GELOVEN
ONDERWEG
dominiCaans tiJdsChrift voor BeZinning, BeZieling en Beweging LOSSE VERKOOPPRIJS 7,50
1
VOORJAAR 2013 | JAARGANG 131
RICK TIMMERMANS
JOKE HERMSEN
HEIN STUFKENS
Ons gouden kalf
ABDULWAHID VAN BOMMEL
Inhoud Colofon Geloven Onderweg Dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging Jaargang 131 Verschijnt 4 keer per jaar Uitgave van Stichting Dominicanenklooster Huissen
Redactioneel
3
TEKSTEN VOOR ONDERWEG
Vergeet jouw bevrijder niet! E RNST M ARIJNISSEN BEZINNING
Redactie Ernst Marijnissen Annemiek Schrijver Henk Jongerius Theo Menting Stef de Kroon (eindredacteur) Gitta Nieuwenburg (beeldredacteur) Aalt Bakker (hoofdredacteur)
Doodt de Boeddha
Redactieadres Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: redactie@kloosterhuissen.nl www.dominicanenkloosterhuissen.nl
E S S AY
Uitgever Stichting Dominicanenklooster Huissen Aalt Bakker E-mail: aaltbakker@kloosterhuissen.nl Abonnementen-administratie Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: abonnementen@kloosterhuissen.nl Tarieven 2012 Geloven Onderweg verschijnt 4 maal per jaar Jaarabonnement via automatische incasso € 25,00 Jaarabonnement via acceptgiro € 27,50 Opzegging van abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De tarieven zijn inclusief BTW. Losse verkoopprijs € 7,50 (exclusief verzendkosten) Vormgeving Marieke de Vlieger Technische realisatie Uitgeverij Skandalon Auteursrechten © Copyright Dominicanenklooster Huissen
A NNEMIEK S CHRIJVER
TOELICHTING BIJ DE OMSLAG
Het is niet al goud wat er blinkt G ITTA N IEUWENBURG
Hoe slachten we ons gouden kalf A BDULWAHID
VAN
B OMMEL
BEZINNING
Beeld of verbeelding? H ENK J ONGERIUS COLUMN
Doe niet zo moeilijk R OY C LERMONS MIJMERINGEN
Lied aan de voet van de berg E S S AY
Verlicht en verlost H EIN S TUFKENS
4
7
10
12
16
19
20 22
E S S AY
Om bezield te raken moet je leren wachten 26 J OKE H ERMSEN E S S AY
Stilte in de benedictijnse spiritualiteit R ICK T IMMERMANS
Afbeelding omslag Het gouden kalf | Hanna van Doornum | 2005
E S S AY
issn 0920-2544
C ECILE H ENDRIKS
30
Rouw is de achterkant van de liefde
34
Agenda voor onderweg
38
Gedicht voor onderweg
40
Dansen rond ons eigen Gouden Kalf Het is toch wel fijn om iets of iemand te hebben om te aanbidden, nietwaar. En dat doen we vaak en volop. Iets is heilig voor ons, en we zetten iemand anders of onszelf - graag op de troon. Geld en bezit staan zomaar in ons leven op de eerste plaats, en we hebben vaak van onszelf, van anderen en van God een duidelijk beeld. Vaak is dat een door onszelf gewenst beeld; een beeld waar we zomaar aan vastzitten en waar we ons aan vastklampen. Dat geeft zekerheid. Gouden kalveren zijn aan de orde van de dag. Ook van God maken we beelden. Deze godsbeelden kunnen ons behoorlijk en langdurig in de weg staan. Graag hebben we een duidelijke God, en een God van actie en macht. Of kunnen we gelukkig zijn met God als onnoembaar mysterie? Het Bijbelse verhaal over het kalf geeft weer veel stof tot nadenken en vooral tot stil zijn. Hoe is het met ons eigen gouden kalf? Moeten we Boeddha doden? Kill your darlings! Welke zekerheid zoeken we buiten onszelf en durven we te geloven dat we onvoorwaardelijk gekend en geliefd zijn? Met dit thema beginnen we weer een nieuw jaar. Daarnaast bevat deze uitgave een aantal prachtige bijdragen over bijvoorbeeld de verbinding tussen de tijd en de ziel, met filosofe Joke Hermsen. Ook een indrukwekkende bijdrage van Hein Stufkens over de ontmoeting tussen het boeddhisme en het christendom. “Alle religies zijn waar”, zegt hij. Journalist en auteur Rick Timmermans gaat in op de stilte en het zwijgen tijdens het praten en tijdens de meditatie. Jakob van Wielink richt zich op rouw als achterkant van de liefde en hoe je verlies in perspectief met je levensverhaal kunt brengen. We zijn onvoorwaardelijk geliefd. Laten we elkaar omhelzen!
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
3
TeKSTen voor onderweg DOOR: ERNST MARIJNISSEN O.P., DOMINICAAN EN SCHRIJVER
H
Vergeet jouw bevrijder niet!
et maken van het gouden kalf (Exodus 32,1-14) is onderdeel van het grote verhaal, dat vertelt hoe God een bevrijder wil zijn, maar de mensen zich daartegen verzetten. Overgave en verzet. Altijd weer hetzelfde lied. Onder het harde juk van Egypte, opgezweept tot harde arbeid, schreeuwde Israël van ellende en smeekte om bevrijding! God hoorde hen, liet zich kennen en openbaarde zich aan Mozes in het brandende braambos als een vuur van liefde, dat verwarmt en niet verslindt. God openbaarde zich als de Aanwezige en manifesteerde zich als de Tegenwoordigheid. Ondanks tegenstand en tegenslag voerde hij het weg uit Egypte naar de woestijn. Pas daar werd het echt een godsvolk, toen de Aanwezige op en bij de Sinaï met de voormalige slaven en slavinnen een verbond aanging. Op die plek zijn de tien goede woorden uitgesproken. Daar beloofde Israël alles te doen wat de Aanwezige zou vragen. Wordt er dan iets gevraagd? O zeker, luister maar. Gods initiatief De Aanwezige roept Mozes naar de top van de Sinaï. Hij moet er voor zwoegen. Boven vertoeft hij veertig dagen en nachten, want God is dag en nacht én een levenlang met ons bezig. Acht hoofdstukken lang zegt God: ik wil wonen onder mijn volk. Het is zijn initiatief, niet dat van Mozes of zijn volk. De Aanwezige wil onder ons wonen en bepaalt derhalve zelf hoe zijn woning eruit moet zien. Een zaak van groot gewicht, vragend om uiterste zorgvuldigheid. Acht hoofdstukken lang schildert
4
geloven onderweg nr 4 • 2012 – bezinning bezieling beweging
God Mozes voor hoe die woning wordt ingevuld. Wij willen direct aan de slag Een vaag verhaal? Het volk, daar beneden in de woestijn aan de voet van de berg, vindt van wel. Wat kopen we voor die hoge berg, die verre God, die wazige Mozes? Alles gehuld in wolken en nevels, ver weg en onwezenlijk! Wij zijn van de aarde. Er is werk te doen. Zijn we volk van God? Goed dan: aan de slag, de handen uit de mouwen. De wereld zucht en kreunt zoals wij eens
deden in het slavenhuis. De wereld ís het slavenhuis. Zo onderwijzen ons de Schriften! Wat staan we hier te wachten en niets te doen aan de voet van de berg! We moeten vrede brengen, het onrecht aanwijzen. Het bestrijden! Wij willen een god van actie, een god die zich laat zien en zich doet gelden. We willen een duidelijke leer over god. Wie hij is, wat hij doet, waar hij wel en waar hij niet is. Wij willen een duidelijke kerk, met gebouwen, liturgie, precies beschreven. Wat is goed en wat is slecht? De man kan priester worden, de vrouw niet. Er zijn zeven sacramenten en twaalf artikelen van het geloof. We willen een no-nonsenskerk, met duidelijk heid. Wij willen exact weten hoe god onder ons woont en hoe zijn huis eruit moet zien. We kunnen niet wachten op die Mozes daarboven. God weet, wanneer hij terugkomt. De kerkelijke leiders zorgen voor ons gewenste godsbeeld De leiders van de kerk hebben dat goed gehoord. Die worden in de persoon van Aäron, de voorganger en pastor van Israël, aan ons voorgesteld. We gaan naar de paus, de dominee, de rabbi of de imam. We roepen: maak ons een god, die voor ons uittrekt! En de paus, de dominee, de rabbi of heid. Ze de imam zien onze bereid zeggen tegen ons: rukt de ringen van goud af die in de oren van jullie vrouwen, jullie zonen en jullie dochters zijn, en doe ze mij toekomen. Waren
De Aanwezige wil onder ons - Zijn weerbarstige volk wonen en Hijzelf bepaalt hoe zijn woning eruit moet zien.
De dans rondom het Gouden Kalf | Emil Nolde | 1910
wij niet altijd in spannende tijden een goedgeefs volk? We gaven toch met handen vol? We zijn begerig om te geven, liefst nog meer dan een ander. We maken er een avondvullende show van, een competitie. We zwepen elkaar op zoals eens de slavendrijvers de Israëlieten in Egypte hebben voortgejaagd: en heel het volk ... zij rukten de gouden ringen af die in hun oren waren, en deden ze Aäron toekomen. We storten ons hals over kop in de actie. Dan creëren de leraren van de kerk een duidelijk godsbeeld, een duidelijke liturgie. Er zijn veel dogma’s en riten, regels en goedgekeurde gewoonten. We hebben nu de waarheid en onze beginselen staan vast. Dan roepen de paus, de dominee, de rabbi en de imam het juichend uit: zie jullie god, Israël, kerk, volk van god, die jullie heeft doen opgaan uit het angstland Egypte, uit slavernij, uit onrecht en onderdrukking! De tekst zegt: “en hij (Aäron) heeft het vorm gegeven met een griffel”. Dan roepen we een kerkelijke feestdag uit: “morgen zal het feest zijn voor de Aanwezige! De volgende morgen stonden zij vroeg bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
5
op, en van verhogingen maakten ze offerhoogten, en droegen er vredesmaaltijden heen. Dan ging het volk zitten om te eten en te drinken. En ze stonden op om te schertsen”.
God is een bevrijder; ieder mens die roept om zijn ontferming en vraagt om te worden weggevoerd uit verslaving en onderdrukking, wordt gehoord. Onze visie op God Het gouden kalf is niet zomaar een afgodsbeeld uit een voorbije tijd. Het is het verhaal van iedere dag. Het is het verhaal van onze visie op God, ons geloof in God. In deze visie kunnen we God ook ter verantwoording roepen: waarom verhinder je deze oorlog niet, god? Waarom moet dit kind worden overreden, god? Waarom sterft deze mens aan kanker, nog geen vijftig jaar oud, god? Waarom heb je eigenlijk geen betere wereld geschapen, god? Dit is toch het verhaal van ons dagelijks godsdienstig leven? Maar zoals elk verhaal heeft ook dit verhaal zijn wortels in de werkelijkheid. Eens, lang geleden was daar het gouden kalf. Het liefst vergeten we dat verhaal, want wij, moderne mensen, aanbidden toch geen afgodsbeeld? Dat menen wij, maar laat het verhaal zich uitspreken. God blijft onze bevrijder Nu worden we meegenomen naar de top van de berg. Daar zegt een boze God tegen Mozes, dat zijn volk een hardnekkig volk is geworden. Dat volk is nu geen slavenvolk meer, maar een natie naast andere naties. Ze willen
6
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
hun eigen grondwet en regels. Ze doppen voortaan zelf hun boontjes, want ze weten nu wie en wat god is. Op de berg wil God met zo’n volk korte metten maken. Waarom? Omdat het vergeten is dat God een bevrijdende God is. Voordat de Aanwezige de tien goede woorden op de berg uitspreekt horen we eerst: “ik ben de God, die jullie heeft bevrijd uit Egypte”. Dat staat vóór alles. Dat stijgt boven alles uit. Toen het volk om Gods ontferming schreeuwde, smeekte om te worden weggeleid uit de slavernij, heeft God het aanstonds verhoord. Zorgvuldig heeft de Aanwezige jarenlang de uittocht voorbereid. God is een bevrijder, en ieder mens die roept om zijn ontferming en vraagt om te worden weggevoerd uit verslaving en onderdrukking, wordt gehoord. Dat is wat God wil. Zijn volk, zijn synagoge, zijn kerk, moet tot hem blijven roepen als bevrijder. Dus zullen zij wachten tot Mozes is uitgeluisterd en afgedaald. Daarom moeten ze wachten tot God ons bekend maakt hoe hij onder ons wil wonen. Ik zal er zijn! Dit verhaal is een waarschuwing. Het wonen van God te midden van de geloofsgemeenschap wordt niet afgedwongen door kerkleer, kerkstructuur, moraal of dogmatiek, riten en vrome praktijken, die kerkelijk zijn goedgekeurd. Daaraan dienen een bepaalde spiritualiteit en mentaliteit vooraf te gaan. Het wonen van God onder ons is de diepzinnigste werkelijkheid van alle werkelijkheden. De toegang daartoe wordt verkregen door het fundamentele vertrouwen dat God onze bevrijder is en dat zal blijven. Ik zal er zijn. Vergeet jouw Bevrijder niet!
BeZInnIng DOOR: ANNEMIEK SCHRIJVER, PRESENTATRICE EN SCHRIJFSTER
Doodt de Boeddha
H
et gouden kalf was tijdens mijn gereformeerde opvoeding de ultieme waarschuwing tegen het vervaardigen van gesneden beelden. Want wat konden zowel Jahweh als Mozes daar razend van worden zeg. Afgodsbeelden waren kennelijk uit den boze. Nooit een Mariaatje of kindeke in huis halen. Laat staan een boeddha of een crucifix. Maar nu ik de jaren des onderscheids bereikt hoop te hebben, valt me steeds vaker op hoe diepzinnig en liefdevol dat gereformeerde beeldverbod misschien bedoeld was.
Aangekoekte beelden Want wat houden we elkaar en onszelf vaak gevangen in aangekoekte beelden. Vaak kost het minstens een half mensenleven om onszelf te ontdoen van de stempels en titels die we gaandeweg hebben opgelopen. Menigeen raakt in een identiteitscrisis, als hij of zij z’n hoge functie, schoonheid, gezondheid of relatie verliest. Zo hebben we ons zelfbeeld vastgeklonken aan vergankelijke naambordjes. Alsof we slaaf zijn van maar één enkele hoedanigheid. Zo zijn onze gouden kalveren nog steeds aan de orde van onze dag. Voorbeelden Om die reden kan het ontheiligen van die zo klakkeloos aanvaarde afgoden een heilzame, ja zelfs devote daad zijn. In ‘Het Vermoeden’ vertelde kunsthistoricus Henk van Os onlangs, dat hij in een kerk in Italië een man met aktetas binnen zag stormen. De tas kwam aan
de voeten van Maria terecht. Hij begon haar uit te schelden en te schreeuwen, dat ondanks zijn dagelijkse gebed zijn geliefde toch gestorven was. Van Os werd diep geraakt door deze scene, vermoedend dat de scheldende man over een diep devoot geloof beschikte. Het ontheiligen van het voorheen vereerde kan blijkbaar de echte intimiteit dichterbij brengen. In vrijheid met nieuwe ogen naar elkaar durven kijken kan de liefde laten groeien. Als kwetsbare lente na de grimmige koning winter. Zo vertelde een vrome man mij ooit dat hij zo verstrikt zat in een verstikkend godsbeeld, dat hij geen andere uitweg zag dan een in zijn eigen ogen diep blasfemische daad te verrichten: de liefdesdaad bedrijven op het altaar. Toen hij daarna aan zijn oude beelden stierf en vervolgens weer opstond, kon de man zich met bevrijde devotie wijden aan de God die zich eindelijk echt bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
7
aan hem wilde openbaren. Zou het kunnen zijn dat echte nabijheid pas na verlies, in opgestane vrijheid ontstaat? Bevrijdend zelfstandig denken De beroemde Zwitserse psychiater Gustav Jung liep tijdens zijn kinderjaren in 1887 over de zonovergoten Münsterplatz in Basel van school naar huis. En hij dacht: “De wereld is mooi en de kerk is mooi, en God heeft dit alles geschapen en zit daarboven. Ver weg in de blauwe hemel op een gouden troon en …” Daar hield Jungs’ jeugdige mijmering op, omdat hij voelde dat er daarna iets afschuwelijks godslasterlijks zou kunnen volgen. Maar toen hij na een innerlijke worsteling toch verder durfde denken, ontstond bij hem het volgende: “Van onder de troon valt een geweldig uitwerpsel op het nieuwe, kleurige dak van de kerk; dat wordt erdoor verwoest en ook de muren van de kerk storten in.” De moed om dit te durven denken, was voor de jonge Jung een enorme bevrijding, omdat God nu iets van zijn wijsheid aan hem had geopenbaard. Namelijk dat Hij van mensen iets kan verlangen dat tegen alle traditie en moraal ingaat. God heeft de mens blijkbaar zo geschapen, dat hij iets kan denken wat hij eigenlijk niet wil denken, zoals dat ook bij de zondeval gebeurde. Jung ervoer dat God genadig is in onze behoefte om geschapen beelden te moeten vernietigen. Want anders stolt ons inzicht van vandaag tot de gevangenis van morgen, tot gesneden beelden en gouden kalveren.
8
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
En juist tijdens die individuele opstand tegen gesneden beelden kan de bewogenheid van ons hart zich ontvouwen. Zo komt Mozes op de berg Sinai in opstand tegen God en neemt het daar onvoorwaardelijk op voor zijn volk. Zenmeester Ton Lathouwers schrijft daarover in zijn boek ‘Meer dan een mens kan doen’: “Niemand zal ooit weten, wat het Mozes gekost heeft deze onmogelijke daad te stellen en zijn Neen te schreeuwen tegen de Eeuwige, tegen alles wat tot dan toe voor hem absoluut heilig en onaantastbaar was. De daad die Mozes stelde was precies de daad die in de Zentraditie heet: ‘Doodt de Boeddha’.” Kom in opstand Dat doden van de Boeddha is een eeuwenoude ‘koan’ (een ogenschijnlijk onoplosbaar raadsel waarbij de knellende banden van de logica in ieder geval niet blijken te werken), toegeschreven aan de Chinese Zenmeester en monnik Linji die stierf in 866. Schrijfster en godsdienstdeskundige Karen Armstrong begint haar boek ‘Boeddha’ ook met die uitspraak, die volgens haar bedoeld is “om te benadrukken hoe belangrijk het is om je onafhankelijkheid te bewaren ten aanzien van gezagsfiguren.” Doodt de Boeddha. Kill your darlings. Iemand die deze boodschap als geen ander eigentijds weet te verwoorden, is creatieve duizendpoot Marjolijn van Heemstra in haar gedicht: Als Mozes had doorgevraagd:
Als MoZes had doorgevraagd Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven. Stond mijn stad in brand: ik draaide om. Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde. Zolang jij je niet laat kennen houd ik benen op de grond, armen om het kind. Mij scheep je bij geen bramenstruik af met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem. Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven, bang om door te vragen en ook: een man, die vragen niet zoveel. Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen. Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel. Mozes was brandgloed gewend, ik tl. Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op. Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo: ik: Wie ben je? jij: Ik ben die ik ben. ik: Ik ook. jij: Ja, jij ook. Dan had ik je aangeraakt en jij mij. Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing.
Het eenzame besluit tot ontheiliging, tot opstanding en bewogenheid van je eigen hart lijkt een doodenge weg. Het doden van de Boeddha komt ons misschien niet iedere dag even verleidelijk voor. Maar volgens filosoof en dichter Hein Stufkens honoreren we onze Schepper juist met die eenzame opstand. En zeg nou zelf, iemand moet het doen: Laatste Oordeel
(uit de bundel: Een woord in de wind)
Ten slotte stond mijn ziel terecht voor Hem die weet van vals en echt. Hij keek mij met bedroefde ogen aan en zei: ‘Ik zie hier slechts een schaduw staan van wie gij zijt. Ik moet u laten gaan zonder gestalte, zonder naam. Het schimmenrijk is uw domein omdat gij slechts hebt kunnen zijn wat anderen van u verwachtten. Ik had u anders in gedachte. Uw ontrouw zij voor eeuwig uw verdriet. Ga weg van mij, ik ken u niet.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
9
ToeLICHTIng BIJ de oMSLag DOOR: GITTA NIEUWENBURG, KUNSTENARES
Het is niet al goud wat er blinkt
De waarde van kunst zit niet in het prijskaartje dat eraan hangt, maar in wat het met je doet als toeschouwer. Als een schilderij of beeld een exacte kopie van de werkelijkheid is, zijn we daar snel op uitgekeken. Het prikkelt de geest niet. Kunst wordt pas interessant als het vragen oproept en de verbeelding stimuleert. Verwondering, verwarring of zelfs afschuw maken dat we willen begrijpen wat we zien. Met welke bedoeling heeft de kunstenaar het gemaakt en wat zegt het jou? Op een bepaalde manier proberen we houvast te zoeken in wat we zien en tegelijkertijd niet zien. Het onbenoembare, het onzegbare, zoals we dat ook kunnen lezen tussen de regels van een gedicht door. Daar zit het spanningsveld waar we aangeraakt kunnen worden door de intentie van de kunstenaar en waar we vrij kunnen associëren. En juist die vrije associatie geeft de toeschouwer de ruimte om het kunstwerk tot zich te nemen. Grond om werkelijk te bestaan Het schilderij Het gouden kalf (2005) van de hedendaagse kunstenares Hanna van Doornum laat twee gouden kalveren zien. Een kalf dat stevig op de grond staat en een kalf in beweging, alsof het zich niet helemaal lekker voelt in de situatie waarin het is geplaatst. Een gevoel van onbehagen dat we kunnen voelen als we niet prettig functioneren. Ideaalbeelden van wat we willen zijn of wat we willen hebben, verbergen dit ongemak. In de uiterlijke vorm lijkt het allemaal prachtig en is het goud wat er blinkt, als we bereiken wat de maatschappij van ons vraagt, of als we hebben voldaan aan de verwachtingen van anderen. Op het moment dat we door persoonlijke of maatschappelijke omstandigheden teruggeworpen worden op onszelf, kunnen we het gouden kalf pas echt goed in de ogen kijken. Wat blijft er over, als ideaalbeelden instorten, sokkels omvallen en imago’s ontmaskerd worden? Waar moeten we ons aan vasthouden, als het goud niet meer blinkt? Een ongemakkelijke en vaak pijnlijke periode breekt aan waarin we naar grond moeten zoeken, grond om op te staan. Grond om werkelijk te bestaan. Je durven toevertrouwen aan de beweging van het moment en aan de stroming van je leven is zo moeilijk, dat we er dikwijls voor op de vlucht gaan. In dit schilderij is het staande kalf op de vlucht en het bewegende kalf de innerlijke stem van onze ziel, een verlangen naar echtheid: “Ik wil niet in deze situatie geplaatst worden, ik wil eruit weg.” Weg van de uiterlijke schijn.
10
geloven onderweg nr 4 • 2012 – bezinning bezieling beweging
Wat verder opvalt is dat het staande kalf goud van kleur is en het bewegende kalf zwart. Ook in dit kleurgebruik zit de verleiding om te denken dat het staande kalf van waarde is en het kalf dat weg wil, slechts een schaduw. In werkelijkheid is het precies andersom. Het beeld van een gouden kalf veroorzaakt veel verwarring. We willen er zo graag bij horen, meedoen, aan de verwachtingen van anderen voldoen, en we geloven oprecht dat we daar gelukkiger van worden. Het gouden Kalf | Hanna van Doornum | 2005 Tijdelijk kan dat zeker het geval zijn, maar wat is het hard werken om erbij te horen. Dat harde werken levert misschien wel status en geld op, maar als het niet verbonden is met innerlijke drijfveren, is de kans groot dat het vroeg of laat ten val komt. Precies zoals Mozes het gouden kalf ten val bracht om de ogen te openen van het volk, om duidelijk te maken waar het geloof nu werkelijk over gaat. Het is hard en soms zelfs meedogenloos hoe we ten val kunnen komen door de stormen van het leven. We blijven in ongeloof, wanhopig en met ‘waarom’-vragen gedesillusioneerd achter. Alles van waarde is weerloos In het gedicht van Lucebert met de beroemde regel ‘Alles van waarde is weerloos’ krijgen we een handvat aangereikt om te leren zijn, te leren loslaten en toe te vertrouwen. Hij beschrijft prachtig de kwetsbaarheid van het leven in het nu. De dunne scheidslijn tussen de toekomst en het verleden. Dat wat net is geboren of ontstaan, behoeft bescherming. Maar als we het vast willen grijpen, is het weg. Hij zegt daarmee iets over het ongrijpbare van het leven, van het wonder dat zich op ieder moment voltrekt. Het leven is niet maakbaar of controleerbaar. Het heeft ruimte en tijd nodig om te groeien en dient zachtjes aangeraakt te worden om zo tot volle wasdom te komen. Toeschouwer en begeleider zijn van iedere schepping, van kind tot kunstwerk, van alles wat leeft. Dat is pas echt goud waard.
bezinning bezieling beweging
–
nr 4 • 2012 geloven onderweg
11
eSSaY ABDULWAHID VAN BOMMEL, DOCENT GEESTELIJKE VERZORGING, AUTEUR EN LID VAN HET BLOGTEAM VAN NIEUWEMOSKEE.NL
H
Hoe slachten we ons gouden kalf?
et is en blijft een individuele ervaring. We houden het ook meestal binnen. Ons innerlijk beeld van wat we waarnemen – waar we maar met weinig mensen over (kunnen) praten - de zin van het leven en hoe we de wezenlijke vibratie van die levensbetekenis herkennen. Die ervaring bij een ander mens herkennen is een spiritueel genot. Bij elkaar zijn met een groep(je) mensen van wie je kunt weten en ervaren, dat ze dat met je delen brengt grote ontroering teweeg. Weten met het hart is zo volkomen anders dan weten met het hoofd. Maar er zijn koorddansers die weten hoe je die twee in evenwicht brengt. De Koran beschouwt het als zijn taak om tot de harten van de mensen te spreken en diagnosticeert aanvankelijk dat deze ziek zijn (Koran, 47:20-21). (S)preken tot het hart is - daarvan afgeleid - een mensentaak; spreken tot de muur in de hoop dat de deur luistert. De Koran, bron van inspiratie De Koran reikt inspirerende teksten aan, zoals bijvoorbeeld in de Koran, 50:33/37/16: ‘... hij die komt met een ontvankelijk hart dat in staat is het ware te herkennen. Daarin is zeker een schok van herkenning voor degene die een hart heeft of die luistert en oplettend is. Wij hebben de mens geschapen en weten wat zijn ego hem influistert. En Wij zijn nader tot hem dan zijn halsslagader.’ Voor de een is het een hele inspanning dat besef vast te houden. Een ander zou niet zonder die innerlijke zekerheid
12
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
kunnen leven. We zijn van nature geneigd God te vergeten, zolang alles blijft werken zoals het hoort; we vinden hem pas als het raderwerk stopt. Zoals de mystici zeggen ‘als mensen de ruïnes van kastelen zien, verwachten ze schatten te vinden. Het hart dat tot een ruïne is vervallen is de plaats waar je God kunt vinden. Daarom smeken ze: “O God! Breek mijn hart opdat ik u daar mag vinden!”’ De bedoeïenen hebben in hun oden beschreven wat dorst is, omdat zij de
woestijn kennen. Op het punt van de fata morgana aangekomen waar zij denken water te vinden, is er geen water, maar op dat moment van volledige ontgoocheling kun je wel God vinden.
Wij vergeten God zolang alles blijft werken, zoals het hoort. Pas als het raderwerk stopt, vinden we Hem. Met woorden van mystici: “Als mensen de ruïnes van kastelen zien, verwachten ze schatten te vinden”. The worship of Mammon | Evelyn De Morgan | 1909
Net als de Tora vertelt de Koran over het dreigende einde van de liefdesaffaire tussen God en (delen van) de schepping. Criticasters van de islam en salafisten zijn het grondig eens: de Koran is een boek van wet en orde. Maar onze relatie met de schrijver van de Koran is uiteindelijk op liefde gebaseerd (Koran, 5:54): ‘Laat hij die zich van zijn geloof afkeert weten dat Allah weldra een ander volk zal voortbrengen dat Hij zal liefhebben en dat Hem zal liefhebben.’ Moslimgeleerden vergelijken religie wel met een huwelijk. Fundamentalisten zijn ‘erg getrouwd’. Zij zien het huwelijkscontract als een grondwet en de uitvoering van het huwelijksleven vindt plaats in een rechtszaal. De mystici stellen daartegenover dat, hoe meer we van elkaar houden, hoe minder wetten we nodig hebben. Geen offer is groot genoeg en geen wet kan mij dwingen de offers te brengen die ik uit liefde wil brengen.
De boodschap herkennen Toen Mozes op de berg met God communiceerde, had zijn volk niet genoeg aan het onzienbaar goddelijke dat hij hen had gegeven. Daarom aanbaden zij een met mensenhanden gemaakt gouden kalf. Een betekenis hiervan is dat zij die zowel God als de Mammon aanbidden, meestal voor het tastbare en zichtbare kiezen en daarbij niet in de gaten hebben, dat zij God uit het oog dus uit het hart verliezen. We hebben niet steeds weer opnieuw een Mozes die van de berg afdaalt om de illusie te verstoren. Niet ieder mens van zijn volk herkende in hem de hartspecialist die hij was. Vooral de managers van die tijd herkenden Mozes’ boodschap niet. Voor hen veronderstelde een maakbare wereld een maakbare God.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
13
Een Amerikaanse Master of Business Administration (MBA) stond op een pier in een klein kustplaatsje in Bangladesh, toen een vissersbootje aanmeerde. In de boot lagen een paar mooie tonijnen. De Amerikaan complimenteerde de visser met z’n vangst en vroeg hoe lang het hem had gekost om ze te vangen. De visser zei: ‘O, een tijdje ...’ Daarna vroeg de Amerikaan waarom hij niet wat langer op het water bleef om wat meer vis te vangen. De visser antwoordde, dat hij genoeg had om z’n gezin te onderhouden. Daarna vroeg de Amerikaan wat hij de rest van de dag deed. De visser antwoordde: ‘O, ik slaap uit, vis een beetje, speel met mijn kinderen, doe mijn kailoula (siësta) met mijn vrouw, ga naar de moskee in het dorp en zit daarna met mijn vrienden en drink koffie. Ik heb een vol en druk leven, meneer!’ De Amerikaan schimpte: ‘Ik ben aan Harvard MBA en ik kan u helpen. Als u wat langer vist en wat meer vangt, kunt u met de winst een grotere boot kopen. Dat kan uitgroeien tot een vloot van vissersbootjes. In plaats van de vangst aan een tussenpersoon te verkopen, verkoop je het direct aan de verwerker of begin je zelf een conservenfabriek. Dan heb je controle over het product, de verwerking en de distributie. Dan verhuis je naar de grote stad en later naar de hoofdstad!’ De visser vroeg: ‘Maar hoe lang zou dat duren?’ De Amerikaan antwoordde: ‘Misschien 15 tot 20 jaar.’ ‘En dan, meneer?’ vroeg de visser. ‘Dan komt het mooiste deel: als de tijd rijp is, verkoopt u de aandelen van het bedrijf op de beurs. Dan wordt u rijk en maakt miljoenen!’ ‘Miljoenen, meneer? En dan wat?’ De Amerikaan antwoordde: ‘Uitrusten! Dan ga je naar een klein vissersplaatsje, waar je lekker kunt uitslapen, een beetje vissen, speelt met je kinderen; in de middag doe je een dutje met je vrouw en ’s avonds zit je lekker met je vrienden op het dorpsplein.’
14
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Pijn en lijden zijn richtingwijzers Het zijn de MBA’s die in trainingen en cursussen moeizaam terug bij zichzelf gebracht worden. Van de economische groei terugschakelen naar relativerende tijdloosheid is niet eenvoudig. Het is moeilijk om iemand die zwaar ziek is te vertellen dat de ziekte die hij heeft, voortkomt uit Gods liefde. Mensen die lichamelijk gezond zijn maar zich toch bewust zijn dat ze een hartaandoening hebben, staan iets meer open voor wijsheid. Tegen onszelf en anderen kunnen we zeggen: Het komt voort uit Gods liefde want er is een hiërarchie in lijden. De mensen die het zwaarst zijn beproefd, zijn de profeten, daarna de heiligen, en dan degenen die hen naleven en op hen lijken. Wees dus niet terneergeslagen, want dit gebeurt vooral de meest oprechte mensen die vol liefde zijn. En het gebeurt om hen te motiveren in de richting van hun Schepper te gaan bewegen.
Een gouden kalf aanbidden betekent: kiezen voor het tastbare en zichtbare, en God uit het oog - dus uit het hart verliezen. De pijn en het lijden geven ons de prikkel om vooruit te gaan in de richting van verlichting en bevrijding. Door te lijden wordt ons hart gezuiverd en getransformeerd tot een pure substantie. Zonder die botsingen met de realiteit zouden we niet worden gemotiveerd om onszelf de grote vragen te stellen en tot god- en menskennis te komen. ‘Indien er geen arena’s voor de zielen waren, zouden de renners niet in staat zijn hun traject te lopen,’ zegt Ibn ‘Atâ’illah
in zijn Hikâm. Hij zegt ook: ‘Zonder die hartkwalen zou niemand zijn doel bereiken.’ Waaraan hij een gebed toevoegt: ‘In de verschillende staten waarin ik mij bevind en de verschillende tekenen die ik krijg, kwam ik ertoe de intentie te herkennen die U met mij hebt. U wilt mij alle dingen laten zien opdat er niets kan zijn waarin ik U niet zou kennen.’ In alles is God herkenbaar Soms maken we het slechtste mee wat ons kan overkomen en soms maken we het beste mee wat ons kan overkomen, en er zijn geen omstandigheden waarin we Hem niet zien. Hij brengt ons in elke situatie. Of we dat fijn vinden of niet, dat is niet onze, maar Zijn zaak. Zijn bedoeling is het om Zichzelf in al die situaties herkenbaar te maken. Alles wat we meemaken, zendt Hij ons vanuit liefde. De ene keer schudt Hij ons wakker; de andere keer troost Hij ons. Daarmee zegt God: ‘Ik geef jou dit opdat je de Gever zult herkennen.’ We willen Hem alleen maar in de goede dingen herkennen. Kinderen leren al dat al het goede en slechte van Hem komt. Daar ligt een diepe wijsheid in. Teleurstellend voor hen die Hem alleen maar in licht willen zien. Maar er is geen licht zonder duisternis. Zoals we zijn begonnen: in moeilijke omstandigheden leren we zowel Hem als onszelf kennen. Het is in tijden van ontreddering en catastrofe dat mensen zich onderscheiden van mensen. Zoals de Koran vraagt: ‘Denken mensen soms dat zij met rust gelaten zullen worden, omdat zij zeggen ‘wij geloven’ en dat ze niet op de proef zullen worden gesteld?’ (29:1). Rumi zegt: ‘Een geliefde vroeg haar
minnaar: “Van wie houd je meer, van mij of van jezelf?” Hij antwoordde: “Ik ben voor mezelf gestorven en in jou tot leven gekomen. Mijn eigen bestaan en mijn eigenschappen heb ik opgeheven en ik ben in jou tot bestaan gekomen. Mijn kennis ben ik vergeten en met jouw kennis wetend geworden. Mijn kracht heb ik uit mijn geheugen gewist en heb mezelf met jouw kracht toegerust. Indien ik van mezelf houd, houd ik van jou.”’
God brengt ons steeds in een situatie om Hem te zien. Of we dat fijn vinden of niet, is niet onze maar Zijn zaak. Hij die over de spiegel van goddelijke nabijheid beschikt, ziet God ook als hij zichzelf ziet. Of, verwijzend naar woorden die door God in het hart van Abu Yazid al-Bistami zijn gefluisterd en zijn opgetekend door Ibn ‘Arabî in zijn Futuhât: Hij die zich in Mijn eigenschappen hult, en zich aan de mensen toont, ziet Mij als ze jou zien; hij die zich naar jou begeeft, begeeft zich naar Mij, en zo gaan de verzen door.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
15
BeZInnIng DOOR: HENK JONGERIUS O.P., DOMINICAAN, AUTEUR EN DICHTER
H
Beeld of verbeelding?
et gebeurt regelmatig dat er schoolgroepen voor een paar dagen bij ons te gast zijn. Een van de hoogtepunten voor hen is dan het zogenaamde ‘broedergesprek’. Zij komen met zijn vijven of zessen op je kamer en hebben dan wat vragen voorbereid. Een van de vragen die altijd gesteld worden, is dan: ‘Wat hebt u voor een beeld van God?’ Ik begrijp hun vraag wel, want mensen hebben nu eenmaal de onuitwisbare behoefte om zich ergens aan vast te klampen. Dat geeft zekerheid en je weet waar je het over hebt. Zo hebben veel mensen een idool, een beeld van iemand die op een heel bijzondere manier iets kan en doet, en er is in ons het verlangen om op een of andere manier op die ander te lijken. Het kan een zanger zijn, een acteur, iemand die in het nieuws is omdat hij of zij bijzondere dingen zegt. Ergens in je hart heb je het verlangen op die mens te lijken, want dan ga je zelf ook wat voorstellen. Een docent op school kan zo’n voorbeeld zijn, iemand die in de politiek of het maatschappelijke leven zijn sporen verdiend heeft en echt ‘iemand’ geworden is … Zo is het ook met ons verlangen om een beeld van God te hebben, want je kunt je daar aan vasthouden, het geeft zekerheid en je weet dan wie jij zelf bent.
16
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
‘Je zult je geen beeld maken …’ In de bijbel lees ik dat wij ons geen beeld van God mogen maken, want als je dat doet loop je de kans er een idool of een afgod van te maken. De werkelijkheid van God laat zich niet in een beeld vangen, maar ontstijgt ons bevattingsvermogen. Als je dat zo tegen die scholieren zegt, dan ontstaat er eerst een soort teleurstelling, want ze verwachten van je dat je als theoloog of kloosterling juist wel een vastomlijnd beeld hebt van God. Ik probeer hen dan ontvankelijk te maken voor het idee dat alles wat wij over God zeggen, tegelijkertijd iets zegt over ons verlangen, ons staan in de wereld. Het is dan heel verhelderend als je in het midden brengt dat wij als mensen ook bepaalde beelden hebben van elkaar. Iemand is nu eenmaal zus of zo, en daar moet je rekening mee houden. Maar het is natuurlijk helemaal waar dat het beeld dat wij van een ander hebben, minstens evenveel over ons zelf zegt; vervolgens is het iets wat je
telkens weer moet bijstellen en veranderen. Door zo’n proces van kijken en je oordeel of zienswijze over een ander telkens bijstellen vanuit je ervaring met hem of haar, ontstaat er uiteindelijk een aanvoelen wie die andere mens is. Dat is niet in een paar pennenstreken vast te leggen of te tekenen. Verbeeldingen Als dat kijken en bijstellen met betrekking tot mensen al het geval is, hoeveel te meer geldt dit dan voor ons verlangen om ons een beeld van God te vormen! Heel geleidelijk wordt het in ons leven duidelijk wat wij bedoelen als wij over God spreken. Wij gebruiken er kwetsbare beelden voor die beantwoorden aan onze ervaring. Mensen die zich in gebed tot God wenden kunnen vaak achteraf tot de bevinding komen dat zij ‘gehoord’ of ‘verhoord’ zijn. In de Psalmen hoor je herhaaldelijk dat mensen Gods werkelijkheid of werkzaamheid ervaren als ‘een zucht van verlichting’, of als een ‘bevrijdende kracht’. Wij horen daar over God spreken in beelden die hem niet vastleggen in een granieten beeld of gouden kalf, maar als een werkelijkheid van licht, geborgenheid, vaste grond onder de voeten of ontvangen levenskracht en energie. Kortom, in al die verbeeldingen van God is het onze eigen ervaring; wij hebben er iets in ervaren dat ons te boven gaat, dat in ons werkt of van belang is voor ons leven. Dat is het bijzondere van onze levenservaring: die laat zich alleen uitdrukken in beelden waarin onze eigen beleving van doorslaggevend belang is. Wij kunnen niet in objectieve woorden God benoemen of vastleggen, maar alleen aarzelend en in beelden iets zeggen over hoe wij ons leven ervaren in de grotere ruimte die ons omgeeft!
Door zo’n proces van kijken en je oordeel of zienswijze over een ander ervaringsgebonden telkens bijstellen, ontstaat er uiteindelijk een aanvoelen wie die andere mens is. Het is niet voor niets dat wij over Jezus lezen in het evangelie dat hij over het koninkrijk van God spreekt in gelijkenissen. Er staat dan veelbetekenend achter: ‘en anders dan in gelijkenissen sprak hij niet tot hen’. Het is hetzelfde als wanneer wij over mensen spreken: ook dan hebben wij slechts kwetsbare beelden en verbeeldingen tot onze beschikking om onze verhouding tot hen onder woorden te brengen en daarin iets te vatten van wie een ander werkelijk is. Beeld van God De joodse schrijver Abraham Heschel heeft geschreven: ‘God is niet een ervaring van de mens, maar de mens is een ervaring van God’. Hij keert het perspectief radicaal om en dat rijmt met wat er in het boek van de schepping geschreven staat dat God de mens schiep ‘naar zijn beeld en gelijkenis.’ Er is geen betere verbeelding van God dan de mens die geroepen wordt om de aarde bewoonbaar en vruchtbaar te maken. Al doende zullen wij derhalve gaan aanvoelen en ondervinden wie God is. In de ervaring dat het leven ‘goed’ is en mensen hun eigen gezicht mogen tonen, komen wij tastenderwijs op de hoogte van Gods werkelijkheid en tegenwoordigheid. In het eerbiedig en respectvol omgaan met elkaar gaan wij langzaam maar zeker beseffen wie andere mensen zijn. Zo is het ook met God. Wij mogen in ons leven ervaren bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
17
dat wij gekend en bemind worden; dat maakt ons bestaan ten diepste gelukkig. De dichter Martinus Nijhoff heeft het eens zo in een sonnet verwoord: Wanneer men kinderen voor een venster brengt, vlak voor een venster, dat het stromend licht hangt in het haar en diep in ’t zacht gezicht, lachen hun ogen alsof God hen wenkt. Ik denk, God is als een vereenzaamd man, die naar de wereld kijkt en keurt haar goed – maar ziet hij kinderen voor een venster, dan lacht hij en wenkt zoals een vader doet. En wie goed luistert naar dit stil gesprek, die zal de woorden in zijn hart bewaren: hij hoort de stem van Gods eenvoudig leven – hij aarzelt lang in het zonnige vertrek, en strijkt zijn kind maar langs de blonde haren en ziet het zonlicht door zijn tranen beven. God, als een vereenzaamde man die op zoek is naar mensen, die hij als zijn kinderen in licht thuis wil brengen: een prachtige verbeelding van het leven in het licht van zijn aangezicht waartoe wij in een stil gesprek zonder woorden worden uitgenodigd.
The fathers love | Lyn DeutsCh | 2009
18
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
CoLUMn DOOR: ROY CLERMONS, GEESTELIJK VERZORGER IN DE PSYCHIATRIE EN LEKENDOMINICAAN
Doe niet zo moeilijk! Ik zit aan tafel tegenover een man van 49. Hij wilde graag een gesprek met me: “Over het leven en hoe dat soms gaat,” zo vertelde hij me in het begin. Ik ken hem al lang, al vanaf dag één dat ik werkzaam ben op de Grote Beek. Zo af en toe (1 á 2 keer per jaar) wil hij een individueel gesprek. Hij zit in een rolstoel, is fysiek erg beperkt door een ernstig brommerongeluk in het verleden. Spreken gaat zeer moeizaam, verstaan doe ik hem nauwelijks. Zijn gedragsproblemen naar aanleiding van dat ongeluk hebben hem in de psychiatrie doen belanden. “Niet moeilijk doen,” antwoordt hij op mijn vraag hoe hij omgaat met zijn leven hier op de Grote Beek. “Het leven gebeurt toch wel, je moet mee,” zegt hij. En zo ontstaat een langzaam gesprek over hem en zijn leven en hoe hij zich daarin beweegt. Ik moet soms wel tien keer gissen naar wat hij zegt en bedoelt. Ik lijk me daar ongemakkelijker bij te voelen dan hij. Met grote donkerbruine ogen kijkt hij me aan en glimlacht. Hij knikt geduldig ja of nee op mijn giswerk en lacht regelmatig wanneer ik de plank mis sla. Natuurlijk is hij boos geweest, ook op God. Op mijn vraag hoe hij God weer teruggevonden heeft zegt hij: “Door met mijn moeder te praten,” en hij lacht weer. “Tevreden,” voegt hij eraan toe. Ik kijk in de fonkelende ogen van een fysiek beperkte en zeer moeizaam sprekende man, die niemand de schuld geeft van wat hem in zijn leven is overkomen en die ook met enige mildheid naar zichzelf kijkt. Die zich niet vastklampt aan beelden over hoe het had kunnen zijn en zich ook niet gek laat maken door het beeld van een weinig rooskleurige toekomst. Zo krijg ik op een maandagochtend om 9.30 uur levenslessen van een man die God terugvond door met zijn moeder te praten. De dooddoener: “Doe niet zo moeilijk,” klinkt uit zijn mond als een levenswijsheid die het waard is om op een tegeltje aan de muur te hangen.
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
19
MIJMerIngen BIJ een gedICHT lied aan de voet van de Berg Jij die voor alle namen wijkt geen weg die in jouw verte reikt geen woord kan jou aanbidden. Jij die niet hoog verheven troont licht dat in nacht en wolken woont een dode in ons midden. Jij komt, wij weten dag noch uur jij gaat voorbij, een dovend vuur een stilte in de bomen. Roepend van ver, stem van dichtbij niet overal niet hier ben jij niet god die wij ons dromen. Geen veilig pad om langs te gaan geen plek geen been om op te staan geen rots om op te bouwen. Geen bron die uit de rotsen breekt geen bloed dat stuwt geen hart dat spreekt geen ziel om in te schouwen. Geen gulden regel, rond getal, geen laatst gericht in dit heelal onwrikbaar onbewogen. Maar mensen die verminkt en klein ontheemd ontkend toch mensen zijn roepend om mededogen. Roepende stilte, verre stem, als jij bestaat, besta in hen, in mensen in ons midden. Wees onbestaanbaar ongehoord, besta in mij, onvindbaar woord niet god die wij aanbidden. Jij die mij kent, jij die mij boeit ik die jou jij noem onvermoeid, en nog niet kan vergeten, zouden wij ik-en-niemand zijn ontheemd ontkend ontroostbaar zijn en van elkaar niet weten? huuB oosterhuis
20
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Wat mijmerend op een winterse namiddag … Kan ik U … jij, jou noemen … niet nu, niet vandaag … U bent voor mij … te groot daarvoor … nu, dit uur … en toch zo dichtbij … dat ik durf … vragen … besta ook in mij … in mij … want ik ben … verminkt … klein … ontheemd … ontkend … ontroostbaar … een mens … tastend en vragend … op weg … naar Jou … Die mij kent ... Die mij blijft boeien ... elly lemmen, pastor Parochie Heilige Vier Evangelisten, Duiven
Hier klinken woorden die beelden afbreken: beelden van god, beelden van mensen. Onze voorstellingen vallen stuk, want God kent geen menselijke maat. Maar onverwachts vaak ongezien vinden wij Zijn spoor in ons tastend hopen. ‘Als jij bestaat, besta in hen’: wees tegenwoordig in mensen ‘verminkt en klein’, wees tegenwoordig in onszelf. Onnoembaar nabij. Onvindbaar eigen. thiJs Caspers, lekendominicaan
Dag jij, met de naam Huub, Wat bedoel je? ‘Jij die voor alle namen wijkt (...)’? De heiligheid van de Naam zelf? Dat je niet weet hoe hem of haar te benoemen? Klinkt mooi, klinkt barmhartig voor mijn zoekende smachtende ziel, en al die andere. Maar er is toch juist een Naam gegeven? Dat het een aparte naam is, oké, dat het een heilige naam is, betekent hetzelfde, wat mij betreft. Maar er is wel een Naam. Een Naam om gekend te zijn, om aangeroepen te worden. Uitgescholden - mag ook. Dat we, ‘verminkt en klein/ ontheemd ontkend toch mensen zijn/ roepend om mededogen’, een adres hebben in een aparte naam. Lijkt mij wel een pad om te gaan, een plek, een been om op te staan, een rots om op te bouwen, een bron, een kloppend hart, een ziel om in te schouwen ... Wij die ‘ik en niemand’ zijn, zijn dat misschien vergeten. Het zou wellicht nog barmhartiger zijn om daarvan te zingen. Dank voor de inspiratie, mijn naam is dieuwKe parlevliet, theologe en kunstenares
God wie ben je, God waar ben je? Een roep vanuit de diepte soms, soms een frustrerende vraag waar geen antwoord op komt. Ik zoek, tast, stamel. Alle woorden schieten te kort, mijn zicht, het gehoor, alle zintuigen zijn niet toereikend. In mijn oor zingt het lied en overdonderend is de kracht van de taal: de hele schepping wordt betrokken, is betrokken. Het lied probeert het ook omgekeerd: wat is God allemaal NIET. Het is net alsof Oosterhuis - net als ik - ergens naar reikt, reikhalzend reikt en ............... nee, ik vul hier geen “mis” in. Of toch wel?, als ik bedenk dat dit woord een dubbele betekenis heeft op deze plek: als bijwoord en zelfstandig naamwoord. En toch. Toch ‘zichtbaar’, toch zo nabij. Toch zó onder ons als we omzien naar elkaar, elkaar liefdevol nabij zijn. Een bede, een hoop, een weerklank, die diep in mij en misschien ook in jou bestaat. Karin BornhiJm, lekendominicanes
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
21
BeZInnIng DOOR: HEIN STUFKENS, FILOSOOF, AUTEUR EN MEDE-OPRICHTER BEZINNINGSCENTRUM LA CORDELLE
A
Verlicht en Verlost
nnemiek Schrijver en ik publiceerden vorig jaar een boek met de titel ‘Verlicht en Verlost’. Onder diezelfde titel geven we dit jaar in mei, rond hemelvaartsdag, een seminar in Huissen. Het boek bevat een briefwisseling over wat de combinatie van christendom en boeddhisme in ons dagelijks leven betekent. Want behalve dat we uit een christelijke (respectievelijk vrijgemaakt gereformeerde en roomse) traditie komen, hebben we inmiddels ook allebei veel waardevols in het boeddhisme gevonden. Annemiek bij de Tibetanen, ik bij de zenmeesters. Op verzoek van de redactie schreef ik enkele gedachten op die de lezer/es van dit blad hopelijk nieuwsgierig maken naar het avontuur van de ontmoeting tussen christendom en boeddhisme. ‘Alle religies zijn waar’ Al lang geleden las ik ‘Het leven van Pi’, dat bizar mooie boek van Yann Martel. Onlangs zag ik ook de prachtige film die naar dat boek gemaakt is. Ik herinner me een fantastische scene uit dat boek die helaas niet in de film terecht is gekomen. Het is een gesprek (nou ja, gesprek…) tussen een imam, een pandit en een katholieke priester. Ze maken elkaar en elkaars godsdienst verbaal af. De kleine Pi, die afwisselend zowel naar de moskee als naar de kerk en de hindoetempel gaat, snapt er niks van. En als de geestelijken eindelijk over zijn vrome jongenshoofdje heen uitgeraasd zijn, zegt hij: ‘Bapu Gandhi zei: “Alle religies zijn waar.” Ik wil gewoon God
22
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
liefhebben …’ Misschien spreekt die scene me zo aan, omdat ik als jongetje van twaalf tijdens de godsdienstles ook al niet kon geloven dat het roomse geloof het enige ware was. In Vlaanderen, waar ik later terecht kwam, zeiden ze: ‘Ieder wordt zalig in zijn eigen geloof.’ Dat sprak me meer aan. Maar intussen heb ik zelf ook al ontdekt dat er niet één waarheid is en heb ik al ruim gedronken uit andere bronnen, vooral het (zen) boeddhisme. Overigens heeft het begrip ‘waarheid’ me nooit echt geboeid. Ik ben meer geboeid door ‘de werkelijkheid’, en door het feit dat die door ieder op zijn of haar eigen wijze wordt waargenomen en beleefd. Dat geldt ook voor de wer-
kelijkheid die we gemakshalve maar ‘God’ noemen, maar die eigenlijk, zoals Eckhart al zei, een onnoembaar mysterie is. Het huis met de vele vensters Aanhangers van een godsdienst nemen die goddelijke werkelijkheid waar op de manier zoals deze hen binnen die godsdienst – vaak al van jongs af aan – is aangereikt. In de jaren ’90 mocht ik eens voor de IKON de theoloog Raimon Panikkar interviewen. Panikkar (1918-2010) was een jezuïet. Hij had een hindoe-vader uit India en een katholieke Spaanse moeder. De dialoog tussen de godsdiensten was levenslang zijn passie. In dat interview zei hij het volgende. ‘We zien de wereld door een venster. Ik zie mijn eigen venster niet. Mijn buurman moet me vertellen: “Jij kijkt door een venster.” En ik zeg tegen hem: “Jij kijkt door een venster.” Dan gaan we vergelijken. Ik kan niet ontkennen dat ik zie wat ik door mijn venster zie. Ik kijk niet door het venster van mijn buurman. Maar als ik hem liefheb, en dat kan geen kwaad, moet ik wel luisteren naar zijn beschrijving van wat hij ziet. Zo ontdek ik dat de ander niet dezelfde wereld ziet als ik. Maar ik ontdek ook dat ik niet de hele wereld zie. Dus tenzij hij gek is of ik een fanaticus ben en niet geluisterd heb (en Paulus heeft gezegd dat geloof begint bij luisteren), hoor ik de ander iets vertellen over de werkelijkheid die hij door zijn venster ziet.
En dan zeg ik: “De wereld is nog veel mooier dan ik dacht.” Daar begint de interreligieuze dialoog. We kunnen van elkaar leren en de religies kunnen elkaar wederzijds bevruchten. Maar als we die bevruchting tot stand willen brengen moeten we elkaar liefhebben en geen culturele of religieuze voorbehoedmiddelen gebruiken. Je moet elkaar kennen en liefhebben en van elkaar leren.’ Intrareligieuze dialoog Nu gaat Panikkar nog een stapje verder. Hij zegt dat zo’n interreligieuze dialoog eigenlijk alleen kans van slagen heeft als het ook, zoals hij dat noemt, een ‘intrareligieuze dialoog’ is. En daarmee bedoelt hij dat we in de ontmoeting met de ander ook bereid moeten zijn bij onszelf te rade te gaan en onze eigen opvattingen te herzien in het licht van wat de ander ons toont. Een boeddhist als Thich Nhat Hanh, op wiens altaar in Plum Village zowel een afbeelding van Jezus als een van Boeddha staat, deelt die opvatting volkomen. In zijn boek ‘Boeddha leeft, bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
23
Onwetendheid is de beste weg als je wilt komen tot een echt contact met de werkelijkheid. Dat betekent dat je niet aan zo’n dialoog begint om te onderwijzen of te preken, maar om te leren.’ Het seminar dat wij in Huissen geven staat in het teken van die ‘intrareligieuze’ dialoog. We kijken, zoals we dat ook in ons boek deden, naar wat wij hier in onze westerse christelijke cultuur van de boeddhisten kunnen leren en wat dat betekent voor ons leven en onze geloofsbeleving. Ik kan uit eigen ervaring alvast beamen wat de trappist en zenmeester Jeroen Witcam antwoordt op de vraag wat zen voor een christen kan betekenen. Zijn antwoord is: ‘Het kan hem helpen de diepte van zijn bestaan te openen voor de God die hem liefheeft.’
VerliCht en Verlost door AnnemieK SChriJver en Hein StufKens UitgeveriJ ten Have, 2012
Christus leeft’ schrijft hij: ‘De allerbelangrijkste voorwaarde voor een interreligieuze dialoog is dat de dialoog eerst in onszelf begint.’ De dialoog heeft geen zin als we alleen leerstellingen uitwisselen, over verschillen of overeenkomsten discussiëren en compromissen sluiten. Dat lijkt meer op een internationale conferentie, zegt Panikkar, waarin je de belangen van jouw land behartigt. De intrareligieuze dialoog daarentegen raakt je eigen diepste wezen. En in die dialoog staat niet van tevoren vast wat je wél of niet mag geloven of wat je zéker weet. Panikkar: ‘We komen eerder tot eenwording vanuit onze onwetendheid dan op grond van alles wat we weten.
24
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Een voorbeeld Steeds meer mensen in het westen laten zich uitnodigen om eens door het venster van de boeddhisten te kijken. Alleen al in Nederland zeggen zo’n 1,5 miljoen mensen dat ze op een of andere wijze inspiratie ontlenen aan het boeddhisme. Die mensen worden niet allemaal boeddhist natuurlijk. Het is ook niet de bedoeling van het kijken door elkanders venster dat je van godsdienst verandert. Ghandi zei tegen een chris-
De allerbelangrijkste voorwaarde voor een interreligieuze dialoog is dat de dialoog eerst in onszelf begint. Een dialoog heeft geen zin als we alleen leerstellingen uitwisselen, over verschillen of overeenkomsten discussiëren en compromissen sluiten. Dat lijkt meer op belangenbehartiging.
Als we de wederzijdse bevruchting van religies tot stand willen brengen, moeten we elkaar liefhebben en geen culturele of religieuze voorbehoedmiddelen gebruiken. ten die hindoe wilde worden: ‘Je moet alleen maar een beter christen worden!’ Voor mij heeft de ontmoeting met het boeddhisme inderdaad geleid tot een verrijking van mijn visie op en beleving van de christelijke traditie die ik meekreeg. Ik wil deze bijdrage graag afsluiten met één voorbeeld. Zoals zovelen heb ik grote moeite met de hele kerkelijke leer over dat wij verlost zijn door het kruisoffer en het bloed van Christus. Ook het hele idee van een goddelijke Vader die zich alleen maar met de zondige mensheid kan verzoenen door zijn zoon de marteldood te laten sterven stuit mij tegen de borst. Van het boeddhisme leer ik het lijden te zien, niet als een straf van God voor onze zondigheid, maar als een integraal
deel van het bestaan in een wereld van vergankelijkheid. Leven is lijden, dat is de eerste van de vier grote inzichten (‘edele waarheden’) van Boeddha. Door het lijden werkelijk aan te kijken kunnen we de kwaliteit van mededogen ontwikkelen. Dat is één van de vier kwaliteiten van een ‘verlichte’, naast gelijkmoedigheid, medevreugde en liefdevolle vriendelijkheid. De lijdende Jezus staat nu voor mij symbool voor het onnoemelijk lijden van zovelen, door de eeuwen heen, ja, voor al het menselijk leed. Meditatie helpt mij om mij niet van dat leed af te wenden, maar te zien wat is en mijn hart te openen. Wanneer ik mij door dat lijden laat raken, word ik verlost van mijn ego dat zich liever afwendt en zegt: wat heb ik daarmee te maken? Zo kan ik beamen dat hij Verlosser is en valt alle dogmatiek rond de erfzonde en het verlossend bloed van Christus van mij af.
Retraite: Verlicht en Verlost
• Donderdag 9 mei – donderdag 11 mei 2013 • Zie ook de agenda op blz. 38/39 • Meer informatie www.kloosterhuissen.nl
(advertentie)
Neem nu een jaarabonnement op Geloven Onderweg voor slechts € 15,– of ontvang een gratis cd of boek
➤
dominiCaans tiJdsChrift voor G E L O V E N
zie blz. 37
BEZINNING, BEZIELING EN BEWEGING
O N D E R W E G
V E R S C H I J N T
4X
bezinning bezieling beweging
–
P E R
J A A R
nr 1 • 2013 geloven onderweg
25
eSSaY OVER JOKE HERMSEN, FILOSOFE EN AUTEUR DOOR: AALT BAKKER, DIRECTEUR DOMINICANENKLOOSTER
J
Om bezield te raken moet je leren wachten
oke H. Hermsen (1961) studeerde Frans en filosofie. Ze schreef diverse romans en essaybundels. In 2009 verscheen de bestseller Stil de tijd, pleidooi voor een langzame toekomst. In 2010 schreef zij voor de maand van de spiritualiteit het essay Windstilte van de ziel. Begin 2013 gaf zij in Huissen een indrukwekkende lezing tijdens het symposium over stilte. In juni 2013 geeft zij samen met Henk van der Waal een filosofische week over de verbinding tussen de ziel en de tijd. De kloktijd bepaalt ons leven “Er zijn in ons leven amper lege minuten meer. Onze hersenen kunnen niet meer ontfocussen. Er zijn neurologen die zeggen dat onze hersenen voortdurend tegen overspannenheid aanzitten. Je ziet het ook aan de kinderen. Als mijn jongste zoon twee uur achter de computer heeft gezeten, is hij opgewonden en sneller geïrriteerd. De jongeren hebben een lenige geest, maar op een gegeven moment is het op, het brein is op, de geest is op, het uithoudingsvermogen is op. Er worden twee miljoen recepten per jaar uitgeschreven aan kalmeringsmiddelen, antidepressiva en slaappillen. Stress is volksziekte nummer 1. Heel veel mensen hebben concentratieproblemen, zelfs hele jonge kinderen al. Er is niet voor niets een epidemie van ADHD”.
26
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
“Voor de oude Grieken had de tijd twee gezichten. Er was de kronos, waarvan chronologie is afgeleid. Dat is de meetbare tijd, de kloktijd, die af te lezen is met zonnewijzers en kalenders. Daarnaast was er de kairos, de innerlijke tijd, die je ervaart als je ontspant en je leven op zijn beloop laat. Innerlijke tijd heeft te maken met de ziel. De ziel kent geen kloktijd. De kloktijd bepaalt ons leven. Kloktijd verdoezelt de innerlijke tijd, die te maken heeft met diepere lagen van onze persoonlijkheid.” “We zijn de kunst van de trage wellevendheid hard aan het verleren. We hebben het allemaal zo enorm druk. We hollen van afspraak naar afspraak. Als we thuis komen, gaan de apparaten aan. Dat is keihard werken voor onze hersenen, omdat ze al die beelden moeten decoderen. Er is niets vermoei-
ender voor je brein dan zappen. We komen niet meer tot rust. Als je niets doet, als je niet doelgericht bent, dan kom je tot rust en ontfocussen onze hersenen. En die rust is - dat zeiden de Grieken al - een voorwaarde voor creativiteit en voor kritisch denken”. “Voor de Franse filosoof Henri Bergson is de innerlijke tijd ook de tijd van het ethisch bewustzijn. De mens die alleen nog maar in kloktijd functioneert, verdingelijkt en verliest zijn menselijkheid. Hij wordt egocentrisch, cynisch en onverschillig en verdedigt alleen zijn eigen belangen. Daar zie je in de huidige maatschappij een aantal elementen van, en niet alleen in de top van de financiële wereld”. Contact met onze ziel “De mens is teveel ik geworden, teveel hoofd en ratio. Maar het is tijd om de ziel, ook in filosofisch opzicht weer de aandacht en zorg te geven die zij verdient. De tak van filosofie waar ik me bij thuis voel, stelt de mens centraal en stuit daarmee onvermijdelijk op een surplus, op iets dat je niet kunt benoemen, iets dat onzegbaar is. Zodra je de weg van het onzegbare surplus van de mens inslaat, bewandel je ook de weg van de ziel. Zodra je de ambities en belangen van je bewuste ik opzijzet door een pas op de plaats te maken, door rust te nemen, of door je even op niets doelmatigs of nuttigs te richten, vind je bijna als vanzelf de ziel op je pad. “Als je langzaam los raakt van de druk van het dagelijkse leven, dan opent zich iets, van binnen. Dat noem ik de innerlijke tijd, of het diepere zelf. Je kunt het ook de ziel noemen. Ons contact met onze ziel is schaars geworden. De ziel
gedijt niet op kloktijd, maar op innerlijke tijd. Op zielsniveau deel je ontroering en mededogen. De ziel laat zich voeden als je oprechte aandacht hebt voor anderen. Daar schort het momenteel nogal aan; we hebben zapaandacht, we kunnen niet langdurig ergens meer bij stilstaan”. “Maar als je lang aan het wandelen bent, of dagdroomt, of muziek luistert, voel je dat je verruimt. Wandelen en filosoferen gaan uitstekend samen, dat wisten denkers als Kant, Montaigne en Nietsche al. Wandelen is een vorm van luchten van de ziel. Iedereen kan zijn ziel ervaren, als je rust neemt. Als je pas op de plaats maakt, even niet op prestatie en activiteit gericht bent. Wat we nodig hebben is meer innerlijke dialoog met onze ziel. Dat doe je door in alle rust jezelf vragen te stellen. Hoe gaat het met me? Hoe gaat het met mijn geliefden in mijn leven en is dit het leven dat we willen? En hoe is het met de wereld?”
De kloktijd verdoezelt onze innerlijke tijd, die te maken heeft met diepere lagen van onze persoonlijkheid. Deze innerlijke tijd opent zich, als je langzaam los raakt van de druk van het dagelijkse leven. Religare De ziel heeft ook iets met religie te maken, maar dan in de breedste zin van het woord. Religie komt van religare, dat verbinden betekent. De ervaring van de ziel brengt ons in verbinding met een laag van ons zelf, waarvan we bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
27
ons meestal niet bewust zijn. Een laag die we vergeten zijn, maar die waarschijnlijk de belangrijkste inspiratiebron voor de mens is. Religies kunnen een rustplaats bieden waar de mens tot reflectie en introspectie kan komen. Het maakt mij niet zoveel uit of dit ‘God’ of ‘dieper zelf ’ of wat dan ook wordt genoemd, zolang we op grond van die opvatting maar geen heilige oorlogen beginnen. De kerk heeft niet meer de exclusiviteit om over de ziel te praten. De ziel is al tijden gekaapt door esoterische stromingen, terwijl theologische en kerkelijke opvattingen de ziel naar het rijk der fabelen hebben verwezen. Sinds de Verlichting durfden de filosofen het woord filosofie ook niet meer in de mond te nemen.
Spiritualiteit betekent voor mij de filosofische aandacht voor dat onzichtbare en onmeetbare surplus aan menselijke ervaring: de mens is altijd meer dan hij denkt te zijn. Filosofie kan ook dienen als vorm van spiritualiteit of zingeving. Spiritualiteit betekent voor mij de filosofische aandacht voor dat onzichtbare en onmeetbare surplus aan menselijke ervaring. De mens is altijd meer dan hij denkt te zijn, en dat surplus herbergt als het ware de creatieve bron van ons diepste zelf. Deze ligt echter verscholen onder dikke lagen van dagelijkse drukte en tal van bezigheden, die bepaald worden door de kloktijd.”
28
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Soulfulness “Het zorgdragen voor de ziel was volgens de oude Grieken de belangrijkste taak van de mens, omdat alleen vanuit de ziel iets nieuws tot leven gewekt kan worden. De ziel verdient daarom alleen al onze aandacht. Ik pleit dan ook voor soulfulness in plaats van mindfulness en voor een evenwicht tussen de kloktijd en de innerlijke tijd”.
Enige woorden over de ziel van Wislawa Szymborska Een ziel heb je zo nu en dan. Niemand heeft haar ononderbroken en voor altijd. Dagen en dagen, jaren en jaren kunnen zonder haar voorbij gaan. Soms verwijlt ze alleen in het vuur en de vrees van de kinderjaren wat langer bij ons. Soms alleen in de verbazing dat we oud zijn. Zelden staat ze ons bij tijdens slopende bezigheden als meubels verplaatsen en koffers tillen of een weg afleggen op knellende schoenen. Bij het invullen van formulieren en het hakken van vlees heeft ze doorgaans vrij. Aan een op de duizend gesprekken neemt ze deel, maar zelfs dat is niet zeker, want ze zwijgt liever. Wanneer ons lichaam begint te lijden en lijden, verlaat ze stilletjes haar post.
Ze is kieskeurig: ze ziet ons liever niet in de massa, walgt van onze strijd om maar te winnen en van ons wapengekletter. Vreugde en verdriet zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens. Alleen als die twee zijn verbonden, is ze bij ons. We kunnen op haar rekenen wanneer we nergens zeker van zijn, maar alles willen weten. Wat materiële zaken betreft houdt ze van klokken met een slinger en van spiegels, die vlijtig hun werk doen, ook wanneer niemand kijkt. Ze vertelt niet waar ze vandaan komt en wanneer ze weer van ons verdwijnt, maar lijkt zulke vragen beslist te verwachten. Het ziet er naar uit dat net als wij haar zij ons ook ergens voor nodig heeft.
Filosofische week: de verhouding tussen ziel en tijd
Van wie is de tijd? Waarom worden we steeds meer geplaagd door een gebrek aan en een versnelling van tijd? Hoe wordt er in de filosofie over de tijd nagedacht? We lezen onder meer teksten van Henri Bergson, Ernst Bloch, Virginia Woolf en Marcel Proust. Daarnaast komt ook het ervaren van tijd ruimschoots aan bod. Vervolgens staan we uitvoerig stil bij de mogelijkheid van het ontwerpen van een filosofische levenshouding, waarin het onbestemde, het zelf of de ziel nadrukkelijk in het spel worden gebracht. Deze workshop onderzoekt de filosofische notie van het onbestemde of de ziel in het werk van diverse auteurs (Plato, Bergson, Nietzsche, Weil) en probeert tevens de filosofische en existentiële draagwijdte ervan te bepalen. In hoeverre heeft de ziel of het onbestemde met de ervaring van een innerlijke tijd te maken? Waarom noemde Nietzsche de fase die voorafgaat aan elk creatief proces ‘de windstilte van de ziel’? • Zaterdag 15 juni 10.30 uur – donderdag 20 juni 2013 10.30 uur • Zie ook de agenda op blz. 38/39 • Meer informatie www.kloosterhuissen.nl
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
29
eSSaY DOOR: RICK TIMMERMANS, FREELANCE JOURNALIST EN SCHRIJVER
I
Stilte in de benedictijnse spiritualiteit
n de benedictijnse spiritualiteit is stilte een belangrijke grondtoon. Benedictus schreef veel stilte voor, zodat de monnik zichzelf, God en de ander beter leerde kennen. Dat uit zich vooral in twee aspecten: zwijgen tijdens het spreken en meditatie. Voordat Benedictus kloosters ging stichten, woonde hij drie jaar in eenzaamheid en stilte in een grot. Omdat hij niet meegesleurd wilde worden in het morele verval van zijn tijdgenoten, koos hij voor een leven van afzondering en stilte. Omdat hij innerlijk vrij wilde worden, leefde hij drie jaar als kluizenaar. Vrij van de valse ideeën die hij over zichzelf had, vrij om God te kunnen ontmoeten en vrij om werkelijke ontmoetingen met andere mensen mogelijk te maken. Want dat is wat stilte en eenzaamheid zoeken doen. Stilte maakt innerlijk vrij. De stilte leert wie wij werkelijk zijn, wie God is en wie de ander. Streven naar stilte Het is dan ook niet opmerkelijk dat Benedictus in zijn spiritualiteit stilte tot een van de drie hoofddeugden benoemt. Behalve op nederigheid en gehoorzaamheid bouwt Benedictus zijn kloosters op stilte.
30
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Hij schrijft in zijn regel: “Monniken streven op ieder moment naar stilte”. Tijdens het werk, het eten, vooral ook gedurende de nacht, maar ook tijdens gemeenschappelijke activiteiten. Ja, zelfs in het spreken. Bij monniken leeft een verlangen naar een echt en zuiver leven en dat is voor velen een herkenbaar verlangen. Maar hoe vaak lukt het om echt en zuiver te leven? Benedictus was een kenner van de menselijke natuur en moet geweten hebben hoe moeilijk het is dit verlangen in praktijk te brengen. De menselijke zwakte was voor hem reden om aan zijn monniken zoveel mogelijk stilte voor te schrijven. Want in het gevecht om een echt en zuiver leven is stilte gereedschap dat niet mag ontbreken. Benedictus wil namelijk dat zijn monniken in stilte leven. En hij wil dat, omdat ze in stilte vrede en rust vinden met zichzelf. Want alleen als ze in vrede leven met zichzelf, is er ruimte om God en de ander in hun hart te sluiten.
Want alleen voor wie in vrede leeft met zichzelf is er ruimte om God en de ander in zijn hart te sluiten. In de benedictijnse spiritualiteit kent de stilte twee belangrijke aspecten, die om beurten in elkaar overvloeien en elkaar versterken. De eerste is de stilte tijdens het spreken en de tweede is de stilte van de meditatie. Een wachter Hoofdstuk 6 van de Regel van Benedictus gaat over die eerste vorm van stilte. Dit hoofdstuk draagt de titel: zwijgzaamheid. Er staat: “Laten wij doen wat de profeet zegt: ‘Ik sprak: Mijn wegen zal ik bewaken om niet te zondigen met mijn tong. Ik heb bij mijn mond een wacht gesteld; ik heb niet gesproken, maar ben bescheiden geweest en zelfs over goede dingen heb ik gezwegen’.” Veel in de spiritualiteit van Benedictus draait om luisteren. Luisteren naar de ander, naar jezelf en naar God. Daarbij hoort natuurlijk het vermogen te zwijgen, maar zelfs met dat op de achtergrond klinkt dit vers vreemd in de oren. Benedictus adviseert zijn monniken een wachter voor de mond te plaatsen. En bovendien zelfs te zwijgen over de goede dingen. De wachter is in dit geval eerder een grenspost of een rood verkeerslicht dan een agent die de weg verspert. Een grenspost bovendien met een missie. Alle uit het hart opkomende gedachten die het lichaam willen ontsnappen, een vraag stellen voordat ze onherroepelijk uitgesproken worden. ‘Weet
je zeker dat je dit nu wilt zeggen?’ De wachter bij de mond helpt om afstand te nemen van gevoelens en gedachten. Pas als de woorden goed bevonden zijn, misschien gecorrigeerd en de scherpe randjes eraf geslepen zijn, laat de wacht de gedachte of het advies door. De wachter zorgt ervoor dat wij goed luisteren naar onszelf en stelt ons de vraag of wij wel goed geluisterd hebben naar degene tot wie wij ons willen richten. De wachtpost zorgt ervoor dat ons verlangen om de ander te helpen, te bemoedigen of op te bouwen, een zuivere weg zonder vervormingen naar buiten vindt. En of het de ander überhaupt wel bemoedigt. Benedictus prent zijn monniken niet voor niets is: “En zelfs over de goede dingen heb ik gezwegen”. Dit zwijgen leidt tot vrijheid. Je flapt niet alles eruit wat in je opkomt. Degene die zijn hartstochten en impulsen beheerst, is de vrije mens. Bedenk eens hoe prettig een teamoverleg of een vergadering dan wordt. Niet iedereen hoeft per se zijn zegje te doen en een inbreng te hebben. Er wordt geluisterd naar elkaar en alleen als het strikt noodzakelijk is, maakt iemand zijn punt. Weg met het ellenlange gezwets. Spreken wordt pas een zegen, als je er niet meer op uit bent de ander te overtroeven en je koste wat kost je eigen gelijk wilt halen. Spreken is een zegen, als je de ander wilt dienen met jouw woorden. Isaak van Nineve, een theoloog uit de kerk van het oosten, zegt daarover: “Zij die behagen scheppen in een overvloed aan woorden, zijn van binnen leeg, ook al zeggen ze nog zulke mooie dingen.”
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
31
Spreken wordt pas een zegen, als je er niet meer op uit bent de ander te overtroeven of je eigen gelijk te halen, maar juist de ander met jouw woorden te dienen. God zoeken Het tweede aspect van de stilte binnen de benedictijnse spiritualiteit, is het meditatieve leven. Mediteren met een doel voor ogen dat Benedictus in hoofdstuk 58 van de Regel formuleert als: “dat de monnik werkelijk God zoekt”. Deze vorm van stilte vindt in het monastieke leven een ingang in het getijdengebed, waarvoor de monniken zeven keer per dag in de kapel bijeenkomen. Uit de psalmen klinkt een oproep, namelijk de roep om dichter bij jezelf te gaan wonen. Ook dat is op het eerste gezicht misschien een opmerkelijke oproep voor een monnik die als doel heeft dat hij God zoekt. Waarom moet de Godzoeker dan bij zichzelf gaan wonen? Die term ‘bij zichzelf gaan wonen’, opperde Bieke Vandekerckhove vrijdag 4 januari 2013 in de stiltebijlage van dagblad Trouw. Vandekerckhove heeft een ernstige spierziekte en leerde daar onder andere door zen en de benedictijnen haar weg mee te gaan. Ze zegt in het interview: “Vanuit dat bij jezelf wonen leer je dat je, wil je God leren kennen, eerst jezelf moet leren kennen. Over God kunnen ze je van alles wijsmaken, over jezelf niet.” Toorn en hebzucht In het boek De woestijn zal bloeien doet Henri Nouwen over het bij jezelf gaan
32
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
wonen een boekje open aan de hand van het leven van de heilige Antonius, die geboren werd in 251 na Christus, in Egypte. Als Antonius achttien is, hoort hij in de kerk de woorden: “Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.” En zo geschiedde. Nouwen beschrijft dat deze heilige uiteindelijk de woestijn in trekt en dat de stilte en de eenzaamheid hem allereerst dwingen een gevecht aan te gaan met zichzelf. Het gevecht tegen toorn en hebzucht. De toorn en hebzucht zijn waarden van alle tijden die echt leven in de weg staan. Nouwen legt die begrippen voor ons uit. Toorn betekent dat je je zelfbeeld haalt uit wat anderen van je vinden en hebzucht is het halen van je zelfbeeld uit de spullen die je hebt en het geld waarmee je spullen kunt kopen. Toorn en hebzucht zijn twee gevaarlijke leugens die het zicht belemmeren op wie wij werkelijk zijn. Nouwen heeft dat ook ervaren in zijn leven en daarover schrijft hij: “In de eenzaamheid laat ik alles vallen wat me overeind kan houden: mijn vrienden, mijn telefoon, mijn vergaderingen, mijn muziek of boeken. Er blijft enkel mezelf: mijn naakte ik, – kwetsbaar, zwak, onzuiver, ontwricht en gebroken. Niets anders. En ik sta nu oog in oog met deze leegte. […] Nauwelijks heb ik besloten om in de woestijn van mijn hart te verblijven, of allerlei vreemde en niet in de hand te houden gedachten en voorstellingen komen in mij op en spelen als apen in een bananenboom.
Nu laten toorn en hebzucht zich zien in al hun afzichtelijkheid. Ik ben nijdig tegen mijn vijanden en heb zinnelijke dromen waarin ik rijk, invloedrijk en verleidelijk ben; en dan weer voel ik me arm en lelijk, en snak naar een beetje genegenheid.”
In de monastieke traditie worden de stilte en de eenzaamheid ook wel de woestijn genoemd. Een oaseloze, dorre plek en tegelijk ook een plek voor bevrijdend nieuw leven. In de monastieke traditie worden de stilte en de eenzaamheid ook wel de woestijn genoemd. En soms voelt dat heel letterlijk zo. Een dorre plek en nergens een oase te bekennen. Maar de woestijn is ook een plek voor nieuw leven. De stilte is niet alleen beangstigend, ze is ook bevrijdend. Zoals bij Antonius. Met hem gebeuren twee dingen in die woestijn. Hij moet aan de ene kant allerhande beproevingen het hoofd bieden, maar hij ontmoet ook de God die hem nieuw leven geeft.
blijven staan. Je bent nog als een fles met water en zand die troebel is, nadat je hem hebt geschud. Maar zet de fles terug op zijn plek en elke dag wordt het water helderder. Totdat je er helemaal doorheen kunt kijken. In een leven duurt dat vaak wat langer, meestal een heel leven. Maar net zoals in de fles het water met de dag helderder wordt, zo wordt in het leven het zicht op de eenheid met jezelf, God, de wereld en de ander steeds duidelijker. Toorn en hebzucht verdwijnen niet, maar worden minder krachtig. Uiteindelijk creëer je in het binnenste van je ziel een draagbare kloostercel, waar, zoals Benedictus voor ogen heeft, voortdurend naar God gezocht kan worden en hij zich in vreugde openbaart. Stilte is, zoals de heilige Antonius zegt, strijd en ontmoeting – onkruid wieden en in volle glorie bloeien.
Relaxed Radicaal Zomerretraite De weg van vreugde en vrede • Vrijdag 5 juli – zondag 7 juli 2013 • Zie ook de agenda op blz. 38/39 • Meer informatie www.kloosterhuissen.nl
Alleen De stilte en het alleen zijn stellen eigenlijk steeds een vraag die tegelijk het antwoord in zich draagt. Dit mysterie is samengevat in het woord alleen. De vraagt luidt namelijk: ben je al-één? Één met jezelf, met de wereld om je heen, met de schepping, met de tijd? Ben je al-één met God? En het is het woord zelf dat ook het antwoord geeft. Ja, je bent al-één. Maar zolang je dat nog niet ervaart, moet je langer stil
bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
33
eSSaY OVER JAKOB VAN WIELINKS BOEK ‘OMGAAN MET VERLIES’ DOOR: CECILE HENDRIKS, JOURNALISTE
R
Rouw is de achterkant van liefde
ouw is meer dan alleen de pijn van verlies. Het is de achterkant van liefde. Rouw laat je stilstaan bij datgene wat je liefhad, diegene die je lief hebt gehad en de vreugde die je hebt ervaren. “De manier waarop je omgaat met verlies, laat zien hoe je met je leven en jezelf omgaat”, ontdekte Jakob van Wielink. In juni begeleidt hij een driedaagse bijeenkomst in het Dominicanenklooster waarin hij samen met de deelnemers hun verhalen over rouw in perspectief brengt. Rouw koppelt gemis aan verlangen Het woord ‘rouw’ koppelen velen aan het overlijden van een dierbare. Van Wielink niet, hij laat het veel meer omvatten: “Rouw gaat over een bron van pijn waar je ook hechting, liefde en plezier aan hebt ervaren. Het gaat om gemis en verlangen”, stelt hij. “Je kunt rouwen om ontslag, een echtscheiding en ook over de dood van iemand van wie je hield. Rouw is het innerlijke proces dat op gang komt door verlies van betekenisvolle mensen, relaties en dingen.” Als tiener kon Van Wielink (38) zich al verwonderen over het onvermogen van mensen om met rouw om te gaan en de manier waarop eenzaamheid hen, en hemzelf, in de greep kon houden. “Die schuring tussen kwetsbaarheid en verwerping van pijn, die heeft me altijd beziggehouden”, zegt Van Wielink. “Op
34
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
die manier is rouw verbonden geraakt met mijn levensverhaal.” Steun bij veranderingsprocessen Sinds een aantal jaren begeleidt hij anderen in hun veranderingsprocessen. “De poorten openzetten naar bezieling en samenwerking, dat is mijn doel”, legt hij uit. “Ik wil mensen ondersteunen bij het vinden van een plek voor hun rouwproces in het dagelijks leven, want van daaruit kan er weer vreugde ontstaan voor het leven en het werk.” In zijn werk als coach komt hij regelmatig managers tegen die vastlopen: “‘Ik heb conflicten met mijn werknemers en ik wil mijn productienorm halen, dus moet ik van het gezeur af’. Dat zijn de boodschappen waarmee ze binnenkomen. Uiteindelijk blijkt bijvoorbeeld dat de manager niet stil heeft kunnen staan bij zijn echtscheiding en worstelt met het feit dat hij
zijn kinderen nooit meer ziet”, vertelt Van Wielink. “Aangezien hij van huis uit heeft meegekregen door te blijven gaan wat er ook gebeurt, kan hij niet luisteren naar zijn eigen pijn of die van anderen. Het blijkt dat dit de bron is van de conflicten die hij ervaart met zijn werknemers.” Rouw tonen vraagt lef Er is moed voor nodig om te erkennen dat je rouwt, ervaart de verliesdeskundige. In de maatschappij is er volgens hem steeds minder ruimte voor verlies. “Ik ben nog niet zo oud dat ik een vergelijking met ‘vroeger’ kan maken. Maar in mijn beleving wordt de illusie in onze samenleving steeds groter dat alles, inclusief succes, maakbaar en controleerbaar is. Daar verzet ik me tegen”, zegt hij ferm. Het is duidelijk dat de getogen Brabander zich hierover druk maakt. “Datgene wat mensen creëren en wat ze liefhebben, eindigt allemaal. Organisaties worstelen met dat gegeven. Er is geen ruimte voor depressie en ADHD, of de wanhoop van werknemers bij reorganisaties. Maar er is wel een schreeuwend verlangen in mensen om in de volheid van het leven aan het daglicht te komen, ook op het werk.” Van de pijn af bewegen In het dagelijks leven bewegen veel mensen weg van de pijn die ze hebben. “Er hangt vaak veel schaamte om het rouwproces heen”, vertelt Van Wielink. Mensen hebben het geloof te moeten blijven presteren, in huis en op het werk. Maar de pijn zorgt er bijvoorbeeld voor dat ze zich minder kunnen concentreren, zich afzonderen, of kribbig reageren. De meesten willen weten wanneer het moment komt dat ze het weer goed zullen hebben, ze willen van de pijn af. “Maar,” zegt Van Wielink,
“eerst moeten ze de uitdaging aangaan om de pijn onder ogen te komen.” Wanneer het licht aan de horizon zal dagen? “Er zit geen logische volgorde in het omgaan met verlies”, zegt hij. “Er is geen duidelijk patroon, of een universele tijdspanne voor rouw.” “Ik ben zelf ook een ‘van-de-pijn-wegbeweger’”, geeft hij glimlachend toe. Toen zijn ouders scheidden, stond de negentienjarige Van Wielink zichzelf niet toe te rouwen: “Ik koppelde mijn verlies aan idealen en het geloof in de liefde niet aan de echtscheiding van mijn ouders”, legt hij uit. “Ik trok me terug en sloot me op in mijn eigen eenzaamheid, terwijl ik verlangde naar verbondenheid.” Van Wielink is zich ervan bewust dat dit beeld van een eenzame jongen bijna haaks lijkt te staan op zijn zelfverzekerde voorkomen. “Ik ben uitermate uitbundig, maar in mij woont nog steeds een klein jongetje dat eenzaam en bang is”, lacht hij. Achter de meest krachtige en joviale personen schuilt vaak een bangelijk kind, weet de trainer. Van het leven zelf leerde Van Wielink om te gaan met het eenzame kind in hem. “Dat jongetje is er nog steeds”, vult hij aan. “Ik ontmoet hem iedere dag. Als ik voor een grote groep mensen ga staan om hen toe te spreken, dan kan ik dat bange jongetje op schoot nemen.” bezinning bezieling beweging
–
nr 1 • 2013 geloven onderweg
35
Het leven is een slingerbeweging Voor Van Wielink is het dagelijks leven, net als voor de meesten, een slingerbeweging waarbij hij continu heen en weer beweegt tussen de focus op rouw en herstel, verlies en vreugde. In het programma Persoonlijk verlies in perspectief wil hij mensen laten ontdekken dat ze niet dat kleine kind zíjn, zoals ze ook niet de rouw zíjn. Met andere woorden: je bent méér dan het kind in je of het verlies dat je bij je draagt. Het is niet noodzakelijk je hele identiteit. Rouw inbedden in je levensverhaal “Als volwassene kun je verantwoordelijkheid nemen voor het levensverhaal dat je schrijft”, legt Van Wielink uit. “Je kunt je identificeren met je rouw, maar je kunt ook proberen een uitgebreider verhaal over jezelf te vertellen.” Tijdens het programma mogen de deelnemers hun verhalen delen. “Ieder mens heeft unfinished business. Het is mijn doel om te helpen dat in mildheid onder ogen te komen. We proberen de pijn te omarmen. Mensen zullen ervaren dat alle verhalen elkaar raken en dat hetgeen verdriet heeft gedaan, ook voor vreugde kan zorgen.” Voor Van Wielink is het Dominicanenklooster de ideale ruimte om te werken
met dit thema. In 2010 trad hij in bij de Norbertijnen van de Abdij van Berne in Heeswijk. Een jaar lang ervoer hij hoe de sfeer in het klooster alle schema’s onderuit haalde die hij in zijn hoofd gemaakt had over hoe de wereld in elkaar diende te zitten. Uiteindelijk kwam hij erachter dat het kloosterleven niet bij hem paste. Als coach kan hij nu gebruikmaken van het klooster als plek waar verwachtingspatronen er even niet meer toe doen. Programma “We zullen tijdens het weekend stil zijn, wandelen, naar muziek luisteren en naar elkaar”, zet Van Wielink het programma uiteen. “We bekijken hoe we omgaan met verlies en onderzoeken de betekenis ervan. Rouw nodigt uit om stil te staan, een arm om je heen te voelen, te mogen schreeuwen, vloeken en zelfs lachen.” In de ruimte en aandacht die er ontstaat, hoeft voor hem niets opgelost te worden. Het gaat om de verhalen die mensen te vertellen hebben. “Bovendien”, vult hij aan, “kunnen nieuwe inzichten en ervaringen rust geven en hopelijk kunnen de deelnemers deze dingen verweven met hun eigen levensverhaal, zodat er meer vreugde ontstaat en ontvankelijkheid voor liefde.”
‘Het boek der gebeurtenissen ligt altijd open in het midden.’
In dit weekeinde kom je op adem bij verlies en rouw in jouw leven. Met korte inleidingen, meditaties en oefeningen breng je jouw verlies in perspectief. Perspectief van jouw levensverhaal en dat van anderen. We staan stil bij persoonlijke verliezen die jouw levensverhaal (ingrijpend) veranderden. Je kunt hierbij onder meer denken aan overlijden, echtscheiding, ziekte en ontslag. Aan de hand van korte inleidingen, meditaties en oefeningen nodig je jezelf uit perspectief aan te brengen in je eigen levensverhaal waarin dit verlies plaatsvond. Een weekeind waarin je je verhaal deelt, en op adem komt. • Vrijdag 7 juni 19.30 tot zondag 9 juni 15.30 uur • Informatie www.kloosterhuissen.nl
36
geloven onderweg nr 1 • 2013 – bezinning bezieling beweging
Neem nu een jaarabonnement abonnement op Geloven Onderweg voor slechts € 15,– of ontvang een gratis cd* of boek** **Rembrandts Engel Bijbelverhalen van een schilder Anne Marijke Spijkerboer (winkelwaarde 29,50)
*Dubbel cd Jaargetijden 25 schriftliederen voor het liturgisch jaar Henk Jongerius en Jan Raas (winkelwaarde 22,50)
❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en betaal het eerste jaar slechts € 15,– ❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang de cd Jaargetijden ❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang het boek Rembrandts Engel MIJN GEGEVENS ZIJN: naam
voorletters
m/v*
straat + huisnr. postCode
woonplaats
telefoonnummer geBoortedatum
emailadres
BanKreK. nummer handteKening * doorhalen wat niet van toepassing is
❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en betaal daarvoor slechts € 15,–** ❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang zelf de cd Jaargetijden** ❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang zelf het boek Rembrandts Engel** ** Het abonnement stopt automatisch.
HET ABONNEMENT IS BESTEMD VOOR: naam
voorletters
m/v*
straat + huisnr. postCode
woonplaats
telefoonnummer geBoortedatum
emailadres
BETALING: ❍ Ik betaal via automatische incasso ❍ Ik betaal via acceptgiro (€ 2,50 extra) ❍ Gift à ______________ Stuur deze bon in een envelop zonder postzegel naar: geloven onderweg, antwoordnummer 2900, 6800 vK huissen Voorwaarden Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. Prijswijzigingen voorbehouden. Het abonnement geldt minimaal voor een jaar en kan tot uiterlijk een maand voor het einde van deze periode worden opgezegd. Na de actieperiode wordt het abonnement automatisch omgezet in een abonnement voor onbepaalde tijd welke op ieder moment opzegbaar is met een opzegtermijn van drie maanden. U kunt gebruik maken van deze aanbieding indien u de afgelopen 6 maanden geen abonnement op Geloven Onderweg heeft gehad. Het cadeau-abonnement stopt automatisch.
zondag 14 april 2013 16.00 uur € 12,50 (voorverkoop) € 15,- (kassa)
muziek
Meezingconcert - Kom jij beloofde Met teksten van Huub Oosterhuis en muziek van Antoine Oomen. Het programma begint en eindigt met aanroepingen van de Heilige Geest. Tussen deze beide grote liederen in staan veertien zeer recente composities op bijbelse teksten. Het concert wordt integraal opgenomen en zal op CD verschijnen.
retraite
agenda voor onderweg
Vrijdagretraites Herademen – Geniet van een dag voor jezelf! Een retraitedag om te herademen en bij je bron te komen. Ervaar de kracht van de stilte, met het kloosterritme als inspiratiebron. Meditatie, tekstreflectie, uitwisseling, muziek, deelname aan de kloostervieringen en heerlijke kloostermaaltijden. vrijdagen 5 april, 3 mei, 7 juni, 5 juli, 2 augustus 2013 09.30 tot 19.00 uur Henk Jongerius, dominicaan en dichter A € 45,- B € 65,- C € 75,- (losse inschrijving) 13034 (5 apr) 13037 (3 mei) 13042 (7 juni) 13044 (5 juli) 13051 (2 aug)
13094
zondag 21 april 16.00 uur tot donderdag 25 april 2013 ochtend Miek Pot, contemplatielerares en schrijfster A € 299,- B € 399,- C € 499,13036
vrijdag 26 april 19.30 tot 22.00 uur, zaterdag 27 april 10.00 tot 16.30 uur Elske te Lindert, zangeres en dirigent en Theo Menting, kerkmusicus € 80,- (incl. koffie/thee, lunch, materiaal) (overnachting € 35,- incl. ontbijt) 13157
zaterdag 27 april 2013 10.00 uur tot 16.30 uur Thomas Quartier, docent Rituele en Liturgische Studies, Nijmegen en oblaat van de Willibrordsabdij in Doetinchem A € 59,- B € 69,- C € 79,13096
donderdag 9 mei 14.00 uur tot zaterdag 11 mei 2013 13.30 uur Annemiek Schrijver, presentatrice en schrijfster, Hein Stufkens, filosoof en schrijver A € 265,- B € 315,- C € 355,13039
retraite
Verlicht en Verlost Tweedaagse over de vraag hoe wij wat ‘verloster’ en ‘verlichter’ in het leven kunnen staan. De christelijke invalshoek (‘verlost’) en de boeddhistische (‘verlicht’) liggen dichter bij elkaar dan we vaak denken. In deze dagen zullen we zien hoe beide stromingen elkaar aanvullen en bevruchten.
retraite
Levenskunst en chronisch optimisme - de kunst te leven in een uitdagend lijf Inspiratieweekend voor mensen met een lichamelijke beperking en hun begeleiders. Op beeldende wijze, met diepgang én humor verkennen we door alle beperkingen heen de krachtige kanten van ons leven. Inspiratiebronnen, eigenzinnigheid en lef kunnen ieders unieke bestaan zinvol en kleurrijk maken. donderdag 2 mei 14.00 uur tot zondag 5 mei 2013 14.00 uur Holkje van der Veer, dominicanes en ervaringsdeskundige, Martina Heinrichs, theologe A € 169,- B € 199,- C € 239,13107
studie
In de leer bij Benedictus – Benedictijnse spiritualiteit voor het persoonlijk leven Hoe kun je bewust in het leven staan en aandacht hebben voor jezelf, voor de mensen om je heen en voor de grond van je bestaan? Deze dag gaan we samen op zoek naar spirituele impulsen met behulp van rituelen, symbolen en teksten.
muziek
Zangweekend Schriftzang Voor iedereen die van zingen houdt, benieuwd is naar bijzonder (koor)repertoire, nieuwsgierig is naar de mogelijkheden van je stem en openstaat voor stemvorming.
retraite
Contemplatie - Jezelf en de ander in stilte ontmoeten De stilte ingaan is niet niets. Het vraagt van ons om te zwijgen, om de ontmoeting met onszelf aan te gaan. Een combinatie van stilte, contemplatie, alleen zijn en zwijgen. Begeleidingsgesprek is mogelijk.
Paula Vos, zang en Erik Onnink, piano zondag 9 juni 2013 14.30 uur € 10,- (voorverkoop) € 12,50 (kassa)
muziek
Theatervoorstelling Huis van mijn herinnering Paula Vos neemt je mee in haar dromen en fantasieën. Liedjes met een betekenis in haar leven, die haar raken en wellicht jou ook iets doen? Een lach en een traan wisselen elkaar af. Ga je met haar mee in haar droomwereld?
retraite
Persoonlijk verlies in perspectief Het boek der gebeurtenissen ligt altijd open in het midden. Op deze twee dagen kom je op adem bij verlies en rouw in jouw leven. Met korte inleidingen, meditaties en oefeningen breng je jouw verlies in perspectief van jouw levensverhaal en dat van anderen. vrijdag 7 juni 19.30 uur tot zondag 9 juni 2013 15.30 uur Jakob van Wielink, verliesdeskundige en -begeleider A € 199,- B € 249,- C € 299,13146
13151
studie
Filosofische workshop Stil de tijd De verhouding tussen ziel en tijd Van wie is de tijd? Waarom worden we steeds meer geplaagd door een gebrek aan en een versnelling van tijd? Hoe wordt er in de filosofie over de tijd nagedacht? We lezen onder meer teksten van Henri Bergson, Ernst Bloch, Virginia Woolf en Marcel Proust. Daarnaast komt ook het ervaren van tijd ruimschoots aan bod. Met zangavond en literaire avond. Alle deelnemers krijgen een gesigneerd exemplaar van Denken op de plaats rust van Henk van der Waal en Stil de tijd van Joke Hermsen.
retraite
Meditatieweekend - Leven met aandacht Zijn waar je bent en worden wie je bent. Via de beoefening van meditatie, contemplatie en compassie verkrijgen we de middelen om met wijsheid en liefde de uitdagingen van het leven aan te gaan. vrijdag 14 juni 19.00 uur tot zondag 16 juni 2013 13.30 uur Bert van Baar, antropoloog en schrijver van Boeddhisme in een notendop A € 199,- B € 249,- C € 299,13070
zaterdag 15 juni 10.30 uur tot donderdag 20 juni 2013 10.30 uur Joke J. Hermsen, filosofe en auteur en Henk van der Waal, filosoof en auteur A € 545,- B € 645,- C € 745,- (incl. 1pk) 13121
jongeren
Relaxed Radicaal Zomerretraite - De weg van vreugde en vrede Een weekend rust vinden bij God, jezelf en anderen. We mediteren en denken na over de tekst “Het koninkrijk van God is geen kwestie van spijs en drank, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest.” Voor jong volwassenen (20-35 jaar) vrijdag 5 juli 19.00 uur tot zondag 7 juli 2013 16.00 uur Rick Timmermans journalist en auteur en Gerrit Post A € 125,- B € 140,- C € 155,13123
werk
De Vrije Ruimte in je werk - Op adem komen in het klooster 3-daagse retraite voor mensen met een druk (werk)leven. Even stil staan, aanwezig zijn en in contact. Ervaar de ultieme werking van ‘de Vrije Ruimte’ en laat opnieuw energie, gevoel en creativiteit stromen onder inspirerende begeleiding woensdag 19 juni 10.00 uur tot vrijdag 21 juni 2013 16.30 uur woensdag 11 december 10.00 uur tot vrijdag 13 december 2013 16.30 uur Margareth Harens en Christiaan Groen, beiden trainer/coach in ontwikkeling van mens en organisatie € 595,- excl. BTW, incl 1pk (losse inschrijving) 13137 (juni) 13132 (december)
Lied aan de voet van de berg
Jij die voor alle namen wijkt geen weg die in jouw verte reikt geen woord kan jou aanbidden. Jij die niet hoog verheven troont licht dat in nacht en wolken woont een dode in ons midden. Jij komt, wij weten dag noch uur jij gaat voorbij, een dovend vuur een stilte in de bomen. Roepend van ver, stem van dichtbij niet overal niet hier ben jij niet god die wij ons dromen.
| HUUB OOSTERHUIS
Geen veilig pad om langs te gaan geen plek geen been om op te staan geen rots om op te bouwen. Geen bron die uit de rotsen breekt geen bloed dat stuwt geen hart dat spreekt geen ziel om in te schouwen. Geen gulden regel, rond getal, geen laatst gericht in dit heelal onwrikbaar onbewogen. Maar mensen die verminkt en klein ontheemd ontkend toch mensen zijn roepend om mededogen. Roepende stilte, verre stem, als jij bestaat, besta in hen, in mensen in ons midden. Wees onbestaanbaar ongehoord, besta in mij, onvindbaar woord niet god die wij aanbidden. Jij die mij kent, jij die mij boeit ik die jou jij noem onvermoeid, en nog niet kan vergeten, zouden wij ik-en-niemand zijn ontheemd ontkend ontroostbaar zijn en van elkaar niet weten?
Sta dsda m 1 | PostBus 5 9 | 6 8 5 0 A B Hui s se n | T. 0 2 6 - 3 2 6 4 4 2 2 | w w w. K l o o ste r huis se n . n l