De krant die verder kijkt in de stad
MEI 2021 | 7E JAARGANG NR. 125 | KIJK VOOR HET LAATSTE UTRECHTSE NIEUWS OP
DUIC.NL
Een rondgang door de 100-jarige Inktpot P. 4
Bioloog Luc doet bijzondere ontdekkingen in Utrecht
Foto: Robert Oosterbroek
DONEER EEN DUIT AAN DUIC Voor €2,50 donatie of meer informatie: donatie.duic.nl
Mobach Keramiek
is op zoek naar nieuwe medewerkers. Draaien, handvormen en glazuren. Zwaar werk, wel mooi!
TWEEDE DRUK VAN BOEK VERGETEN GEBOUWEN VAN ARJAN DEN BOER NU OVERAL TE KOOP NU OOK ONLINE TE BESTELLEN VIA DUICSHOP.NL
Scan de QR-code om het boek te bestellen via duicshop.nl
De ruimste keuze in 2e hands fietsen van Utrecht e.o. Tevens diverse merken en eigen merk stadsfietsen nieuw, incl. alle garannes.
Stuur je sollicitatiebrief naar info@mobach-keramiek.nl of Kanaalweg 24, Utrecht
www.laagcatharijne.nl
Munten Postzegels Goud & Zilver Sieraden
Bankbiljetten Kunst & Curiosa
GRATIS TAXATIE! UITVAARTVERZORGING IN GOEDE HANDEN
030-666 75 77 uitvaartverzorgingleidscherijn.nl
Wie weet bezit u een kostbaar stuk! Elke WOENSDAG EN DONDERDAG van 10-16 uur Heritage Auctions Europe, Energieweg 7, IJsselstein (UT) Info 030-6063944 / www.ha-europe.com (geen afspraak nodig!)
VERGADERZALEN BIJ CAMPING GANSPOORT MET CATERING MOGELIJK!
Voor meer info: WhatsApp 06 - 14 41 56 56 of zie campingganspoort.nl
TERRAS ELKE DAG OPEN!
Drankjes, lunch, diner en ijsjes met mooi weer lekker op ons terras! Ook afhaal en bezorging mogelijk. Meer info: campingganspoort.nl
START VERKOOP DINSDAG 18 MEI MELD JE NU ALVAST AAN!
Advertenties
WORD VRIEND VAN DUIC EN ONTVANG DIRECT HET BOEK ‘DUIC IN 2020’! Lees jij DUIC elke keer weer met veel plezier? En vind ook jij het belangrijk dat DUIC door kan gaan met Utrechtse kwaliteitsjournalistiek? Steun ons! Word Vriend van DUIC. Je ontvangt dan leuke kortingen bij onze partners, ook krijg je toegang tot evenementen (exclusief voor Vrienden van DUIC). En als klap op de vuurpijl krijg je nu ook nog het boek ‘DUIC in 2020’ met een prachtig overzicht van het nieuws in Utrecht in het afgelopen jaar – de eerste van een reeks jaarlijkse edities.
Lidmaatschap
€3 0,-
Lid worden van onze vriendenclub kan voor een contributie van €30,- Euro of €50,-*. Daarvoor ontvangen Vrienden het volgende:
Ieder jaar het boek DUIC in …. thuis gestuurd
Uitnodigingen voor DUIC-activiteiten, denk daarbij aan exclusieve voorstellingen, rondleidingen etc.
Steun DUIC met het maken van Utrechtse kwaliteitsjournalistiek en onderzoeksjournalistiek. Met uw bijdrage kunnen we dit blijven doen.
+ Steun DUIC en scan nu de QR-code
v.a .
€
50, 23x per jaar de DUIC Krant per post bezorgd * ontvang je extra bij
een contributie van €50,-
Op afspraak bent u welkom! Onze les van deze coronacrisis? Dat wij onze klanten veel beter van dienst kunnen zijn als de winkel op afspraak geopend is. Met afspraak zorgen wij dat een vakkundige medewerker direct na binnenkomst beschikbaar voor u is. Deze verkoper heeft vervolgens alle tijd voor u. Daarom blijft de winkel alleen op afspraak geopend. Winkelen op uw manier Als uw koelkast, kookplaat of oven het begeeft, dan kunt u niet wachten tot u weer een nieuwe in huis heeft. Dat begrijpen wij maar al te goed. Daarom zijn wij op allerlei manieren bereikbaar. U kunt met ons (video)bellen, mailen of appen. Verder bent u niet alleen op afspraak van harte welkom in onze winkel, maar kunnen wij ook bij u thuis komen. U kunt ons bij u thuis uitnodigen voor een adviesgesprek en onze thuisverkoopservice. Dat is helemaal prettig als u meerdere producten in een keer wilt vervangen of een keukenrenovatie overweegt. Vanzelfsprekend houden wij ons zowel in de winkel als bij u thuis aan de coronamaatregelen.
Vakkundig advies Voor welke vorm van winkelen bij Vink Witgoed u ook kiest, wij luisteren naar uw wensen en denken graag met u mee. Vaak is er meer mogelijk dan u denkt! Via onze website www.vinkwitgoed.nl kunt u zich oriënteren op de apparaten die wij kunnen leveren. U vindt er een greep uit ons assortiment. Omdat wij veel meer apparaten op voorraad hebben, nodigen we u van harte uit contact met ons te zoeken. Dat kan op de manier die bij u past. Wilt u de apparaten in de winkel bekijken, dan vragen wij u om telefonisch een afspraak te maken.
3
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
INHOUD Nieuws 4 Inktpot
Bijzonder gebouw bestaat 100 jaar
MEGAPROJECT
Utrecht stort zich voor de komende dertig jaar in een nieuw megaproject. Het historische wervengebied in de binnenstad moet volledig opgeknapt worden en de kosten daarvan worden berekend op zo’n 500 miljoen euro. Een hele hoop geld en het is nog maar een ruwe schatting. Even ter vergelijking; de Uithoflijn – die ook wel de duurste tramlijn van Europa wordt genoemd – had een vergelijkbaar prijskaartje. Eigenlijk had die iets minder duur moeten zijn, maar grote bouwprojecten lijken een traditie te hebben van grote kostenoverschrijdingen. Ook het opknappen van het wervengebied is een vervolg
op een project, met de titel Wal- en kluismuren, waarbij het geld eerder op was dan het werk. Nou zijn de werven, grachten en kelders onze trots, dus die in ere houden willen we allemaal wel. Je leest er meer over in deze krant. Ook staan we in deze editie stil bij een ander megaproject, maar dan één van honderd jaar oud. De Inktpot ging open in 1921 en is het grootste bakstenen gebouw in Nederland. Arjan den Boer staat er uitgebreid stil bij. Robert Oosterbroek
9 Duiven
Imago van de stadsduif
DE VERANDERENDE STAD IN BEELD
10 Gevel tot gevel
Half miljard euro voor aanpaken wervengebied
Schilderij cadeau voor Volksbuurtmuseum
LANGE JANSSTRAAT
Stad / Leven
Utrecht is constant in
Cultuur / Uit 12 Schenking aan museum
beweging. Er wordt
13 Utrecht volgens... Bioloog Luc Hoogenstein
13 Utrechts gemaakt Buro Ruig
gebouwd en gesloopt. Hierdoor ziet de stad er op sommige plekken heel anders uit dan vroeger, terwijl andere straten en pleinen juist al decennia
14 Verdwenen horeca
hetzelfde blijven. In deze
15 Puzzel
Ga naar DUIC.nl voor
Arjan den Boer over Limburgia Zoek de verschillen
1968 2021
rubriek laten we dat zien.
meer oude en nieuwe foto’s van de stad.
Strip gemaakt door: @design_bos
Colofon REDACTIE Robert Oosterbroek CONTACT REDACTIE 030 - 633 18 90 redactie@duic.nl
Social Media AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Arjan den Boer, Bas van Setten, Bo Steehouwer, Chantal Spaan, Charlie van Dijk en Ilana Noot ART DIRECTION EN VORMGEVING ddk.nl en redactie DUIC
ADVERTEREN Helling 13, 3523 CB Utrecht, adverteren@duic.nl Laura Peek, laura@duic.nl, 030 - 740 04 44 Amber Smits, amber@duic.nl, 06-86868707 Thomas Hak, thomas@duic.nl, 06-86803222 Pierre Schoonhoven via pierre@duic.nl, 06 - 14 41 56 56
UITGEVERS Joris Daalhuisen en Martijn Rademakers
VRAGEN OVER DISTRIBUTIE? Pierre Schoonhoven via pierre@duic.nl, 06 - 14 41 56 56
Website DUIC.nl
Facebook DUICNL
Twitter @duicnl
Instagram duic.nl
Utrecht heeft een eigen ondernemersprogramma! Utrecht bruist van de energie mede dankzij het lef, de creativiteit en de vindingrijkheid van ruim 42.000 ondernemers en nog een veelvoud aan ondernemende Utrechters. Ondernemers Gert-Jan Jansen, Julian de Keijzer en Martijn Rademakers vonden het hoog tijd om al deze ondernemende Utrechters een platform te geven waar ze hun plannen, successen, vragen en worstelingen kunnen delen met de rest van de stad. Elke vrijdag verschijnt er een nieuwe aflevering van DUIC in Zaken, hèt ondernemersprogramma van Utrecht! Alle afleveringen zijn terug te vinden via DUIC.nl/ondernemen met o.a. gesprekken met, Burgemeester Sharon Dijksma, Fairphone, de Clique, uCrowds, Bakker Verhuur, VechtclubXL, Ondernemersfonds Utrecht, Rabobank Utrecht en nog veel meer! GERT-JAN JANSEN PRESENTEERT WEKELIJKS EEN NIEUWE AFLEVERING OP DUIC.NL/ONDERNEMEN
Voel je je aangesproken en wil je ook een keer onze gast zijn? Mail ons! diz@duic.nl
4
NR. 125 | MEI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
Een rondgang door de 100-jarige Inktpot
Met dank aan ProRail en BAAC Archeologie en Bouwhistorie
Deze maand bestaat de Inktpot 100 jaar, een van de meest imposante gebouwen van de stad. Tegenwoordig het onderkomen van ProRail, werd het in 1921 aan het Moreelsepark geopend als Hoofdadministratiegebouw III van de Nederlandse Spoorwegen. Voor de Utrechters van toen moet het een soort wolkenkrabber hebben geleken. Arjan den Boer maakte een rondgang door het gebouw en lette op de details. Ook zocht hij er historische foto's bij.
Tekst: Arjan den Boer / Fotografie: Arjan den Boer, Het Utrechts Archief, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Spoorwegmuseum De Inktpot in 1921
I
n 1917 ontstonden de Nederlandsche Spoorwegen (NS) als samenwerking tussen de Staatsspoorwegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM). Er moest een gezamenlijke vestiging komen en men koos voor Utrecht, dat daarmee spoorweghoofdstad werd. Ook de Amsterdamse spoorbeambten van de HIJSM kwamen nu aan het Moreelsepark te werken. Een derde hoofdgebouw (HGB III) verrees naast de eerdere twee van de Staatsspoorwegen (HGB I en II). Het nieuwe HGB werd ontworpen door George Willem van Heukelom (1870-1952),
Portret van George Willem van Heukelom
chef van de Dienst Weg en Werken. Hij had in Delft civiele techniek gestudeerd en was zijn spoorcarrière in 1893 begonnen als aspirant-ingenieur met de gietijzeren overkappingen voor Utrecht CS. Later ontwierp hij ook stationsgebouwen, zoals die van Roosendaal en Maastricht. De bouw van de Inktpot nam slechts drie jaar in beslag. Om de grootste baksteenkolos van Nederland te realiseren ondanks de schaarste vanwege de Eerste Wereldoorlog, namen de spoorwegen de productie van bouwmaterialen zelf ter hand. Twee eigen steenfabrieken leverden
22 miljoen bakstenen en een aangekocht Limburgs bos 4.000 kubieke meter eikenhout. Voor de fundering werd 21 kilometer aan spoorstaven gebruikt. Monumentaal bouwwerk De rechthoekige plattegrond van 100 bij 85 meter bestaat uit vier vleugels rond een binnenplaats. Aan de voorkant is een hoog gedeelte met hoofdingang, gemarkeerd door een vierkante toren. Van Heukelom bedoelde die wellicht als een afspiegeling van de Domtoren, die hij enkele jaren later zou restaureren. De hoekige vormen van het gebouw gaven al snel aanleiding tot de — aanvankelijk spottende — bijnaam Inktpot. De bouwstijl wordt wel kubistisch-expressionistisch genoemd. Van Heukelom werd ongetwijfeld beïnvloed door de Amsterdamse School, maar wordt daar zelf niet toe gerekend. Net als voor het post-
De Inktpot in 2021 met de opvallenda ufo
kantoor van Joseph Crouwel aan de Neude vormde de Finse architect Eliel Saarinen een belangrijke inspiratiebron. De Inktpot lijkt op diens niet-uitgevoerde ontwerp voor het Finse parlement uit 1908. Kort na opening noteerde de jonge schrijfster Jo de Wit dat er mensen waren 'wier dagelijksche sleur èven gebroken werd toen hun blik plots stuitte op dit monument; die zich glimlachend afvroegen: wat is dit? Van hoe, van waar, in Holland, Utrecht, zoo maar opeens!' Architect Albert van Rood dacht dat het gebouw eeuwen later nog gezien zou worden 'als een der beste monumenten van onzen tijd, omdat het een qualiteit heeft, die haast alle gebouwen van onzen tijd missen: het is ongekunsteld.' Zijn collega Han van Loghem schreef echter: 'Het is niet spiritueel, er is geen lach en geen traan in.' Hij vond Van Heukelom meer ingenieur dan kunstenaar.
5
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
Siermetselwerk Het basismateriaal van de Inktpot is baksteen, al werd er voor de constructie ook veel beton en ijzer gebruikt. Waar buiten alleen bruinrode stenen zijn toegepast, is er in het interieur veel meer afwisseling. De lambriseringen in de gangen zijn opgetrokken uit geglazuurde bakstenen in subtiele tinten kopergroen en okergeel. Deze gekleurde stenen zijn ook in de trappenhuizen te vinden en rondom deuropeningen. Het siermetselwerk kent verschillende st-
eenvormen en metselverbanden. Voor de bogen van de gewelven werden speciaal gebakken, taps gevormde stenen gebruikt. In de trappenhuizen konden de metselaars zich uitleven in verschillende metselverbanden. Naast Vlaams verband (afwisselend hele en halve stenen) zijn er ook stukken uitgevoerd in staand verband (verticaal geplaatste bakstenen). Uitkragingen, gemetselde sierlijsten en keramische ornamenten zorgen voor nog meer variatie.
Catacomben De hallen en lange gangen van de Inktpot bestaan uit relatief lage gewelven. Deze bakstenen bogen zijn wel monumentaal, maar niet erg vrolijk. Er is weinig direct daglicht, waardoor het er zeker vroeger donker was. 'Het is zoo kil, zoo eenzaam', schreef een krant in 1921. 'Het komt te kort, het komt zooveel te kort, als een verblijf voor meer dan duizend menschen te kort kan komen aan behaagelijkheid, aan boeiende ontplooiing. Het is bijzonder ernstig
en het verheugt je niet. Uit deze gangen komen zij, die bang zijn voor het leven en voor het lijden'. De kantoren en werkruimtes hebben wel ruim voldoende licht via de ramen. Tegenwoordig zijn ook de gangen goed verlicht en is de tegelvloer voorzien van een opzetvloer met oranje vilttapijt, waardoor het er akoestisch en klimatologisch prettiger toeven is.
Glas-in-lood Van de glas-in-loodramen in de trappenhuizen zijn de negen stuks op de eerste omloop het meest indrukwekkend. De andere ramen hebben alleen ornamenten, maar hier zijn economische sectoren uitgebeeld: spoorwegen, scheepvaart, luchtvaart, handel, landbouw, visserij, mijnbouw, post en telegrafie. De spoorwegen zelf worden verbeeld door een gevleugeld wiel, maar ook het nieuwe vervoermiddel vliegtuig werd afgebeeld. De ramen zijn rijk aan kleurnuances, maar rood en blauw overheersen. In een raamhoekje staat: 'Jan Schouten ’t
Prinsenhof Delft'. Vaak wordt gedacht dat hij het glas-in-lood ontwierp, maar Schouten was de directeur met een technische achtergrond. Het artistieke werk deed Herman Veldhuis (1878-1954), opgeleid aan de Haagse kunstacademie. Hij hanteerde niet één ontwerpstijl maar koos wat paste, zoals geometrische art deco in de trappenhuizen. Het souterrain heeft weer heel andere ramen: met vruchten respectievelijk bloemen in de koffiezalen (kantines) voor mannen en vrouwen.
Lichtschacht De 58 meter hoge toren in het midden van de voorste vleugel was niet alleen om het gebouw aanzien te geven en de hoofdingang te markeren. Praktisch diende deze als hoofdtrappenhuis en watertoren. Bovenin zat namelijk een stalen waterreservoir van 27 kubieke meter, dat zorgde voor druk op de waterleiding en bluswater bij brand. Tegenwoordig is het reservoir buiten gebruik. De lichtschacht in het midden
is de meest fotogenieke plek in het gebouw; het is spectaculair om beneden vandaan de hoogte in te kijken. Het bovenste gedeelte van de toren, waar geen trappen meer zijn, loopt smaller toe. In het midden van de drie andere vleugels van de Inktpot zijn soortgelijke trappenhuizen, die ook zo'n lichtschacht hebben. Ze zijn een maatje kleiner en missen de torenachtige opbouw.
Lantaarn Bijzonder is de lantaarn bovenin de lichtschacht van het hoofdtrappenhuis. Als er licht in schijnt, schittert de lantaarn als een juweel in de donkere toren. Zo'n lantaarn was oorspronkelijk bedoeld om daglicht binnen te laten. Dat zou het lichtequivalent van 9.000 kaarsen opleveren. Normaal gesproken zit een lantaarn bovenin, maar hier zat het waterreservoir ertussen. Hij steekt dus niet boven het dak uit, maar hangt omgekeerd aan de lekvloer van het reservoir.
Het licht viel langs de zijkanten binnen, om het waterreservoir heen. Later is er kunstlicht in aangebracht. Van 45 meter lager gezien zijn de afmetingen lastig in te schatten, vooral de hoogte van de lantaarn. Die moet zo'n 2,5 meter bedragen en de breedte 3,5 meter. De tapse houten rechthoekvorm is gevuld met kleurrijk glas-in-lood. De ontwerper is onbekend; wellicht was het architect Van Heukelom zelf.
6
NR. 125 | MEI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
Commissarissenzaal De meest representatieve ruimte is de Commissarissenzaal op de tweede verdieping, gelegen boven de hoofdingang. Hier vergaderde de raad van commissarissen van de NS en vierde men officiële gelegenheden zoals jubilea en directeurswisselingen. Om de zaal extra allure te geven is deze hoger dan de andere ruimtes. De Commissarissenzaal heeft twee zijruimtes, die met schuifdeuren 'en suite' kunnen worden afgesloten. De zaal is aangekleed
met glas-in-loodramen en een hoge eikenhouten lambrisering. Op de parketvloer lag oorspronkelijk een speciaal ontworpen Deventer tapijt. Critici vonden destijds dat de NS hiermee maar geld over de balk smeet. Dit kostbare tapijt is verloren gegaan; er ligt inmiddels een modern exemplaar waarin de lantaarn uit de lichtschacht is verwerkt. De ruimte wordt tegenwoordig multifunctioneel gebruikt en heet nu Catharijnezaal.
Lichtarmaturen Eind 20e eeuw zijn de oorspronkelijke lampen verwijderd uit de Commissarissenzaal. De armaturen, een soort ovale kroonluchters van siersmeedwerk, werden toen opgeslagen. Ze zijn recent gerestaureerd en hangen sinds kort weer op hun oorspronkelijke plek. Een van de glazen bolletjes aan de zijkant van de armaturen, gemaakt van gemarmerd Jena-glas, werd ook teruggevonden; de andere zijn aan de hand daarvan nagemaakt. In de zijruimtes hangt een afwijkend rond model lamp met een rood-
koperen middendeel. De armaturen zijn destijds ontworpen door Hendrik Johannes Winkelman (1872-1948) en gemaakt in diens Amsterdamse 'Fabriek voor Artistieke Metaalbewerking', net als het andere siersmeedwerk in de Inktpot. Het atelier van Winkelman had in 1916 ook al het siersmeedwerk van hekken, trappen en lampen verzorgd van het Scheepvaarthuis in Amsterdam, het eerste gebouw in de stijl van de Amsterdamse School.
Personeelszaal De tegenwoordige Nieuweroordzaal was de tegenhanger van de Commissarissenzaal, bedoeld voor vergaderingen van het hogere personeel, zoals spoorwegingenieurs. Deze zaal deed weinig onder voor de andere en had ook lambriseringen, keramieken sierlijsten, glas-in-loodramen en op de vloer visgraatparket. Het meubilair en de verlichtingsarmaturen waren wel wat minder imposant uitgevoerd. Terwijl de Commissarissenzaal aan beide kanten een zijkamer met schuifdeuren heeft, geldt dat voor de
Personeelszaal slechts aan één zijde. Tegenover de entree van de Personeelszaal zijn keramische plaquettes in de gangmuur gemetseld met een 'arbeidsspreuk', die enigszins cryptisch luidt: 'Geeft Uzelf / Geeft elkander'. De Nieuweroordzaal kreeg later een verlaagd plafond en het glas-inlood verdween uit de vensters. Het meubilair is inmiddels — net als in de Catharijnezaal — modern. De zijkamer heeft echter wel een historische ambiance, omdat daar een ameublement uit 1921 is herplaatst.
Ameublement Architect Van Heukelom streefde naar een totaalplaatje en ontwierp zelf alle meubelen in een robuuste stijl, even hoekig als het gebouw zelf. In de loop der jaren zijn deze meubels bijna allemaal verdwenen. Naar verluid werden ze in de jaren zeventig op de binnenplaats in stukken gezaagd. Alleen het zware ameublement uit de Commissarissenzaal werd overgedragen aan de (latere) Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE gaf de meubelen deels in bruikleen
Bouwkeramiek De wandklokken in de muur van de Commissarissen- en Personeelszaal hebben keramieken wijzerplaten, donker geglazuurd met vergulde ornamenten. De cijfertegels zijn omringd door reliëftegels in golfvorm met vergulde onderbrekingen, die beide terugkomen in de sierranden bovenaan de wanden. In de Personeelszaal zijn deze keramische sierlijsten later helaas deels overschilderd. Deze keramiek werd gemaakt door Willem Coenraad Brouwer (1877-1933), waarschijnlijk in nauw overleg met architect Van Heukelom. Ze werkten eerder sa-
men aan het station Maastricht en Brouwer was bekend van de terracotta voor het Vredespaleis. Volgens hem moest bouwkeramiek de architectuur accentueren en niet overheersen. Zijn werk was eenvoudig, geometrisch en ritmisch. In de Inktpot maakte Brouwer ook de ingemetselde etagenummers in de trappenhuizen, evenals de plafondornamenten in de lichtschachten en keramische versieringen aan betonbalken. Leuk detail vormen de organisch gevormde randen van de (verdwenen) bedieningspanelen van de oorspronkelijke liften.
aan de Eerste Kamer in Den Haag. Een ProRail-medewerker had daar eerder stage gelopen en wees op het bestaan van de meubelen, die in Utrecht allang vergeten waren. Onlangs stond de Eerste Kamer de vergadertafel met tien stoelen af. Het ameublement staat nu om praktische redenen niet in de Commissarissenzaal, maar in de zijkamer van de Personeelszaal. De mosterdgele stoffering is recent, oorspronkelijk was deze donker.
7
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
Kantoren De Inktpot bood in 1921 plaats aan zo'n 1.500 spoorwegbeambten. Dat waren klerken en secretaresses, maar bijvoorbeeld ook de ingenieurs en tekenaars van de bouw- en constructie-afdelingen. De meesten van hen werkten in kantoorzalen of tekenkamers, terwijl de afdelingschefs beschikten over een aangrenzend privékantoor. De gang aan weerszijden van de Commissariszaal werd wel het 'Gouden Straatje' genoemd, omdat daar veel kantoren voor directeuren van andere hoge ambtenaren
waren. Deze privékamers met eikenhouten lambrisering hadden zicht op de stad, terwijl het 'gewone' personeel vanuit kalere ruimtes op de binnenplaats keek. Veel kantoorkamers zijn in de loop der jaren aangepast en bijvoorbeeld voorzien van systeemplafonds of scheidingswanden. Maar op verschillende plekken zijn nog authentieke lambriseringen, vaste kasten, muurbanken en originele deuren aanwezig, net als het tegelwerk achter de radiatoren. Het meubilair is overal vervangen.
Wandklokken Stiptheid was belangrijk voor de spoorwegen, zowel wat de dienstregeling betreft als voor werktijden en afspraken. Vrijwel alle ruimtes in de Inktpot beschikten over een vaste wandklok, die centraal werd aangestuurd door een 'moederklok' vanuit de klokkenkamer, net zoals dat op de stations gebeurde. In de kamers met een houten lambrisering werden de wijzerplaten
daarin opgenomen, in de andere ruimtes in een eenvoudig gedecoreerde eikenhouten behuizing aan de muur. In verschillende kamers zijn de originele wandklokken nog altijd aanwezig, maar de centrale aansturing fungeert niet meer. De meeste klokken staan stil, maar bij enkele is het mechaniek vervangen door een eenvoudig modern uurwerkje met batterij.
Siersmeedwerk Her en der in de Inktpot zitten opvallende groene hekjes van smeedijzer. Op de derde en vierde verdieping sieren ze de muuropeningen van tussenetages. Door de extra hoogte van de twee grote zalen eronder liggen de kantoorruimtes hier hoger dan de gang. Om ze te bereiken voert een korte trap naar een omloop met muuropeningen. Vergelijkbare hekjes zitten rondom de monumentale 'Pilasterhal' op de vijfde verdieping. Voor dit siersmeedwerk gebruik-
te de onbekende ontwerper — misschien wel Hendrik Winkelman — het golfmotief, net als in het glas-en-lood en de bouwkeramiek. Het vormt een tegenwicht voor de rechtlijnigheid van het gebouw. Je zou er ook het sierlijke zweepslagmotief van de jugendstil in kunnen herkennen. Deze stijl was in 1921 echter allang passé en de meeste decoraties in de Inktpot zijn meer verwant aan de art deco.
Binnenplaats Onzichtbaar voor buitenstaanders is de grote binnenplaats. Behalve vanuit het souterrain met dienstruimtes — feitelijk op beganegrond-niveau — geven enkele onderdoorgangen toegang voor fietsen en leveranciers. In het midden van de binnenplaats van zo'n 50 bij 40 meter staat een plat bouwwerk, ooit kolenopslag en ketelhuis, nu fietsenstalling. In 1921 werd het met grind bedekt als een soort dakterras, dat verdween toen er later nog een verdieping bovenop kwam. De binnenplaats was
oorspronkelijk ingericht als tuin ter ontspanning van het personeel, met gemetselde plantenbakken die lijken op de borders, bakken en banken aan de voorzijde in het Moreelsepark. Er groeiden buxussen, hulst, geraniums en zelfs palmlelies. Later verdwenen de plantenbakken, maar sinds enige tijd zijn twee hoeken weer als tuin ingericht. In de ene hoek staan plantenbakken van cortenstaal, in de andere verrijdbare bakken op een soort rails, vormgegeven als treintjes.
Voordeuren We verlaten de Inktpot weer via de hoofdingang. De drie dubbele deuren bovenaan het bordes zijn rijkelijk gedecoreerd. Ze worden geaccentueerd door de omlijsting van siermetselwerk. Het atelier van Hendrik Winkelman voorzag de houten deuren niet alleen van gesmeed traliewerk, maar bekleedde ze ook bijna helemaal met gedreven koper, dat middels een groen patina heeft. Als contrast met het hoekige gebouw zijn de deuren voorzien van organische mo-
tieven, kwabvormen waarvan de middelste op een neus lijkt. Misschien moest het een verbeelding zijn van 'stoom', zoals ook een blazend hoofd met bolle wangen dat was op een 19e-eeuws reliëf, te vinden op de luchtbrug tussen de Hoofdgebouwen I en II aan het Moreelsepark. De Inktpot stond immers in een traditie die in 1871 was begonnen met HGB I en in 1990 werd voortgezet met HGB IV, het huidige NS-hoofdkantoor.
Advertenties
AFHALEN BEZORGEN VERGADEREN
TERRAS ELKE DAG OPEN! Ganspoort is open voor afhaal en bezorging van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 20:00 uur, en in het weekend van 10:00 tot 20:00 uur. De terrassen zijn elke dag open van 12:00 tot 18:00 uur. Drankjes, lunch diner en ijsjes met mooi weer lekker op het terras! Ook het reserveren van een vergaderzaal voor zakelijke bijeenkomsten is mogelijk. Ook met catering. Voor meer info zie www.campingganspoort.nl
Camping Ganspoort | Helling 87 | Utrecht
TWEEDE DRUK VAN BOEK VERGETEN GEBOUWEN VAN ARJAN DEN BOER NU OVERAL TE KOOP Het boek Vergeten Gebouwen in Utrecht 1850-1940 van Arjan den Boer is nu ook via duicshop.nl te koop. Omdat de verkoop zo hard liep is eind juli besloten om een tweede druk te bestellen.
HET BOEK IS BIJ ONDERSTAANDE BOEKHANDELS TE KOOP EN BIJ DIVERSE ONLINE-AANBIEDERS TE BESTELLEN. •
BROESE BOEKHANDELS
•
BOEKHANDEL OSTADE
•
DE UTRECHTSE BOEKENBAR
•
BOEKHANDEL DE KLER HOUTEN
•
DE BILTHOVENSE BOEKHANDEL
•
THE READSHOP IJSSELSTEIN
•
BOEKHANDEL BIJLEVELD
•
BRUNA MAARSSEN
•
VVV UTRECHT
•
ALEPH BOOKS/ BOEKHANDEL
•
GROETEN UIT UTRECHT
•
BRUNA, NACHTEGAALSTRAAT
•
DOMSHOP
•
KANTOORBOEKHANDEL KEES VISCHER DE MEERN
•
BOEKHANDEL JACQUES BAAS
•
BOEKHANDEL VAN RAVENSWAAY
•
BOEKHANDEL STEVEN STERK
€ 34,95
inclusief plattegrond
-ANTIQUARIAAT ALEPH
BESTELLEN NU OOK ONLINE TEOP.NL VIA DUICSH
Scan de QR-code om het boek te bestellen via duicshop.nl
9
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
NATUUR IN DE STAD
'Friet heeft niet de voorkeur van stadsduiven' Tekst: Robert Oosterbroek / Fotografie: Bas van Setten
Iedereen heeft wel een mening over deze vogel, de stadsduif. Het dier komt over de hele wereld voor. Ook in Utrecht is de duif een vaak geziene gast. De Utrechtse stadsduiven zijn hier overigens niet echt te gast, ze zien de stad als hun huis. Ze leven voornamelijk van het eten dat inwoners weggooien. Het imago van de duif is niet altijd even best, ze worden ook wel vliegende ratten genoemd. Niet echt terecht, zegt Vivian Goerlich. Zij is gedragsbioloog bij de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar de duif.
D
uiven hebben overigens niet alleen een slecht imago. Veel mensen zien de duif ook als het symbool voor de vrede. Als je gaat kijken in de geschiedenisboeken komen duiven - met meer of minder belangrijke symboliek - ook voor vanaf zeker enkele duizenden jaren voor onze jaartelling. En natuurlijk zijn er nog postduiven, die ook bijvoorbeeld in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol hebben gespeeld. In dit verhaal hebben we het echter niet over postduiven of vleesduiven (ja, ze worden ook opgegeten), maar over de stadsduif. De stadsduif is een afstammeling van de rotsduif, die door mensen tam werd gemaakt. Deze huisduiven zijn later weer verwilderd en werden zo stadsduiven. De stadsduif komt bijna over de hele wereld voor. Een bijzondere vogel dus, zo denkt ook Vivian Goerlich. Haar fascinatie voor het diertje ontstond tijdens haar promotieonderzoek. Ze liet toen zien dat de sekse van de nakomelingen bepaald wordt door de moederduif. Hormonen, gewicht en andere omstandigheden hebben hier
allemaal invloed op. Zo krijgen duiven die in het voorjaar eieren leggen vaker zonen dan dochters. Na haar promotieonderzoek bleef ze zich interesseren in duiven. Vivian vertelt: “Er bestaan verschillende meningen over duiven. Want ze kunnen ook overlast veroorzaken. Maar die overlast is vooral heel lokaal.” Dan is er nog de gedachte dat duiven ziektes verspreiden. “Natuurlijk kunnen duiven ook ziektes dragen, maar dat kunnen alle wilde dieren. Wees gewoon voorzichtig en vermeid aanraking met de ontlasting van de vogels. Dat is gewoon normaal natuurlijk, gebruik je gezonde verstand.” Frietjes De vogels zijn te zien in station Utrecht Centraal, soms glippen ze door de deuren bij Hoog Catharijne, verzamelen ze zich bij het Moskeeplein in Lombok of struinen ze door de binnenstad. Op veel plekken zijn ook maatregelen te nemen om ze te weren. Pinnen en netten om te zorgen dat de duiven wegblijven, bijvoorbeeld. Toch zijn de duiven nog vaak te zien. De hele tijd op
Advertenties
PADMA TATTOO Wij zijn een kleine en gezellige taaooshop in het centrum van Utrecht. Bij ons werken gespecialisseerd taaooarresten, die gericht zijn op kwaliteit en persoonlijke aandacht. Wij zeaen taaoeages met machines, maar hanteren ook tradironele technieken, zoals handpoke. Interesse in een tatoeage? Voel je vrij om eens kennis te maken. +31 03 026 905 51 padmataaoo@hotmail.com Oud Oudkerkhof 24, Utrecht
zoek naar eten, vaak eten dat Utrechters als afval hebben weggegooid. Vivian: “Eigenlijk best nuttige diertjes dus, dat ze ons afval opruimen. Overigens is dat helemaal niet hun lievelingseten, afval en frietjes hebben niet de voorkeur. Het natuurlijke voedsel bestaat uit zaden, granen en peulvruchten. Maar in de stad pakken ze bijna alles wat ze kunnen krijgen.” Dat duiven afval eten, veel in de stad te zien zijn en op sommige plekken ook echt voor overlast zorgen, maakt wel dat ze door sommige mensen gezien worden als plaagdieren. Vivian: “Plaagdieren is ook maar een naam die mensen aan een bepaald dier geven, net zoals huisdier of proefdier. Uiteindelijk hebben ook duiven gewoon een intrinsieke waarde. Ze zijn erg fascinerend. Duiven kunnen trouwens ook iets bijzonders, ze maken een soort melk aan in de bek en geven dit aan de jongen.” Maar hoeveel duiven zijn er eigenlijk in Utrecht? Dat is dus niet precies bekend. Er is afgelopen jaren weleens incidenteel onderzoek gedaan naar duivenpopulaties, maar er is geen data beschikbaar over lan-
gere termijn. Het is dus moeilijk te zeggen of het aantal afneemt of toeneemt. Deze vraag, samen met het betwiste imago van de stadsduif, is nu onderwerp van onderzoek van Vivian. Ze gaat al het speurwerk niet alleen doen. Goerlich heeft samen met Wouter Schaake, docent Biologie bij de Utrechtse school Academie Tien, en met het Universiteitsmuseum Utrecht een citizen science project voor leerlingen opgezet. Tijdens dat programma van zo’n drie uur worden de leerlingen zelf onderzoekers. Ze gaan aan de slag met het opstellen van een onderzoeksvraag over duiven en gaan deze proberen te beantwoorden door duiven te tellen en te turven welke kleurvarianten er voorkomen. De uitkomsten van de duiventellingen helpen Goerlich inzicht te krijgen in de verspreiding en aantallen van stadsduiven door heel het land. “Hoe meer tellingen, hoe beter. Voor ons is dit een lange termijn project en het helpt ons enorm als we tellingen vanuit het hele land en verspreid over verschillende maanden ontvangen.”
10
NR. 125 | MEI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
MEGAPROJECT VAN HALF MILJARD EURO
Zes vragen over het herstel van het wervengebied Het is met recht een hoofdpijndossier te noemen: het herstel van het Utrechtse wervengebied houdt de gemoederen al jaren flink bezig. Het heeft inmiddels tientallen miljoenen gekost, maar dat wordt nog veel meer. In 2006 al bleek dat de houten fundering van de wal- en kluismuren op veel plekken in de stad in slechte staat was. Dat er moest worden ingegrepen was duidelijk, dus de gemeente Utrecht maakte grootse (en dure) plannen. Het herstelproject kon in 2009 beginnen. Al met al zou het zo’n vijf à zes jaar moeten duren, maar dat liep een beetje anders. Onlangs werd opnieuw een aanpak voor de werven gepresenteerd, een plan dat met een half miljard euro opnieuw heel veel geld gaat kosten. Zes vragen over het herstel van het Utrechtse wervengebied.
Tekst: Ilana Noot
1
Een stukje geschiedenis. Waar dienden de werven voor?
Je hoort het vaak als het over de Utrechtse werven gaat. Ze zijn uniek, nergens op de wereld zijn grachten met werven te vinden zoals in Utrecht. Maar waar dienden ze eigenlijk voor? Het water in Utrecht, zoals de Oudegracht, werd sinds ongeveer de twaalfde eeuw gebruikt om goederen over te vervoeren. Eerst werden de spullen vanaf de kade de oever opgesleept, om ze aan de andere kant van de straat weer naar beneden te brengen. Daar werden de goederen dan opgeslagen in huiskelders, die dienden als opslagruimte. Slimme koopmannen bedachten in de tweede helft van de twaalfde eeuw dat dat anders moest kunnen. Ze maakten een tunnel die vanaf de kade rechtstreeks naar de huiskelder liep, dat scheelde immers een hoop gesjouw. Die tunnels werden steeds breder en gingen zelf ook als opslaglocatie dienen. Zo ontstonden de werfkelders zoals we die nu nog hebben. Het duurde honderden jaren voordat de klus geklaard was. Vanaf ongeveer 1500 vormden de werfkelders een lange rij aan allebei de kanten van de Oudegracht. Utrecht had toen, met de werven en werfkelders, een bijna twee kilometer lange haven dwars door de stad.
2
Even opfrissen. Hoe zit het ook al weer met het herstel van de werven in Utrecht?
Het zal dan ook niet verbazen dat de werven veel onderhoud nodig hebben. Onder het wervengebied verstaan we het gebied binnen de singels en waterlopen van de Oudegracht, Nieuwegracht, Lichtegaard, Kromme Nieuwegracht, Drift, Vismarkt, Zoutmarkt, Plompetorengracht, Choorstraat en de werven langs de Lijnmarkt. Toen in 2006 bleek dat de fundering van de werven in slechte staat was, werd onderzocht hoe ernstig het precies was. In 2008 lieten duikers zich afzakken in de gracht om de situatie te bekijken. Ook zij concludeerden dat de wal- en kluismuren moesten worden opgeknapt.
Sommige delen van de Oudegracht waren er zo slecht aan toe dat die eerst moesten worden aangepakt. In 2013 begonnen de grootschalige werkzaamheden. Vanaf de kanten van de Bemuurde Weerd en het Ledig Erf werd gewerkt in de richting van het centrum. Per rak – het stuk gracht tussen twee bruggen in – werd de oude fundering vervangen door stalen damwanden. Walmuren werden opnieuw opgebouwd en ook de werfkelders moesten hersteld worden. De werkzaamheden gingen allemaal niet zonder slag of stoot. Jarenlang kwamen er berichten over tegenvallers: steeds doken er tijdens de werkzaamheden nieuwe situaties op, de staat van de werven en muren bleek slechter dan gedacht en in 2018 bleek ook nog dat het geld bijna op was. Terwijl er, vooral aan de Oudegracht en de Kromme Nieuwegracht, nog een hoop moet gebeuren. In 2019 kondigde de gemeente aan dat er onafhankelijk onderzoek gedaan zou worden naar het project en de overschrijding van de budgetten. De werkzaamheden werden waar nodig stilgelegd en zo liep het project dus opnieuw vertraging op. Ingenieurs- en adviesbureau Antea Group boog zich over de zaak en trok binnen een paar maanden conclusies: de complexiteit van het werk was stelselmatig onderschat, het projectmanagement was niet op orde en verbetermaatregelen werden niet goed uitgevoerd en geëvalueerd. “Het onderzoeksbureau concludeert dat het werk aan de werven enorm is onderschat. Doordat er een strategie voor het gehele project ontbrak, zagen we te laat dat er niet genoeg geld was en de planning niet langer haalbaar was”, reageerde de gemeente Utrecht destijds op haar website. Volgens het onderzoeksbureau zijn risico’s en onzekerheden bij een project zoals dit niet te voorkomen. De kans op tegenvallers blijft daarom in de toekomst groot, waardoor de kosten nog sterk op zouden kunnen oplopen. Verder blijkt de situatie op veel verschillende vlakken ingewikkeld. Rondom de Kromme Nieuwegracht is bijvoorbeeld schade ontstaan aan werfkelders en eeuwenoude muren. Op sommige plekken is de fundering helemaal verdwenen en de situatie leek te verergeren doordat tot voor kort te zwaar verkeer over de weg erboven
mocht rijden. De Kromme Nieuwegracht werd tijdelijk afgesloten, omdat ook de kelders in slechte staat waren. Ook de eigendomsverhoudingen in het gebied zorgen voor uitdagingen. De wal- en kluismuren zijn van de gemeente Utrecht, maar de werfkelders en grachtenpanden zijn van bedrijven en particulieren. Die partijen zijn dus afhankelijk van elkaar, maar de samenwerking verloopt verre van vlekkeloos.
3
Wat deed de gemeente na de publicatie van dat onderzoek?
De gemeente boog zich na het onderzoek over de vraag of het project niet met een bredere blik bekeken moest worden. Er komt veel meer kijken bij het herstelproject, dan alleen de werven. Ook verkeer, erfgoed, de staat van de werfkelders en allerlei juridische aspecten spelen een belangrijke rol. In 2020 moesten nieuwe onderzoeken dan ook meer inzicht gaan geven in de technische staat van de kelders en de wal- en kluismuren. Ook moest meer duidelijk worden over de eigendomsverhoudingen in het wervengebied. Het wervengebied telt circa 800 werfkelders en regelmatig is onduidelijk wie nu precies de eigenaar is van welk stukje werfkelder. Een zogenoemde Commissie van Wijzen werd aangesteld om aan de slag te gaan met die eigendomsverhoudingen. De commissie werd aangesteld om zowel de eigenaren van werfkelders als de gemeente Utrecht te adviseren over een gezamenlijke aanpak voor het herstel en behoud van het wervengebied. Het advies gaat over de rechten en plichten van de eigenaren en de gemeente, over de eigendomsverhoudingen en over de samenwerkingsvorm van eigenaren en de gemeente in het herstel, beheer en behoud van het wervengebied. De commissie kwam dit voorjaar met een rapport en trok daarin pittige conclusies over de opstelling van de gemeente.
11
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
4
Wat zijn de conclusies van de Commissie van Wijzen?
Het rapport van de Commissie van Wijzen kreeg de naam De Vergeten Burenplicht en dat vertelt al veel over hoe de commissie denkt over de opstelling van de gemeente Utrecht binnen het project. Volgens de commissie hebben de eigenaren van de werfkelders weinig vertrouwen in de gemeente en dat heeft verschillende oorzaken. De handhaving op aslastbeperking schiet volgens de commissie tekort en de gemeente zou “een oorzakelijk verband tussen overtredingen van de aslastbeperking en schade aan de werfkelders” bewust buiten beeld hebben gehouden. De gemeente zou zich verder afhoudend opstellen bij bijvoorbeeld lekkages, omdat de eigenaren er volgens de gemeente zelf verantwoordelijk voor zijn dat de kelder waterdicht is en de gemeente daar geen belang bij heeft. Volgens de commissie is er echter sprake van een ‘vergeten burenplicht’, omdat de gemeente in het wervengebied door de wegen, werfmuren en fundering ‘de buur’ van de werfkeldereigenaren is. Omdat schade aan die werfkelders ook het erfgoed aantast, is die schade óók een zorg voor de gemeente, schetst de commissie. De gemeente moet te zwaar verkeer weren en zorgen voor een goede afvoer van regenwater, maar ook haar eigendommen goed beheren en onderhouden. De gemeente heeft die plicht tegenover de eigenaren van de werfkelders. Eigenaren zijn verantwoordelijk voor goed onderhoud van hun werfkelders, maar schade die ontstaan is doordat de gemeente tekortschiet in haar taken, komt voor rekening van de gemeente. De Commissie van Wijzen denkt dat veel schade voorkomen kan worden als de gemeente haar zorgplicht nakomt en adviseert de gemeente om een werfmeester of keldermeester aan te stellen die het gebied en de mensen goed kent. Die meester kan dan snel actie ondernemen als dat nodig is. De gemeente is na de onderzoeken, het rapport van de commissie en alle kritiek op de werkwijze aan de slag gegaan met een nieuw plan voor het project. Het plan voor het megaproject werd eind april gepresenteerd.
5
Hoe ziet het nieuwe plan er danuit?
De gemeente is sinds het onderzoek van Antea Group in 2019 bezig geweest met het maken van nieuwe plannen, waarin ook de conclusies van de Commissie van Wijzen zijn meegenomen. Belangrijkste verschil met het oude plan: het nieuwe is veel groter. Niet alleen de wal- en kluismuren worden aangepakt, maar ook de aangrenzende werfkelders en andere bouwwerken. Alles is erop gericht om het erfgoed te behouden. De gemeente heeft in elk geval toegezegd om de kosten voor het waterdicht maken van de kelders te delen met de eigenaren. De gemeente betaalt ook de volledige kosten van deskundigen die onderzoek moeten doen naar schade en schadeherstel. De aanpak is verder opgedeeld in twee delen: een plan voor de komende drie jaar en een toekomstbeeld voor de komende dertig jaar. De komende drie jaar zijn bedoeld om de meest urgente problemen in het wervengebied aan te pakken. Op acht plekken langs de Oudegracht en twee plekken op de Kromme Nieuwegracht moeten herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd en er worden extra maatregelen genomen die het weren van te zwaar verkeer mogelijk moeten maken. Dat gaat bijvoorbeeld gebeuren met een uitgebreid camerasysteem waarmee kentekens van voertuigen die het gebied in rijden worden gelezen. Alle vrachtwagens en voertuigen zonder ontheffing voor het gebied krijgen door de camera’s automatisch een boete. Verder komt er in meerdere straten in het wervengebied een verbod op voertuigen met een aslast van boven de 2.000 kilo. Dat verbod gaat gelden voor ’t Hoogt, de Zadelstraat en de Haverstraat, omdat in die straten kwetsbare historische kelders zijn die volgens de gemeente beschermd moeten worden. Voor andere goederenvervoerroutes in de binnenstad blijft de maximale aslast van 8.000 kilo voorlopig gelden. Niet alleen op het gebied van verkeer gaat de situatie veranderen. Het interventieteam dat handelt bij actuele situaties blijft bestaan, zodat er direct actie
kan worden ondernomen als dat nodig is. Maar er komt ook een nieuw aanspreekpunt. Na het advies van de Commissie van Wijzen wordt er namelijk een wervenmeester aangesteld, die het aanspreekpunt wordt voor betrokkenen. Het plan voor de komende dertig jaar is veel breder dan het eerdere project, omdat onderdelen die van belang zijn voor het behoud van erfgoed in samenhang worden aangepakt. Daaronder valt de uitbreiding van de aanpak met het herstel van de Plompetorengracht en Drift, herstel van kelders en het weren van te zwaar verkeer. Als het project over dertig jaar is afgerond, zouden de wal- en kluismuren en de kelders honderd jaar lang geen groot onderhoud meer nodig hebben.
6
En wat gaat het uiteindelijk allemaal kosten?
Het herstel van het wervengebied was vanaf het begin een kostbaar project. Het had allemaal voor 35,6 miljoen euro rond moeten zijn, maar dat is bij lange na niet gelukt. Het budget werd meerdere keren verhoogd, waaronder in 2017 en 2018. Uiteindelijk werd er de afgelopen jaren al zo’n 50 miljoen euro uitgegeven aan het project. Bij de presentatie van het nieuwe plan in april zijn opnieuw grote geldbedragen genoemd die nodig zouden zijn voor de realisatie. De gemeente wil de komende drie jaar de meest urgente problemen aanpakken en heeft daar 48 miljoen euro voor nodig. Maar de komende dertig jaar moet echt alles aangepakt worden. Daar is volgens een grove schatting van de gemeente tussen de 450 en 550 miljoen euro voor nodig. De kosten zijn voorlopig nog een schatting en er is ook nog geen budget vrijgemaakt. Een deel van de kosten komt voor rekening van de eigenaren van de werfkelders, maar ook hoeveel dat wordt, is nu nog niet bekend. Duidelijk is wel dat de gemeente de komende decennia nog aardig de portemonnee zal moeten trekken.
12
NR. 125 | MEI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
KUNST
Geschenk voor het Volksbuurtmuseum: schilderij van Bevrijdingsfeest 1945 op het Vredenburg Kunsthandelaar Marcel Gieling heeft het Volksbuurtmuseum een bijzonder cadeau gegeven: een olieverfschilderij uit 1945 waarop de bevrijding van Nederland op het Vredenburg wordt gevierd.
E
nkele jaren geleden kwam er een vrouw met het schilderij langs in de, toen nog fysieke, galerie van Gieling op de Schoutenstraat. Hij kocht het van haar voor ongeveer vierhonderd euro. “Ik heb het vooral gekocht, omdat ik gelijk zag dat het Vredenburg was. En dat het betrekking had op het Bevrijdingsfeest”, zegt Gieling. De vrouw kwam zelf niet uit Utrecht en wist dat dus niet. “Normaal gesproken zet ik zulke dingen op mijn website, maar dat heb ik met dit schilderij niet gedaan. Ik heb het bij me gehouden. Ik wilde het niet zomaar verkopen. Ik dacht in eerste instantie bijvoorbeeld aan het Centraal Museum, maar een paar jaar geleden liep ik spontaan het Volksbuurtmuseum binnen. Ik was daar nog nooit geweest.” Zo ontstond het idee om het schilderij
aan die laatste te geven. “De achterliggende gedachte is dat bij het Centraal Museum dit soort schilderijen in het depot verdwijnen”, legt Gieling uit. “Het komt dan bij bepaalde thematentoonstellingen tevoorschijn. Het Volksbuurmuseum is er zo blij mee: dat hangt het gewoon permanent op. Dat vind ik belangrijk.” Ook het feit dat het Vredenburg te zien is op het schilderij speelde uiteraard mee. “Dat is natuurlijk de begingrens van Wijk C”, zegt Gieling. “Het is helemaal op zijn plek daar.” Directeur Lysette Jansen is inderdaad erg blij met zijn keuze. “Wij hebben heel weinig budget voor het aankopen van collectiestukken”, zegt Jansen. “Daarbij is het ook zo dat wij veel dingen in onze collectie hebben die financieel weinig waarde hebben, maar wel
sentimentele waarde. Dat zijn bijvoorbeeld huishoudelijke dingen. Geld voor dingen als schilderijen hebben we eigenlijk niet. Dus het is natuurlijk hartstikke leuk als je die dan krijgt.” ‘Heel mooi tijdsbeeld’ Op het schilderij, geschilderd in 1945 door de Nederlandse schilder Arnoldus Oldenhave (1905-1997), is een kleurrijk Vredenburg te zien vol met wapperende vlaggen en vaandels. Oldenhave staat bekend om zijn pasteus geschilderde stadsgezichten van talloze binnen- en buitenlandse steden. Zijn werk is opgenomen in verschillende musea en particuliere collecties. En nu dus ook in de collectie van het Volksbuurtmuseum. “Ik vind het een intrigerend schilderij”, zegt Jansen. “Er is heel
veel op de zien. En de manier van werken door die verf heel dik aan te brengen is ook bijzonder. Het is een heel mooi tijdsbeeld.” Eigenlijk wilde Gieling het schilderij vorig jaar al aan het Volksbuurtmuseum schenken: ter gelegenheid van 75 jaar bevrijding. Door de coronacrisis kon een officiële overdracht in 2020 helaas niet plaatsvinden. Nu is dat met wat vertraging dus alsnog gebeurd. Het schilderij heeft inmiddels een plekje gekregen. “Het hangt in de ontvangstruimte,” zegt Jansen, “omdat we het heel leuk vinden dat iedereen het ook ziet. Daar zijn ook altijd vrijwilligers aanwezig die er wat over kunnen vertellen.” Het Volksbuurtmuseum is bezig met plannen voor een herinrichting, maar tot die tijd is het schilderij in de ontvangstruimte te bewonderen.
Advertentie
Maar liefst 60 woonwinkels
WOONBOULEVARD UTRECHT
2DE PINKSTERDAG MAANDAG 24 MEI
OPEN! - 1ste Pinksterdag gesloten -
BEZOEK ONS VEILIG ZONDER AFSPRAAK
DE VELE VOORDELEN:
Centraal gelegen § A12-afrit 17 § Grootste keuze van Midden-Nederland § Gratis parkeren § 7 dagen open! LIKE&SHARE
woonboulevardutrecht.com
13
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
UTRECHTS GEMAAKT
‘Mensen hebben vaak het idee dat 3D-printen niet voor hen is weggelegd’
In deze rubriek staat een creatief, ambachtelijk, innovatief of historisch product uit de stad centraal. In deze editie: Buro Ruig.
Ivar Kraaijevanger begon tijdens zijn master Industrial Design aan de TU Eindhoven zijn eigen 3D-printbedrijf. Het ‘projectje’ van hem en zijn studiegenoot is uitgelopen op Buro Ruig. Ivar runt het 3D-ontwerpbureau nu in zijn eentje. Dit jaar vierde hij het eerste lustrum van Buro Ruig.
B
uro Ruig ontwerpt en print voor zowel de particuliere markt als voor de zakelijke markt. “Wat ik voor particulieren en voor zakelijke klanten doe, is heel verschillend. Voor particuliere klanten maak ik 3D-prints van de Domtoren op verschillende formaten. Dat gaat dan van Domtoren-sleutelhangers van 8,5 centimeter groot tot een Domtoren-lamp van 75 centimeter. Daartussenin zit de decoratieve ‘Domtoren voor thuis’, in twee maten.” Buro Ruig print met duurzaam en biologisch af breekbaar plastic. “Dat is plastic gemaakt van maïs- en aardappelzetmeel. Als deze 3D-prints dus in de natuur terechtkomen, verdwijnen ze na verloop van tijd vanzelf en er zit geen aardolie in, zoals in veel andere plasticsoorten. De houten Domtorens print ik van een plasticsoort die
voor 30 procent uit hout bestaat. Die zijn erg geliefd, ik denk omdat ze er natuurlijker uitzien.” De zakelijke klanten van Buro Ruig komen voor heel andere ontwerpen dan die van de Utrechtse Domtoren. Voor het interieurmerk Fatboy maakte Buro Ruig geen prints, maar digitale 3D-modellen van onder andere de bekende zitzakken. “Fatboy wilde graag digitale 3D-modellen van hun verschillende meubels. Ik heb 3D-scans gemaakt van de zitzakken in verschillende zithoudingen, zoals je ze in het echt zou gebruiken. Van de scans heb ik realistische 3D-modellen gemaakt.” Waar is zo’n 3D-model goed voor? “Interieurarchitecten gebruiken die modellen om digitale ontwerpen voor een inrichting te maken. Ze richten ruimtes,
zoals hotelkamers, op de computer in. Die digitale inrichtingen laten ze aan de hoteleigenaar zien. Op basis daarvan kan zo’n klant besluiten wat voor meubilair die koopt.” Ivar pakt er opeens een 3D-print van wat lijkt op een supergrote, beige teek bij: “Voor een beurs in Frankrijk voor parasitologen, dus mensen die parasieten bestuderen, heb ik een uitvergrote versie van een schurftmijt gemaakt. Normaal zijn die beestjes minus-
cuul klein. Bezoekers van de beurs zouden de mijten meekrijgen als cadeautje. Ik ben toen samen met een aantal parasitologen gaan zitten voor het ontwerp, want het moest wel een goed lijkende schurftmijt zijn. Na een paar prototypen waren we het eens over het ontwerp. Een paar weken later ging er een pallet met 750 schurftmijten, zo groot als je handpalm, naar de beurs in Frankrijk.”
UTRECHT VOLGENS BIOLOOG LUC HOOGENSTEIN
‘Als je naar buiten gaat, weet je nooit wat je tegenkomt’ Tekst: Bo Steehouwer / Fotografie: Robert Oosterbroek Het afgelopen jaar deed bioloog Luc Hoogenstein een aantal opmerkelijke ontdekkingen bij zijn huis in Lunetten. Zo trof hij een zogenoemde lichte walstrowants aan: een dier dat nog nooit in Utrecht was waargenomen. Onlangs vond hij een type sluipwesp in zijn voortuin dat niet eerder bespeurd was in Nederland. Luc werkt onder meer als boswachter bij Natuurmonumenten, is auteur van verschillende boeken en een prijswinnende fotograaf. We vroegen hem wat hij zo interessant vindt aan de natuur en wat zijn lievelingsplek is in Utrecht. Wat vind je zo interessant aan de natuur? “De meeste biologen hebben allemaal een ongeremde nieuwsgierigheid. Zo zit ik ook in elkaar: als ik iets niet begrijp, wil ik weten hoe het zit. De natuur is een onuitputtelijke bron van fascinerende dingen. Dat vind ik machtig mooi. Bijvoorbeeld hoe een mierenkolonie werkt, of een bijennest in elkaar zit. Alles werkt met elkaar samen. Die nieuwsgierigheid bindt alle biologen. De natuur is ook gewoon hartstikke mooi: de samenhang, kleurenpracht en het is altijd spannend. Als je naar buiten gaat weet je nooit wat je tegen gaat komen.” Het boek ‘De Mooiste Fotolocaties van West-Nederland’ kwam vorige maand uit. Jij schrijft daarin over Utrecht. Waarover gaat het boek? “In het boek staan, zoals de titel al zegt, de mooiste fotolocaties, maar dan op het gebied van natuur. Bij zo’n boek denk je meteen aan natuurgebieden, maar ik heb bijvoorbeeld Lunetten beschreven. Dat is een superleuke groene wijk waar veel te zien en te fotograferen valt. Hetzelfde heb ik met de binnenstad gedaan, maar ook met het Griftpark. Als je als natuurfotograaf een dagje in de stad wil fotograferen, kom je hier goed aan je trekken.”
Waarom is de binnenstad een goede plek om natuur te fotograferen? “Persoonlijk vind ik dat een van de leukste plekken, omdat je niet verwacht daar natuur aan te treffen. Maar als je een beetje om je heen kijkt, is het er wel. Bij de Oudegracht heb je bijvoorbeeld kademuren waar speciale planten op groeien: muurvarens en muurleeuwenbekjes bijvoorbeeld. Die staan daar hartstikke mooi te bloeien en het zijn best bijzondere soorten voor Nederlandse begrippen. Normaal tref je die alleen aan in bergachtige streken. Het spul tussen de voegen van de stenen en de vochtige omgeving zorgen ervoor dat die planten het zo goed doen hier.” Je hebt de afgelopen tijd best wat bijzondere ontdekkingen gedaan. Denk je er nog meer te gaan doen? “Ik botste er eigenlijk gewoon tegenaan. Ik denk dat ik wat nieuwe vangmechanismen moet toepassen: bijvoorbeeld potjes ingraven in de tuin. Misschien dat er een gekke kever in loopt. Het zou best kunnen dat er nog soorten opduiken die heel zeldzaam zijn of zelfs helemaal nieuw in Nederland. Als je een beetje om je heen kijkt en goed zoekt,
kun je dingen tegenkomen die je totaal niet verwacht.” Hoe en wanneer was je voor de eerste keer in Utrecht? “Toen ik een jaar of veertien was, zat ik bij de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Een van de excursies was een bezoek aan de binnenstad van Utrecht om naar muurplanten te kijken. Toen had je langs de werven nog kettingen staan om te voorkomen dat mensen het water in zouden vallen. Ik dacht daar wel op te kunnen zitten, maar die zaten helemaal niet vastgeschroefd. Ik kukelde meteen achterover het water in en moest zeiknat in de trein terug naar Haarlem.” Waar ben je trots op als Utrechter? “Dat de gemeente Utrecht een hele goede afdeling heeft met stadsecologen. Zij zijn het ‘groene geweten’ van de gemeente. Zij mengen zich in elk plan dat binnen Utrecht wordt gemaakt en vertellen wat er vanuit de natuur belangrijk is. Aan de hand van hun adviezen worden projecten ook ingericht. Dat laat zien dat Utrecht een redelijk groene insteek heeft. Een goede groene omgeving draagt bij aan de leef baarheid van de stad.”
Wat is je droomhuis in Utrecht? “Dat moet nog gebouwd worden: de nieuwe groene woontoren bij het centrum, ontworpen door Stefano Boeri. Er komt ontzettend veel natuur in Wonderwoods. Dan heb je alles bij elkaar: je zit in de fantastische stad Utrecht en hebt een groene omgeving. Ik denk alleen niet dat een simpele bioloog daarin gaat wonen.” Wat is je lievelingsplek in Utrecht? “Ik vind het Beatrixpark een ontzettend fijne plek om rond te struinen. Het is een vrij jong park, maar het heeft zich vrij snel ontwikkeld tot een interessant natuurgebied. Je hebt daar een behoorlijke diversiteit aan landschapstypen, waardoor er ook veel verschillende planten en dieren zijn. Veel meer dan je zou verwachten voor een gemiddelde woonwijk. Ik wandel vaak het park en de wijk in met mijn verrekijker en fototoestel. Je kunt gewoon ontzettend veel leuke dingen vinden, zoals orchideeën en ook qua broedvogels zitten hier hartstikke leuke beesten.” Utrecht is… “…alles in één.”
14
NR. 125 | MEI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
VERDWENEN HORECA IN UTRECHT
Cabaret-dancing Limburgia aan de Lange Elisabethstraat Tekst: Arjan den Boer / Fotografie: Het Utrechts Archief
Het Utrechtse uitgaansleven kreeg een 'boost' door de Jaarbeurs. Onder de vele binnen- en buitenlandse bezoekers, vaak hotelgasten, was midden 20e eeuw veel vraag naar 'Jaarbeursamusement'. Vooral tijdens de voor- en najaarsbeurzen deden bars, cabarets en nachtclubs nabij het Vredenburg goede zaken. Voorbeelden zijn The Black Horse, Extase-Bar, Cabaret Modern, Old Dutch, Caramella en Limburgia.
L
imburgia begon niet aan de Lange Elisabethstraat, maar iets verderop. In 1926 nam Leo Kochen het hotel-café De Dom aan de Steenweg 49 over. Hij kwam uit Kerkrade en noemde de zaak naar zijn provincie. Hotel-café Limburgia bood ook amusement: 'Dagel. Strijk-Concert, vanaf 7 uur', stond in advertenties. In 1930 liet Kochen zijn zaak aan de Steenweg van een moderne bakstenen gevel voorzien, die er nog altijd staat (nu kledingzaak Zumo). Wellicht geïnspireerd door Cabaret Modern aan de overzijde van de Steenweg, kreeg Limburgia steeds mondainer amusement. In 1930 werd in een advertentie een 'jazz-drummer met bij-instrument' gevraagd. Nog maar vier jaar na de verbouwing verhuisde Limburgia naar de Lange Elisabethstraat 21 (nu Holland & Barrett). Voordien zat daar Melksalon Wolffenbuttel, waar ook al amusement was in de vorm van een Orchestrion, een soort draaiorgel. Cabaret Toen Leo Kochen in 1948 overleed, zette zoon Jos (Joseph) de zaak voort. Hij stopte met de hotelkamers en vormde het café om tot cabaret en nachtclub. In de jaren vijftig bood Limburgia tijdens de jaarbeurzen een non-stop amusementsprogramma tussen 15 en 04 uur. Er was een huisorkest onder leiding van Henk Mackaay (accordeon) en verder stonden er 'pittige Franse chansons' en 'Wiener genre' op het programma. Bij optredens van lady-crooners, tapdanseressen, variété-artiesten en
jongleurs ging het om meer dan muziek. In 1954 bijvoorbeeld het duo Les Deux Cornels: 'De eenbenige artist voert met zijn charmante partner enkele gewaagde staaltjes acrobatiek uit.' Veel buitenlandse orkestjes en dansgroepen traden op, bijvoorbeeld uit Spanje, Hongarije en Bulgarije, maar ook 'negro-zang en -dans', zoals het heette. Voor een primeur, een orkest uit Portugal, moest vanwege ontbrekende werkvergunningen een diplomatieke strijd gevoerd worden tot op regeringsniveau. Toen het lukte kwam de Portugese consul kijken. De directeur overhandigde de orkestleden 'als herinnering aan hun eerste optreden in Nederland' een vaantje. In 1955 liet Jos Kochen de zaak verbouwen. De entree werd gewijzigd: 'De vitrines met foto- en reclamemateriaal geven een geheel apart cachet aan de zaak'. De gesloten uitstraling zonder ramen paste bij een nachtclub; ook werd de zaal vergroot. Desondanks schreef een krant een jaar later: 'dit is een van de weinige cabarets in Nederland waar men niet kan dansen, doch waar men geheel is aangewezen op het cabaretprogramma'. Dat lag waarschijnlijk aan de beperkte omvang, maar blijkbaar wist Kochen daar in 1961 een mouw aan te passen. Vanaf dat moment adverteerde Limburgia als cabaret-dancing. Nachtclub In het Utrechtsch Nieuwsblad van 1967 vertelde de directeur — 'de tengere Limburger Jos Kochen wie
het lukt gelijktijdig gastvrij en gereserveerd te zijn' — dat het veel tijd kostte om gevarieerde 'floorshows' samen te stellen. Hij contracteerde per jaar wel 200 artiesten, vooral buitenlandse: 'Er zijn haast geen Nederlandse artiesten voor het nachtleven'. Kochen reisde vaak zelf naar buitenlandse steden om hen te 'spotten'. 'Terwijl hij verder uitweidt over organisatorische problemen, begint op de floor een jongedame aan een (gekuiste) striptease. We hebben even moeite onze aandacht bij het gesprek te bepalen, maar de nachtclubeigenaar babbelt onbewogen verder.' Kochen maakte de verslaggever wijs dat het van hem ook niet hoefde. 'Ik
heb het hier wel geprobeerd zonder striptease. Maar er blijft vraag naar.' Hij relativeerde de erotiek: 'Weet u wat zo merkwaardig is? De dames zijn vaak nog meer geïnteresseerd dan de heren. Zij zien het als een show van ondergoed, denk ik.' Kochen bagatelliseerde de omstreden striptease, mede vanwege zijn katholieke familie. Zijn broer, ook in de zaak opgegroeid, was bijvoorbeeld parochieraad-voorzitter van de Willibrorduskerk. Een sensatie was in 1967 het optreden van Xenia, een Duitse striptease-danseres met een echte leeuw in een gouden kooi! Het is moeilijk voorstelbaar dat dit paste en veilig was. Politieagenten kwamen wel de kooi keuren. Lim-
burgia hanteerde een deurbeleid waarin 'gastarbeiders' niet pasten. In 1965 weigerde de portier twee Turken en er ontstond een handgemeen. Hij riep hulp in van 'acht potige Nederlanders' en 'samen gaven zij de ongewenste gasten een aframmeling', noteerde de krant meegaand. De aanloop werd minder nadat de Jaarbeurs rond 1970 van het Vredenburg vertrok. In 1976 verkocht Kochen de zaak, maar er veranderde weinig. 'De nachtclub heeft 't nog: champagne, pikanterieën en 'n zoentje', schreef het UN tien jaar later. De krant moest eind 1989 echter melden: 'Laatste Utrechtse nachtclub wordt opgeheven'.
15
MEI 2021 | NR. 125 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
DUIC PUZZEL
ZOEKPLAAT Zoek de zeven verschillen
Kan je niet alle 7 verschillen vinden? Dan is het wellicht een goed idee om je ogen gratis te laten opmeten bij Optical Art aan de Lijnmarkt 40 te Utrecht. Voor zowel groot als klein mag je bij Optical Art zijn
OPLOSSING ZOEK DE VERSCHILLEN
ONDER DE MENSEN
Nieuw woonproject in Utrecht brengt mensen samen Lachend komt Leonie Ouwens haar voordeur uit lopen. Ze woont in een nieuwbouwappartement in een bijzonder gebouw in de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Het wooncomplex heet LIVIN en het is een project waarbij een deel van de huurders dak- en/of thuisloos is geweest. Zo ook Leonie, in november vorig jaar klopte ze aan bij de noodopvang omdat ze geen huis meer had.
L
eonie kwam vorig jaar op straat te staan toen haar relatie uitging. Ze had geen dak meer boven haar hoofd en vond de weg naar de opvanglocatie op de Maliebaan. Leonie vertelt: “Gelukkig heb ik geen nacht op straat hoeven te slapen. Dat wens je niemand toe. Ik ben eerder dakloos geweest en wist gelukkig waar ik hulp kon krijgen. Bij de opvang kon ik direct terecht. Ik kreeg een kamer aangeboden waar ik samen met een kamergenoot gebruik van kon maken. Ondertussen begonnen we met de Tussenvoorziening te werken om mijn leven weer op de rit te krijgen.” Terwijl ze in de opvang zat begon ook de zoektocht naar een nieuwe vaste woning.
Leonie: “Ik had verwacht dat ik daar lang op moest wachten.” In Utrecht kunnen bewoners die dakloos zijn urgentie krijgen, daarmee worden ze sneller geholpen aan een eigen plek. “Toen kreeg ik ineens een bericht dat dit speciale project er was, en er een appartement voor mij beschikbaar was. Ik was zo blij.” Dit speciale project is Eerst een Thuis. Gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties in de regio Utrecht werken hierin samen om meer dan 200 dakloze mensen een eigen woning te bieden. Leonie krijgt een woning toegewezen bij LIVIN, een van de locaties binnen het project. Dit is een nieuw woonconcept waarbij de gemeente Utrecht
en De Tussenvoorziening dak- en thuislozen begeleiden naar een zelfstandig bestaan. Het woonconcept houdt in dat huurders van Mitros samen een woongemeenschap vormen waarbij dus een gedeelte van de gemeenschap bestaat uit voormalige daklozen uit de maatschappelijke opvang. In LIVIN ligt de nadruk op samenleven en omkijken naar elkaar. Er is begeleiding voor de bewoners die dak- of thuisloos zijn geweest en er is extra beheer vanuit Mitros. Alle bewoners van LIVIN hebben hun motivatie voor dit speciale woonconcept van tevoren toegelicht en aangegeven graag te willen bijdragen. Veel Utrechters wilden hier graag wonen om zo bij te dragen aan het concept.
Leonie woont er nu een paar maanden: “Het is echt fantastisch om een eigen plek te hebben. Echt een eigen huis, dat is heel bijzonder voor mij. Ook vind ik het fijn dat iedereen hier naar elkaar omkijkt, dat we als buren elkaar helpen als het nodig is en dat ik mij hier veilig voel.” Leonie is erg te spreken over het project. Ze heeft naast een nieuwe woning ook een baan gevonden. “Op dit moment heb ik het allemaal weer aardig op de rit. Het is echt de start van een nieuw leven.” Onder de Mensen is een serie verhalen van DUIC in samenwerking met de gemeente Utrecht waarin we zoeken naar voorbeelden van hulp, ondersteuning en initiatieven in de stad. Bij wie kun je terecht voor een steuntje in de rug om je leven weer op de rit krijgen? Hoe ondersteunen en helpen mensen elkaar om een stapje verder te komen? Wie zijn de enthousiaste initiatiefnemers die opstaan voor hun buurt?
Advertentie
VOLOP GENIETEN DOE JE IN HOEF EN HAAG Dit nieuwste deel van Het Lint bestaat uit 40 woningen onderverdeeld in twee-onder-een-kapwoningen, vrijstaande villa’s, hoekwoningen en tussenwoningen. Het onderste deel van deze fase is gereserveerd voor woningen met extra veel ruimte. Hier, aan de zijde van Plas Everstein, komen vier riant geschakelde woningen en zeven vrijstaande villa’s al dan niet met een rieten kap.
START VERKOOP DINSDAG 18 MEI MELD JE NU ALVAST AAN!
De woningen en villa’s liggen prachtig tussen groene hoven met ruimte voor de kinderen om te spelen en de waterrijke meander. Een heerlijke plek waar je wandelt met je hond of zomers met de kinderen met je bootje op avontuur gaat. En Plas Everstein ligt op loopafstand van je voordeur. Ideaal voor de sportieveling om het rondje ‘Everstein’ te doen.
• Wonen in de romantische Fin de Siècle stijl
• 3 tot 5 slaapkamers
• Stijlvolle villa’s met pannen of rieten dak
• Complete badkamer en keuken afwerking
• Fraaie ornamenten, hoge ramen, kozijnen
• Vloerverwarming op de begane grond
en rijk gedecoreerde overstekken
en eerste verdieping
• Tussen- en hoekwoningen
• Gasloos, gereed voor de toekomst
• Twee-onder-een-kapwoningen
• Voorzien van bodemwarmtepomp
• Vrijstaande villa’s • Woonoppervlak van circa 135 m² tot circa 208 m²
Via Makelaardij
De Keizer Nieuwbouw
0347 37 42 77
0347 75 11 70
info@viamakelaardij.nl
nieuwbouw@dekeizer.nl
en zonnepanelen • Koopsom van € 445.000,tot € 865.000,- v.o.n.
HOEFENHAAG.NL