Geloven Onderweg 3 - 2012

Page 1

geloven

onderweg

dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging herfst 2012 | jaargang 130

3

Edy Korthals Altes

Holkje van der Veer

Vincent Duindam

Leven zonder vrees

Martina Heinrichs


Inhoud Colofon Geloven Onderweg Dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging Jaargang 130 Verschijnt 4 keer per jaar Uitgave van Stichting Dominicanenklooster Huissen Redactie Ernst Marijnissen Annemiek Schrijver Henk Jongerius Theo Menting Stef de Kroon (eindredacteur) Gitta Nieuwenburg (beeldredacteur) Aalt Bakker (hoofdredacteur) Redactieadres Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: redactie@kloosterhuissen.nl www.dominicanenkloosterhuissen.nl Uitgever Stichting Dominicanenklooster Huissen Aalt Bakker E-mail: aaltbakker@kloosterhuissen.nl Abonnementen-administratie Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: abonnementen@kloosterhuissen.nl Tarieven 2012 Geloven Onderweg verschijnt 4 maal per jaar Jaarabonnement via automatische incasso € 25,00 Jaarabonnement via acceptgiro € 27,50 Opzegging van abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De tarieven zijn inclusief BTW. Losse verkoopprijs € 7,50 (exclusief verzendkosten) Vormgeving Marieke de Vlieger Technische realisatie Uitgeverij Skandalon

Redactioneel

3

bezinning

Geroepen tot vrijheid zonder vrees voor de machten E dy K orthals A ltes

teksten voor onderweg

Ik hen nog niets gedaan E rnst M arijnissen bezinning

Leven zonder vrees H enk J ongerius

toelichting bij de omslag

De schreeuw

G itta N ieuwenburg bezinning

In de pauze

A nnemiek S chrijver

8

11

14

16

e s s ay

De dag dat je leeft is eigenlijk je beste dag H olkje

van der

V eer

18

e s s ay

Achter de angst zit de moed al verborgen K arin B os e s s ay

Thuiskomen in de klas V incent D uindam e s s ay

Machocultuur

M artina H einrichs

Auteursrechten © Copyright Dominicanenklooster Huissen

e s s ay

Afbeelding omslag De Schreeuw | Edvard Munch | 1893

P akize G orgen

Machtsmisbruik en geweld binnen gezinnen mijmeringen

issn 0920-2544

4

21

24

28

31

Nooit meer radeloos

34

Gedicht voor onderweg

36

T heo M enting


Leven zonder vrees Angst is niet een populair onderwerp in onze maatschappij, waar alleen prestaties van belang lijken. Over onze angsten praten we niet zo makkelijk. We moedigen onszelf en elkaar steeds aan om sterk te zijn en niet bang. Bang zijn is niets voor kerels en sterke vrouwen. We ontkennen vaak onze angsten, onderdrukken ze en proberen ze te overschreeuwen, in de hoop dat we zelf gaan geloven dat we niet bang zijn. Angst maakt ons ook berustend en gelaten. Een veroorzaker van ons leed is snel gevonden. We houden het soms erg lang vol om slachtoffer te zijn. Echt leven zonder vrees. Hoe kun je zo leven en hoe kun je zijn wie je bent en zoals je bedoeld bent? Het besef dat we onvoorwaardelijk bemind zijn zoals we zijn, doet wonderen en helpt ons om vrij te leven, bevrijd van de angst voor de machten. Het thema heeft veel losgemaakt bij de redactieleden en ook bij de auteurs. Het heeft geleid tot een aantal ontroerende bijdragen. De bijdrage over leven in een afwijkend lichaam is bijvoorbeeld prachtig; bewust zijn van de zegen dat je bestaat en accepteren dat je anders bent. De dag dat je leeft is eigenlijk je beste dag. Een andere bijdrage over geweld in gezinnen, maakt je stil en doet je realiseren wat een enorme impact het heeft voor je hele leven als je hiermee op moet groeien. Ook een prachtig artikel over minimavrouwen die deze zomer een NLP-week in het klooster verbleven. NLP staat voor hen sindsdien voor ‘Nieuwe Lichting Prachtvrouwen’. Wat fantastisch dat deze prachtvrouwen na die week weer hun kwaliteiten zien en hoop en vertrouwen hebben gekregen.

bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

3


bezinning door: edy korthals altes, oud ambassadeur

Geroepen tot vrijheid zonder vrees voor de machten

E

dy Korthals Altes kwam als ambassadeur in 1986 in gewetensnood. Hij kon niet langer verantwoordelijkheid dragen voor de wapenwedloop tussen de NAVO en de toenmalige Sovjet-Unie. Na een lange loopbaan in diplomatieke dienst, trad hij terug. Sindsdien zet hij zich in voor verandering in Europa. “We moeten de mens weer centraal stellen en mensen zouden op zoek moeten naar de spirituele bronnen van onze cultuur. Wij zijn losgeraakt van onze oorsprong. Het evenwicht tussen materie en geest moet weer hersteld worden”.

4

Het thema ‘leven zonder vrees’ is hoogst actueel. Vrees voor een onzekere toekomst is wijdverbreid. Velen voelen zich overgeleverd aan schijnbaar onbeheersbare processen en ongrijpbare machten. Nauw hiermee verbonden is berusting in funest beleid en schandalige praktijken. De vrees voor pijnlijke consequenties vanwege een standpuntbepaling zit diep. Angst voor verlies aan invloed weerhoudt politici en managers niet zelden van een verantwoordelijke stellingname. De zin voor het algemeen belang is in onze ‘ik-cultuur’ verschrompeld.

tussen geest en materie. Een samenleving die geen oog meer heeft voor het transcendente, voor datgene wat ons overstijgt. In dit ‘platland’ gelden tellen en meten als hoogste waarden. Visie op een levenswaardige toekomst ontbreekt. De horizon is beperkt. Met het verlies van ‘Le sens de Dieu’ zijn we op een doodlopende weg geraakt. Jaren geleden al werd dit onderkend door grote cultuurfilosofen als Hans Jonas en Romano Guardini, evenals door Vaclav Havel, de vroegere president van Tsjecho-Slowakije.

Verloren evenwicht Het zijn de symptomen van een samenleving die het evenwicht heeft verloren

Het verlies van onze plaats in ‘Ultimate Reality’ heeft geleid tot een wijdverspreide identiteitscrisis en verlies van

geloven onderweg nr 2 • 2012 – bezinning bezieling beweging


het zicht op een zinvol bestaan. Voor velen is dat versmald tot materiële welstand. “Hast Du was, dann bist Du was!” Schaamteloze zelfverrijking is geen uitzondering meer. De financiële crisis heeft blootgelegd hoe sterk de greep van Mammon is, ook bij hen die zich tot voor kort tot de elite konden rekenen. De grote problemen in onze samenleving vragen om waarlijk vrije mensen. Mensen, niet bevangen door vrees. Mensen, die zich durven te keren tegen de destructieve krachten die het leven bedreigen. We zitten echter in een paradoxale situatie: De mens, die zich dacht te bevrijden van God, is onvrij en bang geworden! Herbezinning Er is een herbezinning nodig op de grondhouding in het leven, een goed gefundeerde innerlijke overtuiging die inspireert tot handelen. Religie, mits gericht op het Humanum, biedt hiervoor een basis. Ook een humanistische levensovertuiging. Zelf heb ik die gevonden in het christelijk geloof. Diep respect heb ik voor de kostbare waarden in andere godsdiensten die eveneens gericht zijn op bevordering van het Humanum. Geloof naast wetenschap De bijbel staat vol van verhalen van mensen die zich door God aangesproken weten om stelling te nemen tegen de machten. Als kind raakte ik daar al vroeg mee vertrouwd, dank zij het zo inspirerende voorbeeld van mijn moeder. Tijdens mijn studiejaren werd het geloof verdiept door de NCSV, een in de naoorlogse jaren bezielende, oecumenisch georiënteerde vereniging van christenstudenten. Hierdoor werd een eenzijdige wetenschappelijke vorming voorkomen. Geloof en

Wetenschap kwamen daardoor niet tegenover, maar naast elkaar te staan in de zoektocht naar een menswaardig bestaan. Einstein formuleerde het aldus: “Science without religion is lame, religion without science is blind”. De een onderzoekt hoe dingen werken, de ander richt zich op zingeving.

De mens, die zich dacht te bevrijden van God, is onvrij en bang geworden! De volle impact van geloof, de onweerstaanbare kracht van het aangesproken worden heb ik mogen ervaren tijdens mijn gewetensconflict over de waanzin van de wapenwedloop in de Koude Oorlog. Als ambassadeur in Madrid (1983-1986) was ik uiteraard verplicht tot loyaliteit aan de NATO-doctrine van MAD (Mutual Assured Destruction). De vraag of dit concept niet achterhaald was door de spectaculaire vorderingen van wetenschap en technologie hield me echter al geruime tijd bezig. Het kernwapen (ruim 70.000 stuks) vormde immers een dodelijke bedreiging voor de mensheid. De vroegere minister van defensie, Mc Namara, heeft in zijn boek Blundering into Disaster beschreven hoe dicht we herhaalde malen bij de inzet van het kernwapen zijn geweest. President Reagan’s ‘Star Wars‘programma deed bij mij de emmer van verontrusting overlopen. Behalve intensivering van de wapenwedloop dreigde nu ook de introductie van een vierde terrein van oorlogvoering. Naast op het land, op zee en in de lucht nu ook nog in de ruimte. Een onheilspellende ontwikkeling voor de mensheid! bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

5


Een droom Ongeveer vijf maanden lang werd ik verscheurd door de spanning tussen de als diplomaat verschuldigde loyaliteit en mijn geweten. Op een onverwachte wijze kwam hieraan een plotseling einde. Tijdens de nacht van 29 op 30 september 1984 had ik een, zeldzaam coherente, aangrijpende droom. Over dit zo intieme gebeuren, een keerpunt in mijn leven, ben ik aanvankelijk uiterst terughoudend geweest. Dit veranderde toen mij duidelijk werd gemaakt dat we weer in een tijd leven waarin dromen gedroomd worden en mensen geholpen kunnen worden door openheid. Voor mij, komend uit een ‘nononsense’ wereld, een grote stap.

gedaan met jouw mogelijkheden, op dit kritieke moment?” Diep geraakt werd ik wakker als een vrij mens, wetende wat mij te doen stond. Ik noteerde de essentie van de droom. Bij nuchtere overweging overdag stelde ik vast: - dat de scheiding tussen mijn geloof in Christus en de politieke werkelijkheid niet langer kon worden gehandhaafd. - dat een stellingname als mens onontkoombaar was geworden. De zo pertinent aan mij gestelde vraag kon niet langer meer beantwoord worden vanuit mijn comfortabele residentie. - dat mijn taak voortaan zou liggen op het terrein van het actief bezig zijn met het vredesvraagstuk.

Wanneer betrokkenheid op Christus uitgroeit tot een levende relatie, valt het aangesproken worden op je verantwoordelijkheid samen met ware vrijheid, onafhankelijk van de machten.

Deze droom heeft me de ogen geopend voor de noodzaak van een keuze waaraan ik me met allerlei redeneringen had weten te onttrekken. Een proces kwam in beweging. Maar het omzetten van inzicht in actie was niet eenvoudig en zou nog maanden duren. Daar was in de eerste plaats de verantwoordelijkheid voor de post op een kritiek moment waarin grote belangen op het spel stonden. Maar daarnaast was er ook nog dat kleine duiveltje, dat je tracht te weerhouden van iets dat je eigenlijk moet doen, maar waar je liever onderuit komt, omdat het pijn zou doen. Het verstand is dan vindingrijk in het vinden van rationalisaties. Zo ook in mijn geval.

Ik zag een kerk op een plein, tal van mensen ervoor. Ik wilde daar niet in totdat plots een oudere vrouw me bij de hand nam en in de overvolle kerk voerde naar een plaats links voor, met zicht op het boven het altaar hangende houten kruis. Eerste beeld: er viel zaagsel uit het kruis (symbool van verval in de kerk die Christus draagt?). Opziende naar de gekruisigde, lijdende Christus, ondervond ik een intens gevoel van compassie. Iets wat mij als protestant onbekend was. Op hetzelfde ogenblik waren daar de levende ogen, met die ene pertinente vraag: “En jij, wat heb jij

6

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

Handelingsbelemmerende argumenten Daar was allereerst: “Je bezorgdheid is begrijpelijk, maar je analyse deugt niet”. Vervolgens de verleidelijke influistering: “Wacht toch tot je pensionering over vier jaar, dan vermijd je


veel trammelant, verlies van positie en vervreemding van collega’s en misschien zelfs vrienden”. De derde: “Denk je nu heus dat jij als eenling iets kunt uitrichten in deze zo complexe veiligheidsproblematiek die beheerst wordt door zulke grote krachten?”. Maanden was ik bezig met de vraag naar de juistheid van mijn analyse. Ten slotte gaf het voortreffelijke werk “Catholics and Nucleair war” (ed. Ph. Murnion, 1983) de doorslag. Daarnaast die verlammende influistering, dat je als enkeling toch niets kunt doen tegen de enorme krachten achter de wapenwedloop. De wereld gaat toch haar gang. Doorslaggevend voor het overwinnen van de neiging tot passiviteit was de vrijwel dagelijkse lezing van het zo inspirerende ‘Schott Messbuch’ van de benedictijnen. Ook in deze late jaren nog steeds een trouwe metgezel. Bijbels, Christocentrisch en breed oecumenisch. Ten slotte, een eenling? Allerminst, al jaren waren er velen die zich voor een meer vreedzame wereld inzetten, ook als ze daarvoor veel moesten opgeven. “Adam, waar ben je?” Uiteindelijk lukte het tot een fundamenteel artikel te komen. Publicatie werd mij niet verboden, wel ontraden. De vuist was zorgvuldig in fluweel verpakt. Zelf vroeg ik om ontslag. Ik wilde mijn handen vrij hebben voor het vredeswerk. Na eervol ontslag kwamen tal van reacties los. Overwegend positief. Vrij snel volgde de uitnodiging om lid te worden van Pugwash, een internationale beweging van wetenschappers tegen het kernwapen. Destijds opgericht op initiatief van Einstein en Bertrand Russell. Tijdens conferenties, lezingen en in publicaties heb ik getracht iets bij te dragen aan een nieuw denken, over vrede en veiligheid.

Edy Korthals Altes

In wezen is de pertinente vraag die op mij afkwam, de vraag uit Genesis: ”Adam, waar ben je?”. Een vraag die aan ieder mens gesteld wordt. Hoe cruciaal voor het antwoord daarop het geloof is, heb ik zelf mogen ervaren. Voor mij is het gericht zijn op Jezus Christus - ook nu nog de Levende van doorslaggevende betekenis geweest bij het nemen van de zwaarste beslissing in mijn leven. Wanneer betrokkenheid op Christus uitgroeit tot een levende relatie, valt het aangesproken worden op onze verantwoordelijkheid samen met ware vrijheid, dus ook onafhankelijkheid ten opzichte van de machten. Niets, noch dood, noch leven, noch overheden of krachten, kunnen ons immers scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus. De Apostel Paulus heeft deze fundamentele waarheid prachtig weergegeven in zijn Brief aan de Romeinen (Rom. 8). Het Evangelie maakt mensen waarlijk vrij om de machten onbevreesd tegemoet te treden: wat een Blijde Boodschap! bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

7


teksten voor onderweg door: ernst marijnissen o.p., dominicaan en schrijver

Ik heb nog niets gedaan!

M

erkwaardig! Hoewel we al lang op de hoogte zijn van David en zijn zalving tot koning over Israël, van de strijd tussen de Israëlieten en de Filistijnen, en niet te vergeten van Goliath, horen we in 1 Samuël 17,17-30 zomaar een nieuw verhaal, alsof er nog niets is gebeurd. David krijgt van vader Jesse opdracht naar zijn drie oudste broers te gaan. Hij moet wat voedselpakketten voor hen meenemen, want zij zijn soldaten in het leger van Israël. Ook moet hij informeren naar hun welzijn. Hij zal vooral zo snel mogelijk vertrekken. Eenmaal in het legerkamp aangekomen, doet hij wat hem is opgedragen. Daar hoort hij hoe Goliath de Israëlieten uitdaagt om met hem een tweegevecht aan te gaan. David is verbaasd dat niemand de moed heeft het tegen de reus op te nemen. Hij zegt er wat van, maar wordt door zijn oudste broer Eliab uitgekafferd. Wat heb ik nou gedaan? vraagt David. Het venijn en het geheim zitten in de staart van de vraag! De sjofele David telt eigenlijk niet mee. Hij is thuis en moet de kudde weiden. Van zijn vader krijgt hij alleen maar bevelen. Hij moet dit en hij moet dat. David spreekt niet tegen en doet nauwgezet wat hem is opgedragen. Hij doet dat snel en efficiënt. Hij is een man van natuur en stilte. Hij heeft schone oren en ziet helder de wereld in. Misschien weet hij het zelf nog niet, maar hij heeft geen weet van stress, frustraties en competitie. In zekere zin leeft hij ongecompliceerd. De buitenwereld met zijn vanzelfsprekendheden beschouwt hem als sjofel,

8

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

simpel en stom. Wat anderen zoals zijn vader en zijn broers en ook de soldaten in het legerkamp ontgaat, is dat hij door God is gezien. Door God gezien worden impliceert altijd, dat je wordt uitgenodigd op jouw beurt als God te zien. In dit verhaal zijn we daarvan getuigen. Tot nu toe heeft David nog niet gesproken. Maar hij heeft wel gezien en gehoord. David hoort De stilte van het buitenleven heeft zijn gehoor gescherpt, de wacht over de kudde en het afturen van de omge-


ving van de weidegronden hebben zijn ogen getraind. Zien en horen. Hij komt aan in het legerkamp op het moment dat beide legermachten zich, elk op de eigen bergflank, hebben opgesteld en hun strijdkreet slaken. David hoort het machokoor aan, brengt de spullen die hij van thuis heeft meegekregen, naar de foeragemeester en vraagt vervolgens aan zijn broers naar hun vrede. Hoe gaat het met jullie? Let op dat we David zelf nog niet horen spreken. De verteller voert feitelijk het woord. Dan hoort hij de stem van Goliath vanuit het dal omhoog loeien. Hij ziet hoe bevreesd de soldaten zijn en wegduiken achter hun bergflank. Hij is verbijsterd. Hij hoort hen praten over een gerucht dat zegt dat de man die de strijd met Goliath aandurft, door de koning zal worden beloond. Hij zal rijkdom ontvangen, de dochter van de koning mogen huwen en vrij van lasten wonen.

Wat Eliab heeft nagelaten, heeft David gedaan: hij heeft eerst geluisterd! Dan horen we David voor de eerste keer spreken: Wát zeg je nou?! Zijn jullie de mannen van Gods eigen legermacht? David spuugt op hun lafheid en vol verontwaardiging roept hij uit: Wie is deze Filistijn, deze voorhuid wel, dat hij de slagordes van de levende God durft honen?! Deze opmerking schiet Eliab, zijn oudste broer, in het verkeerde keelgat. Hij voelt zich persoonlijk aangesproken. Met woorden vol woede wijst hij David terecht: Waarvoor ben je eigenlijk afgedaald en aan wie heb je dat beetje schapen in de woestijn overgelaten? Ík ken je onbekooktheid en het

David en Goliath | Peter Paul Rubens ca. 1616

kwaad van je hart, ja, om de oorlog aan te zien ben je afgedaald! Eliab valt niet uit de toon. Hij volgt het bekende gedachtepatroon. David stelt niets voor. Hij is een nakomertje, een knechtje van de familie. Hij mag achter de schapen lopen. Natuurlijk is hij uit nieuwsgierigheid naar de legerplaats gekomen. Heeft hij eigenlijk de kudde wel beschermd achtergelaten? Wat doet zo’n jongen op deze plaats en waar bemoeit hij zich mee? David hoort zijn broer tekeergaan. Niets klopt van wat tegen hem gezegd wordt. In de eerste plaats is hij door zijn vader gestuurd. In diens opdracht is hij zo snel mogelijk langs een sluipweg naar het legerkamp gelopen. Hij rent, zegt het verhaal. Maar vóór zijn haastige vertrek heeft hij kans gezien de kudde aan een ander toe te vertrouwen. Hij is dus zorgvuldig te werk gegaan. Vervolgens heeft hij zijn broers voedsel gebracht en gevraagd bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

9


of het hun goed gaat. Ten slotte heeft hij zijn verbijstering over het gedrag van de soldaten pas geuit, nadat hij de grootspraak van Goliath heeft gehoord. Hij is daar niet uit nieuwsgierigheid maar in opdracht. Hij is niet lichtzinnig maar gewetensvol. Hij is niet zonder zorg doch bekommerd om zijn broers. En hij heeft een hoge dunk van Gods leger, zijn volk Israël. En wat Eliab heeft nagelaten, heeft David gedaan: hij heeft eerst geluisterd. Hij heeft gehoord wat Goliath staat te brullen en hij heeft geluisterd naar de vrees van de soldaten. Eliab heeft niets aan David gevraagd. Zijn mening staat vast. Toch is hij degene die niets van David begrijpt, ook al meent hij hem te kennen. Daarom ook kan hij alleen gebaande wegen gaan. Zo wordt hij het beeld van Israëls legermacht. Hij hoort wel het geschreeuw van Goliath, maar het spreken van God is niet aan hem besteed. Hij hoort niet wat David hoort.

Door God gezien worden impliceert altijd, dat je wordt uitgenodigd op jouw beurt als God te zien. Wat heb ik gedaan? De reactie van David is vol betekenis. Hij zegt letterlijk: Wat heb ik nú helemaal gedaan? Hij zegt niet: ‘Wat heb ik nu weer gedaan?’ Dat zou lijken op de verontwaardiging van een jongetje dat zich beledigd acht. Maar aan zulke veronderstellingen heeft een bijbelverhaal geen behoefte. Het is Tora, onderricht, lering. Wat wordt ons dan geleerd?

10

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

Was David tot aan zijn komst in het legerkamp de grote zwijger, zijn spreken begint naar aanleiding van zijn verbazing over het gebrek aan vertrouwen bij de Israëlieten. Is dit het Godsvolk? Is dit hetzelfde volk, dat lang geleden door de woestijn trok en onder leiding van Jozua de Amalekieten versloeg? Twee werelden botsen hier op elkaar: die van Eliab met al haar vanzelfsprekendheden en duistere praktijken én die van David, die zich door God weet gezien. In Gods wereld is niets onmogelijk noch vanzelfsprekend, maar krijgen mensen en dingen pas hun zin vanuit het spreken van de Aanwezige: Ik zal er zijn, in voor- en tegenspoed. Hier zijn spreken en doen met elkaar in overeenstemming. God doet wat Hij zegt. De mens, geroepen om beeld en gelijkenis van God te worden, zal op grond daarvan op zijn beurt doen wat hij zegt. Daarom spreekt David belangrijke woorden: Wat heb ik nú helemaal gedaan? Hij heeft alleen nog maar gehoord en gezien. De daad, die volgen moet, heeft nog niet plaats gehad. Ik heb nog niets gedaan, zegt hij feitelijk tegen Eliab. Het verborgen verwijt in deze woorden is duidelijk. Eliab heeft evenals heel Israël nog niets gedaan. Nu zal blijken hoe de door God gekozen koning van Israël zijn volk behoedt. Tot hiertoe is het herderlijk vermogen van David alleen in kleine en huishoudelijke kring tot uitdrukking gebracht. Als een symbool van wat komen gaat.


bezinning door: henk jongerius o.p., dominicaan, auteur en dichter

Leven zonder vrees? Toen ik als cantor in Huissen eens een paar dagen voor werkzaamheden uit huis was en terugkwam, maakte een nogal dominante medebroeder, die de neiging had zich overal mee te bemoeien, de opmerking waarom ik hem niet gezegd had dat ik er niet was! Hij was koster en had op zichzelf niets te maken met de voorzang in het getijdengebed, maar op een of andere manier voelde hij zich er toch verantwoordelijk voor. Op zijn vraag waarom ik hem niets had gezegd, ontviel me toen de opmerking: ‘omdat ik bang voor u ben’, waarop hij reageerde met de opmerking ‘ach, lieverd…’ Sinds dat voorval hadden wij nooit meer een meningsverschil… Een ander voorbeeld: in onze gemeenschap hebben wij sinds jaar en dag regelmatig een etmaal van bezinning waarin wij onze onderlinge verhoudingen en voor iedereen belangrijke onderwerpen met elkaar bespreken. De gespreksleider opende eens het etmaal met de vraag: wat zou je in het vervolg van je leven nog willen leren? Op het eerste gezicht wist ik niet goed wat ik zou zeggen, maar toen ik het woord kreeg zei ik spontaan dat ik graag zou willen leren leven zonder vrees en sinds ik dat hardop gezegd had, heeft alle vrees me verlaten… Genoeg te vrezen Mensen vrezen van alles in hun leven: de veiligheid van hun positie, dat wat anderen van hen vinden, de toekomst,

het welzijn van hun kinderen, het behoud van een goede gezondheid, financiële omstandigheden, verlies van werk, om maar een paar dingen te noemen. Hoe gaan wij daar mee om? Een voor de hand liggende manier is om die innerlijke onzekerheid en vrees terzijde te schuiven en voor andereen het beeld op te roepen van zelfverzekerdheid. Dat heb je nodig om je te kunnen handhaven in je werkomgeving waar niemand iets te maken heeft met jouw persoonlijke of huiselijke omstandigheden. Je hebt het getroffen met je

Alleen in de echte ontmoeting met anderen worden wij gewaar wie wij zelf zijn en welke drijfveren ons leven bepalen. bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

11


werk en je positie, met de vrienden die je hebt en hoeft je nergens zorgen over te maken. Hoe vaak hoor je mensen niet zeggen dat zij een perfect huwelijk hebben, maar hoe luidruchtiger zij dit naar voren brengen des te meer twijfel roept zo’n bewering dan bij mij op! Op die manier maak je jezelf in zekere zin onbereikbaar voor de in jou aanwezige vrees en koers je op dat wat je in je leven bereikt hebt; je noemt je dan gelukkig en niet bedreigd door enige angst of vrees! Een ander afweermechanisme is zwijgen. Er zijn dingen waar je gewoon niet over moet praten met anderen want dan maak je alleen maar slapende honden wakker! Zolang iets niet gezegd wordt bestaat het immers niet en is alleen de zichtbare buitenkant van mensen belangrijk. Het schept een samenleving van ivoren torens waarin mensen onbereikbaar zijn voor elkaar.

Het kwetsbare besef van wie wij zijn is tegelijk een openbreken van de ivoren torens waarin wij ons menen te kunnen verschuilen voor anderen en eigenlijk voor onszelf. Ivoren toren Het is juist dat opgesloten zitten in je eigen zogenaamd veilige huis dat ten diepste de oorzaak is van veel ellende, want hoe snel worden die veilige huizen en ivoren torens niet tot bastions waarin je je goed kunt verdedigen tegen aanvallen van allerlei aard: hoe lang kan ik mij in mijn gelukkige leven handhaven? Hoe lang blijft het mooie

12

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

beeld dat anderen van mij hebben onbesmet of val ik toch een keer door de mand? Hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk weten wij heel goed dat het leven dat wij zo mooi opgebouwd hebben, zo maar opeens kan ophouden te bestaan! Er bestaat een hele mooie scène uit de film ‘The Son of man’ die het verhaal van Jezus vertelt. Hij wordt daarin beschreven als een man die heel erg getwijfeld heeft aan zijn levensopdracht en onder de mensen een beetje dwaze, clownachtige figuur was. Op een gegeven ogenblik wordt deze Jezus voor Pilatus gebracht en in die ontmoeting gebeurt er iets heel bijzonders. Pontius Pilatus staat daar met zijn gladgeschoren uiterlijk met zijn armen over elkaar en kijkt op de veroordeelde Jezus met minachting neer. Het is de van zichzelf verzekerde machthebber die daar staat tegenover die sloeber van een rabbi uit Nazareth die door zijn volksgenoten aangeklaagd en veroordeeld is en hij moet dat als Romeinse bezetter bekrachtigen. Dan komt Jezus naar voren, hij overschrijdt de grens van de betamelijke afstand tussen mensen en zegt op een bijna vertrouwelijke manier tegen Pilatus: ‘wees maar niet bang, Pontius’. Wat gebeurt hier? Op een wel heel directe manier wordt Pilatus geconfronteerd met zichzelf, want uitoefening van macht over anderen komt uiteindelijk voort uit angst en vrees om je positie te verliezen. Daartoe is het niet nodig om met geweld een ander ervan te doordringen dat hij of zij uit angst handelt, maar het beschamend blootleggen van diens drijfveren. Jezus doorziet Pilatus en nodigt hem uit om werkelijk naar zichzelf te kijken.


Wie ben ik? Ik denk dat het in ons leven van groot belang is dat juist dit laatste gebeurt. Een onderkennen van eigen vrees is het begin van een ander leven waarin wij onszelf zien zoals wij zijn. Het kwetsbare besef van wie wij zijn is tegelijk een openbreken van de ivoren torens waarin wij ons menen te kunnen verschuilen voor anderen en eigenlijk voor onszelf. En dat niet alleen. Mensen die leven in de schijnbare veiligheid van hun ivoren toren worden zich er dan van bewust dat echt leven te maken heeft met de communicatie die wij met anderen onderhouden. Alleen in die echte ontmoeting met anderen worden wij gewaar wie wij zelf zijn en welke drijfveren ons leven bepalen.

Wie zijn eigen gezicht weerspiegeld ziet in het gelaat van een ander, zal een leven kunnen leiden zonder vrees want hij weet zich gekend en bemind zoals hij is. Alleen het besef samen mens te zijn, broos en kwetsbaar, zal ons bevrijden van angst en vrees. Wie zijn eigen gezicht weerspiegeld ziet in het gelaat van een ander, zal een leven kunnen leiden zonder vrees want hij weet zich gekend en bemind zoals hij is. Hij hoeft zich niet groter te maken dan hij is, maar durft met beide benen op de grond te staan in het besef dat hij er mag zijn zoals hij is. Wie het aandurft om te sterven aan het van zichzelf gemaakte beeld, zal zijn ware ik ontwaren en het geluk van het leven smaken in het aangezicht van anderen.

de naam die anderen mij opleggen gaat verloren de naam die ik zelf verwerf is drijfzand maar de naam die ik deel met anderen maakt mij tot wie ik ben en het lot dat ik deel met hen maakt mij tot wie ik ben wie ben ik? de ruimte die anderen ademen de echo van andermans lied de hoop die anderen verwarmt het kind dat met anderen spelen wil zoeken wil naar de schat in de akker de parel die mij rijk maakt de naam die wij delen de God op wie wij hopen verder dan de tijd

bezinning bezieling beweging

–

nr 3 • 2012 geloven onderweg

13


toelichting bij de omslag door: gitta nieuwenburg, kunstenares

De Schreeuw

N

iets is zo menselijk als angst en tegelijkertijd is angst de emotie die we het meest proberen te verhullen in ons dagelijks bestaan. Angst lijkt een zwaktebod en zwakte is nu niet bepaald populair in een maatschappij waar prestatie en prestige hoogtij vieren

Wellicht is De Schreeuw (1893) van de Noorse expressionist Edvard Munch daarom wel zo’n aansprekend beeld voor velen. Hij laat met dit schilderij zien waar mensen voor vrezen. Het maakt de angst zichtbaar in een soort oervorm. Munch heeft hierover gezegd: “Ik schilder niet wat ik zie, maar wat ik zag!”. Het gaat dus om de innerlijke belevenis, een geestelijke onrust. Daarmee zegt hij ook dat hij niet de waarneming schildert maar de beleving van de waarneming. Een ervaring zoals die voor ieder mens uniek is onder dezelfde omstandigheden. Het kenmerkende van het werk van Munch (1863–1944) is dat hij, getekend door zijn persoonlijke geschiedenis, emoties in een zeer expressionistische vorm weergeeft. Het verlies op jonge leeftijd van zijn moeder en zus heeft diepe sporen in hem en zijn werk nagelaten. Hij ervoer de liefde als een dreigende macht. In zijn schilderij de Madonna uit zich dat in de

14

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

rode halo die liefde en pijn symboliseert. Angst en liefde Misschien kijken we wel in de spiegel van onze ziel bij het aangezicht van de wanhopige man in De Schreeuw. Hoewel het lijkt alsof de man schreeuwt, is het feitelijk de omgeving die schreeuwt. Wanhopig probeert de man zijn oren te beschermen tegen het oorverdovende geluid van de natuur. Daaruit spreekt dat hij geen invloed heeft op deze schreeuw van zijn omgeving. Alsof hij is overgeleverd aan invloeden van buitenaf. En dit terwijl zijn twee vrienden, niet gehinderd door de angst van Munch, rustig doorlopen. Wat mij bijzonder treft in De Schreeuw is de oprechtheid en de openheid waarmee hij emoties zichtbaar maakt. Het feit dat hij de diepe wanhoop en ontreddering zo open en bloot heeft geschilderd, geeft aan dat hij niet bang was om zich te uiten in zijn angsten.


Daar zie ik de essentie van dit schilderij: de angst en de ontreddering mogen gezien worden. Sterker nog, ze moeten gezien worden als een onmiskenbaar onderdeel van het leven zelf.

De angst en de ontreddering mogen gezien worden. Sterker nog, ze moeten gezien worden als een onmiskenbaar onderdeel van het leven zelf. Erkenning Het verhullen van angst is bijna noodzaak geworden in onze maatschappij om te kunnen overleven. En hoewel er natuurlijk niets mis mee is om jezelf te beschermen, zijn wij over het algemeen wel enigszins doorgeslagen in het maskeren van angst. Het is bijna onze tweede natuur geworden. Sublimatie is een geëigende manier om primitievere gevoelens te kanaliseren. Gelukkig dat dit mechanisme bestaat, want als we voortdurend alles zouden uiten wat we voelen, dan zou de chaos in de wereld helemaal compleet zijn. Je boosheid of angst omzetten in sport of kunst levert in ieder geval nog mooie belevingen op. Het gevaar zit hem dan ook niet in het sublimeren van angst, maar wel in het ontkennen ervan. Onderdrukte en ontkende gevoelens wreken zich vroeger of later. De natuur wil hoe dan ook naar buiten, gezien worden, herkend en erkend worden. De erkenning van je eigen emoties vormt de basis van vertrouwen. En juist het vertrouwen dat we onszelf mogen uiten in wat we voelen, ook in de sociaal minder geaccepteerde emoties, daar schort het aan in onze maatschappij.

De Schreeuw | Edvard Munch | 1893

In de opvoeding doen uitspraken als “Niet bang zijn” en “Droog je tranen” geen recht aan het gevoel van angst. Maar juist de angst voor de angst verlamt, niet de angst zelf. Dan ben ik maar bang, nou en? Als een kind dat net geboren is, primair de behoefte heeft om bescherming te voelen, waarom zou dat dan anders zijn bij volwassenen? Bescherming biedt vertrouwen en dat is een essentiële voorwaarde voor het leven, net als eten en drinken. Juist door het omhullen en beschermen van je angst, door jezelf en anderen, kan er grond ontstaan onder de angst en daarmee rust. Als de angst is gezien, kan het vertrouwen geboren worden. Munch heeft ons met dit schilderij een grote dienst bewezen: angst mag er zijn en we kunnen er gewoon naar kijken. Dat geeft pas rust! bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

15


bezinning door: annemiek schrijver, presentatrice en schrijfster

In de pauze

W

at een vreugde is het steeds om te vergaderen over dit blad. Dat moet me toch eens van het dankbare hart. Vier keer per jaar mag ik naar Huissen om met de inspirerende redactie van Geloven Onderweg om de tafel te gaan voor weer een volgende uitgave. Om te beginnen hangen we dan ademloos aan de lippen van prediker Ernst Marijnissen, die het nieuwe thema op weergaloze wijze voor ons ontvouwt; vervolgens barst de creativiteit los van de hele vergadering der gelovigen. Ongebreideld associatief, humoristisch en erudiet worden we van Ernst.

Verlammende angst Dat je ieder kwartaal naar zo’n schrander feest kunt uitzien, wie wil dat nu niet! Dit keer vertelt Ernst ons over die wonderlijke oorlogssituatie. Twee legers die elkaar niet kunnen zien. Goliath die als een tank in het midden staat. Niemand heeft het lef om zich te verroeren. Verlamd van schrik zijn de mannen. Als beginscène in een film zou dit een onmiskenbare bespotting zijn van alles wat met oorlog te maken heeft. En plots is daar David die tot dan toe nog geen woord gesproken heeft. Die zintuiglijke natuurjongen met een vader die geen idee heeft wat zijn jongste bezielt. Die een rits broers bezit die hem alleen als snotjoch zien. David die gewoon doet wat zijn vader zegt: eten brengen naar zijn soldatenbroers en vragen hoe het

16

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

gaat. Aldus geschiedt. En dan gebeurt er iets wonderlijks. Broer Eliab wordt kwaad op zijn jongste broertje. Ernst Marijnissen merkt daarbij op: ‘Hooghartigheid gaat altijd gepaard met een vooroordeel.’ Maar David heeft alleen een open vraag gesteld. Kennelijk was dat een blijk van nabijheid, want door die onbevangen vraag durft een van de soldaten te vertellen dat ze bang zijn. De angst wordt gedeeld met een gewone herdersjongen. Terwijl koning Saul, de opperbevelhebber, die zowel zijn dochter als belastingvoordeel uitreikt aan de winnaar, van niks weet. Angst, dat taboe voor machosoldaten, die dodelijk eenzame emotie als hij niet gedeeld kan worden, wordt zomaar in de ontvangende handen van de jonge David gelegd. Wat een opluchting moet dat


voor de soldaten zijn. Want als een van de vechtjassen eindelijk de moed heeft z’n masker af te zetten, dan durven er natuurlijk meer. En laten we er geen doekjes om winden, zeggen dat je bang bent is heden ten dage nog steeds een taboe. Met een open houding In dit stadium van het betoog van onze Ernst hebben alle redactieleden waarschijnlijk al hun schrijfinvalshoek paraat. Ik tenminste wel. Met een open vraag en houding ontwapent David een heel leger. Dat probeer ik ook op televisie. Zonder oordeel, mening of aanname vragen hoe het voor de ander is. De houding van de Socratische vroedvrouw die alleen maar de veilige omstandigheid schept waardoor datgene wat geboren wil worden in de ander, het licht tegemoet durft. Wat een weergaloos mooie scene. Inderdaad het witte doek waard. Een herdersjongen die de hele oorlogsmachinerie weet te ontmantelen met ... niks. Hoe boeddhistisch. Het lijkt op ‘handelen door niet te handelen’. Op het taoïstische wu wei. Streven naar harmonie Het uiteindelijke doel van wu wei is het streven naar een evenwichtige situatie om zodoende, zacht en onmerkbaar, in harmonie te raken met anderen, de omgeving en met het zelf. Wu wei wordt besproken in de teksten van de Tao Te Ching. Het boek Tao Te Ching of Daodejing is een van de belangrijkste geschriften van het taoïsme, dat naast het confucianisme en boeddhisme een van de grote drie Chinese filosofieën is. Het boek stamt uit de 6e eeuw voor Christus. De teksten zijn eerst mondeling overgeleverd en rond 300 voor Christus opgeschreven. Alhoewel het niet duidelijk is of het werk afkomstig

is van één of meerdere auteurs, wordt Laozi (‘meester Lao’ of ‘oude meester’) meestal beschouwd als de schrijver. Om die reden wordt het boek vaak ook als “Laozi” aangeduid. Handelen door niet te handelen. Dat lijkt misschien allemaal makkelijker geschreven dan gedaan. David was inderdaad nog maar een vrijwel woordeloze snotneus. Maar toen de macht ook hem eenmaal bij z’n strot had, piepte hij wel anders. Ja, dat is waar. Maar zover zijn we nog niet onder leiding van Ernst Marijnissen. Nu is het heerlijk talmen bij die onbevangen herdersjongen. Ik kniel graag nog even bij hem neer. Met mijn collega-redactiemannen.

‘Hooghartigheid gaat altijd gepaard met een vooroordeel.’ Oefenen Die open houding van de jonge David valt namelijk te oefenen, zo weet ik van diverse leraren. Neem nu de inmiddels overleden zenleraar Maarten Houtman. Hij drukte zijn leerlingen altijd op het hart om ’s ochtends, direct bij het ontwaken, stil te blijven liggen en te verwijlen in de leegte die er dan is. Het is het moment waarop je even ‘niemand’ bent: nog niet denkt, nog niet oordeelt, je nog niet aan gevoelens hebt gehecht, je nog niet van gisteren, vandaag of morgen bewust bent. In de pauze zijn, noemde Houtman die ervaring. Misschien is dat hetzelfde als vakantie nemen van jezelf, wat ik zo graag doe. In de pauze zijn. Dat is wat er vier keer per jaar gebeurt aan die redactietafel in Huissen. Waar de mannen onbevangen en open zijn. Als de jonge David zelf. bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

17


essay door: holkje van der veer, dominicanes en agoge

De dag dat je leeft is eigenlijk je beste dag

V

anaf het prilste begin leef ik in een afwijkend lichaam. Ergens tijdens de eerste celdeling is er iets gebeurd waardoor ik drager ben geworden van het Marfan-syndroom. Marfan is een genetische afwijking van het bindweefsel. Een op de 10.000 mensen is drager van dit syndroom, ongeacht of zo iemand man of vrouw, blank of zwart is. In de eerste maanden van mijn leven heeft een oplettende kinderarts mijn verschillende uiterlijke kenmerken met elkaar in verband gebracht, waardoor ik al vroeg met extra zorg en aandacht omgeven ben. Marfan gaat nu al 52 jaar met mij mee. Foto’s kijken Kijk eens mee naar een klassenfoto uit mijn kleutertijd. Ik ben dat meisje dat letterlijk met kop en schouders boven mijn leeftijdgenoten uitsteekt. Armen en benen zijn niet in verhouding met de romp. Het zijn slungelige staken met nog grotere voeten en handen, die met gemak alle kanten op kunnen buigen. Ik lijk wel een jong veulen of een slangenmens uit het circus. Als ik ook nog een talent voor muziek zou hebben gehad, dan had ik met mijn lange vingers misschien wel wonderen op de viool kunnen verrichten. Kijk eens mee naar mijn klassenfoto van de middelbare school. Ik ben dat lange meisje met een bril vanwege bijziendheid, en een korset van liezen tot

18

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

oren vanwege een derdegraads scoliose (kromme rug). Uiterlijk heb ik alle kenmerken van een ‘Marfanner’, waardoor het voor mij onmogelijk is om niet op te vallen. Als ik ergens langs loop, dan ben ik iemand die gezien wordt. Een afwijkend lichaam of het leven met medische hulpmiddelen trekt de aandacht. Ogen worden getrokken naar iets dat ’anders, afwijkend, opvallend’ is. Een wonder van de natuur Gelukkig ben ik nooit een verlegen kind geweest. Al was ik lichamelijk niet sterk ... ik was rap van de tongriem gesneden. Dit Amsterdamse kind wist zich met woorden te weren. Het gaan naar de artsen, de heilgymnast en later de fysiotherapie heb ik


nooit vervelend gevonden. Voor mij waren het vooral gezellige uitstapjes. Met mijn moeder, zus of vader aan de hand ging ik mee naar de deskundigen die met interesse naar mij keken. De oogarts was mijn grootste vriend. Hoe hij naar mij keek, door zijn houding, zijn ogen, deed hij mij geloven dat ik een bijzonder kind was. Een kind met een ’roeping’. Met mijn lichaam, mijn bestaan kan ik laten zien dat de natuur wonderlijk, verrassend en mooi kan zijn. Ik las in zijn ogen: ’Het gaat goed komen met jou. Dit wonder van de schepping krijgt een mooie toekomst.’ Natuurlijk is het als puber ook moeilijk en lastig geweest. Ik wilde net zo zijn als mijn leeftijdgenoten. Op zoek naar mijn identiteit verlangde ik naar een lichaam dat minstens zo mooi en aantrekkelijk was als dat van de meisjes in mijn klas, op tv of in de bladen. Dankzij het jongerenwerk van onze kerk had ik een grote kring van vrienden met wie ik in de jaren ’70 de wereld verkende. Het jongerenwerk was mijn tweede huis. Het werkelijk accepteren en integreren dat ik lichamelijk anders ben, is een lang proces geweest, dat tot op de dag van vandaag nog altijd een punt van aandacht blijft. Een sluier van angst Marfan heeft ook voor het oog onzichtbare kenmerken. Een vaak voorkomende oorzaak van jong overlijden is een vergrote of zelfs een plotseling gescheurde aorta. Het is daarom belangrijk dat patiënten zich laten screenen. Een Marfan-patiënt moet jaarlijks naar de cardioloog om een echo of een MRI van de aorta en het hart te laten

maken. Een plotselinge eruptie ligt altijd op de loer. Het weten dat ik met een mogelijke tijdbom in mijn borstkas rondloop, is altijd een moeilijk onderwerp geweest. Natuurlijk waren mijn ouders bezorgd. Maar zo lang bij iedere meting van de cardioloog de cijfers er goed uit bleven zien, was het ook een zorg waar vooral over gezwegen werd. Tijdens gesprekken over mijn lichamelijke gesteldheid vertelde ik over de uiterlijke kenmerken, over hoe mijn rug zo krom geworden is en hoe goed het mogelijk is om met een dergelijke afwijking te leven. Alleen met mijn beste vrienden deelde ik de dreiging die schuil ging in mijn borstkas. De spanning rond de jaarlijkse bezoeken aan de cardioloog. Deze controle voelt alsof ik ieder jaar examen moet doen voor het leven … is mij de tijd gegeven om nog een jaartje langer deelnemer aan dit leven te zijn? Mag ik blijven tussen de mensen die mij lief zijn en mag ik nog een jaar de aangename dingen doen waar ik mee bezig ben? Het niet uiterlijk zichtbare gedeelte van Marfan had grote invloed op de intensiteit en de gehaastheid waarmee ik mijn leven leidde. bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

19


Met mijn lichaam, gekenmerkt door het Marfan-syndroom, kan ik laten zien, dat de natuur wonderlijk, verrassend en mooi kan zijn. Op mijn veertigste werd er een aneu­ rysma in mijn aorta gevonden. Dank zij de nieuwste medische technieken voel ik mij nu een ’overlevende’. Ik heb geluk gehad. De weg naar de cardioloog, een echo en een MRI blijven een leven lang. Maar na mijn veertigste heb ik geleerd om niet meer te zwijgen over wat niet zichtbaar is. Als de onderzoeken er weer aan komen, deel ik mijn angst met een kring van vrienden en familie om mij heen. Ik ben met hen verbonden en ook zij zouden het zeer betreuren als er weer nieuwe problemen zouden ontstaan. Het leven van ieder mens is fundamenteel kwetsbaar. Maar er is een groot verschil tussen weten en niet weten. Nu ik een Marfanner van in de vijftig ben, ben ik als drager van dit syndroom een ‘oudere dame’ geworden. Ik ben dankbaar dat ik zover heb mogen komen. Ik vind het bitter dat zoveel lotgenoten eerder hun leven hebben moeten beëindigen. Maar ik hoop dat ik voor de 400.000 jongeren die in Nederland met een fysieke beperking moeten leven, een hoopvol voorbeeld mag zijn. Angst voor een zorgelijke meting zal altijd blijven … Ik ben mij ten volle bewust van de zegen van iedere dag dat ik besta. “De dag dat je leeft is eigenlijk je beste dag” (uitspraak van Bob Engelsman, een 91-jarige Holocaust-overlevende).

20

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging


ESSAY door: karin bos, auteur en deelneemster aan nlp week voor minimavrouwen

Achter angst zit de moed al verborgen

B

egin augustus was ik voor het eerst te gast in het fraaie dominicanenklooster in Huissen. Samen met vijftien vrouwen mochten we een midweektraining NLP volgen; deze communicatieleer is ontstaan door samenwerking van een aantal wetenschappers die het succes van een mens wilden onderzoeken. We zijn allen vrouwen met een smalle beurs en hebben interesse in een bredere kijk op het wezenlijke van communicatie. Communicatie naar de ander, maar ook zeer zeker naar jezelf. De locatie is voor mij een heerlijk geschenk; ik heb me altijd al aangetrokken gevoeld tot kerken en kloosters. De stilte. De eenvoud. De ruimte. De sfeer. Ik voel me heel bevoorrecht dat er mensen zijn die mij deze kans willen geven. De kans om te leren. De kans om te rusten. Geen agenda. Geen kind. Geen pc. Geen. Niets. Alleen daar. Daar om te leren en te leven. En te ontmoeten. Ik ben benieuwd. Mijn verslag Onze cursusruimte blijkt een hele grote zolder te zijn. We leren dat goede communicatie van wezenlijk belang is voor een gezamenlijk welzijn. Het effect is niet alleen afhankelijk van de woorden die we kiezen, maar nog veel meer van de intonatie en de lichaamstaal die we gebruiken. Communicatie ontleden en inzicht krijgen in patronen komen steeds voorbij in allerlei vormen. Er volgen veel oefeningen, waardoor we de theorie beléven. Dit beleven zorgt dat de kennis verankerd raakt in onszelf en dit inzicht blijkt ook door te werken

in onze overdenkingen. Uiteindelijk zal dit in-zicht ook onze overtuigingen en ons gedrag gaan beïnvloeden. Mijn grootste vraag is wel: ‘Hoe kan ik mezelf te allen tijde trouw blijven?’ ‘Hoe kan ik voorkomen dat ik niet weer verstrikt raak in het welzijn van een ander, mezelf vergeet?’ Ik leer dat irritaties niet gaan over de dingen zélf, maar over gezien, gehoord, gevoeld worden. Ik leer bewuster te spreken, maar bovenal bewuster te luisteren. Bewustzijn en inzicht zijn de start van verandering; in het hoofd, door het hart en naar de handen. Ik krijg nieuw gereedschap om bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

21


verder te gaan en weet dat ik veel moet oefenen. Dat ik mag oefenen, elke dag weer. Tijdens het oefenen zie ik tranen en lachen samen voorbij komen. Herkenning en solidariteit voel ik alom. De verbondenheid is groot. Ik merk dat ik niet naar huis wil, dat ik wil blijven. Dit ritme, dit werk, dit leren, deze mensen, dit thuis bevallen me zodanig, dat ik wens te blijven. Thuis wacht een taak van zorg en zorgen. Een oefening Graag wil ik jullie deelgenoot maken van de meest indringende oefening die ik hier heb beleefd. Het gaat om een bijzonder stappenplan, dat is onderverdeeld in een zestal niveaus: omgeving, gedrag, capaciteiten, overtuigingen en waarden, identiteit en Zijn. We worden op een vriendelijke en heel integere wijze begeleid. We weten dat we als mens vaak vastzitten in allerlei overtuigingen en dat we een bepaald beeld van onszelf hebben; denkbeelden die

22

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

een mens gevangen houden, waardoor we niet de kans krijgen om waarachtig ons Zelf te zijn. In deze oefening leerde ik om boven alle beperktheden uit te stijgen. Stap voor stap liet ik alles achter me. Mijn overtuigingen, mijn zelfbeeld, mijn weerstand, mijn angsten en verdriet. En zie, ik was meer dan mijn naam. Ik was veel meer dan dat al. Ik was mijzelf. Ik zag mijn Zelf: ik zag een prachtige ruimte, weidse velden met een slingerend pad. Ik zag een horizon en werd aangetrokken door al die ruimte en het pad. Ik genoot zo intens van de lucht, het licht, de ruimte, het gevoel heel te zijn. Gretig en vredig snoof ik de lucht op. Ik was helemaal daar. Het was zo goed … Het leven was niet langer kleurloos en berustend. Eigenlijk besef ik nu pas dat ik mijn leven tot dan had ervaren als een doodlopende weg.

Irritaties gaan niet over de dingen zélf, maar over gezien, gehoord, gevoeld worden. Het beeld van dit pad geeft me hoop. Dit pad trekt aan mij en nodigt me uit om verder te gaan. Ik mag de ruimte nemen die ik nodig heb. Ik mag mijn leven nemen. Ik zie een nieuwe kans. Ik mag op weg gaan! In deze dagen heb ik prachtige mensen ontmoet, heb ik veel geleerd, heb ik genoten van alle goede zorgen. We hebben geschilderd. We hebben gedanst. We hebben gewandeld in stilte. We leerden dat verwachtingen geen afspraken zijn. Wil je gelijk of wil je geluk? We leerden veel. Het is heerlijk om nu via mail te lezen dat ook anderen zoveel profijt beleven aan de training. Thuisgekomen pas ik het geleerde direct toe; voorheen liep


een gesprek tussen mijn dochter en mij vrij stroef en nu is er ruimte en welwillendheid en werd het zowaar gezellig. Deze week was niet de mooiste week van mijn leven, maar wel de béste week van mijn leven. Mijn reactie erop Tot zover mijn verslag. Nu terug naar het thema van deze uitgave: “Leven zonder vrees in een machomaatschappij?” Goed dat er een vraagteken achter staat. Want leven we in een macho maatschappij? We leven weliswaar in een harde maatschappij, maar de term ‘macho’ hangt in mijn belevenis samen met een bepaalde vorm van zelfgenoegzaamheid. Die zie ik zonder meer, maar nog meer zou ik willen stellen dat een groot deel van de samenleving chronisch overspannen is, als zij steeds tracht aan zelfopgelegde normen te voldoen. Wat willen we toch bewijzen? Wat moet kunnen? Wat bezielt ons toch? Een harde samenleving is het wel. Hoeveel mensen ken ik om me heen zonder werk? Een hard gelag. Vrees zie ik ook: geen werk staat voor geen geld. Een documentaire over Tent City heeft me bijzonder aangegrepen; mensen zonder werk raken hun huis kwijt en leven in tenten in de bossen nabij New York. Ik heb een huis. Ik heb (vrijwilligers)werk. Ik bots nogal eens tegen de grenzen van mijn budget, maar leer steeds beter om op een creatieve manier vorm te geven aan mijn noden. De mooiste kleren vind je in de kringloopwinkels. Ik krijg groente uit de moestuin van mijn vriendin. We zijn rijk. We zijn bang en dapper tegelijk. Als we angst voelen, is dat een teken dat de moed naar buiten wil en geleefd wil worden. Angst erkennen is een stap op de goede weg. Zo geven we moed de ruimte. Er zijn mensen geweest die

Als we angst voelen, is dat een teken dat de moed naar buiten wil en geleefd wil worden. angst voelden om het voortbestaan van de aarde. We plukten en graaiden en vergaten te zaaien. Dertig jaar geleden waren er ook reformwinkels, net als nu, en werden klanten bestempeld als ‘geitenwollensokkentypes’. Het waren zogenaamde ‘zachte tiepjes’. Mensen met idealen. Verleden week zag ik tot mijn verbazing, dat een groot internationaal kledingconcern blouses verkocht, gemaakt van biologisch katoen. Dat was voorheen ondenkbaar. Slow cooking is hot. Bio is in. Mindfulness is een algemeen erkend begrip. Wat ik maar wil zeggen; de zachte krachten hebben een plek verworven door uitbreiding van bewustzijn en behoefte bij een grotere groep dan voorheen. De mens is tot inzicht gekomen. De mens is begaan met de planeet en beseft dat hij aandacht moet blijven schenken aan zijn zoektocht naar in-zicht. Zo kan ik ook stellen dat de maatschappij niet alleen hard is, maar ook hart heeft. En vooral naar deze harte-kant wil ik me richten. Want waar je aandacht aan geeft, dat groeit. Zo hervonden wij vrouwen met smalle beurs onze krachten en bleken de letters NLP een nieuwe betekenis te hebben: Nieuwe Lichting Prachtvrouwen. Graag wil ik jou als lezer oproepen vooral je hart te laten spreken en schenk ik je mijn harte-groet.

bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

23


essay door: vincent duindam, psycholoog, publicist en universitair docent

Thuiskomen in de klas: onderwijzen door te zijn

Alles heeft z’n geheim, in ieder mens sluimert een lied. Als je dát tot leven kunt wekken, begint de wereld te zingen! Joseph von Eichendorff (vertaald door Hermine Tien)

Een dienende leerkracht schept voorwaarden. Hij of zij is werkelijk aanwezig, ziet de leerling en vraagt zich af: wat heeft dit kind, deze jongere van ons nodig? Je hoeft niet altijd heel veel te doen. Je moet er zijn. Niet te dicht erboven op, en ook niet te afstandelijk. Leerlingen die zich echt gezien voelden, nemen dit hun hele leven mee. Zó belangrijk ben je. Ook leerlingen die zich niet gezien voelden, in de steek gelaten voelden, nemen dit hun hele leven mee. Is er een veilige sfeer in je groep? Pesten moet je voorkomen. Het oude gebruik van ‘poten’ bij de gymles bestaat nog steeds. Twee leerlingen kiezen een team; de ‘slechtsten’ blijven over. Makkelijk voor de docent, maar nog altijd een bron van veel ellende. En dit ‘poten’ kun je ook symbolisch zien voor tal van andere activiteiten en gebeurtenissen in de klas. Wie wordt er gekozen voor

24

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

de musical? Krijgen ook schuchtere kinderen een kans? Het is wezenlijk om de leerlingen te zien in hun onschuld en in hun waardigheid. Om ze te respecteren. En dit respect ook voor te leven. Je belandt zo snel in een machtsstrijd. Maar even zo makkelijk kun je te afhankelijk raken van je populariteit. Wanneer het enorm belangrijk voor je is, dat de leerlingen je altijd leuk en aardig vinden, is dat uiteindelijk voor beide partijen een onvrije situatie. Vroeger: plakband op mijn mond Toen ik zelf in de tweede klas (tegenwoordig: groep 4) van de lagere school zat, durfde ik voor het eerst hardop iets te zeggen in de klas. Dat had lang geduurd, want ik was een verlegen jongetje. Hoe was de reactie van mijn juf? Ze deed een stuk plakband op mijn mond. Ik kan me niet meer herinneren hoe de


hele situatie toen was. Misschien was het erg rumoerig en dacht ze: als zelfs hij wat gaat zeggen, is het einde zoek. Of misschien was het wel ‘grappig’ bedoeld. Ik zou het niet meer weten. Wat ik wel weet is dat ik daarna mijn mond weer hield. “Wat heeft dit kind, deze jongere van ons nodig?” Wat had mijn juf kunnen doen, als dat haar uitgangspunt geweest was? De twee perspectieven van Henri Nouwen De priester en psycholoog Henri Nouwen wees er vaak op dat je vanuit één van deze twee perspectieven leeft, handelt, reageert: vanuit gekwetstheid en tekort of vanuit verbondenheid en overvloed. Ofwel je handelt vanuit een gevoel van ‘tekort’, vanuit angst, woede, enzovoort. Dat noemt hij de plek van je verwondheid. Iedereen heeft die plek in zich. In onze geschiedenis hebben we allemaal dingen meegemaakt die ons onzeker, bang of boos hebben gemaakt. Als een situatie tot dat gevoel aanzet, hebben we de neiging ‘onbewust’ te handelen. We reageren dan snel, reflexmatig en op de automatische piloot. Het zijn vaak niet onze meest handige reacties, maar eerder patronen waar we ook elders last van hebben – in onze relatie bijvoorbeeld. Het andere perspectief noemt Nouwen ‘de plek waar God in ons woont’. Maar je kunt ook spreken van je innerlijke bron, de liefde of de plek waar we verbonden zijn. Wanneer je in contact kunt blijven met die energie, wanneer je op de proef gesteld wordt, zul je anders reageren. Dan probeer je niet jezelf ‘ergens uit te redden’ of kleerscheuren te vermijden, dan vraag je je af wat

je hier kunt doen, wat er nodig is. Hoe je de situatie ‘tot bloei kunt brengen’. Dit zul je makkelijker kunnen opbrengen, wanneer je ook goed voor jezelf zorgt. Wanneer je uitgerust en fit bent. En wanneer je jezelf voedt met wat je inspireert: wandelingen in de natuur, mooie boeken, gezelschap van partner, kinderen, vrienden. En natuurlijk zullen er ups en downs zijn. De cycli die je in een huwelijk of vaste relatie hebt (falling in love, settling down, bottoming out and beginning again) heb je volgens de benedictijner monnik Don Talafous ook in andere relaties waarin je je langdurig bindt, zoals in werkrelaties.

Het is wezenlijk de je toevertrouwde leerlingen te zien in hun onschuld en in hun waardigheid. Naarmate je meer werkt, ploetert, bijkomt en weer aan het werk gaat, wordt het moeilijker om te handelen ‘vanuit de plek waar God in ons woont’. Het helpt enorm als je je met iets groters kunt verbinden. En wanneer je zou kunnen oefenen met meditatie of in elk geval op vaste tijden probeert de dingen met heel veel aandacht (mindful) te doen. Het kan heel inspirerend zijn om samen met collega’s op zoek te gaan naar bronnen waardoor je je ook met elkaar verbonden kunt voelen. Frans Lutters, leraar kunstgeschiedenis, vertelt hierover: “Ik heb allerlei plekken gevonden waar spiritueel iets gebeurde. De burcht van bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

25


eigen manier, maar iets verbindt je. Dat is het mooie van de Arthur ridders. Daarom is het ook goed als de leraren een positieve grondhouding hebben, en ook in elkaar geïnteresseerd zijn. En dat voelen de leerlingen. Je eigen ervaringswereld ‘staat achter je’. En die laat je alleen maar zien, wanneer dat functioneel is voor de leerling.”

Vincent Duindam

Koning Arthur, de ronde tafel. Het gaat dan om een concept waar leiderschap deel uitmaakt van de gemeenschap. Je richt je op dezelfde bron. De ridders geven hun zwaard even uit handen. Leggen het op de ronde tafel neer. Alle punten wijzen naar het centrum. Je geeft het even uit handen en je luistert naar elkaar. Dan kun je elkaar echt gaan verstaan, zoals op het Pinksterfeest. Het gaat er dus ook om de gemeenschappelijke bron te verzorgen. Je verbindt je met het centrum, dan keer je je om en trek je de wereld in. Maar dat centrum blijf je voelen in je rug. Je werkt in de wereld, elk op je

Een mens handelt vanuit gekwetstheid: je verwondheid, of vanuit verbondenheid: je innerlijke bron. 26

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

To see or not to see, that’s the question Kun je je in hún wereld verplaatsen? Zie je ze? Of het nu gaat om kleuterschool, lagere school, middelbare school of universiteit: het principe is gewoon hetzelfde. Een leerling die zich gezien, erkend, gewaardeerd weet, krijgt vleugels, ontwikkelt zelfvertrouwen, kan de wereld aan. Maar wie niet begrepen wordt, over het hoofd gezien, of miskend wordt, kan daar nog jaren last van hebben. Kun je je leerlingen ‘dienen’? De dienende docent heeft zijn leerlingen écht gezien en daarmee ruimte voor ontwikkeling gegeven. Toch betekent dit niet dat je als docent altijd sterk op de voorgrond moet treden. Hoe verhoud je je tot je studenten? Aanwezig zijn en niets doen kan heel behulpzaam zijn. Blijf aanwezig, maar handel niet direct, zegt ook de spirituele leraar Eckhart Tolle. In de psychologie is hier een term voor: negative capability. Je bent heel aanwezig, heel alert (maar niet bang) en tijdens die stilte doe je bewust nog niets.


En wanneer je wel iets moet doen, doe je dat vervolgens. Je kunt op een rustige manier een grens stellen, je kunt duidelijk optreden, doen wat nodig is. Maar in het algemeen zijn mensen sterk gefocust op hun to do lijst, en veel minder op hun to be lijstje. Paradoxaal genoeg hoef je vaak minder te doen naarmate je meer echt aanwezig bent en de leerlingen in hun situatie waarneemt. In de klas, in de groep

Mensen zijn sterker gefocust op wat ze moeten doen dan op wie ze moeten zijn. (studenten), met je collega’s is het van belang om op een hele rustige manier aanspreekbaar en benaderbaar te zijn. Meer dan om overal direct bovenop te zitten, of alles volledig te willen controleren.

Dr. Vincent Duindam is psycholoog, publicist en docent aan de Universiteit van Utrecht. Hij geeft lezingen en workshops over onderwijs en spiritualiteit. Voor het boek ‘Thuiskomen in de klas’ (Ten Have, 2011) sprak hij met twintig docenten en met tachtig leerlingen, in leeftijd variërend van 17 tot 77 jaar. Wat ‘bezielt’ een docent? Wat zijn inspirerende lessen of colleges? En wanneer gaat het mis? Hoe komt dat? Wat kun je er als docent aan veranderen? Zowel leraren als leerlingen laten hun licht hierover schijnen. Ook zijn eigen dertig jaar ervaringen als docent (onder andere aan de Universiteit Utrecht en de Vrije Hogeschool in Driebergen) neemt hij mee. Vincent Duindam verzorgt voor scholen in het Dominicanenklooster in Huissen workshops thuiskomen in de klas. De workshops van een dag of een etmaal (met overnachting in het klooster) kunnen op maat worden ingevuld.

bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

27


essay door: martina heinrichs, theologe

Machocultuur in de samenleving

M

en zegt dat de emancipatie voltooid is, althans hier in Nederland. Feminisme is niet meer nodig, want vrouwen hebben hun plek in de maatschappij als vanzelfsprekend ingenomen. Het klaagfeminisme is al helemaal voorbij, zo wordt beweerd, al spreken de statistieken dat tegen: nog steeds ongelijkheid in salarissen, nog steeds dat glazen plafond waardoor vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn in de hogere echelons van organisaties en bedrijven. Ook in kerken: wie vliegt er in tijden van bezuiniging en krimpende gemeenten het eerste uit? Waar sneuvelen de plekken met aandacht voor positie en belangen van vrouwen? Waar worden vrouwen- of genderstudies theologie of religiestudies gekort? Het gebeurt op kleine schaal op locale en regionale niveaus, maar net zo goed op internationaal niveau, zoals bijvoorbeeld bij de Konferentie van Europese Kerken (CEC) waar de women’s desk, de afdeling voor vrouwen- en genderzaken, is afgeschaft. En dan heb ik het nog niet gehad over allerlei vormen van geweld tegen vrouwen en kinderen, huiselijk geweld en eergerelateerd geweld.

Dit artikel moet echter allerminst een klaagverhaal worden. Het slachtoffergedrag zijn we allang voorbij: niet zeuren; dat stoot alleen maar af. Je neemt het heft in handen, je gaat aan het stuur van de levensbus zitten, niet achterin. Zo leerden we het in een NLP-training voor vrouwen met een minimuminkomen. Welke stappen zijn nodig om aan de voorkant van de bus te komen en de

28

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

richting te bepalen? Leg het niet bij de anderen, bij je opvoeding, je moeilijke start, je familie, bij de politiek of bij de structuren van de samenleving neer. Je moet het zelf doen, dat is bevrijdend. De waarheid ligt als zo vaak in het midden: je moet het zelf doen, maar je hebt ook met bevorderende dan wel belemmerende structuren of omgevingsfactoren te maken.


Kwetsbare vrouwen In Nijmegen zijn we bezig om een vrouwenhuis op te richten voor vrouwen zonder papieren. Zij hebben geen onderdak en zijn extra kwetsbaar, in gevaar om prooi te worden van allerlei soorten geweld, met name seksueel geweld. In het vreemdelingenrecht heerst meedogenloosheid, want er zijn strenge regels. De vrouwen zijn uitgeprocedeerd en hadden allang het land uit gemoeten, ook als dat niet kan. Een Ethiopische vrouw die geboren is in het deel van haar land dat inmiddels Eritrea heet en een eigen staat is geworden, kan niet terug keren. De vrouwen mogen niet werken, geen geld verdienen, en moeten zien te overleven door te ruilen: een zelfgemaakt tasje of jurk voor een dak boven het hoofd. Waar neem je dan het materiaal voor die spullen vandaan? ‘Eenvoudiger’ is het om je lichaam als ruilwaar aan te bieden, dus prostitutie is dichtbij. En het gevaar is groot, dat je erin gepusht wordt. Alleen medische hulp is toegestaan, en van dit recht maakt het vrouwenwereldhuis gebruik om de vrouwen te helpen. De vreemdelingenwet toont weinig compassie voor vrouwen en mannen. Echter voor vrouwen komen er specifieke vormen van geweld bij. Oorlog als machopatroon Oorlog is een andere vorm van machocultuur pur sang. Afgelopen mei was ik in Sarajevo waar nu zeventien jaar na het einde van de Balkanoorlog pas echt de trauma’s naar boven komen. In Bosnië en Herzegovina werden meer dan 40.000 moslimvrouwen verkracht. Ook al is er stevige wetgeving, in de praktijk gaat het nog steeds slecht met de meeste van deze vrouwen. En er zijn veel te weinig opvangcentra en hulp-

verleningsinstanties voor hen. Vaak ook schamen zij zich om met hun verhaal naar buiten te komen. We spraken met Djermana Seta van NAHLA, een organisatie die deze vrouwen ondersteunt. Ze zei dat de vrouwen bang zijn om uit hun dorpsgemeenschap uitgestoten te worden. Daarom zwijgen ze en vertellen ze ook niet wie de vader is van hun kind, dat door een verkrachting is verwekt. Overigens beweerde een Nederlandse politicus onlangs in de hitte van de verkiezingsstrijd, dat er uit verkrachtingen nauwelijks zwangerschappen ontstaan. De Balkanoorlog maar ook vele andere oorlogen zijn er het beste tegenbewijs voor. Voor het religieuze aspect, voor schuld- en schaamtegevoelens is er weinig ruimte. Vanuit moskeeën en kerken bestaat dit probleem niet. Daarom heeft NAHLA het project ‘Imams tegen geweld’ opgezet. Het is dringend nodig dat kerken en moskeeën zich vóór de slachtoffers uitspreken en naast hen gaan staan. Er is grote behoefte aan organisaties en netwerken die omkijken naar de nabestaanden van etnische zuiveringen en moordpartijen. Sociaal: ze hebben geen partner meer of zijn verstoten uit hun gemeenschap, soms met een kind dat uit een verkrachting is geboren. Financieel: wie zorgt ervoor dat er een gezinsinkomen is, nu de kostwinnaar vermoord is? Welk werk is er voor de vrouwen zelf? En psychisch: het zwijgen, de schaamte, het diepe trauma rondom de verkrachting. Vaste rolpatronen Trouwens ook mannen hebben er baat bij dat de machopatronen doorbroken worden. De heterocultuur is in onze samenleving nog overal subtiel aanwezig, de norm lijkt nog steeds het manbezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

29


Het is bevrijdend als je zelf het heft in handen neemt en achter het stuur van de levensbus gaat zitten in plaats van achterin. en-vrouw-stel. Er is het primaat van wit zijn, ondanks alle diversiteit die we gelukkig steeds meer integreren. Het dictaat is om gezond, sportief en fit te zijn. Zo komt het uit tijdschriften en televisie-uitzendingen naar ons toe. Terwijl dit in de praktijk maar betrekkelijk is: door ouderdom, ziekte, fysieke beperkingen, krijgt iedereen met beperkingen te maken. Welke rol kunnen fysiek beperkte mensen in een machomaatschappij spelen om nog volwaardig mee te tellen? Wat kunnen zij nog wel in plaats van wat ze allemaal niet meer kunnen? Een ander recept Niet klagen betekent niet dat we de dingen niet meer bij hun naam noemen, dat we geen scherpe analyses maken van de misstanden om ons heen. Maar daarbij blijven we niet staan. De feministes van het eerste uur, zoals de onlangs overleden Nederlandse feministisch theologe Catharina Halkes, leverden al een diepe cultuurkritiek. We willen niet de helft van de taart, we willen een ander recept, andere ingrediënten, een hele nieuwe taart. Minder eenzijdige nadruk op prestatie, rationaliteit, doelgerichtheid, minder onderwaardering van natuur, emotionaliteit en relationaliteit. Meer heelheid en verwevenheid van natuur én cultuur, van gevoel én verstand, van grenzen stellen én verbonden zijn. Dat betekent aan de andere kant niet dat we gaan romantiseren: vrouwen zijn

30

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

zo gevoelig, zwarten kunnen zo goed dansen … En verbonden zijn is ook niet altijd goed, soms is het juist nodig om eigen grenzen te trekken en niet te versmelten met de ander of je voor hem/haar compleet weg te cijferen. Dit is iets wat over het algemeen vrouwen duidelijk hebben meegekregen in hun opvoeding en juist in sommige situaties af moeten leren. Het speelt ook veelal in helpende beroepen, in gezondheidszorg en hulpverlening. Hier zijn vrouwen nog steeds en niet toevallig in de grote meerderheid, althans in de ondersteunende functies van deze sector.

Vrouwen moeten niet de helft van de taart opeisen, ze moeten een ander recept willen en andere ingrediënten. Jezelf sterken Leven zonder vrees in een machocultuur kan, als je stevig in je schoenen staat en de omstandigheden mee hebt. Een scherpe analyse van de machtsverhoudingen – de kritische blik en maatschappelijke betrokkenheid zijn altijd goede dominicaanse tradities geweest blijft echter noodzakelijk om ons wakker te houden. Daarnaast is het doel van vele projecten en programma’s in ons klooster in Huissen om mensen ook innerlijk te sterken, zodat ze met meer zelfvertrouwen in de samenleving staan en voor hun belangen kunnen opkomen.


ESSAY door: pakize gorgen, auteur, spreekster en begeleidster van workshops over geweld

Machtsmisbruik en geweld binnen gezinnen

N

iemand heeft de mogelijkheid te kiezen in wat voor gezin hij of zij ter wereld komt. Onder het licht of in de schaduw van deze waarheid worden we gevormd. We leren keuzes te maken of er wordt voor ons gekozen. De een leeft en de ander wordt geleefd. De een haalt uit, de ander incasseert en weer een ander kijkt toe. We leren onze kinderen wat wij hebben geleerd.

Machtsmisbruik in de vorm van huiselijk geweld; het komt voor in alle lagen van de bevolking en overal ter wereld. Dus ook in Nederland, uw stad, uw straat en misschien ook wel in uw gezin. Waarom plegen mensen huiselijk geweld? Waarom laten mensen toe dat een ander zijn of haar macht op hen loslaat? Twee erg voor de hand liggende, simpele vragen, waarvan het antwoord een stuk ingewikkelder is. Zijn deze mensen gestoord, ziek in hun hoofd of weten ze niet beter? Misschien wel. Nog een belangrijke vraag. Wat gebeurt er met kinderen binnen een gezin waar machtsmisbruik, dus geweld plaatsvindt? Laten we uitgaan van een voorbeeld. Een moeder die vrijwel dagelijks door haar man wordt geslagen, vernederd en uitgescholden, drukt haar drie dochters

van jongs af aan elke dag op het hart dat ze zich niet moeten laten mishandelen of misbruiken door hun partner. Jaren later, als de drie dochters een relatie hebben blijken ze alle drie op verschillende manieren en in verschillende relaties zichzelf toch te laten misbruiken en mishandelen. De moeder is verontwaardigd en ook boos op haar dochters dat ze niet naar haar hebben geluisterd. De dochters zijn op z’n minst verbaasd dat het uitgerekend hen is overkomen na zoveel goede raad en zoveel voorbeelden. Ze zijn gefrustreerd omdat ze het niet hebben kunnen voorkomen.

Machtsmisbruik in de vorm van huiselijk geweld; het komt voor in alle lagen van de bevolking en overal ter wereld bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

31


internet, ondervroeg verschillende slachtoffers en daders en verdiepte mij op alle mogelijke manieren in dit vraagstuk. Mijn studie is nog lang niet af, maar inmiddels heb ik al wel heel wat geleerd en een beeld gevormd van hoe dit in zijn werk gaat.

Pakize Gorgen

Cirkel van geweld Hoe kan dit? Dit vroeg ik mij als oudste dochter van deze moeder ook af na een aantal relaties waarin ik te maken had met hetzelfde soort geweld waarop ik telkens op dezelfde manier had gereageerd. Ik onderging, ontkende, relativeerde en maakte mezelf onbelangrijk en ondergeschikt. Inmiddels had ik twee prachtige kinderen en op een gegeven moment begon ik de overeenkomsten te zien tussen mij en mijn moeder. Ik deed precies hetzelfde wat zij deed. Ik bleef in de cirkel van geweld zitten, totdat ik de vreselijke gevolgen ervan bij mijn kinderen zag. Dit was doorslaggevend om de cirkel van geweld te breken. Nadat ik ben gescheiden heb ik er een studie van gemaakt. Ik las, zocht op

32

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging

Leren door imitatie Kinderen leren het meest door imitatie. Vooral in de vroege kinderjaren is dit zelfs het enige waarmee ze de wereld om hen heen leren kennen. Als we het voorbeeld weer nemen ziet het er als volgt uit: moeder krijgt een klap van haar man en loopt een blauw oog op. Ze verzet zich niet en ondergaat de ellende zonder een woord te zeggen of te protesteren. Vader pakt zijn lunchpakket dat moeder na het voorval nog heeft klaargemaakt en vertrekt naar zijn werk. Nadat de voordeur met een harde klap dichtgaat en moeder de auto heeft horen wegrijden, barst moeder uit in een woeste mengeling van tranen, verwensingen, woede en gejammer. De dochter is al die tijd getuige van het hele gebeuren. Ze is 5 jaar oud en snapt niet wat er allemaal gebeurt. Wat wel duidelijk is, is dat haar moeder erg ver-

Ik bleef in de cirkel van geweld zitten, totdat ik de vreselijke gevolgen ervan bij mijn kinderen zag. Dit was doorslaggevend om de cirkel van geweld te breken.


drietig, boos en ontroostbaar is. En dat haar vader onnoemelijk boos is en weg is gegaan. Misschien wel voorgoed, denkt ze. Ze probeert haar moeder nog te troosten, maar deze heeft niet eens door dat haar dochter in de buurt is. Moeder zit midden in de kamer op de grond en houdt haar pijnlijke oog vast, wiegt heen en weer en zegt erg lelijke dingen over haar man. Na een tijdje is moeder gekalmeerd en ziet haar dochtertje naast haar op de grond zitten en neemt haar op haar schoot en spreekt haar ferm toe dat ze nooit maar dan ook nooit moet toestaan dat iemand haar slaat. Als het toch gebeurt dan moet ze het haar komen vertellen. Het kind in dit voorbeeld is erg verward, voelt zich zeer onveilig en is intens bang. Moeder is erg met zichzelf bezig, wat gezien de situatie niet raar is. Vader is weg. In de beleving van het dochtertje komt deze niet meer terug omdat haar moeder keer op keer heeft geroepen dat ze hem dood wenst, dat hij nooit meer zal terugkeren.

vrouw is geworden, gedraagt ze zich inderdaad precies zoals ze heeft “geleerd”. Zo ging het bij mij, precies zoals mijn ouders en vooral zoals mijn moeder mij heeft laten zien. Alles wat mijn moeder mij in theorie heeft geleerd over ‘je niet laten slaan’ is in het niet gevallen bij de onbedoelde praktijklessen die ik heb gekregen!

Alles wat mijn moeder mij in theorie heeft geleerd over ‘je niet laten slaan’ is in het niet gevallen bij de onbedoelde praktijklessen die ik heb gekregen! Ik ben nu een vrouw van 42 jaar, ben heel gelukkig met mijn twee kinderen en probeer via verschillende wegen mee te werken aan het voorkomen en bestrijden van geweld. Ik geef lezingen en workshops aan professionals en geïnteresseerden en schrijf artikelen. In 2013 komt mijn boek uit dit onderwerp onder de titel De zwarte regenboog.

Veiligheid Het kind heeft veiligheid nodig. Een van de meest basale behoeften van een kind. Ze is nog afhankelijk van haar ouders om in deze behoefte te worden voorzien. Maar helaas zijn beide ouders niet in staat haar dit te geven. Wat het kind meekrijgt, en “leert” van dit voorval is dat ze zelf moet zorgen voor haar eigen veiligheid, dat ze niet kan vertrouwen op anderen, dat ze vooral niet moet praten over haar problemen omdat dit teveel last geeft en dat ze zeker niet voor zichzelf moet opkomen. Het allerbelangrijkste is dat ze “leert” dat ze niet belangrijk en waardevol is. Later als dit meisje een volwassen bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

33


mijmeringen bij een gedicht

nooit meer radeloos ‘Hij zal mij leiden langs grazige weiden naar waatren der rust’.

Nu word ik nooit meer radeloos, ik voel het breed gedein: de dood, die als zwart water onder kroos mijn denken plooit, heimlijk en groot. Over dit aadmend oppervlak heb ik maar licht en snel gelopen fluistrend: laat mij nog even leven. Nu waait de wind de diepten open onder mijn voeten groeit het wak… Ik hield van u, o groene weiden, mijn eigen zwaarte laat mij glijden tot waar de dood mijn vuren blust in de oude wateren der rust. M . Va s a l i s

1.

De woorden van Psalm 23 doen me meteen denken aan mijn moeder. Haar onwrikbare vertrouwen in God als Herder raakt me, toen ik jong was en nu nog steeds. Ze kan het nu niet meer in woorden uitdrukken, maar ze straalt het nog steeds uit. Dat vertrouwen in haar ogen te zien ontroert me elke keer weer tot in het diepst van mijn ziel. Deze psalm wordt in het verpleeghuis van mijn moeder op zondagochtend regelmatig gezongen, uit de bundel met geestelijke klassiekers. Met alle demente bewoonsters. Uit volle borst. Heerlijk! Als ik dat gevoel ervaar dan heb ik ook geen last van de woorden van de Psalm, die als ik in mijn hoofd ga zitten, me niet zo aanspreken. Maar als ik die ontroering ervaar is er volop liefde, vrede en geborgenheid. Dan voel ik me midden in de grazige en groene weiden. Dan ervaar ik onvoorwaardelijke liefde als de essentie van ieders leven en sterven. Liefde voor elkaar en ook voor jezelf, wetende dat we geliefd zijn. Dank je wel lieve Ma. Ik hou van je. Aalt Bakker, directeur Dominicanenklooster Huissen

34

geloven onderweg nr 3 • 2012 – bezinning bezieling beweging


2.

Ik ben een toegewijd schaatser. De ervaring van glijden, Wuiven, riet en Hollandse einders maakt roekeloos. Een paar keer bekocht ik mijn roekeloosheid met een nat pak. Zwart, dun ijs, de hoge toon van het scheuren. De angst bij het doorbreken. En toch elk jaar weer willen schaatsen.

Bara van Pelt, IKON-pastoraat

3.

leef ik te haastig, te rusteloos, te koortsachtig en vergeet ik te letten op wat er hier en nu gebeurt, vlak onder mijn neus? Aad van Balen, docent Bartimeus, Zeist

4.

Wat een ongelofelijk mooi gedicht. Hoe uit psalm 23 de geheimzinnige parallel tussen de grazige weiden en het groene kroos (met daaronder het zwarte water dat even later als het ware niet meer zwart is) voortvloeit, en dan niet één beeld dat ‘bedacht’ overkomt: wat ik zeg, ongelofelijk. Maar de dood is ook ongelofelijk.... Antoine Oomen, componist

5.

“Nu word ik nooit meer radeloos”. Die zin bleef ergens in mijn hart haken. Er staat niet “Nu word ik nooit meer ongelukkig”. Het betekent dus niet dat de “ik” nooit meer iets ergs zal overkomen, maar alleen al het zeggen dat ze nooit meer radeloos wordt, zorgt er ongetwijfeld voor dat ze datgene wat op haar pad komt, aankan. Simpel! Of hebben we pas zoveel vertrouwen als we onze dood dichtbij weten? Zolang wil ik niet wachten. Ik wil nu al proberen te leven alsof ik niets meer te verliezen heb, met niet de dood, maar Gods liefde voor ogen. Charlotte Glorie, cabaretiére

bezinning bezieling beweging

nr 3 • 2012 geloven onderweg

35


nooit meer radeloos ‘Hij zal mij leiden langs grazige weiden naar waatren der rust’. Nu word ik nooit meer radeloos, ik voel het breed gedein: de dood, die als zwart water onder kroos mijn denken plooit, heimlijk en groot. Over dit aadmend oppervlak heb ik maar licht en snel gelopen fluistrend: laat mij nog even leven. Nu waait de wind de diepten open onder mijn voeten groeit het wak… Ik hield van u, o groene weiden, mijn eigen zwaarte laat mij glijden tot waar de dood mijn vuren blust in de oude wateren der rust. M. Va salis

Stadsda m 1 | Po stbus 5 9 | 6 8 5 0 A B Hui s se n | T. 0 2 6 - 3 2 6 4 4 2 2 | w w w. k l o o ste r hui s se n . n l


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.