Duurzaam Gebouwd Magazine 35

Page 1

Samenwerking met meerwaarde

ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN

Duurzaam Gebouwd # 35 | oktober 2016

ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW

Henk Jagersma en Onno Dwars:

‘Duurzaamheid en exploitatie kunnen gelijk met elkaar opgaan’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging

Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:

WWW.ALKLIMA.NL

# 35 | oktober 2016

Gebouwschil

Prestatiecontracten

Met onder meer de betekenis van BENG voor de gebouwschil, de duurzame jas van Geelen Counterflow en een kijkje bij de Columbuswoningen in Eindhoven.

Met onder meer de belangrijkste bevindingen van rondetafelgesprekken over ESCo’s en een marktvisie over het borgen van gezondheid in contracten.

Met pompen bijdragen aan een betere wereld Slimme oplossingen verduurzamen datacenters Vastgoedkeurmerk voor gezonde mensen


“Nieuwbouw Sensata wereldprimeur duurzaam beton”

! W U E NI

solid-air.nl

Nieuwe innovatie van Solid Air:

Compact brandkleppen Solid Air Climate Solutions levert een compleet programma Europese brandkleppen, allen getest en geclassificeerd volgens EN 13662 en EN 135013 en CE gecertificeerd volgens EN 15650 : 2010. De vlambestendigheid, thermische isolatie en rookbestendigheid zijn, afhankelijk van type en inbouwsituatie, tot en met 180 minuten gecertificeerd. Speciaal voor gebruik in kleinere kanalen heeft Solid Air Climate Solutions brandkleppen ontwikkeld met een meer compacte bediening. Gecertificeerd en in verschillende maten. Zowel rechthoekig als rond, die ook buiten de wand kunnen worden gemonteerd.

duurzaambedrijfsleven.nl Specificaties:

• Rond 100 t/m 315 mm • Rechthoekig vanaf 100 x 200 mm t/m 800 x 600 mm

• Compacte bediening • Montage buiten de wand mogelijk • Alle certificaten aanwezig • Scherpe prijsstelling

De CO2-arme kanaalplaatvloer van VBI, geproduceerd met geopolymeren.

Toekomstvast rendement ontstaat door toekomstvast gebruik. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat.

Meer informatie? Bel één van onze adviseurs voor meer informatie of maak een afspraak voor bezoek op uw locatie.

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort Solid Air® Climate Solutions maakt

deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat uit de bedrijven Solid Air® (luchtbehandeling,klimaatplafonds,luchtverdeeltechniek,brandwerende producten en koelconvectoren), Velu® Klimaattechnische Groothandel en Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage) en onze eigen fabriek.

Luchtbehandeling

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl

• Klimaatplafonds • Luchtverdeeltechniek • Brandwerende producten • Koelconvectoren

www.vbi.nl


Duurzaam Gebouwd

Groot interview: Henk Jagersma en Onno Dwars

10

In Veenendaal kocht het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL) via Syntrus Achmea Real Estate & Finance 55 zeer energiezuinige huurwoningen aan. VolkerWessels Vastgoed ontwikkelt het project. Henk Jagersma (Syntrus Achmea) en Onno Dwars (VolkerWessels Vastgoed) maken duidelijk dat duurzaam bouwen een toekomstvaste belegging is voor partijen die zekerheid zoeken.

Thema: Gebouwschil • Algemeen: De betekenis van BENG voor de gebouwschil • Project: Verrassend interieur in strakke jas • Project: Bouwen met prefab stropanelen • Project: Transparante gevel stimuleert ontmoetingen • Korte berichten uit de markt

19 Thema: Prestatiecontracten • Rondetafelgesprek: ‘Succesverhalen en ambassadeurs nodig voor meer ESCo’s’ • Marktvisie: Hoe we gezondheid kunnen borgen in contracten • Algemeen: Slaapspecialist gaat voor ultiem prestatiecontract • Korte berichten uit de markt

103 duurzaam gebouwd | oktober 2016

3


Nieuwe medewerkers Duurzaam Gebouwd Begin september zijn Jasper Holtjer, Patrycja Masiewicz, Lisa Paauwe en Esther Ruijgvoorn aan de slag gegaan bij Duurzaam Gebouwd. Daarnaast is Laura Calot na haar afstudeerstage begin augustus in dienst gekomen. Laura Calot is aan de slag gegaan op de afdeling ‘Events’. “Tijdens mijn stage heb ik veel ervaring opgedaan tijdens de diverse events”, vertelt ze. “Met als hoogtepunt natuurlijk Building Holland.” Ze sloot haar opleiding af met een afstudeeropdracht. “Ik heb een adviesrapport opgesteld, waarin ik heb gekeken naar het creëren van een memorabele beleving bij bezoekers van evenementen. Memorabel is als de beleving voldoende impact heeft achtergelaten op het individu om het achteraf opnieuw te beleven, inclusief de emotie.” In dit rapport concludeert ze dat de evenementenorganisator de gewenste interactie moet uitlokken tussen de persoonlijke, sociale en fysieke context. “Hierin gelden kennis, verwachtingen, sociale omgeving, sfeer en de vormgeving van het evenement als belangrijkste elementen voor een memorabele beleving die nog lang als herinnering blijft.” Tijdens haar stage heeft ze gemerkt wat ze leuk vindt. “Ik ben van de voorbespreking tot en met de uitvoering actief betrokken bij de events. Ik kijk ernaar uit om alle partners de komende tijd nog beter te leren kennen en samen met het team de events nog succesvoller te maken.” Calot is te bereiken via calot@duurzaamgebouwd.nl en via het nummer 06-25586998.

Nieuwe stagiaire Calots opvolger als stagiair op de afdeling Events is Patrycja Masiewicz. “Ik ben een derdejaars communicatiestudente op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Al toen ik klein was vond ik events en organisatie heel erg interessant. Op de middelbare school heb ik de mogelijkheid gekregen om samen met een paar medeleerlingen de Laatste Schooldag voor vijfhonderd man te organiseren. Toen ik daar de resultaten van zag, wist ik wat ik in de toekomst wilde worden. Ik wil tijdens mijn stage zoveel mogelijk ervaring opdoen en een goede bijdrage aan de eventsteam leveren.” Masiewicz is te bereiken via masiewicz@duurzaamgebouwd.nl.

Afdeling marketing Daarnaast is de afdeling marketing uitgebreid met Jasper Holtjer als e-mailmarketeer en Lisa Paauwe als online marketeer. Na vele vlieguren bij verschillende type bedrijven kijkt Paauwe ernaar uit om Duurzaam Gebouwd op online vlak verder te laten uitblinken. “Als online marketeer ben ik altijd heel breed bezig geweest, waardoor ik op veel gebieden van online marketing ervaring heb opgedaan.” Die kennis en ervaring passen precies bij de volgende stappen die Duurzaam Gebouwd wil zetten. Daarnaast is ze gek op de dynamiek van haar vakgebied. “De vernieuwingen binnen online marketing bieden telkens nieuwe kansen en mogelijkheden. Dat geeft mij energie!” Paauwe is bereikbaar via paauwe@duurzaamgebouwd.nl.

Duurzaam Gebouwd zoekt nog steeds naar nieuwe medewerkers. Kijk voor onze huidige vacatures op DuurzaamGebouwd.nl/vacatures.

4

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Duurzaam Gebouwd

Holtjer heeft de afgelopen jaren ondernemers en organisaties geadviseerd en begeleid om meer rendement te halen uit hun websites en e-mailcampagnes. “Van een strategisch plan tot een mooi vormgegeven eindresultaat. De grootste uitdaging is dat de klant deze vervolgens eenvoudig zelf kan inrichten en bijhouden. Zodat hij de hulpmiddelen voor handen heeft om de ingeslagen weg voort te zetten.” In de zomer heeft hij de knoop doorgehakt om in loondienst te treden en de focus te leggen op e-mail. “Hierin komen namelijk de leukste ingrediënten samen: ontwerp, code, analyse en een flinke dosis online marketingelementen. Binnen Duurzaam Gebouwd wil ik deze elementen integreren met de rest van de marketingafdeling. Zodat we de organisatie en promotie naar een nog hoger niveau tillen.” Holtjer is bereikbaar via holtjer@duurzaamgebouwd.nl.

Duurzaam vastgoed Esther Ruijgvoorn is de projectmanager van het Green BuildInvest Initiative: een platform waarbinnen, vanuit een Europese samenwerking, onderzoek gedaan wordt naar de belemmeringen bij het investeren en ontwikkelen van duurzaam vastgoed. “Samen met de koplopers uit de markt kijk ik naar de oplossingen, zoals kennis, middelen en instrumenten om de kloof tussen vraag-, aanbod- en financieringszijde bij duurzaam vastgoed te overbruggen”, legt ze uit. De komende periode is zij bezig met het benaderen van stakeholders om te komen tot het platform met koplopers. Ruijgvoorn heeft in haar carrière veel ervaring opgedaan in het domein van duurzaam en gecertificeerd vastgoed. In 2010 is zij gestart als zelfstandig ondernemer met Duurzaam Gebouwd-partner MAT25, dat onder haar leiding is gegroeid tot koploper op het gebied van duurzaam gecertificeerd vastgoed gericht op BREEAM International, BREEAM-NL, LEED en tegenwoordig ook WELL. Zij heeft haar positie als directeur overgedragen aan Albert-Jan Vermeulen.

Hier voor is zij vanuit haar werkzaamheden als senior beleidsadviseur Vastgoed bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, in de rol van secretaris via het Rotterdam Climate Initiative, betrokken geweest bij de Marktstuurgroep Duurzaam Ontwikkelen Rotterdam. Binnen deze marktstuurgroep waren ontwikkelaars op de Rotterdamse woningmarkt georganiseerd om in overleg met de gemeente te komen tot de realisatie van duurzaam vastgoed. Zij heeft de opleiding Milieukunde afgerond en is afgestudeerd op de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen. Ruijgvoorn is te bereiken via ruijgvoorn@ greenbuildinvest.nl en ruijgvoorn@duurzaamgebouwd.nl en 06-23565425.

Veel aandacht voor congres Komende 16 november vindt het Duurzaam Gebouwd Congres plaats in Almere. Hierbij staat het thema ‘Circulaire provincie: zero waste, zero energy’ centraal. In dit magazine blikken we hierop alvast vooruit met een interview met James Ehrlich, die in Flevoland zorgt voor een regeneratieve wijk. Blader hiervoor door naar pagina 62. Daarnaast spreekt projectleider windenergie John Dekker namens de provincie Flevoland vanaf pagina 129 over de nieuwe, efficiëntere windmolens die vanaf 2020 in deze provincie komen.

Rondleiding door fabriek iQwoning Afgelopen juni kregen zeven bezoekers van Building Holland een rondleiding door de fabriek van iQwoning in Weert. Zij waren uitgekozen nadat ze een enquête over deze beurs hadden ingevuld. Op de foto is te zien dat een betonkubel beton in een stalen mal stort. Deze mal is de basis van het systeem. Op BuildingHolland.nl staat het verslag van deze rondleiding.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

5


Kapitaal genereren door na-isoleren U wilt uw pand energiezuiniger maken? Voldoen aan de steeds strengere EPC-norm? Kies dan voor slimme thermische na-isolatie. Zonder bouwkundige ingrepen. Zonder ingrijpende overlast. En desgewenst zelfs zonder de (monumentale) muur te raken. Onze vele na-isolatiewanden bieden maximale thermische isolatie, bij een minimale dikte. Ook op lastige plekken: extra hoog, schuin, vochtig ‌ Na-isoleren met Faay-wanden biedt meer comfort bij een lager energieverbruik. Dat is goed voor u. Goed voor het milieu. En goed voor uw portemonnee! Bel (0347) 37 66 24 of kijk op faay.nl.

onuitputtelijke grondstoffen

brandwerend

snel te monteren

geluidwerend

schroefvast

thermisch isolerend

dubo


Duurzaam Gebouwd

Inhoud

Editorial

10

Prestatiecontracten vragen om sociale innovatie

Groot interview: Henk Jagersma en Onno Dwars

Thema: Gebouwschil 20 24 28 33 35 38 42 46 48 51 55 62 68 75 79 85 91 97

Algemeen De betekenis van BENG voor de gebouwschil Project Verrassend interieur in strakke jas Project Bouwen met prefab stropanelen Project Transparante gevel stimuleert ontmoetingen Korte berichten uit de markt Rijksdienst voor Ondernemend Nederland biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen Beton Bewust Drukke agenda voor partners ketenconvenant Beton Bewust GPR GPR Gebouw Certificaten steeds vanzelfsprekender Energiesprong Nu ook levensloopbestendige NoMrenovaties Partner uitgelicht Met pompen bijdragen aan een betere wereld Rondetafelgesprek Waardering grondstoffen is sleutel voor circulair financieren in de bouwsector Interview Flevoland krijgt honderd zelfvoorzienende woningen Interview De boodschap van de empathische woning Algemeen Nederlanders zetten zich in voor groen Vancouver Interview ‘Sociale vergelijking effectiever dan financiële compensatie’ Algemeen Wild durven denken in Wijk 0 Algemeen Het vastgoedkeurmerk voor gezonde mensen Interview Slimme oplossingen verduurzamen datacenters

Thema: Prestatiecontracten 105 Rondetafelgesprek ‘Succesverhalen en ambassadeurs nodig voor meer ESCo’s’ 109 Marktvisie Hoe we gezondheid kunnen borgen in contracten 114 Algemeen Slaapspecialist gaat voor ultiem prestatiecontract 121 Korte berichten uit de markt 123 Duurzaam Gebouwd Op Locatie ‘Op weg naar volledige gebouwinformatie’ 126 Building Holland 129 Duurzaam Gebouwd Congres Flevoland krijgt efficiëntere windmolens 135 Interview Gepersonaliseerde woningbouw kan sneller en beter 139 Project Echt energieneutraal door latere oplevering 143 Algemeen Etalage van duurzame gebouwen 145 Interview Vastgoedeigenaren in ‘duurzaamheidssandwich’ 151 Project Installatievernieuwing voor Heerlense Zuyderland 155 Interview ‘80 procent circulair verkopen in 2020’ 158 Korte berichten uit de markt

Om maar met de deur in huis te vallen: in de praktijk werken prestatiecontracten meestal niet. Ze sterven in goede bedoelingen door te veel of juist te weinig details, onduidelijke prestaties, slechte monitoring en vooral een gebrek aan samenwerking. Ook hier geldt: als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. Organisaties zijn nog steeds gericht op de oude manier van werken. Dat betekent dat ze te veel als aannemer in plaats van partner aan tafel zitten. Ook de gemiddelde opdrachtgever is niet ingesteld op prestatiecontracten. Te vaak is inkoop leidend in plaats van de inhoud. Een ander veelvoorkomend probleem is dat een prestatiecontract wordt beheerd als traditioneel contract. De uitvoerende partij krijgt niet de verantwoordelijkheid en bewegingsruimte om de prestaties ook daadwerkelijk te leveren: er wordt steeds op inspanning gestuurd in plaats van op prestatie. Is het dan allemaal kommer en kwel? Gelukkig zijn er ook praktijkvoorbeelden waar de resultaten wel gehaald worden. Tot tevredenheid van opdrachtgever en opdrachtnemer. Wat zijn de lessons learned? Opdrachtgever uitdagen om duidelijk te maken wat zijn wensen zijn (scherpe definities) en niet kopiëren uit een ander project. Goede doorvertaling naar een beperkt aantal echt relevante en vooral meetbare KPI’s. Neem monitoring en rapportage op in het contract en zorg ervoor dat dit van begin af aan gedegen gebeurt. Daarnaast is een inregelperiode cruciaal om de samenwerking te effectueren en waar nodig aanpassingen te doen in het contract. Er zijn altijd onvoorziene omstandigheden: reken daar niet meteen op af met het contract in de hand, maar werk in het licht van de doelstelling van het contract. Een prestatiecontract is geen volledige ontzorging! De blijvende betrokkenheid van de opdrachtgever is essentieel. Prestatiecontracten vragen om innovatie. Geen technische, maar sociale innovatie. Organisaties, opdrachtgever en opdrachtnemer moeten als partner samenwerken en vooral niet vervallen in afrekenen op irrelevante details. In die zin lijkt een goed prestatiecontract misschien wel meer op een arbeidscontract dan op een bouw- of onderhoudscontract. Er is een duidelijke functieomschrijving, de doelstellingen zijn helder en de minimale vereisten ook. Daarnaast is er voldoende flexibiliteit om kansen te pakken die voorbij komen en in te spelen op onvoorziene zaken, zonder dat dit meteen tot ‘ontslag’ leidt.

Eloi Burdorf Managing partner DWA en CEO Simaxx

duurzaam gebouwd | oktober 2016

7


SWITCH TO THE FUTURE Serie 84 SMARTimers

Serie 12 Tijdschakelklokken

NIEUW

Serie 15 Master & Slave dimmers

Serie 18 Bewegingsmelders Bewegingsm m melders

• Serie 12 - Tijdschakelklokken met NFC-technologie Programmeerbaar met Android smartphone, 1- en 2-kanaals, vaste tijden en Astro tijden • Serie 84 - “SMARTimer” tijdrelais met NFC-technologie Programmeerbaar met Android smartphone, standaard 2-kanaals en 25 tijdfuncties • Serie 15 - Master & Slave dimmers De Master dimmer wordt bediend met een drukknop en kan tot 32 Slave dimmers aansturen met 0 - 10 V signaal, voor diverse soorten verlichting • SerieRELAIS 18 - Bewegings- en aanwezigheidsmelders FINDER NEDERLAND B.V. Type 18.41 speciaal voor gangen in bedrijven, hotels en scholen, detectiebereik: 30 m x 4 m Dukdalfweg 51 1041 BC AMSTERDAM FINDER B.V. Tel.: +31RELAIS 20 615NEDERLAND 65 57 Dukdalfweg 51 / 1041 BC AMSTERDAM Fax: +31 20 617 89 92 Tel.: +31 20 615 65 57 finder.nl@findernet.com E-mail: finder.nl@findernet.com

www.findernet.com


DUCO AT SCHOOL

Gezonde scholen: daar bouwen we vandaag samen aan!

Facts & Figures Slecht binnenklimaat in Nederlandse scholen

Effect gezond binnenklimaat

!!!

80

%

tot

23

tot

%

Toename leerprestaties

25

%

Daling ziekteverzuim

GRATIS

SEMINAR

‘Frisse Scholen’ Woensdag 9 november

Bij Duco geloven we sterk dat een frisse en comfortabele school geen toekomstmuziek hoeft te zijn. Kom daarom op 9 november naar het gratis seminar rond Frisse Scholen in het I/O-gebouw HAN (Nijmegen) en ontdek hoe we samen de bouwstenen kunnen leggen aan de school van morgen. Want een gezonde leeromgeving voor onze kinderen, dat wilt u toch ook?

Meer info & inschrijvingen: www.duco.eu/seminars


‘Op een gegeven moment ontstond het lef: we gaan ervoor!’

10

Onno Dwars

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Groot interview

Zo zeker als een huis In Veenendaal kocht het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL) via Syntrus Achmea Real Estate & Finance 55 zeer energiezuinige huurwoningen aan. VolkerWessels Vastgoed ontwikkelt het project. Henk Jagersma (Syntrus Achmea) en Onno Dwars (VolkerWessels Vastgoed) maken duidelijk dat duurzaam bouwen een toekomstvaste belegging is voor partijen die zekerheid zoeken. Tekst: Tom de Hoog. Foto's: Robert Tjalondo

Hoe kwam Syntrus Achmea in contact met VolkerWessels Vastgoed? Jagersma: “Je praat met elkaar omdat je daar een reden voor hebt. Zo zijn de afgelopen jaren twee dingen heel helder geweest. De afzetmarkt voor koopwoningen was minder, da’s één. En twee, er is een enorm tekort aan middeldure huurwoningen. Dus dan kom je in gesprek over wat mogelijk is. Iedereen hikt dan wel eerst tegen Nul op de Meter woningen aan vanwege de meerkosten, omdat het niet in historische spreadsheets past.” Dwars: “En in taxatierapporten staat het ook niet.”

Taxateurs kunnen niet veel met Nul op de Meter woningen? Jagersma: “Taxateurs kijken altijd naar de geschiedenis. Zodra je gaat innoveren, raken ze een beetje van de leg. Zij willen referenties hebben uit het verleden en die zijn er niet bij NOM-woningen. Het goede daarvan is dat het in een objectieve discussie terechtkomt over inschattingen. Dan heb je het wel over inschattingen naar 2050.” Dwars: “Wij hebben het expliciet gemaakt door een Bouwbesluit-aanbieding te maken met daarop een plus-prijs. De plus is voor de energienotanul-woning. Volgens mij heeft Syntrus Achmea het voorstel alleen ingebracht inclusief energienotanul bij de BPL-commissies. Dat is geaccordeerd, vanwege ook de fallback scenario’s daarachter. De meerkosten zijn als een ‘plus’ gehanteerd en zo kon men er mee uit de voeten. De gesprekken die we hebben gevoerd met de mensen bij Syntrus Achmea gingen over wat de taxatiewaarde dan is en hoe dat zit met Nul op de Meter. Maar ook: wat valt er te melden op het vlak van salderen? Gaan we de stap wagen of niet? Na al die gesprekken zag je op een gegeven moment het lef ontstaan van ‘we gaan er gewoon voor’.”

Hoe kijken de partijen waar Syntrus Achmea mee te maken heeft aan tegen de propositie in Veenendaal? Jagersma: “Er zijn twee invalshoeken. Eén is dat we zien dat consumenten nog aarzelen om de energielasten op te

nemen in de huurprijs. En die dan te vergelijken met het huuraanbod, waar energie en woonlasten apart berekend worden. Daar zit dus een drempel. Maar we zien bij Syntrus Achmea ook iets anders. In Nederland zijn een heleboel pensioenfondsen die groener willen worden. Zij hebben de doelstelling dat de woningen waarin ze beleggen zo weinig mogelijk milieuvervuilend zijn. Dat betekent veel transformaties, renovaties en veel (zeer) energiezuinige woningen. Als dat aan het begin iets meer kost, vinden wij dat acceptabel. We gaan van de veronderstelling uit dat in de loop van de tijd waardestijging ontstaat. Het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw heeft al jaren de wens om energienotanul woningen te verwerven, naast de ambitie om het energieverbruik en milieubelasting van de bestaande woningvoorraad aanzienlijk terug te dringen.”

Daarmee is een grote stap gezet in Veenendaal … Jagersma: “Dit is het eerste project in Veenendaal en daarom zijn pilots soms heel goed. Ondanks het feit dat er voor een deel onrendabel werd geïnvesteerd, is het onze ambitie om vanaf 2017 voor alle nieuwe grondgebonden woningen energienotanul te hebben. Je moet onderweg daarnaartoe weerstanden overwinnen, maar zo zetten we een forse stap vooruit. We weten met z’n allen dat veertig procent van de CO2-vervuiling in Nederland komt door

‘Taxateurs raken een beetje van de leg van innovaties’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

11


voor de pensioenfondsen. Bedenk, die pensioenfondsen hebben dat rendement nodig om de pensioenuitkeringen te doen. We zien dus dat pensioenfondsen naast een pure financiële lijn ook een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid steeds meer oppakken. Daar ligt dan ook de kern van de discussie: het moet duurzaam worden, maar hoeveel mag het meer gaan kosten? Als een pensioenfonds aan de ene kant investeert in duurzaam en anderzijds pensioengerechtigden moet melden dat er een korting op de uitkering komt en men heeft de indruk dat dat komt door die duurzaamheidsubsidie, dan gaat dat natuurlijk altijd fout. Anders is het als je duidelijk kunt maken dat je er als pensioenfonds vertrouwen in hebt dat door te vernieuwen er ook een additionele waardestijging komt, juist omdat die woningen zeer energiezuinig zijn.”

Vertrouwen is een belangrijk woord natuurlijk.

Profiel Drs. Henk Jagersma (59) groeide op in Brabant en volgde daar de middelbare school. Zijn studie economie aan de Tilburg University rondde hij af in 1987 terwijl hij fractiemedewerker voor de PvdA was. In 1994 kwam hij in dienst bij de gemeente Den Haag om daar directeur financiën en per 2001 algemeen directeur dienst stedelijke ontwikkeling te worden. Sinds 2008 bekleedt Jagersma de functie van directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Zijn ervaring met vastgoed en financiën komt daarbij zeer goed van pas. Jagersma hecht veel waarde aan transparantie, bij Syntrus Achmea zelf, maar ook bij de bedrijven waarmee zaken wordt gedaan.

gebouwen.” Dwars: “Er ontstaat een tendens naar Nul op de Meter. Dat zien wij ook. Syntrus Achmea was een van de eerste waarmee we dit soort gesprekken voerden. We zien nu veel meer partijen die dit willen hebben. Niet alleen vanuit de huuroptiek, maar vanuit de toekomstwaarde van de woningen of vanuit fondsen die erin zitten.”

Dat klinkt mooi maar hoe beheers je risico’s? Jagersma: “Dat gaat bij VolkerWessels Vastgoed meer over de beheersing van de risico’s in het project en aan onze kant meer over het organiseren van draagvlak voor een investering. Een investering die dan wel eenzelfde financieel rendement oprekt over een langere periode

12

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Jagersma: “Ik vond dat heel knap van jullie kant [VolkerWessels Vastgoed, red.] dat jullie dat energiepakket er apart bij zetten. Dat maakt de discussie scherper. Vervolgens keken wij naar wat je direct in de waarde zou kunnen vertalen en wat niet. Is dat verschil groot of vind je dat verschil acceptabel? En dat in de veronderstelling dat op langere termijn duurzame woningen een beter waardebehoud of -groei hebben dan niet–duurzame woningen. Daar moeten de pensioenfondsen dan een besluit over nemen, wat ze ook weer moeten verantwoorden naar hun achterban.” Dwars: “Een basisbedrag van een woning kun je heel snel verantwoorden in financiële zin, dat gaat over huur en onderhoud. Daar zijn cijfers over en dat geeft vertrouwen. Maar het gaat ook over de toekomst. Is een Bouwbesluitwoning nog wel een woning die je eigenlijk zou willen hebben? Syntrus Achmea geeft aan dat bij grondgebonden woningen niet eens meer te willen. Want een Bouwbesluitwoning, en zo kijken ook kopers er naar, is al bij aanschaf een verouderde woning met de BENG-eisen die gaan komen. Ook als je weet dat de totale gebouwde voorraad 2050 energieneutraal zou moeten zijn, weet je dat het een verouderde woning is. Hoe verhoudt dat zich tot die andere producten op de lange termijn, hoe ziet dat vertrouwen eruit? Daarnaast denk ik bij vertrouwen aan het commitment dat partijen met elkaar afspreken. Inderdaad zijn jullie afhankelijk van de fondsen die erachter zitten, maar je moet wel de wil hebben om er met elkaar een succes van te maken. Zeker als je van de gebaande paden af gaat.”

Dan komen we toch weer bij waardebepaling op de lange termijn uit. Jagersma: “Of woningen die gehele periode in de portefeuille blijven, weet je niet aan de voorkant. Daarbij, in de modellen die we hanteren zitten woningen altijd veel korter in je portefeuille dan in de praktijk. In onze modellen gingen we altijd uit van tien jaar en daarna uitponden of verkopen. In de praktijk zitten woningen dertig, veertig


Groot interview

“Op langere termijn hebben duurzame woningen beter waardebehoud dan niet-duurzame woningen.”

of vijftig jaar in onze portefeuilles. Ik denk dat een van de discussies als gevolg van de duurzaamheidsomslag die we nu maken is dat je de bestaande woningvoorraad veel vaker zult gaan renoveren en verduurzamen in plaats van verkopen. Verkopen betekent dat je eigenlijk het niet-duurzame deel buiten je eigen portefeuille rekent. In dat geval heb je niets gedaan aan de verduurzaming

‘Een Bouwbesluitwoning is een verouderde woning’

van Nederland. Daarbij hebben de pensioenfondsen verplichtingen, op dit moment al tot 2080.” Dwars: “Ik denk dat duurzaamheid veel breder is geworden. Als ik kijk naar de maatschappelijke discussies die erover spelen, dan is het energievraagstuk door ondertekening van het akkoord in Parijs heel nadrukkelijk op de agenda gekomen. Daarnaast is de comfortbeleving van mensen die nu energiezuinige nieuwbouwhuizen kopen totaal anders dan in het verleden. Dat zien we ook bij de renovatie van woningen. Zelfs mensen die op voorhand geen nieuwe schil om hun huis wilden, zijn om als die isolatie eenmaal is aangebracht. Het is een groot comfortverschil met vroeger en een breuk met het verleden. Je hebt als bewoner geen energieboost meer in je huis nodig om comfortabel te kunnen wonen, je hebt geen koudeval meer bij de ramen, je hebt geen koude voeten meer. Dat is allemaal over.” Jagersma: “Er zit duurzaamheid in materiaalgebruik, ook in heel veel kleinere delen die je in een woning toepast. Tenminste, daar letten wij altijd op. De kwaliteit van bijvoorbeeld hang- en sluitwerk en van kozijnen. Als dat dertig jaar meegaat in plaats van vijftien scheelt het

duurzaam gebouwd | oktober 2016

13


“Iedereen hikt eerst tegen Nul op de Meter woningen aan vanwege de meerkosten, omdat het niet in historische spreadsheets past.”

ongelooflijk veel geld in de exploitatie. Zoals je ook met de kwaliteit van het schilderwerk veel winst kunt behalen. Hier gaat duurzaamheid en exploitatie gelijk met elkaar op. In de koopwoningenmarkt is dat vaak anders, want dan heb je maar één moment van transactie en dat is het moment van verkoop. Dus als er na die Bouwgarantie-termijnen problemen zijn, dan zijn die voor de nieuwe eigenaar.”

Was Syntrus Achmea de eerste partij die dit deed? Jagersma: “Wij hebben al veel langer een voorhoederol. We deden al pilots op het gebied van duurzaamheid. Dus niet alleen wat betreft het materiaalgebruik, maar bijvoorbeeld ook voor de hele winkelportefeuille. Daarvoor is een duolabel ontwikkeld met daarin de combinatie van de energiezuinigheid van het gebouw en het gedrag van de winkelier. Kijk, je kunt natuurlijk zo’n winkel helemaal isoleren, maar als je de voordeur bij tien graden vorst gewoon open laat staan, dan ben je nog steeds de straat aan het verwarmen. Dit waren dan ook hele trajecten om grote stappen te zetten in duurzaamheid. Nou, dat willen we met die 55 woningen in Veenendaal ook. Onze ambitie is wel

14

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

om bij grondgebonden woningen voor energienul te kiezen. Bij appartementencomplexen werken we daar nog aan.”

Hoe zit het met de bestaande woningvoorraad. Ziet u daar ook mogelijkheden? Jagersma: “We hebben een enorme portefeuille die verduurzaamd moet worden. Dan heb ik het over bijna dertigduizend bestaande woningen verspreid over heel Nederland. Dat is een enorme slag om die allemaal te verduurzamen, want het is maatwerk. Soms kun je het met een schil eromheen doen. Maar ook dan moet de investering wel een beetje opwegen tegen de opbrengsten. Je hebt immers heel veel meerwerk dat niet vanzelfsprekend leidt tot additionele huuropbrengsten.” Dwars: “Dat zien wij ook. Er is druk op renovatie vanuit de Stroomversnelling, maar er staan behoorlijke investeringen tegenover. Pak je de hele woning opnieuw in, dan gaat dat niet over een klein pluspakketje dat je even met elkaar bespreekt omdat je een duurzaamheidsambitie hebt. Wat we zien in de Stroomversnelling en dus in de renovatie is dat de vraag versus het aanbod voor de particuliere sector en beleggers nog niet matchen, ook niet op het


Groot interview

‘Nieuwe grondgebonden woningen vanaf 2017 energienotanul is ambitie Syntrus Achmea’ financiële vlak. Pas op het moment dat die zaken elkaar dicht naderen, is bijvoorbeeld een fabrieksmatige aanpak mogelijk. We zijn nu aan het kijken hoe we dat kunnen doen om ook de prijs daarvoor te optimaliseren. Dat moment is er denk ik nog nét niet, maar dat gaat er wel snel komen. En dan gaan we echt tempo maken. Net als bij de nieuwbouw waar we aan de tenders zien, als je het over grondgebonden hebt, dat bijna alles Nul op de Meter wordt. Wonderwel winnen nog wel eens partijen die geen NOM-aanbieding doen, maar daar zal een andere afweging achter zitten.” Jagersma: “Je ziet hoe snel de ontwikkelingen gaan in de markt, dus ik denk dat we onze energie in de discussies over duurzame nieuwbouw wat moeten gaan verleggen naar hoe we écht op gang komen in de bestaande voorraad. Dat is vele malen moeilijker. Ook voor corporaties is dat een enorme vraag. Hoe ga je al die portiek- en etagewoningen in de steden verduurzamen en opwaarderen? Ik weet van wooncomplexen in Den Haag waar mensen méér aan energie betaalden dan aan huur. Als je daar je huiskamer warm wilde hebben, was je ongeveer de halve wijk aan het meeverwarmen. Het renoveren of het isoleren van dit soort appartementencomplexen is ongelooflijk duur. Sloopnieuwbouw is daarop niet het antwoord, want dan ben je eigenlijk wel heel erg slecht bezig, vind ik.”

Wordt duurzaam de norm voor woningen? Jagersma: “Iedereen moet gewoon duurzaam wonen. En dat betekent dat er ook steeds meer druk op de bestaande voorraad zal komen om te zorgen dat je op energienul komt. Dat kan zijn uit regelgeving of vanuit maatschappelijke druk.” Dwars: “De uitstoot van CO2 van de bestaande woningvoorraad brengt maatschappelijke lasten met zich mee omdat deze bijdraagt aan de vervuiling van Nederland. Die schuld zou eigenlijk ook gekwantificeerd moeten worden. En dan is de vraag: hoe verhoudt zich de schuld in je hypotheek en de maatschappelijke schuld die ergens aan hangt tot het waardeprincipe. Wat is ethisch nog

Profiel Na zijn afstuderen in Delft in 2004 stapte Onno Dwars (36) binnen bij VolkerWessels Vastgoed. Hij maakt inmiddels deel uit van het managementteam van VolkerWessels Vastgoed. Als hoofd acquisitie en innovatie is hij binnen het managementteam verantwoordelijk voor het optimaal toepassen van bestaande en nieuwe beheersbare innovaties en voor de acquisitie binnen VolkerWessels Vastgoed. Hij heeft grote affiniteit met vernieuwing in de bouw- en vastgoedkolom. Energienotanul-, BREEAM-, Cradleto-Cradle-, passiefhuis-, het nieuwe werken-, Nul op de Meter renovatie en PlusWonen-projecten behoren tot zijn dagelijks werkveld. Dwars is betrokken bij de stuurgroep Lente- Akkoord, de commissie duurzaamheid (Neprom) en de stuurgroep NEZER. Hij is zeer actief op social media en geeft lezingen, schrijft blogs, columns en artikelen. Onno Dwars is verbonden als expert bij Duurzaam Gebouwd en eindigde afgelopen jaar als nummer 4 van de ABN AMRO Duurzame 50.

te verantwoorden? Uiteindelijk zullen die vraagstukken ook in de waardeperceptie meegenomen gaan worden, denk ik.” Jagersma: “Waarde druk je uiteindelijk iedere keer toch weer uit in euro’s en ik zou het goed vinden als dat ook gebeurt voor die maatschappelijke schuld. Dus eigenlijk zou je moeten zeggen: als je woning een slecht energielabel heeft, krijg je minder hypotheek.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

15


Stone solutions PROFESSIONEEL LIJMSYSTEEM VOOR STEENSTRIPS

BOSTIK STONE SOLUTIONS: DE DOORBRAAK IN ELASTISCHE STEENSTRIPSVERLIJMING Het gebruik van steenstrips neemt de laatste jaren enorm toe. Het grote voordeel van steenstrips is dat ze licht en eenvoudig te verwerken zijn. Hiermee zijn ze ideaal voor zowel nieuwbouw als renovatie-projecten. Bovendien geven steenstrips een enorm grote architectonische vrijheid; horizontaal, verticaal en zelfs ‘hangend’ verwerken is mogelijk. De steenstrips kunnen zowel op de bouwplaats als in een prefab situatie aangebracht worden. Voor een goede en duurzame verlijming van deze steenstrips heeft Bostik een speciaal en compleet pakket ontwikkeld ‘Bostik Stone Solutions’. Het pakket bestaat uit enkele speciale primers, een hoogwaardige elastische lijm met direct hechting en enkele complementaire producten. Het lijmsysteem is uitvoerig getest door het onafhankelijke onderzoeksinstituut TCKI en geschikt voor vrijwel iedere ondergrond zoals beton, Rockpanel Natural gevelplaten, Eternit Eter-Backer HD en Metaal. Bijkomende voordelen: het elastisch lijmsysteem is zeer goed bestand tegen trillingen, geen elektrisch gereedschap nodig, stofvrije verwerking, schoon, geurloos, weersbestendig en zeer duurzaam. www.bostik.nl


Brink Customize Samenwerken aan het optimale binnenklimaat Brink Customize zorgt voor 100% goed functionerende installaties die voorzien in een comfortabel binnenklimaat. Daar geven wij met een gerust hart prestatiegaranties voor af.

Samen ontwikkelen

De juiste begeleiding

Ontwerpfase

Uitvoering

www.BRINKclimatesystems.nl

De juiste montage

Zekerheid



Thema

Gebouwschil 20 Algemeen De betekenis van BENG voor de gebouwschil

24 Project Verrassend interieur in strakke jas

28 Project Bouwen met prefab stropanelen

33 Project Transparante gevel stimuleert ontmoetingen

35 Korte berichten uit de markt


Het ontwerp van het gebouw wordt belangrijker voor de energieprestatie

De betekenis van BENG voor de gebouwschil Op de route naar energieneutraliteit dient de opvolger van de huidige energieprestatiecoëfficiënt (EPC) zich aan. Na twintig jaar nemen we afscheid van de EPC als indicator voor de energiezuinigheid van gebouwen en gaan we over naar Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Tekst: Theo Haytink & Harm Valk, Nieman Raadgevende Ingenieurs. Beeld: Nieman Raadgevende Ingenieurs

indicatoren herkenbare grootheden: kWh/m2 en %. Er wordt daarbij niet alleen naar het primaire energiegebruik gekeken maar er wordt ook een aparte eis gesteld aan de energiebehoefte en het aandeel hernieuwbare energie.

Bron: Nieman Raadgevende Ingenieurs

In de Energy Performance of Buildings Directive recast (EPBD) is vastgesteld dat vanaf 2020 alle nieuwe gebouwen ‘nearly Zero Energy Buildings’ (nZEB) moeten zijn. In Nederland is dit letterlijk vertaald als Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Voor overheidsgebouwen geldt deze eis al vanaf 2018. In de EPBD wordt de vrijheid gegeven om de uitgangspunten te vertalen in een regeling per lidstaat. Voor Nederland wordt de energieprestatie uitgedrukt in drie indicatoren: BENG 1, de energiebehoefte, BENG 2, het primair fossiel energiegebruik en BENG 3, het aandeel hernieuwbare energie.

Hierdoor sluiten de BENG-indicatoren beter aan op de Trias Energetica. In deze ontwerpstrategie vormt het beperken van de energiebehoefte (stap 1) de basis. Dit leidt bij toepassing van de BENG-indicatoren tot een lage energiebehoefte (BENG 1). Door vervolgens gebruik te maken van hernieuwbare energie conform stap 2 van de Trias Energetica wordt het minimale aandeel hernieuwbare energie (BENG 3) behaald. Door de nadruk te leggen op een lage energiebehoefte en het gebruik van hernieuwbare energie is het gebruik van fossiele brandstoffen in stap 3 beperkt en voldoet het primair fossiel energiegebruik (BENG 2) aan de eis.

Voorlopige BENG-eisen In de kamerbrief van 2 juli 2015 over de ‘voortgang energiebesparing gebouwde omgeving’ zijn de voorlopige BENG-eisen vastgelegd om de markt te informeren over het voorgenomen beleid. In 2018 worden de eisen, voordat ze wettelijk worden vastgelegd, nog getoetst op kostenoptimaliteit. Een overzicht van de voorlopige eisen is in tabel 1 opgenomen. Gebouwfunctie

Energiebehoefte [kWh/m2]

BENG & Trias Energetica

Woningbouw

Anders dan de huidige indicator EPC wordt de energiezuinigheid binnenkort niet meer met één dimensieloos getal beoordeeld, maar wordt de mate van energiezuinigheid door de drie BENG-eisen als het ware uit elkaar gerafeld. Bovendien krijgen deze

20

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

≤ 25 kWh/m2

Primair fossiel energiegebruik [kWh/m2] ≤ 25 kWh/m2

Aandeel hernieuwbare energie [%] ≥ 50 %

Utiliteitsbouw

≤ 50 kWh/m2

≤ 25 kWh/m2

≥ 50 %

Scholen

≤ 50 kWh/m

≤ 60 kWh/m

≥ 50 %

Zorggebouwen

≤ 65 kWh/m2

2

2

≤ 120 kWh/m2

Tabel 1: Overzicht voorlopige BENG-eisen

≥ 50 %


Gebouwschil

Architect: Theo Verburg Architecten

Weet waar je staat! De BENG-eisen zijn een aanscherping van de eisen aan de energiezuinigheid van gebouwen. Het is dus logisch dat een ‘EPC 0,4’ woning niet aan de BENG-eisen voldoet. De BENG-eisen richten zich op drie verschillende aspecten. Dit betekent zelfs dat een woningconcept met een lage EPC of Nul op de Meter woning niet zonder meer aan de BENG-eisen voldoet. Om voor verschillende woningtypen gevoel te krijgen wat de toekomstige BENG-uitkomst inhoudt en welke ontwerpaspecten, bouwfysische prestatie of installaties effect hebben, wordt stilgestaan bij de volgende conclusies uit een aantal studies, die onder andere in opdracht van de partijen uit het Lente-Akkoord zijn uitgevoerd: 1. Het ontwerp wordt (weer) belangrijker. 2. De samenhang in maatregelen blijft belangrijk 3. Een duurzame opwekker is verplicht. Een dergelijke analyse is ook op projectniveau vrij eenvoudig mogelijk nu in veel EPC-software-pakketten de voorlopige BENG-indicatoren weergegeven worden.

Het ontwerp wordt (weer) belangrijker De vorm en oriëntatie van woningen hebben duidelijk verband met de energiebehoefte van een gebouw. In het bijzonder geldt dit voor de grootte van glasopeningen

in samenhang met de oriëntatie. Zongericht ontwerpen van een woning kan 3 á 5 kWh/m2 effect hebben op de energiebehoefte. Dit betekent bijvoorbeeld een stimulans voor grotere glasoppervlakken op het zuiden en minder op het noorden. Aangezien de energiebehoefte niet alleen wordt bepaald in de winterperiode maar ook in de zomerperiode, dient tegelijkertijd aandacht te zijn voor zomercomfort en het voorkomen van oververhitting. Het realiseren van zomercomfort betekent het toepassen van bijvoorbeeld een overstek, zonwering, zomernachtventilatie of luiken. Naast maatregelen dienen ook de bewoners te worden voorgelicht over het gebruik van zonwerende voorzieningen en slim gebruiken van ramen. Dat laatste heeft overigens geen invloed op de uitkomst van de BENG-indicatoren maar is in de praktijk wel belangrijk. Duidelijker dan in de huidige systematiek komt naar voren dat gebouwen met een ongunstige verhouding gebruiksoppervlak versus verliesoppervlak een hogere energiebehoefte hebben. Dit betekent dat vrijstaande woningen en patiowoningen het lastiger hebben om aan de eis voor energiebehoefte te voldoen. In het bijzonder geldt dit voor woongebouwen, hoewel het daarbij wordt veroorzaakt door het relatief grotere aandeel transparante

duurzaam gebouwd | oktober 2016

21


Lichtreflectie 87%, kostenbesparing 16% Recyclingprogramma: 15 miljoen m2 Cradle to Cradle™ gecertificeerd Makkelijk afvalbeheer Minder impact op het milieu.

The information is given for guidance only. Photos credits: Thinkstock - aressy.com - 07/16 - 10166

100% focus op welzijn

MINDER AFVAL. MEER RECYCLING. www.armstrong-plafonds.nl www.armstrongplafonds.be


Gebouwschil

Architect: KENK Architecten

delen. Het nader afstemmen met de ontwerper en meedenken over de energieprestatie krijgt daardoor meer betekenis: het belang van het ontwerp neemt toe.

De samenhang in maatregelen blijft belangrijk Net zoals bij de EPC blijft de samenhang tussen maatregelen van belang. Zo is bijvoorbeeld het verbeteren van de gebouwschil of het optimaliseren van de verhouding open/dichte delen niet alleen gunstig voor het beperken van de energiebehoefte (BENG 1) maar ook voor het verminderen van het primair fossiel energiegebruik (BENG 2) en zelfs voor het percentage hernieuwbare energie (BENG 3). De energie die niet nodig is, hoef je immers niet op te wekken. Het gevraagde percentage hernieuwbare energie wordt dan met minder maatregelen al gerealiseerd. Onderstaand een aantal handvatten voor het realiseren van een BENG-woning: • een zongerichte oriëntatie met aandacht voor zomercomfort; • een goede thermische schil + verbeterde luchtdichtheid; • beperken van het warmteverlies van de aansluitingen en bouwdetails; • optimalisatie ZTA-waarde (hoeveelheid doorgelaten zonne-energie) van het glas in combinatie met de oriëntatie; • een ventilatiesysteem dat door vraagsturing en/of warmteterugwinning een goede luchtkwaliteit combineert met energiezuinigheid; • vorm en dakhelling in verband met mogelijkheid voor opwekking van elektriciteit.

Een hernieuwbare energiebron is verplicht Elke woning of utiliteitsgebouw moet voor minimaal 50 procent van zijn energiegebruik gebruikmaken van hernieuwbare energie. Bij de uitwerking van ieder plan moet dus een of andere vorm van hernieuwbare energie gebruikt worden. Hernieuwbaar is de opbrengst van: • Warmtepomp (verwarming/tapwater) minus benodigde fossiele energie • Zonnecollectoren, PV-panelen, • Wind, waterkracht (mogelijk op gebiedsniveau) • Inzet van biomassa Momenteel worden warmtepompen en PV-panelen al veelvuldig toegepast. Naar verwachting zal dit aandeel stijgen om de grens van 50 procent hernieuwbare energie te behalen. Bij hoogbouw met meer dan vijf bouwlagen is het gebruik van PV-panelen onvoldoende om aan de 50 procent hernieuwbare energie te kunnen voldoen. Het beschikbare dakoppervlak is te klein om het uitsluitend met een hoeveelheid PV-panelen op te lossen. Dat betekent vaak dat een oplossing gezocht wordt in hernieuwbare warmteopwekking. Consequentie is dat het toepassen van een gasconcept bij hoogbouw praktisch onhaalbaar wordt.

Conclusie Op de route naar energieneutraliteit krijgen we op afzienbare tijd te maken met de BENG-indicatoren als opvolger van de EPC. Daardoor wordt het ontwerp weer belangrijker, moet de samenhang tussen maatregelen niet uit het oog worden verloren en wordt de inzet van hernieuwbare energie verplicht. Een mooie uitdaging voor alle betrokken partijen.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

23


Verrassend interieur in strakke jas Rechttoe rechtaan. Zo is het exterieur van het modulair gebouwde kantoorgebouw van Geelen Counterflow in het Limburgse Haelen het best te omschrijven. Maar eenmaal binnen vallen direct de prettige werkomstandigheden op. Het heeft alles te maken met het vele daglicht, de aangename constante temperatuur in het gebouw en de opvallend ruim ogende werkplekken en de ruime gangen. Glas zorgt voor transparantie en hout voor een behaaglijk gevoel. De BREEAM Outstanding score (99,94 procent) vraagt om nadere uitleg. Tekst en beeld: Gerrit Tenkink

Architect en BREEAM-expert Rob Wolfs: “Dit ontwerp vraagt om veel engineering aan de voorkant, maar dat betaalt zich uiteindelijk terug in de bouwfase.�

24

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Gebouwschil

Geelen Counterflow is wereldmarktleider in tegenstroomdrogers en koelers voor de productie van voedingsmiddelen. In het nieuwe kantoor zijn vijftig kantoorwerkplekken gerealiseerd en daarnaast voorzieningen voor negentig medewerkers van de productiewerkplaats.

Moeilijk meetbaar Direct bij aanvang van het project, vier jaar geleden, toen de eerste plannen op tafel kwamen, was duidelijk dat de eigenaar wilde inzetten op een minimale CO2-voetafdruk van het gebouw, zowel bij de bouw als daarna. Directeur Sander Geelen zette bij aanvang van de bouw een stip aan de horizon, waar hij gedurende het hele proces aan vasthield: “We moeten zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen om verdere escalatie van het klimaatprobleem tegen te gaan. Ons bedrijf wil 100 procent duurzaam worden en de bouw van een nieuw kantoor is bij uitstek de kans om dat te laten zien. Duurzaamheid is niet alleen nodig om onze planeet leefbaar te houden, maar ook nog eens beter voor de gezondheid van onze medewerkers en bovendien financieel aantrekkelijk als je maar een lange adem hebt. Ik ben ervan overtuigd dat mensen beter functioneren in een gezonde en stimulerende werkomgeving.” Voorbeeld is de gezamenlijke kantine voor kantoor- en productiepersoneel in het nieuwe kantoordeel. Geelen: “We hebben hier gemeenschappelijke pauzemomenten, zodat we het informele contact tussen afdelingen maximaliseren. Daarnaast hebben we op meerdere plekken glazen wanden geplaatst tussen productie- en kantoorruimte, zodat beide afdelingen zicht hebben op elkaar. Het komt de sfeer ten goede en ook dat zorgt in mijn visie voor betere resultaten, al is ook dat aspect moeilijk te meten.” Maar naast het gebouw is er nog een ander aspect dat een rol speelt, zo stelt Geelen. “Als klanten hier hebben gezien hoe we een efficiënt kantoor hebben ontworpen en gebouwd, met goede isolatie, hoge luchtdichtheid en zonder koudebruggen, dan hoef ik het verhaal over onze drogers en koelers al bijna niet meer te vertellen. De klant snapt dan al dat we dezelfde benadering toepassen bij het steeds verder verbeteren van de energie-efficiëntie van de droog- en koelprocessen.”

‘Mensen functioneren beter in een gezonde en stimulerende werkomgeving’

De kantoorplekken ogen ruim, mede door de daglichtinval.

Breed ingezet Rob Wolfs, architect bij Architecten en Bouwmeesters in Herten-Roermond is verantwoordelijk voor het ontwerp van het kantoorgebouw. Het bureau nam bij dit project ook de functie op zich van BREEAM-expert. “We hebben breed ingezet. Een minimalisatie van het energieverbruik door bijvoorbeeld luchtdicht te bouwen, het plaatsen van 330 pv-panelen, waarbij we het overschot aan elektriciteit in de productieruimte gebruiken, aardwarmte en zonnecollectoren voor warm water en verwarming in het overgangsseizoen. Voor wat betreft het materiaal hebben we gekozen voor de Cradle to Cradle-gedachte met maximaal hergebruik. De kelder, waar zich het archief van het bedrijf en de techniek zich bevinden, is uitgevoerd in een deels geprefabriceerde betonconstructie door de toepassing van een hollewand-systeem, waarbij gebruik is gemaakt van 100 procent gerecycled granulaat.”

Houtdraagconstructie Wolfs: “De hoofddraagconstructie van het kantoorgebouw wordt gevormd door massief houten draagconstructie van NUR-HOLZ. Dit is een massief houtbouwsysteem, gemaakt van onbehandeld hout, waarbij de lagen hout worden verbonden met beukenhouten schroeven. Deze schroeven worden vanaf de niet-zichtzijde in het paneel geschroefd tot halverwege het laatste paneel. Na het aanbrengen nemen ze het restvocht van het overige hout op en zwellen op, zodat er een onwrikbare constructie ontstaat, waardoor het gebruik van lijm achterwege kan blijven.” Het NUR-HOLZ systeem bestaat uit wand- vloer- en dakelementen. De wanden van het systeem bestaan uit een centrale constructieve kern van circa 6 tot 8 centimeter, waartegen lagen hout in horizontale, diagonale en verticale richting geplaatst worden. Deze constructieve houten elementen hoeven niet verder geïsoleerd te worden. Bij de totale constructie is sprake van modulaire bouw, wat betekent dat het aantal vierkante meter op een later moment relatief eenvoudig kan worden uitgebouwd. Wolfs: “Dit was een van de wensen van de opdrachtgever,

duurzaam gebouwd | oktober 2016

25


Optimale veiligheid

Minimale kosten

De Ei166e 230v rookmelder is uitgerust met een tien-jaars

wordt is uw klant verzekerd van de hoogste betrouwbaar-

lithium back-up batterij. De batterij hoeft dus niet ieder jaar

heid en kwaliteit. Voor optimale veiligheid kunnen alle mel-

vervangen te worden - dat scheelt in de portemonnee, is

ders in de woning bedraad of draadloos aan elkaar gekop-

goed voor het milieu en bespaart een hoop ergernis. Doordat

peld worden. De Ei 166e heeft een technische levensduur

iedere melder tot drie keer elektronisch en met rook getest

van tien jaar en wordt geleverd met 5 jaar productgarantie.

Voor meer informatie en advies T 038-4698200 | info@hemmink.nl Ei Electronics voldoet aan de Europese productnorm NEN-EN 14604 en de Nederlandse norm voor (230V) huisrookmelders NEN 2555 Hemmink is importeur van Ei Electronics voor Nederland


Gebouwschil

Modulaire bouw maakt uitbreiding op een later moment relatief eenvoudig.

omdat het bedrijf ook de komende jaren verwacht te groeien.”

Prefabricage De totale constructie werd geprefabriceerd aangeleverd en dat heeft volgens Wolfs meerdere voordelen. “De prefabricage vraagt veel voorbereiding, maar verkort de bouwtijd ter plekke. Bovendien betekent prefabricage een minimalisering van faalkosten. Zo is het op deze manier mogelijk om een maximale aansluiting van de kozijnen op de wanden ter realiseren. Voor de buitenzijde van het gebouw, maar ook voor de kozijnen, hebben we het gemodificeerde Accoya-hout gebruikt, wat minimaal onderhoud vergt.” In het kantoorgebouw is plek voor vijftig medewerkers. De werkplekken voldoen aan de wettelijke norm voor wat betreft het aantal vierkante meters per medewerker, maar ogen veel ruimer. “Dat komt omdat we een maximale hoogte van 3.05 meter hebben aangehouden. Ook de ramen hebben de maximale afmetingen van vloer tot plafond en dat betekent dat daglicht ver het gebouw binnenkomt. Op de plekken waar dat niet het geval is, maken we gebruik van lichtstraten. Zo maken we maximaal gebruik van het daglicht. De ledverlichting is gekoppeld aan daglichtgestuurde sensoren en bewegingsmelders.”

BREEAM Bij de uitvoering van de plannen wilde de opdrachtgever geen kans onbenut laten om de duurzaamheidsambities

‘Hoogste score van 500.000 BREEAM-gecertificeerde gebouwen wereldwijd’ te realiseren, wat uitmondde in een certificering en beoordeling langs de BREEAM-meetlat. “We hebben voor BREEAM gekozen, omdat het een internationaal geaccepteerde certificering is. Daarnaast is het uitstekend bruikbaar als checklist. Het biedt handvatten om het totale proces te toetsen, niets te vergeten en het zorgt er voor dat je het totale proces bewuster doorloopt.” Om de hoge BREEAM-score te halen was het noodzakelijk om ook op details te letten. Zo wordt bijvoorbeeld het regenwater gebruikt voor het spoelen van de toiletten en het bewateren van de inpandige groene wand. Het overige water infiltreren we in een nabijgelegen moerasgebied. Ook werd het personeel en de buurt nadrukkelijk betrokken bij het plan. Wolfs: “Mede doordat het gebouw maar liefst 50 procent meer energie opwekt dan het verbruikt en het gebouwd is van een bouwmateriaal met een negatieve CO2-voetafdruk, scoorde dit gebouw hoger dan elk ander van de al meer dan 500.000 BREEAM-gecertificeerde gebouwen wereldwijd. Daarom mag dit gebouw zich het meest duurzame kantoor ter wereld noemen.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

27


Bouwen met prefab stropanelen Stro heeft als bouwmateriaal vele voordelen. De warmte-isolatie is uitstekend, wanden van stro zorgen voor een goede geluidsisolatie en vochthuishouding en het materiaal is onbeperkt aanwezig. Diverse (internationale) fabrikanten hebben inmiddels prefab bouwelementen in de aanbieding, waarmee het in principe mogelijk is om in één dag het casco van een woning te bouwen. Tekst: Rijkert Knoppers. Beeld: Eric Verheijen/Strotec

28

Aan de Columbuswoningen in Eindhoven is van buiten niets bijzonders te zien. Net zoals zoveel andere woningen is de buitenkant voorzien van een netjes afgewerkte witte stuclaag. Toch is er met deze eerder dit jaar opgeleverde woningen wel degelijk iets bijzonders aan de hand. Want dankzij de prefab muren van stro en leem zijn de woningen uitzonderlijk goed geïsoleerd, is er sprake van een uitstekende vochthuishouding en scoren de muren ook op het gebied van geluidsisolatie goed.

de verwachting is dat mensen langer zelfstandig zullen wonen. Op al dit soort veranderingen zijn woningen niet of onvoldoende ingericht.” Een ander aspect waar Verheijen tegenaan liep was het feit dat bij het bouwen van woningen eerder de belangen van de bouwsector voorop leken te staan dan de woonwensen van de toekomstige bewoners. Kortom, tijd voor een nieuwe kijk op bouwen: meer vrijheid en meer comfort voor de bewoner en natuurlijk geen energierekening meer.

Houten skelet met strobeklemming

Strobouwcursus

“Wij hebben voor deze woningen prefab stropanelen toegepast, die we op maat hebben besteld”, vertelt Eric Verheijen, oprichter en directeur van het in Eindhoven gevestigde Strotec. Verheijen wijst naar een model van de toegepaste strowand die hij in zijn woonkamer heeft staan. Daaraan is te zien dat het stropaneel bestaat uit een houten skelet, waartussen een dikke laag samengeperst stro is geklemd. Dubbele stijlen voorkomen dat er koudebruggen ontstaan. De binnenwand is afgewerkt met leem, de buitenwand met een traditionele stuclaag op een houtvezelplaat. Bouwkundig ingenieur Verheijen verwondert zich al lange tijd over het feit dat de gangbare woningbouw zo weinig flexibel is. “In de loop van de tijd hebben zich technische en maatschappelijke ontwikkelingen voorgedaan die van invloed zijn op het functioneren van woningen. Zo vond pakweg vijftig jaar geleden de introductie van de wasmachine plaats, waarvoor installatietechnische aanpassingen noodzakelijk waren. Hetzelfde verhaal betreft de komst van de cv en de tv”, aldus Verheijen. “Maar ook in levens van mensen gebeurt van alles. Zij krijgen kinderen, waarvoor ruimte nodig is. Gaan die kinderen het huis uit, dan krijgen hun kamers weer andere bestemmingen. En

Toen Verheijen een jaar of zeven geleden kennis maakte met strobouw was hij meteen gefascineerd door deze techniek. Hij volgde een strobouwcursus en ging zich verder in het materiaal verdiepen. “Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat je in plaats van losse strobalen het beste prefab bouwelementen kon gebruiken,” aldus Verheijen. “Ten eerste verloopt het bouwproces veel sneller dan wanneer je met losse strobalen aan de slag gaat. Maar het grootste voordeel zit in het feit dat de kwaliteit van de stroelementen beter te controleren is. Daarnaast kun je ze laten certificeren.”

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

In 2012 hakte Verheijen een knoop door en richtte hij zijn eigen bedrijf Strotec op, waarin hij samen met vier partnerbedrijven duurzame woningen wil realiseren. “Uit een inventarisatie van de mogelijkheden bleek dat –met name in het buitenland- diverse bedrijven zich hebben toegelegd op prefab stropanelen. Na een bezoek aan onder meer een bedrijf in Engeland viel uiteindelijk de keus op een Litouws bedrijf, genaamd Ecococon.” Het bedrijf, dat al zo’n 10 jaar op de markt is, levert zelfdragende stropanelen in diverse afmetingen. De dikte van het bouwelement is altijd 400 mm, de breedte is standaard


Gebouwschil

Dankzij prefab muren van stro en leem krijgen woningen een uitzonderlijk goede isolatie. Foto: Eric Verheijen/Strotec

Dankzij onder meer hoge mate van isolatie en zonnepanelen op het dak komt NOM binnen handbereik. Foto: Eric Verheijen/Strotec

duurzaam gebouwd | oktober 2016

29


Kunnen gebouwen energiezuiniger? Tot wel 30%.

Gebouwen zijn energieverslinders. Bijna 40% van ons energieverbruik is toe te schrijven aan het verwarmen, koelen en verlichten van gebouwen. Dat kan efficiĂŤnter en duurzamer. ABB levert geavanceerde en complete systemen voor gebouwautomatisering. Een intelligent samenspel voor de besturing van verlichting, zonwering, ventilatie, klimaatregeling en overige technische systemen. Met (automatische) besturing op vraag en/of op ruimte, wordt alleen de energie verbruikt die daadwerkelijk nodig is. De totale energiebesparing kan wel oplopen tot 30%. www.abb.nl/lowvoltage

ABB b.v. Frankeneng 15, NL-6716 AA Ede Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18 E-mail: info.lowvoltage@nl.abb.com


Gebouwschil

800 mm, maar afwijkende afmetingen van 400 tot 1.200 mm zijn ook mogelijk. In het algemeen is de hoogte van het constructie-element bepaald op 2.800 mm, maar het is denkbaar te variëren tussen een hoogte van 400 tot 3.000 mm. De isolatiewaarde Rc is met 7 m2 K/W bijna twee keer zo hoog als de huidige eis uit het Bouwbesluit. Na een standaard afwerking met een houtvezelplaat en stuclaag komt de isolatiewaarde met 8,3 m2 K/W nog hoger uit. Het stro is onder een druk van 4 bar in de bouwelementen aangebracht.

Eerste ontwerp Het eerste ontwerp van Strotec betrof een rijtjeswoning, een relatief kleine woning, die speciaal ontwikkeld was voor een presentatie op de Bouwbeurs. “Naar aanleiding van dat ontwerp kregen we een vraag naar een vrijstaande woning. Dat leidde ertoe zowel een alleenstaande woning als een twee-onder-één-kap te ontwerpen”, legt Verheijen uit. “Dit deed ik samen met Architecten en|en uit Eindhoven, een bedrijf dat inmiddels partner van Strotec is. Op deze manier kwam het ontwerp van de Columbuswoning tot stand, waarvan de eerste exemplaren inmiddels in Eindhoven gebouwd zijn.”

Nul-op-de-Meter binnen handbereik Uitgangspunt bij de Columbuswoningen is dat deze geen gasaansluiting nodig hebben. Dankzij de hoge mate van isolatie, het gebruik van zonnepanelen op het dak, een warmtepomp en een op houtpellets gestookte kachel, is het mogelijk om een Nul op de Meter woning te realiseren.

Het bouwproces verliep relatief eenvoudig, vertelt Verheijen. Na het bestellen van de benodigde prefab elementen bij Ecococon kwamen de platen binnen enkele weken in de juiste volgorde genummerd per vrachtauto bij de bouwplek aan. “Om de luchtdichtheid te garanderen bevestigen we folie aan de buitenkant van de stroplaten,” aldus Verheijen. “Normaal zie je bij houtskeletbouw dat de folie aan de binnenkant van de gevelplaten komt te zitten, maar dat is heel onpraktisch: wil je naderhand bijvoorbeeld stopcontacten bevestigen dan moet je die folie ter plekke opensnijden en naderhand weer met tape dichtmaken. Het is veel handiger om de folie aan de buitenkant te maken.” Na het monteren van de bouwelementen vindt de afwerking van de buiten- en binnenkant plaats. Het aanbrengen van de stuclaag aan de buitenkant is werk voor vaklui, maar het afwerken aan de binnenkant met leem is iets dat iedereen zonder ervaring kan: als het fout gaat is het een kwestie van het oppervlak natmaken met een plantenspuit, en het herstelwerk kan eenvoudig plaatsvinden. Zijn er na al deze positieve verhalen over het gebruik van prefab stropanelen ook nog nadelen te melden? Verheijen hoeft niet lang na te denken. “Het grootste nadeel is dat het materiaal nog zo onbekend is. Ik bevind me in een land waar iedereen plastic schoenen draagt, maar de leren schoenen die ik draag zijn veel comfortabeler.” Maar die zijn misschien ook wel veel duurder? “Die zijn inderdaad ook wat duurder”, aldus Verheijen, “maar als iedereen leren schoenen gaat dragen zal je zien dat de prijs gaat dalen.”

De eerste exemplaren van de Columbuswoningen zijn inmiddels in Eindhoven gebouwd. Foto: Eric Verheijen/Strotec

duurzaam gebouwd | oktober 2016

31


ELKE WONING EEN SMARTHOME. ENERGIEMETING KLIMAAT LICHT MUZIEK VEILIGHEID

Nieuwbouw, verbouwing, bestaande woning? ONE Smart Control tovert klassieke elektriciteit om in een slim netwerk. Alle drukknoppen en stopcontacten worden veelzijdiger dan ooit èn je kan alles bedienen met een smartphone. Lichten gegroepeerd in- en uitschakelen, sferen creÍren, verwarming aanzetten vanop afstand, muziek bedienen ... Een waaier aan mogelijkheden, waaruit je kiest enkel wat voor jouw project past. ONE Smart Control geeft ook het energieverbruik weer, zodat men kan ingrijpen waar nodig om energie te besparen. Bovendien is het systeem gemakkelijk installeerbaar, zonder specifieke bekabeling of breekwerk.

www.onesmartcontrol.com


Gebouwschil

Transparante gevel stimuleert ontmoetingen Het Polak Building van Erasmus Universiteit Rotterdam is multifunctioneel en bijna energieneutraal. Met studielandschappen, een open structuur en een transparante gevel nodigt het gebouw uit om samen te leren en te werken. Tekst: Marvin van Kempen

Het binnen- en buitengaan van het gebouw aan de nieuwe hoofdas van de campus voelt bijzonder, omdat de overgang vrijwel naadloos is. “Dat is onder meer te danken aan de transparante gevel”, legt projectmanager Maikel van Wijk van gevelspecialist Facédo uit. “De gemeente beoordeelde het glas op transparantie, om ervoor te zorgen dat dit maximaal is. Het toegepaste glas heeft een vrij hoge lichtdoorlatendheid. Dat combineren we met een hoge zonweringsgraad, zodat de installaties niet te hard koelen.”

Kom binnen De open constructie van het gebouw, de ruime hoeveelheid daglicht en de doorschijnende gevel nodigen uit om naar binnen of buiten te kijken. Van Wijk: “Het is vrij eenvoudig om collega’s of vrienden te zien en het gebouw nodigt je uit om in beweging te komen. De schuifdeuren openen vanzelf en er zijn grote ruimtes in het gebouw. Toch voel je jezelf niet klein.” Architect Paul de Ruiter heeft het gebouw zo ontworpen dat functies van ruimtes eenvoudig kunnen wisselen, als dat nodig is, zegt Van Wijk. “Om flexibel te zijn herhaalt het gevelontwerp zich op bepaalde punten. Die repetitie garandeert dat we aan de binnenzijde grote vrijheid hebben op het gebied van verandering. We zien dat de universiteit hier ook gebruik van maakt. Zo zijn ze op dit moment het Sanders Building aan het renoveren en neemt het Polak Building nu diverse functies over.”

Inspelen op ruimtebehoefte Op de begane grond vindt de bezoeker allerlei winkels, zoals een kapsalon en een wasserij. Ook deze ruimtes zijn flexibel in te delen, legt Van Wijk uit. “Zo is er nu een tijdelijke collegezaal dichtbij deze winkels te vinden. In de toekomst kan deze zaal verdwijnen en is er zelfs de mogelijkheid voor het faciliteren van een supermarkt. Het gebouw geeft de universiteit ruimte om in te spelen op de actualiteit en de behoefte.” Transparantie en flexibiliteit worden gecombineerd met

Door de transparante gevel gaan binnen en buiten naadloos in elkaar over.

duurzaamheid. “Dat stond al vast toen we samen met aannemer SMT Bouw en Vastgoed, Paul de Ruiter en de andere ketenpartners om tafel zaten om de uitvraag optimaal in te vullen. Naast de eerder genoemde zonwering en de hoeveelheid daglicht die naar binnen valt, stelden we een EPC van 0,35 als ambitie. Dat doel hebben we ook gehaald.”

Al een jaar duurzaam Die bekroning is een feit door onder meer de lage U-waarde van 0,65. Van Wijk: “Tegelijkertijd kunnen gebruikers zelf gevoelsmatig frisse lucht toelaten. Het is mogelijk om de ramen open te zetten en verder heeft iedere ruimte mechanische ventilatie.” Het Polak Building is inmiddels ruim een jaar open. “Eind januari 2015 was het gebouw glasdicht en medio april startten de laatste werkzaamheden. De officiële opening vond tegelijkertijd met het nieuwe studiejaar plaats. De kleinzoon van Polak is zelf student en was bij de feestelijkheden aanwezig. Dat geeft nogmaals aan dat het hier een bijzondere realisatie betreft.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

33


DE PARTNER VOOR BENG EN NUL-OP-DE-METER PROJECTEN

GREEN IGLOO, VAN CONCEPT TOT PRESTATIECONTRACT. HOE REALISEREN WIJ DAT?

Green Igloo biedt de ‘all electric’ totaaloplossing voor uw bouwproject, van verwarming, warm tapwater en ventilatie tot en met energiemonitoring. Zonder gasaansluiting en zonder CO2-uitstoot.

ADVIES EN CALCULATIE

Door het binnenklimaat in zijn geheel te benaderen, kunnen wij de hoogste comfortgaranties bieden met de laagste energiefactuur en de kleinste ecologische voetafdruk! Bent u klaar voor de groene klik?

Sponsor van het Duurzaam Gebouwd Congres

Landjuweel 25 - 3905 PE Veenendaal +31 (0)318 54 47 00 info@greenigloo.nl - www.greenigloo.nl

DESIGN VAN TOTAALOPLOSSINGEN OPLEIDEN VAN INSTALLATEURS MONITOREN VAN ENERGIEVERBRUIK AFLEVEREN VAN PRESTATIEGARANTIES


Korte berichten uit de markt

Nieuwe collectie Nederlandse steenstrips Alsecco introduceerde een Nederlandse lijn van steenstrips. Met name bedrijven die zich bezighouden met het upgraden en energiezuiniger maken van bestaande gebouwen hebben de veelzijdigheid en effectiviteit van gevelisolatiesystemen ontdekt. Steenstrips vormen in veel gevallen het esthetische onderdeel van een integraal gevelisolatiesysteem. Doordat het uiterlijk van de steenstrips nauwelijks te onderscheiden is van conventionele bakstenen, zijn de systemen van alsecco inmiddels overal in Nederland op grote schaal te zien, van woningen tot commercieel vastgoed en van industrie tot cultureel erfgoed. De gevelisolatiesystemen van alsecco maken het mogelijk om in combinatie met andere, aanvullende maatregelen het energielabel van een bestaande woning om te zetten van G naar A.

Ze zijn door een team van professionals uit de branche samengesteld en speciaal geselecteerd voor de Nederlandse markt. De steenstrips van alsecco zijn een ambachtelijk product en worden grotendeels met de hand vervaardigd. Ze zijn sterk, nauwelijks gevoelig voor vervuiling en bestand tegen weersinvloeden en temperatuurverschillen.

Voor gebouweigenaren is een zichtbare kwaliteitsimpuls minstens zo belangrijk. Verouderde woningen en kantoren krijgen met een eenvoudige ingreep een volledig nieuwe, waardevolle uitstraling. De designmogelijkheden zijn daarbij vrijwel oneindig. Alsecco voegde een nieuwe, Nederlandse lijn steenstrips toe aan hun assortiment.

‘Betere prestaties door passend daglicht’ Wanneer we genieten van voldoende daglicht hebben we een hogere arbeidsproductiviteit, zijn we minder vaak ziek en zelfs minder vatbaar voor depressie. Die winst ontgaat ook gebouweigenaren niet. Stijgt daarom de vraag naar innovatieve en duurzame lichtoplossingen? “Er zijn verschillende mogelijkheden om de juiste hoeveelheid licht in je kantoor, school of zorginstelling binnen te krijgen”, vertelt directeur Rik van Ogtrop van Hermans Techniek Energy. “Bekende mogelijkheden zijn helder, zuur geëtst en wit gelamineerd glas. Deze technieken hebben met elkaar gemeen dat ze zorgen voor een ongelijke en overvloedige verlichting doordat het daglicht onder een kleine hoek verspreid wordt. Daarom zijn wij op zoek gegaan naar een betere manier om daglicht in gebouwen te laten toetreden, zonder in te boeten aan esthetiek.” De zoektocht naar innovatie op het gebied van daglichttoetreding bracht de specialist op het gebied van hoogwaardige glasproducten via de producent in Canada naar Noorwegen. “Daar bezocht ik enkele projecten, die waren uitgevoerd met de innovatie Solera. Het grote verschil met andere glasoplossingen is dat het zonlicht niet direct het gebouw ingaat, maar wordt gebroken.” Meer weten over Solera? Lees het volledige artikel op Duurzaamgebouwd.nl.

Dubbele huid voor gevel Hoge Raad Den Haag Het nieuwe gebouw voor de Hoge Raad in Den Haag heeft een bijzondere en indrukwekkende schiloplossing. Een casettegevel kon scherpe eisen op het gebied van warmtetoetreding en geluidsbeheersing inwilligen. “Vanaf het begin waren wij betrokken bij de ontwikkeling van deze unieke gevel”, weet adviseur bouwfysica en akoestiek Leo van Haren van DGMR. In de zoektocht naar een oplossing vergeleek DGMR verschillende geveltypologieën. De tweede huid kreeg vorm toen de cassettegevel ter sprake kwam. De gevel draagt bij aan de duurzaamheidsambities van de Hoge Raad, die met GreenCalc een onderbouwing krijgen. “We ontwikkelden het gebouw op basis van de Trias Energetica en Trias Ecologica.” Lees meer over de duurzaamheidsmaatregelen op DuurzaamGebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

35


EĂŠn systeem voor elke woning Stil, energiezuinig en schoon

NIEUW 235 mm

DYKA AIR vergroot toepassingsbereik DYKA AIR breidt uit! Met nieuwe hulpstukken en diameters tot

en goed toepasbaar bij kleine en grote woningen, ats en

235 mm heeft DYKA AIR een nog groter toepassingsbereik.

appartementen. Iedere ontwerper en installateur kan aan

Ideaal bij mechanische en/of balansventilatie. De kunststof

de slag met DYKA AIR: uitgebreide prefab mogelijkheden,

kanalen en hulpstukken hebben grotere debieten bij lagere

makkelijk te installeren, en een lage Total Cost of installation.

luchtsnelheden. Dankzij het innovatieve ontwerp heeft DYKA AIR een zeer geringe luchtweerstand. Bovendien zijn

Wilt u zelf een 3D ontwerp maken? DYKA AIR product-

de ovale kanalen perfect instortbaar door de geringe hoogte

bibliotheken vindt u op onze website.

DYKA | +31(0)521 - 53 49 11 | info@dyka.nl | www.dyka.nl


Stralende vooruitzichten voor Ameland Op Ameland is het grootste zonnepark van Nederland geopend. De gemeente Ameland, AEC en Eneco zetten hiermee een belangrijke stap op weg naar het grote, duurzame doel: in 2020 alle energie voor Ameland opwekken op het eiland. Wij zijn trots dat we voor de juridische ondersteuning hebben kunnen zorgen en wensen de initiatiefnemers veel succes en - vooral - heel erg veel zon. Michel Chatelin Partner Eversheds

eversheds.nl

advocaten en notarissen


RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen

Investeren in energiebesparende maatregelen loont Investeren in energiebesparende maatregelen levert woningbezitters geld op. De energierekening gaat omlaag en de waarde van de woning stijgt. Onderzoek van bureau TIAS VastgoedLAB (Tilburg University en TU Eindhoven) toont aan dat woningen met een groen energielabel meer opleveren dan woningen met een ongunstiger label. Het energielabel is verplicht bij verkoop of verhuur van een huis. Onderzoekers koppelden de verkoopcijfers uit 2015 van de Nederlandse Vereniging van Makelaars aan de energielabelgegevens van RVO.nl. Uit de analyse blijkt dat huizen met een energielabel A of B bij de verkoop zo’n € 7.000 meer opleveren dan gemiddeld. Bij een ongunstig G-label daalt de prijs van een woning met ruim € 29.000. Ook staan energiezuinige woningen minder lang te koop.

Waarde stijgt Het energielabel laat de energieprestatie van de woning zien. “Het onderzoek van TIAS VastgoedLAB toont aan dat het energiezuiniger maken van je huis loont”, zegt Martijn Habets van RVO.nl. “De waarde stijgt, onder meer omdat de energiekosten lager zijn. Wie over een tijdje zijn huis wil verkopen, doet er dus goed aan om energiebesparende aanpassingen te doen – zoals HR++ glas of zonnepanelen - om zo enkele labelstappen te kunnen realiseren. Dat levert je nu al lagere lasten op en straks een gunstigere positie op de woningmarkt.”

Meer energielabels Het aantal verkochte woningen met een energielabel heeft vorig jaar een vlucht genomen. Had in 2014 ongeveer 15 procent van de woningen een label, in 2015 was dat maar liefst 76 procent. En in 2016 is een verdere toename zichtbaar, richting de 80 procent. Habets: “Die toename is te verklaren doordat de aanvraagprocedure van het energielabel makkelijker en goedkoper is gemaakt. Vroeger moest er een adviseur aan huis komen om het label toe te kennen. Sinds vorig jaar verloopt de aanvraag helemaal online via de webtool Energielabelvoorwoningen.nl. Ook controleert de Inspectie voor Leefomgeving en Transport op de aanwezigheid van het definitief energielabel bij verkoop en verhuur. Wie geen label heeft bij verkoop of verhuur krijgt eerst een waarschuwing. Is er bij een volgende controle nog geen label, dan volgt een boete.”

38

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Groene hypotheken Steeds meer banken bieden hypotheekproducten aan die de verduurzaming van huizen stimuleren. Zo kunnen klanten van Triodos Bank rekenen op een lagere hypotheekrente als ze kiezen voor een woning met een A-label. En hypotheekbedrijf Obvion biedt extra hypotheekruimte aan klanten die energiebesparende voorzieningen treffen in hun nieuwe woning. Obvion haalde onlangs € 500 miljoen op met een ‘groene hypothekenobligatie’, waarmee het bedrijf de hypotheken van energiezuinige woningen gaat financieren. Daarnaast kunnen huiseigenaren via www.energiebespaarlening.nl tegen een gunstig tarief geld lenen voor het verduurzamen van hun huis. De lening is bedoeld voor het financieren van energiebesparende maatregelen, zoals zonnepanelen.

Energieakkoord Het energielabel voor woningen is een van de maatregelen uit het Energieakkoord. Het doel is energiebesparing en een duurzame energievoorziening in Nederland. Hiermee draagt Nederland bij aan de Europese klimaatdoelen voor 2020. RVO.nl voert het definitief energielabel uit in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Habets: “Ook voorzien we partijen van gegevens over het energielabel. We kunnen gemeenten bijvoorbeeld vertellen hoe energiezuinig hun woningvoorraad is. Die informatie is bruikbaar om gerichter klimaatbeleid te kunnen voeren.” Meer weten over het definitief energielabel? Ga naar de www.rvo.nl/energielabel.


Energiezuinige renovaties mogelijk met gangbare technieken In Nederland worden bij renovaties in de utiliteitsbouw gangbare technieken gebruikt om tot energiebesparing en comfortverbetering te komen. Voorbeelden daarvan zijn HR++ beglazing, vloer- en gevelisolatie, dakisolatie, energiezuinige verlichting en gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Deze renovaties leiden veelal tot een gebouw met een energielabel A.

ZEZ Utiliteitsbouw renovatie 25 zeer energiezuinige renovatie utiliteitsbouwprojecten - voorjaar 2016 -

Qprimair gebouwgebonden (MJ/m2/jaar)

jaar van de renovatie

Projectnaam

Energielabel

1

ABN AMRO Alkmaar

A+++

0,41

290,6

2015

2

Stadskantoor Westnieuwland

A++

0,42

251

2013

3

Kantoor Gasterra

A+

0,67

423

2012

4

The Bell

A+

0,67

394

2012

5

Rabobank Bollenstreek

A+

0,68

408

2011

6

Gemeentehuis Oss

A+

0,69

365

2010

7

Bredeschool De Springplank

A+

0,69

533

2014

8

Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier

A+

0,69

500

2011

9

Court Garden ECO Hotel

A+

0,7

595

2011

10

Gebouw A Radboud UMC

A

0,76

469

2014

11

Apollo House

A

0,79

463

2012

12

Hoofdkantoor ASR

A

0,79

386

2016

13

Speeltuingebouw Barentzplein

A

0,83

703,2

2014

14

Gemeentehuis Cranendonck

A

0,89

434

2014

15

Waterschapshuis De Dommel

A

0,89

521

2014

16

van Gogh museum

A

0,91

932

2013

17

Het Utrechts Archief

A

0,91

579,7

2011

18

Kantoor Keppel Verolme A

0,97

616

2014

19

BOVAG HOUSE

1

657,9

2014

922

2012

20

1

energieindex (EI)

De projecten die hoger scoorden dan een A-label, hebben aanvullende maatregelen toegepast, zoals PV-panelen, warmtekoude-opslag met warmtepomp, CO2-sturing op de ventilatievoorziening, drielaagse beglazing en betere gevelisolatie. Comfortverbetering is bij de organisaties de belangrijkste drijfveer om te gaan renoveren, daarna komt energiebesparing.

Online beschikbaar

A

Transitorium Radboud Universiteit

A

1,01

2

21

De Witte Dame

A

1,01

660,9

2014

22

Hoofdkantoor Nieuwe Steen Investments

A

1,03

741

2010

23

Veilinghuis

A

1,05

695

2011

24

Rabobank Parkstad Limburg

D

1,35

347

2014

25

NIBC Bank

A-D3

0,82/ 0,88/ 497/ 523/ 1,01/ 1,12/ 606/ 714/ 1,25/ 1,37 775/ 907

Nieuwbouwmethode

RVO liet onderzoek doen naar 25 renovatieprojecten in de utiliteitsbouw. Deze werden verzameld door desktopresearch, door een analyse van de EPBD-database en door het benaderen van stakeholders. Dit leidde tot de resultaten in de tabel.

2

Maatwerkadvies

3

2011

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd op de website www.rvo.nl/gebouwen. De projectbeschrijvingen zijn per project opgenomen in de RVO-database: www.rvo.nl/energiezuiniggebouwd.

Voor integrale en transparante kennis over de duurzaam gebouwde omgeving kunt u terecht bij RVO.nl. Hiermee vervullen we een gidsfunctie voor ondernemend Nederland, waarmee we het verduurzamen van de gebouwde omgeving bevorderen. Meer informatie? Website: www.rvo.nl/gebouwen | Telefoon: 088-0424242 Kijk voor voorbeelden van energiezuinig bouwen op www.rvo.nl/energiezuiniggebouwd.

Meerdere gebouwen

duurzaam gebouwd | oktober 2016

39


RANKING VAN DE 50 GROOTSTE BOUWBEDRIJVEN Ranking van de 50 grootste bouwbedrijven over de toepassing van duurzaam hout en de communicatie hierover.

POSITIE FOREST 50

Positie Cobouw Top 50

Deelnemer Bouw & Hout Convenant

FSC- en/of PEFC-gecertiČ´ceerd

Transparantie % ingekocht duurzaam hout

Communicatie jaarverslag duurzaam hout

Communicatie website duurzaam hout

Communicatie social media duurzaam hout

Partner FSC NL

Bouwprojecten >50% duurzaam hout *

TOTAAL PUNTEN

Bekijk het scoreformulier met richtlijnen op www.fsc.nl/forest50

Koninklijke BAM Groep

1

1

ja

ja

98%

ja

ja

ja

ja

ja

98,0

Heijmans

1

5

ja

ja

98%

ja

ja

ja

ja

ja

98,0

Koninklijke Volker Wessels Stevin

2

2

ja

ja

97%

ja

ja

ja

ja

ja

97,0

Van Wijnen Groep

3

10

ja

ja

95%

ja

ja

ja

ja

ja

95,0

TBI Holdings

4

7

ja

ja

95%

ja

ja

nee

ja

ja

87,5

Ballast Nedam

5

8

ja

ja

95%

nee

ja

nee

ja

ja

77,5

M.J. de Nijs en zonen Holding

6

18

ja

ja

loopt

ja

ja

ja

ja

ja

65,0

Seb Holding (Salverda, Schagengroep)

7

31

nee

ja

90%

ja

ja

nee

nee

ja

62,5

Slokker Bouwgroep

8

34

ja

ja

loopt

nee

ja

ja

ja

ja

55,0

Bouwgroep Dijkstra Draisma Beheer

9

33

nee

ja

30%

ja

ja

ja

nee

ja

55,0

Nijhuis Bouw

10

27

nee

ja

59%

ja

ja

nee

nee

ja

47,5

Coen Hagedoorn Bouwgroep

11

38

nee

ja

nee

ja

ja

ja

nee

ja

45,0

Hemubo Almere

12

37

ja

ja

nee

nee

nee

nee

ja

ja

40,0

Vorm Holding

13

19

nee

ja

nee

nee

ja

nee

ja

ja

37,5

HSB Holding

14

41

nee

ja

nee

ja

ja

nee

nee

ja

37,5

Aan de Stegge Verenigde Bedrijven

15

14

nee

ja

nee

nee

ja

nee

ja

ja

37,5

Aannemingsbedrijf Fraanje

16

50

nee

ja

nee

ja

ja

nee

nee

ja

32,5

Bouwbedrijf de Vries en Verburg

17

21

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

27,5

Strukton

18

6

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Bouwbedrijf Van de Ven

19

20

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Ook aan de slag met duurzaam hout? Neem contact op met FSC Nederland via www.fsc.nl


Positie Cobouw Top 50

Deelname Bouw & Hout Convenant

FSC- en/of PEFC-gecertiÈ´ceerd

Transparantie % ingekocht duurzaam hout

Communicatie jaarverslag duurzaam hout

Communicatie website duurzaam hout

Communicatie social media duurzaam hout

Partner FSC NL

Bouwprojecten >50% duurzaam hout *

20

23

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Vastbouw International Holding

21

24

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

KlokGroep

22

26

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Hegeman Nijverdal / Jansman Bouw BV

23

28

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Plegt Vos Bouwgroep

24

29

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Jorritsma Beheer

25

30

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Heembouw Holding

26

32

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Friso Bouwgroep

27

34

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

VB Groep

28

35

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Giesbers Groep

29

38

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

SBB Bouwgroep

30

42

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Sprangers Bouwbedrijf

31

46

nee

ja

nee

nee

ja

nee

nee

ja

22,5

Dura Vermeer

32

9

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

20,0

Koninklijke Boskalis Westminster**

33

3

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Brihold / Ten Brinke Bouw

34

13

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Van Gelder groep

35

15

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Janssen De Jong Groep

36

16

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Hurks Groep

37

17

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Van Wanrooij Bouw & Ontwikkeling

38

22

nee

ja

nee

nee

nee

nee

nee

ja

15,0

Dekker beheermij Krabbendam

39

48

nee

nee

nee

nee

ja

nee

nee

nee

7,5

ASK Romein International

40

45

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

Van Oord**

41

4

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

A. Hakpark***

42

11

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

Joh. Mourik & Co. Holding

43

12

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

GMB Holding

44

25

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

Bouwen met visie

45

39

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

Van Herik

46

41

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

G. Tijhuis Holding

47

43

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

Martens en Van Oord Holding

48

44

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

NTP Beheer

49

47

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

nee

0,0

* In 2015 gebouw(en) gerealiseerd met aanzienlijk (>50%) deel aantoonbaar duurzaam hout (FSC / PEFC hout). **Waterbouwer. Het bedrijf geeft aan nauwelijks hout in activiteiten te gebruiken. ***Focus op kabels en leidingen. Het bedrijf geeft aan nauwelijks hout in activiteiten te gebruiken.

TOTAAL PUNTEN

POSITIE FOREST 50 Trebbe Groep


Drukke agenda voor partners ketenconvenant Beton Bewust Het keurmerk Beton Bewust groeit en blijft verbeteren. De komende tijd staat er nogal wat op de agenda: de uitbreiding van het ketenconvenant, het verder betrekken van opdrachtgevers bij de toepassing van duurzaam beton en het stimuleren van keurmerkhouders. Tekst: Marvin van Kempen

De afgelopen maanden bleek dat het ketenconvenant Beton Bewust geen eendagsvlieg is, met een ondertekening van diverse grote Nederlandse bouwers en met het vierde brancheverslag op komst. Een afstemmingsoverleg in juli gaf de gelegenheid om ruggespraak te houden met de convenantleden om processen te verbeteren, draagvlak te vergroten, te evalueren en te verbeteren. Het eerste agendapunt betrof de eenduidige uitvraag van bouwers richting toeleveranciers van duurzaam beton. Nog niet alle bouwbedrijven blijken stappen te zetten op dit gebied. “Er bestaan nog altijd verschillen in de aanpak. Dat is logisch, want er is tijd nodig om het convenant inhoudelijk en in de dagelijkse praktijk vorm te geven”, zegt Màrie van der Poel van VOBN.

Naar een duurzame uitvraag Een eenduidige uitvraag biedt de houvast die nodig is om het convenant op te starten. “Voor partijen die aanhaken bij het convenant en bouwbedrijven die nog geen concrete actie hebben ondernomen is dit noodzakelijk. Daarom hanteren we een afspraak die onder andere per kwartaal vraagt om de hoeveelheid secundaire grondstoffen per geleverde m3 betonmortel. Daarnaast vragen we de leverancier om de berekende hoeveelheid CO2 per geleverde m3 betonmortel inclusief transport en productie op basis van de SBRCURnet-ontwerptool Groen Beton of gelijkwaardig”, aldus Van der Poel. Een van de doelen is om keurmerkhouders te stimuleren om in te spelen op vragen van bouwbedrijven. “Op dat vlak gaan we ze ook vragen om de samenwerking met bouwbedrijven te intensiveren”, verduidelijkt Van der Poel. De houders geven niet alleen advies over het milieuprofiel van beton maar bewaken ook de verantwoorde herkomst van grondstoffen en zorgen onder andere voor een hoge inzet van secundaire materialen. “De toeleveranciers kunnen een verschil maken bij het inbedden van het convenant in het dagelijkse werkproces van bouwbedrijven.”

Aansluiting met middelgrote bouwpartijen Het aantal organisaties dat zich verbindt aan het ketenconvenant groeit gestaag. En daarmee het aantal partijen dat duurzaam beton wil toepassen en dit ook verlangt van toeleveranciers. “Wanneer bouwbedrijven zich committeren aan het convenant, geven zij aan dat ze bij uitvoering van werk voorrang geven aan ketenpartners die de hoge duurzame ambities delen”, verduidelijkt directeur Ron Peters van VOBN, tevens Duurzaam Gebouwd-

42

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Ketenpartner BAM bouwde de Karspelhof in Amsterdam Zuidoost. Dit is eigentijds wonen in een stedelijke omgeving. Foto: VOBN

expert. “Een van de afspraken binnen het document is om betonleveranciers te verplichten om duidelijkheid te geven over de hoeveelheid secundaire grondstoffen en berekende hoeveelheid CO2 per geleverde hoeveelheid beton.” Eerder tekenden grote bouwpartijen als VolkerWessels, BAM, Dura Vermeer, Heijmans, Strukton en TBI al voor dit convenant. Het convenant breidt in 2016 verder uit met meer bedrijven en constructeurs die kiezen voor duurzamer beton. Zo sloot GMB Civiel zich aan, dat toezegt om bij voorkeur beton toe te passen met het

Keurmerkhouder Mebin B.V. heeft bij dit woonhuis, gebouwd met e-Block, een duurzaam mengsel met dichte pakking geleverd. Foto: VOBN

keurmerk Beton Bewust. De specialist in onder meer civieltechnische oplossingen ziet de ondertekening als een logische volgende stap. “Dit past bij ons handelen”, laat algemeen directeur Gerrit Jan van de Pol van GMB weten. “GMB Civiel richt zich op projecten op het gebied van Waterveiligheid & Constructies, Waterkwaliteit & Installaties en Haven & Industrie. Onze ambitie is om duurzame oplossingen te realiseren voor onze klanten.” Tot dusver ontbraken de middelgrote bouwbedrijven nog als ketenpartners binnen het convenant. “Daarom zijn we in gesprek met Bouwend Nederland om te kijken in welke mate we die middelgrote organisaties kunnen betrekken”, aldus Peters. Naast deze uitbreiding van het aantal partners wordt het draagvlak vergroot bij opdrachtgevers voor Beton Bewust. “Vanzelfsprekend willen we dat opdrachtgevers in hun opdrachten kiezen voor beton dat minimaal en aantoonbaar voldoet aan de criteria van het keurmerk. Om deze doelgroep verder te betrekken, werken we aan de versteviging van het systeem van het convenant. Dat moet er uiteindelijk toe leiden dat de overgrote meerderheid van projecten wordt uitgevoerd met grondstoffen die toekomstbestendig zijn. Daar blijven we met alle ketenconvenantpartners voor knokken”, besluit Peters.

‘De toeleveranciers kunnen het verschil maken’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

43



RT 82 HI+ PASSIEFHUIS GECERTIFICEERD RAAMSYSTEEM MET GROOTSTE VORMGEVINGSVRIJHEID IN DE MARKT

Maak kennis met de hoogste vorm van OHHIFRPIRUW +HW 3DVVLHIKXLV SK% JHFHUWLÆ“ FHHUGH raam- en deursysteem RT 82 HI+ is uniek in ]ó Q VRRUW 0HW HHQ LQERXZGLHSWH YDQ VOHFKWV 82mm en een Uf ZDDUGH YDQ : P2. LV KHW op dit moment het minst diepe systeem met de KRRJVWH LVRODWLHZDDUGH LQ GH PDUNW 'LW DOOHV PHW EHKRXG YDQ YUó KHLG LQ YRUPJHYLQJ ZDDUGRRU X GLW SURMHFW LQ ]RZHO UHQRYDWLH DOV QLHXZERXZ NXQW toepassen. Neem vandaag nog contact op om dit V\VWHHP WRH WH SDVVHQ LQ XZ SURMHFW

3DVVLHIKXLV JHFHUWLÆ“ FHHUG PHW

LVRODWLHZDDUGH YDQ 8f : P2K 0LQLPDOH LQERXZGLHSWH YDQ PP 9HUNUó JEDDU LQ YHUVFKLOOHQGH YRUPJHYLQJHQ 0HW PLQLPDOH DDQ]LFKWEUHHGWH YDQDI PP +RJH OHYHQVGXXU RQGHUKRXGVDUP

alcoa-architectuursystemen.nl

HQ UHF\FOHEDDU


GPR Software maakt duurzaamheid van gebouwen en gebieden meetbaar en bespreekbaar

GPR Gebouw Certificaten steeds vanzelfsprekender Auteur: Johanna Quelle-Dreuning, W/E adviseurs

Vastgoed certificeren met GPR Gebouw: op veler verzoek werd het in februari 2014 mogelijk. Sindsdien is dit ook veelal gebeurd en kan geconstateerd worden dat GPR Gebouw in Nederland hĂŠt alternatief is voor het officieel aantonen van de duurzaamheid van een gebouw of ontwerp.

Aantallen gestaag omhoog, zowel woningen als utilitaire gebouwen gecertificeerd Steeds meer partijen kennen waarde toe aan een GPR Gebouw Certificaat. De teller van het totale aantal uitgegeven GPR Gebouw Certificaten is de 80 gepasseerd en hard op weg naar de eerste 100. Omgerekend is dit inmiddels meer dan 400.000 gecertificeerde vierkante meter. De verdeling van gebouwtypen die gecertificeerd zijn met GPR Gebouw is momenteel ongeveer tweederde woningbouw en eenderde utiliteitsbouw.

Syntrus Achmea neemt jaarlijks met een groot aantal fondsen en portefeuilles deel aan de GRESB. Dit biedt Syntrus Achmea inzicht in waar het bedrijf staat met zijn duurzaamheidsbeleid ten opzichte van andere institutionele vastgoedbeleggers en waar verbetering mogelijk is.

Bijzondere gebouwen met GPR Gebouw Certificaat GPR Gebouw Certificaat voor de ABC school De Liendert in Amersfoort, 4 sterren In nauwe samenwerking met de gebruikers en de buurt is het gebouw ontworpen als een ontmoetingsplaats voor de

gprgebouw.nl gprprojecten.nl

voor

GPR Gebouw Certificaten goed voor ranking in duurzaamheidsbenchmark GRESB Syntrus Achmea Real Estate & Finance is de grootste vastgoedvermogensbeheerder in woningen, kantoren, winkels en zorgvastgoed in Nederland. Het bedrijf gebruikt GPR Gebouw al een aantal jaren als hulpmiddel voor het meten van de duurzaamheid van zijn woningacquisities. Dit helpt Syntrus Achmea om een duurzame portefeuille op te bouwen. Het bedrijf belegt in vastgoed namens institutionele opdrachtgevers, zoals pensioenfondsen, die veel waarde hechten aan duurzaamheid. Met GPR Gebouw kan Syntrus Achmea op een heldere manier met haar opdrachtgevers communiceren over de duurzaamheid van projecten. Syntrus Achmea maakt inmiddels ook gebruik van GPR Gebouw Certificaten, opgesteld door erkende Experts.

Lage Wei Barendrecht te

Barendrecht van

Stichting Bedrijfspensioe nfonds voor de Landbo uw Gebruiksfunc tie

Gemiddelde score

Wonen

Akkoord door GPR Gebouw Expert H.C. den Dekker Registratienummer GPR70023 Certificaatnummer GPRGC-2016-G-0062

Energie

GPR Gebouw versie

Score

4.2

Milieu

Datum

Gezondheid Gebruikskwaliteit

Toekomstwaarde

ir. John Mak, directie W/E adviseurs

Dit certificaat is door W/E adviseurs verstrekt aan bovenstaande GPR Gebouw validatie. Assessor of Expert, gebaseerd Voor het verifiĂŤren van op diens de authenticiteit van dit certificaat kunt u contact GPR en GPR Gebouw opnemen met W/E adviseurs, zijn geregistreerde m erknamen. www.w-e.nl.

gprgebouw.nl gprprojecten.nl

,1 217:(53 voor

.RUWHQDHUNDGH te

'HQ +DDJ van

Sinds dit jaar worden deze certificaten gewaardeerd door de Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB). GRESB is een internationale benchmark die het duurzaamheidsbeleid en de uitvoering daarvan bij vastgoedfondsen meet. GRESB kijkt daarbij naar zeven duurzaamheidsaspecten. Een daarvan is Building Certifications, waarbij de GPR Gebouw certificaten kunnen worden gerapporteerd.

46

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

6\QWUXV $FKPHD 5HDO ( Gevalideerd door GPR 0 0 & 0HXOHQGLMNV

Gebouw Expert

VWDWH )LQDQFH

Gemiddelde score

Registratienummer *35

Certificaatnummer *35*& 2

GPR Gebouw versie

Energie Score

Datum

Dit certificaat is door W/E adviseurs verstrekt aan bovenstaande GPR Voor het verifiĂŤren van Gebouw Assessor, gebaseerd de authenticiteit van dit certificaat kunt u contact op diens validatie. GPR en GPR Gebouw opnem en met W/E adviseurs, zijn geregistreerde m erknamen. www.w-e.nl.

Milieu

Gezondheid

Gebruikskwaliteit

ir. John Mak, directie W/E

Toekomstwaarde

adviseurs


gprprojecten.nl gprgebouw.nl

vermogen. Dat biedt Van Wijnen onder andere door meerwaarde te bieden in de vorm van GPR Certificering, zowel in de ontwerpfase als bij de oplevering. Wij zijn trots op dit resultaat en de ontwikkeling gaat door. De volgende concepten worden voorbereid voor GPR Certificering!�

voor

ABC De Liendert te

Amersfoort van

Gemeente Amersfoort Gemiddelde score

Gebruiksfunc tie Onderwijs Akkoord door GPR Gebouw

Expert

R. Even Registratienummer GPR70061

Certificaatnummer GPRGC-2016-G-0059

Energie

Milieu

Gezondheid

Gebruikskwaliteit

Toekomstwaarde

Score

GPR Gebouw versie 4.2

adviseurs ir. John Mak, directie W/E

Datum

op diens Assessor of Expert, gebaseerd bovenstaande GPR Gebouw adviseurs verstrekt aan Dit certificaat is door W/E www.w-e.nl. opnemen met W/E adviseurs, validatie. certificaat kunt u contact de authenticiteit van dit Voor het verifiĂŤren van erknamen. zijn geregistreerde m GPR en GPR Gebouw

gprprojecten.nl gprgebouw.nl

,1 217:(53

Vastgoed certificeren met GPR Gebouw, wat houdt dat in?

voor

n In Dak - Rijwoning-tusse WIJ wonen All Electric te

Deventer van

Van Wijnen Gemiddelde score

Gebruiksfunc tie Wonen Akkoord door GPR Gebouw J.H. Meijerink Registratienummer GPR70036

Expert

Certificaatnummer GPRGC-2016-O-0060

Energie

Milieu

Gezondheid

Gebruikskwaliteit

Toekomstwaarde

Score

GPR Gebouw versie 4.2

Datum

GPR Gebouw Expert opleiding in trek Sinds de introductie van GPR Gebouw Certificering, hebben maar liefst 49 professionals de GPR Gebouw Expert opleiding gevolgd en examen afgelegd. Het totaal aantal GPR Gebouw Experts is bijna 100. De Experts hebben veel ervaring met het werken met GPR Gebouw in projecten. In de GPR Gebouw Expertcursus hebben deze professionals de GPR Gebouw-thema’s grondig uitgediept en kunnen zij complexe vragen beantwoorden en betrouwbaar advies geven. Zij hebben hun kennis bewezen door het behalen van het GPR Gebouw Examen en houden de kennis actueel.

adviseurs ir. John Mak, directie W/E

op diens Assessor of Expert, gebaseerd bovenstaande GPR Gebouw adviseurs verstrekt aan Dit certificaat is door W/E www.w-e.nl. opnemen met W/E adviseurs, validatie. certificaat kunt u contact de authenticiteit van dit Voor het verifiĂŤren van erknamen. zijn geregistreerde m GPR en GPR Gebouw

Wie certificeert met GPR Gebouw, toont officieel aan hoe duurzaam een gebouw of ontwerp is. Er wordt verantwoording afgelegd over de behaalde GPR Gebouwresultaten. Met GPR Gebouw wordt de duurzaamheid breed getoetst aan de hand van de vijf thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. Een duurzaam gebouw is gezonder en comfortabeler voor gebruikers en is aanpasbaar aan veranderende wensen. En daarmee ook financieel voordeliger.

Certificering in elke gebruiksfase mogelijk wijk. Het heeft de naam Zonneparel gekregen. De school werd bekroond met de Gouden Kikker Award, een prijs voor bouwprojecten die voorop lopen met duurzaamheid en innovatie. De gemeente stelde hoge klimaateisen aan het gebouw. Daarom is een school ontworpen conform Frisse Scholen Klasse B en een gemiddelde GPR-score van bijna 9. Hierbij wordt zelfs een score van 10 op het thema energie behaald. Kortom een gebouw dat helemaal energieneutraal is. Ontwerpcertificaat WIJ wonen All Electric In Dak – Van Wijnen Groep, 3,5 sterren Steeds vaker zijn opdrachtgevers op zoek naar gasloze woningen. Deze zijn echter vaak esthetisch nog niet fraai en vragen nogal om wat ruimte. Om die reden ontwikkelde Van Wijnen samen met DHS het All Electric In Dak op basis van een lucht-water warmtepomp die ingebouwd wordt buiten het gebruiksoppervlak van een woning. Om opdrachtgevers het vertrouwen te geven dat ook energieconcepten als het All Electric In Dak uitstekend scoren in GPR Gebouw heeft Van Wijnen het concept laten certificeren. Het concept is al in meerdere projecten toegepast. Han Meijerink, hoofdprojectvoorbereider Van Wijnen: “Opdrachtgevers vragen om onderscheidend

Een gebouw kan worden gecertificeerd bij oplevering van nieuwbouw, na een renovatie of tijdens de exploitatiefase. Ook een gebouwontwerp kan gecertificeerd worden met GPR Gebouw. Voor het behalen van het GPRÂ Gebouw Certificaat maakt een GPR Gebouw Expert een momentopname van het gebouw of ontwerp. Vervolgens accordeert een GPR Gebouw Expert of Assessor de berekening.

Erkenning en herkenning GPR Gebouw is een breed gedragen duurzaamheidsmethode die algemeen erkend en gewaardeerd is. De met een GPR Gebouw Certificaat aangetoonde prestaties worden uitgedrukt in rapportcijfers en zijn ook begrijpelijk voor mensen die niet of minder bekend zijn met GPR Gebouw. Het gecertificeerde gebouw wordt zichtbaar op de projectenwebsite, en biedt u dus extra bekendheid voor uw project.

Voordelen GPR Gebouw Certificaat • Nationaal keurmerk, sluit dus goed aan op Nederlandse bouwpraktijk • Lage kosten • Informatie over alle 5 duurzaamheidsthema’s Meer informatie: gprsoftware.nl

duurzaam gebouwd | oktober 2016

47


Nu ook levensloopbestendige NoM-renovaties In Oud Vossemeer bracht woningcorporatie Stadlander woningen in de Burgemeester Versluysstraat naar Nul op de Meter. Het is de eerste woningcorporatie die een Nul op de Meterrenovatie combineert met het levensloopbestendig maken van woningen.

Bewoners kregen twee keuzes: een renovatie naar NOM of een renovatie naar een Nultredenwoning, waardoor men langer thuis kan blijven wonen. Bewoners betalen hiervoor een huurverhoging van 100 euro per maand. In totaal wil Stadlander in de gemeente Tholen de komende jaren ruim vierhonderd huurwoningen verduurzamen. Voor de woningcorporatie zijn de woningen in de Burgemeester Versluysstraat een pilot. In 2014 was bij Stadlander de kogel door de kerk en besloot het de woningvoorraad waar mogelijk naar nul op de meter te brengen. Tegelijkertijd vindt Stadlander het belangrijk om

Energiesprong blijft aanjagen Dit jaar waren er inspirerende voorbeelden van duurzame vernieuwingen in alle hoeken van het land, zoals de Nul op de Meter en levensloopbestendige renovatie in Oud Vossemeer.

woningen te ontwikkelen waar mensen voor een betaalbare prijs tot op hoge leeftijd kunnen wonen. Dat is volgens Stadlander belangrijk omdat de provincie Zeeland met de meest forse vergrijzing van ons land kampt. Het aantal 65-plussers stijgt hier in 2040 tot 30 procent. Het is dan ook niet meer dan logisch dat Stadlander op zoek is gegaan naar mogelijkheden om mensen langer zelfstandig thuis te kunnen laten wonen.

Blijven wonen

Foto: Frans Hanswijk Foto's: Frans Hanswijk

Daarvoor worden de woningen niet alleen Nul op de Meter gemaakt maar ook levensloopbestendig (nultreden). “Dat doen we”, aldus een woordvoerder van Stadlander, “met het plaatsen van een uitbouw achter de woonkamer en keuken. Deze kan later als slaapkamer dienstdoen. Op deze manier kunnen bewoners in hun eigen woning blijven wonen als hun levensomstandigheden veranderen, bijvoorbeeld door ouderdom, ziekte of een handicap.”

Geen gasaansluiting De eerste pilotfase in Oud Vossemeer is nu afgerond en de tweede fase van het project is in uitvoering. De pilot is uitgevoerd door VolkerWessels. De woningen hebben per ruimte een warmteterugwinning, driedubbel glas en pvpanelen op het dak gekregen. De gasaansluiting is definitief uit de woning verdwenen. De woningen zijn hiervoor in één dag van een nieuwe schil voorzien. De huur en energiekosten worden aan de corporatie betaald. De huurder blijft klant bij een energiebedrijf, maar komt nu bij gemiddeld gebruik per saldo op jaarbasis op een energienota van 0 uit. Voor de woningvergroting gaan huur en energie met € 100 omhoog.

48

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Ouderen willen in woningaanpassingen investeren Er blijkt een markt voor woningaanpassingen met een behoorlijke investering. Ook lijken ouderen bereid om tot 100 euro per maand meer aan huur te betalen als zij daardoor langer in de eigen woning kunnen blijven wonen. Dit blijkt uit het onderzoek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) onder ouderen die in het afgelopen jaar de zogenoemde ‘Keuze Thuis-woning’ in Andelst hebben bezocht. Vorig jaar juni opende in Andelst een modelwoning om inzicht te krijgen in wat ouderen aan aanpassingen kiezen als zij daardoor langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. De ‘Keuze Thuis-woning’ was een gezamenlijk initiatief van onder andere Woonstichting Valburg, gemeente Overbetuwe, Stichting Samen Zorgen, Platform31, Energiesprong Zorgvastgoed en Driestroom. Door de hele woning waren aanpassingen fysiek te zien of werden via een beamer op de muur getoond. Eind juni sloot de modelwoning haar deuren. In één jaar tijd heeft het ‘KeuzenThuis-huis’ in totaal 1144 kijkers getrokken.

Eindrapportage Gedurende het afgelopen jaar hebben studenten van de Hogeschool Arnhem Nijmegen de gegevens van bezoekers verzameld. Deze zijn nu verwerkt in de Eindrapportage Langer Thuis & KeuzeThuis. Uit deze rapportage blijkt dat ouderen het zeer belangrijk vinden om zelfstandig te kunnen wonen. Zolang ze alles nog zelf kunnen uitvoeren, zijn ze tevreden. “Het grote voordeel van langer thuis wonen omschrijven de ouderen als dat ze vrij zijn en dat ze kunnen doen en laten wat ze willen. Zo houden ze de regie in eigen hand”, aldus de eindrapportage.

Markt De HAN concludeert dat op basis van de onderzoeksresultaten er een markt blijkt voor woningaanpassingen met een behoorlijke investering. Daarbij kiezen woningeigenaren meer voor verdergaande aanpassingen en energiebesparende maatregelen dan huurders. Overigens is er bij deze laatste groep wel een bereidheid om een huurverhoging van € 100 voor maatregelen te betalen waardoor zij langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. “De herkenning en waardering voor combinaties van fysieke, sociale en technische woningaanpassingen zou uitgebouwd kunnen worden in verdere integrale oplossing richtingen en pakketten, gericht

Foto's Petra van Schaik

op opschaling en haalbaarheid”, aldus de onderzoekers in de eindrapportage. Zij stellen verder vast dat er meer voorlichting en verkenning onder ouderen gewenst is om de behoefte goed in kaart te brengen. Lees de volledige eindrapportage op de website van Energiesprong.nl.

Duurzaam Gebouwd Seminars Scholen School vol Energie, een onderdeel van de Green Deal Scholen, werkte mee aan de Duurzaam Gebouwd Seminars Scholen. Tijdens deze seminars eind september en begin oktober werden deelnemers geïnformeerd over nut en noodzaak van schoolverduurzaming. Ook School vol Energie kreeg de nodige aandacht, waarvan programmamanager Olivier Lauteslager het uitvoeringsprogramma toelichtte. Hij werd bijgestaan door één van de vier consortia die een concept voor de Stephanusschool in de Rotterdamse wijk Schiebroek hebben gemaakt. Meer informatie op energiesprong.nl/scholen

duurzaam gebouwd | oktober 2016

49


Feel good inside


Partner uitgelicht Met wifi-aansluiting maakt Xylem zijn pompen klaar voor internet of things

Met pompen bijdragen aan een betere wereld Schoon drinkwater is een luxe. Honderden miljoenen mensen zijn ervan verstoken. Een groot probleem, dat watertechnologiebedrijf Xylem zich aantrekt. Samen met de stichting Planet Water bouwde het bedrijf daarom al zo’n 900 watertorens, die bijna 3 miljoen mensen van schoon water voorzien. Ook door technologische innovaties, zoals smart grid ready-apparatuur, werkt Xylem aan een duurzamere leefomgeving. Tekst: Tim van Dorsten. Beeld: Xylem Water Solutions

Het klimaat verandert. Volgens het KNMI merken we dit met name door de toegenomen buienintensiteit, wat leidt tot wateroverlast in Zuidoost-Azië, maar ook in landen als Duitsland, Frankrijk en Nederland. De maanden mei en juni van dit jaar kenmerkten zich door hevige onweersbuien en extreme regenval. Franse rivieren traden hierdoor buiten hun oevers. En in het Duitse Beieren leidde het extreme weer tot aardverschuivingen. Het KNMI schrijft op zijn website dat deze hoeveelheid neerslag zeer uitzonderlijk was voor de tijd van het jaar, vooral voor de Seine. Dit blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van dit meteorologisch instituut, in samenwerking met collega-instituten in Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Volgens het KNMI zorgt klimaatverandering voor een grotere kans op hevige neerslag. Klimaatmodellen tonen aan dat het harder kan regenen als de atmosfeer meer waterdamp bevat.

Schoon drinkwater en hygiëne Landen in Zuidoost-Azië kampen hier al langer mee. Zij hebben echter ook een ander probleem: een gebrek aan schoon drinkwater. 663 miljoen mensen hebben hier geen toegang toe en 2,4 miljard mensen beschikken niet over een hygiënisch toilet, schrijft Unicef. Toegang tot en het gebruik van schoon drinkwater en hygiëne voor iedereen is dan ook een van Unicefs zeven focusgebieden. Ook watertechnologieleverancier Xylem kent dit probleem. “1,8 miljard mensen drinken water dat niet schoon is”,

‘Sinds 2008 hebben we gezorgd voor ruim 900 watertorens, die zo’n 2,9 miljoen mensen toegang bieden tot schoon water’

vertelt Global Communications Leader CBS & HVAC Segment Richard Boehland. “Daarnaast heeft een op de acht mensen in de wereld geen toegang tot schoon drinkwater en in de helft van de ziekenhuisbedden liggen mensen met ziekten waarvan de oorzaak ligt bij het drinken van vuil water.”

Zorgen voor schoon water Het mondiaal opererende Xylem helpt mee om dit probleem op te lossen. “Wij zijn geen goed doel als Greenpeace of Unicef, maar beschikken wel over maatschappelijke betrokkenheid”, licht hij toe. “Hierbij

duurzaam gebouwd | oktober 2016

51


Pompen met wifi-aansluiting

‘Dankzij een wifi-aansluiting kunnen gebruikers onze pompen onder meer op een smart grid of hun gebouwbeheersysteem aansluiten’ hebben we de missie om wereldwijd voor gemeenschappen in nood veilige watervoorraden te verzorgen en mensen op de hoogte te brengen van de waterproblematiek.” Dit gebeurt onder de noemer Watermark, waarmee Xylem in samenwerking met de stichting Planet Water inmiddels 900 watertorens in landen als China, India, Filipijnen en Colombia heeft geplaatst. “We zijn hiermee in 2008 gestart. Sindsdien hebben we met deze torens ervoor gezorgd dat zo’n 2,9 miljoen mensen toegang hebben tot schoon water.” Klanten van Xylem kunnen bijdragen aan deze torens. Iedere keer als ze een Xylem-product aanschaffen of een cursus van het bedrijf volgen, verzamelen ze waterdruppels. Bij iedere druppel legt Xylem $ 1 apart om een watertoren te bouwen. Boehland: “Zo’n toren zorgt voor 10.000 liter schoon water.”

Strengere wetgeving Sinds 2013 voert de Europese Unie trapsgewijs drie nieuwe richtlijnen in voor een verhoging van de rendementen bij normmotoren, pompen en circulatiepompen. Deze drie richtlijnen moeten leiden tot: • Efficiëntieverhoging van normmotoren • Alleen motoren worden toegepast die een Minimale Efficiëntie Index (MEI) hebben • Circulatiemotoren die onder bepaalde Energie Efficiëntie Index (EEI) blijven

52

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Om zich ervan te verzekeren dat Xylem ook in de toekomst producten blijft verkopen, heeft het bedrijf ervoor gekozen om het nieuwe productassortiment te voorzien van een wifi-aansluiting. “We willen niet meer veel geld uitgeven om de effectiviteit van een pomp met een halve of één procent te verbeteren”, vertelt Boehland. “Met een wifi-aansluiting zorgen we ervoor dat gebruikers onze pompen onder meer op een smart grid of hun gebouwbeheersysteem kunnen aansluiten.” Salesmanager Building Service Harold van Herreveld weidt hierover verder uit. “Nieuwe smart grids bestaan uit een collectief leidingwerk op lage temperatuur. Gebruikers wisselen onderling restwarmte en –koude uit. Door de lage temperaturen in het systeem is er weinig verlies.” De fabrikant in watertechnologie ziet the internet of things namelijk als een belangrijke factor in de toekomst. “Bij ons staat eenvoud altijd centraal”, gaat Boehland verder. “Zo hebben we onze pompen nooit met alle mogelijke functionaliteiten uitgerust. Voor de meeste gebouwbeheerders en facilitair managers is dat niet nodig, ze willen gewoon een goedwerkende pomp.” Door te kiezen voor pompen met een wifi-aansluiting richt Xylem zich volgens Peter Agneborn, Vice President Global Business Unit Director HVAC & Commercial, niet meer enkel op producten, maar vooral op systemen. “Zo dragen we bij aan energie-efficiëntie en CO2-reductie in de gebouwde omgeving. Gebouwen zorgen namelijk jaarlijks voor veertig procent van het energieverbruik en voor zo’n dertig procent van de CO2-uitstoot. Door gebouwen, systemen en producten slimmer te maken, is de milieuimpact lager.”


Partner uitgelicht

Xylem heeft met zijn pompen bijgedragen aan de totstandkoming van de Mall of Scandinavia (zie foto) in Stockholm. Op DuurzaamGebouwd.nl staat het volledige verhaal hierover.

Intelligente, zelflerende software

Europese wetgeving

In Van Herrevelds ogen is de volgende stap dat intelligente en zelflerende software deze smart grids aanstuurt om energieverlies zo veel mogelijk te beperken. “Software die een installatie kan aansturen op basis van weersverwachting, gebruikerspatronen of een installatie laat draaien wanneer de inkoop van elektriciteit het goedkoopst is.” Hierover fantaseert Boehland ook. “De mogelijkheden zijn eindeloos. Zo zouden onze installateurs eerder kunnen weten wanneer een pomp een storing heeft, voordat de gebruiker dit merkt. We weten niet hoe de toekomst eruit komt te zien, maar verwachten dat the internet of things hierin wel een belangrijke rol gaat spelen.” Van Herreveld denkt wel dat dit een zorgvuldige samenwerking tussen partners vraagt. “Zo staan we als Xylem ook in de markt. Wij zoeken bewust naar de samenwerking met partners om gezamenlijk projecten te realiseren. Het liefst zijn we vanaf het begin betrokken om zo mee te werken aan de beste oplossingen.”

Daarnaast werkt Xylem hard om de pompen energiezuiniger te maken, vanwege de strengere Europese wetgeving. “Samen met onze concullega’s hebben we hiervoor gelobbyd”, legt Boehland uit. “Deze wetgeving heeft tot doel om energie te besparen en de CO2-uitstoot te verlagen”, geeft Agneborn aan. Volgens Boehland heeft deze aangescherpte regelgeving echter ook een andere reden. “Het zorgt ervoor dat goedkopere Chinese pompen, die niet zo energiezuinig zijn, minder snel voet op Europese bodem krijgen. Maar hierdoor moeten we wel hard werken om onze eigen pompen aan deze nieuwe wetgeving te laten voldoen.” Desondanks is dit wel nodig, vertelt Agneborn. “Waterpompen zorgen voor tien procent van het elektrische verbruik in een gebouw. Twee derde van de pompen verspilt energie. Door ze bijvoorbeeld te voorzien van een frequentieregelaar, besparen ze al minimaal zestig procent energie.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

53


en daardoor nog beter bestand tegen vervuiling sneldrogend, dus minder mosvorming

Nooit eerder had duurzaam zo’n strak design Beton is eerste keus als het gaat om duurzame dakdekking voor hellende daken. De lage milieubelasting bij productie, de lange levensduur en de recyclingsmogelijkheden vormen een onverslaanbare optelsom. Bij Monier zijn we de uitdaging aangegaan om dit duurzame topproduct een ultrastrak design te geven. Met succes! Een Innoslate-dak vormt optisch vrijwel één naadloos vlak. Daarmee is de Innoslate perfect voor iedereen die niet kan kiezen tussen duurzaamheid en esthetiek.


Rondetafelgesprek

Waardering grondstoffen is sleutel voor circulair financieren in de bouwsector In maart en juni 2016 kwam een vijftiental experts uit de bouwsector bij elkaar op initiatief van Coare. De doelstelling was ambitieus: een financieel model voor circulair bouwen uitvinden. Is dat gelukt? De weg lijkt gevonden. De praktijk moet nu uitwijzen of het de goede weg is. Tekst: Tom de Hoog. Foto's: Robert Tjalondo

De rondetafel start uiteraard met een kennismakingsronde. Direct vraagt gespreksleider Flip Verwaaijen wat de deelnemers benieuwd maakt naar het doel van deze rondetafel. Dat levert enkele opvallende uitspraken op. Bijvoorbeeld van Jan-Willem Leverstein van Coare Groep: “Hergebruiken werkt pas echt als het een cadeautje is. Je moet het verpakken als nieuw of in ieder geval niet als iets wat zijn derde leven heeft. Dat we minder afval willen, daagt dus uit om anders te denken.” Ook AnneMarie Rakhorst van duurzaamheid.nl heeft een agenda:

“Wat mij interesseert is hoe operationeel goede cases opgeschaald en versneld kunnen worden.” Daarnaast komen observaties over de stand van zaken in de sector voorbij. Bijvoorbeeld die van Rutger Schuur van ABN Amro: “Voor veel grote bedrijven is duurzaamheid nog steeds agendapunt acht op de meeting van volgende week dinsdag van twee uur. Om het er dan voor de vorm nog even twintig minuten over te hebben.” Cees van der Spek, van OVG, ziet ook verbeterpunten: “Er zijn erg veel circulaire instanties op dit moment, waardoor je de door de bomen het bos niet meer ziet. Laten we kijken hoe we daar één van kunnen maken.” Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd ziet mogelijkheden: “Leegstand kun je ook als kans zien, het is een eigenlijk een grondstoffenbank.”

Volg het geld Na een ronde met bespiegelingen plaatst Flip Verwaaijen als gespreksleider een kritische noot. “We zijn nu al zoveel jaar met elkaar bezig en is dan het gebouw van Alliander waar zes panden door Thomas Rau aan elkaar gekoppeld zijn - het toppunt? Wat is er dan al die jaren gebeurd? Welk feest hebben we gevierd met elkaar?” Daar haakt

Leverstein (midden): “Hoe voorkom je dat alleen de eerste gebruiker alles betaalt? Dan is er een label nodig met de kenmerken van het product.

‘Hergebruiken werkt pas echt als het een cadeautje is’ Jan-Willem Leverstein duurzaam gebouwd | oktober 2016

55


‘Er is beweging die je niet ziet als je er middenin staat’ Marcel de Boer Marcel de Boer, van de Troostwijk Groep, op in: “Ik denk dat er veel meer gebeurt dan je denkt. Ken je die foto van 5th Avenue uit 1901: allemaal paarden en koetsen en één auto. In 1913 is diezelfde foto weer gemaakt. Je ziet allemaal auto’s en geen paard meer te zien. Er is dus beweging die je niet ziet als je er middenin staat.” AnneMarie Rakhorst vult aan: “Kennen jullie de cijfers van de circulaire economie? Nederland doet het op het gebied van circulariteit erg goed.” Maar er is ook nog veel te doen volgens Rakhorst: “De schaalgrootte waarop we in Nederland dingen doen is te klein. Pensioenfondsen klagen dat er geen projecten zijn waarin ze kunnen investeren. Maak je cross-sectorale projecten, bijvoorbeeld een stad, dan kun je dingen samenvoegen waardoor het groter wordt en pensioenfondsen er ook makkelijker in kunnen investeren.” Rutger Schuur (ABN Amro) ziet dat anders: “Ik denk dat het nu wel heel hard gaat. Ik zeg: ‘volg gewoon het geld’ en als je dan de afgelopen maanden kijkt naar ABP, PGGM, Blackstone en Goldman Sachs, die wereldwijd hebben aangekondigd te gaan investeren in de verduurzaming, dan hebben we het over tientallen of honderden miljarden.”

Kansen voor ‘oude meuk’ Flip Verwaaijen wijst het gezelschap op de bestaande bouw en constateert dat er ook veel ‘meuk’ in ons land staat. Hij vraagt zich af wat daar voor toekomst in zit. Daarop haakt Bas Blokland (Alliander) in: “Wij hebben die ‘oude meuk’ van ons energiepositief gemaakt door met het afvalhout tweeduizend m2 wanden te bekleden. Dat afvalhout is gratis en kan ik zo halen. Het in elkaar zetten en schroeven kostte uiteraard wel een paar centen.” Marcel Troostwijk: “Het gaat om locatie en schaalgrootte. Wij kijken als taxateurs professioneel naar een financieel-economisch model. Dan zie je dat sommige cases gewoon niet uitkomen omdat het pand te klein is of omdat het op de verkeerde plek staat.” Paul de Ruiter van het gelijknamige architectenbureau: “Echte waardeontwikkeling ontstaat omdat je iets moois maakt dat een ander wil hebben en dat op een goeie plek staat in goede samenhang met de stad. Dat levert waarde op. Dat is de kunst van een ontwikkelaar, want daar verdien je geld aan op termijn.” Bas Blokland: “De businesscase die wij bij Alliander hebben klopt ook. De vraag is of je dat soort locaties als een opportunity ziet. Ik snap wel dat pensioenfondsen die normaal over miljarden praten niet in één locatie gaan investeren. Maar als je kijkt naar de totale portefeuille, dan zit daar dertig procent her te ontwikkelen in. De komende jaren komt er heel veel vrij

56

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

in de markt. Er zullen dus continu kansen komen om die slag naar verduurzaming te maken.” Flip Verwaaijen: “Mag ik de conclusie trekken dat circulaire economie alleen van toepassing is op A-locaties?” Blokland: “Nee, want de grond van circulair is dat je blijft gebruiken wat je hebt.”

Circulair (mee)denken belangrijk Cees van der Spek (OVG) meldt een voorbeeld uit zijn praktijk: “Wij hebben een pand van Rabobank in Eindhoven circulair laten slopen. Daar is in plaats van de gebruikelijke zes weken, elf maanden over gedaan. Ik denk dat veertig procent van de materialen die uit dat pand kwamen erin terugkomen, de rest wordt in andere gebouwen toegepast. Deze aanpak is nog niet rendabel, want het is echt ingewikkeld. Het is wel een A-locatie naast het station, dus uiteindelijk rekent die zich wel uit omdat de markt goed is. Daarbij heb je altijd een klant nodig die erin meedenkt.” Flip Verwaaijen: “Is dat een sleutelbegrip, een klant die meedenkt?” Cees van der Spek beaamt dat en Barend Post (AKD) onderschrijft het belang van een sluitende business case: “Partijen moeten vooraf meedenken. Je moet voorwerk doen voordat je naar een financier stapt. Je moet alles weten over indexering, termijn en schaalgrootte. Het besef van een robuuste businesscase is bij veel partijen in de sector nog onvoldoende aanwezig.” Vervolgens komt regelgeving aan de orde. Anne-Marie Rakhorst: “Regelgeving moet aan de kant als het over lage bedragen van financiering gaat. Eigenlijk is de businesscase voor een bank onder de 450 duizend euro niet interessant, die kost het alleen maar geld. Er moet een maatschappelijke roep komen om het toezicht en de regels waaraan banken moeten voldoen om lagere bedragen te financieren een

Noorlander: “Wanden die je na tien jaar gebruik plaatst, zijn goedkoper dan dat je ze voor 30 jaar ontwikkelt.”


Rondetafelgesprek

verwerking. Dat zie ik als een voorwaarde. En dat in combinatie met big data en innovatie.” Dat innovatie gebouwen slimmer maakt is de visie van Marianne Herbert van CGI: “Wij zijn bezig met smart buildingconcepten waarbij een hoop techniek komt kijken. Het gaat om de invloed op productiviteit en efficiency en wat dat gaat doen met de waarde van vastgoed. Het zijn andere parameters dan waarmee je gewend was te rekenen in je financiële model. Er komt data vrij waarmee je veel inzichtelijk kunt maken.”

Op initiatief van Coare kwamen vijftien experts bij elkaar om circulair financieren onder de loep te nemen.

beetje te versoepelen. Juist voor die innovatie is het nodig om die kleine bedragen te kunnen financieren.” Harrie Van Duin, Meijburg & Co-KPMG vult aan: “Er zijn veel overheidsregelingen en faciliteiten. Maar die zijn eigenlijk niet beschikbaar voor de vastgoedmarkt.”

Hergebruik en aansprakelijkheid Hergebruik van gebouwen en materialen is steeds eerder aan de orde volgens Marcel de Boer: “Technologie en maatschappelijke mobiliteitsvraagstukken maken dat de omloopsnelheid van het product vastgoed omhoog moet. Bij een circulaire economie zal je juist die versnelling moeten inbrengen met elkaar.” Jan Willem Leverstein: “Dus een gebouw zo ontwerpen dat het over tien jaar is te vernieuwen. Daar ligt ook de financieringsuitdaging, in het onderkennen dat iets in beginsel ontworpen is met een cyclus van drie, vier of meer levens. Je schrijft dan ook niet in tien of twintig jaar af, maar in vijftig jaar omdat het zich laat hergebruiken. De vraag is wel hoe we voorkomen dat de eerste gebruiker alles moet betalen. Er zal bijvoorbeeld een label nodig zijn met de kenmerken van het product.” Anne-Marie-Rakhorst: “Dat zit in Cradle to Cradle uitgewerkt, die korte en langere gebruikscyclus van een gebouw. Vraag is hoe het met dat eigendom juridisch zit. Als een leverancier failliet gaat, wie is dan is de eigenaar van de grondstoffen?” Wietse Walinga: “Er is een liftenleverancier die nu de eerste lease-lift aanbiedt. Die financiert de oplossing vanuit eigen middelen en zegt het juridisch geregeld te hebben.” Gert-Jan van Doormalen, Saint Gobain, wijst op het doel om een vaste formule te vinden hiervoor: “Wat me bezighoudt is de aansprakelijkheid voor de materialen. We moeten een model ontwikkelen waarin dat altijd is te herleiden. Niet alleen het materiaal, maar ook de handelingen bij

Flip Verwaaijen maakt bij de tweede sessie op 3 juni gelijk duidelijk wat hij wil horen van de deelnemers. ‘Welke uitkomst breng je vandaag mee?’ is zijn vraag. Pieter Noorlander, van Gispen, presenteert daarop een case over de renovatie van de Rotterdamse Schouwburg. “Bij de door ons uitgevoerde renovatie eind 2015 is tachtig procent van het materiaal hergebruikt. Daarbij boden we een aantrekkelijke financiering met een klein deel vooruitbetaald en het grootste deel gedurende de gebruiksperiode van twintig jaar. Ook sloten we een soort pay-per-use overeenkomst die een kortere afbetalingsperiode mogelijk maakt bij hoge bezoekersaantallen.” Gispen is geen eigenaar van de verwerkte materialen en is dat ook niet bij een interieurproject bij Alliander in Duiven. Pieter Noorlander: “We maakten bij Alliander wel afspraken over de restwaarde en we geven een terugnamegarantie.” Bart Blokland is daar helder over: “Er zijn twee redenen waarom wij eigenaar blijven. Ten eerste is de huidige wet- en regelgeving gebaseerd op eigendom. De andere reden is dat we zagen dat onze financieringskosten lager zijn dan bij Gispen.” Vervolgens presenteren Koen Elsing en Blokland, beide Alliander, een visie op circulair materiaalgebruik. Elsing neemt daarin ook de boodschap mee dat bedrijven - en ook Alliander - per direct zouden moeten stoppen met het gebruik van maagdelijke grondstoffen. Over het hergebruik van die grondstoffen zegt hij dat als aanwezige grondstoffen worden gekoppeld aan beursindexen er een - betere - waardering ontstaat. Big data zou dat mogelijk maken. Jan-Willem Leverstein ontwikkelt daarop een idee: “Dan kom je weer uit bij het eigendom van de grondstoffen. Zou het goed zijn om een gemeenschappelijk belang aangaande die waarde te creëren? Om zo een optimaal moment voor terugverkoop te bepalen?” Anne-Marie Rakhorst vraagt: “Hoe vaak komt Troostwijk bij jullie langs, die kunnen toch waarderen en koppelen aan indexen?”

‘Obstakels zitten vooral tussen de oren’ - Harrie van Duin duurzaam gebouwd | oktober 2016

57


ervaar de vrijheid van wit

www.rockfon.nl

ROCKFON Blanka® Een zichtbaar witter plafond.

ECHT WIT | HELDER | SNEL MONTEREN | DUURZAAM


Rondetafelgesprek

Inzicht in voorraad herbruikbaar materiaal De opmerking van Rakhorst is precies in het straatje van Marcel de Boer die vervolgens duidelijk maakt dat door taxatie een gebouw als geheel, maar ook op de onderdelen is te waarderen, als hij maar de informatie krijgt. “We kunnen door taxatie een gebouw richting geven in het economisch verkeer. Daarvoor hanteren we wiskundige berekeningsmethodes. Hoe meer partijen mij informatie leveren over een gebouw, des te beter kan ik mijn berekeningen maken.” Flip Verwaaijen ziet daarin de opening naar hergebruik van materialen: “Als je jouw verhaal het stempel ‘circulariteit’ geeft, kunnen we dat er dan zo in stoppen?” Marcel de Boer: “Geen probleem, de modellen zijn er al. De getallen bij elkaar krijgen is het probleem.” Anne-Marie Rakhorst: “Dat kan bijvoorbeeld met een grondstofinventarisatie zoals Search dagelijks doet.” Wat Richard Klein, van Duurzaam Gebouwd, mist in deze benadering is de mensfactor: “Zo meet je de voorkant van alles maar Troostwijk vraagt niet na een

Verwaaijen tijdens het tweede deel van de bijeenkomst: “Welke uitkomst neem je vandaag mee?”

De deelnemers Bart Blokland (Alliander); Marcel de Boer (Troostwijk Groep); Gert-Jan van Doormalen (Saint Gobain); Harrie van Duin (Meijburg & CO –KPMG); Koen Eising (Alliander); Marianne Herbert (CGI Innovation Center); Jan-Willem Leverstein (Coare Group); Pieter Noorlander (Gispen); Barend Post (AKD); Anne-Marie Rakhorst (Duurzaamheid.nl); Paul de Ruiter (Architectenbureau Paul de Ruiter); Rutger Schuur (ABN Amro); Cees van der Spek (OVG); Wietse Walinga en Richard Klein (Duurzaam Gebouwd).

duurzaam gebouwd | oktober 2016

59



Rondetafelgesprek

jaar aan de medewerkers hoe die het gebouw hebben ervaren.” Marcel de Boer: “Die berekening heb ik ook en die is gebaseerd op productiviteit versus ziekteverzuim.” Dat is echter volgens Klein wat anders dan beleving, maar de Boer licht zijn standpunt toe: “In NEN 8021 zitten al die waarden en daarop baseer ik de risicoparameters en de waardebepaling. Bij de prestatieanalyse kijk ik naar het huidige vastgoed en wat we gaan doen om dat te verbeteren. De vraag is dan hoe ver je wilt gaan. Dus hoever wil het bedrijf gaan vanuit corporate social responsibility en hoeveel wil je dan investeren.”

Meerwaarde van een circulair gebouw Flip Verwaaijen geeft de discussie een zet in de gewenste richting: “In hoeverre is die methodiek van Troostwijk om een gebouw ‘af te pellen’ te koppelen aan een financieringsmodel?” Marcel de Boer: “Dat is niet moeilijk, want mijn methodiek bepaalt uiteindelijk het taxatieproduct waarop de bank financiert. Kijk dus naar het gebouw in zijn geheel en pel het dan af naar onderdelen. Dan durf ik met honderd procent zekerheid te zeggen dat circulaire gebouwen gewoon meer waard zijn.” Flip Verwaaijen veert op: “Je gaat dus met de taxatie door Troostwijk naar de bank en dan is het klaar. Waarom doen we dan zo moeilijk?” Zo eenvoudig ligt het niet volgens Rakhorst: “Er zit een groot verschil in waardering. Waar je naar kijkt voor een enkele stoel – zoals bij Gispen - is iets anders dan wat meegenomen wordt in deze waardering van Troostwijk. Er zit minder in dan dat je er in zou willen zien.” Nogmaals wijst De Boer op de kwaliteit van de input in taxatiemodellen. “Een taxateur kijkt naar de gebouwcalculatie, naar de vervangingsmethode en hij kijkt naar de inkomstenmethode als component van DCF (Discounted Cash Flow). Daaruit maakt hij een risicoanalyse gebaseerd op market adjustment. Hoe beter de input, hoe beter de vertaling naar dit verhaal.” Cees van der Spek ziet mogelijkheden: “Zit daar dan niet het antwoord op de vraag? Volgens mij gaat het om die variabelen en daarvan moeten we kijken hoe dat past in jouw model. Zo bepalen wij bij enkele OVG-gebouwen de waardes over tien jaar als we het gebouw gaan demonteren en daarna weer opbouwen. Dat soort gegevens moeten in het model van Troostwijk gestopt worden en ik denk dat je dan een stap verder bent.”

‘De schaalgrootte waarop we in Nederland dingen doen is te klein’ – Anne-Marie Rakhorst

Rakhorst: “Wat mij interesseert is hoe operationeel goede cases opgeschaald en versneld kunnen worden.”

De weg is gevonden … en nu? Wietse Walinga: “Wat Troostwijk kan doen is onze vraagstelling in de modellen verwerken. Grondstoffen zouden erin kunnen en daaraan een actuele waarde meegeven. Dat staat dan los van of je dat in bv’s doet of wie waarvan eigenaar is. Het voordeel is dat je dan in elk geval de waardering kent en dan is het te financieren, toch?” Zo blijkt aan het eind van twee disccussierondes het gevoel te ontstaan bij de deelnemers dat ze iets vast hebben wat de grondslag kan worden van een circulair financieringsmodel. Data vergaren en afspraken maken over – gezamenlijk en langdurig – eigendom gekoppeld aan een objectieve waardering van te hergebruiken materialen gaan de kern worden van dat financieringsmodel. Niet zomaar maakten de deelnemers aan deze sessies na afloop onderling afspraken om er een volgende stap aan te verbinden. Flip Verwaaijen vroeg bij zijn afsluitende ronde naar ieders ‘take away’: wat is geleerd en wat gaat dat betekenen? Harrie van Duin: “Ik heb het idee dat obstakels veel meer bij mensen tussen de oren zitten dan dat het technisch onoplosbaar zou zijn.” Leverstein ziet zijn ambitie in het nog meer laten renderen van eigenaarschap als producten circulair ingezet worden met de modelaanpak van Troostwijk als basis. Flip Verwaaijen zelf ziet zijn take away als volgt: “De bouwwereld houdt heel vaak de kaarten voor de borst. De kracht en de oplossing zit nu juist in wat hier gebeurt: elkaar informeren over waar je mee bezig bent en kijken hoe je elkaar kunt helpen. Kennis delen dus.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

61


Amerikaanse ondernemer bedenkt regeneratieve wijk

Flevoland krijgt honderd zelfvoorzienende woningen Twee jaar geleden had de Amerikaanse ondernemer en senior technoloog bij Stanford University James Ehrlich als droom om een zelfvoorzienend dorp te maken. Volgend jaar verhuist hij naar Oosterwold, waar eind 2017 honderd woningen naar dit ideaal verschijnen: ReGen Village. “De komende jaren hebben we zo’n 250.000 van dit soort huizen nodig.” Tekst: Tim van Dorsten. Beeld: ReGen Villages

Centraal op zijn stand tijdens de architectenbeurs Biennale in Venetië had het Deense architectenbureau Effekt ruimte gemaakt voor de maquette van het dorp dat verschijnt in het Flevose gebied Oosterwold, zoals James Ehrlich dit had bedacht. Dit ligt tussen Almere en Zeewolde. “Bij de verticale tuinen hadden ze zelfs de moeite genomen om allerlei miniatuurbomen en -planten erin te plaatsen”, kijkt hij enthousiast terug. Hij raakt er niet over uitgesproken. “We hebben daar voor een buzz gezorgd”, vindt hij. “Voor de honderd woningen in dat dorp hebben zich nu zo’n 1.200 geïnteresseerden aangemeld.”

Biologische voedselproductie Zijn idee ontstond twaalf jaar geleden, toen hij onderzoek deed naar biologische boerderijen. “Het viel me destijds op dat die gezinnen niet veel nodig hadden. Ze teelden alles zelf en wat ze teveel hadden, dat verkochten ze. En wat ze extra nodig hadden, kochten ze.” Door diverse onderzoeken en diverse natuurrampen zag hij in dat de wereld op klimaatgebied de verkeerde kant op ging. Tijdens de Solar Decathlon in 2014 zag ReGen Villages in zijn hoofd het levenslicht. “Namens de Amerikaanse universiteit Stanford ging ik die zomer naar Versailles. Daar zag ik twintig energiepositieve woningen. Toen bedacht ik me: als we de biologische voedselproductie, waterzuiveringssystemen, verschillende hernieuwbare energiebronnen en regeneratieve systemen gebruiken, kunnen we wonen en vastgoed veranderen voor de drie miljard mensen die de komende decennia erbij gaan komen.”

62

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Zelfvoorzienende, energieopwekkende woningen Die regeneratieve systemen staan centraal, vandaar ook dat hij zijn vastgoedbedrijf de naam ‘ReGen Villages’ heeft gegeven. “In de dorpen die we gaan bouwen, is de output van het ene systeem de input van het andere”, verklaart hij de naam. “We werken samen met lokale gemeenten om investeringen in fossiele brandstoffen om te zetten in beleggingen in duurzame effecten.” Met zijn vastgoedbedrijf zorgt hij voor offgrid woningen, die dus niet zijn aangesloten op een elektriciteitsnetwerk. “We zorgen voor zelfvoorzienende, energieopwekkende woningen. Om ieder huis plaatsen we een glazen stolp, om de warmte beter te bewaren.”

Bewezen technieken in huizen Hij noemt zijn ReGen Villages de ‘Tesla onder de ecodorpen’. “Voor het eerst integreren we technologie in de huizen. Zo kopen we geen lampen, maar wel verlichting: light as a service. We kopen meer van dit soort diensten in en aan de hand van data willen we de energiebesparing in de huizen steeds verder verbeteren. We laten de huizen

‘In dorpen is the circle of life veel dichterbij’


Interview

Om niet te veel landbouwgrond in te nemen en water te besparen, heeft Ehrlich verticale tuinen bedacht.

van elkaar leren, net zoals dit al met Tesla-auto’s gebeurt. Goede automobilisten zorgen daarbij voor betere data.” Ehrlich zegt wel op een goede manier met die data om te gaan. “We gebruiken de bewoners niet als producten. Het gaat er ons om dat het huis en de klimaatsystemen zo goed mogelijk op hen reageren. Het is ons doel dat iedereen zo efficiënt mogelijk met energie omgaat.” Daarom gebruikt hij zo veel mogelijk bewezen technieken, waarbij circulaire economie een belangrijke rol speelt. “We werken inmiddels samen met bedrijven als Philips, Schneider Electric, Priva en Grundfos. Daarnaast geven we geld uit aan universiteiten zoals Wageningen University, TU Delft en Stanford, zodat zij uitgebreid onderzoek kunnen doen.” De eerstgenoemde universiteit is bijvoorbeeld

druk bezig met nieuwe manieren van voedsel verbouwen. “Om niet te veel landbouwgrond in te nemen en water te besparen, gaan we liever de hoogte in”, legt hij uit. “Met verticale tuinen. Daarnaast gaan we planten telen met water, lucht en mist.” Zijn bedrijf zorgt voor de teelt van groente en fruit. “Hiervoor betalen de bewoners een maandelijkse bijdrage. En als ze meehelpen, dan wordt die bijdrage lager.” Daarnaast voorziet ReGen Villages de bewoners van onder meer konijnenvlees en vis. “Runderen houden we niet, zij verbruiken te veel land en water en zorgen voor te veel afval. Maar als de bewoners die willen, kunnen ze dit natuurlijk gewoon aanschaffen. In een supermarkt buiten dit dorp.”

Na Flevoland volgen… Floriade In 2022 vindt de Floriade in Almere plaats. Met het thema ‘Growing Green Cities’ laat deze wereldtentoonstelling zien wat een ‘groene stad’ behelst. Het gaat om: • Feeding the city: voedselproductie in en om de stad • Greening the city: groen als een cruciaal onderdeel van een levende stad • Energizing the city: gesloten kringlopen, energieneutraliteit en zelfvoorzienende systemen • Healthying the city: streven naar algeheel welbevinden, sociale samenhang, gezond voedsel en nieuwe zorgconcepten

Het Deense architectenbureau Effekt heeft voor de creatie van de diverse huizen gezorgd. Ze zijn te koop vanaf € 200.000. “We hebben een stuk grond gekocht, dat we nu gereedmaken voor de bouw van de huizen en de aanleg van de infrastructuur. In de zomer van 2017 staan de eerste 25 huizen in Oosterwold”, vertelt Ehrlich. “Dan kom ik hier wonen, samen met mijn gezin en enkele andere familieleden. De overige 75 woningen staan hier uiterlijk voor Kerstmis 2017.” En daar blijft het niet bij. Inmiddels hebben diverse NoordEuropese landen hun interesse getoond, zoals in Zweden, Noorwegen, Denemarken en Duitsland. “Deze huizen krijgen waarschijnlijk Scandinavisch grenenhout als basis, dit is een duurzame en dichte houtsoort. Daarnaast

duurzaam gebouwd | oktober 2016

63


Droomwoningen in De Driesprong in Breda 5 energie 0 woningen

ECOLUTION De oplossing voor All Electric concepten in bestaande bouw en nieuwbouw

De Driesprong Hoge mate van comfort, waarbij neutraliteit voor de gebouwgebonden energie is gerealiseerd. All Electric Ecolution ventilatiewarmtepomp Zonnepanelen op dak Elektrische radiatoren De Driesprong in Breda is een samenwerking van Inventum, Okko Project en Hoedemakers Bouw en Ontwikkeling

www.inventum.com


Interview

Om ieder huis komt een glazen stolp, om de warmte beter te bewaren.

Duurzaam Gebouwd Congres Tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres op 16 november in Almere spreekt Marjolein Shiamatey namens ReGen Villages over deze zelfvoorzienende woningen.

kijken we naar phase changing materials. Ook op bouwmateriaalgebied staat duurzaamheid en circulariteit centraal.”

Kleine en hechte gemeenschap Verder heeft hij plannen om naar andere delen van de wereld te gaan. “We hebben inmiddels goede gesprekken gehad in onder meer Maleisië, Sri Lanka en enkele Arabische landen. Als we daar een dorp maken, kijken we naar de plaatselijke bouwmateriaalmogelijkheden. Het idee blijft uiteraard hetzelfde, maar we kijken wel naar de lokale invulling en houden goed rekening met culturele verschillen.”

Met dit soort dorpen verwacht hij dat de wereld weer de juiste kant op gaat. “We hebben gekeken waar mensen ouder worden dan 110, de zogeheten blue zones. In die gebieden houden ze van goed eten en hebben nog steeds een goede verbinding hebben met elkaar en met de natuur. Daarnaast merk ik aan mijn zoontje van 5: hij is het meest in zijn element als hij in de natuur is. Wij zijn dat gevoel vergeten en met ReGen Villages wil ik proberen om dit terug te krijgen. Daarom heb ik gekozen voor een dorp: daar is de gemeenschap klein en hecht met een verbinding naar de natuur. Voor mijn gevoel is the circle of life daar veel dichterbij. Sommige geïnteresseerden hebben zelfs al aangegeven ook een huis voor hun kinderen te willen.”

ReGen Villages is Ehrlichs antwoord op een wereld, die op klimaatgebied de verkeerde kant op gaat duurzaam gebouwd | oktober 2016

65


THE ROAD TO ALL-ELE

ROADTRIP DOOR DE MODERNE STAD

Comfort en prestatie gegarandeerd

Ketensamenwerking

Bewezen NOM-concepten

Co-makers


ECTRIC Alklima neemt u mee op ‘The Road to All-Electric’ Volledig elektrische klimaatsystemen voor tapwater, koeling en verwarming is de bewezen realiteit van vandaag. Alklima, is importeur van Mitsubishi Electric, neemt u mee op een Roadtrip door de moderne stad vol met de meest actuele duurzame elektrische klimaattechnologie. De bedrijfsnaam zegt het al: Mitsubishi Electric richt zich volledig op de energie van de toekomst. Dat wil zeggen: de energie mét de toekomst, want elektriciteit vormt nu al een volwaardige en krachtige bron achter complete klimaatsystemen van iedere schaalgrootte en gebruiksdoel. Onze Roadtrip voert langs woningen, scholen, winkels, hotels en kantoren met elk hun specifieke oplossingen in All-electric en Nul-op-de-meter.

Verhoog BREEAM-score

Renovatie en nieuwbouw

Slim klimaatbeheer

Smart grid ready

ALKLIMA.NL


De boodschap van de empathische woning Stelling: iedereen is voor duurzaam bouwen, iedereen bouwt duurzaam. “Niet waar”, zegt Masi Mohammadi, lector Architecture in Health aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. “We creëren, zonder te kijken naar de effecten en impact op langere termijn.” Met het project ‘Fit the Future’ wil ze komen tot een evidence based prototype woning. Tekst: Wilma Schreiber

Afgelopen maand vond de oplevering plaats van de demowoning van het ‘Fit the Future’-project in Industriepark Kleefse Waard in Arnhem. Dit onderzoeksproject moet leiden tot een woning die dankzij de nieuwste technologieën volledig zelfvoorzienend is. Te denken valt aan energieopwekking en -opslag, volledig gelijkstroom

(lage spanning), hergebruik van afval en (regen)water en zelfs een eetbare wand. Het gaat om de renovatie van een doorsnee rijtjeshuis, waarin mensen oud moeten kunnen worden. Studenten van de Hogeschool ArnhemNijmegen (HAN) en de TU Eindhoven gaan producten voor het interieur ontwikkelen, die bewoners op allerlei

De demowoning moet geheel zelfvoorzienend worden en voorzien in de behoeften van gebruikers.

68

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Interview

Een eetbare wand met beweegbare panelen stimuleert de gebruiker tot eten.

vlak ondersteunen. “Het huis moet voelen wanneer een bewoner iets nodig heeft en tegemoetkomen aan die behoeften”, verklaart Mohammadi, trekker van het project.

Blik bouwwereld verbreden Dit project reflecteert vijf wereldwijde trends: demografische verandering (zoals vergrijzing), verstedelijking, klimaatverandering, globalisering en digitalisering. “Wij willen de uitgangspunten van deze trends combineren in de gebouwde omgeving. Oftewel duurzaam, gezond en slim combineren tot empathisch: het vermogen van de omgeving om te reageren op de gebruiker”, legt ze uit. “Zo wil ik de blik van de bouwwereld verbreden: niet alleen creëren en efficiencyslagen maken, maar het met elkaar steeds meer hebben over de effecten van gebouwen. Met andere woorden, een kritische terugblik organiseren.” Deze aanpak geldt ook haar eigen project. “De boodschap van de empathische woning krijg je pas over twee jaar. Dan weten we of groen gezond is en hoe en of zonnepanelen leiden tot duurzaamheid.”

elkaar te maken. Stimuleert een gebouw duurzaam gedrag van de gebruiker? Die vraag willen we in het Fit the Futureproject onderzoeken: hoe kunnen we bewust groen gedrag van mensen stimuleren met behulp van een ecologische woning.” Uiteindelijk moet dit leiden tot een businessmodel voor effectieve woningbouw: duurzame, gezonde woningen die de gebruiker dienen. “De focus van empathische gebouwen ligt op het duurzame geluk van mensen. Dat begint en eindigt met de bewuste gebruiker. Met onze demowoning willen wij die overgang in gang zetten.”

Interactief vloersysteem Voor de empathische woning zijn met name het functioneel en het zintuiglijk ontwerp bepalend. Denk aan de oriëntatie van het dak op de zon en daglichttoetreding. Een voorbeelden van sensorisch bouwen is een interactief vloer-

Bewust groen De interactie tussen gebruiker en gebouw is cruciaal: tachtig procent van de gebouwkosten zit in de gebruiksfase, waaronder veertig procent energie en dertig procent onderhoud. “De eerste twee hebben veel met

‘Het is tijd dat we bouwers ter verantwoording roepen als zij hun werk niet goed hebben gedaan’

Sensoren in de vloer zorgen voor alarmering als er sprake is van een valpartij.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

69


W EU NI NIEUW: POLY MAX® WORSTVERPAKKING XXL 600 ML Vele professionals in de bouw-, afbouw- en installatiesector vertrouwen op Poly Max® voor vele montage- en lijmklussen. Op basis van behoeften in de markt breidt Bison Professional de succesvolle Poly Max®-range uit met Poly Max® High Tack Express in unieke 600 ml/900 g worstverpakking voor de grotere montageklus. Deze worst heeft ruim twee keer zoveel inhoud als een standaard koker en biedt elke professional maximale prestaties op het gebied van gebruiksgemak, kwaliteit en afvalbesparing. De introductie van de worstverpakking wordt uitgebreid ondersteund met een grootscheepse marketingcampagne inclusief een unieke introductie-actie voor de vakman: een speciale starter kit met 6 worsten, 6 High Tack spuitmonden en gratis worstpistool. De nieuwe Poly Max® worstverpakking is de ideale aanvulling op het professionele montagelijm-assortiment van elke vakhandel. GO TO THE MAX met Poly Max®!

Voor vakwerk pak je Bison.

UNIEKE INTRODUCTIEACTIE! STARTER KIT MET GRATIS WORSTPISTOOL

www.bisonprof.nl


Interview

systeem waaraan studenten momenteel werken. Dit systeem stimuleert dementerenden met lichtsignalen in de vloer om bijvoorbeeld uit bed te komen of naar de badkamer te gaan. “Als een zuster het ene licht uitdoet en het andere aan, volgen zij het licht, zo blijkt uit de praktijk. Zo neemt de woning die begeleiding over.”

‘Een empathische woning voorkomt dat een oudere valt’ Het vloersysteem kan ook helpen om te bewegen door spelletjesachtige vormen of rustgevende signalen af te geven. Om interactie te stimuleren kunnen verder woorden of afbeeldingen, waarop dementerenden doorgaans reageren, op de muur of meubilair worden geprojecteerd.

Vloersysteem Genoemde sensoren dienen ook ter voorkoming van valpartijen - een probleem waar zestig tot zeventig procent van alle dementerende ouderen mee kampt. “Nu gaat een alarm pas af als het kwaad is geschied. Een empathische woning voorkomt dat een oudere valt. We werken aan een prototype van een vloersysteem dat de val kan breken. Wie weet door kleine airbags of een kickback systeem dat mens of rollator tegenhoudt.” Het stimulerend ontwerp is bedoeld om gebruikers uit te nodigen tot groen gedrag. Hiervoor ontwikkelen studenten een eetbare wand. “De panelen van deze wand hebben bijvoorbeeld kruiden of aardbeien, en kunnen bewoners stimuleren tot eten. Dankzij slimme technieken kunnen de panelen schuiven en zo de aardbeien binnen handbereik brengen”, vertelt Mohammadi. “Tijdens de Dutch Design Week (van 22 tot en met 30 oktober in Eindhoven, red) laten we dit product zien.” Ook een groene wand aan de buitenkant van de woning behoort tot de mogelijkheden. “Een natuurlijk groen lamellensysteem dat zorgt voor schaduw. Het vergt weinig onderhoud, want het wordt gevoed door regenwater en groeit niet snel.”

Digitaal paspoort Inmiddels heeft Mohammadi zo’n dertig partijen weten te interesseren voor het project. VBI heeft de woning ter beschikking gesteld, Kuipers Bouw verzorgt het metselwerk en de gevels. De Stichting Kien is aangehaakt om in een later stadium mee te denken over de installatietechniek. Andere bijdragen lopen uiteen van luchtzuivering en kabels tot investeringen. De voordelen voor deelnemers zijn evident, geeft Mohammadi aan. “Het project is een gerichte effectmeting: je krijgt feedback op je eigen product. Verder ontvangt elke deelnemer een digitaal paspoort, dat zichtbaar is voor

Masi Mohammadi: “Te veel woningen zijn weliswaar duurzaam gebouwd, maar niet duurzaam in de gebruiksfase.”

bezoekers van het project. Je product staat in het zonnetje en je toont jezelf een voorloper op het gebied van cocreatie in de bouw.” Eind dit jaar moet de eerste generatie producten in de woning gereed zijn en binnen vijf jaar moet de effectmeting afgerond zijn. “Daarna kunnen we evidence based een empathische woning in de markt zetten - gecreëerd én getoetst.” Dat laatste is cruciaal, vindt ze. “Het is tijd dat we bouwers ter verantwoording roepen als zij hun werk niet goed hebben gedaan. Het is al jaren bekend dat ongezonde gebouwen leiden tot astma, migraine en andere gezondheidsklachten die hoge ziektekosten met zich meebrengen. Dus moeten we de gebouwde omgeving meetbaar maken. Want nu zijn er te veel woningen die weliswaar duurzaam gebouwd zijn, maar niet duurzaam zijn in de gebruiksfase.”

‘Het huis moet voelen wanneer een bewoner iets nodig heeft en tegemoetkomen aan die behoeften’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

71


fotografie Ossip van Duivenbode

Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed Sinds 1 oktober 2016 vindt u de westelijke vestigingen van de Brink Groep bedrijven in Rotterdam Central District (RCD). RCD is het gebied waar internationale en lokale bedrijven, gevestigde namen en start ups, pakken en spijkerbroeken elkaar ontmoeten in een innovatief klimaat. De ‘opgerolde mouwen mentaliteit’ past goed bij onze cultuur. We kozen voor de 6e etage van het Groot Handelsgebouw; het monumentale pand, dat een lange geschiedenis kent van handel en creatieve geesten. Een plek die onze innovatieprocessen stimuleert. Door te kiezen voor huisvesting op een mobiliteitsknooppunt in de Randstad (HSL station) kunnen we onze bedrijfsdoelstelling op het terrein van duurzaamheid bereiken. Naast Rotterdam blijven we u natuurlijk ook van dienst vanuit de locaties Eindhoven en Groningen.

Eén Brink Groep, vier bedrijven

brinkgroep.nl/duurzaam


Advertorial

Brandveiligheid belangrijk bij de renovatie van bestaande kantoorgebouwen Bestaande kantoorgebouwen worden in toenemende mate gerenoveerd en getransformeerd naar gebouwen die aan de huidige eisen voldoen. Ook bij renovatieprojecten staat brandveiligheid voorop. Bij renovatie worden doorgaans andere technische maatregelen toegepast dan bij nieuwbouw om te kunnen voldoen aan de strenge eisen van het Bouwbesluit. Sinds het begin van de economische crisis is in Nederland de leegstand van kantoorgebouwen sterk opgelopen naar boven de 15%. Overheden gaan de leegstand van kantoorgebouwen tegen door het beperken van het aantal locaties voor nieuwbouw. Daarom worden tegenwoordig de mogelijkheden onderzocht of bestaande gebouwen die leegstaan geschikt gemaakt kunnen worden. “Wij constateren ook dat de nieuwbouw van kantoren gedaald is en dat het renoveren en transformeren van bestaande kantoorgebouwen sterk toeneemt”, zegt Ben van Ruiten, hoofd techniek bij Solid Air Climate Solutions, fabrikant van lucht- en klimaatinstallaties en leverancier van brandkleppen. “Bestaande gebouwen worden in veel gevallen volledig gestript. Installaties worden ontmanteld, binnenmuren en de gevel verdwijnt. Vaak blijft alleen maar een betonnen karkas over, dat de basis vormt van het nieuw op te bouwen gebouw.” “Zo’n ‘karkas’ biedt veel weliswaar nieuwe mogelijkheden, maar het heeft op sommige punten ook beperkingen. Die worden duidelijk als over brandveiligheid moet worden nagedacht”, zegt Van Ruiten. “De bestaande sparingen voor luchtkanalen in schachtwanden en brandscheidende wanden zijn veelal ongeschikt voor het plaatsen van een brandklep ín de wand, dus die zullen dan buiten de wand geplaatst moeten worden.” De ruimtes tussen brandklep en wand moeten vervolgens conform de geldende eisen

brandwerend worden aangevuld, vaak met steenwol. Dit om het risico sterk te verkleinen dat brand en rook kunnen overslaan. Van Ruiten: “Leveranciers van brandwerende producten moeten de laatste ontwikkelingen op de voet volgen, omdat de marktomstandigheden snel veranderen.” Voor elke nieuwe brandveiligheidssituatie moet een nieuwe certificeringsronde worden doorlopen. En juist dat wordt soms door ontwikkelaars nog wel eens onderschat, zegt Van Ruiten. “Zo’n traject is behoorlijk tijdrovend en duurt al snel anderhalf jaar. Vaak is de kantoorrenovatie in die tijd al afgerond.” “Een industrieel beeld, door het in het zicht plaatsen van de installaties en het leidingenwerk is tegenwoordig populair, maar dit heeft voor de brandwerendheid absoluut consequenties”, zegt Van Ruiten. “De brandwerendheid wordt door het weglaten van plafonds verminderd. Met de installatie van een sprinklerinstallatie wordt dit gedeeltelijk ondervangen. Dit leidt er tegelijkertijd toe dat minder brandwerende compartimenten nodig zijn.” Daardoor zijn weliswaar minder brandkleppen nodig, maar in zo’n geval wél brandkleppen met sensoren voor koude rookontwikkeling. “Door de huidige trend, waarbij bestaande gebouwen worden gerenoveerd, zullen we dit soort situaties dus steeds meer tegenkomen.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

73


Groene impuls voor jaren 70 wijk Tot een paar maanden geleden was het appartementencomplex Zuringhof (Tilburg) een typisch gebouw van zijn generatie, zowel energetisch als qua uiterlijk. Maar onlangs vierde het complex twee primeurs: het eerste gestapelde gebouw volgens het nul-op-de-meter (NoM) principe in Brabant én het eerste project waar de custom-made gevelbekleding Sto-Ecoshapes is toegepast. Deze prefab stucvormen bieden de mogelijkheid om de gevel niet alleen te isoleren, maar ook driedimensionaal te omkleden. Het kleurgebruik, het RODBHÖ DJD O@SQNNM CD QNMCD UNQLDM DM CD CHDOD MDFFDM F@UDM CD FDUDK LDDQ uitstraling en het complex een ‘aaibaar’ karakter. Meer weten over gevelisolatie in combinatie met Sto-Ecoshapes? www.sto.nl/ecoshapes


Algemeen Vancouver: ’s werelds groenste stad in 2020?

Nederlanders zetten zich in voor groen Vancouver Het Canadese Vancouver bruist van de duurzame activiteiten. De lokale overheid speelt hierbij een belangrijke rol, maar ook inwoners en ondernemers stropen hun mouwen op. Zo is er belangstelling voor zonne- en windenergie, liggen in de supermarkten veel lokale en biologische producten en wordt volop duurzaam gebouwd. Vancouver wil in 2020 namelijk de groenste stad van de wereld zijn. Tekst: Ingrid Rompa

Het Greenest City 2020 Action Plan (GCAP) is groot en ambitieus, knikt Andrea Reimer, waarnemend burgemeester van Vancouver. “Daar hebben we bewust voor gekozen. We willen echter ook dat het uitvoerbaar is. Want een plan dat niet realistisch is, is erger dan niets doen.” De race is vriendschappelijk maar wel serieus, meldt het GCAP. “Want wanneer het een stad lukt, profiteren we daar allemaal van. Voor de volgende generaties is het heel belangrijk dat de aarde vol komt te staan met groenste steden.”

Het idee om de groenste stad van te wereld te worden, is ontstaan in 2007. “Het is een enorme uitdaging”, vindt Reimer. “Veel neuzen staan al dezelfde kant op. Een van de redenen dat dit gelukt is, is dat we niet aan de burgers hebben gevraagd wat we moeten doen, maar aan experts. Vervolgens hebben we het grote publiek gevraagd hoe we daar kunnen komen. En dat werkt. Zowel voor- als tegenstanders begonnen hierover te praten, want beide partijen wisten dat het invloed zou hebben op hun leven.” Inmiddels nemen meer dan 35.000 mensen individueel deel aan het actieplan en 180 verschillende organisaties die ook nog tienduizenden mensen vertegenwoordigen. “Zo laten we de wereld zien hoe succesvol het kan zijn wanneer je je energie in zo’n project steekt. We willen hiermee een voorbeeld zijn voor anderen. Het gaat ons niet alleen om dit programma, maar om het stellen van een gezamenlijk doel. Een doel waaraan iedereen kan bijdragen.”

Energieneutrale gebouwen in 2020 Een belangrijk onderdeel van het GCAP is duurzaam bouwen. De doelstellingen voor 2020 zijn onder meer het verminderen van energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen in bestaande gebouwen met twintig procent ten opzichte van het niveau van 2007. “In 2013 hebben we een prijs gekregen voor onze Green Building Policy”, vertelt ze trots. “Ons beleid is inmiddels nog strenger geworden: we streven in 2020 naar

Gerben van Straaten in Dudoc Vancouver: “Hier zit duurzaamheid veel meer tussen de oren dan bij Nederlanders.”

‘In Canada speelt het behoud van de natuur een veel grotere rol dan in Nederland’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

75


Ecologische voetafdruk verminderen Een belangrijk doel van het Greenest City 2020 Action Plan is de ecologische voetafdruk van Vancouver te verminderen met 33 procent. Sinds 2011 zijn tientallen strategieën en plannen goedgekeurd. De doelstellingen lopen uiteen van het stimuleren van een groene economie, het verminderen van energieverbruik en broeikasgassen tot en met de productie van lokaal voedsel. De gemeente geeft het goede voorbeeld. Ze faciliteert onder meer groene initiatieven en kijkt kritisch naar de eigen bedrijfsvoering. De gemeetelijke gebouwen en voorzieningen worden bijvoorbeeld zo groen mogelijk inricht. Daarnaast zijn er strenge regels voor de energieprestaties van nieuwbouw en er zijn regels vastgesteld om de CO2uitstoot door bestaande gebouwen terug te dringen. Van de belangrijkste doelstellingen is inmiddels tachtig procent voltooid. Zo zijn stappen genomen om het afval te verminderen, meer te recyclen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Een paar resultaten op een rijtje: •

• •

De uitstoot van broeikasgassen is verlaagd met zeven procent. Dat betekent een afname van achttien procent per persoon sinds 2007 Woningen in Vancouver maken gebruik van vijftig procent minder energie dan elders in British Columbia (groene bouwvoorschriften). Vijftig procent meer duurzaam vervoer en uitbreiding van wandel- en fietsnetwerk. Vancouver verzet zich tegen de ‘Kinder Morgan’-pijplijn in verband met de toename olietankerverkeer in de haven van Vancouver en tegen de oprichting van een nieuwe kolen exportterminal in de Fraser River.

energieneutrale gebouwen. We richten ons met ons beleid op bouwen volgens het passiefhuisstandaard. Dat is perfect voor ons klimaat.” De volgende stap is het bouwen van positive energybuildings, vertelt Reimer. “Gebouwen die meer energie produceren dan ze verbruiken met zonnepanelen en windenergie. De energie die op die manier wordt geproduceerd, gebruiken we voor oudere gebouwen die deze mogelijkheden van energie-efficiëntie niet hebben. De positive energybuildings vormen vervolgens samen een netwerk, dat energie levert aan bestaande wijken. Nieuwe wijken worden allemaal gebouwd volgens de hoogste Green Building-standaard.”

Aantrekkelijk maken Momenteel motiveert de lokale overheid burgers in oude huizen isolatie en dubbel glas aan te brengen. “Dat voeren

76

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

we nu voorzichtig in. We maken het nu aantrekkelijk, bijvoorbeeld met belastingvoordelen, maar uiteindelijk wordt het verplicht. We geven mensen echter wel lang de tijd om over te schakelen.” De reacties zijn heel positief, merkt ze. “Dat komt onder meer doordat de woningen hier nu veel waard zijn. Verhoudingsgewijs is zo’n investering dan niet zo hoog.” In Vancouver levert minder energieverbruik veel minder geld op dan in Nederland. “Bij ons is energie goedkoop. Het ziet er echter wel naar uit dat dit in de toekomst verandert. Het is dus verstandig om daarop al vooruit te lopen.”

Duurzame projecten Nederlandse ondernemers dragen graag een steentje bij aan de ambitieuze plannen van Vancouver. Walas Concepts uit Heerlen voert binnenkort een van die duurzame projecten uit: de bouw van duurzame, energieneutrale woningen voor First Nations. “Het is de bedoeling dat zij zelfvoorzienend worden”, licht topman Gerben van Straaten toe. “We maken onder meer gebruik van wind- en zonne-energie, er worden verse producten verbouwd en er wordt aandacht besteed aan werkgelegenheid en opleidingen.” Walas bouwt de woningen voor de Namgis First Nation in Alert Bay op Vancouver Island, een gemeenschap bestaande uit 1.500 mensen. Van Straaten werkt al zo’n dertig jaar samen met First Nations, de oorspronkelijke bewoners van Canada. “We hebben onder meer geholpen met het opzetten van een cultureel centrum en het onderbouwen van economische plannen. Wederzijds vertrouwen is daarbij heel belangrijk”, legt hij uit. “Wij zijn gevraagd voor deze opdracht, dus dat betekent heel veel.” Volgens Van Straaten kunnen Nederlandse ondernemers veel bijdragen aan de wens van Vancouver de groenste stad ter wereld te worden. “De lokale overheid gaat er echt voor. Vooral waarnemend burgemeester Reimer zet zich er enorm voor in. De gedrevenheid om in het beleid maatregelen te nemen die genomen moeten worden, is heel groot. Het beleid wordt echt aangepast.” Een goed voorbeeld is de net-zerogedachte: huizen moeten energieneutraal worden. “Wanneer je echter naar de gemiddelde kwaliteit van een gebouw in Vancouver kijkt, dan lopen ze behoorlijk achter ten opzichte van Nederland. Qua energieverbruik maar ook op het gebied van isolatie. Daarnaast hebben veel gebouwen in deze omgeving nog enkel glas. Nederland heeft met zijn hoge energieprijzen en minimale ruimte innovatie weten te ontwikkelen die hier nog

‘In Vancouver kiezen grote groepen mensen bewust voor een duurzame woning. De overheid legt dat niet van bovenaf op’


Algemeen

Vancouver streeft naar energieneutrale gebouwen in 2020.

nauwelijks aanwezig is. Dus ja, in die zin hebben ze hier nog wel een inhaalslag te maken.”

Nederlandse kennis Om die reden richtte hij een paar jaar geleden Dudoc op: het Dutch Urban Design & Development Centre. Dudoc werkt nauw samen met de Nederlandse commissie van Economische Zaken en de consulaten. “Hier wordt de Nederlandse kennis op het gebied van duurzaam bouwen gebundeld”, vertelt Van Straaten enthousiast. “Ondernemers kunnen onder andere hun producten tentoonstellen en hun klanten rondleiden. Zo maken diverse Canadese partijen op een laagdrempelige manier kennis met alle mogelijkheden.” Chris Heerius is als directeur van Jaga Nederland een van

Stanley Park, het stadspark van Vancouver.

de belangrijkste partners van Dudoc Vancouver en ziet veel mogelijkheden in Noord-Amerika. “Onze producten – verwarming, koeling, ventilatie - zijn toegepast in een groot aantal projecten en de toekomst ziet er rooskleurig uit.” Enkele voorbeelden van interessante projecten in Canada zijn het Ronald McDonald House BC en The University of British Columbia. In Nederland houdt Jaga zich onder meer bezig met (sociale) woningbouw, nieuwbouw en renovaties. “Maar we verwarmen ook grote gebouwen zoals de Raad van State in Den Haag en The Edge in Amsterdam.”

Grotere rol voor natuurbehoud Heerius merkt duidelijk verschil tussen de Nederlandse en Canadese mentaliteit. “In Nederland gaat het vaak over terugverdientijden. In Canada is energie al redelijk goedkoop, omdat ze energiebronnen te over hebben, waaronder waterkracht. Hier speelt het behoud van de natuur een veel grotere rol. Ook bij de mensen thuis is het al veel meer doorgedrongen dan bij ons in Nederland. Blikjes worden bijvoorbeeld allemaal gerecycled. En in de supermarkten liggen veel meer biologische en lokale producten dan bij ons. Canadezen zijn veel meer natuurmensen. Ik denk dat dit wel meespeelt. Veel mannen gaan in het weekend jagen, vissen of hiken en ze hebben bijna allemaal een cottage (buitenhuis, red.) of een boot.” Volgens Van Straaten is de bereidheid van consumenten aan de westkust – Van Vancouver, Seattle en Portland tot en met San Francisco - om duurzaam te leven inderdaad veel groter dan in Nederland. “Hier zit duurzaamheid veel meer tussen de oren dan bij ons. Ze hebben een drive om gezonder en beter te leven dan elders. Het zit voor een deel in de westcoast-mensen zelf. In Vancouver kiezen grote groepen mensen bewust voor een duurzame woning. De overheid legt het dus niet van bovenaf op.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

77



Interview Lezingen van ImpactAcademy helpen duurzaamheidsprofessionals

‘Sociale vergelijking effectiever dan financiële compensatie’ Ondanks de groeiende aandacht voor duurzaamheid, hebben duurzaamheidsprofessionals het nog steeds lastig. Vaak moeten zij extra moeite doen om de directie van hun ideeën en manier van denken te overtuigen, meent duurzaamheidsexpert Lars Moratis. Met zijn colleges via ImpactAcademy wil hij hen helpen. Tekst: Tim van Dorsten

Vlak na een van de colleges die hij met ImpactAcademy organiseert, ontmoet ik Lars Moratis in een brasserie in Utrecht. Hij heeft net het derde college georganiseerd over ‘Antropologie voor duurzaamheid’. “Gerenommeerde deskundigen op het gebied van antropologie dagen de deelnemers op geheel eigen wijze uit. Daarnaast krijgen ze concrete handreikingen voor hun duurzaamheidspraktijk, gebaseerd op gedegen kennis uit en ervaring met cultuur en verhalen.”

Enthousiast, maar kwetsbaar Hij merkt dat zijn colleges nodig zijn. “Ik richt me op duurzaamheidsprofessionals. Ze zijn altijd enthousiast, maar daardoor ook kwetsbaar. Door de aanhoudende weerstand, negatieve reacties en trage voortgang, kunnen zij moeite hebben om hun eigen duurzaamheidsgedachte en –missie vol te houden. En als ze in hun missie falen, dan beschouwen ze dit als een persoonlijk falen. Ik kan het niet met cijfers staven, maar ik denk dat procentueel veel meer dan gemiddeld burnouts plaatsvinden onder duurzaamheidsprofessionals.” Met ‘Antropologie voor duurzaamheid’ is hij afgelopen voorjaar gestart. Daarnaast lopen dit najaar de collegereeksen ‘Psychologie voor duurzaamheid’, ‘Filosofie voor duurzaamheid’ en ‘Storytelling voor duurzaamheid’. Deze

‘Duurzaamheid lijkt op maatschappijkritiek’

colleges organiseert hij nu zo’n 2,5 jaar onder de naam ImpactAcademy. “Ik heb ImpactAcademy opgericht om duurzaamheidsprofessionals nieuwe inspiratie en inzichten te bieden. Met diverse sprekers wil ik hen een impuls geven voor het duurzame denken en doen vanuit bijzondere, vernieuwende en actuele invalshoeken.”

Lage signaalwaarde Duurzaamheid speelt in het Westen een steeds belangrijkere rol. Maar het abstracte karakter van het begrip zorgt voor een aantal terugkerende problemen, ziet Moratis. “Duurzaamheid heeft een lage signaalwaarde. Ik zie aan deze tafel of aan dit vlees niet of het duurzaam is. Ik moet erop vertrouwen dat het klopt wat een fabrikant of kok zegt.” Een ander abstract begrip, dat met duurzaamheid verweven is, is het CO2- en klimaatprobleem. “Onze hersenen werken het best als ze zaken zintuigelijk kunnen ervaren. En wat merken we van het klimaatprobleem? Voor een deel hogere temperaturen en warmere zomers. Dat vinden we toch allemaal prettig? Daarbij raakt de klimaatverandering ons waarschijnlijk niet direct, maar mensen in armere landen zoals in de regio’s Zuidoost-Azië en Afrika wel. Maar dit is aan het veranderen. Naast een nat en onstuimig voorjaar, merken we het nu vooral aan de groeiende hoeveelheid vluchtelingen. Klimaatverandering is daarbij een verklarende factor. En je ziet dat het dan pijn begint te doen.”

Duurzaamheid als maatschappijkritiek Het klimaatakkoord van Parijs eind 2015 helpt hier volgens Moratis niet bij. “Na twee weken onderhandelen staan een

duurzaam gebouwd | oktober 2016

79


Door een spelelement toe te voegen kiezen mensen eerder voor de gezonde keuze (lees: de trap) dan voor de roltrap als minder gezonde keuze. Foto: Victor Aguirre Lopez

paar regeringsleiders vrolijk te zwaaien over een behaald akkoord, nadat diplomaten hierover maandenlang hebben onderhandeld. Mensen ervaren daar een psychologische afstand bij”, stelt hij. “Blijkbaar is klimaatverandering iets van diplomaten en regeringsverantwoordelijken. Mede daardoor spreekt het veel mensen niet aan.” Als derde probleem ziet Moratis dat duurzaamheid lijkt op maatschappijkritiek. “Mensen willen liever bevestigd worden en erkenning krijgen dat ze goed bezig zijn. Dat is lastiger, als je te horen krijgt duurzamer te moeten gaan leven. Daarnaast zijn mensen vaak bang om het bekende te verliezen, als ze niet exact weten wat hiervoor in de plaats komt.” Verder is Moratis ervan overtuigd dat de afgelopen dertig jaar op een verkeerde manier over het klimaatprobleem gecommuniceerd is. “Hierin stonden steeds doembeelden centraal, terwijl het inmiddels bekend is dat deze niet helpen om tot betere oplossingen te komen. Het werkt beter om toekomstbeelden met oplossingen te tonen. Maar blijkbaar is het populairder – ook voor Hollywood –

80

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

‘Duw mensen subtiel in de richting van verduurzaming’

om op een extreme manier de negatieve kanten te belichten.”

Beter zijn dan anderen Het probleem van duurzaamheid ligt in zijn ogen in ieder geval niet op het financiële vlak. “Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat mensen lang niet altijd geldgestuurd zijn. Het is belangrijk, maar ik denk dat we dat overschatten. We willen het vooral beter doen in vergelijking met anderen. Zo gaat een gezin nog beter zijn


Interview

Verhaal achter opdracht Een van de professionals die een college bij ImpactAcademy heeft gevolgd, is Jos Schild, Sustainability Manager bij Royal HaskoningDHV. “Zijn collegereeks ‘Psychologie van de duurzaamheid’ heeft me erg geholpen”, geeft hij aan. “Als ik nu bijvoorbeeld met opdrachtgevers praat, dan wil ik het verhaal achter een opdracht horen. Waaróm wil een bedrijf een duurzaam kantoor bouwen of een gebouw verduurzamen? Het antwoord op die vraag geeft mij meer inzicht in hoe ik de opdracht het best kan aanpakken.” Hij onderscheidt daarin drie aspecten: geld besparen, imago en intrinsieke wil. “Hierbij beschouw ik het besparen van geld als het laagste niveau en de intrinsieke wil als het hoogst.” Verder heeft hij geleerd om voor zijn eigen acties veel minder om toestemming te vragen. “Als ik steeds hierom vraag, laat ik eigenlijk zien niet capabel te zijn voor mijn functie. Door mijn beslissing aan mijn leidinggevende mee te delen en met uitleg te onderbouwen, laat ik zien dat ik erover heb nagedacht. Op basis van mijn gezonde verstand weet ik wanneer ik een beslissing kan meedelen.”

best doen op het gebied van energiebesparing als het ziet dat het in vergelijking met de buren goed bezig is. Iets simpels als een smiley op de energierekening als vorm van erkenning kan hierbij de doorslag geven.” Volgens Moratis koppelen mensen hun identiteit namelijk aan de manier waarop ze naar de wereld kijken. Dit merkt hij bijvoorbeeld bij jonge ouders. “Terwijl ze zelf klant blijven bij een mainstream bank zoals ABN Amro of ING Bank, openen ze voor hun pasgeboren kind wel een spaarrekening bij een bank die inzet op duurzaamheid, zoals ASN of Triodos Bank. Zo geven ze aan dat ze hun kinderen een betere wereld wensen. Het is ook een kwestie van identiteit.” Wijlen Steve Jobs en Elon Musk hebben dat goed begrepen, vindt hij. “Met Apple en Tesla hebben zij voor statussymbolen gezorgd, die ook voor de massa te koop zijn. Het nieuwste model Tesla 3 zal bijvoorbeeld een prijs van € 30.000 tot € 40.000 hebben”, legt hij uit. “Het zijn dan ook steeds de eenlingen, die voor verandering zorgen.”

‘Toon toekomstbeelden met oplossingen’

Nudging en default-keuze Overigens heeft hij zelf ideeën om duurzaamheid beter in de samenleving te laten landen. “Val mensen niet lastig in het streven naar verduurzaming, maar duw ze subtiel in die richting. Dit heet ‘nudging’, naar het Engelse nudge dat duwtje betekent. Bijvoorbeeld als luchtvaartmaatschappijen in hun vliegtickets standaard voor CO2-compensatie zorgen. Klanten moeten dan moeite doen om hiertegen ‘nee’ te zeggen.” Een andere manier is om de default-keuze aan te passen, legt hij uit. “Dit zijn voorgeselecteerde keuzes. Mensen die niet actief zelf willen kiezen, maken meestal de standaardkeuze. Ze willen niet vermoeid worden met alle keuzemogelijkheden. Zo heeft supermarktketen Plus ervoor gekozen om alleen fairtrade bananen te verkopen. Als je dit niet wil, moet je dus naar een andere supermarkt gaan. Maar wie protesteert tegen een duurzaam alternatief als deze marktconform is geprijsd?”

Verstand van weerstand Milieukundige en cognitief psycholoog Anjo Travaille is als docent verbonden aan ImpactAcademy. In zijn workshop ‘Verstand van weerstand’ richt hij zich op de onderwerpen ‘weerstand’ en ‘verleiding’. “Weerstand ontstaat bij een gevoel van oneerlijkheid of tegengestelde belangen. Voor de meeste typen weerstand is een gedeeltelijke oplossing te vinden. Hierbij hoeft geld niet altijd doorslaggevend te zijn. Sociale vergelijkingen werken meestal beter.” Het volledige interview met Travaille is te lezen op DuurzaamGebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

81


Opening doors to business & life www.assaabloyentrance.nl

ASSA ABLOY Entrance Systems Als fabrikant en toeleverancier bieden wij een compleet pakket aan automatische deuren, industriedeuren, snelroldeuren, hangardeuren en laad- en lossystemen van onze eigen productmerken Besam, Crawford, Albany en Megadoor. Naast het leveren van nieuwe installaties, leveren wij ook service, onderhoud en modernisering aan alle soorten en merken toegangsoplossingen. Bel 088 - 059 55 00 voor meer informatie of ga naar assaabloyentrance.nl


EEN DUURZAAM

DUO Omdat Desko u bij de aanschaf al vertelt wat de gegarandeerde hoge restwaarde is op deze DUO werkplek!

Duo werkplekken gemaakt van gebruikt staal! Geproduceerd op Nederlandse bodem bij de VDL groep.

Bij de creatiefase van deze werkplek heeft Desko al gekeken hoe ze in de gebruiksfase makkelijk demontabel zijn, zodat de materialen eenvoudig te scheiden zijn en weer gerecycled kunnen worden.

WWW.DESKO.NL


NIEUW

EĂŠn innovatief profielsysteem voor alle dubbel- en tripleglas oplossingen SOFTLINE 82 NL: het kunststof profielsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor triple glas. Met SOFTLINE 82 NL worden hogere isolatiewaarden bereikt, wat resulteert in een lager energieverbruik en minder CO2 uitstoot. Het dikwandige profiel (wandsterkte klasse A!) zorgt voor vaster zittende schroeven en extra stevige hoekverbindingen waardoor ramen en deuren vele jaren lang perfect

functioneren. Kenmerkend is ook het Dutch design dat past bij

de Nederlandse bouwstijlen van de 20e eeuw.

Meer comfort, minder energieverbruik en 100% recyclebaar: SOFTLINE 82 NL maakt het verschil!

www.vekakozijn.nl


Algemeen

Van links naar rechts: Marianne Davidson, Mart van Kuijk, Onno Dwars en Charlotte Huitink.

Wild durven denken in Wijk 0 Stuur een paar studenten op pad met een vrije opdracht om een nieuwe duurzame stadswijk te ontwikkelen en er komen prachtige plannen op tafel. VolkerWessels Vastgoed daagde studenten van de Universiteit Utrecht uit om hun fantasieën op papier te zetten. “Wij kregen een visie en geen huisjes, boompjes, beestjes. Een stip aan de horizon in plaats van Nul op de Meter. Daar zijn we heel enthousiast over.” Tekst en foto’s: Gerrit Tenkink

VolkerWessels Vastgoed vroeg zes Innovation Sciencestudenten van de SSU Foundation van de Universiteit Utrecht om te brainstormen over de duurzame wijk van de toekomst. Marianne Davidson, vastgoedontwikkelaar en Onno Dwars, hoofd acquisitie en innovatie, beiden werkzaam bij VolkerWessels Vastgoed formuleerden

de opdracht, die in eerste instantie ter plekke door de studenten moest worden ingevuld. Het waren uiteindelijk Mart van Kuijk (inmiddels afgestudeerd in de richting Sustainable Business and Innovation) en Charlotte Huitink (student Energy Science) die na hun presentatie groen licht kregen om hun plan ‘Wijk 0’ verder uit te werken. “Bij het

duurzaam gebouwd | oktober 2016

85


More space for design OPNIEUW DE EERSTE IN INNOVATIEF ISOLATIEMATERIAAL

MORE SPACE FOR EVERYONE .COM


Algemeen

huizen bevindt zich alles wat normaal gesproken in de garage van een huis staat. De riolering en het huishoudelijk afval van de huizen gaat direct via kokers naar deze ‘kelder’ en wordt daar deels gerecycled en gecomposteerd. Compost kan dan weer gebruikt worden voor urban farming. Auto’s, fietsen, maar ook gereedschappen staan in deze kelder.” “En omdat de auto’s onder de huizen staan heb je in de wijk zelf geen wegen nodig, alleen fiets- en wandelpaden. Er blijft zo meer ruimte voor groen en de wijk wordt aangenamer, mooier, maar ook veiliger voor kinderen om op straat te spelen”, vult Huitink aan.

Delen

Charlotte Huitink: “Heerlijk, om niet gehinderd te worden door allerlei kaders. Zelfs op de universiteit krijgen we daarvoor niet de gelegenheid.”

uitzetten van de opdracht hebben we geen beperkingen voor de ontwikkeling van de wijk opgelegd. Niet financieel, economisch, technisch of sociaal. Alles was mogelijk bij deze opdracht. Gewoon lekker wild durven denken”, vertelt Davidson. “En waar we vooral benieuwd naar waren, is hoe jongeren denken over de toekomst. Wat gaat er in hun hoofden om? Zij zijn toch de generatie die bepaalt hoe de inrichting van onze omgeving er over tien of twintig jaar uitziet”, vult Dwars aan. “Studenten zijn in staat om vrij te denken en laten zich nog niet in kaders vangen. Werk je binnen een bedrijf, dan ben je al snel geneigd om beren op de weg te zien. ‘Dit kan technisch niet’. ‘Dat is economisch niet haalbaar’. Dat soort aannames, daar wilden we van af. Eigenlijk hadden we geen verwachtingen. Het ging ons vooral om de manier van denken.” Volgens Dwars zijn de economische formules waarop we momenteel ons bouwen baseren achterhaald en niet langer houdbaar. “We hebben mensen nodig die nieuwe wegen willen inslaan. Het gaat om integrale vraagstukken. Schone lucht, veiligheid, gezondheid en duurzaamheid; het zijn aspecten die we op woningniveau steeds beter onder controle krijgen, maar we moeten groter denken, bijvoorbeeld op wijk- of zelfs stadsniveau.”

Een belangrijke pijler van deze Wijk 0 is het delen van diensten en producten. Dat geldt voor de auto (plannen waar autofabrikanten zoals BMW ook al volop mee bezig zijn), maar ook voor de ladder, de heggenschaar en de boormachine. Van Kuijk: “Als student ben je niet anders gewend. Je hebt geen eigen stofzuiger of trap, dus wil je een schilderijtje ophangen, dan leen je ergens een trap. Waarom zou je een trap kopen als je die maar drie keer per jaar gebruikt? Persoonlijk bezit kun je beter zoeken in de inrichting van je woning of je tuin, bij de producten die aansluiten bij je persoonlijkheid.”

Cohesie Een actueel probleem in het urbaniserende Nederland is de afbrokkelende sociale cohesie. Huitink en Van Kuijk vonden een oplossing in bewegende ringen. “De wijk is opgebouwd uit ringen die onafhankelijk van elkaar

Wijk 0 Na vier weken brainstormen presenteerden Huitink en Van Kuijk hun ‘Wijk 0’, een cirkelvormige wijk, waar het milieu, de sociale en de economische dimensie samenkomen. De wijk is gebouwd op een heuvel. Van Kuijk: “Onder de

Mart van Kuijk: “Waarom zou je een trap kopen als je die maar drie keer per jaar gebruikt?”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

87



Algemeen

kunnen schuiven, zodat er een mogelijkheid is om de ringen, bijvoorbeeld jaarlijks, te laten verschuiven, zodat je steeds weer nieuwe buren krijgt.” Ook hier ligt de vergelijking met het studentenleven voor de hand. Ook in de studentenhuizen wisselt de bezetting per studiejaar en volgens Van Kuijk en Huitink is dat geen probleem op het moment dat je je daar op instelt. “Op deze manier maak je kennis met verschillende culturen en achtergronden en dat zorgt voor meer verdraagzaamheid en een groter gevoel van veiligheid.”

WECO In Wijk 0 hebben bewoners een verantwoordelijkheid voor hun eigen leefomgeving. Om die betrokkenheid te stimuleren bedachten Huitink en Van Kuijk het online valutasysteem WECO. “WECO is gekoppeld aan de waarde die de bewoners aan de wijk toevoegen. Door het besparen van energie kan een bewoner WECO’s verdienen, die hij dan weer kan uitgeven aan bijvoorbeeld autogebruik. Maar er zijn ook WECO’s te verdienen door je buurman te helpen bij zijn belastingaangifte of door een schoonmaakactie in de buurt. In Wijk 0 heeft iedereen een toegevoegde waarde, die gedeeld kan worden, zodat iedereen kan profiteren van elkaars kwaliteiten. Een allochtone bewoner, die op gezette tijden kookt voor zijn buren of een student die ouderen helpt bij het onderhoud van een moestuintje of als kinderoppas fungeert. Ieder draagt zijn steentje bij, maar doe je meer dan de rest, dan

Marianne Davidson: “Alles was mogelijk bij deze opdracht. Gewoon wild durven denken.”

krijg je daar extra WECO’s voor. Maar belangrijker dan de WECO’s is de cohesie die op deze manier ontstaat.”

Verduurzaming Wat opvalt in dit plan is dat er nauwelijks gesproken wordt over verduurzaming, maar volgens het viertal speelt dit in de wijk van de toekomst ook geen rol meer. Dwars: “Over tien jaar bouwen we nog uitsluitend energieneutrale of energieleverende woningen. De technische invulling daarvan zijn we dan al voorbij.”

En nu?

Onno Dwars: “Schone lucht, veiligheid, gezondheid, duurzaamheid. Het zijn aspecten die we op woningniveau steeds beter onder controle krijgen, maar we moeten groter denken, bijvoorbeeld op wijk- of zelfs stadsniveau.”

Op het moment dat Van Kuijk en Huitink vertellen over hun Wijk 0 spat het enthousiasme er vanaf. Veel vragen zijn nog niet beantwoord, maar daar gaat het volgens Dwars en Davidson ook niet om. Davidson: “Bij VolkerWessels Vastgoed kijken we verder dan het bouwen van een huis of kantoorpand. Het gebouw is slechts een randvoorwaarde. Als groep hebben we daarbij de mogelijkheid om kruisverbanden te leggen. We zijn bezig met de totale omgeving en daarbij willen we kijken naar het welbevinden van de mens, dus geluk en gezondheid.” Dwars: ”Waar staan we over 20 jaar en hoe ziet onze leefomgeving er dan uit? Juist daarom zijn we blij met deze visie. Veel punten in het plan zijn niet uitvoerbaar, maar daar gaat het niet om. Er zijn ook aanknopingspunten en het plan geeft een heel mooi beeld van hoe jeugd tegen de toekomst aankijkt. Daar ging het ons in eerste instantie om.” Huitink en Van Kuijk kijken met een goed gevoel terug op deze opdracht. Huitink: “Het is heerlijk om niet gehinderd te worden door allerlei belemmeringen. Zelfs op de universiteit krijgen we daarvoor niet de gelegenheid. Ook daar moet alles al binnen kaders en liggen de readers klaar, waarin staat waaraan je moet voldoen. Dit gaf ons absolute vrijheid om los te gaan.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

89


BUVA realiseert de hoogste EPCreducties op ventilatie en verwarming in Nederland! De BUVA Q-Stream en SmartStream Lux woonhuisventilatoren en EcoHeat combiketel zijn de beste keuze.

• Schoon • Stil • Duurzaam

• Veilig • Hoogste wooncomfort voor de bewoners


Algemeen Lara Muller over de vergeten ‘P’ in vastgoed

Het vastgoedkeurmerk voor gezonde mensen Over groener vastgoed, met de P’s van profit en planet, wordt al jaren gesproken. Maar waar is de P van people? Die is in aantocht met het certificaat dat uit de Verenigde Staten is overgewaaid: WELL. “Gezonde gebouwen zetten mensen in hun kracht”, vindt Lara Muller van Blue Building Institute. Tekst: Ton Verheijen

“Geef me tien minuten”, zei Lara Muller in Parijs tegen CEO Paul Scialla van de Amerikaanse nieuwkomer Delos, dat het WELL-certificaat heeft ontwikkeld. Ze was vastberaden. En hoewel Scialla nauwelijks tijd had vanwege een belangrijke meeting, wilde Muller per se weten wat hem dreef om met Delos de vastgoedhemel te bestormen. Scialla vertelde Muller hoe WELL stress, obesitas en chronische ziektes te lijf gaat. Als eerste WELLgecertificeerde gebouw ter wereld is het hoofdkantoor van de internationale vastgoedorganisatie CBRE hiervan het bewijs, met ergonomische werkplekken, een stretchroom, yogalessen voor iedereen, een gezonde snackcorner, uitnodigende trappen, fitnessapparatuur, faciliteiten voor staand vergaderen, monitoring van CO2-niveau en luchtvochtigheid, constante toevoer van verse buitenlucht, uitgekiende akoestiek, daglichttoetreding en nog veel meer. Het personeel van CBRE beweert gezonder, coöperatiever en productiever te zijn geworden.

klachten grijpen als epidemieën om zich heen en van ons bruto binnenlands product gaat 12,9 procent naar de gezondheidszorg. Als we die situatie kunnen verbeteren, pakken we enorme winst. Dan bepalen mensen of organisaties succesvol zijn.”

Geluksarchitecten Ook Nederland heeft gezonde gebouwen nodig. “We brengen negentig procent van onze tijd door in gebouwen”, vertelt Muller. “Maar hoe vitaal voelen we ons daar? Volgens een recent rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is veertig procent van de beroepsbevolking chronisch ziek in 2030. Unilever is een kruistocht begonnen tegen depressiviteit. Zitten is het nieuwe roken. Stress, obesitas, diabetes en psychische

‘De economische crisis is een morele crisis geworden. Dit is het moment voor verandering’

Lara Muller: “De ‘P’ van people moet in het businessmodel van de vastgoedsector komen. Met WELL hebben we een methodiek gevonden om dat te realiseren.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

91


‘De titel van het boek ‘An Architecture of Happiness’ zegt precies waarin ik geloof’

Platform GRESB Sinds begin dit jaar is WELL onderdeel van Global Real Estate Sustainability Benchmark (GRESB), een platform dat geïnitieerd is door de Nederlandse pensioenfondsen APG en PGGM. Hierbij zijn wereldwijd 55 grote vastgoedbeleggers aangesloten. Dit platform bevraagt jaarlijks vastgoedeigenaren over hun activiteiten met betrekking tot duurzaamheid. Ook de onderwerpen ‘gezondheid’ en ‘vitaliteit’ zitten voortaan in de vragenlijst. GRESB wil weten wat de vastgoedsector doet voor gezondheid en of het verstandig is om in een project te investeren. “Health is de volgende megatrend, maar ook een enorm risico voor de vastgoedsector”, weet GRESB-topman Nils Kok. “Daarom hebben we de gezondheidsmodule opgenomen in ons programma.”

de vastgoedsector nieuw leven in te blazen. “Blauw is het nieuwe groen. Gezonde gebouwen hebben de toekomst. Het design van gebouwen heeft aantoonbaar invloed op het functioneren van mensen. Tal van onderzoeken tonen dat aan. Dus moeten we huurders en eindgebruikers eindelijk weer centraal stellen. We moeten nu beginnen en niet uitstellen tot 2020 wat we op dit moment kunnen aanpakken.”

WELL-piramide

Als mensen gezonder, vitaler, creatiever en productiever worden, zijn de investeringen in een gezond gebouw snel terugverdiend, betoogt ze. Om haar vastberadenheid te framen haalt ze de filosofische literatuur erbij. “Ken je het boek ‘An Architecture of Happiness’ van de filosoof Alain de Botton? Die titel zegt precies waarin ik geloof. Gebouwen hebben invloed op gezondheid en geluk. De ‘P’ van people moet in het businessmodel van de vastgoedsector komen. Met WELL hebben we een methodiek gevonden om dat te realiseren.”

Van economische naar morele crisis Muller werkte tot voor kort bij vastgoedbedrijf Corio. Inmiddels start ze als zelfstandig ondernemer nieuwe initiatieven op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onder de vlag van Blue Building Institute, een platform voor professionals rond het thema ‘gezonde gebouwen’, zet ze WELL in Nederland op de kaart. “Juist nu! De economische crisis is een morele crisis geworden. Dit is het moment voor verandering.” Op seminars en congressen draagt ze dit verhaal uit om

92

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Hoe te beginnen? Muller ging op zoek naar “iets concreets”. Ze sprak met professor Michael Porter van Harvard University over shared value en win/ win/win-situaties. Ze bestudeerde dikke stapels met businessmodellen van organisaties in diverse sectoren die het fundamenteel anders doen en daaraan nog goed verdienen ook. Uiteindelijk kwam ze terecht bij Paul Scialla, die met Delos gezonde gebouwen op de agenda wil krijgen. In dit Amerikaanse bedrijf werken gedragswetenschappers, experts op het gebied van gezondheid en bewegen, designers, technologen en voedingsdeskundigen samen voor gezonde gebouwen. De gezondheidspiramide van een WELL-gecertificeerd gebouw bestaat uit zeven lagen: lucht, water, voeding, licht, vitaliteit, comfort en – in de top van de piramide – een gezonde geest. De zo complexe vastgoedproblematiek, stelt Muller, is daarmee teruggebracht tot een eenvoudig en helder concept. “Het is heel goed uit te leggen. Voor mij was dat een van de randvoorwaarden om eraan te beginnen.”

Maatschappelijke betrokkenheid De HR-managers van organisaties spelen een sleutelrol. “Traditioneel gaan vastgoedbedrijven eerst bij de facility manager op de koffie. Ik ga eerst met de HR-manager in gesprek en daarna pas met de facility manager en

WELL-certificaat op de markt Het Amerikaanse bedrijf Delos heeft het WELLcertificaat ontwikkeld en dit – via het International WELL Building Institute – in november 2014 in de Verenigde Staten op de markt gebracht. Met het certificaat is het effect van gebouwen op de gezondheid objectief meetbaar geworden.


Algemeen

betekent een streepje voor bij de aangesloten beleggers, die vaak ook financier of aandeelhouder zijn. De vastgoedeigenaren zijn opdrachtgevers van ontwikkelaars, bouwers, facilitair managers, et cetera. Hun beleid is bepalend voor de inhoud van de opdrachten.”

Kolom oplijnen

Het hoofdkantoor van CBRE in het Amerikaanse Los Angeles. Dit is het eerste WELL-gecertificeerde gebouw ter wereld. (Foto: Coolcaesar op Wikipedia)

Muller zoekt partners die snappen dat succesvol zijn staat of valt met vitaliteit, creativiteit en productiviteit. Ze heeft haar argumenten paraat. “Wist je dat 94 procent van de balans van een gemiddeld bedrijf uit ‘loonkosten’ bestaat, 5 procent uit ‘huur en onderhoud’ en 1 procent uit ‘energie’? De vastgoedsector maakt zich vooral druk over die ene procent voor energie. Ik zeg: haak nou eindelijk eens aan op issues waarvan huurders echt wakker liggen. Trek daarmee huurders aan en hou ze vast. Zo winnen bedrijven de ‘War on Talent’, die in alle hevigheid is losgebarsten. De overwinnaars van morgen zijn degenen met de beste mensen. Zonder gezond, gemotiveerd en productief personeel kunnen ze het vergeten.” Nederlandse gebouweigenaren met een WELL-certificaat zijn er nog niet. “Het certificaat is de laatste stap, een onafhankelijke toets die de geloofwaardigheid van een gebouw op menselijk vlak vergroot. Daarvoor moeten we de hele kolom oplijnen: beleggers, eindgebruikers, huurders, vastgoedeigenaren, beheerders, leveranciers, verzekeraars en arbo-artsen. Dat gaat lukken, daarvan ben ik overtuigd.”

financieel directeur. Ik selecteer organisaties zoals scholen, kantoren, woningen en zorginstellingen op hun mate van maatschappelijke betrokkenheid. Daarin moeten ze al slagen hebben gemaakt.” Naast gebouweigenaren en huurders moeten ook eindgebruikers achter WELL staan voor voldoende draagvlak. Ook de aanbodkant, zoals Muller die noemt, moet goed aansluiten op de ambities. Architecten, bouwbedrijven, installateurs, technisch adviseurs, cateraars en schoonmaakbedrijven moeten een zekere mate van sociale betrokkenheid in hun DNA hebben, in concepten en behoeftes kunnen denken en kunnen samenwerken in een consortium. Hebben ze al die kwaliteiten niet in huis, dan is de kloof te groot en wordt het een zinloze exercitie om er energie in te steken.

‘Haak nou eindelijk eens aan op issues waarvan huurders echt wakker liggen’

Best presterende vastgoedpartijen Als financiers van de vastgoedsector willen pensioenfondsen volgens Muller straks alleen nog investeren in de best presterende vastgoedbedrijven. “Vanuit een risicoperspectief willen zij alleen nog beleggen in de best scorende partijen, de zogeheten green stars. Gebleken is ook dat GRESB (zie kader) grote invloed heeft op de keuzes van de beleggers op het vlak van duurzaamheid. Immers, een goede score in de benchmark

WELL in Nederland Een overzicht van projecten met een WELL-certificaat vindt u op DuurzaamGebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

93


Meer dataverbruik vergt een passende data-infrastructuur. Het dataverbruik neemt in alle huishoudens snel toe. Bijvoorbeeld door intensief gebruik van het internet, het bekijken van films en video’s, maar ook door het gebruik van bewakings- en zorgsystemen. Dit maakt het volgens Comelit noodzakelijk dat de gebruiker kiest voor een passende data-infrastructuur.

ViP-deurintercom integreert met elk toekomstbestendig netwerk. Als de gebruiker goed nadenkt over het juiste netwerk in een wooncomplex voor CAI, internet-telefonie en deurintercom, hoeft er twintig tot dertig jaar niet opnieuw te worden geïnvesteerd in de data-infrastructuur. Hoe zorgvuldiger dit gebeurt, hoe rendabeler de investering. Een mooi voorbeeld is het door Comelit ontwikkelde ViP-deurintercomsysteem, dat naadloos integreert met elk duurzaam IP-netwerk.

Glasvezel tot aan de woning voor IP-infrastuctuur. Als lid van het expertpanel van Duurzaam Gebouwd, adviseert Comelit om voor een IP-netwerk altijd glasvezel toe te passen tot aan de woning. In de woning kan dan de bestaande of nu nog ‘normale’ infrastructuur worden gebruikt. Voordelen: deze netwerken kunnen overal worden gelegd en zijn niet beïnvloedbaar door de omgeving. In de brochure ‘Helderheid door Glas’ geeft Comelit haar visie over IP-infrastuctuur. Vraag deze aan via info@comelit.nl

Een doordacht en betrouwbaar netwerk dat twintig tot dertig jaar meegaat.

Passion.Technology.Design.

www.comelitgroup.com


Technisch Project Advies helpt u o.a. bij: · Advies op maat voor warmtepompsystemen · EPC-verlaging door juiste toestel/ installatiekeuze · Verbetering van het energielabel · Advies in all-electric oplossingen · TPAonline : bespreken, delen en samenwerken via een videogesprek met uw Technisch Project Adviseur

Uw partners in duurzame warmtepomp oplossingen

www.vaillant.nl

www.awb.nl


GEVEL ISOLATIE SYSTEMEN In ruim 35 jaar hebben onze adviseurs talloze adviezen op het gebied van gevelisolatiesystemen uitgebracht bij nieuwbouw- en renovatieprojecten. We vinden het geweldig om u hierin te kunnen ondersteunen: van inspiratiefase tot aan de daadwerkelijke realisatie van het gevelisolatiesysteem. Samen laten we zien hoe mooi duurzaam kan zijn! Laat u inspireren op www.strikotherm.nl!


Algemeen LEED Platina is haalbaar

Slimme oplossingen verduurzamen datacenters In een tijd waarin ieder bedrijf voor veel zaken afhankelijk is van ‘data & ICT’, wordt het steeds belangrijker dat de hiervoor benodigde datacenters betrouwbaar functioneren. Energie-efficientie wordt steeds belangrijker vanuit duurzaamsheidsperspectief en oogpunt van kostenbesparing. Deerns ontwikkelde in het kader van duurzaamheid diverse oplossingen die het energieverbruik en bouwmaterialen reduceren. Tekst: Ing. Marjolein de Wit-Blok

ICT in Nederland is verantwoordelijk voor acht procent van het totale energieverbruik. Datacenters zijn ruimtes of gebouwen waarin alle ICT-apparatuur is ondergebracht die kritische ruimtes kan zijn voor de bedrijfsvoering. Kleine bedrijven hebben als datacenter vaak een aparte, geconditioneerde ruimte ingericht waarin één of misschien twee serverracks staan. Bij grotere bedrijven en bedrijven waar computers een centrale rol spelen – denk hierbij aan Google, Facebook, grote logistieke centra, universiteiten, onderzoekscentra en ziekenhuizen – nemen datacenters veel meer plaats in en worden aparte gebouwen gerealiseerd. In deze gebouwen zijn uiteenlopende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat deze apparatuur – die voornamelijk bestaat uit een groot aantal servers – altijd goed en veilig kan werken. Hiervoor is een tweetal zaken van cruciaal belang: de stroomvoorziening en de koeling. In dat kader beschikken datacenters over back-up stroomvoorzieningen en een veelal redundant uitgevoerd klimaatsysteem waarin koeling de belangrijkste plaats inneemt. Maar ook automatische brandblussystemen en beveiliging vormen belangrijke elementen. In traditionele datacenters geldt dat voor iedere vierkante meter computerapparatuur er ongeveer 4 m2 nodig zijn voor het onderbrengen van de benodigde logistieke en technische systemen. Een schematische voorstelling van een datacenter is te zien in figuur 1: vermogen (elektrische energie) en koeling worden ingevoerd waarna data en warmte als eindproduct naar buiten komen.

Figuur 1: Een datacenter is te beschouwen als een ‘black box’ waar vermogen en koeling in gaan en data en warmte de output vormen.

Van betrouwbaarheid tot duurzaamheid Karl van Ginderdeuren, International Datacenter Practice Director bij Deerns in Rijswijk (onder andere gespecialiseerd in het ontwerpen van datacenters): “De afhankelijkheid van data neemt in de huidige tijd alleen maar toe. De meeste bedrijven realiseren zich gelukkig terdege dat het uitvallen van hun computersysteem kan leiden tot enorme – financiële – schade in de vorm van onder meer een lagere productie, imagoschade, boeteclausules door te laat leveren, Enzovoorts. Een recent voorbeeld hiervan is Delta Air Lines die door een stroomuitval op het hoofdkantoor in Atlanta wereldwijd 2300 vluchten moest annuleren met een verwachte schadepost van 150 miljoen dollar tot gevolg. Dat betekent dat logischerwijs de betrouwbaarheid van een datacenter op nummer 1 van de eisenlijst staat. Het streven naar een datacenter dat letterlijk nooit uitvalt, is in deze wereld niet ongewoon.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

97


De eisenlijst wordt verder aangevuld door de mogelijkheid om eenvoudig aanpassingen te doen in het datacenter (2) en het maximaliseren van de waarde/kosten ratio (onder andere voor de aandeelhouders) (3). Op de vierde plaats staat een toenemende aandacht voor het minimaliseren van de impact op de omgeving en het milieu. Dit in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen en de eindigheid of vervuilende invloed van veelgebruikte energiebronnen. De aandacht voor de diverse thema’s verschilt overigens per bedrijf, waarbij alle vier de thema's van belang zijn. Waar een bank bijvoorbeeld voornamelijk oog heeft voor betrouwbaarheid maar ook duurzaamheid in het kader van hun imago, zullen investeerders waar voornamelijk staat moet 'eerder' staan kijken naar de kosteneffectiviteit en ROI.”

Power Usage Effectiveness Kijken we naar duurzaamheid, maar ook naar kosten, dan ligt de focus bij datacenters vooral op het verlagen van het energieverbruik. Dit energieverbruik is op te delen in

een relatief klein deel voor de elektrische en mechanische systemen in het gebouw (transformatoren, generatoren als backupsystemen, verlichting en koeling) en het grootste deel voor de ICT-apparatuur zelf. Het benodigde vermogen voor de ICT-apparatuur is voor Deerns een gegeven waarin het bedrijf geen of beperkte optimalisatiestappen kan maken; het reduceren van het energieverbruik van de elektrische en mechanische installaties in het gebouw daarentegen wel. De verhouding tussen het elektrisch vermogen dat wordt gebruikt door de gebouwgebonden installaties en het vermogen dat de ICT-apparatuur nodig heeft, wordt in de wereld van datacenters gedefinieerd als de Power Usage Effectiveness (PUE) van een datacenter. Daarbij opgemerkt dat in de PUE niet het watergebruik voor bijvoorbeeld koeling wordt meegenomen. Om de PUE te minimaliseren zal in eerste instantie worden geprobeerd het energieverbruik te reduceren om vervolgens de benodigde energie zo efficiënt mogelijk in te zetten. In het kader van duurzaamheid ligt de focus bovendien op het zo duurzaam en kostenefficiënt mogelijk produceren van koud water / koude lucht voor de koeling en het zo optimaal mogelijk hergebruiken van de warmte die een datacenter produceert.

Oplossingen

“Het streven naar een datacenter dat letterlijk nooit uitvalt, is in deze wereld niet ongewoon.”

De huidige generatie datacenters profiteert van elektrotechnische installaties die door technische ontwikkelingen steeds efficiënter worden. Foto’s: ttsp hwp seidel

98

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Energiebesparingen zijn onder meer te realiseren bij de koeling van het gebouw. Daar waar vroeger waterof luchtgekoelde systemen werden ingezet (inclusief bijbehorende koeltorens), wordt nu veel meer gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de directe omgeving biedt. Datacenters die bijvoorbeeld in de buurt van een rivier of een zee staan, kunnen gebruik maken van dit water om via platenwarmtewisselaars met 100% vrije koeling te koelen. Dit type koeling is inmiddels breed toegepast in de gebouwde omgeving (onder andere in Duindorp en bij hotels in de Caribbean) maar is niet geschikt voor ieder klimaat. Er moet immers voldoende ‘koelte’ beschikbaar zijn die in sommige gebieden pas op een relatief grote diepte in het water is te vinden. Afhankelijk van de locatie, het type datacenter en of er voeldoende koelcapaciteit aanwezig is in het nabijgelegen water, wordt soms alsnog gekozen voor het plaatsen van een koelsysteem als backup voor dagen waarop het extreem warm is. Bij een geschikte bodem is het tevens mogelijk gebruik te maken van een WKO (warmtekoude opslag). De geschiktheid wordt in deze bepaald door de aanwezigheid van de zogenaamde watervoerende lagen die aquifiers worden genoemd. Wanneer deze beschikbaar zijn, bestaat de mogelijkheid een koude- en een warme bron te slaan. De koudebron neemt in de zomer een deel van de koeling voor zijn rekening en wordt in de winter gevoed door de klimatologische omstandigheden boven de bodem. Voor de warmtebron geldt het tegenovergestelde.


Algemeen

Duurzame datacenters kunnen vandaag de dag in de LEED-categorieën ‘Gold’ en ‘Platinum’ vallen. Foto: ttsp hwp seidel

Verder profiteert de huidige generatie datacenters van elektrotechnische installaties die door technische ontwikkelingen steeds efficiënter worden; dit geldt onder meer voor verlichting (LED) maar ook voor het stroomverbruik van de back-up systemen (UPS-systemen).

Hergebruik warmte Tot slot is het ook mogelijk de koeltevraag en warmteproductie in relatie tot hun directe omgeving te zien. In deze bredere context is bijvoorbeeld de geproduceerde warmte opnieuw te gebruiken voor het verwarmen van bijbehorende kantoor- of universiteitsgebouwen of het kassencomplex van de buurman. Hierbij zijn uiteraard intelligente logistieke systemen (smart grids) nodig die de verdeling van de warmte voor hun rekening nemen. Het concept is veelal terug te vinden in ontwerpen voor toekomstige ‘smart cities’ maar wordt ook op kleinere schaal succesvol toegepast.

Cube concept Van Ginderdeuren: “Op dit moment zijn we bezig met het realiseren van volledig nieuwbouw datacenters volgens het zogenaamde ‘cube concept’. Hierin hebben we als ingenieursbureau een specifieke nadruk gelegd op duurzaamheid en werken we volledig in BIM (Bouw Informatie Model). We reduceren hiermee niet alleen de faalkosten, maar letten ook specifiek op het materiaalgebruik. Duurzaamheid gaat immers niet alleen om energie-efficiëntie maar ook om het reduceren van

materiaalgebruik en de mogelijkheid om de toegepaste materialen in een later stadium te kunnen recyclen.” Op basis van deze ontwerpmethode is een modulair concept ontwikkeld dat onder meer opvalt door de toegepaste staalconstructie en het samenvoegen van alle infrastructuren (waterkoeling, elektriciteit en datanetwerk) in één laag. Doordat deze laag zich tussen twee verdiepingen bevindt, voorzien de infrastructuren twee verdiepingen tegelijk in hun behoefte aan koelte en stroom. Om de koude van het water in de ruimtes te brengen is gebruik gemaakt van warmtewisselaars die op een slimme manier zijn geïntegreerd op de serverracks. Het samenbrengen van de infrastructuren in één laag, en het toepassen van de warmtewisselaars op rack-niveau, voorkomt voorkomt de noodzaak van verhoogde vloeren waardoor in plaats van de traditionele 6,5 m per verdieping slechts een hoogte van 3,5 m nodig is. Van Ginderdeuren: “De eerder genoemde ratio van 1:4 (1 m2 voor ICT en 4 m2 voor de benodigde installaties) is hiermee teruggebracht tot 1:1 waarmee we een grote besparing hebben gerealiseerd op de hoeveelheid benodigde bouwmaterialen. Wanneer je dit combineert met de huidige generatie energie-efficiënte installaties (koeling en verlichting), gebruik maakt van duurzame koelmethoden en op zoveel mogelijk vlakken energie – warmte - kunt hergebruiken, kom je uit op gebouwen die binnen het LEED-systeem in de categorie ‘Gold’ en ‘Platinum’ vallen.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

99




D E S I G N I N G

I N N O V A T I V E

S O L U T I O N S

Our VISION is keeping the world COOL

Of het nu gaat om koelbehoefte of verwarmingsbehoefte, als wereldwijd marktleider in technisch hoogwaardige verwarmings-, ventilatie- en airconditioningsystemen is Carrier in staat om in iedere klimaatbehoefte te voorzien.

088 567 67 00 www.carrier.nl/klimaatoplossingen


Thema

Prestatiecontracten 105 Rondetafelgesprek ‘Succesverhalen en ambassadeurs nodig voor meer ESCo’s’

109 Marktvisie Hoe we gezondheid kunnen borgen in contracten

114 Project Slaapspecialist gaat voor ultiem prestatiecontract

121 Korte berichten uit de markt

xxxxxx


Maatgerichte afdichting, volledig volgens plan.

CARLISLE® – UW VISIE, ONZE WATER- EN LUCHTDICHTE OPLOSSINGEN.

CARLISLE® biedt duurzame EPDM afdichtingen voor daken, gevels en gebouwen. Voor elk project een passende oplossing. Maatgerichte service: Individueel technisch advies en productbeoordelingen, van ontwerp tot realisatie.

Wilt u meer weten: www.ccm-europe.com


Prestatiecontracten

‘Succesverhalen en ambassadeurs nodig voor meer ESCo’s’ Dankzij twee rondetafelgesprekken is Unica Ecopower-directeur Jan-Maarten Elias tot acties en oplossingen gekomen om het verhaal over Energy Service Companies (ESCo’s) beter bij klanten voor het voetlicht te brengen. Hiervoor zijn ambassadeurs en succesverhalen nodig, concludeerden de aanwezigen. Tekst: Tim van Dorsten

Vorig jaar november liet de Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin weten ESCo’s te zien als een onderdeel van de oplossing voor de huidige klimaatveranderingen. Een klein halfjaar later merkte Unica Ecopower-directeur Jan-Maarten Elias dat hij nog steeds moeite heeft om het verhaal hierover goed bij klanten voor het voetlicht te brengen. Vandaar zijn keuze om een round table over dit onderwerp te organiseren. Het antwoord bleek echter lastiger te formuleren, vandaar dat hiervoor een tweede bijeenkomst nodig was.

Verschillende definities Ter voorbereiding van de eerste bijeenkomst in het hoofdkantoor van Unica in Hoevelaken had Elias alle deelnemers gevraagd om hun eigen definitie van een ESCo te geven. En daaruit bleek al direct het dilemma, vertelde hij. “Iedereen legt dit anders uit.” Zo had algemeen directeur Joan Remmerswaal van installatiebedrijf Van Dorp zijn definitie van het ESCo Netwerk geleend. “Bij een ESCo besteedt een gebouweigenaar de energievoorziening en het management daarvan uit aan een externe partij om energiekosten te besparen en meer kwaliteit te leveren”, las hij voor. “Voor de financiering hebben we het ei van Columbus echter

‘Iedereen heeft zijn eigen definitie van een ESCo’

Van links naar rechts: Joram Bogers, Joan Remmerswaal, Michèlle Prins, Jan-Maarten Elias, Paul Dielissen, Marco Gomis en Avindre Ramnath.

nog niet gevonden.” Dat is niet erg, reageerde Elias. “Financiering is nice to have.” Dit beaamde Business Development Manager Energie Avindre Ramnath van Heijmans. “Het is belangrijker om met de opdrachtgever afspraken te maken over de te behalen prestaties.” Business development consultant Michèlle Prins van Honeywell [inmiddels is ze projectmanager Energie bij Natuur & Milieu, red.] dacht dat opdrachtgevers financiering verwachten door de manier van vermarkten. “Banken zien in energiebesparing geen heil, zolang het bedrag niet boven de € 10 miljoen komt. Wel helpen lokale en provinciale fondsen hierbij.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

105


Omarm de term ‘ESCo’. We hebben ook aan een term als ‘ICT’ moeten wennen’

Belang van lokale aspect Paul Dielissen van adviesbureau DimensieVier beschouwt een ESCo als een lokale energie-exploitant die energie koopt en verkoopt, die lokale duurzame energiebronnen hebben opgewekt. “Stuur hierbij op maatwerk en prikkel mensen dat ze hun gedrag aanpassen. Maak ze medeverantwoordelijk, vooral financieel, en laat ze meeprofiteren als de opbrengst beter wordt.” Daarbij vertelde hij over de ontwikkeling om op buurt- of wijkniveau energie op te wekken. “Zo kun je ESCo’s op grotere schaal oprichten en hiervoor een robuustere energievoorziening maken om tot hogere investeringen te komen.” Ook Elias zag de belangrijke rol voor dat het lokale aspect. “Dit is voor ons als landelijke partij lastig, maar iedere stad of provincie wil dit op zijn eigen manier regelen. Daarnaast heeft ieder fonds zijn eigen eisen, terwijl wij graag tot een standaardisatie komen.” Dielissen beaamde dit. “We zien zelfs veel concurrentie tussen Breda en Tilburg. We proberen zaken open te trekken, bijvoorbeeld met een energieregisseur die boven de partijen staat. Dat heb je bij dit soort zaken nodig.” Consultant Joram Bogers van adviesbureau DWA beschouwde een ESCo als basis om in te grijpen in de bestaande omgeving. “Door deze te verduurzamen breng je besparing teweeg. Wij hebben hierbij wisselende successen: bedrijven willen niet alleen energie besparen, maar zoeken vooral naar comfort.” Hierbij sloot Marco Gomis van PNO Consultants zich aan. “De Europese Unie heeft het concept van de ESCo omarmd om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te versnellen.” Remmerswaal vulde hem aan: “Dankzij een ESCo kunnen we dingen doen, waarin mensen niet willen investeren. Vanuit de opbrengst wordt deze investering terugbetaald. Maar we hebben het elkaar erg moeilijk gemaakt.”

Rol van de overheid Bogers dacht dat de wisselende successen ook komen, omdat er gemeenschapsgeld in zit. “Steeds was de vraag: welke kosten mag je wel en niet meewegen in de ESCo?” Ramnath vond het niet goed dat de overheid als marktpartij optreedt. “Met diverse belastingen heeft ze al zo veel te zeggen in de energiemarkt. Als ze hierin dan ook participeert in allerlei ondernemingen, dan is een ESCo gedoemd te mislukken.” Dit vond Dielissen ook: “De overheid is ervoor om de belangen van burgers te behartigen. Ze kan beter ESCo’s stimuleren.”

106

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Prins vertelde dat in Engeland diverse gemeenten als ESCo optreden. “Ze hebben geld hiervoor en een marktpartij voert het uit. Ik zie nog weinig Nederlandse gemeenten die dit zo aanpakken. Overigens merk ik in Engeland en Duitsland dat de Europese Energie-Efficiency Richtlijn beter wordt gehandhaafd, dan in ons land. Daar willen bedrijven ook wel, anders krijgen ze € 50.000 boete.” Zij vulde de ESCo-definitie in als een energiedienst om de energiehuishouding te optimaliseren. Elias omschreef het als een partij die op basis van een prestatiecontract een dienst rondom energie levert. Gomis zag een ESCo als een totaal ontzorgingsconcept, dat door de toepassing van verschillende maatregelen een specifieke energiebesparing voor een gebouweigenaar garandeert. “Hierbij speelt vertrouwen een belangrijke rol, maar dit maakt het lastig. Er bestaat slechts een beperkt aantal voorbeelden van wijken en gebouwen met een ESCo.”

Goede communicatie voor vertrouwen Aan het eind van deze sessie waagden de deelnemers zich aan oplossingen om ESCo’s beter in de spotlight te zetten. “Communicatie is een belangrijk punt”, vond Gomis. “Goede communicatie kan vertrouwen creëren.” Remmerswaal pleitte voor eenvoud. “Maak het niet te moeilijk.” Bogers zag standaardisatie als belangrijke oplossing. “Bij de markt lukt dat niet”, dacht Remmerswaal. Hierbij kreeg hij bijval van Dielissen: “Ieder project is anders.” Elias liet weten de oplossing in het lokale aspect te zien. “Ken je klanten goed en weet waarmee ze zitten.” Bogers vertelde heil te zien in het creëren van massa. “Dat kan door ESCo’s te gebruiken in bijvoorbeeld ziekenhuizen.” Dielissen ziet de mix als optimum. “Dat maakt de exploitatie eenvoudiger. De ESCo kan een goede rol spelen bij een snellere ontwikkeling naar all electric.”

ESCo is dood, leve de ESCo Ondanks deze voorgestelde oplossingen nam Elias het initiatief tot een nieuw rondetafelgesprek, met als titel ‘De ESCo is dood, leve de ESCo’. “Het is tijd om tot een concretisering komen, die tot een versnelling leidt van de verduurzaming van het Nederlands vastgoed en de CO2reductie te versnellen”, legde hij uit. Daarom had Elias de aanwezigen gevraagd om twee acties door te geven. Zo wilde Jeroen Nollet van ESCoplan aansluiting zoeken bij internationale kennis en standaarden. “Denk hierbij aan bijvoorbeeld aan Task 16 van het

‘Het gaat uiteindelijk niet om de energiecomponent, maar om de bedrijfsprocessen binnen een gebouw’


Prestatiecontracten

middelgrote gemeenten hierover weinig kennis hebben. Sterk nuanceerde dat. “Het gaat om de mindset bij die personen.” Volgens Vincent de Mildt, die bij Siemens verantwoordelijk is voor Energy Performance Contracting, spelen slagingsfactoren een belangrijke rol. “Als klant wil ik graag weten op basis waarvan een ESCo-project slaagt.”

Te rijk voor ESCo’s

Van links naar rechts: Joan Remmerswaal, Jeroen Nollet, Vincent de Mildt, Joram Bogers, Jan-Maarten Elias, Marco Gomis, Patrick Folmer en Harry Sterk.

International Energy Agency Demand Side Management programma. Zo spreken we dezelfde taal.” Bij deze gedachtegang sloot Harry Sterk van ESCoNetwerk zich aan. “Maar een methodiek moet niet leidend zijn. Het gaat om het overtuigen van bestuurders en dat heeft niets met protocollen te maken.”

ESCo of energieprestatiecontract? Daarnaast pleitte Nollet voor de ontwikkeling van de kwaliteit van ESCo Project Facilitators in Nederland. “Dit zijn onafhankelijke partijen die de kennis hebben om als tussenpersoon een energieprestatiecontract tussen een opdrachtgever en een opdrachtnemer op te zetten.” Hij beschouwt een ESCo als een apart bedrijf. “Een ESCo verschilt in mijn ogen van een energieprestatiecontract, maar ook hierover moeten we zorgen voor een eenduidige communicatie.” Remmerswaal was hiermee eens. “Zelfs binnen ons bedrijf hebben we moeite om het verschil aan te geven tussen deze twee zaken.” Volgens Bogers worstelen veel Europese landen met de ontwikkeling van ESCo’s. “Wellicht is dit met wetgeving verder te stimuleren.” Sterk liet weten dat een ESCo vaak afhangt van één persoon bij de opdrachtgever. “Iemand moet de stap zetten en dúrven.” Adviseur verduurzaming utiliteitsbouw Patrick Folmer van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) sloot zich hierbij aan. Namens deze overheidsdienst zet hij drie proefprojecten met ESCo’s op. “Daarom is het belangrijk om de koudwatervrees weg te nemen. Vanuit de overheid zijn we inmiddels bezig om naar de behoefte te inventariseren.” Hij heeft echter gemerkt dat met name

Sterk dacht dat de energiekosten geen grote rol spelen. “Dat is slechts 1 procent van de totale kosten voor een bedrijf.” Dit beaamde De Mildt: “De prijs van energie wordt steeds lager.” Hierop ging Sterk door: “Vanwege die lage energieprijs bestaat er geen noodzaak om ESCo’s op te richten. Hiervoor zijn we te rijk. Het gaat om het strak en efficiënt aansturen van een organisatie, inclusief het gebouw. Denk aan zaken als het verhogen van de arbeidsproductiviteit via een goed comfort.” “Waarom vullen we de ‘E’ dan met ‘energie’ in?”, wilde Elias weten. “Het gaat uiteindelijk niet om de energiecomponent, maar om de bedrijfsprocessen binnen een gebouw.” Nollet wil echter de term ‘ESCo’ niet afschaffen. “Omarm de term ‘ESCo’. We hebben ook aan een term als ‘ICT’ moeten wennen.” Gomis pleitte voor dedicated fondsen. “ESCo’s hebben vaak moeite om financiering te vinden, omdat de verhoudingen tussen schuld en eigen vermogen vaak erg ongunstig zijn. Een fonds waarin een ESCo minder kritisch wordt benaderd, kan misschien helpen om de financiering vlot te trekken.” Hij ziet een garantiefonds als oplossing. “In het bijzonder een equity fonds. Dit kan ter aanvulling op een aantal regionale duurzaamheidsfondsen, die overigens vaak een bredere insteek hebben dan alleen ESCo’s.” Volgens Folmer kunnen vijftienjarige contracten lastig zijn. “Je moet een gevoel bij elkaar krijgen, elkaar dingen gunnen en elkaar vertrouwen.” Daarop ging Sterk verder door. “Partijen moeten nu echt invulling geven aan het fenomeen ‘samenwerken’. Dat vinden velen lastig.” Volgens hem zijn bazen goede ambassadeurs. “We hebben al velen van hen in kopgroepen en ik ga naar meer op zoek.” Nollet sloot zich hierbij aan. “We hebben meer succesverhalen nodig.” Daarom speelt een Facilitator een belangrijke rol, in de ogen van Gomis. “Je hebt een aanjager nodig.”

‘Dankzij een ESCo kunnen we dingen doen waarin mensen niet willen investeren’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

107


Noxite® luchtzuiverende dakbedekking voor nu en later

Luchtzuiverend

Gehele levensduur effectief

Aangetoonde werking

Voor elk dak

Door te kiezen voor Noxite® dakbedekking levert u een bijzondere bijdrage aan de luchtkwaliteit voor mens en milieu. Noxite® dakbedekking is duurzaam en zuivert de lucht doeltreffend van schadelijke NOx deeltjes. Speciaal Noxite® granulaat zorgt dat deze NOx deeltjes worden omgezet in onschadelijke stoffen. Dit proces wordt in gang gezet door de zon. Met de keuze uit zowel APP als SBS dakrollen met Noxite®, kunt u met elk dak milieudoelstellingen haalbaar maken! Het kost u geen extra tijd of moeite, de natuur doet het werk en de kwaliteit is zoals altijd hoog. Kijk voor meer informatie op www.icopal.nl

Schone lucht! Om u een idee te geven: Een Noxite dak van 100 m2 kan de hoeveelheid NOx uit de lucht zuiveren die een gemiddelde auto na 15.000 km per jaar rijden produceert.


Marktvisie

Hoe we gezondheid kunnen borgen in contracten Het streven naar een gezond gebouw kan worden vastgelegd in een energieprestatiecontract. Maar wat verstaan we precies onder ‘gezondheid’? Daar geeft iedereen zijn eigen invulling aan. Lastig wordt het wanneer een contract voor een langere periode gesloten is. Want wie weet hoe de wereld er over een paar jaar uitziet. Tekst: Jelleo Otten en Sander Engels, AKD

Jelle Otten (links) en Sander Engels

De belangstelling voor gezondheidsaspecten neemt toe, zowel voor de gebruikers van gebouwen als voor bijvoorbeeld werkgevers. In deze tijden van zeer snelle ontwikkelingen wordt goed personeel namelijk alleen maar schaarser. Goed personeel wil, zo veronderstellen we, graag in een gezonde omgeving werken en zal daardoor ook (arbeids)productiever zijn. Hierdoor wordt gezondheid al snel ‘geld’. Je zou dan ook verwachten dat menig werkgever klaar staat om de verduurzamingsslag te maken om tot dat gezonde gebouw te komen. Dit is echter niet het geval. Meerdere onderzoeken wijzen uit dat de verduurzaming van vastgoed bijvoorbeeld door middel van

energieprestatiecontracten nog steeds niet echt van de grond komt. Hoe komt dit?

Stel de goede vragen Hiervoor zijn meerdere redenen aan te geven, maar de belangrijkste is dat al in het voortraject - de

‘In een energieprestatiecontract kunnen allerlei gezondheidsaspecten meegenomen worden’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

109


aanbestedingsfase - de verkeerde vragen worden gesteld en voor de verkeerde contracten wordt gekozen. Hierdoor wordt in de uitvoeringsfase door partijen onvoldoende samengewerkt. In de voorfase is allereerst van belang dat voldoende tijd genomen wordt voor een grondige gegevensverzameling. Daarbij dienen de juiste vragen aan de juiste personen gesteld te worden. Of een gebouw gezond is, kan natuurlijk met allerlei intelligente systemen gemeten worden en uit de verkregen data kunnen wij van alles over het gebouw afleiden, maar de gezondheid van een gebouw wordt ook in belangrijke mate ingekleurd door de ervaringen van de gebruikers zelf. Deze ervaringen dienen dan ook meegenomen te worden in de uitvraag. Wat is voor de gebruiker/werknemer een gezond gebouw? De een vindt voldoende toetreding van daglicht het belangrijkst, een ander het geluidsniveau. Als we ervan uitgaan dat een gezond gebouw altijd een duurzaam gebouw is, dient vervolgens een focus aangebracht te worden op de te nemen verduurzamingsmaatregelen. Dat begint met de inventarisatie van de gewenste technische en economische verduurzamingsmaatregelen. Daarna zullen de mogelijke contracttypen – traditioneel of via bijvoorbeeld een energieprestatiecontract – geëvalueerd dienen te worden.

Geïntegreerde contracten bieden uitkomst Bij de verduurzaming van vastgoed zit de oplossing vooral in de integraliteit. Het gaat doorgaans immers om bouwwerkzaamheden in de schil van het gebouw, de levering van installaties en energie, financiering en diensten op het gebied van beheer en onderhoud. Bij deze werkzaamheden komt een veelvoud van disciplines kijken die het beste aangestuurd kunnen worden vanuit een geïntegreerd contract. Een energieprestatiecontract is zo’n geïntegreerd contract. Weliswaar is een van de essentiële bestanddelen van een energieprestatiecontract het vaststellen van de energiebesparende maatregelen en diensten die door de opdrachtnemer worden geleverd, maar in een energieprestatiecontract kunnen ook allerlei aanpalende gezondheidsaspecten meegenomen worden. Onderzoeken wijzen uit dat een gezond en comfortabel binnenklimaat goed samen kan gaan met energieefficiëntie. En er is een duidelijke correlatie tussen een comfortabel binnenklimaat als gevolg van energie-efficiënte maatregelen en arbeidsproductiviteit. Een gezond gebouw wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van het binnenklimaat. Deze kwaliteit dient dan ook onderdeel te zijn van de gunningscriteria in de aanbestedingsfase. Dit kan op verschillende manieren. Uitgaande van wat werknemers tijdens de voorbereiding van de aanbestedingsfase naar voren hebben gebracht, kunnen bepaalde prestatie-indicatoren worden gedefinieerd. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan temperatuur, geluidsniveau, CO2-concentratie en

110

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

‘Binnenklimaat moet onderdeel zijn van de gunningscriteria in de aanbesteding’ licht. Ook kunnen in een dialoog met de marktpartij nog nieuwe inzichten worden verkregen. Daarbij dient wel acht geslagen te worden op de aanbestedingsregels. Indien de scores van de marktpartijen ten aanzien van deze prestatie-indicatoren vervolgens voldoende meetellen in de beoordeling van de economisch meest voordelige inschrijver, wordt de markt optimaal geprikkeld om met energie-efficiënte oplossingen te komen. Als we dan verder inzoomen op het energieprestatiecontract, is het van belang dat er voldoende ruimte is ingebouwd voor kennisuitwisseling en overleg tussen partijen. Ook moet het mogelijk zijn dat partijen naar aanleiding van overleg en evaluatie de overeenkomst op onderdelen nader vorm kunnen geven. In het geval van een energieprestatiecontract zitten partijen doorgaans 15 tot 20 jaar ‘aan elkaar vast’. Het is dan van eminent belang dat partijen de overeenkomst tussentijd kunnen aanpassen aan de veranderende omgeving. Veel energieprestatiecontracten stranden omdat er geen ruimte is voor overleg en de contracten zich niet lenen voor wijzigingen. Hierdoor worden partijen al snel gedwongen om stelling te nemen en komt er weinig meer terecht van de samenwerking. Dit probleem kan echter worden opgelost met contracten die flexibiliteit in doen en laten aan partijen gunnen.

Vroegtijdig waarschuwen Deze flexibiliteit kan bijvoorbeeld gewaarborgd worden in energieprestatiecontracten door een systeem van ‘early warnings’ op te nemen: het vroegtijdig signaleren van mogelijke problemen, die van invloed kunnen zijn op tijdsen budgetafspraken of de kwaliteit van het werk. Op deze manier houden partijen voldoende zicht op het resultaat van het werk en hebben zij de ruimte om desgewenst actie te ondernemen. De early warnings worden bijgehouden en periodiek besproken. Hiermee is gewaarborgd dat vroegtijdig en op een laagdrempelige manier overleg wordt gevoerd tussen partijen over mogelijke problemen. Partijen zijn immers allebei probleemeigenaar en daarmee ook allebei verantwoordelijk voor de oplossing. Energieprestatiecontract met dergelijke ‘flexibele’ bepalingen zijn meer procesmatig. Houding en gedrag van de contractspartijen worden voorop gesteld. De te kiezen projectorganisatie moet de gewenste houding en het gewenste gedrag faciliteren. Dat ontbreekt nogal eens, zo leert de ervaring. Dat heeft te maken met het feit dat vooral


Marktvisie

AKD advocaten, notarissen & belastingadviseurs is gevestigd in The Edge te Amsterdam.

wordt teruggegrepen op contracten die hier minder of zelfs niet geschikt voor zijn. Aanbevelenswaardig is dan ook dat in deze contracten naast bepalingen die de hiervoor beschreven flexibiliteit waarborgen ook bepalingen worden opgenomen die meer zien op ‘governance’ en waarbij de kernwaarden, die bij de samenwerking in acht moeten worden genomen, een centrale plaats innemen. Daarbij valt te denken aan transparantie, openheid en resultaatgerichtheid. Partijen zullen doen wat het beste is voor het project. De kernwaarden moeten de verbinding tussen partijen tot effect hebben. Gedurende de lange looptijd van het contract kunnen partijen elkaar op deze kernwaarden aanspreken en dienen handelingen van partijen ter uitvoering van het contract hieraan te voldoen. Ook kan het gewenst zijn dat een regeling in het leven wordt geroepen, die bepaalt dat (binnen redelijke grenzen) fouten gemaakt mogen worden. Innoveren veronderstelt immers dat van de gebaande paden wordt afgeweken.

‘Veel energieprestatiecontractprojecten stranden omdat er geen ruimte is voor overleg’

Bij deze manier van samenwerken past ook een andere manier van conflictbeheersing. Uitgangspunt daarbij is dat gedachtewisseling en discussie enerzijds juist gestimuleerd moeten worden, maar anderzijds een hoogoplopend conflict uiteindelijk voorkomen moet worden. Daarbij past een de-escalatieprocedure waarin in de eerste fase ruimte is voor discussie en door partijen naar een gezamenlijke oplossing gezocht wordt, en in de tweede fase een in principe bindende oplossing gevraagd wordt aan onafhankelijke en objectieve deskundigen. De rol van adviseurs of commissies van wijzen die al dan niet als bindend adviseurs optreden, wordt groter. Contractmanagement krijgt daarmee een andere invulling. Projecten worden immers veel meer procesgestuurd. Doordat partijen vanuit de kernwaarden, niet gehinderd door bepalingen die dwingen om stelling te nemen, het gedrag gaan vertonen dat het beste is voor het project, kunnen daadwerkelijk stappen gezet worden in de verduurzamingsslag. Op deze manier wordt de ambitie van het gezonde gebouw realiteit.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

111


ONTDEK UW VOORDEEL MET

COMPLETE GEVELSYSTEMEN

YLYNTPPW

_PNSYT^NS

P^_SP_T^NS

De Groot & Visser BV Marconiweg 1 4207 HH Gorinchem T 0183-646566 F 0183-620660 E info@gv.nl


Special

e d att a

in p l ist

Sind s

1932

n ke

BIM Re ady! Goed, Beter, Best, DERBIGUM®

DERBIGUM NEDERLAND B.V. Tel. 015 215 40 00 - Fax 015 215 40 11 E-mail : infonl@derbigum.com www.derbigum.nl

Duurzame Dakbedekking


Koninklijke Auping wil in 2020 energieleverend zijn

Slaapspecialist gaat voor ultiem prestatiecontract KPI’s, juridische afbakeningen en boeteclausules vormen vaak de hoofdmoot van doorsnee contracten. Daar lijnrecht tegenover staat een prestatiecontract, gespitst op hechte samenwerking en heldere communicatie. Zo’n contract in optima forma vinden we bij Koninklijke Auping, die deze uitdaging samen oppakt met Van Dorp. Tekst: Marvin van Kempen. Beeld: Tim van Dorsten

De vanuit Deventer opererende leverancier van slaapoplossingen werkt sinds 2014 in twee nieuwe duurzame gebouwen aan de Maagdenburgstraat. “Ons kantoor en de productielocatie liggen tegenover elkaar”, legt manager technisch beheer Hans van Schaik van Koninklijke Auping uit. “Bij de bouw namen we elementen als Total Cost of Ownership (TCO) mee. Daarnaast wilden we duurzaamheid en natuurlijk lagere onderhoudskosten. Duurzaamheid zit in onze genen en dat willen we uitstralen. Onze mensen dragen het uit, evenals de gebouwen waarin ze werken en de producten die ze vervaardigen.” De door Auping geselecteerde bouwpartners werden maximaal uitgedaagd in het nieuwbouw- en renovatietraject van de afgelopen jaren. “Duurzame en verantwoorde oplossingen liepen als een rode draad door het bouwproces”, schetst Van Schaik. “Daarbij draait het om elkaar

uitdagen op het gebied van duurzame oplossingen, zowel voor de schil als de gebouw- en productieprocessen.” Tijdens een rondleiding door de productiefaciliteit vallen de diverse investeringen in toekomstbestendigheid op. Aan de buitenkant zien we extra geïsoleerde gevels, binnen zien we hoe dakisolatie opnieuw gebruikt is onder de beganegrondvloer en hoe spiraalbodemmaterialen van bedden nu deel uitmaken van de loopbrug. “Verder hebben we laagtemperatuurvloerverwarming, ledverlichting, energiemonitoring, hoogrendementlucht- en warmtekoeling en een WKO gerealiseerd”, weet directeur Gerrit Kamphuis van Installect. “Adviesbureau Installect heeft samen met Van Dorp continu gezocht naar het maximaal haalbare op het gebied van energie-efficiency”, laat Van Schaik weten. “Daarbij stelde het bureau zich de vragen ‘Waar kunnen we nog energie terugwinnen? ’ en ‘Hoe kunnen we met minder energiegebruik toch een adequate oplossing bieden?’.”

Gevolgen van inspanningen Na de kwaliteitsslag verminderde het gasverbruik van 650.000 m3 per jaar naar een schamele 60.000 m3. “Daarnaast verminderen we het elektriciteitsgebruik met 30% en is de houtketel voorbereid op de toepassing van restmateriaal”, aldus senior projectleider elektrotechniek Mischa van der Wal van Van Dorp Deventer. “De ingebouwde WKO staat aan de wieg van deze verbetering. Het beheer en onderhoud hiervan is een van de onderdelen die valt onder het prestatiecontract dat we hebben afgesloten met Koninklijke Auping.”

Van links naar rechts: Gerrit Kamphuis, Hennie Hobert, Jan Wilms, Wilco Bunte, Mischa van der Wal, Hans van Schaik.

114

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Dit contract loopt voor de komende vijf jaar, maar de partijen zien de samenwerking als nog langduriger. “We kozen voor Van Dorp omwille van verschillende redenen”, vertelt Van Schaik over de overeenkomst. “Allereerst zijn zij een totaalinstallateur en hebben ze duurzaamheid hoog in


Prestatiecontracten

Vestigingsdirecteur Jan Wilms van Van Dorp Deventer.

Projectleider klimaat Hennie Hobert van Van Dorp Deventer.

Manager technisch beheer Hans van Schaik van Koninklijke Auping.

Links directeur Gerrit Kamphuis van Installect en rechts senior projectleider elektrotechniek Mischa van der Wal van Van Dorp Deventer.

het vaandel staan. Dat strookt volledig met onze zienswijze. Daarnaast hebben ze de juiste technische competenties op installatiegebied en stonden ze open voor een vijfjarig prestatiecontract.”

achteruitgang”, illustreert vestigingsdirecteur Jan Wilms van Van Dorp Deventer. “Daarom maken we gebruik van een intelligent monitoringsysteem dat ons informatie geeft over energiestromen. Het analyseert prestaties en geeft ons inzage hoe we verbeteringen kunnen doorvoeren.”

Constant verbeteren Zoals in ieder contract zijn regels en doelstellingen geformuleerd. Koninklijke Auping wil in 2020 energieleverend zijn en vraagt om voortdurend monitoring toe te passen en met verbetervoorstellen te komen. “Het laatste wat we willen is stil blijven staan, want dat is

Conditie van de installaties • • • • •

Technische betrouwbaarheid van 99,5% Maximale afbakening van aardgasgebruik voor back-up Verlaging elektragebruik zonder investeringen Verlaging aardgasgebruik zonder investeringen Minimaal 10 verbetervoorstellen per jaar

Het is de bedoeling dat Van Dorp de komende jaren met verbetervoorstellen komt, om het binnenklimaat, en de energie-efficiëntie te verbeteren en het aantal storingen nog verder te verminderen. “Over het aantal storingen hebben we al harde afspraken”, legt technisch beheerder Wilco Bunte van Van Dorp Deventer uit. Het minimaliseren van urgente storingen staat hoog op de prioriteitenlijst. “Want storingen kunnen ons productieproces flink verstoren”, legt Van Schaik uit. “We hebben geen grondstoffenvoorraad in huis en hanteren een doorlooptijd van het productieproces van vier dagen. Stilstand kunnen we ons niet permitteren. Wat we vandaag maken, moet overmorgen in de vrachtwagen naar de klant. Daarom zijn we sterk afhankelijk van de technische betrouwbaarheid van de systemen.” In totaal mag er

duurzaam gebouwd | oktober 2016

115


IQ Therm: gezonder binnenklimaat en lager energieverbruik Klamme wanden, schimmelvorming, hoge stookkosten: menig oud gebouw kampt met een ongezond binnenklimaat. Met als gevolg schade aan plafonds, muren en vloeren en een aanslag op onze gezondheid. IQ Therm belooft minder vocht en schimmel én een lager energieverbruik. Vochtbestrijding en warmte-isolatie ineen dus. Ideaal om oudere gebouwen met spouwloze buitengevels een behaaglijk en gezond binnenklimaat te bezorgen. Het geheim? Een systeem waarin polyurethaan schuimplaten met ÄQUTHaPNL RHUHHS[QLZ YPJO[PUN OL[ VWWLY]SHR LLU ILSHUNYPQRL YVS ZWLSLU ,LU \UPLRL VWSVZZPUN van Remmers die zo bijdraagt aan een duurzaam behaaglijk en gezond gebouw. Duurzaam Remmers komt tot uiting in levensduurverlengende adviezen en producten. Van watergedragen verven tot gevelbescherming. Van een langjarige garantie op industriële coatingsystemen tot kelderafdichting. En van oerdegelijke kunstharsvloeren tot betonconservering. Remmers beschermt, Remmers conserveert.

Remmers Bouwchemie B.V. Stephensonstraat 9 7903 AS Hoogeveen Tel. 0528 229 333 info@remmersbouwchemie.nl www.remmersbouwchemie.nl


Prestatiecontracten

maximaal één keer per twee maanden twee uur stilstand van machines optreden. “De technische betrouwbaarheid moet 99,5 procent zijn en we willen stilstand hoe dan ook vermijden”, stelt Bunte.

Energieleverend en Gold Monitoring stelt de prestatiecontractpartners in staat om constant te optimaliseren. “Niet alleen als het gaat om verbetering van het binnenklimaat, maar ook in het verder terugdringen van energieverbruik en het minimaliseren van het aantal en de duur van storingen”, geeft Van Schaik aan. “In plaats van de bekende bonus-maluscultuur die je vaak tegenkomt in allerlei contracten, kiezen wij voor transparantie en samenwerking op basis van vertrouwen. We gaan er samen voor om in 2020 energieleverend te zijn en ik vertrouw erop dat we dat zullen halen. Daarnaast is het onze doelstelling om van Cradle to Cradle Silver-certificering naar Gold te gaan. Dat staat echter voor een groot gedeelte los van de afspraken in het prestatiecontract.” Hoewel het contract voor vijf jaar is gesloten, ambiëren de partners om voor langere termijn met elkaar in zee te gaan. “Vijf jaar is relatief kort”, vindt Van Der Wal. “Wij verzorgen ook beheer- en onderhoud binnen prestatiecontracten van vijftien of twintig jaar. De lengte van een contract is niet indicatief voor de samenwerking die je met elkaar hebt of de verbeteringen die je doorvoert. Essentieel is dat je

Een deel van de installaties van Koninklijke Auping.

monitort, verbetert en goed met elkaar communiceert. Oftewel: korte lijnen houden.” Een situatie waarin de verduurzaming zonder contract had plaatsgevonden, kan Van Schaik zich niet voorstellen. “In ons denken kan het niet anders. Wij hebben partijen nodig die snel kunnen inspelen op onze behoeftes en betrokkenheid tonen. Van Dorp kan snel ter plekke zijn, calamiteiten oplossen, ondersteunen en onze processen helpen verbeteren. Dankzij deze samenwerking dagen we elkaar uit om creatief te zijn en met nieuwe ideeën te komen. We gaan ervoor om de doelstelling om in 2020 energieleverend te zijn, ruimschoots te halen.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

117


E

E


THIS IS NEZZT

NEZZT bouwt dynamisch, met ruimte om te kiezen voor verandering, verplaatsing of zelfs volledige teruggave. NEZZT groeit dus mee met de samenleving of krimpt als dat noodzakelijk is. De volgende stap in wonen, met ongekende mogelijkheden. Eindeloos aanpasbaar en blijvend inzetbaar. Klaar voor de volgende bewoner, klaar voor de volgende levensfase, klaar voor de volgende locatie. Dit is het nieuwe wonen. THIS IS NEZZT.

NEZZT.NL


361Ã¥Gezond Gebouw de integrale aanpak van TRAJECT

Rijksvastgoedbedrijf

Gemeente

Eemnes

Sint

Lucas Ziekenhuis Andreas

COMMERZ REAL

www.traject.com


Korte berichten uit de markt

Nieuwe stap in het garanderen van energieprestaties In het garanderen van energieprestaties heeft DWA binnen het onderzoeksproject TRECO-office een belangrijke stap voorwaarts gezet door geavanceerde simulatiemodellen te koppelen aan monitoringssoftware. Het werkelijk functioneren van gebouwinstallaties is hiermee input voor rekenmodellen. Tekst: Kees Wisse, DWA

Resultaat daarvan is dat we zelfs de energiehoeveelheden per dag accuraat kunnen bepalen. Daarmee verandert een klassieke ontwerptool in een beheermodel voor energieprestaties. De werkelijke prestaties worden in de gaten gehouden met een geavanceerd rekenmodel dat rekening houdt met het buitenklimaat, bezetting, regelstrategieën van de installatie en meer. Bij het garanderen van prestaties is het heel verleidelijk om een oerwoud aan randvoorwaarden op te nemen, waardoor er altijd wel ‘kleine lettertjes’ zijn waar niet aan voldaan wordt. Door de nieuwe aanpak kunnen we veel scherper aan de wind zeilen bij het vooraf bepalen van prestaties. Ook is er een model om faalgedrag op te sporen. Afwijkende gebouwschil, een warme zomer? Geen smoesjes meer, maar een geavanceerde tool die aantoonbaar in staat is om dit soort effecten door

te rekenen. Gaat de nieuwe aanpak dan alleen narekenen wat er mis was? Nee, ook het aanpassen van bijvoorbeeld de regelstrategie kan nu accuraat worden doorgerekend. Hierdoor kunnen de prestaties tijdig worden bijgestuurd. Voor de aanpak van DWA betekent dit dat een virtueel gebouw gaat meereizen met het echte gebouw. En dat virtuele gebouw is nog slim ook. Dit gebouw wordt ‘geboren’ tijdens het ontwerpproces maar gaat dan niet de kast in zoals vroeger, nee het blijft de levenscyclus van het gebouw helemaal volgen. Voor Energy Service Companies (ESCo’s) betekent dit bijvoorbeeld dat business cases veel scherper kunnen worden opgesteld. Maar dat niet alleen, er zijn nu ook ‘brains’ aanwezig om de prestaties van contracten te managen en continuous commissioning op een geavanceerde wijze vorm te geven. Deze aanpak is geen scheidsrechter in een eindeloze set van KPI’s, maar een tool die continu verbetering van de integrale prestatie mogelijk maakt. Meer informatie: Tki-energo.nl/treco-office/

duurzaam gebouwd | oktober 2016

121



Duurzaam Gebouwd Op Locatie Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomsten over Duurzame Energie en BIM

‘Op weg naar volledige gebouwinformatie’ Een goed gestructureerd gebouwinformatiesysteem helpt informatieversnippering bij bouwprojecten tegen te gaan en mogelijke belangenconflicten van bouwpartners in een vroeg stadium aan het licht te brengen en op te lossen. Zo worden faalkosten vermeden en hebben duurzame maatregelen meer kans van slagen. “Een gezond binnenklimaat wordt vaak als sluitpost op de begroting gezet bij projecten”, vertelt adviseur Jerome Corba van Zehnder. “Alle aandacht gaat dan uit naar de energetische winst. Dat is eenvoudiger te verklaren, want energiebesparing is tastbaar. Verder kun je op energie een garantie geven, terwijl voor het binnenklimaat veel lastiger is.” Toch is het volgens hem mogelijk om opdrachtgevers te overtuigen dat een goed binnenklimaat wel degelijk winst met zich meebrengt. “Tegenwoordig realiseren we namelijk energiebesparing en verbeteren we de binnenlucht met één systeem.” De omvang van de winst hangt vooral af van bewonersgedrag, zo blijkt uit monitoring. “We checken of bewoners aan de knoppen zitten van het ventilatiesysteem om het binnenklimaat te verbeteren. Dat

gebeurt vrijwel nooit. Daarom pleit ik ervoor om systemen te automatiseren en het de bewoner zo eenvoudig mogelijk te maken.”

Continu verbeteren Monitoring bij projecten is een belangrijke methode om erachter te komen of installaties in huizen doen wat beoogd is. “Juist door afwijkend bewonersgedrag is het van groot belang om altijd te checken of je de resultaten behaalt die je vooraf had ingecalculeerd.” Daar sluit adviseur Rudy Grevers van Alklima / Mitsubishi Electric zich bij aan. “Door in beeld te brengen hoeveel energie een woning opwekt en uit te beelden op welke tijdstippen de energievraag van bewoners hoog is, kunnen we de bestaande situatie verbeteren en weten we meer voor de toekomst.” Naast duurzame energie wordt BIM een steeds belangrijker onderdeel van verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het helpt versplintering in de sector bloot te leggen en helpt tegelijkertijd om de samenwerking te verstevigen. Het materialenpaspoort kan alleen een opmars maken als gebouwinformatie compleet is. “BIM is een black box: iedereen praat erover en wil weten wat erin zit. Maar hij is moeilijk open te krijgen”, trapt BIM-specialist en moderator Léon van Berlo van TNO af. “Data stuurt steeds vaker de bouwindustrie aan. Daarbij is informatie over de hele levenscyclus van een gebouw in trek.” In Amerika wint Construction Operations Building Information Exchange (COBie) snel aan populariteit. “Dit dataformaat is daar hot. Het model richt zich op gebouwinformatie in plaats van 3D-modellering. Je vindt er onder andere gegevens als garantie, vervangingsonderdelen en onderhoudsschema’s.”

BIM-adoptie in Nederland: hoog! De Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomst over Duurzame Energie vond plaats in kasteel de Keverberg.

Veel partijen in Nederland blijken al gebruik te maken van BIM-tools. “De adoptie van dergelijk gereedschap is hoog in ons kleine kikkerlandje ten opzichte van andere Europese landen. Met bijna zestig procent behoort

duurzaam gebouwd | oktober 2016

123


Altijd het beste klimaat met Zehnder

Zehnder ComfoAir Q De eerste modulerende WTW Stiller, energiezuiniger en nóg intelligenter De Zehnder ComfoAir Q is het startpunt van een nieuwe generatie ventilatie-units. Aan de ontwikkeling liggen de nieuwste inzichten en actuele eisen ten grondslag, alsmede 75 jaar ervaring van Zehnder op het gebied van comfortabele ventilatie. Het design en de onderlinge afstemming van de componenten in de ventilatie-unit zijn geoptimaliseerd: daardoor zijn de best mogelijke geluidsisolatiewaarden, een nog betere warmteterugwinning en een bijzonder laag energieverbruik bereikt. Bovendien zijn significante verbeteringen bij de installatie en inbedrijfstelling gerealiseerd. Voor u en uw klanten leidt dat tot een nog hogere energie-efficiëntie en nog meer comfort.

Zehnder Group Nederland • Lingenstraat 2 • 8028 PM Zwolle • T 038 429 69 11 www.zehnder.nl


Duurzaam Gebouwd Op Locatie

Alliander te Duiven vormde het circulaire podium voor sprekers als Toine Bullens en Peter Musters.

onze bouw- en vastgoedsector tot de koplopers.” Ook consultant en BIM-specialist Toine Bullens van Brink Groep onderstreept dat het gebruik van BIM in Nederland in ontwikkeling is. “Toch zien we nog steeds dat gebouwinformatie ongestructureerd wordt opgeleverd in grote stapels ordners, al dan niet digitaal. Daar moeten we vanaf”, vindt hij. Een oorzaak voor het niet in orde hebben van een digitaal archief met vastgoedinformatie schuilt in de fragmentatie van de bouw. “Opdrachtgevers zijn voor de oplevering van informatie afhankelijk van steeds wisselende opdrachtnemers met telkens andere informatiestructuren. Daardoor is het beheren van informatie lastig en raken databases snel onvolledig en verouderd. Dit heeft herhaaldelijk hoge inventarisatiekosten tot gevolg om het dossier weer op orde te krijgen.” Voor het informatieproces is het belangrijk om relevante informatie op te nemen in het BIM. “Bepaal een strategie bij het toepassen van een BIM. Inventariseer naar aanleiding daarvan de informatiebehoefte en betrek hier relevante stakeholders bij.” Ook de opdrachtgever kan bijdragen aan het informatiemanagementproces. “Wijs vanaf de initiatiefase al op BIM en integreer eisen en randvoorwaarden ten aanzien van de informatielevering in het contract. Ik zie nog te vaak dat BIM niet is verankerd in overeenkomsten. Begin op tijd met het formuleren van een kader voor het informatiemanagement in een project. Zet het zwart op wit.”

Het duurzame beton dat in deze ontwikkeling centraal staat is een wapenfeit van diverse vertegenwoordigers uit de betonbranche. “Gerard Schröder sprak op Building Holland 2015 met MVO NL af om hierin met die vertegenwoordigers tot het uiterste te gaan. Ook de materiaalscore voor Materialen binnen BREEAM was een doorn in het oog. Met duurzame betonsamenstellingen waaronder de VBI ‘groenlijn’ zijn we van minder dan 50%-score naar 75% gegaan, een flinke verbetering. Zelfs cementloze kanaalplaatvloeren zijn als pilot toegepast, een doorkijkje gevend naar nog verdere toekomstige mogelijkheden in CO2-reductie.” Het project lijkt niet alleen een paradepaardje te worden als het gaat om deze innovatie: leveranciers blijven langdurig betrokken bij de ontwikkeling. “Wij tonen maatschappelijke verantwoordelijkheid omdat we een retourafnamegarantie geven voor de vloeren. Wanneer het gebouw op die locatie niet meer nodig is, kunnen de componenten elders gebruikt worden. En als de vloeren daarna niet langer nodig zijn, nemen we deze terug. Die incentive om buitengewone kwaliteit te leveren doordrenkt de markt steeds vaker. Daar danken we gebouwen als grondstoffenbanken voor.”

Materialenpaspoort daagt leveranciers uit Daar is adviseur bouwconcepten Peter Musters van VBI het mee eens. “Naast de toepassing in een vroeg stadium is standaardisatie van groot belang. Dat merken we ook bij de nieuwbouw Sensata te Hengelo, een ontwikkeling van Schröder Vastgoed. Een materialenpaspoort is een van de speerpunten van deze ontwikkeling, net als de toepassing van innovatief beton.”

De technische ruimte van kasteel de Keverberg, waar Alklima / Mitsubishi Electric de installaties verzorgde.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

125


Ontmoet 12.000 potentiële opdrachtgevers en vorm nieuwe samenwerkingsverbanden

Drie dagen kennis delen op Building Holland Bijna tienduizend bezoekers. Meer dan honderd sprekers. Een groot aantal nieuwe samenwerkingsverbanden en businesscases. Dat was Building Holland 2016 in een notendop. Ook na het event gingen we door met kennisdeling. Door in hoog tempo video’s te publiceren van presentaties van prominenten uit de sector en onze wekelijkse nieuwsbrief, waarmee we prikkelen, enthousiasmeren en aanzetten tot actie.

“De kwaliteit van bezoekers is heel goed. Je ziet beslissers, projectontwikkelaars en architecten en gebouweigenaren.” Johan Bel, directeur Mijn Waterfabriek

Herbeleven Wie het event heeft gemist of beeldmateriaal zoals foto’s en video’s wil terugkijken, kan terecht op onze website BuildingHolland.nl. Hier vindt u onder ‘Beursinformatie’ de ‘Terugblik 2016’. Hier bekijkt u de meer dan honderd video’s

van topsprekers als Henk Jagersma, Coert Zachariasse, Hennie van der Most, Maxime Verhagen en Nico Baken. Ook interesse in de fotografie van het event? Neem dan een kijkje op het Flickraccount van Building Holland en beleef het event opnieuw.

Honderden presentaties, tienduizenden views Veel bouw- en vastgoedprofessionals hebben het YouTube-account van Building Holland al gevonden. Met honderden gepubliceerde video’s en tienduizenden views door geïnteresseerden leek het de organisatie hoog tijd om twee video’s uit te lichten die uitzonderlijk goed zijn bekeken. Hennie van der Most – Onderneem! Building Holland-deelnemers van het eerste uur herinneren zich vast nog de beklemmende en inspirerende presentatie van ondernemer pur sang Hennie van der Most. Het bouwproces in 2020! Benieuwd hoe de bouw verandert en hoe de toekomst eruitziet? Oprichtster van BouwKennis en schrijfster van meerdere marketingboeken Marjet Rutten (zie foto rechs) nam deelnemers mee in de kansrijke wereld van industrialisatie.

126

oktober 2016 | duurzaam gebouwd


Building Holland 2017

Building Holland: 11 tot en met 13 april 2017, RAI Amsterdam Ook 12.000 potentiële opdrachtgevers ontmoeten en nieuwe samenwerkingsverbanden vormen? Bekijk de mogelijkheden voor deelname op BuildingHolland.nl! Facts & Figures Building Holland 2016 Benieuwd naar de facts & figures van de afgelopen editie? In de factsheet Building Holland 2016, te vinden op BuildingHolland.nl, leest u onder andere dat 93% van de exposanten en deelname aan Building Holland zou aanbevelen.

Daarnaast krijgt u meer informatie over het type bezoeker dat aanwezig is op het event. Verder laten wij enkele exposanten aan het woord, die hun mening geven over hét integrale event voor de bouw- en vastgoedsector.

“We hebben zeer positieve contacten gelegd met bestaande en nieuwe relaties.” Martine Straver, directeur marketing en product management bij Nefit/Bosch

Vooruitblik 2017 Op dit moment werkt de organisatie van Building Holland aan het inhoudelijke programma van Building Holland 2017, van 11 tot en met 13 april 2017 in de RAI Amsterdam. Een tipje van de sluier: de awards Duurzaam Bouwen Awards en Bouwster keren terug! Houd voor informatie hierover de website in de gaten: BuildingHolland.nl en schrijf u in voor de wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen.

“Dit is de plek waar je kunt zien, proeven en voelen wat er gebeurt in de markt.” Jan Jaap Blüm, directeur BAM Energy Systems

duurzaam gebouwd | oktober 2016

127


Slim energiemanagement kan het energieverbruik van uw huisvesting drastisch verminderen. Het helpt de kosten te verlagen en de CO2-uitstoot te verkleinen. Door te meten, te monitoren, te sturen, uw installaties te upgraden en het integreren van alle gebouwprocessen op één platform

Energiediensten voor bestaande bouw

kunnen wij uw energievraag aanzienliijk omlaag brengen. Honeywell heeft wereldwijd 5700 gegarandeerd effectieve energieprestatieprojecten opgeleverd. Met deze projecten helpen we onze opdrachtgevers naar verwachting in totaal 6 miljard euro op energieverbruik en operationele kosten te besparen. Welkom bij Honeywell Building Solutions. Meer informatie? Kijk op www.honeywell.nl of www.honeywell-buildingsolutions.nl

© 2016 Honeywell International. All rights reserved.


Duurzaam Gebouwd Congres

Flevoland krijgt efficiëntere windmolens In de provincie Flevoland komen zo’n 300 nieuwe efficiëntere windmolens, in plaats van de circa 600 molens die er nu staan. Daarvoor hebben de Provinciale Staten afgelopen 13 juli ingestemd met het Regioplan Wind. Eerder hadden de gemeenteraden van Dronten, Lelystad en Zeewolde al met dit plan ingestemd.

Doel van het regioplan is een energieneutraal Flevoland in 2020, met minder windmolens die beter in het landschap passen. Daarnaast: een sterkere economie en een bredere inzet op de circulaire economie.

Inmiddels staan nieuwe windparken op de planning en zijn Zuidelijk en Oostelijk Flevoland in vier gebieden verdeeld. “Per gebied mag één initiatiefnemer aan de slag”, vertelt projectleider windenergie John Dekker

duurzaam gebouwd | oktober 2016

129


Soprema gaat verder.

Alle know-how en producten voor de complete bouwschil.

Bitumineuze en kunststof membranen, isolatie (vloer, gevel en dak), PMMA kunststofharsen, zonne-energie oplossingen, lichtkoepels, speciale daken, rookextractie‌ Soprema ontwikkelt, produceert en levert alle producten voor de complete bouwschil. Inclusief persoonlijk advies, ontwerp of begeleiding van projectadviseurs. Want Soprema gaat verder. In service, kwaliteit en dienstverlening. Bel +31(0)515 533000 of mail info@soprema.nl.

soprema.nl BITUMEN

KUNSTSTOF

VLOEIBAAR

ISOLATIE

DAGLICHTSYSTEMEN

ROOKEXTRACTIE


Duurzaam Gebouwd Congres

Wie zorgt voor het beste klimaatinitiatief? FSC Nederland is initiatiefnemer van WoCo25, een lijst met inspirerende klimaatinitiatieven van corporaties. Deze uitreiking vindt tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres plaats. “De link tussen het gebruik van duurzaam hout en klimaat is niet zo bekend bij corporaties, of wordt onderschat”, vertelt FSC Nederland-directeur Liesbeth Gort. “WoCo25 daagt ze uit te laten zien wat ze concreet doen aan klimaatmaatregelen. Duurzaamheidsbeleid betekent vaak investeren in energetische maatregelen. Toch kunnen corporaties juist aan de materiaalkant veel stappen zetten. Het leereffect is belangrijk. Het moet voor woningcorporaties vanzelfsprekend worden om duurzaam hout toe te passen in projecten als onderdeel van hun klimaatbeleid.” Broeikasgas door ontbossing Ontbossing leidt tot de uitstoot van ongeveer vijftien procent van alle broeikasgassen. “In Indonesië vinden jaarlijks grote bosbranden plaats, vaak bedoeld om ruimte te creëren voor oliepalmplantages. De UvA heeft vorig jaar berekend dat de hoeveelheid CO2 die daarbij vrijkomt vergelijkbaar is met tachtig procent van de jaarlijkse CO2-uitstoot van alle EU-landen samen.” Ontbossing kan gezien worden als een ver-van-mijn-bed-show. Maar dat is het niet. “De toepassing van gecertificeerd hout, inclusief tropisch hout, stimuleert bosbeheerders om het bos duurzaam te beheren. In delen van West-Kalimantan, het Indonesische deel van het eiland Borneo, wordt sinds enkele jaren hout geoogst volgens de FSC-regels. Deze bossen worden niet kaalgekapt of verbrand en blijven gewoon bos. Heel belangrijk voor de mensen en dieren die direct van dat bos afhankelijk zijn, maar ook voor het klimaat.” Hout als hernieuwbare grondstof Er is nog een tweede relatie tussen FSC-hout en klimaat. “De laatste jaren zijn levenscyclusanalyses gemaakt van bijvoorbeeld kozijnen, bruggen en damwanden. Uit vergelijkingen tussen gecertificeerd hout en beton, kunststof en staal blijkt een enorm verschil in milieuimpact, en specifiek CO2-uitstoot. Dat is ook niet zo gek. Waar voor de productie van de meeste materialen schaarse grondstoffen en energie nodig zijn, wordt bij de groei van bomen juist CO2 opgenomen. Hout is bovendien een hernieuwbare grondstof. Bij dat laatste is natuurlijk wel belangrijk dat de herkomst klopt: werken met FSC-gecertificeerde aannemers, die die herkomst kunnen aantonen, geeft die zekerheid.” Woningcorporaties hebben invloed op de CO2-uitstoot en de toepassing van gecertificeerd hout. “Ze beheren maar liefst 2,4 miljoen woningen, en zijn belangrijke spelers in nieuwbouw en renovatie. Als opdrachtgevende partij hebben ze de kans stevig te sturen, ook aan de materiaalkant. Maar dan moet de kennis en prioriteit er wel zijn. Daar gaat WoCo25 hopelijk flink aan bijdragen. Tijdens het congres krijgen de koplopers een podium.”

van Provincie Flevoland. “In ‘Zuid’ is dit al gebeurd, daar zorgt Windvereniging Zeewolde voor de nieuwe windmolens. In ‘Noord’ heeft Nuon zich aangesloten bij een samenwerkingsverband van drie windverenigingen; bij de totstandkoming van die alliantie hebben wij als provincie een handje geholpen. En ook in ‘Oost’ en ‘West’ zie ik samenwerkingsverbanden ontstaan.” Per zone wordt bekeken hoe en waar de molens geplaatst worden.

Nieuwe windmolens vanaf 2030 Bewoners en ondernemers krijgen de mogelijkheid om te investeren in de nieuwe windmolens. Dekker verwacht dat in 2030 alle nieuwe windmolens in Flevoland er staan. “Afhankelijk van welke bedrijven zich hier nog gaan vestigen, maar ik verwacht dat we tegen die tijd veel meer energie opwekken dan dat we gebruiken.” Het Duurzaam Gebouwd Congres, dat op 16 november in Almere plaatsvindt, sluit aan bij dit duurzame provinciale plan. Het thema van dit congres is namelijk ‘Circulaire provincie: zero waste, zero energy. Hoe word je een energieneutrale circulaire provincie zonder afval?’. Meer weten over het programma van het congres? Ga dan naar DuurzaamGebouwdCongres.nl en bestel uw kaarten. Met meer dan 30 sprekers, 21 workshops en 45 exposanten is dit een niet te missen event!

‘Naar verwachting wekken we in 2030 meer energie op dan dat we gebruiken’

duurzaam gebouwd | oktober 2016

131


Something to BRE proud of... ROCKPANEL Group ging de uitdaging aan en liet de ecologische prestatie van haar gevelbekledingsproducten beoordelen door het gezaghebbende BRE Global. Het onderhoudsarme plaatmateriaal wordt met een efďŹ ciĂŤnt productieproces uit de natuurlijke grondstof basalt vervaardigd en heeft een erkende levensduur van maar liefst 60 jaar. Op basis van een Life Cycle Assessment (LCA) kende BRE Global ROCKPANEL Group een Environmental Product Declaration (EPD) toe. Het plaatmateriaal werd daarmee erkend als een van de beste in haar soort met A+ en A ratings voor diverse constructies. Een erkenning die de zekerheid geeft dat de keuze voor ROCKPANEL plaatmateriaal in een duurzaam bouwproject een verantwoorde keuze is.

NEL prod KPA uc t OC

s

R

Ga naar www.rockpanel.nl/aplus voor meer informatie.

BR

E C e rt i f i e d



Fotograaf: Hennie Raaymakers

TOGETHER FOR BETTER ramen, deuren, vliesgevels en zonwering

Reynaers ontwikkelt aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen in nauwe samenwerking met opdrachtgevers, architecten en gevelbouwers. Een voorbeeld hiervan is de transformatie van Philips Lighting in Eindhoven, een ontwerp van diederendirrix architecten, gerealiseerd door aannemer Stam + De Koning Bouw bv en gevelspecialist Wijmoco Geveltechniek. Dit voormalige hoofdkantoor van Philips Lighting is getransformeerd tot 616 appartementen en penthouses. Opvallende champagnekleurige ramen spelen een belangrijke rol in de gevel. De grote schuiframen zijn verdiepingsbreed ĂŠn verdiepingshoog en laten het licht tot ver in de ruimte binnen. Het zijn elektrisch bedienbare verticale schuiframen die zodra geopend, het appartement omvormen tot een groot balkon.

Kijk op www.reynaers.nl of bel +31 (0)492 – 56 10 20


Interview

Gepersonaliseerde woningbouw kan sneller en beter Ontwikkelaars en aannemers beseffen zich dat bewoners meer inspraak in hun woning willen. Flexibeler omgaan met design- en duurzaamheidswensen lijkt daarom niet meer weg te denken uit het ontwikkelproces.

De stem van consumenten klinkt luid en duidelijk op social media als Twitter en Facebook. Veel bedrijven spelen daarop in, bijvoorbeeld door korting te geven voor een ‘like’ of de wifi-verbinding beschikbaar te stellen voor klanten die inchecken op een locatie. Ook de bouw- en vastgoedsector zoekt naar een manier om meningen van particulieren te vangen.

Het Arnhemse iBUILD herkent deze trend en speelt erop in met iBUILD.Home, een woningconfigurator. “We willen met deze configurator het besluitvormingsproces van de bewoner vereenvoudigen”, laat sales manager Mark Siekmans weten. “Met de tool kan hij zelf zijn nieuwbouwwoning personaliseren, online in de browser op desktop, tablet en mobiel.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

135


Pioneering for You

Wilo BIM ready Wilo is de eerste fabrikant van pompinstallaties ter wereld die zijn BIMcontent op een eenvoudige wijze beschikbaar stelt voor uw BIM projecten! Middels de Wilo-Revit Plugin kunt u onze intelligente Revit Families met ETIM productinformatie direct toepassen in uw BIM-projecten. Deze ‘Wilo button’ installeert u direct in Revit zelf en werkt onafhankelijk van uw toegepast BIM-teken-applicatie. BIM - Building Information Modelling – is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3D model.

“Niet alleen de techniek JT IPPHFGÜDJ OU PPL EF ondersteuning in de ontwerpfase”

112

februari 2015 | duurzaam gebouwd

Wilo Nederland bv Rak 18 1551 NA Westzaan T. +31 (0)889456000 F. +31 (0)889456199 www.wilo.nl info@wilo.nl


Interview

uitwerking van hun ideeën. Dat overtuigt ze of zorgt ervoor dat ze wijzigingen doorvoeren. Zo ontstaat er flexibiliteit.” In de configurator is de catalogus iBUILD.Store ondergebracht, een verzameling aan meubels, binnendeuren, vloer- en wandafwerking en andere gebouwelementen. “Wanneer je als ontwikkelaar de tool aan je kopers aanbiedt, kun je je favoriete leveranciers in deze digitale winkel verwerken.” Het doel is om de koper keuzevrijheid te geven, terwijl ze zeker zijn van betrouwbaarheid van de leverancier. Naast de leverancier van de ontwikkelaar, heeft iBUILD ook zelf afspraken met (duurzame) leveranciers en wordt daarnaast de catalogus ook nog gevuld met fictieve producten, zodat de koper inspiratie kan op doen voor de inrichting. “De catalogus heeft vele mogelijkheden, maar de ontwikkelaar beslist uiteindelijk hoeveel keuzemogelijkheden de koper heeft.”

‘Bewoners kunnen direct het resultaat zien van de maatregelen’ Afnemers van het product zijn projectontwikkelaars en aannemers die zelf ook woningen ontwikkelen. “Onze doelgroepen zijn voornamelijk partijen die de koper van een woning vrijheid willen geven in het designproces. Die met hen samen willen ontwikkelen. Het daagt daarom ook uit voor co-creatie en zorgt voor hogere klanttevredenheid.”

Uitbouw of andere indeling De aspirant koper opent een project en klikt vervolgens een woning aan. De woning is in 3D te bekijken en hij ziet daarbij een divers scala aan mogelijkheden waaruit hij kan kiezen. Bijvoorbeeld een uitbouw, dakkapel of een volledig andere indeling van de begane grond. De keuzes die de aspirant koper maakt, worden meteen doorgevoerd in een overzicht met daarin de kosten. Dat maakt meteen duidelijk of het plan ook financieel haalbaar is.” De visualisatie van de veranderingen in de woning is driedimensionaal. Dat heeft voordelen ten opzichte van traditionele weergaven. “De aspirant kopers kunnen in drie dimensies hun woning bekijken en zien direct het effect van de opties die ze toepassen. Kiezen ze bijvoorbeeld voor een dakkapel, dan zien ze direct de lichtval en de extra ruimte die het biedt.”

Vooraf volledig inrichten De configurator kan ook uitkomst bieden bij het inrichten van de woning, nog voordat de eerste steen is gelegd. “Door het interieur alvast in de woning te zetten, ontdekken aspirant kopers hoe het eindresultaat eruit gaat zien. Ook de stopcontacten en lichtpunten krijgen een plek. Zij ervaren hierdoor een zeer compleet beeld van de

Voor ontwikkelaars vormt de configurator een krachtig instrument om de aspirant koper mee te nemen in de bouwbeleving. “Daarmee biedt iBUILD de ontwikkelaar iets extra’s, want niet iedereen laat de aspirant-koper meebeslissen over het eindresultaat. Daarnaast is het 3D-model in het BIM-programma Revit gekoppeld aan de configurator.”

Live kiezen bespaart tijd en geld Deze Revit koppeling versnelt niet alleen het modelleerproces maar lost ook problemen op die te maken hebben met faalkosten. “Normaal gesproken stellen ontwikkelaars nieuwbouwprojecten samen in een 3D CAD-model. Per koper passen ze het model aan aan de wensen. Daarna bestellen ze de onderdelen en bouwen ze de woning. Dat is veel werk en onderhevig aan fouten.” Daarom worden alle keuzes van de koper ‘live’ vanuit iBUILD.Home in het model verwerkt. “Dat geldt voor alle beslissingen die een consument maakt. Doordat de bijwerking van het model direct verloopt, is het proces automatisch en foutloos. Dat bespaart veel tijd en geld.” Door deze beslissingen vindt er veel data-uitwisseling plaats tussen aspirant koper, ontwikkelaar en leverancier. Het communicatieplatform iBUILD.Connect moet deze communicatie in goede banen leiden. “De keuzes van de koper worden teruggekoppeld aan Revit en dit wordt real time verwerkt. Hierdoor blijft een compleet model over met alle gekozen opties. Bijzonder is dat wij input en output van het model uit de configurator koppelen met Revit. Daarmee dragen we ons steentje bij aan snellere, betere en meer gepersonaliseerde woningbouw.”

‘Input en output van de configurator is gekoppeld aan Revit’ duurzaam gebouwd | oktober 2016

137


NIEUW

EĂŠn innovatief profielsysteem voor alle dubbel- en tripleglas oplossingen SOFTLINE 82 NL: het kunststof profielsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor triple glas. Met SOFTLINE 82 NL worden hogere isolatiewaarden bereikt, wat resulteert in een lager energieverbruik en minder CO2 uitstoot. Het dikwandige profiel (wandsterkte klasse A!) zorgt voor vaster zittende schroeven en extra stevige hoekverbindingen waardoor ramen en deuren vele jaren lang perfect

functioneren. Kenmerkend is ook het Dutch design dat past bij

de Nederlandse bouwstijlen.

Meer comfort, minder energieverbruik en 100% recyclebaar: SOFTLINE 82 NL maakt het verschil!

www.vekakozijn.nl


Project

Om energieneutraliteit waar te maken, zijn op het schoolgebouw Plein Oost in Haarlem 484 zonnepanelen bevestigd.

Echt energieneutraal door latere oplevering Een gebouw dat niet alleen in theorie, maar ook in praktijk energieneutraal is; dat zie je niet vaak. Bij het schoolgebouw Plein Oost in Haarlem is dat wel gelukt. Een belangrijke voorwaarde voor dit succes is de verlate oplevering van het project. De school werd pas bijna twee jaar na ingebruikname definitief opgeleverd. Toen waren alle kinderziekten uit het systeem en was de school echt energieneutraal. Tekst: Joop van Vlerken

“Veel gebouwen zijn alleen in theorie energieneutraal, maar Plein Oost is dat ook in praktijk. We hebben vorig jaar zelfs meer opgewekt dan verbruikt. Hierdoor was het schoolgebouw Plein Oost in 2015 niet alleen energieneutraal, maar zelfs energieleverend�, vertelt Jan

Aalberts van schoolbestuur Spaarnesant trots. Samen met het toenmalige bestuur nam hij het besluit om het nieuwe schoolgebouw Plein Oost in Haarlem energieneutraal te bouwen. Om dat waar te kunnen maken, zijn er op het gebouw 484 zonnepanelen bevestigd. De school wordt

duurzaam gebouwd | oktober 2016

139


verwarmd met een WKO-installatie in combinatie met een warmtepomp die ook kan koelen. Daarnaast is de school zeer luchtdicht en heeft het hoge isolatiewaarden voor gevels en dak. Twee scholen met buitenruimte en een gymzaal, een peuterspeelzaal en een buitenschoolse opvang zijn in het gebouw ondergebracht.

Subsidie beschikbaar Aanvankelijk was het niet bij Aalberts opgekomen om energieneutraal te bouwen. Tot een gemeenteambtenaar hem wees op de UKP NESK-subsidie van RVO.nl voor energieneutrale scholen. Adviesbureau Merosch stond het schoolbestuur bij in de subsidieaanvraag, vertelt Ronald Schilt, directeur van Merosch. “Het is natuurlijk duurder om een energieneutrale school te bouwen. De subsidie van 5 ton euro hielp dit gat te dichten.” Overigens lagen ten tijde van de subsidietender (2009) de meerkosten van energieneutraal bouwen veel hoger dan wanneer je nu een dergelijk project realiseert. Dat had vooral te maken met de prijs van zonnepanelen, die inmiddels een flink stuk goedkoper zijn geworden. Al voor de subsidieaanvraag was Merosch bij het project betrokken en nu bijna twee jaar na de oplevering is het bedrijf nog als DUBO-auditor in het project actief. “We hebben meegedacht over de selectie van de installatieadviseur en de architect. En het programma van eisen dat uiteindelijk in het bestek terecht is gekomen, is door ons mede opgesteld. Als DUBO-auditor hebben we

140

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

gemonitord of architecten, ontwerpers en bouwers de prestatie-eisen op een goede manier verankerd hebben.”

Voorwaarde Een belangrijke voorwaarde voor het krijgen van de subsidie was een eigen bijdrage van € 200.000 van de stichting. Aalberts: “Die € 200.000 verdienen we natuurlijk op termijn terug door de energie die we besparen. Maar we hebben er toch even over na moeten denken. We hadden het ons veel makkelijker kunnen maken door gewoon een energiezuinige school neer te zetten, maar we wilden graag een zo duurzaam mogelijk gebouw.” Ook voor aannemer Huib Bakker Bouw was het energieneutraal bouwen van een school van dit formaat nieuw, vertelt Marco Kock, projectleider bij de aannemer. “We hebben de bouw met veel aandacht aangepakt en goed gekeken naar de details. Er werd bijvoorbeeld een heel hoge luchtdichtheid gevraagd. Dat hebben we tijdens de bouw goed gecontroleerd. Bij twijfel hebben we de kieren nog een keer dichtgesmeerd. Dat is gelukt; bij de laatste metingen bleek de luchtdichtheid zelfs hoger dan geëist.”

Beter dan verwacht Plein Oost is niet de eerste energieneutrale school van Nederland. Aalberts: “Maar we zijn wel een van de weinige scholen, die die prestatie ook echt waar maken. We doen het zelfs 25 procent beter dan vooraf berekend is.” Volgens Aalberts is die prestatie niet in de laatste plaats


Project

Schilt vertelt dat de verlate oplevering tegenwoordig een eis is in alle aanbestedingen, die Merosch begeleidt. De belangrijkste reden is volgens hem een stok achter de deur. “We hebben in het verleden te vaak gezien dat bouwers opdrachtgevers achterlaten met een lijst restpunten. Dat is geen onwil, maar is er in de loop van de jaren gewoon in geslopen. Natuurlijk worden die opleverpunten uiteindelijk wel opgelost, maar zo gauw het lintje is doorgeknipt heeft het project geen prioriteit meer. Door een gedeelte van de bouwsom achter te houden voorkom je dat.”

Geen bank

Schoolbestuurder Jan Aalberts: “We zijn een van de weinige scholen die de prestatie ‘energieneutraal’ ook echt waarmaken.”

“We adviseren anderen om ook voor een verlate oplevering te gaan.”

te danken aan de verlate oplevering van het gebouw. Want hoewel het gebouw al in augustus 2014 in gebruik is genomen, werd het pas in juni 2016 officieel opgeleverd. Aalberts vertelt waarom. “We hebben nu bijna twee jaar de prestaties van de installaties kunnen monitoren en dat was ook nodig. Eén van de bronnen van de WKO-installatie gaf bijvoorbeeld een storing. En we hebben ook wat problemen gehad met de zonnecollectoren op de gymzaal. De aannemer heeft dat allemaal heel netjes en snel opgelost. Je krijgt na oplevering van een energieneutraal gebouw met zoveel techniek te maken en dat gaat meestal niet in één keer goed. Er is zeker één tot twee jaar nodig voordat alles goed werkt. Nu zijn alle ontwerpfouten eruit, werken alle installaties goed en is het gebouw definitief opgeleverd.”

Aalberts adviseert andere scholen die energieneutrale nieuwbouw overwegen ook voor een verlate oplevering te gaan. “Voor we met bouwen begonnen, leek het gewoon een nuttige maatregel. Maar achteraf kun je zeggen dat het fantastisch uitgepakt heeft. In de aanbesteding stond dat we 10% van de bouwsom achter zouden houden tot na de finale oplevering. Uiteindelijk hebben we dat in overleg met Huib Bakker Bouw verlaagd naar 5%, omdat het risico voor de aannemer anders te groot zou zijn.” Ook Kock staat positief tegenover de verlate oplevering. “Na oplevering van een gebouw met dergelijke complexe installaties, krijg je bijna altijd te maken met kinderziekten dus het is goed om dat in de gaten te houden.” Maar hij vindt het onnodig om het financiële risico hiervoor bij de aannemer te leggen. “Wij zijn bouwer, geen bank. Er moeten vriendelijkere manieren te bedenken zijn om problemen na oplevering op te lossen dan het achterhouden van een gedeelte van de bouwsom. Denk bijvoorbeeld aan een zekerheidsstelling in de vorm van een bankgarantie. Dan staat een bank garant, mochten wij onze verplichtingen niet nakomen.” Schilt bevestigt dat het financiële risico van de opleverpunten zwaar kan wegen voor een aannemer, maar hij benadrukt ook dat dit het enige pressiemiddel is waarvoor bouwers gevoelig zijn. “Ik denk dat bouwers op dit moment niet de vergoeding krijgen die ze zouden moeten krijgen. En daardoor leveren ze misschien niet altijd wat ze zouden moeten leveren. Doordat er geld tegenover staat, krijgen de opleverpunten prioriteit. Ze moeten dus beter betaald krijgen, maar ze moeten zich ook realiseren dat ze tegenwoordig niet alleen een gebouw opleveren, maar een functionaliteit. Dat betekent dat het gebouw pas af is, als alle installaties naar behoren werken.” Schilt is tevreden over de samenwerking met Huib Bakker Bouw. “Ze hebben vanaf het begin een stap extra gezet om te voldoen aan de eisen die aan een energieneutraal gebouw gesteld worden.” En ook Kock is zeer te spreken over de samenwerking tussen de verschillende partijen in het project. “De sfeer tijdens de overleggen was positief, omdat we allemaal wel in de gaten hadden dat we met iets bijzonders bezig waren. Die positieve houding heeft tot de goede resultaten in dit project geleid”, besluit hij.

Meer informatie vindt u op de website van Frisse Scholen, www.frissescholen.nl.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

141


Thermisch isoleren op hoog niveau Schรถck Thermoanker voor sandwichwanden

Schรถck introduceert met het Thermoanker van glasvezelcomposiet een bijzondere en KOMO-gecertificeerde verankering voor betonnen sandwichconstructies. Met veel succes toegepast in talloze internationale projecten en ten opzichte van

traditionele oplossingen uniek in eenvoud, verwerking en thermisch isolerende eigenschappen. Ontdek de nieuwe generatie in sandwichverankeringstechniek op www.schock.nl/thermoanker.

Schรถck Nederland b.v. | Amersfoortseweg 15A | 7313 AB Apeldoorn | Telefoon: +31 (0)55 526 88 20 | www.schock.nl


Algemeen

Etalage van duurzame gebouwen De Happy Building Index (HBI) is een initiatief van Stichting Happy Building Index en wordt ondersteund door de coalitie Gezonde Gebouwen. De Happy Building Index is een etalage van echt duurzame gebouwen. In deze gebouwen willen gebruikers graag vertoeven. Ze brengen mensen met elkaar in contact en inspireren gebruikers om het beste uit zichzelf te halen. Kortom, het zijn gebouwen die gebruikers gelukkig maken. Dit gevoel van geluk wordt vergroot door gebouwaspecten zoals een goed binnenklimaat, daglichttoetreding en horeca- en groenvoorzieningen in en om de gebouwen. En de wetenschap dat het gebouw het milieu zo weinig mogelijk belast.

Wekelijks nieuws op HappyBuildingIndex.nl Op HappyBuildingIndex.nl vindt u wekelijks nieuws over projecten die inspireren op het gebied van een gezonde leefomgeving.

Top 10 De landingspagina van Happy Building Index toont een top 10 van best beoordeelde gebouwen. Benieuwd welke gebouwen dit zijn? Bezoek dan snel de website!

Alliander in Duiven De circulaire herhuisvesting van Alliander in Duiven (zie foto onder) is een van de top 10 gebouwen van de HappyBuildingIndex.nl. Voeg ook een gebouw toe en beoordeel zelf een gebouw op de website.

Duizenden gebouwen in database Op de website van Happy Building Index zijn duizenden gebouwen toegevoegd die beoordeeld kunnen worden. Gebruikers van de website kunnen sorteren op provincie of kunnen hun favoriete stad selecteren. Nadat een gebouw bezocht is, kan een gebruiker deze toevoegen of – indien deze al in de database staat – deze beoordelen. In de beoordeling worden factoren als binnenklimaat, licht en veiligheid meegenomen.

Beste gebouwen van Nederland In de top 10 van de Happy Building Index staan the best of the best. Gebouwen die gebruikers een beleving geven waar ze niet omheen kunnen. Zo staat de oude ambachtsschool van Apeldoorn in de top van de ranking. Na jarenlang werd dit gebouw omgetoverd tot een modern bedrijfsverzamelgebouw. Op 1 januari 2014 ontving leegstaand-vastgoedbeheerder en -beschermer De Kabath de sleutel en heeft in samenspraak met Duurzaam Gebouwd-expert Wytze Kuijper en de gemeente Apeldoorn een bloeiend bedrijfsverzamelgebouw rondom het thema ‘ambachten’ tot stand gebracht. “De eerste presentatie van onze ideeën bij de gemeente volgde een paar weken later”, vertelt Rijn Platteel van De Kabath op de eigen website. “Daaruit bleek dat de exploitatietermijn niet overeen kwam met de terugverdientijd van de benodigde investeringen. Er was geen verwarming in het pand, er was sprake van achterstallig onderhoud en alarm- en brandmeldinstallaties ontbraken. Maar er bleek wel een common ground: een aantal ideeën van ons kwam naadloos overeen met wensen van de gemeente, bijvoorbeeld de sloop van het oude ROC Aventus en de aanleg van een park. De gemeente heeft toen de exploitatietermijn verlengd en na een paar maanden intensief onderhandelen zijn we formeel op 1 januari van start gegaan.” Dit indrukwekkende gebouw kreeg van zijn gebruikers een 8,8. Benieuwd naar andere ervaringen van gebruikers en gebouweigenaren? Bezoek dan zowel DuurzaamGebouwd.nl als HappyBuildingIndex.nl.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

143


Isolatieoplossingen van Termokomfort

Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.

100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormen van isolatie

dakisolatie

spouwisolatie

kruipruimteisolatie

Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! akoestische isolatie

(036) 538 75 58 www.termokomfort.nl

maakt het behaaglijk


Interview

Vastgoedeigenaren in ‘duurzaamheidssandwich’

Dat een goede of slechte huisvesting op enige manier impact kan hebben op primaire processen is, voelt iedereen wel aan. De op cijfers gebaseerde vastgoedsector heeft echter behoefte aan feiten, omdat het nog vaak ontbreekt aan harde data over de gevolgen van een gezonde en comfortabele werkomgeving op het personeel. “Daardoor is er nog te weinig aandacht voor zachte factoren, terwijl je je moet afvragen of je die harde feiten nodig hebt. Is intrinsieke motivatie dan niet genoeg?” Tekst: Marvin van Kempen

Daarom predikt senior consultant Tristan Kunen van Brink Management / Advies voor meer aandacht hiervoor. “Zoals gezondheid en geluk, waardoor we ook vastgoed gaan beschouwen als bedrijfsmiddel. Trends als ‘Niets is het nieuwe iets’ en de opkomst van WELL-certificeringen laten zien dat we breder willen kijken naar verduurzaming van vastgoed. Dat levert interessante discussies op en verandert de markt.” Gebouweigenaren en –gebruikers onderschatten de impact van vastgoed op belangrijke bedrijfsvoeringsprocessen.

“Als je weet dat je personeelskosten 90 procent van de totale organisatiekosten opslokken, dan benader je de huisvestingsopgave op een andere manier. Je gebouw is daardoor meer dan een stapel met stenen. Het is een visitekaartje om nieuw personeel aan te trekken en het heeft een zeer grote impact op de mensen die erin werken. Daarom adviseer ik om het blikveld te verbreden en te denken in termen van een value case. Dan heb je het niet alleen meer over kosten, maar ook over baten”, weet de adviseur. “Want van belang is wat een duurzame werkomgeving je waard is.”

Huurders hebben het voor het zeggen

Vastgoedeigenaren moeten actie ondernemen, want het grote geld wordt steeds vaker geïnvesteerd in groen vastgoed

Met het enorme aanbod in de huidige markt hebben huurders het voor het zeggen, en dat realiseren ze zich ook steeds meer. “De maatschappij vraagt erom, maar ook huurders vragen erom. Als vastgoedeigenaren nog niet intrinsiek gemotiveerd zijn om hun vastgoed te verduurzamen, dan worden ze vanuit het grote

duurzaam gebouwd | oktober 2016

145


Samen werken aan een duurzame wereld met energiebesparende oplossingen

www.thermaflex.com

nederland@thermaflex.com

tel. 0416 567 777


Interview

‘Zachte waarden zijn moeilijk te onderbouwen met cijfers en te garanderen’ Theorie en feiten

Tristan Kunen: “Als gebouweigenaren niet intrinsiek gemotiveerd zijn om stappen te zetten tot verduurzaming, dan worden ze daar binnenkort wel toe gedwongen."

Een onderdeel van deze value case is informatie over het binnenmilieu, dat de arbeidsproductiviteit van medewerkers positief kan beïnvloeden, legt Kunen uit. “Een goed binnenmilieu zorgt voor een hogere productiviteit, maar het is lastig om dit met cijfers te onderbouwen en te garanderen. Dat maakt ook dat het veel lastiger is om deze zachte waarden in een prestatiecontract aan te bieden. Een theoretische mogelijkheid tot afname van ziekteverzuim betekent nog geen hard feit waar je garantie op kunt geven. Zaken als productiviteit, ziekteverzuim en imago worden weliswaar mede beïnvloed door de fysiek gebouwde omgeving, maar zijn afhankelijk van nog heel veel meer omstandigheden.” Het rekenmodel voor een value case bestaat uit een confrontatie tussen organisatiekenmerken, gebouwkenmerken en het gewenste ambitieniveau ten aanzien van huisvesting. Kunen: “Elke organisatie heeft zijn eigen kenmerken en ambities, waardoor er geen sprake is van een generieke value case die toepasbaar is op alle organisaties. Maar deze is afhankelijk van de waarde die je hecht aan verschillende onderdelen van je bedrijfsvoering. Zo is bijvoorbeeld het gedeeltelijk inzetten van je marketingbudget voor een huisvestingsopgave alleen mogelijk als dat met de nodige onderbouwing plaatsvindt.”

Onderscheiden met oprechtheid

geld steeds meer gedwongen. Denk hierbij aan de rol van de GRESB [een standaard voor het meten van duurzaamheidsprestaties van vastgoedportefeuilles, red.]. In feite ´slechts´ en benchmarkinstrument, maar het wordt steeds vaker als belangrijk handvat gebruikt door grote verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen die investeren in vastgoed. Groen vastgoed wel te verstaan. De vastgoedeigenaar komt hierdoor in een sandwich: top down vanuit het grote (groene) geld en bottom-up vanuit gebruikers. Daarnaast is er nog de overheid als externe factor, die steeds strengere duurzaamheidseisen stelt en gebruikers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid laat nemen”, aldus Kunen over de veranderingen in de markt.

Dat er onzekerheid bestaat over het effect van een gezonder binnenklimaat op medewerkers, mag duidelijk zijn. Toch is vastgesteld dat het niet verduurzamen van vastgoed onherroepelijk leidt tot een verslechtering van het rendement. “Als gebouweigenaren niet intrinsiek gemotiveerd zijn om stappen te zetten tot verduurzaming, dan worden ze daar binnenkort wel toe gedwongen. We zijn in een periode aanbeland waarbij de keuze niet meer is of je wel of niet gaat verduurzamen. Het imago speelt nog wel een belangrijke rol, maar met oprechtheid kunnen partijen zich pas echt onderscheiden”, denkt Kunen.

Brink Management / Advies is een onderdeel van Brink Groep. Brink Groep bestaat uit vier bedrijven die zich specialiseren in management, advies en automatisering: Innvire, Brink Management / Advies, Kontek, Ibis.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

147


Revolutie op het dak!

1950

1980

2014 Kompakt Schoorsteen 2.0

2016

Kompakt 2.0-serie

Met de Kompakt 2.0-serie van Ubbink! We willen niet uit de hoogte doen, maar voor de Ubbink Kompakt 2.0-serie maken we graag een uitzondering! Angelique Wevers, al 23 jaar bewoner van de Kweekweg, stoort zich aan de schots en scheef staande pijpjes op het dak. ‘Dat geeft onze wijk een rommelige uitstraling’. Met de Ubbink Kompakt 2.0-serie verandert dat voorgoed. Deze verzamelkap is een heuse blikvanger die bijdraagt aan de uitstraling van individuele woningen en de totale woonwijk. Wie wil ‘m niet in de buurt! • • • • •

Fraaie uitstraling van uw wijk Minimale dakdoorbreking door haakse montage Gegarandeerd luchtdicht met luchtdicht manchet Scheve montage onmogelijk Voldoet aan alle regelgeving NIEUW

Kompakt Schoorsteen 2.0 in 8 varianten

Kompakt 2.0 WTW-Riool in 2 varianten

NIEUW

Kompakt 2.0 MV Box voorzien van mechanische ventilatie

Ubbink, voor uw gemak! www.ubbink.nl/revolutieophetdak

NIEUW

Kompakt 2.0 WTW/WP luchtwarmtepomp


SAMEN OP WEG NAAR ENERGIE NEUTRAAL Is úw vastgoed al klaar voor de toekomst? nearly Zero Energy Buildings (nZEB’s) zijn toekomstbestendige, gezonde gebouwen die rendement opleveren en die leiden tot:

Met het nearly Zero Energy Buildings concept begeleidt Unica u in zes stappen naar een energieneutraal gebouw.

• tevreden eindgebruikers, • een extreem lage energierekening en • een hogere waarde van uw vastgoed.

Kijk op unica.nl/nZEB voor meer informatie en download de whitepaper.

Unica Ecopower T 033 - 247 80 80 E ecopower@unica.nl


Sneller, eenvoudiger HQ HƱFLÈQWHU

ZLQVWDOOHUHQ®

VWHNHUEDDU LQVWDOOHUHQ YRRU GH ZRQLQJERXZ

WWW.WINSTALLEREN.COM


Project

Installatievernieuwing voor Heerlense Zuyderland Het Zuyderland ziekenhuis, locatie Heerlen, is een traject gestart voor het renoveren van de schakelkasten en regeltechniek voor de oudbouw. De schakelkasten worden in fases vervangen en toekomstbestendig gemaakt. “De opdracht is complex, omdat we te maken hebben met primaire processen die koste wat kost door moeten gaan.” Tekst: Marvin van Kempen

‘Zuyderland, de nieuwe naam van Atrium & Orbis’, kopt de website van de Zuid-Nederlandse zorginstelling. Begin 2015 fuseerden de twee instellingen, met meerdere zorgcentra met buitenlocaties en ziekenhuizen in beheer. De in Heerlen gelegen vestiging stamt uit de jaren ’70 en wordt gerenoveerd. “Zorginstellingen behoren tot de top 3 van meest gecompliceerde omgevingen om bouwwerkzaamheden in te verrichten”, vindt accountmanager Ferry van Loosbroek van Honeywell. “Anders dan in kantoren heb je hier te maken met processen die nooit mogen uitvallen. Wanneer je dergelijke werkzaamheden uitvoert, is een zorgvuldige voorbereiding een vereiste.

Al veertig jaar heeft leverancier van het meet- en regelsysteem Honeywell een samenwerking met de Limburgse zorginstelling. “Decennialang dragen we zorg voor de klimaatregelingen, zodat de installaties zorgen voor een optimale binnenlucht en temperatuur”, laat consultant René Simons van Honeywell weten. “We hebben het systeem goed onderhouden, maar een deel hiervan was toe aan een renovatie.” Dat was ook Eric Meuwissen van Zuyderland niet ontgaan. “Hoewel we in de planning hebben om een nieuw ziekenhuis te realiseren, laat dit nog even op zich wachten. Daarom startten we een vervangingsproject van de schakelkasten en de regeltechniek, die we gereed

De schakelkasten die vervangen worden.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

151


Isolatie, essentieel voor onze wereld.

Project

ROCKWOOL steenwol. ®

Dé natuurlijke en duurzame isolatie.

®


Project

willen maken voor de komende decennia. Het eind- en opleverpunt van de werkzaamheden is 2017, we zitten er dus middenin.”

Risicovolle situaties vermijden Het is geen geheim dat het voor een omgeving als een zorginstelling zeer belangrijk is om het onderhoud op peil te houden. “Er kan een risicovolle situatie ontstaan als je niet op tijd actie onderneemt”, aldus Meuwissen. “Denk aan de mogelijkheid tot uitval, maar ook aan een scenario waarin je geen onderdelen meer kunt krijgen voor de installaties die je in gebruik hebt, omdat ze niet meer geleverd kunnen worden.” In totaal worden er 39 schakelkasten gerenoveerd, echter niet allemaal tegelijk. De kasten die corresponderen met risicovolle processen, krijgen voorrang. “Uiteindelijk is het doel om volgend jaar klaar te zijn met de renovatie en te beschikken over de nieuwste technieken. Tegelijkertijd houden we in het achterhoofd dat we in oude gebouwen werkzaamheden uitvoeren die misschien nog maar tien jaar blijven staan. Het moet economisch rendabel en haalbaar zijn wat betreft budgettaire mogelijkheden”, vertelt Meuwissen over de renovatie.

Efficiëntie vereist Recentelijk zijn de schakelkasten en de regelinstallatie bij de energiecentrale gerenoveerd. De energiecentrale voorziet de primaire processen van het ziekenhuis van warmte, koeling, stroom, tapwater en perslucht. Een onderbreking van het primaire proces is funest en daarom is planning en samenwerking van levensbelang. “Het is best een grote stap om die regeltechniek te vervangen. Vooraf bekijken we waar iedere schakelkast voor dient en doen we een nulmeting. Zo weten we exact welke apparatuur en achterliggende processen hierop zijn aangesloten.” De nieuwe kasten zijn samen met medewerkers van het ziekenhuis uitvoerig getest voordat ze naar het ziekenhuis werden vervoerd. “Zo zorgen we voor hoge efficiëntie op het moment dat de regelkasten op de plaats van bestemming aankomen. Doordat we er zeker van zijn dat iedere kast naar behoren functioneert, kunnen zonder verrassingen de kasten worden omgebouwd. Dat heeft een positieve impact op de snelheid waarmee we de renovatie kunnen uitvoeren.”

‘Er kan een risicovolle situatie ontstaan als je niet op tijd actie onderneemt’

De kasten die corresponderen met risicovolle processen krijgen voorrang.

Geen hinder van werkzaamheden Een week voor de ombouw werden eerst de tijdelijke voorzieningen aangebracht. “Het vergt veel commitment om dit renovatieproces soepel te laten verlopen. Zo is het essentieel dat alle medewerkers op de hoogte zijn van de ombouwstappen en dat zij weten wat het voor hen en de andere gebouwgebruikers inhoudt. We vragen ook om flexibiliteit, bijvoorbeeld om bepaalde werkzaamheden op een andere moment in te plannen, zodat de vervanging van de schakelkasten zonder vertraging door kan gaan.” De afdeling techniek en bedrijfsvoering vormden het projectteam. Als voorbereiding zocht het team uit welke systemen werden geplaatst ten tijde van de nieuwbouw en welke wijzigingen er zijn doorgevoerd. “Daarnaast hebben we goed bekeken hoe het proces in logistieke zin soepel kan verlopen. Denk bijvoorbeeld aan de aanlevering van de nieuwe schakelkasten en het verplaatsen van de oude kasten”, aldus Meuwissen. “Tijdens de renovatie hebben we continu een goed team klaarstaan op het gebied van communicatie en techniek. Het doel is om gebruikers van het gebouw constant van updates te voorzien over de voortgang. Verder is belangrijk om te weten dat je te maken kunt krijgen met calamiteiten zoals een griepepidemie. Je kunt de werkzaamheden dan uitstellen, maar dat brengt risico’s met zich mee. Anticiperen en reageren op dergelijke calamiteitensituatie is zeer uitdagend." De renovatie van de schakelkast is in twee weke nuitgevoerd zonder dat het ziekenhuis hier iets van heeft gemerkt.” De afronding van de renovatiewerkzaamheden vindt plaats in 2017, maar de samenwerking met Honeywell Building Solutions duurt voort. “Het is voor een opdrachtgever goed als je een betrouwbare partner hebt en die hebben wij gevonden in Honeywell Building Solutions. Dat moet ook wel, want je werkt samen aan installaties die ervoor zorgen dat je organisatie draaiend blijft. Dan is zo’n vertrouwensband onmisbaar”, besluit Meeuwissen.

duurzaam gebouwd | oktober 2016

153


Mediagevel

Als het om gevels gaat!

Mediagevel: een innovatieve gevel die transparantie en media combineert Duurzame doorzichtglas media-oplossing die transparantie en media in ĂŠĂŠn gevel combineert. Met behulp van LED techniek kan de gevel 24 uur per dag boodschappen uitzenden die elke moment van de dag aan te passen zijn. De mediagevels worden op maat vervaardigd en bieden daarom volledige ontwerpvrijheid zodat de mediagevel in elke gebouwgevel geĂŻntegreerd kan worden. Is energiezuinig en maakt de gevel winstgevend door reclameopbrengsten.

H.G. Zwerusstraat 3, 7951 CZ Staphorst | 0522 467 000 | mail@rollecate.nl | www.rollecate.nl


Interview

‘80 procent circulair verkopen in 2020’ Het inpassen van circulairiteit in je bedrijf en proces vergt een investering. Organisaties die nog niet over zijn naar de nieuwe economie wijzen op hogere kosten ten opzichte van de traditionele denkwijze. “Dat is een grote misvatting. Circulariteit is nog niet in alle sectoren goedkoper, maar wel in die van ons.” Circulaire kantoorinrichter Desko, dat al sinds 1952 bestaat, wil de traditionele economie gedag zeggen. “Veel bedrijven kennen het verschil niet tussen een traditionele en een circulaire inrichting”, schetst directeur Michael Kuiper van Desko. “Vraag je iemand die zich dagelijks met duurzaamheid bezighoudt wat het onderscheidende vermogen is van de denkwijze, dan kan hij dit direct uitleggen. Maar het gros van de bedrijven kent het begrip circulaire inrichting niet of niet goed genoeg.”

Wat is je interieur (je) waard? Een van de voordelen van een duurzame inrichting is het kostenplaatje. “Gemiddeld kost een circulaire inrichting 85 procent van de aankoopsom die je betaalt bij nieuwkoop. Als een bedrijf nieuw meubilair wil, kunnen wij een nulmeting doen. Wij noemen dat een waardecheck,

waarmee we kijken wat de inrichting waard is en welke maatregelen we kunnen treffen om dit te verbeteren.” Verschillende businessmodellen hangen samen met deze verduurzaming, waaronder het in populariteit winnende Product of Service. “We overleggen met onze klant wat voor hen de meeste waarde oplevert. Dat kan een leaseconstructie zijn, waarbij wij het onderhoud realiseren. Maar het is ook mogelijk dat het veel handiger is om alleen voor het gebruik te betalen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de huidige voorraad aan ons te verkopen, waarna wij een circulaire inrichting als lease aanbieden.”

Zoveel mogelijk hergebruiken Alle wegen leiden naar hetzelfde doel: het toekomstbestendig maken van de inrichting. “De overtuiging hiervoor zit natuurlijk niet alleen in de kostenbesparing. Je doet dit omdat je als bedrijf je beste beentje voor wilt zetten om je milieu-impact zo laag mogelijk te maken.” Zo ook ABN AMRO, dat bijna 200 van haar werkplekken inrichtte met hergebruikte materialen. “Niet alleen het interieur krijgt daar een vernieuwde toekomst. Hun missie is om zoveel mogelijk hergebruikt materiaal te gebruiken.” Door het goede voorbeeld te geven hoopt Kuiper dat meer bedrijven circulair inkopen overwegen. “In 2020 willen we 80 procent circulair verkopen. Daarom willen we ons eigen bedrijf circulair maken. Het betreft onze logistieke handelingen en alle processen rondom het aanschaffen van bijvoorbeeld bedrijfskleding en andere items.” Met de ingrepen wil de kantoorinrichter een duidelijk signaal afgeven. ”Ik waardeer het dat de circulaire economie tegenwoordig een veelgehoord gespreksonderwerp is. Liever daag ik partijen uit om daad bij woord te voegen.”

duurzaam gebouwd | oktober 2016

155


9$1 '253 8: .(11,63$571(5 9225 9(5'885=$0,1* 9$1 8: 9$67*2('

9DQ 'RUS LV XZ NHQQLVSDUWQHU RS KHW JHELHG YDQ GXXU]DDP WRWDDOEHKHHU YDQ XZ JHERXZ $O MDUHQODQJ ]LMQ ZLM ODQGHOLMN NRSORSHU LQ KHW RQW]RUJHQ YDQ RQ]H NODQWHQ LQ KHW JHKHOH WUDMHFW YDQ RQWZHUS UHDOLVDWLH HQ EHKHHU YDQ DOOH WHFKQLHN LQ JHERXZHQ :LM GHQNHQ JUDDJ PHW X PHH HQ DGYLVHUHQ X KRH X XZ SDQG RSWLPDDO NXQW LQ]HWWHQ HQ YHUGXXU]DPHQ

$OWLMG GLFKWELM 9DQ 'RUS KHHIW YHVWLJLQJHQ LQ KHW ODQG GLH ]RZHO ODQGHOLMN DOV UHJLRQDDO RSHUHUHQ HQ XZ WDDO VSUHNHQ 8 EHQW YHU]HNHUG YDQ HHQ YDVW HQ YHUWURXZG WHDP YDQ VSHFLDOLVWHQ 1HHP FRQWDFW PHW RQV RS YLD GH ZHEVLWH YRRU YULMEOLMYHQG DGYLHV

YDQGRUS HX


MAKING THE BEST BETTER

Uitsluitend werken met de beste materialen. Jarenlange ervaring met passie voor het vak. Zó ontstaat een schitterend eindresultaat. Al meer dan 36 jaar garandeert Wédéflex de allerhoogste kwaliteit.

Dat kunnen we alleen door samen te werken met échte vakspecialisten: Onze Wédéflex Established Dealers. Want door elkaar steeds opnieuw te inspireren en te versterken, zijn we in staat het beste nog beter te maken.

Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl


Gronings flatgebouw krijgt duurzame vervanging leidingen De leidingen van een flatgebouw in het Groningse Stadskanaal zijn duurzaam opgefrist. In een recordtempo verving Niemeijer Installatietechniek de versleten leidingen van het gebouw ‘Olmenhage’, met een energielabelsprong als gevolg. Woningcorporatie Lefier vond het tijd om de hoogbouw aan te pakken. “De leidingen vertoonden tekenen van slijtage. Daardoor hebben we besloten om ze te vervangen met een beter en duurzamer alternatief”, blikt projectopzichter Anton Wemhoff van Lefier terug. ”De nieuwe leidingen zorgen voor minder warmteverlies, verlagen het energielabel en geven de bewoners een lagere energierekening.” De verantwoordelijke partij voor de duurzame oplossing is Viega, specialist op het gebied van sanitair en verwarmingstechniek waaronder afvoer- en leidingsystemen. “De oude leidingen waren gemaakt van kunststof en de afgelopen jaren had Olmenhage last van diverse lekkages”, weet accountmanager Antonie van Renswoude. “We hadden

Gezond binnenklimaat en energiebesparing gaan hand in hand Een beter luchtfilter in de luchtbehandelingskasten van een school- en wooncomplex in Reeuwijk heeft geleid tot een flinke verbetering van de luchtkwaliteit en een besparing op de energierekening. De multifunctionele accommodatie (MFA) Oude Tol in Reeuwijk biedt onderdak aan drie basisscholen, een peuterspeelzaal, een kinderdagopvang en een buitenschoolse opvang. Op de bovenste bouwlaag bevinden zich nog eens twintig appartementen, met daarbovenop een zestal ‘penthouses’. Wolter Duinker, algemeen beheerder: “Sinds 2011 is het onderhoud in handen van Unica. Zij hebben een goede naam in de omgeving en de keuze voor hen was destijds dan ook een logische.”

Foto: Wolter Duinker

158

oktober 2016 | duurzaam gebouwd

al vaker contact met Lefier en brachten een advies uit om in dit project het Smartloop Inliner Systeem toe te passen.” De oplossing die werd toegepast betreft een enkelbuis systeem. “Dat betekent dat de aanvoer en afvoer in 1 buis worden gemonteerd”, verduidelijkt Van Renswoude. “Het systeem is al in honderden projecten toegepast, verspreid over Nederland. Belangrijk voordeel van de techniek is onder andere dat de montagetijd veel sneller is. Monteurs hoeven maar één keer een leiding te monteren. Hoeveel tijd het scheelt, hangt af van het project. Gemiddeld kunnen we spreken van een reductie in montagetijd van zo’n 25 tot 30 procent.” Lees het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl.

“Ons doel is een zo gezond of veilig mogelijk binnenklimaat”, vertelt contractbeheerder technisch beheer Marco Bles bij Unica. “Binnen de accommodatie hebben we te maken met verschillende mensen, waaronder kwetsbare groepen als erg jonge kinderen en ouderen. Dit stelt extra eisen aan de kwaliteit van de binnenlucht.” MFA Oude Tol is hiervoor uitgerust met vier luchtbehandelingskasten, voorzien van ongeveer dertig luchtfilters. Buitenlucht wordt aangezogen, op temperatuur gebracht en vervolgens gefilterd om deze te ontdoen van vervuiling zoals het zeer schadelijke fijnstof. “Onlangs introduceerden wij een nieuw HQ85-luchtfilter”, laat senior accountmanager Maurice Gijzen van AFPRO Filters weten. “Dit filter haalt meer fijnstof uit de lucht, waardoor de luchtkwaliteit met wel 57 procent verbetert. Het filter past in vrijwel iedere luchtbehandelingskast, zodat hieraan geen aanpassingen noodzakelijk zijn. Het is enkel een kwestie van het vervangen.” “Er is nog een reden waarom we snel zijn overgestapt op deze nieuwe filters. Voor ons is kostenbesparing erg belangrijk. Scholen hebben altijd te weinig geld. Het is een uitdaging voor ons om de energiekosten omlaag te brengen”, vertelt Bles. “Het luchtfilter heeft een veel lagere luchtweerstand, waardoor een luchtbehandelingskast minder energie verbruikt. MFA Oude Tol bespaart nu ongeveer 20 procent op de energiekosten. In aanschaf is het filter iets duurder, maar het verdient zich binnen een jaar terug. Jaarlijks bespaart men circa €1.000”. Lees het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl.


Korte berichten uit de markt

Tweede editie Forest 50: meer transparantie hard nodig Het aantal bedrijven uit de duurzame hout-ranglijst Forest 50 dat beschikt een FSC / PEFC-certificaat neemt toe. Maar het gros laat nog belangrijke steken vallen, zo blijkt uit de tweede Forest 50 van FSC Nederland. In 2015 startte FSC Nederland de eerste Forest 50, een rangschikking van bouwbedrijven specifiek gericht op gebruik van duurzaam hout en de communicatie hierover. In Duurzaam Gebouwd Magazine #31 maakten we de top 50 bekend. Een jaar later is de tweede editie een feit en is er nieuws te melden. Positief nieuws, maar nog wel met de nodige uitdagingen in petto voor de bouwers. “Meer bedrijven in de Forest 50 hebben een FSC / PEFC-certificaat en communiceren over het gebruik van duurzaam hout”, licht FSC manager Roel Nozeman toe. “Op dit moment meten 11 bedrijven het percentage duurzaam ingekocht hout op groepsniveau en werken toe naar een volledig duurzame houtinkoop. Opvallend is verder dat er een grote middengroep is die met een relatief kleine moeite hoger kan eindigen op de ladder.” Het merendeel van de grootste bouwbedrijven is nog niet transparant over de inkoop van duurzaam hout op groepsniveau (beleid en percentage duurzaam). “Dat is merkwaardig, gezien de snelle veranderingen en ontwikkelingen in de bouwsector, waaronder biobased economy,

modulair bouwen, circulariteit en Cradle to Cradle, het opraken van grondstoffen en de milieu-impact van de sector. De transparantie over de inkoop van duurzaam hout is een relatief eenvoudige exercitie en een mooie kans voor bedrijven die het goed doen.” “We hebben het vaak over Zero Energy Buildings, maar zijn Zero Impact Buildings niet net zo belangrijk? We weten allemaal dat er werk aan de winkel is om klimaatverandering tegen te gaan. Dit alles betekent dat we waar mogelijk moeten kiezen voor materialen met de laagste milieu-impact, een gebied waarin duurzaam hout koploper is”, verduidelijkt Nozeman. Lees meer over de Forest 50 op pagina 40 van dit magazine.


- advertorial -

Bouwcenter Praktijkcase: duurzame woontoren @Home Amstelkwartier in Amsterdam

‘Wij zijn trots op de eerste

energieneutrale woontoren in Nederland’

@Home Amstelkwartier in Amsterdam is de eerste energieneutrale woontoren van Nederland. De toren bestaat uit 160 appartementen van 50 tot 75 m², 52 parkeerplaatsen, een fietsenstalling en commerciële ruimtes. Een aanwinst voor het Amsterdamse middensegment, dat werd ontworpen door Mecanoo Architecten en wordt gerealiseerd door Hurks bouw. Dit alles in nauwe samenwerking met Bouwcenter Van Hoppe. Stefan de Ruijter Projectdirecteur Hurks vastgoedontwikkeling, Den Bosch.

Arjan Ahout Directeur Bouwcenter Van Hoppe, Eersel.

Wat waren de uitdagingen binnen dit project? @Home Amstelkwartier is de eerste woontoren in Nederland met een energieprestatie-coëfficiënt (EPC) van nul. En dát is pionieren! We hebben verschillende maatregelen genomen om aan de nul normering te voldoen. Denk hierbij aan extra isolatie, triple glas, CO2 gestuurde ventilatie, warmte terugwinning uit douchewater, laagtemperatuur vloerverwarming, stadsverwarming en compact bouwen. Maar de échte uitdaging ligt bij het aan de gevel monteren van zonnepanelen tot 73 meter hoogte. En dat op deze schaal. In totaal worden immers 2.500 m2 aan panelen gemonteerd.

Hoe zijn jullie bij dit project betrokken geraakt? Hurks vastgoedontwikkeling is ons zusterbedrijf en schakelde Bouwcenter Van Hoppe in. Dat gebeurt wel vaker. Helemaal omdat wij weten wat er komt kijken bij het ontwikkelen van een prefabconcept, een complete gevel die wordt gemaakt in de Hurks’ prefabbetonfabriek in Veldhoven. We zijn verantwoordelijk voor het verkennend onderzoek; specifiek naar groene keramische gevelstenen in verschillende verbanden. Wat zijn de mogelijkheden? Wat zijn de kosten? Waar is het verkrijgbaar? Dát zijn vragen die ons bezighouden. En daarnaast vormt Bouwcenter Van Hoppe de schakel tussen alle betrokken partijen, van architect tot leverancier.

Hoe hebben jullie dit aangepakt? We hebben met betrekking tot de PV-installatie behoorlijk gepionierd. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoudsplan, de eigendomsstructurering, de financiering, de koppelingswijze aan de energiemeters, hoe te anticiperen op mogelijke toekomstige wijzigingen van de salderingsregeling en hoe wordt voldaan aan de Elektriciteitswet. Een greep uit de vele vragen waar je voor komt te staan. Hoe is de samenwerking tussen Bouwcenter Van Hoppe en Hurks vastgoedontwikkeling tot stand gekomen? Bij Bouwcenter Van Hoppe hebben ze veel vakkennis. Wij hebben veel gehad aan hun expertise, bij dit project in het bijzonder van stenen. Vooral omdat het vinden van de juiste groene keramische stenen een uitdaging bleek. Daarnaast levert Bouwcenter Van Hoppe alle keukens en veel bouwmaterialen. Ook daarin kunnen we rekenen op de expertise van Bouwcenter Van Hoppe. Al met al, een prettige samenwerking.

Wat waren de uitdagingen binnen dit project? Het vinden van de juiste keramische bakstenen in twee verschillende, goed bij elkaar passende kleuren groen, binnen het gestelde budget. Veel fabrikanten hebben moeite met het maken van een groene steen, vanwege het ingewikkelde stookproces van de keramiek en de kleurvastheid van deze steen. Het productieproces luistert nauw en veel fabrikanten zien er dus vanaf. In Daas Baksteen hebben we de juiste partner gevonden. Daarnaast is het afstemmen van verschillende belangen ook een grote uitdaging. Dit maakt het proces complex, máár het geeft ook grote voldoening als er een akkoord komt. Hoe is de samenwerking verlopen? De samenwerking verloopt goed met alle zusterbedrijven binnen Hurks groep. Ons verband is gebaseerd op oplossend vermogen, creativiteit en gezamenlijk belang. Belangrijke elementen bij het opleveren van projecten als deze.


Powered by KIC InnoEnergy Pioneering change in sustainable energy

Het was fantastisch om u op Building Holland te mogen ontmoeten. Verlies ons zeker niet uit het oog en kom eens langs op http://www.kic-innoenergy.com/venture/ voor een volledig overzicht van de innovatieve energiebedrijven in onze portfolio. Deze ventures ontdekte u alvast op de beurs: AERspire

Daylight Solutions

Esthetisch kwalitatieve dakoplossingen die zowel elektriciteit als zonnewarmte leveren

Actieve controle over de warmte- en lichtinstraling door de zon in jouw gebouw

Ecovat

Enervalis

Duurzame energie kun je als warmte opslaan voor gebruik als er geen zon of wind is

Bereik de laagste energiekost door al je energiebronnen zo optimaal mogelijk te gebruiken Creating more value with en 6

iBuildGreen

Active Insulation

De woningconfigurator met BIM-koppeling

Isolatie met een regelbare warmteweerstand voor koelen en verwarmen via de natuurlijke weg

Smartroof

Soundenergy

Fotovoltaïsche cellen onzichtbaar in je dakpannen geïntegreerd

Koel je gebouw zonder energiekost, met behulp van industrieel overtollig of zelf opgewekt heet water

Watch-E Mijnenergiebundel biedt compleet inzicht in alle energie-aspecten van de nul-opdemeter woning overeenkomstig de laatste eisen van de Stroomversnelling

KIC InnoEnergy is een Europees bedrijf dat zich toelegt op het bevorderen van innovatie en ondernemerschap in duurzame energie. We streven naar een positieve impact in de Europese sector voor hernieuwbare energie. Heb je ook een businessidee op het gebied van duurzame energie en wil je dat omzetten in een succesvolle onderneming? KIC InnoEnergy creëert nieuwe en succesvolle start-ups.

Meer informatie:

Building Holland, stand 10.068 www.kic-innoenergy.com

KIC InnoEnergy receives funding from the European Institute of Innovation and Technology

L

EO

ɝ L

O

L

I

(O


DWA werk voor mijn toekomst

t

‘Wij maken duurzaamheid werkend!’ Wij praten niet alleen vrijblijvend over duurzaamheid, maar wij zorgen er voor dat daadwerkelijk aantoonbaar duurzame oplossingen gerealiseerd worden op het gebied YDQ HQHUJLH HIĀFL­QWLH HQ ]RUJ YRRU KHW PLOLHX 'LW LV ]RZHO HHQ EHORIWH DOV HHQ XLWGDJLQJ Met ‘werkend’ bedoelen we dat wij staan voor HHQ G\QDPLVFKH EHQDGHULQJ YDQ GXXU]DDPKHLGVvraagstukken, waarbij we 24/7 ontwikkelingen PRQLWRUHQ HQ UHVXOWDWHQ NXQQHQ DDQWRQHQ

ZZZ GZD QO

Duurzaam Gebouwd Colofon Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.

Uitgeverij / redactieadres DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp T: +31 (0)85 273 59 70

Redactie Tijdo van der Zee, eindredactie Tim van Dorsten, Redactie E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 35 werkten mee: Marieke Buijs, Eloi Burdorf, Sander Engels, Theo Haytink, Tom de Hoog, Rijkert Knoppers, Jelle Otten, Johanna Quelle-Dreuning, Ingrid Rompa, Wilma Schreiber, Liobe Stelloo, Gerrit Tenkink, Robert Tjalondo, Harm Valk, Ton Verheijen, Joop van Vlerken, Kees Wisse, ing. Marjolein de Wit-Blok Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. © DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689

162

Partnerships en Commercie Pieter Fritz, Platformmanager E: fritz@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 25 13 91 55 Jeroen Titalepta, Projectmanager E: titalepta@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 50 71 29 32 Eva Vlas, Relatiemanager E: vlas@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 31 99 22 60 Dave Refoealoe, Eventmanager E: refoealoe@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 13 36 65 Jaap Kries, Adviseur E: kries@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 02 12 05 Joey van Laere, Adviseur E: vanlaere@buildingholland.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Dirk van Gemert, Projectmanager E: vangemert@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 02 12 06

Directie Richard Klein MBA E: klein@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 68 78 Wietse Walinga E: walinga@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 69 06

Communicatie & PR Annemarijn Mutsaers E: mutsaers@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 25 15 35 64

Bibianne Kerkhoff Campagnemanager E: kerkhoff@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 15 36 24 10 Kirsten van Trooijen, Campagnemanager E: vantrooijen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Zohal Rezaie, Medewerker Marketing & Events E: rezaie@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 25 15 38 35 Barbara Berkelaar Event Coördinator E: berkelaar@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 18 26 18 Laura Calot Event Coördinator T: 06 25 58 69 98 E: calot@duurzaamgebouwd.nl Patrycja Masiewicz Stagiaire Events E: Masiewicz@duurzaamgebouwd.nl Lisa Paauwe Online Marketeer T: 085 273 52 84 E: paauwe@duurzaamgebouwd.nl Jasper HoltjerE-mail Marketeer T: 085 273 52 84 E: holtjer@duurzaamgebouwd.nl Esther Ruijgvoorn Project Manager Green BuildInvest Initiative T: 06 23 56 54 25 E: ruijgvoorn@duurzaamgebouwd.nl

Marketing & Events

Website

Nicol Levers Event Coördinator E: levers@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Verspreiding

www.duurzaamgebouwd.nl

DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl

Opmaak en druk oktober 2016 | duurzaam gebouwd

Real Concepts BV, Velp


“Nieuwbouw Sensata wereldprimeur duurzaam beton”

! W U E NI

solid-air.nl

Nieuwe innovatie van Solid Air:

Compact brandkleppen Solid Air Climate Solutions levert een compleet programma Europese brandkleppen, allen getest en geclassificeerd volgens EN 13662 en EN 135013 en CE gecertificeerd volgens EN 15650 : 2010. De vlambestendigheid, thermische isolatie en rookbestendigheid zijn, afhankelijk van type en inbouwsituatie, tot en met 180 minuten gecertificeerd. Speciaal voor gebruik in kleinere kanalen heeft Solid Air Climate Solutions brandkleppen ontwikkeld met een meer compacte bediening. Gecertificeerd en in verschillende maten. Zowel rechthoekig als rond, die ook buiten de wand kunnen worden gemonteerd.

duurzaambedrijfsleven.nl Specificaties:

• Rond 100 t/m 315 mm • Rechthoekig vanaf 100 x 200 mm t/m 800 x 600 mm

• Compacte bediening • Montage buiten de wand mogelijk • Alle certificaten aanwezig • Scherpe prijsstelling

De CO2-arme kanaalplaatvloer van VBI, geproduceerd met geopolymeren.

Toekomstvast rendement ontstaat door toekomstvast gebruik. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat.

Meer informatie? Bel één van onze adviseurs voor meer informatie of maak een afspraak voor bezoek op uw locatie.

Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort Solid Air® Climate Solutions maakt

deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat uit de bedrijven Solid Air® (luchtbehandeling,klimaatplafonds,luchtverdeeltechniek,brandwerende producten en koelconvectoren), Velu® Klimaattechnische Groothandel en Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage) en onze eigen fabriek.

Luchtbehandeling

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl

• Klimaatplafonds • Luchtverdeeltechniek • Brandwerende producten • Koelconvectoren

www.vbi.nl


Samenwerking met meerwaarde

ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN

Duurzaam Gebouwd # 35 | oktober 2016

ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW

Henk Jagersma en Onno Dwars:

‘Duurzaamheid en exploitatie kunnen gelijk met elkaar opgaan’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging

Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:

WWW.ALKLIMA.NL

# 35 | oktober 2016

Gebouwschil

Prestatiecontracten

Met onder meer de betekenis van BENG voor de gebouwschil, de duurzame jas van Geelen Counterflow en een kijkje bij de Columbuswoningen in Eindhoven.

Met onder meer de belangrijkste bevindingen van rondetafelgesprekken over ESCo’s en een marktvisie over het borgen van gezondheid in contracten.

Met pompen bijdragen aan een betere wereld Slimme oplossingen verduurzamen datacenters Vastgoedkeurmerk voor gezonde mensen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.