geloven
onderweg
dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging voorjaar 2012 | jaargang 130
1
Kathleen Ferrier
Huub Oosterhuis
Herman Wijffels
Roy Clermons
Zien met je hart
Inhoud Colofon
Redactioneel
Geloven Onderweg Dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging Jaargang 130 Verschijnt 4 keer per jaar
p r o f i e l va n
Uitgave van Stichting Dominicanenklooster Huissen
Goudgeel brood
Redactie Ernst Marijnissen Annemiek Schrijver Henk Jongerius Theo Menting Stef de Kroon (eindredacteur) Anne Marijke Spijkerboer (beeldredacteur) Aalt Bakker (hoofdredacteur) Redactieadres Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: redactie@kloosterhuissen.nl www.dominicanenkloosterhuissen.nl Uitgever Stichting Dominicanenklooster Huissen Aalt Bakker E-mail: aaltbakker@kloosterhuissen.nl Abonnementen-administratie Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: abonnementen@kloosterhuissen.nl Tarieven 2012 Geloven Onderweg verschijnt 4 maal per jaar Jaarabonnement via automatische incasso € 25,00 Jaarabonnement via acceptgiro € 27,50 Opzegging van abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De tarieven zijn inclusief BTW. Losse verkoopprijs € 7,50 (exclusief verzendkosten) Vormgeving Marieke de Vlieger Technische realisatie Uitgeverij Skandalon Auteursrechten © Copyright Dominicanenklooster Huissen Afbeelding omslag Zweedse Broden, 1945, Henk Chabot issn 0920-2544
K at h l e e n F e r r i e r
‘Je medemens is je gegeven’ T heo M enting
toelichting bij de omslag
A nne M arijke S pijkerboer teksten voor onderweg
God heeft hem gezien E rnst M arijnissen
teksten voor onderweg
Soloklacht van David A nnemiek S chrijver bezinning
Kijken zonder te zien H enk J ongerius
3
4 7 8 11 14
e s s ay
God als vriend voor het leven 150 psalmen van Huub Oosterhuis A alt B akker
17
e s s ay
De Spiegel van Marguerite Porete D orry
de
B eijer
e s s ay
Gedeelde kwetsbaarheid R oy C lermons
20 23
e s s ay
Het kan en moet anders volgens Herman Wijffels A alt B akker
26
e s s ay
Wat doet en betekent een lokale voedselbank T heo M enting mijmeringen
29
Wat raakt me
32
Boek voor onderweg
34 36 38 40
T heo M enting
Muziek voor onderweg Agenda voor onderweg Gedicht voor onderweg
Zien met je hart Wanneer je kijkt zie je nog niet. Wanneer je ziet, grijpt het je aan.
Deze prachtige regels van dichter Willem Hussem geven het thema van dit nummer kort en bondig weer. Kijken zonder te zien en zien met je hart. De inspiratiebron voor dit thema is het verhaal over de roeping van David. David wordt door zijn vader niet gezien als mogelijke koning. Maar God kijkt anders en heeft hem wel gezien en roept hem als koning. God kijkt wel met zijn hart. Hoe kijken wij naar onze werkelijkheid en naar de mensen om ons heen? Kijken wij met ons hart goed om ons heen of kijken we de andere kant op. Kijken wij feitelijk alleen naar ons zelf, met onze angsten en vooroordelen? Wanneer je ziet grijpt het je aan. Je ziet dan iets van jezelf terug in de ander. Premier Rutte stelde onlangs vast dat armoede in Nederland niet bestaat. Als je met je hart kijkt, dan zie je iets anders. Diverse bijdragen gaan over zien. Hoe kunnen we in plaats van alleen onszelf zien, mensen zijn die kijken met hun hart en anderen echt zien zoals ze zijn én zo zelf ook gezien worden. In deze uitgave ook bijdragen over wat er om ons heen gebeurt. Wat kunnen we zien als we goed kijken; de realiteit bij de voedselbanken in Nederland en hoe we met de aarde omgaan. Het gedachtegoed van Herman Wijffels grijpt je aan. Ook aangrijpend de bijdrage over mensen in de psychiatrie. De worsteling van mensen die leven met een psychiatrische aandoening, raakt ons, omdat het ook onze eigen worsteling is. Hun leed raakt ons leed en hun zoektocht raakt onze zoektocht. In zijn bijdrage geeft Roy Clermons aan dat we van ze kunnen leren om met de ogen van God te kijken naar onszelf en naar anderen. We zijn blij met deze uitgave als start van de 130e jaargang van het tijdschrift. We wensen u de inspiratie om meer te zien met je hart.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
3
profiel door: theo menting, lekendominicaan en kerkmusicus
‘Je medemens is je gegeven’
een portret van tweede kamerlid kathleen ferrier
H
oewel ze een dochter is van Johan Ferrier, de laatste gouverneur en eerste president van Suriname, is de politiek haar niet zo maar ‘meegegeven’, vertelt Kathleen Ferrier. Ze is Tweede Kamerlid van het CDA en kreeg onder meer veel publieke aandacht, toen ze kritiek uitte op het huidige regeerakkoord. Haar boodschap: ‘Iedereen moet gelijke kansen krijgen.’ Bewogen, betrokken en begaan Kathleen Ferrier is een gedreven politica. Bewogen, betrokken en begaan met onze samenleving die moeilijke tijden doormaakt. De levenshouding van haar ouders is van grote invloed geweest. ‘Ze hebben ons duidelijk gemaakt dat we verantwoordelijkheid dragen. Je medemens is je gegeven. Daardoor héb je iets met elkaar. Je leeft dus niet voor jezelf’. Haar ouders verwachtten bovendien een grote inzet. ‘We moesten altijd ons best doen’. Soms moest eigenbelang op een tweede spoor en ging, in het leven van haar vader bijvoorbeeld, het landsbelang voor. ‘Mijn ouders waren dankbare mensen. Tel je zegeningen. Wees je bewust van het goede en maak van iedere situatie het beste. Dat hebben ze ons altijd voorgehouden en dat blijft bij me’.
4
geloven onderweg nr 3 • 2011 – bezinning bezieling beweging
‘Ik ben een intuïtief mens. Toen de vrouwen van het CDA me vroegen om als kandidaat voor de Tweede Kamer bij de partij te komen, bedacht ik dat je als politicus iets met je idealen kunt doen. Mijn gevoel was echter ook belangrijk. Het voelde goed. Dus deed ik het. Ondanks dat ik de naam draag van de wereldberoemde klassieke zangeres Kathleen Ferrier, een verre verwant, kan ik helemaal niet zingen terwijl ik het heel graag doe. In mijn werk is het gelukkig anders. Ik doe iets wat ik leuk vind en goed kan. In het parlement werken heeft voor mij iets extra’s, omdat ik in Chili onder een dictatuur heb geleefd. Kunnen zeggen wat je wilt, dat bestond daar niet. Het is een reden te meer voor jongere mensen om de voordelen te benutten van de speelruimte die ze hebben, en de samenwerking te zoeken. In een dic-
tatuur kan dat niet, omdat je simpelweg niemand vertrouwt. ‘ Migranten in de samenleving Ze maakt zich onder meer sterk voor de positie van migranten. Niet zo verwonderlijk. Ze draagt een ‘internationale bagage’ met zich mee. Geboren in Suriname, naar Nederland verhuisd en na haar huwelijk o.a. in Chili en Brazilië gewoond. ‘Ik ben zelf migrant’. Al beseft ze dat haar positie een totaal andere is dan iemand die vlucht uit een bedreigde situatie, ze herkent wel degelijk de confrontatie met totaal andere werelden en culturen. ‘Het is lastig om een plek te veroveren in een samenleving die je niet kent. Je moet telkens weer opnieuw alles ontdekken en uitzoeken’. Bovendien herkent ze in de grote migrantenstroom een van de belangrijkste kwesties van deze eeuw. ‘Daar moeten we op een positieve manier mee omgaan’. Zo ook, in haar ogen, de multiculturele samenleving. Steeds meer groepen leven naast elkaar of zelfs tegenover elkaar. Dat baart haar zorgen. ‘Mensen moeten elkaar weer leren kennen. We moeten verbindingen leggen’, aldus Kathleen Ferrier. Kathleen Ferrier is belijdend lid van de Protestantse Kerk in Nederland en leeft samen met een predikant. Religie heeft altijd een plaats gehad in haar leven. Haar levenservaring en haar persoonlijk geloven leerde haar hoe divers ook religieuze gemeenschappen kunnen zijn. Ook binnen zulke gemeenschappen ontmoet je grote verschillen, ‘zelfs als je hetzelfde gelooft’. Vanuit die ervaring schreef ze, toen nog secretaris van ‘Samen Kerk in Nederland -SKIN’, een boek over de migrantenkerken: ‘Migrantenkerken, om vertrouwen en aanvaarding’.
kathleen ferrier | foto dirk holt
Haar doel: ‘een breder beeld en een beter begrip van migrantenkerken’. Kernwaarden Benieuwd naar haar persoonlijke keuze voor een christelijk georiënteerde politieke partij, legt ze uit dat er drie kernwaarden zijn, die voor haar het CDA onderscheiden van andere partijen. Ten eerste is er het besef dat er een belang is, dat groter is dan je eigenbelang. Het besef van liefde en delen. Je vindt het bijvoorbeeld in familie- en gezinsrelaties. Dan is er die belangrijke waarde dat je altijd uitgaat van het goede in de mens. Mensen, burgers, positief benaderen, waardoor je ruimte geeft voor persoonlijke ontwikkeling. Dat vraagt denken en handelen vanuit een vertrouwen in mensen in hun maatschappelijke verbanden. ‘Dat is een wezenlijk ándere manier van denken dan de conservatieve, waarbij het vooral gaat om vasthouden, normeren en regels stellen. Ik wil juist denken vanuit het goede in mensen. Dat is typisch christen democratisch.’ Vanuit het besef van verantwoordelijkheid, ook voor het milieu en de mensen bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
5
die je gegeven zijn, dichtbij en ver weg, komt Kathleen Ferrier bij de derde belangrijke kernwaarde: die van volstrekte gelijkwaardigheid van mensen. ‘Religie speelt een grote rol in onze samenleving’, haar partij heeft de religie als uitgangspunt en juist door ‘helder uit te dragen wat jouw beginselen zijn, kan je ruimte geven aan anderen en ook aan andere religies. Dat ervaar ik als zeer verrijkend.’
Je doet je best maar soms kun je niet meer doen dan dat. Dan vind ik het jammer dat iets niet lukt, maar dan mag ik ook vertrouwen hebben. Politiek bedrijven in het grotere geheel De politiek is toch vaak een gebied waar je tegenstellingen en ook teleurstellingen tegenkomt. Zaken gaan niet zoals je graag wilt dat ze gaan. Toch lijkt Ferrier geen vrouw die hierdoor gefrustreerd raakt: “Natuurlijk ben ik wel eens boos of voel ik me machteloos. Maar ik realiseer me altijd dat de dingen gaan zoals ze moeten gaan. Er is meer dan wij kunnen begrijpen. Je doet je best – zoals ik dat van mijn ouders geleerd heb – maar soms kun je niet meer doen dan dat. Dan vind ik het jammer dat iets niet lukt, maar dan mag ik ook vertrouwen hebben. Ook al snap ik niet waarom iets gebeurt, of niet gebeurt, het past in een groter geheel dat ik niet kan overzien.” Wanneer ik dit interview neerschrijf, is de Haagse politiek druk in de weer met de kwesties rond het onderwijs. Grote stakingsacties roepen om protest tegen de bezuinigingen in het onderwijs, met
6
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
name het ‘passend onderwijs’. Ook onderwijs behoort tot haar portefeuille. Wat heeft ze met onderwijs? “Ik vind onderwijs ontzettend belangrijk, omdat ieder mens de kans moet krijgen zich te ontwikkelen. En dan bedoel ik vooral passend onderwijs voor ieder kind.” Kwesties rondom kinderen raken haar. Ze denkt terug aan haar tijd in Chili en Brazilië. Terwijl haar kinderen veilig in een warm bedje lagen, zag ze buiten op straat bedelende kinderen. ‘Dat heeft me diep geraakt’. Juist kinderen verdienen geen onrecht. Dat zal haar grootste drijfveer zijn in haar betrokkenheid bij het onderwijs. Ook in de opvoeding en het onderwijs vindt Ferrier belangrijk dat mensen, zeker vrouwen, in vrijheid kunnen en mogen kiezen. Dat heeft ze van haar moeder: een “zeer sterke, onafhankelijke vrouw”. Ze is pas op latere leeftijd getrouwd en is steeds doorgegaan met werken, ook nadat mijn zusje en ik geboren waren. Toen wij in Den Haag woonden, had ze ook haar eigen werk. Ik herinner me nog heel goed dat mijn vader ons altijd naar de kleuterschool bracht. Dat was in die tijd heel bijzonder, want hij was de enige man en hij was ook nog eens zwart. ‘Kan mama ons niet brengen?’ vroegen wij dan. En hij zei dan: ‘Waarom? Ik kan jullie toch net zo goed brengen? Mama heeft haar eigen bezigheden.’ Mijn moeder is daarin altijd een voorbeeld voor mij geweest.” Toen haar kinderen op school zaten, werkte zij en was haar man thuis de constante factor, ook toen ze later in de Kamer kwam en haar kinderen inmiddels naar de Middelbare School gingen. Ze vindt het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk van hun ouders meekrijgen.
toelichting bij de omslag door: dr. anne marijke spijkerboer, predikante en auteur
ZWEEDSE BRODEN 1945 | HENK CHABOT
Goudgeel brood Het schilderij ‘Zweedse broden’ uit 1945 van Henk Chabot verwijst naar de broden die aan het eind van de oorlog het hongerige Nederland bereikten. Jaren had men zulk prachtig brood niet gezien. De mannen lijken alle drie verzaligd en in zichzelf verzonken. De linker kijkt naar de sigaret in zijn rechterhand en de rechter pakt de arm van de broodman vast, alsof hij daarmee dichter bij het brood is. Over de gezichten ligt een geel schijnsel; ook rechtsachter is er zon. De broden hebben een eigen goudgele lichtglans. Goudgeel is in de Byzantijnse traditie een verwijzing naar Gods aanwezigheid. Chabot schilderde veel boeren en arbeiders. Zo zou het intense geluk met een paar goede broden zo maar verbonden kunnen worden met Gods aanwezigheid. Is het heel ver gezocht als we van het goudgele brood op het brood des levens komen? bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
7
teksten voor onderweg door: ernst marijnissen o.p., dominicaan en schrijver
God ziet met zijn hart
“I
k begrijp Je niet!”, roept Samuël vertwijfeld uit. “Eerst schreeuwen de Israëlieten om een koning, omdat alle volken een koning hebben. Dom argument overigens! Ik heb ze dus gewaarschuwd en gezegd dat Jij, God, hun koning bent. Toen ze niet wilden luisteren heb Jijzelf laten weten, dat ik hun een koning moest geven. Weet Je nog wat je hebt gezegd? Je zei: ‘laat ze maar. Niet jou hebben ze verworpen maar Mij. Laat ze maar’. Toen heb ik Saul tot koning van Israël gezalfd, want hij stak met kop en schouders boven allen uit. En nu heeft Saul de grootste vijand van Israël verslagen, die verdorven Amalek, brengt een grote buit mee en Je zegt: ‘dat deugt niet. Saul heeft niet naar Mij gehoord. Hij kan niet langer koning zijn’. Nu zitten we met een koning, die geen koning is, maar in de ogen van de Israëlieten én hemzelf toch koning blijft. Leg me dat eens uit. Ik begrijp je niet!”. God kapt alle gepeins van zijn profeet af en zegt: “Samuel, niet bij de pakken neerzitten! Vul je hoorn met olijfolie en ga. Ik stuur je naar Jesse, de Bethlehemiet. Bij zijn zonen heb ik een koning gezien, die Mij bevalt. Ga!” (1 Samuël 16,1-13) Saul verworpen Waarom is Samuel eigenlijk van slag? Wel, aanvankelijk ging het niet zo slecht met die eerste koning van Israël, maar het duurde niet lang voordat duidelijk werd, dat Saul wel door het volk was geroepen, maar niet door God gezien. Een koning van Israël moet het volk zo regeren, dat het trouw blijft aan het bondgenootschap met God én beschermd wordt tegen de vijanden, die het willen vernietigen. Het symbool bij uitstek van deze vijand is
8
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Amalek, de laffe koning, die tijdens de tocht door de woestijn de achterhoede van Israël, waar vrouwen en kinderen verbleven, heeft aangevallen. Vanaf dat moment staat deze minne figuur voor alle kwaad, dat mens en wereld, en met name Israël, bedreigt. Toen Saul eens een veldtocht moest ondernemen tegen de Amalekieten, versloeg hij hen wel, maar behield als buit hun vee en bezittingen. Dat zou iedere koning gedaan hebben. Maar Saul was de herder van Israël. Dat mocht zich niet
compromitteren met wereldse vanzelfsprekendheden. Het Godsvolk is geen politieke partij! Saul had God buitengesloten en werd verworpen. Dat moest Samuël hem bekend maken. Daarom treurde Samuël. Voor hem was Saul de gezalfde. Samuël is een profeet pur sang. Dus hoort hij: ‘Ga naar Jesse en zalf hém tot koning, die Ik je aanwijs’. Dat God anders ziet dan mensen - óók als zij het beste voorhebben - zal spoedig blijken. Samuël weet dat wereldse heersers geen concurrenten naast zich dulden.
De mens ziet aan wat voor ogen is; maar de Ene ziet het hart aan. Daarom wordt zijn gang met ‘veiligheidsmaatregelen’ omgeven. De zalving vindt plaats binnen het kader van een offermaaltijd. Zo snijdt het mes aan twee kanten. De eigenlijke bedoeling wordt verhuld, maar ook wordt helder dat de nieuwe koning alleen kan functioneren, als hij solidair is met zijn volk, midden onder de mensen verkeert en hun lot deelt. De maaltijd is een offermaaltijd, want de nieuwe koning geeft zich over aan zijn volk, biedt zijn diensten aan zoals God zich geeft aan zijn volk. Deze niet, zegt God In het huis van Jesse ontdekt Samuël dat God een eigen wijze van zien heeft. De oudste zoon heet Eliab. Zijn naam betekent mijn heerser is vader. Hij is groot en doet denken aan de verstoten Saul. Een koningsgestalte! De nieuwe koning zal heersen en tegelijkertijd een vader voor zijn volk zijn. Maar God zegt nee. De verteller laat God hier
een opmerkelijk woord spreken: het gaat niet om wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is; maar de Ene ziet het hart aan. Krasse woorden! Ziet de mens dan alleen naar het uiterlijk en God naar het innerlijk? Mensen kunnen toch zeer diepzinnig zijn in denken en wijs in besluitvorming. Natuurlijk ziet de mens niet alleen naar het uiterlijk. Het verhaal zegt iets anders: de mens ziet aan wat voor ogen is. De mens kan nooit buiten zijn wereld zien. Hoe intelligent ook, we worden begrensd door plaats, tijd en ruimte. De Ene daarentegen ziet het hart aan. God doorgrondt motieven en emoties en stijgt uit boven de geschiedenis en haar mogelijkheden. Samuëls overwegingen om Eliab te kiezen zijn edel en verstandig, maar niet in overeenstemming met wat de Ene voor ogen staat. En dat duurt nog even in het huis van Jesse. De tweede zoon heet Abinadab, mijn vader is gereed. Prachtig: een koning die zich toewendt tot zijn volk! Neen zegt God. De derde is Sjama, hij hoort. Dat is mooi: een koning die de wensen en noden van zijn volk verstaat, omdat hij naar zijn mensen luistert! Neen, zegt God. En zo passeren alle zeven zonen. Samuël begrijpt het niet. Zeven is een getal van volheid. In de zeven zonen van Jesse worden alle zonen van Israël aangeduid: uit hen zal God zich de nieuwe koning kiezen. Maar God zwijgt in alle talen. De sjofele ‘Zijn dat al je zonen?’. Dat móet Samuël wel vragen. Hij is immers naar het huis van Jesse gezonden! De vader antwoordt: de kleinste is nog overgebleven, zie, die is herder bij de schapen! De kleinste! Dat staat er niet om ons te vertederen en zo de angel uit het vlees bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
9
te halen. Hij is de geringste. Een sjofel kereltje! Hij is de kleinste, die is overgebleven!! Het klinkt bijna als ‘gebrek aan beter’. Daarom is hij ook op het veld. Hij is een zwerver en trekt rond met de schapen van zijn vader. Dat werk laat je normaal aan een knecht over. Hij telt eigenlijk niet mee. Om het met eigentijdse woorden te zeggen: hij behoort tot de onderste laag van de samenleving. Je moet hem zoeken onder zwervers, werkelozen, vluchtelingen, hongerlijders, onder al diegenen, die niet echt meetellen. En Samuël, die profeet pur sang, verstaat het teken. De nieuwe koning zal in zijn volk opgaan en er niet gelijk Saul met kop en schouders boven uitsteken! Haal hem, want we zullen niet rond zijn voordat hij hier is gekomen, zegt Samuël. Het zal nooit iets worden met het volk van God als je zulke mensen als herders uit het oog verliest. Admoni en tov Ze moeten de nieuwe koning nog zoeken ook! Want zo’n herder verblijft niet
10
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
op één (veilige) plaats. Hij zwerft rond met zijn kudde. Deze moet wel rondscharrelen, want er is voortdurend behoefte aan nieuwe voedingsgronden. En de herder gaat mee. Zo zal David later, als er veel gebeurd is, met de geringsten van zijn volk rondtrekken op zoek naar veilige plaatsen. Als David is gevonden zegt de verteller: hij is rossig, mooi van ogen en goed om te zien. De echte messias-koning is rossig (admoni). In admoni zit de stam ‘adam’. Hij is mens. Mens als ieder ander. Menselijk! Hij is goed (tov) van ogen. Hij kijkt goed om zich heen en naar anderen. Hij heeft iets van het kijken van God. Hij is tov om te zien. Hij beantwoordt aan zijn bestemming, zoals God zag dat alles tov was, toen hemel en aarde geschapen waren. Alles staat op zijn plaats. Het klopt! De mens, die trouw is aan zijn roeping, is mooi om te zien. Het welzijn van het volk staat voorop. Alleen dat bepaalt het herderschap en ‘het gezicht’ van een gezalfde koning. Tot op de dag van vandaag!
teksten voor onderweg door: annemiek schrijver, presentatrice en schrijfster
Soloklacht van David voor de koorleider
Wat is dat spul dik en stroperig. M’n haar voelt als de zware zijden sprei van mijn moeder. Olie uit Rama. Ik heb me onder het oog van m’n broers tot koning laten zalven. Maar wat koop ik ervoor? Behalve jaloezie van die uit de kluiten gewassen gasten levert deze kroning tot nu toe nog verdacht weinig op. Zelfs m’n kudde is niet bepaald onder de indruk. Moet je ze zien. Met onverstoorbare regelmaat blijven vooral de kleintjes weglopen. Lekkere leider ben ik. Wat zullen m’n broers wel niet denken van die kliederige actie van die profeet? Zij waren de enige getuigen van mijn onverwachte kroning. Maar wat is een koninklijk ritueel waard als de wereld niet toekijkt? En dan heb ik het nog maar niet eens over het wegkijken van mijn vader. Bij het trots laten aantreden van zijn nageslacht was hij mij pardoes en glad vergeten. Dat deed zeer. Heel zeer zelfs. Alsof ik er gewoonweg helemaal niet toe doe. Daar kan geen uitverkiezing tegenop. Ik ben door mijn eigen vader over het hoofd gezien. Nog een geluk dat ik uiteinde-
lijk zelf maar eens tevoorschijn kwam, dat ik mijzelf toonde. Sja, het kan een mens wel verweten worden dat hij altijd haantje de voorste is, maar je moet toch wat als je vroeger als onderdeurtje voortdurend over het hoofd werd gezien. Compenseren is dan je enige optie. Anders ben je aan de beesten overgeleverd. Dat blijkt nu toch maar weer. Een kind raakt door voortdurende miskenning volgens mij uiteindelijk hopeloos gespleten.
Zelfs een leider kan het slachtoffer worden van een samenleving die slaven nodig heeft die het kan manipuleren en exploiteren. Iets in mij vreest dat de toekomst van het menselijk geslacht dat nog onuitputtelijk vaak zou kunnen gaan bewijzen: is een kind – net als ik ongetwijfeld was - eerst nog extatisch en open, gaandeweg raakt het afhankelijk en uit-
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
11
geleverd. Zo hongerig zijn wij mensen nu eenmaal naar de erkenning en goedkeuring van onze opvoeders. En hoe dorstiger we zijn, hoe ontrouwer we natuurlijk aan onze eigen natuur zullen worden. Met alle gevolgen van dien. Niet dat ik mijn vader iets verwijten kan. Dat wil ik zelfs niet eens. Eigenlijk is het allemaal best te snappen. Ergens. In de euforie van het hoge bezoek van die profeet schoot ook mijn zo gerespecteerde vader in de houding. Ja, zelfs mijn bloedeigen papa blijkt dus volkomen afhankelijk te zijn van de goedkeuring van het toevallig langskomende gezag. Ik zag het heus wel hoe hij zich in bochten wrong, toen de profeet ontevreden bleef bij al die getoonde zoons. Sja, ik moet toch toegeven dat die pijnlijke verkramping van m’n ouwe heer gewoonweg geen gezicht was. Onwaardigheid doet pijn aan je ogen.
Beelddragers zijn we van Hem. Waar kan Hij anders schuilen dan in onze eigen tempel? Mijn vader wil ongetwijfeld het beste voor al zijn kinderen, maar ook hij is blijkbaar vervormd door het leven en ook hij raakt steeds meer geketend in angsten die de omringende maatschappij in hem geproduceerd heeft. Zo worden we met z’n allen dus steeds vreesachtiger en zo blijkt onze opvoeding meer en meer een dressuur tot verkramping te zijn geweest.
12
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
En die neurose lijkt aan geen enkele deur voorbij te gaan. Niet aan die van stamvaders, maar ook niet aan koningen. Ik bedoel … neem nu Saul. Het kan toch geen toeval zijn dat koning Saul er zo verschrikkelijk aan toe is? De man lijkt een schim, een verre echo van zijn oorspronkelijke zelf. Hij lijkt zelfs wel vervreemd van zijn eigen lichaam. Gebroken schijnt hij de hele dag in het donker te zitten. Moest ook bij hem misschien worden afgesplitst en verdrongen wat zijn ouders en zijn onderdanen niet zinde? Van jongs af aan leeft Saul waarschijnlijk al in angst en in gespletenheid. Dus zelfs een leider kan het slachtoffer worden van een samenleving die slaven nodig heeft die het kan manipuleren en exploiteren. Want kan een maatschappij van slaven iets anders dan opnieuw knechten produceren? Zo worden valse waarden voortdurend geïndoctrineerd, onecht gezicht groeit op onecht gezicht, iedere authenticiteit raakt verloren. En het wel reeds ontwikkelde ‘ik’ maakt de ziel, die als een kiemcel nog altijd op de lente wacht, tot een gevangene die in een kerker met harde muren uiteindelijk sterft of verkommert. Hoe komt het toch dat we zoveel tijd buiten ons zelf doorbrengen, hangend in de kou, in de buitenste duisternis, wachtend op andermans mening? Waarom durven we niet naar binnen te keren, naar onze God? We kunnen Hem toch alsnog nabij zijn en Hem laten zien dat we Zijn oorspronkelijke
gelaat niet over het hoofd zien? Beelddragers zijn we van Hem. Waar kan Hij anders schuilen dan in onze eigen tempel? Blijkbaar kost dat inzicht en de beweging terug naar binnen dezelfde moed als die waarmee je tegen een onoverwinnelijke reus moet vechten. Zou zo’n strijd mij te doen staan, nu ik zo heimelijk tot koning ben gezalfd? Kunnen we weer Gods volk worden door ons schatplichtig te maken aan hoe Hij ons bedoeld heeft? Anders blijven we misschien verloren, schizofreen, ten diepste gespleten, onecht, verzonken in pseudo-waarden. Uitgeleverd aan dominees en priesters, psychiaters, journalisten en politici, wegwijzers naar het slavenbestaan, naar het gebied waar de angst het laatste woord heeft.
Dit is mijn geheim met God: dat mijn ziel wacht op een nieuwe geboorte, zodat ik Zijn kwetsbare koning mag zijn die harten heelt? Als we niets doen, zullen onze ‘weldoeners’ alleen maar nog meer nieuwe angsten op de oude stapelen, omdat ze zelf al net zo verblind zijn als de schapen die zij leiden. Nog een geluk dat ik tot nu toe zoveel tijd van leven in het open veld heb mogen doorbrengen. Bij deze heerlijke vrije en eigenzinnige dieren waar mijn ziel zo vaak bij zingen mag.
Misschien is dat mijn geheim met God: dat mijn ziel de moed erin durft te houden en wacht op een nieuwe geboorte. In het beste geval zal die nieuwe geboorte natuurlijk plaatsvinden in dit bestaan. Sja, of anders maar weer de volgende keer. Maar ik wil niet wachten op een volgende keer. Er moet toch iets met mijn pijn te doen zijn? Als ik inderdaad koning moet worden, zou het dan niet mijn taak mogen zijn om van mijn wond een heilige wond te maken? Mijn aardse vader zag mij over het hoofd. Als iedereen die raspende schraalheid kent, kan ik dan misschien een werktuig voor heling worden? Dan zou mijn eigen kwetsuur in dienst kunnen komen te staan van anderen. Want ieder mens kent waarschijnlijk de pijn van het niet gezien zijn. Zo uniek ben ik heus niet, neem ik aan. Wat nu als ik extra goed oplet en mijn volk wel probeer te zien? Dat moet haast wel mijn opdracht zijn, want het was God zelf die mij wel zag. Ik voel me gezien door Hem. Wat zou ik voor Saul kunnen betekenen? Zou mijn muziek zijn gewonde hart kunnen genezen? En zou mijn compassie en toewijding voor hem dan ook mijn eigen eenzaamheid kunnen opheffen? De mens kijkt naar het uiterlijk, maar God kijkt naar het hart. Zou ik Zijn kwetsbare koning mogen zijn die harten heelt? Eerst maar eens de lammetjes verzamelen.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
13
bezinning door: henk jongerius o.p., dominicaan, auteur en dichter
Kijken zonder te zien ...
E
r bestaat in de joodse traditie een manier van lezen die te vergelijken valt met het kijken naar een kristal. Zoals die edelsteen telkens anders verschijnt, afhankelijk van de lichtinval, zo is het ook met bijbelse woorden: ze verschijnen telkens in een andere betekenis naarmate je er van een bepaalde kant naar kijkt. Zo geeft een woord zijn diepste betekenis pas prijs, als je er op heel verschillende manieren naar kijkt. Ik vind dat wel een mooi beeld, als ik wat peinzend wil stilstaan bij de verschillende manieren waarop wij naar de werkelijkheid om ons heen en naar mensen kijken. Kijken vanuit onszelf In al ons kijken spelen wij zelf een bepalende rol: het kan van je humeur, van je leeftijd, van omstandigheden afhangen hoe de dingen aan je verschijnen. Als het lente wordt, kijken wij anders naar buiten dan in de winterkou of in de herfst; natuurlijk zijn wij ons daar best van bewust. Je bent het altijd zelf die kijkt en dus zie je altijd iets van jezelf terug, ook al zeggen wij iets over de dingen en mensen die wij om ons heen zien … Een andere betekenis In het gedicht Awater van de dichter Martinus Nijhoff komt de versregel voor: ‘Lees maar, er staat niet wat er staat’. Hem – enigszins aangepast – citerend, kan ik hier schrijven: ‘kijk maar, er staat niet wat er staat’. Hierin hoor ik dan, dat wij altijd verder moeten kijken dan het eerste gezicht, want dat eerste
14
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
gezicht is altijd sterk bepaald door onszelf. Toch ben je je daar niet altijd voldoende van bewust. Wij kijken als Westerse mensen naar de wereld om ons heen en doorgronden zo vaak niet wat er bij mensen uit andere culturen nu werkelijk speelt. Wat weten wij nu echt over mensen die groot geworden zijn in een Islamitische traditie of afkomstig zijn uit Afrika, China of Rusland? Wij meten hen meestal met onze maatstaven en waarden, wat veelal de oorzaak van conflicten en oorlogen is. Wij zijn groot geworden als christenen, maar ook daar kennen wij weer heel verschillende benaderingswijzen: iemand uit een streng calvinistische traditie zal anders oordelen over kwesties van moraal of ethiek dan iemand die opgegroeid is in een katholieke traditie. Hoe ga je daarmee om?
Kijken door een gekleurde bril Op de eerste plaats is het van belang om ons ervan bewust te worden dat en hoe wij met een gekleurde bril naar de werkelijkheid en de mensen om ons heen kijken. Wanneer je bijvoorbeeld de vraag stelt wat water eigenlijk is, kun je heel verschillende antwoorden krijgen. Iemand die als natuurwetenschapper naar water kijkt, zal zeggen dat je dat het meest zuiver en objectief definieert met de formule H2O. Dat lijkt de meest objectieve manier om aan te duiden waar wij het over hebben, en dat is natuurlijk in de natuurkunde volstrekt waar. Maar wie water aanduidt als gevaarlijk, verkwikkend, dorstlessend, reinigend of smakeloos, zegt die onzinnige dingen of spreekt hij of zij onwaarheid? In geen geval, want dergelijke aanduidingen doen recht aan wat water voor mensen kan betekenen en zijn dus waar en betrouwbaar. Zou het zoveel anders gaan wanneer wij over mensen spreken? Ook dan moet je bedenken hoe wij eigenlijk kijken: kijken wij naar mensen op een louter rationele manier, dan zien wij hen als een apart exemplaar van de menselijke soort en proberen die ander te vatten in een begrip. Wij geven dan een definitie van een ander en zeggen dat iemand Nederlander is of typisch katholiek, een uitstekend manager of kundig verpleegkundige. Op die manier ontstaat er eigenlijk geen enkele verbinding met die ander, wij blijven in zekere zin objectieve toeschouwers. Wij kijken dan naar mensen alsof het dingen zijn die wij met een definitie kunnen aanduiden en die wij denken te begrijpen. Je gaat echter op een andere manier kijken, als er een bepaalde betrekking of verbinding is met degenen met wie je te
doen hebt. Je wilt bijvoorbeeld gebruik maken van een ander, hem of haar voor een bepaald doel inzetten, of je bewondert een ander en wilt graag op hem of haar gaan lijken, je hebt een hekel aan een ander omdat die je in de weg loopt of een hindernis voor je vormt. Je bent het bijvoorbeeld helemaal niet eens met de opvattingen van een ander en vanuit zo’n vooroordeel kleur je je mening over een ander in. Of een ander is een rivaal voor je, omdat je allebei naar hetzelfde streeft of omdat hij of zij de dingen beter doet dan jijzelf. Er zijn eindeloos veel brillen die wij opzetten als wij een mening hebben over een ander. Het is precies zoals de edelsteen waarvan ik eerder sprak: afhankelijk van mijn eigen manier van kijken verschijnt die andere mens en ga ik een mening vormen over hem.
In de mate dat wij met empathie vragen naar wie de ander is, zullen wij ook ontdekken wie wij zelf ten diepste zijn! Een treffend voorbeeld vind ik de manier waarop Samuel kijkt naar de zonen van Jesse als hij uit hun midden de nieuwe koning van Israël moet kiezen: de een is mooi en groot van gestalte en de ander beantwoordt aan het beeld dat hij zelf heeft van een koning, maar geen van zijn overwegingen is doorslaggevend want hij kijkt naar de buitenkant. Er moet een andere manier van kijken zijn waardoor wij werkelijk iets doorgronden van wie een ander nu werkelijk is. Wij horen zeggen dat God op bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
15
een andere manier naar mensen kijkt dan wij: hij kijkt ‘met zijn hart’, staat er geschreven. Wat betekent dat? Naar binnen kijken De enige en waarachtige manier waarop wij recht doen aan anderen en niet in de kuil vallen van onze vooroordelen of veronderstellingen, is die waarbij wij de rollen omkeren: wij zouden zo naar anderen moeten kijken en over hen oordelen als wij willen dat er naar ons gekeken wordt! Ieder mens wil gezien en gekend worden, niet om zijn kwaliteiten of vaardigheden, niet om zijn buitenkant, maar om zijn binnenkant. In onze binnenkant bevinden zich onze verlangens, onze hoop, ons verdriet en teleurstellingen, onze liefde en onmacht, onze twijfels en onzekerheden. Al die snaren bepalen wie wij ten diepste zijn. Alleen mensen die met een zekere empathie voor die binnenkant naar ons kijken, hebben toegang tot wie wij echt zijn. Het zal er dus op aan komen een houding te ontwikkelen van openheid, van verwondering en een gezonde nieuwsgierigheid, kortom een vragende houding die durft vragen wie een ander is. Dat is niet een gemakkelijke weg, want wij moeten ons wel bewust zijn van onze vooringenomenheden maar ons daar niet geheel en al door laten leiden! Het grote wonder dat plaatsvindt als wij zo kijken, is dat wij door vragenderwijze met anderen om te gaan ook dieper komen bij het geheim van ons eigen leven. In de mate dat wij werkelijk vragen naar wie een ander is, zullen wij ook gaan ontdekken wie wij zelf ten diepste zijn! Zo worden wij van kijkers die niets dan onszelf zien, mensen die gezien worden: zo wordt het leven goed, zoals het bedoeld is!
16
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Zien gezien worden de moeite waard zijn: wie wil dat niet? Dingen hun zin hun kleur hun troost hun taal verstaan Mensen hun geheim achter de woorden luisteren naar de snaren van hun ziel Mijzelf mijn naam en gezicht mijn hartenklop het ritme van mijn leven mijn adem en geboortegrond Die ander zonder wie ik niet leven kan opengaan voor het geschenk samen te bestaan Zien een gezicht krijgen uitzicht ontvangen wie wil dat niet? Want als blinden elkaar leiden vallen ze samen in de kuil van het niets van de dood.
essay door: aalt bakker, directeur dominicanenklooster
God als vriend voor het leven 150 psalmen vrij
I
n januari presenteerde Huub Oosterhuis zijn psalmenboek ‘150 psalmen vrij’ in Huissen. De belangstelling was enorm. De kapel was met ruim 250 aanwezigen gevuld. Helena Biemond (sopraan), Henri Heuvelmans (piano) en de kloostercantorij onder leiding van Theo Menting, verzorgden de muzikale invulling. Het was een ontroerende middag. De enorme kracht van de psalmen, de taal van Oosterhuis en de muziek leverden een bijzondere ervaring op die voor iedereen voelbaar was.
Theoloog en dichter Huub Oosterhuis (1933) werkte veertig jaar aan zijn nieuwste boek 150 psalmen vrij. Samen met Michel van der Plas en de exegeten Pius Drijvers en Han Reckers S.J. was het zijn ideaal om een poëtisch en zingbaar Nederlandstalig psalmboek te maken. In 1962 zijn ze begonnen. ‘Achteraf vond ik de taal toch te kerkelijk, te deftig. Ik wilde het nog dichter bij mensen brengen’. Dus begon hij helemaal opnieuw, nu in zijn eentje. Nu na ruim veertig jaar ligt de bundel er. Levensliederen De psalmen zijn liederen over de bevrijding uit de slavernij en vernedering, angst en leegte. Over hoop op ‘een goed en wijd land’, een betere wereld. Dat verhaal bestaat en werkt nog altijd
en vindt weerklank. En gaat soms, na bittere wanhoop en veel strijd, in vervulling, hier of daar, in mensen, in kleine en grote projecten, je weet niet wat je meemaakt. De psalmen zijn gedichten die de ruimte van het volledig leven tot uitdrukking brengen. Het zijn levensliederen van onze beschaving. Ze bezingen het leven van zijn diepste diepten tot zijn hoogste hoogten. Maar ze zijn wel verpakt in taal van twee en een half duizend jaar oud. De psalmen komen lang niet in alle vertalingen meer tot hun recht. Er zijn telkens weer dichters nodig die ze weer in de taalruimte zetten, waarin wij nu wonen, wortelen, spreken, fantaseren en liefhebben. Dat heeft Oosterhuis nu gedaan. bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
17
Ploert en Schender In de bewerkingen van Oosterhuis komen de psalmen weer opnieuw aan het licht: fel, realistisch, politiek geëngageerd en moreel veeleisend. Ze lopen vaak over van machteloze woede tegen de vertegenwoordigers van het onrecht in deze wereld. Die worden in de meeste psalmvertalingen ‘goddelozen’ genoemd, alsof het om areligieuze mensen zou gaan. In het Hebreeuws heten ze rasja en dat betekent ‘schuldig aan onrecht’. Oosterhuis noemt ze in zijn uitgave Ploert en Schender, een innig samengaan van gewetenloosheid en gewelddadigheid. Dat staat prachtig in psalm 1. Goed isGoed is dat je niet wat slecht dat doet je niet doet wat isslecht is niet achter aan loopt niet oplichters achter oplichters aan loopt niet met Ploert Schender heult heult niet met en Ploert en Schender niet je schouders ophaaltophaalt niet je schouders ‘ploert ‘ploert en schender, ach ach en schender, zo is dezowereld’ is de .wereld’. Goed isGoed dat jeisgoede dat je woorden goede woorden overweegt en wil:en wil: overweegt heb je naaste lief die lief is als heb je naaste diejijis als jij de vluchteling, de arme, hen recht. de vluchteling, de doe arme, doe hen recht. Prent ze in het van je verstand, Prent ze hart in het hart van je verstand, die woorden die woorden zeg ze voor uit je uit zeg zejevoor gezegend ben je ben je gezegend Zang en tegenzang ‘Soms kunnen we de psalmen van 2500 jaar oud niet meer kritiekloos nazingen. Soms gaan ze gewoon te ver, staan ze te ver van onze ervaring en beleving af. Dan verdienen ze een echte tegenstem’. Bij psalm 21 klinkt keiharde oorlogs poëzie
18
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Hij zal jouw vijanden vinden en weg van de aardbodem vagen, Hij laat voor hen vuurovens bouwen, ze vastbinden rug aan rug – en dan de zweep erover. Hun kinderen zal Hij verdelgen uitroeien de vrucht van hun zaad. ‘Mag je de psalmist censureren? Ik dacht dat het wel mocht van de Heilige Geest’. De tegenzang klinkt zo: Ik lees en herlees dit lied. Was dit de god onzer vaderen? Mijn god is het niet meer. Luister mijn zoon en mijn dochter: zing dit liedje niet verder, leer het je kinderen niet. Als er een god is? Als er een god is is het een ander. Een die niet komt verdelgen die geen vuurovens stookt maar zijn geliefden levend uit de vlammen bevrijdt. ‘In de bijbel is God soms ook lankmoedig, en soms keihard. Het helpt mij om steeds de teksten te interpreteren vanuit het geheel van de Bijbel en haar boodschap. Daar is God toch vooral de Barmhartige, die als een moeder zorgt voor haar kinderen; een redder, een vriend voor het leven’. Gelukservaring Oosterhuis: ‘Pater van Kilsdonk was mijn eerste en belangrijkste leermeester. Hij leerde me het leven. Hij las met ons psalm 8. Dat is me altijd bijgebleven. God gaat alle begrip te boven. Alleen
God kan jouw verlangen invullen zei Van Kilsdonk’. Augustinus zegt: ‘onrustig is mijn hart, totdat het rust in u. ‘Psalm 8 bezingt een gelukservaring; een groot bezield verband waarin je gekend wordt. Het universum en jij, geschapen door dezelfde hand. Er wordt aan je gedacht, je bent omgeven. Dat noemen sommigen een godservaring. God is de kortste aanduiding van wat ons overstijgt. Wie zijn wíj dan dat aan ons gedacht zou worden, mens wie ben je dat je wordt geweten? Niet doodgaan van angst Oosterhuis hecht grote waarde aan traditie. Bij sommige vertalingen staat in de bundel de psalm in de statenvertaling afgedrukt. Bijvoorbeeld bij psalm 23, (de Heer is mijn herder). “Ik las die psalm voor aan een zieke vriend. Hij zei: maar ik ben wél bang, hoe kun je dat nu zingen? Ik kwam op de volgende tekst: ik zal bang zijn – ben jij naast mij ik zal niet doodgaan van angst. niets zal mij ontbreken. Laat het zo blijven, dit geluk deze genade, al mijn levensdagen. Dat tot in de lengte van jaren ik wonen zal bij jou in huis. Soms moet je iets tegenspreken, soms iets wijzigen, soms die stelligheid wat nuanceren”. “God wordt vaak neergezet als een straffende en boze God, maar dat is niet de rode draad van de psalmen. De psalmen zijn geschreven vanuit opgejaagde, onderdrukte, arme mensen, die God aan-
huub oosterhuis
roepen met veel vertrouwen. Hij is een vriend. Hij is wel fel en hartstochtelijk, maar dat is Zijn verontwaardiging over het onrecht dat mensen elkaar aandoen”. Huizen van bezield verband ‘Er zijn nu zo’n twintig plekken in Nederland waarin gewerkt wordt los van de heersende en roomse theologie en liturgie. Daar sluit ik me met mijn boek bij aan. Huizen van liefde, van vriendelijkheid en vriendschap, van hartstocht en hoofsheid, van bedachtzame eerbied en mededogen. Liefde is voor mij ook de wijsheid en de wetenschap, fantasie en volharding, waarmee de aarde wordt opgebouwd, steeds weer tegen alle afbraak in. Huizen waar gevraagd wordt naar de zin van het leven, waar ondogmatisch en zonder missionaire bedoelingen, het erfgoed van jodendom, christendom, humanisme en socialisme ter sprake wordt gebracht, uitgelegd, gewikt en gewogen. Huizen die een centrum zijn voor studie, bezinning en debat; ruimte voor levensbeschouwing en religie. Het Dominicanenklooster in Huissen is één van die plekken. Er zijn verschillende plekken in Nederland waar dominicanen altijd vooruitstrevend werk hebben gedaan. Ook Huissen is een vooruitstrevende gemeenschap’. bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
19
ESSAY door: dorry de beijer, geestelijk verzorger bij zorginstelling ‘de waalboog’ en lekendominicaan
De Spiegel van Marguerite Porete
O
p 1 juni 2010 vond op het Place de l’Hôtel de Ville in Parijs voor het eerst een herdenking plaats van een gebeurtenis van 700 jaar geleden. Het plein heette toen Place de Grèves. Op 1 juni 1310 werd daar Marguerite Porete verbrand, samen met haar boek ‘De Spiegel van de eenvoudige zielen’. Dat gebeurde in aanwezigheid van kerkelijke en burgerlijke overheden, en van een groeiende massa mensen die tot tranen toe geroerd raakte. Aldus kroniekschrijver William van Nangis. Haar mystieke werk, bron van conflicten Marguerite Porete is de eerste ketter die in Parijs verbrand werd, en haar veroordeling kwam niet uit de lucht vallen. Ergens tussen 1296 en 1306 laat bisschop Guy de Colmieu haar boek verbranden op het marktplein in Valenciennes (Noord-Frankrijk). De volledige titel luidt: De spiegel van de eenvoudige en vernietigde zielen, die slechts verwijlen in het willen en verlangen naar liefde. Het is een mystiek werk over de ziel op weg naar eenwording met God. Porete gaat echter door met het verspreiden van haar boek en leest het zelfs voor op straten en pleinen. Voor ons moderne mensen is het onbegrijpelijk dat een mystiek boek zo controversieel is, dat het samen met de
20
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
schrijfster vernietigd moet worden. Tenzij je weet dat er vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw hoogoplopende conflicten waren over juist deze kwestie, die van de juiste weg naar de volmaakte eenheid met God. Dat conflict speelde niet alleen tussen de kerk en de op het concilie van Vienne (1311-12) als ketters veroordeelde nieuwe groepen. Het speelde ook binnen die groepen zelf. En niet te vergeten binnen inmiddels gevestigde ordes als de dominicanen. Dat laatste kan heel mooi geïllustreerd worden aan de hand van de lotgevallen van Maguerite Porete. Verwantschap met Eckhart Begin 1309 wordt ze opgepakt en naar de pauselijke inquisitie in Parijs gebracht. De inquisiteur van haar proces is de dominicaan Willem van Parijs. Op
zondag 31 mei 1310 spreekt hij haar veroordeling uit als onverbeterlijke ketter. Een dag later wordt ze overgedragen aan de wereldlijke overheid en samen met haar boek verbrand. Een paar maanden later arriveert Meister Eckhart in Parijs, om les te gaan geven aan de universiteit. Hij moet toen gehoord hebben van de verbranding op de Place de Grèves. Recent onderzoek laat een diepe mystieke verwantschap zien tussen Marguerite en Eckhart. Ook Eckhart is zoals we weten, niet aan veroordeling ontkomen. Heeft hij Marguerite persoonlijk gekend? De geleerden komen er niet uit. Ze vinden het wel aannemelijk dat hij De spiegel heeft gelezen. Huisgenoot Willem had waarschijnlijk een exemplaar thuis in Saint Jacques liggen. Of misschien kende hij het als zielzorger van vrouwengroepen als de begijnen. Begijnen Marguerite Porete was zo’n begijn. Haar boek overleeft de brandstapel, zij het anoniem, bij andere mystici. Pas in 1946 brengt de Italiaanse historica Romana Guardini boek en schrijfster weer bij elkaar en ontstaat er een portret van deze gedreven vrouw. Marguerite wordt rond 1250 geboren in Henegouwen, in een adellijke of patriciersfamilie. Evenals Hadewych vóór haar, kiest ook zij voor een leven als begijn. Ze wordt een van de vele duizenden mulieres religiosae, die zich wel aan de drie geloften houden, maar niet intreden, en samenleven in de bekende begijnhoven. Sommigen ontwikkelen zich tot geleerde vrouwen en treden op als lerares en prediker. Ze hebben geen toegang tot de universiteit, maar wel via hun zielzorgers, zoals Eckhart, tot mystieke en theologische publicaties.
Volkstaal Net als Hadewych gebruikt ook Marguerite de taal van de wereldse hoofse minnelyriek voor haar mystieke ervaringen. Nieuw is marguerite porete dat zij schrijven in de volkstaal, vanuit de wens hun ideeën zo toegankelijk mogelijk te maken. Maar ook vanuit een groeiend zelfbewustzijn van hun eigen gezag, dat niet stoelde op kerkelijke positie of meister eckhart theologische studie, maar op hun mystieke ervaring. Tegelijk maakt dat gebrek aan officieel gelegitimeerd gezag de begijnen ook kwetsbaar voor verdachtmakingen van ketterij. De ‘verniete’ ziel, meesteres over de deugden De Spiegel van de eenvoudige zielen heeft de vorm van een dialoog tussen Liefde, Rede en de Ziel over de volmaakte eenheid met God. De weg waarlangs deze eenheid zich voltrekt is niet die van de lijdensmystiek of bruidsmystiek waarin Christus centraal staat, zoals bij Hadewych. Wil de ziel tot de eenheid met God geraken, dan zal ze vernietigd moeten worden. Porete spreekt van ‘’un âme anéanti’’, een ver-niet-e ziel, die het willen, kennen en werken moet leren opgeven. Een vernietigde ziel wil, werkt en weet niet meer uit zichzelf, het is God die in haar wil, weet en werkt. Een vernietigde ziel die in een spiegel kijkt, ziet ... niets. bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
21
Midweek De weidsheid van de werkelijkheid. De ziel bij Meister Eckhart en Margareta Porete. In deze midweek is de tijd aan de ziel! Wat hebben Eckhart en Porete hierover te zeggen? We spiegelen ons aan hun teksten en scheppen ruimte voor onze eigen ziel. Dinsdag 19 juni 15.00 uur tot vrijdag 22 juni 13.30 uur. o.l.v. Evert van den Berg, lekendominicaan, mediëvist en exegeet, Dorry de Beijer, lekendominicaan en geestelijk verzorger en Leo Oosterveen o.p., theoloog en leerhuisbegeleider. Aanmelding via www.kloosterhuissen.nl
Ze is ego-loos geworden, zouden we nu zeggen. Ze is vergoddelijkt, zegt Porete, en leeft onmiddellijk vanuit de Liefde, zonder schuld of moraal. Om de beschuldiging van losbandigheid voor te zijn, bespreekt ze die in de discussie tussen Liefde en Rede. De weg naar de eenheid met God kent zeven stadia. Voor Porete zijn de navolging van Christus en de beoefening van de deugden slechts een van die stadia. Uiteindelijk zal de ziel die één is geworden met God, zich bevrijden van de slavernij van de deugden. Dat zijn gevaarlijke woorden in de middeleeuwen, waarin de spiegel van Deugden en Hoofdzonden steeds werd voorgehouden om mensen op het goede pad te houden. Porete laat daarom Liefde tegen de verontwaardigde Rede zeggen dat de deugden altijd bij de ziel blijven .Want de vernietigde zielen hebben zich de deugden zo eigen gemaakt dat ze die spontaan doen. De ziel is de meesteres geworden over de deugden in plaats van omgekeerd, en doet zo vanzelf het goede. God is alom aanwezig De mystieke weg van Porete betekent ook een relativering van de sacramenten. Natuurlijk is Christus aanwezig in de eucharistie, zegt Liefde tegen de Rede. Maar de vernietigde zielen vinden God niet alleen daar, maar overal. Missen, preken,
22
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
gebeden, ascese en devotie verliezen hun belang, zegt ze, net zoals de lantaarn zijn functie verliest als de zon is opgegaan. Maar ook de bij de begijnen zo geliefde extases en visioenen verliezen in Porete’s visie hun kracht als middelen tot Godsopenbaring. Want ook die kunnen tussen God en de ziel in komen staan. De inhoud van de goddelijke openbaring blijft aan gene zijde. De goddelijke Geliefde is voor Porete de Ver-Nabije die zijn spoor nalaat in zijn afwezigheid. Op het einde van haar boek verzucht Marguerite Porete dan ook: “O Liefde, wat zullen de begijnen zeggen en de religieuzen, wanneer zij het voortreffelijke horen van uw goddelijk lied? De begijnen zullen zeggen, dat ik dwaal – ( en ook) de priesters, klerken, predikheren, augustijnen, karmelieten en de minderbroeders – omdat ik heb geschreven over de staat van de volmaakte Liefde”. Is dat de reden dat ze tijdens haar gevangenschap en proces er het zwijgen toe heeft gedaan? Omdat ze wist dat de Rede zich wel in haar boek zou laten overtuigen door de Liefde, maar niet in haar leven? Of vertrouwde ze op de VerNabije, dat de Spiegel toch het laatste woord zou krijgen? Hoe dan ook, al dwalend door de eeuwen heen weet haar pleidooi voor de allesomvormende Liefde steeds meer mensen in de 21ste eeuw te bereiken. Nu nog een Nederlandse vertaling!
essay door: roy clermons, geestelijk verzorger in de psychiatrie en lekendominicaan
Gedeelde kwetsbaarheid
I
n een recente uitgave van ‘psy’, een tijdschrift over geestelijke gezondheidszorg, (jaargang 16, nummer 1), stond op de cover een foto van minister Schippers van volksgezondheid met de tekst: de GGZ is politiek verwaarloosd. In het publieke en politieke debat komen we dit onderwerp inderdaad nauwelijks tegen. We vinden het blijkbaar moeilijk om het te hebben over psychiatrie en over mensen met een psychiatrische aandoening. Toch verdienen mensen in de psychiatrie het niet om verwaarloosd te worden. Vanuit mijn ervaringen als geestelijk verzorger in de psychiatrie wil ik dit onderwerp graag bespreken. Hierbij laat ik me leiden door de wijze waarop wij in onze samenleving naar mensen kijken, en hoe God naar mensen kijkt, zoals verwoord in het roepingsverhaal van David.
Dichtbij komen is confronterend Het is moeilijk om de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van mensen echt onder ogen te zien. Waar verstandelijk gehandicapten en dementerende ouderen vaak nog een hoog “aaibaarheidsgehalte” hebben, voor mensen met een psychiatrische aandoening is dat echt anders. Vaak zie je aan de buitenkant niet direct dat er iets aan de hand is. Maar na enige tijd merk je dat deze mensen zich raar gedragen: ze roepen, of schreeuwen, of zeggen in gesprekken vaak hele rare dingen. Ook hoor je niet zelden levensverhalen die vol staan van verdriet, verlies, heftige levenservaringen, geweld, misbruik, verslaving en ga zo maar door. Vaak is er ook iets mis in de hersenen, dat ten grondslag ligt
aan een bepaalde psychiatrische aandoening, met alle gevolgen van dien. Kortom er is veel leed bij mensen in de psychiatrie, leed dat vaak langdurig en uitzichtloos is en niet te verhelpen. Het is confronterend wanneer je daarmee te maken krijgt; het komt dichtbij. Het raakt aan je eigen kwetsbaarheid als mens. Het is beangstigend om onder ogen te zien wat het lijden van deze mensen bij onszelf oproept. Daarom vinden wij het moeilijk om dichtbij te komen, wanneer het om mensen gaat met een psychiatrische aandoening. Contrast Die confrontatie heeft een bevreemdend effect. We hebben hier toch zeker niet te maken met mensen zoals ze bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
23
De worsteling met het leven die mensen met een psychiatrische aandoening leveren, grijpt ons aan, omdat het ook onze worsteling is. door God bedoeld zijn? Hier is zoveel leed dat hen niet alleen aangedaan is, maar ook grotendeels door hun zelf veroorzaakt is, dat we toch moeilijk kunnen aannemen dat dit toffe mensen zijn. Het is doodvermoeiend om in hun nabijheid te verkeren, hun gekke gedrag werkt soms zo bevreemdend van wat wij doorgaans normaal vinden, dat het ontzettend veel energie kost om zelfs maar een gesprek van een half uur te hebben. Wat is er nou goed, wat is er gaaf, wat is er mooi aan deze mensen? Wat is nou hun bijdrage aan onze wereld? Vanuit het dominante neoliberale mensbeeld in onze samenleving, dat zo ingebakken zit in onze cultuur dat we er allemaal in meerdere of mindere mate mee besmet zijn, is er weinig goeds, gaafs en moois te bespeuren, en nut hebben deze mensen al helemaal niet. Ook niet zo vreemd dat dit soort instellingen vroeger ver weg van de bewoonde wereld werden gebouwd. De confrontatie met mensen met een psychiatrische aandoening wilde men toen ook al zoveel mogelijk vermijden. Al liggen deze instellingen door de verdergaande bebouwing en verstedelijking nu dichterbij de bewoonde wereld, het zijn toch nog vaak twee strikt gescheiden werelden. Deze moeilijke verhouding met de rest van de samenleving werd me heel duidelijk na een bezoek aan ons eigen museum op het terrein. Toen ik zag hoe mensen daar tot enkele decennia geleden nog werden
24
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
verpleegd en behandeld en met welke barbaarse middelen en methoden dat gebeurde, realiseerde ik me dat we in diezelfde tijd, eind jaren zestig van de vorige eeuw, al in staat waren om mensen naar de maan te sturen. Een groter contrast tussen twee delen van een samenleving in dezelfde tijd kon ik me niet voorstellen. De ontwikkeling van de psychiatrie is de laatste decennia pas op gang gekomen. Ook dat geeft voor mij aan, dat de psychiatrie heel lang een ondergeschoven kindje is geweest in onze samenleving. Mijns inzien heeft dat te maken met die neoliberale blik, van waaruit we op een bepaalde manier kijken naar mensen met een psychiatrische aandoening, maar nog niet echt zien wie ze zijn. We zien niet, omdat we bang zijn dat het ons aangrijpt, dat we geconfronteerd worden met onszelf en dat we de controle over ons maakbare bestaan verliezen. Anders kijken Als we de mens met een psychiatrische aandoening echt zien, kijken we naar onszelf. Juist in het omarmen van onze eigen angst en het accepteren van onze eigen kwetsbaarheid ligt de sleutel om onszelf echt open te stellen voor mensen met een psychiatrische aandoening. Wanneer we dat doen, kijken we met Gods ogen naar de mens, of anders gezegd: dan kijken we naar de mens zoals God wil dat we naar mensen kijken en zien we de mens zoals die door God bedoeld is, als een toffe mens. Dan horen we hun verhaal: het verhaal achter alle leed dat ze ervaren, waar ze vandaan komen, hoe het misgegaan is, hoe hun opvoeding geweest is, of niet geweest is. Achter dat gekke gedrag, achter die verslaving doemt iets op van de pure kwetsbare mens die wij allen zijn.
De dichter Willem Hussem verwoordt het treffend als volgt: wanneer je kijkt zie je nog niet. Wanneer je ziet, grijpt het je aan. De worsteling met het leven die mensen met een psychiatrische aandoening leveren, grijpt ons aan, omdat het ook onze worsteling is. Hun leed raakt aan ons eigen leed en hun zoektocht raakt aan onze eigen zoektocht. En daar kunnen we veel leren van mensen in de psychiatrie.
Dicht bij mensen in de psychiatrie komen is confronterend; het raakt aan je eigen kwetsbaarheid als mens. Je leven zin en richting geven Onze mogelijkheden om ons leven zin en richting te geven zijn groot. Voor de autonome, verstandige mens, die vanuit zijn vrije wil zijn leven zin en richting kan geven, is het leven een vat vol kansen en is het leven dat wat je ervan maakt. Dat is wat waarlijk menszijn inhoudt. Hier spelen macht, succes en bezit een belangrijke rol. We gaan op vakantie, we nemen een ander interi-
eur, of consumeren op een andere manier om ons geluksgevoel aan te vullen of te herstellen. Mensen met een psychiatrische aandoening hebben deze mogelijkheden in veel mindere mate. Toch proberen ook zij hun leven zin en richting te geven en met de beperkte middelen die ze hebben, zijn het daarin echte overlevingskunstenaars. De vele kleine dingen, waar wij vaak geen oog voor hebben, krijgen ineens grote waarde in hun leven en daardoor ook in ons leven, want hun zoektocht raakt aan de onze. In het werk als geestelijk verzorger met mensen met een psychiatrische aandoening, heeft bij mij in ieder geval een soort herijking van waarden plaatsgevonden. Een proces wat een begin had, maar nog steeds geen einde. Door de confrontatie met hun leven word ik voortdurend bevraagd op mijn leven en hoe ik de dingen doe, die ik doe. Hoe ga ik om met mijn dierbaren, wat betekent geloof voor mij, hoe blijf ik trouw aan mezelf, wat vind ik nou echt belangrijk in het leven? Het werken in de psychiatrie leert mij om met de ogen van God naar mezelf en naar anderen te kijken.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
25
essay door: aalt bakker, directeur dominicanenklooster
Het kan en moet anders, en beter!
“E
r is maar één toekomst en dat is een duurzame toekomst”, zegt Herman Wijffels. “We lopen nu in snel tempo tegen de grenzen aan van wat de wereld kan dragen. Als we de bakens niet verzetten, lopen we vast. We moeten veranderen en om te veranderen moeten we eerst met onze waarden en onze binnenkant aan de slag”. Herman Wijffels is hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de universiteit van Utrecht en voorzitter van Sustainable Finance Lab. Wijffels was voorzitter van de SER en hoofddirecteur van de Rabobank. Een verslag van het bezielend gedachtegoed van een bevlogen mens.
Vele oorzaken van de crisis “De huidige crisis heeft vele oorzaken. De crisis heeft te maken met het financiële systeem, met ecologie en met economie. De financiële crisis is ontstaan vanwege de onophoudelijke geldschepping van de laatste decennia. Dit creëert de noodzaak tot groei. Nieuw geld komt namelijk in de wereld als krediet of als lening. Dat kunnen we alleen terugbetalen met groei. De laatste jaren hapert dit systeem”. “Bij de ecologie zie je hetzelfde. We zijn druk bezig om een ecologische schuld op te bouwen. De capaciteit van de aarde is niet groot genoeg voor al onze behoeften en consumptie. Door
26
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
de voortdurende economische groei én door de groei van de bevolking is het draagvermogen van de ecologie nu te gering om het huidige economisch systeem voort te zetten. Alleen al in Nederland gebruiken we zesmaal zoveel hulpbronnen als er voorhanden zijn. We onttrekken met z’n allen meer aan de natuur dan beschikbaar is. We teren in en plegen roofbouw. Dit moeten we heroverwegen. We moeten onze ecologische voetafdruk verkleinen. We kunnen over de natuur niet de baas spelen. De aarde is geen bron zonder limiet”. “De economische crisis van nu is niet alleen het gevolg van misdragingen van een aantal bankiers, maar met name het
resultaat van een economisch model waarbij we denken eindeloos te kunnen groeien. We lopen er in sneltreinvaart tegenaan dat het zo niet verder kan. De fysieke grenzen zijn bereikt. De focus op het verhogen van de aandeelhouderswaarde in bedrijven heeft geleid tot een beleid gericht op de korte termijn en op beloningen. Ondernemen kan niet alleen gericht zijn op het maken van winst. Een ondernemer moet ook oog hebben voor sociale, ecologische en economische duurzaamheid”. “We lopen vast met het huidige model. We plegen roofbouw op de natuur. Allerlei sociale waarden staan onder druk. De kwetsbaren en de natuur staan onder druk in het huidige economische systeem. We kunnen niet verder met dit model. Het huidige model een beetje oplappen kan niet meer. We moeten naar mijn idee toe naar nieuwe inzichten. Dit vergt grote wijzigingen; een reorganisatie van het economische systeem en een betere verhouding tot de natuur. Het financiële systeem moet weer dienstbaar zijn aan de economie”.
Laten we het beste uit oosterse en westerse tradities samenbrengen en dit combineren. Reflectie op onze waarden en cultuur “Onze cultuur is in crisis. De realiteit die we meemaken, noopt naar mijn idee tot een reflectie op onze waarden. Om dingen te veranderen is eerst een focus op onze waarden vereist; eerst moeten we met onze binnenkant aan de slag. Hoe zien we onszelf en onze wereld en wat is ons wereldbeeld? Als je de wereld niet meer ziet als allemaal losse
herman wijffels
deeltjes, maar als één samenhangend systeem, dan geldt het principe dat je, als je de ander tekort doet, uiteindelijk ook jezelf tekort doet. Deze visie is de basis voor een nieuwe cultuur; een relationele ethiek moet de basis zijn voor een leven met elkaar én met de natuur. In alle wijsheidstradities in de wereld vinden we als gemeenschappelijke noemer ‘de gulden regel’: behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Karen Armstrong heeft met een aantal opinieleiders de Charter for Compassie hierop gebaseerd.” Je ecologische voetafdruk verkleinen “Bedrijven en burgers moeten hun ecologische voetafdruk verkleinen en zo de aarde willen doorgeven. De directievoorzitter van Unilever sprak laatst de doelstelling uit om de voetafdruk van Unilever in 10 jaar te halveren. Dat zijn essentiële stappen. We moeten naar wat ik noem een cyclisch model. We kunnen brandstoffen niet meer opgraven, verstoken en het afval weer in de natuur dumpen. Energie moeten we voortaan niet meer opgraven, maar oogsten uit duurzame en permanent beschikbare bronnen, zoals zon, wind en biomassa. Onze productie en consumptie moeten we zo organiseren dat bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
27
er geen afval meer overblijft, maar dat ze gesloten kringlopen vormen, waar alle gebruikte producten weer grondstof zijn voor een nieuw product”. “Dat kunnen we doen in het groot en in het klein. We kunnen zelf ook veel doen. Ik geef wat voorbeelden uit mijn eigen leven, zoals (grotendeels) vegetarisch eten, boodschappen doen bij de groene winkel en CO2 uitstoot compenseren bij vliegreizen. Dat zijn kleine, maar belangrijke stappen’’.
Als je de wereld niet meer ziet als allemaal losse deeltjes, maar als één samenhangend systeem, dan geldt het principe dat je - als je de ander tekort doet - uiteindelijk ook jezelf tekort doet. Hoe realiseren we de verandering? “Als we de wereld zien als een samenhangend geheel, is iedereen verantwoordelijk voor het geheel. Iedereen moet zelf zijn of haar verantwoordelijkheid nemen. Niet de vraag wat de anderen eraan doen is relevant, maar wat wijzelf eraan doen. Dat begint bij iedereen zelf door in de spiegel te kijken”. “Er gebeurt al heel veel. Er is al een vernieuwingsbeweging op gang en er zijn veel initiatieven opgestart. Ik ben hoopvol. Dat is wat anders dan optimistisch, want er is ook veel weerstand vanuit de oude structuren. Het is een evolutie. We moeten steeds stappen blijven zetten en onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Van het taoïsme heb ik geleerd om me te richten op de weg en niet op de bestemming. Er is geen blauwdruk. Alles is in potentie aanwezig. Het is een
28
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
ont-wikkelingsproces. We moeten het met elkaar creëren”. Deze tijd vergt leiderschap “De huidige tijden vergen grote veranderingen. We kunnen niet meer terugvallen op ons huidige model. Deze crisis lossen we niet op met wet- en regelgeving, maar alleen met bewustzijn en met leiderschap. Als je leiding wilt geven aan veranderingen, dan moet je eerst jezelf veranderen. Je moet eerst bij jezelf zijn. Leiderschap kun je alleen doen vanuit je zijn. Als je geen verbinding met jezelf hebt, gebeurt er niets en verandert er niets. Pas als je jezelf bent, dan ontstaan er veranderingen en kun je mensen meenemen en groeien naar nieuwe verbindingen en naar een nieuwe orde”. “In mijn drukke leven als directievoorzitter bij de Rabobank merkte ik dat ik meditatie nodig had om tot rust te komen en om de echte vraagstukken naar boven te laten komen. Ik had en heb die momenten van verstilling, leegte en reflectie nodig. Dat hielp me erg om bij mezelf te komen”. “Laten we het beste uit oosterse en westerse tradities samenbrengen en dit combineren. In de verschillende tradities zit de kern van de gulden regel en van het goede leven. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen beslissingen en voor je eigen gedrag. Dat is een prachtig ontwikkelingspad, maar natuurlijk ook lastig”.
essay door: theo menting, lekendominicaan en kerkmusicus
Wat doet en betekent een lokale voedselbank?
N
og niet zo lang geleden vond premier Rutte dat armoede in Nederland niet bestaat. Walter Rovers, bestuurslid van de Voedselbank Doetinchem, vertelt in dit artikel over zijn betrokkenheid bij de Voedselbank Doetinchem. Zullen we het artikel doorsturen naar Den Haag? Armoede Als je niet zelf met armoede te maken hebt of als je ook niet zelf concreet mensen hebt ontmoet die met heel weinig geld moeten rondkomen, dan kun je je het haast niet voorstellen wat het is: ARMOEDE. Zelf kreeg ik onlangs te maken met een jong gezin dat wekelijks € 80,– te besteden had, exclusief vaste lasten. Wel moest betaald worden voor voedsel en kleding en vele andere zaken, ook voor mobiele telefoon en voor luiers. Als je instanties belt, word je vaak in “de wachtstand” gezet; voor deze mensen is dat dubbel bezwaarlijk. Wachten kost geld en daar zitten ze niet op te wachten. Ik ga wel eens naar de markt en heb dan snel voor € 30,– boodschappen. Ik denk dan wel eens: stel je voor dat ik voor mijn vrouw en mij wekelijks zo’n bedrag van € 80,– te besteden had. Vandaag kreeg ik een berichtje van die familie of ik toch nog geld wilde brengen, want de uitkering kwam pas na
het weekend en er was geen geld voor luiers voor het jongste kind en ook niet voor boodschappen. Wat motiveert mij daar aandacht voor te hebben? Ik heb het altijd al belangrijk gevonden dat mensen tot hun recht komen, zeker als mensen in de knel komen, als ze niet meer normaal kunnen leven, als ze zichzelf niet kunnen redden. Zo heb ik jarenlang aandacht gehad voor asielzoekers. Zij kwamen in de knel, kregen niet de middelen om te kunnen leven, werden aan hun lot overgelaten, kwamen vaak op straat, ook met kinderen. Door het oprichten van een stichting en door later ook samenwerking te zoeken met de gemeente, hebben we met een werkgroep veel kunnen betekenen voor deze groep in en rond Doetinchem. Door het Generale Pardon is dat probleem in grote lijnen opgelost, mensen hebben sindsdien een huis, inkomen en zekerheid gekregen. bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
29
30
Nu heb ik met armoede te maken vanuit mijn kerk, waar ik een aanstelling heb als parochiemedewerker, met name voor het gebied van diaconie. Vanuit die positie heb je contact met bijvoorbeeld de caritas van de kerk. Daar komen verzoeken binnen en zo krijg ik contact met bepaalde gezinnen, die ik dan tijdelijk met geld van de kerk kan steunen. Ik geef tijd en energie en met het geld van de kerk kan ik mensen feitelijk ondersteunen. Maar helpen is tegelijk ook gevaarlijk, want hulp kan afhankelijkheid vergroten. Als ik mensen financieel help, ben ik tegelijk druk om contact te zoeken met allerlei hulpinstanties, van maatschappelijk werk tot schuldhulpverlening, want hulp moet altijd tijdelijk zijn en gericht op onafhankelijkheid. Ik heb wel eens een definitie van hulp gelezen: hulp is mensen on-afhankelijk maken. Dat spreekt mij wel aan.
Cliënten moeten ook zelf actie ondernemen De andere voorwaarde is dat mensen ook zelf moeten werken aan structurele oplossingen. Zo kunnen ze zich niet zelf aanmelden bij de voedselbank, maar moet dat gebeuren door hulpverlenende instanties, zoals maatschappelijk werk, Iriszorg, schuldhulpverlening enz. Deze instanties verwijzen de mensen naar de voedselbank en zij kijken of ze voldoen aan de voorwaarden. Want als alleenstaande mag je vrij te besteden inkomen niet meer zijn dan € 180,– per maand, exclusief vasten lasten zoals huur, energie, verzekeringen e.d. Voor een echtpaar is dat bedrag € 245,– en voor elk kind wordt het met een bepaald bedrag verhoogd. Pas als is vastgesteld dat de betrokkenen onder die norm zitten, kunnen ze in aanmerking komen voor een wekelijks voedselpakket. En men kan het ook maar ontvangen voor een bepaalde periode van maximaal 3 jaar.
Alleen voedsel dat over is Een voedselbank mag geen voedsel kopen. Een voedselbank mag alleen het voedsel dat over is, dat geen bestemming meer heeft gratis overnemen en zo toch nog een bestemming geven. En er is heel wat over, ook omdat alle voedsel voorzien moet zijn met een datum met “Tenminste Houdbaar Tot”. De THT-datum is een begrip in winkels. Winkeliers moeten tijdig de producten die tegen die datum aanlopen uit de rekken verwijderen. Maar veel producten blijven ook na die datum goed bruikbaar, zoals suiker, rijst en vele andere producten. Maar de wet zegt, dat ze dan uit de schappen moeten. In Nederland wordt jaarlijks voor meer dan 4 miljard euro aan etenswaren weggegooid.
Wat bereiken we? Het doel van een voedselbank is tweeledig. Verkwisting van voedsel tegengaan en mensen ondersteunen met voedsel. Het is duidelijk dat het eerste doel bereikt wordt. Er wordt overigens maar een klein deel van het niet te gebruiken voedsel “gered van de ondergang”. Omdat de fabrikanten en winkeliers het percentage “afval” willen reduceren, zelfs halveren, wordt het voor de voedselbanken moeilijker voldoende binnen te krijgen. Dat merken we nu al. Acquisitie wordt daarom steeds belangrijker. Maar ook acties van particulieren en kerken zijn een plezierige aanvulling. Het andere doel is moeilijk controleerbaar. Ze worden geholpen met een voedselpakket. Maar dat is een middel en geen doel.
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
We lossen de armoede niet op, we maken het zichtbaar Uiteraard is het niets vergeleken met de armoede op de wereld. Meer dan een miljard mensen leven in extreme armoede, d.w.z. hebben minder dan 1.25 dollar te besteden, iets minder dan een euro. Maar gelukkig is het aantal de afgelopen jaren gedaald, van 25% naar 22,5% van de wereldbevolking. Het millenniumdoel om de extreme armoede in 2015 met de helft te reduceren is zelfs al gehaald. Maar het aantal juist boven die grens, van 1.25-2.00 dollar is weer aanzienlijk gestegen, het aantal is zelfs verdubbeld, van 650 miljoen mensen naar 1.15 miljard mensen. Een gigantisch aantal. Dan hebben we in Nederland niet te klagen, zo zou premier Rutte kunnen denken. Maar de beleving hier is anders, ook omdat je rondom je veelal mensen ziet die geen problemen hebben, die doen wat ze willen, die kopen wat ze willen. Door allerlei maatregelen van het huidige kabinet zal het alleen nog maar moeilijker worden voor bepaalde personen en gezinnen. Dat wordt nu langzaamaan duidelijk, nu de nieuwe wetgeving zijn uitwerking
krijgt. We zien het ook bij de groei van het aantal voedselpakketten. In Doetinchem is het aantal pakketten in de laatste vier maanden van 2011 met 12 procent gestegen. We zien die tendens bij alle lokale voedselbanken van de regio Arnhem. Bij de 18 lokale aangesloten voedselbanken is het aantal wekelijkse pakketten in die vier maanden met ruim 400 gestegen, van 2.200 naar meer dan 2.600, het aantal te voeden monden met meer dan 1.000! Armoede is voor de meesten van ons een theoretisch begrip, gelukkig Pas als je het meemaakt in je omgeving of als je er zelf direct mee geconfronteerd wordt, krijg je er echte beleving bij. Dan zie je het, dan ga je er anders tegenaan kijken, ga je het anders beleven. En ga je er ook anders op reageren. Ik merk dat veel mensen heel sympathiek staan tegenover wat voedselbanken doen en betekenen. Als je een actie houdt, bij een winkel of een kerk, krijg je alle medewerking. Mensen stellen dan graag voedselproducten ter beschikking. Na Kerstmis kwamen er tientallen kerstpakketten binnen, van bedrijven maar ook veel van particulieren. bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
31
mijmeringen bij een LIED Vier personen lazen dit gedicht (van Annie Schmidt uit de musical Wat een planeet, op muziek van Harry Bannink) en schreven een korte mijmering. Goddank, er komt weer schaarste Goddank, er komt weer schaarste Er komt weer tekort Terug naar de armoe En het lege bord Ach, de poëzie Van m’n schamele jeugd Het vee dat terugging naar de stal De peppels langs de vaart En aan de bleke kim Een rij wilde ganzen Of wat waren het ‘k Zie m’n oude blinde moeder In d’r blauwgeruite schort En m’n ouwe dronken vader Bij de pan met gort In de verte werd het varken Gekeeld door ome Sjoerd Balkenbrij Aarrepels met zwoerd ‘n Feest kom daar nou es om Achttien kinderen gebaard In de plaggenhut Waarvan negen zijn verdronken In de regenput Ja, dat was het helemaal En nu Camembert en patrijs En likeurbonbons Alles trommelgarant Alles vol met champignons Bah Stikkend in de zalm En paté met malaga En de diepvries à la crème En de paprika Wij arme misdeelden Ik walg van de weelde Ik walg van de wijn en de kaasfondue En ik walg van Wina Born in de Avenue ‘t Zit me allemaal tot boven in de strot
32
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
En ik bid: O God Geef me de gruwel met krenten weer En de sappige worm in me juttepeer En in plaats van de Berend-Boudewijnkwis Een preek over hel en verdoemenis Goddank, er komt weer schaarste Er komt weer tekort Terug naar de balkenbrij Terug naar de gort Met bessensap Aaaach, de poëzie Achttien kinderen gebaard Waarvan negen nog in leven Maar de wasketel viel om En toen waren er nog zeven En de winterhanden Van m’n zieke zuster Aag Die ‘n miskraam kreeg Bij de ligusterhaag Bij de plaggenhut Ja, dat was het helemaal Een feest, kom daar nou es om Torremolinos Neckermann Wij arme misdeelden Ik walg van de weelde Geef me de walmende olielamp weer En de turf en de schapenschurft, o Heer En de eerlijke kraamvrouwenkoorts enzovoorts Enzovoorts enzovoorts enzovoorts Geef me de ontbering En de vliegende tering En de bijbel als enige tijdpassering En kaantjes Goddank, er komt weer schaarste Er komt weer tekort Terug naar de armoe en het lege bord Weg met de taart en de ruimtevaart Weg met de auto en terug naar het paard Terug naar de gort Want dat was het helemaal Terug naar het stempellokaal ...
1. Er komen natuurlijk heel wat gedachten op bij dit prachtige en o zo cynische lied van Annie M. G. Schmidt. Allereerst: ik hoor nog wel eens mensen zeggen - er moet eerst weer een oorlog komen en dan zullen de kerken weer vol zijn - oftewel, pas wanneer het slecht gaat, er ellende en narigheid is, gaan mensen aan God denken: Oh ja, Die was er ook nog! In de tweede plaats: het lied zet onze soms bespottelijke welvaart tegenover de gedachte dat vroeger alles beter was nou dat was het natuurlijk helemaal niet! Maar laten we vooral wel dankbaar zijn voor geluk en gezondheid. En de huidige crisis leert ons wellicht weer om te zien naar God en naar elkaar.
2. Deze gedachten overvallen me vaak als ik een supermarkt binnenloop. Teveel van het goede ... Vol, vol, vol, schappen vol, om misselijk van te worden. Voor wie? Voor ons? Door wie? Door ons? Kunnen we niet meer met minder? ine berghuis, Lerares Godsdienst en Levensbeschouwing
ds. christien ferrari - van schuppen, Predikante PKN Hengelo GLD 3. ‘Goddank, er komt weer schaarste’ zet me even op het verkeerde been. Goddank dat we gedwongen worden na te denken om waar het in de economie om gaat. Maar niet goddank dat we weer terug moeten naar de armoe en het stempellokaal. Wel nadenken met elkaar over wat het ‘summum bonum’, het hoogste goed, is in plaats van wie de hoogste bonus (‘summus bonus’) krijgt. Ik ken een weduwe in Griekenland. Haar pensioentje is gehalveerd. Valt zij ook onder ‘die Grieken die ons belazeren’? Ik kijk naar de politieke discussies. Wie gaan de kinderen van de rekening worden? Scherp kijken naar mensen die dreigen weg te zakken. Luisteren naar hun verhalen en die aan de grote klok hangen. Zo het tij keren van een dreigend wegzakken van steeds meer mensen. Hoort dat niet tot de kerntaak van geloven vandaag? Tijd voor een nieuw lied à la Annie M.G. Schmidt. bram grandia, ikon-pastoraat 4. Goddank dat die voorbij zijn, de grauwe jaren van mijn jeugd. Eerst de oorlog en de Hongerwinter, daarna tweemaal zeven magere jaren, waarin mijn ouders elke gulden moesten omdraaien voor ze hem durfden uitgeven en mijn oudste broer ging emigreren. Ja, je voelde je in het gezin met elkaar verbonden als slachtoffers van de schaarste, en ik herinner me de straat met de melkboer, de schillenboer, de bakker, waar de moeders contact met elkaar hadden, terwijl ze brood kochten of de ramen lapten. De wereld was grauw en maar klein. Is de overvloed van nu zoveel beter? In veel opzichten wel, maar die overvloed komt tot stand door een weergaloze uitbuiting van grondstoffen, de aarde en mensen. We leven nog steeds in het rijk van de schaarste. Hoe vrijwillig af te zien van het alles willen hebben, dat is de uitdaging waar we voor staan. andré lascaris o.p., dominicaan en theoloog
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
33
boeken voor onderweg door: roy clermons, geestelijk verzorger in de psychiatrie en lekendominicaan
V
oor deze boekbespreking heeft Roy Clermons een medewerker van de GGzE, Maikel Huben, geïnterviewd over een van zijn favoriete boeken: ‘Blast’. Maikel Huben is activiteitenbegeleider en werkt op de boerderij en fietsenwerkplaats ‘de slappe band’. Maikel vertelt: Met strips had ik eigenlijk niet zo veel. Vroeger wel als kleine jongen, maar op een gegeven moment ben je er wel klaar mee. Totdat ik op een gegeven moment de ‘dagelijkse worsteling’ ontdekte, een vierdelige stripserie van de Franse schrijver Manu Larcenet. Ik weet niet eens meer waar en hoe ik die tegenkwam, maar ik vond het in ieder geval een pakkende titel. Een titel die niet echt bij een strip hoorde voor mijn gevoel. Vaak gaan strips over bepaalde (super)helden, dus dit trok wel mijn aandacht. Bij het lezen hiervan was ik direct verkocht; ik heb alle vier de delen aangeschaft en gelezen. Van hieruit ben ik in contact gekomen met Blast, een verhaal van dezelfde schrijver. Het gaat over een man, Polza genaamd, die wordt opgepakt, omdat hij iets met een meisje gedaan heeft wat heel slecht is. Wat dat precies is, wordt niet helemaal duidelijk. Dat meisje overlijdt in het begin van het verhaal. De rechercheurs die hem ondervragen, willen van hem weten wat er gebeurd is en ze willen zijn bekentenis. Hij neemt de tijd om zijn hele verhaal te vertellen, het verhaal van zijn leven. Daar zijn de rechercheurs niet zo in geïnteresseerd, maar hij houdt vol en de rechercheurs gaan hierin mee, omdat dat de enige manier is waarop zij kunnen achterhalen wat er gebeurd is. Als ze hem die ruimte niet geven, zijn ze bang dat hij dichtklapt. Polza wil zijn hele verhaal vertellen, omdat alleen dát inzicht geeft in hoe hij de persoon geworden is die hij is. De ‘blast’, een soort mystieke ervaring, neemt hierin een belangrijke plaats in. De manier van vertellen van het verhaal is echt doorleefd, het zit zo dicht op de schrijver, dat je het wel moet geloven. En het is niet alleen de tekst die het hem doet, maar zeker ook de manier van tekenen. Larcenet gebruikt veel donkerte en contrasten in zijn tekeningen, en dat ondersteunt zijn verhaal. Het gaat namelijk ook over een man die veel donkerte ervaart in zijn leven. Het is vaak heel subjectief getekend, vanuit het oogpunt van de hoofdpersoon, wat het verhaal van deze Polza extra versterkt. Het boek is grotendeels zwart-wit, alleen de ‘blast’ is in kleur. Hier gebruikt hij kleurrijke kindertekeningen voor die iets heel puurs uitstralen, overeenkomend met de ervaring die Polza heeft tijdens zo’n ‘blast’.
34
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Blast bestaat uit twee delen die bij elkaar horen: deel 1, Vette Bast, en deel 2, de openbaring van Sint-Jacky. Toen ik het las, dacht ik gelijk: “Dit gaat over onze jongens, dit gaat over de psychiatrie.” Het kunnen vertellen van het verhaal is waar het om gaat, want alleen zo kun je echt iets te weten komen over iemand en begrijpen waar het misgegaan is in het leven. En ik ben benieuwd naar dat verhaal. Het analyseren van die rechercheurs die een snelle bekentenis willen, doet me soms een beetje denken aan de manier waarop wij hier vaak een snelle diagnose willen stellen, om vandaaruit verdere stappen te kunnen ondernemen. Is dat wel de juiste manier, vraag ik me wel eens af? Is er in het huidige systeem van psychiatrische zorg wel genoeg ruimte voor mensen om hun verhaal te vertellen? In mijn visie is het zelfs een voorwaarde om aan jezelf te kunnen werken. We zouden meer moeten doen om mensen zich op hun gemak te laten voelen, meer tijd voor ze nemen, meer tijd om naar hun verhaal te luisteren. Vandaaruit kunnen ze hun kwetsbaarheid tonen en dan pas kunnen ze ook echt aan zichzelf werken. Het vertellen van het verhaal geeft inzicht, want ze vertellen het niet alleen aan een ander, ze vertellen het ook aan zichzelf. Blast is ook een boek over hoop. De ‘blast’ is een goed gevoel. Polza krijgt dat vaak in moeilijke situaties, vaak na middelengebruik: alcohol, drugs, pillen. Die ‘blasts’ zijn, hoe vreemd ook, datgene wat hem overeind houdt in het leven. Zonder dat was zijn leven een doffe, uitzichtloze toestand, zonder ook maar een sprankje hoop. Je zou het ook een psychose kunnen noemen, maar het mooie is dat de schrijver geen oordeel koppelt aan de ‘blast’. De interpretatie laat hij aan de lezer. Het mooie wat ik er dus uithaal, is dat er hoop kan klinken uit het vertellen van het levensverhaal en dat er bronnen zijn waaruit mensen kunnen putten, die je alleen maar ontdekt als dit verhaal verteld wordt. BLAST 1 manu larcenet uitgeverij oog & blik isbn 978 90 549 2289 6
BLAST 2 manu larcenet uitgeverij oog & blik isbn 978 90 549 2319 0 bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
35
muziek VOOR ONDERWEG door: theo menting, lekendominicaan en kerkmusicus
Een taal van hoop en vrede
veertig jaar oomen en oosterhuis
D
e jongste uitgave van De Nieuwe Liefde in Amsterdam is een dubbel-cd met 25 liederen, die componist Antoine Oomen uitkoos uit zijn veertig jaar lange samenwerking met de dichter Huub Oosterhuis. Veertig jaar geleden schreef Oomen voor het eerst muziek op teksten van Oosterhuis. Hij werd daarin gestimuleerd, uitgedaagd en geïnspireerd door zijn grote leermeester Bernard Huijbers. Van hem leerde hij om nieuwe liturgische muziek te schrijven en de gemeente een nieuw lied in de mond te leggen. Met zijn composities schaart hij zich naast Bernard Huijbers en Tom Löwenthal, die ervoor gezorgd hebben dat het uitgebreide oeuvre van Oosterhuis gezongen wordt in kerken en gemeenschappen, waar ter wereld ook. Van Huijbers leerde Oomen om, in navolging van het Gregoriaans, het perfecte huwelijk tussen woord en toon weer glans te geven. Het nieuwe Nederlandse taalgebruik van Oosterhuis past uitstekend in de muzikale composities van Oomen. Bovendien is voluit bewezen dat ook Oomen de gemeente aan het zingen krijgt. En hoe! Het is boeiend om te zien, en vooral te horen, hoe de drie componisten hun eigen stempel hebben gedrukt op het liturgische lied van Oosterhuis. Bernard Huijbers leerde vooral de gemeente zingen. Hij gaf, vanuit
36
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
zijn ervaring als schoolmusicus, de ‘volkszang’ terug aan de kerk. Soms letterlijk op de oude melodieën van volksliedjes en het Gregoriaans. Huijbers besefte heel goed wat er nodig was om de gemeente te laten zingen. Dat was een grote uitdaging, zeker voor een katholieke gemeenschap die gewend was dat alleen het koor zong. En dan nog in onverstaanbaar Latijn. Tom Löwenthal volgde hem na, trad in zijn voetspoor en vult de ‘oerprincipes’ van Huijbers aan met zijn ontdekkingen en ervaringen vanuit de theatrale muziek. De gemeente blijft zingen, maar wordt door de muziek nog meer
meegevoerd in de emoties en de dramatiek van de tekst. Antoine Oomen omgeeft de zingende stem met veelal romantische pianobegeleidingen. Niet altijd eenvoudig, wat veel van de begeleider vraagt. Is dat de reden geweest dat veel liturgische koren zijn muziek wel wilden zingen, maar niet altijd konden? ‘Een taal van hoop en vrede’ geeft een mooie verzameling van de hoogtepunten uit de samenwerking tussen de componist en de dichter weer. We horen onder andere het misschien wel meest bekende ‘lied aan het licht’, en natuurlijk ‘de steppe’. Maar ook ‘Wek mijn zachtheid’ en ‘Van grond en vuur’. Of: ‘Een schoot van ontferming’ en ‘Die chaos schiep’. Liederen die in veel kerken en bij veel koren zijn geland en met vuur worden gezongen.
En, wat zo heerlijk is bij deze opname, je hoort de gemeente weer meezingen! En daar zijn de composities uiteindelijk voor bedoeld. De liederen worden gezongen door het Koor voor nieuwe Nederlandse religieuze muziek onder leiding van de componist met Roland Albers aan de vleugel. Margriet en Rinus den Arend zingen de solopartijen en alle aanwezigen vormen de stem van de gemeente. Cd-gegevens een taal van hoop en vrede een bloemlezing van 25 liederen muziek: antoine oomen teksten: huub oosterhuis te bestellen voor € 19,95 bij mirasound amersfoort (nummer 399473 mira)
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
37
agenda VOOR ONDERWEG Ontmoeting in bewegen - Zondagen geïntegreerde dans Voor mensen zonder en met een fysieke beperking, inspirerend voor activiteitenen andere begeleiders. Ontspannen en met plezier, zonder pasjes aan te leren, ervaart men samen bewegen als een bevrijding! - Lidy Rubers - Zondagen 1 april, 20 mei, 29 juli, 30 september en 25 november van 11.00 - 18.30 uur Bezinningsdagen Goede week en Pasen Samen de Goede Week en Pasen beleven in het klooster. De bijzondere vieringen zijn de rode draad voor de dagen. Met inleidingen, gesprekken, ontmoetingen, de bezinnende sfeer van rust, stilte en gastvrijheid, onderlinge gezelligheid en heerlijke maaltijden. - Donderdag 5 april t/m zondag 8 april 2012 Seniorenvakantieweek vol ontspanning en inspiratie Een week genieten van een inspirerende en ontspannende vakantieweek in het klooster. Een afwisselend programma met workshops, creativiteit en excursies. - Theo Menting en Giny Hummel - Woensdag 11 april t/m zondag 15 april 2012 - Dinsdag 5 juni t/m zondag 10 juni 2012 Wijze vrouwen Tijdens deze korte retraite willen Brigitte en Annemiek vrouwen ontmoeten die weet hebben van hun eigen wijsheid, of er nieuwsgierig naar zijn. Voor vrouwen die zin hebben om die wijsheid op te delven en ook aan elkaar te tonen. - Brigitte Stufkens en Annemiek Schrijver - Vrijdag 20 april t/m zondag 22 april 2012 Levenskunst – recepten voor de ziel Het is een kunst om uit je leven te halen wat verborgen in je ligt. Van overleven naar toegewijd en aandachtig leven. Levenskunst vraagt om bewustwording en oefening. Kernthema’s: de kunst van zelfkennis, de kunst van loslaten, dwars door je angst gaan en de kunst van vergeven. - Joke Litjens - Woensdag 2 mei t/m vrijdag 4 mei 2012 Dagretraite Bestemming bereikt In de Bijbel barst het van de roepingsverhalen. Tegenwoordig lijkt het alsof we het zelf allemaal maar moeten uitzoeken. Waar ligt óns doel, onze bestemming? Hoe gaan wij om met keuzes in ons leven? We lezen de roepingsverhalen en kijken wat zij ons kunnen vertellen. - Suzanne van der Schot - Zaterdag 12 mei 2012 van 10.00 - 20.00 uur Teken jezelf en ken jezelf Jezelf kennen is wel het moeilijkste wat er is. Je gezicht, de spiegel van je ziel, laat vaak iets anders zien dan je wilt. Om jezelf te kennen en te weten wat je uitstraalt, is het tekenen van je zelfportret een hulpmiddel. In een dag met meditatie, spiegel, potloden en papier teken je jezelf en maak je kennis met je radiatie. Een kennismakingsdag die je op weg helpt om jezelf te leren kennen. - Thom Breukel - Zaterdag 12 mei 2012 van 10.00 - 16.00 uur
38
geloven onderweg nr 1 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Kloosterdagen de Monnik in ons Ondanks onze welvaart zijn we dikwijls ongelukkige, ontevreden en door veel angst en zorgen geplaagde mensen. Tijdens deze dagen laten we de monnik in ons wakker worden en leggen we ons opnieuw toe op eeuwenoude spirituele oefeningen als: tijd maken voor niets doen, stilte en alleen zijn, echt luisteren naar jezelf en de ander. Enkele dagen in het klooster met inleidingen, interviews, meditatie, zang en gesprek. - Annemiek Schrijver en Hein Stufkens - Donderdag 17 mei t/m zaterdag 19 mei 2012 Een lach als weldaad voor de ziel Leven met een lichamelijke beperking is vaak zwaar, maar tijdens deze hemelvaartsdagen zoeken we de lichtheid ervan op. Humor relativeert en zet ons even op een ander been. Dauwtrappen met of zonder rolstoel, dansen en bewegen, verkennen van inspiratiebronnen, uitwisselen van ervaringen van kracht, eigenzinnigheid en lef. Met creativiteit, bezinning en veel rustmomenten. - Martina Heinrichs en Holkje van der Veer - Donderdag 17 mei t/m zondag 20 mei 2012 Creatieve Pinksterdagen Jouw bronnen van vreugde en inspiratie gaan we op speelse en creatieve wijze verkennen door middel van meditatie, tekenen, boetseren, schilderen, schrijven, dans en (bewegings) oefeningen o.a. uit de psychosynthese. Je hoeft niet te kunnen tekenen, schilderen of dansen! - Conny Brouwer - Vrijdag 25 mei t/m maandag 28 mei 2012 De ziel bij Meister Eckhart en Marguerite Porete De weidsheid van de werkelijkheid In deze midweek is de tijd aan de ziel! Wat hebben twee middeleeuwse mystici over haar te zeggen? We spiegelen ons aan hun teksten en scheppen ruimte voor onze eigen ziel. Er is ruim aandacht voor persoonlijke verwerking door middel van meditatie, muziek, creatieve vormen en gesprek. We hopen dat we daardoor iets van de diepere gronden van ons zijn mogen ervaren, zodat onze ziel op adem komt! - Evert van den Berg, Dorry de Beijer en Leo Oosterveen o.p. - Dinsdag 19 juni t/m vrijdag 22 juni 2012 Zomerweken in Beaufort Een week bij de zusters Dominicanessen van Notre Dame de Beaufort (Bretagne) met meditatieve oefeningen, stille tekstlezing en onderlinge uitwisseling van belevingen. De gebedsdiensten van de zusters en hun prachtige gezang zullen ons daarbij in de goede sfeer brengen voor inspirerende dagen met elkaar. - Henk Jongerius en Michel DaniĂŤls - Week 1 Dinsdag 17 juli t/m maandag 23 juli 2012 - Week 2 Dinsdag 24 juli t/m maandag 30 juli 2012
Dominicanenklooster Huissen T. 026 - 326 44 22 info@kloosterhuissen.nl www.kloosterhuissen.nl
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2012 geloven onderweg
39
zien en gezien worden
Zien gezien worden de moeite waard zijn: wie wil dat niet? Dingen hun zin hun kleur hun troost hun taal verstaan Mensen hun geheim achter de woorden luisteren naar de snaren van hun ziel
henk jongerius o.p.
Mijzelf mijn naam en gezicht mijn hartenklop het ritme van mijn leven mijn adem en geboortegrond Die ander zonder wie ik niet leven kan opengaan voor het geschenk samen te bestaan Zien een gezicht krijgen uitzicht ontvangen wie wil dat niet? Want als blinden elkaar leiden vallen ze samen in de kuil van het niets van de dood.
Stadsda m 1 | Po stbus 5 9 | 6 8 5 0 A B Hui s se n | T. 0 2 6 - 3 2 6 4 4 2 2 | w w w. k l o o ste r hui s se n . n l