Dg#27 lr

Page 1

Duurzaam Gebouwd

Dé betaalbare koploper op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid.

RT 72 HI

+

kennisplatform over duurzaam bouwen Duurzaam Gebouwd # 27 | september 2014

Alcoa Architectuursystemen

Harderwijk

Tel: 0341 - 464 611

aas@alcoa.com

Annemarie van Doorn: ‘De echte waarde van duurzaamheid is maatschappelijke relevantie’

www.alcoa-architectuursystemen.nl

# 27 | september 2014

Gebouwschil

Maatschappelijk vastgoed

Met o.a. rondetafelgesprek ‘Houtbranche richt pijlen op regisseurs’ en project ‘Effecten van wind’

Met o.a. rondetafelgesprek ‘Overheden moeten markt actief inschakelen’ en project ‘Green School op Bali’

Duurzame prestaties garanderen: sleutel bij renovatie woningvoorraad ‘EPC vergelijkt appels, peren en tomaten’ ‘Geld blijft belangrijk, maar houdt bewoners niet echt bezig’

OPMAAK DG 23-compleet.indd 80 DG 27 Cover.indd 1

15-10-13 15:58 05-09-14 14:29


Oplossingen voor een gezond binnenklimaat Solid Air ontwikkelt en produceert innovatieve oplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. Systemen die ruimtes voorzien van frisse

Hoe toekomstbestendig is een appartement? LUCHTBEHANDELING

lucht en de juiste temperatuur. Alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingskasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte- en koudetransport, lage temperatuurverwarming, hoge lekdichtheidsklasses

LUCHTVERDEELTECHNIEK

en het gebruik van duurzame materialen. U komt Solid Air tegen in kantoorgebouwen, zorginstellingen, ziekenhuizen, scholen en in de woningbouw. Zowel nationaal als internationaal.

De kracht van Solid Air

• Alle disciplines in huis:

• Eigen productontwikkeling en

en klimaatplafonds

• Flexibel en snel bij specifieke

Luchtbehandeling, luchtverdeling

• Breed en bekend productenpakket met goede energieprestaties

• Zeer korte levertijden van zowel

standaard producten als maatwerk

KLIMAATPLAFONDS

testfaciliteiten klantwensen

• Uitstekende documentatie van al onze producten

• Gemotiveerde medewerkers

solid-air.com Solid Air maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat uit de bedrijven Solid Air (luchtbehandeling, luchtverdeeltechniek, klimaatplafonds) , Velu klimaattechnische groothandel, Nijburg Klimaattechniek (engineering,

Over 20 jaar heeft een bewoner andere wensen dan vandaag. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat.

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

installatie en montage) en Nijburg Products (productie/fabricage)

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort

www.vbi.nl NIG_SA_1/1 pag. ARCHITECT.indd 1 DG 27 Cover.indd 2

24-04-14 13:16

VBI-advA4-DuurzaamGebouwd-AF.indd 1

01-05-14 14:27 05-09-14 14:29


Duurzaam Gebouwd

Groot Interview: Annemarie van Doorn

10

Hoe wil je leven? Hoe ga je met elkaar om? Wat is de echte waarde van duurzaamheid? Vragen die Annemarie van Doorn bezighouden en waar ze vanuit haar directeurschap van de Dutch Green Building Council de nodige antwoorden op wil geven. Als psychologe weet ze wat mensen drijft en dat komt van pas bij het bereiken van de doelen die ze zichzelf heeft gesteld.

Thema: Gebouwschil •• Rondetafelgesprek: Houtbranche richt pijlen op regisseurs •• Project: ‘Niets is recht bij deze gevel’ •• Project: Waterdicht werk •• Onderzoek: Effecten van de wind •• Project: Uitdagende constructie vereist zekerheid •• Project: Camargue in de polder •• Thematisch nieuws

19 Thema: Maatschappelijk Vastgoed

93

•• Rondetafelgesprek: Overheden moeten markt actief inschakelen bij verduurzaming •• Project: Gebouwd voor de eeuwigheid •• Project: Formule 1 klimaatsysteem voor Formule 1 werkplaats •• Onderzoek: Welke tool voor welke situatie? •• Project: De groenste school op Bali •• Thematisch nieuws

duurzaam gebouwd | september 2014

3


Uw maatschappelijk vastgoed verduurzamen met Green Liz Gemeenten kunnen miljoenen euro’s besparen op hun energierekening en daarmee tevens een forse bijdrage leveren aan een beter milieu. Green Liz, de combinatie Ledverlichting, Isolatie en Zonnepanelen maakt dit mogelijk. Budget neutraal.

Kijk voor meer informatie op www.greenliz.nl


Duurzaam Gebouwd Oprichting Duurzaam Gebouwd Connect

Nieuwe fase Duurzaam Gebouwd Sinds 1 september 2014 bestaat Duurzaam Gebouwd Connect. Hiermee begint Duurzaam Gebouwd aan een volgende fase, samen met de koplopers uit de bouw en vastgoed. Gezamenlijk onderschrijven ze de visie ‘Het Nieuwe Bouwen’ en dragen ze dit gedachtengoed actief uit.

De bouwbranche verandert in rap tempo, met een zichtbare verschuiving van aanbod naar vraag en een transformatie naar een industrie met totaalconcepten. Veel partners in de bouw en vastgoed zien dat het in deze nieuwe situatie noodzakelijk is om de denkwijze te vernieuwen. Hierbij horen een integrale aanpak en transparante samenwerking. Deze sector kan een enorme slag slaan als het gaat om het reduceren van € 7 miljard aan faalkosten, een enorme besparing aan CO2-uitstoot en een beter gebruik van het grondstoffenpaspoort. Er zijn verschillende voorwaarden om deze kansen effectief te benutten: kennis en netwerken delen zijn hierbij belangrijke factoren.

Verbinden Met deze vernieuwde focus wil Duurzaam Gebouwd hieraan verder bijdragen. De voornaamste missie blijft om organisaties en personen uit de gehele integrale bouwkolom met elkaar te verbinden en samen te bouwen aan business. In Duurzaam Gebouwd Connect komen de top 250 organisaties samen, die de visie van ‘Het Nieuwe Bouwen’ (zie kader) onderschrijven en dit gedachtengoed actief uitdragen. Deze topvernieuwers trekken de kar wat betreft vergaande – integrale – samenwerking en leveren een grote bijdrage aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving.

11 punten van Het Nieuwe Bouwen Er is één voorwaarde om deze kansen te benutten: vernieuwers in de bouw moeten kennis en netwerk delen, van elkaar leren en integraal gaan samenwerken. Het is belangrijk dat elke partner in het proces kennis heeft van de visie, werkwijze en verdienmodellen van de andere spelers in de keten: woningbouwcorporaties, architecten, kantooreigenaren, beleggers, projectontwikkelaars, installateurs, aannemers, constructeurs en financiers.

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Het is hierbij van belang om een doorvertaling te maken van Het Nieuwe Bouwen vanuit de elf thema’s:

10.

7. 8. 9.

11.

Het gebouw of woning als totaalproduct leveren Gezonde en flexibele producten leveren Een zelfvoorzienende gebouwde omgeving Kwaliteit: het product zonder opleverpunten Garantie op het product te verhalen bij één partij Productieproces conceptueel, industrieel en efficiënt ingericht Ontwikkeling en gebruik van duurzame, circulaire materialen Gebruik- en woonbundels in plaats van losse rekeningen en risico’s voor huurder of koper Social return on investment: MVO-beleid voor personeel en omgeving Transparante ICT-aansluiting tussen productiepartners en naar de klant Uitdagende contractvormen en stimulerende financieringsconstructies

duurzaam gebouwd | september 2014

5


Al 85 jaar fabrikant van innovatieve duurzame producten met een bewezen en gecertificeerde minimale impact op het milieu.

DERBIGUM NEDERLAND B.V. Olof Palmestr. 18 - Postbus 237 - 2600 AE Delft Tel. 015 215 40 00 - Fax 015 215 40 11 E-mail : infonl@derbigum.com www.derbigum.nl


Duurzaam Gebouwd

Activeren Om deze samenwerking verder aan te jagen, organiseert Duurzaam Gebouwd inspirerende evenementen en brengen we de markt in beweging met onafhankelijk nieuws, expertvisies, projectbeschrijvingen, innovatieve producten en andere initiatieven. Duurzaam Gebouwd Connect is een actief platform voor en door de markt. Twee Advisoryboards, te weten Content en Strategie, ondersteunen hierbij de Duurzaam Gebouwd-directie. Beide Advisoryboards bestaan in eerste instantie uit twaalf onafhankelijke topexperts. Ze komen tweemaal per jaar bijeen en adviseren de directie van Duurzaam Gebouwd. Daarnaast gelden ze als ontmoetingsplek voor experts en krijgen zij de mogelijkheid om kennis te delen en visies uit te wisselen.

Duurzaam Gebouwd Connect Building Holland Het Nieuwe Bouwen staat volgend jaar van 31 maart tot en met 2 april in de schijnwerpers. Tijdens de tweede editie van Building Holland komen alle schakels in de bouw- en vastgoedsector bijeen om de toekomst mede vorm te geven aan de hand van kennisdeling, conceptontwikkeling én samenwerking. Kijk voor meer informatie op BuildingHolland.nl.

Op 1 september 2014 is Duurzaam Gebouwd Connect opgericht: het platform voor de 250 koplopers in de bouw- en vastgoedsector. De site DuurzaamGebouwdConnect.nl geeft een overzicht van komende en ondernomen activiteiten.

Producten van Duurzaam Gebouwd •• •• •• •• •• •• •• •• •• •• ••

Round Table Tour Building Holland van 31 maart tot en met 2 april 2015 Green Tie Gala op 1 april 2015 Verkiezing Duurzame 50 Vastgoed NL 10 bijeenkomsten Duurzaam Gebouwd Op Locatie 4 magazines Duurzaam Gebouwd 2 magazines BREEAM-NL PEP Meeting 130 Nieuwsbrieven 25 Partner Nieuwsbrieven 1200 nieuwsberichten op de website

duurzaam gebouwd |september 2014

7


Authorized dealer

Maak de

energiesprong Mitsubishi Electric heeft opnieuw een belangrijke stap gezet in het nog efficiĂŤnter maken van haar complete range klimaatsystemen. Door de toepassing van de meest recente hoogwaardige technische innovaties op de complete range is er voor iedere denkbare toepassing een nog efficiĂŤntere oplossing voor handen.

T 078 - 615 00 00

E INFO@ALKLIMA.NL

I WWW.ALKLIMA.NL


Inhoud 11

Groot interview: Annemarie van Doorn

Thema: Gebouwschil 21 Rondetafelgesprek Houtbranche richt pijlen op regisseurs 28 Project ‘Niets is recht bij deze gevel’ 33 Project Waterdicht werk

36 Onderzoek Effecten van de wind op de gebouwschil 39 Project Uitdagende constructie vereist zekerheid 44 Project Camargue in de polder 49 Thematisch nieuws

50 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Ondersteuning bij verduurzaming van gebouwen

52 Dutch Green Building Council ‘Energieneutraal was onze ambitie en dat is gelukt’

56 Cement & Beton Centrum Ultiem transparant door klimaatinstallatie in betonvloer

60 IKOB-BKB Extern toezicht vergroot vertrouwen in duurzaamheid 64 GPR Met GPR Gebouw-certificering duurzaamheidsprestaties aantonen

69 Partner uitgelicht Duurzaam Gebouwd-partners adviseren tijdens

Editorial Innovatie en maatschappelijk vastgoed Er gebeurt ontzettend veel op het gebied van innovatie. Maar het is mij te veel in de marge. Het gaat te vaak om innovatie binnen projecten. Terwijl de echte winst te halen is bij projectoverstijgende aanpakken. Ideeën die opschaalbaar zijn en gebaseerd zijn op een goed businessmodel. En daar schort het nogal eens aan. We denken vaak vanuit het proces en een aanpak die we kennen en waaraan we iets verbeteren. Maar de zaken gaan de komende jaren flink op zijn kop. Gestandaardiseerde aanpakken met ontzettend veel (geautomatiseerde en geïndustrialiseerde) maatwerkoplossingen. Ongeacht over welk deelsegment van de bouw we het hebben. Tunnels, kantoren, woningen, maar zeker ook maatschappelijk vastgoed. Want juist maatschappelijk vastgoed is vaak vastgoed, waarbij we ‘veel voor weinig’ willen hebben. En dat kan. Als we bereid zijn over onze eigen schaduw heen te stappen en openstaan voor nieuwe businessmodellen, ook met branchevreemde partijen.

fabrieksbezoek

71 Algemeen Kansen voor vastgoed

73 Project Philips: ‘Creëer engagement bij je medewerkers voor échte winst’

76 Interview VolkerWessels Vastgoed: ‘Duurzaamheid moet je raken in je ziel’

82 Interview Bouwend Nederland-voorzitter Verhagen en UNETO/VNI-voorzitter Siertsema: ‘Duurzame prestaties garanderen: sleutel bij renovatie woningvoorraad’

88 Project Vernieuwd kantoor met gerecyclede plafonds 90 Project Maximale energie halen uit wind

Maatschappelijk vastgoed 94 Rondetafelgesprek Overheden moeten markt actief inschakelen bij verduurzaming

103 Project Gebouwd voor de eeuwigheid

108 Project Formule 1 klimaatsysteem voor Formule 1 werkplaats 111 Achtergrond Welke tool voor welke situatie? 114 Project De groenste school op Bali

116 Project Postkantoor getransformeerd tot participatiecentrum 121 Thematisch nieuws

Bijvoorbeeld door een ontwerp voor een school te maken, dat eenvoudig de mogelijkheid biedt middels automatische toegangscontrole de ruimtes ’s avonds en in het weekend beschikbaar te stellen aan muziekleraren, sportinstellingen, kaartverenigingen en noem maar op. Met een geautomatiseerd online reserveringssysteem en automatische verrekening van kleine bedragen. Zoek naar initiatieven die zorgen voor efficiënt gebruik van middelen en die antwoorden geven op maatschappelijke vraagstukken. Bedenk de oplossingen als sector en laat ze niet telkens weer door de klant bedenken. Laten we door ons vernuft zorgen dat onze kinderen gezonde klassen hebben, waar ze met plezier naartoe gaan en goed kunnen leren. Dat bejaarden uit hun isolement komen en een plek hebben om voor mijn part samen te breien. Juist omdat maatschappelijk vastgoed vaak om maatschappelijke belangen gaat, hebben wij de plicht om het maximale eruit te halen wat erin zit. En dat vraagt om innovatie. Niet in één project, maar projectoverstijgend. Geen innovation by addition, maar radicale innovatie. Wie pakt die handschoen op?

125 Duurzaam Gebouwd Op Locatie

130 Duurzaam Gebouwd Seminars Corporaties ‘Geld blijft belangrijk, maar houdt bewoners niet echt bezig’

134 Algemeen Energieneutraal op papier én in de praktijk

136 Rondetafelgesprek ‘EPC vergelijkt appels, peren en tomaten’

141 De Gouden Kikker ‘Hier is de goede vraag gesteld’

148 Project Gemeenten breiden warmtenetwerken uit 152 Nieuws

Marjet Rutten Marketeer, innovator @MarjetRutten www.constructief.org

duurzaam gebouwd |september 2014

9


‘Mensen moet je zelf een verandering laten ervaren‘


Groot interview DGBC-directeur Annemarie van Doorn wil mensen in beweging krijgen

De psychologie van duurzaam denken Hoe wil je leven? Hoe ga je met elkaar om? Wat is de echte waarde van duurzaamheid? Vragen die Annemarie van Doorn bezighouden en waar ze vanuit haar directeurschap van de Dutch Green Building Council de nodige antwoorden op wil geven. Als psychologe weet ze wat mensen drijft en dat komt van pas bij het bereiken van de doelen die ze zichzelf heeft gesteld. Tekst: Tom de Hoog, Fotografie: Rockin Pictures

Was duurzaam denken en doen altijd al iets wat u bewoog? “Ik ben afgestudeerd klinisch psycholoog en ook sociologie heb ik een aantal jaren gestudeerd. Daarbij was ik altijd al bezig geweest met wat mensen drijft. En ook hoe je groepen in beweging krijgt. Dat soort thema’s spreken me heel erg aan. Natuurlijk heb ik door mijn werk in de gezondheidszorg mensen ook meer leren zien als individuen met persoonlijke verlangens en behoeften. Mij fascineert dat echt.”

Toch maakte u de overstap naar ABN Amro? “Ik werkte in de verslavingszorg en maakte toen de stap naar de bank. Destijds heb ik daarover in een interview gezegd ‘Of je nou met verslaafden werkt of met managers van een bank, dat maakt niet zoveel uit’. Dat gaf toen best wat opschudding, maar ik bedoelde dat mensen het heel lastig vinden om te veranderen en om anders te gaan kijken. Ook bij mensen die groot zijn geworden bij een organisatie als een bank. Dat is bijna een soort verslaving. Want als je dat niet meer hebt, wat is er dan nog? Dát vind ik interessant. Uiteindelijk vind ik dat je als bank ook midden in de samenleving moet staan. En dat is natuurlijk heel erg weggeweest.”

Maar de reden van de overstap, die heb ik even gemist. “Naast mijn werk in de verslavingszorg gaf ik onder meer

bedrijfstrainingen. Dus ik kwam via dat andere, dat ‘tweede baantje’ in contact met bedrijven. Zo ben ik bij ABN Amro terechtgekomen, omdat ik veel verstand zou hebben van mensen en groepen.”

Dus hoe groepen mensen acteren en op elkaar reageren. “Exact. Er was een grote reorganisatie gaande en ik kwam daar om dat op het ‘grotegroepenniveau’ te begeleiden. In 2003 ben ik gevraagd om te komen werken bij de afdeling Corporate Sustainable Development. Deze afdeling hield zich bezig met het wereldwijd bij de bank introduceren van de duurzaamheidstrategie. Toen was er nog de illusie, en dat is natuurlijk een illusie, dat je dat allemaal vanuit Amsterdam even kon regelen. Ongeveer in 2007 ben ik bij de vastgoedtak van de bank terechtgekomen.”

Zo kreeg u het idee wat er in beweging moest komen bij de vastgoedsector? “Ja, en dat gaf enorm veel energie. Zeker als je ziet dat hetgene waar je mee bezig bent uiteindelijk ook door de markt wordt opgepakt omdat mensen er zelf in gaan geloven. Dat was ook zo met bankiers als je die in hun hart raakt en vraagt wat ze zelf vinden of hoe ze het anders zouden willen. Het nadenken over de DGBC begon over hoe we alle neuzen dezelfde kant op konden krijgen aan de Zuidas. Met het doel dat het een mooi, duurzaam en groen gebied wordt. Wat ik dan heel leuk vind in zo’n proces is

duurzaam gebouwd | september 2014

11


'Ik was altijd al bezig met wat mensen drijft' Profiel Annemarie van Doorn (1967) is afgestudeerd psycholoog en studeerde sociologie. Na haar studies werkte ze bij ABN Amro onder meer op de afdeling Corporate Sustainable Development. Vervolgens was zij initiator en directeur van de Green Business Club Nederland. Ook stond Van Doorn in 2008 aan de wieg van de Dutch Green Building Council (DGBC) waar ze als bestuurslid verantwoordelijk was voor de positionering van DGBC als BREEAM-certificeerder. Tevens nam ze samen met medebestuurslid Anke van Hal het initiatief voor de Dutch Green Building Week. In 2014 volgde de aanstelling als directeur bij DGBC als opvolger van Stefan van Uffelen. Van Doorn heeft een doel: de komende jaren zich sterk maken voor onderwerpen als gezondheid, welzijn en comfort in relatie tot het verduurzamen van gebouwen en gebieden. Zij ziet dit als de belangrijkste duurzaamheidsthema’s voor de komende jaren.

hoe de mensen erin staan. Dus wil ik ervoor zorgen dat iedereen ook inziet dat het in zijn of haar belang is. Als je het oplegt, komt niemand in beweging. Mensen zelf een verandering laten ervaren is de psychologie waar ik nog steeds mee bezig ben. Ik kan een heel mooi verhaal vertellen over wat we allemaal aan labels hebben bij DGBC en dat ze dat vooral moeten gaan toepassen. Maar het gaat erom dat ze er zelf in geloven en erover gaan vertellen aan anderen.”

U zei bij uw aanstelling als directeur DGBC ‘We zijn vergeten waar we het voor doen’. Waar doelde u op? “Alles ging eigenlijk altijd over geld. Uiteindelijk is dat geen houdbare situatie. ik denk dat we in die zin vergeten zijn dat de kwaliteit van leven, dus hoe je met elkaar omgaat en hoe je wilt leven, ontzettend belangrijk is. De omgeving waarin je woont, waarin je leeft, waarin je werkt. Maar dat vergeten we wel eens in de keuzes die we maken voor anderen. De echte waarde van duurzaamheid krijg je pas te pakken als je daarvan de maatschappelijke relevantie laat zien. Gezondheid is zo’n thema waarvoor andere formules of andere rekenmodellen nodig zijn.”

Dus een ander soort business case. Dan komt het woord ‘business’ toch weer vooraan. “Ja, dat wel, uiteindelijk moet wat we doen nog steeds geld opleveren. Maar het is wel op een andere manier kijken. Ik denk dat wij dat ook kunnen stimuleren vanuit het werk dat we hier bij de Dutch Green Building Council doen om andere partijen bij elkaar te brengen. Niet meer eendimensionaal kijken maar mensen verbinden met elkaar en natuurlijk ook meer naar de langere termijn kijken.”

Wat doet DGBC met het thema ‘gezondheid’? “Daar zijn wij volop mee bezig. Zo zijn we een themagroep gestart voor gezondheid. Uiteindelijk willen we dat gezondheid ook binnen onze BREEAM-labels een nog belangrijkere plek gaat krijgen. We hebben daarvoor een soort stappenplan. Wat we hebben gezegd is dat gezondheid een enorm belangrijk thema is in kantoren, woningen en scholen. In scholen is al veel energie en geld gestoken om die gezonder te maken, maar dat komt eigenlijk niet goed van de grond. We zijn dus direct aangehaakt bij het ministerie en bij het frisse scholenproject. Dus we weten inmiddels dat het echt een lastige is. En waar komt dat nou door?”

Dat is inderdaad mijn volgende vraag. “Dat het niet goed van de grond komt, dat scholen slecht verduurzamen en eigenlijk te weinig aandacht hebben voor het binnenklimaat en gezondheid, heeft als oorzaak dat die docenten en die schoolbesturen gewoon deeloplossingen aangeboden hebben gekregen. Zo van ‘Nou, meneer, ik heb hier een mooie installatie voor u!’ Of ze kregen een CO2-meter. Waarvan ze overigens de stekker weer uit het

12

september 2014 | duurzaam gebouwd


Groot interview

stopcontact haalden omdat het zo veel stroom verspilde. Met andere woorden: het is aanbodgericht geweest. En ook heel erg van ‘Ik weet wat goed voor u is’. Kastjes, dingetjes, niks dus. Geen integrale oplossingen.”

aanpak de vraagkant te bereiken. Op het moment dat je dat duidelijk hebt, dan kunnen wij met onze participanten mogelijk een model voor een integrale oplossing ontwikkelen. En een manier om het te financieren.”

Voor integrale oplossingen hebben scholen toch ook geen geld?

Toch weer bankiers nodig.

“Geld is uiteindelijk niet het probleem, maar dat is focus. Scholen richten zich natuurlijk in eerste instantie op lesmateriaal, dat is de reden van hun bestaan. Wat wij als DGBC daarin gaan doen, is naar die scholen toegaan met wat we BREEAM-Junior noemen. Een meetsysteem dat kinderen zelf kunnen gaan toepassen. Dus zij gaan met die BREEAM-Juniorvragenlijst door de school en kijken ze wat er gebeurt met afval, of ze naar buiten kunnen kijken, of het raam open kan. Tegelijkertijd hebben we ook een quickscan gemaakt met tien heel simpele vragen voor schooldirecteuren. Zo kan je heel snel zien hoe een school ervoor staat. Hoe gezond de school is. Dat heet dan ook de Quickscan Gezonde School, die is nu bijna klaar en is recent aan het ministerie overhandigd. We hopen met die

“Daarom hebben we bijvoorbeeld de kopgroep financiers bij DGBC. Die gaat zich niet zozeer met scholen bezighouden, maar wel hoe we doelstellingen kunnen formuleren die dergelijke initiatieven kunnen helpen. Dat is wat ik wil en daar staan zij ook voor open. Ook open naar andere participanten toe als die tegen zaken aan lopen rond financiering. Er zijn overigens meerdere van die kopgroepen bij DGBC. In de breedte kunnen wij zo natuurlijk veel meer met ons netwerk doen. Al onze participanten hebben met elkaar alles wat nodig is om te verduurzamen en daar moeten we gewoon veel meer gebruik van maken.”

Levert dat nog meer BREEAM-certificering op? “We kijken naar gezondheid en comfort. Dat geldt voor kantoren maar ook voor woningen. Alleen energiebespa-

duurzaam gebouwd |september 2014

13


ring is niet voldoende om mensen in beweging te krijgen, dat is toch niet interessant genoeg. Dat schijnt op woningniveau ook zo te zijn, maar op het moment dat je het hebt over dat bepaalde maatregelen beter zijn voor kinderen met astma dan komt verduurzaming van de woningmarkt veel sneller in beweging. De aandacht voor de bestaande woningmarkt is voor ons redelijk nieuw natuurlijk, maar we richten ons nu vol op een eerste versie van een duurzaamheidsrichtlijn voor woningen, zodat het op korte termijn bruikbaar is voor de woonontwikkelaars en beleggers van deze wereld. Wat belangrijk is bij woongebieden, maar dat speelt ook wel bij werkgebieden, is ook natuurlijk de omgeving zelf. Leven in een groen gebied is gewoon gezonder.”

De beweging is wel de trek naar de stad. “Groene gebieden kun je ook in een stad creëren. Dus ik denk dat bij woningen dat ‘wijkdenken’ heel belangrijk zal

14

september 2014 | duurzaam gebouwd

worden. Speelplaatsen en beweging voor kinderen met obesitas is iets waar je heel direct wel mee aan de slag kan.”

Dan worden de verbanden natuurlijk steeds omvangrijker en ook ingewikkelder. “Terecht zeg je dat het steeds ingewikkelder wordt. Maar kijk, wij gaan ons niet direct bezighouden met voeding. Wij blijven ons richten op de kwaliteit van de gebouwde omgeving. Hooguit kunnen we aangeven wat je in de gebouwde omgeving kan doen om beweging te bevorderen. Kijk, dat verduurzamen technisch allemaal kan, natuurlijk. We hebben alle kennis en alle techniek in huis. Het gaat veel meer om de business case: waarom doen we het? Daarmee bedoel ik dat het niet alleen meer gaat over direct geld, maar het moet ook gaan over maatschappelijke waarde. Beweging in een gebied, dat is gewoon goed voor je lichaam en goed voor je geest en noem maar op. Dus


Groot interview

dat heeft een maatschappelijke waarde die je op langere termijn wel kunt vertalen in geld.”

Die factor zou je welzijnswaarde kunnen noemen. “Welzijnswaarde inderdaad. Daar hebben wellicht andere partijen dan hun voordeel van en dat is ook nodig in deze fase waarin we zitten. Het is niet voldoende om het alleen maar te hebben over de opbrengst van een installatie. Het gaat erom nu die stap te gaan zetten naar een bredere doelgroep. Dus we praten nu ook meer met andere partijen, zorgverzekeraars bijvoorbeeld, en daar valt nog zo ontzettend veel te winnen. Het zien van kleur of van een groene omgeving door patiënten in een ziekenhuis levert gewoon minder dure zorgdagen op. Onvoorstelbaar is dat dat blijkbaar nog steeds binnen veel zorgcentra niet is doorgedrongen. Of het is onwetendheid, of het is niet willen weten of het is allemaal iets te ingewikkeld. Ergens vind ik dan ook dat wij moeten faciliteren en met voorbeelden moeten komen. Net als bij een frisse en gezonde school. Ook daar is het misschien onze taak soms om dat te laten zien. Vertellen wat is gedaan en hoe ze er gekomen zijn. Zo dus andere scholen uitdagen om het ook op die manier te gaan bekijken.”

'Groene gebieden kun je ook in een stad creëren'

Ik las over de World Green Building Council in Sao Paulo. Dat is ver vliegen voor duurzaamheid. “Laat ik vooropstellen dat wij daar zelf niet naartoe gaan. Wat op zich het voordeel is van die internationale samenwerking is natuurlijk wel dat je weet wat er vanuit de World Green Building Council aan onderzoek gebeurt. Maar, dat kan ook heel goed virtueel. Wij in Nederland hebben de insteek dat je elkaar pas opzoekt als dat echt moet. We hadden hier bijvoorbeeld recent een aantal councils op bezoek omdat we echt stappen wilden zetten. In het algemeen, kennisuitwisseling kan prima virtueel. Dus wat wij uitgeven als stichting willen we ook op een goede manier doen en kunnen verantwoorden naar onze participanten.”

Nog meer nieuws over BREEAM-NL labels? “De volgende versie van het BREEAM-NL nieuwbouwlabel is in ontwikkeling, dus die wordt zo snel mogelijk opgeleverd. En BREEAM-NL In-Use is natuurlijk altijd nog een spannende, want wat doe je met die informatie? Een ‘very good’ of een ‘good’ voor een pand betekent wel dat er nog het een en ander aan te verbeteren valt. Maar hoe ga je dat dan financieren, dat is wel een uitdagende vraag. Dus daarom is BREEAM-NL In-Use ontzettend belangrijk. Daar houdt die kopgroep financiers zich ook mee bezig. Wat ik verder wel goed vind om te melden is dat wij bezig zijn om vanuit de themagroep gezondheid een gezondheidslabel te ontwikkelen. Misschien is er al zoiets en dan kunnen we dat aanvullen. Er komen overigens nog meer themagroepen. Zo komt er onder andere de themagroep Verlichting.

Daarin willen we de laatste innovaties, dus wat er allemaal kan met verlichting en wat voor effect dat heeft, in beeld hebben. We willen vervolgens ook dat die themagroep invloed heeft op de BREEAM-NL labels. Zo’n themagroep Verlichting gaat bijvoorbeeld assessoren begeleiden in wat zij wel en niet moeten waarderen binnen het spectrum van mogelijkheden. Dat is ook waar we weleens kritiek op krijgen. Want ja, BREEAM-NL is een prachtig systeem, maar de markt wil verder. Daarom ook is de blik van de Dutch Green Building Council breder; het gaat om de verduurzaming van de gebouwde omgeving.”

duurzaam gebouwd |september 2014

15


ABC Nova is een integraal adviesbureau voor ruimtelijke projecten en processen. Wij adviseren en ondersteunen onze opdrachtgevers om optimale woon-, werk-, leer- en leefomgevingen te verwezenlijken. Dat doen we altijd met de belangen van vandaag en morgen op ons netvlies. -

concepten accommodatienota project- en procesmanagement huisvestingsadvies transformatie

-

contractmanagement risicomanagement & planning juridische diensten duurzaamheid bouwbegeleiding

Amsterdam - Assen - Nieuwegein abcnova.nl

De Gouden Kikker Award ABC Nova staat voor een duurzaam gebouwde omgeving. Dit betekent dat wij blijven zoeken naar nieuwe en betere toepassingen en processen om wonen, werken, zorgen en onderwijs duurzaam te ontwikkelen met als doel waardecreatie voor onze opdrachtgever. Deze filosofie dragen wij als organisatie graag uit. Om de ontwikkeling van duurzaam bouwen te stimuleren reiken wij jaarlijks De Gouden Kikker Award uit. De prijs wordt toegekend aan bouwprojecten die voorop lopen op het gebied van duurzaamheid en innovatie. De Award wordt uitgereikt tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres. Kijk voor meer informatie of aanmelden op www.degoudenkikker.org.


Verse lucht?

HET ZIT IN ONS SYSTEEM ! Stil

Slim

Energiezuinig

De compleet nieuwe DucoBox is de slimste én stilste afvoerbox in Europa. De geïntegreerde én gepatenteerde regelkleppen, op basis van CO2- en vochtsturing, garanderen een slimme en efficiënte afvoer, enkel waar en wanneer nodig én in de juiste hoeveelheid!

DUCO @ ENERGIE 2014 Bezoek ons in hal 1, stand A040 van 7 tot en met 9 oktober 2014

We inspire at www.duco.eu

info@duco.eu - Handelsstraat 19 - 8630 Veurne - Belgium - tel +32 58 33 00 33 - fax +32 58 33 00 44


Transformatie biedt toekomstkansen Gebruikerswensen veranderen voortdurend. En dus moet uw gebouw kunnen meebewegen. Of het nu een school is, een ziekenhuis, een kantoor, een woning ... Levensloopbestendig bouwen vraagt om flexibele indelingsmogelijkheden. Alleen zo haalt u het maximale uit uw investering - en bent u duurzaam bezig. Onze milieuvriendelijke, doordachte producten bieden precies wat u nodig heeft: onbegrensde flexibiliteit. Letterlijk. Met onze wandsystemen, plafonds en prefab-concepten is ĂŠlke transformatie en ĂŠlke renovatie mogelijk. Keer op keer, want alles is ook eenvoudig herbruikbaar. Kijk op faay.nl. Of bel (0347) 37 66 24.

onuitputtelijke grondstoffen

brandwerend

snel te monteren

geluidwerend

schroefvast

thermisch isolerend

dubo


Duurzaam Gebouwd Duurzame Energie

Xxxxxxx

kennisplatform over duurzaam bouwen Thema Thema

Gebouwschil Gebouwschil 52 Interviews

Woonakkoord is een eerste stap.

Rekenen aan duurzame oplossingen: Life Cycle Costs.

21 Rondetafelgesprek Houtbranche richt pijlen op 58 Financieel regisseurs 36 Onderzoek Effecten van wind op de 62 Project gebouwschil

Meer dan parkeren.

44 Project Camargue in de polder

Bron: TONZON

Bron: Alcoa Architectuursystemen


Vakmensen werken met Troelstra & de Vries

Meer mogelijkheden met Soprasolar zonne-energiesystemen Een plat dak wordt een inkomstenbron met Soprasolar. Een compleet gamma aan zonne-energiesystemen van Troelstra & de Vries. Door een uniek bevestigingssysteem op basis van bitumen en een verstelbare kunststof voet is het plaatsen van ballast of het doorboren van het dak niet meer nodig. Dit vergroot en vergemakkelijkt de mogelijkheden voor plaatsing. Soprasolar systemen kunnen dankzij hun lichtgewicht constructie en unieke bitumen bevestigingssysteem toegepast worden op zeer lichte en zelfs getoogde dakconstructies.

✓Stevige, lichtgewicht constructie < 14 kg/m ✓Toepasbaar op hellende daken tot 200 ✓Uniek bevestigingssysteem op bitumenbasis ✓Compleet pakket van dakbedekking tot 2

zonnepanelen en omvormer

✓Uitgebreide garanties op zonnepanelen, dakbedekking en bevestigingssysteem

✓Eén aanspreekpunt voor al uw vragen bij Troelstra & de Vries

Vraag nu aan!

Altijd de juiste dakoplossing binnen handbereik? Vraag gratis de productmap aan via info@troelstra-devries.nl of +31 (0)515 53 30 00.


Rondetafelgesprek

Houtbranche richt pijlen op regisseurs Vraag menig bouwer om enkele eigenschappen van hout te benoemen en het blijft vaak ijzig stil. Dit geldt ook voor de duurzame aspecten van deze grondstof. Initiatieven als De Vrienden van Hout en het Bouw & Hout Convenant wakkeren de toepassing van de grondstof aan, maar weten opdrachtgevers en eindgebruikers eigenlijk wel waar de onderscheidende kracht van hout ligt? Vijf specialisten uit de markt bespreken in een rondetafelgesprek de kansen en voordelen. Tekst: Marvin van Kempen, Fotografie: Rockin Pictures (uitgezonderd portretfoto Daan Bruggink)

Voor alle aanwezige partijen zijn de voordelen van hout helder en vanzelfsprekend. “Naast de oneindige toepassingen, bewerkbaarheid, duurzaamheid en het positieve psychologische effect op de eindgebruiker zijn er nog veel andere voordelen te noemen. Daarnaast is het bos het rijkste ecosysteem wat betreft biodiversiteit en slaat hout

CO2 op”, somt Berdien van Overeem, voorzitter Verduurzaamd Hout Nederland (VHN) en moderator van het rondetafelgesprek, op. “Bouwpartijen, opdrachtgevers en eindgebruikers hebben deze kennis vaak niet in huis. Wat is er nodig om de vraagkant bewust te maken van het potentieel van hout?”

duurzaam gebouwd | september 2014

21


‘We laten ons veel te vaak leiden door lobby en te weinig door visie’ maar hout in de gevel aanbrengen moet wel op de juiste manier gebeuren. Hoe mooi het materiaal ook is, als de constructie niet deugt gaat het alsnog mis. Als we de goede eigenschappen van hout willen benadrukken, dan moeten we ons beseffen dat de eindgebruiker geen specialist is, maar op een aannemer, architect of andere partij leunt. We moeten onze promotiepijlen richten op de mensen die aan de knoppen van het bouwproces zitten. “ Hans Zwaanenburg, directeur van de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBVT).

Opwaarderen Raf Grieten is directeur van Ewitherm, dat onder andere houtkozijnen produceert. Hij beaamt dat de voordelen nog niet helder genoeg zijn voor sommige partijen, maar merkt wel dat de markt voor hout aantrekt. “Zeker de laatste vijf jaar is dat het geval. Eerst was de verkoopverhouding 80% kozijnen van kunststof en aluminium en 20% houtkozijnen. Nu zijn die verhoudingen omgedraaid. Daarnaast merken we dat er een markt is voor innovaties als ons passiefhuiskozijn, waar vurenhout gecombineerd wordt met een kurklaag en de buitenschil van Accoya-hout is. Zo waarderen wij hout op en krijgt het een meerwaarde.”

Achterliggende behoefte De deelnemers vinden dat er nog een wereld te winnen valt als het gaat om bewustmaking van partijen die de eindgebruiker adviseren. Hans Zwaanenburg, directeur van de Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie (NBVT): “De eindgebruiker zoekt naar een nieuw bedrijfspand of een nieuwe woning, maar houdt zich niet of nauwelijks bezig met het materiaal waarmee het pand is opgebouwd. De grote winst zit hem volgens mij in het aanwakkeren van de achterliggende behoefte. We hebben te maken met een wens die de discussie over grondstoffen overstijgt, namelijk die van flexibiliteit. We willen allemaal een woning hebben waarin we kunnen groeien en die snel aanpasbaar is. Tegelijkertijd zijn wij als houtindustrie met het leveren van een complete buitenschil uniek ten opzichte van de cement- en betonbranche.”

Meerwaarde toekennen aan hout doet Peter Swager, manager director bij Foreco, op zijn eigen manier onder de slogan ‘Innovatief in hout’. Ook hij ziet de mogelijkheden in de markt, vooral als het gaat om gevelsystemen van gebouwen. “Wij leveren het materiaal en brengen het zelf aan, door ons eigen montagebedrijf. Het klinkt simpel,

Raf Grieten, bedrijfsleider Ewitherm.

Berdien van Overeem, voorzitter bij Verduurzaamd Hout Nederland (VHN).

22

september 2014 | duurzaam gebouwd

Roel Nozeman, Netwerk Manager voor de bouwsector bij FSC Nederland, ziet bewustwording als een gezamenlijke taak voor alle partijen in de keten. “Je ziet nu gerecyclede kunststoffen op de markt komen en verwerkt worden in projecten, terwijl hiervoor in het verleden hout werd ingezet.


Rondetafelgesprek

Wat we ook zien is dat hout in de nationale milieudatabase niet altijd goed staat aangeschreven. Om toepassing van hout te stimuleren moeten we bewustwording bij adviserende partijen creëren, door deze partijen met de juiste gegevens voor te lichten. Eigenlijk is het vreemd dat belangrijke eigenschappen van duurzaam hout als CO2-opslag (0,9 ton per m3), recyclebaarheid en de positieve effecten op de mensen en dieren die van bossen afhankelijk zijn geen grotere rol spelen in het beslissingsproces van projectpartijen.”

Emotie Swager en Grieten zien een gigantische markt als het gaat om woningrenovatie. Toch lijken beslissers, die bij dergelijke projecten betrokken zijn, moeilijk te overtuigen. Swager: “De architect krijgt een waterval aan productinformatie. Het is dus zaak om goede to-the-point informatie over hout te geven, onder andere over duurzaamheid en garantie. Natuurlijk komt er naast feitelijke informatie nog een stuk emotie kijken. Gelukkig hoef je de emotie voor hout niet uit te leggen: iedereen voelt zich er goed bij.” Grieten is het roerend eens: “Breng hout in het spel als een grondstof die leeft en een positieve impact heeft op het leven van de eindgebruiker. Creëer die beleving voor hem.”

Roel Nozeman, Netwerk Manager voor de bouwsector bij FSC Nederland.

wel een kanttekening. “We moeten het eerst met zijn allen eens worden over de systematiek achter de analyse”, vindt ze. Daarnaast liggen er kansen op het gebied van onderhoud en duurzaamheid. “Vooral de intrinsieke duurzaamheid mag beter belicht worden”, zegt Grieten. Daan Bruggink, architect en oprichter van ORGA architect, denkt dat hout vanzelf een grotere impact krijgt in de bouw. “De toenemende energie-eisen doen het houtgebruik toenemen, net als de opkomst van prefab ontwikkelingen. Hout is een van de weinige écht constructieve biobased bouwmaterialen en daarin is de grondstof uniek. Verder is de opslag van CO2 een onderschatte waarde. In GrootBrittannië is aangetoond dat de groei van de houtbouw zorgt voor opslag van 80% van de gestelde CO2-norm, conform het Kyoto rapport. Daarnaast zal hout een grote rol gaan spelen in de circulaire economie. Terwijl nu de focus nog op energie ligt, is het zaak om een manier te vinden waarop biobased materialen kunnen ‘scoren’ in duurzaamheid.”

Flexibel wonen Peter Swager, manager director Foreco.

Naast dit goede gevoel dat mensen beleven aan hout weet Zwaanenburg dat bewoners vaak gevoelig zijn voor hout vanwege flexibiliteit. “Een nieuwe kleur of iets laten ophangen kan prima. Daarnaast is een houten kozijn eenvoudiger te repareren. Deze onzichtbare voordelen kunnen voor bewoners – en dus woningcorporaties – de doorslag geven om te kiezen voor hout.” Het is duidelijk dat de branche nog een slag kan slaan als men helder communiceert, naar de juiste kanalen. De kansen aan de horizon zijn duidelijk zichtbaar. Zo noemt Van Overeem Life Cycle Analyse als voorbeeld, met daarbij

Onderhoudsafspraken kunnen volgens Zwaanenburg prima inspelen op de flexibiliteitswens van tegenwoordig. “Waarom zou je niet – net als bij een cv-ketel – onderhoudsafspraken van vele jaren maken? Architecten en opdrachtgevers zijn hier beiden gevoelig voor. Combineer dit met de flexibiliteit om bijvoorbeeld de kleur te veranderen, als je nieuwe eindgebruiker dit wenst. Het negatieve imago van onderhoud van hout kan prima omgevormd

‘De emotie voor hout hoef je niet uit te leggen’ duurzaam gebouwd |september 2014

23


www.recticelinsulation.nl Vraag nu ons gratis passiefhuisboek aan op: www.recticelinsulation.nl en bekijk hier ook het filmdocument over de massief passief bouwvisie.

Revolutionaire bouwvisie: netto maandlasten voor bewoners blijvend lager! Energie Vakbeurs Den Bosch Huurders en kopers van het passief project Nimmerdor in het Zeeuwse Grijpskerke profiteren van een enorme besparing in hun maandlasten: zij betalen voor hun energienota nog maar een paar tientjes per maand. Dat is te danken aan de massief passief bouwvisie van Recticel Insulation, die in Nederland voor het eerst werd toegepast in het multifunctionele complex Nimmerdor. Recticel Insulation biedt dan ook de beste polyurethaan isolatieproducten voor een passiefhuis. Heeft u plannen voor een economisch en ecologisch voordelig passief project? Mail voor een afspraak met een van onze adviseurs naar: vanderhoek.roland@recticel.com. Of kijk voor meer informatie op de site: www.massiefpassief.nl

Bezoek Recticel Insulation tijdens de Energie Vakbeurs in Den Bosch, van 7 tot 9 oktober 2014. U vindt ons op stand 01.A016

Ervaring bewoner Wieteke de Rijke (32): “Je voelt het echt in je portemonnee” “Mijn ervaring tot nu toe is, dat de woning in de winter lekker warm is. In de zomer blijft de warmte zonder kunstgrepen gewoon buiten. Ramen openzetten kan overigens nog altijd. Het huis is dus zeker geen luchtdichte bunker. Mijn vorige huis was een klein huurappartement, waar ik al veel meer aan energie verbruikte dan hier, terwijl ik hier veel meer inhoud heb. En de zonnepanelen op mijn dak leveren meer stroom dan ik nodig heb. Wat ik niet gebruik, gaat automatisch in het net van energieleverancier Delta. En daar krijg ik een vergoeding voor.”

Scan via uw Layer-app voor meer informatie.

www.recticelinsulation.nl


Rondetafelgesprek

‘Richt de pijlen op de partijen achter de knoppen van het bouwproces’ worden tot een positief imago. Je zou ook in kunnen zetten op hybride constructies en de dialoog aangaan met de staalindustrie om samen te werken.” Swager en Grieten knikken instemmend. “De hybride constructies zijn absoluut aantrekkelijk en hier liggen zeker groeimogelijkheden.” De overheid kan de rol vervullen van aanjager, maar doet dit nog onvoldoende. Swager: “De houtbranche zit jammer genoeg niet in de topsector en ontvangt niet de aandacht die het verdient. Regeltjes zijn over het algemeen slecht voor innoveren. In Nederland ben je dan niet in een gunstig land. Hoe meer de overheid zich ermee bemoeit en zaken gaat verplichten, des te meer stagneer je.”

Oren open Zwaanenburg: “We laten ons veel te vaak leiden door lobby en te weinig door visie. Dit zie je terug in discussies omtrent warmteweerstand in woningen, waarbij men het heeft over een Rc-waarde van 5 of 6 in plaats van 3,5. Stel jezelf de vraag: ‘Is dit de kern als we het over duurzaam bouwen hebben?’ Ik ga er vanuit dat we over twintig jaar dunner isoleren en technische installaties met zonne-energie hebben waarmee we een enorme winst behalen. Een woning met minder isolatie is niets minder comfortabel. Er is meer dan alleen sturen op energiezuinigheid. We moeten onze oren open houden en luisteren naar de behoeftes van de markt. Dat doen we nog altijd te weinig en dat geldt voor de gehele industrie. Het is erg moeilijk om achter de achterliggende behoefte te komen, maar dat kunnen we wellicht doen in samenwerking met andere branches.” Grieten ziet een aspect waar de Nederlandse overheid op kan inzetten. In België is er namelijk een focus op luchtdicht bouwen en regelgeving omtrent passief bouwen als norm. Dat kan prima vertaald worden naar Nederland, vindt hij. “In Brussel geldt de norm van passiefbouwen bij nieuwbouw. Als eenzelfde norm in Nederland opgelegd wordt, dan wordt het gebruik van hout ongetwijfeld populairder. Dit terwijl je in Nederland een discussie moet voeren met woningcorporaties om te overtuigen houten kozijnen te nemen.”

Constructie Innoveren is in vrijwel iedere branche aan de orde van de dag, zo ook in de houtsector. Zo zijn er duurzame soorten hout en brandveilige soorten. Vooral de ontwikkelingen op het gebied van constructie lijken te inspireren. Swager: “Winst is vooral te behalen op het gebied van de fabricage

Daan Bruggink, architect en oprichter ORGA architect. Bruggink was verhinderd van het rondetafelgesprek maar gaf later zijn visie.

van de constructie. Er is in het verleden nogal geprutst op het gebied van gevelsystemen. Dat kan mooier en vooral beter. De producten zijn er: Accoya-hout, NobelWood en meer. Nu de constructies nog. Innoveren kan de sector daarnaast op onderhoudscontracten, want dat gebeurt nog te weinig. Waarborg de kwaliteit voor bijvoorbeeld 25 jaar." Grieten haakt in: “Het gebruik van Accoya-hout is ook een argument naar architecten en projectontwikkelaars. De voordelen van dit type hout, onder andere een logistiek lagere voetafdruk, zijn argumenten die we op tafel moeten leggen om architecten te overtuigen.” Volgens Bruggink kunnen innovaties eindgebruikers of architecten bewegen om hout te gebruiken: “Hout verkoopt zichzelf. De beste manier om te overtuigen is om helder uit te leggen wat hout doet en de toepassing ervan te laten zien. Voor de eindgebruiker is het van belang om hen te laten ervaren wat hout kan bijdragen aan een gebouw. Innovaties laten zien waartoe het materiaal in staat is.” Overtuigingskracht haalt men daarnaast uit certificeringen als het DUBO-certificaat. Een certificering is vooral waardevol omdat het hobbels wegneemt en processen versnelt. Swager: “De kwaliteit is dan voor externe partijen meteen inzichtelijk. Het voorkomt herhalingsoefeningen. Niet onbelangrijk is dat we een stap voor lopen op andere stoffen met certificering van herkomst. Hiermee toon je aan dat je grondstoffen gebruikt van duurzaam beheerd bos.” Grieten: “Uiteindelijk trek je architecten en projectontwikkelaars hiermee over de streep. Een certificering is daarom een van de vele opties die we hebben om hout onder de aandacht te brengen. Benutten we al deze kansen, dan weet straks iedereen precies wat er met de veelzijdige grondstof hout mogelijk is.”

duurzaam gebouwd |september 2014

25


ROCKPANEL, duurzaam van begin tot eind ROCKPANEL: onafhankelijk erkend als A+/A gevelbekleding De ROCKPANEL producten zijn duurzaam over de gehele levensduur. Het natuurlijke basismateriaal, het efficiĂŤnte productieproces, de duurzaamheid, het veilige gebruik en het geringe onderhoud maken ROCKPANEL tot een doordachte en verantwoorde keuze. Dat alles ĂŠn het feit dat de platen volledig recycleerbaar zijn zorgen ervoor dat ROCKPANEL moeiteloos past in elk duurzaam bouwproces. Op basis van een Life Cycle Assessment (LCA) kende BRE Global ROCKPANEL een Environmental Product Declaration (EPD) toe. Bovendien werden de producten erkend als een van de beste in haar soort met A+ en A ratings voor diverse constructies. Ga voor meer informatie naar www.rockpanel.nl/aplus

Environmental Profiles Certificate No.427


HOME IS WHERE YOUR HEART IS

DimensieVier Burg. Guljelaan 6 4837 CZ BREDA info@dimensievier.nl www.dimensievier.nl


‘Niets is recht bij deze gevel’ Het kantoorgebouw The Edge aan de Amsterdamse Zuidas ziet er dankzij de enorme glazen gevel opvallend uit. Door de speciale vorm met een geknikte schuine kant bleek het technisch gezien een uitdagende constructie te zijn. Minder goed zichtbaar is het feit dat dit een van de grootste gebouwen ter wereld is met een ‘Outstanding’ BREEAM ontwerpcertificaat: het hoogst haalbare duurzaamheidscertificaat. Tekst: Rijkert Knoppers

28

september 2014 | duurzaam gebouwd


Project

In het najaar van 2014 moet de oplevering gaan plaatsvinden van een van de meest duurzame gebouwen van Europa: The Edge, een kantoorgebouw, gelegen in het Kenniskwartier aan de Zuidas te Amsterdam. Het gebouw, dat ontwikkeld is door OVG Projectontwikkeling en uitgevoerd door G&S Bouw, heeft een oppervlak van circa 40.000 m2. Het ontwerp is gedaan door Ron Bakker en Lee Polisano van PLP Architecture uit Londen en het in Amsterdam gevestigde OeverZaaijer architectuur en stedebouw heeft de bouwkundige uitwerking van het project verzorgd. “We hebben in het verleden eerder gewerkt met PLP Architecture, onder meer bij de nieuwbouwrenovatie van het World Trade Center in Amsterdam”, vertelt senior project manager Cees den Ouden van OeverZaaijer. “Wat de samenwerking betreft waren we daardoor van begin af aan goed op elkaar ingespeeld. Net zoals bij andere vergelijkbare projecten was het ook hier onze taak, om de kwaliteit te leveren, die het betreffende architectenbureau nastreeft.” Het prestigieuze hoofdkantoor van de huurders Deloitte en AKD is een van de grootste gebouwen ter wereld dat een ‘Outstanding’ BREEAM ontwerpcertificaat heeft behaald. “We hebben dat niveau stapsgewijs gehaald”, aldus Den Ouden. “We mikten eerst op ‘Excellent’, maar tijdens het proces kwamen we zo dicht bij ‘Outstanding’, dat we ons daarop gingen richten. Overigens is de verdienste op dit vlak naast de bouwkundige aanpak vooral te danken aan de installatietechniek.” Wat betreft installaties gaat het onder meer om actieve energieconcepten, zoals de warmte/koudeopslag (WKO), een warmtepompsysteem met aansluiting op de stadsverwarming en een pv-installatie op de zuidgevel en op het dak, dat bestaat uit enkele honderden zonnepanelen. Verder is er een klimaatplafond in het gebouw, dat zowel koelte als warmte levert.

Atrium Een zeer in het oog springend kenmerk van het gebouw is het glazen atrium van totaal circa 3000 vierkante meter, dat vanaf de grond naar de bovenkant van het kantoorgebouw is geconstrueerd. De glazen kas voert de ventilatielucht af, die afkomstig is van alle 15 verdiepingen, de gevel zorgt voor de voldoende toetreding van het daglicht en via de ruimte vindt de toevoer van warmte plaats. De bovenste helft van de constructie van de gevel vroeg om speciale aandacht. Omdat het dak hier schuin naar achteren loopt, moesten de gehanteerde profielen een aanpassing krijgen. “Niets is recht bij deze gevel”, verduidelijkt Den Ouden. “Daarbij speelt ook een rol, dat de gevel een groot oppervlak heeft met grote overspanningen en de nodige aansluitingen. Wat de constructie extra lastig maakt is dat het geen één vlak is, er is sprake van een schuin vlak dat naar achteren loopt en waar ook nog eens een knik in zit. De engineering om de gevel wind- en waterdicht te krijgen en om de maatvoering te kunnen vaststellen is uiterst complex. Bovendien zit er altijd beweging in de gevel vanwege de temperatuurswisseling, dus je moet de toleranties goed integreren!” OeverZaaijer communiceerde op dit punt vooral met De Rollecate, het in Staphorst gevestigde gevelbouwbedrijf, dat op haar beurt met Alcoa Architectuursystemen samenwerkte, die het gevelsysteem ontwikkelde en leverde.

Aangepaste profielen “Voor de constructie van het onderste gedeelte van de glazen gevel hebben we niets bijzonders ondernomen, daarvoor gebruiken we gangbare aluminium gevelelementen”, vertelt Martijn Bergsma, projectengineer van het in Harderwijk gevestigde Alcoa Architectuursystemen, leverancier van de profielsystemen. “Maar het wigvormige

duurzaam gebouwd |september 2014

29


Steden die 30% minder energie verbruiken? Als toonaangevende producent van energie-efficiĂŤnte oplossingen draagt ABB bij tot aanzienlijke energiebesparingen, zonder afbreuk te doen aan de prestaties. Met onze regelsystemen kun je tot 50 procent energie besparen en met onze gebouwautomatisering zelfs tot 60 procent. Terwijl de anderen praten over energieprijzen, stroomtekorten en klimaatverandering doet ABB er daadwerkelijk iets aan, hier, op dit moment. www.abb.com/betterworld

Vast en zeker.


Project

stuk van de gevel, dat schuin naar achteren loopt, is een ander verhaal. Om het regenwater goed te kunnen afvoeren, was het nodig om de contouren van de profielen aan te passen. We gaven de profielen dezelfde hoek als van het dak, waardoor de waterhuishouding op het horizontale vlak bleef.” Het verticale gedeelte vanaf de bodem is dus min of meer standaard opgebouwd uit AA 9562 aluminium elementgevels. Dit zijn gangbare prefab elementen, die gefabriceerd zijn in de fabriek. “Het voordeel van deze standaardprofielen is dat ze in de fabriek te monteren zijn, waardoor een extra hoge kwaliteit haalbaar is”, verduidelijkt Bergsma. “De aansluitingen en dichting van de schuine gevelvlakken waren dusdanig complex dat conventionele dichtingen niet toereikend waren. Dit is opgelost door het toepassen van een technologie die nog in de kinderschoenen staat, het 3D-printen. Na jarenlang onderzoek in samenwerking met de TU Delft om toepassingen van deze technologie in de gevel te gebruiken, hebben we in dit project 3-D printen in de praktijk gebracht. De dichtingen zijn aan de hand van 3-D modellen uitgetekend en vervolgens op hoge maattolerantie geprint en gemonteerd in de gevel. Deze techniek waarborgt een hoge wind- en waterdichtheid en zorgt tegelijkertijd voor een optimalisatie in het productieproces.” Volgens Richard Meyer, field sales manager bij Alcoa, is het glazen atrium een constructie, die bij bouwkundige experts tot in het buitenland aan toe bewondering afdwingt: “Er zijn architecten die de website van The Edge bij hun favoriete websites plaatsen”, vertelt Meyer, “vervolgens houden ze voortdurend het bouwproces in de gaten om te kunnen volgen welke veranderingen er hebben plaatsgevonden.” Meyer erkent dat de knik in de gevel de bouwkundige constructie bijzonder gecompliceerd maakte. Niet alleen omdat het lastig was om de profielen de gewenste afmetingen en vormen te kunnen geven, maar de aluminium gevelelementen moesten ook geschikt zijn om de toleranties op te kunnen vangen, zowel toleranties als gevolg van temperatuurwisselingen als toleranties van bouwkundige aard. “Normaal gesproken gaat het daarbij om het extruderen en het isoleren van de profielen”,

Betrokken partijen

Deloitte/AKD (gebruikers) OVG Projectontwikkeling (opdrachtgever) Architect: PLP/Architecture, OeverZaaijer architectuur en stedebouw G&S (aannemer) Deerns (installatieontwerp, uitvoeringsbegeleiding) HOMIJ Technische Installaties, Bosman Bedrijven (installatietechniek) Rollecate (gevelbouwbedrijf) Alcoa Architectuursystemen (systeemleverancier)

verduidelijkt Meyer, “dat laatste houdt in dat we het binnendeel van de profielen scheiden van het buitendeel, waar we een speciale machine voor gebruiken. Maar in dit geval waren de aanpassingen en toleranties zo complex, dat we speciale houten mallen moesten ontwikkelen om de profielen te kunnen isoleren.”

Smalle draairamen Dat er vanwege bijzondere architectonische eisen aanpassingen nodig zijn van de standaard aluminium gevelelementen is volgens Meyer niets bijzonders, dat gebeurt bijna dagelijks, maar in dit geval luisterde het proces nauwlettend, niet alleen omdat de overspanningen zo groot zijn, ook omdat er hoge eisen liggen ten aanzien van de energiebesparingen. “Dat geldt ook voor de raamstroken op de kantoorverdiepingen”, verduidelijkt Meyer. “Daar zijn langwerpige zeer smalle draaielementen in de gevel aangebracht, die opgebouwd zijn uit een enkel aluminium profiel. Er zijn wel honderden warmtestroomberekeningen aan te pas gekomen, om het ontwerp van die ramen en het atrium te kunnen optimaliseren.” Inmiddels is de buitenkant van het gebouw zo goed als klaar. En? “We zijn erg trots aan een dergelijk prestigieus project te hebben mogen meewerken en dat we met onze kennis en innovatie een bijdrage hebben kunnen leveren aan dit prachtige bouwwerk”, aldus Meyer.

Feiten & cijfers

Project: Gebied: Oppervlakte: Kantooroppervlakte: Parkeeroppervlakte: Verwachte oplevering: Certificaat:

The Edge (hoofdkantoor Deloitte/AKD) Amsterdam Zuidas totaal ca. 51.120 m2 ca. 39.410 m2 kantoor ca. 11.710 m2 parkeergarage september 2014 BREEAM Outstanding

duurzaam gebouwd |september 2014

31


VOOR AL UW KLANTEN DIE VOOR DUURZAAM KIEZEN Steeds meer van uw klanten kiezen voor duurzaam afbouwen. U kunt hen daar als geen ander bij helpen. Met Brander Afbouwprodukten biedt u uw klanten een duurzame en milieuvriendelijke afwerking. Gestructureerd en glad, wanden en plafonds. Zo maakt u het uw klanten nog gemakkelijker te kiezen voor duurzaamheid en uw kwaliteit.

BIEDT U UW KLANTEN DUURZAME AFWERKING? VOOR EEN PRACHTIGE EFFICIËNTE WAND- EN PLAFONDAFWERKING Met Brander Crystal biedt u uw klanten een zeer efficiënte, naadloze en fraaie afwerking van wanden en plafonds. Stootvast, hard en uitstekend reinigbaar. VOOR EEN FRAAI GESTRUCTUREERDE STOOTVASTE WANDAFWERKING Met Brander Briljant en Brander Tango worden wanden fraai gestructureerd afgewerkt. Beide producten zijn gunstig in verbruik en hebben een lange levensduur. De kras-, slag- en stootvastheid van deze pleisters maakt de kans op beschadigingen nihil. VOOR EEN HOOGWAARDIGE GLADDE EN HARDE WANDAFWERKING Voor die klanten hebt u met Brander Verf- en Behangklaar de perfecte oplossing. Ideaal voor het egaliseren en efficiënt glad afwerken van gipskartonplaten of minerale ondergronden. In twee lagen spiegelglad én harder dan alternatieve producten. VOOR EEN MODERNE MATTE MUURVERFAFWERKING Voor een hoogwaardige en duurzame afwerking van wanden en plafonds kiest u voor Brava Matt. Deze muurverf heeft een goede dekking en een hedendaagse matte uitstraling.

D U B O K E U R ®: Z O W E T E N U W KLANTEN HET ZEKER DUBOKEUR® is hét keurmerk voor duurzaam bouwen en wordt uitgegeven door het onafhankelijke Nederlandse Instituut voor Bouwbiologie en – ecologie (NIBE). Het keurmerk bewijst dat een product tot de meest milieuvriendelijke producten binnen zijn toepassing behoort. Dit wordt aangetoond aan de hand van een milieukundige levenscyclusanalyse. Brander biedt 5 verschillende producten aan die tot de top van de markt behoren in duurzaamheid én hoogwaardige afwerking. Kijk op www.brander.nl/duurzaam voor nog meer informatie.


Project

Waterdicht werk Kleiburg, de laatste overgebleven Bijlmerflat, wordt gefaseerd gestript en verbouwd aan de buitenkant en verkocht als klusflats. Om de commerciële ruimten op de begane grond te vrijwaren van lekkage, worden de balkon- en galerijvloeren op de eerste verdieping afgedicht met een speciale harslaag. De Kleiburg-flat in Amsterdam-Zuidoost, een zogeheten knikflat: vier delen die in een hoek van 45 graden ten opzichte van elkaar staan. “Er worden kozijnen geplaatst en verder wordt de flat aan de voor- en bovenzijde helemaal waterdicht afgewerkt. Daarna mag elke bewoner de flat naar eigen smaak zelf binnen afwerken. Oude tegelvloeren blijven in eerste instantie bijvoorbeeld gewoon liggen”, vertelt Bram Baan van Multiprotect Nederland. Dit bedrijf is door Schadenberg Dakwerken, onderaannemer bij Kondor Wessels Amsterdam die de flats verbouwt, betrokken bij het project als erkend applicateur van Triflex, een snel uithardende PMMA-hars. “We hebben in fase 1 het afdichtingsmateriaal Triflex toegepast op de vloeren aan de galerijzijde en aan de balkonzijde op de eerste verdieping. Dit om lekkage te voorkomen voor de commerciële ruimten die zich daaronder bevinden.” Op de overige verdiepingen - het buiten-buiten gedeelte - volstaat de bestaande betonnen vloer.

Goede ervaringen Schadenberg Dakwerken won de aanbesteding voor de renovatie van het dak; dit werk werd samengevoegd met het afdichten van de balkon- en galerijvloeren. Het dakdekkersbedrijf heeft ruim twintig jaar goede ervaringen met Triflex. “Sommige details in het bovendak en de galerijplaten kunnen we moeilijk dicht krijgen en dan doen we een beroep op Triflex om het blijvend waterdicht te maken”, zegt directeur Auke van Zanten. “Op die manier kunnen we even goed de tien jaar garantie op waterdichtheid geven zoals we gewend zijn.” Triflex heeft een aantal gunstige eigenschappen, stelt Baan. “De uitharding vindt heel snel plaats, na drie kwartier is het al begaanbaar en weer 100 procent belastbaar. Dat betekent dat er geen loopvoorzieningen getroffen hoeven te worden. Het materiaal wordt dan ook vaak toegepast in bewoonde situaties. Met het voorgeschreven jaarlijkse onderhoud hogedruk reinigen en eventueel kleine beschadigingen bijwerken - kan het systeem zo 15 jaar mee.” Tijdens de eerste fase is de bestaande polyurethaan afdichting van de balkon- en galerijvloeren gereinigd en

Galerijvloer vloer ten tijde van het aanbrengen van een Triflex-laag.

geschuurd. Vervolgens is er een laag hars met wapeningsvlies aangebracht, gevolgd door een tweede laag hars, zodat een gewapend membraan ontstond. “Dit membraan blijft flexibel en kan rek en trek opnemen. Dat is een voordeel bij een ondergrond die werkt onder invloed van weersomstandigheden. Heb je een starre laag, dan ontstaan scheuren”, verklaart Baan. In de twee millimeter dikke harslaag is tevens antislipmateriaal op basis van kwartszand ingestrooid. Deze laag is daarna weer afgelakt. “Je krijgt zo een zekere ruwheid in de laag die ervoor zorgt dat mensen niet uitglijden.”

Bijzonder: het project zelf Het bijzondere aan het project is voor Van Zanten het project zelf. “Je hebt het over de laatste grote Bijlmerflat die nog in oude staat is en over heel veel vierkante meters, bijna 5000”, verklaart hij. “Het is een spraakmakend en aansprekend project, en het is leuke publiciteit dat je die flat hebt voorzien van nieuwe dakbedekking.” De eerste fase is inmiddels afgerond en beide partijen zijn uitgenodigd voor de tweede fase. Afgaand op het tempo waarin de flats verkocht worden, zullen de derde en vierde fase niet lang op zich laten wachten.

duurzaam gebouwd | september 2014

33


Grence Dit is de Grence. Een nieuwe generatie spijlenhekwerk dat grenzen verlegt. Door slimme productie het groenste hek van Nederland. In vele kleuren, stijlvol ĂŠn betaalbaar. Dus eigenlijk het ultieme hek. Scan de code en oordeel zelf. Of bel gerust 0499 - 55 12 55

Buitengewoon Beveiligd

110

oktober 2013 | duurzaam gebouwd

www.heras.com



Effecten van de wind op de gebouwschil Gevels worden steeds vaker voorzien van opvallende elementen als vinnen en lamellen of pv-panelen, soms in de vorm van mooie ornamenten op het gebouw. Vaak worden de elementen gebruikt voor zonwering. Onderbelicht is de interactie van de wind, die van groot belang is voor de gevel en elementen die daaraan toegevoegd worden. Adviesbureau Peutz bv koppelt de kansen en bedreigingen gepaard met windbelasting op gevelonderdelen aan diverse praktijkcases, waaronder de voetgangersbrug bij de Isabellalaan in 's Hertogenbosch en het Rijkswaterstaatgebouw in Utrecht. Tekst: Marcel van Uffelen, Peutz

Stromende lucht veroorzaakt bijna altijd luchttrillingen, maar vaak liggen die buiten het menselijk hoorbereik. Soms echter ontstaan bij (harde) wind geluiden die wel een of meer duidelijke toonhoogtes hebben, harmonisch of vals en schril. Bij buizen, roosters en andere delen van gevelconstructies van gebouwen is het risico het grootst. In de ontwerpfase van een gebouw of als er al windgeluid is, kan een onderzoek uitgevoerd worden aan de hand van de tekeningen en details om te bepalen welke onderdelen een risico op windgeluid opleveren; dan kan ook onderzocht worden welke aanpassingen mogelijk en zinvol zijn. Aanvullend kunnen constructiedelen in het akoestisch laboratorium of in de windtunnel onderzocht worden, inclusief het effect van aanpassingen. Op deze manier kunnen de risico's van hinderlijk windgeluid worden beperkt of kan de oorzaak van hinderlijk windgeluid worden weggenomen.

Voetgangersbrug Een mooi voorbeeld is de voetgangersbrug Isabellalaan in Den Bosch, die een luide fluittoon produceerde bij sommige windrichtingen. Dit was tot ver in de aangrenzende woonwijk te horen bij harde wind. Op basis van ervaring met projecten als het Strijkijzer en de Hoftoren in Den Haag ging de verdenking uit naar de in de brugleuning verwerkte roosters. Er is vervolgens een rooster afgehaald en in het akoestisch laboratorium getest. Daar bleek exact dezelfde toon op te treden. Vervolgens is het rooster in het akoestisch laboratorium voorzien van een dikke laklaag, om de scherpe randen af te ronden. Dat bleek bij hermeting en vervolgens ook in de praktijk te werken.

36

september 2014 | duurzaam gebouwd

Trillingen en vermoeiing Trillingen als gevolg van wind kunnen optreden in balkonhekken, brugleuningen en andere gevelelementen zoals zonweringsvinnen. Ze kunnen zichtbaar en voelbaar zijn, wat voor de aanwezige personen storend kan zijn of een onveilig gevoel kan geven. Op basis van het theoretische windspectrum of metingen in de windtunnel maakt Peutz een berekening van het risico op trillingen. Op basis van eigenfrequentie en demping kunnen de maximale uitwijking en versnelling van het gevelelement berekend en beoordeeld worden. Een andere aanpak, voor complexere elementen, is het gebruik van Eindige Elementen (FEM)-modellen om de spanningen en de bewegingen te berekenen. In specifieke gevallen kan het lokale windbelastingspectrum in de windtunnel in een schaalmodel bepaald worden, bijvoorbeeld bij grote luifels of elementen aan gebouwen met een speciale vorm. De in de windtunnel gemeten windbelastingen kunnen dan in het FEM-rekenmodel aangeboden worden om de trillingsamplituden en -frequenties te berekenen.

TEM Tower Dit is bijvoorbeeld gedaan voor de grote luifel aan de TEM Tower in Istanbul, voor Arup, en voor de grote lamellen die gemonteerd gaan worden aan de Fish Market in Muscat in Oman, door Centraal Staal uit Groningen. Van deze lamellen is berekend wat de spanningen in de lamellen worden ten gevolge van de in onze windtunnel gemeten winddrukken. De resulterende trillingen kunnen, als ze lang genoeg duren en zich vaak genoeg herhalen, vermoeiing van materialen veroorzaken. Om een uitspraak te doen over de kans op


Onderzoek

bezwijken door vermoeiing ten gevolge van een variĂŤrende windbelasting, kunnen we de desbetreffende S-N curves uit de Eurocodes koppelen aan de verdeling van de windbelasting in de tijd gedurende de levensduur. Dit kan, zoals bij de genoemde Fish Market, gedaan worden op basis van het windtunnelonderzoek. Op deze wijze is het risico van vermoeiing vooraf te voorspellen en te voorkomen. Bij het project IBG te Groningen zijn dit soort berekeningen gemaakt door de leverancier van de opvallende vinnen aan het gebouw, Sorba, op basis van specifiek windtunnelonderzoek aan een extra grote en gedetailleerde maquette.

Beschadiging zonwering Zonweringen kunnen beschadigen bij harde wind. Meestal gaan zon en harde wind niet samen, dus kunnen ze bij harde wind prima omhoog gestuurd worden. Echter, bij hoge gebouwen is er lokaal soms toch een flinke overlap tussen de zonnige uren en de momenten met harde wind. Daardoor kan men last krijgen van oververhitting gedurende zonnige dagen als het veiligheidssysteem van de zonweringen niet optimaal is. Of dit levert beschadigde zonweringen op. Op basis van theorie metingen op het gebouw of door middel van een specifieke windtunnelstudie met een schaalmodel kan de relatie bepaald worden tussen de piekwindsnelheden die gelijktijdig op het dak, bij de windsnelheidsmeter, en op de gevels optreden. Hiermee kan de kans op beschadiging van de schermen drastisch worden verminderd, waardoor de zonweringen langer naar beneden kunnen blijven en het thermisch comfort in de kantoorvertrekken is verbeterd. Voor onder meer de VRT te Brussel en het Stadhuis van Almere is dit gedaan door ons. Bij laatstgenoemd project ging het om een bestaande situatie, waar comfortklachten en ook schade aan de zonwering bleken op te treden. Hier is het ons met een continu metende windsnelheids- en windrichtingsmeter op het dak en een hieraan verbonden herprogrammering van het regelsysteem per zone van de gevel op basis van ons windtunnelonderzoek, gelukt om de klachten en schades flink te verminderen.

Dubbele huidgevel Een dubbele huidgevel is nuttig om de geluidwering en zonwering van de gevel te verbeteren. Vaak wordt de voorzetgevel uitgevoerd in glas, soms door middel van een weefsel. De lastverdeling over het binnenblad en de voorzetgevel is echter vaak onbekend, wat de gevel onnodig kostbaar kan maken. Deze kan in de windtunnel worden gemeten met behulp van een groot schaalmodel. De stromingsweerstand van de ventilatiespleten in de voorzetgevel alsmede de luchtspouw worden in het schaalmodel zorgvuldig afgestemd op de situatie op volle schaal. Dit is voor het Rijkswaterstaatgebouw in Utrecht (Westravengebouw) gedaan in opdracht van de leverancier van het weefsel, Polyned uit Steenwijk, dat om het gebouw is gespannen. Op basis van de metingen, aan een extra groot schaalmodel, kon de benodigde voorspanning in het weefsel bepaald worden en zijn tevens panelen in de spouw

geadviseerd en gedimensioneerd om meer tegendruk in de spouw nabij de dakrand en de gebouwhoeken op te wekken om het weefsel daar te ontlasten.

Zonnepanelen en groene daken Daarnaast kan het heel nuttig zijn om specifieke windtunnelmetingen te verrichten met betrekking tot de windbelasting op zonnepanelen, die geplaatst worden op bijvoorbeeld vlakke daken of aan gevels. Meestal is het ongewenst om de zonnepanelen aan het dak vast te schroeven, in verband met het risico op waterlekkage. Doel van de metingen is om het benodigde ballastgewicht te bepalen en door middel van gericht onderzoek aan de opstelling ook zoveel mogelijk te verminderen. Dat is van belang omdat veel grote vlakke daken niet berekend zijn op het toevoegen van extra gewicht. Vermindering van de windkrachten op de opstellingen kan mogelijk gemaakt worden door het toevoegen van ventilatiespleten die de drukvereffening tussen onder en bovenzijde van de zonnepanelen verbeteren of door spoilers en windplaten aan de hoge zijde. Dit soort metingen kan ook gedaan worden aan specifieke opstellingen op grote gebouwen of panelen die in de gevel worden opgenomen. Voor Ubbink uit Doesburg, Oskomera uit Deurne, Flamco uit Bunschoten en Sunbeam uit Utrecht is dit soort gedetailleerd onderzoek gedaan. Daarbij is door Peutz bv meegeholpen aan het aerodynamisch optimaliseren van de diverse systemen. Ook hebben we een aantal van deze partijen begeleid bij het maken van rekensoftware voor de installateurs van deze systemen en bij de toepassing van de windtunnelresultaten voor projecten in het buitenland. Deze onderzoeken kunnen tot een flinke reductie van het benodigde ballastgewicht leiden in vergelijking met het toepassen van de windvormfactoren uit de normen. Dit maakt het mogelijk om meer gevels en daken in te zetten voor de groene energieopwekking.

duurzaam gebouwd |september 2014

37



Project

Uitdagende constructie vereist zekerheid Het Kindcentrum ‘De Vlinder’ in Deventer is een belangrijk onderdeel van de wijkvernieuwing van de Rivierenwijk. De Vlinder wordt een ontmoetingsplek en middelpunt van de wijk, met een school, consultatiebureau en peuter- en kinderopvang. Tekst: Marvin van Kempen en Cristel van Maarsseveen

Het ontwerp van het gebouw, dat qua bovenaanzicht wel wat wegheeft van een vlinder, is bijzonder. Waar Nederlandse bouw zich over het algemeen kenmerkt door betonnen en bakstenen constructies, wordt dit gebouw traditioneel opgetrokken door middel van houtskeletbouw. De buitengevel kenmerkt zich door een gebogen aansluiting van buitenplafond naar buitenwand. Die ronde vormen vragen om een speciale afwerking.

Uitdagende constructie Betrokken bij het project zijn Knauf, de KlaassenGroep en DOK architecten. Dennis Scholten is projectleider bij de KlaassenGroep en vertelt over de uitdaging: “Bijzonder is de houtskeletbouw, met imposante liggers die de draagstructuur omvatten. De grote overspanning van de vloer en de gebogen randliggers, ook wel ‘hockeysticks’ genoemd, zijn uniek. Je kunt wel stellen dat deze opmerkelijke constructie op zichzelf een uitdaging is. Hout gedraagt zich anders dan bijvoorbeeld een betonconstructie en dat betekent andere akoestische, bouwfysische en brand-eigenschappen.”

Uitgebreid advies Bij de uitvoering van dit bijzondere project moest elk risico uitgesloten worden: de gebogen constructie moest goed zijn en blijven. Op basis van alle wensen en specificaties werd door Knauf een uitgebreid advies uitgebracht. Geadviseerd werd om het gehele overstek te voorzien van het Knauf Aquapanel Outdoor systeem. Aquapanel is een cementgebonden plaat die ook bij ronde constructies kan worden toegepast. Doorslaggevend voor deze keuze was de garantie die de opdrachtgever kreeg door toepassing van KnaufZeker prestatiegarantie. Deze garantie houdt in dat de opdrachtgever de zekerheid krijgt dat de gewenste prestaties ook daadwerkelijk gerealiseerd worden.

Proefopstelling De gebogen overgangen hebben een radius van slechts 700 millimeter en hier moest een geschikte oplossing voor worden bedacht. Er werd verder gegaan dan alleen schriftelijk advies; Knauf maakte een mock-up met verschillende mogelijkheden, om zowel de KlaassenGroep,

duurzaam gebouwd |september 2014

39


RABOBANK BREDA BEHAAlDE EEN BREEAMCERTIFICAAT MET DUURZAME TRIlUX lICHTOPlOSSINGEN www.trilux.com/breeam


Project

opdrachtgever als DOK architecten een een-op-een indruk te geven van hoe de gebogen constructie er in werkelijkheid uit komt te zien. De betrokken partijen konden deze waarheidsgetrouwe proefopstelling fysiek (op ooghoogte) in de Knauf Akademie komen bekijken, voelen en beoordelen wat de beste oplossing was.

Reduceren van faalkosten Scholten: “Deze proefopstelling heeft verschillende forse voordelen. Het zelf voelen, zien en ervaren is van groot belang. Je kunt het plaatje uitdenken, maar het helpt om bijvoorbeeld de bijzondere hoekoplossing in de praktijk te zien voordat je aan de slag gaat. Vanzelfsprekend betekent dit ook financiële winst, want het reduceert faalkosten. Ten slotte is dit wederom een moment waarop je met de betrokken partijen samenkomt en meer gevoel krijgt bij het project.”

Lichte, dunne (buigzame) plaat Een vereiste was dat de pleisterdrager gebogen kan worden. “Natuurlijk waren we benieuwd hoe dat er in werkelijkheid uit kwam te zien. We vroegen ons onder andere af hoe het stucwerk eruit zou zien en hoe lang we erover zouden doen.” Tijdens het maken van de mock-up kwam Knauf tot de conclusie dat de beoogde beplating van 12 millimeter dikte niet haalbaar was. Gedurende het proces tot de uiteindelijke keuze is dat op een flexibele manier opgelost, met een 8 millimeter plaat. De toepassing van de nieuwe Knauf Aquapanel SkyLite plaat bleek, ook esthetisch, het meest geschikt. Deze plaat is lichter en dunner dan bestaande buitenplaten en daarmee gemakkelijker te buigen in de kleine radius van de kromming. De beplating zal worden afgestuct met basislaag Knauf SM 700 en een witte afwerklaag Knauf LP 221.

Primeur Het Kindcentrum project is het eerste project in Nederland waar de Aquapanel SkyLite is toegepast en de toepassing van SkyLite in gebogen vorm is zelfs wereldwijd een primeur. Door toepassing van KnaufZeker garantie op de constructie kreeg de KlaassenGroep de 100% zekerheid waarnaar hij op zoek was. Vanwege de bijzondere aansluitingen en rondingen konden geen standaard profielen worden toegepast.

In samenspraak met profielenspecialist Ceves Vergeer zijn speciale dilatatieoplossingen en profielen ontwikkeld.

Karakteristiek hout Aan de buitenkant zal de houten onderconstructie uiteindelijk weggewerkt worden, maar aan de binnenkant blijft het hout zichtbaar een blijvend karakteristieke uitstraling geven. DOK architecten wilde daar gebruikmaken van de houten balken om een bepaald esthetisch schaduweffect te realiseren. Dat vergde een speciale aansluiting van de wanden op de houten elementen. Gedetailleerde tekeningen zorgden voor extra inzicht in de noodzakelijke aanpassingen.

Binnenwanden: isolatie en meer De wens was de toepassing van een enkele beplating, om slanke wandconstructies te bouwen en de kosten voor verwerking binnen de perken te houden. Door alle binnenwanden van Knauf Diamond Board platen te voorzien, kan worden voldaan aan die wens. Diamond Board heeft daarnaast extra eigenschappen op het gebied van geluidsisolatie, stootvastheid, vocht- en brandwerendheid. Naast de buitenbekleding wordt ook de gehele binnenafbouw uitgevoerd conform KnaufZeker, waardoor alle bouwfysische eisen gegarandeerd worden gehaald.

Stand van zaken Inmiddels is de montage van de gebogen buitenbeplating in volle gang. Knauf is tijdens de bouwfase aanwezig om waar nodig te ondersteunen. Naar verwachting zal het project eind januari 2015 worden opgeleverd.

Wat is KnaufZeker? KnaufZeker omvat diverse Knauf systemen die vooraf uitvoerig getest zijn op hun individuele en gecombineerde prestaties. Als deze systemen conform de Knauf verwerkingsvoorschriften verwerkt worden, geeft Knauf 100% KnaufZeker prestatiegarantie: de zekerheid dat gewenste prestaties daadwerkelijk gerealiseerd worden. www.knaufzeker.nl

duurzaam gebouwd |september 2014

41


Wédéflex. Powered by passion.

Al 35 jaar duurzaam gebouwde daksystemen!

40

Wédéflex Duurzame Daksystemen, Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 -gebouwd 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl oktober 2013 | duurzaam


Breijer_Corporate 210x275FC 01-05-12 12:27 Pagina 1

Breijer. Partner in elk bouwproject U kunt ons met recht totaalleverancier noemen als het gaat om nieuwbouw, renovatie, vernieuwbouw, installatie, afbouw, onderhoud en beheer. Doordat we bijna alle specialismen in huis hebben, kunnen we praktisch elk project oppakken. En dankzij onze ervaring in integraal bouwen kunnen we uitermate efficiĂŤnt te werk gaan. Onze projectmanager stemt de werkzaamheden en logistiek perfect op elkaar af. Zo komt wachten op elkaar niet meer voor en kan een project sneller worden afgerond. Wilt u weten wat Breijer voor uw organisatie kan betekenen? Kijk op www.breijer.nl.

De juiste mensen op de juiste plek


Camargue in de polder Mocht u ooit in de buurt zijn van Bant in de Noordoostpolder, maak dan gebruik van de mogelijkheid om een wandeling te maken over het, deels voor publiek opengestelde, landgoed Kuinderbos. De kans is groot dat u tijdens die wandeling verrast wordt door een opvallend landhuis. De terracottakleuren van de gepleisterde gevels in combinatie met de zadeldaken doen denken aan de woningbouw in de Franse Camargue. Mede dankzij de hoge isolatiewaarde van de gevel is het voor de bewoner mogelijk om energieneutraal te wonen. Tekst: Gerrit Tenkink

44

september 2014 | duurzaam gebouwd

Aannemingsbedrijf Roos uit Emmeloord startte in oktober 2012 met de bouw, die een goed jaar later werd afgerond. Architect Dirk Klaver van K4 architecten bna was verantwoordelijk voor het ontwerp. De totale woning heeft een inhoud van 3800 kubieke meter en een grondoppervlak van 800 vierkante meter. De woning beneden is opgetrokken van porotherm, een poreuze keramische steen, welke de betonnen verdiepingsvloeren draagt. Poreus, omdat dit substantieel bijdraagt aan de uitwendige isolatiewaarde. Aanvullend is de steen bekleed met een uitwendige isolatie. De verdieping van het landhuis is een houtskeletbouwconstructie. De met 17 centimeter glaswol gevulde hsb-wanden zijn aan de buitenzijde voorzien van een extra laag polystyreen isolatieschuim om scheurvorming te voorkomen en toch een naadloze overgang van onderbouw naar bovenbouw te realiseren. “Voor de bovenverdieping hebben we gekozen voor hsb, omdat metselwerk de afschuifkrachten van het zadeldak niet kan opvangen�,zegt Klaver die uitlegt dat er een flinke zoektocht aan voorafging om tot de juiste keuzes te komen. Uiteindelijk werd boven een Rc- waarde gerealiseerd van 10,2 m2 K/W en beneden een Rc-waarde van 7,0 m2 K/W. De bewoners wilden een woning in de sfeer van de Camargue. Typerend aan deze Franse woningen zijn de gepleisterde buitenmuren. Voor deze woning in de polder werd, in overleg met Strikolith, specialist in gevelisolatiedetails, gekozen voor het Strikotherm systeem 200, een mineraal buitengevelisolatie systeem met als afwerking


Project

Strikotherm Schuurpleister Silicaat 0,5 millimeter. Edward Op ’t Einde van Strikolith Buitengevelisolatiesystemen: “De eindafwerking is samengesteld op basis van waterglas gecombineerd met hoogwaardige dispersies. Hierdoor worden belangrijke minerale eigenschappen gerealiseerd, waarvan een goede dampopenheid en optimale vochtregulering het meest kenmerkend zijn. Bovendien is deze afwerking bijzonder milieuvriendelijk en heeft het als voordeel dat je het onderhoud tot het minimum beperkt. We hebben ook nog gekeken naar een afwerking met leem, maar dat moet je toch jaarlijks even bijwerken. Deze Spachtelpleister is afgewerkt met een Strikolith Peents Pearlcoat, een zelfreinigend product met een afparelend effect.”

Verwarmen en koelen Om de doelstelling energieneutraal te kunnen realiseren is de woning voorzien van onder andere een pv- installatie (deels op het dak), watercollectoren en een WKO-installatie. Klaver: “Met een goede zonering van vloer- en wandverwarming en koeling moeten we low-tech een aangenaam binnenklimaat kunnen realiseren met een grote vrijheid voor de gebruikers, ’s winters warm, ’s zomers koel.”

Ventilatie De triplebeglazing en meervoudige kierafdichting in combinatie met het stucwerk zorgen er voor dat er een bijna luchtdichte schil ontstaat. Ventilatie van de woning gebeurt zoveel mogelijk op natuurlijke wijze met te openen ramen en roosters. Een mechanische ventilatie wordt ingeschakeld alleen op de momenten dat het noodzakelijk is. “De woning is als het ware van buitenaf ingepakt. Het isolatiesysteem vormt de jas van het gebouw. Door de verhoogde wandoppervlaktetemperatuur zal bij normale woonomstandigheden geen condensatie op de muren en

ramen plaatsvinden. Zo is er geen gevaar voor schimmelvorming of vocht. Mogelijke koudebruggen of warmtelekken bij kritische detailpunten, zoals fundering, isolatieaansluitingen, buitenhoeken en dergelijke vormen geen probleem meer”, aldus Op ’t Einde, die verder vermeldt dat de opvallende kleuren niets te maken hebben met het opnemen of afstoten van warmte. “De woning wordt van binnenuit verwarmd en gekoeld. De gepleisterde gevel heeft een hogere reflectie dan hout of baksteen, maar dat was niet de primaire keuze voor dit systeem.”

Gevelafwerking Voor de aannemer, Bouwbedrijf Roos uit Emmeloord, was dit ook een bijzondere klus, waarbij wat betreft het gevelwerk gedurende de bouw een aantal onderdelen moest worden bijgesteld. Edwin van het Erve van het bouwbedrijf licht toe: “Het pleisterwerk, inclusief de garage, berging, het bordes en de trappen kwam in totaal op 1250 vierkante meter. We hebben het werk door een stukadoorsbedrijf laten uitvoeren, juist omdat het heel specialistisch werk is. Als de zon er op schijnt zie je iedere oneffenheid en dat wil je niet”, zegt Van het Erven. “We hebben uitvoerig overleg gehad met Strikolith en de architect over de aansluiting van het pleisterwerk op de kozijnen. Strikolith heeft de details verder uitgewerkt in een uitvoeringsadvies. Bij de constructie was er een kans dat het condenswater in de isolatie terecht zou komen. Om dat te voorkomen hebben we gekozen voor aluminium raamdorpels met daaroverheen hout. Zo blijft het hout in het zicht, maar zorgen de aluminium raamdorpels voor een goede afwatering. Voor wat betreft het hout is er gekozen voor gemodificeerd Accoya-hout. Dit omdat het stucwerk tegen de houten kozijnen aanloopt en het hout dus vochtiger blijft dan bij een reguliere oplossing.”

duurzaam gebouwd |september 2014

45



Uw innovatieve duurzame partner OP HET GEBIED VAN: LIJMEN, KITTEN, EGALINES, AFDICHTINGS- EN ONDERHOUDSMIDDELEN WWW.BOSTIK.NL


Dubbel grondgebruik, hoge isolatiewaarde en duurzame afdichting

Ge誰soleerde parkeerdaken boven leefruimten

Parkeren op het dak betekent meer ruimte voor

afdichting met een zeer lange levensduur. In de

groenvoorzieningen of andere bestemmingen.

totale opbouw wordt ook isolatie aangebracht

Dit voordeel van dubbel grondgebruik gaf de doorslag

waarmee de geldende energie-eisen ruimschoots

bij de keuze voor een parkeerdak boven de vestiging

worden behaald. Voor de toplaag biedt Triflex een

van Politie Haaglanden, de Yp. Vanwege de frequente

ruime keuze aan kleuren en structuren.

belasting van voertuigen boven leefruimten, is een goede afdichting een absolute must.

Kijk voor meer referenties en informatie over ge誰soleerde vloerconstructies op www.triflex.nl.

Triflex biedt een totaalconcept voor het afdichten van parkeerdaken. Het omvat niet alleen een berijdbare


Nieuws

Metro M5 kan naar Diemen Door de metrowerkplaats van GVB Diemen uit te breiden, kan de nieuwe metro M5 hier terecht. Deze is namelijk 116 meter lang, terwijl de werksporen een lengte hadden van 80 meter. De vernieuwde werkplaats beschikt over drie werksporen, elk met een lengte van 120 meter. Eén spoor is voorzien van een hefinstallatie, die de M5 in zijn geheel kan optillen. Zo is het mogelijk draaistellen en grote onderdelen te wisselen. Dit is ook het eerste grote project in Nederland, waarop de kunststof dakbedekking Vaetech is toegepast. Hiervoor heeft Derbigum gezorgd. Het totaal te bedekken dakoppervlak was zo’n 3.800 m2. De wens was om het dak te bedekken met een lange bewezen levensduur, die weinig onderhoud behoefde. Ook speelde mee dat de dakbedekking een lichte kleur had en daarnaast moest deze dakbaan in een relatief korte tijd worden aangebracht. De uitbreiding van de metrowerkplaats bestaat uit drie dakvlakken. Het dakpakket is aangebracht op een stalen dakplaat, die is voorzien van een steenwol cannelurevulling. De dampremmer bestaat uit een PE-folie van 0,2 mm. Als isolatie is een drukvaste steenwol isolatieplaat toegepast. De dakbedekking is mechanisch bevestigd door middel van tules, zodat er geen koudebruggen ontstaan. Op het hoofddak bevindt zich over een lengte van 122 meter een dakopbouw, waarvan de

gevels vrijwel geheel bestaan uit glas. Vanwege het onderhoud is langs het glas een rode looppadfolie aangebracht. Daarnaast zijn de daken voorzien van een permanent staalkabeltraject en signaleringsstroken, zodat er op een veilige wijze onderhoud kan worden uitgevoerd. “Derbigum biedt op het dak een all-in verzekerde dakgarantie”, legt rayonmanager Hans van der Ham uit. “Dat betekent dat in het geval van een onverhoopte calamiteit Derbigum en de plaatser garant staan voor een snelle en zorgeloze afwikkeling. Als er dus een probleem bij de plaatsing ontstaat, dan zorgt Derbigum voor de oplossing.” Meer informatie: www.derbigum.nl

Vriendelijke reuzen Aan de uiterste noordrand van Leusden heeft ONB architecten gezorgd voor de realisatie van twee gebouwen met vijftig appartementen. Deze gebouwen, onder de naam ‘t Zicht, herinneren aan de historie van Leusden: de tijd van lintbebouwing van boerderijen en schaapskooien met een voor de streek typerend karakter. “Onze eerste intuïtie voor deze plek was: wij maken twee vriendelijke gebouwen die zicht geven op het weidse landschap”, vertelt architect Lars Zwart. “Geen abstracte objecten, maar gebouwen met zeggingskracht die passen bij het land en de bewoners van Leusden.” Zo dragen de bonte luiken op de voorgevel de kleuren van wapenschilden uit de streek en doet de dakvorm denken aan de schaapskooien die er ooit stonden. Daarnaast leggen de gekartelde panelen van Rockpanel de link naar de gezaagde, gepotdekselde houten planken van vroegere boerderijen. De eenvoudige verwerkbaarheid van Rockpanel-plaatmateriaal, dat weerbestendig en ongevoelig voor vocht is, maakte het mogelijk om de gevel te voorzien van gekartelde panelen. Dit materiaal is verwerkbaar als hout en zo duurzaam als steen. Deze eigenschappen dragen ertoe bij dat gevelbekleding van Rockpanel

een korte installatietijd kent en kostenefficiënt is. “Hierdoor konden we warm witte en onderhoudsvrije gevels creëren, die een gestileerde, moderne vertaling zijn van de gepotdekselde houten gevels van oude, karakteristieke boerderijen uit de streek”, legt Zwart uit. Meer informatie: www.rockpanel.nl

duurzaam gebouwd |september 2014

49


RVO.nl biedt ondersteuning bij verduurzaming van gebouwen Voor het verduurzamen van commercieel en maatschappelijk vastgoed zijn goede afspraken nodig tussen eigenaar, gebruiker en beheerder van gebouwen. RVO.nl en het Platform Duurzame Huisvesting (PDH) hebben hiervoor een reeks handige instrumenten ontwikkeld. De nieuwste: de Infographic Prestatiecontracten. Tekst: Irma Thijssen

Een overzicht van instrumenten •• Prestatiecontracten - Voor goed energiebeheer en beheer en onderhoud van gebouwgebonden installaties of voor hele gebouwen zijn een Leidraad Prestatiecontracten en een Menukaart Prestatiecontracten beschikbaar. De Menukaart is ook als app beschikbaar. Sinds kort is er ook een Infographic (zie afbeelding rechter pagina). •• Greenlease - Voor het maken van afspraken tussen eigenaar en gebruiker – en soms ook beheerder – zijn de Leidraad Greenlease, een Menukaart Greenlease en het Greenlease Dashboard ontwikkeld. •• DMOP - Voor het verduurzamen van gebouwen op strategisch niveau via de Meerjaren Onderhouds Planning is de Leidraad DMOP beschikbaar. Voor gemeentelijk vastgoed en voor scholen zijn er Leidraden op maat. •• ESCo - Voor het outsourcen van energiebeheer en beheer en onderhoud via een ESCo kunt op de site van RVO modelprestatiecontracten vinden en twee whitepapers met voorbeelden. •• Op de site van het PDH, www.platformduurzamehuisvesting.nl, vindt u verder de Kieswijzer duurzaamheidsinstrumenten en Infographics over energielabels en bodemenergie. •• Op de site van RVO, www.rvo.nl/gebouwen, vindt u verder onder meer informatie over wet- en regelgeving, het energielabel, onderzoeksrapporten, energiecijfers, monitoringrapportages, een database met praktijkvoorbeelden, instrumenten zoals de Installatie Performance Scan en de Toolbox Transformatie, en de EIA en de MIA.

50

september 2014 | duurzaam gebouwd


Hoe samenwerking, verandering en voorlichting zorgen voor meer en betere ESCo projecten in Nederland

P5 Rapport Technische Universiteit Delft Christine van Oeveren April 2014

Christine van Oeveren – Hoe er meer en betere ESCo projecten op de markt komen

1

'Einde aan uurtje factuurtje ' ESCo’s ontzorgen de opdrachtgever en zorgen voor een verschuiving van de verantwoordelijkheid naar de opdrachtnemer, de ESCo. Voor het afstuderen aan de TU Delft heeft Christine van Oeveren, met begeleiding van RVO, een afstudeerscriptie geschreven met de titel: ‘Hoe er meer en betere ESCo-projecten op de Nederlandse markt kunnen komen.’ De meest opvallende conclusies en een link naar het rapport staan op de website van het Platform Duurzame Huisvesting.

www.rvo.nl/gebouwen

#

Tel: 088-0424242 Energiebesparing organiseren met ESCo’s White paper 2; de visie van experts en elf praktijkvoorbeelden

Twitter: @RVO_Nederland, @duurz_gebouwen Artikelen: http://issuu.com/nlduurzaamvastgoed Films: http://www.youtube.com/nlduurzaamvastgoed

ESCo voor wederzijds voordeel en gratis energiebesparing | 1 Fotograaf: Renilde Huizenga

duurzaam gebouwd |september 2014

51


[Re]building the future

In-Use m ‘Energieneutraal was“BREEAM-NL onze een ‘must have’ worden ambitie en dat is gelukt’

Een duurzaam voorbeeld zijn, zodat er steeds meer over je gesproken wordt lijk doel dat huurders en zelfs consumenten duurzaamheid als ‘een must hav gedrag volgen. Dat is wat Klaas Voet, Hoofd Technisch en Facilitair Managem vastgoedbelegger Corio voor ogen heeft. En BREEAM-NL In-Use is volgens instrument om daar aan bij te dragen. En een hulpmiddel dat je zelfs geld ka

Corio voert een actief Corporate Social Al honderden nieuwe gebouwen in Nederland hebben een BREEAM-NL duurzaamheidscertificaat, de Responsability (CSR) beleid en timmert al enkele jaren hard aan de ‘groene weg’. Zo werd het bedrijf standaard voor een duurzaam gebouw. Maar hoe duurzaam is een gebouw als het vol in bedrijf is? in het najaar van 2012 benoemd tot meest duurzame Nederlandse belegger, en ontving hiervoor de Groene BakDe Dutch Green Building Council, beheerder van het BREEAM-NL keurmerk, voert regelmatig sitesteen. Deze onderscheiding is in 2010 door Jones Lang LaSalle geïnitieerd om duurzaamheid op de vastgoedbeleggingsmarkt te stimuleren. De award is audits uit om te controleren of een gebouw nog net zo duurzaam is als op het BREEAM-NL certificaat een compliment aan beleggers die een aansprekend voorbeeld zijn. staat. De DGBC ging langs bij het Enexis Regiokantoor in Venlo. Netbeheerder Enexis behaalde vorig Ambassadeursrol jaar bij oplevering maar liefst vier BREEAM-NL sterren voor dit pand. "Onze ambitieCorio was om een wil echt een ambassadeursrol in de branche. Reden waarom Klaas Voet graag deelneemt aan de BREEAM-NL In-Use Adviesgroep. energieneutraal gebouw te realiseren. En dat is gelukt", aldus projectleider Coenraad op den Kamp.Voet: “Voordat

Het hagelwitte gebouw aan de rand van Venlo, een van de 13 kantoren van Enexis, is vanuit de verte al goed zichtbaar tussen de bomen. Het is een opvallende verschijning, met een kenmerkende gevel van composiet. Parkeren bij Enexis gaat eenvoudig, ook als je met een elektrische auto komt. Er zijn zes oplaadpunten. Bij binnenkomst valt op dat een receptie ontbreekt. Bezoekers worden binnengelaten door de receptioniste op de vestiging in Maastricht. Via een videoverbinding laat ze bezoekers binnen. Hans Nieuwkamp, ‘voor alle klussen en klusjes’, loopt toevallig langs en legt dit direct uit. “Dat scheelt kosten en energie.” Ook wijst hij op het beeldscherm vlak bij de ingang dat de duurzame prestaties van het gebouw weergeeft. “Hiermee geven we aan dat dit een duurzaam gebouw is”, vertelt hij trots.

Informatieschermen Het informatiescherm toont het waterverbruik en energieverbruik. Ook kunnen medewerkers op de schermen zien of ze hun raam bij hun werkplek mogen opendoen. Dit mag namelijk pas als dit geen negatieve gevolgen heeft voor het energieverbruik. Tevens staan de treintijden op de schermen. De informatieschermen hangen door het hele gebouw. “We zijn van plan om nog meer informatie op de borden te tonen, bijvoorbeeld het menu in de kantine of personeelsinformatie”, vertelt Coenraad op den Kamp. “Zo maken we onze medewerkers nog meer attent op de schermen.” Hij is projectleider voor de nieuwbouw van Enexis en heeft zich beziggehouden met de BREEAM-NL certificering van de Enexis-kantoren in Venlo en Maastricht. Beide kantoren behaalden een vier sterren BREEAM-NL Nieuwbouw Oplevercertificaat en behoren daarmee tot de twintig meest duurzame BREEAM-NL nieuwbouwprojecten van Nederland. Ook het regiokantoor in Zwolle heeft een BREEAM-NL certificaat. Binnenkort start een nieuw BREEAM-NL

52

september 2014 | duurzaam gebouwd

Het succes van de vorige edities van de Dutch Green Building

mensen besluiten voor duurzaamheid te gaan, zul je ze eerst enthousiast moeten krijgen. Je moet er geloof in hebben, en vervolgens moet een systeem als BREEAM-NL In-Use – waarmee je die verduurzaming kunt bereiken – zo gemakkelijk mogelijk zijn in het gebruik. Door zitting te nemen in de Adviesgroep voor BREEAM-NL In-Use kan ik daaraan bijdragen.”

Week krijgt komende certificeringstraject voor eenseptember ander kantoor van Enexis, weer een vervolg. eveneens in Zwolle.

Energieneutraliteit is uitgangspunt

2013 |uitgangspunt duurzaam gebouwd “Energieneutraliteit bij de bouw van 38 wasmaartons de kantoren”, aldus Op den Kamp. Zo heeft het kantoor in Venlo een warmte/koudeopslag, zonnepanelen op het dak en een groene long midden in het gebouw. Deze drie energiebronnen wekken de energie voor het gebouw op. De zonnecellen leveren 60%, de WKO 25% en de groene long 15%. “Het gebouw is nu een jaar in bedrijf en de doelstelling voor energieneutraliteit is behaald”, laat Op den Kamp weten. Verder zijn in het gebouw tal van maatregelen genomen om het energie- en waterverbruik terug te dringen. Zo zorgen DG19.indd 38

De Enexis-gebouwen hebben allemaal een opvallende composiet gevel.

Voet gelooft zelf in BREEAMdiverse redenen. “Om te beg steeds vaker of je vastgoed v maatstaven is gecertificeerd. meest gebruikte certificering ontkomt niet aan die ‘top-do daarom zichtbaar dat je duur mert. Zo streeft Corio ernaar bouwprojecten minimaal een (Very Good) beoordeling te b

Verkoopbaarheid port

Voet raadt het gebruik van B ook aan “omdat dit een heel als organisatie inzicht te krijg milieu. Het is een handige to beweging te krijgen. Bovend nele kosten omlaag brengen – gaat de verkoopbaarheid v Daarbij trekt hij de vergelijkin kiezen voor een pakje traditio boter, of voor een biologisch


www.dgbc.nl Site Audits

Om te controleren of een gebouw of ontwerp nog voldoet aan de prestaties die op het BREEAM-NL certificaat staan, voert de DGBC geregeld Site Audits uit. Naast een formele controle is dit ook een moment om verbeterpunten te noteren en in gesprek te gaan met participanten. Op de informatieborden staat onder andere of medewerkers de ramen open mogen doen of beter dicht kunnen houden.

bewegingssensoren voor het in- en uitschakelen van de ledverlichting. Ook heeft het magazijn tochtsluizen om geen warmte te verliezen. Daarnaast worden medewerkers gestimuleerd de ‘zuinige knop’ van de toiletten te gebruiken. Verder wordt al het afval gescheiden ingezameld en afgevoerd. Het Enexis-kantoor in Venlo heeft een groot milieupark met veel containers voor verschillende soorten afval. Opvallend is de kleine container voor het restafval.

Aangenaam voor medewerkers Ook aan het welzijn van de medewerkers is gedacht. Zo kunnen medewerkers zelf de temperatuur regelen op hun werkplek. Klimaatplafonds zorgen voor een aangename werktemperatuur. Daarnaast is het flexibele werken ingevoerd, bij Enexis het X-werken genoemd. Medewerkers kunnen een plekje kiezen, waaronder ook in de kantine. Op den Kamp: “Er is hier overal in het gebouw wifi. Ook thuiswerken behoort tot de mogelijkheden. Uitgangspunt is dat mensen werken op de plek waar dat het meest logisch is.”

Coenraad op den Kamp is projectleider voor de BREEAM-NL certificeringen voor de Enexis-gebouwen.

Enexis-medewerkers Timo Muller en Loes Bol werken nu een jaar in het nieuwe gebouw. Voorheen zaten ze op kantoor in Maasbracht, een traditioneel kantoorgebouw uit de jaren ‘80. Exenis heeft dit kantoor verlaten en verruild voor nieuwbouw. Hoewel het een verbetering is ten opzichte van de situatie in Maasbracht – “daar zaten we in een soort garage” – is het soms nog wel wennen. Vooral voor Bol. “Het is nog zoeken.” Bol heeft al op verschillende plekken in het gebouw gezeten, maar vindt het over het algemeen te fris. Ook het uitzicht naar buiten is voor haar beperkt. “Door de schuine ramen kan ik maar één kant op kijken.” Het flexibele werken ervaart ze wel als prettig.

Werkplekverlichting Muller heeft geen hinder van de temperatuur in het gebouw. Tevens vindt hij de verlichting prettig. “Ik gebruik soms ook de bureaulampjes, die geven goed licht.” De lampen op de bureaus geven 500 lumen. Naar behoefte kunnen medewerkers die aanzetten, bijvoorbeeld bij het lezen van papier. Voor het werken met de laptop blijkt de standaard aanwezige verlichting van 300 lumen voldoende. “Dat bespaart weer energie”, vult Op den Kamp aan. Over de informatie op de schermen zegt Muller: “Opvallend vind ik dat we veel minder water verbruiken dan geprognotiseerd.” Of hij door dit soort informatie gestimuleerd wordt nog minder water te verbruiken? “Ik doe altijd al zuinig aan met water.” Als tip geeft Muller mee: “Graag zie ik op de schermen wat er op het menu staat in de kantine.” “Daar wordt aan gewerkt”, reageert Op den Kamp.

Pendelbus gesneuveld Een jaar na oplevering blijken bijna alle duurzame maatregelen die door BREEAM-NL zijn genomen, nog steeds te worden opgevolgd. Van het secuur scheiden van afval tot het zuinig gebruik van het toilet. Alleen het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer is deels gesneuveld. Want hoewel de treintijden nog wel in het gebouw worden getoond, rijdt de pendelbus van en naar station Venlo niet meer. “Mensen kiezen toch vaker voor de auto”, zegt Op den Kamp. “Wanneer er vraag is, zetten we een taxi in.”

duurzaam gebouwd |september 2014

53


VOOR DE FIJNPROEVER

KOUD, WARM EN KOKEND WATER UIT ÉÉN KRAAN

www.inventum.com

Volg ons


HET GEMAK VAN

COMPLETE

GEVELSYSTEMEN Snel, Duurzaam én Rendabel Voor nieuwbouw, maar zeker voor renovaties, is de gevel een belangrijk onderdeel van uw gebouw. De Groot & Visser is specialist én leverancier van complete gevels. Één partij, die verantwoordelijk is voor de wind- en waterdichtheid van uw gebouw en hiermee de volledige uitstraling van het object verzorgd.

De Groot & Visser BV Marconiweg 1 4207 HH Gorinchem T 0183-646566 F 0183-620660 E info@gv.nl


Ultiem transparant door klimaatinstallatie in betonvloer Het ontwerp voor het ICT-bedrijf Sigmax is van architectenbureau Paul de Ruiter. Zijn uitdaging lag in het realiseren van een ultiem transparant gebouw, zonder concessies aan energie-efficiëntie of comfortabel werkklimaat. Thermisch actieve betonvloeren doen mee in de energieprestatie van het gebouw. Extreem strakke details tillen het gebouw naar een hoog esthetisch niveau. Tekst: Ine ter Borch, Archispecials, Fotografie: Pieter Kers

Flexibele indeling

Werknemers van ICT-bedrijven brengen het grootste deel van hun werkdag achter hun beeldscherm door. In theorie is een werkkamer zonder daglicht voldoende om het werk te kunnen doen. Een ultiem transparant gebouw als huisvesting ligt dan niet voor de hand. Toch is dat de vertaling van de wensen van de opdrachtgever. Sigmax wil zijn werknemers optimaal faciliteren. Dit betekent maximale daglichttoetreding, contact mogelijk maken met de buitenwereld en contact faciliteren tussen werknemers onderling. Daarbij heeft een comfortabel, regelbaar klimaat hoge prioriteit, zonder de aandacht voor duurzaamheid tekort te doen. Om aan al deze wensen tegemoet te komen, is een groot aantal middelen ingezet. Behalve gunstige oriëntatie en vorm van het gebouw, speelt de keuze voor een betonconstructie met geïntegreerde klimaatinstallatie een belangrijke rol.

56

september 2014 | duurzaam gebouwd

Het concept van het gebouw is eenvoudig en compact: een betonskelet van prefab kolommen en vloeren op een stramienmaat van 5,40 meter met een kern van prefab wanden voor liften en voorzieningen. Dit concept maakt een flexibele indeling van de verdiepingen mogelijk. Tot zover niet ongebruikelijk, maar het vernuft schuilt in de manier waarop het geheel tot in het kleinste detail is uitgewerkt. De betonvloeren zijn uitgevoerd met veel gewichtbesparende elementen (bollen) met een boven- en onderschil, waarin de betonkernactivering voor verwarming en koeling van de ruimten is opgenomen. Er is geen verlaagd plafond toegepast om optimaal gebruik te maken van het betonoppervlak voor afgifte en opname van warmte dan wel koude. De plafonds zijn wit geschilderd. Op het dak bevindt zich een warmtepomp voor de basisverwarming/-koeling van het gebouw. Per stramien is in de vloer ruimte uitgespaard voor units van de luchtbehandeling met warmte-terugwinsysteem. Een rvs-plaat dekt deze ruimte aan de plafondzijde af. Van buitenaf wordt de lucht door roosters in de uitkragende vloeren naar een klimaatunit gestuurd. Het maximale ventilatievolume bedraagt 1722 l/sec. De klimaatunits kunnen de lucht dan verwarmen of koelen. Per ruimte is dit individueel te regelen. De afzuiging van de lucht gebeurt bovenin het centrale trappenhuis. In dit trappenhuis is een monumentale spierwitte spiraaltrap geplaatst die van bovenaf wordt aangelicht via een transparant luchtkussen van EFTE als lichtkoepel. De installaties zijn all-electric, een gasaansluiting ontbreekt.

Luifels Rondom het gebouw kragen de vloeren uit als luifels. Het overstek van de luifels varieert afhankelijk van de oriëntatie. Aan de zuidgevel zijn de luifels het grootst om in de


zomersituatie de zonnewarmte uit het gebouw te houden. In de winter als de zon lager staat, kan zonnewarmte wel in de ruimte binnendringen en zo bijdragen aan een aangenaam klimaat. De luifels zijn even dik als de betonvloer, waardoor het lijkt alsof de vloer zonder onderbreking van binnen naar buiten doorloopt. In werkelijkheid zijn de luifels uitgevoerd met behulp van staalprofielen en profielplaten. Aan de boven-

Projectgegevens Opdrachtgever: Sigmax Bouwmanagement: Kloos2 Locatie: Business & Science Park Enschede Architect: Architectenbureau Paul de Ruiter Interieur: Ex Interiors januari 2012 Oplevering: Adviseur constructie: Lucassen Bouwconstructie Adviseur W en E Installaties: Deerns raadgevende ingenieurs Hoofdaannemer: Van Dijk Bouw Betonkernactivering: Thermal Comfort Systems EPC: 0,75 (eis vanuit gemeente EPC: 1,1) Qpres;tot /Qpres;toel = 0,751

zijde zijn de luifels bedekt met sedummos. De onderzijde is afgewerkt met dezelfde rvs-plaat die de installatiestrook afdekt in het plafond langs de glaspui. In de luifel is het luchtkanaal voor de ventilatie opgenomen. De openingen voor de luchtinlaat zijn ingenieus en nauwelijks zichtbaar in de strakke luifelrand opgenomen. Ook de zonwering is onzichtbaar in de luifel weggewerkt. De glasgevels zijn verdiepinghoog tussen de vloeren ingeklemd, waarbij het glas optisch direct in de vloer en het plafond lijkt gezet. Op de hoeken is gebogen glas toegepast, waardoor er onbelemmerd uit- en inzicht is.

Glaspuien Ook in het interieur is veel glas toegepast om de gewenste ultieme transparantie te bereiken. De rechthoekige prefab betonnen kolommen staan op ruime afstand van de verdiepinghoge glaspuien. Daar waar cellenkantoren zijn gerealiseerd, vormt een glaswand de verbinding tussen glaspui en kolom. De spaarzame dichte wanden zijn bekleed met geluidabsorberend gerecycled eco-vilt in fleurig gekleurde horizontale stroken. Het textiel is geproduceerd uit 100% gerecyclede petflessen. Het hele gebouw is voorzien van ledverlichting. Daarbij is gekozen voor een plafondarmatuur met een hoogte van slechts 1 centimeter, die luchtstromen langs het betonplafond zo min mogelijk hindert. Dit om de werking van de betonkernactivering en de luchtbehandeling optimaal te faciliteren.

www.cementenbeton.nl

duurzaam gebouwd |september 2014

57


U wilt frisse lucht en comfortabele warmte. BUVA levert de totaaloplossing. U kent BUVA’s energiezuinige woonhuisventilatoren SmartStream en Q-Stream al. Met de BUVA EcoHeat introduceren wij een geheel nieuwe productgroep: verwarming, waardoor wij nu dÊ oplossing bieden voor het totale binnenklimaat (luchtkwaliteit en warmte). BUVA EcoHeat is er in drie types, waarmee aan elke warmtebehoefte wordt voldaan: 14-4, 16-4 (beide CW4) en 18-5 (CW5). De ketels zijn energiezuinig en robuust, met een zeer lage onderhoudsfrequentie.


Deuren bv Nijverheidsstraat 1 7482 GZ Haaksbergen Tel: +31 53 57 357 35 Fax: +31 53 57 357 00

www.reinaerdt.nl info@reinaerdt.nl


Extern toezicht vergroot vertrouwen in duurzaamheid De duurzaamheid van gebouwen krijgt een steeds prominentere rol in de bouwwereld. In het Bouwbesluit is een bepalingsmethode voor de milieuprestaties aangewezen en steeds meer luchtdichtheidsmetingen worden uitgevoerd. SKG en IKOB-BKB, tegenwoordig onderdeel van SKG-IKOB Certificatie, hebben de vragen vanuit de markt gebundeld in nieuwe initiatieven. Dit maakt het de opdrachtgever eenvoudig een goed product of een goed bedrijf te kiezen.

Met de toename van de isolatiewaarde van de gebouwschil neemt het belang van de luchtdichtheid van de constructie toe. Steeds vaker wordt er een blowerdoortest geĂŤist om deze luchtdichtheid aantoonbaar te maken. Dit is bijvoorbeeld ook een pre voor een goede BREEAM-score. Voor een goede meting is voldoende opleiding en parate kennis een absolute noodzaak. Dit is niet altijd in voldoende mate aanwezig. Bij gespecialiseerde meetbureaus bestaat daarom de behoefte om hiervoor een kwaliteitsmerk op te stellen. De basis voor het kwaliteitsmerk is een controle op opleiding, op de parate kennis en op de uitvoering in de praktijk. Hiermee heeft de opdrachtgever de zekerheid dat de luchtdichtheidsmeting op een juiste manier wordt uitgevoerd. Daarom werkt SKG-IKOB samen met SKH aan een KOMO-richtlijn voor dit onderwerp.

Luchtdicht afwerken

Meting blowerdoor luchtdichtheid van gebouwen op locatie.

60

september 2014 | duurzaam gebouwd

De meting van de luchtdichtheid van het gebouw is belangrijk om er zeker van te zijn dat het voldoet aan de luchtdichtheidseisen. Er zijn verschillende materialen om te komen tot een voldoende luchtdichte afwerking. SKG-IKOB voert in haar laboratorium in Wageningen geaccrediteerde luchtdichtheidsmetingen uit op (samengestelde) bouwmaterialen conform Europese richtlijnen. De vraag naar deze metingen op productniveau groeit. De meting alleen is echter niet voldoende om ook een uitspraak te kunnen doen over de prestaties op de lange termijn. Een gebouw moet immers ook na 5, 10 of 50 jaar voldoen aan de luchtdichtheidseis. Daarom is een werkgroep geformeerd met producenten van materialen voor het luchtdicht


Meting luchtdichtheid materialen voor luchtdichte afwerking van gebouwen.

Over SKG-IKOB IKOB-BKB, SKG en SKW Certificatie maken deel uit van SKG-IKOB. SKG-IKOB maakt kwaliteit in de bouw herkenbaar. Voor meer informatie over ‘Bouwen aan MVO’ kunt u deel A van de regeling downloaden op www.ikobbkb.nl/mvo.html of contact opnemen met Remco Kruit via email kruit@ikobbkb.nl. Voor meer informatie over de certificatie van luchtdichtheidsmetingen en materialen voor het luchtdicht afwerken van gebouwen kunt u contact opnemen met Jeroen van der Eeze via email vandereeze@ikobbkb.nl.

afwerken van gebouwen om dit verder vorm te geven. Het doel is om tot werkbare beproevingsvoorstellen te komen, waarin de duurzame prestaties van het materiaal centraal staan. Deze hebben met name betrekking op de bewegingen in een gebouw door het werken (uitzetting en krimp) van de delen van de bouwconstructies ter plaatse van de aansluiting die wordt afgedicht. Dit wordt omschreven in een nieuw op te stellen beoordelingsrichtlijn waarmee de materialen ook KOMO-gecertificeerd kunnen worden. Hiermee hebben de aannemer en zijn opdrachtgever de zekerheid dat het bouwwerk na vele jaren nog steeds goed presteert.

Bouwen aan MVO Veel bedrijven zoeken naar methoden om hun bedrijfsvoering langs de meetlat van maatschappelijk verantwoord ondernemen te leggen. Er was echter geen goed instrument om daar invulling aan te geven. 'Bouwen aan MVO' is een werkbare regeling voor het MKB, waarin alle aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belicht en waarbij de ondernemer zelf speerpunten kan kiezen. Het moet daarom vooral het MKB in de bouwsector en de toeleverende industrie aanspreken. De regeling sluit aan bij regelingen zoals ISO 14001, OHSAS 18001 en de CO2 Prestatieladder.

duurzaam gebouwd |september 2014

61


KnaufZeker

KINDCENTRUM DEVENTER IS ZEKER...

100% prestatiegarantie

Beeld: Dok architecten

...van een stabiele, van vluchtroutes metconstructieve oplossing voor het creatief ontwerp 120 minuten brandwerendheid

Nieuwbouw Kindcentrum De Vlinder, Deventer

KnaufZeker: uw ontwerp gewaarborgd In uw ontwerp legt u de gewenste prestaties van een gebouw vast, bijvoorbeeld op het gebied van brand, geluid en luchtkwaliteit. En wat hierin wordt beloofd, moet in de praktijk natuurlijk waargemaakt worden. Met KnaufZeker weet u 100% zeker dat gewenste prestaties daadwerkelijk gerealiseerd worden. Dat garanderen wij.

www.knaufzeker.nl

Een gezamenlijk initiatief van:

&


AURANOX

®

blijven ademen

dakpanmodellen

Auranox®, de betondakpan die werkt als een katalysator. De afwerklaag van de Auranox®-dakpan filtert stikstofoxiden uit de lucht en zet deze om in onschadelijke nitraten. U kunt nu kiezen voor een MONIER-dakpan die nog milieuvriendelijker is. Zie www.monier.nl voor de volledige Auranox®-informatie.

Door middel van laboratoriumonderzoeken aan het Fraunhofer Instituut voor Bouwfysica is vastgesteld dat de Auranox®-dakpan de hoeveelheid schadelijke stikstofoxiden met maar liefst 90% vermindert. PRODUCT GARANTIE JAAR

PRODUCT GARANTIE JAAR

DAKSYSTEEM GARANTIE JAAR

DAKSYSTEEM


Met GPR Gebouw-certificering duurzaamheidsprestaties aantonen In een Rabobank-trendrapport over de bouwbranche van juli 2014 constateren analisten een toenemend belang van duurzaamheid. Daarnaast voorspellen ze meer aandacht voor duurzaam bouwen door zowel opdrachtgever als bouwer.1 Tekst: Johanna Quelle, W/E adviseurs

De helft van alle Nederlandse gemeenten, vooruitstrevende woningcorporaties, ontwikkelaars en veel architecten weten dat ze de duurzaamheid van een gebouw snel en betrouwbaar kunnen berekenen met GPR Gebouw. Niet alleen berekenen om te weten, maar ook om in het proces bewust keuzes te maken, rekening houdend met duurzaamheid. Sinds begin dit jaar is het ook mogelijk duurzaamheidsresultaten of -ambities officieel aan te tonen, door middel van een GPR Gebouw Oplever- of Ontwerpcertificaat. “De introductie van GPR Gebouw Certificaten was een logische volgende stap”, zegt GPR Gebouw Expert Esther Roth, tevens senior adviseur bij W/E adviseurs. “In de ontwikkeling van de GPR-software was en is steeds de gebruiker de belangrijkste schakel. We kregen veel signalen van corporaties en gemeenten dat ze behoefte hadden om duurzaamheidsambities en behaalde resultaten onafhankelijk te laten toetsen en daarmee de kwaliteit beter aan te kunnen tonen.”

Certificeren met GPR Gebouw? Daarom bestaat nu de mogelijkheid om met GPR Gebouw te certificeren. Dat kan voor een reeds opgeleverd of gerenoveerd gebouw óf voor het ontwerp van de renovatie of nieuwbouw. Dankzij de gebruiksvriendelijke opbouw van GPR maakt u in korte tijd een volledige berekening van uw gebouw of ontwerp. Bent u zelf minder begaan met GPR Gebouw, dan kunt u het beste een GPR Gebouw Expert inschakelen. Hij maakt de berekening en controleert dat alle bewijsmaterialen op orde zijn. Een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor buigt zich dan over de validatie van de berekening. Maakt u de GPR Gebouw-berekening zelf, dan kan de GPR Gebouw

64

september 2014 | duurzaam gebouwd

Assessor de controle ervan uitvoeren zonder tussenkomst van een GPR Gebouw Expert. Is de berekening eenmaal gevalideerd, dan vraagt de GPR Gebouw Assessor het certificaat aan. Binnen enkele werkdagen heeft u dan het GPR Gebouw Certificaat in handen. Gebruikt u GPR Gebouw voor de overheidsregeling MIA\Vamil, dan moet u na oplevering een gevalideerde GPR Gebouw-berekening kunnen laten zien die een GPR Gebouw Assessor heeft erkend. De stap naar een GPR Gebouw Oplevercertificaat is dan klein, omdat het validatieproces reeds is doorlopen.

Nieuwbouw- of renovatieontwerp Bent u nog bezig met het nieuwbouw- of renovatieontwerp? Ook op dat moment kunt u ervoor kiezen om met een GPR Gebouw Ontwerpcertificaat uw duurzaamheidsambities te laten toetsen. Certificering van uw ontwerp garandeert kwaliteit en haalbaarheid en bekrachtigt de betrokkenheid van alle betrokken partijen. Een GPR Gebouw Ontwerpcertificaat kan kwaliteitszekerheid geven als u bij een aanbesteding om tafel gaat voor het maken van prestatiecontracten.

Geldigheid GPR Gebouw Certificaten zijn in principe onbeperkt geldig. Een GPR Gebouw Oplevercertificaat geeft aan dat een gebouw op het moment van certificering voldoet aan de berekende duurzaamheidsprestaties. Wanneer het gebouw gerenoveerd of opnieuw verbouwd wordt, is het aan te raden een nieuw certificeringstraject in te gaan. De resultaten op het eerste certificaat komen dan namelijk waarschijnlijk niet meer overeen met de werkelijkheid. Een GPR Gebouw Ontwerpcertificaat toont aan wat de duurzaamheidsambities van het ontwerp is en bekrachtigt de kwaliteit


Afgelopen maart werd het eerste GPR Gebouw Certificaat uitgereikt aan de energieneutrale huurwoning in ’s-Heerenberg. Foto: Simon Schutter fotografie

en haalbaarheid van het plan. Is het gebouw eenmaal opgeleverd, kan een GPR Gebouw Oplevercertificaat een mooie aanvulling zijn om te laten zien dat de gerealiseerde duurzaamheidsprestaties overeenkomen met het ontwerp of deze zelfs overstijgen. De datum op het certificaat geeft aan wanneer de validatie is uitgevoerd.

Kosten De investering die komt kijken bij het certificeren met GPR Gebouw, hangt voornamelijk af van de complexiteit van uw gebouw of plan. Voor het validatieproces schakelt u een erkende GPR Gebouw Assessor in. Hiervoor moet een GPR Gebouw-berekening van het gebouw of plan beschikbaar zijn. Bij een validatie van bijvoorbeeld een nieuwbouwwoning is GPR Gebouw Assessor tussen 8 tot 16 uur bezig. Dit aantal uren varieert naarmate de bewijsstukken op orde zijn. Gaat het om complexere gebouwen of gebouwcombinaties, dan is meer tijd nodig. Naast het inhuren van de GPR Gebouw Assessor, moet u ervoor zorgen dat alle bewijsstukken die de GPR Gebouw-berekening onderbouwen

Koningin Máxima was aanwezig bij de opening van het nieuwe kantoor van Unipro, dat afgelopen mei het GPR Gebouw Certificaat heeft ontvangen. Foto: Unipro

beschikbaar en inzichtelijk zijn. Dit betekent een investering aan interne capaciteit. Op het moment dat de validatie rond is, kan de GPR Gebouw Assessor het certificaat aanvragen. De kosten hiervan zijn gerelateerd aan de vierkante meter van uw gebouwoppervlak. De uitgifte van een GPR Gebouw Certificaat voor gebouwen tot 1000 m2 kost € 250. Bij gebouwen tussen 1000 m2 en 5000 m2 bedragen de kosten € 500 en bij gebouwen van meer dan 5000 m2 zijn die € 1000 (exclusief BTW).

Vermelding van uw project Monitoring van duurzame gebouwen in Nederland is een doel van vele organisaties in de vastgoedbranche. De website www.gprprojecten.nl faciliteert deze doelstelling en geeft een beeld van de hoeveelheid en kwaliteit van duurzame bouwprojecten in Nederland. Het Assessor-logo op de site toont de gebouwen die een Assessor heeft gevalideerd.

Noot: 1. Bron: Rabobank cijfers en trends bouw 2014.

Stappenplan GPR Gebouw Certificaat

GPR Gebouw Ontwerpcertificaat

1. Verzamel gebouwgegevens, maak de GPR Gebouw-berekening en leg bewijsstukken vast. 2. Schakel een GPR Gebouw Expert in om de berekening te controleren (optioneel). 3. Schakel een GPR Gebouw Assessor in om de berekening te valideren en mogelijk voorafgaand te controleren, als een GPR Gebouw Expert dit nog niet heeft gedaan. 4. De Assessor vraagt het certificaat aan. 5. Organiseer de uitreiking. 6. Organiseer publiciteit over gebouw en gerealiseerde duurzaamheid.

Een certificaat voor uw duurzaam nieuwbouw- of renovatieontwerp. De validatie door de GPR Gebouw Assessor bekrachtigt de kwaliteit van de duurzaamheid van het ontwerp en legt de basis voor borging van de realisatie.

GPR Gebouw Oplevercertificaat Het certificaat voor uw opgeleverde GPR Gebouw-project, nieuwbouw of renovatie. Met dit certificaat toont u aan dat een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor uw gebouw gevalideerd heeft.

duurzaam gebouwd |september 2014

65



Isolatieoplossingen van Termokomfort

Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.

100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormenakoestischedakisolatie spouwisolatie kruipruimteisolatie isolatie Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij van isolatie vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! dakisolatie

spouwisolatie

kruipruimteisolatie

akoestische isolatie

✆ (036) 538 75 58 www.termokomfort.nl

maakt het behaaglijk


Absolute topkwaliteit Aluminiumbehuizing met gepatenteerde koelribben voor een verbeterd warmtebeheer.

Kracht en precisie. Snelle montage Veilige en snelle montage aan TECTON draagrails of als pendelarmatuur.

Precieze verlichting Innovatieve lenstechnologie voor een precieze lichtsturing met breedof diepstralende lichtverdeling.

Breedstralend

30.3. – 4.4.2014 | Frankfurt Hall 2.0 | Stand B30+B31

zumtobel.com/graft

400

800

1200

150

300

450

GRAFT

Diepstralend

Met een armatuurlichtstroom tot 28.000 Lumen en een armatuurefficiëntiefactor van 100 lm/W levert GRAFT topprestaties voor de industriesector. Met zijn innovatieve lenstechnologie evenals verschillende uitstralingskarakteristieken en kleurtemperaturen kan GRAFT elke uitdaging aan. Dankzij het gebruik van de meest recente LED-lichttechnologie en hoogwaardige materialen is Zumtobel erin geslaagd een LED-armatuur voor de industrie met een ongeëvenaarde kwaliteit en resistentie te ontwikkelen. Zumtobel. Het Licht.


Duurzaam Gebouwd

Duurzaam Gebouwd-partners adviseren tijdens fabrieksbezoek Op donderdag 26 juni jongstleden vond een exclusieve Advisory Board-bijeenkomst plaats in het Belgische Duffel. Partners van Duurzaam Gebouwd brachten een bezoek aan de fabriek van Reynaers Aluminium en gaven hun visie op de toekomst van Duurzaam Gebouwd. Tekst: Marvin van Kempen

De meeting start – vanzelfsprekend – met een kop koffie en thee, waarna Theo van der Meijden, Projectmanager bij Reynaers, de geschiedenis en groei van zijn organisatie aan de aanwezigen voorstelt. In 1965 opgericht en bekendstaand als ontwikkelaar en verkoper van aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen, werkt de partij nauw samen met alle ketenpartners in de bouwkolom. “Logisch”, vindt van der Meijden, “dat Duurzaam Gebouwd, een partij die zich eveneens richt op samenwerking met alle ketenpartners, hier vandaag een bijeenkomst houdt waarbij wij de toekomst van het platform mede vorm geven.” Wietse Walinga, directeur Kennisplatform Duurzaam Gebouwd: “Het fabrieksbezoek aan Reynaers is een bron van inspiratie en de perfecte plek om enerzijds kennis te delen en anderzijds met elkaar in discussie te gaan.” Wim Klock, business development manager bij Wijzonol, onderstreept: “Dergelijke bijeenkomsten zijn ideaal om te ontdekken hoe andere partijen in de branche, zowel leveranciers als overige ketenpartners, aan de slag zijn met duurzaamheid en wat er speelt in de markt.” Paul Dielissen, directeur DimensieVier, ziet Duurzaam Gebouwd-partners als ambassadeurs en merkt dat de groep met koplopers steeds groter wordt: “Waar we naartoe willen, is een situatie waarin duurzaamheid niet meer als label wordt opgeplakt, maar als overtuiging in het DNA van iedere organisatie te vinden is.”

Kijkje in de (aluminium)keuken Naast de geplande discussie staat een rondleiding op de planning, geheel verzorgd door Reynaers. De aanwezigen krijgen onder andere een kijkje in de keuken van een Trainingsen Automatiseringscentrum. Van der Meijden: “We bundelen kennis en ervaring van ketenpartners in dit centrum. Professionals doorlopen de trainingen, doen vaardigheden op en delen hun knowhow. Daarnaast organiseren we seminars en presentaties omtrent innovatieve geveltechnieken en marktontwikkelingen.” Van der Meijden noemt kernkwaliteiten van zijn producten comfort, veiligheid en energieduurzaamheid als

‘vanzelfsprekend’. “Maar we zijn meer dan een leverancier. Voor architecten, fabrikanten, installateurs en andere partijen in de keten vormen wij een waardevolle partner die meedenkt en ontzorgt.”

Toekomststrategie Walinga en van der Meijden sluiten na de rondleiding de sessie af met een discussie over de toekomststrategie van Duurzaam Gebouwd. De aanwezigen zien in de toekomst vooral groeimogelijkheden als werkplatform en ontmoetingsplaats voor aannemers, toeleveranciers en opdrachtgevers. Gericht op de vraag ingaan als het gaat om gezonde scholen, zorgvastgoed en het verduurzamen van corporatiewoningen wordt als een grote kans gezien. “Duurzaam Gebouwd en zijn partners zullen hier concreet vorm aan geven. We blijven samen de interne en externe verbinding zoeken”, is de consensus.

Kennisplatform Duurzaam Gebouwd daagt haar partners uit om projectbezoeken, rondleidingen en werkbijeenkomsten te (laten) organiseren op locatie. Wij ontvangen graag uw voorstellen. Neem hiervoor contact op met Wietse Walinga, walinga@duurzaamgebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | september 2014

69


De gebouwschil. Speelbal van ontwerpers. Soms ook: speelbal van de wind. Hoe u schade en overlast kunt vermijden, vertellen we graag bij een kopje koffie. Wij weten uit welke hoek de wind waait. Neem gerust contact op met Casper Esmeijer op 024 357 07 45 of mail ons op koffie@peutz.nl

EVEN VOORBESPREKEN?


Bestaand vastgoed Gebouw als bron

Kansen voor vastgoed Op verschillende locaties in Nederland wordt hard gewerkt aan het verbeteren en revitaliseren van de bestaande woon- en werkomgeving. Nu nieuwbouw nagenoeg stilligt, wegen investeerders en eigenaren bewuster de toekomstmogelijkheden af van bestaand vastgoed. Welke kansen zijn er en hoe sluiten ze aan bij de huidige ontwikkelingen? Tekst: Michel Baars, Search Ingenieursbureau B.V.

Alleen al onze hoofdstad telt 1,5 miljoen vierkante meter leegstaand vastgoed. De afgelopen jaren verschoof de focus van vraag naar aanbod. De huurder is aan zet en het antwoord voor eigenaren schuilt in vastgoed dat de omgeving dient. Koplopers hebben dat begrepen. Zij ontwikkelen vraaggestuurd vastgoed, dat flexibel is, veranderbaar qua functie en comfortabel. Vastgoedinvesteerders en -eigenaren zoeken daarom vaak de samenwerking op met huurders en andere betrokkenen.

Bestaand vastgoed beter benutten Door aansluiting te zoeken bij de omgeving kunnen meer kansen voor vastgoed worden benut. Bijvoorbeeld door het interieur, de installaties en de buitenste schil van een gebouw zo te maken dat de bouwmaterialen na de gebruiksduur opnieuw gebruikt kunnen worden. Bestaande gebouwen zijn zo niet alleen gemakkelijker aan te passen voor toekomstige functies, op termijn leveren ze ook kostbare grondstoffen op. Voorzichtig wordt dit principe nu ook in wet- en regelgeving toegepast. Sinds het nieuwe Bouwbesluit is het voorafgaand aan een sloop verplicht een grondstoffeninventarisatie uit te voeren. Over een aantal jaren zal het normaal zijn om bewuster met waardevolle grondstoffen in de bouw om te gaan.

Gebouw als grondstoffenbron Rotterdam Cirkelstad geeft praktisch invulling aan deze principes. Onder het motto: ‘een samenleving zonder afval en zonder uitval’ zet de Maasstedelijke bouwwereld in op hoogwaardig hergebruik van grondstoffen. In de sloop en renovatieprojecten die de samenwerkende partijen realiseren, sluiten ze zoveel mogelijk de kringloop. Ook de sociale component telt mee: het creëren van kansen voor werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dit voorbeeld krijgt ook in onze hoofdstad een vervolg. Met het initiatief Amsterdam: Circulaire Stad wil de stad eenzelfde samenwerking tot stand brengen. Binnen de regio worden de bouw-, renovatie- en sloopagenda op elkaar afgestemd. Bij elk renovatieproject wordt

eerst uitvoerig onderzocht welke grondstoffen hoogwaardig opnieuw te gebruiken zijn. Maar ook: met welke partners kunnen we ze duurzaam uit elkaar halen, welke lokale producenten kunnen de reststromen weer voor nieuwe bouwmaterialen gebruiken? Grondstoffen zijn dan in te zetten in nieuwe gebouwen of bij renovatie van een bestaand gebouw.

Open samenwerking aangaan Het oplossingsgericht vermogen op het gebied van duurzaamheid is het grootst in steden. De stad is een bron van innovatie, vaak door kleinschalige initiatieven. Bijvoorbeeld voor decentrale energieopwekking of het hergebruiken en herwaarderen van grondstoffen. Vastgoed moet daarom vooral faciliterend zijn, en eigenaren en projectontwikkelaars moeten flexibeler omgaan met het vastleggen van bestemmingen. Door wereldwijde bewegingen veranderen ketens. Daarvoor is sociale interactie, open samenwerking en communicatie in de breedte nodig. De bouw- en vastgoedwereld moet het denkraam opentrekken en de samenwerking aangaan met andere vakgebieden. Zo ontstaan onverwachte toepassingen en mogelijkheden voor co-creatie. In Rotterdam en Amsterdam hebben ze dat alvast goed begrepen. www.searchbv.nl en www.gebouwen-search.nl

duurzaam gebouwd | september 2014

71


Ontdek de Zendow#neo serie en haal meer uit uw ramen en deuren

Zoveel uitstraling en tegelijk het meest energiezuinig

NIEUW

BESPAAR OP EN ERGIE, NIET OP COMFO & DESIGN RT

Deceuninck Zendow#neo ramen en deuren zijn voorzien van de unieke en innovatieve Linktrusion-technologie. Deze technologie stapt af van het toepassen van gegalvaniseerd staal als standaard versterking in de profielen. In zowel kader als vleugel bestaat de versterking voortaan uit een kern van schuim van gerecycled pvc met staaldraad. De Deceuninck Zendow#neo Premium-oplossing gaat zelfs nog een stap verder: hier wordt gebruikt

glasvezel schuim

gemaakt van continue structurele glasvezels.

A++++

Kijk op www.deceuninck.nl

Ramen, deuren en luiken

staaldraad

Tuintoepassingen

Dak & Gevel

Binnentoepassingen

Deceuninck nv - Benelux Bruggesteenweg 164 • BE-8830 Hooglede-Gits (BE) T +32 51 239 272 • F +32 51 239 261 • belux@deceuninck.com • www.deceuninck.be (NL) T +31 76 561 78 34 • F +31 76 750 23 53 • deceuninck.kunststof@deceuninck.com • www.deceuninck.nl


Project Philips denkt verder dan schil en installaties

De Bruin: “Creëer engagement bij je medewerkers voor échte winst” “Duurzame kantoren maken is niet nieuw voor Philips. Maar het beoordelen van het eigen hoofdkantoor op duurzaamheid is dat wél”, blikt Henk de Bruin, Senior Vice-President van Philips International terug op de transformatie van het Breitner Center in Amsterdam. Na een ruimtelijke, technische en financiële haalbaarheidsanalyse door Kontek en Brink Management & Advies, beide onderdeel van Brink Groep, startte een grootschalige herontwikkeling van het hoofdkantoor, waarbij Philips met een BREEAM-NL In-Use certificering over de finishlijn komt. Tekst: Marvin van Kempen

“Allereerst was er de keuze voor nieuwbouw en hergebruik van een van de twee kantoortorens, waarbij de keuze viel op hergebruik. Dit besluit namen we aan de hand van analyses onder andere op het gebied van TCO en functionaliteit en ruimte. Daarnaast waren vergaande verduurzaming en het creëren van een vernieuwd werkplekconcept uitgangspunten. BREEAM-NL bleek het beste bij onze duurzaamheidsambities aan te sluiten”, meent de Bruin. Snel volgde de vraag hoe het 21.730 vierkante meter tellende kantoorpand klaargestoomd kon worden voor een BREEAM-NL In-Use certificering. Kontek en Brink Management & Advies waren verantwoordelijk voor het in kaart brengen van processen en het vertalen van ambities naar concrete maatregelen.

Pakket aan duurzaamheidsmaatregelen Richard de Lange, Senior Manager bij Brink Management & Advies: “Met een drie sterren In-Use certificaat aan de horizon was het pakket aan duurzaamheidsmaatregelen bijna vanzelfsprekend divers van aard. Vanwege het hergebruik van de bestaande bouw hadden we het geluk dat de verlichting, koeling en verwarming op hoog niveau aanwezig waren. Bij de renovatie zijn we tegen allerlei

 Foto: Leon Verlaek.

zaken aangelopen die met het gebouw te maken hebben, zoals energiemanagement maar ook de keuze van materialen en verfsoorten. Zo is er bewust gekozen voor een design met natuurlijke materialen, en speciale verfsoorten die aan de hoogste standaarden voldoen als het gaat om de gevolgen voor het milieu. Een ander element was in hoeverre we binnen het energiekader van duurzame energie gebruik kunnen maken.”

duurzaam gebouwd |september 2014

73


EXPERTISE

VAKWERK BEGINT MET SAMENWERKEN Hoe groot of klein uw schilderproject ook is, bij Sikkens staat u er nooit alleen voor. Als professionele partner brengen wij uw expertise, onze producten en services bij elkaar. Of het nu gaat om de keuze tussen zijdeglans of hoogglans. Of om kleuradvies of technische ondersteuning. Samen werken we aan ideeën en oplossingen. Want een project tot een perfect einde brengen, begint met samenwerken. Kijk voor onze services en al onze producten op www.sikkens.nl.


Project

Renewable energy upgrade De Bruin voegt toe: “We stelden ons de vraag wat we zelf aan hernieuwbare energie konden doen en wat we beter konden overlaten aan de energieleverancier. Het bleek dat de gemeente Amsterdam en de energieleverancier plannen hadden om een vernieuwing door te voeren in de energiecentrale. Met warmtekrachtkoppelingen in een warmtecentrale kun je al de nodige stappen zetten. Deze renewable energy upgrade zit nog in de pijplijn. We doen eerst wat in ons vermogen ligt en als we verder gaan, kijken we naar de mogelijkheden bij externe partijen. Een mooi toekomstperspectief is dat we met verhuurder en energieleverancier afstemmen of een BREEAM-NL In-Use vier sterren kwalificatie te behalen is.” In het achterhoofd houdende dat het energielabel niet hoger uitkomt dan een E-label, door de grote glasgevel, werden andersoortige maatregelen doorgevoerd om toch de gewenste slag te maken. Om te beginnen de weergave van verkeers-, ov- en weersinformatie in de centrale hal en het verhogen van de ecologische waarde van de locatie door het toepassen van een groene wand. Daarnaast: werkplekken met voldoende uitzicht en douchefaciliteiten in de kelder. Als uitdaging noemt de Bruin de investering in elektrische oplaadpalen. “Vanuit het perspectief van renderende investeringen: hoe verdien je dat nou terug? Na wat discussie zijn we er uiteindelijk toch voor gegaan. Doorslaggevende factoren waren de wens om vooruitstrevend te zijn en de must om goed te anticiperen op wat in de toekomst ‘standaard’ is.”

Denk verder

Projectgegevens Opdrachtgever: Philips International b.v. Eigenaar/verhuurder: Onroerende Goederen Maatschappij “De Omval” b.v. Projectmanagement: Brink Management & Advies, Leidschendam Interieurarchitect: Hollandse Nieuwe, Amsterdam Installatieadviseur: HE Adviseurs, Rotterdam; ecoloog: Laneco, Ede BREEAM-NL In-Use Expert: Sander de Jong, Kontek, Hoofddorp BREEAM-NL In-Use Assessor: Paul Zonneveld, Duurzaamheidscoach.nl, Wijchen Projectmanager: Richard de Lange, Brink Management & Advies, Leidschendam

Duurzaamheid is volgens Philips duidelijk meer dan alleen de schil en installaties van een gebouw. “We monitoren al jaren het energieverbruik van gebouwen en de CO2-uitstoot. Maar je moet verder denken dan dat”, zegt de Bruin. Gebouwgebruikers maken of breken de inzet van de organisatie op duurzaamheid. “Als je het werkelijk wilt laten leven onder je medewerkers, dan moet je motivatie en engagement creëren. Dit kan al met simpele maatregelen, die een relatief grote impact kunnen hebben. Een voorbeeld hiervan is de tuin die we hebben aangelegd bij onze High-Tech Campus in Eindhoven, waar geïnteresseerden op vrijwillige basis de tuin onderhouden en groentes kweken. Die groentes gaan vervolgens naar cateringbedrijven van de Campus en het organische afval gaat weer terug als compost. Simpele initiatieven waar mensen enthousiast van worden. Als je als organisatie streeft naar gezonde mensen op een gezonde planeet, dan moet je ook zelf op alle fronten het voorbeeld geven. Daarnaast: het is goed voor het milieu, maar het is ook goed voor je business”, aldus de Bruin.

duurzaam gebouwd |september 2014

75


Marcel Schipper (links), directeur VolkerWessels Vastgoed en Onno Dwars, vastgoedontwikkelaar en manager duurzaamheid VolkerWessels Vastgoed.

‘Duurzaamheid moet je raken in je ziel’ Bij VolkerWessels Vastgoed vormen kennis en innovatie de kern van duurzaam denken en doen. Volgens directeur Marcel Schipper en vastgoedontwikkelaar en manager duurzaamheid Onno Dwars, kan je als bedrijf zo voorblijven op de concurrentie in een markt die steeds slimmer wordt in het toepassen van oplossingen en technieken. Hoe gaat dat in z’n werk? Tekst: Tom de Hoog, Fotografie: Yorick Meijdam

76

september 2014 | duurzaam gebouwd


Interview

Op het gebied van duurzaamheid werkt VolkerWessels Vastgoed veel samen met andere VolkerWessels-bedrijven zoals Boele & van Eesteren, Bebouw Midreth, Veluwezoom Verkerk en HOMIJ. Binnen het concern VolkerWessels bouwen zo’n 14.500 medewerkers aan een betere en duurzame leefomgeving. Bewustwording en gebruik van slimme technieken en concepten staan centraal, want men wil verantwoordelijkheid nemen voor toekomstige generaties en verkwisting zoveel mogelijk tegengaan. Onno Dwars heeft als vastgoedontwikkelaar en manager duurzaamheid veel werk verzet om iedereen binnen VolkerWessels Vastgoed te doordringen van de noodzaak om duurzaam te denken. “Als iemand immers niet persoonlijk bij duurzaamheid betrokken is en actief ermee bezig, dan werkt dat niet. Duurzaamheid moet je raken in je ziel, zoals onze mensen dat hebben met vastgoedontwikkeling. Als dat niet zo is dan wordt het iets wat je ‘erbij’ doet. Inmiddels zien we bij collega’s dat ze van nature met duurzaamheid aan de slag gaan bij elk project wat ze oppakken.”

Concreet maken Wat hielp om de mensen binnen VolkerWessels mee te krijgen in ‘het nieuwe denken’ is het resultaat dat is behaald bij gerealiseerde projecten. Onno Dwars: “Successen verkopen zichzelf bij de projecten die onderscheidend zijn. Dat doen we niet alleen vanuit maatschappelijke betrokkenheid, maar ook omdat het ons als bedrijf iets oplevert. Dus op het moment dat je die successen boekt, krijg je veel gemakkelijker mensen mee. Dan zie je dat er enthousiasme bij iedereen ontstaat, waardoor het idee ‘onbekend maakt onbemind’ verdwijnt.” Marcel Schipper ziet de omslag ook duidelijk: “We vonden dat we nog meer moesten doen bij op zich al zeer duurzame en innovatieve projecten. Bedenk dat wij eigenlijk proberen om duurzaamheid en innovatie juist tijdens de projecten uit te ontwikkelen. Dan maak je de slag van de visies met de beloftes naar de concrete toepassing. Dat concreet maken van die visie kan overigens al bij het inschrijven op een tender of bij het uitdenken van een eigen ontwikkeling van VolkerWessels Vastgoed. Dit zijn ook de fasen in een project waarbij Onno Dwars actief betrokken is. Zo komen duurzaamheid en innovatie dan heel dicht bij alle partijen die bij de realisatie zijn betrokken. Je krijgt dat abstracte idee van het ‘kenniscentrum’ gewoon in je workflow. Dat is heel erg belangrijk voor de acceptatie, maar ook voor het besef van wat duurzaamheid is. Anders blijft het een beetje een containerbegrip. We hebben hier ook wel eens de discussie gehad dat we voor duurzaamheid een nieuw woord moeten bedenken. Iedereen vangt nu alles onder ‘duurzaamheid’, maar iets wat vijf jaar geleden heel erg duurzaam was is nu een normale manier van werken.”

en extern steeds naar de beste samenstelling van mensen die vanuit de verschillende partijen bij het project zijn betrokken. Als wij gaan ontwikkelen hebben we natuurlijk een visie en als je in een tender zit proberen we onze visie ook te optimaliseren richting de opdrachtgever.” Ook het uitwerken van de visie in de realisatiefase van een project gebeurt volgens Schipper in co-creatie. Een volgende stap is dan de samenwerking tussen partijen als onder meer de installateur, de installatieadviseur, de constructeur, de architect en de stedenbouwkundigen. “Dat geeft een soort groepsdynamiek en men krijgt het gevoel met iets heel bijzonders bezig te zijn in een hele positieve flow”, aldus Onno Dwars. “We leggen de lat bewust hoog waar het onze ambities betreft. Een mooi voorbeeld van co-creatie en die groepsdynamiek is een project dat we doen voor Alliander. Een medewerker kwam daar bijvoorbeeld met het idee de kleding te hergebruiken als basis voor geluidsisolatie van de binnenwanden. Zo’n idee is echt het directe gevolg van de uitdagende groepsdynamiek die we samen hebben gecreëerd. Zo wordt iedereen geprikkeld om ermee aan de slag te gaan. Dit leidde ook weer tot andere ideeën, zoals de plafondplaten die worden hergebruikt bij dit project.”

Van energienotanul naar gebiedsvisie Duurzaamheid werkt steeds verder door in de projecten van VolkerWessels Vastgoed. Het startte volgens Onno Dwars in 2008 met het tekenen van het Lenteakkoord: “Duurzaamheid kwam bij ons toen echt in een stroomversnelling. We zijn daarop met energietransitie begonnen en eind 2012 hebben we ons energienotanul-concept helemaal uitontwikkeld. Begin 2013 was de eerste woning volgens die visie gebouwd. Kijk je nu naar de projecten die we inmiddels hebben opgeleverd en hoeveel er gaan komen, dan mag je constateren dat het een nieuwe norm

Co-creatie is de sleutel Schipper: “Duurzaamheid krijgt bij onze projecten gestalte door een co-creatieproces van de eigen onderneming met andere personen en bedrijven. Daarom zoeken we intern

duurzaam gebouwd |september 2014

77


Passief kantoorgebouw als actieve machine

DGMR realiseerde een gezonde en comfortabele werkomgeving voor Leefmilieu Brussel. Een transparant,

interactief gebouw met optimale temperatuur, lichtinval, akoestiek en luchtkwaliteit.

Adviseurs in bouwfysica, geveltechniek, akoestiek, duurzaamheid, (brand)veiligheid en klimaatbeheersing Arnhem | Den Haag | Drachten | Sittard

www.dgmr.nl


Interview

Onno Dwars (links) en Marcel Schipper: "We leggen de lat bewust hoog waar het onze ambities betreft."

is geworden.” Dat wordt onderschreven door het gegeven dat moedermaatschappij VolkerWessels nog dit jaar de bouw start van de 150e energienotanul-woning. In dit type woning komen alle innovaties van de energietransitie samen volgens Onno Dwars. “In feite kan je zeggen dat we daar grip op hebben gekregen. Nu kijken we veel meer naar de leefbaarheid van woningen en hoe wij prestatieafspraken kunnen maken over de gezondheidsaspecten van een woning. Wat voor ons belangrijk is - en dat blijft zo - is de gebruiker. Dat is meer dan de bewoner van een gebouw, het gaat om interactie tussen bewoners, gebruikers en passanten. Dat geldt voor zowel de mens als de natuur. In de grotere gebieden waar we nu bezig zijn met nieuwbouw of transformatie van bestaande kantoren of woningen kijken we niet alleen naar een locatie zelf, maar ook naar wat de locatie kan betekenen voor het hele gebied. Zo zie je dat we eigenlijk steeds vaker projectoverstijgende activiteiten ontplooien waarbij economie, ecologie en duurzaamheid in evenwicht gebracht worden.”

Het grondstoffenpaspoort Een voorbeeld van innovatief denken is het recent door architectenbureau RAU ontwikkelde ‘grondstoffenpas-

poort’. Marcel Schipper: “We passen het grondstoffenpaspoort samen met architectenbureau RAU toe in een van onze projecten. Het idee erachter is circulariteit. Met het grondstoffenpaspoort kan je de toegepaste grondstoffen bij een project – hergebruikt en nieuw – inventariseren en labelen. Zo ontstaat een echt ‘paspoort’ dat door de architect vijftien jaar kan worden beheerd. Een voorbeeld waarbij we dit nu toepassen is de ‘vernieuwbouwen’ van ongeveer 25.000 m2 kantoor- en bedrijfsgebouwen voor Alliander in Duiven. Aan alle daar gebruikte materialen zijn circulariteitspercentages gekoppeld. Zo wordt alles direct concreet en zijn alle betrokken partijen verplicht op dezelfde manier te denken.” Onno Dwars geeft een voorbeeld van wat dat betekent: “Wist je dat in infrastructuur rondom een gebouw veel meer beton kan zitten dan in het gebouw zelf? Dit soort dingen weet je pas als je het hebt gemeten.” Marcel Schipper: “Als je dit soort zaken goed uitlegt, wordt iedereen er ook heel erg enthousiast van. Administratief is het veel werk, maar uiteindelijk ziet iedereen er absoluut de voordelen van in omdat hergebruik en waardebepaling van de grondstoffen die zijn verwerkt zo veel beter mogelijk is.”

duurzaam gebouwd |september 2014

79


Benut de kansen van het dak Door verstedelijking en klimaatverandering bieden platte daken steeds meer toegevoegde waarde. Cityroofs heeft innovatieve oplossingen om de ruimte op daken optimaal en naar eigen ontwerp in te richten en zo de stad ook voor de toekomstige generaties leefbaar te maken en te houden. Gebruik die ruimte op het dak!

Experts in elevated landscapes www.cityroofs.nl

Oplossingen voor een gezond binnenklimaat Solid Air levert alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingskasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiĂŤnt warmte-/koudetransport, lage temperatuurverwarming, hoogste lekdichtheidsklasses en het gebruik van duurzame materialen.

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

KLIMAATPLAFONDS

LUCHTBEHANDELING LUCHTVERDEELTECHNIEK

solid-air.com


HOE SLIM KAN

VERLICHTING ZIJN?

Bekijk het filmpje op www.unica.nl/smartled of scan de QR-code

Smart LED, Smart Buildings


Titia Siertsema: “Als een portvereniging besluit zonnepanelen op het dak te zetten, beseffen haar leden: Kan dat bij mij thuis ook?”

Duurzame prestaties garanderen: sleutel bij renovatie woningvoorraad Hoe zeven miljoen woningen verduurzamen? In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft RVO.nl dit vastgelegd in ‘Kosteneffectief verduurzamen bestaande woningbouw in Nederland’. Wie hebben de sleutel in handen om deze opdracht met succes aan te pakken en af te ronden? Titia Siertsema, voorzitter van UNETO/VNI, en Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland, zien dat er meer nodig is dan stenen stapelen en apparaten aansluiten. Tekst: Tom de Hoog, Fotografie: Rockin Pictures

82

september 2014 | duurzaam gebouwd


Interview

Maxime Verhagen: “Eigenlijk praten we al tien jaar of langer over energiebesparing.”

Verhagen: “Onderhoud en verduurzaming worden steeds belangrijker voor ondernemers in de bouw. Daarbij zoeken ze juist samenwerking met installateurs. Door gezamenlijk op te trekken, kunnen zij bewoners, eigenaren en beheerders een gericht aanbod doen. Daarbij moet men het belang van verduurzamen wel inzien. Wij kunnen vanuit onze sectoren wel aantonen dat er enorme slagen te maken zijn op het punt van comfort, lagere kosten, milieuwinst en waardevermeerdering van de woning, maar men moet zelf de keuze maken. Niet het aanbod, maar de vraag is bepalend.” “Energiebesparing is niet tastbaar, zoals de aanschaf van een keuken of een auto. Dus je moet ook zeggen: ‘Dit is uw huis en nu geeft u zoveel uit. Met die en die stappen kunt u dat en dat besparen en krijgt u het warmer in huis.’ Het gaat erom een aanbod te doen waaraan een prestatiegarantie is verbonden. Met daarbij de financieringsmogelijkheden.” Siertsema: “We kunnen succesvol zijn als we duidelijk maken wat de concrete voordelen voor de klant zijn, bijvoorbeeld in termen van energiebesparing en comfort. Bewoners zijn over het algemeen niet geïnteresseerd in de techniek, maar wel in wat het oplevert.”

Initiatieven te over Verhagen: “Bouwend Nederland en UNETO-VNI participeren in initiatieven als ‘Kleur uw gemeente groen’. Daarmee kunnen we bewoners op basis van openbare gegevens – op Energielabelatlas.nl - laten zien wat de huidige energieprestatie van hun woning is. Door aanpassingen te doen, is de energieprestatie te verbeteren en daarmee de waarde van de woning te verhogen. De bedoeling is mensen te ontzorgen die zo’n verbetering willen. ‘Kleur uw gemeente groen’ wordt steeds op lokaal niveau opgezet samen met onder meer Rabobank en de Natuur en Milieufederatie.” Siertsema: “Dit soort initiatieven is er nu overal. Nu schalen we op en passen we de opgedane kennis in grotere mate toe. Er is inmiddels al veel uitgeprobeerd, ook samen met de overheid. Nu is het tijd om te kijken naar de best practices. Door er bijvoorbeeld regie op te zetten, zodat verschillende partijen zich niet na elkaar melden bij die bewoner.”

Slag maken Siertsema: “De provincie Overijssel heeft de opbrengsten uit de verkoop van de aandelen in energie ter stimulering van verduurzaming ingezet. Vervolgens hebben ze die

duurzaam gebouwd |september 2014

83


www.osram-benelux.com

Licht is innovatief Het ultraplatte LED armatuur ARKTIKA®-P LED is een pendelarmatuur met een strak en elegant design en past perfect in een visueel geavanceerde omgeving. De speciale reflectortechnologie met zeshoekig ontwerp zorgt voor een nauwkeurige, efficiënte lichtregeling met reductie van verblinding, waardoor het aan alle relevante eisen voldoet voor werkplekken met computerschermen. OSRAM presenteert de ARKTIKA®-P Biolux. De Biolux versie brengt daglichtwerking in kantoren. Het verlicht direct het werkgebied en ook indirect het plafond, afhankelijk van het tijdstip van de dag, met twee verschillende lichtkleuren en met individuele controle en dimbaarheid.

Light is OSRAM


Interview

gemeenten de vrijheid gegeven een aanpak te zoeken die lokaal past. Dat kan zijn via een wijkaanpak. Ook wat sportverenigingen kunnen doen, vind ik altijd een mooi voorbeeld: als een sportvereniging besluit zonnepanelen op het dak te zetten, is daar een ledenvergadering voor nodig. En dan beseffen al haar leden: ‘Wacht even, kan dat bij mij thuis ook?’” Verhagen: “Zo ziet men tegelijkertijd de voordelen en krijg je een inktvlekwerking. Als consument kun je gebruikmaken van het lage btw-tarief op het punt van onderhoud en van de voordelen die er zijn met betrekking tot het energie-akkoord, dus het revolverend fonds. Doet de provincie er een schepje bovenop, dan kun je een enorme slag maken ten aanzien van energiebesparing. Siertsema: “Zeker met de energiebespaarlening, waarbij woningeigenaren tegen gunstige voorwaarden financiering kunnen krijgen voor een energiezuiniger huis.”

Gedeeld belang Siertsema: “Wie aan woonconsumenten het verduurzamingsverhaal vertelt, is in mijn ogen helemaal niet belangrijk. Dat hangt vooral af van wie capabel is om het proces te organiseren. Voordeel van installateurs is dat zij

vaak een vaste klantrelatie hebben door het onderhoud aan een cv-ketel. Dat is een geschikt moment om met de klant in gesprek te gaan over mogelijkheden om het energie-verbruik terug te dringen.” Verhagen: “Eigenlijk praten we al tien jaar of langer over energiebesparing. Juist door versnippering was het tot nu toe nauwelijks van de grond gekomen. Het aardige is dat we om tafel zijn gaan zitten voor het energieakkoord en dat je elkaar nu ook gewoon opzoekt.” Siertsema: “Het is simpelweg veel gunstiger om je spaargeld te stoppen in zonnepanelen op je dak dan het op een spaarrekening te laten staan. Die ontwikkeling wordt nu aangejaagd dankzij het energieakkoord, dat een einde maakt aan jarenlange discussies en jojo-beleid. We hebben het niet meer over de vraag of we energie moeten besparen, maar hoe we dat gaan doen. Kijk naar ‘Kleur uw gemeente groen’ op lokaal niveau. Dáár liggen de mogelijkheden. Uiteindelijk is dat ons gedeelde belang: lidbedrijven laten profiteren van de omzetkansen in deze markt en daarmee meteen een bijdrage leveren aan het oplossen van een maatschappelijk vraagstuk. Mooier kan niet.”

Titia Siertsema, voorzitter van UNETO/VNI, en Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland.

duurzaam gebouwd |september 2014

85


Noxite® luchtzuiverende dakbedekking voor nu en later

Luchtzuiverend

Gehele levensduur effectief

Aangetoonde werking

Zon, wind en regen doen het werk

Door te kiezen voor Noxite® dakbedekking levert u een bijzondere bijdrage aan de luchtkwaliteit voor mens en milieu. Noxite® dakbedekking is duurzaam en zuivert de lucht doeltreffend van schadelijke NOx deeltjes. Speciaal Noxite® granulaat zorgt dat deze NOx deeltjes worden omgezet in onschadelijke stoffen. Dit proces wordt in gang gezet door de zon. Met de keuze uit 4 typen bitumen dakrollen met Noxite®, zowel APP als SBS, kunt u met elk dak milieudoelstellingen haalbaar maken! Het kost u geen extra tijd of moeite, de natuur doet het werk en de kwaliteit is zoals altijd hoog. Kijk voor meer informatie op www.noxite.nl

Schone lucht voor 12 mensen Om u een idee te geven: 1m2 Noxite® zuivert per jaar 50.000 m3 lucht. Een gemiddelde www.icopal.nl

86

volwassen Nederlander ademt 4.000 m3 lucht per jaar in.

september 2014 | /duurzaam gebouwdlucht voor ruim 12 mensen! Kortom: 50.000 4.000 = schone


Xxxxxxx

PIR bewegingsmelders en aanwezigheidsmelders

Serie 18

18.51 18.31

18.61

Comfortabel energie besparen! 18.41

● Type 18.31.8.230.0031: bewegingsmelder voor plafonds tot

6 meter of als aanwezigheidsmelder met 3 meter detectiebereik

● Type 18.41: bewegingsmelder speciaal voor gangen in bedrijven

en hotels etc. Detectiebereik: 30 meter x 4 meter

FINDER RELAIS NEDERLAND B.V. Dukdalfweg 51 1041 BC AMSTERDAM Tel.: 020 - 615 65 57 Fax: 020 - 617 89 92 finder.nl@findernet.com

Type 18.51: aanwezigheidsmelder met 4 meter detectiebereik

of als bewegingsmelder met 8 meter detectiebereik

● Type 18.61: bewegingsmelder voor wandmontage in inbouw-

doos met een detectiebereik van max. 18 meter

● Energiebesparend, verlichting blijft niet onnodig branden

www.findernet.com

duurzaam gebouwd |september 2014

87


Vernieuwd kantoor met gerecyclede plafonds

De receptie bij Google met het deels opengewerkte plafond.

D/Dock heeft het interieur van het Google-kantoor in Amsterdam in een nieuw jasje gestoken, met daarbij diverse typisch Nederlandse details. Armstrong zorgde voor nieuwe plafondtegels. “Duurzaamheid staat hoog in ons vaandel: onze plafonds bestaan tot 82% uit gerecycled materiaal.” Foto’s: Armstrong/Alan Jensen

De keuze voor het nieuwe plafond kwam van Google zelf, vertelt Armstrong-projectleider Han Kreemers. “Bij zowel Google als Armstrong staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Zo kregen bestaand meubilair en individuele werkplekken een tweede leven door ze te hergebruiken.” Daarnaast werkte interieurontwerpstudio D/Dock uitsluitend met gezonde materialen en lag de focus op het energie- en waterverbruik om tot een zo duurzaam mogelijk kantoor te komen. Volgens hem gaf Armstrongs Plafond Recyclingsprogramma

88

september 2014 | duurzaam gebouwd

de doorslag; hierover was Google erg enthousiast. “Binnen dit programma voeren we oude plafondtegels af om er vervolgens zonder kwaliteitsverlies nieuwe tegels van te maken.”

Praktische invulling Zo’n 2100 m2 aan oude plafondtegels van deze kantoorruimte is gerecycled, maar eenvoudig ging dat niet. “Het vereiste een erg strakke planning”, legt Kreemers uit. “De vrachtwagens mochten zich tot 9.00 uur ophouden bij het


Project

nabijgelegen bedrijfsverzamelgebouw Viñoly. Om alles op tijd af te krijgen, waren ze al vroeg in de ochtend aanwezig.” Deze plafondstegels zijn vervoerd naar de dichtstbijzijnde Armstrong-fabriek gebracht, waar ze zijn gerecycled om ze weer in het productieproces te gebruiken. Volgens marketingcoördinator Lisette Bouman speelt Armstrong met zijn producten in op renovatie en herbestemming. “We geven een praktische invulling aan duurzaamheid. Vandaar dat we het Armstrong Plafond Recyclingsprogramma hebben uitgebreid. Zo is het niet alleen mogelijk om onze minerale plafondtegels kosteloos te recyclen, maar kan dit ook voor minerale plafondtegels van fabrikanten. Daarnaast recyclen we snijafval van nieuwe plafondtegels. We leveren geschikte recyclingzakken aan om het snijafval te verzamelen en voeren dit naar de fabriek af voor hergebruik.”

Opvallend is dat het plafond onder meer in het restaurant en bij de receptie open ligt. Dit verwijst naar de garage, waarin Larry Page en Sergey Brin Google in 1997 hebben opgericht. “Het past bij de startup-achtige bedrijfscultuur van Google.”

Duurzaam en innovatie Kreemers blikt terug op een prettige samenwerking met Google, interieurarchitect D/Dock, aannemer De Combi en montagebedrijf Vense projecten. “We hebben elkaar gevonden op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Dankzij onze gezamenlijke visie is het ons gelukt een fraai eindresultaat af te leveren.”

87% lichtreflectie Als vervanging zorgde Armstrong voor diverse typen plafonds uit zijn Ultima-serie. “Voor Google zijn de halfverdekte systemen SL2 en Vector toegepast. Deze tegels zijn tot 64% vervaardigd uit gerecycled materiaal. Daarnaast heeft deze serie een lichtreflectie van 87%”, vertelt Bouman. “Met als resultaat dat dit zorgt voor een kostenbesparing van 16% op indirect licht.” Bij de receptie en bij vergaderplekken is de Ultima Vector toegepast. “Dit halfverdekte plafond geeft een homogeen effect”, vindt Kreemers. “Daarnaast zorgt de mooie balans tussen geluidsabsorptie en overlangsgeluidsisolatie voor een erg goede spraakverstaanbaarheid.” De open kantoorruimten kregen de Armstrong Ultima OP (Open Plan), bedoeld voor specifieke plaatsen waar gebruikers geconcentreerd willen blijven, legt Kreemers uit. “De Ultima OP is een sterke plafondtegel met een hoge densiteit, die geluid absorbeert en isoleert. Deze tegel combineert de beste eigenschappen van hard- en zachtminerale plafonds.”

Nederlandse details Receptie in de vorm van een bakfiets. Authentieke jaren ’60 Otten-caravan als overlegruimte (zie foto). Hergebruikte Febo-automatiek met computeraccessoires als snoertjes en opladers.

‘We geven een praktische invulling aan duurzaamheid’ duurzaam gebouwd |september 2014

89


Winnaar Herman Wijffels Innovatieprijs

Maximale energie halen uit wind In 2009 zocht ondernemer Alexander Suma naar een manier om de kracht van natuurlijke energiebronnen op een slimmere manier in gebouwen toe te passen. Vijf jaar later voert hij samen met Heijmans zijn eerste pilotproject uit: zijn IRWES dak-unit haalt (meer) energie uit de wind.

De werking van IRWES. Beeld: Heijmans

Tekst: Tim van Dorsten

‘De jury heeft aan IRWES van Ibis Power de eerste prijs toegekend vanwege de toepasbaarheid en flexibiliteit van dit systeem om in de bebouwde kom windenergie te produceren. Het systeem wordt modulair opgebouwd en aangepast aan het dakoppervlak van elk hoog gebouw en biedt een esthetisch aantrekkelijke oplossing. Hierdoor zijn de mogelijkheden veelzijdig en universeel.’ Aldus het juryrapport van de Herman Wijffels Innovatieprijs over Alexander Suma’s Integrated Roof Wind Energy System (IRWES). Zijn creatie won in 2012 de hoofdprijs van deze stimulerings- en aanmoedigingsprijs van de Rabobank op het gebied van duurzaamheid en innovatie. “Na die prijs kreeg ik zo veel aanbiedingen dat ik onder de radar ben gedoken om het IRWES-systeem eerst uit te ontwikkelen”, vertelt Suma. “Ik had destijds enkel een prototype.”

90

september 2014 | duurzaam gebouwd

Slimmer en duurzamer Zijn idee stamt uit 2009, toen hij aan de Universiteit van Miami aan zijn Ph.D werkte. “Ik zocht naar een slimmere manier om de kracht van duurzame energiebronnen volop te benutten”, legt hij uit. “In Miami viel me op dat er daar weinig aan duurzame energie werd gedaan, terwijl de mogelijkheden zeker voorhanden zijn. Daar is zon en wind genoeg.” In tegenstelling tot de ruime mogelijkheden om energie uit zonnestralen te halen, valt dit bij wind nog erg tegen. Vandaar dat Suma zich op deze natuurlijke bron richtte, met name op de manier om windenergie efficiënter te gebruiken. Dankzij Europese subsidies ontwikkelde hij op de TU in Eindhoven zijn idee verder door, onder meer aan de hand van simulaties.


Project

Vijf etages hoog IRWES geldt als een technical novelty, zoals Suma het zelf noemt. “Het is een elegante doos van zes bij zes meter, die de interactie met de wind op het dak bevordert. Het is echter wel belangrijk dat de doos op een gebouw komt van minimaal vijf etages hoog.” Twee soorten windstromingen vormen de wind op een dak: de wind die door de gevel omhoog wordt gestuwd en de horizontaal aanwaaiende wind. Door de samenvoeging van deze twee ontstaat een extra krachtige wind, die over het dak waait. Hoewel op hoogte in de stad zijn deze windstromen volgens Suma vaak nog te zwak. “IRWES maakt gebruik van een trechtervorm richting een centrale turbine, die ervoor zorgt dat we toch energie kunnen halen uit lagere windsnelheden. Noem het maar een soort turbomotor die de luchtstroming extra snelheid meegeeft. Dit verhoogt het rendement, want in de stad ligt de windsnelheid laag. Vandaar dat deze turbine effectief is en de IRWES economisch aantrekkelijker maakt.”

Combinatie Hoogbouw verbruikt volgens hem namelijk meer energie dan laagbouw. “Door de IRWES te gebruiken, kunnen bedrijven besparen op de inkoop.” Suma pleit echter niet voor enkel het gebruik van zijn IRWES. “Het gaat om de combinatie met pv-panelen. Over het algemeen wekken ze

Beeld: Heijmans

op verschillende momenten energie op, waardoor ze goed op elkaar aansluiten. We werken inmiddels drie jaar samen met Heijmans. Met dit bouwbedrijf werken we momenteel aan een pilotproject, waarbij we gebruik maken van elkaars kennis.” Inmiddels hebben bedrijven elf IRWES-units vooruit besteld voor een toekomstig project. Ze komen globaal uit drie verschillende hoeken: investeerders en projectontwikkelaars, utiliteitssector en appartementen en sociale woningbouw. Kijk voor meer informatie op: www.ibispower.nl.

Effecten meten In het traject voorafgaande aan een project levert Delta Ohm Benelux, fabrikant en leverancier van sensoren en meet- en regelapparatuur, acht windmeters om de effectiviteit van de turbine te voorspellen. “Als beginnend klein bedrijf ben ik op zoek gegaan naar geschikte bedrijven om mee samen te werken”, legt Suma uit. “Toen kwam ik Delta Ohm Benelux tegen, dat dit project ook erg interessant vindt.” Dit beaamt Andrea Glezer, senior accountmanager bij Delta Ohm Benelux. “Behalve dat we graag met innovatieve bedrijven als Ibis Power samenwerken, zagen we ook direct het grote potentieel van zijn innovatieve product.” Wat wil de klant? De aanschaf van de acht windmeters was in eerste instantie eenmalig. “Om te zorgen dat we de juiste apparatuur verkopen, willen we altijd van de klant weten wat zijn doel is. Daarom vragen we hem wat hij wil om hem eventueel op dat gebied te kunnen helpen en adviseren.” Inmiddels zijn beide partijen bezig om te kijken hoe en waar de apparatuur van Delta Ohm bij de op stapel staande projecten is in te passen. Hierbij verschilt per project het aantal windmeters dat wordt geplaatst. De fabrikant heeft een adviserende rol, maar Ibis Power neemt uiteindelijk de beslissing. “Dankzij onze meters krijgt Ibis Power inzicht in de effecten en kan hij hieruit conclusies trekken”, legt Glezer uit. “Wij werken graag als partners om gezamenlijk te komen tot de beste resultaten voor de eindklant.”

Beeld: Delta Ohm Benelux

duurzaam gebouwd |september 2014

91


Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed

DELEN

NIEUWE

hebben IS HET

Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed

Brink Groep staat voor grip op kwaliteit, proces en eindresultaat in bouw, huisvesting en vastgoed. Ons motto is: de goede dingen goed doen. We zijn altijd op zoek naar de werkelijke behoefte van onze klanten (de goede dingen) en de meest pragmatische oplossing van vraagstukken (goed doen). We zijn overtuigd van de waarde van samenwerking en brengen partijen, kennis en kunde samen voor een duidelijk resultaat.

brinkgroep.nl/duurzaam


Duurzaam Gebouwd Duurzame Energie

Xxxxxxx

kennisplatform over duurzaam bouwen Thema Thema

Gebouwschil Maatschappelijk 52Vastgoed Interviews

Woonakkoord is een eerste stap.

Rondetafelgesprek 5894Financieel Overheden en de verduurzaming van Rekenen aan duurzame oplossingen: maatschappelijk vastgoed Life Cycle Costs.

62111 Achtergrond Project

Welke tool voor welke situatie? Meer dan parkeren.

115 Project De groenste school op Bali

Bron: TONZON

duurzaam gebouwd |september 2014

93


Overheden moeten markt actief inschakelen bij verduurzaming van hun maatschappelijk vastgoed Het zijn de overheden die de markt moeten uitdagen om het maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Dat geldt bij nieuwbouw, maar ook bij renovatie en planmatig onderhoud. ‘Je vraagt een 8 en je krijgt een 9’, zo is de ervaring in Amersfoort. Maar, om dat te bewerkstelligen moeten bij diezelfde overheden de schotten tussen afdelingen naar beneden, moet er worden geïnvesteerd in expertise en moet er sprake zijn van duurzame politieke wil. Gerrit Tenkink, Fotografie: Rockin Pictures

Het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed is voor overheden een flinke klus. Want naast het verlagen van de schotten tussen afdelingen en geldstromen moet er sprake zijn van bewustwording. Een gebouw kan niet duurzaam worden gemaakt door alleen te kijken naar energieverbruik en materialen, want als de gebruiker niet tevreden is, schiet je aan al je doelen voorbij, inclusief duurzaamheid. Dat waren in grote lijnen de belangrijkste conclusies tijdens een door Duurzaam Gebouwd geïnitieerd rondetafelgesprek. Aan het gesprek werd deelgenomen door John Mak, directeur bij adviesbureau W/E Adviseurs, Johan Carlier, senior projectmanager bij de gemeente Amersfoort, Woud Jansen, senior manager Brink Management & Advies en Jancor de Boer, directeur bij SRO, maatschappelijk partner van gemeenten, waaronder Amersfoort. Als gespreksleider schoof Hans Korbee, programma adviseur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan. Korbee legt voorafgaand uit dat hij het gesprek over

94

september 2014 | duurzaam gebouwd

maatschappelijk vastgoed wil beperken tot scholen, sportaccommodaties en gebouwen ‘in eigen gebruik’. Het zorgvastgoed is een verhaal apart en leent zich volgens Korbee voor een vervolgdiscussie. Dat Johan Carlier is uitgenodigd is geen toeval. De gemeente Amersfoort is namelijk een van de gemeenten die vooroploopt bij het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed. Carlier legt uit: “We hebben op twee projecten onze duurzaamheidsambities, 2030 energieneutraal , losgelaten: Brede School Liendert, waarin plek gecreëerd wordt voor twee scholen, een peuterspeelzaal en ontmoeting voor de wijk. Deze school opent in 2015. Het tweede project is het sportcentrum Hogekwartier, wat gaat voorzien in een topsport-zwembad en topsporthal. Beide zijn innovatief aanbesteed volgens Design & Build.” Bij de bouw van de school hebben de besturen van beide scholen aan de gemeente gevraagd om de rol als bouwheer in te vullen. De besturen kijken nadrukkelijk mee over


Rondetafelgesprek

Van links naar rechts: Hans Korbee, RVO, John Mak, W/E Adviseurs, Johan Carlier, gemeente Amersfoort, Woud Jansen, Brink Management & Advies, Jancor de Boer, SRO.

de schouder van de gemeente. “Vooraf zijn afspraken gemaakt over de maximale exploitatielasten die voor de brede school mochten gaan gelden. Deze ambitie is vervolgens vertaald in een minimaal vereiste GPR-score (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn voor duurzaam bouwen, [red.]). In de aanbesteding is uitdrukkelijk geselecteerd op ervaring met ontwerpen binnen lage exploitatiekosten en hoge duurzaamheid. Wij gaven de D&B marktpartijen een vaste prijs mee en vroegen een gemiddelde GPR-score van minimaal 8 met voor energie een 9. De inbreng van kennis en innovatie door de marktpartijen leverde ons een GPR-score op van 9, met voor energie een 10. Energieneutraal dus. Binnen het D&B ontwerpproces worden de gebruikers zeer sterk betrokken, wat het gebruik straks ten

goede komt”, legt Carlier uit, die verder aangeeft dat SRO na de oplevering wordt aangewezen voor het onderhoud en de exploitatie. “Maar SRO is nu al betrokken bij het ontwerp, waarmee hun kennis al vroegtijdig wordt ingebracht.”

Flexibiliteit SRO is als gebouwbeheerder op dit moment al verantwoordelijk voor de exploitatie en het onderhoud van onder andere het Sportfondsenbad en zwembad Liendert in Amersfoort. De sleutel tot succes is volgens Carlier en SRO-directeur De Boer ‘vertrouwen’ in combinatie met duidelijke afspraken. De gemeente Amersfoort en SRO maken meerjarenafspraken en deze worden per jaar ingevuld en gespecificeerd. SRO-directeur Jancor de Boer licht toe: “Om een gebouw goed te kunnen onderhouden en te exploiteren moet je allereerst je gebouw goed kennen, bij wijze van spreken tot en met de laatste spijker. We kennen het gebouw en zijn er dagelijks aanwezig. Daarnaast moet je ook je gebruiker goed kennen. Die inzet kost geld, maar ik ben ervan overtuigd dat je dat terugverdient. Flexibiliteit tussen opdrachtgever (gemeente) en opdrachtnemer (SRO), is voor ons een belangrijke voorwaarde. Omdat we de exploitatie in eigen beheer hebben, investeren we actief in energiereductie. We maken een simpele analyse. Wat kost het als we investeren in energiereductie en hoe snel verdienen we die investering terug? Nu zie je vaak dat voor het onderhoud contracten zijn afgesloten voor 10 tot 15 jaar. De gebruiker of gebouweigenaar dient dat contract netjes uit en na tien jaar volgt een volgende investering. Wij proberen tussentijds te

duurzaam gebouwd |september 2014

95


DeltaOhm_maart 2012.indd 1

De Triple

06-03-12 18:50

AAA energiezuinige Gaswarmtepomp

G F

energielabel A

A kwaliteit

service van A tot z

E D C B A

Tel. 0348 413 485 | e-mail: info@gasengineering.nl | www.gasengineering.nl GAS_adv-opmaak.indd 1

12-3-2012 16:17:13

Elke luchtbehandelingskast van Solid Air is uniek Bij Solid Air Luchtbehandeling doen we niet aan standaardoplosingen. Ieder apparaat is uniek, omdat iedere klantvraag dat ook is. Wij leveren modulaire luchtbehandelingskasten op maat, al of niet met generatieve wtw op basis van adiabatische koeling.

Solid Air is ook de bedenker

en producent van Aeolus, de enige compacte HR wtw-unit die werkelijk compleet en geheel stekkerklaar wordt geleverd.

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

solid-air.com


Rondetafelgesprek

John Mak, W/E Adviseurs.

Johan Carlier, gemeente Amersfoort.

investeren in duurzaamheid, als we denken die investering terug te kunnen verdienen. Een mooi voorbeeld is de verlichting. Wij maken een grondige analyse. Dan kijken we wat een nieuwe investering kost en in hoeveel tijd die investering is terugverdiend. Dat is een eenvoudige rekensom.” Flexibiliteit is een aspect waar het vaak op stuk loopt, zo weet ook John Mak: “Er zijn gemeenten die contracten afsluiten met beheerders voor een vaste tijdsduur. Hier wordt van beide kanten heel krampachtig aan vastgehouden. Beide partijen weten exact waar ze aan toe zijn en dat gaat ten koste van creatief denken. Investeringen worden uitgesteld, omdat niemand weet hoe het na het beëindigen van het contract verder gaat. Daarmee sta je verduurzaming en energiereductie in de weg. Dat vraagt ook flexibiliteit van de gemeente door mee te denken met de gebouwbeheerder.”

Blij verrast Carlier: “Ook voor het sportcomplex werd een Design & Build aanbesteding gevolgd met voor de marktpartijen een vaste prijs. Daarmee selecteer je op zoveel mogelijk kwaliteit. De gemeenteraad had extra budget beschikbaar gesteld om een hogere duurzaamheidsambitie na te streven dan in het Bouwbesluit. Onze specifieke vraag aan de marktpartijen was: ‘Wie levert een gebouw met de hoogste duurzaamheid en daarmee onder andere een laag energieverbruik?’. Onze ambitie werd vertaald in een minimaal geëiste gemiddelde GPR-score van 8, met voor Energie een 8,5. Voor een zwembad is dat een hoge ambitie. Vervolgens lag deze ambitie op tafel en hebben we tegen de bouwende partijen gezegd: ‘Oké, dit ligt er. Laat maar zien hoe je dat denkt te realiseren.’ Wij waren blij verrast over de resultaten. De winnende partij leverde een gemiddelde GPR van 9,5, met voor Energie een 9! Deze hoge score vertaalt zich terug in de lage exploitatiekosten. We halen de kennis uit de markt en dat komt de exploitatie van onze gebouwen ten goede. En het mooie ervan is: je krijgt meer dan je vraagt.” Carlier voegt hieraan toe: “Professioneel opdrachtgeverschap is een vereiste. Weet wat je de markt vraagt met een reële uitvraag, Niet de markt gebruiken om het onmogelijke te vragen, maar wel op zoek gaan naar de beste kwaliteit.” Een mooi resultaat,

Hans Korbee, RVO.

maar daarvoor moest ook binnen het gemeentelijk apparaat nog wel wat werk worden verzet. Carlier: “We zijn ook intern aan de slag gegaan om schotten tussen sectoren naar beneden te halen. We hebben nu één centrale vastgoedafdeling die het gemeentelijk vastgoed inventariseert en professionaliseert.” Het is de vraag hoe het komt dat de gebruiker pas sinds zo kort in beeld is als het gaat om de duurzaamheid. Volgens Mak heeft het voor een groot deel met de crisis te maken. “Toen er nog volop werk was, was er bij ontwerpende en bouwende partijen ook een bepaalde mate van arrogantie. Zo gaan we het doen. Punt uit. Nu moet men harder lopen om het werk binnen te halen en is men meer bereid om te luisteren naar de opdrachtgever en gebruiker.” Volgens Jansen zijn het mooie tijden voor gemeenten: “Binnen een geïntegreerde uitvraag is het mogelijk om naast Design, Build en Maintenance ook het onderdeel Energie toe te voegen. Voor gemeenten een prachtige mogelijkheid om de markt te dwingen tot kwaliteit en te komen tot een integrale aanbieding.” Mak: “Door de vragen die overheden stellen wordt de markt getriggerd om kwaliteit te leveren.” Carlier ziet dat het werkt. “Vroeger werd veelal geselecteerd op de laagste prijs. Tegenwoordig sturen we op kwaliteit.”

Softe aspecten Maar na bouw volgt de gebruiksfase, een fase die dus nog steeds door veel opdrachtgevers over het hoofd wordt gezien. Woud Jansen: “Je ziet dat het in die fase bij veel overheden beter kan. De eindgebruiker is vaak onvoldoende in beeld. Het gebruikersgemak is een belangrijk onderdeel van duurzaamheid. Probleem is dat het lastig is te kwantificeren.” De Boer vult aan: “Maar niet alleen gemak. Als een gebouw er netjes uitziet, het wordt goed onderhouden en de gebruikers worden netjes ontvangen door vriendelijk personeel, zal men zuiniger op het gebouw zijn en vaker terugkomen. Bovendien, je kunt wel een prachtig architectonisch verantwoord zwembad bouwen, maar als het publiek wegblijft, omdat het geen prettige omgeving is, dan schiet je aan alle kanten je duurzaamheidsdoelen voorbij.” De Boer is van mening dat ook de politiek meer oog moet hebben voor de gebruiker: “Als de burger ontevreden is, dan heeft de politiek daar ook last van.”

duurzaam gebouwd |september 2014

97



Rondetafelgesprek

Jancor de Boer, SRO.

Woud Jansen, Brink Management & Advies

Nul-meting

daad een goede vraag”, zegt Jansen. “ We zien in de markt een beweging van eigendom naar gebruik. Er ontstaan nieuwe financieringsmodellen, bijvoorbeeld het betalen van een gebruikersvergoeding of het leasen van gebouwonderdelen. Verder zien we steeds meer dat het beheer van vastgoed op basis van een prestatiecontract meerjarig in de markt wordt gezet. Nu is er vaak nog sprake van hap-snapwerk. Het professioneel, strategisch en goed beheren van vastgoed blijft bij gemeenten achter. Gemeenten moeten de transitie maken vanuit een duizendpoot- naar een regiegemeente. Op deze manier krijg je meer kwaliteit en ben je bovendien onder de streep goedkoper uit.”

Een ander punt dat in deze jaren van economische recessie een belangrijke rol speelt is de inkrimping van gemeentelijke vastgoed. Jansen: “Keuzes maken is daarbij voor veel gemeenten een probleem, omdat ze vaak geen inzicht hebben in hun portefeuille. Ze missen het overzicht wat ze in bezit hebben, maar ook wat de actuele staat van onderhoud is, wat de langetermijnplannen zijn, wat de kosten zijn om de ambitie te realiseren en op welke punten de panden verbeterd moeten worden. De antwoorden liggen bij verschillende afdelingen binnen een gemeente, maar dat is mede de oorzaak dat men het totaaloverzicht mist. Afdelingen moeten beter samenwerken en de schotten moeten verdwijnen. Het begint met een goede nul-meting. Maar ik ben niet pessimistisch. Ik zie bij veel overheden op dit punt een verdere professionalisering.” Die nul-meting is niet alleen belangrijk voor het strategisch beleid, maar ook bijvoorbeeld voor de beheerder van een afzonderlijk gebouw. Jansen: “Vroeger keek men alleen naar de technische aspecten: Wanneer moet de dakbedekking vervangen worden? Nu kijken we ook naar duurzaamheid. Wat is het energieverbruik? Welk materiaal kunnen we gebruiken? Maar ook: Kunnen we die dakbedekking vervangen op een natuurlijk moment, en dan meteen het dak van extra isolatie voorzien. Meedenken. Daar draait het om.” Dat gemeenten vaak zo weinig inzicht hebben in het vastgoed dat ze in beheer hebben, maar ook de staat van onderhoud ervan, is op z’n minst vreemd te noemen. Er zijn namelijk genoeg tools te vinden om vastgoed in kaart te brengen. De NEN 2767 en de rgdBOEI-systematiek zijn daar voorbeelden van. Volgens Mak zijn er eerder te veel dan te weinig instrumenten waar gemeenten gebruik van kunnen maken.

Regie voeren

Politieke wil Naast de eerder genoemde softe aspecten blijft energie en materiaalgebruik interessant om de aandacht van opdrachtgevers te trekken. Jansen: “In het kader van de circulaire economie kun je in je plannen ook het hergebruik van grondstoffen stimuleren. Wat kunnen we nog met die stapel materialen doen op het moment dat het gebouw gesloopt is?” De Boer kan talloze voorbeelden noemen als het energie betreft: “Het kan voor een gebouwbeheerder heel interessant zijn om te kijken wat de mogelijkheden zijn met bijvoorbeeld windenergie. Een ander voorbeeld is de bouwer die het dak exploiteert door het vol te leggen met zonnepanelen en vervolgens deze energie te leveren aan omwonenden.” Mak: “En dat hoeft niet alleen de beheerder te zijn. Ook de bouwer kan met de opdrachtgever afspraken maken over het gebruik van het dakoppervlak. Het is altijd de vraag of je met de opbrengst de investeringen terug kunt verdienen. Wellicht waait er vier jaar later weer een andere politieke wind. Om stappen te zetten is er dus ook politieke bereidheid nodig. Maar het probleem is dat de politiek zwabbert en iedere vier jaar van koers verandert en om daadwerkelijk te kunnen investeren heb je een langetermijnvisie nodig.”

Het brengt de discussie op een volgend punt: Is het nog wel van deze tijd dat gemeenten eigenaar zijn van en verantwoordelijk zijn voor al dat vastgoed? “Dat is inder-

duurzaam gebouwd |september 2014

99


ik voel me super, man! Wij wilen dat leerlingen de held zijn en zich elke dag super voelen. Zodat ze zich ongestoord kunnen ontwikkelen tot wat ze later willen zijn. Daarom creĂŤren we gezonde klaslokalen die goed zijn geventileerd en waarin sprake is van een lage CO2-concentratie. ComfoSchool is een innovatief, duurzaam ventilatieplafond voor klaslokalen. Het voorziet in een constant frisse luchtkwaliteit, uitstekende akoestiek en draagt bij aan een optimale temperatuurbeheersing. Meer informatie? Kijk op www.comfoschool.nl of scan de QR-code.

ComfoSchool, het gezonde ventilatieplafond: constant frisse lucht, uitstekende akoestiek


- Optimale benutting en regulering van natuurlijk daglicht - Optimale reductie van energieverbruik door aansluiting op gebouwbeheersystemen - Verbetering van warmte-isolatie - Veilig en verantwoord productgebruik

VEROSOL BINNENZONWERING Meest effectieve warmte- en lichtregulering voor optimaal thermisch en visueel comfort. BIJDRAGE AAN DUURZAAM BOUWEN De producten van Verosol beschikken over (inter)nationale certificaten om een significante bijdrage te leveren aan duurzaamheidsprogramma’s als BREEAM-NL, LEED en Green Star die streven naar een onafhankelijke beoordeling van gebouwen op het gebied van duurzaamheid. Daarnaast beschikt Verosol over een eigen Recycle Programma.

www.verosol.com


Zet de zon aan! Remeha Zonlichtsystemen:

Gratis warm water met duurzame energie Met Remeha zonlichtsystemen besparen uw klanten al snel tot 60% op warmwaterkosten en helpen ze mee CO2-uitstoot te reduceren. De zonlichtsystemen worden in kant-en-klare pakketten voor op en in

Voordelen van Remeha Zonlichtsystemen

het huis geleverd. Ga voor meer informatie naar nl.remeha.com/zon

✓ Zeer hoog rendement ✓ EPC-verlagend bij nieuwbouw ✓ Compacte en lichte collectoren ✓ Plug & play installatiegemak ✓ Veel montagemogelijkheden; op dak, in dak, plat dak ✓ Wandmontage

102

september 2014 | duurzaam gebouwd


Project

Het ronde aulacomplex uit 1988 past mooi in de omgeving. In de kelder bevinden zich de warmtevaten met water waarmee de gebouwen op de Essenhof verwarmd worden.

Gebouwd voor de eeuwigheid Bij begraafplaatsen en crematoria denk je aan verdriet, leed en rouw. Niet aan duurzaamheid. Bij begraafplaats en crematorium de Essenhof in Dordrecht waren ingrijpende aanpassingen nodig vanwege aangescherpte milieueisen en ruimtegebrek. Het ideale moment om duurzaamheid in alle aspecten van het bedrijf door te voeren. Tekst: EGM Architecten, Foto’s: EGM Architecten

Een metalen hek met goudkleurige elementen, op hun plaats gehouden door staaldraden, biedt toegang tot de Essenhof. Direct na de poort bevindt zich een open plein waar twee opvallende gebouwen omheen staan. Het oudste dateert uit 1988 en is in gebruik als aula, ontvangstcentrum en crematorium. Karakteristiek zijn de smalle rechthoekige ramen met zicht op de begraafplaats. In de tijd dat crematies in opkomst waren, kwam Bram Middelhoek - een van de grondleggers van EGM architecten - met dit

compacte ontwerp: tot op heden het enige ronde aulacomplex in ons land. De routing in het pand is uitgekiend en vormt een logisch geheel met de strooivelden en zerkenlanen die zich erachter uitstrekken.

Accoya Tegenover deze witte blikvanger staat een klein plectrumvormig kantoor van EGM architecten Victor de Leeuw en John Mol. Op de buitenmuur van verticale latten in

duurzaam gebouwd |september 2014

103


Accoya-hout staat een rand van glas onder het mossedumdak, dat ter hoogte van de entree ver uitkraagt en een natuurlijke luifel vormt. Dit duurzame kantoor uit 2012 biedt onderdak aan het personeel van De Essenhof. Zij vertrokken uit het aulacomplex waar hun behuizing uit haar voegen knapte. Het onbehandelde hout en de kleurschakering van subtiele aardetinten en groen komt in de interieurs van beide panden terug en smeedt ze gevoelsmatig aaneen. Achter dit smaakvolle ensemble strekken zich de velden van de historische begraafplaats uit. De Essenhof heeft een gevarieerd parkachtig landschap, dat zijn oorsprong vindt in een boomgaard. De gemeente Dordrecht kocht de grond in 1829, nadat zij had verordonneerd dat overledenen niet langer rond de kerken in de binnenstad begraven mochten worden. De Essenhof werd de eerste algemene begraafplaats van de stad. Het historische gedeelte heeft intussen de status van rijksmonument.

Milieueisen Hoewel de nieuwbouw - die EGM realiseerde - het gebrek aan ruimte voor het personeel oploste, komt de bouw hiervan voort uit een heel ander probleem: de aangescherpte milieueisen voor de uitstoot van vervuilende stoffen door

crematoria. Dit betekende de plaatsing van emissiebeperkende filterinstallaties op de bestaande twee crematieovens in de kelder van de aula.. Deze installaties zijn echter zo groot, dat er in de kelder geen ruimte voor was. Directeur van de Essenhof Pauline Harmsen diende bij het gemeentebestuur een masterplan in voor de hele begraafplaats. “Zo konden we meerdere knelpunten aanpakken. Het aantal crematies heeft in de jaren negentig een grote vlucht genomen, dus was uitbreiding van onze faciliteiten noodzakelijk. Daarnaast vroeg de toegenomen variëteit in uitvaarten om flexibele dienstverlening. Die konden we in het bestaande gebouw niet langer adequaat bieden. De voorzieningen waren verouderd en wij hebben nu veel meer personeel dan een jaar of twintig geleden.” Voor de planvorming nam de Essenhof EGM in de arm, met Jaap van Nes als projectcoördinator. Hij stelde het

‘Dankzij het vertrouwen zagen we dit als bijzondere opgave’

Het publieksgebouw met het historische aulacomplex vormen een geheel: oud en nieuw met elkaar verbonden.

104

september 2014 | duurzaam gebouwd


Project

De aula met kleurschakeringen van subtiele aardetinten en groen straalt rust uit en eist nergens de aandacht op.

verbouwingsplan op waarbij de aula opnieuw als spil gold. “De ronde plattegrond is een ijzersterk ontwerp. We hebben het crematoriumgedeelte naar de begane grond verplaatst en een nieuwe routing gecreëerd zonder de basisindeling aan te tasten.” Architect John Mol ontwierp een uitbouw voor het crematorium, die ook plaats biedt aan de nieuwe milieu-installatie. “Daarnaast heb ik gezorgd voor een apart systeem om restwarmte van de oven op te slaan in warm water. De warmtevaten staan in de kelder waar ruimte vrijkwam doordat het crematorium naar de begane grond verplaatst werd. En met het water verwarmen we gebouwen op De Essenhof. Deze begraafplaats is dus energieneutraal”, aldus Mol. De uitbouw voor het nieuwe crematorium steekt als onopvallend doosje uit de gevel. Van binnen is de aula heringericht met de moderne infrastructuur en een aangepaste indeling. De kleurstelling en inrichting zijn dienend. “Zij eisen nergens de aandacht op”, vindt Harmsen. “Dat toont de kracht aan van beide ontwerpen en van EGM als bureau. Kijk naar de dwingende vorm van de aula, afgestemd op de directe omgeving. Het is fantastisch te zien hoeveel we hebben bereikt binnen het oorspronkelijke concept van dat pand. Het is nooit ontworpen op 1500 uitvaarten per jaar, maar kan dit na deze ingreep wel aan. Een indrukwekkend voorbeeld van duurzaamheid dat een 26 jaar oud pand zo veel potentie in zich heeft dat het relatief eenvoudig weer up-to-date gemaakt kon worden.”

Rust en orde De indeling van De Essenhof heeft voor Harmsen aan kracht en helderheid gewonnen door de komst van het nieuwe publiekskantoor. “De verschillende taken in ons werk zijn uit elkaar gehaald. Zo is het aulacomplex nu

specifiek voor de uitvaart ingericht. De ondersteunende en publieksfuncties zijn in de nieuwbouw ondergebracht. Zo hebben we iedereen meer ruimte gegeven. EGM heeft met haar ontwerp rust en orde gebracht, voor het personeel en voor de bezoekers.” Daar komt bij dat het nieuwe kantoor buitengewoon duurzaam is. Zo is het energieneutraal in de temperatuurregeling. “Eigenlijk is alles aan het gebouw duurzaam. Het pand is zeer licht gebouwd”, stelt Mol trots. “Zo is Accoya-hout, houtskeletbouw, isolatie en glas gebruikt in de gevels. De warmteweerstand voor thermische isolatie, ofwel de Rc-waarde, ligt op 5; veel hoger dan het vereiste minimum van 3,5. Het mos-sedum dak voert het regenwater geleidelijk af, zodat dit geloosd kan worden op het maaiveld in plaats van op het riool. Aan de binnenzijde zijn minuscule buisjes in de stucwanden verwerkt om de vertrekken heel regelmatig en aangenaam te verwarmen. Hierdoor zijn nergens radiatoren nodig. Via solar tubes, speciale lichtkoepels in het dak, straalt het daglicht naar binnen, waardoor de noodzaak voor kunstlicht beperkt blijft. Koudebruggen als entrees en ramen zijn voorzien van speciale kunststof onderbrekingen, waardoor warmteverlies geminimaliseerd wordt. En alle toegepaste materialen zijn onderhoudsarm, zodat ook in de exploitatiekosten een grote bezuiniging te realiseren is.”

Nieuw hoofdstuk Bouwen voor begraafplaatsen is bouwen met het hoogste respect voor de omgeving. “De nabestaanden moeten hier hun verdriet ruimte kunnen geven. Het gebouw moet dienend zijn en een warm welkom gevoel geven. Dit heeft EGM goed begrepen, ze heeft een prachtig nieuw hoofdstuk toegevoegd aan deze historische plek”, vindt Harmsen. Bescheiden voegt Mol eraan toe dat het succes van deze opdracht mede te danken was aan de prettige samenwerking met Harmsen. “Dankzij een betrokken opdrachtgever die ons veel vertrouwen gaf, zagen we dit niet als werk maar als een bijzondere opgave. Helemaal omdat we de kans kregen De Essenhof als totaalpakket te realiseren. Naast de aula en de nieuwbouw hebben we ook een deel van het gebied tussen die twee panden ingericht. We hebben een bijdrage geleverd bij het opnieuw inrichten van het terrein en de tuin, de bewegwijzering is van onze hand en zelfs voor de nieuwe toegangspoort mochten we het ontwerp leveren. Daardoor konden we een afgewogen totaalconcept maken; een kans die je niet vaak krijgt.”

‘Eigenlijk is alles aan het gebouw duurzaam’

duurzaam gebouwd | september 2014

105


Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat


VELUX modulaire lichtstraten Ontwerp in samenwerking met Foster + Partners

VELUX modulaire “ De lichtstraten maken het winkelcentrum tot een levendige en prettige ontmoetingsplaats. Het systeem ziet er stijlvol uit.

Daniel Didden Architect Mulleners + Mulleners Architecten

VELUX modulaire lichtstraten zijn specifiek ontwikkeld voor grootschalige lichtstraattoepassingen in commerciële en openbare gebouwen.

FOTO’S: STAMERS KONTOR

Kom meer te weten: www.modulairelichtstraten.velux.nl


Formule 1 klimaatsysteem voor Formule 1 werkplaats “Waar dagelijks een Formule 1-wedstrijd gereden wordt om meer dan 30.000 mensen foutloos te voorzien van hun medicijnen, is maximale aandacht voor de mensen en hun werkomgeving een randvoorwaarde.” In gesprek met de heer Van der Graaf, verantwoordelijke apotheker bij SPiTS – medicijnuitgifte op maat – in Oosterwolde, over het belang van een comfortabele en gezonde werkomgeving. Tekst: Gertie Arts, Colt International

SPiTS Oosterwolde werd tien jaar geleden opgericht vanuit de gedachte dat betrokkenheid van de apotheker in de eerstelijnszorg een eind kan maken aan de angst voor verkeerd medicijngebruik. Denk daarbij aan mensen thuis of bewoners van verzorgingstehuizen die niet meer weten wanneer ze welk medicijn moeten nemen. SPiTS voorziet in het verpakken van geneesmiddelen op innamemoment. Van der Graaf: “Een apotheker is verantwoordelijk voor de juiste keuze van medicijnen en moet ingrijpen als er iets niet goed is. Ik wens alle mensen een goede gezondheid en mijn maatschappelijke verantwoording ligt op het gebied van medicatie, want daar heb ik verstand van. Om die reden zijn we begonnen met SPiTS. Heel voorzichtig als een extra service voor een of twee apotheken. Later begonnen we voorzichtig winst te maken en zorgden innovatie en samenwerking voor het succes van de controle-robot, die nu over de hele wereld afnemers vindt. Nu werken hier meer dan 100 mensen en beschikken we over veel productie- en controle-robots.”

Toewijding

Formule 1-wedstrijd

SPiTS koos voor het Colt Caloris-systeem om dat juiste klimaat te verkrijgen in alle kantoren, terwijl in de nieuwe productiehal vloerverwarming en vloerkoeling werd geïnstalleerd. Er stond al een groot pand en in 2012 werd hier een tweemaal zo grote ruimte naast gebouwd. De ervaring met eerdere bouwprocessen, zoals een gezondheidscentrum in Oosterwolde, heeft Van der Graaf geleerd wat er te koop is en waar rekening mee te houden. Van der Graaf: “Zo is het bijvoorbeeld van belang om het type werkzaamheden dat plaats zal vinden, aan te geven, het

Dagelijks rijden we een Formule 1-wedstrijd om bij meer dan 30.000 mensen hun geneesmiddelen af te leveren. In baxter zakjes, op een rol met op ieder moment van de dag het juiste middel. Het is onze verantwoording dit foutloos af te leveren. Een bijkomend voordeel is dat er geen verspilling van medicijnen meer plaatsvindt omdat grootverpakkingen, in dozen voor maanden voorraad, tot het verleden behoren en enkel nog de rol voor een week met innameschema verstrekt wordt.”

108

september 2014 | duurzaam gebouwd

“Alles wat met medicijnen te maken heeft, is in veilige handen bij ons. Om dat waar te maken, is ook de fouttoelating minimaal, op Formule 1-niveau. Slechts 1 op de 100.000 leveringen (voor de patiënt betekent dit een kans van eenmaal in de tien jaar) bevat een foutje in de categorie een verkeerd tijdstip of niet aanwezig. Helaas zit toch heel zelden wel een verkeerd pilletje in het zakje. Nog nooit is een ernstige fout zoals schade door een verkeerd medicijn in het zakje voorgekomen. Dit vergt een enorme toewijding en concentratie van de medewerkers. Dit eisen we ook, want de eindafnemer is 100% afhankelijk van ons product. We bieden de medewerkers dan ook een werkomgeving waarin ze zich goed voelen. Een omgeving waarin het juiste klimaat heerst met goede condities en frisse lucht. Een hal met sfeer, wat niet alleen voor de medewerkers prettig is, maar ook onze klanten (apothekers, mensen uit de zorg) een vertrouwd gevoel geeft.”

Altijd frisse lucht


Project

aantal medewerkers en de hoeveel machines. Het Coltsysteem was al bekend uit het Gezondheidscentrum en daar willen de zorgverleners in een warme zomer liever werken, dan vrij zijn. Het mooie van het systeem is dat er altijd een gelijkmatig aanvoelende temperatuur heerst die per ruimte ingesteld kan worden en dat in combinatie met frisse lucht. Het is met name de ventilatiekracht, de frisse lucht, die in veel gebouwen slecht geregeld is. Het Colt Caloris-systeem is een klimaatsysteem dat in alle seizoenen ingezet kan worden. Zoals ieder systeem dat geschikt is voor wisselende seizoenen, vergt het inregelen aandacht. Hier moet je je als nieuwe gebruiker op instellen. Dat kost extra tijd en inspanning en geduld, maar dat is het meer dan waard! Het Colt-systeem levert dan een uitzonderlijk goed werkklimaat.”

Graaf: “Dit hybride systeem mag dan iets duurder zijn dan een conventioneel systeem, een conventioneel systeem haalt het ook niet bij deze Colt-installatie.”

Complexe engineering “Een project zoals dit, is op het gebied van engineering een huzarenstukje. De combinatie van vloerverwarming en koeling met luchtverwarming, koeling en ventilatie, is enorm complex. De engineering is volledig afgestemd met Installatiebedrijf Bakker. Dit is van belang, zeker met het oog op het inregelen. Maar wie een Colt-systeem én een goede installateur heeft, heeft goud in handen”, aldus Van der Graaf.

Duurzame installatie met mini-WKO Dat duurzaamheid bij een zo gepassioneerd bedrijf als SPiTS een basisvoorwaarde is, spreekt voor zich. Om hier zoveel mogelijk aan te voldoen heeft Colt een mini-WKO geadviseerd met daarbij een koppeling naar het bestaande gebouw. Hiermee kan het ene gebouw energie ‘lenen’ van het andere gebouw. Een mini-WKO kan gebouwen tot 500 kWh (max. thermisch vermogen) voorzien van een duurzame energiebuffering. Hierbij worden hybridetechniek, interne etmaalbuffering en decentrale warmtepompen toegepast. Bij SPiTS is een doublet (bronnenpaar) aangelegd met voor de veiligheid een scheidingswisselaar ertussen. Dit voorkomt dat vuil, ijzer en andere afzettingen in het water achter blijven. De boring blijft, als het ware, neutraal. Daarnaast zijn twee betonnen regenwatertanks geïnstalleerd, als lokale korte-termijnbuffer. De reservevaten zijn extra groot en worden door het systeem op 20 °C gehouden. Van der

Projectgegevens Opdrachtgever: SPiTS BV, Oosterwolde Installateur: Installatiebedrijf Bakker, Oosterwolde Klimaatsysteem: Colt Caloris met mini-WKO, vloerverwarming en -koeling

duurzaam gebouwd | september 2014

109


Gezonde werknemers zijn de ruggengraat van de bouw... Laat ze dus niet krom liggen voor uw dekvloer.

• Smeren van dekvloeren onder druk • Aanpak zorgkosten en ziekteverzuim • Langer doorwerken in de bouw • Ontwerpen met duurzame bouwmaterialen

Gewoon gieten! Natuurlijk met Gyvlon

Gyvlon BV, tel: (0162) 52 05 72, www.gyvlon.nl

56

oktober 2013 | duurzaam gebouwd

r a a j 5 2 Al

DAT LIGT ALS GEGOTEN


Achtergrond Strategische tools voor duurzaam bouwen

Welke tool voor welke situatie? De drie in Nederland bekendste strategische instrumenten voor het beoordelen van gebouwen op duurzaamheid zijn LEED, BREEAM-NL en GPR Gebouw. Vrijwel alle methoden maken gebruik van een bepaald puntensysteem dat zich richt op aan duurzaamheid gerelateerde thema’s. Maar wanneer is welke tool nu het beste?

Tijdens het Green Tie Gala 2014 ontving Lely Groep het BREEAM-NL-certificaat voor zijn campus. Van links naar rechts: dagvoorzitter Pernille la Lau, Annemarie van Doorn (DGBC), Ferdi Buijsrogge (Lely), Rob Steijn (Dura Vermeer), Machiel Hopman (ConsortArchitects) en Jaap Gilles (Bouwfonds). Foto: Rockin Pictures

Tekst: Ing. M. de Wit – Blok

BREEAM-NL werd oorspronkelijk ontwikkeld in Engeland en is de vertaling naar de Nederlandse wet- en regelgeving, praktijkrichtlijnen en bouwpraktijk. De tool is toepasbaar voor de drie fasen van een gebouw: nieuwbouw, bestaande bouw (In-Use) en sloop & demontage. Daarnaast bestaat er een BREEAM-NL Gebied voor gebiedsontwikkeling. De tool beoordeelt op negen thema’s: management, gezondheid, energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik & ecologie en vervuiling. Na de beoordeling van de aangeleverde bewijslast en validatie vindt certificering plaats. Het resultaat wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage en een bijbehorende kwalificatie, variërend van een tot vijf sterren (‘Pass’ tot ‘Outstanding’). Het is niet noodzakelijk te certificeren. BREEAM-NL is dan te gebruiken als hulpmiddel bij het bepalen van ambities of maatregelen op het gebied van duurzaamheid of als zelf-assessmenttool.

Brede scope De vigerende versie van de BREEAM-NL-Nieuwbouw dateert van 2011 aangevuld met het interpretatiedocument van 18 juni 2014. In de nieuwe versie – die medio september verschijnt – zijn ontwikkelingen en aanscherpingen vertaald die in de afgelopen jaren zijn gemaakt op het vlak van ambities, inzichten en technieken. De vigerende versie van de BREEAM-NL In-Use dateert van 2014 en is verdeeld in Asset, Beheer en Gebruik. BREEAM-NL Sloop & Demontage, dateert van 2013 en is ontwikkeld als antwoord op de vraag vanuit de markt. De voordelen van de methodiek zijn vooral de objectieve beoordelingssystematiek en de brede scope. Nadelen liggen in het feit dat certificering tijdrovend, arbeidsintensief en relatief kostbaar is. Daar staat wel tegenover dat het uiteindelijke certificaat in de markt meetelt en wordt gewaardeerd.

duurzaam gebouwd |september 2014

111



Achtergrond

GPR Gebouw GPR Gebouw kwam voor het eerst in 1995 op de markt, ontwikkeld door W/E adviseurs in samenwerking met de gemeente Tilburg. GPR Gebouw is dus een echt Nederlands product. Zowel gemeenten en regio’s als corporaties, vastgoedeigenaren, zorginstellingen, architecten, adviseurs en projectontwikkelaars toetsen renovatie- en nieuwbouwplannen met GPR Gebouw. Bovendien werken diverse opleidingen in Nederland met deze tool. GPR Gebouw toetst renovatieprojecten en nieuwbouw op vijf hoofdthema’s: energie, milieu, gezondheid, gebruiks-

kwaliteit en toekomstwaarde. Deze tool kan de duurzaamheid van een gebouw monitoren tijdens zijn hele levensduur, van beleidsplan en ontwerp, tot realisatie, renovatie of zelfs herbestemming. Hoofdthema ‘energie’ toetst de energieprestatie. Het thema ‘milieu’ behandelt de subthema’s ‘milieuprestatie’ en ‘water’, terwijl binnen het thema ‘gezondheid’ wordt gekeken naar geluid, luchtkwaliteit, thermisch en visueel comfort. Gebruikskwaliteit gaat over toegankelijkheid, functionaliteit, technische kwaliteit en sociale veiligheid en het thema ‘toekomstwaarde’ beoordeelt tot slot op toekomstgerichte voorzieningen, flexibiliteit en belevingswaarde. Daarnaast beoordeelt GPR Gebouw de proceskwaliteit. Het resultaat wordt uitgedrukt in rapportcijfers 1-10 per hoofdthema. Na beoordeling en validatie kan certificering plaatsvinden, maar de tool wordt ook veelvuldig ingezet zonder daartoe over te gaan.

Voordelen

Het provinciekantoor Noord-Holland ontving het certificaat GPR Gebouw. Foto: Kraaijvanger, adviseur bouwfysica en duurzaamheid: DPA Cauberg-Huygen

Oók interessant • Duurzame ambitiescan: www.duurzameambitiescan.nl Scan voor het ontwikkelen van een duurzaamheidsambitie met daaraan gekoppeld de best passende methodiek (Energielabel, GPR of BREEAM) • Financiële quickscan duurzaamheid: www.quickscanduurzaamheid.nl Quickscan voor het kwantificeren van de duurzaamheidsambitie in investering- en exploitatiekosten op basis van een aantal vragen. Deze scan biedt ook inzicht in BREEAM-NL score en mogelijk fiscaalvoordeel (MIA, EIA). Bedoeld voor nieuwbouw. • IBISapps Leaf: www.ibisapps.nl Tool op basis van de ISSO 75 (norm voor het bepalen van Energielabel). Deze tool geeft inzicht in het huidige energielabel (+ BREEAMNL In-Use) en bijbehorende kritische prestatie-indicatoren. Bedoeld om inzicht te geven in de investering- en exploitatiekosten van bestaande kantoren om zo de gebruiker en eigenaar tot elkaar te laten komen. Deze tool gaat verder dan een quickscan. • IBISapps Direction: www.ibisapps.nl Tool om inzicht te krijgen in de prestatie van een vastgoedportefeuille (voor gemeente, corporatie en zorg). Hierbij is het mogelijk om doorsnedes te maken op basis van bijvoorbeeld Energielabel. • Het Duo-label van Search Ingenieursbureau brengt de huidige energieprestatie van het pand in kaart om daarna advies uit te brengen over de mogelijkheden voor verbeteringen. De eigenaar en de huurder krijgen een eigen advies over de relevante maatregelen.

De voordelen van GPR Gebouw liggen onder meer in de gebruiksvriendelijkheid en de redelijk brede scope. Verder is het een landelijk erkende tool, waardoor het geschikt is voor MIA\Vamil, Duurzaam inkopen en de omgevingsvergunning Milieuprestatie. Ook deze tool wordt nog voortdurend verder ontwikkeld. De recentste versie op het moment van schrijven is 4.2 met onder meer de geïntegreerde MPG-berekening en de indicatieve EPG.

LEED LEED staat voor Leadership in Energy & Environmental Design. Het gaat hier om een Amerikaanse beoordelingsmethode voor duurzaamheid in de eerste twee fasen (ontwerp en gebruik) van een gebouw. De methode is bestemd voor alle partijen die werkzaam in of betrokken zijn bij de bouwsector. Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een puntensysteem, waarbinnen de classificatie Certified/Silver/Gold/Platinum wordt gehanteerd. Hierbij wordt gekeken naar de zes thema’s terrein, water, energie, materiaal, binnenklimaat en innovatie. Deze methode heeft als groot voordeel dat het wereldwijd verbreid en geaccepteerd is. Daarbij strekt de monitoring van de gerealiseerde toestand zich bovendien uit tot 5 jaar na oplevering. Beperkend is dat LEED vooral een ontwerpinstrument is en eigenlijk geen meetinstrument. Dit betekent dat de focus ligt op materiaal- en productspecificaties. Bovendien is de methode minder afgestemd op het lokale klimaat en afwijkende omstandigheden. Dit is bij BREEAM – waar per regio een aparte organisatie is opgericht, die vastlegt welke thema’s wel en niet van belang zijn – juist wel het geval. De methode is echter nog niet uitontwikkeld en verbeteringen in de toekomst zijn te verwachten op de LCC-analyse in verband met de vraag naar beter inzicht in (meer)kosten versus opbrengsten. Tevens is er aandacht voor meer evenwichtigheid in de toekenning van de punten behorend bij de verschillende thema’s.

duurzaam gebouwd |september 2014

113


Green School

De groenste school op Bali Net buiten het plaatsje Ubud, verscholen in het groen, ligt een pareltje van een school. Green School werd in 2012 uitgeroepen tot ‘Greenest School on Earth’ en is volledig gebouwd van bamboe. Niet alleen de gebruikte materialen zijn duurzaam, ook de wateren energievoorziening is afgestemd op de lokale omgeving. Opvallend is het volledig ontbreken van airconditioning. En dat in een land waar het altijd boven de dertig graden is. Tekst: Els Vegter

In de volksmond wordt het wel ‘De Jungleschool’ genoemd. De school doet in niets denken aan een regulier schoolgebouw van steen. Het zijn eerder grote hutten in een groene, tropische omgeving, gebouwd onder architectuur. Het verhaal van de internationale Green School begint bij de Canadese oprichter John Hardy. Als jongetje ging hij altijd huilend naar school. Hij werd erg ongelukkig van het onderwijs en het stampen van rijtjes. ‘De meeste westerse scholen zijn ontworpen door architecten die ook gevangenissen ontwerpen.’ Door die grote blokkendozen ontstaat volgens hem een manier van ‘within the box’ denken.

Out of the box Met de open architectuur van Green School wordt de basis gelegd voor ‘out of the box’ denken. Hardy kwam naar Bali in de jaren zeventig en zette een bloeiende onderneming in juwelen op. Toen hij kinderen kreeg, kon hij geen goede internationale school vinden. Ze hadden allemaal dikke muren en er zaten geen Indonesische kinderen op. Er was totaal geen aansluiting bij de lokale cultuur. Het kwartje viel toen hij de film An Inconvenient Truth van Al Gore zag. Hij wilde een betere toekomst voor zijn dochters en kocht van zijn juwelenwinst een stuk grond bij Ubud. Enkele invloedrijke mensen in zijn netwerk ondersteunden zijn plan voor een groene school. Ze kochten symbolisch een bamboepaal voor de school. In 2006 was de Green School een feit en in 2007 opende de school, met bijna honderd leerlingen. Wat begon als een hippieschool voor met name kinderen van expats en rijke westerlingen die een sabbatical namen, groeide uit tot een multiculturele school met 300 studenten en 25 nationaliteiten. Dertig procent van de leerlingen is Indonesisch en twintig procent komt van Bali.

114

september 2014 | duurzaam gebouwd

Energie van zon en water Op het terrein is een eigen waterput waarvan de lokale mensen ook gebruikmaken. Er wordt intensief samengewerkt met plaatselijke boeren. Er stroomt in het dal een rivier waarvan de kracht met een turbine omgezet wordt in stroom. Daarnaast zijn de toiletten bijzonder. Een duo-toilet, niet om gezellig samen te plassen maar voor gescheiden compostering. Ontlasting zonder urine geeft betere compost en is minder zuur.Tussen de groentetuintjes en lokalen verscholen staan 110 zonnepanelen, die de school van energie voorzien. De kinderen hebben sommige panelen met bamboe gedecoreerd en een plek in het landschap gegeven en sinds kort staat er een eigen ATM-bankautomaat om geld te pinnen, die gebruikmaakt van de zonne-energie.

Bamboe: absoluut duurzaam De lokalen en open gebouwen zonder ramen zijn allemaal onder architectuur gemaakt van bamboe. Er zijn 75 van dit


Project

‘In alles wordt de samenwerking met de lokale gemeenschap gezocht’

soort gebouwen op een terrein van acht hectare. Bamboe is een goedkoop en stevig materiaal dat lokaal geplant en geoogst wordt. Door zout toe te voegen wordt het geschikt als bouwmateriaal. Ook de banken en stoelen zijn van bamboe, evenals bibliotheekrekken, kasten en loungeplekken. Het eerste bouwwerk van bamboe was de grote brug over de Ayung rivier dat het terrein van de school verbindt met het achterland. De nieuwste aanwinst voor de kinderen is een zwembad van bamboe dat op palen staat. Voor de mensen uit het dorp is een bamboetempel gemaakt, de eerste op Bali. In alles wordt de samenwerking met de lokale gemeenschap gezocht. De paden die de lokalen verbinden zijn gemaakt van keien. Het loopt moeilijk, maar ze zijn bedoeld voor een snelle afwatering tijdens de regentijd. Kinderen hebben hun eigen groentetuintjes en leren zo een moestuin beheren. Ze planten en oogsten rijst en als de korrels rijp zijn, eten ze hun eigen maaltijd ervan. In de schoolkantine verkopen ze biologische hapjes in bamboeblad, gezonde smoothies en zelfverbouwde groente gerold in bamboewraps.

Groene leiders ‘Het land is waar het voedsel vandaan komt en de aarde is de plek waar we mogen leven.’ In dat bewustzijn worden de vakken gegeven. Het onderwijs van kleuter tot puber is holistisch en spreekt de leerling op verschillende vlakken aan. Cognitief maar ook sociaal, spiritueel en ecologisch. De nieuwe generatie groene leiders wordt hier gekweekt. Van alle kanten krijgt het kind support en wordt uitgedaagd om zijn idealen vorm te geven en gestimuleerd in zijn

persoonlijke ontwikkeling. Zoals het Balinese meisje dat graag haar eigen bedrijfje wilde starten om geld te verdienen voor haar familie. Ze wilde iets met bamboe, iets kleins wat niet duur was. Zo ontdekte ze het visitekaartje van bamboe. Op school kreeg ze hulp van een designer en een marketingman en nu heeft ze een succesvol bedrijfje. Als de leerlingen achttien zijn en afzwaaien, hebben ze een brede ondergrond. Een jongen die ik spreek, zegt relativerend: 'Het is ook best traditioneel hoor. Je moet gewoon leren.' Vervolgens kruipt hij met zijn laptop op het megagrote bamboebed naast zijn vrienden om te relaxen.

Green Camp Om de visie van Green School onder de aandacht te brengen zijn er elke dag rondleidingen. Daarnaast biedt Green Camp programma's aan over 'organic farming', permacultuur of duurzaamheid en activiteiten zoals hiking en snorkelen. Er zijn kinderkampen en familiekampen. Zowel buitenlandse studenten als families kunnen zich hiervoor opgeven. Green Camp werkt aan een community waarbij ouders en leerkrachten ondersteunend zijn. Als een grote kring staan ze om de kinderen heen. De lokale Balinese bevolking en kinderen zijn van harte welkom en kunnen participeren in speciale programma's variërend van een schooltuintje bijhouden tot een film kijken. Green School heeft nog geen officiële status maar is daar wel mee bezig. Van de vijf fases die voor accreditatie doorlopen moeten worden, zitten ze nu in fase vier.

Donaties zijn welkom. Bij substantiële bedragen wordt de naam gegraveerd in een van de bamboepalen van de aula. Er is ook een duurzaam initiatief op Facebook dat alle plastic tasjes uit Bali weg wil krijgen. www.greenschool.org www.facebook.com/byebyeplasticbags

duurzaam gebouwd |september 2014

115


Postkantoor getransformeerd tot participatiecentrum Renovatie of nieuwbouw? Steeds vaker wordt gekozen voor renovatie. Begrijpelijk, maar het is vaak wel een flinke opgave om de sfeer en het authentieke karakter van het pand vast te houden. Bij het participatiecentrum Post Oost is architectenbureau APTO daar uitstekend in geslaagd. Tekst: Gerrit Tenkink, Fotografie Wim Hanenberg

In opdracht van stichting Dynamo werd het oude postkantoor Wijttenbachstraat in Amsterdam-Oost getransformeerd tot een participatiecentrum. Het pand biedt nu onderdak aan diverse welzijnsorganisaties en stichtingen. De renovatie van het pand aan de Wijttenbachstraat in Amsterdam lag voor de hand. Het pand uit 1927 beschikt over een prachtige gevel en voldeed ook constructief nog aan de hedendaagse eisen. Binnen hingen echter de leidingen los aan het plafond, was sprake van lekkage en de hokkerige indeling werd als ‘onprettig en onoverzichtelijk’ ervaren. Ook de lichtinval was ver onder de maat. Architect Mario van Kooij van architectenbureau APTO geeft toe dat het niet eenvoudig was om door de ‘rommel’ heen te kijken. “Met de originele tekeningen in de hand zagen we de schoonheid van het gebouw. Die schoonheid was echter deels verdwenen

116

september 2014 | duurzaam gebouwd

achter voorzetwandjes en plafondplaten. Maar er waren genoeg elementen, waarvan we zeiden: ‘Die moeten behouden blijven. Daar kunnen we wel wat mee.’”

Lichtstraat Een belangrijk punt was de lichtinval. Het pand is 20 meter diep en 40 meter lang en werd voornamelijk van daglicht voorzien via de voorgevel. Aan de achterzijde beschikte het oude postkantoor over kleine ramen. “In combinatie met de lage plafonds en de hokkerige indeling zorgde dat voor een naargeestige omgeving. We hebben het gebouw volledig gestript. Voor het creëren van voldoende daglicht, met name in het middendeel van het pand is gekozen voor een 30 meter lange VELUX modulaire lichtstraat. Deze lichtstraat zorgt ervoor dat de verschillende ruimtes op een natuurlijke manier met elkaar worden verbonden, omdat


Project

het loopgedeelte van de ene naar de andere ruimte zich onder de lichtstraat bevindt. Dankzij die lichtstraat verbinden we het publieke deel met het servicedeel.”

Keuzes maken “Dynamo is een welzijnsorganisatie die beschikt over een beperkt budget. Dat betekent dat er doorlopend keuzes moesten worden gemaakt. We hebben de verbouwing dan ook heel kostenbewust aangepakt”, zegt Van Kooij. “Er is zoveel mogelijk van het oude gebouw behouden en er is bijvoorbeeld veel geschilderd om het pand een frisse uitstraling te geven. Ook het daglicht dat door de VELUX modulaire lichtstraat naar binnenkomt, draagt bij aan het frisse gevoel. We hebben bewust voor deze oplossing gekozen. Met name de eenvoudige montage, de energieefficiëntie en het moderne ontwerp met de lichte constructie spraken ons aan. Die eenvoudige montage was ook van belang vanwege de kosten.”

Droog monteren Joris van Leeuwen, Sales manager Projecten bij VELUX Nederland kwam via de dakaannemer in contact met de architect. “We zagen wel mogelijkheden voor onze modulaire lichtstraat. Zes jaar geleden zijn we begonnen met de ontwikkeling ervan. Het product is uitgebreid getest en voldoet aan alle Europese regelgeving. Als een van de

eerste landen heeft de VELUX Groep in Nederland deze lichtstraat geïntroduceerd. Het is een volledig modulair systeem met uitgebreide mogelijkheden voor ventilatie en zonwering. De lichtstraatmodules zijn eenvoudig te koppelen tot grootschalige lichtstraatopstellingen, alsof je met legostenen bouwt.” Opvallend element aan de lichtstraat bij dit dienstencentrum is dat de ramen niet kunnen worden geopend. Volgens Van Leeuwen is dat een budgettaire keuze. “We hebben de eenvoudige uitvoering aangeboden. De ramen zijn ook beschikbaar in een ventilerende uitvoering en eventueel met zonwering aan de binnenkant, die op afstand is te bedienen. Deze zonweringoptie kan ook op een later moment gemonteerd worden. Verder is de opbouw van het systeem en de aansluiting met het dak vermeldenswaardig. Hierbij is sprake van een volledig geprefabriceerd systeem dat ‘droog’ gemonteerd wordt, zodat er geen kit of schuim hoeft te worden gebruikt. Zo kunnen de hoogstaande systeemprestaties gewaarborgd blijven en bespoedigt het de montage.” Van Kooij is al met al trots op het eindresultaat. “We hebben een prachtig dienstencentrum gecreëerd, waar mensen graag werken, maar ook graag even binnenlopen om te kletsen of een kop koffie te drinken. Daar zijn we trots op.”

Gebouwindeling Het pand aan de Wijttenbachstraat in Amsterdam is 40 meter breed en 20 meter diep. Het bestaat uit drie delen. Rechts het open kantoor voor medewerkers. Links het publieke deel en in het midden een lager en kleiner deel (dat oorspronkelijk dienst deed als personeelsentree en opslag van fietsen), met daarin een koffiecorner en kleine twee- tot vierpersoons gespreks- en overlegplekken. Over de gehele lengte aan de achterzijde bevinden zich de kantoren en vergaderruimtes en toiletten. Dit achterste deel wordt gescheiden van de drie eerder genoemde ruimtes door een brede kastenwand en een gang, met daarboven de lichtstraat.

duurzaam gebouwd |september 2014

117



WWW.RESITRIX.COM

WWW.HERTALAN.NL


Luchtverdeling essentieel voor een gezond binnenklimaat Een goed binnenklimaat verbetert de prestaties van de gebruikers van een ruimte. Essentieel is hoe de lucht wordt verdeeld. Solid Air is specialist in luchtverdeeltechniek. Wij ontwikkelen en leveren een groot assortiment hoogwaardige koelconvectoren, roosters, volumeregelaars, regelkeppen en andere luchttechnische producten. Door eigen productie- en testfaciliteiten biedt Solid Air een hoge mate van flexibiliteit.

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

solid-air.com

Scheuten leverde de complete glasoplossing voor de restauratie van de voormalige suikerfabriek De Zeeland in Bergen op Zoom

Het klimaat verbeteren, buiten ĂŠn binnen Veel natuurlijk licht, airconditioning en duurzaamheid zijn essentiĂŤle kenmerken van een modern gebouw. De innovatieve glasoplossingen van Scheuten zorgen gedurende het hele jaar door voor een comfortabel binnenklimaat. Ons systeem zorgt voor optimale passieve klimaatregeling door zonlicht binnen te laten, maar opwarming te beperken. Deze oplossing is energieneutraal en daarmee zeer rendabel op de lange termijn. Het is beter voor mens ĂŠn milieu.

www.scheuten.com

see it. feel it


Nieuws

Vraaggestuurd bouwen maakt Zorgpark Scharn extra duurzaam In Maastricht wordt momenteel gebouwd aan Zorgpark Scharn. Bij de bouw speelt het duurzaamheidsaspect een belangrijke rol. Niet alleen op het gebied van materialen en energieverbruik, maar ook wat betreft bouwproces en gebruik is duurzaamheid een sleutelbegrip. Het gebouw is ‘vraaggestuurd’ ontworpen. Het betekent dat de toekomstige gebruikers een belangrijke rol hebben gehad bij het ontwerp en de duurzame aspecten. Tekst: Gerrit Tenkink

Met 3800 vierkante meter vloeroppervlak geldt Zorgpark Scharn als een van de grootste, maar ook een van de duurzaamste gezondheidscentra in Nederland. Het betreft hier een totaalconcept van de Verenigde Zorg Groep Nederland, ook bekend als VZG Project. In totaal zullen zo’n tien eerstelijns- en anderhalflijns-zorgaanbieders vanaf het vierde kwartaal 2014 gebruikmaken van het gloednieuwe gezondheidscentrum. En deze zorgaanbieders hebben dus een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerp. Dat is opmerkelijk te noemen, want nog altijd worden veel grotere utiliteitsgebouwen ontworpen zonder inbreng van die uiteindelijke eindgebruiker. Zij hebben zich maar te schikken naar hetgeen zij aangeboden krijgen. Kostprijsverhogend De VZG-groep heeft ervoor gekozen om de bouw langs de zogenaamde GPR-duurzaamheidsmeetlat te leggen. GPR loopt het gebouw na op vijf modules: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. De bouw wordt gecoördineerd door de bouwcombinatie DLBC - De Langen & Van den Berg en Bouwbedrijf Leon Corstjens. Perry Versluis is directeur bij De Langen & van den Berg. Hij geeft aan dat het hier een bijzondere vorm van samenwerking betreft. “Er wordt veel over duurzaamheid gesproken, maar de uitvoering ligt wat lastiger. Duurzaamheid doorvoeren in je gebouw betekent in het algemeen toch dat je nog altijd kostprijsverhogend werkt. Je moet dus met alle partijen tot goede afspraken komen en duidelijk maken wat de meerwaarde van die duurzaamheid is”, aldus Versluis, die er eerlijk bij vertelt dat ook subsidieverstrekking en fiscale regelingen aspecten waren om sommige van de betrokken partijen over de streep te trekken.

zogenaamde kolommenstructuur, waardoor een grote flexibiliteit ontstaat. Alle verblijfsruimtes hebben door deze bouwmethode daglichttoetreding. Daarnaast zijn veel binnenwanden eenvoudig te verplaatsen of te verwijderen, zodat op termijn de gebruikersfunctie aangepast kan worden.” Individueel regelbaar Bij de installatie is een belangrijke rol weggelegd voor Alklima. Alklima heeft gekozen voor het zogenaamde VRF-systeem van Mitsubishi Electric, hetgeen een energiereductie van 40 tot 45 procent betekent. “De wens c.q. eis was een individueel regelbaar systeem per gebruiker, per ruimte, een laag energieverbruik, zo min mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen, een grote gebruiksvriendelijkheid en hoog comfort”, zegt operationeel directeur Babette van Loon. “Door het toepassen van het VRF R2-systeem van Mitsubishi Electric is het mogelijk om elke ruimte individueel te kunnen koelen of verwarmen. Daarnaast worden door het gelijktijdig koelen en verwarmen met dit tweepijpssysteem energiestromen uitgewisseld, hetgeen voor een aanzienlijke besparing zorgt. Door goed te kijken naar de wens van de opdrachtgever aangaande regelbaarheid, comfort en energieverbruik, zijn er aanvullende oplossingen toegepast. Denk hierbij aan het klimaatbeheersysteem welke onder andere in staat is om het energieverbruik per gebruiker te monitoren en in kaart te brengen. “En heb je dat energieverbruik in kaart, dan kun je daar op inspelen en je systeem aanpassen. Als je weet dat bijvoorbeeld de Technische Dienst om 7.00 uur begint en de directie om 9.00 uur, dan kun je daar verwarming en verlichting op aanpassen”, aldus Van Loon. Alklima is vanaf aanvang betrokken geweest en heeft nauw samengewerkt met de diverse partijen in de bouwcombinatie. Het R2-systeem van Mitsubishi Electric resulteert in een hoge GPR-score.

Toekomstbestendig Toekomstbestendig bouwen en toekomstwaarde is één van de aspecten die een rol spelen bij duurzaamheid. Versluis: “Bij het ontwerp is rekening gehouden met flexibiliteit in gebruik. De opzet van het ontwerp is een

duurzaam gebouwd |september 2014

121


Verwezenlijk uw visie met onze technologie.

Innovatieve gevelsystemen Laat u niet in uw ontwerp beperken en ontdek de vele creatieve mogelijkheden van ROCKWOOL gevelsystemen. Bekijk onze innovatieve buitengevelisolatiesystemen en geventileerde gevelsystemen op www.rockwool.nl.


Nieuws

Realisatie frisse Brekeldschool Rijssen binnen normkosten De nieuwe en zeer energiezuinige Brekeldschool in Rijssen is afgelopen 6 juni opgeleverd. De school, met een vloeroppervlak van ruim 1300 vierkante meter, heeft een uitstekend binnenklimaat en kon binnen de normkosten worden gerealiseerd. Personeel en leerlingen van deze school voor primair onderwijs komen in een fris pand terecht. De school voldoet namelijk aan de klimaatklasse B van de handreiking Frisse Scholen. Het goede klimaat heeft verschillende voordelen, waaronder een beperkter ziekteverzuim en minder hoofdpijnklachten. Het ontwerp is door DWA en WRS Architecten gerealiseerd. Er is onder andere gekozen voor energiezuinige ventilatie, verwarming en koeling. Dit met het oog op lage energiekosten. Daarnaast worden 310 vierkante meter aan in het dak verwerkte zonnepanelen geplaatst, waardoor de energiekosten verder worden beperkt. Dit alles mondt uit in een EPC van 0,15.

Ten Bolscher over de samenwerking: “In DWA zien we een partner met dezelfde visie, die bovendien al veel expertise heeft opgebouwd in energiezuinige scholenbouw. Deze gezamenlijke visie vereenvoudigde het voorbereidings- en ontwikkelingstraject. Steeds vaker wordt ict toegepast, waardoor ook de energiebehoefte stijgt. Door het benutten van zonne-energie kunnen de energielasten behoorlijk worden beperkt. Gezien alle lastenstijgingen en de terugloop van financiële middelen is dat een belangrijk punt.” Meer informatie: www.dwa.nl

“Wij hechten er belang aan dat de school een voorbeeldfunctie vervult op het gebied van het benutten van energiebronnen”, zegt Piet ten Bolscher van de Vereniging tot het verstrekken van schoolonderwijs op reformatorische grondslag te Rijssen. Volgens hem kunnen de duurzame maatregelen dienen als educatie in de lessen.

Betere isolatie door verschillende compartimenten De renovatie van de Rotterdamse Kunsthal duurde 7 maanden en heeft ruim 6 miljoen euro gekost. De bedoeling is dat de energierekening met 25% daalt.

Afgelopen februari opende burgemeester Ahmed Aboutaleb het pand dat nu beter beveiligd is, energiezuiniger is en een nieuwe ingang heeft.

Sinds 2009 werken de Kunsthal en de gemeente Rotterdam samen met architectenbureau OMA aan verduurzamingsplannen. De installaties in het pand waren dusdanig verouderd dat deze aan vervanging toe waren. Daarnaast was het energieverbruik van het pand te hoog, onder andere doordat de verschillende ruimtes met elkaar verbonden waren. Ook verbruikte het gebouw mede door de glazen gevel meer energie dan in deze tijd zou moeten. “Ruim 20 jaar geleden is het museum ontworpen op mooiheid en niet op zuinigheid”, vond ook Bram Poeth van Eneco Energy Service Company, onderdeel van het renovatieconsortium. Tijdens de verbouwing is de Kunsthal opgedeeld in verschillende compartimenten, waardoor de ruimte beter geïsoleerd is. De Groot & Visser heeft de glasgevel vervangen door dubbel geïsoleerd glas, wat de tocht tegen moet gaan.

Meer informatie: www.degrootenvisser.nl

duurzaam gebouwd |september 2014

123


Iedereen verdient een gebouw met een hoog prestatieniveau

Het intelligente gebouwbeheersysteem voor de complexe behoeften van uw klanten Schaalbaar

______________________________________ Open architectuur; ondersteunt alle standaard protocollen

______________________________________ Uitwisselbaar onder spanning, plug & play modules

______________________________________ Keuze in de programmeertaal – functieblok en script

______________________________________ Oplossingen voor grote en middelgrote gebouwen – zowel renovatie als nieuw

SmartStruxure™ ondersteund door StruxureWare™ Building Operation software is een integraal platform voor het intelligent monitoren, bewaken, besturen en beheren van energie, verlichting, HVAC, beveiliging en brandveiligheid. Door het uitwisselen en analyseren van de data van al deze systemen wordt het gebouw van uw klant slim, energie efficient en effectief beheerd.

Elk project is complex; wij maken het u makkelijker SmartStruxure staat garant voor een korte installatietijd. Met behulp van Smart Widgets kunt u gebouwgebonden apparatuur in minder dan 60 seconden configureren. Met standaard grafische bibliotheken en “mass change/create opties”, ontwerpt en engineert u eenmalig, terwijl u het overal kunt implementeren.

Verbetert energie- en operationele efficiency Krijg een voorsprong in de keten door het leveren van uitstekende betrouwbaarheid, krachtige functionaliteiten en energie-optimalisatie van de gebouwen van uw klanten. Lever de juiste informatie, aan de juiste mensen, op het juiste moment aan met SmartStruxure.

Slim, eenvoudig, flexibel en duurzaam Ontdek hoe we u kunnen helpen bij het realiseren van een gebouw met een hoog prestatieniveau Ga naar www.SEreply.com Keycode 44211p ©2014 Schneider Electric Industries SAS. All trademarks are owned by Schneider Electric Industries S.A.S. or their affiliated companies. www.schneider-electric.com • 998-1237955_NL


Duurzaam Gebouwd

Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Renovatie, ESCo’s en Zorgvastgoed Gedurende drie Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomsten werd ingezoomd op de thema’s Renovatie, ESCo’s en Zorgvastgoed. De evenementen werden respectievelijk gehouden in het hoofdkantoor van Heijmans te Rosmalen, De Scheg in Deventer en het Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch. Tekst: Tim van Dorsten en Marvin van Kempen

Gedurende de bijeenkomst renovatie werd de omvang van de renovatie- en transformatieopgave duidelijk. Daarnaast kwam de winst voor bouwers bij het verduurzamen van de bestaande bouw onder de aandacht. Deelnemers kregen nieuwe inzichten en gingen in discussie met sprekers als Meindert Smallenbroek en Henk Jagersma. Smallenbroek, directeur Bouwen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, vertelt vanuit zijn overheidsvisie welke kansen er voor de bouw liggen. “De verduurzamingsopgave maakt de bouwbranche innovatiever en vraaggerichter. Daarnaast moeten gebouwen duurzamer en energiezuiniger worden. Hierbij gelden als uitgangspunten: gemiddeld een energielabel A in 2030 en alle gebouwen gemiddeld energieneutraal in 2050.” De renovatie- en transformatieopgave vindt hij fors, met 7 miljoen bestaande gebouwen en jaarlijks ‘slechts’ 50.000 nieuwe gebouwen. “Daarom stimuleren we koplopers, via blok-voor-blok projecten (grootschalige energiebesparingsprojecten) en vanuit Energiesprong met nul-op-de-meterwoningen.” Dat de bouw in een omwenteling zit en vraaggerichter gaat werken, is volgens Smallenbroek duidelijk. “Kijk naar de vraagkant en verleid particuliere eigenaren om actie te ondernemen. Een drijfveer hiervoor is het revolverend fonds, met laagrentende leningen voor particulieren en verhuurders.”

Vooral de omgeving is bij een transformatie cruciaal.” Dit geldt ook voor Wijnhaven, waar de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie worden omgebouwd: ‘de grootste transformatie van Nederland’. “De gemeente Den Haag richt de Turfmarkt opnieuw in en legt een verbinding met de rivierenbuurt. De eerste fase, het slopen van de middenbouw en de vernieuwbouw van de hoog- en laagbouw, is geslaagd”, aldus Jagersma. Als tweede fase noemen de heren de tijdelijke exploitatie door Heijmans, met daarna een nog te bepalen herontwikkeling. Het gaat om in totaal 125.000 vierkante meter in het hart van Den Haag.

Duurzaamheid leidend “Bij de start van de ontwikkeling was samenwerking tussen investeerders en eindgebruikers het uitgangspunt. Uitdaging hierbij was het enthousiasmeren van pensioenfondsen Landbouw en Rabo voor de opgave. Duurzaamheid

Succesfactoren transformaties Na deze toekomstblik toont het duo Henk Jagersma, Syntrus Achmea Real Estate & Finance, en Peter van der Gugten, directeur Heijmans Vastgoed, de praktijkcase Wijnhaven in Den Haag om de succesfactoren van transformaties toe te lichten. “Een perfecte locatie is een van die factoren”, vindt Jagersma. “Daarnaast moet het materiaal duurzaam zijn en de lasten zo laag mogelijk.

duurzaam gebouwd | september 2014

125


w in den er g ie pa bes

ring

mas bio sa

wa te

w a r mt e

rk

ra

ch

t

zon

CMYK: C30, M35, Y55, K15 RGB: R170, G146, B112

Duurzame ondernemer? Inzicht in effect van uw duurzame projecten • • • •

Overzichtelijke monitoring van energieprojecten Inschatting van effecten, zoals energiebesparing Visualisatie van voortgang Communicatie van resultaten intern en extern

Leden van Duurzaam Gebouwd kunnen nu één jaar lang gratis gebruikmaken van Enervisa. Voor meer informatie over Enervisa kunt u contact opnemen met Hans van der Heide of Gabrielle Uitbeijerse. Website www.enervisa.nl E-mail info@enervisa.nl Enervisa is een handelsnaam van DWA BV, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 29029243.

CM RG


Duurzaam Gebouwd

houden we in principe als leidend aan, met een aansluiting op het stadsverwarmingsnet en WKO van Eneco”, vertelt Van der Gugten. Opmerkelijk is volgens hem dat de Universiteit van Leiden gebruikmaakt van 14.000 m2. “Dit zal zeker de levendigheid en de economie van Den Haag aanwakkeren. We spreken hier over 350 hoogwaardige banen in de binnenstad en versterking van de opleidingen op het gebied van internationaal recht, politiek en bestuur.”

Zorgvastgoed Op korte afstand van het kantoor van Heijmans ligt het Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch, dat als locatie diende voor Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Zorgvastgoed. Deerns vertelde over de kansen voor zorgvastgoed vanuit het Nationaal Energieakkoord, terwijl Platform31 en Eneco de transformatie van zorginstelling Amstelring bespraken. Na de aftrap van Duurzaam Gebouwd-directeur Wietse Walinga verscheen Henk Postema, senior adviseur bij Deerns, achter de microfoon. Een bijzonder moment voor hem, aangezien hij vanuit Deerns betrokken was bij de bouw van het huidige Jeroen Bosch Ziekenhuis. In zijn presentatie legde hij uit welke doelstellingen zijn gekomen uit het Nationaal Energieakkoord, dat met ruim 40 organisaties onder leiding van de SER is opgesteld. “De bestaande bouw, waaronder ook de zorg, moet voldoen aan een aantal verplichte maatregelen op het gebied van ‘verwarmen’, ‘koelen’, ‘ventileren’, ‘verlichting’, ‘warm water’ en ‘isolatieschil’. Deze maatregelen moeten binnen 5 jaar zijn terugverdiend.”

Innovatiecompetitie Daarna loste Deerns’ adviseur bouwfysica Marten Valk hem af om twee voorbeelden toe te lichten: Radboud UMC gebouw A en Radboud-faculteit Tandheelkunde. “Het eerstgenoemde project hebben we in februari 2013 opgeleverd”, legde hij uit. “Zo hebben we voor een extra glazen dak boven de binnentuin van het gebouw gekozen: het zogeheten ‘laaghangend fruit’. Daarnaast hebben we

de luchtdichtheid verbeterd, het dak nageïsoleerd, het glas vervangen voor HR++ en energiezuinige installaties zoals een warmtekoudeopslag in combinatie met een warmtepomp toegepast. Alle aspecten bij elkaar hebben ervoor gezorgd dat het energiegebruik 50% is gereduceerd en dat dit gebouw energielabel A heeft gehaald.” Vervolgens vertelden Platform31-programmamanager zorgvastgoed Energiesprong George Müller en Enecoproject- en bidmanager Michiel Houwing over de transformatie van zorginstelling Amstelring. “Amstelring benaderde ons met haar dilemma: ze stond voor een grootschalige vastgoedtransformatie, maar had slechts beperkte financiële middelen tot haar beschikking. Gezamenlijk zagen we kansen om de energierekening van zo'n € 300 per cliënt per maand in te zetten voor deze opgave. Door middel van het Slim&Snel-proces wordt een nul-op-demetertraject gecombineerd met een grootschalige renovatie. De besparing wordt hierbij ingezet om te investeren”, legde hij uit. “Diverse consortia konden zich voor dit proces inschrijven. Uiteindelijk duurde het traject zo’n 8 weken.” Het consortium van Eneco en DuraVermeer haalde de opdracht binnen. Namens Eneco lichtte Houwing het winnende project toe. “Het voornaamste was dat we ons niet volledig op de techniek hebben gericht. Alles stond in teken van de samenwerking om alles op elkaar af te stemmen, waarbij we de zorginstelling als ESCo behandelden.”

Slim combineren Toch zag hij de energiebesparing slechts als aanleiding. “Energiebesparing levert wel geld op, maar energie bepaalt zo ontzettend veel meer. Denk alleen maar eens aan de behaaglijkheid in de zorgvastgoed: deze wordt sterk beïnvloed door de energievoorziening in het gebouw.” Het was een uitdaging om de samenwerking met de klant echt vorm te geven en dit gaat volgens hem steeds beter. "Het liefst zie ik dat we samen rond één computer zitten om gezamenlijk berekeningen te maken.” De Scheg in Deventer stond in het teken van ESCo’s, met

duurzaam gebouwd |september 2014

127


Slimme en efficiënte constructies voor nieuwbouw en hergebruik

FORTHUIS | CULEMBORG ENERGIEHUIS | DORDRECHT

EDITH STEIN COLLEGE | DEN HAAG

SOPHIAPOLDER | HENDRIK IDO AMBACHT

DIFFER | EINDHOVEN

NATURE’S PRIDE | MAASDIJK

ENERGIEHUIS | DORDRECHT

TECHNIEKMUSEUM | DELFT

MUSEUM BOIJMANS VAN BEUNINGEN | ROTTERDAM

LELY | MAASSLUIS

Piekstraat 77 3071 EL Rotterdam T E

010 201 23 60 imd@imdbv.nl

www.imdbv.nl

IMD - advertentie Duurzaam gebouwd 05-2014 v03.indd 1

02-05-14 15:42


Duurzaam Gebouwd

Albert Hulshoff als moderator. “Toen ik in 2007 startte met bekendheid geven aan het ESCo-fenomeen, was deze term in Nederland nog zo goed als onbekend. Nu, enkele jaren later, ligt deze term goed in de markt. Dat zie je niet alleen aan het aantal deelnemers vandaag, maar ook aan de locatie waar we vandaag aanwezig zijn. Deze wordt verduurzaamd aan de hand van een prestatiecontract." Aschwin Lankwarden, directeur Sportbedrijf Deventer waar de Scheg onder valt, noemt 'beweging' de corebusiness van zijn organisatie en gaat in op de verduurzamingsambities. “We hebben een duurzaamheidsplan ontwikkeld dat in 2014 en 2015 wordt uitgevoerd. Het investeringsbedrag is 2,4 miljoen euro.”

hele gebouwen. Eerder schreef Hulshoff een visiestuk over dit instrument en over de opmars van prestatiecontracten. Een volgende praktijkcase - de GebiedsESCo Plaspoelpolder - werd gepresenteerd door Bart van de Velde, projectmanager duurzaamheid APPM en Gijs Schuurhuis, programmamanager Urbanisator Plaspoelpolder. “Dit is de eerste GebiedsESCo die zich richt op commercieel vastgoed”, zegt Schuurhuis, “het is onderdeel van een gebiedsgerichte aanpak met een radicaal andere aanpak.” Het gebied in kwestie is de Plaspoelpolder Rijswijk, gelegen tussen Delft en Den Haag. Het is een groot gemengd kantoor- en bedrijventerrein van circa 920.000 vierkante meter. “Een behoorlijke opgave”, verzekert Schuurhuis.

Risico’s verdeeld

Revitaliseren

Vanuit Deventer maakt Marc Hopman, projectmanager AT Osborne, een sprong naar Rotterdam, de thuishaven van de Erasmus Universiteit. De Erasmus Universiteit is bezig met de aanbesteding van een innovatief prestatiecontract. “In een goed prestatiecontract zijn de risico’s verdeeld: bepaalde risico’s liggen bij de uitvoerende partij en bepaalde risico’s bij de opdrachtgever. De opbouw van het contract moet gebaseerd zijn op samenwerking.” Het Erasmus-contract bestaat uit een deel algemene bepalingen en werkomschrijvingen, met daarin energieprestaties die geleverd moeten worden. Om een goed beeld te krijgen van de omvang van het contract noemt Hopman enkele kengetallen van de universiteit: een BVO van 195.000 vierkante meter en een gemiddelde omvang van 1,5 tot 2 miljoen euro aan onderhoud.

Een korte geschiedenis over het gebied: in 2012 nam de leegstand toe en is de Urbanisator Plaspoelpolder opgericht. “Het collectief van vastgoedeigenaren staat voor een opgave, namelijk het revitaliseren van de Plaspoelpolder. Ongeveer 31% staat leeg en driekwart daarvan is kantoorruimte. Als je als gebiedspartij onderdeel van het gebied bent, dan kom je erachter dat het niet ‘leeft’ en dat het een grijze massa is. Dit leidt tot een groot imagoprobleem.” Jaarlijks wordt een actieprogramma samengesteld, doel is het activeren en mobiliseren van vastgoedeigenaren. “Maar hoe beweeg je de eigenaren om het nut van revitalisering in te zien? Hiervoor gebruiken we informatie- en inspiratiebijeenkomsten, we jagen tijdelijke initiatieven aan en gaan met initiatiefnemers en gemeente aan tafel zitten om samen te werken aan planvorming op deelgebiedsniveau.” Eind 2012 werd een inspiratiebijeenkomst gehouden, die uitmondde in een brainstormsessie over duurzaamheid. “Hoe maken we dit concept hyperconcreet en hoe ver kunnen we gaan in onze dromen? We vroegen DWA om alle input bij elkaar te nemen en te analyseren. Samen met APPM is DWA op de ESCo-gedachte uitgekomen. Met de co-financiering van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rijswijk hebben wij onderhand de eerste fase afgerond.”

Regierol Verschillende aspecten zijn innovatief aan het contract, meent Hopman: “Allereerst spreken we van een duur van 5 jaar, met de optie tot de verlenging van tweemaal 5 jaar: in totaal komt dat neer op 15 jaar. We proberen om meer naar de regierol te gaan; de universiteit wil namelijk ontzorgd worden. Storingen worden afgekocht en er is sprake van functioneel beheer op basis van de ontwerpcondities van de installaties. Het meerjarenonderhoudsplan voor 5 jaar willen we tot een bepaald bedrag afgekocht zien.” Hopman grijpt de gelegenheid aan om de hedendaagse contractaanpak te vergelijken met enkele jaren terug. “Sinds 2009 zien we een omslag en kijken we ook naar de gebruiksfase. Niet alleen de investeringskosten of bouwkosten zijn van belang maar ook de kosten van de exploitatie in de gebruiksfase. Zo kwamen we tot de gedachte om energieprestatiecontracten en onderhoudscontracten mee te nemen bij het aanbesteden, nog voordat de bouwfase plaatsvindt.

Gebiedspionieren Belangrijk is volgens Schuurhuis dat men de ESCo niet zozeer een product vindt, maar een vorm van collectief ondernemen. “Een kans om het traject van verduurzaming met ons te doorlopen. Gebiedspionieren, noem ik dat. Binnen 2 weken schoten we ons initiële doel van 40.000 m2 al voorbij. Uiteindelijk zijn we met 53.000 vierkante meter met eigenaren het traject ingegaan. De ESCo staat daarom voor mij ook voor het verschil tussen community en product.”

Opmars prestatiecontracten Ten slotte een terugblik op Building Holland, waar de Menukaart Prestatiecontracten werd gelanceerd. Dit instrument, gemaakt door Hulshoff en Hopman, biedt een raamwerk bij het opstellen van een prestatiecontract voor het beheer en onderhoud van gebouwgebonden installaties of

Wilt u deelnemen aan Duurzaam Gebouwd Op Locatie? Bekijk hiervoor de website van duurzaamgebouwd.nl en schrijf u in.

duurzaam gebouwd |september 2014

129


Duurzaam Gebouwd Seminars Corporaties

‘Geld blijft belangrijk, maar houdt bewoners niet echt bezig’ Vier inspirerende locaties vormden het toneel voor een reeks seminars, speciaal voor corporaties. Sprekers als Anke van Hal, Jan-Willem van de Groep en Leen van Dijke gaven deelnemers nieuwe inzichten op het gebied van woonlastenreductie en de kansen voor de bestaande en nieuwe voorraad.

Tekst: Tim van Dorsten en Marvin van Kempen

De reeks startte op 11 juni in Haarlem, waar moderator Menso Oosting, bestuurslid NeVaP, het startschot gaf. “Doelstelling tijdens de seminarreeks is om de verduurzaming door woningcorporaties radicaal te versnellen. Onderschat deze groep niet, want corporaties hebben meer dan 2 miljoen woningen aan voorraad om te verduurzamen. Dus een grote speler binnen het vastgoedonderhoud.” Anke van Hal hoogleraar bij zowel Nyenrode als TU Delft en nummer twee van de Duurzame 50 Vastgoed NL 2014, bracht de praktijkcase Slim & Snel naar voren. Dit project startte in 2009 en liep tot 2013 en verduurzaamde gestandaardiseerde woningen uit de jaren 60 en 70. Van Hal adviseert aan de hand van deze praktijkervaringen: “Hoe creëer je een marktvraag naar duurzame woningbouw en wat is hiervoor de sleutel tot succes? Als je duurzame maatregelen wilt nemen, zorg dan dat het totale project een hoge kwaliteit heeft. Samenwerken met verschillende partijen en vertrouwen in elkaar is hierbij van groot belang. Verbreed daarnaast je gezichtsveld, zend niet en luister juist. Slimme coalities werken samen.”

Samenwerken en procesverbetering Een succesvolle samenwerking valt of staat met vertrouwen en een open mind. Er zijn verschillende manieren om dit proces te verbeteren. “In een reality game nemen belangrijke spelers binnen een samenwerking elk een rol op zich. Vervolgens doorlopen zij een praktijkcasus, om knelpunten bloot te leggen en het communicatieproces te verbeteren om tot betere resultaten te komen.” Van Hal legde daarnaast de koppeling met bewonerscommunicatie en wat deze groep nu eigenlijk wil. “Geld blijft belangrijk,

130

september 2014 | duurzaam gebouwd

maar houdt mensen niet echt bezig. Garanties maken het verhaal anders. Het ontbreken van garanties voor bewoners, op alle denkbare vlakken, is een obstructie die slimme coalities vooraf kunnen wegnemen.” Jeroen Mennink, Business Line Manager Buildings bij TNO, enthousiasmeert de zaal. “Gefeliciteerd! U bent op een mooi moment aangekomen: het einde van de economische crisis. We kunnen gaan bouwen en hoogwaardige kwaliteit woningen neerzetten. Strategisch onderhoud is hierbij dé kans om duurzamer met onze voorraad om te gaan.”

Geen logische combinatie? ‘Strategisch’ en ‘onderhoud’ lijkt wellicht geen logische combinatie, scherpt Mennink aan. “Het meeste onderhoud is niet zo strategisch. De verhouding tussen wat strategisch nodig is en wat in de uitvoeringfase gebeurt, dat is een andere manier van praten.” Van belang is volgens Mennink dat partijen ergens in het spel de balans weten tussen de technische kwaliteit van de woning, de risico’s en de kosten. Kansen in de toekomst zijn in verband te brengen met innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van grondstof. Hier is een technology-push wenselijk, met goedkopere materialen, zekere kwaliteit en een verschuiving van commodity naar value proposition. “Op het gebied van systemen valt te denken aan integrale product-diensten, en klantgerichte concepten.” Ten slotte noemt Mennink resultaatgericht samenwerken, waarbij op lange termijn afspraken worden gemaakt en integrale producten en processen centraal staan.


Duurzaam Gebouwd

Optimaal onderhouden Ook Egbert Kunst, manager Vastgoedbeheer bij GroenWest, informeert deelnemers over hoe partijen optimaal het vastgoed kunnen onderhouden vanuit zijn visie. “Stuur met vastgoed op financiële, klant- én maatschappelijke waarde. Verder: waar hebben partners als gemeente en huurders eigenlijk behoefte aan. Breng dit eerst in kaart. Een gevaar is dat we als corporaties blind zijn voor de voorraad die we ter beschikking hebben.” Michel Arninckhof, manager Raedthuys Zon, koppelde slimme financieringsmodellen van duurzame energie aan de opgave voor corporaties. “Verschillende praktijkcases zijn benaderd vanuit de driehoek ‘pure energie’. Grondbeginselen hierin zijn: “Wat kan er bespaard worden, wat kan er opgewekt worden en wat is er nog aan energie te leveren.” Arninckhof: “Een praktijkvoorbeeld is het project ‘in-dak’, betreffende vier energieproducerende woningen met 138 pv-panelen. Hierbij werd een raamovereenkomst met de corporatie en een huurovereenkomst met de huurders getroffen. Verder is er een risicoverdeling tussen corporatie en Raedthuys op de gebieden leegstand, mutatie, nietbetaling en op het technische vlak.” Binnen de praktijkcase ‘wijk’ is een grote energiebesparing te zien voor huurders en corporaties. Met een gemiddelde stroomproductie van ongeveer 3500 kWh/jaar en een huurprijs van € 46,- per maand is het voordeel 30% in het eerste jaar, zonder bijdrage van de corporatie. Bijgaande

afbeelding illustreert de kansen binnen dit project uit de praktijk. Een ander aandachtsveld is wet- en regelgeving omtrent het optimaal samenwerken met de huurder. Aan Esther Zachariasse en Daniël de Vries, respectievelijk van B2B Advocatuur en Unger Hielkema Advocaten, om dit onderwerp onder de loep te nemen. Volgens De Vries is het allereerst van belang om te weten wat er onder dringende werkzaamheden wordt geschaard en wat onder renovatie wordt verstaan. “Zijn de werkzaamheden van dringende aard, dan moet de huurder medewerking verlenen. Te denken valt aan noodzakelijke reparaties en onderhoud, kortom alle werkzaamheden die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld. Van een renovatie kan sprake zijn bij sloop met vervangende nieuwbouw of gedeeltelijke vernieuwing door verandering of toevoeging. De huurder moet de renovatie met voortzetting van de huurovereenkomst gedogen, mits de verhuurder een redelijk voorstel doet.”

Bewonerscommunicatie Vanzelfsprekend is bewonerscommunicatie een belangrijke kwestie, waarbij het draagvlak afhankelijk is van verklaring, beïnvloeding en voorspelling. Zachariasse: “Voordat je zaken plant, ga je naar je bewoners met verschillende vragen: ‘Wat vinden jullie ervan en wat hebben jullie nodig?’ Bewoners zijn dan in staat om mee te bewegen en staan open voor verandering. De bewoner moet het snappen en begrijpen dat het voor hem iets oplevert.”

duurzaam gebouwd |september 2014

131


De hoogste standaard voor goed geklimatiseerde ruimtes

Klimaatplafonds van Solid Air Met klimaatplafonds van Solid Air worden koeling, verwarming en verse lucht aangevoerd via het plafond. Dit levert indrukwekkende prestaties op. Klimaatplafonds van Solid Air worden overal toegepast, waar het belangrijk is dat mensen zich prettig voelen.

• Hoogste comfortklasse • Dezelfde warmteopbrengst als met radiatoren • Meer koelvermogen, geen tocht! • Energiezuiniger dan andere klimaatsystemen • Overal toepasbaar • Energetisch verantwoord • Lange levensduur

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

solid-air.com


Duurzaam Gebouwd

Wietse Walinga, directeur Duurzaam gebouwd.

Meindert Smallenbroek, directeur Bouwen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Verder is het volgens Zachariasse belangrijk om transparant te communiceren en rendement te laten zien aan huurders. “Het gevaar van duurzame projecten is dat de tekenmodellen niet kunnen kloppen, waardoor allerlei voorzieningen worden toegepast en het rendement niet wordt gehaald.”

update voor de woningen. Door industrieel te werken creëren we schaalgrootte.”

Wet- en regelgeving moeten volgens Jan-Willem van de Groep, Energiesprong & De Stroomversnelling, nog worden aangepast om sprongen op het gebied van bouwindustrialisatie mogelijk te maken. Dit terwijl de winst duidelijk zichtbaar is, met een gezamenlijke jaarlijkse energierekening van huishoudens in Nederland van wel 13 miljard euro. Tevens ziet Van de Groep dat partijen nog altijd niet in staat zijn om het gebouw te zien als één systeem. “Knutselen op de bouwplaats doen we niet meer, het wordt plug & play.” Leen van Dijke, kernteamlid van de Stroomversnelling, formuleert dan ook de nieuwe rol van bouwers. “Traditioneel bouwen is een op voorhand te mislukken kwestie. Anticipeer daarom op de toekomst en verenigt u. Met labeltjes in de weer zijn, dat is een gedachte uit het verleden. We moeten nu écht grote sprongen gaan maken en dat betekent dat de woningcorporaties een heel andere rol krijgen. We leveren niet meer op, maar leveren een product af. In feite wordt de bouw de grootste concurrent van de energiebedrijven.”

Gestapelde bouw De Stroomversnelling slaat overigens niet alleen op de gezinswoningen. Volgens kernteamlid Arthur Lippus wordt ook ‘gestapelde bouw’ hierbij getrokken. “Dit najaar komen we met een prototype voor flats”, verklapt hij. “We zien ons initiatief echter niet als renovatie, maar beschouwen dit als

Het gaat bij deze update naast comfort ook om veiligheid, geeft hij aan. “Dit blijkt ook uit de reacties van de bewoners. Niemand spreekt over de energierekening. Het gaat vooral om ‘comfortabel en lekker wonen’ en ‘trots op de nieuwe woning’. Het is belangrijk om dat in het achterhoofd te houden.” ‘Betaalbaar wonen en duurzaam investeren’ is de titel van de presentatie van Rob Withaar, De Verduurzamers. Resultaatgericht handelen, waarover Mennink eerder sprak, kwam ook hier naar voren. Na een korte opsomming van de strategie en focus van woningcorporaties tegenwoordig, legde Withaar uit wat hij met resultaatgericht handelen bedoelt. “Na een onderzoek, vanuit PHPPberekening met demografische en bouwkundige gegevens wordt een wijkvisie samengesteld. Het volgende stadium is planvorming, uitvoering en het beheer. Hierbij werken we vanuit vier bewonersprofielen, waarbij de mate van zelfredzaamheid en het enthousiasme van bewoners leidend zijn.” Na bewonersanalyse naar bewonertype en huidig energiegebruik worden drie scenario’s geformuleerd: Woonbasis, Woonbeter en Woonzeker.

Op de terugblik-pagina van Duurzaam Gebouwd Corporaties vindt u onder andere de presentaties en een uitgebreid fotoverslag van de bijeenkomsten. U vindt deze pagina op www.duurzaamgebouwd.nl/terugblikduurzaam-gebouwd-corporaties.

duurzaam gebouwd |september 2014

133


De ervaringen van twee energieneutrale ‘Excellente Gebieden’

Energieneutraal op papier én in de praktijk In 2020 moet heel Nederland ‘bijna’ energieneutraal bouwen. Klinkt nog als toekomstmuziek, maar sommige projecten lopen nu al op de ambitie vooruit. Drenthe met energieneutrale koloniewoningen, Zeeland met CO2-neutrale passiefhuizen. Of ze de ambities waarmaken? Twee ‘Excellente Gebieden’ vertellen over de ervaringen na één jaar wonen. Tekst: Imke Hamacher

In 2015 scherpt de overheid de EPC (energieprestatiecoëfficiënt) aan naar 0,4, in 2020 moet alle nieuwbouw ‘bijna’ energieneutraal zijn. Met het programma ‘Excellente Gebieden’ ondersteunt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland – in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – projecten die op de ambitie vooruitlopen en als voorbeeld dienen voor energieneutrale nieuwbouw. Twee van deze pionierprojecten zijn de energieneutrale of -leverende koloniewoningen in Frederiksoord (gemeente Westerveld) en de CO2-neutrale passiefhuizen in Grijpskerke (gemeente Veere). Beide realiseren nul op de meter.

Passiefbouwen in Grijpskerke Sinds 2012 staan in Grijpskerke 19 energieneutrale koopwoningen en zorgcomplex Nimmerdor met 35 seniorenappartementen, een buurthuis en gymzaal. De woningen zijn gebouwd volgens het ‘passiefhuisconcept’:

met zeer goede isolatie en optimaal gebruik van ‘passieve’ warmtebronnen zoals de zon, bewoners en apparaten. Hierdoor is de energievraag van de huizen minimaal: 15 kWh per m2 per jaar, 3 à 4 keer minder dan normale huizen. De huizen in Grijpskerke zijn lucht- en kierdicht en hebben drielaags glas. Het beetje energie dat nog nodig is, komt van een bodemwarmtewisselaar met warmtepomp en zonnepanelen op het dak.

Traditioneel én toekomstbestendig “Met Grijpskerke willen we laten zien dat het al mogelijk is om CO2-neutraal te bouwen”, vertelt projectmanager Patrick Harting van Marsaki. “Bij het ontwikkelen van het concept zijn we geïnspireerd door passiefhuizen in Gent met traditioneel metselwerk, zogenoemde ‘massief-passiefhuizen’. Met dat idee hebben we een eigen concept ontwikkeld: huizen met een traditionele uitstraling, maar met veel prefab onderdelen. Daarmee voldoen we aan de wensen van bewoners die een traditioneel bakstenen huis willen én aan de eisen van de corporatie, die een robuust en onderhoudsvriendelijk ontwerp wil.”

Koloniewoningen van de toekomst Ook aan de koloniewoningen in Frederiksoord is aan de buitenkant niet te zien dat ze voldoen aan duurzaamheidseisen van de toekomst. Ze zijn ontworpen naar de oorspronkelijke koloniewoningen in het erfgoedgebied. De beschermde status vormde een extra uitdaging, vertelt duurzaamheidsadviseur Manuel Schoonveld van Cleanfield Duurzaam Advies. “De woningen hebben vanwege de historische afmetingen een basiswoonoppervlak van slechts 85 m2, met een optie tot latere uitbreiding naar 150 m2. De basisruimte wilden we zo efficiënt mogelijk invullen, zonder ruimteverlies door dik geïsoleerde muren. We vonden de Koloniewoningen; fotografie Hans Roggen.

134

september 2014 | duurzaam gebouwd


Excellente Gebieden

De helft van de koloniewoningen is zelfs energieleverend, dankzij extra zonnepanelen.

Artist Impression Nimmerdor woningen.

oplossing in een dunne meerlaags folie met een hoge isolatiewaarde. Zonnepanelen op het dak zijn ondenkbaar, ook omdat we de historische verkaveling niet willen aanpassen. Daarom kozen we voor een ‘zonnetuin’, die dankzij betere positionering en koeling bovendien 10 procent meer energie oplevert.”

passiefwoningen CO2-neutraal met nul op de meter. Natuurlijk zitten er uitschieters bij; gezinnen die wasjes draaien voor het voetbalteam halen de nul niet. Mensen met extra zuinige apparatuur zitten er juist onder.” Misschien wel het belangrijkste: het wooncomfort. “Het is binnen altijd zo’n 20 graden. Zonwering voorkomt dat de woningen in de zomer te warm worden. Nachtventilatie blijkt zelfs overbodig. Deze laten we in een volgend project achterwege, net als de warmtepompen. Die zijn pas echt interessant als je veel warmte opwekt. Cv-ketels of luchtwarmtepompen zijn een beter alternatief.”

Bewoners ontzorgen belangrijk Beide projecten maken het hun bewoners zo makkelijk mogelijk met geautomatiseerde systemen. Schoonveld: “Mensen willen niet van alles aan hun energieneutrale woning moeten doen. Sommige bewoners zijn zeventigplus, die maak je niet blij met ingewikkelde installaties.” Veel mensen lopen warm voor de koloniewoningen vanwege het unieke gebied. In Grijpskerke trekt het wegvallen van de energierekening veel kopers over de streep. Harting: “Er zijn ook veel mensen die het huis vanuit milieuoverwegingen kopen. Dat is overigens geen vereiste, we vinden juist dat iedereen hier moet kunnen wonen. Of je het nu voor je energierekening doet, of voor het klimaat.”

Passiefhuizen presteren goed Na anderhalf jaar wonen en meten hebben de projecten goed inzicht in de prestaties. Harting: “Gemiddeld zijn de

Duurzaam bouwen loont De Koloniewoningen en Grijpskerke zijn twee van de negentien ‘Excellente Gebieden’, die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ondersteunt met een kennis- en leertraject. In deze gebieden wordt minimaal 25 procent energiezuiniger gebouwd dan het Bouwbesluit op dat moment voorschrijft. De opgedane kennis en ervaringen zijn bedoeld voor alle in de bouw betrokken partijen om in 2020 energieneutraal te kunnen bouwen. Energieneutraal bouwen biedt ondernemers kansen om te innoveren en nieuwe markten aan te boren. Met als resultaat economische groei, winst voor het milieu én een groen imago. Heeft u ook duurzame ambities? De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland stimuleert duurzaam bouwen, biedt financiering, kennis en partners. En attendeert beleidsmakers op belemmerende wetten en regels. Zie ook: www.excellentegebieden.nl en www.rvo.nl/gebouwen.

Helft koloniewoningen energieleverend Van de 62 geplande koloniewoningen zijn de eerste 9 medio 2012 en 2013 opgeleverd. Ook die presteren goed: zowel het gebouw- als het gebruikersgebonden verbruik is grotendeels energieneutraal. De helft van de koloniewoningen is zelfs energieleverend, dankzij extra zonnepanelen en ledverlichting. Schoonveld: “We maken de belofte aan bewoners meer dan waar. Zij zijn nu het levende bewijs voor nieuwe kijkers dat je vanaf dag één goedkoper uit bent met een duurzame koloniewoning.” Na enig finetunen zit het ook met het comfort goed. “Een aantal bewoners ondervond hinder van een te lage luchtvochtigheid. Dit hebben we relatief makkelijk kunnen oplossen door een vaas met water te plaatsen. Bewoners kunnen een handje helpen door met de deur open te douchen. In nieuwe woningen integreren we een luchtbevochtiger in de installatie.”

Boven verwachting De passiefhuizen en koloniewoningen presteren boven verwachting. Hoe het nog beter kan? Volgens Harting valt in de uitvoering nog winst te behalen. “We kunnen op de tekentafel iets moois bedenken, maar het komt aan op de bouw. Hoge luchtdichtheid is lastig uitvoerbaar, maar zorgt wel voor de helft van de energiebesparing. Hoogwaardige isolatie kun je eenmaal beschadigd niet ‘even dichtkitten’. Nauwkeurigheid is dus steeds belangrijker.” Dat levert wooncomfort, grip op woonlasten, een gedecimeerde energierekening én tevreden bewoners op. Harting: “We hebben laten zien dat energieneutrale woningen binnen handbereik zijn. Nederland is nú al klaar voor 2020.”

duurzaam gebouwd |september 2014

135


‘EPC vergelijkt appels, peren en tomaten’ Is er toekomst voor de EPC? Onder die kop publiceerde Harm Valk, senior adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs, als Duurzaam Gebouwd-expert zijn blog eind maart op DuurzaamGebouwd.nl. Om hierover inhoudelijk door te spreken, nodigde hij eind mei vier experts uit. “Op termijn moeten we afscheid nemen van de EPC.” Tekst: Tim van Dorsten en Harm Valk, senior adviseur Nieman Raadgevende Ingenieurs. Fotografie: Rockin Pictures

De schrijver zelf verklapt direct de oorsprong van zijn prikkelende expertpost, die ruim 250 maal gedeeld is via de diverse social media-kanalen. “Ik ben hier als voorzitter van de normsubcommissie Energieprestatie al langer mee bezig, maar Claudia heeft me voor deze blog uitgedaagd. Ik heb wel gemerkt dat dit onderwerp écht leeft.” De genoemde dame is Claudia Bouwens, programmaleider Lente-akkoord Energiezuinige Nieuwbouw, die naast hem zit. Verder neemt Theo Smits, adviseur energie & duurzaamheid bij Heijmans, deel aan dit gesprek. Net als Chiel Boonstra in zijn functie van directeur bij Trecodome en als lid van de adviesraad van PassiefBouwen.nl en Kees de Schipper die als FME-programmamanager cluster bebouwde omgeving de technologieleveranciers in de bouw vertegenwoordigt.

Raar getal Valks voornaamste conclusie in zijn blog luidt dat de EPC op haar laatste benen loopt. Zijn kritiek slaat daarbij niet zozeer op het rekenmodel (de EPG), maar op de grootheid die daaruit wordt afgeleid: energieprestatiecoëfficiënt (de EPC). “Dit onderscheid is essentieel. Een EPC-waarde van 0 betekent niet dat een gebouw energieneutraal is: er is namelijk altijd nog gebruiksgebonden energie.” Bouwens vindt een EPC-waarde een raar getal. “Het komt niet over, zeker niet bij de consument. Daarom vraag ik me af: Kunnen we iets aan de eenheid zelf doen?” Smits pleit er echter voor om op korte termijn van de EPC af te blijven. “Sinds juli 2012 zijn de energieprestatienormen voor woningen en utiliteitsbouw vervangen door de norm ‘Energieprestatie voor Gebouwen’, NEN 7120. Laten we dus nu alsjeblieft de markt rust geven. Zeker voor de komende aanscherping per 2015.” Hiermee is Bouwens

136

september 2014 | duurzaam gebouwd

het eens. “Onder meer door die aanscherping hebben we geen tijd voor een nieuwe norm.” Smits staat niet onwelwillend tegenover een nieuwe vorm. “Maar nu nog niet. Wellicht is 2020 hiervoor een opportuun moment, maar dit kan ook in 2018 of 2022.” Dit kan dan in samenspraak met de Europese afspraken rond EPBD, merkt Valk op. “Maar dan moet wel duidelijker worden wat gebouwgebonden energie precies is”, vindt Smits. “Dat kan commercieel helpen.”

Appels, peren en tomaten Volgens Boonstra is het grootste probleem van de EPCnorm dat verschillende dingen bij elkaar zijn gekomen. “Zie ze als appels, peren en tomaten”, zo vergelijkt hij. “De ‘appel’ slaat op de prestaties van een gebouw, de ‘peer’ op de energievoorzieningen van een gebouw en de ‘tomaat’ op de aanwezige duurzame opwekking, zoals met zonnepanelen”, licht hij toe. “Zo hoeft een gebouw met zonnepanelen volgens de rekenregels minder goed geïsoleerd te zijn om toch de juiste EPC-waarde te halen. Dat leidt tot slechte gebouwen met zonnepanelen.” Tegen die laatste opmerking gaat Bouwens in: “Bouwers moeten zich wel houden aan het Bouwbesluit, met daarin forse eisen voor de isolatie.” Volgens haar komt het niet vaak voor dat een gebouw geen goede isolatie heeft en wel pv-panelen. “Meestal worden zo veel mogelijk bouwkundige en installatietechnische maatregelen doorgevoerd. Daarnaast gelden de laatste tijd pv-panelen wel regelmatig als pleister om de EPC te halen.” Ook Valk ziet dit gebeuren. “De gebouwschil komt vaak tot stand aan de hand van de minimum isolatie-eisen uit het Bouwbesluit. Daarna volgt een janboerenfluitjesinstallatie,


Rondetafelgesprek

Van links naar rechts: Chiel Boonstra, Claudia Bouwens, Kees de Schipper, Harm Valk en Theo Smits.

omdat je met zonnepanelen toch wel aan een goede EPC-waarde komt.” Volgens hem wordt het nog erger als er ondoordacht wordt gekozen voor een installatie met een groen imago, zoals een warmtepomp. “Een slechte thermische schil en een warmtepomp: dat werkt in de praktijk niet. Een optimale schil, op niveau geïsoleerd met goede details en verbeterde luchtdichtheid, is voor mij het juiste begin voor een goed en robuust energiezuinig gebouw.”

Lage EPC Ook De Schipper weet dat de meeste fouten op installatieniveau plaatsvinden, net als Smits. “Vaak merken we dat de verkeerde installatie op de verkeerde plek staat”, vertelt de laatstgenoemde. “Alles lijkt erom te draaien om zo eenvoudig mogelijk en met minimale investeringen te komen tot een lage EPC, los van comfort en exploitatiekosten.” Hierom vindt Boonstra dat een EPC-waarde van 0 niet het juiste streven is. “Anders moet je soms iets doen wat niet rationeel is. Het is belangrijk om de netto-warmtevraag te scheiden van de installatietechniek en de energie-infrastructuur.”

‘Bij renovatie zou meer van grondstoffeninventarisaties gebruik moet worden gemaakt, zoals vermeld staat in het Bouwbesluit’

Waar Valk en Boonstra pleiten voor een goede isolatie – omdat die kwaliteit dan vast ligt voor de levensduur van het gebouw – geeft Smits de voorkeur aan de keuzevrijheid van de markt. “Een goede isolatie op het niveau van het Bouwbesluit 2015 is natuurlijk belangrijk, maar ik zie niets in een verplichte verdergaande isolatie. Mijn voorkeur gaat uit naar een keuzevrijheid van de markt om duurzaamheid zo ook commercieel haalbaar te houden.”

Tijd voor iets anders De heersende mening luidt dat de EPC in het verleden goed gewerkt heeft. “Vooral de aanscherpingen hebben voor innovaties gezorgd”, vindt De Schipper. Iedereen is er echter over eens dat het nu tijd wordt voor iets anders, omdat de EPC in zijn huidige vorm geen stimulans vormt voor het maken van goede keuzes. “Tussen 1995 en 2005 was dit een fantastisch middel, maar sinds de laatste aanscherping lijkt het middel minder effectief te zijn, ondanks alle verbeteringen in de nieuwe rekenmethode”, vindt Valk, die merkt dat er een breed draagvlak bestaat voor een nieuw kengetal. “Op termijn moeten we afscheid nemen van de eengetalswaarde EPC en het energieverbruik van een gebouw uitdrukken in een herkenbare grootheid. De rekenmethode handhaven we in de basis en passen we aan de nieuwe afspraken in Europees verband aan.” Hier sluit Bouwens zich bij aan, waarbij ze ook op die nieuwe Europees gecoördineerde set normen wijst. “Pas voor de aanscherping naar energieneutraal bouwen in 2020 zou een nieuwe rekenmethode passend zijn.” Haar voornaamste bezwaar over de huidige rekenregels slaat echter op de 400 pagina’s. “Als ik iets specifieks over de rekenmethode wil weten, moet ik een specialist om uitleg vragen.”

duurzaam gebouwd |september 2014

137


ONTDEK

DE WEG NAAR EEN DUURZAME EN ENERGIEZUINIGE TOEKOMST

Wist u dat 10% van alle energie in de wereld verbruikt wordt door pompen, en dat als we samen wereldwijd circa 4% energiebesparing kunnen doorvoeren dat het gelijk staat aan het energieverbruik van 1 miljard huishoudens?

Begin met besparen - doe nu een Grundfos energiecheck! dit hulpmiddel is de ideale manier om met energie-optimalisatie in uw organisatie te beginnen. het helpt u om het huidige energieverbruik van uw pompinstallatie te bepalen - en ook de vermoedelijke Life cycle costs van uw ge誰nstalleerde pompen. Ontdek het op: www.grundfos.com/energy.


Rondetafelgesprek

Vierkante meter Als ander probleem ziet Valk het uitgangspunt wat destijds bij het ontwikkelen van het EPC-getal is gekozen: dezelfde maatregelen in verschillende woningtypen moeten globaal tot dezelfde EPC-waarden leiden. “Een villa en een tussenwoning krijgen met min of meer vergelijkbare maatregelen dezelfde EPC-waarde, terwijl het praktijkverbruik vanzelfsprekend hemelsbreed verschilt en iedereen dat weet”, legt hij uit. Volgens hem heeft de politiek in 1995 hiervoor gekozen, om de eenheid op dit gebied te bevorderen. “Ik pleit voor een waardering per vierkante meter gebruiksoppervlak, bijvoorbeeld per kilowattuur. Dit is bijvoorbeeld al gebruikelijk in de bestaande utiliteitsbouw en in de rest van Europa.” Bouwens geeft hem hierin gelijk. “Bereken het verbruik per vierkante meter en leg de uitkomst van verschillende woningen naast elkaar. Op die manier kun je zaken eerlijker onderling vergelijken. Zij vindt het hierbij handig dat de wettelijke eisen en de klanteisen eenduidiger op elkaar afgestemd zijn. “Dit maakt het voor klanten, gebouwgebruikers of huisbewoners, inzichtelijker.” De Schipper stelt dat er altijd discussie zal blijven over de bepalingsmethode. Om een goed ontwerp af te dwingen, wil hij de energieprestaties van gebouwen onderling vergelijken, aan de hand van de Trias Energetica: een driestappenstrategie om een energiezuinig ontwerp te maken. “Het zou goed zijn als dit de basis is voor de bepalingsmethode.” Valk beaamt dat deze drie stappen een heldere indeling vormen, maar legt de nadruk op de eerste stap. “Het beperken van de energievraag verdient een aparte prikkel”, licht hij toe.

‘Laat de EPC-eis voor bestaande en nieuwbouw hetzelfde zijn’

‘Het onderscheid tussen de EPC en de EPG is essentieel’ Bepalingsmethoden De Schipper vraagt zich af wat er met bestaande bouw gebeurt. “Er vinden veel discussies plaats over de EPC, maar die hebben alleen te maken met nieuwbouw. Ik mis echter de incentives voor de bestaande bouw.” Boonstra vertelt dat het verschillend rekenen aan nieuwbouw en bestaande bouw alleen voor Nederland geldt. “Laat de bepalingsmethode voor bestaande en nieuwbouw maar hetzelfde zijn, net als in andere landen. Wat dat betreft is Nederland een vreemd land.” Tot slot wijst Valk op de nieuwe Europese bepalingsmethoden, die vanaf 2016 beschikbaar komen. “Wat vinden jullie: moeten we dit overnemen of gieten we er een Nederlands sausje over?” De Schipper pleit voor Europees geharmoniseerde normen. “Voor internationaal opererende bedrijven is dit veel efficiënter.” Smits wil dat daarbij, naast praktijkwaarden voor gebouwfuncties, ook de menselijke invloed in de gaten moeten worden gehouden. “Dat is niet lastig, want de prestatiegaranties voor 2020 bevatten al veel praktijkgaranties.” Bouwens pleit ervoor om op strategisch niveau na te denken. “Compenseer energieverlies in een gebouw niet met windmolens of pv op afstand, maar kijk wat er in dat gebouw gebeurt en grijp daar op in.”

3 stappen van Trias Energetica • Beperk de energievraag • Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen • Gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk voor de resterende energiebehoefte

duurzaam gebouwd |september 2014

139


Keurmerk voor betonmortel Het keurmerk Beton Bewust van de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN) garandeert de duurzame productie en kwaliteit van betonmortel. Betonmortelfabrikanten mogen het keurmerk alleen voeren, als zij voldoen aan strenge eisen ten aanzien van betrouwbaarheid,

Het duurzaamheidsconcept is volop in ontwikkeling. Inzichten over

deskundigheid, duurzaamheid en

duurzaam bouwen veranderen. VOBN en haar leden zijn actief betrokken

arbeidsveiligheid.

bij deze ontwikkelingen. Het keurmerk is daarvan het tastbare bewijs.

De zekerheden van Beton Bewust: ■

Betrouwbaarheid van levering

Hoge kwaliteit betonmortel

materialen

Juiste betonsamenstelling

voor de toepassing

Verantwoorde herkomst van Lage CO2

Arbeidsveiligheid

Opdrachtgevers, ontwerpers, voorschrijvers en afnemers van betonmortel kunnen erop rekenen dat de keurmerkhouder meedenkt, adviseert en een hoogwaardige bijdrage levert aan de duurzaamheid van de te realiseren projecten.

Website

Het laatste nieuws over beton, VOBN

Postbus 383

3900 AJ Veenendaal t 0318 55 74 74 www.vobn.nl

het keurmerk Beton Bewust en informatie over de bij VOBN aangesloten bedrijven vindt u op www.betonbewust.nl


De Gouden Kikker Renovatie en uitbreiding gemeentehuis Brummen

‘Hier is de goede vraag gesteld’ Nieuw bouwen en tegelijkertijd nadenken over de sloop en het hergebruik van materiaal. Dat gaat veel bouwende partijen, opdrachtgevers en architecten nog een stap te ver. Architectenbureau RAU en BAM Utiliteitsbouw zetten met de verbouw en uitbreiding van het gemeentehuis in Brummen de eerste stap richting een nieuwe manier van denken: demontabel bouwen. Maar de complimenten moeten vooral naar de gemeente Brummen die de juiste vragen stelde, zo bleek tijdens het door Duurzaam Gebouwd georganiseerde rondetafelgesprek in de raadszaal van het nieuwe Brummense gemeentehuis. Tekst: Gerrit Tenkink, Fotografie: Rockin Pictures

Deelnemers die voor dit rondetafelgesprek aanschuiven zijn: Bert Melles, directeur van adviesbureau ABC Nova (initiatiefnemer van De Gouden Kikker Award, zie kadertekst), Maartje van den Berg, architect en adviseur bij bureau Blossom en adviseur voor de gemeente Brummen, architect Thomas Rau van RAU Architecten, Jeroen Troost, commercieel directeur bij BAM Utiliteitsbouw en Eef van Ooijen wethouder in de gemeente Brummen. Op het moment dat Flip Verwaaijen, gespreksleider en expert bij Duurzaam Gebouwd, de rondetafel opent met de

vraag of de deelnemers zich een voorstelling hebben gemaakt over dit gesprek is het even stil. “Ik ga op iedere uitnodiging in die betrekking heeft op dit project”, zegt Jeroen Troost. “Hier is echt een standaard neergezet, een compleet nieuwe manier van denken. Dat verhaal kan niet vaak genoeg verteld worden.“

Een begeerlijk gebouw Renovatie en nieuwbouw van overheidsgebouwen worden doorgaans onder een vergrootglas gelegd. Geen wonder,

duurzaam gebouwd |september 2014

141


Van links naar rechts: Flip Verwaaijen, Bert Melles, Jeroen Troost, Maartje van den Berg, Eef van Ooijen en Thomas Rau.

want al snel wordt gesproken over de verkwisting van belastinggeld en ‘die ambtenaren die het allemaal wel erg goed voor zichzelf hebben geregeld’. “Daar waren we hier in Brummen onszelf goed bewust van”, zegt wethouder Van Ooijen. “Investeren in eigen huisvesting is lastig. Maar de noodzaak was duidelijk. Het gebouw was toe aan vervanging. Dat was voor iedereen, ook voor de bevolking duidelijk. Om de maximale betrokkenheid te garanderen zijn wij in gesprek gegaan met onze inwoners, onder andere via een workshop duurzaamheid. Wat willen jullie? Wat verwachten jullie van een gebouw? Uit die gesprekken kwam naar voren: ‘We willen een gemeentehuis waar we trots op kunnen zijn’”, aldus Van Ooijen. “Maar er waren meer aspecten”, vult Van den Berg aan. “Brummen is een krimpgemeente. En met alle fusies van gemeenten is het helemaal niet zeker dat Brummen over 20 jaar nog een zelfstandige gemeente is. Dat betekent dat je anders tegen zaken aan gaat kijken. De gemeente wilde een begeerlijk gebouw. Op het moment dat het gebouw geen functie meer heeft als gemeentehuis moet het aantrekkelijk zijn voor andere partijen.”

142

september 2014 | duurzaam gebouwd

Het plan In Brummen is door samenwerking tussen de gemeente, BAM Utiliteitsbouw, Architectenbureau RAU en Turntoo het eerste gebouw als grondstoffendepot gerealiseerd. De gemeente zocht een semi-permanente huisvesting met een levensduur van minimaal 20 jaar. Architect Thomas Rau (die van mening is dat permanent altijd semi-permanent is) koos ervoor om de nieuwe huisvesting te bouwen die als het ware het oude gemeentehuis, een monumentale villa, omarmt. De materialen die zijn gebruikt voor de nieuwbouw kunnen na 20 jaar door de leverancier worden teruggenomen en hergebruikt. Het spreekt voor zich dat dit betekent dat er keuzes moesten worden gemaakt voor wat betreft de materialen en de bouwwijze. Uiteindelijk is 90 procent van het ontwerp demontabel opgeleverd.


De Gouden Kikker

De goede vraag Uiteindelijk werd 6 miljoen euro vrijgemaakt voor de renovatie en uitbreiding van het gemeentehuis en omliggende tuin. En juist dat beperkte budget, gecombineerd met de specifieke vraag daagde BAM Utiliteitsbouw en RAU Architecten uit om op zoek te gaan naar de mogelijkheden. Jeroen Troost: “Meestal krijg je als aannemer een uitgewerkt verhaal op je bureau en mag je alleen nog een prijs laten zien. Door de vraag die Brummen stelde waren we compleet van slag. We kregen een prestatievraag op ons bord met een heel hoog abstractieniveau. Onze eerste reactie was dan ook dat hier sprake was van een onmogelijk budget. Maar juist omdat het zo onmogelijk was zijn we gaan puzzelen. Dat betekende een behoorlijke cultuuromslag. Bij BAM werken behoorlijk wat beton- en staalfetisjisten. Die denken in beton en staal en vooral niet over grondstoffen en horizon van het gebruik.” Ook Rau werd gepakt door de ongebruikelijke vraag. “Brummen stelde de goede vraag. Een gebouw voor twintig jaar met de mogelijkheid tot hergebruik en dan ook nog eens met een beperkt budget. Wij zagen het als een soort pilot. Als je innovatief bent heb je duizend vragen en veel minder antwoorden, maar dat maakt het juist spannend.”

Nieuwe fouten Een belangrijk aspect voor zowel Troost als Rau was dat er niet werd gevraagd om een duurzaamheidscertificaat, zoals bijvoorbeeld BREEAM. Van den Berg: “We hebben de vraag heel prestatiegericht gesteld en dus ook bewust niet gekeken naar certificering. We wilden liever geld steken in daadwerkelijk toegepaste duurzaamheid in plaats van het proces daar naar toe. Tevens wilden we de markt de kans geven innovatieve ideeën toe te passen. Wij hebben de verantwoording bij de markt neergelegd. Als je een certificaat uitvraagt krijg je alleen de bestaande systemen.” Rau was blij met deze stellingname van de gemeente. “Ik durf te stellen dat een certificaat de dood is voor de creativiteit. Je denkt uitsluitend na over de techniek en niet over de oplossing. Als de gemeente bijvoorbeeld voor BREEAM-certificering was gegaan dan had dit gebouw hier nooit gestaan. Bij certificering kun je je verschuilen achter de regeltjes. Certificatie dwingt partijen om oude fouten te maken. Wij willen graag nieuwe fouten maken.” Net als Rau heeft ook Melles zijn ideeën over een certificaat. “Een

‘Een certificaat betekent de dood voor de creativiteit’

Flip Verwaaijen, gespreksleider en expert Duurzaam Gebouwd.

certificaat is in eerste instantie vernieuwend en kan leiden tot extra inspanningen. Daarvan zijn genoeg goede voorbeelden te noemen, maar het certificeren moet geen standaardkunstje worden. Duurzaamheid moet meer zijn dan een trucje. Het gevaar bestaat dat je dan niet nadenkt over oplossingen. Er wordt dan niet meer nagedacht over de beste oplossing, maar meer of de oplossing wel in het certificeringsplaatje past.”

Onderhoud Build & Design komen samen bij het gemeentehuis in Brummen, maar hoe zit het met onderhoud? BAM en het architectenbureau wilden graag de verantwoordelijkheid nemen voor het onderhoud van het gebouw, maar in Brummen was dat geen optie, zo verduidelijkte de wethouder. “De reden daarvoor is simpel. We hebben onze eigen onderhoudsdienst, die verantwoordelijk is voor het gebouw. Het was ondenkbaar om deze mensen op straat te zetten en het onderhoud over te dragen aan BAM.” Begrijpelijk in het geval van Brummen, maar Melles, Troost en Rau benadrukken dat de factor ‘onderhoud’ een belangrijk element is, dat het totale businessmodel van de gebouwde omgeving in de toekomst op zijn kop zet. Dat begint volgens Troost al bij de aanbesteding. “Hoe meer verantwoording je voor een gebouw durft te nemen, hoe groter de kans dat jij het mag bouwen. Het is alleen een redenatie die door veel bouwers nog niet wordt begrepen. Het past gewoon simpelweg niet in de businessmodellen. “Sterker nog”, vult Rau aan. “Vaak is het gebouw zelf het businessmodel, terwijl het faciliteren van de behoefte in en over de tijd het businessmodel zou moeten zijn.”

Patatbakkantoren Ook Melles benadrukt dat de oude structuren hun langste tijd hebben gehad. “Ik noem het altijd patatbakkantoren.

duurzaam gebouwd |september 2014

143


Eef van Ooijen, gemeente Brummen.

Thomas Rau, RAU.

De bouwer bouwt voor een tien jaar. Verder vooruitkijken is er niet bij, maar wat erger is: na de oplevering is hij vrij van iedere verantwoordelijkheid. De ontwikkelaar zoekt een huurder voor tien jaar en een belegger die in tien jaar zijn geld terugverdient. En na tien jaar is de huurder verdwenen en verwordt het kantoorpand tot een leegstaande aftrekpost voor de eigenaar. Zo gaat het al heel lang maar het systeem is achterhaald. We kunnen kantoren niet als lege patatbakken blijven weggooien.” Hierop doordiscussiërend brengt Verwaaijen het gesprek op de rol van de traditionele ontwikkelaar. Thomas Rau is van mening dat het beroep ‘ontwikkelaar’ zijn langste tijd heeft gehad. “De ontwikkelaar bouwt, geeft de sleutel af en denkt: Zoek het maar uit. En de gebruiker is vervolgens het slachtoffer. De ontwikkelaar die een kortlopende relatie heeft met een gebouw heeft zijn langste tijd gehad. Het is bespottelijk dat de ontwikkelaar altijd wegkomt zonder ook maar enige verantwoording te nemen. In mijn ogen is een ontwikkelaar een uitstervend beroep.”

adviseur, de toeleverancier, ze hebben allemaal hun eigen contractrelatie met de klant. En een tweede belemmerende factor: we denken van gebouw naar gebouw. We beginnen dus iedere keer weer opnieuw.”

Anders doen Alle partijen aan tafel zijn het er over eens dat de structuur, zoals in Brummen neergezet, toekomst heeft. Toch blijven er verbeterpunten. Naast een nieuwe organisatie zoekt Troost innovatie in het technische aspect. “We moeten leren om nieuwe technologie in de gebouwen te verwerken. Kijk naar dit mobieltje. Dat heeft de afgelopen tien jaar een geweldige ontwikkeling doorgemaakt, terwijl de vernieuwing van de bouw nagenoeg stil heeft gestaan. Ik zou een gebouw beter willen maken met technologie. Installeer bijvoorbeeld een sensor die het daglicht meet en laat de verlichting hierop reageren. Het is allemaal mogelijk maar innovaties in de bouw gaan te langzaam”, zegt Troost, die de versnippering van de bouw als belangrijke oorzaak noemt. “Iedere partij in de bouw, de bouwer, de

144

september 2014 | duurzaam gebouwd

Gemiste kans Een gebouw bouwen met de gedachte dat het over 20 jaar weer gedemonteerd kan worden en de materialen hergebruikt. Dat biedt volgens alle aanwezigen kansen voor de opdrachtgever mits hij het goed aanpakt. Troost legt uit wat de mogelijkheden zijn: “Stel je bouwt een pand dat 100 euro waard is. Aan het eind van de rit bedraagt de restwaarde 20 euro. Die 20 euro krijgt jij als bouwende partij weer terug. Dan laat je de klant gedurende de gebruiksperiode tien keer

Gouden Kikker moet uitdagen Architectenbureau RAU ontving in 2013 voor de verbouwing en uitbreiding van het gemeentehuis Brummen de zogenaamde Gouden Kikker Award. Deze award, een initiatief van adviesbureau ABC Nova, wordt toegekend aan bouwprojecten die voorop lopen in duurzaamheidsinnovaties die herhaalbaar zijn. Daarnaast moet een initiatief ook leiden tot een attitudeverandering. “Daarom moeten we misschien wel een extra criterium aan de beoordeling toevoegen: de mate waarin het project bijdraagt aan een echte verandering in denken en handelden in de maatschappij”, zegt Bert Melles, ABC Nova-directeur en initiatiefnemer van de award. Maartje Van den Berg begrijpt wat Melles bedoelt: “Het winnende concept moet de discussie opzwepen.” “Maar de winnaar moet ook aantonen dat het gebouw daadwerkelijk functioneert. Dat de gebruiker dus aantoonbaar gemak en plezier heeft van het gebouw”, vult wethouder Eef van Ooijen aan. Thomas Rau tot slot: “En een winnend project moet aantonen dat het opschaalbaar is en de intentie hebben om een blijvende verandering te bewerkstelligen.”


De Gouden Kikker

Bert Melles, ABC Nova.

‘Ontwikkelaar is een uitstervend beroep’ 8 euro betalen. Dat betekent dat hij in totaal 20 euro minder betaalt. Met zo’n verhaal kun je volgens mij heel goed aankomen bij de opdrachtgever. Ik durf het zelfs nog wel scherper te stellen. Als opdrachtgever moet je zelf het initiatief nemen. Daag de bouwende partijen uit door een lager budget beschikbaar te stellen, omdat zij eigenaar blijven van de grondstoffen.” Rau knikt. Volgens hem is het verhaal ook goed uit te leggen naar de leverancier van de grondstoffen. “Ik werd op een gegeven moment zelfs opgebeld door de houtleverancier met de vraag of hij alle dragende delen mocht overdimensioneren. Alles drie centimeter dikker betekende dat hij na het afbreken van het gebouw de materialen weer beter kon hergebruiken. Ik vind dat een mooi voorbeeld van meedenken”, zegt Rau, die het jammer vindt dat de gemeente het verhaal van het grondstoffendepot niet optimaal heeft benut. “In mijn ogen is dat een gemiste kans. Wat mij betreft hadden we uitsluitend in de voorwaartse richting moeten werken met een grondstoffenpaspoort om ontwerpkeuzes nog beter aan te sturen. Ervan uitgaande dat in een gebouw nooit een grondstof verloren gaat en alles hergebruikt kan worden. We moeten uiteindelijk naar een situatie toe dat we gebouwen nooit meer afschrijven naar nul.” Van Ooijen is zich bewust van deze gemiste kans, maar wijst er op dat sommige verhalen nu eenmaal moeilijk zijn uit te leggen, zeker als het om publiek geld gaat. “Het verhaal van het grondstoffendepot klopt, maar dat was nog een stap te ver.

Jeroen Troost, BAM Utiliteitsbouw.

De raad wilde daarover het risico niet aangaan.” Uiteindelijk, daar zijn alle partijen het wel over eens, draait het om de gebruiker. Logisch dan ook dat wethouder Van Ooijen reageert. “Brummen is trots op dit gebouw. Niet alleen de mensen in het gemeentehuis, maar ook de bevolking. Ik durf te stellen dat er in het nieuwe gemeentehuis met meer plezier wordt gewerkt en dat de dienstverlening erop vooruit is gegaan. Uiteindelijk draait het daar natuurlijk om.” Alles overziend komt gespreksleider Verwaaijen met een afsluitende eindconclusie: “Ik denk dat er nog een forse uitdaging ligt voor veel opdrachtgevers, maar ook voor de partijen die het moeten gaan maken. Daarbij draait alles om een gezamenlijke visie, lef en doorzettingsvermogen: wie pakt de handschoen op en durft de juiste professionele vragen te stellen en de prestatiecontracten te ondertekenen? De partijen hier aan tafel hebben op dat gebied mooie eerste stappen gezet.”

De Gouden Kikker 2014 De Gouden Kikker Award 2014 wordt dit jaar weer tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres uitgereikt, ditmaal in het MECC Maastricht. Meer informatie over de Gouden Kikker Award is te vinden op de website van ABC Nova: www.degoudenkikker.org

duurzaam gebouwd |september 2014

145


Pioneering for You

Wilo BIM ready Wilo is de eerste fabrikant van pompinstallaties ter wereld die zijn BIMcontent op een eenvoudige wijze beschikbaar stelt voor uw BIM projecten! Middels de Wilo-Revit Plugin kunt u onze intelligente Revit Families met ETIM productinformatie direct toepassen in uw BIM-projecten. Deze ‘Wilo button’ installeert u direct in Revit zelf en werkt onafhankelijk van uw toegepast BIM-teken-applicatie. BIM - Building Information Modelling – is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3D model.

“Niet alleen de techniek is hoogefficiënt, ook de ondersteuning in de ontwerpfase”

Wilo Nederland bv Rak 18 1551 NA Westzaan T. +31 (0)889456000 F. +31 (0)889456199 www.wilo.nl info@wilo.nl


Comfor tVentilatie MEER DAN EEN VITAAL BINNENKLIMAAT

Verwarming

Koeling

Ventilatie

Filtering

ComfortVentilatie is een prestatiegarantie. Een prestatiegarantie voor een vitaal binnenklimaat. Zehnder - J.E. StorkAir biedt u de perfect passende ventilatie oplossing, voorzien van een prestatiegarantie op geluid, energie, luchthoeveelheid en luchtkwaliteit. Deze prestatiegarantie geven wij u op basis van onze jarenlange kennis en ervaring, hoog serviceniveau en uitgebreid product- en dienstenaanbod. Met de online ComfortVentilatie Wijzer selecteert u via een helder stappenplan uw ventilatieoplossing voor uw project. Dit digitale advies kunt u alvast gebruiken als voorselectie om met ons verder in gesprek te gaan. U vindt deze tool op www.zehnder-jestorkair.nl/comfortventilatie Een extra digitale dienst die u in de voorfase tijd bespaart. Dat is toch wel erg comfortabel.

Zehnder Group Nederland ∙ Lingenstraat 2 ∙ 8028 PM Zwolle ∙ T 038 429 69 11 www.zehnder-jestorkair.nl


Meters maken met verduurzaming

Gemeenten breiden warmtenetwerken uit Voor gemeenten die meters willen maken met verduurzaming, kan stadswarmte een uitkomst zijn. Arnhem en Nijmegen brengen de CO2-uitstoot zo al met 70 procent terug. Het nieuwe stadsbestuur van Nijmegen laat er geen gras over groeien. De stad is bezig met de aanleg van een stadswarmtenet, dat volgend jaar wordt opgeleverd. En nu al zijn er plannen om het netwerk uit te breiden. Tekst: Sal Stam

Over de voordelen van stadswarmte valt volgens de kersverse Nijmeegse wethouder Duurzaamheid Harriët Tiemens niet te twisten. “Het is veilig, betrouwbaar en het scheelt enorm in de CO2-uitstoot. En daarmee is het een belangrijk middel om Nijmegen in 2045 energieneutraal te maken. En de CO2-uitstoot gaat met 70 procent omlaag.” Nijmegen legt momenteel een warmteleiding aan tussen afvalenergiecentrale ARN en twee nieuwbouwwijken. De restwarmte uit de centrale is bestemd voor 14.000 huishoudens en bedrijven. Als het aan Tiemens ligt, worden in de nabije toekomst ook de stationsbuurt en de universiteitscampus aangesloten op het warmtenet. “Daarmee maken we onze stad nog duurzamer. Stadswarmte kan een belangrijke bijdrage leveren aan onze ambitie het energieverbruik de komende vier jaar met 10 procent terug te brengen.” Nijmegen denkt ook al hardop na over uitbreiding van het netwerk naar Arnhem, dat al een stadswarmtenet heeft liggen. Arnhem heeft er dan een warmtebron bij, en omgekeerd kan de stad warmte leveren aan Nijmegen als dat zo uitkomt. Zo ontstaat er een betrouwbaar geheel met meerdere warmtebronnen.

Schonere warmte Arnhem zelf is al bezig zijn eigen warmtenet uit te breiden. Er komt een leiding die de stad verbindt met afvalenergiecentrale AVR in Duiven. Als de leiding eind dit jaar klaar is, kan er nog veel schonere warmte naar het Arnhemse netwerk worden getransporteerd. Een gascentrale die de restwarmte nu levert, is dan niet meer nodig. Voor de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is dat een aantrekkelijk vooruitzicht. De HAN stapte anderhalf jaar geleden over op stadswarmte en deed zijn cv-ketels de deur uit. “Voor ons was dit een mooie kans om duurzamer

148

september 2014 | duurzaam gebouwd

te worden. De warmte die we nu krijgen, levert een jaarlijkse CO2-reductie op van vijftig procent. Dat komt neer op 400 ton”, zegt projectleider huisvesting Jaap Weijenberg van HAN. “Zodra we warmte krijgen uit Duiven, stijgt de besparing van de CO2-uitstoot van 50 naar 83 procent, wat neerkomt op 664 ton. Dat kunnen we mooi meenemen in onze meerjarenafspraak MJA3 met Economische Zaken, waarin we onze duurzaamheidsambities beschrijven.”

Lange adem De HAN investeerde een half miljoen euro om de stadswarmte binnen te halen. Weijenberg verwacht dat bedrag over acht á negen jaar te hebben terugverdiend. “Daarna gaat het renderen, verwachten we.” Ook andere partijen die bij het warmtenet zijn betrokken, hebben geduld nodig voordat ze hun investeringen terugverdienen. “Maar dan Arno van Gestel van energiebedrijf Nuon.


Project

heb je ook wat”, zegt Arno van Gestel van energiebedrijf Nuon, dat tientallen miljoenen heeft gestopt in de warmtenetten in Arnhem en Nijmegen. “Wil je meters maken in verduurzaming, dan is stadswarmte een uitkomst. Je kunt duizenden huishoudens en bedrijven tegelijk bedienen. Maar daar heb je een lange adem voor nodig. Voor de levering van warmte uit Duiven hebben wij met AVR een contract afgesloten dat loopt tot 2039. Het gaat om veel geld maar dan heb je wel de garantie dat je twintig tot dertig jaar duurzame warmte kunt leveren. Dat maakt het voor ons een aantrekkelijke investering.”

Meters maken Juist die lange termijn schrikt sommige partijen die bij de aanleg van stadswarmte betrokken zijn af. “Dertig jaar is een lange tijd, dat kan innovatie naar andere duurzame

vormen van energie in de weg staan”, zegt Pablo van der Laan, verbonden aan de Amsterdamse woningcorporatie Ymere, die stadswarmte in een aantal wijken toepast. “Stadswarmte heeft absoluut voordelen: het is betrouwbaar, veilig en schoon en gebruikt bewezen technieken met lage beheerrisico’s. Innovatieconcepten moeten zich op de lange termijn nog bewijzen. Maar bovenal moeten we rekening houden met onze bewoners, die immers de energierekening moeten betalen. Die willen we zo goed en voordelig mogelijk bedienen, het liefst verleiden, met goede proposities. Het besparen van CO2-uitstoot is immers niet hun eerste zorg.” Volgens Van Gestel van Nuon zijn er zeker duurzamere alternatieven denkbaar voor stadswarmte. “Maar dan ben je per woning al snel tienduizenden euro’s verder. Bij stadswarmte praat je over een eigen bijdrage van 6000 euro voor aansluiting op het warmtenet. Ook dat is veel geld maar als je er een 100 procent duurzame wijk voor terugkrijgt, is het eigenlijk een koopje.”

Transparantie “Uiteindelijk is het een kwestie van willen voor alle partijen die bij de aanleg van een netwerk betrokken zijn”, zegt Van Gestel. “Zo besloot Nijmegen ervoor te gaan en afvalverwerker ARN stelde zijn warmte beschikbaar. Zonder die twee was het warmtenet er nooit gekomen.” Volgens de Nijmeegse oud-wethouder Jan van der Meer, de drijvende kracht achter het netwerk dat nu in aanbouw is, is transparantie tussen de diverse partners een belangrijke randvoorwaarde om tot een goede business case te komen. “Je moet open zijn over de rendementen die je wilt halen en je moet het elkaar ook gunnen. Anders krijg je zo’n warmtenetwerk gewoon niet van de grond.”

duurzaam gebouwd |september 2014

149


o

EEN NVKL INSTALLATEUR GAAT TOT HET GRAADJE

150

september 2014 | duurzaam gebouwd


Xxxxxxx

De gezondheid van deze dieren wordt sterk bepaald door het klimaat en de temperatuur. Om die constant te houden heb je installateurs nodig die technisch goed geschoold zijn en een servicegerichte mentaliteit hebben. Die installateurs hebben zich verenigd in de NVKL. De Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van de Koudetechniek en Luchtbehandeling. Da’s een hele mond vol voor professionaliteit, zekerheid en kwaliteit. Ze zorgen ervoor dat de ideale temperatuur overal en altijd precies hetzelfde blijft. Let er dus op of uw installateur er een is waar de NVKL achter staat.

Precies de goede temperatuur. Overal. Altijd. Gegarandeerd.

duurzaam gebouwd |september 2014

151


one stop shop

Verhoog uw energie IQ. Verlaag uw bedrijfskosten. Honeywell Building Solutions helpt gebouweigenaren en gebruikers inzicht te krijgen in energieverbruik en de vele opties op het gebied van energiemanagement. Onze geïntegreerde oplossingen bieden mogelijkheden op maat waarmee u uw energiedoelstellingen en business goals behaalt. Door een combinatie van innovatieve technologie en bewezen resultaten helpt Honeywell elke onderneming of organisatie om de energieconsumptie, uitstoot van schadelijke stoffen en de operationele kosten te reduceren. Tegelijkertijd realiseren onze gebruiksvriendelijke oplossingen een verbetering in comfortcondities en bedrijfscontinuïteit terwijl u ook nog eens voldoet aan de nieuwste regels en wetgeving op milieugebied. Zo gaan ‘People, Planet & Profit’ hand in hand. Vertrouw op Honeywell als uw ‘one-stop energy partner’ die kansen identificeert en oplossingen implementeert met energie- en kostenbesparing als gegarandeerde Return on Investment.

Honeywell Building Solutions, Lange Amerikaweg 55, 7332 BP Apeldoorn +31 (0)55 549 9499, info.hbs.nl@honeywell.com, www.honeywell-buildingsolutions.nl © 2012 Honeywell International Inc. Alle rechten voorbehouden.


Xxxxxxx

Vraaggestuurd ventileren met OxyGreen CO2

Zo energie-efficiĂŤnt, eenvoudig en gezond kan ventileren zijn

Energiezuinige ventilator

Bespaart energie Verbetert het binnenklimaat Verhoogt het comfort Verlaagt faalkosten door eenvoud in gebruik Geluidsarm

Vochtsensor

Handbediening

CO2-sensor /handbediening

eur

Prim VentiApp

VentiApp voor ventilatiesystemen

aliteit

Luchtkw

Slaap kamer Slaap kamer

1

650 ppm

1.200 ppm

Woon kamer

2

Luchtkwaliteit

750 ppm

Aralco NVS

Voor opdrachtgevers: bevordert efficiency en bespaart kosten.

Woonka mer

750 ppm

Slaap kamer

3

Slaapka mer 1

1.200 ppm

Badka mer

Slaapka mer 2

650 ppm

60% vocht

700 ppm

atiero oster Zet uw ventil r 1 open. Slaap kame

!

Voor gebruikers: meer inzicht en meer bewustwording op het gebied van ventilatie en een verbetering van het binnenklimaat.

Better

ter Life Air, bet

in

Slaapka mer 3

700 ppm

!

Badkam er

60% vocht

Zet uw ventilat ierooste r in Slaapka mer 1 open.

Better Air, better Life

Better Air, better Life Aralco NVS

T +32 56 52 80 60 E info@aralco.nl I www.aralco.nl


‘Krachtenbundeling op juiste moment’ “Ik ben er trots op dat we vanaf vandaag onze krachten bundelen”, zegt Anne-Marie Rakhorst, oprichter en algemeen directeur van Search. Hiermee doelt ze op de overname op 1 juli van Search door SGS, wereldleider op gebied van inspectie, controle, analyse en certificering. Volgens Rakhorst (foto), die ook Duurzaam Gebouwdexpert is, is er vanuit de markt al een aantal jaar interesse in Search. “Steeds heeft het directieteam de afweging gemaakt of het ging om de juiste koper en om het juiste moment. Beide factoren komen nu samen. In SGS vinden we de sterke partner die wereldwijd actief is in markten die voor Search interessant zijn.” Ook SGS-topman Chris Kirk reageert enthousiast: “Search is uitgegroeid tot een van de gezondste ondernemingen in de branche en heeft een uitzonderlijk DNA. Ik ben zeer verheugd over deze overname, die ons een leidende positie in asbestonderzoek en -management in Nederland geeft. Daarnaast verstevigt dit onze plaats op de veelbelovende markt voor duurzaamheid.” Volgens Search zijn de voordelen van deze overname talrijk

voor het ingenieurs- en adviesbureau, laboratorium en opleidingsinstituut. Zo kiest de onderneming met SGS voor een gedegen, beursgenoteerde en internationale dienstverlener met aanvullende specialismen en een vergelijkbare basishouding. “De overname biedt beide bedrijven interessante voordelen”, schrijft Search op zijn website. “Zo versterkt de expertise van Search op het gebied van asbest en duurzaamheid de dienstverlening van SGS. Andersom kan Search zijn rol als onafhankelijke en integrale dienstverlener in de gebouwde omgeving nationaal en internationaal verder vervullen.“ Meer informatie: www.searchbv.nl

Een unieke combinatie in beurzenland van vier vakbeurzen die gezamenlijk de brede bouwkolom bereiken!

N

MONUMENT

Energie & Besparing

4, 5 en 6 november 2014 14.00 - 22.00 uur

*

INCLUSIEF

PLEIN

Installatie Vakbeurs

EVENEMENTENHAL VENRAY

TRANSPO

RT

* KLE I

Bouw Compleet

GRATIS ENTREEBEWIJS AANVRAGEN: WWW.EVENEMENTENHAL.NL/COMBI-VE CODE: 8140148665

ENERGIE & BESPARING

@CombiVakdagen

Alle energiebesparende oplossingen onder één dak

BOUW COMPLEET

Dé vakbeurs voor de bouwbranche

MONUMENT Dé vakbeurs voor conservatie en restauratie van oude en historische gebouwen

INSTALLATIE VAKBEURS

Dé vakbeurs voor de installatie- en sanitairbranche

W W W. E V E N E M E N T E N H A L . N L / C O M B I VA K DAG E N

154

september 2014 | duurzaam gebouwd


Nieuws

Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council, heeft zojuist het BREEAM-certificaat overhandigd aan Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur van het Van Gogh Museum.

Van Gogh Museum trots op vervullen verduurzamingsopgave Het Van Gogh Museum in Amsterdam heeft als eerste museum ter wereld het BREEAM-NL In-Use duurzaamheidscertificaat met een score ‘Very Good’ ontvangen voor gebouw, beheer en gebruik. Een bijzondere prestatie. Een duurzaamheidscertificaat in een bestaand gebouw is al een flinke opgave, maar de eisen die er aan een wereldberoemd museum worden gesteld zijn extra complex.

“We zijn bijzonder trots op deze prestatie”, vertelde Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur van het Van Gogh Museum bij de overhandiging van het certificaat op maandag 30 juni. “Onze kerntaak is het behoud van het culturele erfgoed van Vincent van Gogh. Wat ons betreft hoort daar ook bij hoe je verantwoord en duurzaam omgaat met het museumgebouw en de omgeving. Wij vinden dit belangrijk bij onze uitstraling richting bezoekers. Daarnaast heb je als bekend museum een voorbeeldfunctie.” Meer informatie: www.dgbc.nl

Prefab onderdorpels voor 21 woningen Vanwege rotting zijn in Heerjansdam de deuren van de berging van 21 woningen voorzien van een nieuwe BuvaIsoStone renovatiedorpel. Buva-manager engineering Arjan Verheul ziet dit als mooi voorbeeld hoe op eenvoudige manier voorkomen kan worden dat volledige kozijnen vervangen moeten worden. “Het gaat om prefab onderdorpels, die van tevoren pas gemaakt zijn. In het voortraject hebben we hierin veel tijd gestoken, zodat bij het plaatsen alles in een keer past.” Hoewel Buva vaker partner is bij renovatieprojecten, vindt hij dit concept uitzonderlijk. “Bij andere projecten leveren we enkel de benodigde standaardartikelen. Als onderdorpels onder een kozijn vervangen moeten worden, moeten we echter rekening houden met bouwkundige details en de aansluiting op het bestaande kozijn. In Heerjansdam heeft aannemer Van Mastrigt de helft minder tijd in het project hoeven steken dan gebruikelijk bij een dergelijke klus.” Ondanks het uitzonderlijke karakter binnen Buva’s assortiment

voorziet het Barendrechtse bedrijf vaker in oplossingen voor renovaties van onderdorpels. “Enige voorwaarde is dat het wel om minimaal 10 woningen per project met min of meer dezelfde kozijnen gaat. Dan wordt het rendabel voor de klant.” Meer informatie: www.buva.nl

duurzaam gebouwd |september 2014

155


o

Transformeren - Isoleren - Opwaarderen

Dat is pas passief renoveren!

Waardebehoud

Nederland kent talloze karakteristieke wijken. Geliefd bij bewoners en te waardevol voor de sloop, maar niet voorbereid op de toekomst. Zo ook

Het Bijvank een deel van de wijk Wesselerbrink. Het succes van deze renovatie werd in Enschede

deze 28 hobbykamerwoningen in Enschede, waarvan de renovatie naar passiefhuisniveau deel uitmaakte van een omvangrijke herstructurering van

Bewust bouwen.

2014 bekroond met een Passief Bouwen Award (categorie Renovatie).

Meer praktijkinformatie over dit project vindt u in de uitgave Waardebehoud - Best Practice. Vraag deze special aan via www.sto.nl.

156

september 2014 | duurzaam gebouwd


Xxxxxxx

duurzaam gebouwd |september 2014

157


Partnerships en Commercie

Events

Colofon

Richard Klein MBA, Commercieel directeur E. klein@duurzaamgebouwd.nl M. +31 (0)6 21 84 68 78 Pieter Fritz, Sr. Accountmanager E. fritz@duurzaamgebouwd.nl M. + 31 (0)6 25 13 91 55

Uitgeverij / redactieadres

Dirk van Gemert, Relatiemanager E. vangemert@duurzaamgebouwd.nl M. +31 (0)6 46 02 12 06

Website

Directeur

Verspreiding

Duurzaam Gebouwd

Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.

DGB BV, Willem Stuutlaan 8A, 3769 AC Soesterberg, Postbus 66, 3769 ZH Soesterberg, T +31 (0)85 273 59 70 / F. +31 (0) 85 273 59 68

Redactie

Rob Olthof, Eindredactie Tim van Dorsten, Redactie E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 27 werkten mee: Anja van den Bogaart, Cristel van Maarsseveen, Els Vegter, Esther Roth, Freek Langeraap, Gerard Vos, Gerrit Tenkink, Gertie Arts, Harm Valk, Imke Hamacher, Ine ter Borch, Irma Thijssen, Johanna Quelle, Marcel van Uffelen, Marjet Rutten, Marjolein de Wit - Blok, Matthijs Timmers, Michel Baars, Pieter Kers, Rijkert Knoppers, Robert Tjalondo, Sal Stam, Tom de Hoog, Wim Haneberg, Yorick Meijdam.

158

september 2014 | duurzaam gebouwd

Wietse Walinga E. walinga@duurzaamgebouwd.nl M. +31 (0)6 21 84 69 06

Ferdinand Wieman MSc, Manager Events E: wieman@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 18 26 18 Faraaz Habieb, Stagiair E: habieb@duurzaamgebouwd.nl T: (0)85 273 59 70

www.duurzaamgebouwd.nl

DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl

Basisvormgeving

Concreet geeft vorm, Amersfoort

Opmaak en druk

Real Concepts BV, Duiven

Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. Š DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiÍren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689


Oplossingen voor een gezond binnenklimaat Solid Air ontwikkelt en produceert innovatieve oplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. Systemen die ruimtes voorzien van frisse

Hoe toekomstbestendig is een appartement? LUCHTBEHANDELING

lucht en de juiste temperatuur. Alles op het gebied van klimaatbeheersing en luchttechniek, van roosters en luchtbehandelingskasten tot en met koelconvectoren en klimaatplafonds. Producten van Solid Air onderscheiden zich door efficiënt warmte- en koudetransport, lage temperatuurverwarming, hoge lekdichtheidsklasses

LUCHTVERDEELTECHNIEK

en het gebruik van duurzame materialen. U komt Solid Air tegen in kantoorgebouwen, zorginstellingen, ziekenhuizen, scholen en in de woningbouw. Zowel nationaal als internationaal.

De kracht van Solid Air

• Alle disciplines in huis:

• Eigen productontwikkeling en

en klimaatplafonds

• Flexibel en snel bij specifieke

Luchtbehandeling, luchtverdeling

• Breed en bekend productenpakket met goede energieprestaties

• Zeer korte levertijden van zowel

standaard producten als maatwerk

KLIMAATPLAFONDS

testfaciliteiten klantwensen

• Uitstekende documentatie van al onze producten

• Gemotiveerde medewerkers

solid-air.com Solid Air maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat uit de bedrijven Solid Air (luchtbehandeling, luchtverdeeltechniek, klimaatplafonds) , Velu klimaattechnische groothandel, Nijburg Klimaattechniek (engineering,

Over 20 jaar heeft een bewoner andere wensen dan vandaag. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat.

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.com

installatie en montage) en Nijburg Products (productie/fabricage)

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort

www.vbi.nl NIG_SA_1/1 pag. ARCHITECT.indd 1 DG 27 Cover.indd 2

24-04-14 13:16

VBI-advA4-DuurzaamGebouwd-AF.indd 1

01-05-14 14:27 05-09-14 14:29


Duurzaam Gebouwd

Dé betaalbare koploper op het gebied van energiebesparing en duurzaamheid.

RT 72 HI

+

kennisplatform over duurzaam bouwen Duurzaam Gebouwd # 27 | september 2014

Alcoa Architectuursystemen

Harderwijk

Tel: 0341 - 464 611

aas@alcoa.com

Annemarie van Doorn: ‘De echte waarde van duurzaamheid is maatschappelijke relevantie’

www.alcoa-architectuursystemen.nl

# 27 | september 2014

Gebouwschil

Maatschappelijk vastgoed

Met o.a. rondetafelgesprek ‘Houtbranche richt pijlen op regisseurs’ en project ‘Effecten van wind’

Met o.a. rondetafelgesprek ‘Overheden moeten markt actief inschakelen’ en project ‘Green School op Bali’

Duurzame prestaties garanderen: sleutel bij renovatie woningvoorraad ‘EPC vergelijkt appels, peren en tomaten’ ‘Geld blijft belangrijk, maar houdt bewoners niet echt bezig’

OPMAAK DG 23-compleet.indd 80 DG 27 Cover.indd 1

15-10-13 15:58 05-09-14 14:29


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.