DUIC Krant 152 - 17 december

Page 1

De krant die verder kijkt in de stad

17 DECEMBER 2021 | 7E JAARGANG NR. 152 | KIJK VOOR HET LAATSTE NIEUWS OP

In het hart van deze

Utrecht volgens

krant een bijlage over

muzikant Kypski

DUIC.NL

beeldvorming over P. 10

dak- en thuisloosheid

Elk ew eek een nieu DUI we C

Hoe kijk jij naar dak- en thuislozen?

P.5

Gloednieuwe parkeergarage nog steeds dicht

LIMITED EDITION WENSKAARTEN

P.9

In dit hotel komen 330 vluchtelingen

KINEPOLIS

FILMCADEAU

Utrecht in woord en beeld

Het cadeau waar je ondersteboven van hangt

21

Prijs

€19,95 EXCLUSIEF VERKRIJGBAAR OP DUICSHOP.NL

Scan de QR-code om het boek te bestellen

*

€24,95 nden

*gratis verzo

De ruimste keuze in 2e hands fietsen van Utrecht e.o. Tevens diverse merken en eigen merk stadsfietsen nieuw, incl. alle garannes.

www.laagcatharijne.nl

KOOP JOUW FILMCADEAU IN DE BIOSCOOP


Advertenties

Utrecht verbindt jong & oud

DUBBE LT E N TOONST E LL I NG

KOE I N DE K UNST

&

OP DE KOEIEMART

VOLGENDE WEEK IN DUIC NYNKE IN GESPREK MET ROLAND

Beeld: Maus Bullhorst

Stadsmuseum Woerden toont hét Nederlandse icoon vereeuwigd door de 17de -eeuwse meester Paulus Potter, Haagse School-schilders als Maris en Mauve en de modernist Gestel. Het werk van hedendaagse kunstenaars als Dick Bruna, Pieter Pander en Marleen Felius maakt de hulde aan de koe compleet. t/m 15-05-2022

Gratis pop-up museum winkel-pand Rijnstraat 35-37 Het verhaal van de ‘oer-Woerdense’ Koeiemart in woord en beeld. Bekijk de grappige koeiencollecties van particuliere verzamelaars en het splinternieuwe kunstwerk ‘Koppig’, een eigentijdse verbeelding van een eeuwenoude traditie door Maus Bullhorst en Susan Hijink. t/m 06-02-2022

Voor openingstijden en andere praktische informatie: stadsmuseumwoerden.nl

27-30 DECEMBER 2021

Campagnevoeren op Google, maar geen idee hoe?

KAMERMUZIEKFESTIVAL.NL

IN TE R NAT I O NA A L K A ME R MU Z I EK F E ST I VA L UTRECHT ARTISTIEK LEIDER JANINE JANSEN

Sipr realiseert de juiste online zichtbaarbaarheid bij het juiste publiek.

URL

Doelgericht adverteren op Google Adv.

sipr.online

Kop 1 | Kop 2 | Kop 3 Extensie 1 Extensie 3

Extensie 2 Extensie 4

Prestatieverbeterend

• Zoektermen

• Responsieve advertentie • Top 3 zoekresultaten

• Mediabudget

30 karakters per kop

90 karakters informatie

2x

Meer traffic naar specifieke landingspagina 25 karakters

35 karakters

Google

Geeldruk voor Google Advertentie

Extensie

Kijk voor meer informatie op sipr.online/sea of neem contact op via Tel. 030 - 2006 028 of E-mail info@sipr.online

4x

AMIHAI GROSZ & FRIENDS MUSICI BERLINER PHILHARMONIKER

Koop je kaarten via kamermuziekfestival.nl of via de kassa van TivoliVredenburg, tel 030-231 4544 (vanwege de coronamaatregelen is er beperkte capaciteit).


3

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

INHOUD Nieuws

4 Column Koos Marsman Aorepelspeksalaode

5 Parkeergarage Berlijnplein Gloednieuw maar onveilig

H

et staat nog wat abstract verwoord in het gloednieuwe coalitieakkoord, maar er gloort hoop voor de tegenstanders van de verbreding van de A27 bij Amelisweerd. Door het plan van de nieuwe kabinetspartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie dat woensdag 14 december werd gepresenteerd ontstaat er ruimte om te kijken naar een ‘alternatieve invulling’. Het alternatief komt neer op een uitbreiding van het aantal rijbanen binnen de bestaande snelwegbak, maar zonder daadwerkelijk de snelweg te verbreden. Hierdoor hoeven er ook geen bomen gekapt te worden in het natuurgebied. Voor alle partijen en belangengroepen die al jaren actievoeren een mooie ontwikkeling. Maar, zo waarschuwt het coalitieakkoord ook, als het alternatieve plan toch niet zo

ideaal blijkt dan gaat de geplande verbreding gewoon door. Ook wordt er een koppeling gemaakt met de bereikbaarheid van nieuwe woningbouwlocaties, waaronder polder Rijnenburg. Al met al lijkt het een stap in de goede richting voor de actievoerders, maar de bal ligt nu bij de regio om het alternatieve scenario goed uit te werken. De strijd is dus nog niet gestreden. Wie trouwens nog meer zoekt op het woord ‘Utrecht’ in het regeerakkoord van 47 pagina’s komt verder op niks uit. De stad komt er verder niet in voor – maar andere steden als Rotterdam, Den Haag en Amsterdam ook niet. Robert Oosterbroek

7 Dak- en thuislozen Beeldvorming en imago

9 Opvang vluchtelingen Bezoek aan hotel

DE VERANDERENDE STAD IN BEELD

Cultuur / Uit 10 Utrecht volgens... Muzikant Kypski

DAVID VAN MOLLEMBURG

Stad / Leven 11 Op bezoek bij...

Puha Shop op de Voorstraat

12 Op pad met Oud Utrecht Langerak

Utrecht is constant in beweging. Er wordt gebouwd en gesloopt. Hierdoor ziet de stad er

13 Herkomst straatnamen Drieharingenstraat

op sommige plekken heel anders uit dan vroeger, terwijl andere straten en

13 Stad in cijfers

pleinen juist al decennia

Sociale huurwoningen

13 In other news

Italiaans Ondarock over 'onbetwiste charisma'

1965

hetzelfde blijven. In deze

2021

rubriek laten we dat zien. Ga naar DUIC.nl voor meer oude en nieuwe

14 Puzzel

foto’s van de stad.

Zoek de verschillen

Sport 15 Pep en Frans over FC Utrecht

Vragen zich af wat Frans van Seumeren nu denkt

Colofon REDACTIE Robert Oosterbroek CONTACT REDACTIE 030 - 633 18 90 redactie@duic.nl VRAGEN OVER DISTRIBUTIE? Pierre Schoonhoven via pierre@duic.nl, 06 - 14 41 56 56

Social Media AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Arjan den Boer, Bas van Setten, Bo Steehouwer, Charlie van Dijk en Ilana Noot

ADVERTEREN Helling 13, 3523 CB Utrecht, adverteren@duic.nl Thomas Hak thomas@duic.nl 06 86 80 32 22

ART DIRECTION EN VORMGEVING ddk.nl en redactie DUIC UITGEVERS Joris Daalhuisen en Martijn Rademakers

Website DUIC.nl

Facebook DUICNL

Twitter @duicnl

Instagram duic.nl

Utrecht heeft een eigen ondernemersprogramma! Utrecht bruist van de energie mede dankzij het lef, de creativiteit en de vindingrijkheid van ruim 42.000 ondernemers en nog een veelvoud aan ondernemende Utrechters. Ondernemers Gert-Jan Jansen, Julian de Keijzer en Martijn Rademakers vonden het hoog tijd om al deze ondernemende Utrechters een platform te geven waar ze hun plannen, successen, vragen en worstelingen kunnen delen met de rest van de stad. Elke vrijdag verschijnt er een nieuwe aflevering van DUIC in Zaken, hèt ondernemersprogramma van Utrecht! Alle afleveringen zijn terug te vinden via DUIC.nl/ondernemen met o.a. gesprekken met, Burgemeester Sharon Dijksma, Fairphone, de Clique, uCrowds, Bakker Verhuur, VechtclubXL, Ondernemersfonds Utrecht, Rabobank Utrecht en nog veel meer! GERT-JAN JANSEN PRESENTEERT WEKELIJKS EEN NIEUWE AFLEVERING OP DUIC.NL/ONDERNEMEN

Voel je je aangesproken en wil je ook een keer onze gast zijn? Mail ons! diz@duic.nl


4

NR. 152 | 17 DECEMBER 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

COLUMN Koos Marsman is ambesedeur vollekstaol en commetator. Hij schrijf tweewekelijks voor DUIC, natuurlijk in de Uterechse vollekstaol

Aorepelspeksalaode Vorige week kwam de 6e druk van De Vollekstaol van de stad Uterech uit. In 1996 was d'r de eerste uitgaove, maor sins 2008 was d'r gin boekie meer uitgekomme en was 't nerreges meer te koop terwijl d'r wel veul vraog naor is. Dus saome mè de Vereniging Oud-Utrecht is 't voor elkaor gekrege da je 't Uterechse woordenboekie weer ken kope. Mè Bernard Martens van Vliet, de helaos in 2011 overleje schrijver van 't boekie, was 'k 't eêns da 't platte Uterechs an 't uitsterreffe is, maor da 't nog wel even duur voorda 't ech helemaol weg is. Zo sprak 'k twee weke geleje nog me broertsjie Jelis in ze huis in de Betonbuurt en daor hoorde 'k (van hem en ze familie om 'm heên) da prâchtige lijzerige Uterechs nog heul goed. Blijkbaor vonde ze 't op ze werrek nie zo mooi en kreeg me broertsjie ooit opdrach 'n logopediecursus te vollege om da platte Uterechs af te lere, maor da heef nie veul gehollepe. Je ken 't Uterechs nie zomaor uit de mens haole, da gaot ech nie. Ik vertelde me broertsjie over de herdruk van De Vollekstaol en hij was medeên enthousias da 't er an zat te komme. Hij wilde graog zo'n boekie hebbe wan je ken 't wel vanzellef spreke da Uterechs, maor hoe je da mot schrijve is 'n tweede. Ze mees favoriete Uterechse woord was 'aorepelspeksalaode' omda 't zo lekker vol in de mond leg. Op ze werrek bij 't KNMI in de Bilt was 't woord regelmaotig onderwerrep van gesprek wan de vraog is: waor leggie de klemtoanen en schrijf ie 't woord nou mè eên of twee p's of is 't heul anders en zeggie erepelspeksalaode? De nieuwe De Vollekstaol is opgezet as eerbetoan an Bernard Martens van Vliet, maor wa mij betref oak as eerbetoan an me Uterechs sprekende broertsjie Jelis die, hij was al 'n tijdsjie ziek, op 5 december is overleje. Het boekie was te laot voor 'm, maor ze stem en ze platte Uteregs za'k nooit nie vergete. Lang leve 't woord aorepelspeksalaode! a

Advertentie

Streetfood en muziek bij Wintergloed Cultuurproeverij in tuincentrum Steck Lichtjes en vuurtjes, livemuziek, mooie verhalen, lekkere hapjes en drankjes uit alle windstreken: in het weekend van 18 en 19 december geniet je van dit alles tijdens de Wintergloed Cultuurproeverij bij Steck!

V

erschillende lokale koks koken dit weekend de wereld bij elkaar. Er valt van alles te proeven: van Indonesische snacks en Syrische hapjes tot oerhollandse erwtensoep. Tuincafé Noordertuin staat voor je klaar met glühwein, warme chocolademelk en heerlijke zoete koeken en taart om de maaltijd compleet te maken. Livemuziek Tussen de vuurkorven door bewegen zich diverse muzikanten. Op zaterdag geniet je van live-optredens van het Blovi Saxofoonkwartet, de Ierse muziek van Aart Dersjant en zingt koor Studio Voices de sterren van de hemel. Zondag 19 december luister je naar de verhalen van Ineke de Jongh, naar de trommels van North African Jam, de swingende band Matching Socks en naar de gouden keeltjes van dameskoor LadyLa. Workshops Op zowel 18 als 19 december

kunnen kinderen origami leren vouwen, kerstballen versieren of aansluiten bij BikeFlip, die stiften en kleurplaten klaar hebben liggen. Volwassenen kunnen zich uitleven op het maken van een eigen stukje mini-bos in een pot. Leuk voor jezelf, maar ook om cadeau te geven!

georganiseerd bij theater Stephanus in Overvecht. ZIMIHC is hét podium voor amateurkunst in Utrecht, met theaters in Zuilen, Wittevrouwen en Overvecht. Voor de Wintergloed Cultuurproeverij hebben ze de beste lokale amateurmuzikanten en -koks bij elkaar gebracht!

Last-minute cadeautjes Ook voor andere cadeautjes kun je bij Steck terecht: buiten staan gezellige kraampjes waar je nog de laatste Kerstcadeaus kunt aanschaffen. En binnen vind je allerlei feestelijks op de Wintergloed-afdeling: van vrolijke kerstdecoratie en -kaarten tot waardevolle geschenken. En heb je nog geen kerstboom: ook daar zijn er genoeg van bij Steck!

Praktisch De Wintergloed Cultuurproeverij op 18 en 19 december is van 12.00 tot 17.00 uur. Het event is gratis toegankelijk en vindt overwegend buiten plaats. Buiten staan weliswaar fijne kampvuren om je aan op te warmen, maar trek voor de zekerheid warme kleding aan.

ZIMIHC De Wintergloed Cultuurproeverij is de knusse winterversie van het streetfoodfestival dat ZIMIHC (Zat Ik Maar In Hoog Catherijne) al verscheidene keren heeft

www.steckutrecht.nl - Adres: Gageldijk 3, Utrecht

Conform de coronamaatregelen word je bij de proeverij gevraagd om je coronatoegangsbewijs te tonen. Kom je alleen gezellig winkelen, dan vindt er geen controle van de QR-code plaats. Je bent van harte welkom, loop gerust binnen!


5

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

PARKEERPROBLEMEN

Gloednieuwe parkeergarage op Berlijnplein is tot nu toe meer vloek dan zegen Gloed-je-nieuw was ‘ie, de parkeergarage op het Berlijnplein. De bouw van de garage werd eind vorig jaar nog bezegeld met het plaatsen van een drie meter hoog beeld van een snip, maar er hebben nog niet veel mensen hun auto kunnen parkeren. De garage is al maanden dicht vanwege een ‘urgent veiligheidsrisico’. Maar volgens de gemeente Utrecht is de oplossing nu toch nabij.

Tekst: Ilana Noot / Fotografie: ZECC Stijn Spoelstra

E

erst maar even een kleine terugblik, want hoe zat het ook alweer? De nieuwe parkeergarage voor 620 auto’s werd ontworpen door het lokale architectenbureau ZECC en is begin dit jaar in gebruik genomen. De parkeergarage en P+R bestaan uit acht parkeerlagen en er zijn 29 laadpalen voor elektrische auto’s. Op de bovenste etage liggen 378 zonnepanelen die stroom leveren aan de laadpalen. “Het gebouw heeft niet de uitstraling gekregen van een parkeergarage, abstract en anoniem, maar is ontworpen met een duidelijke en aansprekende identiteit”, aldus ZECC, dat het gebouw ook wel een ‘parkeerkathedraal’ noemde. Het feestje op het Berlijnplein was maar van korte duur, want op 8 april werd de parkeergarage alweer gesloten. Binnen bleek namelijk sprake te zijn van overmatige condensvorming en wateroverlast. De condensvorming deed zich voor bij de hoofdverdeler en in de verdeelkasten, die daar niet op

berekend zijn. Volgens deskundigen was er sprake van een ‘urgent veiligheidsrisico’ en daarom besloot de gemeente de parkeergarage uit voorzorg te sluiten. Tot die tijd was de garage overigens ook weinig gebruikt: er stonden gemiddeld drie abonnementshouders en twee kortparkeerders terwijl er plek is voor 620 auto’s. Volgens de gemeente had die onderbezetting deels te maken met de coronamaatregelen. Toen de garage in april dicht moest, was er nog de hoop dat het een paar weken later veilig was om een deel van de garage (de begane grond en verdieping -1 en -2) alsnog te openen. Maar de garage zit tot op de dag van vandaag potdicht. Volgens de gemeente bleek dan ook uit het onderzoek dat de hele garage dicht moest blijven. “De installatie van het gebouw is afgestemd op het gehele gebouw. De mogelijkheid om de installatie deels uit te zetten, en dus uitsluitend de eerdergenoemde verdiepingen in gebruik te nemen,

is onderzocht en daar is tegen geadviseerd door de installatieverantwoordelijke van de gemeente en in afstemming met Veiligheidsregio Utrecht (VRU)”, aldus een woordvoerder van de gemeente. Onderzoek Het onafhankelijke adviesbureau Witteveen+Bos heeft sinds de sluiting onderzoek gedaan naar de elektra in de verdeelkasten van de garage. Dat onderzoek is inmiddels afgerond, maar nog niet openbaar. Volgens de gemeente blijkt echter uit het onderzoek ‘dat het gebouw meer condens- en vochtvorming vertoont dan vooraf viel in te schatten bij een parkeergebouw met deze kenmerken’. Omdat juist die condens- en vochtvorming zorgen voor de onveilige situatie in de elektra-installatie wordt er op advies van Witteman+Bos aanvullend onderzoek gedaan. Daaruit moet blijken wat precies de oorzaak van het probleem is en wat er no-

Advertentie

Download de app en profiteer van de beste deals, exclusieve services en doe mee met de wekelijkse en maandelijkse trekkingen!

dig is om tot een oplossing te komen. “Ook wordt door de gemeente een ontwerpopdracht opgesteld om samen met de architect, constructeur en de aannemer te komen tot bouwkundige aanpassingen en verbeteringen om de problematiek te verhelpen”, laat de woordvoerder van de gemeente weten. Begin 2022 De gemeente is dus bezig om de nodige aanpassingen en herstel aan de installaties uit te voeren, zodat de parkeergarage toch snel kan heropenen. De opdrachten voor die herstelwerkzaamheden zijn inmiddels verleend en de materialen besteld, maar daarbij heeft de gemeente te maken met levertijden. Toch hoopt de gemeente de parkeergarage begin 2022 te heropenen. “Eventuele bouwkundige aanpassingen volgen na het onderzoek en zullen dus op een later moment worden aangepakt.” a


In samenwerking met Thirty030

UTRECHT VERBINDT JONG & OUD

Bob Hengeveld (28) in gesprek met Alie, Annie, Coby, Dinie en Rina

Wat verbindt de oudste en de jongste bewoners van onze mooie stad? Nou, precies dat: die mooie stad! In deze reeks gaan een jongere en een oudere inwoner met elkaar in gesprek over het leven. Over vroeger, over nu en over later. Al wandelend of op een bankje in de zon praten ze over het leven, over Utrecht, over de wijk waar ze wonen en nog veel meer. Want de liefde voor Utrecht kent geen leeftijd: Utrecht verbindt jong en oud! Vandaag: Bob Hengeveld (28) in gesprek met Alie, Annie, Coby, Dinie en Rina.

Dag dames, ik ben Bob en ik wil jullie graag beter leren kennen. Hoelang wonen jullie al in de wijk? Dinie: “Ik woon hier al 81 jaar.” Alie: “En ik al 85 jaar!” Rina: “Ik ben op de Kerkweg geboren… dat telt ook als Zuilen, toch? Dan woon ik hier al 76 jaar.” Coby: “Ik ben op m’n twaalfde in Zuilen komen wonen, dus dat is ook alweer 70 jaar…” Dat is een leuk bruggetje, want ik ben wel benieuwd: waarom zijn jullie hier ooit komen wonen? Annie: “We komen allemaal van oudsher uit Zuilen, niet de wijk die we nu Zuilen noemen, maar het dorp. Zuilen was een dorp met een eigen burgemeester.” Dinie: “Zuilen had andere huizen, een eigen politiebureau…” Alie: “Wij hebben nog meegemaakt dat Zui-

len aan de stad werd toegevoegd. Dat was in 1954, dat staat daar op het monument.” Dinie: “Ik heb op alle scholen in Zuilen gezeten. Echt, allemaal.” Coby: “Daarom is ze zo knap, haha!” Wat zijn jullie mooiste herinneringen aan Zuilen? Dinie: “De ballenfabriek! Daar gingen we naartoe met een stel jongens, hier vlakbij, bij de Klop. Dan klommen de jongens over het hek heen want daar lagen de afgekeurde ballen. Daar gingen we dan mee voetballen.” Coby: “En het Julianapark, dat was ook leuk, dat kan ik me herinneren van toen ik hier net was komen wonen. ’s Winters kon je daar schaatsen op de vijvers.” Rina: “Daar ben ik nog door het ijs gezakt. En niemand die mij kwam helpen, want dan zakten ze er zelf doorheen. Ik brak zelf stukje voor stukje wat ijs af, net zolang tot ik aan

Utrecht verbindt jong & oud De interviewreeks ‘Utrecht verbindt jong & oud’ is een initiatief van Thirty030, de stadsambassadeurs van Utrecht. In deze reeks gaan steeds een jongere stadsambassadeur en een oudere inwoner van een wijk met elkaar in gesprek. Bob (van Thirty030) en Alie, Annie, Coby, Dinie en Rina spraken elkaar met dank aan Oog voor Zuilen. Oog voor Zuilen bevindt zich in het Sweserengh-complex, en is onderdeel van van de stichting Oog voor Utrecht. Deze stichting zet zich in om eenzaamheid bij ouderen te voorkomen en te verlichten, door het organiseren van ontmoetingen.

de kant was.” Alie: “En we deden zoveel spelletjes! We speelden op de wegen, er reden geen auto’s, we hadden de straten voor onszelf. Lekker rolschaatsen. Dat was voor ons wel een hele leuke tijd. De straten waren vroeger vol met kinderen. De kinderen van tegenwoordig zie je bijna alleen nog maar in een speeltuin.” Met zo’n lange geschiedenis hier hebben jullie de wijk vast ook erg zien veranderen. Dinie: “O ja, heel erg. Het straatbeeld is heel erg veranderd. Er wonen veel meer buitenlanders in de wijk. En de huizen en de straten zijn niet meer zo netjes als vroeger. Je ziet precies waar de studenten wonen. Dat zie je meteen aan het huis. Als ik naar binnen kijk, weet ik direct of er een oudere woont. Al zijn er natuurlijk ook jongeren die netjes zijn.” Alie: “Ja, de mensen zijn hier wel echt veel veranderd…” Dinie: “Vroeger werd je ook door oudere mensen gewaarschuwd: hé, dat doe je niet! Maar als ik dat nu doe, dan krijg ik terug: waar bemoei je je mee, teringwijf?” Alie: “Ik had dat hier beneden ook meegemaakt. Er was een meneer die zijn auto had geparkeerd op een plek waar het niet mocht. Ik zeg: meneer, u mag uw auto hier niet neerzetten. Hij zegt: wat gaat jou dat aan? Wie

zegt dat? En ik wijs op het bodje waar dat staat. Zegt die man: dit is geen rijwiel! En daarna: mens, bemoei je er niet mee, val lekker dood. Toen heb ik teruggezegd: ik hoop dat er een auto over je heen valt.” Coby: “Heb je dat echt gezegd?!” Alie: “Ja, als je tegen mij zegt dat ik kan doodvallen, dan word ik er niet vriendelijk van. En hij zag eruit als een keurige man. Ik dacht: jétje! De tijden veranderen wel.” Hm, dat klinkt niet alsof de wijk er zoveel beter op is geworden. Zouden jullie op den duur nog weg willen uit Zuilen? Dinie: “Nee, ik weet wel dat ik hier niet weg wil.” Alie: “Het zou mij niets uitmaken. Ik heb een zoon in Woerden en die vroeg me laatst: mam, waar zou je naartoe willen als je niets meer kan? Nou, dan wil ik wel bij mijn zoon en kleinkinderen in de buurt gaan wonen.” Dinie: “Ja, maar dat is als je niet meer kan. Dan zou het mij ook niet meer uitmaken. Maar nu nog wel: ik zit op een fietscluppie, een linedance-cluppie, op gym… Ik heb hier alles, mijn clubjes, mijn vriendinnen! Ik ga toch niet in een wildvreemde wijk wonen nu. Ik zit hier wel lekker achter de geraniums.” Bedankt voor jullie tijd, dames!


7

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

BEELDVORMING

Wat betekent het beeld dat we van dak- en thuislozen hebben?

Eduard is 37 jaar, heeft een auto, een smartphone, ziet er alledaags uit en hij is net wekenlang dakloos geweest. Op de dag dat DUIC hem sprak, kreeg hij de sleutel van zijn nieuwe studio in Leidsche Rijn. “Nu alleen nog even meubels regelen.” Eduard zou je op straat niet zo snel herkennen als dak- of thuisloze. De ‘zwerver’ met een blikje bier is overigens nog niet helemaal uit het straatbeeld verdwenen, maar niet alle dak- of thuislozen zien er zo uit. En niet alle ‘zwervers’ met een blikje bier zijn dak- of thuisloos. Beeldvorming en stereotypering van mensen die dak- of thuisloos zijn, is het thema van een uitgebreide bijlage in het hart van deze krant. Wij gingen in gesprek met twee Utrechters die zelf dakloos zijn geweest; hoe kijken zij naar de labels die op hen worden geplakt?

H

et precieze aantal mensen dat dak- of thuisloos is en zich begeeft in Utrecht is niet precies vast te stellen. De gemeente gaat uit van 1846 personen, in de eerste helft van 2021. Dit zijn allemaal mensen die geen eigen woonadres hebben, hun post laten bezorgen via een briefadres op het Stadskantoor, begeleiding krijgen via hulporganisaties in de stad of in de opvang slapen. In de stad is een hele infrastructuur aangelegd met opvanglocaties en plekken voor ondersteuning en begeleiding met als doel om mensen weer zo zelfstandig in de maatschappij te krijgen. Die infrastructuur piept en kraakt overigens regelmatig vanwege de aanhoudende druk op de opvang. Een van de redenen voor die druk is de woningcrisis, want mensen die nu in de noodopvang zitten hebben net zoveel last van het beperkte aanbod van woningen als de rest van Utrecht. Dit verhaal gaat echter niet over de opvanglocaties en begeleiding die dak- en thuislozen krijgen, maar over het imago waar ze mee te dealen hebben. In het hart van deze krant is een bijlage te vinden over de manier waarop media en beleidsmakers berichten over dak- en thuisloosheid en wat deze stereotyperingen teweegbrengen. Wij spraken met Eduard en Simon. Beiden zijn voor langere tijd dakloos geweest en worden geholpen door De Tussenvoorziening. Eduard werd een paar maanden geleden dakloos toen hij en zijn vriendin besloten om niet meer samen te wonen. Eduard vertrok, maar had geen sociaal netwerk waar hij op terug kon vallen en kwam dus in de opvang terecht. Simon verloor zijn baan tijdens de coronacrisis en daardoor ook zijn huis. Beiden vonden hulp in Utrecht en hebben – Eduard dus net een paar dagen – weer een woning. Opvallend is overigens dat beide heren al eerder in hun leven dakloos zijn geweest.

Stereotype Laten we eerlijk zijn, af en toe zie je het stereotype beeld van een dak- of thuisloze nog wel in persoon voorbijkomen op straat. Simon werkt tegenwoordig zelf in de opvang Noiz in Utrecht en hij kent het stereotype beeld ook. “Natuurlijk zie ik dit voorbijkomen in de opvang, maar het is natuurlijk niet zo dat iedereen daaraan voldoet. Dat is ook op straat zo, bij sommigen straalt het er vanaf en bij anderen weer totaal niet.” Eduard vult aan: “De gedachten dat alleen verslaafden dakloos worden, is ook achterhaald. Het kan iedereen overkomen. Je hoeft maar je baan te verliezen of je relatie hoeft maar uit te gaan, je verliest zo je woning en je staat op straat.” Zowel Simon als Eduard bevestigen overigens dat stereotypering en beeldvorming lastige onderwerpen zijn, juist omdat ze ook af en toe wel kloppen. Volgens hen gaat het er veel meer om dat mensen zich er bewust van zijn dat stereotypering en beeldvorming bestaan en dat mensen niet meteen een waardeoordeel moeten hebben. Simon: “Toen ik dakloos was zat ik ook regelmatig een biertje te drinken op straat, dat valt mensen toch vaak op. Ik hoorde mensen dan over mij mompelen of ze keken op mij neer. Dat is natuurlijk niet prettig. Maar ook gingen mensen soms juist met mij in gesprek en dan legde ik uit hoe ik in deze situatie was beland, dan was er gelijk veel meer wederzijds respect.” Eduard vult aan: “Ik zie eigenlijk twee groepen: financiële dak- en thuislozen en verslaafde dak- en thuislozen. De grootste groep die dak- en thuisloos is, is dat vanwege geldproblemen maar zit ook met dat andere imago opgescheept.” Laten we ook wel wezen; bijna niemand wil dak- of thuisloos zijn en schaamte speelt dan ook een grote rol bij het imago. Simon: “Ik schaamde mij heel erg naar mijn kinderen toe. Je ziet je familie dan

ook stukken minder als je dak- of thuisloos bent. Het onderhouden van relaties is sowieso heel moeilijk. Ik had natuurlijk geen plek waar ik mensen kon ontvangen en geen geld om leuke dingen te doen. Ik was heel eenzaam. Het werd op een gegeven moment bij mij ook een valkuil. Ik werd dakloos, werd eenzaam en dan ligt alcoholgebruik bij mij voor de hand.” Bij stereotypering en beeldvorming speelt ook veel meer dan alleen hoe omstanders kijken naar dak- en thuislozen. Zo heeft het ook te maken met foto’s in kranten, uitingen op sociale media en woordgebruik door beleidsmakers. Begin dit jaar kreeg de politie in Utrecht nog de nodige kritiek. Een agent had een bericht op Instagram geplaatst met een foto van de slaapplek van een dakloze man. Daarbij stond de tekst: "Aanvang dienst met het wakker maken van een dakloze man. Tevens natuurlijk zijn rommel laten opruimen." De foto en het tekstgebruik leidden tot verontwaardiging bij onder meer de bekende presentator Tim Hofman. “40.000 dak- en thuislozen en we lopen er met een boog omheen omdat we ze gedehumaniseerd hebben: naar neoliberale maatstaven zijn het onmensen, mislukkelingen. Eigen schuld. Vies, tuig, een last. Ze zijn een scheldwoord, een grap of een toffe post voor de politie.” De politie reageerde vervolgens dat het niet de bedoeling was geweest om ook maar iemand te beledigen. Eduard vertelt verder: “Ik ben ook veel meer dan alleen het label dakloze. Ik ben gewoon een mens, en was dakloos. Dat label is lastig om bij je te dragen. Sowieso is het natuurlijk lastig om dak- of thuisloos te zijn, maar de schaamte maakt het niet makkelijker.” Woorden hebben kracht. Waar vroeger nog weleens ‘zwerver’ werd gebruikt, hanteren media nu vaker de neutralere term dak-

Tekst en fotografie: Robert Oosterbroek

en thuislozen. De gemeente Utrecht laat ook weten dat ze alert is op haar eigen taalgebruik. Een woordvoerder vertelt: “Zo proberen wij ook niet te spreken van dak- en thuislozen, maar van mensen die dak- of thuisloos zijn of dak- en thuisloze mensen.” Er is echter iets wat Eduard ook nog aanstipt als het gaat over het opplakken van labels: “De hulpverlening doet dit ook in sterke mate. Het zijn niet alleen maar media en voorbijgangers. Hulpverleners hebben namelijk labels nodig om verschillende potjes geld te vinden om je te kunnen helpen. Hoe meer labels je krijgt, hoe meer geld en hulp er beschikbaar komt. Al die labels zorgen natuurlijk ook voor bepaalde beeldvorming.” a Zowel Eduard als Simon hebben allebei weer een woning en werken als vrijwilligers binnen de hulpverlening in Utrecht. Simon is een gefingeerde naam, hij wilde – vanwege beeldvorming en oordelen – liever niet met zijn echte naam in de krant. Eduard is ook veel bezig met teksten schrijven. Hij heeft recent een lied gemaakt. De eerste zinnen zijn hieronder te lezen. Eenzaam in de stad voelt je net een rat, je hoofd gebogen Heeft niemand jou gemogen? Wie kan je om hulp vragen zonder te klagen wie kan je storen? Wie wil jouw horen? Bij wie te uiten? Waarom slaap je buiten ? Waar kan je aankloppen? Wie kan dit stoppen?


In samenwerking met de gemeente Utrecht

ONDER DE MENSEN

Utrechters denken aan elkaar in decembermaand De decembermaand draait voor veel mensen om gezelligheid. We zoeken elkaar op, eten samen en geven elkaar cadeaus. Maar er zijn ook Utrechters die zich juist in deze periode meer eenzaam voelen. We gingen de straat op en vroegen aan inwoners van onze stad of zij in december extra omkijken naar familie of buurtbewoners.

Riekie en Piet Meijer

L

oes Severien (20) en Guusje Hulsman (19) bellen hun grootouders in de decembermaand vaker op. “Ik bel mijn opa en oma in deze periode extra vaak op. Vanwege corona kan ik ze al minder vaak zien dan ik wil, maar ik vind het wel belangrijk om het contact goed te houden”, zegt Loes. De oma van Guusje is alleenstaand en woont nog op zichzelf. “Ik wil niet dat zij de hele tijd alleen zit en daarom zoek ik mijn oma vaker op in deze periode. Dat doe ik overigens niet alleen, mijn ouders doen dat bijvoorbeeld ook en ook haar andere kleinkinderen.” De 73-jarige Riekie Meijer zegt de afgelopen periode veel stil te hebben gestaan bij eenzaamheid. “Ik heb zelf net een ziekte achter de rug en ik merkte dat daardoor alles wel moeilijker werd. Ik heb mijn man aan mijn zijde en die helpt mij wel, daar heb ik heel veel geluk mee. Dan gaan we samen een stukje wandelen of een koffietje drinken. Dat zou ik niet zo vaak hebben gedaan als hij er niet was. Voordat ik ziek werd stond ik er nooit zoveel bij stil.” Bij eenzaamheid denken veel mensen waarschijnlijk automatisch aan ouderen,

maar ook jongeren kunnen zich eenzaam voelen. Marion van Maarseveen (32) woonde een tijdje terug alleen in een appartement in de Utrechtse wijk Lunetten. “Veel mensen hebben daar altijd de gordijnen dicht, je ziet daar bijna niemand. Dat vond ik heel ongezellig.” Marion besloot daarom op een gegeven moment te verhuizen naar een studio van Place2BU in Leidsche Rijn. Sommigen verklaarden haar voor gek omdat ze er qua vierkante meters op achteruitging, maar ze voelt zich veel prettiger op de nieuwe plek. “Er wonen veel jongere mensen, maar bijvoorbeeld ook statushouders. Samen organiseren we activiteiten en andere gezelligheid. Yoga op zondag en soms een borrel. Het is daar veel gezelliger.” Willem Pool is 63 jaar en zou het liefste met de hele familie kerst vieren. “Dat hoort toch bij de decembermaand. Maar we moeten ook rekening houden met de coronaregels. Dit is wel lastig want juist in deze tijd is er meer behoefte aan samenkomen. We hebben het bezoek daarom opgedeeld en komen daarom in kleinere verbanden samen.

Echt eenzaamheid kennen we volgens mij in de familie niet, we bellen elkaar allemaal geregeld.” De 28-jarige Martine Temmink staat er veel bij stil dat er eenzame mensen zijn, al ervaart zij dat zelf niet. “Iemand in mijn omgeving is ziek en die kan daardoor niet veel ondernemen. Je merkt dan dat zo’n persoon geen nieuwe verhalen meer maakt; zij gaat weinig de deur uit en maakt geen nieuwe dingen meer mee.” Het is niet zo dat Martine in de decembermaand specifieke plannen heeft gemaakt met de zieke persoon uit haar omgeving. “We spreken elkaar heel regelmatig, zorgen ervoor dat ze niet alleen thuis is. Vandaag ben ik op pad geweest om kerstinkopen voor haar te doen.” De 73-jarige Marijke van ’t Veld zorgt er goed voor dat zij niet eenzaam wordt. Ze woont alleen in een flat in Tuindorp, maar gaat nog vaak de deur uit. “Ik ga bijvoorbeeld naar bijeenkomsten in het buurthuis en in de kerk. Daarnaast bezoek ik eetgroepen, waar ik samen met andere mensen ga eten. Zo kijken we ook naar elkaar om. Dit alles is echter wel minder geworden vanwege corona. On-

danks dit ben ik niet eenzaam.

Utrechters die zich graag willen inzetten om eenzaamheid van andere inwoners te verminderen kunnen een kijkje nemen op de webpagina gericht op Eenzaamheid van het Netwerk Informele Zorg Utrecht https:// www.nizu.nl/eenzaamheid/ of de op campagnepagina van Eén tegen eenzaamheid. Hier zijn handige en makkelijke tips te vinden om iemand in de decembermaand maar ook in alle andere maanden een klein steuntje in de rug te geven.

Bijdrage van de Tussenvoorziening

HANDJE HELPEN

Vrijwilligerswerk in de daklozenopvang: ‘Het zijn echt niet allemaal junks’ Het stigma rond daklozen, als er een organisatie is die er dagelijks mee geconfronteerd wordt, is het de Tussenvoorziening. Yvon van Zwaal is vrijwilliger bij deze Utrechtse organisatie die daklozen opvangt: 'Vooroordelen maken het leven van onze gasten niet alleen een heel stuk zwaarder, het zit ook in de weg bij het vinden van nieuwe vrijwilligers. Ook ik associeerde daklozen vooral met junks en agressie'.

Y

von komt als vrijwilliger terecht bij de Tussenvoorziening door Corona. Het thuiszitten vanwege de maatregelen is teveel geworden. Haar vrije tijd inzetten voor daklozen is geen kleine stap. Ze associeert daklozen vooral met junks en agressie, maar wanneer ze het boek 'Het Zoutpad' (Raynor Winn, red.) leest, is ze overstag en meldt ze zich aan. Het boek gaat over twee mensen die dakloos raken na brute pech. "Het kan iedereen overkomen, want soms heb je pech en heb je nog een keer pech en dan heb je gewoon nog een keer pech en dan sta je ineens op straat", zo heeft Yvon het afgelopen jaar gemerkt, "Het zijn echt niet alleen maar junks."

dag helpt ze vanaf 15:00 uur de kok. Alle boodschappen zijn dan al gedaan en Yvon begint met het snijden van groente en het maken van salade. Elke dag van het jaar wordt er vers gekookt voor circa 30 Utrechters die te maken hebben met dakloosheid. 'De laatste keer hebben we een Aziatische schotel gemaakt met groente en gehaktballetjes in een heerlijke tomatensaus'. "Soms gebeurt het dat er geen kok is, dan vallen we terug op maaltijden die eerder over zijn gebleven en ingevroren. Zo wordt niks weggegooid en krijgt iedereen toch een lekkere maaltijd. Het fijnste is natuurlijk als er wel altijd een kok is, maar het vinden van vrijwilligers is lastig."

Lastig om vrijwilligers te vinden Ze geeft er graag een aantal keer per maand haar vrije middag en avond voor op. Op zo'n

Gewoon in je eigen stad Yvon wil graag iets meegeven aan mensen die nog twijfelen om vrijwilliger te worden: "Stap

over je angst heen en ga eens kijken hoe het werkelijk is. Je hoort hier verhalen van mensen die al 20 jaar op straat leven. Gewoon in je eigen stad. Dat je hier echt wat kunt betekenen, geeft ook mijzelf een goed gevoel'. Haar levensmotto heeft ze van een Boeddhistische monnik en omschrijft eigenlijk precies

wat vrijwilligerswerk bij de Tussenvoorziening voor onze daklozen en voor jou als vrijwilliger kan betekenen: 'Wie een lantaarn ophoudt voor een ander, verlicht ook zijn eigen pad."

In de daklozenopvang zitten Utrechters die door bijvoorbeeld schulden of scheiding hun huis zijn verloren. Onze vrijwilligers koken voor hen, organiseren activiteiten of bieden een luisterend oor aan wie dat wil. Je hebt er zelf ook wat aan: je stapt een nieuwe wereld in, je hoort nieuwe verhalen en ontmoet mensen die je anders niet zou ontmoeten. En, niet onbelangrijk, je ontwikkelt nieuwe kwaliteiten van jezelf. Wil jij in actie komen voor daklozen in Utrecht? Word vrijwilliger in de daklozenopvang! Meld je aan via tussenvoorziening.nl/daklozen-helpen/


DIT

ST IS

LOOS

(OF NIET) 1


DAKLOOSHEID IN HET JUISTE PERSPECTIEF Ben jij ooit dakloos geweest? Ooit het gevoel gemist van een thuis? De meesten van ons ontberen gelukkig de ervaringen van een zwervend bestaan. Dat betekent niet dat we ons niet in een dergelijke situatie kunnen verplaatsen. Zeker niet als we weten dat veel dak- en thuislozen door domme pech hun vaste verblijfplek kunnen verliezen. Ze krijgen plots ontslag, belanden in een scheiding, kunnen geen woonruimte vinden of kampen met gezondheidsproblemen. Iedereen kan dakloos worden, en vaak is er weinig voor nodig. Vandaar ook de provocerende titel van deze krant, waarmee we meer begrip vragen voor de dak- en thuisloosheidsproblematiek. Meer begrip is namelijk hard nodig, willen we dit hardnekkige probleem oplossen. Afgelopen jaar onderzocht Het Beelddepot (een groep van journalisten, ontwerpers, fotografen, voormalig dak- en thuisloze jongeren en Stichting Zwerfjongeren Nederland) de manier waarop Nederlandse media en beleidsmakers over dak- en thuisloosheid berichten. Er werd gekeken naar de journalistieke verslaggeving rondom dakloosheid in de afgelopen twintig jaar. In de onderzochte media passeerden woorden als ‘krepeer- of probleemgevallen’ en ‘mannen met de fles’ de revue. Ook zagen we veel foto’s waarin dak- en thuislozen in verwaarloosde kledij - soms gepaard met fles bier - op een stadsbankje slapen. Die manier van representatie doet geen recht aan de situatie waarin veel dak- en thuislozen zich in Nederland bevinden. Velen hebben weliswaar geen vast thuisadres of een stabiele thuissituatie, maar slapen gelukkig zelden op straat. En hoewel ze soms financiële, sociale of psychische problemen hebben, maakt dat ze nog geen probleemgeval. Dak- en thuislozen kleden zich zoals eenieder van ons en slechts een beperkt aantal kampt met alcohol- of drugsproblematiek. De negatieve labels waarmee we over dakloosheid praten, zitten bovendien constructieve oplossingen in de weg, zo blijkt uit onderzoek van socioloog Frank van Steenbergen. Dit soort negatieve beelden bevestigen de status quo. De jonge daklozen die Van Steenbergen onderzocht, ergeren zich aan labels als zwerfjongere, die ze steeds moeten gebruiken om hulp te krijgen. We moeten voorbij deze negatieve labels durven denken. Het goede nieuws is dat we afgelopen jaren een kentering in de journalistieke berichtvorming zien optreden. Er wordt in neutralere termen gesproken over dakloosheid en meer ingezoomd op de complexe problematiek. Toch schieten woorden en beelden regelmatig tekort om bij te dragen aan betere representatie en meer begrip. Daarom heeft Het Beelddepot dit magazine gemaakt, waarin we iedereen oproepen om mee te werken aan een beter perspectief op dakloosheid. Dat kan al heel makkelijk, bijvoorbeeld door een selfie te maken met de cover van deze krant en die te delen op de eigen sociale mediakanalen. Het zou erg mooi zijn als iedereen die dat bericht leest een beter begrip krijgt van dakloosheid!

2


HET

WAT? HOE? WAAROM?

Wat is er allemaal bekend over de situatie van dak- en thuisloze mensen in Nederland? En wat moet je echt weten als je er meer over wilt ontdekken? Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste statistieken, termen en geopperde oplossingen voor dak- en thuisloosheid.

VAN DAK- EN THUISLOOSHEID IN NEDERLAND

WIE EN HOEVEEL MENSEN ZIJN ER DAKLOOS IN NEDERLAND? Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telt Nederland, volgens de meest recente definitieve cijfers, op 1 januari 2020 naar schatting ruim 36 duizend dakloze mensen. Volgens het CBS-onderzoek is ruim acht op de tien daklozen een man (84%). Opvallend: onder de daklozen in de jongste leeftijdsgroep van 18 tot 27 jaar (ongeveer 8,5 duizend mensen) zijn er gemiddeld meer vrouwen te vinden: 26 procent. In deze leeftijdsklasse (18 tot 27 jaar) zijn er ook meer dakloze mensen met een niet-westerse achtergrond, zo’n 58 procent. Dit is hoger onder 18- tot 27-jarigen dan bij de totale groep daklozen, waar 50 procent een niet-westerse achtergrond heeft. Plat gezegd is de gemiddelde dakloze persoon in Nederland dus een man met een niet-westerse achtergrond, terwijl het stereotype een blanke man van middelbare leeftijd is.

WAT HOUDT DAKLOOSHEID/ THUISLOOSHEID IN? Het CBS maakt onderscheid tussen feitelijke en residentieel daklozen. Feitelijk dakloze mensen leven minstens vier weken achter elkaar op straat, of bij vrienden of kennissen en hebben geen garantie op een slaapplek voor de daaropvolgende nacht. Mensen die feitelijk dakloos hebben geen eigen woonruimte en daar ook geen uitzicht op. Volgens het CBS zijn residentieel daklozen ingeschreven bij instellingen voor maatschappelijke opvang, zoals een nachtopvang of sociale pensions. Thuisloosheid wordt gekenmerkt door het gebrek aan een vaste verblijfplaats. Je wordt gezien als thuisloos als je steeds wisselt van onderdak of woonplaats. Thuisloze mensen hebben vaak onderdak in sociale pensions (een woonvorm met 24-uurs-toezicht, waarbij bewoners worden ondersteund en begeleid in hun dagelijks wonen en leven) of vormen van beschermd of begeleid wonen.

WELKE BELANGRIJKE TERMEN ZIJN ER ROND DAK- EN THUISLOOSHEID IN NEDERLAND? ZWERFJONGEREN: in sommige onderzoeken worden dak- en thuisloze jongeren ‘zwerfjongeren’ genoemd. De meeste van hen wonen niet letterlijk op straat, maar ‘zwerven’ tussen slaapplaatsen bij instanties als de crisisopvang of verblijven tijdelijk op de bank bij vrienden of bekenden. Dit laatste heet bankhoppen. PARTICIPATIEWET: Sinds 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. In essentie moest de Participatiewet zorgen dat meer mensen, met en zonder beperking, werk vinden bij een gewone werkgever. In de praktijk raakt de Participatiewet volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) veel bijstandsgerechtigden. In de wet zijn allerlei hindernissen opgeworpen voor mensen die tijdelijk of gedeeltelijk aan het werk gaan. Ze raken toeslagen kwijt. Het feit dat ze werken wordt verrekend met hun uitkering. ‘Sommige mensen houden minder over wanneer ze gaan werken dan wanneer ze in de bijstand waren gebleven. Dat is de omgekeerde wereld,’ stelde Peter Heijkoop, wethouder van Dordrecht en woordvoerder namens de VNG, dit jaar in de Volkskrant. KOSTENDELERSNORM: Door de zogeheten kostendelersnorm binnen de Participatiewet kunnen mensen met een bijstandsuitkering op hun uitkering gekort worden wanneer ze een woning delen met meerdere volwassen personen. Ouders met een uitkering kunnen worden gekort op deze uitkering, wanneer hun kinderen 21 jaar worden. Hierdoor zouden jong volwassenen soms ook het ouderlijk huis verlaten. MEERVOUDIGE PROBLEMEN: Dak- en thuisloze mensen hebben naast het gebrek aan woon-

ruimte vaak andere problemen. Dit worden meervoudige problemen genoemd. Zo hebben dak- en thuislozen soms te maken met psychische problemen, schulden of verslavingsproblemen.

3

WAAROM ZIJN MENSEN OVER HET ALGEMEEN DAKLOOS? Een van de hoofdoorzaken van dakloosheid in Nederland heeft te maken met geldproblemen. Volgens het CBS is het aantal dakloze mensen de laatste jaren toegenomen, evenals het aantal mensen dat met langdurige economische problemen te maken krijgt. Voor mensen met schulden is het ook moeilijker een huis te kunnen betalen doordat de kosten van huisvesting steeds hoger worden. Ook kunnen psychiatrische problemen leiden tot dakloosheid. Bij jongeren is in veel gevallen de thuissituatie onhoudbaar door spanningen met ouders, of door angst voor inkomensverlies. Ook zijn er volgens de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving andere factoren die kunnen leiden tot dakloosheid, bijvoorbeeld een slechte gezondheid of het niet meer kunnen krijgen van onderdak na verblijf in een instelling.

WANNEER ZOU DAKLOOSHEID ‘OPGELOST’ MOETEN ZIJN? Er zijn talloze plannen om dakloosheid aan te pakken en niemand meer op straat te laten slapen. Rond de millenniumwisseling stelde de toenmalige Amsterdamse wethouder Guusje ter Horst al dat voor 31 december 2000 geen enkele dakloze meer tegen zijn wil buiten hoeft te slapen. Het in 2019 door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgestelde Actieprogramma Dak-en Thuisloze jongeren streeft eveneens naar een drastische vermindering van het aantal dakloze jongeren en het voorkomen van nieuwe dak-en thuisloze jongeren. Ook vanuit de Europese Unie worden ambitieuze plannen geformuleerd om dak-en thuisloosheid drastisch te reduceren. Als het aan EU-lidstaten ligt, slaapt niemand meer op straat in 2030. Al die ambitieuze plannen ten spijt is het vooralsnog niet gelukt dak-en thuisloosheid uit te bannen. Wel is er afgelopen jaren -mede dankzij het genoemde Actieprogramma van VWS- gestuurd op een vernieuwende aanpak waarin het sturen op vertrouwen voorop staat. Een representatieve beeldvorming speelt daarin ook een belangrijke rol.


VAN ‘KREPEERGEVALLEN’ NAAR DAK- EN THUISLOZEN Nederlandse dagbladen zijn de afgelopen jaren neutraler gaan schrijven over dak- en thuisloze mensen in Nederland. Dat blijkt uit een onderzoek naar beeldvorming over dakloosheid, uitgevoerd door het Beelddepot. Deze verandering is noodzakelijk en gewenst, aangezien in de media genoemde termen als ‘tuig’ en ‘krepeergevallen’ (zoals in het AD, 1999) niemand verder helpen. Deze negatieve beschrijvingen creëren namelijk een vicieuze cirkel voor dak- en thuisloze mensen. Op 7 april 1999 geeft succesgoeroe Emile Ratelband een peptalk in de Rotterdamse Pauluskerk. Tijdens de speech in de zogenaamde ‘daklozenkerk’ van dominee Visser moet hij verkopers van de Rotterdamse straatkrant motiveren meer kranten te verkopen. Ze moeten wat meer inzet tonen stelt Ratelband, een mening die in nationale kranten als het Algemeen Dagblad De Telegraaf en Trouw te lezen is in vooraankondigingen en sfeerimpressies naderhand.

kapotte jazz cd’s en ontelbare lege bierblikken liggen’. Dit artikel is zeker niet het enige onderzochte journalistieke stuk waarin melding gemaakt wordt van de vermeende connectie tussen alcohol en dakloosheid. Het artikel over Anton en de Leeuwarder dakloze mensen is namelijk niet uniek, zo blijkt uit het onderzoek. Journalisten leren op journalistiekopleidingen dat ze synoniemrijk moeten schrijven. De artikelen in de dagbladen bevatten 53 afzonderlijke labels over drank- of drugsgebruik door dak- en thuisloze mensen, met een piek in 2009. Ter vergelijking: in de onderzochte jaren daalt het percentage van dakloze mensen die met een hulpvraag voor hun verslaving geregistreerd worden.

Het Algemeen Dagblad noemt het publiek tijdens de sessie in de eerste alinea ‘daklozen en andere krepeergevallen’ en een paar zinnen verder citeert de krant Ratelband, die zegt dat het de eigen schuld is van de bezoekers dat ‘de maatschappij hen uitgekotst heeft’. Dit sentiment vermindert in de de daarop volgende jaren, blijkt uit beeldvormingsonderzoek van Het Beelddepot. Al zijn met regelmaat woorden als ‘tuig’ en ‘straatdrinkers’ terug te vinden in de kranten.

Neutraler taalgebruik: meer ‘daklozen’

In het onderzoek komen opvallend veel manieren om dakloze mensen aan te duiden aan bod. Bij drugs- en alcoholproblematiek worden bijvoorbeeld woorden gebruikt zoals ‘junks’, ‘chronisch verslaafden, psychisch zieke dak- en thuislozen’ of ‘straatdrinkers’. In de steekproef vallen ook andere zaken op. Het woord ‘zwerver’ sterft op journalistiek vlak uit. Ter vervanging van het woord ‘zwerver’ worden vaker neutralere beschrijvingen gebruikt als ‘dak- en thuislozen’, ‘daklozen’ of ‘economisch daklozen’.

In het onderzoek van het Beelddepot analyseerden onderzoekers Jessy de Cooker en Vera Boonman 120 journalistieke artikelen uit de dagbladen Algemeen Dagblad, De Volkskrant, De Telegraaf en Trouw. De artikelen komen uit de jaren 1999, 2009 en 2019 en gaan over dakloze mensen. In het onderzoek keken de onderzoekers naar de veranderende beeldvorming rondom dakloosheid.

Het is een verandering die noodzakelijk is, want de termen waarmee dak-en thuisloze mensen door de loop der tijd beschreven zijn (tuig, krepeergevallen, mannen met de fles) werken verkeerde beeldvorming in de hand. Bovendien werkt het gebruik van de termen averechts, zo blijkt uit onderzoek van Frank van Steenbergen van het DRIFT-instituut van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De publieke opinie is gebaseerd op de sporadische, weinig representatieve ontmoetingen met daklozen op straat, of op nieuwsberichten en beelden waarin steeds dezelfde stereotypes terugkeren. Negatieve beschrijvingen van dak- en thuisloze mensen versterken een negatief (zelf)beeld en creëren een systeem dat zichzelf in stand houdt. Terwijl de lijn, zoals Anton in het artikel in De Telegraaf terecht stelt, door de socio-economische en politieke ontwikkelingen en de Nederlandse wooncrisis ‘dunner dan ooit’ is. Iemand zonder huis is nu eenmaal geen crepeergeval, maar een normale man (of vrouw), met een normale uitstraling en normale kleding.

Beschimmelde boterhammen, jazz cd’s en ontelbare lege bierblikken

‘De lijn tussen ons leven en dat van u is heel dun, dunner dan ooit,’ stellen enkele dakloze mensen uit Leeuwarden tegen een journalist van De Telegraaf in een artikel dat op 28 februari 2009 in die krant gepubliceerd wordt. Een journalist van de krant loopt een aantal dagen mee met de ‘ongrijpbaren’. In het verhaal ontmoet de lezer een andere dakloze uit Leeuwarden, ‘een normale man, met een normale uitstraling en normale kleding’. Volgens de auteur van het verhaal zou je ‘het niet zeggen, maar de 34-jarige Abel de Haan is hartstikke dakloos’. Abel heeft alleen geen baan of verblijfplaats nadat zijn vaste baan bij de gemeente Leeuwarden na een conflict werd beëindigd. In het Telegraaf-verhaal volgt de lezer vooral de dakloze Anton, die zijn illegale slaapplek op een industrieterrein toont, ‘waar beschimmelde boterhammen,

4


IK ZOU WILLEN DAT IEDEREEN EENS EEN NACHTJE IN DE OPVANG SLAAPT

Als teamleider van de nachtopvang maakt Roxanne Dixon het leven van mensen zonder huis of thuis van dichtbij mee. Dat voorbijgangers vooral in stereotypes denken als ze het hebben over dakloze mensen, kan haar soms wel boos maken. “In gesprekken met mensen zie ik vooral de eenzijdige beeldvorming rondom dakloosheid terug”, vertelt Dixon. Ze werkt inmiddels ruim zes jaar bij de Stichting Onder Een Dak en een jaar als teamleider binnen de daklozenopvang De Elementen in Vlaardingen. Hier ziet ze iedereen voorbij komen. “Mensen stellen dan soms ook wel vragen aan me: ‘Is nou echt iedereen verslaafd?’ Ze zijn heel verbaasd als ik zeg dat het met 70 procent van de mensen die hun traject bij de opvang afronden hartstikke goed gaat.” Dixon vindt het leuk om te vertellen wat haar cliënten allemaal meegemaakt hebben - “hoe bijzonder hun verhaal is en hoe veerkrachtig ze zijn” - maar ze kan boos worden van de stereotypes die heersen bij sommige mensen en met name wanneer het mensen zijn die mede het beleid bepalen. “Mensen bij de gemeente of anderen die het beleid bepalen, die moeten weten waar ze het over hebben. Van de stigma’s o.a. in deze groepen kan ik heel verdrietig worden en dan heb ik de neiging om daar tegenin te gaan.”

Voorkom de problematiek

Om de stigma’s weg te halen, zoekt Dixon juist de kracht van de mensen die zij kent uit de opvang. “Bij een seniorendagbesteding zochten ze bijvoorbeeld nieuwe vrijwilligers. Ik heb daar een vrouw aan gekoppeld die ook in de opvang woont. Maar vooraf was dit best even spannend voor de andere vrijwilligers. Zij dachten ook aan de stigma’s die zij kennen. Maar nu doet die dame dat vrijwilligerswerk en het gaat ongelooflijk goed. Ze wordt veel ingezet en ze zijn hartstikke blij met haar. Die stigma’s zijn eigenlijk een soort onwetendheid. Pas als je met iemand in contact komt, gaat dat weg.”

Waardigheid

Dixon ziet grote verschillen bij de dakloze mensen waar ze mee werkt. “Het is een breed spectrum. Soms zijn het mensen die schulden hebben, soms ook mensen die last hebben van psychische problemen of van een verslaving en sommige mensen hebben op alle gebieden in het leven hulp nodig.” Ze ziet dat niet iedereen van dakloosheid meteen naar zelfstandig wonen kan doorstromen. “Maar ook al is iemand na de opvang nog niet op de plek waar hij eigenlijk zou willen zijn, hij gaat wel richting herstel en zo zelfstandig mogelijk leven. De hulp die hij dan gekregen heeft in de opvang, is dan wat mij betreft goed terecht gekomen.”

“HET ZOU FIJN ZIJN ALS MENSEN MEER OPEN STAAN.”

“STIGMA’S ZIJN EEN SOORT ONWETENDHEID.”

Het liefst zou Dixon daarom iedereen in contact brengen met mensen uit de daklozenopvang. Daarnaast hoopte ze dat in de toekomst mensen makkelijker toegang krijgen tot hulp en de opvang. “Je moet nu echt lager aan wal zitten voordat je de opvang in kan, terwijl ik veel meer in preventie van dit soort problematiek geloof. Dan kun je veel voorkomen.”

Mensen die te maken krijgen met dakloosheid, merken volgens Dixon zelf ook dat er op een bepaalde manier naar hen gekeken wordt. “Bij allerlei verschillende instanties moeten zij telkens bewijzen dat zij hulp horen te krijgen. En ze zijn gewend dat mensen ze niet geloven.” Om in de opvang te komen moet iemand zonder huis bewijzen dat hij problemen heeft, om een daklozenuitkering te krijgen wil de gemeente zeker weten dat deze persoon geen geld van anderen krijgt. Ook al is het iemand die je met een tientje in de week probeert te helpen. Dixon zegt dat de mensen die zij helpt vaak wantrouwen hebben meegemaakt. Zowel persoonlijk als door hoe ze worden behandeld bij instanties “En op een gegeven moment vullen ze dat ook zelf in en wordt het onderdeel van hun zelfbeeld. Ze denken soms: oh, ik ben dakloos, dus ik ben niet belangrijk. Zulke ervaringen helpen hen niet.”

In de schoenen

In het nieuwe jaar begint er een fotoproject in samenwerking met Dixon, de opvang, het Beelddepot, tekstschrijver Marleen Bos en fotograaf Rob van Herwaarden. Het verhaal van Patrick van der Jagt was hierbij een inspriratiebron. Hij werd bekend door het televisieprogramma Het Rotterdam Project, waarin presentator Beau van Erven Dorens vijf dakloze mensen volgt en ondersteunt om hun leven weer op te pakken. Door dat programma kreeg ook Van der Jagt zijn leven weer op de rails. Dixon: “We willen dat mensen uit de opvang op pad gaan met Patrick van der Jagt met zijn fototour door Rotterdam. Ze krijgen een eigen fotocamera en mogen zelf in beeld brengen wat ze zien en wat hun ontroert. Deze foto’s zullen ook geëxposeerd worden. En we gaan ook de deelnemers fotograferen, samen met hun passie en of werk waar zij hun kracht uit halen.” Om de stigma’s te verbeteren zou ze het liefst willen dat iedereen eens een nachtje komt slapen in de nachtopvang. “Dat mensen eens ervaren hoe het is om in de schoenen van een dakloze te staan. Het leven is niet zwart-wit en er zijn zoveel manieren waarop mensen hun huis zijn kwijtgeraakt. Nu is het een ver-van-mijn-bedshow, alsof niet iedereen dit kan overkomen. Dat is niet zo. Juist herkennen mensen zich vaak in de mensen uit de nachtopvang, maar zij hadden dan net een beter netwerk, een grotere spaarrekening of ze maakten een andere keuze. Het zou fijn zijn als mensen daar meer open voor staan.”

5


DAKLOZE MENSEN IN DE KRANT

1999 RATELBAND IN DE VERDRUKKING BIJ DAKLOZEN 8 april 1999

...Als een zaal vol managers, vertegenwoordigers of welk zakenvolk dan ook een peptalk krijgt voorgeschoteld van Emile Ratelband, dan wordt er hooguit wat nerveus gelachen en krijgt hij alleen opmerkingen te horen wanneer hij er duidelijk om vraagt. Heel anders was het gistermiddag, toen de met een donkergroene Jaguar gearriveerde goeroe van de geloof-in-jezelf-theorie in hartje Rotterdam voor een luidruchtige zaal vol daklozen en andere krepeergevallen stond....

2009 MAAKBARE DAKEN THUISLOZE BESTAAT NIET’ 9 april 2009

...Aan één ding is geen gebrek sinds het Rotterdams gemeentebestuur de dak- en thuislozenopvang naar zich toe heeft getrokken: aan geld. “Er is genoeg opvang”, zegt Nora Storm van de Rotterdamse Junkiebond; “genoeg instellingen, genoeg bedden, noem maar op. Maar het probleem is dat er te veel wordt geïnvesteerd in stenen, niet in mensen. Het is een rondpompen van mensen.” Rotterdam is in de ban geraakt van het ‘trajectdenken’, waarschuwt dominee Hans Visser: stop een verslaafde of zwerver in een resocialiseringsprogramma en er komt een oppassende staatsburger uit. “Mensen worden nu opgesloten en moeten gedwongen afkicken. Soms lukt het, vaak niet. En er zijn mensen die psychisch zo verminkt zijn dat ze niet in staat zijn om op een kamer te wonen. De maakbare dak- en thuisloze bestaat niet!”....

Journalisten beslissen met de artikelen die ze schrijven en items die ze maken welke informatie hun lezers, luisteraars en kijkers tot zich nemen. Ook hebben journalisten impact op de manier waarop beleidsmakers naar dak- en thuisloosheid kijken. De afgelopen decennia zijn de dak- en thuisloze mensen veranderd en is er constructiever over deze groep mensen bericht. Deze tijdlijn geeft je inzicht in de manier waarop De Telegraaf, Algemeen Dagblad, De Volkskrant en Trouw in 1999, 2009 en 2019 over dak- en thuisloosheid schreven.

ACTIE GEMEENTEN TEGEN GROEIENDE OVERLAST ZWERVERS 28 april 1999

...Grote en middelgrote gemeenten in ons land binden de strijd aan tegen de toenemende problematiek van dak- en thuislozen. Klachten over onder meer rondhangende zwervers en mensen die op straat hun roes uitslapen, nemen steeds meer toe. Bovendien groeit het aantal Nederlanders met een problematische huurachterstand. Steeds meer mensen dreigen hierdoor af te glijden naar een situatie van dakloosheid. Door middel van een groot aantal maatregelen zal worden getracht de uitzichtloze situatie van deze groeiende bevolkingsgroep te verbeteren...

KLAGERS OVER DAKLOZEN MOETEN HELPERS WORDEN 10 juli 1999

...Klagers moeten helpers worden en hulpinstanties moeten meer samenwerken, zegt directeur Jan Ruijter van het Mozeshuis in de bundel ‘Vrije Vogels’, over oplossingen voor daklozen. De burger moet verantwoordelijkheid nemen en de zorg niet aan de instanties overlaten. De bundel, gisteren in het Mozeshuis in Amsterdam gepresenteerd, is toegespitst op de problemen in de hoofdstad, maar bedoeld om iedere burger aan te spreken. In Amsterdam slapen elke nacht ruim 150 mensen tegen hun wil op straat. De projectgroep Vrije Vogels organiseerde - met hulpinstanties en politie - drie bijeenkomsten. In april vertelden hulpverleners, bestuurders en daklozen over ‘omgaan met daklozen in je buurt’. Die verhalen zijn gebundeld...

BETERE OPVANG VOOR GESTOORDE ZWERVERS 20 oktober 1999

...Gemeenten, psychiatrische instellingen, tehuizen voor daklozen en ziektekostenverzekeraars moeten beter samenwerken om degenen op te vangen die nu tussen wal en schip vallen. Het gaat om enkele honderden ernstig verwaarloosde mensen met psychische en/of verslavingsproblemen, vaak zwervers. Minister Borst van Volksgezondheid heeft daartoe dinsdag een principe-afspraak gemaakt met de betrokken instanties...

DAKLOZEN ZIJN WEG, HUN PROBLEMEN NIET 21 april 2009

...Groepen daklozen die vragen om een eurotje voor de nachtopvang, bijvoorbeeld rond de stations van de grote steden - ze zijn er nog wel, maar beduidend minder dan enkele jaren geleden. Er lijkt zich een ‘stille revolutie’ te hebben voltrokken sinds de conferentie van 5 september 2005, toen twee ministers, twee staatssecretarissen, vier wethouders en acht bestuurders van opvangorganisaties besloten dat het zo niet langer kon. De overlast moest worden teruggebracht en de belabberde positie van daklozen moest worden verbeterd. Er kwam een zak geld, mede via de AWBZ.

6

Sneller dan verwacht zijn opmerkelijke resultaten geboekt. […] Er is een problematische groep overgebleven, die niet direct in de woonvoorzieningen past. Er is telkens nieuwe aanwas: het is nu bijvoorbeeld wachten op wat de crisis voor gevolgen krijgt. En de voormalige daklozen zijn wel minder zichtbaar, hun problemen zijn daarmee niet als sneeuw voor de zon verdwenen. Ze kunnen, weg van de straat, vereenzamen en bij tegenslag lonkt de gezelligheid van de oude maten.


NEDERLANDSE DAKLOZEN KANSLOOS 10 december 2009

WOONRUIMTE VOOR ALLE ZWERVERS IN TWENTE 10 oktober 2009

...Eind volgend jaar moeten alle zwervers in Twente aan woonruimte zijn geholpen. De 22 wooncorporaties in deze regio willen dakloosheid uitbannen. ,,Hopelijk kunnen we met Kerstmis 2010 zeggen: het is gelukt, niemand slaapt meer tegen zijn zin in een park,’’ zegt Harry Rupert. Hij is bestuurslid van Woon, de organisatie waarin de corporaties zich hebben verenigd. In Twente leven naar schatting 400 daklozen op straat. Volgens vereniging Woon is dat het topje van de ijsberg. Vorig jaar moesten de gezamenlijke corporaties 303 huurders uitzetten. Vaak was huurschuld de reden. Dakloosheid is vooral in Hengelo, Almelo en Enschede een probleem. Wooncorporaties willen problemen bij huurders voortaan eerder signaleren en aankaarten. Rupert: ,,De gemeente komt pas om de hoek kijken als de zaak is geëscaleerd. Corporaties hebben het snel door als er iets fout dreigt te gaan.’’ Zo moeten incassobureaus en onderhoudsdiensten eerder aan de bel trekken, bijvoorbeeld als een medewerker ziet dat een huis vervuild is. Als een huurder toch gedwongen vertrekt, dan moeten hulpinstanties en andere gemeenten worden ingelicht. Volgens Rupert moeten alle corporaties, ook de kleine in dorpen met weinig daklozen, in 18 gemeenten, aan het project meebetalen...

...Het aantal zwerfjongeren stijgt explosief, waarschuwt Federatie Opvang. Volgens deze koepelorganisatie voor daklozenopvang telt ons land inmiddels zesduizend dakloze jongeren. Hulpverleners schetsen een bijkomend, wrang probleem: zwerfjongeren worden verdrongen door jonge asielzoekers, die wél adequate hulp krijgen. “Nederlandse zwerfjongeren zijn kansloos om een huis te vinden”, zegt een Amsterdamse hulpverleenster. […] Hulpverleners constateren een wrange ongelijkheid tussen Hollandse zwerfjongeren en jonge asielzoekers. Een Amsterdamse hulpverleenster is hierover ziedend: “Ik werk bij

2019

een re-integratiebureau en werk met meisjes van 16 tot 24 jaar. Velen van hen zijn dakloos. Zij zijn door de ouders het huis uitgezet of hebben zoveel problemen thuis dat ze zelf weg zijn gegaan. Nu met de winter in het vooruitzicht is het hartverscheurend te moeten zien dat er meisjes zijn die écht geen plek hebben om te slapen. En wij kunnen ze geen onderdak bieden. Hetzelfde probleem hebben wij met de jongens. Nu wil het geval dat wij ook meisjes hebben uit Somalië of andere Afrikaanse landen. Die hebben wél een woning. En die krijgen een huis vaak binnen een paar maanden, soms zelfs weken, via VluchtelingenWerk.”...

UIT NOOD WOONT BRYAN OVERDAG IN DE BIEB 10 januari 2019

DAKLOZEN EXTRA DE KLOS ALS GEMEENTE INSCHRIJVING WEIGERT 21 januari 2019

...Daklozen lopen vaak tegen muren op als zij zich proberen in te schrijven in de Basisregistratie Personen (BRP). Regelmatig wordt hun aanvraag afgewezen, omdat gemeenten strengere eisen stellen dan de wet voorschrijft. Rond de 40 procent van de gemeenten biedt geen ondersteuning nadat de aanvraag is afgewezen. Dat blijkt uit een enquête die De Monitor van KRO-NRCV heeft afgenomen onder de honderd grootste gemeenten. De gevolgen van een afwijzing voor een briefadres zijn heel ingrijpend voor daklozen...

...Bryan verloor na zijn baan ook zijn woonruimte in Vianen, het stadje waar hij geworteld is. Daarom zit hij overdag altijd in de bibliotheek; daklozenopvang is er niet. De woningschaarste in de regio Utrecht leidt tot steeds meer dakloosheid. […] De woningschaarste in de regio Utrecht leidt tot meer dakloosheid, volgens directeur Jules van Dam van de Tussenvoorziening, een grote Utrechtse maatschappelijke organisatie die dak- en thuislozen al 25 jaar onder dak en op weg helpt. Van Dam ziet hoe de voorzieningen voor bijvoorbeeld nachtopvang en tijdelijk verblijf ‘verstopt raken’ doordat te weinig daklozen doorstromen naar een woning. Gemeenten stellen volgens hem te weinig woningen beschikbaar voor daklozen. Zijn oproep: ‘Er zijn acuut duizend wooneenheden nodig om het probleem te verhelpen.’...

EEN BED VOOR DAKLOZEN, ALS ER PLEK IS 23 oktober 2019

...Het aantal daklozen in Nederland neemt sterk toe, de opvang in steden is vaak overvol. Daklozen hebben er baat bij eerst een huis te krijgen en daarna geholpen te worden met problemen als verslaving en schulden. Maar die huizen zijn er vaak niet....

G4 LUIDT NOODKLOK OVER DAKLOZEN 28 oktober 2019

...De vier grote gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) slaan in een brandbrief aan het kabinet alarm over het stijgend aantal daklozen. Zij vragen onder andere om meer structurele financiering om kwetsbare daklozen te kunnen ondersteunen en een quotum per gemeente om daklozen te huisvesten. Het CBS berekende onlangs dat het aantal daklozen in de afgelopen tien jaar is verdubbeld. In de brandbrief schrijft de G4 dat de grens is bereikt van wat grote steden zelf kunnen oplossen. „De kern van het probleem,

7

en het begin van een oplossing, is en blijft huisvesting”, zegt Bert van Alphen, wethouder maatschappelijke opvang in Den Haag. „We moeten er dus voor zorgen dat mensen vanuit de opvang kunnen doorstromen naar een geschikte woonsituatie, met de begeleiding die daarbij nodig is. Er moeten meer woningen beschikbaar komen voor deze doelgroep.” De G4 pleit naast extra geld voor een landelijke afspraak om per gemeente een bepaald quotum aan daklozen te huisvesten om zo de last te verdelen over alle gemeenten....


8


9


BOUWEN OP VERTROUWEN

BOUWDEPOT HELPT JONGEREN UIT DE PAUZESTAND

Het Bouwdepot is een aanpak waarbij thuisloze jongeren een jaar lang een vast maandelijks inkomen ontvangen, om zelf te bouwen aan hun toekomst.

Het Bouwdepot geeft de jongeren financiële rust en ruimte om aan persoonlijke doelen te werken. Zoals het aflossen van schulden, werken aan herstel en het creëren van een stabiele woonsituatie. Jongeren komen hierdoor zelf weer aan het stuur en krijgen zo de regie over hun leven terug.

is een leven lang in de bijstand dichterbij dan een zelfstandige toekomst.

Een jaar een Bouwdepot en financiële rust blijkt voor deze jongeren goed te werken, zo blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau DRIFT (https://bit.ly/3DcD0UV). De jongeren vereffenen met het Bouwbudget schulden, gaan aan de slag met hun trauma’s, vieren voor het eerst hun verjaardag en krijgen de ruimte om na te denken over hun toekomst en daarin stappen te zetten. Maar bovenal geeft het budget een steun in de rug en versterkt het hun zelfvertrouwen. Dat laatste is hard nodig, want veel jongeren kampen met een negatief zelfbeeld. Dat beeld wordt vaak ook gevoed door de manier waarop we over deze groep jongeren spreken. In beleidsplannen en in de media worden ze bestempeld als probleemgevallen. Juist die negatieve beeldvorming zit een aanpak als het Bouwdepot die werkt vanuit vertrouwen in de weg. Daarom is hieruit ook het Beelddepot voortgekomen.

Nederland kampt met een grote groep thuisloze jongvolwassenen. In 2018 waren er 12.600 jongeren tussen 18 en 27 jaar dak- of thuisloos. Het Bouwdepot richt zich op 18 tot 21 jarigen. Een kwetsbare doelgroep die momenteel tussen de mazen van de wet valt. Vanuit de bestaande weten regelgeving wordt er vanuit gegaan dat ouders financieel bijspringen bij hun kinderen tot een leeftijd van 21 jaar. Jongeren wiens ouders niet in staat zijn - of niet willen - bijspringen, kunnen slechts aanspraak maken op een uitkering van 260 euro per maand. Zo bouwen ze een schuld op van gemiddeld 666 euro per maand (bron: Nibud). Na een paar jaar zijn de schulden zo hoog, dat jongeren komen vast te zitten in een web van schuldeisers en uiteindelijk op straat of in de opvang belanden. En dan

Het Bouwdepot stuurt dan ook nadrukke-

10


Het Bouwdepot zal in 2022 een Bouwdepot aanbieden aan ruim 30 jongeren in Eindhoven en hoopt met meerdere gemeenten jongeren op weg te helpen.

lijk op vertrouwen. Marleen van der Kolk, mede-initiatiefnemer van het Bouwdepot en werkzaam bij Stichting Zwerfjongeren Nederland: “Jongeren hoeven hun gemaakte uitgaven niet te verantwoorden. Het is leer- en leefgeld. We willen dat ze met financiële rust kunnen werken aan een betere toekomst en meer zelfvertrouwen.” Ontwerper Van Hoeckel, die samen met Van der Kolk het Bouwdepot bedacht, vult aan: “We laten ze ook nadrukkelijk zelf hun ontwikkelplan opstellen. Ze zijn ervaringsdeskundigen van hun probleem en weten het beste wat ze nodig hebben. Ze krijgen hierbij ook begeleiding.” De ervaringen van de eerste groep jongeren met het Bouwdepot werden verwerkt in een podcast (https://sptfy.com/bouwdepot).

Het Bouwdepot is in september 2021 gestart met de aanpak in Eindhoven aan 30 jongeren en hoopt binnenkort met meerdere gemeenten jongeren op weg te helpen. Van der Kolk: “Willen we in de toekomst deze jongeren, net als hun leeftijdsgenootjes een goede kans op de arbeidsmarkt bieden, die momenteel heel hard jongeren nodig heeft, dan begint dat door de jongeren de kans te geven even op adem te komen.”

De ontwikkelde aanpak moet binnen afzienbare tijd door meerdere gemeenten worden omarmd. Van der Kolk: “Het Bouwdepot is bewezen effectief en is ook een tekortkoming op de lacunes in de weten regelgeving. Van Hoeckel geeft aan dat het Bouwdepot ook nadrukkelijk stuurt op een brede omslag in het denken over deze doelgroep. Dat begint met de jongeren zelf aan het stuur zetten. Dat gebeurt nu nog veel te weinig vindt ze. De jongeren in het Bouwdepot zijn jongeren zoals jij en ik, die pech hebben gehad. Dat kan ons allemaal overkomen. Kijk naar corona. Voor veel ondernemers betekent dat veel stress. Zonder de door de overheid toegekende overbruggingssteun zouden ze het niet redden. Die steun vinden we allemaal logisch. Dat steuntje in de rug – die overbruggingsregeling - willen we met het Bouwdepot bieden.”

11

Wil je meer weten kijk dan op de website: www.hetbouwdepot.nl.


SOUVENIRS MET HOUVAST Bijna iedere (ex-)dakloze jongere heeft wel een object dat hem of haar herinnert aan de periode zonder huis en thuis. Zo ook voor (ex-)dakloze jongeren die het afgelopen jaar met het Beelddepot samenwerkten. Hun ‘souvenirs’ vertellen ieder een speciaal verhaal.

Smartphone

In de jaren negentig bezochten zestien fotografen voor het project Material World dertig landen – van Mexico tot Bhutan – en maakten foto’s van de bezittingen van doorsnee gezinnen. Soms een paar potten en pannen, soms bergen elektronica en andere hebbedingen. Enkele jaren geleden onderzochten antropologen huishoudens uit de Amerikaanse middenklasse, waarbij ze alle spullen van bewoners telden en tot wonderlijke resultaten kwamen. In het kleinste huis in het onderzoek, van negentig vierkante meter, vonden de onderzoekers alleen al in de twee slaapkamers en de woonkamer al 2260 voorwerpen. Ook in eigen land kunnen we er wat van. In 2016 blijkt, uit een enquête van de ING, dat een gemiddeld huishouden voor tweeëntwintigduizend euro aan spullen bezit. Vooral voor auto’s en woninginrichting trekken de ondervraagde Nederlanders de portemonnee. En we blijven kopen. In die wervelwind van consumeren verliezen we de waarde van alledaagse producten uit het oog. Tijdens verschillende gesprekken toonden de jongeren die we tijdens het eerste jaar van het Beelddepot spraken, spullen die voor hen een belangrijke waarde hebben. In hun bagage pasten geen duizenden voorwerpen. Wel hadden ze altijd een aantal spullen bij zich die voor hen belangrijke waarde hadden.

Voor velen is de smartphone een portaal naar contact met anderen. Het is een communicatiemiddel waarbij iedereen in essentie gelijk is; een mobieltje kan tegenwoordig zo duur en goedkoop zijn als iemand ervoor wil betalen en er is bijna overal openbare Wifi te vinden. Als dakloze jongere is het gebruik van de telefoon een manier om de dag door te komen. Met het geluid aan spelletjes spelen om niet na te moeten denken aan de dak- of thuisloze situatie. Iemand vertelde hoe zij de agendafunctie in de smartphone gebruikte als dagboek. Zo beschreef ze dagelijks wat er buiten en binnen de opvang gebeurde.

Schrijfblok

In een schrijfblok schreven de jongeren over de gedachtes en gebeurtenissen die hen bezighielden. Dit ‘ouderwetse’ schrijfblok vormde een uitlaatklep. De een schreef hier songteksten, gedichten of verhalen. De ander gebruikte het als een dagboek of tekenblok. Het zijn notitieboeken die de jongeren niet meer weggooien, ook na het vinden van een nieuw huis.

Paspoort

Een paspoort is je identiteit, voor ieder-

12


Vest

We kiezen kleren uit die passen bij onze identiteit, maar kleding kan ook een andere functie hebben. Dit kleurrijke vest van een van de jongeren is een fijne trui om je veilig in te voelen. Tijdens hun periode zonder huis gingen de jongeren nog steeds goed gekleed. Dit vest is van een de critical friends. Het kleurrijke vest maakt deze jongere herkenbaar, als herkenningspunt op straat.

Portemonnee

een die er eentje heeft. Voor een groot deel van Nederland staat een paspoort gelijk aan vakantie. Het staat voor vrijheid, wanneer we het tonen aan de douanier achter de balie. Dit geleefde paspoort staat niet voor diezelfde vrijheid, maar voor het constant gevraagd worden wie je bent en wat je komt doen. De jongeren moesten zichzelf telkens ermee identificeren. Het is een associatie die niet te koppelen is aan het vakantiegevoel.

Deze portemonnee herinnert een van de jongeren aan vroegere tijden. Met weinig kennis over de werking van toeslagen en andere financiële zaken, kom je in een moeilijke situatie. De portemonnee is een link met het vroegere leven, maar symboliseert ook de weg naar het zelfstandig worden en op een nieuwe manier omgaan met geld.

13


HOE HERKEN JE EEN DAKLOZE JONGERE? Het antwoord: niet. “Jongeren doen erg hun best om niet bij het achterhaalde beeld van een dakloze man te horen. Maar daardoor hebben gemeenten niet altijd door dat het probleem bestaat.”

Het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening van Lia van Doorn richt zich op hulp- en dienstverlening aan cliënten met een complexe problematiek. Samen met onderzoekers Ed de Jonge en Raymond Kloppenburg deed van Doorn als lector onderzoek naar preventie van dakloosheid onder jongeren. Het lectoraat van Hogeschool Utrecht liep bij dit onderzoek tegen de beeldvorming van dakloze mensen aan.

Lia van Doorn studeerde Pedagogiek aan de Universiteit Utrecht (UU). Sinds 2007 is ze lector Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. Ze richt zich op (hulp- en dienstverlening aan) mensen in de marge van de samenleving en op beroepsethiek in het sociaal werk.

In jullie rapport gaat het ook over hoe dakloosheid bij jongeren er uit ziet. Wat merken jullie zelf van de beeldvorming van dakloosheid?

EdJ: “Als je gesprekken over dakloosheid voert, merk je dat mensen denken aan een oude man, die nors kijkt en over straat loopt met een winkelwagentje met veel plastic tassen en wijn erin. Dat beeld klopt tegenwoordig niet meer, en het komt zeker niet overeen met de jongeren.”

In gesprek met Van Doorn en De Jonge gaat het over deze beeldvorming, over hun onderzoeken en hoe het komt dat ze zich nu al jaren bezighouden met het onderwerp dakloosheid.

LvD: “We willen daarom ook een ander onderzoek starten. Dat gaat over de routes van jongeren naar de straat. Hier is in de jaren tachtig onderzoek naar gedaan, maar we hebben het idee dat deze routes veranderd zijn. Het aantal jongeren met een migratieachtergrond neemt toe en ook zijn er meer meiden op straat. We vermoeden dat zij een specifieke route afleggen, en willen onderzoeken wat deze routes dan specifiek maakt.”

Jullie aankomende rapport is bijna afgerond. Wat toonde jullie onderzoek naar preventie van dakloosheid onder jongeren aan?

LvD: “Vooraf kwamen we er met Stichting Zwerfjongeren Nederland (ZSN) achter dat het begrip preventie lastig te duiden is. Het doel van ZSN is voorkomen dat jongeren dakloos worden, maar hoe geef je daar invulling aan? Daarom is dit rapport een theoretische verkenning naar dakloosheid en de preventie daarvan bij jongeren.”

EdJ: “Een van de meiden die we spraken, vertelde dat zij op de middelbare school zat en dat het contact tussen haar en haar ouders scheef liep. Ze had behoefte aan een aparte woonruimte. Ze had dus heel goed in de gaten wat er aan de hand was, maar ze kon niet voorkomen dat ze dakloos werd. De enige woonruimte die ze kon vinden, was veel te duur en voelde onveilig. Dat op dat moment ingrijpen bijna niet mogelijk is, dat zou eigenlijk niet moeten kunnen.”

EdJ: “We hebben daarbij gekeken naar andere onderzoeken naar preventie. In een Canadees onderzoek wordt bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen twee vormen van problemen die leiden tot dakloosheid bij jongeren: structurele problemen en systemische problemen.”

Hoe herken je dan een dakloze jongere?

“Structurele problemen zitten op het politieke niveau. Bijvoorbeeld: als er te weinig woningen zijn, dan gaat het nooit lukken om dakloosheid helemaal op te lossen. Bij systemische problemen gaat het om de samenwerking tussen instellingen en systemen. In Nederland zie je bijvoorbeeld dat er genoeg geregeld is met ouders, scholen of jeugdhulp voor jongeren onder de achttien jaar. Maar zodra ze achttien worden, gelden andere regelingen en kunnen ze in een gat vallen. In een vervolgonderzoek willen we kijken hoe we preventie meer kunnen toespitsen op de Nederlandse situatie.”

LvD: “Dat is het ding, je herkent ze niet. Je ziet het niet aan de jongeren dat ze geen vast huis of thuis hebben. De jongeren doen ook erg hun best om niet bij dat achterhaalde beeld van de standaard dakloze man te horen. Maar daardoor hebben gemeenten ook niet altijd door dat dit probleem bestaat. Gemeenten moeten ook alert zijn op jongeren die een risico vormen om dakloos te worden. De jongeren die misschien uitvallen van school of die op een camping overnachten of steeds her-en-der op de bank slapen.”

14

Ed de Jonge is als hoofddocent verbonden aan Hogeschool Utrecht en binnen die rol lid van het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening. Zijn focus ligt daarin bij de ethische aspecten van professionele dienstverlening.


EdJ: “Het maakt het ook lastig dat er geen goed beeldmateriaal bestaat van dakloze jongeren. Het zijn dramatische plaatjes die online te vinden zijn. Jongeren die met hun handen in het haar zitten op een bankje in het park.”

zodat het probleem structureel opgelost wordt. Zoals ik al zei: als er niet voldoende woonruimte is, moet er iets gebeuren. Daarnaast zijn er mensen die moeite hebben met zelfstandig wonen, of juist mensen die niet in groepsverband willen wonen. Sommige mensen hebben begeleiding nodig. Deze puzzelstukjes moeten allemaal op de goede manier in elkaar vallen.”

LvD: “Ja, we wilden bij het rapport een plaatje op de voorkant maar we dachten: laat maar weg. Het is heel moeilijk om dit onderwerp te vatten in een beeld dat direct begrepen wordt.”

LvD: “Het is wel lastig dat de politiek elke vier jaar weer verandert. Als een wethouder geld vrijmaakt voor preventie, dan zie je soms pas ná vier jaar de verbetering. Continuïteit en duurzaamheid is echt cruciaal op dit vlak, terwijl de politiek gestuurd wordt door de waan van de dag.”

Dat dakloosheid in een soort onzichtbaar hoekje wordt gedrukt, lijkt al langer een probleem. In een van de artikelen die het Beelddepot analyseerde, sprak dagblad Trouw in 2019 over de komst van een ‘daklozencamping’, bedoeld als drukmiddel op de gemeente Amsterdam om de crisis in de daklozenopvang op te lossen. Echter: de gemeente legde de initiatiefnemer Frank van der Linde een dwangsom op van 10.000 euro die kon oplopen naar 50.000 als hij zijn daklozencamping in het Vondelpark doorzette.

Uit een CBS-rapport in 2019 bleek dat het aantal daklozen sinds 2009 meer dan verdubbeld was. Het aantal dakloze jongeren was zelfs verdrievoudigd: van vierduizend 18 tot 30-jarigen zonder huis of thuis in 2008 naar ruim twaalfduizend in 2018. Deze stijging is momenteel tot stilstand gekomen, blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS.

Volgens Van der Linde ziet de gemeente het daklozenprobleem niet. De opvangcentra zijn overvol en letterlijk op straat slapen is verboden, dat kan een boete van 150 euro per nacht opleveren. Nu zeggen handhavers tegen Van der Linde: ‘Ga maar niet in het zicht liggen.’ “Zo worden daklozen in de onzichtbaarheid gedrukt”, aldus Van der Linde in Trouw.

LvD: “De enorme toename van het aantal dakloze jongeren zorgde voor een schok bij beleidsmakers. Er kwam onmiddellijk een plan van aanpak. Maar vanuit de preventiegedachte zou je altijd die vinger aan de pols moeten houden. Dan hoeven we ons niet te laten verrassen door opeens dramatische aantallen in een CBS-rapport.”

“DE POLITIEK WORDT VOORAL GESTUURD DOOR OVERLAST EN PUBLIEKE OPINIE.”

EdJ: “Wat we kunnen toevoegen is het preventiemodel. Hierbij heb je te maken met verschillende niveaus, landelijk, maar ook lokale professionals, organisaties en de burgers. Het is een complex netwerk en juist het afstemmen van al die lagen op elkaar maakt het een ingewikkelde en uitdagende klus. Als een niveau achterblijft, zorgt dat ook voor problemen bij de rest. Deze lagen kunnen wel zo snel mogelijk registreren als er iets fout gaat.” Wat zorgde er bij jullie voor dat jullie je met dakloosheid bezig wilden houden?

Door een soort standaard beeld van dakloosheid, kun je het probleem soms ook herkenbaar maken. Hoe zorgen we ervoor dat dakloosheid niet onzichtbaar wordt?

EdJ: “Toen ik zelf nog studeerde, zat ik in een relatie die vastliep. Ik was doodongelukkig en ik moest daar weg. Ik ben in de zomervakantie met de trein naar Griekenland gegaan. Daar ben ik gaan rondzwerven. Ik sliep op campings en kwam in contact met twee Palestijnen die hun thuisland waren ontvlucht. Een tijd heb ik met hen opgetrokken. Zij moesten zo min mogelijk geld uitgeven. Op de markt kregen we het fruit dat niet goed meer was en zij zochten de plekjes om te overnachten. Zo heb ik er wel heel even aan kunnen ruiken hoe het was om op die manier te leven. Dat is inmiddels al ruim veertig jaar geleden.”

EdJ: “Dat is de uitdaging inderdaad, hoe maak je op een correcte manier zichtbaar dat dit probleem bestaat? De politiek wordt vooral gestuurd door overlast en publieke opinie.” LvD: “Dat is ook de macht van het getal, hè. Toen er in de jaren tachtig veel daklozen samenkwamen onder de gangen bij Hoog Catharijne zorgde dat voor dramatische foto’s. Drommen daklozen hadden hun bankstellen en een schemerlamp naar die plek gesleept. Het had een enorme impact. Hoe kan dit gebeuren in onze welvaartstaat, vroeg men zich af. Er ging veel politieke aandacht naartoe, hostels werden opgericht voor deze groep. De situatie mocht niet voortbestaan. Maar toen deze mensen in hostels woonden en daarna in flatjes, was er geen aandacht meer voor hun achterliggende problematiek. Hulpverleners in de maatschappelijke opvang hadden hier veel frustratie over.”

LvD: “Ik wilde meer over de daklozenopvang leren tijdens mijn studie pedagogiek. Op een feestje hoorde ik verhalen van iemand van wat je daar tegenkomt als vrijwilliger. Die wereld interesseerde me, omdat ik in mijn directe omgeving een jongen kende die moeite had met meekomen en zijn ouders die moeite hadden met de opvoeding. Ik wilde weten wat een eventueel voorland was voor deze jongen. De daklozenopvang was een enorme leerschool voor mij als bleu meisje van het platteland. Ik kwam plotseling in een wereld terecht van mensen die net ontslagen waren uit detentie of vrouwen die ‘s avonds nog even de deur uitgingen om te tippelen, omdat ze anders geen geld konden verdienen. Ik heb in een korte tijd heel veel geleerd. En met die jongen… daarmee is het uiteindelijk goed gekomen, maar het blijft nog altijd kwetsbaar.”

Hoe lossen we het dakloosheidsprobleem in Nederland op en zorgen we ervoor dat het ook opgelost blijft?

EdJ: “We kunnen geen wonderen verrichten. Ook met dit onderzoek zien we onze beperkingen. Maar in ons model zijn we in elk geval bezig met welke interventies en preventiemaatregelen nodig zijn

15


UNDERCOVER Naar aanleiding van de stijgende aantallen daklozen en de zoveelste belofte van de overheid om alle daklozen van de straat te halen, wilde journalist Coco Gubbels in 2010 weten wat er schuilging achter die cijfers: de mensen, hun verhalen. Elf jaar later blikt ze terug op haar undercoverperiode op straat. Hoe kijkt zij terug op deze periode? Welke lessen neemt ze na zoveel jaar nog mee? Een reflectie op verslaggeving vanuit het veld.

Het is inmiddels meer dan tien jaar geleden dat ik met een tas, tandenborstel, t-shirt en wat schoon ondergoed de deur achter me dichttrok, de sleutel van mijn huis aan een koordje om mijn nek onder mijn shirt hing en richting het centrum van Utrecht reed met de bus. Zo begon mijn onderzoek naar hoe het moet zijn om dakloos te worden. Undercover gaan leek me de ultieme manier om te ervaren hoe het is om dakloos te zijn.

Coco Gubbels (drs. Culturele Antropologie, voorheen freelance onderzoeksjournalist en nu Project- en Collaboration Manager in de journalistiek) ging zes weken undercover als dakloze en schreef daar twee longreads over voor HP/De Tijd in oktober 2010. In die periode heeft ze in Utrecht en Den Haag in de dag- en nachtopvang geleefd en sprak met vele dak- en thuislozen. Ook de jaren daarna heeft zij contact gehouden met daken thuislozen en organisaties als Stichting Zwerfjongeren Nederland en de Achterban.

en muurtjes gezien, waarbij voor het ene ze te jong en het andere ze te oud waren, wachttijden voor hulp lang zijn en beloftes worden gemaakt die niet nagekomen (kunnen) worden. Vaak is het vertrouwen in volwassenen, ouders, overheid en dus ook journalisten ver te zoeken door wat er allemaal al gebeurd is.

Respect

Omdat ik al een keer het vertrouwen had geschonden van mensen die me in korte tijd dierbaar waren geworden, heb ik me daarna altijd voorgesteld als journalist. Ook wilde ik altijd meteen duidelijk maken wat mijn doel was en waarom ik graag met hem of haar wilde kennis maken.

Dit klinkt in eerste instantie heel gaaf: undercover gaan. En ik was dan ook gespannen en nieuwsgierig naar waar ik terecht zou komen, wat ik mee zou gaan maken. Maar zes weken een dubbelleven leiden, over je schouders kijken, continu alert zijn en nauwelijks een oog dichtdoen, heeft er flink ingehakt. Nu nog kijk ik met gemengde gevoelens terug op die periode. Zeker toen ik hoorde dat enkele daklozen met wie ik weken optrok verbolgen bleken over mijn verslag.

Vertrouwen is alleen te winnen door veel tijd met ze door te brengen en dat heeft een journalist niet altijd. Daarom is het gebruik maken van ervaringsdeskundigen een kortere weg, maar ook niet meteen een quick fix. Inlezen en de context eigen maken is cruciaal als het gaat om de meeste onderwerpen, maar bij deze helemaal. Hier is geen korte slag te maken, hier loop je niet naar binnen voor een snelle, kekke quote.

Going native

In de drie weken in Utrecht en drie weken daarna in Den Haag dat ik me begaf onder dak- en thuislozen in de dag- en nachtopvang heb ik vooral heel veel gekeken en geluisterd naar mensen. Van mannen die er goed verzorgd uitzagen en ’s morgens de straat op gingen met een laptoptas en een lunchbox tot aan een verwarde man die nauwelijks in de gaten had waar hij was. Het leek een antropologische veldstudie waarbij ‘going native’ hier een vreemde invulling had gekregen: meedoen met de lokale bevolking om te ervaren hoe iets is, maar dan in mijn eigen land en niet in Verweggistan op een ander continent.

Om recht te doen aan de vaak heftige verhalen is het aan de journalist om respectvol om te gaan met de persoon om wie het gaat. Een empathische benadering begint met luisteren, kost tijd en moeite, maar dat kan persoonlijke, emotionele, maar ook bijzondere verhalen opleveren. Het zijn gewoon jongeren die een afslag gemist hebben of net vette pech hebben gehad. Ze luisteren graag naar muziek, willen ook vrienden en leuke dingen doen, net als alle andere jongeren. De meeste jongeren willen niet beginnen met vertellen over die vervelende periode of over de problemen die ze hebben. Menselijk contact verloopt beter als het gaat over dingen waar men zich trots over voelt of blij van wordt. Als er voldoende vertrouwen is, volgen die lastige onderwerpen vanzelf. Maar het kost tijd en moeite om je voor te bereiden en te verdiepen in dit onderwerp en je gesprekspartner. Dat maakt het schrijven over deze groep wellicht tijdrovend en soms lastig, maar ook juist heel erg boeiend.

Ondanks deze manier van werken, het veranderen van hun namen en soms zelfs aanpassen van uiterlijke kenmerken in mijn verslagen, hebben enkele mensen in Utrecht hun beklag gedaan bij de leiding van zowel de nacht- als de dagopvang waar ik samen met hen verbleef. Niet zozeer mijn verhaal, maar vooral het gegeven dat ik me anders had voorgedaan dan wie ik was, zat hen dwars. Het vertrouwen was geschonden: ze hadden me opgevangen, geadviseerd, begeleid en meegenomen in hun wereld. Zonder te weten dat ik journalist was.

Heb ik er spijt van? Nee, zeker niet. Het was een boeiende periode, ik heb nog steeds contact met bepaalde mensen en ik hou ze allemaal een beetje in de gaten. Als je bereid bent om te kijken, om te luisteren, dan ben je in staat om achter de façade hele mooie en boeiende karakters te ontdekken die je nog lang bijblijven. Ook dat is journalistieke engagement.

Enkele weken later is in overleg met de opvang gekozen om geen gesprek aan te gaan met deze mensen, omdat die emoties enerzijds al weer waren gezakt en anderzijds omdat ook de opvang eigenlijk niet zo blij was met deze (onaangekondigde) manier van werken. Zelf bleef ik met een verdrietig gevoel achter: ik had ze zo graag willen bedanken voor al die wijze lessen, de warmte en manier waarop ook de opvang in Utrecht mij had ontvangen. Van de jongeren die ik na mijn undercover ontmoette, leerde ik dat er bij de meeste van hen al een hele geschiedenis aan vooraf was gegaan met problemen die uiteindelijk hebben geleid tot dak- of thuisloosheid. Elk verhaal kent een unieke, verdrietige samenloop van omstandigheden die geresulteerd hebben in een zwervend bestaan met schaamte, schulden en veelal psychische last. Ook zij hebben al vele kastjes

16


VIJF JOURNALISTIEKE TIPS VOOR BETERE BEELDVORMING VOORDAT JE MET EEN DAK- OF THUISLOZE JONGERE GAAT PRATEN: 1.LEES JE IN OP DE WEBSITE VAN STICHTING ZWERFJONGEREN NEDERLAND (SZN) EN ANDERE WEBSITES OVER DAK- EN THUISLOOSHEID 2. NEEM CONTACT OP MET SZN OM DE EERSTE VRAGEN TE STELLEN, ZIJ HEBBEN EEN GOED NETWERK OM JE VERDER OP WEG TE HELPEN 3. ZOEK CONTACT MET LOKALE INSTANTIES ALS JE OVER EEN REGIO WIL VERTELLEN OM MEER TE WETEN TE KOMEN OVER DE LOKALE CONTEXT 4. ZOEK CONTACT MET EEN ERVARINGSDESKUNDIGE DIE JE MEER KAN VERTELLEN OVER EEN BEPAALD ONDERWERP (EVENTUEEL VIA SZN)

VIJF TIPS VOOR ALS JE OVER DAK- OF THUISLOZE JONGEREN GAAT PUBLICEREN:

5. ZOEK CONTACT MET EEN BEGELEIDER OF ANDERE PROFESSIONAL, VAAK ZIJN DAT OOK ERVARINGSDESKUNDIGEN

1. HET IS GEEN HOMOGENE GROEP, DUS PROBEER ZO MIN MOGELIJK TE GENERALISEREN 2. HET ZIJN VAAK KWETSBARE MENSEN EN GA DUS OOK MET RESPECT MET ZE OM: BESCHERM JE BRON 3. DEZE JONGEREN ZIJN GEEN ZIELIGE MENSEN, MAAR MENSEN DIE HET VEELAL GEWOON EVEN NIET ALLEEN REDDEN 4. FOTO? KIES DAN EEN FOTO VAN EEN GEWONE JONGERE DIE IETS DOET WAT ALLE ANDERE JONGEREN OOK DOEN VAN DIE LEEFTIJDSCATEGORIE. 5. VERPLAATS JE IN HUN SITUATIE, OOK AL IS DAT HEEL LASTIG EN EEN VER-VAN-MIJN-BED-SHOW

17


EEN DAG IN HET LEVEN VAN DRIE DAKLOZE JONGEREN Journalistieke beelden van Nederlandse dak- en thuislozen werken stigmatisering en een negatief zelfbeeld bij de dak- en thuisloze mensen in de hand. Hoe ziet het leven er écht uit als je als jongere dak- of thuisloos bent in Nederland? Drie jongeren geven in deze fotoserie van fotograaf Wiosna van Bon een inkijkje in hun leven en hun dagelijkse activiteiten.

08:04 DIT IS DE GANG VAN DE JONGERENAFDELING IN DE CRISISOPVANG. IK VERBLEEF HIER MAANDENLANG.

11:47: OP STRAAT KOM JE VEEL MENSEN TEGEN. MET SOMMIGE KLIKT HET, MET ANDEREN HEB IK NIET ZO VEEL. SOMS BEN JE SAMEN ZODAT JE NIET ALLEEN BENT.

10:53 DOORDAT IK VEEL BUITEN BEN, HEB IK EEN BAND MET DIEREN. ZIJ SPENDEREN OOK EEN GROOT DEEL VAN DE TIJD BUITEN.

09:18 EENS PER WEEK HAAL IK HIER MIJN POST OP. TOEN IK DAKLOOS WERD, HAD IK NOG GEEN POSTADRES. IK MISTE ALLERLEI REKENINGEN.

11:26: SOMMIGE DAGEN DUREN LANG. DAN SPEEL IK DE HELE DAG SPELLETJES OP MIJN TELEFOON.

12:35: IK WEET PRECIES WAAR EN HOE LAAT IK GRATIS KOFFIE OF WAT TE ETEN KAN HALEN. SOMS GA IK NAAR DE KERK, DAAR IS IEDEREEN WELKOM.

18


‘DE MODERNE DAKLOZE JONGERE HERKEN JE NIET OP STRAAT’ Wiosna van Bon (1992) werkt als freelance fotograaf, zowel aan eigen als in opdracht gemaakte projecten. Wiosna heeft drie jongeren waarmee het Beelddepot contact heeft gefotografeerd, waarbij ze hun dag visualiseerde. Het doel: jongerendakloosheid realistisch in beeld brengen. 14:02: VANUIT DE OPVANG NEEM IK VAAK

BROODJES MEE. ZO HEB IK ALTIJD WAT TE ETEN GEDURENDE DE DAG.

13:26 IK GA VAAK NAAR EEN SPORT- OF SKATEPARK, ONDANKS DAT IK DOOR MEDISCHE REDENEN NIET KAN SPORTEN. NIEMAND KIJKT RAAR OP WANNEER IK DAAR DE HELE DAG BEN.

15:11: IK MAG PAS ’S AVONDS WEER DE OPVANG IN, ONGEACHT HET WEER.

15:40: MIJN SPULLEN HEB IK NOG VAN DE PERIODE VOORDAT IK DAKLOOS WERD. IK SLEEP IEDERE DAG ALLES MEE WAT IK HEB EN WORDT DAAROM AANGEZIEN VOOR TOERIST.

17:55 EERST WIST IK NOG NIET DAT ER EEN CRISISOPVANG VOOR JONGEREN BESTOND. IK GING NAAR HET ZWEMBAD OF BOEKTE EEN HOTELKAMER OM MEZELF EN MIJN KLEREN TE KUNNEN WASSEN.

20:00: DE MEESTE VRIENDEN WETEN

NIET EENS DAT IK DAKLOOS BEN. IK NEEM ZE NOOIT MEE NAAR DE OPVANG. 18:26: IK ZOU NOOIT IN DE STAD OP STRAAT SLAPEN, DAT VOELT NIET VEILIG. IK SLAAP BIJ ANDEREN OP DE BANK EN ZORG DAT IK VROEG IN DE OCHTEND WEER VERTROKKEN BEN.

19

“Meestal ga ik een hele dag op pad met personen die ik fotografeer. Zij bepalen de locaties waar we fotograferen en vertellen me hun verhalen. Dat gaat intuïtief, maar er gaat ook uitgebreid onderzoek aan vooraf vanuit het Beelddepot. Daaruit zijn handgrepen ontstaan hoe de jongeren in beeld gebracht zouden willen worden. Voor mij hoeft een zwaar, beladen onderwerp niet op een harde, zware manier gefotografeerd worden. Deze jongeren zitten vaak in een moeilijke fase in hun leven. Maar dat wil niet zeggen dat ze in een donker hoekje, verscholen voor de buitenwereld afgebeeld moeten worden. Ze werken ontzettend hard; sommigen moeten naast hun studie, bijbaan en sociale leven namelijk ook iedere avond zorgen voor een slaapplek. Rond het thema dakloosheid wordt geregeld zo’n stereotype beeld gebruikt, vaak van een dakloze die buiten op straat slaapt en drank- en drugsgebruik niet onder controle heeft. De moderne dakloze valt daar niet meer onder, en zeker dak- en thuisloze jongeren, die wij met het Beelddepot gesproken hebben, herkennen zich niet in dat gebruikte beeld. Er zijn vele oorzaken waarom iemand dak- en thuisloos kan worden en geen eigen woning kan vinden. Maar hoe zet je iemand op de foto die iedere avond op een bank bij een andere vriend slaapt, of beeld je uit dat iemand dakloos is en een hele dag bij een sportveldje staat omdat hij daar niet opvalt? Misschien kan dat niet goed, en herken je de moderne dakloze jongere niet meer als een dak- of thuisloos persoon. Zij zijn net als andere mensen die op straat lopen. Voor het Beelddepot heb ik drie jongeren gevolgd. In de toekomst volgen er meer verhalen en beelden, die ook door andere beeldmakers gemaakt worden. De diverse verhalen van deze jongeren vertellen een groter verhaal. Hun dakloosheid is niet zichtbaar, maar dat maakt het voor hen niet minder beladen. Een van de mensen die ik voor deze fotoserie volgde, was meer bezig met het eigen uiterlijk dan ikzelf. Diegene zei toen tegen mij: ‘Voor jou is een gaatje in je shirt misschien niet veelzeggend, maar omdat ik dakloos ben, houdt dat mij erg bezig. Ik wil voorkomen dat ik het label van dakloze krijg.’ Het is voor mij een uitdaging om dat gevoel in beeld te brengen en empathie te creëren voor de gefotografeerde.”


DE MEEST GEBRUIKTE ‘DAKLOZENFOTO’ VAN NEDERLAND...

Journalisten zijn afgelopen jaren constructiever over dak-en thuisloosheid gaan berichten, blijkt uit het onderzoek van het Beelddepot (zie ook pagina 4 en https://tinyurl.com/beelddepot). Stigmatiserende labels als ‘zwervers’ of ‘probleemgevallen’ worden nauwelijks meer gebruikt. Wel valt nog winst te halen uit de persfoto’s die gebruikt worden bij rapportages over dak- en thuisloosheid. In journalistieke uitgingen worden overwegend foto’s met witte mannen van middelbare leeftijd getoond. Regelmatig gaan die foto’s gepaard met zwerfafval of alcohol op de achtergrond, zoals een veel gebruikte afbeelding van fotografe Dingena Mol hierboven. Dat beeld klopt niet bij de situatie waarin veel daklozen mensen zich in Nederland bevinden. We zien de laatste jaren juist veel jongeren- die door schulden vanwege telefoon- of gamegebruik of het kopen op afbetaling in de problemen zijn gekomen. Ook is er een toenemend aantal jonge vrouwen dak-of thuisloos.

“WEINIG DAKLOZE MENSEN ZIJN WITTE MANNEN OMGEVEN DOOR ZWERFAFVAL EN ALCOHOL”

20

Die jongeren zien we echter nauwelijks terugkomen in de journalistieke beeldbanken. Het Beelddepot vroeg fotografe Mol daarom een eigentijdse ‘bankjesfoto’ te maken. Daarop zien we een jonge vrouw op dezelfde stadsbankje in Amsterdam. Ze kijkt op haar telefoon. In haar rugzak een kussen dat ze nodig zal hebben voor de nacht. De foto-opdracht zette Mol aan het denken over de rol van fotografen en beeldredacteuren. “Ik was erg onder de indruk van het verhaal van het meisje dat jarenlang thuisloos leefde. Ook het onderzoek naar de manier waarop stigmatiserende beeldvorming een positieve verandering in de weg zit zette me aan het denken. We hebben als fotografen een verantwoordelijkheid om zaken representatief in beeld te brengen. Waar richt ik mijn camera op en wat laat ik daarmee vooral ook niet zien. Dat zijn belangrijke keuzes. We weten dat steeds meer mensen door domme pech in een benarde situatie belanden. Zeker met de huidige


OPNIEUW ...GESCHOTEN

wooncrisis zorgt dat voor problemen. We moeten dat bredere verhaal vertellen.”

“WE HEBBEN ALS FOTOGRAFEN EEN VERANTWOORDELIJKHEID OM ZAKEN REPRESENTATIEF IN BEELD TE BRENGEN. ”

21

Dat betekent volgens Mol ook vooral meer context bieden bij de persoonlijke situatie van mensen. “Veel problematiek is onzichtbaar. Je kunt heel moeilijk een bankhopper in beeld brengen. Beelden zijn krachtige informatiedragers, maar je kunt niet alle complexiteit vangen in een beeld. We moeten daarin vooral ook zorgen dat we persoonlijke verhalen meer uitlichten en de context waarin die problematiek ontstaat doorgronden.” Mol ziet daarnaast ook een rol voor de beeldredacteuren van nieuwsmedia. Zij mogen iedere dag opnieuw keuzes maken in wat we zien. Mol hoopt dan ook dat deze redacteuren deze nieuwe foto eigentijdse foto net zo vaak gaan gebruiken als de oude foto. “Dan krijgen we een eerlijke blik op dakloosheid.”


RECENSIES Het Beelddepot houdt nauwlettend journalistieke reportages, documentaires en films rondom dakloosheid of beeldvorming in de gaten. We letten daarbij nadrukkelijk op de manier waarop dak- en thuislozen in beeld worden gebracht.

HET BOUWDEPOT, DE PODCAST EEN EERLIJK PORTRET VAN EEN PILOT

HET ZOUTPAD EEN ZOEKTOCHT NAAR DE ZWERVENDE WANDELAAR IN ONSZELF

“Zonder goede fundering kun je nooit een stevig huis bouwen.” Dat was het vertrekpunt van het Bouwdepot, een pilot begin 2020 waarin vijf daken thuisloze jongeren een jaar lang een vast maandelijks inkomen krijgen, om zo te bouwen aan hun toekomst. Het Bouwdepot De Podcast is een podcast waarin je als luisteraar iedere maand meegenomen wordt in het proces (de struggles en successen) van Gino, Kyra, Shuburney, Rami en Imane, de eerste vijf jongeren die een Bouwdepot krijgen. Wat brengt het hen? Podcastmaker en social designer Hannah van Luttervelt spreekt in deze podcastserie naast de jongeren ook experts en deskundigen in het netwerk rond de jongeren: van gedragsdeskundige Coline van Nunspeet en Ali Rabarison, directeur inclusieve samenleving bij de VNG tot Frans Tjallingii, medeoprichter van het Canadese New Leaf Project en staatssecretaris Paul Blokhuis.

“Vraag iemand hoe een dakloze eruitziet, en hij zal meestal een man of vrouw beschrijven die buiten slaapt, ergens op straat een matje en wat beddengoed uitrolt, misschien een hond bij zich heeft, maar altijd bedelt om geld voor drugs of alcohol.” Zo schrijft Raynor Winn in de bestseller Het Zoutpad. In de roman verhaalt Winn over hoe zij en haar man Moth door een ongelukkige samenloop huis en inkomen kwijtraken en dakloos worden. Moth wordt daarnaast ongeneeslijk ziek verklaard. Ze besluiten de South West Coast Path te lopen, een tocht van 1014 kilometer langs de zuidkust van Engeland. Winn schrijft in poëtische bewoordingen over hoe ze tijdens hun maandenlange verblijf als ‘wandelende dakloze’ omgaan met de ongemakken van het leven zonder vast verblijf en uitzicht op voedsel, evenals de negatieve beeldvorming van hun zwervende bestaan. Maar nog treffender schrijft ze over de veerkracht waarmee ze deze uitdagingen als kans aangrijpen om hun eigen relatie en die met hun directe omgeving te verdiepen. Het Zoutpad leest daarmee als een pleidooi om de zwervende wandelaar in onszelf op te zoeken of degenen in een dergelijk bestaan de hand te reiken.

Het Bouwdepot, de podcast is te beluisteren via verschillende podcastplatforms; van Apple Podcast tot Spotify.

NOMADLAND GEEFT ONGEHOORDEN EEN TROTSE EN WAARDIGE STEM HOE BELANGRIJK ZIJN TERMEN ALS ‘DAKLOOS’ EN ‘THUISLOOS’ VOOR EEN PERSOON ZELF?

INVESTEREN IN DE WASSTRAAT

Afgelopen voorjaar was de film Nomadland de winnaar bij de Oscars met een Oscar voor Beste film, Beste regie en Beste vrouwelijke hoofdrol. In de film van regisseur Chloé Zhao besluit Fern (gespeeld door Frances McDormand) met een busje door de Verenigde Staten te trekken. Ze is dan net weduwe en werkloos, maar ook vastberaden en niet het type dat bij de pakken neerzit. Trots onderhoudt Fern haar campertje door er eigenhandig plankjes en deurtjes aan te timmeren om het busje bewoonbaar te maken.

De vijfdelige documentaireserie De Wasstraat van HUMAN portretteert Abdul, Tim, Vincent, Denai, Maurice en Patrick, zes werknemers ‘met een afstand tot de arbeidsmarkt’, en Martin Kniest, de directeur van deze wasstraat.

Ze sluit ze zich aan bij een groep rondreizende mensen die bij de financiële crisis van 2008 hun huis en baan zijn verloren en toen oog in oog stonden met het Amerika waar een sociaal vangnet niet de norm is. Nomadland is een verhaal van onvoorspelbare toekomsten en wat ons betreft een film die je aan het nadenken zet over de geldende normen rond wonen en de manier waarop we met elkaar omgaan. Fern is hierin de aangever; ze luistert naar de verhalen van haar nomadische reisgenoten en geeft ze een stem vol trots en waardigheid.

In een wasstraat wast het water al het vuil van een auto af. Al het stof en vogelstrontjes vallen letterlijk de auto af. Soms zijn op een schone auto krasjes te zien die verstopt zaten onder het vuil en misschien wel verstopt hadden moeten blijven. Die auto met krasjes wordt in de wasstraat van Kniest in Deventer schoongemaakt door mensen met een krasje. De vraag die Kniest naar eigen zeggen het vaakst gesteld krijgt, is waarom er zo weinig van zijn werknemers uitvallen. “Ik heb genoeg praktijkvoorbeelden waaruit blijkt dat ze gewoon als nummer behandeld worden en waar geen enkel gevoel bij komt kijken of wat dan ook,” reageert hij dan.

In Nomadland vraagt een oud-leerling namelijk aan Fern of ze dakloos is. “Nee,” zegt het personage van Frances McDormand stellig. “Huisloos. Maar dat is wat anders.”

Centraal in De Wasstraat staat de kracht van investering in mensen die extra aandacht nodig hebben. Zonder deze aandacht dreigen mensen als Abdul, Tim, Vincent, Denai, Maurice en Patrick buiten de maatschappelijke boot te vallen om weg te spoelen als waswater in een wasstraat. Dat zou onnodig zijn, stelt Kniest in de documentaire: “Iedereen kan iets. Maar je moet ze wel op de juiste waarde schatten.”

Nomadland is enkel via verschillende streamingplatforms te bekijken.

De Wasstraat is terug te kijken via NPO Start.

22


In Nederland zijn er ruim 8.500 dak- en thuisloze jongeren. Dit getal is in de afgelopen 10 jaar verdriedubbeld. De problematiek is groot en wordt niet opgelost. Met het programma Alle jongeren een thuis gaat Kansfonds met 28 projecten aan de slag met een ogenschijnlijk onoplosbaar probleem: het oplossen van thuisloosheid onder jongeren. Kansfonds streeft naar een toekomst waarin alle jongeren een thuis hebben. Met deze 28 projectpartners werkt Kansfonds aan een nieuw perspectief en steunt het fonds stoere, vernieuwende ideeën, vanuit de visie dat ieder mens telt en recht heeft op een menswaardig bestaan. Kansfonds. Geven om een ander www.kansfonds.nl

Eerst een Thuis betekent dat mensen die dak- of thuisloos zijn vanuit een eigen woning kunnen herstellen. Een woning waar zij kunnen blijven wonen, ook als ze geen ondersteuning meer nodig hebben. Een thuis. In de regio Utrecht bieden we meer dan 200 mensen een woning met intensieve begeleiding. Er zijn ook woningen specifiek voor jongvolwassenen, bijvoorbeeld op een boerderij in Meerkerk, in reguliere huurwoningen in Houten en in een nog te bouwen complex met 20 tot 25 studio’s in Vianen. Eerst een Thuis is geen gewoon project, het is een Living Lab. We onderzoeken hoe we zo goed mogelijk dak- en thuisloze mensen kunnen ondersteunen bij hun herstel. Ook willen we weten of we meer dak- en thuisloze mensen met deze aanpak kunnen ondersteunen in de regio Utrecht.

COLOFON DANIELLE ARETS is lector Journalistiek & Verantwoorde Innovatie bij Fontys Hogeschool voor de Journalistiek en ontwerpend onderzoeker bij Design Academy Eindhoven. Als projectmanager van het Beelddepot wil ze door middel van ontwerpend en journalistiek onderzoek bijdragen aan een betere beeldvorming rondom dakloosheid. MANON VAN HOECKEL is sociaal ontwerper. Ze ontwerpt manieren die ervoor zorgen dat groepen of mensen die normaliter niet met elkaar in contact komen, juist met elkaar in gesprek gaan. Manon is mede-oprichter van het Bouwdepot, een project waarbij dak- en thuisloze jongeren op basis van vertrouwen een vast maandelijks inkomen krijgen om aan hun toekomst te bouwen. Voor het Beelddepot zoekt ze naar nieuwe vormen om de negatieve beeldvorming rondom de doelgroep te doorbreken en zet ze de boel in beweging. MEREL WITTEMAN is een art-director en ontwerper, met een liefde voor dingen zo helder mogelijk te visualiseren. Binnen het Beelddepot beschermt ze de visuele identiteit, denkt mee over strategische keuzes en overziet het creatieve proces. Het doel? Met overtuigende communicatie een radicale maatschappelijke verandering teweeg brengen.

JONGERENDAKLOOSHEID VOORKOMEN

In ons welvarende Nederland vallen jongeren in de leeftijd van 18 – 27 jaar die het zonder steun van hun ouders moeten redden, tussen wal en schip. Daken thuisloze jongeren zijn gewone jongeren - in een ongewone situatie. SZN (Stichting Zwerfjongeren Nederland) vraagt aandacht voor de problematiek waar deze jongeren dagelijks tegenaan lopen, maakt zich sterk voor het voorkomen van jongerendakloosheid en stimuleert blijvende oplossingen.

Pech

Frisse blik

Dakloze jongeren zijn mensen zoals jij en ik. Ze hebben alleen de pech dat ze, om wat voor reden ook, niet kunnen terugvallen op hun ouders en er alleen voor staan. Ze willen niets liever dan een diploma halen of een baan, vrienden, erbij horen en leuke dingen doen. Zoals alle jongeren. Maar soms hebben ze problemen op meerdere gebieden, lopen vast door geldgebrek, of door het ontbreken van een veilige woonplek en een warboel van regels en mensen die hun situatie niet begrijpen.

We zijn op zoek naar nieuwe oplossingen voor jongerendakloosheid, samen met ontwerpers, journalisten en de jongeren zelf. Met hun frisse blik, los van politieke context, helpen zij ons jongerendakloosheid begrijpelijk te maken en creatieve oplossingen te bedenken. Met z’n allen kunnen we jongerendakloosheid voorkomen. Zodat gewone jongeren in een ongewone situatie kunnen werken aan een toekomst waarin ze zichzelf goed kunnen redden.

DAK- EN THUISLOZE JONGEREN ZIJN GEWONE JONGEREN IN EEN ONGEWONE SITUATIE

SZN is dé landelijke belangenbehartiger van dak- en thuisloze jongeren. Samen met jongeren, gemeenten, professionals, ontwerpers en journalisten activeren wij overheden, politiek, organisaties en inwoners van Nederland om de situatie van dak- en thuisloze jongeren blijvend te verbeteren en jongerendakloosheid te voorkomen. Meer weten? Kijk op zwerfjongeren.nl

Wonen en inkomen

Zelf vinden jongeren een betaalbare, veilige woonplek en voldoende inkomen het allerbelangrijkst. Pas als dat op orde is, hebben ze ruimte voor werk, scholing, persoonlijke ontwikkeling, sociale contacten en hobby’s. Pas dan kunnen ze aan hun toekomst werken.

MARLEEN VAN DER KOLK werkt als programmamanager voor Stichting Zwerfjongeren Nederland. Met en voor jongeren activeert zij overheden, landelijke politiek, (branche)organisaties, het bedrijfsleven, fondsen en burgers om de situatie van kwetsbare jongeren tussen de 16 en 27 jaar te verbeteren. Ze is belangenbehartiger voor dak- en thuisloze jongeren, maar vooral wil ze jongerendakloosheid voorkomen. Ze is mede-initiatiefnemer en oprichter van Stichting het Bouwdepot samen met ontwerper Manon van Hoeckel. JESSY DE COOKER is journalist, podcastmaker, docent op Fontys Hogeschool Journalistiek en media-onderzoeker. Sinds juni 2020 is Jessy betrokken bij Het Bouwdepot. Jessy is een taalliefhebber en weet dat media door specifieke waarden te benadrukken de beeldvorming van een bepaald onderwerp kunnen beïnvloeden. Hoe dat zit met betrekking tot dakloze Nederlanders in de grote dagbladen onderzoekt hij samen met Vera Boonman. VERA BOONMAN is journalist voor ANP en werkt daarnaast als onderzoeker voor het Beelddepot. Hier doet ze samen met Jessy de Cooker onderzoek naar de verandering van de beeldvorming omtrent dakloosheid sinds de jaren negentig. Ze zoekt hier naar betere begrippen rondom dak- en thuisloosheid. Om hier meer over te leren en om beter begrip te krijgen gaat ze vaak in gesprek met de doelgroep. FLOOR VAN DER WAL is beeldonderzoeker en ontwerper bij het Beelddepot. Sinds september 2020 is hij betrokken bij het bouwdepot, eerst voor zijn stage, nu als visueel onderzoeker naar dak- en thuisloze jongeren bij het Beelddepot. Hij is benieuwd naar hoe alternatieve manieren van foto’s maken, delen en gebruiken kunnen bijdragen aan een beter begrip over dak- en thuisloze jongeren in Nederland.

23

WIOSNA VAN BON is fotograaf. Haar werk gaat over ethiek en mensen staan altijd centraal in haar projecten. Ze is geïnteresseerd in het eenzame individu, afgezonderde groepen in de samenleving en ongelijkheid – met name in hen die ondanks alles weten te volharden. Voor het Beelddepot denkt ze over de beeldvorming en brengt ze de doelgroep op een andere manier voor de camera. Daarnaast heeft zij samen met Vera Boonman en Floor van de Wal direct contact met ervaringsdeskundigen. DANIBAL is het pseudoniem van Daniel Hentschel. Danibal is (live) cartoonist. Als live-tekenaar maakt hij deel uit van het tekenaars-collectief Draw up! en De Waan. Momenteel tekent hij voor Didaktief en ROM Utrecht. Daarnaast zijn er diverse miniboekjes verschenen in eigen beheer. Voor het Beelddepot maakte hij ook mooie illustraties van de onderzoeken.Danibal ook actief als muzikant. KEN MOSS. Ken Moss is eerstejaarsstudent aan de Hogeschool voor Journalistiek in Tilburg, freelance cameraman en schrijver. Hij is twee jaar thuisloos geweest, en ondersteunt Het Beelddepot als ervaringsdeskundige en cameraman met betrekking tot de beeldvorming van thuis- en dakloze jongeren. Hij is geïnteresseerd in onderzoeksjournalistiek, politiek en video, en hoopt uiteindelijk aan de hand van onderzoeksjournalistiek maatschappelijke onderwerpen letterlijk in beeld te kunnen krijgen. MET DANK AAN Jongeren die ooit dak- of thuisloos waren, die met ons wilden praten en ons wilden wijzen op stigma’s en beeldvorming. Paul Heuts die als eindredacteur dit tijdschrift nalas en verbeterde. Coco Gubbels, Nick den Engelsman & Berke Hoogeveen, studenten Fontys Hogeschool Journalistiek, Robert Oosterbroek, De Utrechte Internet Courant & Fotograaf


WIE

LEES

DAKL 24


9

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

OPVANG VLUCHTELINGEN

Star Lodge Hotels klaar voor komst 330 vluchtelingen In Star Lodge Hotels aan de Biltstraat in Utrecht is normaal gesproken plek voor zo’n 160 hotelgasten, maar in de accommodatie worden straks zo’n 330 vluchtelingen opgevangen. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft de afgelopen periode dan ook hard gewerkt om de capaciteit van het hotel te verhogen. Dit moest in korte tijd gebeuren omdat er een schrijnend tekort is aan opvangplekken en de uitdaging is daarnaast extra groot omdat mensen ook nog eens anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden. De eerste vluchtelingen arriveerden woensdag 15 december en het is de bedoeling dat de opvangplek voor de kerst volledig wordt benut. Tekst en fotografie : Bas van Setten

S

tar Lodge Hotels ligt aan de oostkant van Utrecht, vlakbij de gemeentegrens met De Bilt, en wordt voor een deel omringd door de Voorveldse Polder. Het COA is twee weken geleden begonnen met het aanpassen van de inrichting van het pand. De gemeente Utrecht heeft hier slechts een faciliterende rol. Een dag voordat de eerste vluchtelingen er arriveerden kregen een aantal genodigden, waaronder journalisten en raadsleden, de mogelijkheid om de plek van binnen te zien. Er was goed te zien dat er nog hard gewerkt werd om het hotel gereed te maken om de mensen op te vangen. Zo lag er bijvoorbeeld in de gang nog allerlei bouwmateriaal. Angela Fine, locatiemanager van het COA, verzekerde echter dat het werk afgerond zou zijn voordat de eerste mensen zouden arriveren. “Al moeten we de hele avond doorwerken.” Het COA heeft onder meer een groot deel van het meubilair van het hotel omgewisseld met eigen meubelstukken. Ook zijn alle eenen tweepersoonsbedden uit de kamers gehaald om plek te maken voor stapelbedden. Hierdoor kunnen vier mensen op één kamer verblijven. Daarnaast beschikken alle kamers over vier lockers, zodat de vluchtelingen een plek hebben waar ze hun spullen veilig op

kunnen bergen. Volgens Fine zijn er in totaal 336 bedden, maar dit betekent niet automatisch dat er ook plek is voor 336 vluchtelingen. “Er gaat altijd wat verloren, omdat we bijvoorbeeld niet een man en een vrouw die elkaar niet kennen op één kamer willen plaatsen.” Woensdag arriveerden de eerste vluchtelingen. Dit waren er ongeveer zestig. Dit aantal kon toen ook opvangen worden, maar voordat het totale aantal van zo’n 330 mensen er terecht kan moet er nog wel wat gebeuren. “In de eetruimte van het hotel is, zeker met de anderhalvemetermaatregel, nog niet genoeg plek om alle mensen samen te kunnen laten eten of een spelletje te kunnen laten doen. Daarom wordt binnenkort een tent op het buitenterrein opgezet zodat alle mensen op veilige afstand kunnen samenkomen. Deze tent wordt op den duur vervangen door een Portakabin, een soort noodgebouw”, zegt Fine. Het is nog niet helemaal duidelijk wat voor mensen er in Star Lodge Hotels verblijven. Er zullen volgens Fine in ieder geval een paar gezinnen bijzitten. “De locatie is dan ook geschikt voor kinderen.” Daarnaast is ook niet bekend uit welke landen de vluchtelingen komen. Wel is bekend dat dit een tijdelij-

ke opvangplek wordt. Vooralsnog zal het COA het hotel tot halverwege mei 2022 gebruiken. In de tussentijd wordt voortdurend doorgezocht naar potentiële opvangplekken. Zo is bijvoorbeeld het hotel City Center Lodge aan de Wittevrouwensingel, waar sinds 26 oktober 48 vluchtelingen werden opgevangen, sinds vrijdag 11 december gesloten. “We zijn heel erg hard op zoek naar nieuwe opvangplekken en alle mogelijke locaties worden onderzocht”, zegt Fine. Uit de omgeving van Star Lodge Hotels zijn gemengde reacties gekomen op het nieuws over de opvang. Zo hebben sommige omwonenden en organisaties, waaronder de Universiteit Utrecht, aangegeven dat ze betrokken willen zijn bij de mensen door bijvoorbeeld activiteiten de organiseren of simpelweg te helpen met hand-en-spandiensten. Daarnaast hebben anderen hun zorgen geuit over de komst van honderden vluchtelingen. “We hebben een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd, waarin veel mensen hun zorgen hebben geuit”, zegt Fine. “Ze wilden bijvoorbeeld weten hoe veilig de opvang is, of de coronamaatregelen worden nageleefd en wie ze kunnen bellen als er problemen zijn. Deze spanningen zien we overigens vaker wanneer een nieuwe opvangloca-

tie wordt geopend.” Het COA zegt erg blij te zijn met Star Lodge Hotels als opvanglocatie. Zo sluit het volledig aan bij de wensen van de organisatie. In vergelijking met bijvoorbeeld het voormalige pand van Holland Casino in Utrecht, dat ook nog even als opvangplek werd benoemd, is het hotel al volledig ingericht voor de opvang van mensen. Daardoor heeft het COA Star Lodge Hotels dan ook in relatief korte tijd gereed kunnen maken. Vanwege onder meer de situatie in Afghanistan heeft Nederland de laatste tijd te maken met een grote instroom van vluchtelingen. Het COA biedt momenteel in heel het land opvang aan zo’n 35.000 mensen. De verwachting is dat dit aantal in 2022 oploopt tot 42.000. Naast het creëren van opvang voor de korte termijn, zoals bij Star Lodge Hotels, zoeken de gemeente, het COA en andere spelers in de regio naar opvangplekken voor de middellange termijn en wordt gewerkt aan het versnellen van het huisvesten van statushouders. Zoals eerder gezegd is dit geen makkelijke opgave. Het is dan ook nog niet bekend waar de 330 vluchtelingen die deze maand in Star Lodge Hotels arriveren over een half jaar verblijven. a


10

NR. 152 | 17 DECEMBER 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

UTRECHT VOLGENS MUZIKANT KYPSKI

Tekst: Bo Steehouwer / Fotografie: Thomas Geurts

‘Een toegankelijke sound kan ook zonder dat het gelikte popmuziek wordt’ Kypski, ofwel Thomas Elbers, heeft als tweede Utrechtse artiest 10.000 euro gekregen van het Prins Bernhard Cultuurfonds voor een vernieuwend muzikaal project met uiteindelijk een live presentatie. Het geld komt uit het UP:Nextprogramma. De jury zei: “Kypski […] heeft natuurlijk al een indrukwekkend deel van zijn carrière achter de rug met alle releases, tours en successen als C-Mon & Kypski. Vanaf 2010 ging hij solo verder en veranderde zijn sound naar elektronica en alternatieve pop. De afgelopen tijd heeft Kypski zich nógmaals heruitgevonden. Met zijn eigen signature term ‘syntabalism..” We vroegen Thomas hoe hij zijn muziekstijl omschrijft en wie zijn favoriete Utrechter is. Wat ben je van plan met de beurs? “Ik ben scratcher: de draaitafel is al ruim 25 jaar mijn instrument geweest. En dat is het nog steeds. Nu heb ik een systeem waarbij ik kan scratchen met een modulaire synthesizer. Hiermee kan ik mezelf vernieuwen. Ik wil van de live presentatie echt een show maken met eventueel extra muzikanten op het podium, visuals en een livestream. De afgelopen jaren heb ik deze muziek vooral in mijn eentje gemaakt. Ik stond veel op synthesizerfestivals; ‘nerdy’ festivals.” Waarom noem je het nerdy? “Ik ben zelf natuurlijk nogal een muzieknerd. En Syntablism, het scratchen met een modulaire synthesizer, is best een technisch verhaal. Dat trekt veel nerds aan, maar ik wil ook dat mensen die niet snappen wat er nou eigenlijk gebeurt of welk knopje wat doet, ervan kunnen genieten. Het hoeft niet allemaal heel experimenteel: het kan ook een toegankelijke sound hebben, zonder dat het hele gelikte popmuziek wordt.” Hoe zou je jouw muziekstijl omschrijven? “Syntablism is meer een technische benaming dan genre-aanduiding. Denk aan hip-

hopmuziek uit de jaren 90: A Tribe Called Quest en Wu-Tang Clan, maar dan gemaakt op een modulaire synthesizer. Dat genre, ontstaan in Amerika, heet modbap. Het is een kruising van modular en boom bap. Het is een niche; een nieuwe hiphop-aftakking binnen de modulaire synthesizerwereld. Ik pas daar goed tussen, maar zij doen niet wat ik doe. Dat doe alleen ik.” Hoe ben je op het idee gekomen voor ‘Syntablism’? “Ik zat altijd in Kytopia op de Oudegracht. Colin Benders, Kyteman, was toen al een aantal jaar bezig met modulaire synthesizers. Ik wilde er niet aan beginnen. ‘Dat is meer Colin zijn ding’, dacht ik toen. Maar ik kwam er steeds meer achter dat er een bliksemsnelle koppeling tussen de draaitafel en synthesizer gemaakt kon worden. Dat was een enorme eyeopener. Scratchen doe je altijd met samples, fragmentjes van bestaande platen die je van tevoren opneemt. Maar zo kon ik dus echt live spelen en scratchen zonder samples. Toen ik daarachter kwam, dacht ik: ‘Dit zou zomaar mijn nieuwe ding kunnen worden’.”

Waarom dacht je dat toen? “Het heeft een vrij eigen sound. Daar was ik al heel lang naar op zoek: naar een eigen geluid. De meeste mensen maken iets dat lijkt op een artiest waar ze fan van zijn. In de kunst is dat denk ik het moeilijkste: een signatuur vinden. Ik heb een vermoeden dat dit het zou kunnen zijn voor mij.” Waar kom je tot rust in Utrecht? “Als het zomer is en dan een biertje drinken bij Het Muzieklokaal tegenover EKKO. Daar aan het water een beetje chillen als het lekker weer is, vind ik altijd heel rustgevend.” Waar kan je culinair genieten in Utrecht? “In het restaurant van Hotel Karel V. De chefkok, Leon Mazairac, ken ik al heel lang. Hij was de eerste rapper die ik ooit heb opgenomen met Simon. Voor het hele C-mon & Kypski-verhaal maakte ik hiphop met Simon. Leon was onze eerste rapper, maar dat was niet zijn sterkste punt. We waren toen veertien of vijftien. Het was heel grappig. Jaren later is daar C-mon & Kypski uit ontstaan, omdat we besloten niet meer met rappers te gaan werken.”

Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht? “Ik ben hier geboren en getogen en heb gestudeerd aan de HKU. Ik woonde toen in een vrijstaand huis in de binnenstad. Daar heb ik met Simon heel veel muziek gemaakt en redelijk wilde feesten georganiseerd. De herinneringen gaan van doldwaze alcoholroezen tot de releaseparty van ons eerste album. Toen speelde de Domtoren mee met onze muziek tijdens de show.” Wie is jouw favoriete Utrechter? “Dat is Freddy van Voorn: mijn oude overbuurman. Het is echt een prachtvent. Ik ben net verhuisd naar Leidsche Rijn. Freddy is een grote en lieve vent. Hij zit in de zomer vaak op de stoep van zijn biertjes te genieten. We zijn heel goed bevriend geraakt. Hij was een beetje de opzichter van de straat, hield iedereen in de gaten en organiseerde altijd veel straatfeesten.” Utrecht is… “… reuring en rust.”

a

Advertentie

EXOTISCH FRUIT

ananas - Costa Rica, per st ataulfo mango - Ecuador, per st blauwe bessen - Argentinië, verpakt per 125 g passievrucht - Peru, verpakt per 2 st

1

99

THEE

Yogi Tea - bijvoorbeeld: bedtime / ginger-lemon / heartwarming 17 builtjes 3.39

KOFFIE

2

69

TAPAS

Destination alle varianten, bijvoorbeeld: bonen selection 500 g 7.99 bonen Ethiopië 500 g 9.99

om thu i te bakks af en

DESEMBRODEN

Vanmenno alle varianten - bijvoorbeeld:

Marqt alle varianten

5.99 7.49

5.18 - 9.98

*Combineren is mogelijk.

brood meerzaden 500 g 3.49 bol wit - spelt 500 g 3.69

3.09 3.29

Zetfouten, prijswijzigingen en uitverkochte artikelen voorbehouden.

DE BiOLOGiSCHE SUPERMARKT

Kijk voor alle vestigingen op ekoplaza.nl • Geldig van woensdag 15 t/m dinsdag 28 december 2021


11

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

OP BEZOEK BIJ PUHA SHOP OP DE VOORSTRAAT

‘Jonge Utrechtse makers zijn een goudmijntje voor deze stad’

Bij Puha Shop kan je terecht voor producten gemaakt door zo’n 70 verschillende jonge (Utrechtse) ontwerpers. Van kleding, tot onder meer accessoires, boeken, tassen, schoenen, sieraden, illustratiewerk en keramiek. Het zijn geen grote collecties; de spullen worden op een kleine schaal en vooral duurzaam geproduceerd. Bijna twaalf jaar geleden begonnen Taam Karsdorp en Said Belhadj hun zaak in de Hardebollenstraat. Sinds 2013 zitten ze in het hoekpand op de Voorstraat.

Tekst: Bo Steehouwer/ Fotografie: Bas van Setten

“W

e hadden het gevoel dat de creatieven uit Utrecht weggingen om elders, in een grotere stad, hun waar te kunnen exposeren of verkopen”, zegt Taam. “Maar Utrecht is ook heel leuk. En als hier al die mensen zijn die van de academie komen, is dat toch eigenlijk een goudmijntje voor déze stad. Het is zonde als zij allemaal weggaan. Er moest een plek komen voor deze makers.” Said: “We wilden een podium creëren voor kleinschalige initiatieven.” In totaal liggen er spullen van 70 verschillende makers in de winkel. “Daar zitten kleine, jonge makers tussen, maar ook mensen die al vanaf het begin bij ons zijn”, zegt Taam. “Het is heel tof om ze te zien ontwikkelen.” De collectie wordt aangevuld met andere kleine, duurzame merken, maar het grootste deel is Nederlands en veel uit Utrecht. “Met een paar uitstapjes ertussen. Het vult elkaar mooi aan. En alles heeft een eigen verhaal.”

de etalage staan nu de porseleinen vaasjes van Elke Peters. “Zij is een van onze nieuwste aanwinsten”, zegt Taam. “Ze studeerde in coronatijd af. Dus we hebben haar show niet kunnen bezoeken. Ze benaderde ons en we hebben haar een plekje in de winkel gegeven.” Mensen kunnen hen altijd benaderen, en dat doen ze andersom ook als ze denken dat hun spullen mooi passen bij de winkel. Zelf heeft Taam de kunstacademie gedaan en ook Said maakte al zijn eigen producten. Zo ontwikkelt hij schoenen op een ambachtelijke manier van natuurlijk materiaal. Daarvoor werkt hij samen met lokale ambachtslieden in Marokko. “Met de insteek van ambacht, kleinschaligheid en duurzaamheid”, zegt Said. Die schoenen, gemaakt van onder meer gedroogde palmbladeren, staan uiteraard ook in de winkel. Taam houdt zich naast Puha bezig met illustreren, ook al staat dat door corona nu op een lager pitje.

Jong talent “We worden regelmatig benaderd door grotere gevestigde labels, maar dat past dan niet bij ons”, zegt Said. “Het liefst willen we mensen die hun spullen echt nog in een eigen atelier maken. Die korte lijntjes zijn heel prettig: dan weet je waar het gemaakt wordt, door wie en kan je ook rechtstreeks vragen waar de materialen vandaan komen. Het is transparanter.” Ook gaan Said en Taam regelmatig langs afstudeerexposities, zoals van de HKU. In

Verborgen pashokjes De eerste jaren van Puha was de Hardebollenstraat nog een plek met roodverlichte etalages en schaars geklede prostituees. Taam en Said startten Puha in het pand waar nu Sus Goudsmeden zit “Op de Hardebollenstraat zaten toen de dames van lichte zeden”, zegt Taam. “De gemeente wilde daar graag ook een aantal jonge, creatieve ondernemers om de straat een andere vibe te geven.” Ze hebben de badkamers eruit moeten slopen. “Er zaten nog

twee peeskamers in. We hebben het helemaal laten strippen en naar één ruimte verbouwd.” Al snel was er niet genoeg ruimte meer en misten ze de aanloop van klanten. Ze gingen op zoek naar een nieuwe locatie. Uiteindelijk was daar vintagekledingwinkel Sussies: die zat in eerste instantie zowel in nummer 48 als 50 op de Voorstraat, maar wilde het pand wel delen. De twee zaken zijn nog steeds buren, nu met ieder een eigen huisnummer. “We zijn weer enorm gaan strippen”, zegt Taam. “Het plafond was lelijk en er waren overal gipsplaten op de muren aangebracht.” Zo waren de glasin-lood-ramen aan de zijkant van het pand niet zichtbaar. Ook wist niemand af van het bestaan van de twee pashokjes. “Er hebben hier best wat zaken gezeten”, zegt Said. “Ook een modezaak in de jaren 70. Daar hebben we nog reclamefolders van gevonden en de oude lijsten van de passpiegels. De vuilniszakken van de bouwvakkers stonden er zelfs nog in. We hebben dus oude cola- en Fanta-blikjes gevonden.” ‘Vegetable prints’ Allebei zijn ze natuurlijk blij met alle producten in de winkel. Zowel Said als Taam vindt het lastig om wat favorieten te noemen. “We zijn fan van alles”, zegt Said. “Maar ik vind het bijvoorbeeld knap van iemand als Manon Boertien, die in het onderwijs werkt, dat zij daarnaast nog steeds vette dingen maakt.” Taam vult aan: “Ze ontwerpt kleding en ook de prints die erop

staan. Ze probeert zo sustainable mogelijk te produceren en gaat daar grappig ver in. Zo is ze vegan en ontwerpt dan ook geen ‘animalprints’, maar ‘vegetable prints’.” Taam loopt naar een jurkje met een zwart-paarse print. “Hiervoor heeft ze een rode kool uitvergroot en er een print van gemaakt. Verder werkt ze met overproductiestoffen en recyclet ze knoopjes.” Verder is Taam is fan van het Prentenboek Utrecht, vol met illustraties van Ellen de Bruijn. Zij woonde om de hoek van de winkel. “Uitgeverij Achter De Dom is speciaal opgericht voor dit boek.” Ook staat het porselein van de Utrechtse Ineke van der Werff al vanaf haar afstuderen in de winkel. Said is onder andere fan van de houten vogeltjes van de Utrechtse houtdraaier Karim Eharruyen. “Heel lief en mooi minimalistisch.” Meestal staan Said of Taam zelf in de winkel, maar als zij een keer niet kunnen vragen ze iemand uit hun ontwerpersnetwerk. “Het is voor ontwerpers ook heel leuk om zelf een keer in de winkel te staan”, zegt Taam. “En te zien hoe er wordt gereageerd op hun product. Ze zijn allemaal erg betrokken. Zo is Puha een beetje van ons allemaal.” Puha heeft dan ook geen webshop. “We willen de brug slaan tussen de maker en de klant. Dan krijg je veel meer dat persoonlijke in plaats van online een paar keer te klikken. Je moet alles kunnen voelen en passen. Er zit meer gevoel en een verhaal bij deze items die je in het echt moet ervaren.” a


12

NR. 152 | 17 DECEMBER 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

OP PAD MET OUD-UTRECHT

Langerak in Leidsche Rijn Tekst: Dick de Jong

De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Is dat ook al te vinden in Leidsche Rijn? De eerste paal voor dit nieuwe stadsdeel werd op 4 december 1997 geslagen door premier Kok. De eerste woningen werden op 14 oktober 1998 opgeleverd aan het Klifrakplantsoen in de wijk Langerak. Maar de bewoningsgeschiedenis is veel ouder.

-

Luchtfoto van het bouwterrein Langerak in 1998 (Het Utrechts Archief)

-

I

n Leidsche Rijn is veel teruggevonden van de Limes, de Romeinse grens. De verkenningen en opgravingen van archeologen rond de bouw van Leidsche Rijn brachten Romeinse schepen, wegen, bruggen en een wachttoren aan het licht. In Castellum Hogewoerd, een museum over 3000 jaar wonen in Leidsche Rijn, kun je het 25 meter lange Romeinse schip De Meern 1 bewonderen dat in 1997 gevonden werd. We kijken tegenwoordig bij erfgoed niet alleen naar het verre verleden, maar ook naar bijzondere of typerende gebouwen van na 1965, om die niet per ongeluk verloren te laten gaan. Oud-Utrecht maakte daarvan recent een overzicht voor de stad Utrecht. De gemeente Utrecht neemt 1970 tot 2008 als uitgangspunt bij een zoektocht naar jong erfgoed. Daarin valt ook de periode waarin Leidsche Rijn ontstond. Vinex De Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex) van 1991 bevatte uitgangspunten voor nieuwe woningbouwlocaties vanaf 1995. Het woord Vinex is een synoniem geworden voor grootschalige nieuwbouwprojecten, en Leidsche Rijn is daarvan het grootste voorbeeld. Voor Utrecht was het de gewens-

te stadsuitbreiding om de groeiende bevolking een plek te geven. Met de geplande 100.000 bewoners zou Leidsche Rijn even groot worden als de steden Leeuwarden of Delft. Het Masterplan Leidsche Rijn van stedenbouwkundige Riek Bakker werd gepland op het grondgebied van de gemeentes Utrecht en Vleuten-De Meern. Er waren drie uitgangspunten. In de eerste plaats moest Leidsche Rijn compact worden, nabij de bestaande voorzieningen en de infrastructuur van Utrecht en Vleuten-De Meern. Ten tweede was er aandacht voor identiteit; Leidsche Rijn werd verdeeld in gebieden met elk hun eigen karakter. Tot slot moest het stadsdeel een mix van oud en nieuw worden, met nieuwbouw tussen bestaande landschapselementen zoals sloten, bomen, lanen en boerderijen. Langerak Dit eerste deelgebied van Leidsche Rijn ligt tussen de Zandweg, waar tuinders gevestigd waren, en de middeleeuwse Groenedijk die ooit langs de Oude Rijn liep. In het Utrechts Nieuwsblad van 31 december 1999 vertelde stadsarcheoloog Herre Wynia dat bij opgravingen aan de Groenedijk zestien zilveren munten waren ge-

vonden met daarop het wapen van Philip de Stoute, hertog van Bourgondië en graaf van Vlaanderen (1364-1404). Langerak is gebouwd in de gelijknamige polder. Alle straatnamen zijn genoemd naar een rak, een recht stuk water zoals dat hier voorkwam. De buurt telt nu zo’n 4.000 bewoners. Bijzonder aan Langerak is dat er in de openbare ruimte speciale nieuwe ontwerpen zijn toegepast: energiezuinige lantaarnpalen, glimmende bruggen, unieke banken en zelfs de tegels hebben een bijzonder formaat en kleur. Er zijn ook wadi’s die het water zuiveren en in het gebied vasthouden. In de directe omgeving van Langerak vind je de eeuwenoude waterloop van de Leidse Rijn, die Utrecht verbindt met Leiden. De Woerd met Castellum Hogewoerd ligt om de hoek, net als het histo-

De Houtrakgracht in Langerak, 2021 (Dick Goosen, Het Utrechts Archief)

rische Park Voorn met zijn duiventorens en het landhuis Voorn. In het Klein Archeologiepark liggen nog niet opgegraven Romeinse schatten onder een deklaag, met verwijzingen daarnaar in de bestrating. Binnen Langerak is de architectuur heel divers, van hoogbouw aan de Langerakbaan tot laagbouw in stroken volgens het oude slagenlandschap. Bijzonder is het blok met woningen van Sluijmer & Van Leeuwen tussen Groenedijk en Langerakbaan, evenals de woningen van Kas Oosterhuis met hun aluminium details. Die werden als eerste woningen van Leidsche Rijn gebouwd aan het Klifrakplantsoen, de Westraklaan en Oostraklaan. De pioniers in het allereerste huis in Langerak waren Rachid Prins en Priscilla van Delft. Rachid zei in het boek Metamorfose over

20 jaar Leidsche Rijn: ‘Wat ik goed gelukt vind is dat je nog wel het oude land voelt, met hier en daar oude boerderijtjes, en het is heel open en groen. Zeker nu die Daphne Schippersbrug erbij komt is het echt een deel van de stad geworden. Dat merk ik ook als buschauffeur, het is geen afgelegen wijk, je bent meteen in de oude wijken van Utrecht.’ Bij de ontvangst van Koningin Maxima in Leidsche Rijn Centrum in 2018 zong een koor van bewoners het Mijn Leidsche Rijn Lied: ‘De wijk waar ik altijd thuis zal horen/ Omdat ik de historie zo goed ken / De wijk waar ik altijd wel blijf wonen / Omdat ik een deel van haar creatie ben.’ De conclusie kan dus volmondig zijn: er is erfgoed in Leidsche Rijn! Meer informatie: www.oud-utrecht.nl a


13

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

Straatnamen Waar komt de naam Drieharingstraat vandaan?

H

et is je misschien al wel eens overkomen: je loopt door het centrum van Utrecht en nét op het drukste moment van de week beland je opeens in de Drieharingstraat. Als sardientjes in een blik sta je daar in de rij om door de smalle passage te kunnen. Links en rechts loop je voorbij gezellig ogende horecazaakjes. Je gedachten dwalen af: heeft hier dan misschien ooit een visboer gezeten? Zou kunnen, de Drieharingstraat bestaat al een tijdje. Maar dat is het niet. De naam van het straatje tussen het Vredenburg en de Oudegracht heeft een wat meer omslachtige geschiedenis. Tot zo’n 350 jaar geleden heette de Drieharingstraat nog de Vroedesteeg. De naam komt vermoedelijk van de familie De Vroede, die er destijds woonde. Maar in dezelfde periode krijgt de steeg langzaamaan een andere naam. De Drieharingsteeg. Lange tijd worden de namen nog door elkaar heen gebruikt. Wie kwam er in de zestiende eeuw opeens met die nieuwe straatnaam aanzetten? Daar wilde ook de geschiedkundige Nicolaas van der Monde in 1846 een antwoord op weten. Hij spreekt over een huis met de naam De Drie

Haringen, naar alle waarschijnlijkheid een herberg. Halverwege de zestiende eeuw was ‘De Drie Herings Erven’ te vinden in de toenmalige Vroedesteeg, waarschijnlijk op de plek waar nu de Douglas zit. Van der Monde noemt nog een andere theorie: op dezelfde plek stond een huis – nogmaals, waarschijnlijk een herberg – dat ooit toebehoorde aan ene Joost Harincx. Hij had het pand nagelaten aan drie erfgenamen. “Hier rijst nu de vraag of de steeg naar de herberg De Drie Haringen, of naar de drie erfgenamen van Joost Harincx haren naam ontving”, overpeinst de geschiedkundige in zijn boek. Maar, zo redeneert hij, het idee dat de drie erfgenamen van Joost Harincx ook de eigenaars van een herberg genaamd De Drie Haringen zouden zijn? Dat is helemaal zo gek nog niet. Hoewel de breedte van de Drieharingensteeg beperkt is, willen de bewoners aan het eind van de negentiende eeuw de naam veranderen. In de jaren ervoor is bij de bouw van nieuwe huizen aan de noordkant extra buitenruimte gemaakt. De Drieharingstráát, dat past dan beter. a

In deze rubriek vertellen we het verhaal achter de straatnamen in de stad. Sommige namen zijn voor iedereen bekend, andere juist helemaal niet. Voor alle namen geldt dat ze niet zomaar gekozen zijn. Maar wat is eigenlijk de herkomst van de namen? Dat zoeken we uit.

#

De stad in cijfers

In de rubriek Utrecht in Cijfers gaan we in op data over de stad. De gemeente Utrecht houdt van honderden onderwerpen bij hoe het er in de stad voorstaat, van het aantal Utrechters dat een fiets heeft tot hoeveel procent van de Utrechters last heeft van lawaai door verkeer of bedrijven in de stad. Elke week lichten we een van de onderwerpen uit.

H

et is een nogal veelbesproken thema de laatste jaren: de huizenmarkt. De vraag is groter dan het aanbod en de prijzen stijgen. Niet alleen in de markt voor koopwoningen is dat goed te merken, ook op de huurwoningenmarkt is krapte. Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) komt jaarlijks met een rapport over het aantal huurwoningen van corporaties in Utrecht. De nieuwe rapportage van RWU is net uit. Zoals in de grafiek te zien is, stonden er op 1 januari 2021 57.886 sociale huurwoningen van corporaties in de stad. Dat is meer dan de afgelopen vijf jaar, toen dat aantal bleef steken tussen de 56.000 en 57.000. Er waren dus meer sociale huurwoningen, maar dat betekent niet dat er genoeg zijn. In alle segmen-

In other news Italiaans Ondarock over 'onbetwist charisma' in Utrecht

D

e meeste Utrechters zullen het wel kennen: Le Guess Who?, het meerdaagse muziekfestival dat elk jaar in november in de stad op het programma staat. Het festival trekt jaarlijks zo’n 20.000 bezoekers uit tientallen verschillende landen. Het programma moest dit jaar halsoverkop worden omgegooid toen de coronamaatregelen werden aangescherpt, maar het werd hoe dan ook een groot feest. Een feest waar ook de Italianen alles over moesten weten, dacht muziekmagazine Ondarock. Ondarock werd twintig jaar geleden opgericht door de Italiaan

Claudio Fabretti en het is nog altijd een gezaghebbend muziekmagazine. Op de website van Ondarock staat een uitgebreid verslag van Le Guess Who?, dat door schrijver Maria Teresa Soldani wordt omschreven als ‘uniek’ en ‘extreem rijk’. Soldani prijst onder meer de flexibiliteit van de organisatie, die er alles aan heeft gedaan om het festival zo veel mogelijk te laten plaatsvinden. Qua artiesten kan onder andere The Irreversible Entanglements op lof rekenen. “L’eccezionalità della performance non è data solo dal carisma indiscusso di Camae Ayewa aka Moor Mother

come leader – che conduce, recita e scuote in maniera ferma e implacabile – ma anche da un ensemble incredibile.” De complimenten gaan dus naar bandleider Camae Ayewa en haar ‘onbetwiste charisma’, maar ook naar de rest van het ensemble. Maar niet alles kan Soldani bekoren. Sons of Kemet en L’Rain in TivoliVredenburg kwamen volgens haar minder goed uit de verf. Al met al was het een geslaagd festival volgens Ondarock, blijkt uit Soldani’s positieve observaties die in het artikel duidelijk overheersen. a

ten van de huizenmarkt zijn tekorten en dus ook in de sociale huur. De tekorten namen in Utrecht vorig jaar ook nog toe. Volgens RWU komt dat doordat Utrecht te maken heeft met een relatief groot vestigingsoverschot en dat in alle segmenten veel te weinig is bijgebouwd om de groei van de huishoudens op te kunnen vangen. Dat alles heeft er onder meer toe geleid dat de wachttijden in de sociale huursector nog langer zijn geworden. “Er is forse groei nodig om te kunnen voorzien in de stijgende behoefte, laat staan om tekorten te kunnen inlopen”, staat in het rapport. Op 1 januari 2021 telde de gemeente Utrecht dus 57.886 huurwoningen van corporaties. 47.302 van die huizen zijn zelfstandig, 9.641 onzelfstandig en 943 intramuraal (bijvoorbeeld beschermd wonen). a


14

NR. 152 | 17 DECEMBER 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

DUIC PUZZEL

ZOEKPLAAT Zoek de zeven verschillen

OPLOSSING ZOEK DE VERSCHILLEN LOCATIE TWIJNSTRAAT AAN DE WERF

Quooker: een duurzame keuze Duurzaamheid is een thema wat steeds belangrijker wordt. Actie ondernemen vraagt voor ons gevoel vaak om grote aanpassingen. Soms zijn aanpassingen echter kleiner. Het formaat van een Quooker om precies te zijn. Een Quookerkraan voorziet u op elk gewenst moment van kokend water, en wordt opgeborgen in uw gootsteenkastje. Dit neemt kleine ruimte in, maar levert u grote voordelen op. De kraan zorgt ervoor dat u bespaart, op energie én op water. Energie Vaak horen wij dat men bang is dat zo’n Quooker juist veel energie kost. Maar wie meerdere keren per dag kokend water gebruikt, verbruikt niet meer energie dan met een waterkoker het geval zou zijn. Water wordt in een hoogvacuümgeïsoleerd reservoir bewaard, waardoor er slechts 10 watt nodig is om het op temperatuur te bewaren. Ter vergelijking, dat kost net zoveel energie als de wifi-router. Daarnaast vergeet u het water ook niet. Hoe vaak gebeurt het niet dat u water kookt voor de thee, even wat anders tussendoor gaat doen, en de waterkoker vervolgens nog een keer aan moet zetten? Door binnen een paar seconden kokend water te hebben, gebeurt dit u nooit meer. Water Quooker-kranen besparen water. U kookt namelijk niet, zoals bij een waterkoker, meer water dan u nodig

heeft, wat vervolgens door de gootsteen verdwijnt. Met een Quooker tapt u precies zoveel water als u nodig heeft. Het COMBI-reservoir levert niet alleen kokend, maar ook warm water. Daardoor hoeft u nooit meer water weg te laten stromen tot het eindelijk warm is. Minder plastic afval Quooker is bekend geworden als kokendwaterkraan, maar intussen kan de kraan veel meer! Naast kokend water kunt u uit de Quooker Cube ook gekoeld en bruisend water tappen. In plaats van dat u plastic flessen (bruisend) water koopt, heeft u dit water ook altijd binnen handbereik, zo uit de kraan. Overtuigd? Koop uw Quooker-kraan dan bij Vink Witgoed in Westbroek. Wilt u een kraan die kokend water kan tappen, of een die ook koud en warm, koel bruisend en gefilterd water tapt? Ontdek bij ons de Quooker die bij u past! In de maand december krijgt u van ons de eerste 2-uur montage cadeau.


15

17 DECEMBER 2021 | NR. 152 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

PEP EN FRANS OVER FC UTRECHT

Pep en Frans vragen zich af wat Frans van Seumeren nu denkt Pep en Frans, twee broers die al sinds jaar en dag iedere wedstrijd van FC Utrecht in het stadion volgen, maken een column voor DUIC. Zij doen dit geheel op hun eigen manier en durven alles te zeggen. In de column wordt de week van FC Utrecht doorgenomen. Wat vinden de mannen van het vertoonde spel? Wie waren de uitblinkers? En wat vinden de mannen van bestuurlijke keuzes die gemaakt worden? Martijn Kramer schrijft het verhaal vervolgens op.

Voor Pep en Frans is de maat nu vol. Voor de zoveelste keer dit seizoen legde FC Utrecht inspiratieloos voetbal op de mat en wist een kleinere club hen punten af te troggelen. Als kers op de taart werden de Domstedelingen ook nog door NAC uitgeschakeld in de KNVB beker. De mannen houden hoofdtrainer René Hake verantwoordelijk voor het slechte spel en vinden het nu echt de hoogste tijd voor een hardere en tactisch sterkere trainer.

' Misschien kan onze Frans van Seumeren een type Dick Advocaat of een Mark van Bommel verleiden'

Tekst: Martijn Kramer / Fotografie: Bas van Setten

“H

et is dat de ziekenhuizen vol liggen met coronapatiënten, maar anders hadden ze mij echt moeten opnemen. Wat werden we ziek van het vertoonde spel zaterdag”, zo begint Pep. “Zaterdag was misschien wel de grootste wanvertoning van het seizoen en het was de bevestiging dat René Hake zo snel mogelijk het veld moet ruimen. Hij staat als een zak aardappels langs de zijlijn. Er zit echt totaal geen beleving in die man. Hoe kan hij dan van zijn spelers verwachten dat zij wel vol passie het veld ingaan? Wederom was er geen motivatie, er zat weer geen tactisch plan achter het spel en als dan ook nog de supporters ontbreken zie je dat dit team als degradatiekandidaat voor de dag kan komen.” Frans reageert op zijn broer. “Het aller zieligste is dan nog dat Hake in allerlei interviews zegt dat zijn team deze week heel erg goed heeft getraind. De vraag is alleen: waar is op getraind? Je weet ver van te voren al dat Go Ahead Eagels negentig minuten lang in de eigen zestien gaat hangen, maar FC Utrecht leek wel verrast te zijn en had geen enkele creatieve intentie bedacht om hier doorheen te spelen. Dan heeft Hake toch de hele week de verkeerde oefeningen uitgezet.” Verliezen van Keuken Kampioen Divisie-ploegen De mannen willen verder inzoomen op de functie van René Hake. Een aantal weken geleden liet Thijs van Es bij RTV Utrecht voorzichtig een contractverlenging met

Hake doorschemeren. Pep gaat ervan uit dat Van Es zal terugkomen op zijn oude gedachtes. “Nu verlengen met Hake is afscheid nemen van de fans. Deze man moet per direct vertrekken. Het voetbal is echt al weken, zo niet maanden zeer slecht. In het begin wist Hake nog wel veel punten te pakken. Nu vallen echter ook de goede resultaten weg en dan wordt bij iedereen duidelijk hoe slecht het allemaal is. Er is geen enkel kenmerk van FC Utrecht te ontdekken. Waar is de strijd? Waar is de vechtmentaliteit? En waar zijn de jongens die een gele kaart durven te pakken?” Frans reageert. “Zelfs als je met slecht voetbal vierde wordt bij FC Utrecht is iedereen tevreden, maar als je niet van Go Ahead Eagels, RKC en Cambuur kan winnen dan zit je diep in de put. Het zijn clubs die de afgelopen jaren vooral in de Keuken Kampioen Divisie actief waren en waar FC Utrecht niet van weet te winnen. Als klap op de vuurpijl verloor FC Utrecht ook dinsdagavond op beschamende wijze van een ploeg die ook daadwerkelijk actief is op het tweede niveau van Nederland. Je moet nog twee keer voor de winterstop verliezen en het seizoen is reddeloos verloren.” Pep reageert weer. “Van tevoren denk je dat dit een goed moment is om de kater van de afgelopen weken tegen een kleinere club weg te spoelen. Maar wéér waren er wisselingen in de basis, wéér was er geen automatisme te ontdekken en wéér miste er overtuiging. Gedurende de wedstrijd sloop de angst weer in de ploeg en de gifbeker moest echt helemaal leeg. De vele

wisselingen van Hake pakten wederom totaal verkeerd uit en na dit resultaat is niet alleen de (gif)beker leeg maar ook de bekerdroom vernietigd.” Type Dick Advocaat of Van Bommel Frans gaat door op de rol van de trainer. “In de winterstop moet er echt iemand voor de ploeg worden gezet die alles omgooit, oorlog maakt en het team op scherp zet. Misschien kan onze Frans van Seumeren een type Dick Advocaat of een Mark van Bommel verleiden om ons een half jaartje te helpen.” Pep gaat nog even door op de rol die eigenaar Van Seumeren in de huidige situatie speelt. “Frans van Seumeren is de grootste supporter die FC Utrecht ooit heeft gekend. Die man zal zich toch ook kapot ergeren aan het vertoonde spel? Hij heeft tientallen miljoenen in deze club gestopt en zit vervolgens naar inspiratieloos voetbal te kijken. Dan kan je het geld nog beter in de open haard gooien. Die man zal toch wel willen ingrijpen? We moeten ook echt verder kijken dan alleen naar Hake. De directie die deze trainer heeft aangesteld heeft vorig jaar behoorlijk de oren laten hangen. Toen Van der Brom vertrok zag FC Utrecht in Hake een lekker goedkope oplossing. Je ziet nu wat zo’n goedkope oplossing met je club doet.” Frans vult zijn broer aan. “Er moet wel gezegd worden dat ook veel spelers graag met Hake verder wilden gaan, maar inmiddels lijkt het team niet meer voor elkaar te strijden en gaan ze ook niet meer voor

de trainer door het vuur. Dan moet je echt concluderen dat het voor een trainer voorbij is.” Het gaat deze week vooral over de positie van hoofdtrainer Hake, maar daardoor zou bijna vergeten worden dat FC Utrecht een tijdelijke nieuwe aanwinst heeft vastgelegd. De 27-jarige Naoki Maeda komt tot het einde van het seizoen over vanuit zijn thuisland Japan. Frans is zeer nieuwsgierig naar de kwaliteiten van de speler. “Het probleem van FC Utrecht is toch vooral dat het aan goede aanvoer vanaf de zijkanten ontbreekt. Er hebben ongeveer zes verschillende spelers op de vleugels gespeeld en geen van allen rendeerde. We kunnen dan ook zeer benieuwd zijn of zo’n nieuwe speler dan opeens wel het verschil kan maken.” Pep zegt verder. “Als je de berichtgeving mag geloven kan je veel verwachten van Maeda. FC Utrecht volgde deze speler al langere tijd. Hij moest afgelopen zomer al de vervanger van Gyrano Kerk worden. Wat wel opmerkelijk is, is dat deze jongen toch behoorlijk wat geld gaat kosten. Hij komt van buiten de EU en er zit toch een behoorlijk huurprijsje aan hem verbonden. Het zou niet gek zijn als Zuidam hiermee probeert de shirtverkoop op de Japanse markt te vergroten en dus een commercieel plan heeft bedacht.” Frans reageert tot slot nog één keer. Ondanks dat het wellicht een leuk buitenspelertje is, moeten we hem niet meteen als een verlosser gaan onthalen. Er is maar één manier waarop we dit team verlossen en dat is door Hake eruit te gooien!” a


Advertentie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.