘We hadden zelf Airhockey tafel gebouwd. Het was een groot blad, met een bladblazer erop. Zelf gaatjes erin geprikt. Provisorisch, maar heel schattig. Die was zo populair dat we een sinds kort een originele Airhockey tafel hebben staan. En serieus, zodra we open gaan, staan ze in de rij ervoor. Non-stop. Het blijkt voor velen het symbool van een arcadehal.’

‘Met ADE hebben we de full body scan gehad, waarbij je een mini me van jezelf kon maken. We blijven scouten naar dat soort vernieuwende installaties, bedenken zelf installaties, of creëren een conceptueel kader waarin een bepaalde installatie het beste tot zijn recht komt.’


43

Op een dinsdag- of woensdagavond krijgt Tonkas voornamelijk stonede toeristen in zijn zaak die komen racen op hun Daytona USA. ‘We hebben ook een meneer die om de zoveel tijd speciaal vanuit Engeland langskomt en tientallen euro’s in de Mortal Combat uit 1992 gooit. Dat is nostalgie voor zo’n man.’

‘We hebben na onze verbouwing in januari een ruimte gecreëerd om workshops en lezingen te houden. De gemeente heeft ons bijvoorbeeld gevraagd om mee te denken over de fietsparkeerproblematiek. We hebben nu de balans gevonden tussen een publieke plek zijn en inhoudelijk ons verhaal kunnen doen. Nieuwe toepassingen van techniek laten zien door speelse interactie.’


44

hotshop tekst toM vaN HaareN

gtar By iNcideNt dJ’s mogen dan wel de nieuwe rocksterren zijn, maar vraag het aan de dames: een dJ die een filter opendraait op zijn macbook is toch echt minder sexy dan een intens solerende gitarist. met alle onrust die de moderne tijd meebrengt, hebben we echter geen rust meer om maanden lang te pingelen voor die serenade kan worden opgevoerd. Gelukkig ben je met de gTar zo de nieuwe eric Clapton, aangezien je met deze Guitar Hero in het kwadraat de techniek zo in de vingers hebt. op de app voor de iphone (die je in de houder steekt) gaat er telkens een lampje branden achter de gewenste toonladder. deze toon hoor je alleen wanneer deze correct wordt aangeslagen. in de makkelijkste stand is dat enkel de juiste snaar, maar hoe moeilijker het niveau, hoe preciezer je aanslag dient te zijn. 399 dollar. incidentgtar.com

saMsUNg sMartpHoNe gaMepad Naast bellen, Whatsappen, Tinderen en dJBroadcast lezen op de smartphone, is het spelen van spelletjes een heerlijk tijdverdrijf. alleen met dat verschrikkelijke touch screen kom je niet zo ver. Gelukkig heeft samsung nu de Gamepad ontwikkeld voor smartphones. via Bluetooth kun je nu met een soort Xbox-controller de meest wilde capriolen uithalen met de 35 titels die momenteel beschikbaar zijn, waaronder virtual Tennis en Need For speed most Wanted. adviesprijs bedraagt 99,99 euro. samsung.com sociaLMatic-caMera polariod brengt dit jaar dan eindelijk de socialmatic-Camera uit. een camera die het print or it didn’t happen principe hooghoudt, maar ook begrijpt dat vakantiefoto’s viraal moeten gaan om jouw online ego te boosten. Het android-gestuurde apparaat heeft een 14 megapixel camera voorop en aan de achterzijde een 2 megapixel lens voor selfies. met de ingebouwde Wi-Fi zet je de kiekjes direct op de verschillende social platforms. via de ingebouwde printer kan de foto echter ook op ZiNk(zero ink)-papier direct fysiek het levenslicht zien. later dit jaar moet hij voor 225,- euro in de winkel liggen. polaroid.com


starwars desigNer-toys ‘Space is the place,’ aldus sunra. ‘No UFO’s,’ zegt Juan atkins. spannende en tijdloze elektronische muziek is in het dNa verbonden met buitenaards gespuis. daarom moet je als dJBroadcast-lezer deze twee medicom Toy’s wel op de schouw hebben staan. de star Wars x a Bathing ape storm Trooper & darth vader blijken aardser te zijn dan je zou verwachten. achter de verwijderbare helm schuilt het dierenrijk met BaBY milo. prijs 106,- dollar. medicomtoy.co.jp koLiBree sMart tootHBrUsH Waarom moeten we de meest elementaire dingen doen op momenten dat we er geen fut voor hebben? Tandenpoetsen bijvoorbeeld: als je ‘s ochtends je bed uitstapt en de borstel in je mond plaatst, moeten de hersenen nog opstarten. alsof je dan helder kunt bedenken of je elke hoek in je mond je al hebt gehad. maar je kunt je geld beter uitgeven aan een weekend lowlands, dan aan hoge tandartskosten, en gelukkig heeft kolibree hier een oplossing voor! met deze slimme borstel wordt je poetspatroon geanalyseerd via de iphone. daarbij zullen app-ontwikkelaars in de toekomst spelletjes ontwikkelen om poetsen superleuk te maken. Nice! prijs 99,- euro. kolibree.com


46

DJBroadcast.tv TEKST Eric van den Bogaard

DJBroadcast.TV presenteert:

20 Years: the Story of Kompakt Tijdens het ADE 2014 maakte Nederland voor het eerst kennis met het rondreizende muziekconcept Sonos Studio. Gedurende drie dagen vonden live sessies en interviews plaats met een groot aantal internationale en lokale artiesten. Het fameuze Kompakt label uit Keulen speelde een centrale rol in het programma en besloten werd een documentaire te schieten die het verhaal vertelt van 20 jaar Kompakt. Bekijk deze en andere documentaires op DJBroadcast.TV het nieuwe videoplatform van DJBroadcast. Voor een schamele 1000 Duitse marken werd DJ Michael Mayer ooit mede-eigenaar van de platenzaak Delirium Records, waaruit later het Kompakt imperium ontstond. Samen met Wolfgang Voigt, Jörg Burger en de rest van de Kompakt-familie runt hij nu een winkel, een boekingskantoor, een distributiecentrum en natuurlijk een internationaal

kwaliteitslabel. Hun vriendschap en passie voor muziek bleken onverwoestbaar en zijn nog steeds de basis voor alles waar Kompakt voor staat. De Sonos Studio documentaire 20 Years: the Story of Kompakt is een productie van Blueprint Media in opdracht van Sonos, geregisseerd door Opslaan Als. DJBroadcast.TV

DJBroadcast.TV is een nieuwe pijler onder het DJBroadcast online platform, die volledig is ingericht om je de beste online video’s voor te schotelen op het gebied van music, art & lifestyle. Op de site vind je dagelijks nieuwe video’s van het web en in-house producties, zorgvuldig geselecteerd door de DJBroadcast redactie. djbroadcast.tv




49

feature TEKST DJB redactie Beeld Rosalien Derkinderen

De 5 va n 2 014 Steve Mensink, Know V.A., Interstellar Funk, Mattheis en D-Ribeiro. Als het goed is gaat er bij het horen van deze vijf namen een belletje rinkelen. In december vorig jaar verkoos de DJB redactie deze vijf acts tot meest veelbelovende jonge artiesten voor 2014. Een gevarieerd rijtje DJ’s/producers, die ieder in hun eigen genre aanwijsbaar bulken van talent. Fotograaf Rosalien Derkinderen schoot een prachtige portretserie van onze protegÊs.


Steve Mensink Wie, wat, waar? Steve Mensink alias Frits Wentink alias Felix Lenferink en de Ink uit Will & Ink kan drie dingen heel erg goed: 1. muziek maken 2. aliassen verzinnen 3. instrumenten bouwen Waarom is dit interessant? Die aliassen zijn dus echt ergens goed voor. Met z’n Steve-pet op klinkt er melodieuze, analoge house. Frits is avontuurlijker en tikt Detroit-achtige electro aan op klasselabels als Shipwrec en Fourth Wave. Ink kopt samen met maatje Will duistere techno naar Delsin. En dan hebben we het nog niet eens over Urkelle: alias nummer vier. En oh ja, check ook even die prachtige op maat gemaakte midi-controllers die op zijn website staan. Daar valt je mond van open. stevemensink.nl


Know V.A. Wie, wat, waar? Eerst maar even dat alias van het enige duo in onze top-5 uitleggen. Marijn Brussaard en Feico De Muinck Keizer zijn Know Various Artists, kortweg Know V.A.. Ze zijn resident bij het de Amsterdamse HOAX-avond. Waarom is dit interessant? HOAX dankt zijn populariteit onder anderen aan deze twee talentvolle jochies. Hun eigenwijze mix van hiphop, garage en bass is dansbaar als wat en klinkt opvallend volwassen. Ook draaiden ze afgelopen jaar op Lowlands en Mysteryland. Op dat laatste festival zelfs back2back met 端berbeatsheld Om Unit. soundcloud.com/know-va


Interstellar Funk Wie, wat, waar? Interstellar Funk is het kosmisch muzikale alias van Olf van Elden. De Arnhemse Amsterdammer geniet zijn opleiding bij instituut Rush Hour, waar hij medeverantwoordelijk is voor de output van het roemruchte platenlabel. Waarom is dit interessant? Op een van de sublabels van zijn werkgever scoorde hij een kneiter van een underground hit. Dat vond Tom Trago trouwens ook. Dat Olf een neus heeft voor toffe, obscure house en techno blijkt ook uit de manier waarop hij zijn eigen label (mede) runt: ook Tape Records is was wat ons betreft een van dÊ nieuwe fenomenen van 2013. We hebben het trouwens over house en techno, maar sta alsjeblieft niet raar te kijken als ie een afro- of discoplaat tijdens een van z’n DJ-sets dropt. Op vinyl, uiteraard. soundcloud.com/interstellarfunk


Mattheis Wie, wat, waar? Met releases op labels als Shabu, Wide Angle en Beachcoma werkt Matthijs Verschuure al sinds 2009 aan een bescheiden maar karaktervolle discografie. De laatste maanden siert zijn liveshow steeds vaker landelijke podia en bij het horen van zijn Isms EP (Nous’klaer, 2013) sloegen wij steil achterover. Klinkt als? Zelf hoort hij het liever niet, maar de uitgerekte, stuwende en hypnotiserende melodielijnen van Mattheis roepen toch echt dat ene hele succesvolle techhouse en elektronica-label uit Londen in herinnering. Je weet wel, dat label van die man wiens naam begint met een J en eindit op olden. Maar Mattheis maakt vooral zijn eigen, herkenbare en unieke geluid. Laat daar geen misverstand over bestaan. soundcloud.com/mattheis


D-Ribeiro Wie, wat, waar? Uit Rotterdam komt de piepjonge Ranie Ribeiro Fortes alias D-Ribeiro. Werkt bij zijn favoriete platenzaak in zijn home town – Clone, heeft een release op het gerenommeerde SD Records op zak en ziet er achter de draaitafels uit alsof ie er al jaren staat. Klinkt als? Zweeft – en dat mag je letterlijk nemen – tussen diepe techno en melodieuze house en knipoogt naar Detroit en Herbie Hancock. Thuis en op zijn werk mag Ranie ook graag naar funk, jazz maar ook bossa nova luisteren. Ook dat hoor je terug in zijn DJ-sets. soundcloud.com/d-ribeiro



56

blueprint label TEKST Tom van Haaren Beeld archief Delsin

Delsin al 100 releases geen trendvolger maar smaakmaker

Het in 1996 door Marsel van der Wielen opgerichte Delsin Records bracht eind 2013 zijn honderdste release uit. Een heugelijk feit, want het label is een wereldwijd begrip en geldt als bakermat voor kwalitatief hoogstaande en vooruitstrevende elektronische muziek. Met name op Detroit techno gestoelde geluid mogen we als home turf van het label rekenen. Maar de discografie gaat verder dan techno alleen. Van ambient tot house, van nationale artiesten als A Made Up Sound of Newworldaquarium, tot internationale acts als Redshape en Claro Intelecto: allen kregen het Delsin keurmerk op het vinyl gedrukt.





De honderdste release van het in Amsterdam gevestigde label kwam uit in de vorm van de twintig tracks tellende compilatie 100DSR. Natuurlijk volgens het beproefde recept, met veel ruimte voor nieuw talent als Area Forty_One tot veteranen als Convextion. Labelbaas Marsel van der Wielen wilde geen doorgaans gangbaar overzicht uitbrengen met de hoogtepunten uit de Delsin-catalogus. Dit omdat anno 2013 alle tracks via Spotify beschikbaar zijn. ‘De compilatie moest gevuld worden met nieuwe muziek die de hele breedte beslaat van bijvoorbeeld Gerry Read, Delta Funktionen en John Beltran tot Mike Dehnert.’ Terug naar het begin. In 1996 bracht de toen in Enschede studerende Van der Wielen als eerste release het minialbum Publik Draft uit op cassette. Een plaat van hemzelf onder zijn artiestennaam Peel Seamus. Nadat hij vijftig cas-

settes had vervaardigd en deze niet bij een ander label kon uitbrengen besloot hij het zelf te verspreiden via zijn website Delsin – één van de eerste blogs op het internet met bijdragen van onder anderen DJB-journalist René Passet. De site werd na de start van het label in tweeën gesplitst met Delsin Inside (voor eigen releases) en Delsin Outside (de blog) - welke later werd omgedoopt tot Forcefield. Verdrinkingsdood

Het label werd al snel meer dan een output voor de producties van de labelbaas. Met de 12” Service Pack van CiM (1998) en later releases van Aardvarck, $tinkworks en Shed groeide Delsin uit tot een platform met een grote verscheidenheid aan artiesten en geluiden die niet perse op de dansvloer zijn gericht. De grootste klassieker die het label voortbrengt is de track ‘Tresspassers’ van Newworldaquarium uit 2000,


61 delsin

een alias van de Amsterdamse producer Jochem Peteri. Deze ruim tien minuten durende dubby house-beat afgetopt met een warme synth is één van de favoriete tracks van Carl Craig. ‘Tresspassers’ is een repetitieve trip zonder veel actie die je als luisteraar gevangen houdt, alsof de verdrinkingsdood begeleid door de mooiste hallucinaties nabij is. Maar in de loop van het vorig decennium loopt de vraag naar de veelzijdige en mooie elektronische geluiden waar Delsin voor staat sterk terug. Met het verschijnen van de vijftigste uigave, de compilatie Planet Delsin – Interstellar Sounds Of Stardust (2005), zet het label een nieuwe koers in. Het gaat zich specialiseren in meer op de dansvloer georiënteerde techno en electro. En met succes: artiesten als Delta Funktionen, Redshape, Conforce, Quince en Morphosis doen de verkoop weer stijgen. En wie de afgelopen jaren opiniebepalende websites als Resident Advisor, Fact en Xlr8r bezocht zag heel veel Delsin. Dat Van der Wielen zich focust op kwaliteitsmuziek en niet zozeer op de hype, komt naar voren uit het feit dat vrijwel alle artiesten voor langere tijd aan het label verbonden zijn. Van der Wielen vertelt ons over het tekenen van een nieuwe artiest: ‘Meestal wacht ik tot er een stuk of zes tracks zijn die ik echt goed vind. Ik kijk bij nieuwe artiesten goed hoe ze te werk gaan en hoe hun sound zich ontwikkelt. Als ik dan een release teken, probeer ik gelijk een stuk of drie releases klaar te hebben staan, zodat alle energie die je voor promotie in een artiest stopt op de langere termijn ook werkt. Ik zit er niet op te wachten om na één release niets meer samen te doen.’ Mede ten behoeve van het verdienmodel gaat hij rond 2005 feesten organiseren met Planet Delsin in 11 onder het motto: ‘Zelfs als mensen geen platen meer kopen, blijven ze nog wel uitgaan’. Ondanks dat er nog weleens Delsin avonden plaatsvinden in clubs als Trouw, Doornroosje en

Panorama Bar is deze deelactiviteit niet essentieel voor de levensvatbaarheid van Delsin. Van der Wielen: ‘In 2005 leek het er op dat het allemaal digitaal ging worden, en digitaal zou mijn inziens al snel illegaal/gratis betekenen. Maar de vinylverkoop is helemaal niet ingestort, en ook met de digitale releases komt geld binnen. Dat is fijn want het organiseren van feesten behoort niet tot de kerntaken van een label.’ Hoe zit dat met de verschillende geluidsdragers? ‘Bij albums ligt de verhouding tussen vinyl en digitaal ongeveer gelijk vertelt hij. ‘Maar het album van John Beltran – dat richting ambient gaat - heeft juist weer meer cd’s verkocht dan vinyl.’ Toch moeten de ‘DJ-albums’ die meer techno georiënteerd zijn, zoals bijvoorbeeld Framework (2011) van Mike Dehnert, het hebben van vinyl en downloads. Nadat Van der Wielen zich rond 2005 zich ging richten op een meer eenkennig geluid, probeert hij zijn brede smaak terug te laten komen op verschillende sublabels zoals Ann Aimee (met artwork van kunstenaar Delta) en sinds 2012 met de Delsin House Series, waarop hij voor de eerste release de jonge UK-bass producer Gerry Read tekende. Van der Wielen: ‘Ik vond zijn tracks erg goed, alleen iets te housey voor Delsin. Maar om steeds weer een nieuw label te verzinnen als ik een ander genre wil uitbrengen is ook onhandig. Daarom wilde ik een serie doen binnen de Delsin-catalogus, waar ik die stromingen in kan onderbrengen.’ En om de verscheidenheid aan genres toch enigszins te kanaliseren, plaatst hij bij het catalogus nummer een –h (voor house), een -e (als de focus op elektronica ligt) of x- (reissues van moeilijk verkrijgbare favorieten). ‘De gevarieerdheid in deze serie zorgt ervoor dat ik nu weer in de breedte muzikaal wat meer mijn ei kwijt kan.’ Naast het hoofd- en de sublabels, is Delsin ook verantwoordelijk voor de distributie en promotie voor de labels M>O>S> Deep (met Aroy Dee) en Will & Ink (met Presk en Felix Lenferink). #100

‘Meestal wacht ik met het tekenen van een artiest tot er een stuk of zes tracks zijn die ik echt goed vind’

Waar de vijftigste release van Planet Delsin vaak wordt gemarkeerd als het aanbreken van Delsin 2.0, hoeven we bij de 100e release geen radicale koerswijziging te verwachten. De intentie van Van der Wielen is om de huidige lijn door te trekken, waarbij wel meer aandacht uitgaat naar albums. ‘Ik ben zelf een fan van albums, omdat deze in verhouding tot losse dansvloer-releases minder hypegevoelig zijn. Persoonlijk zou ik het leuk vinden als er in de verkoop meer ruimte is voor ambient en klassiek-achtige albums. Met de langspelers van Conforce of Claro Intelecto is het ook al wel meer die richting opgegaan. Ik wil ook pure techno blijven doen - zeker voor de singles, maar het zou mooi zijn als het label zich nog meer ontwikkelt, zodat projecten die wat verder van techno vandaan liggen ook een plek vinden. Dan kan Delsin nog wel twintig jaar door.’

delsinrecords.com


62

feature TEKST Eelco Couvreur Beeld Boter B

‘Internet is een eerste levensbehoefte’ ‘Voor het eerst in de geschiedenis heeft een hooggerechtshof in Duitsland geoordeeld dat toegang hebben tot het internet tot de eerste levensbehoeften van mensen behoort. Stel je voor: internet is nu net zo belangrijk als eten, kleding en veiligheid.’ Zo begint het – gratis te downloaden – E-book van Denis Doeland en Ger Hofstee. Het internet draait op volle toeren, maar hoe dien je dat internet als bedrijf of muzikant te beteugelen? Op die vraag geeft bovengenoemd duo uitgebreid antwoord in vanAnaloognaarDigitaal.nu. Hofstee is afgestudeerd bedrijfseconoom en verdiende zijn sporen in de marketingwereld bij onder meer Akzo Nobel. Doeland werkt sinds 1993 in de dance-industrie en was 18 jaar lang werkzaam bij ID&T, waar hij onder andere verantwoordelijk was voor de muzikale uitgeverstak en de laatste jaren voor het digitale gedeelte. Tegenwoordig werkt hij onder meer als adviseur voor artiesten die je terug vindt in de DJ Mag Top-100, en blogt en onderwijst hij over internet en social media. vanAnaloognaarDigitaal.nu is verplichte kost voor iedereen de op welke manier dan ook afhankelijk is van het internet. Doeland, specialist op het gebied van internet en social media maar ook dance, hamert erop dat bedrijven, muzikanten of platenmaatschappijen online de dialoog aan moeten gaan. Praat met de mensen die je, bijvoorbeeld op Facebook, volgen. ‘Je moet vrienden maken op social media en er voor zorgen dat je op zoveel mogelijk verschillende kanalen zichtbaar bent.’ DJBroadcast (DJB) ging in gesprek met een gepassioneerd dance- en internetliefhebber. Waarom is het zo belangrijk dat je als contentmaker aanwezig bent op zoveel mogelijk social media kanalen? DJB maakt gebruik van Twitter, Facebook, Spotify en Instragram, is dat niet meer dan genoeg? Internetgebruikers zijn de anarchisten van deze tijd. Hun motto: ‘We bepalen zelf welke online kanalen we op welke locatie en op welk tijdstip bekijken.’ Ze laten zich door niemand vertellen hoe het moet. Contentmakers moeten zich aan de gebruiker aanpassen, niet andersom. In je boek stel je dat volgers/fans liever met elkaar in debat gaan, dan dat ze naar boodschappen van bedrijven luisteren.

Is dat wel zo? Ik vind al die meninkjes op bijvoorbeeld Facebook vaak heel erg vermoeiend. Waar het om gaat is dat bedrijven of merken te vaak de ‘share, like and win’-strategie gebruiken. Veel meer kunnen ze niet verzinnen. Die strategie is achterhaald. Je kan als bedrijf of merk beter je volgers in de discussie betrekken, in plaats van ze alleen een passief podium te bieden. Je stelt dat de zogenaamde ‘cloud technologie’, het opslaan van informatie op servers die vaak honderden of duizenden kilometers verderop staan, het volgende stadium in de internetevolutie is. Wat ik in je verhaal mis is de andere kant van de medaille. Dankzij Edward Snowden weten we dat geheime diensten wereldwijd diezelfde cloud technologie misbruiken. We moeten niet doen alsof dat iets nieuws is. In de contracten die jij met een internet- of server host sluit staat tegenwoordig zwart op wit dat, mocht de overheid dat willen, ze bij jou die informatie kunnen komen halen. De hostingpartij heeft een bewaringsplicht. Of het nou je eigen server gaat, of om de server van iemand anders. Dus wij zijn al die jaren naïef geweest, en nu onterecht verontwaardigt? Hoe denk je dat de overheid anders aan informatie komt? Ik begrijp de doemdenkers, ik heb begrip voor de privacy bezwaren, dat zijn geen dingen waar je luchtig mee om kan gaan. Het is zaak vinger aan de pols te houden, maar het gaat erom dat technologie het faciliteren van diensten vereenvoudigd. Een server kopen kost je een paar duizend euro, maar voor een paar tientjes per maand koop je bandbreedte, opslag en rekenkracht waarbij je je nieuwe dienst kan gaan bouwen. Daar moet dan maar tegenover staan dat er af en toe iemand over je schouder mee kan kijken? Precies. Maar als je niks te verbergen hebt, hoef je je ook geen zorgen te maken. Je ziet dat de jongere generatie daar veel beter mee om kan gaan. Die geven bewust een stuk privacy op, omdat ze weten dat ze er iets voor terugkrijgen. Op het moment dat een bedrijf daar misbruik van maakt, komen ze in actie. Dan mobiliseren ze hun vriendjes en hakken ze bij wijze van spreken de kop van dat bedrijf of merk er online af.



64 ‘Internet is een eerste levensbehoefte’

Maar stel, jij mailt een persoonlijk verhaal naar bijvoorbeeld jouw partner. We hebben geen idee wat de overheid met die informatie doet, maar het kan wel tegen je worden gebruikt. Klopt, dat is helemaal waar. De illusie dat de overheid niks met die persoonlijke informatie doet heb ik niet. Maar als je echt geheime informatie met elkaar wilt delen dan moet je je maar tot een encryptiebedrijf richten. Die kunnen het dan voor je versleutelen en dan duurt het in ieder geval wat langer voor je geheimen boven water komen. Een van de belangrijkste dingen die ik probeer duidelijk te maken is dat je je als bedrijf in eerste instantie de ‘waarom vraag’ moet stellen op het moment dat jij een internetpagina of social media kanaal begint. Heel basaal. Niet zeggen: ‘Ik heb een website nodig.’ Maar: ‘Waarom heb ik een website nodig? Wanneer je als muziekmaatschappij of als artiest het internet opgaat, ga je dus relaties aan. Als je dat uittekent worden er een hoop dingen duidelijk. De term social media is een raar begrip, want het hele internet is social. Rondom jou ontstaan nieuwe interfaces (ofwel gebruikerslagen red.), nieuwe werelden. Jij hebt een telefoon en andere apparaten die verbonden zijn met het net. Over een paar jaar zit ook je wasmachine in je interface. Mijn wasmachine? Je wasmachine is straks verbonden met Facebook. Ik grap dat weleens, en dan zegt iedereen: ‘Ja hoor, wat moet je daar nou mee?’ Dat weet ik zelf ook nog niet. Maar straks is het echt zo. Ongetwijfeld gaan daar leuke functionaliteiten aan vastzitten. Als jij altijd zuinigt wast, dan krijg je een prijs voor De Zuinigste Wasser. Goed voor het milieu. Hoe cool is dat?

‘De muziekindustrie is door zijn dal heen’

op Myspace 800.000 vrienden had? Hoe lang heeft het geduurd voor je die mensen terug had in je huidige netwerk? Bijna twee jaar! Voor het eerst is zichtbaar geworden hoeveel mensen je als contentmaker, artiest of DJ nou echt aan je weet te binden. Als je een beetje je best doet, kun je al die miljoenen relaties leren kennen. Een persoonlijke connectie maakt de band sterker? Jazeker. Dat jij als klant geïdentificeerd wordt, het bestaat eigenlijk al heel lang. Loyalty-systemen van luchtvaartmaatschappijen bijvoorbeeld. Als je bij KLM veel vliegt, krijg je eerst een Flying Blue kaart, en als je veel vliegt een gouden kaart, of een platinum. Naarmate de tijd vordert proberen ze je te upgraden zodat je met KLM blijft vliegen. ‘Meneer er is een business class seat over, die is voor u.’ Weet je wat dat betekent? Dat zorgt ervoor dat je je belangrijk voelt. Als je een volgende keer moet reizen ga je eerst kijken of KLM naar jouw bestemming vliegt. Daar rekenen ze op. En als we de loyalty systemen vertalen naar een Facebookpagina? De gebruiker moet zich kunnen identificeren met het bedrijf of de artiest, dat is de heilige graal. Als je Facebook-gegevens koppelt aan andere gegevens, heb je goud in handen. Je moet als bedrijf een incentive (iets dat de gebruiker motiveert om actie te ondernemen red.) bedenken waardoor je de gebruiker kan identificeren en opslaan in de database. Bijvoorbeeld een e-mailadres, voornaam, achternaam. Want let wel, ticketing, merchandising, muziekverkoop, Spotify: het gaat allemaal op naam. Gaat ook allemaal op e-mail adres. Dan gaat die matching komen. Als je al die data hebt, kun je groepen gaan selecteren en segmenteren. Degene die al vanaf dag één kaartjes koopt voor jouw evenementen, die actief is op Facebook en ook regelmatig een Youtube-filmpje bekijkt, die behandel je anders dan iemand die voor het eerst langskomt. Dat betekent niet dat je discrimineert, maar van degene die gewoon langs komt zou je moeten achterhalen waarom degene langskomt, is hij of zij geïnteresseerd? Ja? Waarin? En hoe kan ik hem op maat bedienen?

Jij bent social media consultant voor DJ’s uit de categorie grootverdieners, maar je zit ook aan tafel bij multinationals. Hoe is dat? Het is eng. ‘Doeland?, wie ben jij dan?’ Maar we doen het toch wel goed. Het leukste is wanneer ze miljoenen vriendjes op Facebook hebben. Een van mijn klanten is een van die grote DJ’s. Tijdens het eerste gesprek zat ik met een aantal mensen aan tafel de zeiden: ‘We doen het toch goed? We hebben miljoenen views, miljoenen abonnees, we hebben miljoenen likes. Wat willen we nog meer?’

Misschien een beetje een lekenvraag maar: van al die verschillende platformen krijg je als bedrijf gegevens? Net als Google Analytics? Je hebt overal toegang toe? Ja, en anders moet je jezelf toegang verschaffen. Koppelen van alle databronnen die er zijn. Er zitten allemaal parallellen in. Het beste voorbeeld is de Facebook connect knop. Die is zo oud als de weg naar Rome, dat heet het Paard van Troje. We lossen een probleem op, met username en wachtwoord, ondertussen krijg ik toegang tot jouw omgeving. Hele slimme manier van Facebook, en Facebook deelt die gegevens met jou als je die knopt gebruikt op bijvoorbeeld jouw website.

Het eerste wat ik vraag is: ‘Weet je wie die mensen zijn?’ Heel snel komt Facebook Analytics op tafel, maar dat zijn abstracte cijfers, die zeggen op individueel niveau niks. De grap die ik toen maakte was; waren jullie niet die groep die

Laten we het specifiek over de muziekindustrie hebben. Jij bent het geloof behoorlijk oneens met Thom Yorke die Spotify bekritiseerd? Thom Yorke heeft 400.000 vriendjes en roept dan maar


65 ‘Internet is een eerste levensbehoefte’

wat. Onbekende artiesten zouden niet genoeg verdienen aan Spotify. Ik denk dan: het is een heel nieuw verdienmodel joh. Je mag geen appels met peren vergelijken. Yorke is niet de enige, Renaat Vandepapeliere, platenbaas van het gerenommeerde R&S (James Blake, Derrick May etc.) zegt ook dat streaming alles kapot maakt. Die discussie is er en ik zit er midden in. Maar ik ben het er absoluut niet mee eens. Vandaar ook het boek en mijn blog. Maar wat zijn de beweegredenen? Waarom houden die jongens, die toch ook niet dom zijn, stug vast aan oude modellen? Het zijn diepgewortelde, oude business modellen die steeds worden overgedragen. De oude garde uit de muziekindustrie, types met vaak veel gezag, roepen dan alleen maar: ‘Streaming is kut, het maakt alles kapot!’ Ja, dan gaat het niet veranderen. Je zal je als ondernemer in de muziekindustrie moeten aanpassen aan de digitale wereld. Vind je niet dat Thom Yorke een punt heeft als hij zegt dat het vooral onbekende artiesten zijn die hieronder lijden? Dat is altijd zo geweest. Ik ben in het verleden verantwoordelijk geweest voor de A&R van de platenmaatschappij van ID&T, voordat je dat cassettebandje bij ons op het bureau kreeg, moest je ook eerst het adres uitvinden waar je demo naar toe moest. Dan moest je het geluk hebben dat onze A&R afdeling de moeite nam om te luisteren. Dat is vergelijkbaar met nu zomaar je muziek op internet zetten. De valkuil is denken: ‘Ik sta op het net, ik word rijk!’ Maar iedereen heeft een idee, een concept, etc. Iedereen denkt: ‘Ik kan mijn muziek zelf distribueren, ik zet het op het net.’ Maar de complexiteit van het net is veel te groot. Wat is jouw advies aan beginnende artiesten? Mijn advies is maak vriendjes, begin relaties. In 1993 begonnen we met de platenmaatschappij van ID&T. We hebben toen heel snel een rondje gemaakt langs de grote platenmaatschappijen, de zogenaamde majors. We kregen te horen: ‘Jongens, moet je horen, die gabbermuziek van jullie gaat nooit op de radio komen dus het uitbrengen van jullie cd’s zien we niet zitten.’ Maar ook de distributiebedrijven van cd’s zagen het niet zitten. Daar zit je dan. Je hebt evenementen waar 4000 mensen op af komen, maar iets uitbrengen lukt niet. Illusie armer, maar dat was het moment dat we dachten, dat gaan we zelf doen. Die punkmentaliteit heeft ons geholpen. Je schrijft dat ondanks dat Nederland een top-10 markt is qua muziekomzet, we achterlopen met inkomsten uit streaming, hoe komt dat? Dat komt door de inburgering van de creditcard. Je moet een creditcard hebben om van streamingdiensten gebruik te kunnen maken. Dat is aan het veranderen, want nu kan je ook met iDeal betalen. Ook is de bundeling van diensten een trend. Een KPN-abonnement met Spotify, T-Mobile inclusief Deezer. De betaalwijze veranderd. Het is puur een praktisch ding. Je ziet heel snel, binnen een paar maanden

tijd, een verschuiving plaatsvinden. De muziekindustrie is door zijn dal heen. Een van mijn klanten is een grote platenmaatschappij en inkomsten van streamingdiensten schieten door het dak heen momenteel. Een van de meest opzienbarende marketingcampagnes van de afgelopen jaar was die van Daft Punk. De zogenaamde dripfeed, waarbij we stukje bij beetje meer te weten kregen over een op handen zijnde release. Is dat volgens jou de manier om een succesvolle marketingcampagne te runnen? Daft Punk had natuurlijk al wel een ‘paar’ fans, het succes is natuurlijk deels gebaseerd op het verleden. Maar je kan er wel wat van leren. Eerst benader je de mensen die heel dicht bij je staan: je invloedrijke vriendjes. Die vriendjes vertellen het weer aan hun vriendjes. Zo bouw je beetje bij beetje de boel op. Het is een slimme manier om een dienst of product op het net te zetten. Laten we het concreet proberen te maken. Stel je bent een producer, een beginnend artiest. Je hebt hier en daar wat media-aandacht gehad, je treedt een keer per maand op, maar je wil die volgende stap maken. Wat is jouw advies? Ik zou kijken welke spelers om je heen, welke relaties iets zouden kunnen betekenen. Kijk naar de middelen die je tot je beschikking hebt: je website, app, sociale kanalen. Kijk hoe je dat allemaal kan verbinden om een nieuw inzicht te krijgen. Verder zou ik kijken wie online de grootste beïnvloeders zijn. Op basis van die inzichten zou ik de volgende stap maken. Wat voor inzichten zouden dat dan kunnen zijn? Als je bijvoorbeeld een keer door Paradiso bent gevraagd om op te treden, kan je ze vragen om de gegevens van de kaartverkoop. Die kan je koppelen aan de Facebookvrienden die je hebt. Dan heb je een inzicht. Degene die naar het concert is geweest en op je Facebook actief is, kun je inzetten door met hem te gaan kletsen. Hoe vond hij het? Of je deelt een foto waar hij misschien op staat. Hij is een grote fan, iemand die vooraan staat. Die vinden dat soort dingen tof. En het is toch ook te gek als jouw grote held je persoonlijk aanspreekt? Maar een artiest moet toch muziek maken in plaats van Facebooken? Die instelling hoort bij de oude muziekwereld. Het verschil ontstaat uiteindelijk als je iets meer doet dan alleen muziek maken. Kijk naar de fashionblogs en de lipstickmeisjes, die zijn niet voor niks zo succesvol op het net. Die proberen vriendinnen te maken, zij vinden onderweg uit hoe ze dat moeten doen en waar ze het over moeten hebben en heel langzaam worden ze belangrijk. Zo worden nu zelfs e-commerceplatformen oftewel online winkels opgericht. Hoe gaaf is dat? Van reviewer van producten of het geven van tips word je ineens verkoopkanaal. Wat zij kunnen, kunnen artiesten ook, alleen moet je er wel tijd insteken en met een gedegen plan aan het werk gaan. En tot slot niet vergeten dat je als artiest een relatie met je fans hebt. vananaloognaardigitaal.nu



67

feature TEKST eelco couvreur Beeld catharina gerritsen

Rwina Records al vijf jaar lang verrassend

‘Emmen.’ Die zag je niet aankomen, hè?, zegt Chafik met twinkelende ogen als ik hem vraag of hij geboren en getogen Amsterdammer is. Het is een januari avond en op zijn uitnodiging ben ik naar het huis van hem en zijn gezin in Osdorp gefietst. Chafik draagt een jalaba, okergele babouches en er is thee. Heel veel Marokkaanse, mierzoete thee. ‘Het geheim? Dat is niet zo spannend, hoor. Wij gooien gewoon twee keer zoveel suiker door de thee.’ Al vijf jaar lang verbaast Chafik met opvallende muzikale keuzes op zijn Rwina-label vriend en vijand. In de beginperiode gaf hij de donkere geluiden van Starkey en Terror Danjah een plek, maar toen zijn project het dubsteplabel kreeg opgespeld draaide hij het roer met een ruk naar links. De experimentele elektronica van niet altijd even goed begrepen talenten als Jameszoo en Kramphaft vond zijn weg naar Rwina, later gevolgd door de dubtechno van Single Point Edge. ‘Wat voor muziek wil jij nou eigenlijk uitbrengen?’, is een vraag die Chafik meerdere malen is gesteld. Zijn verhaal leest als een klassieke migrantengeschiedenis. Chafiks vader kwam eind jaren zeventig als gastarbeider naar Nederland en belandde via Amsterdam in de provincie. ‘In Emmen woonden wij in een achterstandswijk. Je had hier veel minderheden; een Joegoslavische gemeenschap, Turken. Die mensen werden allemaal in een spiksplinternieuwe

jaren zeventig wijk gepropt. Rijen van flats. Waar ik woonde zag je geen Nederlanders. Oma Grietje was de enige blanke in onze wijk. Iedereen kende Oma Grietje.’ Chafiks vader komt af en toe naar zijn optredens en ziet dan dat het goed is. ‘Hij vindt het vet. Hij was samen met mijn moeder op de Rwina-avond vorig jaar op 5 Days Off. Dat vond ‘ie te gek, maar ook heel wazig. ‘Die mensen zijn echt leip, kijk die blanke benen van die gast in korte broek?!’ Hij begreep het niet. Logisch ook, want voor hem ontbreekt de context. Maar ik zie ook dat hij trots is.’ Die trots zit blijkbaar in de familie. Het is mooi om te zien met hoeveel passie en bevlogenheid Chafik vertelt over waarom hij doet wat hij doet. Waarom hij de muziek uitbrengt die hij uitbrengt. In Emmen luisterde hij als tiener naar de hiphop van Eazy-E en N.A.W., toen hij als HTSstudent in Groningen belandde kwam hij via de roemruchte Technootjes-avond in aanraking met techno. ‘Vanuit Groningen pakten we dan de trein naar Shockers, een technofeest van ID&T in de RAI. Die ragtechno van DJ Rush en Marco Bailey toen, dat was indrukwekkend.’ Zo indrukwekkend dat Chafik begon als techno-DJ. ‘In 2005 gaf een vriend mij op voor een DJ-contest. Ik leende een week lang een stel krakkemikkige platenspelers. Ik kon voor geen meter mixen, stond ik daar. Dat optreden was een ramp, maar ik had de smaak te pakken.’


68 rwina records

Chafik in real life

Vorig jaar zag ik Chafik voor het eerst in levende lijve op het Buma Rotterdam Beats festival. Daar zat hij op een podium in de functie van panellid ongekend chagrijnig te zijn. Zijn blouse tot aan de nek dichtgeknoopt, gezicht stevig in de oorwurmplooi, bits antwoordend op de vragen van de discussieleider. Nu we samen aan de thee zitten lijkt hij in niks op de arrogante labelbaas van toen. ‘Ik zat me daar dood te ergeren,’ lacht hij terwijl hij nog wat warm suikerwater in mijn glas giet. ‘Ik zat toen met twee collega-labeleigenaren op het podium. Die jongens deden alsof het runnen van een label een exacte wetenschap is. Ik vond dat zo raar. Ik vind dat je jezelf niet té serieus moet nemen, en al helemaal niet als je in een panel aan allemaal jonge kids komt vertellen hoe het moet.’ [Lacht] ‘Ik probeerde echt mijn best te doen om er nog iets van te maken, maar het lukte me gewoon niet. Ik moet wel met iemand kunnen levelen, anders houdt het op.’ Geen exacte wetenschap en er moet een klik zijn. Zie daar twee essentiële pijlers onder het Rwina-fundament. Het zegt iets over de manier waarop Chafik in het leven staat. Bovendien blijft het niet bij het runnen van een label alleen. De andere helft van zijn werkweek is gereserveerd voor een doel dat een maatschappelijk belang heeft: hij is sociaal werker en begeleidt kinderen met een zware vorm van autisme. ‘Het is leuk hoor, kunnen leven van muziek. Maar ik vond het op een gegeven moment ook een beetje leeg worden. Als ik met die kids aan het werk ben, leef ik in een compleet andere wereld. De muziekbusiness is ontzettend oppervlakkig. Plaatje maken, in het weekend naar de club, drankje, praatje. Terwijl het bij die autistische kinderen om heel basale dingen gaat. Die moet ik letterlijk door het leven begeleiden. Voor mij is die balans perfect.’ Toen er nog geen Rwina Records was en Akkachar vooral naam had opgebouwd als dubstep DJ begon het te wringen. Zo’n specifiek stempel vond ‘ie maar niks. ‘Ik vond het prima om dubstep te draaien, maar ik vind veel andere muziek net zo tof. Dat wilde ik graag laten horen. Ik kreeg toen de kans om via Triple Vision, een Rotterdamse distributeur, een label te beginnen. Dat heb ik toen gelijk gedaan. De eerste release was een bootleg Starkey. Tijdens een Sonic Warfare-avond in de Melkweg ben ik toen met die track terwijl hij stond te draaien op Joker afgestapt: ‘Hier, misschien wil je dit eens checken?’ Nog geen minuut later mixte hij die track erin. Ik en mijn vrienden werden gek.’ Het is het begin van een doldwaze safarireis langs de meest exotische elektronische genres, want valt geen lijn te ontdekken in de discografie van Rwina Records. Na de streetbass van Starkey stuiter je in de grime van Terror Danjah en lijnrecht tegenover de favela booty van Jameszoo staat de sfeervolle techno van Single Point Edge. ‘Wij hebben een tijdje in de grime-hoek gezeten. Swindle bijvoorbeeld. Hij maakte zijn debuut bij ons, kijk hoe hard hij nu gaat. Rachet is een ander voorbeeld, maar ook Eprom. Die hebben we via MySpace ontdekt. Ik heb hem vrijwel meteen

een bericht gestuurd. Ik moest en zou die muziek tekenen. Dat werd de Humanoid EP. [Lacht] Ik heb toen trouwens een stomme fout gemaakt. Ik kreeg van hem de allereerste keuze, mocht zelf bepalen welke van zijn tracks op Rwina zouden komen. Toen heb ik ‘Shoplifter’ laten liggen, omdat ik niet over wilde komen als het volgende, beukende label. Het verhaal van die Shoplifter track is bekend. Dat werd een enorme hit. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan, had ik maar iets langer getwijfeld.’ Twijfel was er nooit over een van zijn Nederlandse protegés. Kramphaft is het alias van de Utrechtse producer Joris van Grunsven. Deze beatkunstenaar mag connaisseurs als Giles Peterson en DJ Shadow tot zijn fans rekenen, maar zijn grootste fan zit waarschijnlijk hier tegenover mij op de bank. ‘Triple Vision vond die shit toen echt grappig,’ grapt Chafik wanneer hij vertelt dat zijn distributeur de muziek van Van Grunsven eigenlijk niet wilde uitbrengen. ‘Ze vonden het te raar. Ze hadden net met moeite de muziek van Eprom een beetje verteerd, toen ik hiermee kwam aanzetten. Qua timing was dat niet helemaal handig. ‘Dit is geen dubstep? Wat is dit!?’, vroegen ze. Maar de Makin’ Magic EP kwam er toch. Het bleek de basis voor verdere samenwerking tussen Joris en Chafik. ‘Hij heeft zo’n sterke visie,’ klinkt het vol bewondering. ‘Hij weet precies wat hij wel en niet wil. Ik heb dat ook, daarom hebben wij die klik. Hij belde mij een keer op, ik neem de telefoon op en het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Chafik. Stilte. We moeten echt praten man.’ Ik gierde van het lachen, alsof we een getrouwd stel zijn, haha. Maar hij wilde alleen vertellen wat ‘ie in een van zijn tracks anders wilde hebben. Ik ga soms ook met hem wandelen. Dan filosoferen we ondertussen over een nieuw project. Ik vind dat persoonlijke contact met een artiest heel belangrijk.’ Risto Roman alias Desto is nog zo’n producer die allesbehalve hap-slik-weg muziek maakt, en niet overal in het juiste pulletje valt. Chafik heeft hem hoog zitten. ‘Ik snap ook wel dat dat moeilijke muziek is. Maar ik voel het gewoon. Toen ik bezig was met het samenstellen van zijn No Sleep EP kreeg ik een mail van Mala. Of ik een WAV’je voor hem had, dan kon hij het een op een dubplate (een speciaal soort acetaanvinyl, red.) laten persen. Pfff. Dan heb ik wel even een momentje, hoor. Zo tof. Dat is bijna een soort van zegen die je dan van zo iemand krijgt.’ Niet alleen de distributeur of muziekliefhebbers om hem heen hebben moeite met het kaderen van de muziek op Rwina, ook het journaille slaat volgens Chafik regelmatig de plank mis. ‘Dan lees ik die reviews en dan zie ik dat ze echt hun best hebben gedaan, maar deze muziek heeft totaal geen context, en daar is de pers wel altijd naar op zoek. Het is dit, het is dat. Ik moet daar vaak een beetje om glimlachen.’ Zo af en toe moet hij zijn artiesten beteugelen. Zoals nu bij het aanstaande album van Kramphaft. ‘Hij krijgt van mij alle vrijheid, maar het is wel aan mij om te zeggen, misschien


69 rwina records

dat je deze track wel en deze beter niet op deze plaat moet zetten. Mitchel (van Dinther, alias Jameszoo red.) is ook zo iemand. Ook al is hij nog maar een broekie, ik vertrouw die jongen gewoon. Ga maar los.’ Met Rwina, Jameszoo en Kramhaft gaat Chafik binnenkort een tour door Amerika doen. Een showcase doen op SXSW, hét festival waar de acts van de toekomst een podium krijgen. Daarna door naar Californië om bij beatsmekka Low End Theory een labelavond te hosten. Voor Chafik wordt het zijn tweede Amerikaanse tour. ‘Ik hoop wel iets meer van het land te kunnen zien dit keer. Ik heb tijdens die eerste tour zoveel nieuwe indrukken opgedaan, ik heb serieus tijd nodig gehad om dat te kunnen verwerken. Op een positieve manier he, want je komt echt op de raarste plekken, je weet nooit wat je kunt verwachten. Ik was met Joris in California. Die club daar was een soort Bolle Jan, een bruine kroeg. Wij dachten nog dat we in de maling werden genomen. Maar we gingen soundchecken en konden onze oren niet geloven. Ze hadden een VOID-geluidssysteem gehuurd. Normaal gesproken gebruik je dat voor een mannetje of duizend, in die club pasten 300 man. Superhard maar superzuiver geluid. Je kon je hoofd gewoon in de boxen steken, deed geen pijn. Die avond was stijf uitverkocht, het was een van de beste avonden die ik ooit heb gehad.’ Qua muziek zit er veel moois in het vat. Onder andere een album van de Nederlandse cultproducer I.N.T.. Chafik is trots op de signing. ‘Hij is een tijdje van de radar verdwenen, niemand wist eigenlijk waar hij uithing. Toen ik een keer met Jameszoo zat te ouwehoeren zeiden wij tegen elkaar: ‘Waar is die gast gebleven?’ Mitchel zei ook: ‘Als jij hem vindt weet je gewoon dat zijn harde schijf vol zit met goud.’ Toen heb ik een tijdje geprobeerd om contact met hem te krijgen, maar hij reageerde nooit ergens op. Hij bleef een soort mythe voor ons, tot ik hem bij de muziekconferentie van Buma Rotterdam Beats tegenkwam. Hij kende mijn label want hij had weleens met Y’skid gehangen, een producer die ik goed ken. We maakten een afspraak en inderdaad: die harde schijf stond vol goud. Het liefst zou ik meteen een album uitbrengen, maar we beginnen rustig met een EP. [Lacht] Ik weet zeker dat ik door deze move weer een hoop critici in mijn nek krijg, maar dat vind ik heerlijk. Je gooit hun hele houvast dan in de war. ‘Maar Rwina deed toch dit en dit? Die snappen het dan even niet meer. Vind ik grappig. Maar echt, die muziek van hem, pfff, niet normaal gewoon.’ Op 13 en 14 maart doet Rwina twee showcases op het SXSW Festival in Austin, Texas. Er komen singles aan van The Titts (Jameszoo & Y’skid) en Akka, gevolgd door een album van Kramphaft in juni. I.N.T. brengt gelijk na de zomer zijn album uit. Ook komt er een EP van I.N.T. met een track van Guilty Simpson.

rwinarecords.com


70

feature TEKST eelco couvreur Beeld pagina 70, 74 de fotomeisjes Beeld Olaf, pagina 73 Jos Kottmann Beeld pagina 76 rené passet

De l a at st e 313 dagen va n T rouw Nog elf maanden en dan moet de beste club van Nederland zijn deuren sluiten. Tot zover niks nieuws, TrouwAmsterdam was vanaf dag één een tijdelijk project. Het pand aan de Wibautstraat was en is eigendom van een woningcorporatie en is verkocht aan een vastgoedondernemer. Dat we de unieke locatie met dito programmering gaan missen is een understatement. Creatief directeur Olaf Boswijk over de plannen voor het laatste jaar, hoogte- en dieptepunten en de onzekere toekomst. Het einde is in zicht, dat lijkt me een vervelend gevoel? [Lacht] Iedereen begint steeds maar over het einde, maar we hebben nog een heel jaar te gaan, hoor. Maanden waarin we ontzettend veel mooie dingen gaan doen. Toen je begon was een van je doelstellingen: ‘Trouw een toevluchtsoord maken.’ We zijn nu vier jaar verder, is het gelukt? Toevluchtsoord klonk wat ambitieus en misschien ook wel een beetje hoogdravend. Maar qua gevoel wilden we dat wel bereiken. Trouw is voor veel mensen wel een soort van thuis geworden. Een plek waar je graag komt om je vrienden en bekenden te zien. Je weet dat de sfeer altijd goed is en de muziek ook.



72 De laatste 313 dagen van Trouw

Is de sfeer voor jou belangrijker dan de muziek? Muziek was en is altijd mijn drijfveer geweest. Ik kon er echt flink van balen als een DJ niet goed was of er niet genoeg bezoekers waren. Maar ik realiseer me nu dat de energie van een avond misschien nog wel belangrijker is. Wellicht is het ook mijn leeftijd. Dat ik daar iets gelatener in ben geworden. Ik kan me er makkelijker overheen zetten als iemand niet goed presteert. Als programmeur kan je allerlei randvoorwaarden creëren maar als iemand het dan laat afweten, tja dat kan ik er verder ook niet zoveel aan doen. Maar om antwoord te geven op je vraag: sfeer is minstens zo belangrijk. Diversiteit qua publiek is altijd een belangrijk speerpunt geweest. Is Trouw de smeltkroes van mensen geworden die jij voor ogen had? Nee, niet helemaal zoals ik dat het liefst zou willen. Ik denk wel dat je nog steeds verschillen hebt in het uitgaanspubliek. Wij bereiken qua leeftijd en afkomst een vrij breed publiek, maar als je over het algemeen naar het club en festivallandschap in Nederland en misschien ook wel Europa kijkt, is het relatief blank, hoog opgeleid en tussen de 18-35 jaar. Maar je mist de excentriekelingen? Die zien we hier ook nog wel, mensen die komen voor de vrije sfeer. Maar het zouden er meer mogen zijn. Ik voel me hier tussen die kids weleens ongemakkelijk. Dat valt mij ook altijd op als ik bijvoorbeeld in Berlijn ben. Het publiek is daar ouder. Uitgaan en dancemuziek zijn mainstream geworden. Het is niet meer zo dat je eerst op je achttiende de studentenkroeg ingaat en dan als mid-twintiger ontdekt dat er illegale raves zijn. Nee, op je zeventiende weet je al dat de Trouw bestaat. En zodra je kan, dan ga je. In Berlijn zitten zaken als uitgaan en überhaupt kunst en cultuur dieper in de Duitse identiteit. In Nederland word je weleens raar aangekeken als je met je 35 of 40 jaar nog naar de club gaat. Ik vind het soms ook wel jammer, maar als je door muziek gedreven wordt kan het nog steeds relevant en te gek zijn. In hoeverre kan je dat sturen met deurbeleid? Tot op zekere hoogte, maar je nummer één tool om te sturen is je programma. Je kan wel allemaal oude legendes neerzetten, maar op een gegeven moment houdt dat ook op. Dan is het niet actueel meer. Er zijn ook oude legendes die van hun troon zijn gevallen. Of ze kunnen het niet meer waarmaken of vragen teveel. Het moet strikt genomen ook niet uitmaken. Of er jonge mensen naast je staan of niet. Dat is juist de bedoeling van een club, dat je accepteert dat er zwart, geel, jong, oud, gay, hetero voor je staat. Stoor jij je aan de prijzen van artiesten? De inflatie van de DJ fees is absurd momenteel. Als gevolg gaat je ticketprijs omhoog. Dan merk je op een gegeven moment dat die kids dat helemaal niet meer kunnen betalen. Maar die heb je wel nodig. Ik vind het heel sympathiek dat je altijd voor acht euro binnen kan komen (8 voor middernacht, oftewel wie voor middernacht binnenkomt betaalt slechts acht euro, red.). En het werkt.

Je laat straks een leegte achter. Heb jij als boegbeeld inmiddels ook niet een bepaalde verantwoordelijkheid naar je publiek toe? Heb ik dat ja? In welke zin? Je hebt wekelijks een uitverkocht huis, de zaken gaan goed. Je kán er eigenlijk niet zomaar mee stoppen. Je zou op z’n minst je kennis door moeten geven aan een nieuwe generatie. Dat ben je verplicht aan al die mensen die wekelijks een kaartje kopen. In principe is een van mijn doelstellingen dit jaar om de jonge mensen die hier intern werken op te leiden, zodat ze straks zelf ook iets soortgelijks kunnen opzetten. Vooral het gedachtegoed, het gevoel en de manier waarop we dingen doen moet overgedragen worden. Het hoeft geen kopie van Trouw te worden. Ik ben in mijn tijd ook geholpen door mijn oude werkgevers. De voorlopers van 11 en Trouw waren Club de Ville, de Gasfabriek en andere tijdelijke projecten. Daar had ik persoonlijk niks mee te maken maar zij hebben al een pad geplaveid waar wij profijt van hebben gehad. Ik hoor dit best vaak. Die verantwoordelijkheid die ik zou hebben. En ik snap ook dat je het zegt, maar ik voel dat niet zo. Ik vind het wel belangrijk dat jonge mensen de kans krijgen om de dingen te doen die ik ook heb kunnen doen. Ik kan die deur wel voor ze op een kiertje zetten, maar ze moeten die deur zelf opentrappen. Voor mijn gevoel heb ik jaren lang heel veel gedaan en gegeven en dat vergt veel van je lichaam en je privéleven. Nu kan en wil ik misschien wel iets heel anders doen. Een van die dingen is de nieuwe generatie helpen zelf iets te creëren. Dat is geen verplichting of verantwoordelijkheid, maar een wens. Omschrijf het gedachtengoed van Trouw eens? Dit bedrijf is vooral gebouwd op het feit dat we doen wat we te gek vinden en daarmee mensen willen inspireren. We wilden dingen doen die hopelijk over tien jaar nog herinnerd zullen worden. Doel was en is niet perse winst maken. Je hoeft niet voor commercie te kiezen om commercieel te slagen. De gedachte dat je heel commercieel moet denken om je geld te verdienen is een beetje in onze kapitalistische maatschappij geslopen. Dat is helemaal niet waar. Ik denk dat wij dat bewijzen. We hebben er drie á vier jaar lang hard voor moeten knokken en bloeden, maar vooral het laatste jaar hebben we gezien dat het kan. 11 (voorloper van Trouw red.) had hetzelfde, die hadden het ook super zwaar de eerste twee jaar. Het is echt the hard way, maar uiteindelijk slaag je, als je bij je eigen visie blijft. Dan wordt het alleen maar krachtiger. Dus om bezoekersaantallen hoef jij je niet meer druk te maken? Nee, het gaat erom dat we de goeie mensen binnenhalen. De mensen die de juiste verwachtingen hebben, die weten wie we zijn en wat we doen. En mensen die niet alleen maar


op de hype of de naam Trouw afkomen. Dat is een paradox, want jarenlang wil je juist dat mensen komen voor die naam. Niet alleen voor de line-up. En als je dat punt eenmaal hebt bereikt, dan is dat tipping point zo groot. Dat er ineens massa’s mensen komen, waardoor het oude publiek denkt ‘wat is het hier druk en wat is iedereen jong’. Dan ga je ten onder aan je eigen succes? Ja, inderdaad. Want wat er dan vaak gebeurt is dat de mensen die je vanaf dag een binnen had, zich ervan afkeren. Wat me opvalt qua programmering is dat er een vaste groep artiesten is die om de zoveel tijd in Trouw staat. Dan heb ik het niet perse over de residents, eerder over buitenlandse artiesten die 2 of 3 keer per jaar terugkeren. Klopt het dat jij liever DJ’s boekt waarmee je een klik hebt? Als ze de zaal afbreken is dat mooi meegenomen, maar dat is secundair. Ik ben er wel met de jaren achter gekomen dat de meest leuke en succesvolle avonden, de avonden zijn met artiesten waarmee je op zoveel mogelijk vlakken het beste klikt. Met het publiek, natuurlijk ook de muziek, en artiesten die het leuk vinden om hier te eten. Die het waarderen dat ze in

een oude Mercedes worden opgehaald in plaats van een shiny luxe BMW. Als een van die elementen wegvalt, dan wordt het al gauw een kille en zakelijke transactie. Daar zijn er al genoeg van in deze wereld. Stoor jij je aan de sterallures van sommige artiesten? Er is iets verloren gegaan. Sommige artiesten hebben een ‘wees blij dat je me kan boeken’ houding. En er moet aan allerlei eisen worden voldaan. Maar eigenlijk is het hele idee: iemand nodigt jou uit om je muziek te komen spelen. Die promotor en het publiek betalen daar voor. Vooral die promotor legt z’n ballen op het hakblok, betaalt heel veel geld en loopt risico zodat jij daar kan staan. Dat wordt onderschat en dat mechanisme is totaal uit balans. Tien jaar lang waren de promotors de grootste klootzakken van de dancemuziek. Die liepen er met het geld vandoor en hebben jarenlang artiesten uitgebuit. Dat is in sommige gevallen volgens mij compleet omgedraaid. Als je bepaalde agenten hoort, zijn promotors onbetrouwbaar en nemen ze bijvoorbeeld hun telefoon niet op. Met dat wantrouwen heb ik heel veel mee te maken. Het moet in balans zijn. Ik ben blij dat jij hier bent, jij bent blij dat ik hier ben. En als je dat hebt, dan klopt het.


Een opmerkelijk fenomeen in de wereld van promotors en festivaldirecteuren is de zogenaamde exclusiviteit. Een club of festival boekt een artiest, op voorwaarde die dezelfde artiesten een aantal weken voor en een aantal weken na het evenement geen andere boeking in Nederland aanneemt. Zo behoudt de organisatie ‘exclusiviteit’. Ook Trouw heeft hiermee te maken.

En wat zegt hij dan? ‘Ja, nee, ik weet het gap, haha, bij jou, ja ik gun het je, maar ik moet één lijn trekken. Als ik bij jou een uitzondering maak, dan zijn alle schapen over de dam.’ En dat snap ik ook wel, hoor. Hij betaalt waarschijnlijk een absurd hoog bedrag voor een Marcel Dettman en dan wil hij niet dat hij overal staat. Maar het klopt niet.

Leg jij artiesten exclusiviteit op? Nee. Men verwijt mij dat weleens, maar ik doe het niet. Het is me ooit door Studio 80 verweten dat ze nooit Seth Troxler kunnen boeken. Maar dat is gewoon Seth Troxler zelf, die drie jaar geleden voor ons heeft gekozen toen we hem als resident vroegen. Dan zeggen hij en zijn agent tegen andere clubs in Nederland: ‘Nee, ik speel alleen in de Trouw.’ Dat is gewoon een keuze. Ik ben het ook juist een beetje aan het loslaten, die exclusiviteit. Zes weken ervoor en erna. Weet je, dat is echt een promotor-ego ding waar het publiek niks van weet. Als agenten van residents of buitenlandse artiesten vragen of ik er ok mee ben dat iemand ergens anders staat dan zeg ik vrijwel altijd ‘ja’.

Het is denk ik ook een doodlopende weg. Ik zeg tegenwoordig tegen artiesten en bookers dat ze absoluut moeten doen wat ze willen. Artiesten willen zoveel mogelijk dingen aanpakken, veel draaien en geld verdienen, en dat is hun goed recht. Mijn standpunt is dat loyaliteit wordt beloond. En als jij een gig aanneemt drie weken later na je optreden in Trouw, of te vaak in Nederland staat, dan ga ik een volgende keer niet heel veel moeite doen. En dat is gewoon een nuchtere, realistische aanpak. Gelukkig zijn we vooral in het laatste jaar op een punt beland, dat mensen er gewoon nog een of twee keer willen staan.

Heb je er andersom last van? Dat jij een artiest wilt boeken? En dat Rocco Veenboer van Awakenings, berucht om zijn exclusivteitsdeals, zegt: ‘Dat gaan we niet doen Olaf.’ Ja, Rocco wel ja, haha. Dan zeg ik ook tegen hem: ‘Gast?! Je verkoopt ik weet ik niet hoeveel tickets en jij bent bang voor een clubshow van een artiest die €1000 euro krijgt en waar 500 man op afkomt? Waar hebben we het over?

Ik vind het vooral sneu voor de lokale jongens. Die mochten met ADE dan maar één avond spelen. Er zijn 500 feesten in de stad, niemand vindt het erg als een San Proper drie keer in de week draait. En er wordt geen kaartje minder om verkocht. Dus ik vind die hele exclusiviteit veel te ver gaan. Is er een weg terug? Hoe belangrijker al die line-ups worden voor festivals, hoe meer er wordt gesmeten met namen, des te meer ik


75 De laatste 313 dagen van Trouw

daar niet mee bezig wil zijn. Er zijn meer manieren om een fantastische avond neer te zetten. Ik probeer weg te blijven van die inflatie van de hele DJ markt. Dat is sowieso een trend in ons programma van de laatste twee jaar. De reden waarom een Gerd Janson of dat soort mensen er nog steeds drie of vier keer per jaar staan, is omdat ze het gewoon nog verschrikkelijk goed doen als ze hier zijn. Net als onze lokale residents. Dat kun je niet altijd zeggen van de nieuwste populaire namen. Ik wil scherp blijven programmeren. En de trend is dat artiesten soms met bepaalde eisen komen, ‘ik wil wel met die en niet met die, ik wil perse primetime van 02:00 tot 04:00, geen minuut langer, dit is mijn rider en dit is wat ik vraag’. Rollen lijken wel omgedraaid maar artiesten en agenten zijn geen programmeurs en programmeren is een vak. Ik denk dat je als programmeur nog steeds bijzondere combinaties kunt neerzetten die vernieuwend kunnen werken. Maar het heeft niet altijd zin om alleen maar vet grote namen op een line-up de zetten, dat werkt niet altijd. Waren er ook dieptepunten in de afgelopen jaren? Waar ik wel heel veel moeite mee heb is de mensen die ik heb moeten ontslaan toen het water aan onze lippen stond en er harde keuzes gemaakt moesten worden. We hadden twee mensen op communicatie, twee mensen op programma, twee mensen op productie. Ga maar kiezen. Ik ben heel lang blind geweest voor die keuze. Ik wilde het koste wat het kost halen. Maar uiteindelijk hebben we toen dus moeten reorganiseren. Ik zie dat nog steeds als een van de grootste dieptepunten van Trouw. Is dat de keerzijde van de manier waarop jij je bedrijf runt? Op een niet-commerciële en heel persoonlijke manier? Ja, dat is de charme maar ook wel de zwakke plek van Trouw. We zijn allemaal vrienden, het is een grote familie. En dat is te gek als het allemaal goed gaat. Als het moeilijk wordt dan is dat meer dan kut. Je kan elkaar dan ook beschadigen. Zo heb ik Job Jobse, een vriend en voormalig programmeur, moeten ontslaan. Het mooie is wel; we zijn nog steeds vrienden. En hij is er sterker dan ooit uitgekomen. Ik was altijd vrij streng op zijn DJ carrière. Ik vond niet dat hij zichzelf teveel mocht programmeren hier, hij moest hier ’s nachts van mij zijn om DJ’s te ontvangen en om te kijken hoe het ging. En vanaf het moment dat hij weg is gegaan bij Trouw, is zijn DJ carrière sky high gegaan. Ik heb hem nog nooit zo gelukkig gezien. We zijn er uiteindelijk allemaal beter van geworden. Ben jij zelf op een clubavond altijd aanwezig? Nee, ik kom in principe elke week, minimaal een dag in het weekend. Maar ik ben er bijna niet meer tot het eind. Ik heb het jarenlang gedaan, doordeweeks en in het weekend, maar dat houd ik gewoon niet meer vol. Dus programmeur van Trouw zijn kan vanachter je bureau? Ja, dat is de paradox van dat ik vroeger in de muziek wilde

werken en absoluut geen kantoorbaan wilde. Tien jaar later realiseer ik me dat ik acht uur per dag achter een laptop en in vergaderingen zit. Heb je daar vrede mee? Dat is oké, maar op een gegeven moment wil ik wel iets anders. Ik heb het er vaak met Darko Esser (programmeur van Doornroosje én drukbezet artiest red.) over gehad. Hoe doe je dat nou? Hoe kan je nou een label runnen, een DJ carrière hebben, live shows doen en toch Doornroosje blijven programmeren? Hij vertelde me dat ik er eigenlijk helemaal niet altijd hoefde te zijn. Je moet gewoon hele goeie mensen om je heen hebben, de nachtmanagers. Dan komt het helemaal goed, ik vind dat ook leuk. Vroeger kenden de DJ’s mij alleen als ze hier kwamen. Inmiddels kennen ze Twan, of Saar of Tijn, of de lichtman en de geluidsman. Sta jij op dit moment voor de volle 100% achter iedere clubavond die momenteel in de Trouw plaatsvindt? Ja. Dus ook achter een Rauw, of een Joris Voorn die hier all night long staat? Ja. Ik vind die avonden minder goed bij Trouw passen. Luister naar de laaste sets die Joris bij ons heeft gedaan, daar is muzikaal gezien echt niks op aan te merken. Sterker nog, dat zijn echt goede sets. De frequentie van die twee avonden gaan we wel iets terugschroeven het laatste jaar. Waarom? Omdat er een aantal avonden bij is gekomen die ik de ruimte wil geven, maar ook omdat veel jonge residents de kans hebben gekregen en het heel goed doen. En ik vind dat die avonden bijzonder moeten zijn. Ik vind dat Rauw nog steeds bestaansrecht heeft, maar niet een- of tweemaandelijks. Dat geldt ook voor een minder frequente avond als Ontrouw. Dat dwingt hen om scherper te zijn. Voor Joris geldt dat ook. Hij is een grote artiest geworden. Als hij twee of drie keer per jaar hier speelt dan gaat dat heel goed, maar het moet niet meer zijn dan dat zijn. Hoe gaat zo’n gesprek met Joost van Bellen dan? Zeg je dan: ‘Hey Joost, het mag wel iets scherper allemaal?’ [Lacht] Dan geef ik aan dat ik anderen ook de ruimte wilt geven. En dat ik dichtbij de basis wil blijven van wat Trouw eigenlijk is. Wat dat betreft zit Rauw wel een beetje aan de buitenkant van het muzikale spectrum. Maar de relatie tussen mij en Joost gaat heel ver terug. Het is een fantastische man om mee te werken. Hij vindt het niet leuk, want hij vindt het hier helemaal te gek. Maar daar komen we wel uit. Over die jonge talenten; er komen er weer een paar bovendrijven. Ik begrijp dat Jean Pierre Enfant zijn eigen vaste avond krijgt? Hij is nu al redelijk succesvol met Les Enfants Terribles (LET). Wat zie je in hem? LET is een hele goeie, getalenteerde organisatie, maar dat



77 De laatste 313 dagen van Trouw

zijn ook vier jongens bij elkaar die allemaal verschillende meningen hebben. Jan Pieter moet zich als DJ vaak aanpassen om binnen het grotere geheel van LET te blijven passen. En op een gegeven moment wil je als DJ ook een beetje je eigen ding creëren, dat vind ik ook heel gezond. Eén van jouw andere protegés is Jan van der Lugt, vertel. Jan zag ik hier al vaak als bezoeker en ik hoorde steeds meer berichten dat het een talent was om in de gaten te houden. Maar goed, ik kom bijna nergens anders dan hier, haha. Ik had wel setjes van hem geluisterd, die vond ik heel goed. Nuno dos Santos sprak ook heel lovend over hem. Toen heb ik hem gewoon een keertje neergezet en hij heeft het sindsdien supergoed gedaan. Als een club eenmaal goed loopt, wordt het voor nieuwkomers makkelijk om in te stromen. Wat dat betreft is Jan echt met zijn neus in de boter gevallen. Elias Mazian is er ook zo een. Tim Hoeben, Jasper Wolf, Maarten Mittendorff, Interstellar Funk en Young Marco doen het ook super goed. Die kunnen het niveau aan. Het is een grote zaal. Wat kunnen het komende jaar verwachten? Qua randprogrammering komen er mooie dingen aan. Zo zijn we bijvoorbeeld bezig met een samenwerking met vier gerenommeerde musea: het Tate Modern (Londen), MoMa (New York), Palais de Tokyo (Parijs) en Beirut (Cairo). Wat betreft nieuwe clubavonden Jean Pierre Enfant dus, maar ook Boris Werner en William Kouam Djoko starten ieder apart een eigen avond. Ontrouw komt er weer aan. De Raad van 11. These Guys, Tape en Soundmachine debuteren in de Verdieping. Er komt een reeks experimentele (elektronica)concerten in samenwerking met Atonal Berlin met onder meer het Moritz von Oswald Trio en er komen meer weekenders. Rush Hour en LET hebben beiden een weekender gehad en gaan een nog eentje doen. Een aantal andere internationale labels gaat weekenders doen. Dus het bevalt, die 24-uursvergunning? Ja, maar het gaat niet zonder horten en stoten. Het is voor het personeel ook wel heel heftig soms. Ik bedoel, als ik er ben is het vijf uur ‘s nachts dat ik de deur uitga, maar tegenwoordig gaan we vaak tot zeven of acht uur door. In een hele gekke bui wil me dat nog wel eens lukken, maar eigenlijk haal ik dat echt niet meer. En dan komen er allemaal mensen vanuit de hele stad aan fietsen, maar wij doen de deur dan gewoon vaak dicht. Het is een cadeau voor de mensen die binnen zijn. We houden niet altijd de kassa de hele nacht open, tenzij we echt tot zondag doorgaan. Dat vindt men weleens jammer. Maar ik zie die vergunning als een vrijheid, niet als een verplichting. Je komt een beetje op het punt dat het ‘de laatste’ alles is. De laatste keer ADE. Wordt het de laatste avond Laurent Garnier of wordt het de laatste keer Harvey? Maar dat zal er nog een beetje om spannen, dat weten we allemaal nog niet.

Wanneer stoppen jullie er eigenlijk definitief mee? Er is nog geen exacte einddatum. Dit pand is inmiddels door de huidige eigenaar, woningcorporatie Stadgenoot, verkocht aan Boelens & de Gruyter, een vastgoedpartij. Wij zijn slechts huurders. Die gaan hier een tweede vestiging van The Student Hotel beginnen, een hippe studentenhuisvesting voor zes tot twaalf maanden. Ze zijn vooral gericht op buitenlandse studenten. De huur loopt tot 31 december, dan moeten we de sleutels inleveren. En als je 1 januari moet opleveren moet je eigenlijk al 1 december stoppen. Dus nu proberen we voorelkaar te krijgen dat we pas 1 februari hoeven op te leveren zodat we door kunnen gaan tot 1 januari. Die 24-uursvergunning hebben we in theorie de komende vier jaar nog. Maar de Gemeente weet nog niet precies hoe dat zit. Hoort de vergunning bij de locatie, of is het gekoppeld aan de ondernemers, of beide? Het is voor hen ook de eerste keer dat ze zoiets doen. Voor ons is het wel van belang om te onderzoeken of we op een andere plek in aanmerking kunnen komen voor die vergunning, of dat die verbonden was aan de locatie. Daar is nog geen duidelijkheid over. We hebben een paar maanden geleden een eigen evaluatie gemaakt en een rapport toegestuurd naar de gemeente. Wat wij vonden van het hebben van een 24-uursvergunning van Trouw. Misschien moet ik de burgemeester daar eerdaags even aan helpen herinneren. Maar ja, de man is druk. Wel een goeie vent trouwens. Wat dat betreft is er denk ik wel een hoop veranderd in de verhoudingen tussen clubs en gemeente? Totaal. Ik snap ook echt niet dat mensen nog steeds zeiken op Van Der Laan. Vind ik niet cool. Dat stadsgesprek van het Parool toen. Jezus. 10, 15 jaar lang hebben alle nachtburgemeesters en alle promotors en alle Stutterheims gevochten. Dan komt er eindelijk wat… Het is ook geen vinger hè, het is een handreiking. Wij hebben altijd gezegd dat als wij dat goed doen, er andere clubs gaan volgen. En dat zie je volgens mij nu al gebeuren. Er worden veel meer vergunningen uitgedeeld. Dancecultuur is nog nooit zo serieus genomen door een burgemeester. Wat zijn jouw persoonlijke ambities voor dit jaar? Ik vind het steeds leuker worden, hoewel het af en toe superzwaar is geweest. Mijn doel voor dit jaar is nog meer plezier hebben. Meer loslaten, meer overlaten aan de jonge mensen, hen meer ruimte geven om leiding te geven, ervaring op te doen. Ik wil voor die gasten een situatie scheppen waarin ze misschien zelf wel iets te geks op kunnen bouwen. Zelf zou ik na Trouw weer nieuwe dingen willen ontdekken, wat dat betreft is het einde van deze plek ook een kans om weer iets heel anders te gaan doen en misschien wat tijd vrij te nemen. Maar voordat het zover is, wil ik wel een soort magie creëren in het laatste jaar. Iets waaraan mensen over vijf of tien jaar terug zullen denken. We hebben samen iets opgebouwd, en dat gaan we samen heel mooi afsluiten. Dat vind ik iets heel bijzonders.



79

underground noise TEKST Lisanne van Rookhuijzen

Laila Cohen De talentvolle fotografe Laila Cohen is geen onbekende van DJB. Ze is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de Tees & Sneakers rubriek van ons magazine, zie pagina 14. Wij zijn zo onder de indruk van haar werk dat we vinden dat ze een eigen podium verdient. Een podium van zes pagina’s welteverstaan, want zo goed vinden we Laila. We stellen je kort aan haar voor, maar geniet vooral van de prachtige beelden. Wie, wat, waar? Laila Cohen, 26 jaar en geboren en getogen in Amsterdam. Ik studeerde af als modefotografe aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Tijdens mijn studie switchte ik van de richting documentaire fotografie naar mode. Tijden mijn opleiding heb ik stage gelopen bij Annie Leibovitz en bij Ryan McGinley. Momenteel ben ik werkzaam als Freelance fotograaf. Waarom maak je het werk dat je maakt? De periode waarin ik documentairefotografie studeerde heeft invloed gehad op mijn werk. Ik werk graag samen met uitgesproken persoonlijkheden die me inspireren. Dit geldt voor mijn modewerk waarbij ik samen werk met modellen, stylisten en visagisten, maar ook bij het maken van portretten. Ik werk het liefst op locatie, als het even kan in de vertrouwde omgeving van het model/geportretteerde. Het is belangrijk voor mij om de beleving van de personen in mijn foto’s vast te leggen terwijl ze op hun gemak zijn en zich niet bewust lijken van de camera. Welke kunstenaar, artiest en/of fotograaf is een voorbeeld voor je en waarom? Ik ben onder anderen fan van Philip Lorca di Corcia, Viviane Sassen, Annemarieke van Drimmelen, Ryan McGinley, Tim Barber, Annie Leibovitz, Paolo Roversi en mijn moeder Joke Schole. lailacohen.com









87

feature TEKST Alfred Bos Illustratie The Garlic Myth

Alfrencyclopedie

Delia Derbyshire In de serie Alfrencyclopedie stappen we aan de hand van Alfred Bos - toch een beetje de Mart Smeets van de Nationale Elektronische Muziekjournalistiek - in een teletijdmachine. Maandelijks neemt hij ons mee terug in de tijd, om te laten zien aan welke helden van weleer we deze muziek eigenlijk te danken hebben. De andere afleveringen vind je op www.djbroadcast.nl Jarenlang was Delia Derbyshire (1937-2001) een anonieme medewerkster van de BBC Radiophonic Workshop. Ze maakte soundscapes en muziek voor massamedia – radio, televisie, popmuziek. Tegenwoordig wordt ze beschouwd als een van de meest invloedrijke elektronica-pioniers ooit. Waar komt het geluid van de radio en de televisie vandaan?


De BBC Radiophonic Workshop opende op 1 april 1958 en was opgezet om achtergrondmuziek en geluidseffecten te vervaardigen voor radio- en tv-programma’s van de Britse staatsomroep. Anonieme ‘muziek’ gemaakt door creatieven en technici die werkten met bandrecorders en toongeneratoren. Ook de Workshop-medewerkers waren anoniem; de BBC publiceerde hun namen niet op de aftiteling of in de programmagids. Pas tientallen jaren later kreeg Delia Derbyshire het krediet voor haar titelmuziek van de legendarische Britse tv-serie Doctor Who (1963), die elektro-

nische muziek introduceerde bij het massapubliek. Vijftig jaar nadien is die tune hét symbool voor het op wetenschap gebaseerde vooruitgangsdenken van de jaren zestig. Het is tevens Derbyshires iconische handtekening-in-geluid. Tegenwoordig heeft Delia Derbyshire wel de reputatie van onbezongen koningin van de Radiophonic Workshop die ze verdient. Tussen de tientallen muzikanten en technici die tussen 1958 en 1998, toen de afdeling werd wegbezuinigd, in de het Londense BBC-gebouw Maida Vale hebben gewerkt, was zij de meest getalenteerde, de meest avontuurlijke, de meest gedurfde, de meest visionaire. En, blijkt achteraf, de meest invloedrijke. Het genie van Derbyshire was dat ze van musique concrète popmuziek maakte. De term musique concrète is eind jaren veertig van de vorige eeuw gemunt door Pierre Schaeffer, de Franse componist die met de na de Tweede Wereldoorlog beschikbaar gekomen bandrecorder geluiden opnam en – dat kon toen voor het eerst – dat geluid manipuleerde; door het te versnellen, te vertragen, van echo te voorzien of achterstevoren af te spelen. In de eerste jaren van de elektronische muziek maakte men het onderscheid tussen de musique concrète van Schaeffer en de ‘pure’, geheel met filters en oscillatoren gegenereerde Elektronische Musik van Karlheinz Stockhausen. Schaeffers musique concrète was een academische affaire, ondoordringbaar voor ongeoefende oren. Delia Derbyshire gebruikte Schaeffers methode en creëerde er popdeuntjes mee. Voor een hele generatie was het de eerste kennismaking met elektronische muziek.


89 Alfrencyclopedie: Delia Derbyshire

Componeren op de fiets

Afgestudeerd in wiskunde en muziek aan de universiteit van Cambridge, solliciteerde Derbyshire in 1959 naar een studiofunctie bij platenmaatschappij Decca. Daar kreeg ze te horen dat ‘de studio geen plek is voor een vrouw.’ Een jaar later accepteerde de BBC haar als stagiaire voor de functie van studiomanager, een creatieve baan die haar paste als een handschoen. De voormalige stagiaire had aan een eenregelig verzoek van een programmamaker genoeg om een geluidshoorspel van dertig minuten maken. Ook draaide ze haar hand er niet voor om uit dierengeluiden een tune te boetseren. Derbyshire werd bij haar Workshop-collega’s bekend als de ultieme planner. Ze analyseerde de opdracht, brak het ‘probleem’ op in kleine brokken en bedacht voor elke stap een oplossing, daarbij geholpen door vrij associerend, lateraal denken. Als wiskundige had ze oog voor structuur en in creatief opzicht was ze een conceptualist. Soms componeerde ze op de fiets en het is voorgekomen dat het ritje van haar woning op Clifton Villas, boven de bloemenwinkel, naar het nog geen kilometer verder gelegen Maida Vale eindigde in Vauxhall, aan de overkant van de Thames. Abstract geluid was haar passie, een fysieke passie volgens haar zelf. ‘Ik wil originele, abstracte elektronische geluiden maken en die op een aantrekkelijke, toegankelijke wijze organiseren’, zei ze jaren later over haar muziek. Een fraai voorbeeld van Derbyshires werkwijze vormt de muziek die ze in 1971 componeerde ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van het Institute of Electrical Engineering. Ze nam de term IEE100 als uitgangspunt. Uit de morsecode voor de letters IEE creëerde ze een ritmische puls en voor de melodie baseerde ze zich op de accoorden B, E, E en C; de B is de I, maar dan een octaaf lager en de C staat voor de Romeinse notatie van het getal 100. Pink Floyd in de Radiophonic Workshop

In 1966 bezocht Paul McCartney, bassist van The Beatles, een bijeenkomst van Delta Unit Plus. Achter die naam verscholen zich drie voorvechters van elektronische muziek: Peter Zinovieff (die een paar jaar later de eerste Engelse synthesizer, de VCS3, zou ontwerpen), Delia Derbyshire en haar Radiophonic Workshop-collega, Brian Hodgson. Naast lezingen verzorgde Delta Unit Plus regelmatig presentaties voor de psychedelische scene van London, op dat moment in zijn embryonale fase. McCartney was geïnteresseerd in

elektronische muziek en werd door Derbyshire rondgeleid in het laboratorium van Zinovieff, maar tot een abstract electroakoestisch arrangement van ‘Yesterday’ is het nooit gekomen. Wel vroeg Yoko Ono aan Derbyshire om het geluid te verzorgen bij een van haar performance films. Ook maakte ze de soundtrack bij de eerste Electronic Fashion Show. Delia Derbyshire verkeerde met de rock royalty van swinging Londen, waar ze met haar zwierige cape en breedgerande hoed niet uit de toon viel. Enthousiast leidde ze prominente rocksterren (Jimi Hendrix, Brian Jones van de Stones) rond in de werkruimtes van de Workshop. In oktober 1967 kwam Pink Floyd op visite. Syd Barrett, de oprichter die de groep na het eerste album zou verlaten, noemde de Radiophonic Workshop-soundtrack bij de science fiction tv-miniserie Quatermass and the Pitt (1958-59) als een belangrijke invloed op het avontuurlijke geluid van de groep. Na afloop reed Derbyshire het kwartet per taxi naar de woning van Zinovieff en introduceerde de VCS3 bij de groep. Van alle Britse rockbands is Pink Floyd het meest schatplichtig aan de excentrieke producer met het lage stemgeluid en haar geaffecteerde dictie. De baspartij van het Doctor Who thema klinkt door in ‘One of These’ (van Floyds 1971 album, Meddle: kant 1, track 1); ook de VCS3 maakt zijn opwachting. Floyd-bassist Roger Waters hanteerde Derbyshires aanpak om uit omgevingsgeluid muziek te creëren voor het album Music from The Body, dat hij in 1970 maakte met dichter en elektronisch componist Ron Geesin; in de soundtrack bij een documentaire over het menselijke lichaam worden ‘biosonische’ geluiden gebruikt. Die methode loopt vooruit op Dark Side of the Moon (1973): het album opent en sluit af met een hartslag. Het idee om opnames van mensen die praten over hun leven te monteren tot geluidspoëzie – waar Dark Side vol mee zit - is direct geïnspireerd door de reeks Inventions For Radio, die Derbyshire in 1964 met de dichter Barry Bermange voor de BBC maakte. Het is radio op zijn best. Na Dark Side of the Moon begon Pink Floyd te werken aan een album met de werktitel Kitchen Utensils, waarop de muziek werd geproduceerd door het bewerkte geluid van keukengerei te monteren tot een collage. Het project was volledig in de geest van Delia Derbyshire, maar werd na een paar weken afgebroken. Derbyshires idee om de hartslag te koppelen aan ritmisch gemonteerde citaten – eveneens te horen op Dark Side - is (rond 39:00) te beluisteren in de radiodocumentaire, Sculptress of Sound, die de BBC in 2010 over haar maakte. Veelzijdig en gevoel voor humor

Delia Derbyshire, geboren in 1937 in Coventry in een – naar eigen zeggen – ‘upper middle class Catholic’ omgeving, groeide op met het geluid van het luchtalarm. Tijdens de blitz zijn weinig Engelse steden zo vaak gebombardeerd als Coventry. ‘Mijn liefde voor abstracte geluiden kwam van de alarmsirenes. Als kind weet je niet waar dat geluid vandaan komt. Daarna kwam het geluid van het ‘alles veilig’. Dat was elektronische muziek.’ In hetzelfde interview, uit 2000 voor


Boazine, zei ze: ‘Het geluid van klompen op kinderkopjes moet een grote invloed zijn geweest. Dat ritmische klossen van werklui die om zes uur ’s ochtends naar de fabriek gaan.’ Voor de BBC produceerde Derbyshire heel uiteenlopend werk, van jingles voor de lokale radiostations van de BBC (nieuw in de jaren zestig) en tunes voor, bijvoorbeeld, natuurdocumentaires tot de soundscapes bij experimentele radiohoorspelen. Haar compositie Blue Veils and Golden Sands werd in 1967 gebruikt als achtergrondmuziek bij de documentaire The Last Caravans, in de reeks The World About Us. Het was ambient, een klein decennium voor Brian Eno de term bedacht. De ‘gecastreerde hobo’ (haar woorden) in de soundscape is het bewerkte geluid van haar stem. Gevoel voor humor had Derbyshire ook. Ze gebruikte het pseudoniem Li De La Russe voor haar bijdragen aan het programma The Tomorrow People en benutte haar groene lampenkap als bron voor geluiden. Toen Ron Grainer, componist van het Doctor Who thema (en menige andere Engelse tv-tune) Derbyshires arrangement voor het eerst hoorde, zei hij verrast: ‘Heb ik dat geschreven?’ Delia’s droge reactie: ‘Most of it.’ Voor Out of the Unknown, een andere science fiction serie, soundtrackte ze een groep robotten die een geloof hebben ontwikkeld en hun profeet toezingen. Ze zingen ‘praise the master’, maar dan achterstevoren. Synthesizers vervangen knip-en-plak werk

Al die muziek en soundscapes maakte Delia Derbyshire zonder synthesizers of computers; uitsluitend met behulp van een bandrecorder en eventueel een toongenerator, door haar de ‘wobbulator’ genoemd. Ze zag die beperking als een uitdaging: ‘Je hebt discipline nodig om echt creatief


91 Alfrencyclopedie: Delia Derbyshire

te kunnen zijn’, zei ze in een interview in 1999. Tape music is het resultaat van een arbeidsintensief en tijdrovend procedé van geluiden opnemen, stukjes band knippen, loops plakken en bewerken, om vervolgens alle onderdelen via eindeloos kopiëren tot een geheel samen te brengen. Veel vroege elektronische muziek, ook het werk van Derbyshire, werd door toenmalige luisteraars als ‘eng’ of ‘onwerelds’ ervaren, onbekend als men was met geluiden die niet in de natuur voorkwamen. En weinig muziek is enger dan ‘The Black Mass’, het slotnummer van White Noise’s debuutalbum, An Electric Storm (1969). Het zal niet verbazen dat ze in 1973 werd gevraagd om de soundtrack te verzorgen bij de verfilming van Richard Mathesons klassieke horrorroman, The Legend of Hell House. Maar An Electric Storm heeft meer te bieden dan nachtmerries voor de oren. White Noise was een project van Derbyshire en Delta Unit Plus-collega Brian Hodgson, in samenwerking met de Amerikaanse muziekstudent David Vorhaus; ze ontmoetten elkaar na een Delta Unit Plus lezing over elektronische muziek. Vorhaus omschreef haar jaren later als ‘heel intelligent, heel analystisch, fel en een beetje gek.’ Het White Noise-album is volstrekt uniek, het enige voorbeeld uit de muziekgeschiedenis van pop musique concrète. De openingstrack, ‘Love Without Sound’, klinkt 45 jaar na dato nog even spooky en toegankelijk – een hele merkwaardige combinatie - als de dag waarop het verscheen. Na een productietijd van een jaar verscheen An Electric Storm in 1969 nog net op tijd, want de technologische ontwikkelingen hadden Derbyshires bewerkelijke werkwijze ingehaald. De eerste Moog synthesizers waren op de markt verschenen en musique concrète was op slag passé. Derbyshire was geen liefhebber van de onbetrouwbare synths - de voltage-controlled analoge bakken ontstemden bij de geringste temperatuurschommeling - en ook de VCS3 (in feite een sequencer) kon haar maar matig bekoren. Ze raakte meer en meer teleurgesteld in de richting waarin haar passie, elektronische muziek, zich ontwikkelde en halverwege de jaren zeventig verliet ze de BBC. Haar archief kieperde ze in de achterbak van haar auto, om de dozen met honderden tapes nooit meer open te maken. En helemaal onbegrijpelijk was dat niet, want de RadiophonicWorkshop raakte langzaam maar zeker zijn pioniersgeest kwijt—om in 1998 door een marketingdame, door de BBC weggehaald bij een zojuist failliet verklaard bedrijf, erop te worden gewezen dat hun bijdrage aan de jaarrekening nul was en de afdeling dus overbodig. Niet alleen het werkklimaat veranderde gaandeweg, ook de technologie en dus de muziek evolueerde. Dat is goed af te horen aan haar bekendste werkstuk. Derbyshire werd regelmatig gevraagd de Doctor Who tune te updaten, maar ze was nooit tevreden met de gloss die de laatste gadgets aanbrachten. Haar originele arrangement is nimmer overtroffen, zoals aan de op YouTube te vinden The Doctor Who Themes: 50th Anniversary Edition, een compilatie van de opeenvolgende en steeds meer verSpielbergte Doctor Who thema’s is af te horen.

Artistieke erfenis

Pas twintig jaar later, toen de house/techno revolutie in alle hevigheid had toegeslagen en Aphex Twin in interviews haar naam noemde, kreeg Derbyshire weer belangstelling voor electronica. Ze werkte met Pete ‘Sonic Boom’ Kember, medeoprichter van Spacemen 3, aan nieuw materiaal toen ze in 2001 aan borstkanker overleed. Sindsdien is haar ster alleen maar gerezen, al ontbreekt het nog steeds aan een fatsoenlijk carrièreoverzicht op cd of vinyl (de eerste poging, Electrosonic uit 2008, is niet meer leverbaar). De universiteit van Manchester heeft het op zich genomen Derbyshires archief op orde te brengen en wellicht ligt er nog een cd-retrospectief in het verschiet. Delia Derbyshire was haar tijd ver vooruit. Haar enthousiasme voor en geloof in de mogelijkheden van elektronische muziek werden niet begrepen door het toenmalige establishment, de BBC directie en menig programmamaker, noch de klassieke muziek-elite. De rol van vrouwen in de ontwikkeling van de Britse electronica is groot, maar lang onderbelicht gebleven. Niet alleen Derbyshire, ook Workshop-oprichtster Daphne Oram en Workshop-collega’s Maddalena Fagandini, Elizabeth Parker en Glynis Jones kregen in pre-feministische tijden niet het krediet dat ze verdienden. ‘Ik denk dat ik een post-feminist was voordat het feminisme werd uitgevonden’, zei Derbyshire daarover in 2000. Pas na haar overlijden is de waardering voor haar werk op gang gekomen. In 2004 maakte de BBC, geheel in stijl, het radiodocudrama Blue Veils and Golden Sands over de audio alchemist uit Coventry. De invloed van Delia Derbyshire is groot. Niet alleen kwam via de Doctor Who tune een breed publiek in aanraking met ‘de muziek van de toekomst’, haar op klank gefocuste werkwijze is een lichtend voorbeeld voor de jongste generatie electronica producers. Delia’s producties zijn sonische beeldhouwwerken, composities van geboetseerd geluid. Ze was als surrealist actief in audio en haar tijdrovende plak-en-knip werk mag dan zijn vervangen door het gemak van de digitale synthesizer, de laptop producers van nu doen er goed aan de pre-sets weg te gooien en zich te concentreren op waar het bij elektronische muziek om draait: geluid en textuur. Wat Delia Derbyshire met haar analytische intuïtie pionierde voor de radio en tv-programma’s van de BBC, is vandaag de dag standaard in de filmindustrie—sound design. Hoezeer ze met haar conceptuele werkwijze en focus op textuur de weg uitstippelde voor de huidige generatie audio alchemisten blijkt uit de themamuziek die de Chileense producer Cristobal Tapia de Veer componeerde voor de surrealistische mini-serie Utopia, die BBC’s Channel 4 het afgelopen jaar uitzond. Zijn tune is briljant: spooky, toegankelijk, origineel van geluid, catchy—en ondenkbaar zonder Delia Derbyshire. Website Delia Derbyshire: delia-derbyshire.org Website BBC Radiophonic Workshop: whiteflies.org/rws Beluister hier Radiophonic Workshop producties van Delia Derbyshire: ubu.com/sound/derbyshire.html



93

feature TEKST Maaike Groeneveld BEELD Triinu Liis Rahe (PAG 92), Madis Ligema (PAG 96)

Techno Tallinn Een weekendje feesten in den vreemde doen we in Berlijn of Londen, niet in Tallinn. Voor het aanbod in de reguliere clubs hoeven we dan ook niet naar de hoofdstad van Estland. Maar onder de radar organiseert een klein groepje mensen feesten en festivals op locaties waar we in Nederland alleen van kunnen dromen. ‘Afgelopen voorjaar organiseerden we zonder vergunning een feest in een half afgebrand pand naast het gemeentehuis. Op de één of andere manier bleef het geluid binnen en kregen we geen klachten. ’s Morgens vroeg haalden we opgelucht adem, dat hadden we toch maar mooi geflikt zonder tussenkomst van de politie.’ De 31-jarige Tõnis Hiiesalu grijnst als hij aan deze nacht terugdenkt. Hij staat bijna elk weekend achter de draaitafels, vaak op een zelf georganiseerd feest. Hij is samen met zijn compagnon Madis Ligema (27) de drijvende kracht achter vrijwel alle alternatieve feesten en festivals in Tallinn en omgeving. ‘Voor mijn 25ste verjaardag gaf ik samen met een vriend een feestje. We verwachtten twintig man, er kwamen er 200. We kregen daardoor de indruk dat we dat wel konden, feestjes geven.’ We zitten in een donkere bar in de hippe wijk Kalamaja. Binnen is niets verandert sinds de dagen dat Estland onderdeel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Op de muur prijkt een zelfgeschilderde tijger, achter de bar een dame met een auberginekleurig permanentje, een veel te strak shirt met tijgerprint en een dodende blik.


kalamaja

‘Het mag dan allemaal kleinschalig zijn, de house- en technoscene in Tallinn is fanatiek, creatief en inmiddels gewend aan de vetste locaties’

Tõnis Hiiesalu

Hugo Murutar en Artur Lääts


95 tallinn

Tõnis neemt een slok bier en vertelt over het uitgaansleven in zijn woonplaats. ‘In de mainstream clubs draaien ze pop, r&b, dubstep en commerciële house. Het publiek wil bekende muziek horen en een beetje socializen. Aan de andere kant van het spectrum hebben we hier in Tallinn een hele goede undergroundscene. Alle organisatoren in deze scene kennen elkaar. We hebben een Facebookgroep waarin we aangeven wanneer we iets groots of bijzonders organiseren zodat we elkaar niet in de weg zitten. Elk weekend zijn er hier drie à vier goede underground feestjes. Onze bezoekers zijn veelal kunstacademiestudenten, mensen uit de creatieve sector, echte muziekliefhebbers. Het is de kleine minderheid die houdt van house, disco en techno.’ Underdog techno

Een house- of techno-DJ in Estland beschikt over een lange adem, doorzettingsvermogen en heel veel liefde voor muziek. Rijk en beroemd wordt je er namelijk niet zo snel mee. ‘Vijftien jaar geleden werd drum ’n bass hier populair en dat is het nog steeds. Ongelooflijk. De Esten nemen niet de moeite om zich te verdiepen in nieuwe muziek. Dat vind ik zo jammer.’ Techno-DJ Denis Punch (36) windt zich zichtbaar op over het gebrek aan muzikale ontdekkingsdrang van zijn landgenoten. ‘Techno is hier allesbehalve populair. Dat kan mij niks schelen, ik hou van techno en blijf het draaien.’ Na een milde opleving in de jaren negentig lag de Estse technoscene lange tijd volledig op zijn gat. Een kleine twee jaar geleden bliezen Hugo Murutar (25) en Artur Lääts (28) met hun technoconcept Mürk de scene nieuw leven in. Hugo is het zakelijk brein, Artur draait als DJ Glitchfxxx. De jongens zaten net op de middelbare school toen Denis de beats bijna wekelijks tegen de muren van de Tunnelclub in St. Petersburg liet klappen. Toen Hugo twee jaar geleden in Denemarken studeerde kwam hij in aanraking met techno. ‘Terug in Estland moest ik het weer doen met drum ’n bass, maar daar legde ik mij natuurlijk niet bij neer. Ik wist dat ene DJ Glitchfxxx wél techno draaide. Ik zocht contact met hem en niet veel later organiseerden Artur en ik samen de eerste editie van Mürk.’ Muzikale opvoeding

‘Als DJ verdien je niet veel, zo’n €20 tot €50 per set, ook als een set zes uur duurt,’ vertelt Artur. ‘De DJ’s hier draaien dus echt omdat ze het leuk vinden, omdat het liefhebbers zijn.’ Met een dusdanig klein budget is het lastig om buitenlandse DJ’s te boeken. De inkomsten zijn simpelweg te laag om de vaak torenhoge gages te betalen. Denis haalde DJ’s als Cari Lekebusch naar Tallinn en betaalde dit vaak uit eigen zak. Hij draaide altijd verlies. Het publiek in Tallinn is nog niet zo bekend met de grote DJ-namen en komt dus ook niet voor de line-up, maar voor de sfeer en beleving naar een feest. Tallinn JÄCK City is een collectief dat housefeestjes organiseert en probeert om het Estse publiek kennis te laten maken met nieuwe muziek, buitenlandse DJ’s en producers.

Robert Niko (21) is één van de vier initiatiefnemers. Hij legde op zijn zestiende zijn eerste vinyl op de draaitafels in de bar waar hij werkte. ‘Sinds de jongeren hier Disclosure kennen begint de housescene een beetje te groeien. House pakt langzaamaan wat terrein af van dubstep. Het werd eens tijd. Toch draaien we nog altijd slechts voor zo’n honderd man. Dat vind ik niet erg, ik maak graag contact met het publiek. Wanneer je in een grote zaal draait heb je dat toch minder denk ik.’ Hoewel hij vrijwel elk weekend een boeking heeft, zowel thuis is in house als in techno en ook nog goed op weg is met produceren, druipt de bescheidenheid van hem af. ‘Ons publiek kent de DJ’s en muziek nog niet goed. Dat proberen we te veranderen door artiesten te introduceren op onze Facebookpagina, sets te posten en tracks van onze favoriete producers te draaien. Af en toe lukt het om één van hen te boeken. Zo haalden we Anthony Naples en Yannick Robyns al een keer naar Tallinn.’ Ook Artur heeft soms het gevoel dat hij met Mürk het publiek muzikaal opvoedt. ‘Op de eerste editie van Mürk kwamen vooral 30-plussers af, mensen die techno nog uit de jaren negentig kenden. Nu we aan onze zesde editie toe zijn, zien we steeds meer jongeren. Ze moesten in het begin erg wennen, vonden techno donker, duister, een beetje eng zelfs. Het was op onze eerste feestjes dan ook zo grappig om te zien dat de bezoekers zich geen raad wisten op de dansvloer. Ze hadden geen idee hoe ze op techno moesten dansen. Na twee uur bewogen ze eindelijk een beetje en aan het einde van de avond ging het helemaal los.’ Raven in het bos

Het mag dan allemaal kleinschalig zijn, de house- en technoscene in Tallinn is fanatiek, creatief en inmiddels gewend aan de vetste locaties, daar is Tõnis zich terdege van bewust. ‘Ons publiek wil telkens worden verrast. Het is daarom mijn doel om feestjes te organiseren op de meest ongebruikelijke plekken zoals een leegstaand huis of een busstation.’ Mürk heeft een thuisbasis gevonden in EKKM, een galerie in een voormalig kraakpand. De galerie betaalt inmiddels netjes de huur, maar er hangt nog steeds een rauwe krakerssfeer. ‘Op vrijdag en zaterdagavond halen we voordat het feest begint de kunst wel even van de muren,’ vertelt Hugo. Gelukkig struikel je in Tallinn over de oude loodsen, gesloten fabrieken en andere leegstaande industriële panden. Tõnis vindt het niet zo erg dat hij niet altijd in de gewone clubs terecht kan. ‘De entreeprijzen zijn hier de laatste tijd flink gedaald. Wanneer je een feest in een club geeft, gaat bovendien het grootste gedeelte van de baromzet naar de clubeigenaar. Als organisator houdt je bijna geen geld over. Dat is overigens niet de reden dat ik feesten op andere, alternatieve locaties geef. Het is gewoon veel leuker en specialer. Ik doe dit sowieso niet voor het geld, ik werk ook nog als IT’er bij een politieke partij. Mijn doordeweekse leven ziet er heel anders uit dan mijn nachtleven. Feesten geven is mijn hobby.’ Die hobby heeft behoorlijk serieuze vormen aangenomen:


Š Madis Ligema


97 tallinn

het nachtprogramma van het jaarlijkse Horror Movie festival HÕFF in het pittoreske dorpje Haapsalu, afterparties voor een jaarlijks indie/elektro muziekfestival Schilling in Killingi Nõmme, het jaarlijkse elektronische muziekfestival Patareiv in Tallinn, het jaarlijkse kunst en muziekfestival Kultuuritolm in Tallinn, boilerroom analog Hotel Salvador en samen met Madis POPUP club VÄLK. Tussendoor organiseer ik jaarlijks een aantal raves buiten Tallinn. Met zo’n tweehonderd man verdwijnen we dan een paar dagen naar een geheime locatie in het bos. We hebben een vrij trouwe aanhang, mensen die altijd naar onze feesten komen. Voor deze mensen organiseer ik aan het einde van de zomer een boottocht genaamd The Loveboat naar één van de eilanden. We laden de boot vol met techniek, eten en drinken en blijven een weekend weg. Het is mijn manier om de leukste partypeople van de stad te bedanken voor de afgelopen zomer.’

‘Met zo’n 200 man verdwijnen we dan een paar dagen naar een geheime locatie in het bos’

Dansen achter de tralies

Eén van de mooiste locaties in Tallinn is misschien wel de voormalige gevangenis Patarei. Tõnis brengt hier alle underground feesten samen op het Patareiv festival. ‘De muren zijn verweerd, het prikkeldraad verroest. Het is totaal uitgeleefd, maar daardoor ook zo mooi,’ zegt Robert. Met Tallinn JÄCK City hoste hij al twee keer een podium op het festival. Ook Mürk had afgelopen editie een eigen podium op Patarave. Denis hielp met de programmering en boekte de Nederlandse technoproducer Jeroen Search. Artur en Hugo hopen dat ze er volgend jaar weer bij zijn. Zeker weten doen ze dat niet want Tõnis wil elk jaar weer verrassen met een vernieuwende programmering. Het moet een avontuur blijven. ‘Voor de eerste editie van Patarave had ik geen vergunning. De gevangenis staat pal naast de kust. De muziek galmde helemaal naar de andere kant van de baai. De politie heeft ons de hele nacht in een ander deel van de stad gezocht. Pas in de ochtend vonden ze Patarave.’ Tõnis broedt alweer op nieuwe concepten. Een gemaskerd bal in een oud landhuis, camera’s op skateboards, palmbomen in een lege fabriek. Ik geloof dat we volgend jaar MELT! maar eens overslaan en gaan dansen in een verweerde gevangenis aan zee. Wie gaat er mee?


98

feature TEKST tom van haaren Beeld Eva de Korte (pag 99), Christian Kalse (pag 100), Michelle van Dijk (pag 102, 104), Ossip van Duivenbode (pag 103)

Roffa

maakt zich op voor nieuwe bloeiperiode Ruim twee jaar geleden rapporteerde DJB al over een wederopstanding van het Rotterdamse uitgaansleven waarbij we verhaal haalden bij verschillende nieuwe lokale initiatieven. De kiem die we toen ontleedden is inmiddels uitgegroeid tot een plant waar de eerste zoette vruchten van afkomen. Incidenteel komt het voor dat Rotterdam met zes toffe clubavonden de beste bestemming is voor een nacht doorhalen. Hoe de ‘meer alternatieve’ dancescene momenteel gesegmenteerd is in de stad vraag ik aan Steven Pieters van Triphouse Rotterdam. Hij ziet een duidelijke schifting, waarbij verschillen goed merkbaar zijn als je clubs bezoekt. Hij beschrijft de clubscene als een vierkant. Perron is een hang out voor het jonge, meer reguliere uitgaanspubliek. Een oudere groep uit dezelfde doelgroep die wat meer naar de mainstream neigt is te vinden in het om de hoek gelegen Toffler. Bar en Bird zijn nicheplekken; Bar voor een progressief en hip publiek en Bird voor black music met multiculturele clientèle. Verder zijn er locaties als Worm, Twentysix, Roodkapje (alternatief) en Factory 010 (groot) waar meer sporadisch clubavonden worden georganiseerd. ‘Dat is nog een mager weekend’, krijg ik te horen van Aziz Yagoub van Perron als ik hem artiesten opsom die komende vrijdag draaien waaronder Levon Vincent, Ben UFO, Roy Ayers, Todd Edward, Sun Ra Tribute en Innerspace Halflife. ‘Binnenkort heb je Skream in Toffler en Joy Orbison, Ron Morelli en Tama Sumo in Perron dezelfde avond. Dan heb je niet alleen vijf á zes avonden met een aantrekkelijk programma, ook de dansvloeren staan vol.’ Wat maakt het Rotterdamse nachtleven zo aantrekkelijk? Volgens Guido Van Dieren, programmeur van Bird, is het er alles of niets. Iets dat hand-in-hand gaat met de nononsense mentaliteit in de arbeidersstad. ‘Of je krijgt het publiek mee, of niet. Ik denk dat in Rotterdam meer mensen voor een act komen. In Amsterdam gaan in verhouding meer mensen naar een feest omdat het hip is.’


Triphouse


perron

‘We krijgen veel positieve reacties over wat we doen en de energie die het geeft aan de stad en buurt’


101 Roffa

Los!

En die wildheid wordt opgemerkt. Yagoub kreeg van Kyle Hall te horen dat veel bevriende artiesten hem vragen naar zijn ervaringen in Rotterdam, omdat het publiek er zo los zou gaan. Laatst belde Omar S op omdat hij graag weer in zijn club wilde draaien. ‘Het clubleven is op dit moment volop in beweging,’ zegt hij. Ook Karim Soliman van Give Soul deelt die ervaring. Hij geeft feesten in verschillende steden waarbij hij vaak artiesten gedurende een weekend op verschillende plekken programmeert. DJ’s vinden de avonden in Rotterdam vaak het tofst, meent hij. ‘Iemand als Edu Imbernon wilde maar niet weg, draaide anderhalf uur langer en ging nog mee afteren omdat hij de vibe zo goed vond. Maar het publiek is hier logischerwijs meer uitgelaten omdat het niet zo verwend is.’ Geen kip op de dansvloer

Dat klinkt als een ideale voedingsbodem, toch waren de dansvloeren jarenlang leeg. Tenminste, als je een goede house- of techno-avond zocht. Soliman is de jongste exponent uit Rotown die ik spreek. Hij vertelt dat als hij in 2010 een feest wilde bezoeken eigenlijk alleen terecht kon bij electro-house feesten vol met petjes die ruzie zochten. Voor house kon je soms naar de Catwalk, maar daar was op donderdag en vrijdag geen kip te vinden. Eens in de zoveel tijd was er op zaterdag een leuk feest. ‘Maar ja, daar kon je dus eens in de maand terecht en dan was het ook niet gegarandeerd tof.’ Waar je volgens Soliman wel wekelijks terecht kon was het inmiddels gesloten Bootleg DJ-café. Ook de Triphouse crew hing rond in wat Khalil Ryahi beschrijft als een stamcafé voor DJs, promotors en muziekfreaks. Een locatie die iets vuiger en groter was dan de voormalige TWSTD (ook een vermaard DJ-café) in Amsterdam. ‘Eigenlijk was de keuze op vrijdag: of naar Bootleg en daarna naar iemand thuis, of gelijk maar naar iemand thuis en daar een plaatje draaien.’ Voormalig keizerrijk

Die schaarste voor zo’n grote stad wekt verbazing op. Al helemaal omdat Rotterdam rond de millenniumwisseling het epicentrum van dansend Nederland was. Sloeg toentertijd magazine Basic Groove open en het was Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam – en soms het vertrutte Amsterdam. Volgens Yagoub was Now&Wow van Ted Langebach iedere vrijdag en zaterdag uitverkocht ongeacht de programmering. ‘Bij de oude Now&Wow waren dat 3.500, bij de nieuwe locatie 5.000 bezoekers. Tegelijkertijd waren er dertien andere clubs die goed liepen waaronder Las Palmas, Nightown, Off_Corso en Calypso.’ Pieters en Ryahi zetten in die periode hun eerste stappen in de scene. Ook het huidige aanbod in Amsterdam steekt daar volgens de twee bleek bij af. Ryahi: ‘Mensen kwamen met bussen vanuit Amsterdam, Eindhoven of Antwerpen. Dan stond je in de kelder van Nighttown met Duitsers die speciaal voor de Future-avond kwamen.’


Rotterdamse Rave

Het grote verschil tussen Amsterdam van nu en het Rotterdam van toen, is volgens Van Dieren dat line-ups met internationale artiesten belangrijker zijn geworden. ‘Now&Wow kon volstaan met veelal de populaire Nederlandse Dj’s zoals Roog, Erick E, Lacroix en Benny Rodrigues. De avonden waren voor de neergang veel meer conceptueel van aard, met meer nadruk op aankleding en decor.’ Neerwaartse spiraal

Na een tijdje kwam de klad erin. Volgens Yagoub ligt er een verzameling redenen aan ten grondslag zoals vastgoedkwesties, ruziënde partijen en uitgemolken concepten. Ryahi beaamt dit. Hij ziet de verhuizing van Now&Wow als het startschot van het afdalen. ‘Veel concepten die al over hun houdbaarheidsdatum heen waren verhuisden mee, waardoor het slappe aftreksels werden.’ En daar waar Langebach eerst house en tech-house deed kwam de focus daarna steeds meer op urban te liggen. Iets dat volgens Pieters een hele andere vibe met zich meebracht. ‘Als echte house head voelde ik mij daar al snel niet meer thuis.’ Daarnaast slokten de mega-lokaties veel kleinere feestjes op, het kwam de diversiteit niet ten goede. Op het succesvolle nachtleven kwamen ook veel promotors met geld af, maar creatieve ideeën hadden ze niet. Clubs werden verhuurschuren. Pieters: ‘Als het uitgaanspubliek keer op keer teleurgesteld naar huis gaat komen ze op een gegeven moment niet meer.’ Van Dieren hoort vaak dat het jaar nadat Rotterdam de Culturele Hoofdstad van Europa was (2001), als veel genoemd moment voor de ineenstorting. ‘Er was veel geld en dat viel weg. Tegelijkertijd kwam de euro waardoor het duurder werd. Het viel allemaal samen.’

Gifbeker nog niet leeg

En toen kwam een paar jaar later ook nog eens de rellen van Hoek van Holland uit 2009 overheen en de aangescherpte veiligheidsmaatregelen waardoor Dance Parade sinds 2010 niet meer plaats vindt. Yagoub: ‘We lagen al op de grond en hebben nog een paar trappen na gekregen.’ Dance kreeg een slechte naam bij de gemeente waardoor eisen nog strenger werden. In 2009 werd Rotterdam ook de Europese Jongererenhoofdstad waarvoor de overheid miljoenen euro’s in de zelfgereguleerde nachtcultuur pompte. De negatieve effecten van die gesubsidieerde podia is altijd een heet hangijzer geweest voor Yagoub. Hij zag dat de gemeente ‘discoambtenaren’ aanstelde die het nachtleven probeerden aan te sturen. Maar expertise en feeling ontbraken. En diezelfde ambtenaren pompte massa’s subsidiegeld in een urban culture podium, waar nauwelijks publiek op afkwam, maar waar ondernemers niet tegen konden opboksen. Voor Kris de Leeuw van BAR is die subsidieverlening niet zo’n speerpunt als voor Yagoub. Toch vindt hij wel dat de eigenaar van Perron een punt heeft. ‘Het is niet voor niets dat de ontwikkelingen van nu samen gaan met het feit dat er veel minder geld is voor cultuur, er veel leegstand is en het financieel minder gaat. Daardoor is dit allemaal mogelijk geworden. Voor ons was het voorheen moeilijker om in te stappen met al die podia die bakken met geld kregen.’ Met het failliet gaan van poppodium Watt en de laatste naweeën van opvolger De Nieuwe Oogst, is volgens Yagoub nu wel een gezonde situatie ontstaan waardoor clubs zoals Perron, Toffler en Bar competitief zijn en initiatief en risico’s durven nemen. ‘Ondernemers zetten alles op alles om resultaten


bar

te leveren. Niet alleen qua programmering maar ook wat betreft bezoekersaantallen. Als ze dat niet doen gaan ze failliet, alle partijen doen er alles aan om hun ideeën te laten slagen.’ Gezonde infrastructuur

Pop-up locaties zijn de magische woorden binnen de gemeenteraad zegt Ryahi. Perron en Bar zijn voorbeelden van tijdelijke locaties die door de grote leegstand van kantoren in de stad gerealiseerd zijn. Dat vastgoedeigenaren en gemeente die optie nu veel serieuzer nemen bevestigd De Leeuw. Toen ze drie jaar geleden een illegaal feest gaven in een antikraakpand kregen ze vervolgens een schadeclaim van meer dan 10.000 euro aan de broek. ‘Niet alleen leverde het veel gezeik op, we voelden ons ook de boeman.’ De situatie is binnen een paar jaar omgedraaid. ‘Nu zie je dat diezelfde eigenaar er ontzettend slecht voorstaat en wij op een wettige manier van hem een ruimte huren waar we Bar doen. We krijgen veel positieve reacties over wat we doen en de energie die het geeft aan de stad en buurt.’ Volgens Rico Adriaanse van Toffler kwam de scene dan ook uit de dip met de komst van Perron en de kleinere locaties Bird en Toffler. ‘Toen waren er weer dingen mogelijk.’ De opening van Perron was volgens De Leeuw belangrijk omdat daarmee met Yagoub iemand van de jonge garde uit zichzelf een eigen club kon opzetten. ‘Als hij het kan waarom wij dan ook niet’, aldus De Leeuw. ‘Ik denk dat we elkaar allemaal stimuleren om zelf dingen te proberen waar we daarvoor meer afwachtend waren.’ Hoe breder het aanbod hoe groter de concurrentie, stelt Yagoub. Hoe meer het leeft des te gezonder het is voor de

totale uitgaansmarkt. De concurrentie is ook toegenomen nu Yagoub met zijn bureau Revolt niet meer betrokken is als programmeur bij Toffler. De samenwerking werd stopgezet om handen vrij te maken voor de festival ambities van Revolt. Die club stelde begin 2013 een nieuwe programmeur aan met Benny Rodrigues en diens assistent Rico Adriaanse. Dat beide clubs niet meer onder dezelfde partij vallen en tegen elkaar moeten concurrenten maakte de scene nog dynamischer. Volgens Adriaanse was voorheen de verdeling: Perron voor techno en Toffler voor house. ‘Nu zijn het twee aparte partijen die de programmering doen en die allebei breed willen programmeren. Het onderscheid zit hem nu in het gevoel van de club en de mensen die er komen.’ Nieuw generatie

Maar wanneer kwamen de clubbers terug? Voor Van Dieren was de eerste editie van Brandend Pakhuis Festival in 2010 van promotor Jessin Neijts en Steven Pieters een belangrijk eikpunt. ‘De omvang van 2.000 man, het type muziek en het publiek heeft de stad meer elan gegeven. Je voelde iets borrelen.’ Verschillende organisaties als Undertone en 300MPH, Visionair, Nino&Frankie, Osman, Benny Rodrigues, Herr Zimmerman, Modular en Give Soul zijn momenteel hard aan het werk om de scene weer van energie te voorzien. Waar Triphouse en Yagoub vanuit de house scene komen, bewandelde Van Dieren een andere route. Hij komt vanuit de broken beats; een scene met van origine een publiek uit de hiphop, soul en funk. Deze scene ontstond tijdens de magere jaren, op plekken buiten de gebaande dance paden zoals restaurant Toko 94. ‘Het waren kleinschalige


104 roffa

toffler

feesten met rond de honderd bezoekers die dansten op artiesten als Marc De Clive Lowe. Later kwamen daar ook artiesten als Theo Parrish en Dam Funk bij.’ Zo haalde hij met zijn feest Strange Fruit als eerste in Nederland Floating Points over. ‘Via deze artiesten kwam ook een house crowd op de feesten af. Deze groep begon zich in die periode muzikaal breder te oriënteren.’ In Amsterdam zag Van Dieren een soortgelijke ontwikkeling met de groeiende populariteit van organisaties als Dekmantel, Trouw en Colors die alternatieve sounds dichter naar de oppervlakte brachten. Volgens velen die ik spreek is Soliman een belangrijke gangmaker geweest. Adriaans: ‘Met concepten als Dondernacht en Rotterdamse Rave heeft hij een belangrijke rol gespeeld bij het betrekken van een jonge generatie. Kids die voor het eerst in aanraking komen met house en techno.’ Met een groepje uit de Bootleg besloot Soliman in 2011 een feestje te doen in een niet helemaal koosjere salsatent. Hij zat op dat moment op een internationale avondschool en zijn gemêleerde vriendgroep bezocht de avond. ‘Iedereen was de bubbling, latin en electro-house zat.’ Om tech-house voor deze jonge groep interessant

‘Meer experiment in Amsterdam? Over drie jaar kan het zomaar zijn dat de rollen zijn omgedraaid’


105 roffa

te maken richtte Soliman zich op toegankelijke feesten met niet te veel moeilijke namen, zoals Joris Delacroix en Joop Junior. ‘ We hebben de groep van 21 en jonger warm gemaakt voor dit type feesten. Ik was zelf al wel meer van de moeilijke namen. Maar als ik toen Levon Vincent had neergezet was er misschien dertig man op afgekomen. Als je iemand van zeventien wilt enthousiasmeren heeft het weinig zin om meteen een hele puristische plaat te laten horen. Dat een Kyle Hall nu populair is, komt denk ik mede omdat wij die nieuwe generatie hebben ingebracht en warm gedraaid.’ Volgens Nico van Meurs van Modular heeft het aanslaan van deze ‘moeilijkere’ namen vooral te maken met een schifting die de laatste twee jaar is ontstaan tussen kwalitatieve promotors en de mindere goden. Er is een selecte groep overgebleven die zich hebben bewezen op gebied van productie, aankleding, promotie en programmering. Als hij een Panorama Bar-resident als Tama Sumo programmeert blijken veel bezoekers haar nog niet te kennen. Want ook al kent de stad veel liefhebbers, die zijn nog niet zo dik gezaaid dat je met gemak een club met duizend man kan vullen. Doordat een nieuwe lichting bezoekers vertrouwt op de reputatie van Modular bezoeken ze de avond toch omdat ze weten dat het tof wordt. Van Meurs: ‘In Rotterdam is het promoten van je artiest belangrijk. Er zijn maar weinig artiesten die een avond uitverkopen op hun reputatie. Rotterdam heeft wat dat betreft een flinke achterstand met Amsterdam, waar iedere week DJ’s te zien zijn van ieder kaliber; van een Fred P tot een Seth Troxler. Ook als je de artiest nog nooit hebt gezien, ben je ze daar in ieder geval al wel een keer op een flyer of line-up tegengekomen.’ Gasten uit 020 en 030

Met al die feesten en clubs hebben de inwoners van de stad in de weekenden weer de kriebels in de buik omdat ze op een avond naar meerdere feesten kunnen. Yagoub merkt dat iedere maand het gemiddelde aantal betalende bezoekers stijgt. Ook het aantal niet-Rotterdammers dat komt feesten in de stad groeit. In drie jaar tijd is dat cijfer exponentieel gestegen. Dat een artiest vaak een dag later daar in de buurt draait maakt dan zelfs niet uit. Die lijn moet volgens Van Dieren, Pieters en Ryahi nu worden doorgetrokken. Daarbij helpt dat ze zien dat veel bezoekers van buiten hun positieve ervaring delen via Facebook. Pieters: ‘Voorheen had men het gevoel dat als je uit de trein stapte je overvallen kon worden. Dat onterechte beeld leeft nog wel een beetje buiten de stad, maar gelukkig ontdekken steeds meer mensen dat het hier goed vertoeven is.’ Hij denkt dat zodra mensen zien dat je hier leuk kunt stappen de clubs voller worden en er meer geld wordt uitgegeven. ‘Het aanbod aan creatieve partijen overstijgt de voedingsbodem nu nog wel een beetje. Dat is aan het veranderen maar daarom is het juist belangrijk dat

we met z’n allen de vele goede dingen die hier gebeuren in de spotlights zetten. Ik vind het raar dat iemand als Ted Langebach, die dan zogenaamd te boek staat als ambassadeur van de Rotterdamse scene, zich zo vaak negatief uitlaat. Dat vertraagt het proces alleen maar.’ Stad van de mogelijkheden

Een gezonde uitgaansscene is van belang voor Rotterdam, dat zich steeds meer wil profileren als studentenstad met het aantrekken van nieuwe opleidingen en studentenwoningen. Maar volgens Yagoub brengt een kwalitatief uitgaansleven studenten naar Rotterdam en niet andersom. En voor deze doelgroep ligt volgens Pieters en Van Dieren zoveel potentieel voor studenten en creatieven. Pieters: ‘De huren zijn hier betaalbaar en er is ruimte om dingen te doen. In Amsterdam zijn de kaarten al geschud, als jonge promotor en DJ kun je daar minder je gang gaan.’ Maar kun je als creatieveling in Rotterdam wel zo aan je trekken komen? Thomas Martojo van Dekmantel vertelde me twee jaar terug dat je voor het experiment toch aangewezen bent op de hoofdstad. Van Dieren herkent zich daar wel in. Hij ziet dat sommige hypes in Amsterdam populair zijn, terwijl ze in de Havenstad nog niets doen. Yagoub weet niet of hij het er mee eens is. Hij probeert promotors juist te pushen om een laag er onder te pakken. ‘Kyle Hall was drie jaar terug ondenkbaar. Nu verkoopt hij Perron uit.’ En waar hij vorig jaar op zijn feest Nachtduik in Factory 010 een line-up had met zwaar geschut als Marcel Dettmann, Ben Klock, Dixon, Âme, Todd Terje en Jeff Mills probeert hij het dit jaar met namen als Xoxar, Mr G. en KiNK. Yagoub: ‘Wie weet dat als ik je volgend jaar spreek we nog een laag eronder zitten. Over drie jaar kan het zomaar zijn dat de rollen zijn omgedraaid.’



107

feature TEKST Denise Horowitz Beeld Maurits Weebers

Achter de schermen bij

5 Days Off ‘Het was één grote, zweterige, kolkende zaal met overal moshpits en kids die van 22:00 tot 05:00 he-le-maal uit hun naad gingen op keiharde drum ‘n bass. Genieten.’ Zijn oogjes glimmen als hij vertelt over zijn persoonlijke 5 Days Off hoogtepunt. DJB redactrice Denise liep een dagje mee met 5 Days Off (5DO). Ze woonde de eerste productievergadering van het team bij en interviewde artistiek directeur van 5 Days Off, Bas van den Broeke. De uitgelezen persoon om te vragen hoe zo’n festival van de grond komt en wat er allemaal bij komt kijken. 9:30

Langzamerhand druppelt iedereen het 5DO kantoortje van de Melkweg binnen. Handen worden geschud, gezichten worden eindelijk bij stemmen en woorden gevoegd. Na veel bel- en emailcontact over en weer, is het voor het eerst dat het gehele team elkaar in levende lijve ontmoet. Koffie wordt getapt uit de privé-espressomachine van Bas van den Broeke. Hij strooit gul met zijn cupjes, want die machine beneden, ‘da’s niet te zuipen.’ Stagiair Sjors behandelt ondertussen de vele accreditatieverzoeken die de 5DO mailbox vullen en vraagt Bas om advies. Er komen veel persaanvragen uit het buitenland, tijdschriften en blogs die een artikel willen schrijven over een bepaalde avond. Voor 5DO is het van belang om te weten wie er precies komen (journalist/filmploeg), wat het bereik is en waar ze de recensie vervolgens terug kunnen vinden. Jonge, lokale bloggers maken een goede kans op een accreditatie. Dat zijn vaak enthousiaste mensen met een goede achterban. Van den Broeke en consorten zijn wel kritisch; niet iedereen komt zomaar op de perslijst. 10:10

We lopen ontelbaar veel trappen omhoog, opzij en weer omhoog in het smalle Melkwegpand tot we de zaal bereiken waar de eerste productievergadering plaats zal vinden. Van den Broeke is voorzitter, verder zijn aanwezig Sanne en Bas van het productieteam Melkweg. Martijn, productie Paradiso, en programmeurs Boye (Paradiso), Camiel (Melkweg) en Hidde (Mojo). Ook zijn Ilana en Dana van Mojo uit Delft afgereisd om deze meeting bij te wonen. Notulen worden gemaakt door 5DO stagiair Sjors.


108 Achter de schermen bij 5 Days Off

Er wordt gestart met een ienie-mini voorstelrondje, vooral voor mijn aanwezigheid georganiseerd denk ik. Mojo is de vaste programmapartner van 5DO. Ze boeken veel van de grote artiesten en zijn onderdeel van de programmacommissie. We tellen zes weken tot het event en iedereen lijkt me behoorlijk relaxed. Wat staat er vandaag op de agenda? Een greep uit de vele praktische zaken die in ruim een uur aan de orde komen: • Tijdschema’s per avond moeten definitief gemaakt worden, zowel voor het plannen van de soundchecks als het boe ken van vluchten en accommodatie voor de artiesten. • Technische riders van de artiesten moeten gecomple teerd en verwerkt worden. Volgens de groep valt het dit jaar best mee met de riders. Geen hysterische lichtinstal laties of metershoge logo’s van labels dit jaar. Ook geen sprake van blauwe m&ms, zeldzame geurstokjes of prostituees. • Wat zijn pijnpunten van de kaartverkoop, welke avonden moeten nog gepusht worden? • Wat wordt er geregeld wat betreft eten voor de artiesten? • De rookruimte van de Melkweg wordt momenteel ver bouwd. Is die wel klaar voor 5DO? • Code rood voor de gastenlijst van Darkside! Slechts zeer belangrijke mensen mogen nog op die lijst. • Wat gebeurt er met de aankleding. Komen er banners? Geen dia projectors, dat is ouderwets. • Welke artiest zetten we in welke zaal? Sommige artiesten horen juist in een kleine intieme setting in plaats van een grote zaal. Zo, dat was productief. Iedereen weet wat hij of zij moet doen en kan aan de slag. Ik maak me op voor mijn interview met Bas van den Broeke. We lopen van de Melkweg naar de Paradiso. De route die komende maart veel bewandeld, bestrompeld of misschien wel behuppeld zal gaan worden. We besluiten te lunchen bij de Balie. 5DO is ooit begonnen als klein broertje van het Belgische 10 Days Off (10DO). Is er nog contact met Gent? Jazeker, het contact is altijd goed geweest. De eerste jaren van 5DO was de samenwerking heel nauw. Met je passepartout van 10DO in Gent kon je zelfs zo door naar 5DO in Amsterdam. Dat was voor de echte diehards, vijftien dagen housen is natuurlijk wel heftig. Qua organisatie is het vervolgens een beetje uit elkaar gegroeid. Eigenlijk is er dit jaar weer een hernieuwde samenwerking. Philip de Liser, de directeur van 10DO, zit nu bij ons in het bestuur. Hij denkt mee en helpt ons met zijn dosis ervaring wat betreft de Belgische dancescene. Vooral als het gaat om geld, subsidie, sponsoring, verzadiging van de markt en dat soort kwesties gaat, komt zijn kennis goed van pas. Voor de volgende editie gaan 5DO en 10DO misschien niet alleen bestuurlijk samenwerken. Het staat nog in de kinderschoenen, maar er zijn plannen om 5DO op twee plekken tegelijkertijd te gaan organiseren. Namelijk in Gent en in Amsterdam. Wij zullen dan gezamenlijk de organisatie op ons nemen. Daarbij zouden we veel van de overheadkosten kunnen delen.

Ja, want wat kost zoiets nou eigenlijk allemaal? Krijgt 5DO subsidie van de gemeente? We krijgen nul euro subsidie. Dat is moeilijk, dus voor het randprogramma moeten we het hebben van enthousiaste lokale partners. We hebben dit jaar een fototentoonstelling, een platenbeurs, een filmprogramma en een lezingenprogramma. De lezingen worden georganiseerd in samenwerking met FIBER met hun serie Coded Matter(s). Melkweg en Paradiso zijn de gezamenlijke organisatoren van 5 Days Off. Zij investeren jaarlijks in het festival om zo een hoogwaardige line-up neer te kunnen zetten. En we verkopen natuurlijk veel kaarten, dus de artiesten worden voor een groot gedeelte betaald vanuit de recettes. Een geschatte bron van inkomsten, want je weet van tevoren toch niet hoeveel kaarten je verkoopt? Klopt, dus we werken altijd vanuit een begroting en aparte kostenplaatjes per avond. Dat is spannend en daardoor ligt er ook best wel veel druk op de organisatie met betrekking tot de kaartverkoop. We moeten heel scherp onderhandelen willen we de prijzen betaalbaar houden voor onze bezoekers. De ticketprijzen liggen tussen de €16,- en €22,-, vrij schappelijk vinden wij. De programmering van het festival ligt in handen van Boye ‘t Lam (Paradiso) Hidde Pluymert (Mojo) en Camiel le Rutte (Melkweg) in samenwerking met jou en zakelijk directeur Daan Spoek. Wanneer beginnen de voorbereidingen? We krijgen veel support vanuit zowel de Melkweg als de Paradiso. Van Mojo krijgen we ook nog hulp met de programmering van Maurice Spijker en van David van Schuylenburch. Ieder van die jongens brengt een andere muzieksmaak in. In de vroege zomer beginnen we met de eerste gesprekken, worden de eerste lijnen uitgezet en stellen we een wenslijst op. Welke artiesten moeten we nu binnen hengelen? Hoe gaan we de avonden ongeveer verdelen? Wie zijn er überhaupt beschikbaar? Want vaak zijn artiesten al op tour, zitten ze in de studio of zijn ze al gekaapt door een ander festival. Twee jaar geleden waren we nog het eerste indoor festival van het jaar, je merkt nu dat er ook andere festivals op die spot in maart gaan zitten en dat meerdere festivals op dezelfde artiest zitten te azen. Hoe gaan jullie daarmee om? Worden jullie daar zenuwachtig van? Het gaat erom welk verhaal beter is, of wie er meer geld kan bieden. Maar daar maken we ons niet zo druk om. You win some, you lose some. Ons voordeel is dat we al heel lang bestaan, dit is de veertiende editie. Veel artiesten hebben al op 5DO gestaan en koesteren daar goede herinneringen aan. Of artiesten kennen het festival van naam. Het wordt natuurlijk georganiseerd door twee van de grootste poptempels van Nederland, waar artiesten dolgraag willen staan. Nadeel is dat we niet zo heel veel geld te bieden hebben. Dus als een artiest heel commercieel ingesteld is, kan het soms afketsen. Bij wie dat is gebeurd? Dat was bij…’ Onze lunch arriveert. We pikken daarna ons gesprek weer


Bas van den Broeke



111 Achter de schermen bij 5 Days Off

op, maar zijn beiden vergeten dat er nog een vraag in de lucht hing. Nou ja. Waar onderscheiden jullie je mee ten opzichte van andere dance festivals? Wat is jullie filosofie? In vijf dagen laten we zo veel mogelijk verschillende acts zien die echt van nu zijn. Het is een paraplu van veel verschillende stijlen binnen de elektronische muziek. Twee jaar geleden hadden we bijvoorbeeld veel dubstep, dat was huge. Dit jaar is er veel drum ‘n bass geprogrammeerd, een genre dat door de hype van de dubstep weer nieuw leven is ingeblazen. Er staat ook veel house op het programma en we hebben een aantal experimentele acts geboekt, zoals Darkside, Nils Frahm en Planningtorcok. Onze programmeurs zitten er bovenop en zien toe op de diversiteit van het programma. Daarnaast heeft 5DO ook een soort platformfunctie voor opkomende namen. Naast het muziekprogramma hebben we een speciaal programma, waarin we de verbinding leggen tussen kunst en elektronische muziek. Wat vind je van de huidige DJ fees? Ik vind het moeilijk in te schatten, ik ben geen boeker. Maar jezus, voor twee uurtjes een paar duizend euro vangen, dat is helemaal niet gek meer tegenwoordig. Ik vertrouw volledig op onze programmeurs om de waarde in te schatten van de artiesten die we boeken. Maar ja, ik schrik af en toe wel van de bedragen die we naar ons hoofd geslingerd krijgen, dat we zeggen: ‘Dikke mazzel, dat gaan we niet betalen’. Dan moet je met een tegenoffer komen en beginnen de onderhandelingen. Dat is aan de orde van de dag, dat gepingel. En soms moet je er gewoon een klap op geven als je een artiest echt graag wilt hebben. De duurste? Oeh.. ik denk dat we voor Darkside wel diep in de buidel hebben moeten tasten. Maar ja, dat betaalt zich ook wel weer uit in de kaartverkoop. Ze waren binnen no time uitverkocht. Met nog zes weken te gaan, hoe staat het eigenlijk met de kaartverkoop? De kaartverkoop gaat goed. Je merkt dat mensen op Facebook laten weten van ‘we komen’ en ‘te gek’, maar de stap om dan daadwerkelijk kaarten te kopen stellen ze vaak dan nog een beetje uit. Ik verwacht dat het wel goed komt, er zitten altijd twee of drie avonden tussen waar we wat meer aan moeten trekken. Het is ook koffiedik kijken. Soms hebben we acts waarvan je denkt dat ze binnen een mum van tijd uitverkopen en dan blijkt dat we ze toch nog moeten pushen. Is de avond met Julio Bashmore bijvoorbeeld een sure sell out of moeten jullie die nog pushen? Ja, die hebben we gisteren pas aangekondigd, dus daar moeten we nog wel even aan trekken. Maar het is een grote naam, op een zaterdagavond dus dat komt wel goed. Het leuke van deze avond is dat we hem hebben gevraagd de avond te cureren. De avond heet ook Curated by Julio Bashmore. We hebben samen met hem een verlanglijst gemaakt. En dan gaan de programmeurs jagen. Onder anderen Metro Area, Dekmantel Soundsystem en Funkineven staan uiteindelijk op die lijst.

Wat is jouw mooiste 5DO ervaring? Ik ga al jaren maar twee jaar geleden was het voor mij de eerste keer dat ik zelf voor 5DO werkte, toen nog als communicatieman. Ik ben bijna naar alle shows en avonden geweest maar vond toen de Noisa Invites avond in de Melkweg echt overweldigend. Het was één grote, zweterige, kolkende zaal met overal moshpits en kids die van 22:00 tot 05:00 he-le-maal uit hun naad gingen op keiharde drum ‘n bass. Genieten. En komende editie? Waar kijk je het meest naar uit? Dit jaar lijkt me Darkside een heerlijke opener, qua muziekervaring, niet zozeer om te dansen. LTJ Bukem en I-F uit Den Haag, daar luister ik ook al jaren naar. Nils Frahm kijk ik ook heel erg naar uit, een klassiek pianist, die de grenzen opzoekt richting elektronica. Hij gaat speciaal voor 5DO een elektronische set doen met allemaal analoge synthesizers. In de Balie hebben we vrijdag ook een vette avond in samenwerking met Subbacultcha!. Planningtorock komt dan onder meer optreden, een audiovisueel solo-project van Janine Rostran. Ze reist de hele wereld over en is momenteel op tour door Europa. Ze heeft in het voorprogramma gestaan van het afscheidsconcert van LCD Soundsystem en wordt door Pitchfork vaak de hemel in geprezen. 13:00

We snellen ons terug naar kantoor. Bas heeft een meeting met twee jongens van een productiekantoor die hun verhaal willen pitchen. Ik luister in een hoekje stilletjes mee. De jongens hebben een goed verhaal maar uiteindelijk komt het neer op de ordinaire pingels. ‘We moeten even bekijken wat er budgettair haalbaar is’. Oftewel, wat kost die grap? Zo krijgt Bas te maken met nog wel meer van dat soort partijen de komende paar weken. ‘Ontwerpbureautjes, bureaus die video’s willen maken, fotografen, bloggers, journalisten, kledingmerken die hun naam willen verbinden aan 5DO. Het is supertof dat er zoveel partijen interesse tonen om met ons samen te willen werken.‘ Je bent voor het eerst mededirecteur van het festival. Wat heb je geleerd en neem je mee voor een volgende keer? Ik heb geleerd dat lokale creatieve partners heel benaderbaar zijn, daar kan je leuke dingen mee opzetten. Maar als het gaat om financiële partners met betrekking tot sponsoring, subsidie of geldschieters heb ik geleerd dat daar echt veel tijd en energie in gaat zitten. Vaak krijg je nul op het rekest en moet je inschatten hoeveel tijd en energie je in een bepaalde partij steekt. Het lastige is dat de gemeente en de fondsen ons zien als een succesvolle, goedlopende organisatie dus minder happig zijn om subsidie te verlenen. Terwijl we met dat geld wel groter kunnen uitpakken wat betreft kunstzinnige programmering. Om het festival nog sterker en beter te maken. Dat wordt weer een uitdaging voor de volgende editie.’

5daysoff.nl


112

feature TEKST Rik Hermans Beeld photo-company.nl

‘Het plan is: er is geen plan’ Destilleer een halve eeuw aan spierballentechno en je blijft over met Collabs. Speedy J(ochem Paap) en Chris Liebing vertellen over een muzikale broederliefde en de ‘samenwerking die me de DJ maakte die ik nu ben.’

Jochem: De truc zit hem in het luisteren naar de ander. We hebben een muzikaal gesprek. We proberen elkaars groove op te pikken, te letten op welke lijnen de ander uitzet. Daar speel je op in.

DJB: Jullie werken tien jaar samen, hoe is Collabs begonnen? Chris: Volgens mij zelfs langer. Jochem, was vorig jaar niet ons jubileum? Jochem: Eh, inderdaad ja. Ik deed wat remixen voor Chris in 2001, later stonden we steeds samen op hetzelfde podium en besloten we om maar eens iets in de studio te proberen. Ik had een project bij NovaMute onder de noemer Collabs. Chris en ik doken de studio in en bleken erg productief. Dat resulteerde in een album en een stuk of 50 shows samen. In het begin waren die best taai. De apparatuur was nog niet ver genoeg ontwikkeld voor wat wij wilden doen. We hebben onze ambities daarin iets in moeten perken. Chris: Ik herinner me nog een nacht in Melbourne, de avond voor ons eerste optreden samen. We hadden zoveel mogelijk gear mee als onze koffers konden dragen, en hadden één avond om te kijken of het wel zou werken. Dat was ontzettend interessant. Jochem: Collabs bestond alleen in onze gedachten, het was een leeg doek. Er was geen enkele garantie dat het zou werken.

DJB: Hoe moet ik die dynamiek voor me zien in de studio? Chris: Poeh, dat is al een tijd geleden. Meestal ging ik eerst naar de coffeeshop om een zak wiet de halen. Dan ging ik achter in de studio op een bank zitten, liet ik Jochem zijn ding doen en riep ik commentaren naar zijn hoofd. Jochem: Haha, dat is niet helemaal waar hoor. Chris: Nee, inderdaad. We wisselden elkaar af en degene die het meeste ervaring had op een bepaald vlak nam de leiding. Jochems studiowerk is legendarisch. Hij heeft bijna dertig jaar ervaring. In zijn studio nam hij dus meestal de leiding. Daar voegde ik mijn ideeën aan toe. Jochem: Als ik alleen in de studio zit gaan mijn gedachten overal naartoe. Ik ben all over the place. Soms heb ik een frame nodig om in te werken. Een structuur en een doel. Functionaliteit. Chris geeft me dat. Omdat hij DJ is, is hij daar verder in ontwikkeld. Hij heeft een productieve instelling. Je kunt wel blijven combineren en kloten met loops, maar op een gegeven moment moet je kunnen zeggen: dit is het.

DJB: Wat hebben jullie van elkaar geleerd? Chris: Het is altijd een ontzettend leerzame samenwerking geweest. Voor mij misschien nog het meest. In de studio heb ik veel van Jochem opgestoken. Jochem: Dat is wederzijds. Chris had een DJ-achtergrond, ik speelde vooral live. Collabs is een uitwisseling van ervaring en kennis. Zowel in de studio als op het podium. Chris: Voor mijn gevoel vervullen de Collabs-shows een sleutelrol in onze individuele carrières. Ze geven ons de mogelijkheid om te experimenteren met een setup die zo complex is, dat je hem in je eentje misschien niet aan zou kunnen. Die samenwerking heeft me de DJ gemaakt die ik nu ben. DJB: Waarom is jullie samenwerking zo succesvol? Chris: Het heeft vooral te maken met onze karakters. We zijn complementair en voelen elkaar aan. Ik heb veel back-to-back-sets gedaan, maar ze zijn nooit zo leuk als met Jochem. Er was een tijd dat we zoveel samenspeelden dat ik z’n gemoedstoestand haast kon voelen. Je kunt veel apparatuur bij elkaar zetten en met allerlei mensen spelen, maar zonder connectie lukt dat echt niet.

DJB: Hoe heeft het jullie geluid zich ontwikkeld? Jochem: We zijn altijd op zoek naar vernieuwing. Het is makkelijk om verveeld te raken met wat je al kent en live spelen voelt pas goed als je risico neemt. We zijn constant op zoek naar nieuwe combinaties en nieuwe manieren om een connectie te maken en een atmosfeer te creëren. We hebben weinig samengespeeld de laatste tijd, maar zodra we op het podium staan komt die klik vanzelf. De rest is improvisatie. Chris: We plannen niets. Het zijn onze individuele reizen door muziek die bepalen hoe Collabs klinkt. We leunen zwaar op onze intuïtie, maar vallen terug op routine. We kennen onze apparatuur. We kennen elkaar. Het plan is dat er geen plan is. DJB: Wat is jullie in tien jaar Collabs het meest bijgebleven? Chris: Ontzettend veel, maar dat ene weekend in Melbourne steekt er nog wel het meest bovenuit. Jochem: En ook Lowlands was heel tof. We speelden in de Bravo. Daar passen 7.000 mensen, maar ik denk dat er minstens 12.000 man waren. Chris: Ik wil daar nog één gig aan toevoegen: die op 5DaysOff over een paar weken. Collabs @ 5 Days Off, Melkweg, donderdag 6 maart



114

5 daYs off programma

marek Hemmann

Calyx & Teebee

Nils Frahm

lapalux

ejeca

Fred v & Grafix

Friction

planningtorock

muziekproGramma 5 Days off day 1, woeNsdag 5 Maart darkside (uitverkocht) melkweg | 19:00 | The max darkside darkstar melkweg | 22:30 | oude Zaal darkstar, malawi day 2, doNderdag 6 Maart electric deluxe melkweg | 22:00 | The max & oude Zaal Collabs 3000 (speedy J & Chris liebing), marcel Fengler, abdulla rashim, Truss, Will & ink, Jean pierre enfant Hot since 82, waze & odyssey, ejeca paradiso | 23:00 | Grote Zaal & Bovenzaal Hosted by Jongens vd Wereld: Hot since 82, Waze & odyssey, ejeca, Bodhi, elias mazian, moose, lxury, alexander valentyn, martin lucas & sombro, winnaar dJB dJ Contest

day 3, vriJdag 7 Maart Noisia invites melkweg | 22:00 | The max & oude Zaal Noisia, Friction & linguistics, Calyx & Teebee feat. mC ad, koaN sound, Gridlok, lenzman, Hybris, posij, Former, Fairfax rustie, shlohmo, snakehips , Lapalux e.a. paradiso | 22:00 | Grote Zaal & Bovenzaal rustie, special guest: shlohmo, snakehips, lapalux, melé, Jameszoo, dJ+, akka, Filosofischestilte, know v.a., Jarreau vandal subbacultcha! Night de Balie | 22:00 | Grote Zaal planningtorock, rroxymore, James k, Berlin Creamcake, modern Witch, Boris Becker, Girls like us dJ’s

day 4, zaterdag 8 Maart Marek Hemmann (live) melkweg | 18:30 | The max marek Hemmann curated by Julio Bashmore melkweg | 22:00 | The max en de oude Zaal Julio Bashmore, metro area (dJ-set), martyn, dekmantel soundsystem, Funkineven, axel Boman, Tape dJ’s: interstellar Funk, Berend kirch en Jeroen kok. Nils frahm (electronic set) paradiso | 19:00 | Grote Zaal Hospitality paradiso | 22:30 | Grote Zaal & Bovenzaal Fred v & Grafix, s.p.Y, metrik, mC Wrec & lowqui, pamb & Harsh, special guests lTJ Bukem & Fabio day 5, zoNdag 9 Maart i-f & young Marco paradiso | 22:00 | Bovenzaal i-F, Young marco


115

5 daYs off programma

s.p.Y.

darkside

metrik

dekmantel soundsystem

dJ+

kunstproGramma 5 Days off day 1, woeNsdag 5 Maart opening: What difference does it Make? a Film about Making Music melkweg Cinema | 19:00 Ter ere van de 15de verjaardag van de red Bull music academy presenteert ralf schmerberg What Difference Does It Make? A Film About Music. (besloten) Milan Boonstra melkweg Galarie | 19:00 Freaks Come Out At Night is een expositie van milan Boonstra waarin het uitgaansleven centraal staat. day 2, doNderdag 6 Maart Milan Boonstra melkweg Galarie | 19:00 Freaks Come Out At Night. old school renegades melkweg Cinema | 19:00 Fascinerende documentaire over de opkomst van house, rave en techno in de jaren 90.

coded Matter(s): coding the club melkweg Theater | 19:30 – 22:30 performances, showcases en een keynote over de nieuwste ontwikkelingen in de productie van clubervaringen, innoverende audiovisuele live shows en elektronische muziek. met o.a. Children of the light (bekend van de darkside live show), 4dsouNd, peter kirn en matthijs munnik. meer info: www.codedmatters.nl day 3, vriJdag 7 Maart Milan Boonstra melkweg Galarie | 19:00 Freaks Come Out At Night. Buraka som sistema: off the Beaten track melkweg Cinema | 19:00 Neem een kijkje achter de schermen en volg de ontwikkelingen van de kleurrijke portugese groep Buraka som sistema. Matthijs Munnik melkweg Theater | 22:00. installatie Citadels: lightscape v van media artiest matthijs munnik

day 4, zaterdag 8 Maart Long players Music Market melkweg oude Zaal | 12:00 – 18:00 dJ’s, verzamelaars, labels en muziekliefhebbers: kom kijken, kopen of verkopen op deze kleine onafhankelijke platenbeurs. our vinyl weighs a ton: this is stone throw records melkweg Cinema | 19:00 Neem een kijkje in de wereld van een van de tofste underground hiphop labels uit de vs. Milan Boonstra melkweg Galarie | 19:00 Freaks Come Out At Night. Matthijs Munnik melkweg Theater | 22:00. installatie Citadels: lightscape v van media artiest matthijs munnik day 5, zoNdag 9 Maart Milan Boonstra melkweg Galarie | 19:00 Freaks Come Out At Night.


116

feature TEKST Rik Hermans Beeld Simona Mihaylova

Dansen in de as van het Gordijn Strahil Velchev is een veelvraat. In elke zin van het woord. Voor de producer die je beter kent als KiNK is dat pure noodzaak. De Bulgaar vertelt over de scene in Sofia, zijn debuutalbum en hoe alles begon met disco. ‘En dan heb ik het niet over credible, underground disco. Die vond je niet in Sofia in de jaren tachtig. Mijn ouders draaiden het thuis. Ik werd er niet bepaald opgewonden van, maar achteraf denk ik dat het een voorliefde voor beatgedreven muziek heeft opgewekt. Muziek om op te dansen. De eerste keer dat ik in aanraking kwam met elektronische muziek was in 1991. Ik was twaalf en hoorde KLF. Omdat er in gerapt werd dacht ik dat het hiphop was. Ik vond het fantastisch. Een jaar later hoorde ik in mijn favoriete radioshow een nummer van U96. ‘Das Boot’. Ontzettend cheesy. Zoiets had ik nog nooit gehoord. Was het was wist ik niet, maar de DJ noemde het ‘techno’. Destijds maakte het niet uit of iets nu breakbeat, rave, jungle of ambient was, in Bulgarije was het allemaal techno. Ik besloot dat ik zoveel mogelijk van die muziek bij elkaar zou verzamelen.’ ‘Het was een interessante tijd in Sofia. Tot 1989 was Bulgarije communistisch. Toen kwam de verandering. Alles uit de westerse wereld was opeens toegankelijk. Heel interessant. Ik ontdekte geluiden die ik nog nooit eerder hoorde. De muziekmarkt was hier niet bepaald ontwikkeld, zo vlak na de val van het regime. Dus ik luisterde alles wat ik voor handen kreeg. Dat heeft mijn productieproces beïnvloedt. Ik kan me niet vastpinnen op één genre of één stroming. Ik ben een veelvraat.’ ‘Iets later dan de rest van de wereld bereikte de danceexplosie ook Bulgarije. Toen, halverwege de jaren negentig werden hier fantastische feesten georganiseerd. Mensen hadden vaak geen idee welke muziek het was, maar ze werden aangetrokken door de nieuwigheid van de klanken en de subcultuur. Opeens stonden er 15.000 mensen in één ruimte te dansen. Dat was fantastisch. Ik werd altijd getrokken door het geluid. Veel mensen om me heen werden verleid door de energie, de feestjes en drugs, maar voor mij was dat anders. Jammer genoeg sloot die muziek niet helemaal bij me aan. Het waren de commerciële varianten van house en techno. Het ging me meer om de saamhorigheid. Er was een bepaald gemeenschapsgevoel.’ ‘Tot aan het eind van de jaren negentig was het niet makkelijk om aan platen te komen. In de stad was één zaak waar ik vaak naartoe ging. In een kleine bioscoop, vlakbij

de ingang. Ze hadden er veel import van Warp en Ninja Tune. Ik had weinig geld om de platen te kopen, maar van de eigenaar mocht ik zo vaak en veel komen luisteren als ik wilde. Dat zette me aan het denken: als ik geen muziek kan kopen, moet ik het misschien maar gaan maken.’ ‘Het heeft me altijd aangesproken om muziek aan te passen. Ik heb de drang om het op een bepaalde manier te manipuleren en er nieuwe arrangementen van te maken. Iets nieuws uit iets ouds. Ik speelde een tijd lang met andermans nummers. Eerst deed ik dat met cassettebandjes, rond de eeuwwisseling met mijn computer. Ik denk dat ik in 2001 voor het eerst mijn eigen muziek componeerde. ‘Het duurde vier jaar voordat mijn eerste release had. Dat was iets machtigs, mijn eigen muziek op vinyl. In de jaren erna bouwde ik een goede reputatie op als DJ in Bulgarije, maar over de grens kreeg ik geen voet aan de grond. Dat frustreerde me. Ik wilde veel meer mensen bereiken, maar op de een of andere manier gebeurde het niet. Het was even moeilijk om muziek te blijven maken. Totdat ik Neville Watson ontmoette. Ik kwam online een foto van hem tegen waarop hij een van mijn platen draaide. Dat deed niemand, dacht ik, dus ik nam contact met hem op. We raakten bevriend en zijn samen muziek gaan maken. Online, via de mail. Gewoon door samples en loops uit te wisselen. We gingen er niet vanuit dat we het konden verkopen. In die tijd was minimal de dominante stijl, onze track was juist heel melodisch. Toen kwam Rush Hour hem tegen op mijn MySpace. Ze waren enthousiast. De release was een succes en heeft veel deuren voor me geopend. Ook bij andere labels. Rush Hour heeft mijn leven veranderd. Echt waar. Net als Neville. Die ontmoeting was misschien nog belangrijker. Hij heeft me geleerd om meer melodieën te gebruiken. Om muziek in de muziek te stoppen, in plaats van enkel ritmes en perfect gepolijste geluiden.’ ‘In mei komt mijn eerste album uit. Bijna tien jaar na mijn eerste release. Het is een minimalistische plaat geworden met een ander geluid dan mensen van me gewend zijn. De nummers variëren ontzettend. Ik kan me niet committeren aan één genre of één tempo, maar wilde wel een bepaalde coherentie bewerkstelligen. Daarom zijn ze stuk voor stuk gebouwd op de geluiden van vier of vijf apparaten. Ik gebruikte bijvoorbeeld maar twee synthesizers, de piano in mijn huiskamer en dezelfde vocalist. Ik wilde mijn geluid uitdiepen door mijn keuzes te beperken. Volgens mij is dat gelukt. Ergens denk ik dat ik mijn geluid nu pas gevonden heb.’



118

feature TEKST Rik Hermans Beeld Eline Makker & Sasha Renkas

A ntenna house zonder concessies

Uit de liefde tussen Sasha Renkas en Eline Makker is misschien wel een van ‘s lands meest intrigerende acts geboren. Antenna maakt house zonder compromissen. Puur, donker en rafelig. ‘Als iets gelikt is, vind ik het eigenlijk nooit leuk.’


119

Hij komt uit Kiev, zij uit Amsterdam. Renkas trok vijftien jaar geleden van Oekraïne naar Nijmegen. Eline kwam hem via een omweg tegen op de Kunstacademie in Arnhem. Ze werden verliefd, verhuisden naar Amsterdam waar Eline een steeds grotere rol in zijn muziek begon te spelen. Als duo maken ze house. Of ja, house. Antenna probeert zich niet teveel te conformeren aan bepaalde genres. ‘Je kunt een punkattitude ook meenemen naar elektronische muziek’, vertelt Renkas terwijl hij met een slok bier zijn tosti wegspoelt in theatercafé Kriterion. Het gaat erom hoe je die toepast en welke keuzes je maakt. Geen concessies, maar raggen. Dat idee. Ergen is veel underground house best conformistisch. Het is muziek die is gemaakt binnen bepaalde conventies omdat mensen de regeltjes opvolgen die er al zijn. Four by four, de bekende nineties-pianoriedeltjes. Formulemuziek. Soms is het leuk om zoiets opnieuw op te pakken, maar ik vind het belangrijk om iets nieuws te doen. Tenminste, om mezelf te blijven verrassen.’ Eline knikt instemmend. ‘Als het maar puur is. Het is best fijn om soms het risico te lopen dat niemand anders het leuk vind.’ Ze willen niet teveel voortborduren op wat er is, maar desondanks is het geluid van Antenna geschoeid op dat van de jaren tachtig. Niet omdat ze dat tijdperk willen herdefiniëren, ook niet uit nostalgische overwegingen. ‘We gebruiken machines van toen en ik denk dat we ons verbonden voelen met het geluid uit die tijd, vandaar dat die associatie voor de hand ligt. Maar we vinden het niks om dat tijdsbeeld uit te buiten.’ Renkas’ eigen producties (veelal bij NON Records) neigen naar popmuziek, maar daar is bij Antenna geen sprake van. ‘Ik heb soms de neiging om vrolijke muziek te maken, maar dat tolereert Eline niet’, zegt hij met een glimlach. Eline: ‘Voor mij moet muziek wringen. Het leven is niets anders dan bitterzoet. Dat moet in onze muziek doorklinken. Sommige mensen zijn alleen maar bezig met het zoet. Dat komt op mij over als een façade.’ Renkas knikt instemmend. Popmuziek is tegenwoordig, in tegenstelling tot vroeger, niets anders dan escapisme, vindt hij. ‘Dat escapisme had disco ook, maar daar kon ik het harde arbeidersleven nog wel in ontwaren. Wat ik nu op de radio hoor sluit zich volledig af van wat er gebeurt in de wereld. Ik krijg er een pathologisch gevoel bij. Een bijna ziekelijke ontkenning.’

viteit iets is waar je geld in moet stoppen om er vervolgens meer geld uit te halen. Heel Hollands eigenlijk. Neem die Shelltoren. We hebben daar korte tijd een studio gehad en leerden er allerlei interessante mensen kennen. Kunstenaars, schrijvers, beeldhouwers, taxidermisten, mensen die op verschillende manieren heel creatief zijn. In de krant lees je dat het gebouw nu opééns een nieuwe broedplaats voor creativiteit is geworden, terwijl het dat allang was. De creativiteit wordt juist weggepest omdat de gemeente wil verdienen aan cultuur.’ Sasha: ‘Ik erger me aan de manier waarop dit soort projecten wordt goedgepraat. Het gaat helemaal niet om die broedplek of cultuur. Het gaat om geld. Heb je dat spandoek gezien? Het zijn alleen maar grote letters en lege kreten. Er zit niets van waarde of ideologie achter. Het voelt als misbruik van een muziekcultuur die mij heel eigen is.’ Die kreten, ‘Make Some Noise, I Feel Love, Go! God, Kiss The Sky, Walk This Way’ to name a few, verraden bij nadere inspectie eerder pseudocultuur dan een vrije broedplaats van creativiteit. Kiev

Op het moment van schrijven is Renkas’ geboortestad in staat van revolte. Barricades van brandende autobanden blokkeren straten die onleefbaar worden gemaakt door een over en weer van molotovcocktails en politiekogels. ‘Ik hoop ontzettend dat het daar lukt.’ vertelt Eline. ‘Dat ze een nieuwe basis leggen en autonoom worden. Een eigen identiteit is voor een individu, maar ook voor een groep zó belangrijk.’ Renkas: ’Ik woon in Nederland, maar de rest van mijn familie nog ik Kiev. Als je lange tijd ergens anders woont vervaagt het chauvinisme, maar ik ben heel trots op mijn mensen. Dat ze niet met zich laten fokken maar opstaan voor hun vrijheid en door kogels gaan om te vechten voor hun idealen. Ik vind dat mooi.’ De tweede e.p. van Antenna ‘Odessa’, veschijnt begin maart bij Pinkman Records soundcloud.com/pinkmanrecords

Uitholling

Het stel verhuist binnenkort van Amster- naar Rotterdam. Renkas: ‘Voor muzikanten is Amsterdam niet bepaald economisch. We hebben een klein appartementje en ik moet een ruimte hebben voor mijn studio. Dat is voor ons niet te betalen.’ Eline: ‘De Rotterdamse mentaliteit sluit ook beter aan bij de onze. Ik ben bang dat Amsterdam cultureel armer aan het worden is.’ De stad is aan het vercommercialiseren, denkt ook Renkas. ‘Ik zie hier dat cultuur wordt geforceerd. Het hoort een initiatief te zijn van de mensen zelf, maar er gaat zo’n pak subsidie in dat het scheef gaat groeien. Het is heel maf dat punkconcerten worden gesubsidieerd door de overheid.’ Eline: ‘Het is het idee dat creati-

‘Dat ze niet met zich laten fokken maar opstaan voor hun vrijheid en door kogels gaan om te vechten voor hun idealen’


120

feature TEKST Maria Mouk vertaling Lisanne van Rookuijzen illustratie Daniel Hageman

Berghain

mythe, legende, thuishaven, gay hotspot, club en instituut In een stad die anonimiteit promoot, is Berghain een statussymbool. De Berlijnse club brengt een historie van elektronische muziek van hoge kwaliteit met zich mee, gevoed door de groeiende vraag van een nieuwe generatie technoliefhebbers. Maar de beruchte locatie heeft zijn reputatie al ver voordat het bekend stond als Berghain opgebouwd, al blijft het mysterieuze (deur) beleid tot vandaag de dag een raadsel voor zowel bezoekers en critici. De legende van Berghain begon tijdens de ontwrichting van de jaren negentig, toen de val van de Berlijnse Muur de stad veranderde in een grote experimentele speelplaats. Verlaten gebouwen in Oost-Berlijn werden kraakpanden, muziekmagazijnen en uiteindelijk moderne clubs. ‘We wilden niet te ver weg van West-Berlijn wonen, want in Oost waren geen telefoons en we wilden dichtbij een telefooncel zitten. Uiteindelijk vonden we een plek in de wijk Friedrichshain’, zegt Tobias Rapp. Hij was al vroeg geïnteresseerd in de alternatieve muziekcultuur en werd popmuziekredacteur voor twee nationale dagbladen. Ook schreef hij een boek over techno in de Duitse hoofdstad; Lost and Sound: Berlin, techno and the Easyjetset. Veel leegstand en plotselinge vrijheid, experiment en escapisme zorgden voor een overvloed aan creatieve initiatieven. Er ontstonden locale feestculturen, die hun eigen grenzenloosheid begonnen te definiëren. Teufele en Thormann

De oprichters van Berghain, Michael Teufele en Norbert Thormann, geven zelden interviews. We weten weinig over de mannen achter de schermen van deze Berlijnse hotspot, en hun beschrijvingen hinten slechts naar de vrolijke, getatoeëerde Michael en voormalig modefotograaf Norbert als zijn zakenpartner die achter de boeken verstopt zit. Inmiddels hebben ze hun doel bereikt: een club presenteren als kunstwerk. Alles van het beruchte deurbeleid tot het eindeloze, losbandige feest binnen zorgt ervoor dat er ieder weekend massa’s mensen in de rij staan.

Terug naar de beginjaren, 1998: een sexclub genaamd lab. oratory breidt uit en Michael en Norbert starten de club Ostgut in een lege loods van het Ostgüterbahnhof treinstation op de Stralauer Allee. Geen reclame en geen lampen bij de deur. ‘Het was moeilijk te vinden, ik herinner me dat ik al meer dan een uur in een club stond, denkend dat het Ostgut was. Ik kwam er later achter dat de club Casino heette en dat Ostgut honderd meter verderop zat’, geeft een voormalig bezoeker schoorvoetend toe. De akoestische ervaring van Ostgut was hypnotisch en donker; industriële techno die nog steeds veel gemeen heeft met wat er nu gedraaid wordt in Berghain, gespeeld door resident DJ’s. Het publiek bestond uit lokale bewoners, vooral veel homoseksuele mannen; het open en onbevangen karakter van deze bezoekers spreekt uiteindelijk ook een veel breder publiek aan. De experimentele thuishaven

Waar Tresor vooral de hippe clubbers aantrok, was de dansvloer van Ostgut een plek om jezelf te zijn. Een veilige plek om te experimenteren, waar je zowel bankiers als dealers tegen kon komen. Lokale DJ Sacha Robotti herinnert zich ‘zijn beste feesten in Berlijn bij Ostgut’, en ‘daarheen gaan in een compleet Adidas trainingspak en mijn dansschoenen. Veel naakt. Mensen waren er vooral voor de muziek. En de seks.’ Twee jaar en een kleine verbouwing later, werd op de bovenste verdieping de Panorama Bar geopend, die de kenmerkende lichtvoetige techno en house naar Ostgut bracht. Daarmee wordt ook het publiek steeds breder. Hoewel het begon als een luid creatief protest, bleef iedereen na verloop van tijd stil over Ostgut. ‘Niemand wou er over praten of schrijven. Het was een ongeschreven regel; je moet het geheim houden want het is een schat. En het was echt een thuisbasis voor veel mensen toen. Je voelde echt dat dit het begin was van iets speciaals’, schreef Groove Magazine redacteur Thilo Schneider.



‘Kleed je niet te sjiek; gedraag je niet als een toerist; zorg dat je niet te jong lijkt; kom niet als een groep hetero mannen of vrouwen; ga in je eentje’

Een herontwikkelingsplan zorgde ervoor dat de club in 2003 moest sluiten. Maar het lokale publiek zorgde er eigenhandig voor dat op 15 oktober 2004 een vrijmoedig omgedoopte Berghain zijn deuren weer opende. De naam is gebaseerd op de splitsing tussen de wijken Kreuzberg en Friedrichshain. Een enorme, ongebruikte energiecentrale gebouwd in de jaren vijftig, een dansvloer met een capaciteit van 1500 mensen, een toegewijde achterban en een reputatie; Berghain zou niet lang een geheim blijven. Binnen een flinke geluidsupdate met een Funktion One systeem, een slim ontwerp en erotische kunst in opdracht ontworpen door Wolfgang Tilmans zijn de eerste hints naar een professionele club. Na zijn eerste bezoek concludeerde producer Daniel Wang: ‘Er is iets buitengewoons democratisch aan de sfeer van de club.’ Financiering

Er gaan veel geruchten over de enorme steun voor het Berghain project. Sommigen zeggen dat de DDR energiecentrale een goedmakertje van O2 was, de telecommunicatiegigant die Ostgut met de grond gelijk had gemaakt om hun Arena te kunnen bouwen. Archieven van de Berliner

Bank doen vermoeden dat ook zij een financiële partner waren. Tegen eind 2009 werd Berghain 1.2 miljoen euro toegekend door overheidsfondsen. Doel: de renovatie van onontwikkelde delen van het gebouwen financieren, iets dat de capaciteit van de club naar 2500 zou brengen. In 2011 werd de locatie definitief doordat energiemaatschappij Vattenfall de gebouwen overnam waardoor tussenkomst van derden uit beeld verdween. Toen de GEMA (de Duitse variant van auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra) in 2012 een belastingverhoging dreigde in te voeren voor culturele bestemmingen als Berghain, gingen de clubbers van Berlijn de straat op met protesten en petities. Uitspraken als ‘1400% verhoging voor Berghain’ trokken de aandacht van de landelijke media en geruchten gingen rond over de sluiting van de club in januari 2013. Uiteindelijk kwam Berghain onbeschadigd uit de strijd en bleef de club open. Tegen het einde van 2013 werd bekend dat er een overeenkomst was bereikt tussen GEMA en de Duitse clubs. Een grotendeels gereduceerd tarief zal in 2014 gelanceerd


123 Berghain

worden en de zakelijke leider namens het Berlijnse nachtleven, Stephan Büttner zei: ‘Er is nu geen sprake meer van heffingen die het voortbestaan van clubs bedreigen.’ Masse

In dezelfde periode werd de club door de staatssecretaris van Cultuur 1.25 miljoen aangeboden als financiering voor een uitbreiding. De staatssecretaris noemde Berghain een ‘innovatie plek’. De eigenaren sloegen het aanbod af omdat andere clubs met juridische stappen dreigden, ze spraken van oneerlijke concurrentie. In plaats van het op handen zijnde ‘Kubus project’ van Berghain kwam daarom het iets bescheidener maar niet minder indrukwekkende Masse, een experimenteel balletoptreden met een Berghain soundtrack in een voorheen onbekende hal waarin 500 mensen pasten. De elf optredens in de lente van 2013 waren onmiddellijk uitverkocht en lieten zien dat interesse voor de club zich niet aanpast aan verwachtingen nog lang niet aan het afnemen was.

dat je niet te jong lijkt; kom niet als een groep hetero mannen of vrouwen; kleed je excentriek; ga in je eentje’, somt ethnomusicologist Luis Manuel Garcia op. Dit zijn enkele van de populaire tips die Garcia heeft samengevat als onderdeel van een analyse over hoe de club wordt gezien door zijn fans. De Italiaanse DJ en Berlijnse clubveteraan ‘Qu Er’, beschreef Berghain ooit als: ‘Eigendom van niemand. Maar recentelijk is er iets veranderd.’ De donkerste hoeken van Ostgut hadden het misschien nooit gehaald zonder de creatie van een sterke identiteit als die van Berghain. Het gevarieerde aanbod van clubavonden, concerten en andere optredens is het directe effect van veel geld en moeite. Maar het waren Ostgut’s inspanningen in het zetten van een standaard voor het geluid en het genereren van een toegewijde aanhang, waarbij ze tegelijkertijd ook voor een stabiele omgeving voor de resident DJ hebben gezorgd, die kunnen worden gezien als de definitieve reden van het succes van zijn opvolger. Wat de toekomst brengt

Terug naar het Berlijn ten tijde van de millenniumwisseling, waar Berghain voor de technotoerist een trekpleister aan het worden is. Toen in 2005 het Ostgut Ton label werd gelanceerd, schoot het muziektoerisme flink omhoog. Tobias Rapp merkte het al eerder. ‘In 2004 stond ik in de rij voor een club. Wow, al deze mensen om me heen spreken andere talen. Niemand sprak Duits.’ Zoals in de jaren negentig het Westen naar Berlijn kwam, was dit vanaf 2000 het geval met de rest van de wereld. Berlijn trekt nu ieder weekend meer dan 10.000 bezoekers en 35% van die bezoekers noemt het nachtleven als de belangrijkste reden. Tegenwoordig heeft Berghain minimaal 180 mensen in dienst, en voor iedere goed betaalde medewerker is ook de zorgverzekering en het pensioen geregeld. De labelactiviteiten zijn uitgebreid en de oprichter van Ostgut Ton, Nick Höppner, heeft recentelijk het management van het label overgegeven aan Jenus Baumecker, om zo zijn eigen focus terug te brengen naar producties. Boeker Gideon Rathenow staat erom bekend dat hij, afgezien van het feit dat hij een van drijvende krachten achter het succes van de club is, ook actief is in de digitale kunstwereld. Deurbeleid

Inmiddels zet de oude garde van Berghain zich af tegen de toenemende populariteit en dreigen de nieuwkomers de underground sfeer van de club te veranderen. Er wordt gezegd dat hoge boekingsfees gereserveerd worden voor bekende DJ’s en dat de druk van het publiek de experimentele wortels van de club hebben platgestampt. Om het geheimzinnige karakter te behouden is er een berucht deurbeleid ingevoerd, waar ‘regulars’ worden verwelkomd en degenen die ongeschikt worden geacht geweigerd. Op verschillende fora en apps worden eindeloze discussies gevoerd over geschikte strategieën om binnen te komen. ‘Kleed je niet te sjiek; gedraag je niet als een toerist; zorg

Toekomstvoorspellingen voor dit culturele icoon zijn even gevarieerd als het publiek dat het aantrekt. Luis Manuel zegt dat ‘net als andere toeristische attracties erin slagen te overleven, terwijl ze omgaan met de vaak vernietigende impact van overvloedig toerisme, zo zal Berghain ook zijn eigen overlevingstrategieën hebben ontwikkeld.’ DJ Qu Er heeft het over ‘een andere Berghain, in een ander Berlijn, en ik denk niet ver van hier.’ Het meest radicale advies rondom Berghain komt van technocriticus Chris van het voormalige mnmlssg blog: ‘In plaats van het kritiekloos valoriseren van Berghain, zou een productievere aanpak zijn om te bekijken welke lessen er van kunnen worden geleerd. Stop het smachten naar Berghain en zie het als een positief rolmodel. Niet om het na te streven, maar als een plek om inspiratie op te doen. Simpelweg zou ons doel moeten zijn om onze eigen Berghains te bouwen, wat ze dan ook mogen zijn’… Of het nou door de improvisatie van verschillende disciplines is, of door het aanbieden van een multiculturele danceervaring, Berghain is nog steeds het ideaalbeeld waar grenzen niet belangrijk zijn. Het is een soort mascotte. In de evolutie van Berlijn, reflecteert de club de patronen van zijn stad, of het nou bloeiend of oververzadigd is, diepzinnig of schunnig, dat is aan de bezoekers om te beslissen. Om het nog een keer recht te zetten vroeg ik een inwoner van Berlijn, Ostgut bezoeker en lokale muzikant genaamd Snax over de moderne technoscene en de opdoemende toekomst van een clubervaring in Berghain. Blijven we komen als bezoekers, of zal de aantrekkingskracht binnenkort minder worden? En net als decennia geleden zegt hij: ‘Queens love disco. Ain’t a damn thing changed.’

berghain.de


124

feature TEKST Lisanne van Rookhuijzen Beeld Snowbombing

Snowbombing viert 15 jarig jubileum Van 7 tot en met 12 april vindt dit jaar alweer de vijftiende editie van Snowbombing plaats, waarvan tien jaar op hun vaste stek in Mayrhoven, Oostenrijk. Het is een van de weinige festivals in Europa die plaatsvindt in de bergen, en die een festival combineert met wintersport. DJB sprak met general manager Alex Bennett over de logistiek achter een festival op een berg. ‘Naar sommige locaties moeten artiesten per sneeuwscooter worden gebracht. Maar gelukkig zijn de meeste podia per auto bereikbaar.’ Voor deze jubileumeditie pakken ze groots uit, en hebben ze o.a. The Prodigy, Chase & Status, Four Tet en Carl Cox uitgenodigd.

‘Het idee komt van Garrett Cooper. Hij was eigenaar van een reisbureau en wou een skivakantie organiseren met goede muziek, dus geen cheesy après-ski. Dat werd Snowbombing’, zegt Bennett. Tijdens Snowbombing kun je behalve wintersporten dus feesten in de sneeuw, maar ook dansen op een ondergrondse tennisbaan, in het bos, in een verlaten schuur en zelfs in een iglo. En dit zijn slechts een paar meer opvallende voorbeelden van de vijftien verschillende locaties. De ligging van Mayrhoven in een vallei is wat dat betreft gunstig. ‘Doordat het aan het einde van het seizoen is ligt er geen sneeuw meer in de stad. Maar tegelijkertijd is de sneeuwkwaliteit in de bergen nog goed,


125

waar bijvoorbeeld The Artic Disco is. En in de stad zelf is een breed scala aan locaties en er is nog voldoende ruimte om te groeien.’ De productie voor het festival begint midden in de zomer, wanneer sneeuw ver te zoeken is, zelfs boven op de berg. De planning begint met het prikken van een datum en een schatting van de hoeveelheid bedden die er nodig zijn. ‘We werken al sinds het begin met een productiebedrijf uit Manchester, die hebben veel achtergrondkennis. Ze zijn meegegroeid met het festival, waardoor de logistiek soepel verloopt.’ Alle geluid- en lichtapparatuur op alle locaties krijgen vereist een strakke planning, aldus Bennett. ‘In vergelijking met festivals in de UK heeft dit festival een aantal flinke logistieke uitdagingen.’ Dat betekent niet dat ze inboeten op kwaliteit. Iedere locatie heeft een Funktion One geluidssysteem, zelfs de meest afgelegen, zoals een driehonderd jaar oude schuur in een nabijgelegen vallei. ‘We vliegen het meeste van onze licht- en geluidsapparatuur in vanuit Engeland, omdat dit goedkoper is. Maar nu het festival zo groot wordt moeten we ook lokaal apparatuur huren.’ Dat betekent dat ze regelmatig kunnen rekenen op vertragingen op vliegvelden, moeizame transfers en taalbarrières. ‘Maar de lokale leveranciers en de toeristenbond zijn zeer behulpzaam.’ En hoe komt alle apparatuur dan de berg op? Via de kabelbaan natuurlijk. ‘Sommige locaties zijn zo afgelegen dat je ze eigenlijk alleen kan bereiken via de piste. We werken samen met het bedrijf dat de liften beheert en blokkeren sommige kabelbanen aan het begin en einde van de dag. We vervoeren de apparatuur via de kabelbaan naar boven en brengen ze vervolgens met een pistenbully naar de locaties.’ Hoewel de locaties de nodige uitdagingen met zich meebrengen, maken ze het feest juist bijzonderder. ‘Het geeft mensen de kans om te feesten op locaties waar ze normaal nooit zouden komen en echt een unieke ervaring te hebben.’ Dit jaar cureert Carl Cox bijvoorbeeld een nacht in een iglo, treffend The Artic Disco genaamd. ‘Na zijn optreden vorig jaar in de ondergrondse tennisbaan wou hij graag terugkomen’, zegt Bennett. Ook The Prodigy keert terug dit jaar, op een traditioneel houten podium in het bos. Nieuw dit jaar is een podium in het Europahaus, een drie verdiepingen tellend congresgebouw midden in het centrum van Mayrhoven. ‘Het wordt gehost door Tika Productions, een kunstcollectief. Het thema is 2001: A Space Oddesey, denk rookmachines, videoprojecties, lasers en meer. Ze transformeren het gebouw tot een geheel immersieve ervaring.’ Snowbombing vindt plaats van 7 tot 12 april in Mayrhoven, Oostenrijk. Voor meer informatie en travel packages zie Snowbombing.com.

Snowbombing stats

Bestaat sinds: Aantal dagen: Bezoekers: Artiesten: Aantal podia: Laagste podium: Hoogste podium: Kilometer piste: Aantal skiliften: Afstand Utrecht

1999 6 7500 150+ 15 633 m 2500 m 157 km 48 949 km


126

feature TEKST Eelco Couvreur Beeld Catharina Gerritsen

Beats maak je in je slaapkamer

De slaapkamerproducer, kent u dat begrip? Veilig weggedoken achter een Gamma-rolgordijn of een kleurrijk stuk stof van de IKEA maken ze hun tracks. Vaak tellen ze nog geen vijfentwintig lentes, maar jongens, wat een talent. Beats maak je niet in een state of the art studio, beats maak je in je slaapkamer. Althans, dat geldt voor deze bijzondere, piepjonge jochies. Fotograaf Catharina Gerritsen ging voor ons pad om de slaapkamerproducer in zijn natuurlijke habitat te fotograferen. Ze nam de trein naar Uden, Amsterdam, Apeldoorn en Den Haag.


Sam Verstraten (25) alias Sam A La Bamalot, Uden soundcloud.com/bamalot



Joeri Woudstra (20) alias Torus, Den Haag soundcloud.com/torvs


Vincent-Paolo Corputty (25) alias Vincent-Paolo, Amsterdam soundcloud.com/highest5





Julien Mier (25), Apeldoorn soundcloud.com/julien-mier


Luuk Graham (20) alias FiloSofischeStilte, den haag soundcloud.com/filosofischestilte


136

feature TEKST Dan Cole vertaling Lisanne van Rookhuijzen

Tapes uit Africa zijn awesome Brian Shimkovitz is zeker geen standaard DJ. Om te beginnen draait hij alleen met cassettebandjes. Daarnaast staat er niets anders dan Afrikaanse muziek op die cassettes. Het is dus geen verrassing dat zijn alias Awesome Tapes from Africa is, maar daarmee is niet alles gezegd over deze New Yorker. Hij doet niet zomaar mee met een nieuwe trend. Hij heeft een missie om de Westerse wereld te laten zien wat voor talent er in Afrika te vinden is. En zou mensen geweldige muziek laten horen niet het doel van iedere DJ moeten zijn? Awesome Tapes from Afrika is in 2006 begonnen als een blog. Nadat Shimkovitz’s een tijd in Ghana had gewerkt aan een onderzoeksproject over hiplife, een vorm van Ghanese rap, groeide zijn interesse in Afrikaanse muziek. ‘Ik verzamelde toen enorm veel cassettebandjes, en ging helemaal op in alle verschillende stijlen muziek die ik vond.’ Shimkovitz’s lanceerde zijn Awesome Tapes from Afrika blog nadat hij terugkwam uit Afrika. Het werd een platform waar hij de muziek van zijn cassettebandjes online zette, zodat het voor iedereen beschikbaar was. Doordat hij in New York woonde werden zijn uitstapjes naar het Afrikaanse continent beperkt en veranderde zijn A&R proces ook. ‘Dit project is ondanks de naam echt gevestigd in NoordAmerika en Europa. Mensen komen naar me toe op feesten en geven me cassettebandjes, of sturen me de bandjes van hun reis naar Afrika.’



138 Awesome Tapes from Africa

‘De collectie bestaat nu uit meer dan 4000 cassettes en zit in een opslagruimte in Zuid Williamsbourgh, maar ik heb nog lang niet naar alle bandjes geluisterd. Sinds ik ben begonnen met Awesome Tapes from Afrika heb ik ongeveer 250 bandjes online gepubliceerd. Dat is niet zo veel gezien het aantal jaar dat ik bezig ben Ik wou dat ik meer tijd had om ze allemaal te luisteren en de alle fantastische muziek te digitaliseren.’ Toen in 2011 het blog steeds meer aandacht begon te krijgen, besloot Shimkovitz een stapje verder te gaan en ook muziek heruit te gaan brengen. ‘Een van de dingen die ik probeer te doen met Awesome Tapes is mensen verrassen en het beeld dat mensen van Afrikaanse muziek hebben veranderen.’ Door de eigenaren van de muziek op de cassettebandjes te vinden, hoopt hij de rechten te krijgen om de muziek op vinyl te zetten en het aan het Westerse publiek te verkopen. Er is alleen een probleem. ‘Er zijn zo veel dingen die ik echt geweldig vind, en die goed op vinyl zouden klinken, maar ik weet niet hoe ik de persoon moet vinden die het geschreven heeft. Soms zitten er geen contactgegevens bij de tapes, alleen maar een plaatje op de voorkant. Vaak is de informatie die er wel op staat van een bedrijf of producer die eigenlijk niet bestaat. Het is gewoon een willekeurig iemand die een vriend heeft geholpen de muziek op te nemen.’ Het direct samen werken met de artiest is zeer belangrijk bij het bedrijfsmodel dat Shimkovitz heeft opgezet, om zeker te weten dat de artiesten de aandacht, respect en uiteindelijk ook het geld krijgen dat ze verdienen. Maar het vinden van de artiest is slechts een van de puzzelstukjes.

‘Een ander langdurig proces, wat serieus jaren kan duren, is de artiest een contract sturen en ze helpen het te begrijpen. Ik heb de tijd en het geld niet om voor iedere artiest naar Afrika te gaan en het met ze te bespreken. Er zijn mensen die ik al jaren zoek maar nog steeds niet heb gevonden en er zijn mensen die ik heb gevonden maar waar het onmogelijk is om zaken mee te doen.’ Hailu Mergia & His Classical Instrument

Een van de succesverhalen uit 2013 van Awesome Tapes from Afrika was dat van Hailu Mergia & His Classical Instrument. Deze Ethiopische one-man-band bestaat uit Mergia, zijn keyboard, synth en accordeon. Zijn album was oorspronkelijk in 1985 uitgebracht. Na de heruitgave van Shimkovitz werd de plaat een groot internationaal succes, en werd hij gedraaid door iedereen van Gilles Peterson tot Prins Thomas. Het vinden van Mergia was niet zo moeilijk als verwacht. Nadat hij het bandje had geluisterd, googlede Shimkovitz de naam en vond Mergia’s persoonlijke blog op de vierde of vijfde pagina, met een mobiel nummer erop. Mergia bleek een taxichauffeur in Washington DC te zijn. ‘Ik belde hem en we maakten gelijk een deal. De volgende dag stuurde ik hem het contract. Het is nog nooit zo makkelijk gegaan’ Mergia was erg blij om weer op het podium te staan, aangezien hij sinds begin jaren negentig geen optredens meer had gehad. Hij tourt nu door Europa en Noord-Amerika. Wel heeft Mergia zijn baan als taxichauffeur gehouden, zodat hij flexibel is maar tegelijkertijd ook financiële zekerheid heeft.


139

Penny Penny

Een ander succesverhaal van Awesome Tapes is dat van Penny Penny, een oude Zuid-Afrikaanse vocalist die nu voor de overheid werkt. ‘Een aantal jaar geleden is hij verkozen in de wijkraad in het noordoosten van Zuid-Afrika, waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Hij zit daar in de ANC, de regeringspartij. Hij is lange tijd een bekende muzikant geweest met veel naamsbekendheid, maar is nu niet echt actief meer.’ Penny Penny is opgegroeid in de periode van de apartheid in een groot en arm gezin. Zijn district sprak daarnaast een van de minst voortkomende Zuid-Afrikaanse talen. Hij werkte als conciërge bij een lokale studio en ontmoette toevallig een producer genaamd Joe Shirimani. Het klikte meteen en Shirimani nam Penny Penny uiteindelijk onder zijn hoede. Het album werd uitgebracht in 1994, vlak na de apartheid. Het upbeat karakter van de plaat, samen met de unieke toon paste precies in de nieuwe natie die werd geboren. ‘Het had een goede beat, en klonk modern en internationaal. Het klonk eigenlijk niet persé als ‘Afrikaanse muziek.’’ Groei van de scene

2013 was jaar vol succesverhalen uit Afrika, van William Onyeabor tot Francis Bebey om er maar een paar te noemen. Shimkovitz zag de trend opkomen toen hij in 2006 zijn blog startte. Veel artiesten, zoals Vampire Weekend, Animal Collective en M.I.A., namen Afrikaanse elementen op in hun muzikale composities. Hij vroeg zich af of de trend zou doorzetten, wat het gelukkig ook deed. Maar hoe zit het met muzikale exploitatie? ‘Een van de eerste dingen die journalisten me vragen is: ‘Wat vind je van de huidige bands die muziek ge- of misbruiken uit ontwikkelingslanden?’ Ik heb het altijd gezien als iets positiefs. Globalisatie moet beide kanten op gaan. Ik heb ook Ghanese artiesten muziek van de UK of US horen kopiëren, en er een eigen draai aan horen geven. Dat gebeurt er gewoon als die verbinding tussen landen er is.’ Het was onvermijdelijk dat sommige mensen uit de muziekwereld hem gingen beschuldigen van handel drijven in exotische muziek. ‘Maar,’ zegt Shimkovitz, ‘veel van deze mensen zijn nog nooit in Afrika geweest en hebben nooit iets gedaan om de wereld op een positieve manier te veranderen.’ ‘Het is voor mij uit enthousiasme voor de muziek, de diversiteit en het talent gegroeid. Maar nu is het een manier geworden om deze geweldige artiesten bekendheid te geven, geld te laten verdienen en iets met hun talent te laten doen. Nadat ik een tijd in Afrika heb gewoond en zo veel mensen heb gezien die veel minder mogelijkheden hebben als mij, heb ik het gevoel dat zelfs het kleinste beetje hulp beter is dan niets. Mensen nemen vaak gewoon aan dat ik een of ander vaag figuur ben om wat ik doe.’ Op dat moment realiseert Shimkovitz zich dat hij wel erg ver off topic is gegaan. ‘Normaliter verdedig ik mezelf en mijn werk niet zo, maar ik heb het gevoel dat de wereld echt super fucked up is en niemand er iets aan doet.’

‘Een van de eerste dingen die journalisten me vragen is: ‘Wat vind je van de huidige bands die muziek ge- of misbruiken uit ontwikkelingslanden?’ De cassette

Als enige in zijn soort draait Awesome Tapes from Afrika nu zelfs internationaal in clubs en op festivals. Met cassettebandjes dus. Daarmee brengt hij het unieke, doch enigszins gedateerde format naar een hele nieuwe generatie jongeren. ‘Het is heel leuk en zorgt ervoor dat ik altijd druk bezig ben op het podium, laat de muziek goed klinken en ik vind persoonlijk dat het soms best goed is jezelf te limiteren.’ Shimkovitz heeft daar genoeg ervaring mee, bij het project zijn er talloze hindernissen die op kunnen duiken. ‘Soms wordt de tape opgegeten door de machine, of de tape wordt oud, of is de machine vies. Vooruitspoelen of terugspoelen werkt soms niet. In Europa zijn er veel straten met kleine steentjes. Als ik de cassettebandjes dan in dozen heb dan schudden de tapes los. Als ik die dan niet opnieuw opwind voordat ik ze in de machine stop dan kan de machine vastlopen.’ Het is verbazingwekend dat de promotors überhaupt werkende cassettespelers kunnen vinden. De toekomst ziet er rooskleurig uit voor Awesome Tapes from Afrika. Er is een enorme diversiteit aan stijlen op het grote continent. ‘Dingen als Soukous, wat Congolese gitaarmuziek is die zo in de Berghain kan worden gedraaid met een goede producer.’ Na Shimkovitz zijn meest recente reis naar Ethiopië kwam hij terug met 150 tapes vol nieuwe stijlen die hij nog nooit eerder had gehoord. Zijn grootste probleem in 2014? ‘Bedenken wat ik uit ga brengen.’ awesometapes.com



141

feature TEKST Eelco Couvreur Beeld damon way (pag 140/141), Eelco couvreur (Pag 144)

V er onic a Va sick a

Telkens als Veronica Vasicka door haar vuurrode lippen heen begint te praten, daalt er een sereen soort van rust neer over het terras. Ze hangt ontspannen achterover in haar stoel en ik moet mijn oren spitsen om te kunnen verstaan wat ze zegt. Ze praat traag en kiest haar woorden bedachtzaam. Stemverheffingen gebruikt ze niet, maar mijn aandacht houdt ze moeiteloos vast. De vrouw achter Minimal Wave is mysterieus als haar platenlabel zelf.


142 Veronica Vasicka

Voor dat label speurt Vasicka naar verloren gewaande tapes en cassettebandjes uit de jaren tachtig. Ze restaureert ze en geeft genres als wave, synthpop en andere experimentele elektronica uit de jaren tachtig een tweede leven. De afgeragde tapes worden gedigitaliseerd en op 180 gram dik vinyl geperst. Voorzien van minimalistisch artwork of sfeervolle zwart-witfoto’s vindt de vintage muziek een nieuw publiek. En dus is het fantastische werk van bijvoorbeeld het Rotterdamse Das Ding beschikbaar voor een nieuwe generatie, klinkt de proto-techno van Philip Laurent klinkt verrassend modern. Oppenheimer Analysis en In Aeternam Vale zijn slechts twee voorbeelden van bands die dankzij de inspanningen van Vasicka een revival beleven. Het is oktober 2013 wanneer we dankzij een uitsloverige najaarszon op een terras zitten voor een interview. El Beit is de hipste koffietent op Bedford Avenue, Williamsburg. De chocolate chip cookies zijn er home made en glutenvrij en je verse maté wordt geserveerd in een mini-theepot. Maar waar het gros van de huidige bewoners hier in Brooklyn import is, is Vasicka geboren en getogen in New York. Muziek was er ook in haar jeugd al. ‘As a teenager, wave music colored my world’, zei ze tegen Elle magazine. ‘Ik en mijn familie woonden op 88th Street. Ik ben geboren op Coney Island in Brooklyn en verhuisde naar de West Village begin jaren zeventig. Op 89th Street ging ik naar de middelbare school en ik werkte er in een platenzaak. Het was zo’n grote keten, HMV. Het was, in mijn buurt dan, de enige manier om met muziek in aanraking te komen. Als ik in het centrum had gewoond dan had ik zeker bij een kleine platenzaak gewerkt. Het was een geweldige tijd vol muziek, een kunstvorm die me altijd heeft geboeid. Ik werkte bij HMV toen ik vijftien, zestien was. Daarvoor maakte ik al mixtapes van nummers op de radio. Er was een indie/alternatieve zender waar ik veel naar luisterde. Daar hoorde ik veel dingen uit de UK, veel wave.’ Zie daar het fundament van haar label. Vasicka ontwikkelde al vroeg een uitgesproken en niet alledaagse muzieksmaak. ‘Ik hield van punk en hardcore, rare dingen. Ik had een cassettebandje met Dead Kennedys op de ene kant en The Misfits op de andere. Als ik ging fietsen had ik zo’n boombox achterop. Ik was 14 en ik dronk na school bier in het park en had mijn boombox atlijd bij me. Ik kon moeilijk omgaan met de structuur van de lessen en werd snel volwassen. Dat gebeurt als je in een grote stad woont, ook omdat er qua kunst en cultuur zoveel te kiezen en ontdekken valt. In 1989 was er in New York nog steeds veel criminaliteit, graffiti; er hing een interessante sfeer. Van mijn ouders mocht ik ’s nachts niet naar buiten, maar dat deden we toch. We hingen op straat en spoten graffiti. Dat was fantastisch, de stad was onze speeltuin.’ Het New York van toen lijkt in niks op de strak georganiseerde, schone, razendsnelle, veilige en dure metropool die het nu is. ‘Er is nog wel veel overgebleven uit die periode, maar de sfeer die er toen hing en karakteristiek was voor New York, de post-Studio 54 en Roxy-tijd, de clubperiode inclusief de club kids, die sfeer is al lang verdwenen.’



‘Is dit moderne muziek, is dit een band van nu?’ Maar in het slop zit de alternatieve elektronische muziekscene in New York niet. Integendeel. Onder aanvoering van labels als Minimal Wave maar ook L.I.E.S, WT Records en Mister Saturday Night is er sprake van een opleving die inmiddels ook het Europese vaste land heeft bereikt. Vasicka kijkt er niet van op. ‘Het is een heel natuurlijk proces, we zien het hier niet als een scene. We zijn gewoon een groep vrienden met dezelfde interesses. Ik ken Will Burnett van WT Records bijvoorbeeld al heel lang. Al die gasten werkten in platenzaken of deden iets anders met vinyl.’ Als verklaring voor het talent geeft ze de leefomstandigheden in New York. Je moet je hier drie slagen in de rondte werken om in je eerste levensbehoeften te kunnen voorzien. Wie geen werk heeft is kansloos aangezien de huren voor iemand met een modaal salaris al onbetaalbaar zijn. Maar Vasicka ziet ook voordelen. ‘Het is heel moeilijk, maar ik denk dat je eraan gewend raakt. Leven in New York betekent inventief zijn. Je moet heel hard werken. Je kan niet rondhangen. Daarom doen veel van deze mensen interessante dingen, de motivatie is enorm. Ik woon al sinds 1997 in Brooklyn en toen ik hier kwam was alles heel goedkoop. Ik woonde op een grote zolder, twee tennisvelden voor 300 dollar. Ik heb nu vrienden die steeds verder weg in de buitenwijken gaan wonen. Daar kan je nog wel grotere huizen krijgen voor weinig geld, maar mis je de grootstedelijke ambiance.’

East Village Radio

Vasicka, als fotograaf afgestudeerd aan de kunstacademie draaide op haar achttiende haar eerste plaatjes in een lokaal café. ‘Ik organiseerde er ook feesten maar ik wist eigenlijk totaal niet wat ik aan het doen was. Ik zette maar wat plaatjes op. Ik was vooral bezig met fotografie en heb na mij studie nog een jaar of acht jaar als fotografe gewerkt.’ In 2003 begint ze haar eigen radioshow op East Village Radio, een alternatieve free format zender. ‘We willen zoveel mogelijk vrij van commercie blijven, je hoort geen reclame tijdens de uitzending. De DJ bepaalt de inhoud en we maken allesbehalve dichtgesmeerde radio. Radio is anoniem, dat maakt het mysterieus, intrigerend. In mijn shows ga ik alle kanten op. Wanneer ik een DJ-set voorbereid weet ik: dit is voor een club, voor de dansvloer, terwijl radio vrij van vorm is.’ Op zoek naar nieuw materiaal voor haar uitzendingen stuitte ze in 2005 via een Belgische verzamelaar op de muziek van Oppenheimer Analysis, een Engels duo dat een vreemde maar beklijvende vorm van new wave meets electro maakt. Voor Vasicka was die muziek reden om Minimal Wave op te richten. ‘Ik was compleet ondersteboven van die tape. Ik schreef een brief naar ze want er waren geen e-mail adressen te vinden. Ze antwoordden door een hele


145 Veronica Vasicka

lading muziek op te sturen. Ik wist dat Andy Oppenheimer een nucleair wapenconsultant was, dus ik heb zo netjes mogelijk naar hem geschreven dat ik de tape heel tof vond en dat ik geïnteresseerd was in het project. Hij was natuurlijk al voorbij die fase in zijn leven, dus ik had niet verwacht dat hij zou reageren. Martin Lloyd, zijn muzikale partner en het technische brein van de band, was nog in het bezit van de originele opnames. Ze hadden elkaar al tien jaar lang niet gesproken maar dankzij mijn brief kwamen ze weer met elkaar in contact. Toen stuurden ze mij een van hun eerste opnames met daarop twaalf nummers. Ik draaide het grijs en mijn publiek reageerde enthousiast.’ Een plaat uit het verleden opnieuw uitbrengen is te doen, maar wie een compleet label op afgeragde cassettetapes - waarop bovendien auteursrecht rust - wil bouwen, moet zijn huiswerk doen. ‘Ik had geen concept in mijn hoofd en van licenties wist ik niet veel. Ook had ik geen idee hoe je muziek kon laten masteren. Wat ik wel had? Heel veel geweldige muziek. Ik moest en zou die Oppenheimer Analysis plaat opnieuw uitbrengen, mensen moesten dit horen. Ik had geen plan B, hoopte simpelweg dat het zou verkopen. Maar de reacties waren overweldigend, zo enthousiast. Omdat ik nog meer fantastisch materiaal van andere artiesten had ben ik er mee door gegaan.’ En dus kroop Vasicka weer in de pen. Haar tactiek van ouderwets brieven schrijven bleek te werken. ‘Ik heb heel wat brieven geschreven,’ zegt ze met een stralende lach. ‘En dat is vaak pas het begin van het proces. Omdat die muziek zo oud is moet er flink wat werk gedaan woorden voor je het überhaupt kan uitgeven. Ik krijg regelmatig versleten cassettebandjes in handen. Opgenomen met een boombox, dat klinkt van geen kanten. Gelukkig heb ik een manier gevonden om cassettebandjes op te kalefateren. De tapes klinken daarna beter dan ze ooit hebben geklonken. Dat deden we ook met Oppenheimer Analysis. ‘Is dit moderne muziek, is dit een band van nu?,’ werd ons gevraagd. Dat is zo mooi hieraan. Als de cirkel rond is en het niet meer op retromuziek lijkt. Dat is wanneer ik het meest trots ben, als de muziek zijn tijdperk overleeft.’ Als de briefwisseling eenmaal op gang is probeert Vasicka een ontmoeting in real life te arrangeren. Bij de mensen thuis gaan de muziekarchieven pas echt open. ‘Wanneer ik in de buurt ben voor optredens probeer ik het te combineren met een bezoek aan de artiesten. Het is een fantastische manier om nieuwe muziek te ontdekken. Toen ik net was begonnen met Minimal Wave bezocht ik de band ADN Ckrystall. Hij heet Érick en woont in Frankrijk. Hij had 100 kopieën over van een plaat die ik wilde tekenen, dus ik ging daarheen om ze op te halen. We zijn ze toen gaan nummeren en hebben een speciale insert in de platenhoes gedaan, zo maak je zo’n heruitgave uniek. Maar jammer genoeg lukt het me niet altijd om meteen af te spreken met artiesten. Danny Bosten van Das Ding bijvoorbeeld, die ontmoette ik pas in oktober 2010 toen we samen een show deden. Hij is ontzettend getalenteerd.’

Blancmange

Ook Blancmange, een band die in de jaren tachtig successen vierde in de UK en daar top-10 noteringen had, is dankzij de heruitgaven van Minimal Wave weer aan het toeren. De D.I.Y.-elektronica, die doet denken aan Soft Cell en Cabaret Voltaire, kwam eerder dit jaar uit op 10 inch formaat. ‘Ik was in een bezit van een 7 inch waar zes nummers op stonden. Zes nummers op een 7 inch! Je kan je voorstellen dat de geluidskwaliteit vreselijk was. Maar ze zijn heel interessant: avant-garde, vreemde elektronica. Ze transformeerden later tot een synthpop band met grote producties, maar het eerste wat ze hebben gemaakt is nooit heruitgebracht. Toen ik naar Neil Arther van Blancmange schreef was het een lucky shot. Ze waren een grote band en ik rekende niet op een antwoord, ik dacht dat ze onbereikbaar waren. Want als sommige bands een bepaald niveau van succes bereiken dan worden ze dat. ‘Ze willen vast niet dat hun eerste plaat heruitgegeven wordt’, dacht ik. Het paste niet bij de rest van hun muziek, ze willen het vast vergeten. Dat gebeurt vaak. Maar hij bleek een fan van Minimal Wave te zijn. Hij was meerdere keren gevraagd om de 7 inch opnieuw uit te brengen, maar voelde nooit een verbondenheid met een label. Hij ging erover nadenken, was wel geïnteresseerd. We raakten aan de praat en toen lukte het. Hij zorgde voor de rechten en we deden de 10 inch. Ze treden ook weer op. Het is echt super tof dat je al die oude bands weer aan het touren krijgt. Er staan veel Minimal Wave releases gepland voor dit jaar. ‘We hebben de eerste twee EP’s uitgebracht op ons sublabel Cititrax. De eerste is van Lee Douglas, beter bekend als An-i. Hij zit vooral in de harde techno/wave hoek. Een meer atmosferisch en donkerder album komt van Bruta Non Calculant. Waar we erg naar uitkijken is de release van Soma Holiday op Minimal Wave. Dit Frans-Amerikaanse duo uit Brooklyn is een resultaat van de New Yorkse uitgaansscene van begin jaren tachtig. Zij organiseerden wilde feesten en speelden live. Zo kwamen ze als producer terecht bij Jay Burnett, die nauw samenwerkte met hiphopproducer Arthur Baker. Burnett werkte aan platen voor het Def Jamlabel en ging een samenwerking aan met Beastie Boys. De nieuwe Shake Your Molecules EP is een interessante mix van new wave, electro en hiphop. ‘Daar komt ook nog een compilatierelease van Sandra Electronics bij. Karl O’Connor alias Regis, heeft materiaal uit zijn jeugd beschikbaar gesteld. Vorig jaar hebben we een 7” uitgebracht van zijn eerste DIY-producties, genaamd ‘Her Needs’. Daarom kijk ik juist uit naar deze compilatie van zijn latere, beter geproduceerde materiaal dat hij samen maakte met Juan Mendez, beter bekend als Silent Servant. We doen ook nog een 12” release van Richard H. Kirk. Het is een van mijn favoriete tracks, genaamd ‘Never Lose Your Shadow’. Ik ben al sinds mijn jeugd een groot fan van hem. Of het nu als Cabaret Voltaire was of hij solo, ik vond het allemaal even vet. Dat maakt deze release tot een mijlpaal voor mij.’ minimalwave.com


146

essential album TEKST Eelco Couvreur beeld (rechts) Anne Claire de Breij

Awanto3 Opel Mantra Rush Hour

***** Steven van Hulle alias Awanto3 is een multitalent. Hij is al jaren een bekend gezicht in het club- en kunstcircuit, waar hij via vondsten als aanwijsstokjes en zelfgemaakte verkeersborden met een wonderbaarlijke blik naar de wereld kijkt. Op Opel Mantra, zijn debuutalbum en een kneiter van een eigenwijzehouseplaat, laat hij horen dat hij veel genres in de vingers heeft zitten. Van Hulle is in Amsterdam al jaren een cultheld. En terecht. Persoonlijk vind ik hem niet alleen een muzikaal genie. Hij maakt, zodra hij zijn muziek-pet afzet, kunst die beklijft. Vaak is dat werk hilarisch. Voor een buitenfestival stelde hij een kermis samen waarop geen enkele attractie functioneerde: De Koude Kermis. Satire is ook in Van Hulle’s muziek een belangrijk stijlelement. Hij vormde jarenlang – eerst samen met Kid Sublime, later met Aardvarck – het nu al legendarische sample-slapstick-

jazzhouse duo Rednose Distrikt. Als Steven de Peven en Awanto3 bracht hij eerder muziek uit op Rush Hour. Solo, maar ook met samen met San Proper en Tom Trago. Die laatsten groeiden uit tot sterkhouders van het Amsterdamse platenlabel, maar Van Hulle zelf heeft nog niet de triomfantelijke carrière van zijn collega’s/vrienden. Dit album zou daar weleens verandering in kunnen gaan brengen. In essentie is Opel Mantra een house-plaat, maar de complexiteit en verscheidenheid van de tracks zijn zo groot dat je het met die term tekort doet. De plaat is door Rush Hour opgeknipt in verschillende delen: in februari en maart komen er drie losse vinyl EP’s uit. Later dit jaar, datum nog onbekend, verschijnen de tracks samen op een cd. Het eerste deel van de trilogie levert meteen bewijs van Van Hulle’s muzikale schizofrenie. De cumbiaritmes en andere tropische percussie maken van


‘Applecake’ een van de meest aanstekelijke dansplaten op Opel Mantra, terwijl ‘The Wall’ met zijn breakbeat-structuur en 808-rimshots juist een rustpunt vormt. Zo’n plaat waarmee je de dansvloer kan resetten, inclusief een heerlijk dromerige melodie bovendien. Knal daarna de Afrikaanse mantra’s en de ratelende hi-hats van ‘Su What’ erin en je krijgt diezelfde dansvloer weer net zo makkelijk in beweging. De bonus op EP #1 komt in de vorm van een Jameszoo-remix die, en dat begint een voorspelbaar verhaal te worden, wederom briljant is. Alle Jameszoo-elementen zijn aanwezig. Gefreakte ritmes en dito melodielijnen buitelen in hoog tempo en zonder enige structuur over elkaar, maar uiteindelijk brouwt hij er toch een organisch geheel van. Datzelfde doet Van Hulle op Opel Mantra. Hij schakelt soepel tussen langzaam uitwaaierende dansvloertracks als ‘Boogiedownpopke’ en ‘Knocke’, een nummer dat met plagende koperblazers doet denken aan dat ene, ruim 20 minuten

durende meesterwerk van Ricardo Villalobos. Peaktime gangmakers zijn ‘Jillinekrace’ en ‘Dikkiedik’, die laatste een coproductie met Tom Trago. De twee overige nummers zijn, vind ik, niks minder dan geniaal, en laten in retrospectief horen waarom Steven van Hulle zo’n bijzonder talent is. Deze man is geboren met een natuurlijke dosis funk in zijn lijf, en die funk komt er op alle mogelijke manieren uit. Luister maar naar ‘Baila Con Paula’, de track die hij samen met afro/jazzformatie Jungle By Night maakte. Op papier klinkt het simpel, maar de kleurrijke blazers, swingende percussie en simpele kicks maken samen een broeierig Latijns-Amerikaans fiesta. Absolute uitsmijter is wat mij betreft ‘Cowbelgian’, dat hortend en stotend maar vol energie je speaker uitdondert, en na krap vijf minuten krachtpatsen opeens subtiel aan de haal gaat met glooiende synth-lijn. Opel Mantra is een prachtplaat van een muzikaal genie. rushhour.nl


148

reviews

Elephant van Gus van Sant. Daar moest ik aan denken bij de provocatieve titel Churches, Schools and Guns. In van Sants beroemde film wordt een schietpartij op een school tot een onwerkelijk ballet over klassieke muziek teruggebracht. Of de Italiaanse technoproducer Lucy inderdaad geïnspireerd is door Columbine High-achtige bloedbaden moeten we hem nog vragen. Maar titels als ‘The Horror’, ‘Leave us Alone’ en ‘Falling’ lijken dat vermoeden toch te onderstrepen. In ieder geval is Churches, Schools and Guns geen vrolijke plaat. Dat was Lucy’s debuut Wordplay for Working Bees (2011) ook al niet, maar daar viel in ieder geval nog op te dansen. Nu domineert sfeer over functie en is de club slechts een grijze schim in de verte. Aanvankelijk dan, want op een grimmige track als ‘Follow The Leader’ hoor je behalve boedhistisch monnikengezang ook een doffe kickdrum. Nee, voor vrolijkheid zit je bij Luca Mortellaro toch echt verkeerd. Maar wat een diepte zit er in zijn pastorale composities. Na het Zeitgeber-album (vrucht van een samenwerking met Speedy J) is Churches, Schools and Guns opnieuw een voltreffer. Al is die omschrijving wellicht wat misplaatst. Lucy Churches, Schools and Guns Stroboscopic Artefacts

René Passet

*****

Efdemin Decay Dial

*****

Mazzeltje natuurlijk, voor technoproducer Efdemin. Nadat zijn vriendin als videokunstenares de mogelijkheid kreeg om drie maanden in de Japanse stad Kyoto te verblijven, ging Phillip Sollmann in haar kielzog mee. Terwijl het herfst werd en de blaadjes bruin kleurden, gaf de Duitser zijn derde album Decay gestalte. Het is de opvolger van ‘de lastige tweede’ Chicago (2010), waarop destijds maar weinig clubvoer stond. Hoe anders is dat op Efdemins derde langspeler. Een track als ‘Solaris’, met zijn gejaagde, mysterieuze en hypnotiserende ritmiek, gaan we nog maanden horen in clubs als Trouw en Robert Johnson. Evenals veel andere nummers op dit stemmige techno-album, waarop curieuze stemmen voor verdere vervreemding zorgen. Want dit is wel dansmuziek voor DJ’s die diep durven gaan. Op Decay combineert Sollmann zijn liefde voor soundscapes en minimal music met gestileerde vierkwartsmaten, een beetje zoals Minilogue dat ook in hun recente producties doet. Tien nummers lang houdt de Duitse producer zijn instrumentatie opvallend sober en vermijdt hij het grote gebaar. Melodieën zijn meestal dunne lijntjes die voorzichtig om en onder de beats mee zweven, zoals de geesten in een Miyazaki-film. Wie een koptelefoon opzet of Decay op een goed soundsystem hoort, heeft een sterrenhemel-op-Vlieland-ervaring. Zoveel details, zoveel mooie geluiden dat het overweldigend is. Decay is niet alleen Efdemins meest uitgebalanceerde album, het is ook zijn beste. René Passet


149

reviews

6th Borough Project Borough 2 Borough Delusions of Grandeur

*****

Deadbeat The Infiniti Dubs BLKRTZ

*****

Toch geen ‘one night stand’ dus, dat 6th Borough Porject. Na drie jaar afwezigheid komen Graeme Clark en Craig Smith zojuist voorrijden met de opvolger van One Night In The Borough. Gelukkig maar, want er zijn er maar weinigen die hun house grooves zo stroperig opdienen als deze twee Britten. Single ‘The Vibes’ (hier in een alternatieve versie present) dateert alweer van twee jaar terug. De heren waren vooral bezig met het opzetten van hun labels Roar Groove en Fifty Fathoms Deep en vergaten hoe lekker hun studiostoelen zaten. Alles is vergeven en vergeten bij het opzetten van Borough to Borough. Daar zijn ze weer, de heerlijk slepende en traag openvouwende grooves rond vocale haakjes uit vervlogen tijden. Veel lijkt er niet veranderd. Nog altijd regent het samples van oude disco, boogie en soulplaten en liggen referenties als Moodymann, Motor City Drum Ensemble en Nightmares on Wax op de loer. Maar af en toe schakelt het duo op dit tweede album toch een tandje bij en verschuift de focus even richting deephouse. Met voorzichtig waaierende pianoakkoorden in ‘Read My Mind’ en hypnotiserende Prescription-achtige eeuwig repeterende housegrooves in ‘F.E.E.L’. Waarbij je minutenlang blijft piekeren wat er nou precies wordt geroepen in die sample. Opnieuw toont dit Britse tweetal hun vakmanschap op de lange baan. Een album dat lonkt als een vriendelijk knapperend kampvuur midden in de club. René Passet

Die stem. Zalvend, sussend en verleidelijk. Alsof Paul ‘Tikiman’ St. Hilaire hoogstpersoonlijk gekneed is door reggaelegende Horace Andy. Eigenlijk lag de samenwerking tussen de Canadese dubproducer Deadbeat en de Dominicaanse zanger Tikiman al jaren voor de hand. Beiden wonen in Berlijn, beiden hebben hun hart verpand aan de lome baslijn. Tikiman leende eerder zijn stem aan Moritz von Oswald en Mark Ernestus tijdens hun Rhythm & Sound-periode. Ook toen al bleek het warme patoisaccent van St. Hilaire geknipt voor een rondje in de echoput. Op The Infinity Dubs regeert acht nummers lang het sublaag, waarover Tikiman door een mist van ganjawolken zijn lome sloganeske rhymes spuugt. Ondertussen bouwt Deadbeat in zijn studio een muurtje van in galm gedrenkte toetsenborden en schieten links en rechts rimshots voorbij. Meestal ligt het tempo laag, maar energieke tracks als ‘Working Everyday’ en ‘Little Darling’ kunnen met hun dominante double time ritmes wonderen verrichten in de handen van een goeie DJ. Zo horen we dub het liefst: als een slaperige wolf in schaapskleren. The Infiniti Dubs is niet over de hele linie zo sterk, maar je kunt het album met gerust hart naast je Rhythm & Sound-collectie zetten. René Passet


150

reviews

Illum Sphere Ghosts Of Then And Now Ninja Tune

*****

Tobias. A Series of Shocks Ostgut Ton

*****

Illum Sphere is al jaren een van Engelands meest getalenteerde DJ’s, draait ook geregeld buiten de UK, maar heeft op de een of andere manier nog niet de status die hij verdient. Zijn eerste album, Ghosts Of Then And Now, gaat daar zeker verandering in brengen. De man achter Illum Sphere is Ryan Hunn, geboren in Manchester, maar zijn hele leven al fan van het Londense Arsenal. Samen met Johhny Dub begon hij de inmiddels beroemde Hoya Hoya-avonden, waar DJ’s de baas zijn en alles draaien wat ze goed vinden. Hunn’s DJ-sets schieten dan ook van Drexciya naar João Donato en van Samiyam naar Portishead. Diezelfde tactiek gebruikt Illum Sphere ook in zijn producties. Veelal wordt hij genoemd in de traditie van Flying Lotus, maar zijn muziek zoekt nog veel meer de tegenstrijdigheid van bepaalde geluiden zoals bijvoorbeeld Dimlite dat ook doet. Op zijn album vinden we bijvoorbeeld het electro arpeggio basslijntje in ‘Sleeprunner’ dat al vrij snel wordt omgebouwd naar een lievig fusion stuk, om vervolgens te exploderen naar een footwork-ritme. Het hele album zit barstenvol met dit soort vreemde combinaties die echter wel heel goed werken, en vooral bij de eerste paar keer luisteren aangenaam verrassen. Ghosts Of Then And Now laat zien dat Illum Sphere meer dan alleen een uitstekende DJ is. Bert de Rooij

Helpt het wanneer je als technomuzikant een enorm brede kennis hebt van de moderne popmuziek en avant-garde, ook al domineert op je eigen platen de vierkwartsmaat? Ja, dat helpt. A Series of Shocks van de Duitser Tobias Freund is het bewijs. Dit tweede soloalbum, opvolger van Leaning Over Backwards uit 2011, heeft diepte en speelsheid en plaagt de luisteraar constant met subtiele referenties. Horen we daar een knipoog naar Stella (de tranceblauwdruk van Jam & Spoon uit ‘92) in het dof bonkende ‘Heartbeat’? En staat ‘Energy Flash’ uit 1990 van Joey Beltram in Freunds platenkast? Vast en zeker, te oordelen naar de weergaloos buigende baslijn in ‘He Said’. Waarbij de titel weer een referentie is (of zou kunnen zijn) naar een zijproject van Wire. Maar we dwalen af. A Series of Shocks is vooral een keigoede technolangspeler van iemand die van tradities houdt. Tien tracks in een heel uur. Met een mooie ambientopbouw (waarin we de hand herkennen van Sun Electric’s Max Loderbauer), een breakbeattussendoortje (‘Testcard’) en voor de rest vooral voer voor de dansvloer. Volvette, meditatieve technotracks waarin melodie veelal aan de zijlijn staat om de kickdrums alle ruimte te geven. De productie is fantastisch. Wat wil je ook, van iemand die jarenlang studio-engineer was voor popartiestenfabrikant Frank Farian? Maar A Series of Shocks is geen popmuziek maar compromisloze techno, bedoeld voor klamme bunkers en stalen gashouders. René Passet



152

reviews

Untold Black Light Spiral Hemlock

*****

Ras G Raw Fruit Vol. 2 Leaving Records

*****

Jack Dunning is een van dé smaakmakers binnen de (post-)dubstep en technoscene van de voorbije jaren. Sinds 2008 is hij met zijn jungle achtergrond vanuit de dubstep langzaam steeds meer richting de linkshandige techno gedraaid, via releases op labels als R&S, 50Weapons, Hessle Audio en Hotflush. Daarbij heeft hij als labeleigenaar van Hemlock een scherp oog voor talent met het scouten van James Blake, Fanastic Mr. Fox en Guy Andrews. Met Black Ligth Spiral verschijnt nu eindelijk zijn debuutalbum welke hij afgelopen zomer in een week (!) tijd produceerde. Toen hij in september een podcast voor DJB maakte zat het er al aan te komen, aangezien zijn mix bij vlagen eerder op een soundtrack leek. Verwacht dus allesbehalve negen DJ-tools. De kick is niet het voornaamste wapen, en als deze er toch inzit is-ie niet droog, maar zo troebel en verstoord dat vaak lastig te bepalen is of je nu met een baslijn te maken hebt of een beat. Knap weet Dunning toch de suspens hoog te houden. Net als Carl Craig lijkt hij ‘drums suck’ te prediken – alleen dan zonder epische strings – maar met pulserende bassen, geruis en gillende sirenes zodat de adrenaline blijft stromen. Het album is dus niet zozeer geschikt voor clubgebruik (al zijn bijna al de tracks geweldig om bijvoorbeeld als set-opener of als break te gebruiken), maar weten toch de essentie en sensatie van een nachtje warehouse rave te grijpen. Tom van haaren

Samen met Madlib (buitencategorie) is Ras G een van ‘s werelds meest interessante beatmakers. Het kunstje lijkt zo simpel. Koop heel veel oude platen, zoek op die platen naar toffe stukken en gooi dat in je MPC. Zorg dat het allemaal een beetje lekker bij elkaar past en improviseer er wat percussie bij. Nog wat quotes uit een oude Blaxploitation-film er overheen en klaar. Doe dit twintig keer en upload je mixtape op Bandcamp. Bewijs van dat het blijkbaar niet zo simpel is, vind je in overvloed op Bandcamp en Soundcloud. Bewijs dat ook Ras G tot de Madlib-categorie behoort, vind je op het nieuwe deel van zijn Raw Fruit Series, uitgebracht door Leaving Records. Deel 1 viel al op door bijzonder zware bassen en rare obscure samples. Volume 2 volgt datzelfde pad. De truc is om samples te (her)gebruiken die op zichzelf te lelijk voor woorden zijn, iets wat bijvoorbeeld JD (rest in peace) heel goed kon. Ook Ras G kan dat als geen ander. De vocals in ‘Hyksos Invaders’ komen waarschijnlijk rechtstreeks uit een Armeense tandpastareclame, maar vormen samen met de andere elementen een hypnotiserende banger van eenzame klasse. Ras G’s gevoel voor ritme zorgt er voor dat kale tracks als ‘Pull Out’ en ‘Dynamite Smoke’ bijzonder swingend zijn. De totale mixtape duurt helaas maar een half uurtje, al kunnen we ons troosten met het feit dat volgens het beatwonder zelf deel drie en vier al klaar liggen. Bert de Rooij



154

Testlab TEKST Ruud Lekx

Korg Gadgets App

Net als je denkt dat Korg volledig terug in de tijd gaat met alle analoge synths van het afgelopen jaar, laten ze in Japan blijken ook bij de tijd te zijn met de release van de wat knullig genaamde Gadget App. Het is een verzameling van synths, drummachines en een sequencer-achtig environment, waarmee je in theorie complete tracks zou kunnen maken. De App draait het beste op een wat nieuwere iPad: Gadget heeft iOS 7 of hoger nodig, dus niet-geüpdate eerste generatie iPads vallen af. Qua processorbelasting valt het overigens allemaal mee, maar dat hangt natuurlijk ook af van de hoeveelheid synths die je gebruikt. De interface van Gadget is bijzonder helder en duidelijk. Je selecteert een synth, erboven heb je een spoor, en spelen maar. Alles is pattern-based, dus ingewikkelde progrock of mathmetal- keyboardsolo’s worden wellicht wat lastig, maar alles wat maar naar dancemuziek ruikt (van italodisco tot grime), is goed te sequencen. Korg heeft prima werk verricht: waar veel Apps zich nog wel eens verliezen in leuk uitziende maar slecht werkende flauwekulinterfaces, is alles hier helder en overzichtelijk. De synths zien er allemaal uit als kleine Monotronnekes, en zijn om redelijk onduidelijke redenen allemaal vernoemd naar steden. Dat de Wolfsburg (genoemd naar de geboortestad van Volkswagen) precieze, digitale sounds klinkt logisch, maar Amsterdam is een soort van boombox met scratch- en effectsamples waar ik dan eerder een naam als New York bij zou verwachten. Maar goed, we hebben dus een drumsynth en veertien verschillende types synthesizer, die onderling vooral verschillen qua polyfonie (sommigen zijn monofoon, andere polyfoon, weer andere hebben akkoordsamples) en klankopwekking. Zo is er een 8-bits retrosynth die klinkt als een oude videogame (en die dan geen Tokio, maar Kingston heet), er is virtueel analoog, digitaal, eenvoudige FM en

zelfs Phase Distortion. En het moet gezegd worden: ze klinken allemaal erg goed en anders, het is zeker niet 14x dezelfde sound-engine met een ander plaatje als interface. Dat plaatje is trouwens wel de enige manier van bedienen, en zeker in combinatie met de portrait-only mode die Gadget op je iPad gebruikt, maakt dat de bediening soms wel lastig en onvoorspelbaar, zeker met grote vingers. Per synth kun je dus sporen maken, met maximaal acht maten per pattern. Hoeveel sporen je kunt gebruiken hangt af van de machine waarop je Gadget draait: 5-8 op een oudere iPad 2, tot 20-35 sporen op de nieuwe Air en Retina modellen. Er is wel een Freezefunctie die sporen ‘bevriest’ waardoor je er meer kunt aanmaken. Ook zijn er effecten: op de masterbus is een limiter en reverb aanwezig, en een aantal van de synths heeft eigen effecten aan boord. Die zijn bruikbaar zonder shockerend te zijn: gewoon goed, al zou het prettig zijn om in het mixerdeel onafhankelijk van de synths bepaalde effecten te kunnen selecteren. Gadget zit qua mogelijkheden nog een beetje tussen speelgoed en serieus studiogereedschap in. Je kunt de synths met een extern midikeyboard bespelen, maar zowel Audiobus als Inter-app Audio Support ontbreken. Korg heeft inmiddels voor die laatste twee wel updates aangekondigd. Wat ik het meeste mis, is een aparte exportmogelijkheid per spoor, zodat je hier snel een basistracks kunt maken en die dan kan exporteren om in je studio-DAW echt af te maken en te mixen. Want vergis je niet: met name het sequencerdeel is echt heel goed bedacht, en zit vol met handigheidjes waarvan ik zou willen dat bijvoorbeeld Cubase ze had. Je gaat stiekem hopen dat Korg net als Presonus zelf ook eens een sequencerprogramma gaat uitbrengen. Vergeleken met eerdere Korg Apps of VST-versies van hun eigen antieke hardware, is Gadget een stuk speelgoedachtiger. Tegelijkertijd zit alles zo logisch in elkaar, dat je binnen


155

no-time leuke tracks kan bouwen, waarbij je dan meteen weer goeie exportmogelijkheden mist. nu kun je alleen de gehele mix uploaden naar soundcloud. er is een hele batterij aan extra mogelijkheden te bedenken waardoor gadget meer zou kunnen worden dan z’n naam belooft, van extra effectprocessors tot import- en exportmogelijkheden, van kant en klare midi- en audioracks tot samples. tot 23 februari kost gadget 3 tientjes: daarna vier. Voor een app is dat stevig aan de prijs, maar als je ziet wat je er allemaal voor krijgt dan valt dat reuze mee, en is het zelfs een koopje te noemen. want om veel van de genoemde beper-

kingen is best heen te werken. Ja, audio-export werkt niet, maar je kunt natuurlijk best gewoon je audiospoor afspelen en dan opnemen op je normale computer. of neem het meteen op via dat oude cassettedeck voor nog meer lo-fi gruizigheid. Zo zie ik gadget een beetje: (nog) niet als een alles-in-1 oplossing om complete tracks te maken, maar als een van de vele middelen om sounds en loops mee te maken die je in je tracks kunt gebruiken. en dat het dan portable is en je er enorm veel lol mee kunt hebben, zijn handige bijkomstigheden. korg.com


156

Testlab TEKST Tom van Haaren illustratie Sven Franzen, 310k

Hoe dik kan het klinken?

Natuurlijk, de Jägermeister moet ijs- en ijskoud zijn en geschonken worden door vriendelijk barpersoneel. We willen mooie aankleding of anders wel een vette industriële setting voor de prikkeling van het netvlies. Dan is er de sensatie van het mogen aanschouwen van een internationale DJ coryfee of het ontdekken van een local die van wanten weet. Maar minstens net zo belangrijk is goed geluid – misschien wel het meest onderschatte kernelement van een goed feest.




159 Hoe dik kan het klinken?

Als clubs en feesten het geluid meenemen in hun communicatie, pochen ze vaak over een peperduur geluidssysteem. Over de akoestiek in de club wordt vervolgens met geen woord gerept. In een interview met Discopia noemt DJ Daniel Wang een voorbeeld van de idioterie van het opscheppen over dure speakers, om vervolgens geen aandacht te besteden aan de akoestiek. Voor hem is het als het dragen van 10.000 euro aan Gucci-kleding maar je vervolgens asociaal gedragen terwijl je al een week je tanden niet hebt gepoetst. ‘In brief: an average-quality sound system in a good environment can sound quite wonderful; whereas even the finest sound system on earth, in a bad environment, will sound like shit.’ Knetter stoned op de Stones

‘Als een zaal slecht klinkt wordt het heel moeilijk om daar nog een goed geluid uit te halen,’ zegt Wesley Pierik. Hij installeert VOID-geluidssystemen van Antwerpen tot Dubai, en in Nederland onder andere in Club AIR en Club NYX. Pierik: ‘Paradiso is zo’n zaal die van oudsher slecht klinkt omdat het een oude kerk is vol reflectie. Toen mijn ouders daar knetterstoned als tieners naar de Rolling Stones stonden te luisteren was er een brij aan lage tonen. Destijds hadden ze zware speakerkasten op elkaar gestapeld met allemaal een grote openingshoek. Die stonden gericht op het publiek, maar straalden ook af op muren en plafonds, waardoor het laag alle kanten opging en de reflecties voor een kakofonie aan geluid zorgde.’ Lastig dus, maar het geluid is in Paradiso met de jaren wel beter geworden door te werken met nieuwe technieken, waarbij het geluid efficiënter en directer een bepaalde richting wordt opgestuurd. Ook Jasper Boven van J-Tech’s is het met Daniel Wang eens. ‘Als je voor dik geluid gaat terwijl de ruimte daar akoestisch niet geschikt voor is, moet je het eigenlijk niet doen.’ Met zijn achtergrond als systeemtechnicus ontwerpt hij audiosystemen voor evenementen en festivals. Daarnaast is hij ook geregeld geluidsman in club Trouw. Hij ziet vaak dat de prioriteiten van de organisatie de geluidskwaliteit in de weg zit. ‘Men wil dan perse een geluidssysteem van een bepaalde fabrikant. Niet zo zeer vanwege een optimaal geluid maar meer als een soort statement. Prioriteit twee is om de locatie zo in te richten dat er niet te veel geluidsoverlast wordt gecreëerd omdat de vergunning gehandhaafd moet worden. Dan gaat men pas kijken hoe het klinkt en is het geld vaak al op.’ Prioriteiten stellen

Zegt de prijs van een geluidssysteem eigenlijk wel iets over de kwaliteit? Volgens Pierik is dit vaak wel het geval. ‘Bij audio gaan prijs en kwaliteit hand in hand omdat het te maken heeft met de kwaliteit van de componenten die je er insteekt, zoals de magneten. Dus als men zegt dat AIR of Trouw dik geluid heeft, komt dat mede door het feit dat ze geld hebben geïnvesteerd in hoogwaardige materialen.’

Maar met die materialen ben je er nog niet. Hoe je het systeem in een ruimte plaatst, kan een groot verschil maken. Boven ziet vaak dat feestorganisaties lukraak twee subs plaatsen met tops erop, of de speakers worden niet ideaal gepositioneerd in verband met de inrichting of decor. ‘Een halve meter naar achter of net wat van de wand vandaan kan enorm veel schelen. Uit de ruimte en de speakers wil je het optimale halen. Welk component dan zwaarder weegt is per geval verschillend. De twee moeten samenwerken door een goede positionering. EQ instellen is slechts detailwerk.’ Het perfecte geluidssysteem is volgens Boven een utopie vanwege de vele factoren die meespelen. Een goed geluidssysteem is er idealiter een waarbij alle audio goed wordt weergegeven - of het nu jazz, klassiek, disco of techno is. ‘Een speaker moet eigenlijk niets anders doen dan elektronische energie omzetten naar akoestische energie. De ellende is dat speakers over het algemeen het meest kleurende element in de gehele audioketen zijn. Dat hoeft niet altijd onaangenaam te zijn trouwens. Maar bij het ene systeem werken een bepaalde configuratie, toepassingen en ruimte beter voor een bepaalde muzieksoort. Als je een jazz-trio op een bedrijfsevenement speelt is het niet verstandig om dertig kasten line array mee te nemen, wat wel weer handig is als je Awakenings doet.’

‘Kwalitatief gezien is het geluidsniveau achteruit gehold’ Volgens de legendarische feestorganisator (en beruchte audiofiel) David Mancuso moet je streven naar een systeem dat zo efficiënt mogelijk is, waarbij idealiter één watt één decibel oplevert. Volgens Boven is een speaker zo inefficiënt als een gloeilamp en stoot hij voornamelijk hitte uit. Door het gebruik van een hoorn wordt het rendement iets opgekrikt. ‘Als de speakers in Trouw het vermogen zouden omzetten naar pure akoestische energie zou het hele woningblok waarschijnlijk dood neervallen.’ Hij is het eens met Mancuso: ‘Als je meer energie in de speaker stopt ontstaat er meer warmte-ontwikkeling. Dan wordt de magneetwerking minder, komt er meer mechanische stress op de componenten en ontstaat er meer vervorming met alle negatieve gevolgen van dien.’ Daarom is luid afspelen voor een audiofiele benadering vaak niet ideaal. Ook omdat ons gehoor zich anders gaat gedragen bij hogere geluidsniveaus. ‘Je zou denken dat wanneer je het geluid harder zet de speaker evenredig harder gaat klinken. Dat is niet zo. De vervorming neem toe en het rendement wordt steeds lager.’


160 Hoe dik kan het klinken?

Een geluidsysteem is als een sportwagen, aldus Pierik. ‘Als je met een Ferrari honderd kilometer per uur rijdt gaat dat soepeler dan in een Fiat Panda.’ Daarom geldt meestal: hoe meer overcapaciteit, hoe gecontroleerder het geluid – vooral bij systemen voor audiofielen. Dat is belangrijk want hij ervaart dat een club doorgaans pas echt los gaat wanneer het geluid rond de 104 a 105 decibel ligt.

heb je direct een probleem. Hij hoort veel DJ’s lage resolutie mp3’s draaien op een Pioneer cd-speler en mixer welke analoog (en dus niet digitaal!) zijn aangesloten. ‘Een track die er als platgeperste blubber uitkomt kun je bijna nooit meer dansbaar en muzikaal laten klinken. Het is als een lage resolutie foto gaan uitvergroten op een groot scherm, dan ga je pixels zien.’

Muzikaliteit versus hogere wiskunde

Pierik gruwelt van het feit dat de veel DJ’s tegenwoordig met die lage resolutie mp3’s werken, een bestand dat is gecomprimeerd tot slechts een tiende van cd-kwaliteit. ‘Op je oordopjes hoor je het verschil niet zo, maar wel op een duur thuissysteem van vijftien ruggen of een clubsysteem. Mp3 klinkt platter en met minder dynamiek. Je hoort dat het laag rommeliger klinkt, dus geen ‘paf paf’ maar ‘whomp whomp.’ Er is gewoon minder attack. Het laag wordt een sompige brij en het hoog klinkt scheller en agressief. Alles wat je niet wilt hebben op een dansvloer als je het op 104 decibel afspeelt.’

Je hoort vaak dat het geluidsniveau voor een groot deel afhankelijk is van de kwaliteit van de geluidsman. Geluid schijnt in veel clubs van avond tot avond te verschillen door verschillende geluidsmannen die voornamelijk als freelancer werken. Pierik vindt dat soms lastig. Hij installeert het VOID-systeem in clubs en stelt het vervolgens af op de sound die er het meest te horen is. Hij zoekt een modus die goed klinkt bij al die genres wanneer de dansvloer volstaat (doorgaans de belangrijkste geluidsabsorberende factor). Het is een instelling die vrij veilig is en meestal op negentig procent van de mogelijkheden opereert. Een technicus kan het verschil maken. Pierik ziet dat veel geluidstechnici werken vanuit een technisch theoretisch perspectief. ‘Omdat ze bijvoorbeeld een elektronica-achtergrond hebben. Waardoor het geluid dan misschien technisch correct klinkt maar de muzikaliteit ontbreekt.’ Zelf heeft Pierik een conservatoriumachtergrond waar hij productie en compositie studeerde en is hij zelf jarenlang muzikant is geweest. ‘Naast die achtergrond heb ik jarenlang onder invloed van narcotica op de dansvloeren van RoxY en iT gestaan, misschien dat ik daarom weet hoe het moet klinken om de zaal helemaal los te laten gaan. Maar vroeger draaiden ze met vinyl, toen met CD en nu met mp3. Dat is dus huilend naar huis want wat er ooit aan dynamiek en laagbereik inzat is er gewoon uit.’ Verschillende filosofieën

Geluid is een natuurkundig principe. Je zou dus denken dat wanneer je twee ervaren en belezen technici spreekt, je altijd twee overlappende verhalen krijgt. Maar dat is niet altijd het geval. Wanneer ik Daan Steures aanspreek, mede-eigenaar van Trouw, vertelt hij mij dat geluidsmannen er geregeld een andere filosofie op nahouden. Dat is volgens Boven ergens ook niet vreemd want ‘audio zit letterlijk tussen onze oren.’ Hij ervaart vaak dat we horen wat we willen horen. Voorbeeld: als een artiest vraagt of er meer bass op de monitor kan en hij steekt zijn duim omhoog zonder iets te hebben aangepast, hoort hij vaak: ‘Zo is het beter!’ Boven: ‘Onder technici is vaak wel een idee over wanneer iets goed klinkt en wanneer niet. Dat ligt vaak dicht bij elkaar omdat we ons gehoor hebben getraind. Maar ook dat is subjectief. Toch zit geluid niet alleen in het gevoelsmatige, het is ook harde wetenschap.’ Medium is the Message?

Een geluidsysteem is zo goed als de zwakste schakel. Volgens Pierik kunnen de zaal-akoestiek en het geluidsysteem nog zo goed zijn, als de DJ iets opzet dat niet goed klinkt

Dat is ook een visie die DJ legende François Kevorkian tijdens ADE 2012 vol passie betoogde. Hij hekelt muziekrips en de tekortkomingen van mp3 (320kbs) en werkt daarom zelf met SACD files (4608kbs). Volgens hem mist mp3 frequenties en dus diepgang waardoor het formaat niet geschikt is voor clubgebruik. Ook Boven vindt dat mp3 een onnodig compromis is ten opzichte van wave-kwaliteit. Toch is de impact volgens hem slechts van relatieve omvang in de geluidsketen. ‘Een track heeft een bepaalde sonische eigenschap en klankkleur. Als een track dik uit de studio komt is het medium waar het vanaf komt secundair.’ Hij ziet dat de platen die het in clubs goed doen, van nature vet klinken. ‘Het gaat om de dynamiek in de muziek zelf. Veel tracks op Beatport zijn een blok als je de wave-file analyseert. Bij goed klinkende tracks zie je meestal meer dynamiek, er is dan meer plek voor de individuele elementen binnen een track. Ik doe ook grote festivals met EDMartiesten. Dan hoor je de hele dag ‘shizzz shizzz’-geruis omdat die tracks allemaal super gecomprimeerd zijn om het zo luid mogelijk te krijgen. Dan maakt het niet uit of het om wave of mp3-bestanden gaat. Negen van de tien keer ligt het aan de tracks als het geluid slecht klinkt.’ Filters aan en gaan!

Daarbij komen nog de DJ’s die als gekken op de mixer rammen. Boven werkt vaak met DJ’s – zowel beroemd als onbekend - die continue in het rood draaien, de EQ de hele tijd in het rechts hebben, continue filters open hebben staan en platen te hard of te zacht inmixen. Als geluidsman is hij dan constant in de weer om te zorgen dat het geluid aangenaam blijft voor het publiek in de zaal. ‘Als geluidsman stel je een systeem heel secuur af. Dan komt er een DJ die het mid en hoog opvoert en de mixer overstuurt. Dan wordt het een compromis omdat de geluidsman die frequenties recht moet breien. Terwijl als de DJ goed is we constant kunnen werken aan de finishing touch door lichte



162 Hoe dik kan het klinken?

nuances. Als het publiek met de handen in de lucht staat komt dat vaak door de sonische talenten van een DJ.’ Hij prijst artiesten als Villalobos en Dixon om de dynamiek die zij in producties en DJ-sets leggen. Maar ja, bij die artiesten kom je ook voor een hypnotiserende perfectie. Bij andere DJ’s zit de energie hem juist in dat ze constant in de weer zijn met effecten en echo’s. Toch is het volgens hem niet recht te praten, aangezien een artiest als FeestDJRuud bewijst dat je ook met drie cd-spelers gelijkertijd in de mix kunt zijn, terwijl je ramt op hotcues, zonder dat het ruk klinkt. ‘Er is een bepaalde artistieke bandbreedte waarbinnen je kunt tweaken.’ We weten niet meer hoe vet het kán klinken

We noemden in dit stuk al David Mancuso. Befaamd om zijn Loft-feesten voor audiofielen die hij organiseerde vanaf begin jaren zeventig in New York. Ook haalden we François Kevorkian aan, die een paar keer in de Paradise Garage draaide als invaller van Larry Levan. Die club werd letterlijk om het door Richard Long ontwikkelde geluidsysteem heen gebouwd. Eddy de Clercq – mede-oprichter van club RoXY - vertelde ons een paar jaar terug: ‘Er is niets teveel gezegd over het soundsysteem in de Paradise Garage: feno-me-naal!’ Volgens velen is die kwaliteit sindsdien niet meer geëvenaard. Dat is toch vreemd aangezien de Paradise Garage de deuren opende in 1977 en de techniek sindsdien met stappen vooruit is gegaan. ‘Kwalitatief gezien is het geluidsniveau achteruit gehold’, stelt Pierik. Dat komt volgens hem deels door de gehele analoge schakel van plaat, mixer, versterker tot speakers.

Maar ook ons besef van hoe geluid zou moeten klinken is vervaagd. Pierik: ‘Jouw ouders kochten een Phillips versterker zo groot als een koffiemachine, loodzwaar met dikke koperen spoelen: dat klonk als een trein. Als je nu naar de Mediamarkt gaat en je koopt een huis-, tuin- en keukensetje dan klinkt dat kil, plat en slecht. En ja, je kunt er een iPod op aansluiten met tal van opties en het ziet er prachtig uit. Maar als je tweedehands een oude Sony versterker koopt van dertig euro en je sluit er een cd-speler op aan klinkt het doorgaans veel beter.’ Boven stelt dat in die periode ook beter klinkende muziek werd gemaakt. Gek genoeg zorgden de beperkingen die ze toen hadden dat het goed klonk. Ook hij ziet dat perceptie van muziek is veranderd en dat de geluidskwaliteit is gedaald. ‘Dat is vooral begonnen bij de intrede van de iPod met die vercrackte witte dopjes erbij die mensen wilden hebben als modeaccessoire. Men wil tegenwoordig een soundbar onder de TV waar 3D-geluid uitkomt maar die we niet mogen zien. Alles wat we tegenwoordig als geluidsapparatuur gebruiken is een compromis. Mensen weten daardoor bijna niet meer hoe pure audio klinkt. Gelukkig evolueert de techniek nog steeds, en dan vooral op het gebied van bandbreedte en opslagruimte. Pierik: ‘Alle geluidstechnici hopen dat muziekleveranciers dit aangrijpen om de kwaliteit omhoog te gooien. Je ziet gelukkig ook een stijging in de verkoop van vinyl. Ik ben bijna veertig en een fossiel, maar blijkbaar is het ook interessant voor een jongere generatie om Amy Winehouse vanaf vinyl te draaien in plaats van het als blubber uit Spotify te persen.




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.