Geloven Onderweg 2013 kwartaal 2

Page 1

geloven

onderweg

dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging losse verkoopprijs â‚Źďż˝ 7,50

2

zomer 2013 | jaargang 131

Arjan Broers

Pete Pronk

Leo Oosterveen

Godsdienst is mensendienst

Thomas Quartier


Inhoud Colofon Geloven Onderweg Dominicaans tijdschrift voor bezinning, bezieling en beweging Jaargang 131 Verschijnt 4 keer per jaar Uitgave van Stichting Dominicanenklooster Huissen Redactie Ernst Marijnissen Annemiek Schrijver Henk Jongerius Theo Menting Stef de Kroon (eindredacteur) Gitta Nieuwenburg (beeldredacteur) Aalt Bakker (hoofdredacteur) Redactieadres Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: redactie@kloosterhuissen.nl www.dominicanenkloosterhuissen.nl Uitgever Stichting Dominicanenklooster Huissen Aalt Bakker E-mail: aaltbakker@kloosterhuissen.nl Abonnementen-administratie Postbus 59 6850 AB Huissen Telefoon: 026 – 326 44 22 E-mail: abonnementen@kloosterhuissen.nl

Redactioneel bezinning

Het Sacrament van de Aanwezigheid 4 A nnemiek S chrijver

teksten voor onderweg

Aan de voet van de berg E rnst M arijnissen

Liturgie: de meest verheven tijdverspilling? H enk J ongerius e s s ay

Theater is mooier dan oorlog T heo M enting column

De mens wikt en beschikt? R oy C lermons

toelichting bij de omslag

Een zaaier van het beeld G itta N ieuwenburg mijmeringen

An die nachgeborenen

Losse verkoopprijs € 7,50 (exclusief verzendkosten)

T homas Q uartier

Auteursrechten © Copyright Dominicanenklooster Huissen Afbeelding omslag De Zaaier met ondergaande zon Vincent van Gogh | 1888 issn 0920-2544

9 12 15 16 18

interview

Vertel je verhaal op weg naar herstel

Technische realisatie Uitgeverij Skandalon

6

bezinning

Tarieven 2013 Geloven Onderweg verschijnt 4 maal per jaar Jaarabonnement via automatische incasso € 25,00 Jaarabonnement via acceptgiro € 27,50 Opzegging van abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De tarieven zijn inclusief BTW.

Vormgeving Marieke de Vlieger

3

C ecile H endrks

20

e s s ay

Liturgische spiritualiteit als levenshouding

23

e s s ay

Lessen voor welwillende kapitalisten A rjan B roers e s s ay

Jezelf in alle vrijheid geven R ick T immermans e s s ay

26 30

Thomas van Aquino

34

Agenda voor onderweg

38

Gedicht voor onderweg

40

L eo O osterveen


Godsdienst is mensendienst Het thema van deze uitgave komt uit een bijbels verhaal met een wijsheid die je in eerste instantie niet vermoedt. Het is een verhaal over het verzet tegen voorschriftengodsdienst en afgodendienst. Een verhaal over leiders die het volk geven wat ze willen en over aanwezig zijn, verwondering en openheid. Een verhaal over een God die onder ons wil zijn: Ik zal er zijn voor jullie. Een oproep om mens te worden, omdat we op de wereld gezet zijn om wie we zijn. Een oproep tot mensendienst, om elkaars hand en voet te zijn. Het verhaal leidde tot mooie bijdragen over het sacrament van de aanwezigheid, over theater als spiegel, de vraag of je liturgie tegenwoordig als tijdverspilling moet beschouwen, en over de vraag of de mens wikt en ook beschikt. Naast de bijdragen rondom dit thema biedt dit nummer ook een aantal afwisselende essays rondom andere thema’s, zoals vrede, lessen voor welwillende kapitalisten en liturgische spiritualiteit. Dit keer een artikel over de bijdrage aan de dominicaanse zending van Thomas van Aquino. In dit nummer ook een verslag van een indrukwekkende week die dit voorjaar in het Huissense dominicanenklooster werd gehouden, voor mensen met een psychische aandoening. Het doel van de week was hen een stem te geven en hen in hun kracht te zetten. De week bood de mogelijkheid om hun levensverhaal naar buiten te brengen, zichtbaar te maken en te delen. Om zo te mogen zijn wie je ten diepste wel bent, in plaats van een leven waar medicatie en wie je niet bent, centraal staan. Deze week was mensendienst in optima forma. Geweldig dat zo’n week mogelijk was in het klooster. Zulke plaatsen zijn in de huidige tijd enorm belangrijk. Plekken waar het gaat om vrede en naastenliefde en waar het gaat om het recht van de zwaksten in de samenleving. Open huizen waar mensen gehoord en gezien worden en waar je een heel mens mag zijn, wie je ook bent en wat je ook gelooft. Plaatsen vol aanwezigheid en nabijheid. Plekken vol van God onder ons: Ik zal er zijn voor jullie allemaal. Zo moge het zijn. Aalt Bakker

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

3


bezinning door: annemiek schrijver, presentatrice en schrijfster

R

Het Sacrament van de Aanwezigheid

ituelen liggen op de protestantse bakermat niet in overvloedige ‘roomse’ hoeveelheden voor het oprapen. Vandaar dat ik ooit ben gaan zwerven langs andere kerken, denominaties en wereldreligies, in de hoop de devotie die ik als gereformeerd meisje ervoer, vorm te kunnen geven. En zowel bij katholieke als boeddhistische huizen vond ik heel wat schatten aan overgave en toewijding. Fijn dat die deuren steeds weer openzwaaien, maar op de een of andere manier blijf ik ook schatplichtig aan mijn traditie en voorgeslacht. Wel heb ik sterk de indruk dat we ons traditionele levenspad pas goed op waarde kunnen schatten, als we het af en toe verlaten en omzien in verwondering. Misschien zijn we dan pas in staat om zowel oude gewoonten te ontmaskeren als wijze rituelen dankbaar te hergebruiken. De redactievergadering: bron van aanwezig zijn Zo loop ik zelf al jaren te mijmeren over het instellen van nieuwe sacramenten. Als ik dan ervaar hoezeer ik geniet van onze gezamenlijke christelijke traditie dankzij de redactiebijeenkomsten van dit blad ‘Geloven Onderweg’, dan moet het door mij zo begeerde Sacrament van de Aanwezigheid toch hier ergens te vinden zijn. Zoals ik al eerder schreef, is de aandacht en het gewaar zijn van deze mederedactieleden gedurende onze twee vergaderuren altijd hartverwarmend. En ook nu neemt onze oudste

4

geloven onderweg nr 4 • 2012 – bezinning bezieling beweging

- ook in de zin van ‘elder, wijze’ - Ernst Marijnissen het voortouw. Ernst vertelt ons over die intieme ontmoeting op de berg Horeb. Gods hartstocht om onder ons te zijn Wie trok in Exodus 32 de stoute schoenen aan en ging van zijn gebaande pad af? Mozes! Niet Aäron. Mozes verliet zijn veilige en gekende kamp en ging op weg om veertig dagen en nachten bij God te zijn. Mozes was Hem nabij, troostte en kalmeerde Hem. Hij nam de twee tafels met de in stenen uitgehouwen woordenschat in ontvangst en was nog helemaal warm van Gods


aanwezigheid, toen hij de berg afdaalde. Mozes had met eigen oren gehoord dat godsdienst mensendienst is, omdat God aanwezig wil zijn onder ons. Hij begreep dat godsdienst juist vrijheid betekent, omdat God de mens dienen wil. Maar Mozes, nog vol en blozend van Gods hartstocht, trof daar beneden een instrumentele dienaar van God aan, zijn eigen broer Aäron. Een herder die het volk niet hielp en Annemiek Schrijver nabij geweest was, maar het gewoon onverschillig gelijk dan is zo’n sacrament een broodnodig gegeven had. Toen spatte Mozes uit ritueel. Maar hoe zou dat er dan uit elkaar. De overgang van die eerdere moeten zien? Misschien ligt het antweerloze nabijheid op de berg naar woord wel voor de hand: voor onze zoveel achteloosheid in het dal werd voeten! Want paus Franciscus waste Mozes kennelijk te veel. onlangs de voeten van vrouwelijke en islamitische gevangenen en zei: “Dat ik Awareness via nabije dienstbaarheid jullie voeten was, betekent dat ik jullie De manier waarop Ernst Marijnisdien. Help elkaar; dat is wat Jezus ons sen ons dit vertelt, raakt me, omdat leert te doen en het is wat ik doe. Houd ook in dit gezelschap ‘gewaar zijn’ is te moed! Laat je niet beroven van je hoop. bespeuren. Awareness, zeggen boedBegrepen?” dhisten. Door die intieme veertig dagen tussen God en Mozes valt mij die vraag van Jezus in Getshemane in, die Als zelfs God verlangt naar al jarenlang op allerlei manieren bij me nabijheid, dan is zo’n Sacrament terugkeert: ‘Kun je niet één uur met mij waken?’ Mozes kon dat blijkbaar van de Aanwezigheid een wel. Niet één uur, niet veertig uur, maar broodnodig ritueel. veertig dagen en nachten. En God had daar behoefte aan. God was ook alleen. Zullen we elkaars voeten weer gaan Is dit niet de ultieme wake-upcall om wassen, om elkaar te tonen dat we het Sacrament van de Aanwezigheid in net zo nabij kunnen zijn als Mozes bij te stellen? Misschien hoeven we niet God? We kunnen elkaar tot een hand alle omwegen langs, maar hebben we en een voet zijn. Maar durven we dat aan dit zo vertrouwde verhaal uit het ook? Voor de eerstvolgende retraite in Oude Testament wel genoeg bij het tot het klooster in Huissen neem ik olie en leven wekken van zo’n ‘genademiddel’. handdoekjes mee. Ik daag ons uit. Als zelfs God verlangt naar nabijheid, bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

5


teksten voor onderweg door: ernst marijnissen o.p., dominicaan en schrijver

V

Aan de voet van de berg

anaf de berg ziet Mozes naar de ruimte voor hem. Wijds land. Woestijn. Verlatenheid en tegelijkertijd een toekomst waarvan je niet eens durft te dromen. Dan tuurt hij in de diepte. De stenen tafelen, die door God zelf zijn gemaakt, klemt hij vaster in zijn handen. Wat had de Levende ook weer gezegd? “Het volk, dat jij uit Egypte hebt gevoerd, heeft alles al verpest. Ze zijn afgeweken van mijn geboden, hebben een gegoten kalf gemaakt en durven hardop te roepen: dit zijn jullie goden, die jullie hebben uitgeleid uit het angstland.” God was laaiend! Droppen wilde Hij Israël! Afdalend gaat hij alleen al bij de herinnering met knikkende knieën. ‘Ik heb me in alle bochten gewrongen om deze razernij te keren’, denkt Mozes. Steeds vaster kromt hij zijn handen om de tafelen, als vreest hij het bewijs van Gods goede trouw alsnog te verliezen! De Levende heeft duidelijk gas teruggenomen. Toch blijft een onbestemd gevoel Mozes kwellen. De druk lijkt van de ketel, maar onbehagen blijft. ‘Wat heeft dat volk van mij toch uitgehaald?’, denkt hij vertwijfeld. Bij elke schrede omlaag neemt het gewicht van de stenen tafelen toe. Mozes daalt af met Gods eigenhandig geschreven tekst Mozes daalt af. Afdalen wijst in de bijbelse context meer dan eens op een beweging naar een plaats of een situatie, die roept om genezing van onheil en ellende. Met grote nadruk vertelt het verhaal dat de stenen tafelen het werk van God zelf zijn. Eerst vernemen we dat zij door de Aanwezige gemaakt zijn. Het gaat dus om meer dan een bericht of een brief. De tekst, niet de tafelen, is een zaak van gewicht. Hij is gemaakt om ermee te werken.

6

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Het gaat om doen, niet om enkel lezen. Maar er wordt ook vermeld dat de tekst het eigen schrift van God is. De Aanwezige heeft hem zelf geschreven. De tekst heeft dus de eigenschappen van de Naam: Ik zal er zijn voor jullie. Wat geschreven is komt voort uit het recht van de zwakste en staat in dienst van rechtschapen leven. Dat recht zal bestendiger blijken dan het recht van de sterkste, uitgebeeld door het gouden stierkalf, daar beneden, waar de mens, ook de godsdienstige, het voor het zeggen heeft. Maar daarover


straks, want Mozes is nog niet geheel afgedaald. Nog omgeeft hem de stilte en de sereniteit van het ‘boven’ zijn. Totdat Jozua zich bij hem voegt. De tafelen vergruizeld In Exodus 17 wordt verteld, dat Israël onder de leiding van Jozua strijd levert tegen Amalek. De laatste is het beeld van al wat slecht, laf en onrechtvaardig is. Hij is een on-koning, een niet-koning. A-malek! Hij is dé opponent van het godsvolk. Zolang Mozes zijn handen ten hemel houdt, verloopt de strijd Marc Chagall | Mozes ontvangt de stenen tafelen | 1960/1966 gunstig. Het beeld is duidelijk. Alleen de overtuiderlaag: ik hoor een stem van beurtzang. ging, dat de strijd om het recht van de Onderaan de berg gekomen zien zij het zwakste in vertrouwen op de Naam (Ik volk, dansend en feest vierend rond het zal er zijn voor jullie) gevoerd moet gouden stierkalf. Dan slingert Mozes de worden om de macht van deze wereld beide tafelen als nutteloos weg uit zijn - het stierkalf - te overwinnen, is legihanden. Het lijkt erop dat de boosheid tiem. Deze strijd mag Israël - of de kerk van de Levende zich nu van hém meesvan Jezus Messias - nooit opgeven of ter maakt! Er wordt uitdrukkelijk verinruilen tegen andere zekerheden. Als haald dat Mozes de tafelen vergruizelt. Mozes met de tekst, door de Aanwezige Deze zijn als het ware het zichtbaar mazelf gemaakt en geschreven, het volk naken van het ongeziene: God, die zelf de dert, voegt Jozua zich dus bij hem. Hij woorden schept en schrijft. Dat maakt is de illustratie van de betekenis en de geen mens ongedaan! De tien Goede inhoud van de tekst. Daarom zegt Jozua Woorden zullen pas weer oplichten als bij het horen van groot lawaai, dat vanaf het gouden stierkalf vergruizeld is en de voet van de berg omhoog klinkt: er is het volk zich bekeert. Maar zover is het stem van strijd in het kamp. Voor Jozua is het ondenkbaar dat Gods eigen volk met iets anders bezig zou zijn dan met Afdalen wijst in de bijbelse de strijd voor het recht van de zwakken. context meer dan eens op Mozes daarentegen weet na Gods toorn een beweging naar een plaats op de berg dat het volk met andere zaof een situatie, die roept om ken bezig is: geen stem die roept van zegepraal, geen stem die roept van negenezing van onheil en ellende. bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

7


Voor Jozua is het ondenkbaar dat Gods eigen volk met iets anders bezig zou zijn dan met de strijd voor het recht van de zwakken. nog lang niet. Het wachten is op de confrontatie tussen Mozes en Aäron. En toen was er dit stierkalf Voordat Mozes de hogepriester aanspreekt verpulvert en vermaalt hij het gouden stierkalf. Gruis wordt het, dor en onsamenhangend als woestijnzand. Hij gaat gedegen te werk. Godsdienst, voortkomend uit de verbeelding van de mens, omdat hij niet op God kan wachten, is afgodendienst. Wie zich eerst een beeld van God maakt, zodat Deze verwordt tot beeld en gelijkenis van de mens, en vervolgens op grond van datzelfde beeld een geloof met kerk en al in elkaar timmert, zal de gevolgen daarvan ondervinden. Van zo’n geloof en zulk een kerk blijft niets over. Het is stof en vervalt daarom tot gruis. Het keert terug naar de chaos, de wateren, waarover Mozes nu de asresten van het stierkalf uitstrooit. Zo’n godsdienst hoort thuis in de chaos, niet in de wereld van de Naam. Daarom doet Mozes het volk van dat water drinken: het is immers tot een chaotisch volk ontaard.

Kerkleiders en pastoraal verantwoordelij­ken, die menen dat mensen in hun domheid behoefte hebben aan voorschriften en leerregels, staan het levende woord, waarmee de Aanwezige zich tot zijn volk wendt, in de weg. 8

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Verzet tegen voorschriftengodsdienst En dán wendt hij zich tot Aäron. Hij zegt: ’wat heeft dit volk aan je gedaan, want jij hebt over hen een grote zonde doen komen!’. Waarom spreekt Mozes zijn broer zo streng toe? Het volk heeft toch gevraagd om een duidelijk zichtbare god met een heldere godsdienst en een aansprekende liturgie? Hij heeft naar zijn volk geluisterd! Dat lijkt een goede pastorale houding! Wat of wie zit hier fout? Als hier niet de Schrift aan het woord was, zouden we wellicht denken dat Mozes zich onredelijk gedraagt. Maar dan gaan we weer van óns mensbeeld uit en niet van de Naam: Ik zal er zijn voor jullie. Gevormd en geroepen door die Naam spreekt Mozes tot Aäron. Hij mocht toeven in de verheven sfeer van de Heilige van Israël. Hier keert hij zich tegen die kerkleiders en pastoraal verantwoordelij­ ken, die menen dat mensen dom zijn en daarom behoefte hebben aan voorschriften en leerregels. Dat gaat altijd ten koste van het levende woord, waarmee de Aanwezige zich tot zijn volk wendt. Let op het verweer van de voorganger: ‘de toorn van mijn heer mag niet oplaaien; juist jij weet van het volk dat het naar het kwade neigt. Ze hebben tegen mij gezegd: ”maak ons goden, die voor ons uittrekken, want van deze Mozes, de man die ons heeft doen opgaan uit Egypteland, weten we niet wat er met hem is geschied!” Toen heb ik tegen hen gezegd: ”wie heeft er goud?”. Zij hebben het van zich afgerukt en aan mij gegeven. Ik wierp het in het vuur, en dit kalf kwam tevoorschijn!’. Als vanzelf. Zo simpel ontstaat afgodendienst! Aan de voet van de berg. Laag bij de grond.


bezinning door: henk jongerius o.p., dominicaan, auteur en dichter

Liturgie: de meest verheven tijdverspilling?

E

en mondelinge overlevering vertelt dat de Nijmeegse hoogleraar Buitendijk liturgie eens heeft omschreven als ‘de meest verheven tijdverspilling’. Zo’n uitdagende formulering zet je aan het denken. Natuurlijk, in liturgie gaat het over verheven zaken, over God, de aarde, de mensen en hun onderlinge verhouding. Tegelijkertijd moet je ervan zeggen, dat liturgie niet zichtbaar nuttig en effectief is, in de zin waarop wij gewend zijn over nut en effect te spreken. Toch is liturgie een zinvolle manier van doen in relatie met de kwaliteit en zinvolheid van ons leven. Liturgie: waarom eigenlijk? Voor veel mensen is het vieren van liturgie een tijdverspilling geworden. Zij doen er niet meer aan mee, omdat zij andere, nuttigere dingen te doen hebben. Zij hebben de zondag of het weekeinde nodig om op te knappen van de gejaagdheid in hun alledaagse leven; zij besteden hun vrije zondag aan sport of andere manieren van ontspanning. Liturgie zegt hun niets. Daarmee geven ze er blijk van dat wat in de kerk gebeurt, niets heeft uit te staan met hun eigen leven. Het is een wereldvreemd geheel van woorden, gebaren en rituelen waar zij niet door worden aangesproken. Het hoeft voor hen niet meer, hoor je ze zeggen.

gasten van de Zweedse cineast Ingmar Bergman besluit: een lutherse predikant staat met zijn gezicht naar het schip van een kerk gekeerd die - op één vrouw na geheel en al leeg is, en spreekt met holle en nietszeggende ogen de woorden uit van de profeet Jesaja: “Hemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheid”.

Een lege kerk In dit verband moet ik denken aan het beeld waarmee de film de Avondmaals-

De levenskwaliteit is in het geding De belangrijke joodse denker Abraham Heschel schrijft op het eind van

Dit beeld laat op een heel schrijnende manier de problematiek zien waar wij hier over spreken: heeft ons leven als mensen op aarde voor ons nog te maken met de werkelijkheid van God? Of is zij zo geseculariseerd, dat we buiten God om alles kunnen berekenen en organiseren?

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

9


zijn studie ‘Wie is de mens’ prachtige dingen over vieren. Hij spreekt over de platvloersheid en alledaagsheid die in de mens het gevoel van betekenisvolheid verstikken of verzieken. In zijn studie is het hem niet begonnen om het formuleren van het wezen van het mens-zijn. Integendeel, zijn interesse gaat uit naar de kwaliteit van het leven. Zijn heeft voor hem niet zozeer te maken met het feitelijke en naakte bestaan, maar met de menselijkheid van het bestaan. Daar waar die kwaliteit van leven verloren gaat, worden alle uren over één kam geschoren, zijn de dagen kleurloos en wekken de nachten weerzin op in de hulpeloosheid van de wanhoop, alle ogenblikken zijn doodgeboren, alle uren lijken afgezaagd. Er is verwondering noch lofprijzing en wat rest is ontgoocheling, het verval van menselijk zijn. Heschel roept de belangrijke vraag op in hoeverre wij in onze geseculariseerde wereld schakels dreigen te worden in het mechanisme van de economische machten die de samenleving beheersen, en of er een uitweg is uit de verstikking die dit in mensen teweegbrengt. Hoe ontkomen wij daaraan en behouden wij in onszelf enig gevoel van menselijke waardigheid en innerlijke vrijheid? Vieren Vieren is in de visie van Heschel een manier om niet onder te gaan en tot een ding te verworden, maar om het unieke van het ogenblik te overpeinzen

Bij consumeren gaat het erom om aan onze behoeften te voldoen; bij vieren is het oogmerk God, de geest, de bron van zegen te verheerlijken. 10

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

en het unieke van het zelf te beklemtonen. Wat was, komt niet terug. Hij wil ons met andere woorden terugbrengen naar het oorspronkelijke gevoel van authentieke verwondering, want de hoofdzonde is dat het ons niet lukt om de grootsheid van het ogenblik te voelen, het wonder en het mysterie van het zijn, de mogelijkheid van de stille vervoering. Juist de bijbel stelt ons voor de vraag of er in ons een openheid bestaat voor wat er gebeurt, want elk ogenblik is nieuw, een geschenk. Zijn wij in staat om het ogenblik te verwelkomen? Het geheim van het geestelijk leven is de kracht om te loven. Lofprijzing is de oogst van de liefde. Lofprijzing gaat aan geloof vooraf. Eerst zingen wij, daarna geloven wij. Het grondprobleem is niet het geloof, maar gevoeligheid en lofprijzing met de bereidheid om te geloven. Verwondering Wat Heschel naar voren brengt, gaat aan geloven en vieren vooraf en heeft te maken met een van de belangrijkste categorieën in ons menselijk leven: de mogelijkheid tot verwondering en openheid voor wat er gebeurt. Alle psychologen en therapeuten zullen bevestigen, dat mensen die met zichzelf in de knel zijn geraakt, opnieuw gebracht moeten worden tot het aanraken van die innerlijke snaar. Mensen die niet meer kunnen genieten, raken op gespannen voet met zichzelf en de hen omringende werkelijkheid; zij kunnen geen feest meer vieren en stompen in zekere zin af. Waar het gevoel voor geheim en mysterie afwezig is in ons bestaan, worden wij halve mensen en dreigen wij tot weerloze schakels te worden van het gebeuren om ons heen. Wij worden dan geleefd en missen het


gevoel onszelf te kunnen zijn. Voor waarachtig menselijk leven moeten we ons vermogen tot waarderen kunnen bewaren en daaraan uitdrukking kunnen geven. Een spelletje Wij kunnen dit gevoel voor het onzegbare en de radicale verwondering ook verspelen. De wereld wordt banaal en banaliteit wekt geen vervoering en zelfs geen waardering. En beroofd van zijn vermogen om te prijzen, wordt de moderne mens gedwongen naar verstrooiing om te zien, een verstrooiing die dwangmatig wordt. Het zoeken naar vermaak, beziggehouden worden, gaat ten koste van de glans van het leven. Onze moderne samenleving, die in stukken uiteenvalt, staat in schril contrast met die samenleving waarin authentiek bestaan zowel nuttige toepassing als viering, zowel arbeid als aanbidding omvatte. In de primitieve samenleving waren zij onderling afhankelijk, in de bijbelse godsdienst waren zij met elkaar verbonden. Heilig spel Vieren is een handeling om eerbied uit te drukken voor wat men behoeft of vereert. En dan heb ik niet het oog op uiterlijk vertoon, maar op innerlijke erkenning, die aan alledaagse handelingen een spiritueel gehalte verleent. Haar wezen is het vragen van aandacht voor de verheven aspecten van het leven, voor het uitrijzen boven de beperking van de consumptie. Vieren is delen in een grotere vreugde, meespelen in een eeuwig drama. Bij de consumptie is ons oogmerk om aan onze eigen behoeften te voldoen; bij viering is het oogmerk God, de geest, de bron van zegen te verheerlijken.

Marc Chagall | De oorsprongen van de muziek | 1967

Geheimvolle verinnerlijking In de tijdverspilling die vieren lijkt, keren wij terug naar ons innerlijk en vinden wij onze plaats en verantwoordelijkheid in de wereld waarin wij leven. Dat is het geheim van de intimiteit van de liturgie, het spel waarin het innerlijk en de ware diepte van leven voor ons opengaan. Daarvoor zijn woorden alleen ontoereikend: zij moeten worden tot daden, gebaren, beweging, muziek en zang waarin symbolen ons dragen en stilzwijgend spreken van wat leven draagt en dierbaar maakt: breken en delen, opnieuw gedoopt, geboren worden, vergeving vinden en verbonden worden met elkaar, in kwetsbare aandacht en ontvankelijkheid. Het doel van ons vieren is de liefde proeven die het leven mooi en zinvol maakt.

bezinning bezieling beweging

–

nr 2 • 2013 geloven onderweg

11


essay door: theo menting, lekendominicaan en kerkmusicus

Theater is mooier dan oorlog

een kennismaking met bertolt brecht

H

ij is bewonderd en verguisd, aanbeden en bespot, bemind en gehaat – maar hoe dan ook, hij behoort tot de grootste (toneel)schrijvers van de twintigste eeuw. Niet alleen in Duitsland, niet alleen in Europa, maar ver daarbuiten. Hij was de grondlegger van het episch of politiek theater en één van de belangrijkste theatervernieuwers, die een volkomen nieuwe wind deed waaien door het stoffige en vastgelopen theater ten tijde van het Interbellum. Brecht hekelde het theater als louter vermaak. Theater moest in zijn ogen juist zichtbaar maken hoe de wereld er werkelijk uitzag: crisis, werkeloosheid, teloorgang van moraal en zeden en grote politieke onrust. Wie is deze nar aan het hof van het roerige Avondland van de vorige eeuw? Brechts jeugd en studietijd Bertolt Brecht werd op 10 februari 1898 in Augsburg geboren, als zoon van een fabrieksdirecteur. Zijn vroege jeugd wordt vooral getekend door ziekte; hij leeft teruggetrokken in de schaduw van de status van zijn ouders. Hij doorloopt het gymnasium in Augsburg, waar hij al snel naam maakt vanwege zijn schrijverstalent. Met name het schrijven én het maken van theater bezorgen de zeer jonge Brecht grote belangstelling. Zijn theaterstukken gaan vooral over de grote onzin van de Eerste Wereldoorlog, die hij - als gevolg van zijn oproep in militaire dienst - als verpleger van gewonde soldaten aan den lijve

12

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

heeft ervaren. Hij haat de heroïek voor de soldaten ‘gevallen voor volk en vaderland’ en de oorlogspropaganda. Het theater: instrument voor zijn ideaal Na de oorlog kiest hij ervoor om niet terug te keren naar de universiteit; hij wil de wereld tot een plek maken van harmonie en naastenliefde. Zijn instrument: het theater. Hij raakt bevriend met de bekende Duitse cabaretier en entertainer Karl Valentin. Door hem komt hij steeds vaker in Berlijn, het culturele centrum in het Europa van die dagen. Steeds meer contacten en opdrachten brengen hem naar de


hoofdstad. Zijn stukken, maar vooral zijn theaterkritieken en zijn filosofie over het theater maken hem tot een graag geziene gast in het theatermilieu. In 1924 verhuist hij met zijn gezin naar Berlijn. Hij heeft dan inmiddels drie kinderen en zal niet lang na de verhuizing trouwen met zijn derde vrouw, de actrice Helene Weigel, met wie hij tot zijn dood gehuwd zal blijven. Carrièredoorbraak Zijn grote doorbraak volgt in 1928 met de première van de Driestuiversopera, Brechts bewerking van de Engelse The Beggars Opera. De Driestuiveropera is een zeer maatschappijkritisch stuk waarin maatschappelijke verhoudingen aan de kaak worden gesteld. Brecht geeft af op de kloof tussen arm en rijk, de burgermansmoraal, corruptie en de vruchteloze pogingen van mensen om naar het goede te streven. ‘Eerst komt het vreten, dan pas de moraal’. Dit wellicht bekendste werk van Bertolt Brecht wordt tot op vandaag overal in de theaters nog gespeeld. De tot mislukking gedoemde Weimarrepubliek krijgt het niet voor elkaar om een gedegen democratische samenleving op te bouwen. De cultuur, die vooral zich uit in entertainment en vermaak in de vele nachtclubs, cabarets, revues, shows en komedies, balanceert tussen links- en rechtsextremisten, van wie de nationaal-socialisten uiteindelijk de sterksten blijken. In 1933 grijpt Hitler de macht en legt alle vormen van cultuur stevig aan banden. Ballingschap Op beschuldiging van hoogverraad wordt Brechts opvoering van zijn stuk ‘De Maatregel’ woest verstoord door de ordediensten van de nazi’s. Het klimaat is voor Brecht en de zijnen te onveilig

Bertolt Brecht

geworden. Hij vlucht met zijn gezin naar Denemarken, later naar Zweden en Finland, om uiteindelijk in Amerika terecht te komen. De ballingschap is voor zowel de mens als de theatermaker Brecht van groot belang en heeft grote gevolgen voor zijn werk. Het is voor hem persoonlijk de moeilijkste tijd van zijn leven. Toch schrijft hij juist tijdens deze periode zijn belangrijkste stukken, waarvan ‘Het leven van Galileï’ en ‘Heer Puntilla en zijn knecht Matti’ niet onvernoemd mogen blijven. De grote thema’s in zijn werk blijven de menselijke vrijheid, de onderdrukking van de vrije geest en de waanzin van de oorlogsmachine. Sympathie voor het communisme Toch valt op dat Brecht in zijn werk minder scherp kritiek uit op de dictatuur van de fascistische regimes in Duitsland en Italië. Het is vooral de angst, maar ook de weigering om als martelaar te sterven. Maar, de goede verstaander zal deze kritiek wel degelijk horen. De sympathie voor het communisme neemt bij Brecht steeds meer toe. Niet verwonderlijk als we zijn ideaalbeeld van bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

13


Maatschappelijke structuren blootleggend theater prikkelt de mens tot keuzes en levert zo de bouwstenen voor een harmonischere samenleving. een maatschappij naast het ideaal van een socialistisch ingerichte samenleving zien. Brecht heeft echter zijn hele leven geweigerd lid te worden van de communistische partij. Ook toen hij zich na de ballingschap vestigde in Oost-Berlijn. Dat was overigens geen bewuste keuze: Vanwege vermeende anti-Amerikaanse ‘activiteiten’ werd hij in 1947 uitgezet en kwam in Zwitserland terecht. Hij wilde echter terug naar Duitsland, maar mocht deze niet binnen via de Amerikaans Geallieerde zone. Met een Tsjechisch paspoort lukt het hem uiteindelijk om in Oost-Berlijn te komen. Brechts ‘Berliner Ensemble’ Deze derde belangrijke, en laatste periode in Brechts leven, wordt vooral gekenmerkt door de (weder)opbouw van zijn eigen ‘Theater am Schiffbauerdam’ en zijn eigen – wereldberoemde – ‘Berliner Ensemble’. Zijn stukken worden opnieuw gespeeld, aangevuld met weinig nieuw werk; veel aandacht schenkt Brecht aan jonge kunstenaars en theatermakers. Maar opnieuw krijgt Brecht te maken met een regime dat onderdrukt, censureert en menselijke verhoudingen uit elkaar scheurt. Sommige stukken, essays en artikelen worden verboden of naar eigen hand gezet. Dat alles leidt tot een haat-liefdeverhouding met de DDR. Hij blijft ver gaan in zijn sympathie voor het communisme, maar kan maar moeilijk omgaan met de eigen ‘interpretatie’ van het communisme door

14

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

de DDR – en het gehele Oostblok. In 1956 sterft hij aan een hartinfarct en wordt op het kerkhof naast zijn woning in de Chausseestraat begraven. Zijn Berliner Ensemble blijft hem, ook na de val van de Berlijnse Muur, trouw door nog altijd zijn stukken met grote regelmaat te spelen. Werden direct na de ‘Wende’ de Oost-Duitse theaters veroverd door Westerse intendanten, die met Brecht c.s. wilden afrekenen en zijn stukken verboden, de laatste jaren staat Brecht opnieuw in de belangstelling. Met name zijn maatschappijkritiek en het feilloos weergeven van misstanden, de dwaasheid van oorlog en geweld en de (politieke) corruptie zijn thema’s die ook nu actueel zijn. Theater als bewustwordingsprikkel Theater als middel om tot een zuivere analyse te komen wat er gaande is in de wereld om ons heen. Theater als instrument om het eigen denken te stimuleren om goede keuzes te maken. Theater als speelplaats waar een samenleving neergezet wordt die anders kan, anders moet. Dat waren de drijfveren voor Brechts theatrale vernieuwing. Deze vorm van theater, het episch theater of ook wel het ‘vormingstheater’ genoemd, heeft het hele theater in het Europa van nu vernieuwd. Zij is er niet enkel tot vermaak of tot ontspanning, maar wil een actieve bijdrage leveren aan het kritisch kijken naar maatschappelijke, politieke en economische structuren. Daar waar, in welke vorm dan ook, nog steeds sprake is van onderdrukking, daar heerst nog steeds oorlog. Bertolt Brecht blijft, ook na zijn dood, de klassieke nar die ons een spiegel voorhoudt.


column door: roy clermons, geestelijk verzorger in de psychiatrie en lekendominicaan

De mens wikt en beschikt?! Tijdens een studiedag van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland hoorden we van Erik Borgman, dat uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse bevolking over het algemeen positief is over het heden, maar angstig en onzeker over de toekomst. Maar hoe gelukkig ben je echt in het heden, als je je voortdurend zorgen maakt over wat er komen gaat? Is de toekomst niet altijd onzeker? En hoe erg is dat dan? Wat is geluk dan eigenlijk? Allerlei vragen die door mijn hoofd heen schoten bij het verhaal van Erik. Hannah Arendt schreef al dat de ongewisheid van het bestaan fundamenteel deel uit maakt van de menselijke existentie. In de huidige maatschappij waarin het maakbaarheidsideaal hoogtij viert, horen we dat niet graag. We moeten het zelf doen, wij maken ons leven zoals we dat willen, en wij moeten ervoor zorgen dat we gelukkig zijn. En als er iets misgaat, dan moeten we een schuldige aan kunnen wijzen. Als je dit niet kunt, tel je als mens al gauw niet meer mee. Zo functioneert het in het maatschappelijke leven en in de politiek. We vragen dat ook van onze leiders. Zij geven vervolgens het volk wat ze willen. Ze kunnen ook niet anders, want hun machtsbasis is gebaseerd op de kortstondige bevrediging van de behoeften van hun achterban. En daarmee blijven we positief over het heden, want we zijn alleen maar daarmee bezig; zo blijft de angst en onzekerheid over de toekomst bestaan. Die angst kunnen we ook niet oplossen, want die fundamentele angst voor de toekomst duidt op een tekortkoming van de huidige mens: we hebben God verbannen uit ons wereldbeeld. Het idee dat God al van in den beginne iets met deze wereld van doen heeft, is voor velen een vreemd idee. ‘De mens wikt en beschikt’, is het devies. En juist daar gaat het mis. Wij kunnen blijkbaar niet wikken en beschikken. Wij zijn niet heer en meester in deze wereld, al blijven we dat proberen en geven we deze tekortkoming niet graag toe. Hebben we daar als dominicaanse mensen niet een taak? Om woorden te spreken over God en zijn heilsplan en tekenen van God aan te wijzen in deze wereld en duidelijk te maken, dat dat goed is voor de toekomst van de individuele mens en van de mensheid?

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

15


toelichting bij de omslag door: gitta nieuwenburg, kunstenares

E

Een zaaier van het beeld, ploegend door het leven

en paar weken geleden was ik mijn tuin aan het voorbereiden op de lente. Ik zaaide bloemzaad en niet snel daarna kwamen de vogels om het op te eten. Ik ben altijd blij met vogels in mijn tuin, maar nu was dat even niet het geval. Om ze af te leiden gaf ik hen vogelvoer, in de hoop dat hun voorkeur daarnaar uitging. Ieder jaar is het weer spannend wat zich uit het zaad weet te ontkiemen en of het überhaupt wel ontkiemt. Je weet het niet en toch zaai je het uit. Hoop en verwachting maken onderdeel uit van het plezier van het zaaien. Hoop dat er wonderschone bloemen zullen verschijnen. Niets is zo mooi als het ontluiken van de natuur, maar daar hebben we slechts een begrensde invloed op. Verder zijn we geheel overgeleverd aan de elementen en de scheppingskracht. Je doet iets en in het ervaren van de activiteit voel je bij wijze van spreken de bloemen al bloeien, zonder dat er nog maar iets te zien is. We kunnen niet altijd zien wat het directe gevolg is van ons handelen, maar we kunnen - als we luisteren naar het onbenoembare in ons - wel ervaren wat ons beweegt. Met dit in gedachten wil ik graag kijken naar het leven en het schilderij De Zaaier (1888) van Vincent van Gogh (1853-1890). In het vaak rusteloze leven van Vincent van Gogh werd hij gedreven door het verlangen om nuttig te zijn. Aanvankelijk wilde hij evangelist worden, zich inzetten om de kracht van het woord te zaaien. Hij werd echter afgewezen, omdat hij geen begenadigd preker zou zijn. Wellicht was de echte reden dat hij zich teveel identificeerde met de werkende mens. Uiteindelijk heeft hij besloten om Gods rijkdom aan de wereld door te geven via de schilderkunst. Vincent was mateloos geïntrigeerd door de hardwerkende arbeidersklasse. In het werk van de arbeider lag in zijn ogen de dienstbaarheid en de aanwezigheid van God besloten. Middels ploegende, zaaiende en maaiende boeren beeldde hij ‘met ont-

16

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging


roerende compassie anonieme Christussen uit’, zoals Anton Wessels het zo mooi uitdrukte. In zekere zin heeft ook Vincent zich ploegend door het leven bewogen. Ondanks de vele tegenslagen die hij gekend heeft, bleef hij altijd trouw aan zijn scheppende vermogen. Tijdens zijn leven heeft hij slechts één schilderij verkocht, maar toch bleef hij geloven in de kracht van zijn werk. En die kracht lag in de authenticiteit van het Vincent van Gogh | Z aaier met ondergaande zon | leven. Op deze schilderijen is geen opsmuk te zien, maar enkel doorleefde mensen die ambachtelijk werk verrichten. Hij liet zich niet imponeren door wat de mensen van hem verwachtten en welke technieken hij volgens de gevestigde orde zou moeten gebruiken. Nee, hij koos voor de eenvoudige waarheid zoals hij die zag.

1888

Van het duister naar het licht In het schilderij De Zaaier beeldde hij de zaaier uit als symbool van nieuw leven en geboorte. Hij maakte zoveel studies als hij kon; hij zag dit als zaad voor zijn tekeningen, en de latere schilderijen als de oogst. De symboliek van zijn werk gaat verder dan hetgeen hij op het oog heeft geschilderd. Het laat iets zien wat de mensheid overstijgt. Met zijn penseel schilderde hij meer dan een arbeider op het land en een zon. Hij schilderde bovenal de aanwezigheid van God in de natuur en in de werkende maar ook lijdende mens. Zijn werk geeft uitdrukking aan een opvatting over de essentiële boodschap van de bijbel, namelijk dat de mens zijn weg moet zoeken van het duister naar het licht. Zaaien in het vertrouwen dat er geoogst gaat worden, misschien niet altijd en misschien niet op het moment waarop je het verwacht, maar wel onmiskenbaar als je echt naar het woord luistert. In zijn schilderijen wordt een verbinding gemaakt tussen het afwezige en het aanwezige. Van Gogh heeft geschreven: ‘Men moet werken en durven, wil men wezenlijk leven.’ Dat het niet altijd hapklare brokken zijn die ons leven vervullen, zoals het volk van Mozes eiste toen Mozes uit hun zicht op de top van de berg bij God was, maakt de geschiedenis van Vincent van Gogh meer dan duidelijk. Pas na zijn dood zijn de ogen van het grote publiek echt opengegaan. Zo dikwijls als hij werd verguisd bij leven, zo wordt hij nu gezien als één van de grootste kunstenaars. Bij het zaaien van zijn beelden zag hij de bloemen al bloeien. Hij heeft de vruchten niet zelf mogen plukken, maar zijn nalatenschap zal nooit verwelken. bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

17


mijmeringen bij een gedicht

Graag ook was ik wijs. In de oude boeken staat wat dat is, wijs. Het slagveld van de wereld mijden. En de korte tijd Doorstaan zonder angst. Ook geweldloos leven Kwaad met goed vergelden Wensen niet vervullen maar vergeten Geldt als wijs. Dat alles kan ik niet. Werkelijk ik leef in duistere tijden. uit: bertolt brecht: an die nachgeborenen, die neue weltbühne, parijs, 1939

Deze strofe doet me denken aan de Duits-joodse taalkundige Victor Klemperer; een veteraan uit de Eerste Wereldoorlog, getrouwd met een ‘arische’ Duitse. Twee dunne lijntjes die hem de gang naar de vernietigingskampen ontzegden. Vanaf 1933 tot vlak na de oorlog hield hij een dagboek bij, waarin hij nauwgezet en aangrijpend beschrijft hoe hij de duistere nazitijd doorleefde; van professor tot sterdrager, onder toenemende druk steeds verder uitgesloten van de Duitse maatschappij. Ten slotte als bewoner-getuige van het bombardement op Dresden, wat hem en zijn vrouw in die chaos de mogelijkheid bood te vluchten naar de Amerikanen. peter schoenmakers, Dominicanenklooster Huissen

18

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging


Graag was ik leeg van wensen. ik betreed met angst het slagveld van de wereld om angst te omhelzen en geweldloosheid te zijn. Kwaad en goed bestaan niet vanuit zichzelf Misschien geldt dat als wijs werkelijk zullen we leven in welke tijd dan ook dat alles kunnen wij. rob liethoff, acteur en stempedagoog Zijn duistere tijden om ons heen? Wordt zelfs wijsheid verblind door donkere luchten? O - mochten wij licht aanschouwen dat geen angsten kent. theo menting, Dominicanenklooster Huissen “Graag ook was ik wijs.” Ja zeg, wie wil dat nou niet! Maar. Wie om zich heen kijkt, wordt er moedeloos van. Partijbelangenpolitiek en zorgfraude; op andermans geld kloekende banken, escalerend huiselijk geweld. Overal onrecht tegenover de kleine mens. Boekenwijsheid heeft er geen vat op. Je afzonderen geeft geen soelaas. Je idealen blijven koesteren loopt op niets uit. Ja zelfs het gedicht biedt geen houvast: het is rijmloos; een allegaartje aan tekstregels. Uitzichtloosheid alom! En toch; het gedicht is nog niet af. Er moeten wel betere tijden komen, staan blijft bij mij het eerste woord, de eerste regel: GRAAG ook was ik wijs. stef de kroon, lid kloostercantorij en Capella Phos Hilaron, en vrijwilliger van het Dominicanenklooster

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

19


interview door: cecile hendriks, journalist

I

Vertel je verhaal op weg naar herstel

eder mens kent het donker: pijn, verdriet, schuld en schaamte; maar wie kennen het donker beter dan zij die in het circuit van de psychiatrie terecht zijn gekomen? Geestelijk verzorger Margreet Roos organiseerde samen met verhalenverteller Pete Pronk in april de themaweek ‘Vrij vertellen van je eigen levensverhaal’. Doel van de themaweek voor psychiatrische patiënten Waarom ze een workshop speciaal voor psychiatrische patiënten hebben gehouden? “Ik houd van gekke mensen”, legt Pronk (64) uit. “En eerlijk gezegd: ik ben zelf ook goed gek”. Pronks ogen kijken ernstig vanonder zijn zwarte borstelige wenkbrauwen de kamer in. Hij maakt geen grapje. De Amsterdammer heeft het in zijn jeugd moeilijk gehad. Zijn moeder leed aan de ziekte van Huntington. Ze overleed toen hij zestien was. “Ik ben afgedaald in mijn eigen donkerte en er weer uit gekomen”, zegt Pronk. “Ik ben niet bang meer voor het donker.” Maar voor ex-verslaafden en mensen met een psychische kwetsbaarheid geldt vaak dat hun angsten, verdriet en schaamte hun leven beheersen. “Ze weten niet meer wie ze zijn en hebben hun toekomstperspectief verloren”, zegt Roos (49). “Ze denken dat ze iets fout

20

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

hebben gedaan. Vooral in hun sociale omgeving stuiten ze op onbegrip. Een verslaving of een psychose laat de puzzelstukjes van je leven uit elkaar vallen.” Uitwerking Tijdens de themaweek mochten deze mensen aan elkaar hun verhaal vertellen. “Ze moésten niet beter uit de week komen”, benadrukt Pronk. “Het doel was dat ze uiteindelijk konden zeggen: ‘mijn levensverhaal doet er verdorie toe!’.” De deelnemers hoefden het licht niet te zien, maar werkten aan de acceptatie van de donkere kanten van hun bestaan. ‘Herstelverhaal’ even heilzaam als medicatie Konden deze mensen binnen de hulpverlening niet uit-en-te-na hun verhaal kwijt? “Het zal je verbazen”, zegt Roos, “maar als je in de psychiatrie terechtkomt, dan draait het vooral om medicatie. Hoe krijgen we de patiën-


ten zo snel mogelijk weer stabiel en hoe beheersen we met pillen de symptomen?” De werkdruk is hoog en er is simpelweg geen tijd voor levensverhalen. “Bovendien”, vult Pronk aan, “is er geen gelijkwaardigheid in dat circuit. De zorgverlener vertelt de cliënt hoe het met hem gaat. Het is wezenlijk anders dan wanneer je uit eigen beweging hulp zoekt bij een psycholoog.” Soms als Roos op huisbezoek gaat bij haar cliënten binnen de GGZ, neemt ze de tijd om naar de verhalen te luisteren. “Sommigen zitten letterlijk in het donker in de woonkamer”, vertelt ze. Ze gaat bij hen zitten en laat de cliënten vertellen. “Maar niet iedereen wordt daar emotioneel lichter van”, zegt ze. “De mensen weten dat je na een uur weer buiten staat en dat ze weer alleen zijn met hun sores.” Het vertellen van het levensverhaal hoort volgens Pronk en Roos bij de herstelbeweging in de psychiatrie. Die beweging moet meer aandacht krijgen, vinden ze. Niet alleen medicatie, maar het vertellen van je verhaal draagt ook bij aan het proces tot verbetering van de levenskwaliteit. Het levensverhaal duiden ze dan ook aan met ‘herstelverhaal’. Psychiatrische patiënten en verslaafden kunnen elkaar hiermee helpen. “Ze zijn ervaringsdeskundigen en met elkaar ervaren ze dat ze niet alleen zijn”, licht Roos toe. Het klooster: een plek die ertoe doet Vandaar dat Pronk en Roos deze doelgroep uitnodigden om een week lang in het Dominicanenklooster te verblijven. Hier kon de tijd genomen worden om naar elkaar te luisteren en elkaar te zien. “Veel mensen leven in beschermde woonvormen”, zegt Pronk. “De moed

Karel Appel | De vrijheidsschreeuw | 1948

die nodig is om van hun veilige plekje vandaan te gaan en naar Huissen te komen, die is zo groot. Er was iemand die tot het laatste moment getwijfeld heeft om te komen. Ik heb enorme bewondering voor iedereen die uiteindelijk heeft deelgenomen aan de week.” Een persoonlijk voorwerp Aan alle deelnemers was gevraagd om voor de themaweek een voorwerp mee te nemen dat uitdrukking gaf aan wie ze zijn. Sommigen hadden een foto meegebracht, vaak van hun kinderen. Pronk: “Voor veel mensen zijn de kinderen de enige reden waarom ze nog hier zijn, waarom ze nog leven.” Hij is nog altijd onder de indruk van deze

Pete Pronk, verhalenverteller en docent stemexpressie: “Ik beschouw de stem als het ventiel van de ziel”. bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

21


Door de aandachtige houding van de deelnemers naar elkaar gaven zij elkaar vertrouwen en veiligheid. mensen. “Ik blijf me verwonderen over hen. Als ik naar hun verhalen luister, denk ik vaak: ‘hoe bestaat het dat jij nog leeft?’. Hun geschiedenis snijdt door mijn ziel.” Tijdens de workshop werd er niet alleen verteld. Ook werden de levensverhalen uitgedrukt in dans, beeld en zang. “Een gezicht, een stem en een lichaam kunnen zoveel uitdrukken”, zegt Pronk. De stem beschouwt Pronk – die naast verhalenverteller ook docent stemexpressie is – als het ventiel van de ziel. “Niet allemaal dansten ze mee”, vertelt Roos. “Iedereen was vrij om te doen en laten wat hij of zij wilde.” Zo was er een vrouw die niet vrij kon bewegen. Ze bleef zitten tijdens het dansen, maar tolkte uiteindelijk wel met gebaren de tekst van de muziek aan een dove deelneemster. “Het was prachtig om te zien”, zegt Pronk. “Deze vrouw die met haar lichaam zo weinig kon, kwam ertoe om levendig met haar handen en armen te gebaren.” Enkele getuigenissen “Het is gaaf om mee te maken dat mensen opengaan”, zegt Roos begeesterd. “Er was een man die bij binnenkomst zei dat het klooster aanvoelde als een gevangenis. In de loop van de week kwam hij los en was zo dankbaar dat hij de workshop had mogen meemaken.”

22

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Ik ben dankbaar voor deze prachtige reis. Mijn ogen en hart waren gesloten door pijn en verdriet. Nu voel ik mij bevrijd en kan ik meer zien en voelen. Magie, vriendschap en pure liefde hebben dit mogelijk gemaakt. Woorden doen tekort aan wat ik voel!! Krzysztof

Hiervoor doen Pronk en Roos het. “Er was herkenning en in de ruimte die er was, ontstond rust”, zegt Roos. “Door de aandachtige houding naar elkaar gaven de deelnemers elkaar vertrouwen en veiligheid. Ze ervoeren dat de donkere stukken van de ziel er ook mogen zijn. Pijn, schaamte, schuld en verdriet, ze horen allemaal bij het leven.” Ik voelde mij gehoord en gezien met alle emoties en gevoelens aan mijn verhaal verbonden. Een verademing. De creatieve werkvormen waren voor mij een uitdaging en uitlaatklep Kwetsbaar en krachtig kon en durfde ik te zijn, door aandacht en nabijheid Kon oude patronen doorbreken met behulp van niet eerder aangeboorde bronnen Ben op ‘verhaal’ gekomen, spelenderwijs … Dit was helend en bevrijdend Voelde mij gerespecteerd, in mijn eigenheid en eigenwijsheid Fien


essay door: thomas quartier, religiewetenschapper aan de radboud universiteit van nijmegen

ora, lege et labora

Liturgische spiritualiteit als levenshouding

V

olgens Thomas Quartier (1972) is benedictijnse spiritualiteit een liturgische spiritualiteit: men geeft op rituele wijze gestalte aan het hele leven. Daarover heeft hij onlangs een boek gepubliceerd (‘Liturgische spiritualiteit. Benedictijnse impulsen’), en daarover geeft hij talrijke lezingen, ook in het klooster in Huissen. Quartier is oblaat van de Sint Willibrordsabdij Slangenburg in Doetinchem, docent voor rituele en liturgische studies aan de Universiteit in Nijmegen en gastprofessor op de Katholieke Universiteit in Leuven en de Benedictijnse Hogelschool Sant’ Anselmo in Rome. In dit artikel schetst hij een aantal kerngedachten uit het boek.

Standvastigheid In het huidige oerwoud van spirituele variaties is het soms lastig om het overzicht te houden. Want waarop kun je je oriënteren als je diepgang in je leven wilt brengen? Waaruit kun je inspiratie putten voor bezinning die meer is dan een impuls met slechts een korte houdbaarheid? Dat vergt een bepaalde levenshouding en is geen hobby naast andere. Het is van belang in te zien dat het ontwikkelen van een spirituele levenshouding geen sprint is, maar eerder een duurloop. Dat zag de heilige Benedictus al in de zesde eeuw, toen hij zijn beroemde Regel voor Monniken schreef. De ergste

soort monniken vormen volgens hem diegenen, ‘die hun hele leven lang de verschillende landstreken doortrekken […]. Altijd zwerven zij rond en hebben geen vaste woonplaats’ (RB 1, 10-11). Dit staat haaks op een van de belangrijkste deugden van het benedictijnse leven, de standvastigheid (stabilitas). Daar het vandaag de dag zeker niet gemakkelijk is die standvastigheid te cultiveren, lijkt me juist het volhardende karakter van het benedictijnse leven een interessant contrapunt bij de huidige beleving. Hoe geven benedictijnen hier gestalte aan? Allereerst door een

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

23


Bezinning die meer is dan een impuls, vergt een spirituele levenshouding en is dus geen sprint, maar een duurloop. heel leven op dezelfde plek te verblijven, maar nog belangrijker is wat men doet op die plek. Een stabiele leefplek ontstaat niet zomaar. Men dient er actief vorm aan te geven, en dat gebeurt bij Benedictus op rituele wijze. Daarom is benedictijnse spiritualiteit een rituele, liturgische spiritualiteit. Liturgisch leven De Italiaanse filosoof Giorgio Agamben beschrijft de ‘liturgisering’ van het leven als ‘samenvallen met je leefregel’. Monniken onderwerpen zich dus niet aan een bepaalde regel omdat ze dat moeten of willen, maar zijn er werkelijk mee versmolten. Ze ‘wonen bij zichzelf ’ (habitare secum), wat ze ook doen: wanneer ze eten, wandelen of in de kapel staan. Intuïtief zullen velen met name dat laatste, in de kapel staan, ritueel noemen en niet al die andere activiteiten die de dag vullen. Dat sluit aan bij de praktijk van vandaag waarbij mensen op bepaalde momenten tijd maken voor hun rituelen: de kerkdienst, de yoga-les of de gespreksgroep. Maar benedictijns liturgisch leven betekent iets anders. Natuurlijk moet men tijd maken voor de uitdrukkelijke rituelen – denk maar aan de vele kerkdiensten in het benedictijnse klooster – maar daarmee ben je er nog niet. Bij alles wat men doet, dient men dezelfde houding aan te nemen als in de kerk of bij de meditatie. In benedictijnse zin is dat de balans die je dient te vinden, praktisch door gewoon

24

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

te doen wat er te doen valt, niet onrustig te worden, maar ook niet traag. Men volgt in alles de balans tussen innerlijk en uiterlijk, doen en laten, mens en God. Dat moet je dan in gouden letters boven je bed hangen: ‘Ledigheid is de vijand van de ziel; en daarom moeten de broeders op bepaalde tijden bezig zijn met handenarbeid, en ook op bepaalde tijden met lezing van het Woord Gods’ (RB 48, 1). Om het leven bewust waar te blijven nemen en het zinvol vorm te geven, is een samenhangende eenheid nodig van je meest wezenlijke bezigheden. Voor benedictijnen zijn dat de drie taken bidden, lezen en werken. Het bekende ‘ora et labora’ (dat overigens nergens letterlijk in de Regel voor Monniken te vinden is) moet, als men het benedictijnse leven goed bekijkt, met het lezen worden aangevuld: ‘ora, lege et labora’. Liturgisch leven betekent dat men dezelfde waardigheid bij het werk vertoont als bij het gebed, dezelfde aandachtigheid bij het lezen als bij het werk, en dezelfde openheid in de werkplaats als in de kapel. Maar wat betekenen deze drie zuilen voor een liturgische spiritualiteit vandaag? Drie impulsen Ik denk dat men van het gebed, de lezing en het werk van de monniken veel kan leren als het gaat om bewust en gebalanceerd leven, het zijn drie impulsen ook voor de huidige tijd. Gebed Te beginnen met het ‘gebed’ (ora) – iets wat tegenwoordig niet meer in de mode schijnt te zijn. Maar biddende momenten zijn in ieder leven van groot belang. Zoals de dichter Jan Wit waarschuwt: ‘Wie de getijden verwaarloost, wordt door het getij overspoeld’. De biddende


momenten laten de mens stilstaan en weer in balans komen. Het gaat er daarbij niet enkel om tijdig te pauzeren, want dat is nog geen gebed, maar het hoeft ook geen klassiek religieuze vorm te kennen. Het betekent zich open te stellen, aan het begin van de dag, midden op de dag en aan het einde. Precies dat is wat monniken doen in het klooster, en van hun traditie van getijdengebed kan iedereen leren. In ieder leven zijn mogelijkheden om biddende momenten te scheppen; alleen moet men er aandacht voor hebben en er standvastig in zijn, anders werkt het niet. Lezing Neem de lezing (lege). We zijn gewend om veel informatie snel op te nemen, met de markeerstift in hand scannen we teksten eerder dan dat we ze echt lezen. Het benedictijnse lezen is echter liturgisch van aard. Dat houdt in, dat het langzaam gebeurt. Pas dan kan een tekst je weer verrassen. Door het herkauwen (ruminatio) van een tekst ontleen je je eigen standvastigheid aan de duurzaamheid van een goed woord, een gepaste letter. Benedictus geeft zijn monniken daar drie uur per dag de tijd voor. Die zal vandaag bijna niemand ter beschikking hebben, ook niet binnen de kloostermuren trouwens. Maar iedereen kan proberen lezende momenten in het leven in te lassen en deze vol te houden. Werk Ten slotte kent ook het werk (labora) een ritueel karakter. Het gebeurt met dezelfde eerbied als het gebed. Voor Benedictus is het leven een en al gebed, dus liturgisch, ook het meest praktische werk. Dat spoort niet met de hectiek van alledag die menigeen in zijn werk ervaart. En

het spoort ook niet met het gevoel van nutteloosheid van degene die dit tempo niet kan bijbenen. Benedictus wijst erop dat werkende momenten voor ieder mens nodig en mogelijk zijn. Momenten van gebalanceerde productiviteit, onafhankelijk van talent of leeftijd. Gun jezelf je werk en laat je niet opjagen. Het gaat niet om jezelf want er staat veel meer op het spel, namelijk de ‘zoektocht naar God’ (RB 58, 7), aldus Benedictus. Ik denk dat ‘God’ opnieuw een sleutel is voor spiritualiteit. Wat men eronder verstaat kan erg verschillend zijn, en de een zal een duidelijk godsbeeld hebben, de ander niet. Maar de poging om je open te stellen voor wat buiten jezelf ligt, daar draait de liturgische spiritualiteit om. Het woord ‘God’ staat symbool voor het zoeken en op een gegeven moment, soms even, voor het vinden in je eigen ora, lege et labora. Dat geeft overzicht, ook in het huidige spirituele oerwoud. Voor wie daarmee op weg wil, is mijn boek ‘Liturgische spiritualiteit. Benedictijnse impulsen’- dat van mijn eigen biddende, lezende en werkende momenten getuigt - wellicht een klein houvast voor onderweg! Liturgische Spiritualiteit. Benedictijnse impulsen. Berne Heeswijk: Bernemedia 2013. isbn 978-90-8972-057-3

Workshop: Benedictijnse spiritualiteit voor het persoonlijk leven

• o.l.v. Thomas Quartier • zaterdag 7 december 2013 10.00-16.30 uur • informatie www.kloosterhuissen.nl

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

25


essay

door: arjan broers, theoloog, journalist en schrijver

T

Lessen voor welwillende kapitalisten

heologen en gelovigen moeten zich niet opsluiten in hun kerken, kloosters of spirituele centra, vindt Arjan Broers. Ze moeten zich veel meer met de samenleving bemoeien. Maar hoe? In een poging daar zelf een antwoord op te geven, schreef hij een boek over de financiële crisis en de vraag of, theologisch gesproken, het Rijk Gods al ergens doorbreekt: ‘Geld & Goed. Lessen voor welwillende kapitalisten’. We weten heel goed wat secularisering is: de wereld wordt steeds meer werelds en heeft steeds minder met de kerk te maken. Dat proces is, althans in WestEuropa, onloochenbaar. Maar er is tegelijk ook iets gaande dat ik maar ecclesialisering noem. Oftewel: de kerk wordt steeds kerkser en bemoeit zich steeds minder met de wereld. Alsof geloof alleen maar iets is voor de zondag, of voor iemands eigen spirituele ontwikkeling. Het gat in de taal Nu ben ik al ruim zestien jaar zelfstandig schrijver en journalist op vooral religieus gebied. En in al die tijd heb ik de rol van kerken en religieuze organisaties kleiner zien worden, maar ben ik tegelijk alleen maar meer overtuigd geraakt van de waarde van de religieuze blik op de werkelijkheid. Er bestaat in onze samenleving iets wat ik het gat in de taal noem. Dat gat zit

26

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

op de plek waar we eigenlijk de fundamentele vragen zouden moeten stellen: waartoe ben ik op aarde? Wat is mijn, wat is onze zin? Als personen, als professionals, als organisatie? In veel branches worstelen mensen met een organisatiecultuur die zo materieel is, dat het immateriële uit beeld raakt. Alles wordt gereguleerd, gemeten en gecontroleerd, maar voor het vuur, de geest, het vertrouwen en de liefde is geen plek. Dat moet iedereen maar voor zichzelf uitzoeken: we beschouwen die thema’s als privé en persoonlijk. Geld en goed De gevolgen daarvan zien we in extreme mate in de financiële sector. De gebeurtenissen sinds de kredietcrisis van 2007 zijn te bizar voor woorden – al wennen we zelfs daar aan. Slechte financiële producten, minachting voor klanten, krankzinnige bonussen; uit-


eindelijk komt de rekening bij de samenleving terecht. In mijn ogen is er iets vergelijkbaars aan de hand als na de val van de Muur, en daarmee het communisme, in 1989. We weten dat er iets voorgoed voorbij is, maar wat de gevolgen daarvan zijn, is ongewis. In ieder geval is duidelijk dat het aan zichzelf overgelaten kapitalisme van de vrije markt voor grote problemen zorgt. We maken drievoudige schulden: in financiële zin, in sociale zin en in ecologische zin. De crisis waar we in verkeren, is volgens mij een crisis van vertrouwen. Het gaat niet om de vraag hoe we het oplossen, we moeten een slag dieper: wie zijn wij? Wie willen we zijn? Waartoe zijn we er? Wat is echt van waarde? Hoe kunnen we goed leven? Hoe zorgen we voor toekomst voor iedereen, inclusief de generaties die na ons komen? Een moment van waarheid Crisis heeft behalve de bekende betekenis ook, via het Griekse grondwoord krinein, de betekenis van onderscheiden. Het is een moment van waarheid: wat klopt, waarmee kunnen we verder – en waarmee niet? Nu ben ik een enthousiast lezer van columns en culturele beschouwingen. Maar het treft en ergert mij soms zelfs dat er zo weinig alternatieven worden geboden of besproken. We zijn met z’n allen zo goed geworden in het fileren en bekritiseren van om het even wat, dat we nauwelijks nog toekomen aan het ontwikkelen van een alternatief. En als dat toch wordt gedaan, dan gebeurt dat door utopisten en dromers die een hele nieuwe werkelijkheid willen scheppen – wat natuurlijk niet gaat.

Als er betrokkenheid is en een gezamenlijk verhaal, blijkt de overgrote meerderheid van de mensen te vertrouwen. Erik Borgman zette mij op het spoor van het kijken naar wat er in de werkelijkheid zoals ze is, al aan alternatieven bestaan en worden ontwikkeld. Theologisch gesproken: waar het Rijk van God al doorbreekt. En Harry Derkx, een gepensioneerde vrijwilliger van Oikocredit, wees me op het bestaan en het succes van het model van zijn organisatie, die honderden miljoenen euro’s uitleent aan armen. Welwillend Geld en goed. Lessen voor welwillende kapitalisten. Zo heet het door Skan­ dalon uitgegeven resultaat van mijn expe­riment: als theoloog – want ik ben geen econoom – en journalist zoeken naar antwoorden op de crisis. Met filosoof Hans Achterhuis, econome EstherMirjam Sent, profeet Herman Wijffels, filosoof Harry Kunneman, ethicus Edgar Karssing en theoloog Erik Borgman bracht ik de crisis in waarden in kaart. Vervolgens stelde ik vragen aan mensen die bij Oikocredit werken: hoe is de organisatie gegroeid? Hoe gaan ze te werk? Hoe houden ze zicht op andere waarden dan de financiële winst? Mijn bevindingen, ten slotte, verwoordde ik in een afsluitend hoofdstuk. Het is een rijke speurtocht geworden, een die vooral perspectieven oplevert en, wat mij betreft, vraagt om verdere uitwerking, gesprek en doordenking. Ik noem drie inzichten. Zo was het voor mij een eye-opener dat een onderpand, voor een bank heel bebezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

27


De huidige opvattingen over economische groei houden ons bijziend – en we weten het. langrijk, ook een immateriële vorm kan hebben. Dat wil zeggen: van Oikocredit kunnen we leren dat 95 procent van de mensen te vertrouwen is. Tenminste: als een bank of instelling ook echt een relatie opbouwt, en het niet bij een kille klantrelatie houdt. Maar als er betrokkenheid is en een gezamenlijk verhaal, blijkt de overgrote meerderheid van de mensen te vertrouwen. Groei Een ander inzicht is dat we nieuwe economische indicatoren nodig hebben. Want nog steeds zijn groeipercentages maat- en richtinggevend in onze economie. Maar die cijfers laten niet zien welke financiële, sociale en ecologische schuld er tegelijk mee opgebouwd is. Dit is een fundamenteel probleem. De huidige opvattingen over economische groei houden ons bijziend – en we weten het. We moeten een manier vinden om de werkelijke financiële, sociale en ecologische waarden te wegen, ook in het bepalen van de waarde van een onderneming.

Rijkdom heeft ook een immateriële kant: als mensen op hun sterfbed zeggen dat ze ‘een rijk leven’ hebben gehad, snapt iedereen dat daarmee niet hun bankrekening bedoeld is.

28

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Een derde inzicht is dat minderen of stoppen met groeien geen aantrekkelijke optie is, ook al pleiten wereldverbeteraars daar nog zo hartstochtelijk voor. Mensen willen groeien, zoals alles wat leeft. Alleen: wij hebben alle verlangen naar groei op het materiële gezet: in geld en spullen. Rijkdom heeft ook een immateriële kant – zoals mensen op hun sterfbed heel goed weten. Als ze dan zeggen dat ze ‘een rijk leven’ hadden, snapt iedereen dat daarmee niet hun bankrekening bedoeld is. Wat mij betreft vraagt de crisis er dus ook om dat we onze focus op groei verleggen naar het immateriële. Hoe kunnen wij, hoe kan elk van ons groeien tot een rijker mens? Door onszelf te ontwikkelen, meer rust en vrede in onszelf te ervaren, betere relaties te hebben met anderen? ‘Geld & Goed. Lessen voor welwillende kapitalisten’. Uitgeverij Skandalon, 152 pagina’s, juni 2013, isbn 9789490708733


Neem nu een jaarabonnement op Geloven Onderweg voor slechts € 15,– of ontvang een gratis cd* of boek** **Rembrandts Engel Bijbelverhalen van een schilder Anne Marijke Spijkerboer (winkelwaarde 29,50)

*Dubbel cd Jaargetijden 25 schriftliederen voor het liturgisch jaar Henk Jongerius en Jan Raas (winkelwaarde 22,50)

❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en betaal het eerste jaar slechts € 15,– ❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang de cd Jaargetijden ❍ Ja, ik neem een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang het boek Rembrandts Engel mijn gegevens zijn:

naam voorletters

m/v*

straat + huisnr. postcode woonplaats telefoonnummer geboortedatum emailadres bankrek. nummer handtekening * doorhalen wat niet van toepassing is

❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en betaal daarvoor slechts € 15,–** ❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang zelf de cd Jaargetijden** ❍ Ja, ik geef iemand een abonnement op Geloven Onderweg en ontvang zelf het boek Rembrandts Engel** ** Het abonnement stopt automatisch.

het abonnement is bestemd voor: naam voorletters

m/v*

straat + huisnr. postcode woonplaats telefoonnummer geboortedatum emailadres betaling: ❍ Ik betaal via automatische incasso ❍ Ik betaal via acceptgiro (€ 2,50 extra) ❍ Gift à ______________ Stuur deze bon in een envelop zonder postzegel naar: geloven onderweg, antwoordnummer 2900, 6800 vk huissen Voorwaarden Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. Prijswijzigingen voorbehouden. Het abonnement geldt minimaal voor een jaar en kan tot uiterlijk een maand voor het einde van deze periode worden opgezegd. Na de actieperiode wordt het abonnement automatisch omgezet in een abonnement voor onbepaalde tijd welke op ieder moment opzegbaar is met een opzegtermijn van drie maanden. U kunt gebruik maken van deze aanbieding indien u de afgelopen 6 maanden geen abonnement op Geloven Onderweg heeft gehad. Het cadeau-abonnement stopt automatisch.


essay door: rick timmermans, freelance journalist en schrijver van hunkeren naar rust - over benedictijnse spiritualiteit

S

Jezelf in alle vrijheid geven

treven naar vrede om de wereld bewoonbaar te maken. Maar in vrede samenleven vereist allereerst een vredige verstandhouding met je innerlijk. In de benedictijnse traditie verloopt de weg naar de ander dan ook via de nederigheid. In voorbereiding op de zomerretraite, die ik begin juli met een vriend in het klooster van Huissen geef, schoten de volgende woorden door mijn hoofd: tot je ‘zijn’ geroepen zijn. Het thema van de jongerenretraite is vrede en vreugde en ik dacht: is dat niet de worsteling van elk mens? En zou het niet de oplossing voor vele problemen zijn als iedereen zichzelf durft te zijn? Als iedereen weet wie hij is en wat ‘de mens’ in zich bergt, dan zou het op veel meer plekken vrede zijn. In veel gastenhuizen, retraitecentra, bezinningsoorden en kloosters wordt de strijd om het zelf uitgevochten. Soms is het letterlijk een uitputtingsslag waarin alle wonden weer opengaan. Maar vaak ook wordt het gevecht gebroken door de sfeer van liefde en rust, en vindt de verwonde ziel genezing en vrede in de diepste kern van het eigen hart. En bloeit hij open om in zichzelf de ander te verwelkomen.

30

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Monniken van Benedictus Toen ik zo de retraite voorbereidde, gingen mijn gedachten uit naar het witte doek. Letterlijk naar de witte vredesvlag, maar in mijn bedoeling vooral figuurlijk, naar het filmdoek met daarop de beelden uit Des hommes et des ­dieux. Een film waarin de monniken door hun God geroepen worden om dragers van vrede te zijn. Kort. Een terroristenbende bedreigt de trappisten die wonen in een klein klooster in Algerije. De monniken leven in angst, want als de terroristen nog eens hun klooster bezoeken, dan weten ze dat ze zullen sterven. Maar de angst krijgt geen volledige vat op de mannen. Met de dood voor ogen – onzeker over het tijdstip; vandaag, volgende week, misschien pas over jaren – vinden de monniken moed hun leven en roeping voor te zetten. Ze blijven zich inzetten voor gebed, elkaar en de mensen uit het dorp. Totdat op een nacht de terroristen inderdaad komen en de monniken


meenemen. Enkele maanden later zijn ze dood. Wat mij in deze film treft, is de overgave van de monniken. De liefde waarmee ze hun roeping tot het einde beantwoorden. Omdat ze weten: dit zijn wij, hier zijn wij, en hier moeten we zijn en zullen we blijven. De hele film spreekt woordeloos over vrede en gevonden rust in zichzelf. In dat opzicht zijn het echte monniken in de traditie van Benedictus. In de benedictijnse traditie is vrede een hoog goed. Aan de poort van elk benedictijnenklooster word je dan ook op een of andere manier altijd begroet met het woord: pax. Kloosters zijn huizen van vrede. In hoofdstuk 34 van de Regel van Benedictus staat namelijk: ‘Daarvan werd uitgedeeld aan eenieder, al naar gelang hij nodig had’. Hiermee bedoelen we niet dat men bepaalde mensen mag voortrekken – God verhoede het – maar dat men rekening moet houden met zwakheden. Wie wat minder nodig heeft, dankt God en is niet teleurgesteld. En wie wat meer nodig heeft, is nederig vanwege zijn zwakte en niet trots op het medeleven dat hem betoond wordt. Op die manier zullen alle lidmaten in vrede zijn. Vrede betekent hier niet de wereldvrede, maar dat de monnik zijn eigen zwakke en sterke kanten accepteert en dat hij

Vrede betekent niet de grote wereldvrede, maar het accepteren van je eigen zwakke en sterke kanten, en het leren omgaan met de zwakheden van de ander.

Beeld uit Des hommes et des dieux

leert omgaan met de zwakheden van de ander. Daarover schrijft ook Anselm Grün, een Duitse monnik en auteur van talloos veel boeken. Hij zegt dat Benedictus met deze vrede geen gemakkelijke opdracht aan zijn monniken geeft, omdat deze vrede diep zelfonderzoek vereist. De vrede waar het hier over gaat, verwerf je volgens hem door een harde en consequente strijd om innerlijke zuiverheid en door het gebed. Een gebed waarin men probeert alles aan te nemen wat God van iemand vraagt aan eigen en andermans zwakheden. Met andere woorden: je kunt pas vrede bereiken en werken aan vrede als je geen weerstand meer voelt bij het zien van eigen zwakte en zwakte in anderen. Muziek Nu heb ik in mijn flat zo nu en dan te maken met geluidsoverlast. De veroorzaker is een vriendelijke man, maar hij houdt van harde muziek met veel bastonen. Meestal rond het middaguur, als de kinderen naar school zijn, dringen die geluidsgolven door onze muur heen. Ik voel dan twee emoties opkomen: woede en ergernis. En ik vind dat op dat moment terecht, want mijn concentratie verdwijnt en mijn werkdag wordt verziekt. Op zo’n moment in de lijn van hoofdstuk 34 van de Regel van Benedicbezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

31


Benedictijnse nederigheid is accepteren, dat je in deze wereld bent gezet om wie je bent: de vindplaats van je vrede. tus denken: prima, dat is zijn zwakte, ik moet hem daar niet op afvallen, maar het in eerste instantie verdragen en bidden of ik het kan verdragen, valt niet mee. Toch is dat wat Benedictus van zijn monniken vraagt en vanuit zijn ervaringen aan alle mensen adviseert. Dat ik allereerst voorbij de woede en ergernis die ik voel, moet gaan en mijn buurman moet zoeken in zijn zwakte. Het vervelende gedrag van de ander dwingt mij te kijken naar mezelf. Naar wat er leeft in mij en wat in mijn handelen vredig samenleven in de weg staat. Stel nu dat dit in een klooster zou voorvallen. Ik denk dat de abt dan niet meteen naar zijn monnik toesnelt om hem terecht te wijzen. Een goede abt zou de situatie eerst een tijdje aankijken, proberen te doorgronden wat er mis gaat, zoeken naar redenen van het gedrag van deze rustverstorende monnik en daarover dan met hem in gesprek gaan. Een reactie uit liefde voor de monnik en niet uit eigen frustratie. Maar het probleem is dat deze flatbewoner geen monnik is en ik niet zijn abt ben. Wat moet ik dan met zo’n ideaal als innerlijke vrede? Jezus zegt: voor je iemand opmerkzaam maakt op de splinter in zijn oog, moet je eerst de balk in die van jezelf herkennen. Met andere woorden: zie eerst dat ik net als alle mensen verlangens en behoeften heb die vredig samenleven in de weg staan. En leer met die behoeften omgaan. Niet hij zus

32

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

en zo, maar ik, wat is er mis met mij? Maar, zegt Anselm Grün, het is ook weer niet zo dat je je eigen behoeften moet verdringen. Ze mogen er zijn, dat in de eerste plaats. Voordat je ermee aan de slag kunt, moet je eerst accepteren dat je verlangens en behoeften hebt. De andere kant is ook waar, volgens hem. Het is ook weer niet nodig jouw behoefte tot eis te maken. Als ik het zo bezie, dan verandert de zaak van mijn buurman. Ik heb weliswaar geconstateerd dat ik het niet nodig heb om mijn agressie af te reageren door mijn radio heel hard aan te zetten, maar dat geeft mij niet het recht hoogmoedig te worden en mezelf boven mijn buurman te verheffen die dat wel nodig heeft. Ik probeer allereerst te leven uit dankbaarheid dat bepaalde behoeftes die ik vroeger had, langzamerhand vervuld zijn waardoor ik ook afstand heb kunnen doen van bepaald gedrag. Juist als ik denk dat ik een stap verder ben dan mijn buurman, moet ik dat kunnen laten zien door niet te reageren vanuit mijn ergernis en woede, maar vanuit liefde en behulpzaamheid. En dat geldt niet alleen voor mij en mijn buurman, maar voor alle momenten dat ik woede en ergernis voel opkomen. Of, zoals Henk Jongerius onlangs tijdens een interview voor Volzin zei: “Keer terug naar wie je bent. Naar hoe je in de wereld gekomen bent en dus door God bemind en gekend wordt”. Nederigheid De innerlijke vrede, de benedictijnse vrede, is geen zweverig ideaal, maar staat met twee benen op de grond. Het is weten wie je bent, hoe je reageert op anderen en vanuit die zelfkennis handelen. Het is geankerd leven. Een anker dat


Benedictus werpt in de deugd der nederigheid, de belangrijkste eigenschap waarnaar een monnik moet streven. Maar niet een nederigheid die mensen klein houdt. Het is ook niet: altijd de deur voor iemand openhouden en nooit de laatste koek van de schaal pakken. De nederigheid waar Benedictus zijn monniken naar wil leiden, en die zal leiden naar vrede, is: dat de monnik de waarheid van je hart ontdekt. Die waarheid zien wij echter soms liever even over het hoofd. Ons ware ik wordt nog wel eens verdrongen, of is verdrongen. Ik mag vooral niet mezelf zijn, het is beter een rol te spelen. Benedictus zegt: ga de worsteling met jezelf aan en neem de ruimte in die je gegeven is. Benedictijnse nederigheid Benedictijnse nederigheid is: kijken in de spiegel zonder de opsmuk die je jezelf graag gunt en die alles wat mooier maakt. Het is worden wie je echt bent, zonder poespas en zonder het al te belangrijk te vinden wat anderen van je vinden. Nederigheid is leven zonder de beklemmende verwachtingen van je omgeving. Het is: accepteren dat je in deze wereld gezet bent om wie je bent. En dan pas vind je vrede. Dat gaat niet vanzelf en ligt niet voor de hand. Geen mens wordt ongeschonden volwassen. Wie is niet gekwetst door ouders of opvoeders, door kapotte relaties, door vrienden, door vijanden, door onszelf? Wie heeft daarom geen schild om zich heen gebouwd? Benedictus wil dat zijn monniken daar niet onder gebukt blijven gaan. Hij wil dat ze ontdekken wie er eigenlijk verstopt zit onder die gekwetste laag en wie er achter dat schild schuilt. En dat opent de ogen voor

Beeld uit Des hommes et des dieux

de ander. Want die is ook gekwetst in zijn persoonlijke geschiedenis. De ander doet ook dingen die hij liever niet doet, die niet bij de aard van het beestje horen omdat die aard weggeschminkt wordt. De mens die leeft in innerlijke vrede kan door de make-up van de ander heenkijken en het ware gezicht zien. Wie zijn eigen hart kent, moet Benedictus geweten hebben, verbaast zich niet meer over de neigingen van de ander, omdat hij dat alles ook in zichzelf is tegengekomen. Alleen de nederige, de mens in vrede, zou Benedictus zeggen, is degene die zich in vrijheid kan geven aan zijn broeders.

Zomerretraite voor jongvolwassenen (20-35 jaar): De weg van vreugde en vrede

• o.l.v. Rick Timmermans en Gerrit Post • vrijdag 5 juli tot zondag 7 juli 2013 • meer informatie www.kloosterhuissen.nl

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

33


essay door: leo oosterveen o.p., dominicaan en leerhuiswerker

in dankbare herinnering aan theo beemer (1927-2003), in leven lector moraaltheologie te nijmegen, die mij thomas leerde lezen.

E

Thomas van Aquino en zijn betekenis voor de dominicaanse zending

en van de bekendste dominicanen is de 13de eeuwse theoloog en filosoof Thomas van Aquino (1225-1274). Komend uit een adellijk Italiaans geslacht sloot hij zich aan bij de toen nog jonge bedelorde van de dominicanen. Dit was zeer tegen de zin van zijn familie in, die wilde dat hij benedictijn zou worden. Hij zou uitgroeien tot een van de grote westerse filosofen en theologen. Aanvankelijk niet onomstreden, is hij in de latere kerk- en theologiegeschiedenis tot een monument geworden, en is zijn werk (onterecht) tot een systeem gemaakt dat als ijkpunt voor rechtzinnigheid is gaan gelden. Openstaan voor argumenten Thomas is dol op argumenteren. Zijn werken bestaan uit voortdurende afwegingen van argumenten pro en contra, zoals onder meer blijkt uit zijn Summa theologiae. Wil je Thomas recht doen, dan moet je altijd openstaan voor nieuwe argumenten en nieuwe afwegingen maken. Alleen al daarom is het tegen de geest van Thomas om zijn denken tot een gesloten systeem te maken. God doordenken in termen van ‘zijn’ Met behulp van de in zijn tijd herontdekte en vertaalde geschriften van de

34

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v. Chr.) heeft Thomas het geloof willen doordenken en dat leverde nieuwe gezichtspunten op. Zijn leermeester en medebroeder Albertus de Grote (12061280) heeft hem op het grote belang van deze filosoof gewezen. Thomas wil in het spoor van Aristoteles God doordenken in termen van het ‘zijn’. Het ‘zijn’ is het meest algemene en tegelijkertijd meest pregnante begrip in Aristoteles’ filosofie. Van alle dingen kun je in elk geval zeggen, dat ze ‘zijn’. Alles deelt in het ‘zijn’, zij het telkens op specifieke wijze. Thomas borduurt erop voort. God is het


Thomas: Alle schepselen participeren op hun eigen, eindige en beperkte wijze aan het hoogste, pure en meest volmaakte Goddelijke ‘zijn’. Door deze beperktheid schiet dit steeds tekort en moet het dus blijvend hernomen worden. hoogste, pure, meest volmaakte en voor ons onvoorstelbare ‘zijn’. Gods wezen en zijn ‘zijn’ vallen samen. Bij schepselen is dat niet zo. Zij zijn maar op een beperkte wijze en moeten altijd nog worden wat ze kunnen zijn. Schepping en God hebben het ‘zijn’ gemeen, en alle schepselen participeren op eigen, eindige wijze aan het hoogste, goddelijke ‘zijn’. Daarom kunnen mensen vanuit hun beperkte zijn iets over God zeggen, iets wat ertoe doet. Thomas noemt dat analoog spreken: een spreken dat weliswaar treffend is, maar altijd ook weer tekortschiet en dus moet worden hernomen. Alleen Gods ‘zijn’, het hoogste zijn, is noodzakelijk van aard, omdat alleen God de laatste en definitieve oorzaak is van alle geschapen werkelijkheid. Voor Thomas is deze overtuiging een Godsbewijs, een denkweg naar God. Het zelfstandige kenvermogen van de mens Door het denken van Aristoteles over onder meer ‘zijn’ en ‘oorzaak’ in de theologie te integreren, wil Thomas zaken als God, schepping en eindigheid op een nieuwe wijze aan de orde stellen. Dit laat onverlet de bijbelse heilsfeiten en de openbaring, waar we wel rationeel over kunnen nadenken, maar die we uiteinde-

lijk moeten aanvaarden en niet kunnen ‘bewijzen’. Docerend aan universiteiten en in studiekloosters binnen zijn orde, onder meer in Parijs, Napels en Orvieto, heeft hij heel veel commentaren op de bijbel geschreven en niet alleen wijsgerig-theologische arbeid geleverd. Bij alle vernieuwing is Thomas niettemin schatplichtig gebleven aan zijn voorgangers, met name Aurelius Augustinus (354-430). Thomas houdt vast aan het denkschema dat de schepping voortkomt uit God en naar hem terugkeert als haar doel. Maar anders dan zijn voorgangers en sommigen van zijn tijdgenoten heeft Thomas meer oog voor het zelfstandige kenvermogen van de mens. Met dat vermogen kan de mens de werkelijkheid begrijpen in al haar concreetheid en eigenheid. Kennis krijgen we niet (alleen) door goddelijke verlichting. Thomas ziet de mens bovendien als bezielde lichamelijkheid, dus niet als een ziel met een louter stoffelijk omhulsel. En tegen de begeerte kijkt hij nuchterder aan dan Augustinus, die haar vreesde als ondermijning van de wil. Thomas vindt de begeerte op zich niet verkeerd, als ze maar maat houdt. Scheppingsoptimisme Een beroemd adagium van Thomas is dat de genade de natuur niet opheft, maar vervolmaakt. De genade en de openbaring bouwen voort op de schepping – die Thomas ziet als Gods voortdurende leiding en heilzame aanwezigheid in de wereld. Thomas is een scheppingsoptimist. En vanuit het goede van die schepping keren we uiteindelijk weer naar het goede, God, het hoogste geluk terug. Het inoefenen van de deugden, de moraal, dient er volgens Thomas toe dat we gelukkige(re) mensen worden.

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

35


Wezenlijke relatie tussen schepping en goddelijke werkelijkheid Bovenstaande schets is heel summier, te summier. Thomas’ oeuvre is enorm (meer dan zeven miljoen woorden!) en gaat in zekere zin over alles. Maar het gaat er Thomas niet om alle toenmalige kennis aan de orde te stellen. Thomas is niet een encyclopedist, maar een theoloog die meent dat de hele werkelijkheid iets over God zegt, mits je bereid bent om die werkelijkheid onder het opzicht van God te beschouwen! Voor een theoloog als Thomas is daarom de hele menselijke werkelijkheid – niet alleen Schrift en traditie - relevant en in die zin vindplaats van God. Thomas is ervan overtuigd dat er een wezenlijke relatie is tussen schepping en goddelijke werkelijkheid. De eerste deelt op beperkte wijze in het volmaakte zijn van de laatste. In de reformatie zal deze aanname op tegenstand stuiten, onder meer bij Maarten Luther (1483-1546) en later bij Karl Barth (1886-1968). Thomas zou te weinig aandacht schenken aan Gods absolute transcendentie en aan de afhankelijkheid van de schepping ten opzichte van Gods genade. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat er niettemin een fundamentele overeenkomst bestaat tussen Thomas’ opvatting over de genade en die van de grote reformatoren. Streven naar harmonie Wel is het zo dat Thomas’ denken gekenmerkt wordt door een streven naar harmonie en wel tussen geloof en rede, natuur en genade en de menselijke en de goddelijke werkelijkheid. Met een modern woord zou je kunnen zeggen dat volgens Thomas de menselijke werkelijkheid wezenlijk gerelateerd is aan de

36

geloven onderweg nr 2 • 2013 – bezinning bezieling beweging

Wij doen Thomas echt recht, als we zijn theologische methode toepassen, namelijk de gehele menselijke werkelijkheid met behulp telkens van de nieuwste inzichten overdenken en zo tot vindplaats van God maken. goddelijke, ook al heeft ze een relatieve zelfstandigheid. Dit besef heeft doorgewerkt bij hedendaagse dominicaanse Marie-Dominique theologen, zoals ­ Chenu (1895-1990), Edward Schillebeeckx (1914-2009) en Gustavo Gutierrez (1928-) die proberen aan te geven welke positieve, maar ook negatieve sociale, historische, culturele en existentiële bestaanservaringen Gods heil aan het licht brengen. Chenu, Schillebeeckx en Gutierrez denken historisch en contextueel. Dat kon Thomas nog niet als middeleeuws denker. Maar zijn denken over de relaties ‘mens en God’, ‘natuur en genade’ en ‘rede en geloof’ heeft deze moderne dominicaanse theologen beslist beïnvloed. Hoe Thomas recht doen? Thomas’ theologische intentie vandaag de dag recht doen: hoe doe je dat? Door hem te bestuderen en zijn interpretatie van Aristoteles’ denken over zijn, natuur, oorzaak en God te ontleden? Toen ik theologie studeerde, in de jaren ’70 van de vorige eeuw, zeiden nogal wat maatschappijkritische dominicanen, ikzelf incluis: vandaag de dag zou Thomas van Aquino in plaats van Aristoteles Karl Marx tot uitgangspunt nemen; in zijn denken komt immers de acuutheid van de sociaal-economische situatie van de


westerse samenleving en van haar onmenselijkheid het meest fundamenteel aan het licht. In 2003 was ik in Rome bij een bijeenkomst van de filosofische studieleiders van de orde. Een doorgewinterde Amerikaanse thomist, de moraaltheoloog en -filosoof Benedict Ashley OP, zei toen dat we - als we Thomas echt recht willen doen - hem niet zozeer moeten reproduceren, maar als theologen werk moeten gaan maken van de implicaties van de nieuwste fysica en biologie: de kwantummechanica, de tweede wet van de thermodynamica en de neurobiologie. Dát zijn de frontlinies van de huidige menselijke kennis van de natuur! Met deze voorbeelden wil ik maar aangeven dat de focus van de studie van de (menselijke) werkelijkheid telkens verschuift en oneindig vele aspecten heeft. Alle kennis is historisch bepaald, beperkt, eindig en ziet uit naar de volgende stap. Maar in die eindige kennis licht niettemin steeds iets van Gods grootheid en heil op, want al die kennis levert, onder het opzicht van God, woorden op waarmee we God ter sprake kunnen brengen. Dat is Thomas’ diepste overtuiging. Thomas heeft zich zijn leven lang uitgeput in het geven van woorden aan God, maar op 6 december 1273 breekt het moment aan dat hij ineens stilvalt. Hij zegt dat hij niet meer verder kan en dat alles wat hij geschreven heeft, hem als stro voorkomt. Een paar maanden later sterft hij, op 7 maart 1274, nog geen 50 jaar oud, op weg naar het concilie van Lyon. Was het een burn-out of een ervaring van iets veel belangrijkers dan hij ooit had uitgedacht en opgeschreven? Het moet een ervaring zijn geweest die alle theologische en wijsgerige redenering relativeert in het licht van Gods geheim.

Betekenis voor de dominicaanse zending Wat is de betekenis van Thomas voor de dominicaanse zending, waarover op dit moment in dominicaanse kring zoveel gesproken wordt? De centrale taak van de dominicaanse beweging is de verkondiging. Met dat doel heeft Dominicus zijn orde gesticht in 1216. Om de dominicanen een hart onder de riem te steken en het goed recht van hun ideaal te onderstrepen, zegt Thomas (Summa theologiae IIa IIae, q. 188, a.6): “Verlichten is beter dan alleen zelf het licht te bezitten […], daarom is het beter aan anderen door te geven wat men heeft gecontempleerd, dan alleen maar zelf te contempleren.” Tegen de achtergrond van Thomas’ denken is hier niet alleen de verschuiving naar de overdracht en de verkondiging van belang. Ook de inhoud van de contemplatie zelf krijgt bij Thomas een aparte kleur. Contempleren wordt: je richten op de hele menselijke werkelijkheid als vindplaats van God. Voor de dominicaanse zending betekent dit dat concrete menselijke ervaringen - religieus, sociaal, politiek - niet bijkomstig zijn, maar een wezenlijke bron van openbaring kunnen zijn en daarmee uitdrukkelijk onderwerp van de verkondiging. Dit hoeft niet tot navelstaarderij te leiden, zolang we maar beseffen dat “God groter is dan ons hart” (1 Joh. 3,20) – en dan ons verstand, zou Thomas eraan toevoegen.

Studiebijeenkomst: Leven zonder waarom

Begijn Marguerite Porete en dominicaan Meister Eckhart over de omvorming van de ziel. • met Leo Oosterveen, Dorry de Beijer en Evert van den Berg • informatie: blz. 38 en www.kloosterhuissen.nl

bezinning bezieling beweging

nr 2 • 2013 geloven onderweg

37


vrijdag 28 juni 19.30 uur tot zondag 30 juni 2013 13.30 uur Herma Timmer, zangdocente en dirigente A € 199,- B € 249,- C € 299,- 13072

retraite

Op zoek naar het Goddelijke in je leven Ervaar een paar dagen de kracht van stilte en rust en maak tijd voor jezelf. In ‘de leegte’ zoeken naar sporen van het Goddelijke in je leven en ontdekken wie je bent, wat je wilt en waar je tegen aanloopt. Onder begeleiding enkele dagen met stilte, vieringen, tekstreflecties, creatieve werkvormen en gesprek.

retraite

Zomerweek Beaufort Een bijzondere week bij de Dominicanessen van Notre Dame de Beaufort in Bretagne. We genieten van deze unieke plek en van de intensiteit van het gezang van de zusters en de vieringen. We mediteren en lezen teksten van Anthony de Mello, die op een verrassende manier schrijft over het gebed. dinsdag 23 juli 18.00 uur tot maandag 29 juli 2013 9.30 uur Henk Jongerius, dominicaan en meditatieleraar en Michel Daniëls, lekendominicaan en gastheer A € 459,- B € 499,- C € 599,- 13115

retraite

Retraiteweekend In de stilte Stilte blijkt heilzaam voor mensen, in de stilte komt naar boven wat diep in ons leeft, in de stilte komen we het geheim van het leven op het spoor. We laten ons inspireren door het kloosterritme en mystieke teksten. We beleven de stilte en maken ruimte om met elkaar uit te wisselen wat dat met ons doet. vrijdag 5 juli 19.30 uur tot maandag 8 juli 2013 11.00 uur Holkje van der Veer, dominicanes en pastoraal vormingswerkster en Janneke Bron, cantor en pastor A € 189,- B € 239,- C € 289,- 13045

muziek

Zangweekend voor vrouwen - Voorbij de grenzen Een muzikale reis door Europa. Deze reis voert je naar verschillende zangtradities uit Europa. In 2013 een nieuw programma!

retraite

agenda voor onderweg

Ontmoet jezelf in de bevrijdende stilte Drie dagen om in volledige stilte te ervaren wat zich NU in jou aandient. Zwijgen en jezelf ontmoeten, zodat wat diep in jou leeft aan het licht komt. Soms confronterend, altijd helend. Ervaar hoe de stilte je innerlijk kan bevrijden. Er is gelegenheid voor een gesprek met de begeleidster. vrijdag 28 juni 19.00 uur tot maandag 1 juli 2013 18.30 uur Erna Bakker, therapeute en coach bij het (terug-)vinden van innerlijke rust A € 269,- B € 319,- C € 369,- 13150

maandag 12 augustus 15.30 uur tot donderdag 15 augustus 2013 13.30 uur € 240,- (incl. 1pk) 13172

workshop

Zomerweek Beeldhouwen en meditatie Van steen je eigen beeld maken: dat is bijzonder! Dagelijkse meditaties ondersteunen je om je beeld te realiseren. In de loop van de week leer je stap voor stap de basistechnieken van het beeldhouwen. zondag 18 aug. 19.30 uur tot donderdag 22 aug. 2013 16.30 uur Gerry Buijk, theaterdocent, coach en trainer en Gerard Akerboom, beeldend kunstenaar A € 495,- B € 595,- C € 695,- 13126

studie

Leven zonder waarom De begijn Marguerite Porete, de dominicaan Meister Eckhart en de omvorming van de ziel Een weekend rond twee verwante middeleeuwse mystici, over toegang tot onze ziel en een leven in belangeloosheid. We lezen hun teksten en er is ruimte voor meditatieve en creatieve verwerking. vrijdag 16 augustus 11.00 uur tot zondag 18 augustus 2013 14.00 uur Evert van den Berg, lekendominicaan en exegeet, Dorry de Beijer, lekendominicaan en geestelijk verzorger, Leo Oosterveen o.p., dominicaan en leerhuiswerker A € 195,- B € 245,- C € 295,- 13125


maandag 2 september 14.00 uur tot vrijdag 6 september 2013 14.00 uur. Marieta Kohlmann-Rotariu, docente iconenschilderen A € 325,- B € 395,- C € 445,- 13144

retraite

Zomerweek voor senioren - Levenskunst! Een inspirerende vakantieweek met leeftijdsgenoten boven de 60. Met gezelligheid, afwisselende activiteiten in en rondom het klooster, excursies en heerlijke maaltijden. Een volledig verzorgde week vol ontmoetingen, meditatieve momenten, ruimte voor beweging, rust en ontspanning.

muziek

Cantate Domino - Studieweek Gregoriaans Nog altijd boeit het Gregoriaans, de oudste muziek in de liturgie van het christendom. Zij is niet alleen het gezongen woord en gebed van de katholieke eredienst, maar inspiratiebron voor velen die zoeken naar stilte en innerlijke rust. Het Gregoriaans is de bakermat van de kunst en cultuur zoals wij die tegenwoordig kennen. maandag 9 september 14.00 uur tot vrijdag 13 september 2013 13.30 uur. Theo Menting, kerkmusicus en Stef de Kroon, zanger en vrijwilliger A € 325,- B € 375,- C € 425,- 13138

creativiteit

Zomerweek Icoonschilderen Een icoon schilderen volgens de traditionele schilderkunst in een sfeer van rust en meditatie.

workshop

Vijfdaagse stemexpressie - De helende kracht van je stem Tijdens deze zomerweek kun je alle schroom van je afgooien. Adem het leven, geef klank en kleur aan de stem die in je woont en ontdek hoe lichaam en stem met elkaar verbonden zijn. Laat je verwonderen door de heilzame kracht die in je stem verborgen ligt. maandag 26 augustus 14.00 uur tot vrijdag 30 augustus 2013 13.30 uur Pete Pronk, verhalenverteller, docent beeldend vertellen en stemexpressie A € 399,- B € 529,- C € 599,- 13056

studie

Zomeracademie Martin Buber - Weg van het ik Studiereis in de Elzas (Fr.) waarin we ons speels en studieus verdiepen in de joodse filosoof en wijze Martin Buber (1878-1965). Georganiseerd door het Thomashuis, Dominicanenklooster Zwolle. Zaterdag 24 augustus tot zaterdag 31 augustus 2013 Chris Doude van Troostwijk, theoloog en filosoof en Lida van Dijk, programmacoördinator Thomashuis, Dominicanenklooster Zwolle € 550,- (vast tarief ) Aanmelding via Dominicanenklooster Zwolle

muziek

Zomerlieddag Tijdens deze zomerlieddag staan werken voor de komende Advents- en Kersttijd op het programma. Nieuwe en oude liturgische muziek uit het grote en veelkleurige repertoire van de Nederlandstalige kerkmuziek. Zeker komt ook het Nieuwe Liedboek aan de orde. De dag wordt afgesloten met een korte vesperviering. zaterdag 24 augustus 2013 10.30 uur tot 16.30 uur Theo Menting, kerkmusicus en lekendominicaan € 25,- (incl. programmaboek, koffie/thee, lunch) 13053

donderdag 12 sept. 14.00 uur tot woensdag 18 sept. 2013 14.00 uur A € 375,- B € 435,- C € 495,- 13173

workshop

De bevrijding van vergeving Vergeving gaat over jezelf en niet over de ander. Je kunt jezelf bevrijden. Vergeven is een innerlijk proces uit liefde voor jezelf, waarbij je de ander niet nodig hebt. Wil je niet langer rond blijven lopen met je pijn, verdriet en woede? Vergeving is het mooiste geschenk dat je jezelf kunt geven. donderdag 19 sept. 9.30 uur tot vrijdag 20 sept. 2013 17.00 uur Willem Glaudemans, auteur van o.a. Boek van vergeving € 375,- 13174


Godsbegrip God zit niet op een troon van chroom of nikkel – Soms zit hij in een oude pereboom en merelt, soms staat hij op zijn hoofd in een klein kind want hij is altijd soms. Hij is geen kerk van volle eeuwigheid, hij is geen kathedraal van hoge lege almacht, Hij is een nu, een hier, een altijd soms, soms lust die schuimt, soms een verliefdheid, en wee de maagd. Maar altijd is hij overal in alles zoals het is, zoals het soms en altijd anders is.

(bertus aafjes - uit de bundel de karavaan, 1953)

Stadsda m 1 | Postbus 5 9 | 6 8 5 0 A B Hui s se n | T. 0 2 6 - 3 2 6 4 4 2 2 | w w w. k l o o ste r huis se n . n l


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.