Duurzaam Gebouwd Magazine #33

Page 1

Van toegevoegde waarde in elk bouwproces

BOUWSOFTWARE VAN ONTWERP TOT OPLEVERING Duurzaam Gebouwd # 33 | februari 2016

Uittrekken

Begroten

Plannen

Ontwerpen

BIM

Detailleren

Combineren

Controleren Communiceren

Jeremy Rifkin: ‘Er komt een super Internet of Things!’

Produceren

# 33 | februari 2016 Construsoft ondersteunt al 20 jaar de bouw en GWW met oplossingen voor engineering, calculeren, planning, productie en uitvoering. We zijn experts in software voor virtueel bouwen en ondersteunen als partner van Trimble Buildings aannemers, ingenieurs en onderaannemers bij de implementatie van CAD en BIM. Onze expertise hebben we opgedaan in de vakgebieden van staal, hout (HSB) en (prefab)beton. Kijk op construsoft.com of bel 0316 200 000 voor meer info.

Klimaattechniek

Gezonde gebouwen

Met onder meer ‘Nul-op-de-Meter binnen handbereik’, het bedrijfsgebouw Plus Ultra op Wageningen Campus en Thomas Bögls marktvisie ‘Op naar Total Value for Society’.

Met onder meer een interview met DWA-directeur Jaap Dijkgraaf ‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’ en het projectartikel over verpleeghuis Klevarie ‘Verpleeghuis met huiskamergevoel’.

Nieuwe toetreders veroveren energiemarkt 1,5 miljoen Nederlandse oude gebouwen verduurzamen Vechterweerd past perfect in Sallands landschap


MAKING THE BEST BETTER solid-air.nl

De hoogste standaard in goed geklimatiseerde ruimtes

Klimaatplafonds van Solid Air Solid Air ontwikkelt en produceert klimaatplafonds in haar eigen fabriek en biedt daarmee onbegrensde mogelijkheden bij het ontwerpen van uw klimaatplafonds. Met klimaatplafonds van Solid Air kunt u oneindig variëren in samenstelling. Naast de integratie in standaard systemen, zoals bijvoorbeeld een bandraster- of een cassettesysteem, kan het metaalplafondsysteem worden toegepast in o.a. plafondeilanden, een ‘trapezium’ en/of ‘gewelfd’ plafond.

Ook verticale en schuine toepassingen zijn mogelijk en combinaties met andere plafondtypes geven nieuwe mogelijkheden in kleur, materiaal en kosten. Belangrijkste eigenschappen: Uitstekende koel- en verwarmingscapaciteit Hoogste comfort klasse A conform EN 7730 Koelend vermogen: 55-90 W/m2 Verwarmend vermogen: 80-140 W/m2 Energiezuinig Flexibel in ontwerp Gunstige EPN

Uitsluitend werken met de beste materialen. Jarenlange ervaring met passie voor het vak. Zó ontstaat een schitterend eindresultaat. Al meer dan 36 jaar garandeert Wédéflex de allerhoogste kwaliteit.

Solid Air® maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat

Dat kunnen we alleen door samen te werken met échte vakspecialisten: Onze Wédéflex Established Dealers. Want door elkaar steeds opnieuw te inspireren en te versterken, zijn we in staat het beste nog beter te maken.

uit de bedrijven Solid Air® (luchtbehandeling, luchtverdeeltechniek, brandwerende producten en klimaatplafonds) , Velu®

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl

Klimaattechnische Groothandel, Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage) en Nijburg® Products (productie/fabricage).

• Luchtbehandeling •

Klimaatplafonds

Luchtverdeeltechniek

Brandwerende producten

Koelconvectoren

72

Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch

februari 2015 |Telefoon: duurzaam073 gebouwd - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl


Duurzaam Gebouwd

Rifkin predikt revolutie

10

De Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin verkondigt de derde industriële revolutie en hij heeft wereldleiders als gehoor. Op de vraag wat zijn revolutie inhoudt, volgt een lesje van een uur. “Europa moet echt de stap maken naar een gezamenlijke energie- en transportmarkt.”

Thema: Klimaattechniek • Algemeen: Nul-op-de-Meter binnen handbereik • Project: Flexibiliteit als uitdaging voor luchttechniek • Marktvisie: ‘Op naar Total Value for Society’ • Korte berichten uit de markt

17 Thema: Gezonde gebouwen • Interview: ‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’ • Project: Verpleeghuis met huiskamergevoel • Project: Gezond en comfortabel wonen • Project: Een gezond binnenklimaat betaalt zichzelf terug • Korte berichten uit de markt

85 duurzaam gebouwd | februari 2016

3


Nieuwe medewerkers Duurzaam Gebouwd Begin december is Kirsten van Trooijen bij Duurzaam Gebouwd aan de slag gegaan als marketeer. Een maand later is Lisa Hogervorst begonnen als stagiaire. Al eerder ging Jeroen Titalepta aan de slag als relatiemanager. Kirsten van Trooijen (25) is na haar studie Bedrijfscommunicatie werkzaam geweest als projectmanager bij een reclamebureau. Binnen deze functie heeft zij veel ervaring opgedaan met het opzetten en begeleiden van online campagnes voor verschillende opdrachtgevers. “Ik ben graag bezig met verschillende facetten van marketing en communicatie en ik vind het belangrijk om mij op deze gebieden te blijven ontwikkelen. Ik gebruik mijn creativiteit graag om de gekozen strategie uit te werken naar pakkende en creatieve communicatie- en marketingmiddelen. Ik krijg energie van goede resultaten, die de verwachtingen overtreffen.” Van Trooijen werkt op de afdeling Marketing van Duurzaam Gebouwd en houdt zich bezig met het driedaagse evenement Building Holland. Daarbij richt ze zich op social media en e-mailmarketing om zo Building Holland nog meer op de kaart zetten. Samen met haar collega Bibianne Kerkhoff is ze sinds dit jaar ook blogger op BouwKennisBlog. Van Trooijen is bereikbaar via vantrooijen@duurzaamgebouwd.nl. Lisa Hogervorst (20) zit momenteel in het laatste jaar van haar opleiding Commercieel Communicatiemanagement aan Hogeschool Schoevers in Utrecht. Tijdens deze opleiding heeft zij veel ervaring opgedaan op het gebied van communicatie en marketing.

“Communiceren doen we allemaal, iedere dag. Het is van belang dat dit zo helder en krachtig mogelijk gebeurt om elkaar goed te begrijpen. Zowel interne als externe communicatie motiveren mij. Daarbij laat ik mij inspireren door mijn collega’s en gesprekspartners.” Hogervorst gaat aan de slag op de afdeling Marketing van Duurzaam Gebouwd en houdt zich bezig met haar afstudeeronderzoek, dat gaat over de optimalisatie van de inschrijving voor Building Holland. Daarnaast draagt zij haar steentje bij tijdens dit evenement. Hogervorst is bereikbaar via hogervorst@duurzaamgebouwd.nl. Jeroen Titalepta (42) begon als relatiemanager en gaat vanaf 1 april aan de slag als accountmanager. “Als accountmanager zal ik bestaande relaties onderhouden en nieuwe partners werven”, vertelt hij. Deze rol is hem niet onbekend. “In het verleden heb ik dertien jaar een soortgelijke functie vervuld bij een grote uitgeverij in het westen van het land.” “Samen met mijn collega’s ben ik ervan overtuigd dat we Duurzaam Gebouwd en Building Holland tot een nog groter succes kunnen maken. Mocht u vragen hebben of opmerkingen hebben, dan ben ik op onderstaand emailadres of telefoonnummer te bereiken. Ik hoop u graag een keer te ontmoeten!” Titalepta is bereikbaar via titalepta@duurzaamgebouwd.nl en 06-50712932.

Bijeenkomsten Duurzaam Gebouwd tot en met juni 2016 Datum

Bijeenkomst

Datum

Thema

Dinsdag 16 februari

Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Circulaire Economie

Woensdag 18 mei

Expertmeeting Duurzame Energie: Smart Grid

Dinsdag 22 maart

Building Holland

Woensdag 23 maart

Building Holland

Donderdag 24 maart

Building Holland

Donderdag 21 april

Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Duurzame Energie

Dinsdag 14 juni

Duurzaam Gebouwd Seminar Zorgvastgoed

Dinsdag 10 mei

Duurzaam Gebouwd Seminar Corporaties

Donderdag 16 juni

Duurzaam Gebouwd Seminar Zorgvastgoed

Donderdag 12 mei

Duurzaam Gebouwd Seminar Corporaties

Dinsdag 21 juni

Duurzaam Gebouwd Seminar Zorgvastgoed

Donderdag 23 juni

Duurzaam Gebouwd Seminar Zorgvastgoed

4

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Donderdag 19 mei

Duurzaam Gebouwd Seminar Corporaties

Dinsdag 24 mei

Duurzaam Gebouwd Seminar Corporaties

Donderdag 26 mei

Duurzaam Gebouwd Op Locatie

Woensdag 1 juni

Duurzame Scholen Congres


Duurzaam Gebouwd

ABN AMRO verbindt zich als partner van Building Holland en Green Tie Gala 2016 Wie zijn in de Nederlandse bouw- en vastgoedsector de voortrekkers op het gebied van duurzaamheid? Op het Green Tie Gala tijdens Building Holland 2016 – een landelijk event voor de bouw en vastgoed – wordt op 23 maart de ABN AMRO Duurzame 50 bekendgemaakt: een top-50 van personen die over de daadkracht, kennis en visie beschikken om de gebouwde omgeving in Nederland duurzamer te maken. ABN AMRO heeft zich dit jaar als partner verbonden aan Building Holland 2016 en is hoofdsponsor van het Green Tie Gala en het Green Buildings Congres. Het partnership met Building Holland biedt ABN AMRO een platform voor kennisdeling over ontwikkelingen in de vastgoedsector. “Op Building Holland vertegenwoordigt ABN AMRO zich breed: vanuit bouw en vastgoed. Vanuit deze twee invalshoeken deelt zij haar kennis en expertise over verduurzaming van de gebouwde omgeving en vindt rechtstreekse interactie met bezoekers plaats”, vertelt Wietse Walinga, directeur van Building Holland.” “Duurzaamheid gaat hand in hand met samenwerken en partnerships. Kennis uitwisselen, elkaar verder helpen;

dat wil ABN AMRO faciliteren en stimuleren. Building Holland is hier een uitstekend platform voor”, zegt Petran van Heel, Sector Banker Bouw van ABN AMRO.

Green Tie Gala 2016 en ABN AMRO Duurzame 50 Bij het Green Tie Gala zijn 500 topbestuurders uit de bouw en vastgoed aanwezig. Een onafhankelijke jury beoordeelt de nominaties onder meer op hun bijdrage aan de totstandkoming van duurzame projecten, kennisdeling en het stimuleren van duurzame samenwerking. Elke genomineerde krijgt voor deze onderdelen punten. Op basis van deze score wordt de ABN AMRO Duurzame 50 vastgesteld. Tijdens deze feestelijke avond komen prominente sprekers aan het woord, zoals Anne-Marie Rakhorst, Jan Willem van de Groep – winnaar van de Duurzame 50 2015 en oprichter van onder meer ARXlabs – en Unica CMO-Laurens de Lange.

Green Buildings Congres ABN AMRO heeft zich als hoofdsponsor verbonden aan het Green Tie Gala en het Green Buildings Congres. Dit congres heeft als thema ‘Nederland als Duurzame Delta van Europa: smart communities, cities en buildings voor een circulaire en inclusieve economie’. Gedurende het evenement wordt het samenspel tussen de stad, gebouwen en vervoer belicht, waarbij de focus ligt op het creëren van een circulaire en inclusieve economie in Nederland die als voorbeeld voor Europa kan dienen.

Evenementen van Duurzaam Gebouwd Naast Building Holland – dat van 22 tot en met 24 maart plaatsvindt – organiseert Duurzaam Gebouwd nog meer evenementen, waaronder de seminars voor woningcorporaties en de expertmeeting duurzame energie over smart grid. Op 10, 12, 19 en 24 mei vindt de seminarreeks Corporaties plaats. Deze seminars worden gehouden op verschillende locaties door Nederland. Samen met Duurzaam Gebouwdexpert René van Genugten en Duurzaam Gebouwdpartners VBI, Alklima, Burgerhout en Itho Daalderop stellen we een interessant en actueel programma samen, waarbij veel ruimte is voor kennisdeling. Per dag zijn er zes korte presentaties, waaronder een interview met een opdrachtgever. De seminars zijn altijd ’s ochtends van 09.00 tot 13.00 uur inclusief lunch en zijn kosteloos toegankelijk voor corporaties, architecten, adviseurs, (ontwikkelende) aannemers, overheden en partners en leden van Duurzaam Gebouwd.

Expertmeeting Duurzame Energie In samenwerking met High Tech Systems Park Hengelo (Thales), Unica Groep, Fudura (Enexis) en Duurzaam Gebouwd vindt op 18 mei een expertmeeting plaats over Duurzame Energie: Smart Grid. De meeting zal worden bijgewoond door maximaal vijftig genodigden. Op een locatie in Twente van totaal twintig hectare wordt onder meer een zogeheten fieldlab aangelegd. Dit is een systeem van drie pijpen (warm, koud en retour), die door restwarmte van de industrie rond het Thales-gebouw wordt ‘gevuld’. Het nabijgelegen AKZO en vuilverbrander Twence hebben namelijk veel restwarmte en Thales heeft een netwerk aangelegd tussen deze bedrijven naar Thales. Dit netwerk verwarmt en koelt de verschillende panden om het terrein van het High Tech Systems Park. Dit park heeft als doel een testbed te zijn voor hoog innovatieve bedrijven. Tijdens deze expertmeeting gaan we in op hoe een slim warmtenet en een slim elektriciteitsnet interacteren met het gebouw van de toekomst.

duurzaam gebouwd | februari 2016

5


Foto: Corbis / Hollandse Hoogte

Kan een goed binnenklimaat schoolprestaties bevorderen? Zeker!

De ‘frisse school’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt dat frisse scholen beter presteren. Leerlingen kunnen zich door een optimaal binnenklimaat gemakkelijker concentreren en medewerkers voelen zich prettiger en zijn productiever. Bovendien besparen scholen die hun binnenklimaat aanpakken, fors op hun energierekening! Als specialist in innovatieve gebouwautomatisering levert ABB een reeks aan oplossingen voor de Frisse School van de Toekomst. Comfort, duurzaamheid, veiligheid en productiviteit zijn daarbij de speerpunten. Maak kennis met onze slimme mogelijkheden. www.abb.nl

ABB b.v. Frankeneng 15, NL-6716 AA Ede Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18 E-mail: info.lowvoltage@nl.abb.com


Inhoud 10

Groot interview: Jeremy Rifkin

Thema:Klimaattechniek 18 22 26 29 32 36 40 44 48 52 56 60 64 66 70 74 78

Algemeen Nul-op-de-Meter binnen handbereik Project Flexibiliteit als uitdaging voor luchttechniek Marktvisie Thomas Bögl: ‘Op naar Totale Value for Society’ Korte berichten uit de markt Partnerpagina’s RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen Partnerpagina’s Beton Bewust Doe-convenant luidt volgende stadium Beton Bewust in Partnerpagina’s GPR Belemmert uitmuntende energieprestatie een goede milieuprestatie? Partnerpagina’s Energiesprong Nul op de Meter keurmerk als stimulans voor innovatie Partner uitgelicht Dakraamleverancier met duurzaamheid in DNA Algemeen Gemeenten zien voordelen van ESCo’s (nog?) niet Achtergrond Nieuwe toetreders veroveren energiemarkt Interview Ondersteuning in veranderend energielandschap Algemeen Aandacht voor duurzame initiatieven in Groene Top Trein Interview 1,5 miljoen Nederlandse oude gebouwen verduurzamen Project New Atrium gaat voor duurzame facelift Project BAM-huizen benadrukken filosofie Project Van donkere cellenstructuur naar doorzon

Thema: Gezonde gebouwen Interview DWA-directeur Dijkgraaf: ‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’ 91 Project Verpleeghuis met huiskamergevoel 94 Project ‘Een gezond werkklimaat betaalt zichzelf terug’ 98 Project Gezond en comfortabel wonen 103 Korte berichten uit de markt

Editorial Trendbreuk: van standaardklimaat naar gezond gebouw Als ik de reclames als maatstaf neem, zijn we aan het begin van het nieuwe jaar - zoals altijd - obsessief met onze gezondheid bezig. Die belangstelling verflauwt snel en het afgesloten sportschoolabonnement verandert in een sponsorcontract. Ik hoop oprecht dat dit met de belangstelling voor gezonde gebouwen niet het geval zal zijn. De diverse initiatieven op dit vlak zijn hoopgevend. Er is momenteel veel aandacht voor gezonde gebouwen, of beter gezegd: voor de interactie tussen gebouw en gebruiker en de gezondheidsgevolgen van die interactie voor de gebruikers. Want daar gaat het om. Een gebouw dat de gezondheid van wie er woont, werkt of verblijft positief beïnvloedt. En dat is een trendbreuk. Want we komen uit een verleden met op zijn best een standaardklimaat, in de kramp om een ‘sick building’ te voorkomen. Maar wat is een gezond gebouw? Geredeneerd vanuit de gebruiker is dat een vraag zonder eenduidig antwoord. Uit onderzoek blijkt steeds zonneklaar dat ‘de gebruiker’ niet bestaat. Hoe komen we tegemoet komen aan alle verschillen tussen vrouwen en mannen, jong en oud, gezond of met een vlekje? Het antwoord begint met het erkennen van diversiteit. Gebouwen spelen een positieve rol als we in staat zijn ze zo te maken, installeren en in te richten dat er een plek is voor iedereen. ‘Sociale duurzaamheid’ kun je dat noemen; zelf hebben we de tool AQSI ontwikkeld om dat in beeld te krijgen en te houden. Gelukkig biedt de klimaattechniek ons steeds meer handvatten voor het aanpassen aan persoonlijke voorkeuren en het bewaken van de kwaliteit. Maar laten we niet denken dat een gebouw alleen met techniek gezond te maken is. Vanzelfsprekend draagt een goede gebouwinstallatie bij aan een goed binnenmilieu en aan de gezondheidskwaliteit van het gebouw. In dit Magazine onderbouwt Thomas Bögl dat een gezond gebouw heel veel andere aspecten kent dan alleen technische. Laten we beseffen dat de behoeften en ervaringen van de gebruikers leidend zijn.

86

108 Gouden Kikker Award 2015 Vechterweerd past perfect in Sallands landschap 112 Building Holland 2016 117 Supply Chain Award 2015 ‘Ketensamenwerking is de toekomst’ 120 Duurzaam Gebouwd Op Locatie Groeiende bewustwording op het gebied van bouwefficiëntie 122 Greenworks Congres ‘Groen bouwen gaat over energie en materialen’ 124 Korte berichten uit de markt

Kortom: er is werk te doen. Vanaf nu maken we alleen nog maar gezonde gebouwen! Veel inspiratie hiervoor vindt u in dit verse Duurzaam Gebouwd Magazine.

Ir. Harm Valk Partner en senior adviseur bij Nieman Groep en expert bij Duurzaam Gebouwd

duurzaam gebouwd | februari 2016

7


7RWDDORSORVVLQJ YRRU KRXWHQ JHYHOSURMHFWHQ J S

3ODQ 0LOLHXZLQVW 3URGXFWH 3UUR 3URGXFWHQ PHW '8%2NHXU 3 URGXF URG R XFWH FWWHHQ FW HQ PHW HW '8%2NHXU '8%2 %2NH NHHXU HX 9R 9 ROJ ROJ OJHQ HQV .202 HQV .2 9ROJHQV .202 8 LW GXXUU] LW U]DDP ]DDP ]D DP EHK EHKH EEH HKH KHHHUUUGH GH ERVV GH ERV ER RVV VVH VHQ HQ 8LW GXXU]DDP EHKHHUGH ERVVHQ

%UDQGYHLOLJ * *HWWHVW *HWHVW RS (XURNODVVH % WHVW HVWW RS RS (XU (XUURN RN RNODV NNOOODV DVV VVVH % VVH 9ROJHQV &( PDUNHULQJ 9R 9ROJHQV 9 R ROOJ ROJ OJHQ JHQ HQVV & &( PDUNHUL &( PDUNHULQJ &( ( P ( P ( P PD PDUNHULQJ DUNH DUNH DU UN UNH NHHUL NHU U QJ ULQ UL QJ &R & RQI QQIRU IR RUP UP ER UP ERXZ RXZ XZEH EHVOXLW EHV XLW LWW &RQIRUP ERXZEHVOXLW

.OHXUEHKRXG %UDQGYHLOLJ %UUUDDQGY %UDQGYHLOLJH FRDWLQJ % %UDQGYHLOL DQGYYH YHL HL LJH HLOLJ LJJH JH FRDWLQJ FR RDW RD DWL WLQJ WLQ QJ . .O OHXU HHXUUHJ XUUH UUH UU UHJ HJLLVVWU WUDW DWLLHHV HV\ VV\VWHHP \VWWHH \VWH WHH HHP HP .OHXUUHJLVWUDWLHV\VWHHP %H %HKRXG HVWKHWLHN % HK HKR KRXXG G HV HHVWK HVW VWK VW WKHW WKHW KHW HWL WLHN LHN

6HUYLFHYHUOHQLQJ 3U 3UHVWDWLHFRQWUDFW 3UH UHVWD UHVW HVWWD WDW DWLH WWLLLHHFFR FRQWU RQWWU WUDFW UDFW DFW :DDUERUJLQJ ELM GH 6*9+ :D :DDUERUJLQJ : DDU DD DUE UER UER EERUJLQJ ERU RUJ UJLQ UJL JLQJ EL ELMM GH ELM GH 6* 66*9+ *9 9+ 9+ 2 2QW]RUJLQJ QW] QW W]R RUUJL JLLQJ JLQ QJ QJ

1DWXXUOLMN NDSLWDDO 9DVWOHJJLQJ &2 2 %LREDVHG PDWHULDOHQ %HYRUGHUW ELRGLYHUVLWHLW

:RRG


DUCO at HOME

De totaaloplossing voor een gezond en comfortabel binnenklimaat

BUILDING HOLLAND

HAL 9, STAND 066 22 t.e.m. 24 maart

Een gezonde en comfortabele leefomgeving in combinatie met een laag energieverbruik dankzij een evenwichtige combinatie van basisventilatie, ventilatieve koeling en buitenzonwering. Dat is de succesformule voor Duco’s slimme woonconcepten. De Vraaggestuurde Natuurlijke Ventilatiesystemen (VNV) van Duco zetten de standaard voor ventilatie in collectieve woningen: het Duco CO2 System, het Duco Comfort (Plus) System en het DucoTronic (Plus) System.

We inspire at www.duco.eu


‘Energiebronnen als de zon en de wind sturen geen rekeningen’

Jeremy Rifkin. (Foto: Hollandse Hoogte)


Groot interview

Rifkin predikt revolutie De Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin verkondigt de derde industriële revolutie en hij heeft wereldleiders als gehoor. Op de vraag wat zijn revolutie inhoudt, volgt een lesje van een uur. “Europa moet echt de stap maken naar een gezamenlijke energieen transportmarkt.” Tekst: Tom de Hoog. Foto cover: Hollandse Hoogte

Wat is eigenlijk een ‘smart city’? “Er wordt veel gepraat over smart cities, maar laat me er eens één zien. Het hele idee is gewoon gehypet. Wat we vooral meemaken is een eindeloze stroom aan pilots, die veel aandacht krijgen maar die zich volkomen geïsoleerd voltrekken. En, ze leveren geen nieuw raamwerk op als referentie voor de manier waarop we economische activiteiten moeten ontplooien. Juist dat raamwerk, dat grid, is nodig. Een infrastructuur, geladen met sensors, die de big data opleveren waarop we een economische routekaart kunnen baseren. En, die regio’s aan elkaar kunnen koppelen, net als bij wifi.”

Kunt u een voorbeeld noemen van een regio waar dit al gebeurt? “Echt een goed voorbeeld is het plan dat ik samen met anderen heb ontwikkeld voor de Franse regio van Lille naar Duinkerken. Dat is de oudste industriële regio van Frankrijk. Dit gebied met de kolenmijnen was onderdeel van de eerste industriële revolutie en werd een rust belt region in de tweede industriële revolutie. Nu krijgt het een belangrijke en leidende rol als smart region in wat ik noem ‘de derde industriële revolutie’. De hele regio is gemobiliseerd en duizenden bedrijven hebben inmiddels deelgenomen aan workshops voor het veranderen van hun bedrijfsmodel. Ook Franse energiebedrijven stappen erin en de ontwikkeling van een smart grid voor het Franse Lille is net gestart. Een van de 180 deelprojecten is het aansluiten van tweehonderd schoolgebouwen en die transformeren tot interconnected nodes. In de derde industriële revolutie wordt namelijk elk gebouw een knooppunt in een netwerk voor big data, voor micropower opwekking en voor geautomatiseerde logistiek met oplaadstations.”

Wie financiert een dergelijk project? “Bij vier masterplannen die we eerder maakten voor Europese regio’s kwamen we de European Investment Bank (EIB) tegen, die geen fondsen beschikbaar wilde stellen omdat het regio’s betrof. Die houding is na een topoverleg in Berlijn met Europese Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker, Duitse Bondskanselier Angela

Merkel en Werner Hoyer (toen nog president van de EIB, red.) veranderd. De EIB heeft zijn protocollen gewijzigd en zet nu vol in op digitaliseren van communicatie, energie en transport, onderwijs en gezondheidszorg. Nu de fondsen vanuit de EIB er zijn, ligt de weg naar een digitaal Europa pas echt open. Het is essentieel om vooruitgang te boeken, anders ga je achteruit. Dat heeft de geschiedenis van de EU bewezen. Het is met alle problemen die de Europese Unie nu heeft (migratie, werkeloosheid, haperende economie) belangrijk om in te zetten op de nieuwe toekomst. Anders zakt Europa weg en verliezen we de Europese droom.”

U noemt regio’s met een speciale reden? “Het zijn inderdaad de regio’s die als aanjagers functioneren. Nu er fondsen zijn, is het voor regio’s mogelijk een geïntegreerde aanpak te ontwikkelen in plaats van alleen maar geïsoleerde projecten te starten. Het geld dat de EIB ter beschikking stelt, is zo goed besteed omdat er gekozen wordt voor geaggregeerde efficiëntieverbetering. Banken staan dan ook te popelen om mee te doen, omdat dergelijke investeringen rendement gaan geven. De productiviteit is meetbaar én gegarandeerd.”

Wat is er nodig op Europees niveau? “Naties moeten op regionale ontwikkelingen inspelen door alle verouderde regelbegeving te herzien. Door dergelijke regels komen landen tegenover elkaar te staan in plaats van dat mensen samen naar oplossingen kijken. Neem transport, logistiek, woningbouw. Daar staan nu nog allemaal hekken omheen, maar het moet naar een geïntegreerd Europa met 28 lidstaten die allemaal gebruik maken van een nieuw grid voor communicatie en transport. De naties van Europa moeten echt de stap maken naar een gezamenlijke energie- en transportmarkt. De enige manier om Brussel in beweging krijgen op weg naar geïntegreerd platform is druk vanuit de regio’s. Regio’s leggen hun vragen en problemen voor aan hun nationale regeringen en die moeten ermee naar Brussel. Om daar de Europese Commissie voor het idee te winnen en eraan te werken.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

11


Wat kan Nederland bijdragen? “De minister-president van Nederland moet hier een goed woordje voor doen, want Nederland kan bijdragen aan cross-borderexperimenten. Door samen te werken met andere regio’s om ervaring op te doen en best practices te delen. En, door de hindernissen overwinnen. Die kennis kan dan weer ten goede komen aan andere landen of regio’s. Ik bid en hoop dat de Nederlandse regering dit in Brussel echt op de agenda krijgt. Het lijkt misschien een soft idee, maar later kijkt Nederland erop terug als het begin van een digitaal Europa. Zonder ruzie en na-ijver: het is samenwerken op vrijwillige basis.”

Smart Cities Event Begin november sprak Rifkin als keynote op het Smart Cities Event van TVVL, dat zich het kennisknooppunt van gebouwgebonden installaties en voorzieningen noemt. Experts als Jan Willem van de Groep (Energiesprong/Platform31), Laurens de Lange (Unica) en Andy van den Dobbelsteen (TU Delft) waren op uitnodiging van Duurzaam Gebouwd hierbij aanwezig. Op DuurzaamGebouwd.nl is te lezen hoe zij dit evenement hebben beleefd.

“In alle 28 lidstaten van Europa kunnen wetenschappelijke en techniekinstituten - zonder bedrijven – op vrijwillige basis samenwerken in alle lidstaten om zo alle issues die opduiken aan te pakken. Dat is een no-brainer: het is niet controversieel, het is niet aan geld gebonden, het is vrijwillig.”

Het komt erop neer dat energie niet verloren kan gaan, maar wel zodanig kan veranderen dat de beschikbaarheid minder wordt. Energie beweegt altijd van warm naar koud, van geconcentreerd naar verspreid, van geordend naar chaos. Bij verbranding van kolen verandert niet de totale hoeveelheid energie maar komt CO2 vrij, naast SO2 en andere gassen. Geen energie gaat verloren, echter in de veranderde vorm is het niet toepasbaar, wat we aanduiden met entropie.”

Wat houdt iedereen dan nog tegen?

Wat doet u daarmee?

“Bedenk wel dat er nu nog verticaal georganiseerde organisaties en overheden zijn, iets is wat heel erg hoort bij de eerste en tweede industriële revolutie. Die organisatievorm was het meest efficiënt voor de technische revoluties destijds. Schaalvergroting was toen synoniem aan efficiency en ook ik heb dat jarenlang onderwezen. Dat economen niet begrijpen hoe we maar niet productiever worden ondanks alle nieuwe technologie, komt omdat business schools ze de basisregels voor economische activiteit niet bijbrengen. Die regels gaan over de conversiewetten van het universum. En dat zijn de eerste en tweede wet van de thermodynamica.

“Wat mijn team – ik benadruk dat ik mijn werk niet alleen doe, ik heb een team van topexperts op het gebied van duurzame energie, datasecurity en cybercrime, satellietcommunicatie, transport, maritieme techniek, architectuur en stedenbouw – onder meer doet, is kijken naar de geschiedenis en onderzoeken hoe grote paradigmaverschuivingen plaatsvonden. Het blijkt altijd te gebeuren als er drie bepalende technologische ontwikkelingen plaatsgrijpen. Bij de eerste industriële revolutie waren dat de stoommachine, goedkope kolen en rails. Bij de tweede industriële revolutie waren dat elektrificatie, de telefoon en de verbrandingsmotor. Nu zijn we aan eind van de mogelijkheden van die tweede industriële revolutie. De geaggregeerde energie-efficiëntie bleef rond 1990 bijvoorbeeld steken op dertien procent. Ondanks dat – onder meer in de VS – een geweldige productiviteitsgroei had plaatsgevonden, ging bijna 87 procent van de gebruikte energie verloren in de toenmalige infrastructuur rond productieprocessen.”

Wie moeten al die oplossingen ontwikkelen?

Dus wordt het tijd voor een derde industriële revolutie? “De derde industriële revolutie draait om nieuwe communicatiemiddelen, nieuwe energiebronnen en nieuwe mobiliteit en logistiek. De infrastructuur daarvoor is

‘Duizenden ESCo’s zullen ontstaan’ 12

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Groot interview

‘AirBnB en Uber gaan het niet redden’ een doorontwikkeling van het huidige communicatieinternet naar een super ‘Internet of Things’. Dit net zal naast de communicatiefunctie ook duurzame energie transporteren, mobiliteit faciliteren en logistiek ondersteunen. Sowieso verandert door dit open net het economische model grondig voor elk bedrijf, elke ondernemer en iedere consument. Zo krijg je een open en transparant gedistribueerd systeem dat is gebaseerd op samenwerking. Het superplatform heeft geen verticale en gesloten architectuur zoals bij de eerste twee industriële revoluties.”

Zijn AirBnB en Uber voorbeelden? “Die gaan het niet redden, want het zijn klassieke voorbeelden van hoe je dit niet moet doen. Het platform van Uber is wel gedistribueerd maar niet open, want de

chauffeurs zien elkaar niet. Het is een typisch verticaal tweede industriële revolutie businessmodel. De chauffeurs komen daar nu ook achter en beseffen dat een GPSbegeleidingssysteem iets is wat ze zelf ook kunnen opzetten. Bijvoorbeeld door een coöperatie te starten om de winsten te delen in plaats van een forse marge af te staan aan een grote onderneming die de spelregels beheerst. Coöperaties worden het uitgangspunt. Er is wel ruimte voor verticaal georganiseerde bedrijven, maar alleen met een aangepast businessmodel.”

Zodat iedereen productiever wordt… “Er zal een geweldige sprong in productiviteit te zien zijn bij de werkelijke derde industriële revolutie door de veel hogere geaggregeerde energie-efficiëntie. Die komt binnen zo’n vier decennia op veertig procent te liggen. Daarbij levert de toekomstige infrastructuur de komende tientallen jaren veel nieuwe banen op. Het gaat erom dat het huidige communicatie-internet converteert naar een digitaal energie-internet dat automatische GPS-mobiliteit bevat en zo een logistiek sturend internet wordt. Transport gaat van verbrandingsmotoren naar elektrisch aangedreven geautomatiseerde aangestuurde chauffeurloze en sensorgestuurde mobiliteit over de weg, het spoor en de waterwegen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

13


‘Elk gebouw wordt een node, een knooppunt’ Wie gaan dat netwerk maken? “Allerlei industrieën zullen bij die transitie betrokken zijn: telecom, kabel, ICT, bouwers, elektronica, transport, logistiek. We moeten de totale gebouwde omgeving aanpassen omdat alle gebouwen nodes, knooppunten dus, worden in dat nieuwe netwerk. Elk gebouw – ook in Nederland – moet we ‘retrofitten’. Ook de totale energiematrix in Nederland moet veranderen van fossiel naar duurzaam. Daarvoor moet de hele infrastructuur – ook het huidige verouderde elektriciteitsnet – worden aangepast naar een digitaal energie-internet. Dit alles betekent dertig tot veertig jaar intense productiviteit en werk voor velen.”

Hoe betalen we de nieuwe infrastructuur?

Profiel Jeremy Rifkin (70) is econoom en oprichter en voorzitter van The Foundation on Economic Trends. Daarnaast is hij auteur van meer dan twintig boeken over de impact die wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen hebben op de economie, arbeid, samenleving en het milieu. Zijn meest recente bestseller is The Zero Marginal Cost Society: The Internet of Things, the Collaborative Commons, and the Eclipse of Capitalism (gepubliceerd op 1 april 2014). Rifkin is een veelgevraagd spreker over zijn visie op de samenleving in de post-fossiele energie-economie. Daarnaast is hij adviseur van wereldleiders als Angela Merkel van Duitsland, François Hollande van Frankrijk en Li Keqiang (China). In Nederland adviseert Rifkins team de regio Den Haag/ Rotterdam. Hij is ook de architect van het EUlangetermijnplan voor de transitie naar een derde industriële revolutie. Tevens is hij voorzitter van de TIR Consulting Group LLC, waarin duurzame energieleveranciers, infrabedrijven, bouwers, architecten, IT- en transportbedrijven participeren. Zijn columns verschijnen onder meer in The Los Angeles Times, The Guardian, Die Süddeutsche Zeitung en Handelsblatt, Le Soir en De Volkskrant.

14

februari 2016 | duurzaam gebouwd

“Dit alles financieren we met ESCo’s, die tegen lage rente van de banken kunnen lenen. Zo kun je niet verliezen, want de energiebesparingen betalen het terug. Er zullen duizenden ESCo’s ontstaan, die in samenwerking met de installatiesector de nieuwe energie-opwekkende technologie beschikbaar maken. Vervolgens brengen die ESCo’s ook de laadstations en de hubs in het netwerk.”

Hoe krijgt u overheden mee? “Toen Merkel mij vroeg hoe we de Duitse economie vooruit konden helpen, zei ik: ‘We pieken al. U heeft al zo veel hervormingen doorgevoerd. We kunnen zoeken naar killer applications, maar al pluggen we alle nieuwe businessmodellen in bij dat oude tweede industriële platform met gecentraliseerde communicatietechniek, explosiemotoren en atoomcentrales, dan zult u – en geen enkele andere geïndustrialiseerde natie – ooit boven de twintig procent geaggregeerde energie-efficiëntie komen op dat platform.’ Een probleem daarbij is dat we blijven kijken naar ondernemers als Elon Musk van Tesla die met killer products komen. Maar zelfs die producten kunnen op dat platform van de tweede revolutie het probleem van de energie-efficiency niet oplossen. Dus is die transitie naar een nieuwe infrastructuur noodzakelijk om smart cities tot werkelijkheid te maken. Duitsland en Denemarken zijn intussen op de goede weg. Ook Nederland is een speler in dit veld en Frankrijk is bezig het te worden. Wat ik daarbij duidelijk probeer te maken, is dat het geen rocket science is. Het gaat erom – om daar even naar terug te keren – dat regio’s zelf eigenaar zijn van de projecten die ze starten. Het masterplan voor de Franse regio Nord-Pas-de Calais is bijvoorbeeld gebaseerd op alle voorstellen die men zelf


Groot interview

‘Duitse energiecoöperaties produceren tegen zero marginal cost ’ heeft gedaan. Ons team faciliteert, maar we zijn geen denktank en ook geen rapport. We zijn gewoon met ze aan de slag gegaan.”

Wat is de essentie van die transitie volgens u? “Dat is het besturen van energie voor het economische leven. De drie internetten vormen straks het Internet of Things. De sensors die we in die waardeketen stoppen, geven ons real time de big data voor economische activiteit. Op het moment dat het net open en neutraal is, heeft iedereen toegang en ontstaat een situatie van zero marginal cost, wat ook de titel is van mijn meest recente boek. Het is dus zaak om die big data uit jouw waardeketen te gebruiken, daar de cruciale informatie uit halen en de algoritmes erop los te laten die je energieefficiëntie verbeteren, je productiviteit vergroten en je kosten verlagen. Dat betekent ook dat je je ecologische voetafdruk reduceert, net als je marginale kosten. Sommige van de marginale kosten zullen naar nul gaan. Bovenal is het slim plannen in de slimme wereldwijde

economie. Daarvoor is dat superplatform dus nodig. Het doel voor elke business die inplugt op dit platform moet zijn om op honderd procent duurzame energie te draaien per 2040.”

Wat is het belang van de nieuwe industriële revolutie voor de mensheid? “Zeven miljard mensen die opgroeien met dit Internet of Things-platform, zullen echt in staat zijn de ecologische voetafdruk van de mensheid te verkleinen. Energiecoöperaties in Duitsland laten zien dat het kan. Zij produceren al energie tegen zero marginal cost. De vaste kosten dalen inmiddels sterk en de zon, de wind sturen geen rekeningen! Daarbij, iedereen kan meer halen uit wat we al gebruiken en dus verbruiken we minder. Ook dat is de reden dat we lagere marginale kosten kunnen realiseren. En, wat we gebruiken moeten we delen, want dat is de nieuwe deel-economie. Deel voertuigen, deel huizen, deel speelgoed, deel alles wat je als mens nodig hebt. Zo distribueer je zaken dus steeds opnieuw in dit nieuwe netwerk en dat tegen zero marginal cost.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

15


Afstandsbeheer voor ventilatiesystemen garandeert systeemprestaties en bespaart kosten

Energiezuinige ventilator

Bespaart energie Verbetert het binnenklimaat Verhoogt het comfort Verlaagt faalkosten door eenvoud in gebruik Geluidsarm

Vochtsensor

Handbediening

G ENER ̖̦̖̬

ɸʆɸʌ

̛̐́ ͼ

ɶɸɿɲ

Ox yg

Y IJA IE IA

reen

CO 2 K

ƉƟŵƵŵ

A+ A B C D E F G

CO2-sensor /handbediening

B

3

ϯϴϳ ŵ

53

/h

dB

e Prim

ur

E Z'

/ ͼ ,

Wʧʰ˔

ͼ E

Wʧ / ͼ

E Z'

E /: ͼ

Z'z ͼ

E Z'

/ ͼ E

Z'/

/201 1254

4

2016

Kostenbesparing door efficiënt beheer Voor beheerders: OxyGreen Vision Efficiënt onderhoud planning Directe storingsmelding Bewust ventileren Voorkomen vochtschade

Voor bewoners: VentiApp Uitlezen binnenklimaat Ventilatieadvies Bediening ventilatiesysteem

Aralco NVS

T +32 56 52 80 60 E info@aralco.nl I www.aralco.nl


Thema

Klimaattechniek 18 Algemeen Nul-op-de-Meter binnen handbereik

22 Project Flexibiliteit als uitdaging voor luchttechniek

26 Marktvisie Thomas Bögl: ‘Op naar Total Value for Society’

29 Korte berichten uit de markt

(foto: VolkerWessels Vastgoed/Fotograaf Ruud Ploeg)


Nul-op-de-Meter binnen handbereik Het realiseren van Nul-op-de-Meter levert technisch gezien geen enkel probleem op. Toch is hierbij een kanttekening te plaatsen. Om tot Nul-op-de-Meter te komen, moet men in veel gevallen vooral voor het laatste stukje een extra inspanning leveren. Is die inspanning de investering wel waard? Tekst: Gerrit Tenkink

Nul-op-de-Meter betekent de verbanning van fossiele brandstoffen voor de energievoorziening in een woning of gebouw. Verder moet de elektriciteitsmeter aan het eind van het jaar minimaal op nul staan: gebruik en opwekking van energie moeten minimaal met elkaar in evenwicht zijn. Meer opwekken dan verbruiken mag uiteraard ook. “Technisch gezien is Nul-op-de-Meter geen enkel probleem”, zegt Hugo Jansen, sales manager bij Alklima Mitsubishi Electric, specialist in onder ander de levering en installatie van warmtepompen en warmteterugwinsystemen. “Goed isoleren, een dak met pv-panelen, ventilatie met warmteterugwinning en een warmtepomp installeren zijn maatregelen waaraan je dan moet denken. Voorheen installeerden we warmtepompsystemen bij kantoren, bij hotels en in de zorg, maar deze systemen zijn nu ook verkrijgbaar voor woningbouw.”

Remmende factor Vanaf eind 2020 moeten alle nieuwe (utiliteits)gebouwen in Nederland bijna energieneutraal (BENG) zijn. Voor overheidsgebouwen geldt deze eis al vanaf eind 2018. Nieuwe woningen moeten dan helemaal energieneutraal zijn. Tot die tijd is een EPC van 0,4 voor woningbouw en een EPC van 0,7 tot 1,8 - afhankelijk van de functie van een gebouw – voldoende. De techniek heeft inmiddels de doelstellingen ingehaald en wat Jansen betreft mag het realiseren van Nul-op-de-Meter nog sneller gaan. “De bouw is, zoals gezegd, daar technisch al toe in staat en vooraanstaande bouwers zoals VolkerWessels, BAM en Dura Vermeer nemen al een voorschot. De traditionele aannemers hebben hier wat meer moeite mee. Omdat het Bouwbesluit deze haalbare duurzaamheidseisen nog niet stelt, voelen veel conservatieve aannemers zich nog niet verplicht om energieneutraal of met Nul-op-de-Meter te bouwen. Eigenlijk een gemiste kans om de gewenste

18

februari 2016 | duurzaam gebouwd

duurzaamheidsvisie een grote duw in de richting van ‘nul’ te geven.”

€ 70 miljoen subsidie Uiteraard is het realiseren van Nul-op-de-Meter bij nieuwbouw eenvoudiger dan bij renovatie en verbouw. In 2013 zetten minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst, vier bouwende partijen en zes woningcorporaties al hun handtekening onder een deal ‘De Stroomversnelling’, waarmee ze afspraken 111.000 bestaande woningen te renoveren en energieneutraal te maken. De constructie: het bedrag dat de huurder maandelijks aan energie betaalt, maakt hij nu over aan de woningcorporatie. Deze renoveert


Klimaattechniek

Met het MorgenWonen-concept zorgt VolkerWessels voor Nul-op-de-Meterwoningen in één dag.

de woning tot een energieneutraal verblijf. Kortom: een win-winsituatie. Maar ook voor projecten buiten de Stroomversnelling bestaat mogelijkheden om Nul-op-deMeter dichterbij te brengen. Om de gewenste duurzaamheidsdoelstelling te versnellen, ligt de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE) klaar voor de aanschaf van bijvoorbeeld een warmtepomp of zonneboiler. Deze regeling geldt voor particulieren en zakelijke gebruikers. Voor 2016 heeft de overheid in totaal € 70 miljoen subsidiegeld klaar staan. Voor een warmtepomp is bijvoorbeeld maximaal een bedrag van € 2.300 gereserveerd.

Renovatie van woningbouw: Loppersum Genoeg mogelijkheden dus om versneld over te gaan tot Nul-op-de-Meter. Een mooi voorbeeld waar de versnelling is ingezet, is het aardbevingsgebied rond Loppersum in Groningen. Daar worden massaal woningen gerenoveerd en aardbevingsbestendig gebouwd met geld van de NAM. “Omdat de bewoners in dit gebied persoonlijk getroffen worden door de nadelige gevolgen van aardgaswinning, gaat het hier sneller dan elders in het land. Eind 2015 heeft BAM in samenwerking met onder andere Alklima de eerste woningen in Loppersum gerenoveerd volgens het Nul-op-de-Meterprincipe. Ik verwacht dat hier het komende jaar honderden woningen zo worden aangepakt.”

Renovatie van utiliteit Bij Nul-op-de-Meter zorgt de renovatie van utiliteit doorgaans voor een flinke uitdaging, laat Alklimaadviseur Martijn van Leerdam weten. “Bij renovatie van utiliteit moet je altijd het totale plaatje beoordelen. Je kunt niet in elke situatie de oude cv demonteren en een warmtepomp in combinatie met pv-panelen installeren. De hoge warmtetemperatuur van de radiatoren in een slecht of matig geïsoleerd gebouw realiseren niet alleen de verwarming, maar geven ook een compensatie voor de koudestraling van de gevel en vangen de koudeval op. Het werken met hoge temperatuursystemen is in deze panden functioneel maar zeker niet duurzaam. Om een bestaand pand te verduurzamen, adviseren wij te werken volgens het principe van de Trias Energetica. Dus te beginnen met het isoleren van de gevel.” Utiliteitsgebouwen vragen meer capaciteit dan woningen en hebben een meer diverse vraag naar verwarming en koeling. Is dit dan wel te realiseren door een warmtepomp toe te passen? Volgens Van Leerdam is dat nooit een probleem. “Met warmtepompen kun je iedere gevraagde capaciteit leveren en elke invulling geven aan de vraag naar koeling en verwarming. Het is zelfs mogelijk om binnen het R2-warmtepompsysteem gelijktijdig te koelen en te verwarmen met energie-uitwisseling. Zo kun je de energie die je onttrekt aan een te koelen ruimte, gebruiken om een andere ruimte te verwarmen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

19


Colt Concept Ecovision

Energie besparen begint met een goed ontwerp! Veel klimaatsystemen blijken in de praktijk veel energie te kosten. Met het concept Ecovision biedt Colt de ontwerper de handvatten om een duurzame oplossing te creëren. Het Ecovision concept maakt gebruik van zowel traditionele als zeer innovatieve technieken, zoals:

• Zonwering, al dan niet met zonnecellen om energie op te wekken • Caloris, koeling én verwarming / warmtepomptechniek • Natuurlijke ventilatie De juiste combinatie en samenwerking van deze systemen vormen hét antwoord op een hoge energierekening. Een integraal concept dat de synthese tussen functie en energiebesparing bewerkstelligt.

www.coltinfo.nl


Klimaattechniek

Bij de kerk in het Groningse Winsum is Nul-op-de-Meter gerealiseerd door een warmtepompinstallatie te integreren in combinatie met pv-panelen.

Een essentieel onderdeel van het Nul-op-de-Meter maken van een gebouw is de toepassing van pv-panelen. Dit kan bij bestaande gebouwen wel eens problemen opleveren. “Soms is het dakoppervlak beschaduwd of is het esthetisch niet mogelijk pv-panelen te plaatsen”, vertelt Van Leerdam. “Op een groot kantoorgebouw met weinig dakoppervlak kunnen nooit voldoende pv-panelen worden geplaatst om uit te komen bij Nul-op-de-Meter.” Toch is er volgens hem veel mogelijk om een fossiele brandstof vrij gebouw te realiseren volgens het Nul-op-deMeterprincipe. Een mooi voorbeeld daarvan is de kerk in het Groningse Wilsum. “Hier hebben we Nul-op-de-Meter gerealiseerd door een warmtepompinstallatie te integreren in combinatie met pv-panelen. Maar hier geldt hetzelfde als in Loppersum: ook hier is de motivatie groot om van het gas af te komen.” Nul-op-de-Meter is een mooi streven, maar mag volgens Van Leerdam nooit een doel op zich zijn. “Zeker in de utiliteit is dit lastig te realiseren, maar dat hoeft geen belemmering te zijn voor het toepassen van duurzaamheid. Een pand CO2-neutraal maken of het laten voldoen aan een mooi duurzaamheidscertificaat vormen ook een goed streven en een mooi visitekaartje voor een bedrijf. Deze aspecten leveren ook een bijdrage aan de duurzaamheidsdoelstellingen, die de EU aan Nederland heeft opgelegd.”

Nieuwbouw van woningbouw In opdracht van woningcorporatie Deltawonen bouwde Homij Duurzame Energieconcepten samen met bouwmaatschappij Ufkes in Zwolle dertig woningen, die voor hun energievoorziening uitsluitend gebruikmaken van elektriciteit. De woningen zijn gebouwd volgens het Nul-op-de-Meterprincipe. Ronald Hennekeij was als projectontwikkelaar namens Homij intensief betrokken bij dat project. Hij ziet voordelen in dit concept, maar plaatst ook een kanttekening. “Bij Nul-op-de-Meter moet in verhouding veel geïnvesteerd worden om het laatste stapje te maken naar dat nagestreefde nulpunt. In Zwolle hebben we naast de pv-panelen op het dak ook een veranda met zonnepanelen gerealiseerd. Hierbij zijn dus niet alleen aanvullende installatietechnische kosten gemaakt, maar ook aanvullende bouwkundige kosten. Dat is in feite een niet-rendabele investering. Maar als je een Nul-op-deMeterwoning laat bouwen kom je in aanmerking voor een gunstiger financiering. Dit biedt de mogelijkheid om een hogere hypotheek op te nemen.” Ook volgens Hennekeij is er technisch gezien geen enkele belemmering om Nul-op-de-Meter te bouwen. “De enige belemmering is de oriëntatie op de zon. Idealiter oriënteer je alle woningen op het zuiden en leg je de hele zuidkant vol met pv-panelen. Dan is Nul-op-de-Meter bij nieuwbouw van woningen geen enkel probleem.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

21


Flexibiliteit als uitdaging voor luchttechniek De campus van Wageningen University is een state-of-the-art kantoor- en laboratoriumgebouw met technohal rijker: Plus Ultra. Het moet dienen als incubator voor startende bedrijven in de agrifood, life sciences en aanpalende sectoren. De gewenste flexibiliteit in functies leidde tot toepassing van een nieuw concept voor luchttechniek en het elektrisch systeem. Tekst: Wilma Schreiber

Opdrachtgever Kadans Science Partner speelt met Plus Ultra in op de vraag van Wageningen University naar een bedrijfsverzamelgebouw op de campus. “Het wordt een broedplaats voor open innovatie, waarbij synergie, ontmoeting en samenwerking centraal staan. Tegelijkertijd blijft de herkenbaarheid en identiteit van elk bedrijf gewaarborgd”, vertelt Chiel van Dijen, adjunct-directeur en partner bij Kadans Science Partner. “Zo draagt deze plek bij aan kennisdeling en samenwerking.” Dit doel wordt ook uitgedragen in de naam ‘Plus Ultra’, dat Latijn is voor ‘steeds verder’.

Pilothallen voor testopstellingen Flexibiliteit is het sleutelwoord. Daarom anticipeert het functioneel ontwerp op nog onbekende en continu veranderende wensen en behoeftes van huurders. In totaal omvat Plus Ultra circa 7.500 m2 aan kantoren, laboratoria en technohallen. Daarnaast komen er geconditioneerde ruimten en andere multifunctionele ruimten voor de afdeling Research & Development. Wiegerink Architecten heeft Plus Ultra ontworpen rond een centraal atrium met aangrenzende ontmoetingsruimten en vergaderfaciliteiten. Op de begane grond en de eerste verdieping bevinden zich twee hoge pilothallen, waarin bedrijven testopstellingen voor machines in de industrie kunnen plaatsen. De overige drie verdiepingen zijn afhankelijk van de wens van de gebruiker in te richten als kantoor of als laboratorium.

Centrale ring Vooraf niet weten welke functie een ruimte krijgt, was de grootste uitdaging bij het ontwerp van de luchttechniek voor de Van Looy Group. Dit Antwerpse bedrijf is gespecialiseerd in het ontwerpen van laboratoria, cleanrooms, research centers, diagnostische afdelingen voor health care voor onder meer de farmaceutische

22

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Plus Ultra voorziet in de behoefte van een bedrijfsverzamelgebouw op de campus van Wageningen University.

sector, universitaire instellingen, ziekenhuizen, medische instellingen, chemische en biotechnische bedrijven en de voedingsindustrie. “In een laboratorium is de luchtverversingsgraad veel hoger dan in een kantoor”, verklaart managing consultant Peter Dockx. “Waar je bij het laatstgenoemde kunt volstaan met twee luchtomwentelingen per uur, vergt een laboratorium minimaal vijf omwentelingen per uur.” Om dit probleem te tackelen, wordt bij het luchtkanaalsysteem gewerkt met een ringconcept. “Normaal gesproken heb je een luchtbehandelingskast en allerlei luchtkanalen, die steeds verder het gebouw ingeleid en afgetakt worden. Bij het ringconcept is er één centrale


Klimaattechniek

Het atrium vormt het kloppend hart van Plus Ultra.

ring, die per functie afgetakt kan worden. Een kantoor pakt dan bijvoorbeeld 200 m3 lucht per uur en een laboratorium 500 m3 lucht per uur. Zo kunnen we tegemoetkomen aan de gewenste flexibiliteit.” Eenzelfde centrale ring gebruikte Dockx voor het elektrische systeem: een centrale verdeling met een railkokersysteem over de gangen, waarbij aftakkingen te maken zijn. “Een kantoor met alleen een computer heeft minder elektriciteit nodig dan een laboratorium met alle bijbehorende toestellen.”

Gescheiden systemen Kadans Science Partner legde de lat hoog qua duurzaamheid met een BREEAM-score Excellent. Plus Ultra is energieneutraal voor verwarming en koeling dankzij het gebruik van warmtepompen, aangedreven door elektriciteit opgewekt door zonnepanelen op het dak. Voor de laboratoria vormde dit een extra aandachtspunt. “Om contaminatie tussen luchttoevoer en luchtaanvoer te voorkomen, hebben we gewerkt met gescheiden systemen. Want je wil uiteraard niet dat stofjes uit een

duurzaam gebouwd | februari 2016

23


Enorme winst voor het klimaat in uw gebouw

Cool Onafhankelijk koelen op plekken waar het nodig is

Heat Hogere kwaliteit installatie, lagere watertemperatuur

Store Slim omgaan met opslag en uitwisseling van energie

De verwarming en koeling van het binnenklimaat is bij veel gebouwen een grote kostenpost. Juist daar valt dus nog veel te winnen. Met het TripleAqua klimaatsysteem kunt u verschillende ruimtes onafhankelijk verwarmen en koelen naar behoefte. Toch gebruikt het tot wel 50% minder energie. Daarmee behoort het tot de zuinigste systemen ter wereld. Doel: uw gebouw met energielabel A+++!

Is uw organisatie of project klaar voor TripleAqua? Wilt u een bestaande installatie vervangen of renoveren, bijvoorbeeld in verband met uw duurzaamheidsdoelstellingen? Werkt u aan een geheel nieuw utiliteitsproject? Of bent u nog in een oriĂŤntatiefase? In alle gevallen helpen wij u graag met informatie over of ontwerp van een A+++ conforme energie-installatie. Voor optimaal comfort tegen uiterst lage kosten ĂŠn met zeer geringe milieubelasting. Kijk op www.tripleaqua.com of neem direct contact op via telefoon +31 (0)180 751 300 of tripleaqua@coolmark.nl.

Coolmark B.V. Postbus 393, 2990 AJ Barendrecht Tel: +31 (0)180 751 300 info@coolmark.nl, www.coolmark.nl


Klimaattechniek

Gebruikers kunnen de tweede, derde en vierde verdieping naar eigen wens inrichten als kantoor of laboratorium.

‘Vooraf niet weten welke functie een ruimte krijgt, was de grootste uitdaging bij het ontwerp van de luchttechniek’ laboratorium teruggebracht worden in het gebouw”, stelt Dockx. “Om toch warmte en koude zo veel mogelijk te recupereren en de warmte- en koudevraag zo laag mogelijk te houden, wordt de lucht langs watervoerende batterijen geleid.” Volledig energieneutraal – zoals de Europese doelstellingen voor 2020 vereisen – blijft voor het luchttechnieksysteem voorlopig nog een uitdaging, zegt Dockx, die tevens voorzitter is van de werkgroep labenergie en labventilatie van het Europese platform EGNATON (European Association for Sustainable Laboratories). “Om ook voor de ventilatietechniek daaraan te voldoen, hadden we nog vier gebouwen met zonnepanelen neer moeten zetten of een windmolen moeten plaatsen. Laboratoria gebruiken nu eenmaal veel meer energie dan kantoren. En natuurlijk wil je ook niet inboeten op de veiligheid en gezondheid van medewerkers.”

Wel is Plus Ultra het eerste gebouw dat Van Looy realiseert zonder aardgasaansluiting. “En alle elektriciteit wordt duurzaam opgewekt.”

Afwezigheidsmelder Om te komen tot een BREEAM Excellent gebouw, is verder de verlichting volledig voorzien van leds en daglichtafhankelijk gestuurd. Met als bijzonderheid: een afwezigheidsmelder in plaats van een aanwezigheidsmelder. “Als iemand binnenkomt en geen licht nodig heeft, gaat het licht niet vanzelf aan. En als hij de ruimte verlaat en vergeet het licht uit te doen, gaat het wel automatisch uit. Dat blijkt veel energiezuiniger”, legt Dockx uit. De ventilatie van vergaderruimten staat standaard op een minimale stand, die vereist is om geurtjes te verwijderen en wordt effectief ingeschakeld als mensen de ruimte binnenkomen. In de waterzuinige toiletten wordt het water automatisch afgesloten als niemand aanwezig is, om verspilling te voorkomen in het geval van lekkage. Eind 2015 vond de oplevering van Plus Ultra plaats. Daarmee is Wageningen Campus een state-of-the-art kantoor- en laboratoriumgebouw met technohallen rijker. De eerste huurders hebben zich inmiddels gevestigd. “We verwachten dat het gebouw snel gevuld zal zijn”, aldus een tevreden Van Dijen.

duurzaam gebouwd | februari 2016

25


Voor de ontwikkeling van de nieuwbouw van het Prinses Máxima Centrum in Utrecht heeft LIAG architecten en bouwadviseurs een psychologe betrokken bij het ontwerpproces.

Beeld: LIAG & Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur

Op naar Total Value for Society Ontwerpen betekent het volledige menselijke vermogen inzetten om iets te maken, dat mens en milieu in hun functioneren maximaal ondersteunt en hun ontwikkeling positief bevordert. Hierbij kan de ruimtelijke werking grote gevolgen hebben. Tekst: Thomas Bögl, LIAG architecten en bouwadviseurs

Bij de Grieken was Apollon de god voor zowel de schoonheid als de geneeskunde. Toen was al duidelijk dat mooie dingen een positieve invloed hebben op het welbevinden van de mens. 2.500 jaar later definieert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dit welbevinden of deze gezondheid als volgt: ‘Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.’ Als we ervan uitgaan dat we op weg zijn om uiteindelijk gezonde gebouwen te maken, dan hebben we ons de laatste jaren met name bezig gehouden met de lichamelijke klachten. Klachten die onze gebouwde omgeving heeft veroorzaakt. Duurzaam of gezond ontwerpen wordt nog steeds te veel gekoppeld aan enkel energiezuinig ontwerpen. We houden nog te weinig rekening met andere belangrijke factoren op het gebied van gezondheid van de gebruikers van het gebouw.

26

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Nauwkeurige positionering Om echt een gezond en duurzaam gebouw te realiseren, dient tevens een gedegen analyse gemaakt te worden van de omgevingsfactoren, de beoogde en mogelijke toekomstige functies en de gebouwvorm. Alleen al door de nauwkeurige positionering van programmaonderdelen, gebouwopzet en vorm hebben we voor de nieuwbouw van het I/O gebouw in Nijmegen grote energetische besparingen kunnen realiseren. Helaas valt de keuze echter te vaak enkel op technische oplossingen. Dit zorgt ervoor dat ‘duurzame’ gebouwen vaak overbodig complex zijn, waardoor de onderhoudskosten na oplevering van deze gebouwen de pan uit rijzen. Als we gebruikers spreken die in zo’n zogeheten duurzaam icoon zijn gehuisvest, horen we van ze dat ze bij een volgende nieuwbouw niet meer streven naar een zeer duurzaam gebouw. Liever werken ze in een ‘gewoon’ en goed functionerend gebouw. Zij stellen dat de betreffende ontwerpers in die eerdere projecten hun beloftes niet hebben waargemaakt.


Klimaattechniek

Minder techniek Voor onderwijsgebouwen is geen budget om een expert in dienst te nemen, om enkel het gebouw te beheren. Gezien alle gebruikte klimaattechnieken moet zo’n expert echter wel voor het beloofde rendement zorgen. Hoe minder techniek dus wordt toegepast, des te beter dit is voor de toekomst en duurzaamheid van een gebouw. Alleen al omdat de techniek veel sneller veroudert dan de bouwkundige structuur. Door de ontwikkelingen van de laatste jaren weten we ook heel goed hoe we een gebouw moeten maken, dat het milieu niet meer belast. Deze kennis moeten we dus ook op grote schaal toepassen.

‘Welke spirit geven we gebouwen mee?’

In mijn visie is de volgende stap in de ontwikkeling naar een gezonde bouwcultuur, naar analogie van de definitie van de WHO, de stap naar het ontwerpen van geestelijk gezonde gebouwen. We dienen goed na te denken over hoe we gebouwen maken. Welke spirit geven we ze mee? Dat gebouwen in de toekomst anders gemaakt en onderhouden worden, is duidelijk. Een duidelijk zichtbare trend hierbij is die van het cradle-to-cradle bouwen. Deze circulaire gebouwen en producten – zoals deze nu genoemd worden – moeten voorkomen dat we onze materiaalvoorraden volledig uitputten. Het gros van de circulaire gebouwen zijn lang in gebruik blijvende gebouwen die geschikt zijn voor veel verschillende functies. Een goed voorbeeld hiervan zijn de pakhuizen uit het begin van de vorige eeuw. Deze staan er nog steeds en zijn telkens weer geschikt voor het huisvesten van andere nieuwe functies.

Verschillende functies Daarom ontwerpen we de gebouwen vaak op zo’n wijze dat ze eventueel in de toekomst ook geschikt zijn voor andere functies. Een schoolgebouw kan bijvoorbeeld in de toekomst een kantoor of hotelfunctie krijgen. Dit vraagt om beperkte overmaat en maakt het noodzakelijk de gebouwen op een andere, slimme wijze te bouwen zodat elementen en materialen in de toekomst beschikbaar blijven. Hiervoor zijn ook de vele leasemodellen of prestatiecontracten ontwikkeld, die laten zien hoe hieraan ook nieuwe economische vormen kunnen worden gegeven. De gehele EU-economie wordt omgebouwd naar een dergelijke circulaire economie. Volgens het WHO hoort ook het maatschappelijk welzijn hierbij. Voor de gebouwde omgeving kun je dit vertalen naar de vraag: hoe stellen we de gebruiker daadwerkelijk centraal? Hoe maken we gebouwen, die gebruikers gezonder maken en hen juist meer mogelijkheid bieden

Auteur Thomas Bögl is architect en directeur bij LIAG architecten en bouwadviseurs. Daarnaast is hij expert bij Duurzaam Gebouwd. (Foto: Robert Tjalondo)

om zich te ontwikkelen? Naast de bekende elementen van frisse lucht, goede akoestiek of voldoende daglicht valt hier nog een hele wereld te winnen.

Ruimtelijke werking Architecten hebben eigenlijk te weinig kennis van de psychologische gevolgen van de ruimtes, die ze gecreëerd hebben. Juist de ruimtelijke werking kan grote invloed hebben op het welbevinden en functioneren van de gebruikers. We zien nog veel te vaak dat alle klaslokalen op een basisschool hetzelfde zijn vormgegeven, terwijl een kleuter van vier andere behoeftes heeft dan een twaalfjarige puber. Het onderzoek over de werking van ruimtes laten we aan andere experts over, en zo vreemd is dat niet. Om de werking van ruimtes beter te begrijpen, werkt ons bureau LIAG inmiddels steeds vaker samen met vakvreemde experts zoals biologen, artsen en psychologen. Zo hadden we voor de ontwikkeling van de nieuwbouw van het Prinses Máxima Centrum in Utrecht een psychologe betrokken bij het ontwerpproces, om te begrijpen welke maatregelen daadwerkelijk invloed op het genezingsproces van kinderen hebben.

Gezondheid en schoonheid combineren Dus net als Apollon dienen ook wij de gezondheid en de schoonheid te combineren en te bewaken. Alleen zo kunnen we daadwerkelijk een toekomstbestendig antwoord op de uitdaging van nu formuleren. Namelijk de uitdaging van het reduceren van kosten via Total Cost of Ownership naar Total Value for Society!

duurzaam gebouwd | februari 2016

27


Advertorial

Good climate, better performance De missie van de Nijburg Industry Group is het bieden van innovatieve oplossingen om het binnenklimaat te verbeteren. Met een hoog comfort en betere prestaties.

De Nijburg Industry Group bestaat uit drie divisies en heeft alles in huis voor een optimaal binnenklimaat. “Wij willen een goede gesprekspartner zijn”, vertelt Managing Director Bert Jan Bruning, “en al bij aanvang van een project met de architect aan tafel om mee te denken over de beste oplossingen op het gebied van lucht- en klimaattechniek. In de groep realiseren wij engineering, productie en montage. Wij produceren in onze eigen fabriek en hebben de logistiek in eigen beheer. Nijburg Klimaattechniek verzorgt luchttechnische installatiewerkzaamheden. Zijn praktijkervaring is de perfecte basis voor constante innovatie van onze producten.” Nijburg Klimaattechniek heeft ruim 45 jaar ervaring in woningbouw, utiliteit, industrie en scheepvaart. Door de productie in eigen hand te houden zorgt het bedrijf voor snelle en efficiënte levering. Daarnaast valt Solid Air Climate Solutions onder Nijburg Industry Group. Deze onderneming bedenkt, produceert en levert innovatieve oplossingen op het gebied van klimaat- en luchttechniek. Solid Air Climate Solutions is gespecialiseerd in luchtbehandeling, klimaatplafonds, luchtverdeeltechniek, brandwerende producten en koelconvectoren.

Eén aanspreekpunt Voor de productie, levering en installatie van alle soorten klimaatplafonds is Solid Air Climate Solutions de beste partner. Alles loopt via één aanspreekpunt, waardoor miscommunicatie wordt voorkomen en de reactie- en levertijden kort blijven. Henk Bannink, Business Unit Manager van Solid Air Climate Solutions: “Solid Air staat enerzijds voor knowhow en ervaring. Anderzijds werken wij met gemotiveerd fris en jong talent, dat voor optimale klanttevredenheid gaat. Daarmee kunnen we alles mogelijk maken. Met duidelijke informatie vooraf realiseren wij op effectieve wijze het gewenste binnenklimaat.”

28

februari 2016 | duurzaam gebouwd

De voordelen op een rij: • Laag energieverbruik • Gunstige capaciteit voor koelen en verwarmen • Thermische behaaglijkheid • Geringe verlaging van plafonds (< 45 mm) • Geschikt voor in-/opbouwvoorzieningen • Ruime afwerkmogelijkheden • Toepasbaar in nieuwbouw- en renovatieprojecten • Montagevriendelijk

Alle comfort komt van boven Klimaatplafonds zijn de hoogste standaard voor goed geklimatiseerde ruimtes en realiseren een binnenklimaat waarin mensen zich prettig voelen. Een klimaatplafond verwarmt, koelt en ventileert door middel van een ingenieus watersysteem in plafondplaten. En dat geeft thermische behaaglijkheid. Mensen functioneren nu eenmaal het best met een koel hoofd en warme voeten. Ook in de woningbouw zijn klimaatplafonds de beste oplossing voor een optimaal binnenklimaat. Storende elementen als radiatoren, leidingen en airconditioners vervallen, terwijl alle inbouwvoorzieningen nog altijd naar behoefte kunnen worden aangebracht. Naast klimaatplafonds biedt Solid Air Climate Solutions tal van andere oplossingen voor een optimaal Meer informatie binnenklimaat. Solid Air Van roosters en Paasheuvelweg 50 luchtbehandelingkasten tot Postbus 22756 en met koelconvectoren en 1100 DG Amsterdam brandwerende producten. Tel: +31(0)20-6966995 Niet voor niets is onze Email: mail@solid-air.nl slogan: ‘Good climate, www.solid-air.nl better performance!’


Klimaattechniek

Volgende generatie fijnstof-zakkenfilters De volgende generatie fijnstof-zakkenfilters van Duurzaam Gebouwd-partner ACS-Afpro hebben een extra beschermlaag. De prelayer maakt het filter nog effectiever en voorkomt het losraken van vezels. Daarnaast zorgt dit bedrijf ervoor dat het filter kan worden geïnstalleerd zonder in aanraking te komen met de glasvezels. ACS-Afpro Filters

Glasvezel heeft veel voordelen. Het heeft een goede thermische tolerantie, een hoog stofhoudend vermogen en het heeft een uitstekende efficiency. De nadelen die eraan kleefden behoren dankzij de HQ-serie van ACSAfpro Filters tot de verleden tijd. “Met de nieuwe generatie glasvezelzakkenfilters hebben we de sterke punten van synthetische filters weten te combineren met de sterke punten van glasvezelfilters”, zegt directeur Joost Verlaan. “Wij geloven dat we hiermee de nieuwe standaard hebben gedefinieerd.”

De prelayer beschermt de eindgebruiker maximaal tegen fijnstof. De filters hebben het A+ energielabel van Eurovent en zijn daarmee zeer energie-efficiënt. De installateur komt tijdens het plaatsen, vervangen of verwijderen van het filter niet langer in aanraking met glasvezels en dankzij de beschermlaag kunnen vezels niet losraken.

Verwarming, koeling en ventilatie in één systeem Sinds eind januari staat een gloednieuwe JT Bioscoop in Alkmaar. Brink Climate Systems heeft hierbij de installaties voor het binnenklimaat gerealiseerd.

De installatie in JT Bioscoop in Alkmaar.

“Onze systemen zijn uitstekend toe te passen in bioscopen”, vertelt Rein Hoekstra van de binnenklimaatspecialist. “Eén systeem zorgt hierbij voor de verwarming, koeling en de ventilatie. In het laatste geval geeft een CO2-sensor aan hoeveel ventilatie nodig is. De ventilatiehoeveelheid is namelijk gebaseerd op het aantal aanwezige personen. Daarnaast is dit systeem – dat bestaat uit verschillende installaties – aan te sluiten op het gebouwbeheersysteem, waardoor iedere zaal apart regelbaar is. Juist dit aspect past goed bij bioscopen.” Een airsock verdeelt de juiste hoeveelheid lucht in iedere zaal. “Dit is een slang aan het plafond, die van katoen is of gaatjes heeft. Deze zorgt ervoor dat de lucht gelijkmatig over de verschillende bioscoopzalen wordt verdeeld. De ruimte wordt voor de bezoekers niet merkbaar geconditioneerd met lucht.” Het systeem werkt op gas, met daarbij een warmtepompfunctie. “Het grootste deel van het jaar levert een warmtepomp de energie: dat is efficiënter, omdat deze niet altijd op volle kracht hoeft te werken. Bij erge kou is gas efficiënter.”

De warmtepomp: grote winnaar in 2016? Met deze kop trok Merosch-energieadviseur Maarten Staats veel aandacht op DuurzaamGebouwd.nl. Binnen enkele dagen was dit artikel meer dan honderd keer gedeeld en ruim 500 keer gelezen. In zijn blog beschrijft Staats de drie ontwikkelingen

waardoor 2016 het jaar van de warmtepomp kan worden: verschuiving energiebelasting, subsidie op warmtepompen en een veranderende kijk op gasgebruik. Zijn volledige blog is te lezen op DuurzaamGebouwd.nl/ klimaattechniek.

duurzaam gebouwd | februari 2016

29


DĂŠ All-risk verzekering voor uw gevel projecten ETERNIT EQUITONE GEVELPANELEN VERLIJMD MET PANELTACK HM EXTRA ZEKERHEID BIJ GEVELPLAATVERLIJMING Bostik biedt opdrachtgevers, klanten en verwerkers in de Benelux vanaf heden nog meer zekerheid, boven op de normale en wettelijke productgarantie. De garantie is met name bedoeld voor opdrachtgevers indien zich tijdens of tot 10 jaar na verlijming van de gevelplaten onverhoopt problemen zouden voordoen. Tot dusver werd eerst onderzocht wat de oorzaak is, bij wie de schuldvraag ligt en daarna pas opgelost. De nieuwe All-risk verzekering van Bostik biedt de garantie dat het probleem eerst zo snel mogelijk wordt opgelost en daarna wordt pas door een onafhankelijk bureau onderzocht welke partij eventueel aansprakelijk gesteld kan worden. Wilt u meer weten? Kijk dan voor meer informatie op de website of neem contact op met Bostik. WWW.BOSTIK.NL

NIEUW

!


Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed

Als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen

foto: Herman Zonderland

De deskundigen in onze sector zijn het er met elkaar over eens: de vragen van morgen zijn wezenlijk anders dan die van gisteren en vandaag. En wat was komt voor het merendeel niet meer terug. Bedrijven en hun medewerkers zullen zich opnieuw moeten uitvinden en daar zit de innovatiekracht die ongekend groeit. Vele nieuwe initiatieven worden genomen en start-up’s ontstaan. Ook Brink Groep heeft daarin heel fors geïnvesteerd. We zijn er van overtuigd dat we, door onze kennis en ervaringen met onze stakeholders te delen, het meest van betekenis kunnen zijn voor onze (potentiële) opdrachtgevers en onze medewerkers en de wereld om ons heen. Hans de Jonge, directievoorzitter Brink Groep

brinkgroep.nl/duurzaam


RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen

Feestelijke afsluiting van programma ‘Excellente Gebieden’ Met het symposium ‘Topprestaties in energiezuinige bouw’ is eind vorig jaar op feestelijke wijze afscheid genomen van het programma ‘Excellente Gebieden’. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft dit programma uitgevoerd, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Glazen Ruimte in Maarssen was the place to be voor projectleiders van corporaties, gemeenten, ontwikkelaars, bouwers en installateurs met ambities om in een wijk of gebied zeer energiezuinige gebouwen te realiseren. Vijf jaar geleden ging men binnen de negentien Excellente Gebieden in heel Nederland de uitdaging aan: bouwen met een lagere EPC dan het Bouwbesluit op dat moment voorschreef. Tijdens het symposium zijn de ervaringen gedeeld die in deze periode zijn opgedaan bij het realiseren van energiezuinige bouw. Mede dankzij hun inzet ligt er nu een schat aan direct toepasbare informatie van onmisbare aard, om deze mee te nemen naar energiezuinige bouw in de toekomst. Een reden om hen in het zonnetje te zetten en te bedanken voor hun inzet. Een samenvatting van in de ‘Excellente Gebieden’ opgedane kennis en ervaring is te vinden op www.rvo.nl/excellentegebieden.

Nul-op-de-meter, energieneutraal, EPC-0? Er zijn momenteel veel begrippen rond energieambities voor zeer zuinige nieuwbouw. In de praktijk bestaat er verwarring wat de begrippen precies inhouden. Een uitgebreide begrippenlijst van RVO.nl geeft een overzicht en definities. De begrippenlijst bestaat uit drie delen: • Algemene begrippen • Begrippen die wettelijk of via certificering zijn vastgelegd • Overige begrippen Deze lijst geeft per begrip allereerst een korte omschrijving met daarbij waarvoor het gebruikt wordt. Daarna volgt een toelichting met definities, bronnen en verwijzingen naar meer informatie. Per begrip is vermeld of het begrip specifiek voor woningen of utiliteitsgebouwen is bedoeld. Meer weten? Kijk op: www.rvo.nl/begrippenijst-gebouwen.

32

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Handvatten voor bijna-energieneutraal bouwen Alle nieuwe gebouwen in Nederland moeten eind 2020 bijna-energieneutraal (BENG) zijn. Voor overheidsgebouwen geldt deze eis al vanaf eind 2018. Om dit gerealiseerd te krijgen, moet de huidige berekening van de energieprestatie voor nieuwe gebouwen vertaald kunnen worden naar de komende BENG-eisen. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt RVO.nl daarvoor een handreiking beschikbaar, die de bepaling van de BENG-indicatoren uit de EPC-berekening toelicht. Daarnaast zijn er al ervaringen met bouwen volgens de BENG-eisen te vinden in de database Energiezuinig Gebouwd van RVO.nl. Begin juli 2015 heeft minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst via een brief aan de Tweede Kamer de eisen aan bijna-energieneutrale gebouwen gepubliceerd. De energieprestatie wordt uitgedrukt in drie BENGindicatoren, die EPC als indicator vervangen. Deze eisen zijn: • de maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar • het maximale primair energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar • het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten

De bepaling van de energieprestatie zal in het kader van de modernisering van de bouwregelgeving ook veranderen. Tot die tijd kunnen de BENG-indicatoren bepaald worden uit de deelresultaten van de EPC-berekeningen volgens NEN 7120. De hoogte van elke BENG-eis verschilt per gebruiksfunctie. Een overzicht van de eisen, de handreiking en ook een bijbehorende Excel-sheet om een berekening van de BENG-indicatoren uit te voeren, staat op www.rvo.nl/ BENG. De eerste ervaringen met bouwen volgens de BENG-eisen staan in de database www.rvo.nl/energiezuiniggebouwd.

Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving Heeft u cijfers nodig over het gemiddelde gasverbruik in Nederlandse woningen? Of over de ontwikkeling van de energieprijzen? Wilt u weten hoe de stand van zaken is bij het toepassen van HR++-glas in kantoren? RVO.nl heeft nauwkeurige en betrouwbare informatie over effectief CO2-reductiebeleid en energiebesparingsbeleid en brengt elk jaar in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de ontwikkelingen rond energiebesparing in de gebouwde omgeving in kaart. Dat heeft dit jaar geresulteerd in de monitor Energiebesparing Gebouwde omgeving 2014.

Voor integrale en transparante kennis over de duurzaam gebouwde omgeving kunt u terecht bij RVO.nl. Hiermee vervullen we een gidsfunctie voor ondernemend Nederland, waarmee we het verduurzamen van de gebouwde omgeving bevorderen. Meer informatie? Website: www.rvo.nl/gebouwen | Telefoon: 088-0424242 Kijk voor voorbeelden van energiezuinig bouwen op www.rvo.nl/ energiezuiniggebouwd.

Deze monitor laat trends en ontwikkelingen zien op het gebied van energiebesparing in Nederland. Ook biedt de monitor een overzicht van de energiebesparende maatregelen die in 2014 in de gebouwde omgeving zijn getroffen. In deze rapportage staan de resultaten centraal van onderzoeken die RVO.nl heeft uitgezet. Daarnaast is onder meer gebruikgemaakt van CBS-cijfers. U kunt de monitor downloaden op www.rvo.nl/ onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/ energiecijfers.

duurzaam gebouwd | februari 2016

33


Lastig kiezen hè? Dat vonden wij ook. Nu niet meer, met de nieuwe bestekservice. Scan de QR Code of ga naar tools.alcoa-architectuursystemen.nl/bestek om de nieuwe Productselector voor ramen en deuren met bestekservice te bekijken. Hiermee kunt u op basis van vormgeving functionaliteit en prestaties het systeem kiezen dat bij uw wensen aansluit. Zo kunt ú zich richten op datgene waar u goed in bent: schitterende leefomgevingen creëren! Zoals het duurzaamste gebouw ter wereld, The Edge. Duurzaam, mede dankzij de gevelsystemen van Alcoa.

aijer architectuur

rdam

The Edge | Amste

e Ltd en OeverZa | PLP Architectur

G Real Estate

en stedebouw | OV

Alcoa Architectuursystemen Archimedesstraat 9 3846 CT, Harderwijk Telefoon: 0341 - 464 611 E-mail: aas@alcoa.com www.alcoa-architectuursystemen.nl


56

februari 2015 | duurzaam gebouwd


Doe-convenant luidt volgende stadium Beton Bewust in Verschillende grote aannemers in Nederland ondertekenen het Ketenconvenant Beton Bewust en committeren zich daarmee aan het concretiseren van duurzame toepassingen van betonmortel. De leidraad van het convenant: niet alleen praten, maar vooral doen! Tekst: Marvin van Kempen

2016 wordt voor Beton Bewust van Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN) het jaar van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het keurmerk werd vier jaar geleden in de markt gezet en kon tot dusver al rekenen op ondersteuning van stakeholders uit onder andere de aannemerij, betonmortelproductie en overheid. Zo tonen icoonprojecten als Saxion College en het binnenkort te verrijzen nieuwe kantoorgebouw van Schröder Vastgoed de meerwaarde aan van het gebruik van duurzaam beton.

Ketenconvenant De grote volgende stap voor het keurmerk is de ondertekening van een ketenconvenant tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van MVO Nederland. BAM, Dura Vermeer, Heijmans, Strukton, TBI en VolkerWessels spraken hun ambitie uit om niet alleen optimaal te bouwen met duurzaam beton, maar dit ook te laten zien. Hans Berkien, kwaliteit-, arbo- en milieumanager bij VolkerWessels-dochter Van Hattum en Blankevoort noemt die ondertekening een vanzelfsprekende volgende stap. “Wij passen CO2-reductie en verduurzaming toe in onze bedrijfsvoering en willen eenzelfde hoog ambitieniveau vragen van toeleveranciers. Het ketenconvenant is belangrijk om de duurzaamheidscomponent van beton(mortel) beter inzichtelijk en meetbaar te maken. De ondertekening van het document is een goede stap naar een verdere verduurzaming van de betonketen.” Ondertekenaar Jan de Jong van TBI vult aan: “Het geeft een positieve stimulans om duurzaamheidsdoelstellingen in de toepassing van het materiaal beton waar te maken. Het maakt ons bewust van de consequenties van onze materiaal- en ontwerpkeuzes en geeft ons bovendien het vereiste cijfermatige inzicht om adequaat verbeteringen door te kunnen voeren. We ondertekenen het document, omdat TBI duurzaam ondernemen in haar bedrijfsvoering heeft. Met dit ketenconvenant kan de onderneming in al

36

februari 2016 | duurzaam gebouwd

De zeven ondertekenaars van het Ketenconvenant Beton Bewust, met van links naar rechts: Jan de Jong van TBI, Ron Peters (VOBN), Hans Kooijman van Dura Vermeer, Esther Donders van Heijmans, Frank Bekooij van Strukton civiel, Jil Ligterink (VolkerWessels) en Rutger Burger van BAM.

haar geledingen, maar bovenal met haar ketenpartners, versneld invulling geven aan deze doelstelling met betrekking tot toepassing van beton. De meerwaarde van het convenant wordt gevonden door het sectorbreed te ondersteunen. TBI ondersteunt het initiatief en wil dat ook de adviesbureaus, ontwerpende ingenieurs en opdrachtgevers het initiatief steunen."

Geen window dressing Toch draait het niet alleen om een discussie te starten, maar vooral om de handschoen op te pakken en de uitwerking van plannen bespreekbaar te maken. “Het is een doe-convenant”, verzekert beleidsmedewerker Màrie van der Poel van VOBN. “Het is geen window dressing. Het doel is om partijen concrete afspraken te laten maken over optimale duurzaamheid en hoe ze dat in hun proces gaan verwerken. We gaan minimaal twee keer per jaar


Het icoonproject Saxion College. Hierover leest u meer in Duurzaam Gebouwd Magazine #31, dat online te bekijken is op DuurzaamGebouwd.nl.

aan tafel om de voortgang te bespreken en bepalen hoe de resultaten te rapporteren. Een gestandaardiseerde rapportage wordt dit jaar ontwikkeld.” Een andere belangrijke opgave die de ondertekenaars beloven in te vullen, is het stimuleren van keurmerkhouders om duurzaam te produceren. “Deze aannemers geven bij aanbestedingen en beoordeling van aanbiedingen voorrang aan ketenpartners die de hoge ambities delen”, vertelt VOBN-directeur en Duurzaam Gebouwd-expert Ron Peters over de convenantondertekening. Een van de afspraken binnen dit document is de verplichtstelling voor betonleveranciers om duidelijkheid te geven over de hoeveelheid secundaire grondstoffen en berekende hoeveelheid CO2 per geleverde hoeveelheid beton. Daarnaast dagen we keurmerkhouders uit om hun niveau te verbeteren en dat aantoonbaar te maken, zodat opdrachtgevers zeker zijn van een steeds hoger niveau bij de inschakeling van deze partijen.

Evenwichtige keuze “Een gecertificeerde instelling onderzoekt of de houders aan de strenge eisen voldoen. Dat betekent dat zij naar de markt mogen communiceren dat ze een bepaalde kwaliteits- en duurzaamheidsstandaard aanhouden. Dat maakt het voor opdrachtgevers eenvoudiger om een evenwichtige keuze te maken. Het is de bedoeling dat

Samensmelting Beton Bewust en CSC Beton Bewust vult het internationale keurmerk Concrete Sustainability Council (CSC) in voor Nederland en dat zal betrekking hebben op in het werk gestort beton en op geprefabriceerd beton. “Met Beton Bewust en CSC zetten wij duurzaam bouwen met beton niet alleen nationaal maar ook mondiaal op de kaart”, vertelt Ron Peters.

de vraagzijde steeds vaker voor een hoger ambitieniveau kiest. En dat vinden ze vervolgens in Beton Bewustkeurmerkhouders, omdat zij zich blijven verbeteren. “De evaluaties en handvatten moeten de sector in zijn geheel en de ketenpartners van deze aannemers in het bijzonder stimuleren. Het ondersteunt ze als het ware om een hoger ambitieniveau te formuleren en deze ook daadwerkelijk in te vullen”, vindt Peters. Uiteindelijk moeten de rapportages, evaluaties en procesverbeteringen leiden tot verdere verduurzaming. “Het doel is om beton en grondstoffen in het algemeen optimaler in te zetten. Er zijn al genoeg projecten en initiatieven waar we trots op kunnen zijn en nu wordt het tijd om met alle bouwpartijen en leveranciers de handen uit de mouwen te steken en samen de toekomst te vormen. Laten we ervoor zorgen dat het een duurzame toekomst is.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

37


U wilt de hoogste EPC-reducties. Wij bieden het BUVA Vital Air System. BUVA’s Q-Stream en SmartStream Lux woonhuisventilatoren zijn voorzien van nieuwe gelijkwaardigheidsverklaringen. Met deze verklaringen realiseert BUVA gegarandeerd de hoogste EPC-reducties op ventilatie in de markt, met de laagste investering per EPC-punt. De Q-Stream Time is voorzien van extra intelligentie waardoor deze zelfs beter presteert dan een CO2-gestuurd systeem en ook nog eens een gegarandeerde luchtkwaliteit biedt voor de bewoner! Voor meer informatie, ga naar buva.nl


Meer dataverbruik vergt een passende data-infrastructuur. Het dataverbruik neemt in alle huishoudens snel toe. Bijvoorbeeld door intensief gebruik van het internet, het bekijken van films en video’s, maar ook door het gebruik van bewakings- en zorgsystemen. Dit maakt het volgens Comelit noodzakelijk dat de gebruiker kiest voor een passende data-infrastructuur.

ViP-deurintercom integreert met elk toekomstbestendig netwerk. Als de gebruiker goed nadenkt over het juiste netwerk in een wooncomplex voor CAI, internet-telefonie en deurintercom, hoeft er twintig tot dertig jaar niet opnieuw te worden geïnvesteerd in de data-infrastructuur. Hoe zorgvuldiger dit gebeurt, hoe rendabeler de investering. Een mooi voorbeeld is het door Comelit ontwikkelde ViP-deurintercomsysteem, dat naadloos integreert met elk duurzaam IP-netwerk.

Glasvezel tot aan de woning voor IP-infrastuctuur. Als lid van het expertpanel van Duurzaam Gebouwd, adviseert Comelit om voor een IP-netwerk altijd glasvezel toe te passen tot aan de woning. In de woning kan dan de bestaande of nu nog ‘normale’ infrastructuur worden gebruikt. Voordelen: deze netwerken kunnen overal worden gelegd en zijn niet beïnvloedbaar door de omgeving. In de brochure ‘Helderheid door Glas’ geven Peter van Veen (l.) en Cees de Vries hun visie over IPinfrastructuur. Vraag deze aan via info@comelit.nl.

Een doordacht en betrouwbaar netwerk dat twintig tot dertig jaar meegaat.

Passion.Technology.Design.

www.comelitgroup.com


Belemmert uitmuntende energieprestatie een goede milieuprestatie? Meer PV, duurzame installaties en vergaande isolatie leiden weliswaar tot bijvoorbeeld die nul-op-de-meter-woning (NOM), maar bij het berekenen van de milieuprestatie van zo’n woning lijkt het effect tegengesteld! Doe ik het dan wel goed voor het milieu? Zijn isolatie, installaties of zonnepanelen zó milieubelastend dat het positieve milieueffect van de betere energieprestatie teniet wordt gedaan? Dat zijn vragen die opkomen wanneer de Milieuprestatie en Energieprestatie van een gebouw afzonderlijk bekeken worden. In het TKI KIEM project is hiervoor een oplossing ontwikkeld, die binnen GPR Gebouw beschikbaar komt voor de markt. Tekst: Esther Roth, Erik Alsema en Geurt Donze, allen van W/E adviseurs

Het Bouwbesluit kent op dit moment twee prestatieindicatoren voor de milieubelasting van een gebouw: De EPG, voor het energieverbruik tijdens gebruik van het gebouw en de MPG die de materialeninzet voor het gebouw evalueert. Echter, als je kijkt naar het verduurzamingsvraagstuk, dan zou het handig zijn als er een methode is om milieueffecten van een gebouw integraal te beoordelen.

Milieuprestatie In de bepalingsmethode voor de MilieuPrestatie voor Gebouwen (MPG) worden milieu-impacts van materialen in een gebouw bepaald op basis van de methode van Levens Cyclus Analyse (LCA). In deze LCA-methode wordt rekening gehouden met alle fasen om tot een product te komen vanaf de grondstofwinning tot aan de afvalverwerking (cradle-to-grave). Dit betekent dat afhankelijk van het materiaal, voor de MPG in feite de hele fysieke wereld kan zijn meegenomen.

Energieprestatie In de EPG-bepalingsmethode wordt een analyse gemaakt van het energiegebruik van het gebouw tijdens de gebruiksfase, op basis van kengetallen en een gebouwmodel vastgelegd in NEN 7120. Binnen de EPG wordt alleen het energieverbruik beoordeeld en wordt niet expliciet gekeken naar de milieueffecten van dit

40

februari 2016 | duurzaam gebouwd

energiegebruik, bijvoorbeeld de winning of transport kolen of gas. Verder gebruiken de methoden verschillende oppervlakken op tot de prestatie te komen: prestatie per m2 verwarmd gebruiks-oppervlak voor de EPG en prestatie per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de MPG. Dit maakt directe vergelijking of optellen van de twee indicatoren lastig.

Energie- en milieuprestatie in samenhang beoordeeld In de bouw- en vastgoedwereld is er een groeiende behoefte aan een methodiek die de gehele levenscyclus van een gebouw meeneemt en de milieuprestaties van materiaalkeuzes én energieverbruik integraal weegt. Een methode die helpt een afgewogen keuze te maken. Zeker naarmate het energieverbruik van een gebouw steeds verder richting nul gaat.

DPG-score De DPG-score, ook wel KIEM-indicator, komt voor licentiehouders binnenkort beschikbaar in GPR Gebouw 4.3. Er is 1 op 1 aangesloten op de gevalideerde rekenkernen voor de EPG- en MPG, inclusief een actuele koppeling met de actuele Nationale Milieudatabase.


Mic Barendsz, Bouwen met Staal: “Voor het eerst zitten we als beton-, hout- en staalbranche samen aan tafel om te werken aan het thema energie- en milieuprestatie. Dit is een positieve ontwikkeling die werd geïnitieerd door TKI-KIEM. Het is zondermeer een belangrijke stap naar meer samenwerking.”

Ad Straub, TU Delft, OTB “We hebben in TKI KIEM samen met woningcorporaties en bouwbedrijven een aantal renovatie-opties op complexniveau onderzocht. De DPG-indicator blijkt goed bruikbaar om de milieu-impact van renovatiescenario’s te vergelijken en in samenhang met TCO te analyseren.”

DPG-scores renovatievarianten 5 4 3 2

Branche-brede samenwerking In het TKI-KIEM consortium werkt een breed scala aan organisaties samen: onderzoeksorganisaties, bouwproducentenindustrie, corporaties, aannemers & onderhoudsbedrijven en brancheorganisaties. De methode is met een GPR Gebouw pilotversie door de consortiumleden getest. Doel hiervan was om inzicht te krijgen in de samenhang tussen en optimalisatie van milieuprestaties en TCO bij vraagstukken op portefeuilleen complexniveau bij woningcorporaties. Projecten zijn ingevoerd en doorgerekend door corporaties en met hen samenwerkende vastgoedonderhoudsbedrijven: • De Alliantie & Rutges Vernieuwt • Portaal & Talen Vastgoedonderhoud • GroenWest & Weijman Vastgoedonderhoud • Wonion & Burgers van der Wal

Toch uitstekende duurzaamheidsprestatie voor energieneutrale nieuwbouw en vergaande energetische renovaties Conclusie uit deze pilots is onder meer dat schijnbare tegenstellingen tussen energie- en milieuprestatie in veel gevallen niet reëel zijn. Plaatsing van zonnepanelen bijvoorbeeld betekent weliswaar een flinke verhoging van de MPG-score maar integraal bekeken is er een zeer wezenlijke verbetering in de DPG. Een waargenomen trend, weergegeven in de figuur hiernaast, is dat vergaande energetische renovaties, ondanks de forse materiaalinzet bij de ingrepen toch leiden tot een betere DPG, dan wanneer er niet wordt gerenoveerd.

Voorbeeld DPG-scores renovatievarianten. Hoe lager, hoe beter. (Grafiek: TKI KIEM)

Naast evaluatie van de Duurzaamheidsprestaties op basis van de DPG is binnen TKI KIEM een rekeninstrument voor Total Cost of Ownership ontwikkeld en getest, zodat het kostenaspect ook bij de afwegingen kan worden betrokken. Ook komt naar voren dat met name gezondheid een belangrijk afwegingscriterium blijft bij renovaties. Vanzelfsprekend is gezondheid al geïntegreerd in GPR Gebouw software.

Het TKI-KIEM consortium (Kwaliteit door Integrale evaluatie van Energie- en Milieuprestaties van gebouwen) heeft een (nieuwe) methode ontwikkeld die energie- en milieuprestaties van gebouwen vergelijkbaar én optelbaar maakt. De methode verwerkt op een consistente manier het energiegebruik én de materiaalinzet tijdens de gehele levenscyclus van een gebouw tot één indicator, de DPG, wat staat voor DuurzaamheidsPrestatie Gebouwen.

Als we nieuwbouwsituaties beschouwen en daarbij scenario’s verkennen die leiden tot BENG (Bijna energieneutrale gebouwen) of zelfs “zero impact” gebouwen, dan is duidelijk dat de materiaalgebonden impact steeds belangrijker gaat worden. De gepresenteerde methodiek biedt een stimulans én een hulpmiddel voor milieugerichte proces- en productinnovaties voor alle actoren binnen de bouwkolom, inclusief de toeleverende industrie om bewuste keuzes te maken. Kijk voor meer informatie op TKI-KIEM.nl.

1 0

huidig

standaard isolatie

standaard isolatie + zon

isolatie hoog

isolatie hoog + WP

isolatie hoog + WP + zon

duurzaam gebouwd | februari 2016

41


GELD BESPAREN MET EEN LUCHTFILTER? AFPRO Filters lanceert “cost saver”serie luchtfilters met A+ energielabel ENERGY EFFICIENCY

AFPRO Filters Compact Filters CS98-A-XL

AIR FILTERS

F9

OTHER LANGUAGE OTHER LANGUAGE

ENERGY EFFICIENCY

Nominal airflow: Initial efficiency 0.4 μm: Minimum efficiency 0.4 μm: Annual Energy Consumption:

AFPRO Filters Compact Filters PT98-XL

F9

OTHER LANGUAGE OTHER LANGUAGE Nominal airflow: ENERGY EFFICIENCY

Compact Filters CS85-A-XL

AIR FILTERS

Dit nieuwe A+ label is de meest efficiënte categorie

OTHER LANGUAGE OTHER LANGUAGE Nominal airflow: ENERGY EFFICIENCY

volgens de nieuwe energie classificatie zoals

Initial efficiency 0.4 μm: Minimum efficiency 0.4 μm: Annual Energy Consumption:

AFPRO Filters Bag Filters HQ80A10-6-A+

per 1 januari 2015 is opgesteld door Eurovent.

EN779: 2012

3400 77 76 1216

m3/h % % THRESHOLD REFERENCE SCALE YEAR : 2015 kWh/annum RS 4/C/001

F7

2015

EN779: 2012

3400 m3/h 45 % 44 % THRESHOLD REFERENCE SCALE YEAR : 2015 735 kWh/annum RS 4/C/001

2015

AIR FILTERS

F7

OTHER LANGUAGE OTHER LANGUAGE

EN779: 2012

Nominal airflow: Initial efficiency 0.4 μm: Minimum efficiency 0.4 μm: Annual Energy Consumption:

Het laagste energieverbruik

Initial efficiency 0.4 μm: Minimum efficiency 0.4 μm: Annual Energy Consumption:

m3/h % % kWh/annum

2015

AIR FILTERS

AFPRO Filters

EN779: 2012

3400 77 76 1216

3400 m3/h 45 % 39 % THRESHOLD REFERENCE SCALE YEAR : 2015 RS 4/C/001 790 kWh/annum

volgens

2015

eurovent A+ label THRESHOLD REFERENCE SCALE YEAR : 2015

Gecertificeerd rendement

RS 4/C/001

Lage total cost of ownership (TCO) Snelle terugverdientijd Hoge return on investment (ROI)

Filterklasse

F7

F9

ME

ME * 35%

ME * 70%

A+

0 - 800 kWh

0 - 1250 kWh

A B C

> 800 - 1450 kWh > 950 - 1200 kWh > 1200 - 1700 kWh

> 1250 - 1450 kWh > 1450 - 1900 kWh > 1900 - 2600 kWh

D

> 1700 - 2200 kWh

> 2600 - 4000 kWh

E

> 2200

> 4000

.LHV YRRU HHQ OXFKWӾ OWHU GDW KHOSW GH NRVWHQ WH YHUODJHQ HQ WRFK GH ELQQHQOXFKWNZDOLWHLW YHUEHWHUW /DDW QX XZ PRJHOLMNH HQHUJLHEHVSDULQJ EHUHNHQHQ DDQ GH KDQG YDQ HHQ /&& /LIH &\FOH &RVW EHUHNHQLQJ Bel 072 567 55 00 RI HPDLO YHUNRRS#DFVӾ OWHUV FRP

WWW.AFPROFILTERS.COM


HET GEMAK VAN

COMPLETE

GEVELSYSTEMEN Snel, Duurzaam én Rendabel Voor nieuwbouw, maar zeker voor renovaties, is de gevel een belangrijk onderdeel van uw gebouw. De Groot & Visser is specialist én leverancier van complete gevels. Één partij, die verantwoordelijk is voor de wind- en waterdichtheid van uw gebouw en hiermee de volledige uitstraling van het object verzorgt.

De Groot & Visser BV Marconiweg 1 4207 HH Gorinchem T 0183-646566 E info@gv.nl I www@gv.nl


Nul op de Meter keurmerk als stimulans voor innovatie Hoe weet je zeker dat een Nul op de Meter woning ook echt waarmaakt wat de aanbieder belooft? Hiervoor ontwikkelt Stroomversnelling een keurmerk. Dit ‘NOM keur’ waarborgt de kwaliteit van Nul op de Meter concepten. Bovendien hopen de ontwikkelaars hiermee de innovatie een impuls te geven. We spreken met Sjoerd Klijn Velderman, projectleider NOM keur Stroomversnelling. Tekst: Energiesprong. Beeld: Energiesprong/Fotografie Frank Hanswijk

Een Nul op de Meter woning wekt evenveel energie op als dat de woning nodig heeft voor het huis en het huishouden. De afgelopen twee jaar stonden in het teken van pionieren en verkennen van Nul op de Meter concepten. Een aantal aanbieders heeft inmiddels een mooi product in de markt gezet. Maar hoe weet je als afnemer zeker dat het huis inderdaad net zo veel energie opwekt als er beloofd is? “Om die kwaliteit te waarborgen, ontwikkelen wij het

44

februari 2016 | duurzaam gebouwd

NOM keur”, vertelt Sjoerd Klijn Velderman. “Het NOM keur is bedoeld voor bouwers, conceptontwikkelaars en voor iedereen die een totaalpropositie voor Nul op de Meter op de markt wil brengen. Met een NOM keur op zak, is voor iedereen duidelijk dat de aanbieder een betrouwbaar en volledig product levert. Daarmee kunnen corporaties het kaf van het koren scheiden. Kopers hebben zo de garantie dat de woning inderdaad de beloofde prestatie levert.


Een Nul op de Meter project in het Tholense Oud-Vossemeer.

Stroomversnelling Stroomversnelling is een netwerk van ambitieuze bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en anderen, die samen aan de slag gaan om Nul op de Meter renovaties en nieuwbouw mogelijk te maken. Stroomversnelling vindt dat iedere woningeigenaar in Nederland moet kunnen kiezen voor een mooie, comfortabele en betaalbare woning.

Ranking door eindgebruiker Alleen als een Nul op de Meter woning aan alle voorwaarden voldoet, komt deze in aanmerking voor een tegemoetkoming in het kader van de Energieprestatievergoeding (EPV). De EPV biedt corporaties de mogelijkheden om het bedrag van de energierekening van huurders te investeren in de (ver)nieuwbouw naar Nul op de Meter. De EPV is echter niet de enige reden waarom het NOM keur van belang is, legt Klijn Velderman uit. “Het keurmerk kent twee aspecten: de technische specificaties en een review van de eindgebruiker waaraan een ranking is gekoppeld. Met name die customer review zal ervoor zorgen dat aanbieders steeds bezig blijven met de verbetering en vernieuwing van hun product. Als je dit jaar op de achtste plaats in de ranking staat terwijl je vorig jaar nog op de zevende plaats stond, dan voel je waarschijnlijk

direct de drang om iets daaraan te doen. We hopen dat dit een permanente impuls betekent voor innovatie.”

Kwaliteit waarborgen Om de kwaliteit van het NOM keur ook op langere termijn te borgen, krijgen keurmerkhouders steekproefsgewijs een audit. “Dan checken we of je het NOM keur nog waardig bent. Daarbij kijken we naar het ontwerp, de realisatie en de instandhouding, oftewel het gebruik en onderhoud van de NOM-woning. Ook dat moet ertoe bijdragen dat aanbieders zich steeds gestimuleerd voelen om aan verbetering en vernieuwing te blijven werken.”

Prototype

Volgens hem is het NOM keur nog in ontwikkeling. “Alle aanbieders kunnen hun specificaties opsturen. Die leggen we langs de lat om ze te vergelijken met de eisen. Zo wordt duidelijk of het concept NOM-waardig is. Zo hopen we in februari tot een prototype te komen van het keurmerk.” In november 2016 komt het definitieve NOM keur op de markt. “We overleggen nog waar het NOM keur ondergebracht gaat worden. Dat kan Stroomversnelling zijn, maar je kunt ook denken aan een bestaande organisatie waar al de nodige expertise aanwezig is waarvan we kunnen profiteren. Bovendien moeten we voorkomen dat er een woud aan NOM keurmerken ontstaat. Daar wordt niemand wijzer van.” Binnenkort vindt u meer informatie op Stroomversnelling.nl

duurzaam gebouwd | februari 2016

45


Een tweede leven voor bestaande panden a.s.r.-hoofdkantoor in Utrecht

Ongekende oplossingen voor een succesvolle revitalisering van verouderde panden. DGMR adviseert renovatieprojecten en maakt vastgoed weer gezond, duurzaam en veilig.

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software Arnhem | Den Haag | Drachten | Sittard

www.dgmr.nl


DYKA AIR

vergroot toepassingsbereik

NIEUW 235 mm

Een systeem voor elke woning DYKA AIR breidt uit! Met nieuwe hulpstukken en diameters

en goed toepasbaar bij kleine en grote woningen, ats en

tot 235mm heeft DYKA AIR een nog groter toepassingsbereik.

appartementen. Iedere ontwerper en installateur kan aan

Ideaal bij mechanische en/of balansventilatie. De kunststof

de slag met DYKA AIR: uitgebreide prefab mogelijkheden,

kanalen en hulpstukken hebben grotere debieten bij lagere

makkelijk te installeren, en een lage Total Cost of installation.

luchtsnelheden. Dankzij het innovatieve ontwerp heeft DYKA AIR een zeer geringe luchtweerstand. Bovendien zijn de

Wilt u zelf een 3D ontwerp maken? DYKA AIR

ovalen kanalen perfect instortbaar door de geringe hoogte

productbibliotheken vindt u op onze website.

www.dyka-air.nl


In de showroom zijn allerlei duurzame dakramen te zien, die onder andere worden toegepast bij Nul-op-de-meter projecten.

Dakraamleverancier met duurzaamheid in DNA Begonnen in 1986 als houtverwerkingsfabriek, is het Groesbeekse Fakro inmiddels uitgegroeid tot vermaard internationaal dakraamleverancier. Basis voor die groei is de duurzame filosofie van het bedrijf. Die zorgt er namelijk voor dat Fakro een graag geziene partner is in vele duurzame koplopersprojecten. Tekst: Marvin van Kempen

“Duurzaamheid en zorg voor het milieu zit bij ons in het DNA”, vertelt Fakro Nederland business development manager Maciej Cichocki. De Duurzaam Gebouwd-expert stond onder andere aan de wieg van belangrijke duurzaamheidsontwikkelingen van het bedrijf, waaronder het KOMO attest met productcertificaat en het gebruik van FSC-hout.

48

februari 2016 | duurzaam gebouwd

“We focussen onder andere op het toepassen van milieuvriendelijke materialen uit duurzame bronnen en de bestendigheid van onze producten. Daarnaast gaan we verstandig om met energiegebruik: niet alleen in de productie, maar ook in de bedrijfsvoering”, laat Cichocki weten.


Partner uitgelicht

Rondje duurzaamheid Cichocki neemt ons mee naar de showroom en de trainingsruimte, waar installateurs bekend worden gemaakt met de beschikbare producten. Een rondje showroom laat ons zien hoe het duurzame gedachtengoed vorm krijgt in de praktijk. We treffen onder andere pvcdakramen, samengesteld uit gerecycled materiaal, passiefhuisdakramen en zonweringen met geïntegreerde pv-panelen. Het laatstgenoemde product is een innovatie die de energie voor de bediening van de zonwering op afstand opwekt. Producten die aan het einde van de levenscyclus zijn, worden net zo eenvoudig weer meegenomen in het recyclingproces. “We hebben verschillende uitvoeringen van ramen, maar in alle elementen wordt een optimale thermische isolatie toegepast”, vertelt Cichocki, terwijl hij naar twee duurzame paradepaardjes loopt. “Deze twee dakramen, de FTP-V U3 en FTT U6, zijn opgenomen in de Greenworks-selectie. Deze selectie bestaat uit producten met zeer duurzame kenmerken, geschikt om de woningvoorraad fors te verduurzamen.”

‘Vanzelfsprekend doen wij mee aan industriële en prefabconcepten’ Verantwoordelijk voor twintig jaar Naast het zo duurzaam mogelijk produceren en leveren van de producten komt verantwoordelijkheid nemen voor de lange termijn – via prestatiecontracten – steeds prominenter in beeld. Zo ook voor Fakro en Cichocki. Hij ziet dat onderwerp steeds vaker verschijnen in woningbouwprojecten en vindt het een goede marktontwikkeling. “Door dergelijke contracten kun je je als organisatie onderscheiden. Producenten die spullen leveren met onvoldoende weerstand, haken minder snel aan bij afspraken voor de lange termijn. Na een korte tijd vallen zij namelijk in de kosten van reparatie of zelfs vervanging.” Fakro voegt de daad bij het woord door lange productgaranties te leveren. Twintig jaar garantie op het glaselement of scharnieren is standaard. “We hebben renovatieprojecten uitgevoerd, waarbij de dakramen na zeventien jaar nog uitstekend presteren. Hier kwam verder geen onderhoud aan te pas. Zo ontzorgen we opdrachtgevers die voor langere tijd zeker willen zijn van kwaliteit.” Als we Cichocki vragen naar enkele praktijkvoorbeelden van duurzame projecten waaraan zijn organisatie heeft meegedaan, neemt hij ons mee naar een ander deel van de showroom. “Projecten die me goed bijstaan, zijn enkele Stroomversnellings-projecten, bijvoorbeeld in Kerkrade”, aldus Cichocki, wijzend naar een product. “Met deze

‘Door prestatiecontracten kun je je als organisatie onderscheiden’

FTT dakramen, tuimeldakvensters, is samen met BAM Woningbouw een EPC van 0,38 behaald. En dat voordat 0,4 vereist was.”

De trots van Ermelo Recenter is een project in Ermelo, waar half september 2015 de Nul-op-de-Meter (NoM)-woonwijk GroevenbeekNoord officieel werd geopend. Deze energieneutrale wijk is er één om trots op te zijn. “Hier hebben we de FTT passief dakramen inclusief aansluiting op de pv-panelen geleverd, die meehelpen om de NoM-ambities te halen”, vertelt Cichocki over het project dat eerder de revue passeerde in Duurzaam Gebouwd Magazine #32 (‘Energiezuinige eenvoud in Ermelo’). “Ten slotte noem ik als bijzonder project het MorgenWonen-concept van VolkerWessels, waar Fakro ook voor levert.” “We vinden het vanzelfsprekend om mee te gaan in industriële bouwprocessen en prefab-concepten. Onder andere de rappe bouwsnelheid en de lage faalkosten zijn drijfveren om met deze bouwmethodiek aan de slag te gaan. De producten die wij leveren, kunnen rechtstreeks in de fabriek worden toegevoegd aan het prefabelement, voordat ze met woning en al richting bouwplaats rijden”, vertelt Cichocki over de samenwerking van zijn organisatie met industrieel bouwers. Hoe kansrijk een meer fabrieksmatige bouw ook lijkt, de woningbouw van nu wordt nog niet gedomineerd door dergelijke processen.

Duurzaam Gebouwd-expert Maciej Cichocki tijdens een van de trainingen.

duurzaam gebouwd | februari 2016

49


SWITCH TO THE FUTURE

Serie 12 Tijdschakelklokken

w u e i N

Met smartphone programmeerbaar! Ɣ “SMART” programmeerbaar met een Android smartphone

o Astr

voorzien van NFC-chip en de App Finder Toolbox, x gratis te downloaden via Google Play Ɣ Ɣ

FINDER RELAIS NEDERLAND B.V. Dukdalfweg 51 1041 BC AMSTERDAM Tel.: +31 20 615 65 57 Fax: +31 20 617 89 92 finder.nl@findernet.com

Ɣ

“CLASSIC” programmeerbaar met joystick Types 12.61 en 12.62: 1- en 2-kanaals tijdschakelklokken met weekprogramma, vaste schakeltijden, per minuut instelbaar en pulsuitgang, zomer-/wintertijd Type 12.A1 en 12.A2: 1- en 2-kanaals tijdschakelklokken met weekprogramma, Astro tijden, vaste schakeltijden, per minuut instelbaar en pulsuitgang, zomer-/wintertijd

www.findernet.com


Partner uitgelicht

Het kantoor van Fakro Nederland in Groesbeek.

Ook binnen het bouwen met BIM schuilt nog een uitdaging, ook voor Fakro. “Niet alle partijen spreken dezelfde taal en ook wij als leverancier zoeken naar manieren om dit te verbeteren.” Ook domotica en een geïntegreerd Internet of Things komen we nog lang niet overal in gebouwen tegen. Binnen enkele jaren maken deze drie ontwikkelingen een vogelvlucht door, denkt Cichocki. “Denk aan communicatie tussen wooneenheden, maar ook aan de afstemming tussen energieopwekking- en behoefte. Daarnaast gaan bewoners ervaren hoe het is om klimaatbediening in handen te hebben, ook als ze bijvoorbeeld nog onderweg zijn naar huis.”

‘Op het gebied van smart buildings zijn integrale systemen het meest kansrijk’

Woning wordt persoonlijke coach Het blijft echter niet bij het opstoken van de kachel via de smartphone in de file. “Het gaat veel verder dan dat. Een van de vele mogelijkheden is om ruimtegebruik te koppelen aan een persoonlijk klimaatprofiel. Wanneer iemand door een gebouw loopt, wordt het klimaat aangepast. Ook kun je informatie krijgen over hoe het duurzamer kan, bijvoorbeeld door in bepaalde ruimtes op specifieke tijdstippen de kachel uit te zetten.” Integrale systemen lijken het meest kansrijk in het voorzien van deze behoefte, in tegenstelling tot apparaten met verschillende communicatieprotocollen. “Dit betekent dat protocollen als Z-Wave en Bluetooth low energy kansrijk zijn ten opzichte van protocollen die de gebruiker beperken in vrijheid en bedieningsgemak.” Wanneer deze protocollen op een integrale manier worden ingezet, kan het wooncomfort in de toekomst drastisch verhoogd worden. Fakro ziet dat de inventieve domotica-oplossingen die het bedrijf zelf aanbiedt – zoals bijvoorbeeld de ZWS raamuitzetter met kettingmotor die werkt met het Z-Wave-protocol – steeds meer aandacht krijgen. “Met de introductie van domotica wordt niet alleen een fijn leefklimaat gecreëerd, maar worden huizen uitgerust met hartslag-, ademhaling-, lucht- en lichtsensoren. Het is niet eens een gekke gedachte dat onze woning straks uitgroeit tot onze persoonlijke coach.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

51


Gemeenten zien voordelen ESCo’s (nog?) niet Het realiseren van energiebesparing door middel van een Energy Service Company is niet populair bij gemeentelijke vastgoedafdelingen. Veel vastgoed is niet geschikt en ESCo’s zijn financieel niet interessant, zeggen diverse gemeenten die de mogelijkheden van een ESCo serieus hebben onderzocht. Andere zijn nog zoekende. Tekst: Piet Scheerhoorn

Bij een ESCo besteedt een gebouweigenaar de energievoorziening en het management uit aan een marktpartij. Met energiebesparing als doel. De contractpartner investeert in energiebesparende maatregelen en verdient deze tijdens de contractperiode terug uit de besparing. Op het eerste gezicht lijkt dat een aantrekkelijk aanbod: energie besparen zonder zelf te investeren. Maar in de praktijk zoeken gemeenten naar constructies die beter aansluiten bij hun praktijk.

‘Ik vind dat het gebruikersgedrag en de energiemonitoring beter te beïnvloeden is, als er sprake is van een prestatiecontract met een externe partij’ De aandacht voor ESCo’s is het gevolg van een Europese richtlijn, waarin staat dat alle Europese landen hun lagere overheden moeten stimuleren deze contracten toe te passen. In Duitsland, Frankrijk en Spanje is dat succesvol, zo blijkt uit onderzoek van het EU Joint Research Centre naar de Europese ESCo-markt. Landen als Nederland en België blijven achter. Dat ligt niet aan de aanbieders. De markt is er klaar voor. Tijdens een symposium in Vlaanderen, in de lente van 2015, over de drempels voor ESCo’s werd de conclusie getrokken dat er drie redenen zijn waarom ESCo’s niet goed van de grond komen. Zo bestaat er wantrouwen jegens de nieuwe manier van werken, is er gebrek aan kennis en de complexiteit van de contracten zorgt voor een drempel om met ESCo’s te beginnen. Mogelijk

52

februari 2016 | duurzaam gebouwd

gelden deze conclusies uit België ook voor Nederland. Daarnaast wordt gewezen op de kwaliteit van het vastgoedmanagement (onderzoek van VNG/RHDHV, mei 2015). Als een gemeente haar portefeuille niet op orde heeft, is het energieverbruik niet bekend en kan ook de besparing niet worden uitgerekend.

Gunstige financieringsvoorwaarden De gemeente Utrecht kwam in 2013 na onderzoek tot de conclusie dat een ESCo voor zwembaden geen meerwaarde oplevert. De potentiële besparing op de relatief nieuwe zwembaden was niet hoog genoeg. Ook voor andere projecten in Utrecht bleken ESCo’s niet interessant. Volgens manager portefeuillemanagement Frits Velthuijs van de Utrechtse Vastgoed Organisatie komt dit met name vanwege de financiering door een marktpartij. Financiering is voor gemeenten vaak niet het probleem. Zij kunnen tegen gunstige condities lenen. “Een ESCo is een marktpartij die verdient aan de geleverde producten en risico’s moet afdekken. Dat is kostenverhogend. Daarmee is het veelal duurder als die de financiering overneemt van de gemeente.” Ook het openbreken van contracten kost geld. Als je het pand gedurende de contractperiode wilt afstoten of de functie wilt wijzigen kan dat alleen tegen hoge kosten. “Een ESCo is alleen zinvol voor organisaties die hun pand nog jarenlang op dezelfde manier willen blijven gebruiken en moeite hebben met de financiering van energiebesparende maatregelen”, legt Velthuijs uit. “Dan denk ik bijvoorbeeld aan scholen.”

Geen rocket science Ook Almere heeft de mogelijkheden van een ESCo voor sporthallen en zwembaden onderzocht en het uiteindelijk niet via een ESCo opgepakt. “De kosten van de externe adviseurs voor het vervolgtraject (aanbesteding, contractvorming) waren hoog”, laat projectmanager Anko


Algemeen

Kuyt bij de gemeente Almere weten. “Daarnaast hadden wij bedenkingen bij de contractduur van vijftien jaar vanwege eerdere ervaringen met langdurige contracten. Het maatregelenpakket voor de energiebesparing bevatte verder geen rocket science, dus het risico op het niet behalen van de besparingsdoelstellingen is niet zo groot.” Voor de financiering heeft Almere een oriënterend bezoek gebracht aan Groningen, waar men een ‘interne ESCo’ heeft opgestart. Kuyt: “Naar aanleiding van dit bezoek hebben ook wij besloten de maatregelen op deze manier op te nemen in de programmabegroting. Ik vind wel dat het gebruikersgedrag en de energiemonitoring beter te beïnvloeden is, als er sprake is van een prestatiecontract met een externe partij. Wij hebben als gemeente geen capaciteit om dat op afstand te monitoren.”

‘De gemeente Zwolle heeft de ambitie om met een publieke ESCo een grootschalige verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed te faciliteren’ In Overijssel wordt samen met de provincie, het Energiefonds Overijssel en de gemeenten Almelo, Deventer, Hengelo, Olst-Wijhe en Zwolle gekeken naar de mogelijkheid van een ‘publieke ESCo’. Arjan Ekelenkamp, strategisch adviseur vastgoed bij de gemeente Zwolle: “De ambitie is om met een publieke ESCo een grootschalige verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed te faciliteren. Het gaat om een innovatief concept, waarin publieke partijen op regionale schaal willen samenwerken in een ESCo. Het onderzoek start na de zomer.”

Ruime begripsopvatting Het begrip ESCo lijkt ondertussen een eigen leven te gaan leiden. Teamcoördinator Leendert Odijk van de afdeling maatschappelijk vastgoed bij de gemeente ‘s-Hertogenbosch herkent die spraakverwarring. “Een ESCo is geen verkeerd instrument, maar je moet wel weten waarover je het hebt en wanneer je het inzet.” Op de vraag ‘Hebben jullie ervaring met ESCo’s?’ bestaat volgens hem geen eenvoudig antwoord. “Terminologieën worden door elkaar gehaald. Mensen hebben het over een ESCo, maar bedoelen een prestatiecontract. Partijen duiken in de definitie van ESCo, vinden het te complex, ontdekken dat het eigenlijk niet om een ESCo gaat en haken dan af.” Odijk spreekt liever over prestatiecontracten. “Daarmee wordt de discussie helder over wat men werkelijk wil.

Leendert Odijk: “Een ESCo is geen verkeerd instrument, maar je moet wel weten waarover je het hebt en wanneer je het inzet.”

Omdat gemeenten zelf willen en kunnen investeren, is het voor hen interessanter om te werken met prestatiecontracten. Je vraagt de markt welke kwaliteit leverbaar is voor het beschikbare budget. Hoe meer kwaliteit, hoe beter. Dat laten we toetsen door een onafhankelijk bureau. Daarmee bereiken we dat marktpartijen het probleem op een hele creatieve manier benaderen en met oplossingen komen waar wij niet aan hadden gedacht. Als gemeente ben je dan financier en creëer je een interne ESCo.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

53



Algemeen

Maatwerk en flexibiliteit Erwin van Proosdij, hoofd van het vastgoedbedrijf van Enschede, ziet weinig kansen voor ESCo’s in gemeenteland. De doorsnee vastgoedportefeuille is zeer divers van aard. Dat is een complicerende factor bij het afsluiten van een dergelijk contract. Vaak is er een te gering besparingspotentieel. “In Enschede hebben twee bureaus dit onderzocht. Daaruit blijkt dat in onze totale portefeuille een energieverbruik omgaat van circa € 3 miljoen per jaar. Om dat met dertig procent omlaag te brengen, is een investering van circa € 25 miljoen nodig. De besparing op de energierekening (circa € 1 miljoen) staat daarmee in geen verhouding.” Enschede kiest voor de invoering van prestatiecontracten ten aanzien van het onderhoud. Daarin wordt onder anderen vastgelegd, dat de opdrachtnemer jaarlijks een

‘We zoeken liever samen met partijen naar oplossingen die vooruit helpen’ voorstel doet dat leidt tot drie procent energiebesparing. Door rendabele investeringen, sturen op gedrag, beter inregelen van installaties of een combinatie van die maatregelen. “De overeenkomst met ESCo’s is dat we de markt om oplossingen vragen en lange termijn overeenkomsten aangaan. We vragen de markt niet om haar risico’s aan de voorkant af te prijzen, wat vaak leidt tot complexe contracten. In tegenstelling tot ESCo’s houden we, samen met onze huurder, de regie in eigen hand. Onze prestatiecontracten zijn geen belemmering om panden gedurende de looptijd van het contract af te stoten, dus ook op dit punt behouden we onze flexibiliteit.”

Flexibel in gebouwgebruik Onder de paraplu van Bouwstenen voor Sociaal, een platform voor maatschappelijk vastgoed, heeft een groep vastgoedprofessionals de voors en tegens van ESCo’s op een rij gezet. “Men is positief over de focus op energieprestaties en de aandacht voor energiemanagement”, vertelt Bouwstenen-directeur Ingrid de Moel. “Een gemeente kan dit ook zelf oppakken, maar het moet dan natuurlijk nog wel gebeuren. Daar is vaak nog winst te behalen. Als nadelen worden genoemd dat het afdekken van risico’s altijd geld kost en gemeenten zelf goedkoper dan de markt aan geld kunnen komen. Al zullen er ook gemeenten zijn, waar dit niet zo eenvoudig is.” Volgens haar willen gemeenten flexibel kunnen zijn in

Erwin van Proosdij: “Omdat gemeenten zelf willen en kunnen investeren, is het voor hen interessanter om te werken met prestatiecontracten.”

het gebruik van de gebouwen. “Hiervoor bieden de contracten onvoldoende ruimte. Daarbij overwegen veel gemeenten vastgoed te verkopen en willen dan geen nieuwe contracten op het pand. Ik denk niet dat het helpt om nog een keer aan gemeenten uit te leggen wat een ESCo is en te stellen dat ze het misschien niet begrijpen of te wantrouwend zijn. We zoeken liever samen met partijen naar oplossingen die vooruit helpen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

55


Startups veranderen het spel (en verdelen de knikkers)

Nieuwe toetreders veroveren energiemarkt Ze noemen zichzelf startup, incubator, gamechanger of disruptor en hebben hippe bedrijfsnamen als Quby, Nerdalize of Peeeks. Ze doen het anders dan we gewend zijn. Door tegen de stroom in te roeien, veranderen ze de regels van het spel. Wie zijn zij? En hoe zetten ze in op duurzame energie? Tekst: Ton Verheijen

“Waarom is er nog steeds geen massaconversie van zonnepanelen? Omdat de particuliere consument aanhikt tegen de investering van € 5.000 en als een berg opziet tegen al het gedoe rond het installeren van zonnepanelen. Solease ontzorgt klanten volledig. Wij nemen alle drempels weg. We investeren, installeren, monitoren, repareren en verzekeren. En we zijn hartstikke flexibel met onze verhuisservice, overnameservice en teruggeefservice. Alle risico’s liggen bij ons. We hebben er dan ook geen enkel belang bij om goedkope rotzooi op het dak te leggen. Dat zou ons geld kosten.” CEO en oprichter Pierre Vermeulen van Solease wil de markt opengooien en heeft een offer hard to refuse. Solease zorgt dat particuliere consumenten geen investering hoeven te doen, jaarlijks gemiddeld € 120 voor energie betalen en twee ton CO2 besparen met gemiddeld veertien pv-panelen van eigen dak. Het enige wat de consument moet doen, is de maandelijkse factuur betalen. Volgens Vermeulen gaat Solease, een incubator van de Universiteit Utrecht, niet alleen de energiemarkt op z’n kop zetten (“duurzaam en decentraal”), maar ook de markt voor zonnepanelen die hij beschrijft als buitengewoon ondoorzichtig. “De markt bestaat uit 1.500 onbekende merken en partijen in Nederland: heel veel goede, maar ook heel veel slechte. Daar weet de consument de weg niet. En door Solease hoeft dat ook niet meer.”

‘We hebben er geen enkel belang bij om goedkope rotzooi op daken te leggen’

Energieke jonge honden

Solease, Peeeks, Archimedes, Sustainer Homes, Quby en In Charge. Zo beweert de Delftse startup Peeeks tien tot veertien procent besparing op energiekosten te realiseren voor organisaties, die flexibel zijn in het moment waarop ze stroom afnemen, zoals bedrijven met koelinstallaties, airconditioners, pompsystemen, WKOinstallaties en verwarmingselementen. Denk hierbij aan sportaccommodaties, waterschappen, fabrieken of laboratoria. Door de aard van hun primaire proces kunnen zij vaak best een uurtje wachten met het inkopen van stroom, waarvan de prijs van kwartier tot kwartier varieert. Maar in de praktijk zitten zij meestal vast aan een ‘normaal energiecontract’, met een vlakke prijs per kilowattuur (die natuurlijk altijd hoger is dan de gemiddelde prijs). Met Peeeks kunnen zij voortaan optimaal gebruikmaken van de fluctuerende energieprijzen.

In alle branches en sectoren buitelen ze over elkaar heen, de look-a-likes van Airbnb, Uber, Booking.com en Tinder. Of ze succesvol worden is de vraag. Maar dat ze de regels van het spel veranderen, staat als een paal boven water. Ook de energiesector krijgt een verfrissende golf van eigengereide vernieuwers over zich heen: energieke jonge honden die vastberaden zijn om de gevestigde orde van de troon te stoten. Een kleine greep: Nerdalize, Vandebron,

Is Peeeks een gamechanger? “Zeker wel!”, vindt medeoprichter David Beijer. “De energiemarkt is van oudsher conservatief, met enkele grote spelers. Met de komst van zonne- en windenergie zijn er veel kleine leveranciers op de markt bijgekomen. Daardoor is het aanbod van energie grilliger en onvoorspelbaarder geworden en fluctueert de prijs harder. Daarom ontstaat

56

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Achtergrond

Universiteit Utrecht is een samenwerking aangegaan met Solease. Hierdoor maakt het UMC Utrecht het huren of aanschaffen van zonnepanelen door medewerkers extra toegankelijk.

er behoefte aan een partij als Peeeks. Wij dragen bij aan de balans van het Nederlandse energienet. Zo kunnen vervuilende gas- en kolencentrales, die nu de balans nog handhaven, op den duur gesloten worden. Nederland is straks een stuk minder vervuilend.”

‘Nederland is straks een stuk minder vervuilend’

50.000 klanten in 22 maanden Daarnaast zaagt Vandebron flink aan de poten van de traditionele energiebedrijven. Neem nou Vandebron. Dit bedrijf heeft in de eerste 22 maanden van zijn bestaan al 50.000 particuliere huishoudens als nieuwe klant binnengehaald. “We groeien heel hard”, ziet ook commercieel directeur Aart van Veller. “Dat komt omdat we de tussenschakels in de keten eruit hebben gehaald. Onze klanten kopen energie rechtstreeks van de leveranciers van windenergie, zonne-energie en bio-energie. Denk aan boeren, particulieren met grote daken of coöperaties.

Voor hun duurzame energie betalen onze klanten zo’n vijf procent minder. En de marktprijs die Vandebron betaalt aan de producenten, ligt juist zo’n tien procent hoger.” Vandebron wil de overgang naar honderd procent duurzaam “radicaal versnellen”. “Alleen al door ons bestaan gaat de marktprijs van duurzame energie uit Nederland omhoog”, zegt Van Veller. “Producenten bedingen een hogere prijs, omdat ze die ook bij ons krijgen. En de consument krijgt de macht om zelf te bepalen aan wie hij zijn energierekening gunt.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

57


Waterdichtingsoplossingen

brandveilig volgens

BROOF (t1)

ting premiu ufm waterdichti referentie refere membraaan hoogtechnologisch

technische goedkeuring

1557

sopralene optima

soepel bij lage temperatuur

-30°C levensduurverwachting verwachting

> 400 jaar

Dé beste hoogwaardige SBS waterdichtingsmembranen

• • • •

SOPRALENE OPTIMA SOPRALENE OPTIMA Venti: dampdrukverdelend SOPRALENE OPTIMA Garden: wortelwerend SOPRALENE OPTIMA Ultra White D-TOX: luchtzuiverend, maximale reflectie & zelfreinigend

PREMIUM QUALITY M

AD

E IN BELGIU

Scan met de Ubleam app, beschikbaar op:

Troelstra & de Vries BV | Geeuwkade 21 | Postbus 2, 8650 AA, IJLST, Holland t +31 (0)515 53 30 00 | f +31 (0)515 53 31 11 | e info@troelstra-devries.nl | www.troelstra-devries.nl

M


Achtergrond

‘Volgens ons kan een duurzame economie pas ontstaan, als deze producten niet meer verkocht maar verhuurd worden’

Verhuren in plaats van verkopen

Klanten van Vandebron kopen energie rechtstreeks van leveranciers, zoals van deze boer in de Flevopolder.

De transitie is niet meer te stoppen, denkt hij. Immers: energiebedrijven bouwen kolencentrales bij, terwijl ze zich met groene energie profileren. Dat verhaal is niet meer uit te leggen. Van Veller heeft dan ook meer ontzag voor de nakende concurrentie van Tesla, Nest of Amazon dan voor Nuon, Essent of Eneco. Zo is de Tesla Powerwall een accu voor aan de muur, die groene stroom levert aan huishoudens met zonnepanelen op het dak. “Alle partijen komen met nieuwe producten. Maar de nieuwe toetreders zijn veel beter ingespeeld op de tijdgeest. Mijn advies aan traditionele energiebedrijven? Stop met het verdienen aan de verkoop van kilowattuur. Als iedereen zijn eigen energie opwekt, heb je ineens geen verdienmodel meer.”

‘Stop met het verdienen aan de verkoop van kilowatturen. Als iedereen zijn eigen energie opwekt, heb je geen verdienmodel meer’

Terug naar Solease. Op zijn website staat: ‘De gemiddelde prijs van zonnepanelen op uw dak is een bedrag met drie nullen. Waarom uw geld in één keer uitgeven, als u voor een klein bedrag per maand al zorgeloos, onderhoudsvrij en met garantie uw eigen groene stroom kunt opwekken? Door zonnepanelen te huren, hebt u prijszekerheid. Alle bijkomende kosten zijn voor ons.’ Vermeulen onderbouwt deze reclameteksten met cijfers: “De huurprijs is € 50 per maand, terwijl de gemiddelde stroomrekening € 60 per maand bedraagt. Onze klanten weten dus precies waar ze aan beginnen. Ze willen duurzame energie van eigen dak, maar hebben geen enkele belangstelling voor pv-panelen in eigen bezit. Dát is de toekomst. Volgens ons kan een duurzame economie pas ontstaan, als deze producten niet meer verkocht maar verhuurd worden.” Het verhaal van Solease staat als een huis. Nu de klanten nog. Vermeulen: “We hebben nu 150 klanten. Die zijn voorgoed van de elektriciteitsmarkt af, want pv-panelen gaan gemiddeld dertig jaar mee. Geloof maar niet dat zij tegen die tijd weer aankloppen bij hun traditionele aanbieder.” 150 klanten die maandelijks € 50 betalen is echter pas een begin. Tot nu toe hebben we alleen maar geld geïnvesteerd. We hebben € 4 miljoen projectsubsidie opgehaald bij Energiefonds Overijssel, Energiefonds Utrecht en Energiefonds Limburg. Om winstgevend te worden, hebben we jaarlijks duizenden nieuwe klanten nodig. Aan ons aanbod zal het niet liggen. We kunnen extreem goedkoop leveren, hebben geen eigen kapitaalgoederen, werken volledig in de cloud met een klein team en sturen aan op afstand.” Ook Peeeks gelooft heilig in de kracht van vernieuwing. Het bedrijf is met tal van partijen in gesprek en heeft net de eerste klant binnen: schaatsbaan De Uithof. David Beijer: “Zijn vriesinstallatie zetten we in op de onbalansmarkt. Wij kopen hun energie in op het moment dat de prijs laag is, bijvoorbeeld als er veel wind- of zonne-energie beschikbaar is. En als er net een wolk boven Nederland hangt en de energieprijs stijgt, gaat hun vriesinstallatie even uit. Zo creëren wij voor onze klanten een compleet nieuwe businesscase.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

59


Ondersteuning in veranderend energielandschap Het leek een klein bericht, enkele maanden geleden: Unica neemt Hellemans Consultancy over. Maar voor Unica was het wel degelijk een strategische keuze. De overname geeft de technisch dienstverlener namelijk ondersteuning in het veranderende energielandschap. “Ons specialisme blijft de gebouwde omgeving, maar die wordt steeds complexer. Daarom zoeken we partners in specialistische bedrijven als Hellemans.” Tekst: Tim van Dorsten

In juni 2014 was John Quist net CEO van Unica toen hij samen met zijn voorganger Daan van Vliet naar Den Dolder reed om Hellemans Consultancy-directeur Arjen Leenhouts te ontmoeten. “Na die afspraak wist ik meteen: we moeten samen iets gaan doen. Dit is een bedrijf met veel kennis en juist daar zoeken we naar.” Dat was ook Leenhouts’ idee. “Ik zocht al een tijdje naar een samenwerkingsverband met een bedrijf in de installatiesector”, vertelt hij. “Het voorstel van Unica sprak me het meest aan. Hun specialisme ligt in de gebouwde omgeving, die van ons erbuiten. Wij zoeken continu voor onze klanten uit wanneer en bij wie ze het best energie kunnen inkopen.”

Unica Het installatiebedrijf Unica bestaat sinds 1933 en is sinds 1980 uitgegroeid tot de grootste zelfstandige technische dienstverlener van Nederland. Unica beschikt over veertien vestigingen door heel Nederland en tien gespecialiseerde bedrijven. Hellemans Consultancy is een van die bedrijven. Ondanks die groei naar inmiddels zo’n 1.850 medewerkers heeft het bedrijf zijn familiaire charme – want het is eigendom van de familie Van Vliet – behouden.

Profiteren van prijsschommelingen Hoewel Unica op den duur Hellemans Consultancy volledig overneemt, blijft deze onderneming uit Den Dolder wel opereren onder eigen naam. “Dat was ook onze voorwaarde”, laat Leenhouts weten. “In ons dagelijks werk verandert vrijwel niets.” Dat werk bestaat onder meer uit energiemanagement en het inkopen van energie op basis van Europese aanbestedingen, risicoanalyse en -strategie en contractmanagement. “Zo fluctueert de prijs van aardgas enorm door allerlei marktontwikkelingen, zoals de neergeschoten MH17 in juli 2014, een schrikreactie vanwege de eerste tekenen van winter in november 2014 en de olieontwikkelingen in de paar maanden. Hoe hoog of laag een prijs is, maakt me niet uit. Het gaat mij om die fluctuering. Drie medewerkers houden het nieuws daarom constant in de gaten.”

60

februari 2016 | duurzaam gebouwd

‘Steeds meer klanten willen investeren in duurzame energie’ Die prijsschommelingen gelden overigens niet alleen voor aardgas en elektriciteit, maar ook voor aardolie, steenkool en CO2-certificaten. “Hoe meer opties klanten hebben, hoe belangrijker het voor hen is om hier op een intelligente manier mee om te gaan. We krijgen dan ook steeds meer vragen van onze klanten over de energiecertificaten met betrekking tot de handel en opwekking van duurzame


Interview

John Quist (links) van Unica en Arjen Leenhouts van Hellemans Consultancy.

energie”, vertelt Leenhouts. “We hebben de laatste jaren gemerkt dat het energielandschap behoorlijk veranderd is.” Hellemans stelt bij de inkoop kritische vragen aan zijn klanten. “Wil je zo goedkoop mogelijk, wil je écht bijdragen aan een betere maatschappij en hoe afhankelijk wil je zijn met je energieopwekking? Het gaat hierbij om de mix en om de energieopwekking op lange termijn.”

Investeren in duurzame energie Beide heren merken dat steeds meer bedrijven aan die betere maatschappij willen bijdragen. “De geesten zijn er rijp voor”, denkt Quist. “Dat bleek ook tijdens de Klimaattop in Parijs, eind vorig jaar. Met het getekende klimaatverdrag gaven alle landen aan dat het belangrijk is om de uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen terug te dringen. En mede door de betere economie horen we van steeds meer klanten dat ze willen investeren in duurzame energie.” Voor Unica begint het echter eerder in het proces. “Met onze installaties zorgen we voor energiebesparing bij klanten. Hoe meer energie ze besparen, hoe minder ze hoeven te gebruiken.”

Smart buildings Vorig jaar nam Unica ook een deel van het failliete Imtech Building Services over. Waar díe acquisitie volgens Quist

‘De gebouwde omgeving wordt steeds complexer’ toevallig op Unica’s pad kwam en daarbij de autonome groei een boost gaf, zat achter de overname van Hellemans Consultancy een meer strategische gedachte. “Hierbij blijft de gebouwde omgeving ons specialisme”, verklaart hij. “Die omgeving wordt echter steeds complexer, want in gebouwen speelt intelligentie een steeds belangrijkere rol in de vorm van smart buildings. In mijn ogen staat de driehoek van ICT, elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties centraal. Hierbij stijgt de invloed van big data.” Zo introduceerde Unica anderhalf jaar geleden SmartLed. “Deze innovatie werkt op basis van data: het weet welke ruimten bezet zijn en waar dus verlichting, koeling en verwarming aan moet. Maar hierbij blijft het niet, want schoonmakers en beveiligers weten zo ook exact welke ruimte zijn gebruikt en waar ze dus wel en niet hoeven te zijn. We praten nu met een onderwijsinstelling om deze noviteit aan het lesrooster te koppelen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

61



Interview

Ten tijde van de ondertekening, waardoor Unica Hellemans Consultancy overneemt. Van links naar rechts, boven: Jürgen van den Elshout, Paul Eijkman en Arjen Leenhouts van Hellemans Consultancy. Onder: Bert Moser en John Quist van Unica.

Hellemans Consultancy Het onafhankelijke adviesbureau in energiedienstverlening Hellemans Consultancy bestaat achttien jaar en heeft vestigingen in Nederland, België en Duitsland. De organisatie in Nederland bestaat uit 32 medewerkers. Hellemans koopt jaarlijks zo’n 5 miljard kWh elektriciteit en 1,5 miljard m3 aardgas in: ongeveer twaalf procent van de markt. Onder zijn klanten zijn de zware industrie, 200 gemeenten, zestig procent van de Nederlandse zorgsector en consumentencollectieven.

Ook Hellemans Consultancy kan big data goed gebruiken, laat Leenhouts weten. “We kunnen het inzetten om exact te weten wanneer we het best bijvoorbeeld duurzame

stroom in kunnen kopen. Zo vullen we elkaar aan. Ik wil echter wel onafhankelijk blijven en dus niet gebonden zijn aan één energieleverancier. Unica ziet hiervan de waarde in.”

Synergie Unica’s overnamebeleid is erop gericht het kwaliteitsmerk ‘Unica’ te versterken, laat Quist weten. “We wisten dat Hellemans overlap heeft met onze Ecopower-tak. Sinds de overname maken Arjen en Jan-Maarten Elias (directeur Unica Ecopower en Duurzaam Gebouwd-expert, red.) hier goed gebruik van door elkaar dankzij synergie sterker te maken.” Dit geldt overigens ook voor het klantenbestand van beide bedrijven. Al snel volgde een uitwisseling hiervan plaats. “Veel bedrijven vonden deze overname een logische stap en zagen hierin voor zichzelf ook mooie mogelijkheden”, vertelt Quist. “Dat dit zo snel gebeurt, is echt bijzonder.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

63


Aandacht voor duurzame initiatieven in Groene Top Trein Van 30 november tot en met 12 december vond in Parijs de klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. In aanloop daarnaartoe reed op vrijdag 27 november de Groene Top Trein door Nederland: van Haarlem via ’s-Hertogenbosch en Zwolle naar Utrecht. Tekst: Tim van Dorsten

De Groene Top Trein was een initiatief van WakaWakaoprichter Maurits Groen en reed in opdracht van De Nederlandse Klimaatcoalitie, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de NS. Deze trein zorgde voor een landelijk podium voor organisaties, bedrijven en scholen met goede oplossingen om de uitstoot van broeikasgassen omlaag te brengen. Dit konden projecten, gerealiseerde initiatieven of concrete plannen voor de toekomst zijn.

Duurzame doeners opleiden De trein bestond over vier wagons met ieder zijn eigen thema: Energie, Kringloop, Vervoer en Innovatie. Tapijtfabrikant Interface was sponsor van de wagon ‘Innovatie’. Head of Sustainable Development Geanne van Arkel was vooral blij met de diversiteit op dit gebied. “Bij innovaties denk je vooral aan het onderwijs, maar ook aan innovatieve producten van startups. Zo heeft SpeedComfort een radioventilator ontwikkeld, die ervoor zorgt dat de warmte zich beter door de lucht verspreidt. Dit scheelt energie. Ook de wetenschap was vertegenwoordigd in de personen van onder anderen Antoine Heideveld van Het Groene Brein en Jan Jonker van de Radboud Universiteit, want ook daar vindt vernieuwing plaats. Voorzitter Josefine Rook van Studenten van Morgen benadrukte dat het tijd wordt om duurzame doeners op te leiden.” In alle wagons konden de aanwezigen uitgebreid netwerken. De balkons waren ingericht als zogeheten speakerscorner. Tim van Lohuizen van Team Fast vertelde over hun innovatie: een auto die rijdt op mierenzuur. “Erg bijzonder”, vond Van Arkel. “Wat me vooral opviel bij de presentaties is innovatie op procesniveau. Cross-sectoraal samenwerken zorgt voor de beste resultaten. In het verlengde hiervan heb ik gesproken over holistisch design en biomimicry: kijk niet alleen naar één enkel product of oplossing, maar naar de volledige context. Net zoals in een ecosysteem gebeurt.”

64

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Akkoord van Parijs In het klimaatakkoord zijn de volgende afspraken opgenomen: • Een bovengrens van 2 graden opwarming ten opzichte van het pre-industriële tijdperk is in een juridisch instrument vastgelegd. Het streven is om de opwarming te beperken tot 1,5 graden. • De partijen doen zo snel mogelijk hun best de uitstoot van broeikasgassen en schadelijke stoffen te verminderen in combinatie met de beschikbare techniek van dat moment. • Er is extra inzet nodig om negatieve gevolgen van klimaatverandering aan te pakken en de hoeveelheid broeikasgassen terug te brengen, zonder dat dit de voedselproductie in gevaar brengt. • Alle partijen moeten financieel bijdragen aan het verlagen van de hoeveelheid broeikasgassen en onderzoek doen naar klimaatbestendige ontwikkelingen. • Het akkoord betreft de periode na 2020 en treedt in werking na ratificatie door 55 landen, die gezamenlijk meer dan 55 procent van de broeigassen uitstoten. Het staat open ter ondertekening vanaf april 2016 in New York.

Hogere prijs CO2 In onder meer de wagon ‘Energie’ sprak Marjolein Demmers van de Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) en Royal HaskoningDHV over het afgeronde onderzoek ‘Rijk zonder CO2: naar een duurzame energievoorziening in 2050’. “We hebben dit advies uitgebracht op verzoek van minister Henk Kamp van Economische Zaken. Een van de conclusies is dat het CO2–doel van 80 tot 92 procent reductie hard moet worden gemaakt. De prijs van CO2 omhoog moet en dat het Rijk hierin voor meer sturing moet zorgen. Daarnaast is het belangrijk om dit kabinetoverstijgend te organiseren. De warmtevraag in de gebouwde omgeving kan en moet snel op een andere manier worden ingevuld.” Ze vond de belangstelling leuk. “In zo’n trein kun je


Algemeen

De Groene Top Trein reed door Nederland en bood een landelijk podium voor organisaties, bedrijven en scholen met goede oplossingen om de uitstoot van broeikasgassen omlaag te brengen.

natuurlijk geen diepgaande discussies voeren, maar ik was blij dat ik het advies kon delen.”

Lokale initiatieven Op de tussenhaltes belichtte dagvoorzitter Harm Edens de diverse lokale initiatieven en kregen kleine ondernemingen de gelegenheid hun initiatief te presenteren. Zo liet de Haagse wethouder Joris Wijsmuller weten bezig te zijn met het verwarmen van huizen in Den Haag, Delft en Rotterdam door de restwarmte uit het Rotterdamse havengebied. “Gezamenlijk gaan deze leidingen de Warmterotonde vormen.” In ’s-Hertogenbosch vertelde Roel Woudstra over Buurkracht. “Onze core business is om buurten te ondersteunen gezamenlijk energie te besparen. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan het realiseren van spouwmuuren vloerisolatie en het plaatsen van zonnepanelen. We hebben zo’n honderd buurten ondersteund, verdeeld over zo’n zestig gemeenten.”

Naar Parijs Alle initiatieven rond de Groene Top Trein zijn gebundeld en een dag later aangeboden aan de Nederlandse delegatie, die naar Parijs ging. En met Van Arkel en Demmers. “We zaten daar samen met de volledige Nederlandse delegatie, onder wie staatssecretaris Sharon Dijksma van Infrastructuur en Milieu en D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven”, kijkt Van Arkel terug. “Tijdens de verschillende workshops konden de reisgenoten elkaar leren kennen.”

In Parijs had de Nederlandse ambassade voor diverse presentaties gezorgd. “Fotograaf Kadir van Lohuizen liet bijvoorbeeld beelden zien van plaatsen die over tien of twintig jaar onder water komen te staan, als we op deze manier door blijven gaan. En dit gebeurt niet alleen in landen als Bangladesh, maar ook in een miljoenenstad als Miami. Dat maakte veel indruk op alle aanwezigen”, zegt Van Arkel.

Klimaatakkoord Na twee weken vergaderen en overleggen werd de eindtekst voor het klimaatakkoord gepresenteerd als ‘Het akkoord van Parijs’. Uiteindelijk vindt Van Arkel dat het klimaatakkoord van Parijs ambitieuzer kan. “Daarom lobbyen we bij de Europese Unie, om vast te leggen dat het bedrijfsleven duurzamer moet produceren. En het kan ook: in onze bestaande fabriek Scherpenzeel opereren we nu al met 98 procent minder CO2-uitstoot dan in 1996. We moeten het gewoon doen.” Demmers vierde een feestje vanwege de resultaten uit Parijs. “Het is ongelooflijk complex om een akkoord te bereiken tussen 195 landen, dat tot actie leidt”, vertelde ze. “Misschien is het nog niet genoeg, maar we gaan wel allemaal aan de slag. Verder aanscherpen wordt de volgende opgave, op basis van de eerste, verplichte monitoring. Veel landen zijn nog bezig met hun eigen welvaartsontwikkeling. Afspraken maken die toch over de hele linie commitment voor CO2-reductie opleveren, is een belangrijke stap.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

65


Wubbo Ockels: boegbeeld van De Groene Grachten

1,5 miljoen Nederlandse oude gebouwen verduurzamen In 2013 bestonden de Amsterdamse grachten 400 jaar. Voor wijlen astronaut Wubbo Ockels reden om samen met Suze Gehem en Jelle Rademaker de stichting De Groene Grachten op te richten. “Hij keek liever vooruit en wilde deze monumentale panden verduurzamen. ‘Als het hier kan, kan het overal’, vond hij.” Tekst: Tim van Dorsten

In maart 2016 verhuist het team van De Groene Grachten uit een voormalige houtzagerij in Amsterdam-West naar het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). “Voor die zagerij hebben we een plan van aanpak gemaakt om het te verduurzamen”, vertelt Gehem. “Dit gaan we ook doen voor KIT, onder meer met de co-workingspace Global Grounds (zie kader).”

Zonnepanelen plaatsen zonder vergunning Samen met medeoprichter Rademaker voelt de Duurzame Bouwvrouw 2015 zich als een vis in het water bij De Groene Grachten. Voor beiden geldt dit als eerste baan. “Wubbo werkte graag met jonge mensen”, kijkt Gehem terug naar het begin. “Hij is de eerste die me nóg meer in mijn ambities stimuleerde.” Rademaker beaamt dit. “Wubbo’s vrouw Joos Ockels moest hem zelfs regelmatig in toom houden als hij zich weer eens door zijn enthousiasme liet meeslepen.” Zo had hij op eigen houtje onder meer zonnepanelen geplaatst op zijn huis aan de Amsterdamse Keizersgracht. “Zonder vergunning. Hij liet geen enkele gelegenheid onbenut om dit uitgebreid te belichten.” Toen ze voor het eerst met Ockels spraken, raakten

Suze Gehem en Jelle Rademaker Afgelopen september ontving Gehem uit handen van Bouwend Nederland-voorzitter Maxime Verhagen de prijs van Duurzame Bouwvrouw 2015. Hiermee volgde ze Kuub-directeur Ellen van Acht op. Rademaker was afgelopen oktober finalist bij de verkiezing Energieprofessional van het Jaar 2015 en is lid van de Young Club of Rome.

66

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Medeoprichters Suze Gehem (links) en Jelle Rademaker: “Graag nodigen we andere bedrijven uit om ons mee te helpen.”

ze allebei direct enthousiast. “Toen hij over zijn ideeën sprak, stak hij ons direct aan met zijn bevlogenheid, zijn vastberadenheid en zijn enthousiasme”, weet Gehem. “En niet alleen ons. Al snel hadden we meer dan tien bedrijven en instellingen die ons ondersteunden om zes grachtenpanden achter theater Carré te verduurzamen.” Het ging hierbij om onder meer Stadsherstel Amsterdam, Search, Philips, Deerns, RoyalHaskoningDHV en Liander, maar ook de Rijksoverheid, de gemeente Amsterdam en Waternet haakten aan. “Zij hebben de start van deze stichting mogelijk gemaakt”, vertelt Rademaker. “In de vorm van haalbaarheidsstudies, manuren en het beschikbaar stellen van technologieën.”


Interview

Global Grounds@KIT Sinds eind augustus 2015 beschikt KIT over de co-workingspace Global Grounds@KIT. Alle leden zijn internationaal actief op thema’s als duurzame economische ontwikkeling, mensenrechten of gezondheid. In opdracht van KIT gaven De Groene Grachten en adviesbureau Draaijer+partners met de co-workingspace een vernieuwende invulling aan een iconisch monument in Amsterdam.

Ambassadeurs Anderhalf jaar heeft De Groene Grachten aan die grachtenpanden gewerkt. Al haar bevindingen heeft de stichting samengevat en toegepast in De Groene Menukaart. “Hiermee willen we bewoners en eigenaren van monumenten helpen om zelf aan de slag te gaan”, verklaart Gehem. “Zo bieden we ze de mogelijkheid om in stappen hun monumentale pand te verduurzamen.” Een paar maanden na de lancering van deze menukaart overleed Ockels. “WakaWaka-oprichter Maurits Groen vond het een eer om Wubbo als stichtingsvoorzitter te mogen opvolgen en ons te begeleiden in het uitbouwen van De Groene Grachten. Eerder sloten al ambassadeurs aan, die wilden helpen: Search-oprichter Anne-Marie Rakhorst, Urgenda-directeur Marjan Minnesma, oud-

minister Jacqueline Cramer en voormalig Greenpeacetopman Paul Gilding. We hebben nog nooit een baas gehad, dus iedere vorm van ondersteuning is prettig. Maar Wubbo is en blijft ons boegbeeld.”

Landelijke menukaart Inmiddels beperken ze zich niet meer alleen tot Amsterdamse grachtenpanden, maar richten ze zich op historische panden in onder meer Utrecht, Delft en Bergen op Zoom. “We werken samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten om de menukaart landelijk te maken. Deze vereniging zorgt ervoor dat koplopers als Amsterdam, Maastricht, Wassenaar, Voorschoten, Bergen op Zoom, Den Haag en Leiden een eigen onlinestadspagina krijgen. Daarnaast werken we als pilotproject vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de verduurzaming van de Grote Kerk in Den Haag, dat geldt als een evenementenlocatie. Hierbij zijn temperatuur en flexibel gebruik de uitdagingen.” In 2015 heeft de stichting aan meer dan dertig projecten gewerkt. Volgens Gehem en Rademaker staan ze pas aan het begin. “In Nederland staan 1,5 miljoen vooroorlogse gebouwen”, weet laatstgenoemde. “Daarnaast hoort ook Curaçao bij ons land en op dit eiland staan ook

duurzaam gebouwd | februari 2016

67


Isolatie, essentieel voor onze wereld.

ROCKWOOL steenwol. ®

Dé natuurlijke en duurzame isolatie.

®


Interview

Het team van De Groene Grachten, met van links naar rechts: projectmedewerker Roy Hendriks, architect Marjolijn Bonnike, Suze Gehem, Jelle Rademaker, projectmedewerker Maura Henkes en architect Ilse van den Berg.

‘Wubbo stak ons aan met zijn bevlogenheid, zijn vastberadenheid en zijn enthousiasme’ monumenten. En wat te denken van andere landen? Ook de buitenlandse media hebben ons initiatief opgepikt.” Rademaker benadrukt de samenwerking hierbij. “Al die oude gebouwen kunnen we niet alleen aanpakken: wij blijven een klein bedrijf, dat graag een vrolijke positie aan de zijlijn inneemt. We doen dit namelijk voor een maatschappelijk doel. Daarom nodigen we andere bedrijven uit om ons mee te helpen.” Hierbij geldt momenteel het Nationaal Restauratiefonds als enige officiële partner.

Frisse inzichten Jongeren en studenten blijven voor De Groene Grachten een belangrijke rol spelen. “Met hun frisse blik breken ze gesprekken open”, verklaart Rademaker. “Dat was ook bij KIT het geval. Aan het begin van de workshop waren de directeuren aan het woord, maar na verloop van tijd trokken de jongeren het initiatief naar zich toe. Hun inzichten gaven de doorslag voor een enthousiast gevolg.

Niet veel later besloot KIT om met Global Grounds een open co-workingspace te maken.” Daarom hebben ze, via een Green Deal, de Ockels Innovation Space opgericht. “Hiermee bieden we jongeren workshops en masterclasses aan.”

Zonnepanelen op Amsterdamse daken Komend voorjaar start De Groene Grachten met de Rooftop Revolution. Anderhalf jaar geleden nam de stichting met het project ‘Zon op de Zwijger’ het initiatief om zonnepanelen op het dak van Pakhuis de Zwijger te plaatsen. “Met dit project hebben we ervoor gezorgd de regels voor zonnepanelen op de Amsterdamse daken verruimd zijn”, vult Rademaker aan. “Eerst mochten ze 30% van het dakoppervlak bedekken, nu mogen ze op het volledige dak. Mits ze mat zwart zijn, zodat ze niet in de ogen schitteren.” Gehem ziet in de Amsterdamse daken een grote kans om – met groene daken – de natuur terug in de stad te brengen. “Het oppervlak aan platte daken bedraagt meer dan 2.000 voetbalvelden. We starten in Amsterdam met 10.000 m2 en we willen de komende drie jaar nog eens ruim 50.000 m2 aanleggen. Als dit een succes wordt, willen we dit initiatief vanaf eind 2016 ook in andere Nederlandse steden starten.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

69


Verbouwing Atrium valt samen met upgrade Zuidas-gebied

New Atrium gaat voor duurzame facelift Het eerste kantoorgebouw dat veertig jaar geleden aan de bekende Amsterdam Zuidas werd gebouwd, was het uit drie kantoortorens bestaande Atrium. Op dit moment wordt het Atrium fors uitgebreid en krijgen de bestaande gebouwen een broodnodige verduurzaming. Tekst: Frits van Wolveren

De zuidzijde van de Zuidas. Het Atrium staat aan de noordzijde.

70

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Project

Fotografie: Marc Dorleijn

New Atrium verschijnt aan de Amsterdamse Zuidas, een gewilde locatie bij internationale bedrijven. De voorkeurspositie is eenvoudig te verklaren, want de Zuidas is gunstig gelegen bij de luchthaven Schiphol, de A10 en het metro- en treinstation Amsterdam-Zuid. Internationale bedrijven zoals ABN-Amro, Deloitte en AKD advocaten & notarissen, Chanel, Google, Royal Bank off Scotland (RBS), McKinsey, Advocatenkantoor Stibbe zijn hier gevestigd. Ook bevindt zich hier het WTC (World Trade Center). In 1974 is het Atrium-gebouw neergezet door de NMBbank, het huidige ING. In die tijd was het een modern pand. Tegenwoordig is het gebouw in bezit van Victory Advisors, een vastgoedonderneming die het kantoorgebouw drieënhalf jaar geleden heeft gekocht. Projectontwikkelaar G&S-Vastgoed, die zich specialiseert in het verduurzamen kantoorgebouwen, werkt met Victory Advisors samen om de drie bestaande torens te upgraden. Daarnaast worden twee torens nieuw gebouwd.

Duurzaamheidsonderzoek Zuidas In 2014 is door de Green Business Club Zuidas een duurzaamheidsonderzoek uitgevoerd. Hieraan hebben eindgebruikers, beheerders en eigenaren deelgenomen. BREEAM-NL is de leidraad geweest bij dit onderzoek. Aan het onderzoek hebben 114 deelnemers meegewerkt. Ruim 52% van de gebouwen-met meer dan 700.000 m2 scoort drie sterren. Percentages worden in de richtlijn vertaald in een waardering van 0 tot 5 sterren oftewel de kwalificaties Pass, Good, Very Good, Excellent en Outstanding. Op het punt welzijn en gezondheid wordt een gemiddelde score behaald van 42% ( landelijk gemiddelde 30%) Veel kantoorgebouwen op de Zuidas beschikken over een gebouwbeheersysteem.

‘Duurzamer is makkelijker verhuren’ De gebouwen van het Atrium worden BREEAM-NL gecertificeerd, een methodiek die nieuwbouwprojecten en grootschalige renovaties op duurzaamheidsprestaties beoordeelt. “Gebouwen met een hoge gebruikskwaliteit kunnen we beter verhuren”, zegt commercieel ontwikkelmanager van G&S-vastgoed Rienk Baarsma. Ontwikkelmanager Ivo Taal van G&S Vastgoed stelt op

zijn beurt dat het transformeren van het gedateerde Atrium naar de moderne eisen bij uitstek een voorbeeld is van duurzame projectontwikkeling. “Doel is dat het gerenoveerde gebouw het duurzaamheidscertificaat Very Good krijgt en de nieuwbouw de kwalificatie Excellent.” Er worden allerlei extra voorzieningen aangebracht om aan hoge duurzaamheidskwalificaties te voldoen.

duurzaam gebouwd | februari 2016

71


Bezoek de stand van SKW Certificatie op

Building Holland Het integrale event voor de bouw en vastgoed

22 t/m 24 maart RAI Amsterdam

Investeer niet te veel, bouw met Woonkeur! WoonKeur is het certificaat dat de levensloopbestendigheid van uw gebouw waarborgt. Met Woonkeur kan de bewoner in zijn woning blijven wonen, ook bij invaliditeit en ouderdom. Hiermee wordt voorkomen dat, om reden van een beperking, de bewoner verplicht moet verhuizen.

Bestel nu de handboeken ‘WoonKeur Nieuwbouw’ en ‘WoonKeur Bestaande woningen’ om uw nieuwbouw, transformatie en zorgvastgoed levensloopbestendig te ontwerpen.

Wilt u meer weten? Kijk dan op

WoonKeur is een merk van SKW Certificatie

www.woonkeur-skw.nl

Totaaloplossingen voor platte daken Complete dakbestratingssystemen voor duurzame dakterrassen, galerijen of balkons. Elk systeem zorgt voor een stabiel oppervlak, waarbij tegels horizontaal of verticaal niet kunnen verschuiven of bewegen.

Kijk voor meer info op www.zoontjens.nl

Een droog oppervlak door een optimale waterafvoer Een hoge belastbaarheid Goede bescherming van de onderliggende laag tegen weersinvloeden Goede beluchting van het dak Ophogen en nivelleren met DNS® en DNS®Large Speciaal randzonesysteem voor opsluiting van de tegels


Project

Vergroten van capaciteit A10 en station WTC-Zuid Grondboormachines, heimachines en hijskranen bepalen zeker tot 2028 het beeld. Want de capaciteit van zowel de A10 als het station WTC-Zuid wordt fors vergroot. Twee tunnelbuizen over een 1 kilometer lengte worden aangelegd, links en rechts van het spoortracé, een project van ruim 1,4 miljard euro. Bereikbaarheid voor forenzen wordt verbeterd en de A10 verdwijnt onder de grond. Door de vermindering van de geluidsoverlast is het prettiger wonen en werken aan de Zuidas.

“Zoals energiezuinige verlichting en verwarming, een energieopwekkende lift, waterbesparing bij de sanitaire voorzieningen en een WKO-installatie”, licht Taal toe. “Daarnaast zijn er al faciliteiten gerealiseerd die moderne huurders op dit moment eisen. Zo zijn in de zomer van 2015 een kantoortuin en een vernieuwd à la carte restaurant gerealiseerd en wordt volgend jaar een zalencentrum geopend.”

Verhoogde dynamiek Bouwactiviteiten tot 2028 Partijen zoals de gemeente Amsterdam, Rijkswaterstaat en Prorail, werken op de Zuidas samen onder de naam Zuidasdok. Voorlichter Rob Hageman laat op een grote maquette zien waar er bouwactiviteiten plaatsvinden en wat er gepland staat. “Met de tunnelbouw zal in 2017 worden begonnen. Verwacht wordt dat die tot 2028 gaat duren. Meerdere bouwprojecten staan op stapel, zoals uitbreiding van het bestaande trein- en metrostation Zuid. Maar ook nieuwe kantoorgebouwen en hotels zoals het nieuwe RAI Hotel staan gepland, evenals de bouw van 2000 woningen, zodat de verhouding kantoren en woningen meer in evenwicht komt. De verbrede snelweg in de tunnelbakken leidt tot een betere bereikbaarheid en heeft ook een positief effect op de leefbaarheid. Hierdoor wordt het mogelijk meer woningbouw te plegen, omdat de geluidsoverlast afgenomen is”. Op het dak van de ‘getunnelde A10’ worden ook groenvoorzieningen aangelegd.

De ontwikkelmanager laat scoringslijsten zien van de BREEAM-systematiek en noemt punten die aandacht krijgen. Aanwezigheidsdetectie in kantoorruimten, oplaadpunten voor elektrische auto’s en waterbesparende maatregelen bijvoorbeeld. “Het leidt in hoge mate tot transparantie, want een onafhankelijke partij beoordeelt of het klopt”. De verbouwingen en nieuwbouw van het Atrium vallen samen met de verhoogde dynamiek aan de Zuidas. Zo zal de huidige parkeergarage gesloopt worden vanwege de uitbreidingsplannen aan de A10. Een nieuwe parkeergarage in een L-vorm van 35.000 m2 onder de twee nieuwe torens komt er voor in de plaats. Baarsma benadrukt dat met de keuze, het upgraden van de bestaande torens en het bouwen van twee kersverse torens, een nieuwe fase is ingetreden. “De kern van het Atrium blijft bestaan. We zorgen voor een nieuwe look en feel, blazen het gebouw nieuw leven in en verlengen de levensduur.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

73


BAM-huizen benadrukken nieuwe filosofie Duurzaam renoveren, nieuwe kantoorinrichtingsconcepten, zoals het Slimme Werken, energiebesparende maatregelen en klantspecifieke aanpak, komen allemaal samen in de nieuwe huizen van Koninklijke BAM Groep. Tekst: Gerrit Tenkink. Beeld: Hiddema Fotografie

Sinds 1 mei 2015 vormen BAM Techniek en BAM Utiliteitsbouw samen BAM Bouw en Techniek. Het was voor dit bouwbedrijf een mooie gelegenheid om ook zijn huizenconcept verder door te voeren. Inmiddels beschikt BAM over twaalf van deze huizen. John Ottens, manager planontwikkeling en werkzaam voor BAM Bouw en Techniek in de regio Noord, houdt kantoor

in een van deze BAM-huizen en was intensief betrokken bij de ontwikkeling van het concept.

Transparantie “Met deze huizen willen we de visie op het werken bij BAM nu en in de toekomst benadrukken. We streven naar een open organisatie met korte lijnen, ook richting onze

De glazen wanden aan de gangzijde benadrukken de transparantie die BAM nastreeft.

74

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Project

BAM beschikt in Nederland op dit moment over twaalf BAM-huizen, die zijn ingericht volgens de nieuwe visie van het bedrijf.

opdrachtgevers, maar ook met aandacht voor het milieu en het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen”, legt Ottens uit, terwijl hij denkbeeldig een rondje loopt door het Groninger BAM-huis aan de Jeverweg 18. “Het is een bestaand gebouw, dus er is flink gerenoveerd. Met dank aan de 140 zonnepanelen op het dak zijn we bijvoorbeeld nagenoeg energieneutraal. We maken gebruik van een warmtepomp om de warmte en koude te reguleren.” De cellenstructuur was kenmerkend aan dit gebouw.

In de nieuwe BAM-huizen wordt zoveel mogelijk gewerkt met flexibele werkplekken, zegt Ottens. “De kamers met een eigen bureau en vergadertafel zijn voorzien van een glazen wand aan de gangzijde. Zo is altijd te zien wie in die ruimte zit. Het benadrukt de transparantie.” Behalve het gebouw benadrukt hij ook andere ‘groene’ factoren. “We hebben hier op het terrein laadplekken voor elektrische auto’s en meerdere ruimtes zijn ingericht voor videoconferenties. Uiteraard omwille van tijd, maar ook om het aantal reiskilometers te beperken. Maar we draaien er ook niet omheen: het centreren van activiteiten is ook gunstig voor onze eigen portemonnee en door het Slimme Werken besparen we flink op het aantal vierkante kantoormeters.”

Groene certificering Om de duurzaamheidsaspecten van de nieuwe BAMhuizen te benadrukken worden alle huizen BREEAM-in-Use gecertificeerd. “Met dank aan onze eigen BREEAM-experts kunnen we deze klus helemaal zelf realiseren. Steeds meer klanten vragen om een groene certificering, bijvoorbeeld BREEAM. Los van het feit dat we overtuigd zijn van de meerwaarde van verduurzamen en de bijbehorende certificering, willen we als bouwende partij natuurlijk ook het goede voorbeeld geven: Practice what you preach.”

Milieubewuster produceren Voor het BAM-huis in Groningen leverde Armstrong de Perla OP 0.95. Het is de eerste minerale plafondtegel met een Cradle to Cradle-productcertificering.

Bij de filosofie die BAM hanteert, hoort een zorgvuldige keuze van partners waar het bedrijf mee in zee gaat. Zo selecteerde het bouwbedrijf Armstrong Plafonds voor

duurzaam gebouwd | februari 2016

75


Doen In n een mar arkt kktt vo oll dyn nam amie ek bl blijijijve v n we ve we doe oen wa waar ar we go goed ed in zziijn jn:: on ontw twikkelen, tw bo ouw u en, on nderh hou oude den de n en e beh herren en. We We leveren en n mooie ie projectten ie e turrnn ke key op key op en b gi be gn nn nen overal in n hett lan a d met niieu e we huisv sves esti sti t ng n so opggav a en n. Sttuk voor st stuk u uk p oj pr o ecctte en waar we tr t otts op zijn. Waarvan we vo ol ov over err tu t igingg ze zegg ggen gg e : diit is wat w j do wi doen en. ww en. en ww. w.va va anwij nwij nw i ne n n.nll

Wij zijn bijijzond nd de err trots ts op ons Tu urn key e onttwiikkelproj ojjecct: t Zor orgvilla Oud ud Clingendea al vo voorr Kru voor r se s man Arret etzz Zo org r vi villlla’ a s. Deze zorg rgvi rg v llla in vi i Was a senaar heeft al als ee eers ers rste ste e particulierre zo zorgaanb o n ie eder in n Ned der e la and d van de Staatss secr se cret ret etaris etar ris van n Inf nfra ra ast stru ruct ru ctuu uu uur ur en en Millie ieu u een ee en gr groe o nverkl klar arin ar in ng in ont ntva v nggst va s genom men.. me


Project

De entree van het BAM-huis aan de Jeverweg in Groningen.

de levering van de plafondsystemen. Volgens Business Development Manager Frank van Haren bij deze specialist in akoestische plafonds past hun werkwijze exact in de MVO-gedachte van BAM. “In verband met de open werkplekken stelt BAM hoge eisen aan de akoestiek en daaraan voldoen onze plafondplaten. Ook bij ons staat MVO hoog in het vaandel. We geven praktische invulling aan duurzaamheid, dat is bijvoorbeeld te zien aan ons ruime productassortiment dat Cradle to Cradlegecertificeerd is. Door processen anders in te richten kun je milieubewuster produceren. Eén van de principes van cradle tot cradle is dat afval niet bestaat. Hiervoor hebben we een plafondrecyclingprogramma opgezet, waarbij we oude plafondmaterialen terugnemen, die zijn samengesteld uit minerale materialen. Wij upcyclen deze producten en die vormen dan de basis voor honderd procent hergebruik in onze eigen plafonds. Met als bijkomend voordeel voor de klant: hij heeft niet te maken met stortkosten”, verklaart Van Haren. Voor BAM waren het upcyclen en het besparen op stortkosten twee zwaarwegende factoren om in zee te gaan met Armstrong. “We waren op zoek naar meedenkende partners die ook actief zijn vanuit de MVO-gedachte en die onze doelstellingen wat betreft ketenoptimalisatie benadrukken”, legt Ottens uit. “Armstrong is zo’n partner met toegevoegde waarde waarmee we graag samenwerken.”

Van tekening tot onderhoud Inmiddels is het BAM-huis in Groningen een half jaar in gebruik. Ottens ziet dat het concept aanslaat. “Voorheen zaten we hier in het noorden met BAM op meerdere locaties. Dit betekende veel gependel tussen de vestigingen. Nu zitten we in hetzelfde gebouw en zoeken medewerkers elkaar automatisch eerder op. Ook voor de klant is het prettig, want hij kan in één gebouw geholpen worden: van tekening tot oplevering en uiteraard tot en met onderhoud en instandhouding.” Hij ziet dat de markt kantelt. “Als bouwende partij moeten we steeds meer toegevoegde waarde aan onze opdrachtgevers leveren”, vertelt Ottens. “Extra diensten, maar ook extra service. We zijn specifieker op zoek naar de klantvraag. Wat wil die opdrachtgever nu werkelijk? Dat betekent dat we ook na de oplevering van het gebouw in beeld blijven en in staat zijn om bijvoorbeeld de installatietechniek bij de klant te blijven monitoren. Als het verwarmingssysteem bij de klant in storing valt, dan weten wij dat eerder dan de klant. Met dank aan onze monitoring op afstand. Maar om al die diensten goed uit te voeren, is het noodzaak om binnen onze eigen organisatie alle expertise bij de hand te hebben. BAM Bouw en Techniek staat voor een innovatieve integrale aanpak. Met de introductie van de BAM-huizen laten we zien dat we volledig achter deze gedachtegang staan.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

77


Nieuwe kantoorinrichting voor Belastingdienst

Van donkere cellenstructuur naar doorzon Bij de Eindhovense vestiging van de Belastingdienst heeft het interieur uit de jaren zestig plaatsgemaakt voor een inrichting volgens het concept ‘Activiteit Gericht Huisvesten’. “Bij ons staan drie onderwerpen centraal die bijdragen aan een goede samenwerking: ontmoeten, samenwerken en concentreren. Op basis hiervan hebben we het kantoor ingericht.” Tekst: Tim van Dorsten

“Door de cellenstructuur was de inrichting voorheen erg donker. Dat wilden we aanpassen.”

78

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Project

Van links naar rechts: Lia van Doornik (Belastingdienst), Mark Hassink (Vrijborg), Johan van den Helm (Vrijborg) en Richard Claassen (Ahrend).

Het afgelopen jaar is het aantal medewerkers van de Eindhovense vestiging van de Belastingdienst uitgebreid van zo’n 900 naar zo’n 1.400. Dit komt door de sluiting van de belastingkantoren in Tilburg, Oss en ’s-Hertogenbosch, als gevolg van een reorganisatie. “We hebben gekozen voor onze mensen in plaats van stenen”, vertelt projectmanager huisvesting Lia van Doornik van de Belastingdienst. “De concentratie van huisvesting leidt tot besparing op de huisvestingskosten. Hierdoor moesten we wel zorgen voor een nieuwe kantoorinrichting. Deze is echter wel gemaakt op basis van 0,7 fte.”

Donkere inrichting aanpassen Het elf verdiepingen hoge kantoorgebouw aan de Karel de Grotelaan is in de jaren zestig van de vorige eeuw gebouwd. “Sinds die tijd hebben geen ingrijpende veranderingen meer plaatsgevonden”, legt ze uit. “Door het grote aantal nieuwe mensen hebben we daarom besloten om alle verdiepingen een ingrijpende nieuwe indeling te geven. Met daarbij het Activiteit Gericht Huisvesten (AGH)-concept als centraal thema: ontmoeten, samenwerken en concentreren.” Volgens Ahrend-keyaccountmanager Richard Claassen was dat hoognodig. “Door de cellenstructuur was de inrichting erg donker. Dat wilden we aanpassen.”

‘We hebben gekozen voor onze mensen in plaats van stenen’ Ahrend was een van de drie partijen die de Belastingdienst uitnodigde om zich in te schrijven op deze aanbesteding. “Veel meubilair hier komt van Ahrend”, legt Van Doornik uit. “Van kasten tot stoelen en tafels. In ons Programma van Eisen hebben we gezet dat we tachtig procent van de wanden wilden hergebruiken en we geen nieuwe werkplekken wensten.”

Verdieping doorzon maken Voor het projectmanagement en bouwtechnische advies schakelde Ahrend Vrijborg in. Beide partijen kenden elkaar van het herinrichtingsproject van het belastingkantoor in Heerlen. “Tijdens dat project was ik de projectmanager voor de Belastingdienst”, legt Vrijborg-projectmanager Johan van den Helm uit. “In Eindhoven heb ik die functie vervuld voor Ahrend.” Samen met het Delftse architectenbureau Fokkema & Partners kwam Ahrend met een ontwerp, dat Doornik

duurzaam gebouwd | februari 2016

79


9 Transformeren 9 9 Transformeren Isoleren 9 9 Isoleren Opwaarderen 9 Opwaarderen

Sterk verbeterd, maar niet veranderd $DM V@QD SQ@MRENQL@SHD UNNQ @OO@QSDLDMSDM HM CD VžJ !NRKDDTV ,HCCDM SD LRSDQC@L YNMCDQ C@S CDYD C@@QAž GTM NNQROQNMJDKžJD @QBGHSDBSTTQ UDQKNQDM #NNQ SNDO@RRHMF U@M ATHSDMFDUDKHRNK@SHD @EFDVDQJS LDS FDUDKRSDDM HR MHDS @KKDDM GDS LNMTLDMS@KD J@Q@JSDQ U@M CDYD ONQSHDJVNMHMFDM C@SDQDMC THS CD I@QDM h ADGNTCDM FDAKDUDM L@@Q UNKCNDS GDS FDANTV NNJ @@M CD GDCDMC@@FRD DMDQFHDMNQLDM

Meer toonaangevende renovatieprojecten van Sto vindt u in de themabrochure Waardebehoud, te vinden op www.sto.nl.


Project

De nieuwe inrichting past in het concept ‘Activiteit Gericht Huisvesten’, dat zich richt op ontmoeten, samenwerken...

2,8 miljoen m2 vastgoed Volgens Vrijborg-directeur Mark Hassink past de keuze van de Belastingdienst voor mensen in plaats van stenen in het doel van het Rijksvastgoedbedrijf om 2,8 miljoen m2 vastgoed af te stoten, bijvoorbeeld door dit aan de markt te verkopen. Dit verloopt via het Biedboek.nl, waarop commerciële bedrijven op projecten kunnen inschrijven. “Het voormalige belastingkantoor in ’s-Hertogenbosch was bijvoorbeeld van het Rijksvastgoedbedrijf”, vertelt hij. Inmiddels is dit pand omgebouwd tot een complex met 54 appartementen en studio’s van 30 m2 tot 75 m2 en het heeft de naam De Hertogh meegekregen. In Eindhoven huurt de Belastingdienst het gebouw van het Rijksvastgoedbedrijf. ...en in stilte concentreren.

‘Iedere afdeling bestaat uit drie sectoren: levendig, rust en stilte’

direct verraste. “Met name de openheid van de ruimte. Ze hebben goed gescoord door elke verdieping doorzon te maken.” Dat komt omdat alle gangen van glazen wanden zijn voorzien. “Die wanden horen bij de weinige materialen die we nieuw hebben aangeschaft, bij het bedrijf Qbiq”, vertelt Claassen. Op deze glazen wanden zijn later nog bij de afdeling passende banden geplakt. “Medewerkers zagen de wand niet en liepen ertegenaan”, legt Van Doornik uit.

duurzaam gebouwd | februari 2016

81


HeVg` ndjg ^bV\^cVi^dc >che^gVi^Z aZ^Yi idi XgZVi^k^iZ^i# AVVi j ^c >che^gVi^Z aZ^Yi idi XgZVi^k^iZ^i# AVVi j ^che^gZgZc Yddg ]Zi c^ZjlZ GD8@E6C:A 7g^aa^Vci Vhhdgi^bZci# OZhi^Zc hX]^iiZgZcYZ YZh^\ch bZi GD8@E6C:A 7g^aa^Vci Vhhdgi^bZci# OZhi^Z ZZc kZgWaj[[ZcY `aZjgZcheZa \ZkZc jl \ZkZa ZZc \aVcoZcYZ j^ihigVa^c\# ZZc kZgWaj[[ZcY `aZjgZcheZa \ZkZc jl \ZkZ Odca^X]i d[ \Zg^X]iZ a^X]ihedih kZghiZg`Zc YZ j^ihigVa^c\ kVc jl \ZWdjl# Odca^X]i d[ \Zg^X]iZ a^X]ihedih kZghiZg`Zc YZ 9Z c^ZjlZ YZh^\chZg^Z W^ZYi j dcWZ\gZchYZ dcilZgekg^_]Z^Y# 8gZ Zg 9Z c^ZjlZ YZh^\chZg^Z W^ZYi j dcWZ\gZch ZZc jc^Z`Z h^\cVijjg kddg jl \ZWdjl bZi GD8@E6C:A 7g^aa^Vci# ZZc jc^Z`Z h^\cVijjg kddg jl \ZWdjl bZi Kddg bZZg ^c[dgbVi^Z Zc ZZc ^che^gZgZcYZ Kddg bZZg ^c[dgbVi^Z Zc ZZc ^che^gZgZcYZ k^YZd! \V cVVg mmm$heYafWd[b$db%Xh_bb_Wdj$

7Z`^_` YZ ^che^gZgZcYZ k^YZd


Project

Eindhovense details Van Abbemuseum, Philips Stadion, Evoluon en Philips. Typisch Eindhovense details die Fokkema bij de herinrichting heeft laten terugkomen. “Met een lijn (zie foto) heeft ze alle markante Eindhovense plekken met elkaar verbonden. Deze lijn is door het hele gebouw te zien”, vertelt Claassen. “Daarnaast hebben we alle kleuren van het lichtspectrum toegepast in de elf verdiepingen. Op iedere verdieping zijn de kleuren anders.” Ook bij de herinrichting van het belastingkantoor in Amsterdam zijn deze drie partijen betrokken. Hierbij heeft Fokkema gekozen voor de Hollandse meesters als thema: schilders als Rembrandt, Frans Hals, Johannes Vermeer en Jan Steen.

‘We wilden tachtig procent van de wanden hergebruiken en geen nieuwe werkplekken creëren’

De aan- en afvoer van producten vond zo veel mogelijk vanaf de buitenkant plaats. “Ook gebruikten we hiervoor de lift, maar wel met goed gecommuniceerde tijden. De Belastingdienst-medewerkers mochten zo min mogelijk last van ons hebben”, verklaart Van den Helm. “Dankzij onze lean planning hebben we deze klus, zoals beloofd, in één jaar afgerond.”

Hoge eisen Extra ventilatie in plafond De plafonds zijn grotendeels hetzelfde gebleven. Enkel op plekken waar dit klimatologisch nodig was, zijn nieuwe plafondtegels geplaatst. “Daar hebben we samen met het Rijksvastgoedbedrijf voor extra koeling gezorgd”, legt Van den Helm uit. De verlichting was een paar jaar geleden al vervangen door hoogfrequente tl-verlichting. “Deze kan je handmatig aan- en uitschakelen, maar de aansturing gebeurt ook aan de hand van een bewegingssensor”, vertelt Van Doornik. “’s Avonds en in het weekend zijn alle lampen op alle verdiepingen dan zeker uit.”

Beperkte overlast De transformatie vond in één jaar plaats. Eerst waren de bovenste vier etages aan de beurt. “Om de overlast zo veel mogelijk te beperken, hebben we steeds een verdieping tussen de werkzaamheden en de medewerkers leeg gelaten”, vertelt Van den Helm. “Daarnaast hebben we gezorgd dat het boren en zagen zo veel mogelijk aan het begin en einde van de dag plaatsvond. Dan zijn de minste mensen aanwezig.”

De betrokken partijen zijn trots op het behaalde resultaat. “Het is prettig dat de Belastingdienst hoge eisen stelt”, vindt Van den Helm. “Het is een professionele, duidelijke opdrachtgever. Bij commerciële partijen is dat soms wel anders, die doen dit soort herinrichtingsprojecten er enkel bij.” Claassen beaamt dit. “Het Belastingdienst Centrum voor Facilitaire Dienstverlening is ver op het gebied van huisvesting. Dat komt onder meer door de ruime ervaring.” Van Doornik blijft nuchter onder de complimenten. “Dit is gewoon mijn werk.” Ondanks alle plannen en tekeningen was ze toch verrast over het eindresultaat. “Het is écht zo mooi geworden als ik had gehoopt. Vanaf de lift bestaat iedere afdeling uit drie verschillende sectoren: levendig, rust en stilte. Dit past uitstekend bij ons AGH-concept, dat zich richt op ontmoeten, samenwerken en concentreren.” Na bijna een jaar zijn de meeste medewerkers aan de nieuwe werkomgeving gewend. “Sommigen moesten zich wel iets aanpassen”, vertelt Van Doornik. “Zo hebben we een speciale belstoel, die geluid dempt. Er waren echter medewerkers die hierin onbewust te hard telefoneerden. Hun collega’s wezen hen hierop.” Zo heeft nieuwe inrichting ervoor gezorgd dat iedereen meer rekening met elkaar houdt.

duurzaam gebouwd | februari 2016

83



Thema Gezonde

gebouwen

86 Interview DWA-directeur Dijkgraaf: ‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’

91 Project Verpleeghuis met huiskamergevoel

94 Project 'Een gezond werkklimaat betaalt zichzelf terug'

98 Project Gezond en comfortabel wonen

103 Korte berichten uit de markt

xxxxxx


De Haagse Hogeschool, vestiging Delft

‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’ In een muf en slecht geventileerd gebouw werk je minder hard en ben je vaker ziek. Dat is voor de meeste eindgebruikers bekend en daarom stellen zij een goed binnenklimaat als eis. Maar wat maakt een gebouw gezond en hoe valideer je dat je zo’n gebouw hebt neergezet? Tekst: Marvin van Kempen

Sectorbreed worden verschillende definities van een gezond gebouw aangehouden. Is er eigenlijk wel een eenduidige inhoudsbepaling? De in november 2014 gestarte Coalitie Gezonde Gebouwen heeft als drijfveer om deze definitie helder te krijgen. “Daarnaast willen we het onderwerp gezondheid bovenaan de agenda krijgen van

86

februari 2016 | duurzaam gebouwd

de overheid, de markt en de gebruiker”, zegt kernteamlid Jaap Dijkgraaf, tevens directeur van adviesbureau DWA. “Het is niet eenvoudig om duidelijk te krijgen wat een gezond gebouw nu exact inhoudt”, lacht hij. De start van de coalitie is een signaal dat de markt gezamenlijk betekenis moet geven aan het begrip ‘gezondheid’.


Gezonde gebouwen

Hoe voel ik me in dit gebouw? Met de komst van social media is het eenvoudiger geworden om uw mening te geven over wat u van een gebouw vindt. De vraag blijft of de eindgebruiker uw opmerking leest en er iets mee doet. De website Happy Building Index is sinds 1 januari 2016 live (HappyBuildingIndex.nl) en laat gebruikers van gebouwen eenvoudig beoordelen en becommentariëren. Ook uw enthousiasme delen over een gebouw? Bekijk de website en breng uw stem uit. Kijk voor meer informatie op pagina 103.

Jaap Dijkgraaf, Directeur DWA

“Een mens is gezond als hij in een toestand is van optimaal geestelijk en lichamelijk functioneren. Fysieke gezondheid kun je eenvoudiger meten dan mentale gezondheid. Een link tussen het binnenklimaat van een gebouw en fysieke gezondheid is in een aantal gevallen ook gemakkelijk te leggen. Zo beïnvloeden tocht, vervuilde lucht en slechte verlichting je gezondheid negatief. ”

Mentale aspect Abstracter wordt het als het gaat over het geestelijk en sociaal functioneren in gebouwen. De vraag ‘Hoe voel ik me in dit gebouw’ komt dan vaak naar voren. Dijkgraaf: “Er zijn veel minder resultaten en kenmerken over dit onderwerp. Beleving speelt een rol en dat maakt het lastig om objectief vast te stellen hoe gezond het gebouw is.” Omdat eenduidige resultaten op dit meer gevoelsmatige vlak ontbreken, is kennisoverdracht over dit thema

Nieuwe leden kernteam Onder anderen senior business manager BASF Pieter van Gent en algemeen directeur Troostwijk Groep Marcel de Boer hebben zich als kernteamleden verbonden aan de Coalitie Gezonde Gebouwen. Bekijk GezondeGebouwen.nu voor een volledige lijst van kernteamleden, met onder anderen experts Harm Valk, senior adviseur energie en duurzaamheid van Nieman, en Claudia Reiner, directeur installatiebedrijf Claudia & Reiner.

belangrijker dan ooit. “Dat is ook een van de redenen waarom de coalitie bestaansrecht heeft. We hebben verschillende initiatieven op de agenda staan om het thema hoog op de agenda te krijgen van Nederlandse bouwers, ontwikkelaars en gebruikers. Zo willen we een governance code opstellen waarmee we onder meer het collectieve gedrag proberen te verbeteren. En we zoeken naar een systematiek voor de taxatiewaarde van gezonde gebouwen”, zo licht Dijkgraaf de initiatieven vanuit de coalitie toe.

Gezondheid voorop Die initiatieven moeten uiteindelijk bijdragen aan bewustwording en inspiratie geven om gezondheid naar voren te trekken in het beslissingsproces voor nieuwbouw en renovatie. Dat gebeurt al her en der in Nederland, ziet Dijkgraaf. “Zo ben ik persoonlijk betrokken geweest bij de nieuwbouw van de Haagse Hogeschool in Delft. De investering was destijds fors. Nu is de businesscase positief omdat het gebouw functioneert zoals het hoort.” De goede prestaties van deze best practice zijn volgens Dijkgraaf te danken aan het hoge ambitieniveau. “Het gebouw werd niet als kostenpost maar als branding gezien, omdat het een strategisch beleidsinstrument moest zijn.”

Samen nadenken en samen bouwen Het bevragen van gebruikers over wat zij comfortabel en functioneel duurzaam vinden, werpt nu zijn vruchten af. “Aan het begin van het proces startten we met een gesprek met stakeholders als studenten, docenten en de raad van bestuur over wat zij belangrijk vinden. Op het gebied van klimaat, uitstraling, ontmoetingsplekken en meer. Ik zie dat als een van de belangrijkste redenen voor het goede resultaat: er staat nu een gebouw waarin mensen graag verblijven en zich prettig voelen.” Wie het gebouw binnenkomt baadt in een oase van (dag) licht en frisse kleuren. De aanpasbaarheid en flexibiliteit van het gebouw zie je als bezoeker niet rechtstreeks, maar de functionaliteiten zijn er wel degelijk. “Van groot belang is de garantie geven die je afspreekt. Stel het belang van al die stakeholders centraal en verwerk de resultaten tot een

duurzaam gebouwd | februari 2016

87


9$1 '253 .(11,63$571(5 9225 9(5'885=$0,1* 9$1 8: 9$67*2('

9DQ 'RUS LV XZ NHQQLVSDUWQHU RS KHW JHELHG YDQ GXXU]DDP WRWDDOEHKHHU YDQ XZ JHERXZ $O MDUHQODQJ ]LMQ ZLM ODQGHOLMN NRSORSHU LQ KHW RQW]RUJHQ YDQ RQ]H NODQWHQ LQ KHW JHKHOH WUDMHFW YDQ RQWZHUS UHDOLVDWLH HQ EHKHHU YDQ DOOH WHFKQLHN LQ JHERXZHQ :LM GHQNHQ JUDDJ PHW X PHH HQ DGYLVHUHQ X KRH X XZ SDQG RSWLPDDO NXQW LQ]HWWHQ HQ YHUGXXU]DPHQ

$OWLMG GLFKWELM 9DQ 'RUS KHHIW YHVWLJLQJHQ LQ KHW ODQG GLH ]RZHO ODQGHOLMN DOV UHJLRQDDO RSHUHUHQ HQ XZ WDDO VSUHNHQ 8 EHQW YHU]HNHUG YDQ HHQ YDVW HQ YHUWURXZG WHDP YDQ VSHFLDOLVWHQ 1HHP FRQWDFW PHW RQV RS YLD GH ZHEVLWH YRRU YULMEOLMYHQG DGYLHV

YDQGRUS HX


Gezonde gebouwen

DWA werkte aan de mix van nieuwbouw en renovatie van Thales Nederland en streefde een gezond binnenklimaat na.

Volg de Coalitie Gezonde Gebouwen Blijf op de hoogte van de initiatieven van de Coalitie Gezonde Gebouwen via de website GezondeGebouwen.nu. Hier vindt u tevens nieuws over inspirerende projecten en ontdekt u hoe u een bijdrage kunt leveren aan de diverse activiteiten.

totaalproduct”, zegt Dijkgraaf over hoe gezondheid in deze school functioneert.

Intelligente gebouwen en gebruikers Bij Smart Buildings, een concept dat steeds vaker naar voren komt in bouw- en vastgoedland, staat de beleving van een gebouw hoog op de agenda. Dijkgraaf: “We zien een beweging naar de situatie dat een gebouw zelf vanuit intelligentie communiceert met de gebruiker. Het is geen eenrichtingsverkeer, van gebruiker naar gebouw of vice versa. De twee entiteiten leren van elkaar en er worden voortdurend geautomatiseerd aanpassingen doorgevoerd om het leven in een gebouw zo aantrekkelijk mogelijk te maken.”

Het is slechts een kwestie van tijd voordat gebouwen als systemen worden gezien die voorzien in optimaal functionerende werkplekken. “Het woord integraal, daar heeft iedereen de mond van vol. Toch moeten we in staat zijn om zulke totaalconcepten te vertalen in prestaties en producten, want die beïnvloeden rechtstreeks het welbevinden.” Een voorbeeld hiervan is een gebruiker die zijn collega’s sneller vindt en het klimaat dat zich automatisch aanpast aan de personen die aanwezig zijn in een ruimte op basis van voorkeursprofielen. “Er zijn inmiddels intelligente gebouwen die laten zien dat domotica en ICT een positief effect hebben op de gebruikers.” Het volgende stadium lijkt volgens Dijkgraaf een combinatie te zijn van vergevorderde slimme gebouwen en nieuwe vormen van contracten. “Wanneer we prestatiecontracten kunnen aanbieden op basis van arbeidsproductiviteit, heb je het over garanties die er specifiek op gericht zijn om de gezondheid van medewerkers te verbeteren. Dat zijn mooie stappen die de sector vooruit helpen. Ik daag eindgebruikers uit om deze kwaliteit als eis te stellen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

89


Het keurmerk Beton Bewust van de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland

Keurmerk voor beton

(VOBN) garandeert de duurzame productie en kwaliteit van beton. Betonfabrikanten mogen het keurmerk alleen voeren, als zij voldoen aan strenge eisen ten aanzien van betrouwbaarheid, deskundigheid, duurzaamheid en arbeidsveiligheid.

Meer lezen?

In Nederland hebben 108 betoncentrales het keurmerk Beton Bewust. Kiest u voor één van deze centrales dan weet u zeker dat beton op een verantwoorde wijze in uw project wordt toegepast. De zekerheden: ■

Vraag het brancheverslag aan of download het op

Advies over het milieuprofiel

Hoge kwaliteit betonmortel

van beton

Keurmerkhouder is een Duurzame Leverancier

Meetbare prestaties (lage CO2-uitstoot)

Veiligheid is topprioriteit

Verantwoorde herkomst van

A-leverancier m.b.t. de

grondstoffen

CO2-prestatieladder

www.betonbewust.nl

Duurzaam bouwen is Beton Bewust bouwen Opdrachtgevers, ontwerpers, voorschrijvers en afnemers van beton kunnen erop rekenen dat een keurmerkhouder meedenkt, adviseert en een hoogwaardige bijdrage levert aan de kwaliteit, duurzaamheid en veiligheid van de te realiseren projecten.

Betonkwaliteit Het laatste nieuws over beton, betonVOBN

technologie, betonkwaliteit en informatie

Postbus 383

over de bij VOBN aangesloten bedrijven

3900 AJ Veenendaal t 0318 55 74 74

vindt u op www.vobn-beton.nl en

www.vobn.nl

www.kwaliteitsdienstbeton.nl


Gezonde gebouwen

Verpleeghuis met huiskamergevoel Op het Klevarie-terrein in hartje Maastricht wordt sinds begin 2015 gebouwd. Naast een kantooraanbouw en een toren met appartementen vindt hier de nieuwbouw plaats van een verpleeghuis met een gezond binnenklimaat. Tekst: Marvin van Kempen

De nieuwbouw van Klevarie te Maastricht.

De oplevering voor het verpleeghuis in het zuidoosten van Maastricht nadert en de ingebruikname staat voor begin 2016 gepland. Zorgorganisatie Envida vervangt het oude complex door nieuwbouw van kleinere omvang, onder de noemer Larissa. In totaal staan er negentig appartementen voor hulpbehoevenden gepland.

In een samenwerking met ontwikkelaar Hurks leverde VBI de prefab vloeren. “Deze vloeren vormen de basis van het gezonde binnenklimaat”, weet VBI-adviseur Hugo Suppers. “De keuze viel op onze klimaatvloer met betonkernactivering”, licht hij vervolgens toe. Een bekend voordeel van betonkernactivering is dat het gebouw

duurzaam gebouwd | februari 2016

91


Bewust leven met ramen & deuren

ONZE HOUTEN RAMEN ZIJN IN TOPVORM <e\i^pGclj$iXd\e q`ae mffiq`\e mXe 2 kurklagen met Accoya buitenschil mfc[f\e XXe [\ _ff^jk\ Yflnm\i\`jk\e mXe Ln (#' kfk ≤ '#/ N&d2K ^cXj kfk L^ '#+ N&d2B mffi \\e optimale isolatie l`k^\Yi\`[ kleurengamma fgk`dXc\ Y\jZ_\id`e^ \e \\emfl[`^\ Y\[`\e`e^ [Xebq`a _\k veiligheids-draai-kip-beslag Xcc\ iXXdjpjk\d\e q`ae m\ibi`a^YXXi d\k aluminium bekleding

Uw )

Uw )

1,0

0,8

schuifelementen en deuren q`ae ffb c\m\iYXXi gepatenteerde profielverbindingen

\n`k_\id YmYX @e[ljki`\n\^ )'0( 9$*,)' Qfe_fm\e# K\c% "*) ' (( ++' .'' =Xo "*) ' (( ++' .'0 www.ewitherm.be

Bezoek de stand van SKG-IKOB certificatie op

Building Holland Het integrale event voor de bouw en vastgoed

De eerste bereikbare richtlijn om MVO ook in uw bedrijf te integreren

22 t/m 24 maart RAI Amsterdam

Media schrijven er dagelijks over. Opdrachtgevers vragen ernaar. En stakeholders beoordelen u erop. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een hot item. Tegelijkertijd worstelen veel bedrijven in de bouw met de effectieve vertaling ervan in hun eigen bedrijfsvoering. SKG-IKOB helpt: met de erkenningsregeling Bouwen aan MVO. Vijf thema’s helpen u uw eigen doelstellingen te creëren. Bereikbaar en toekomstgericht. Want door de modulaire aanpak breidt u de regeling voor uw bedrijf steeds verder uit op uw manier. Bouwen aan MVO is ontwikkeld in samenwerking met de vijf brancheverenigingen AFNL, VMRG, KNB, VHS en VKG.

Wilt u meer weten? Kijk dan op www.skgikob.nl/mvo


Gezonde gebouwen

was betrokken bij de planontwikkeling van het proces en analyseerde de kansrijke oplossingen voor een modern zorgtehuis. “We dachten onder andere na over binnenklimaat per kamer, daglichttoetreding en de juiste hoeveelheid kunstlicht en domoticasystemen. Voor de negentig appartementen hebben we goed nagedacht over wat wel en niet kon, om de investeringen in het budget te laten passen.”

Huiskamergevoel

dankzij thermische massa koelt of verwarmt en dat het mogelijk is om met behulp van een warmte-koude-opslag (WKO) restwarmte op te slaan. Tijdens de zomer sla je warmte op en koel je het gebouw, in de winter haal je deze warmte vanuit de bodem naar boven en is het mogelijk om een gebouw te verwarmen. VBI levert geprefabriceerde betonkernactivering waardoor het alleen nog maar nodig is om het leidingensysteem aan de WKO te koppelen.

Evenwichtige koeling “De temperatuur in de zomer is vaak een aandachtspunt en in het bijzonder bij zorginstellingen. De buitenschil is tegenwoordig dermate goed geïsoleerd dat de warmte blijft hangen in een gebouw. Het is mogelijk om met de conventionele manier van het openen van ramen te ventileren maar dat heeft zo zijn nadelen. Je brengt hiermee weersomstandigheden van buiten naar binnen en kunt bijvoorbeeld last hebben van geluidshinder. Zonder de goede afstemming van de techniek kan die zomerwarmte snel resulteren in een oncomfortabel binnenklimaat”, vertelt Suppers. Door toepassing van een klimaatvloer, die evenwichtiger koelt en verwarmt ten opzichte van conventionele koeling en verwarming, in combinatie met een ventilatiesysteem, realiseert men een comfortabel binnenklimaat. Conventionele verwarming gaat uit van convectie, ofwel warmteverdeling door stijgende en dalende luchtstromen. Deze stroming beweegt fijne stofdeeltjes, wat de luchtkwaliteit niet ten goede komt. Bij betonkernactivering slaat de betonmassa van het gebouw koude of warmte op en geeft de temperatuur vervolgens af aan de omgeving. Door het grote oppervlak hoeft het temperatuurverschil met de omgeving maar klein te zijn om toch een behaaglijke temperatuur te krijgen. Behalve betonkernactivering en klimaatvloeren zijn diverse andere duurzaamheidsmaatregelen doorgevoerd om het klimaat in het Maastrichtse verpleeghuis zo aangenaam mogelijk te maken en het genezingsproces te versnellen. Adviseur Hans Janssen van Huygen Installatieadviseurs

Aan de betonkernactivering werd een WKO gekoppeld. Daarnaast stelt een domoticasysteem de patiënt in staat om bijvoorbeeld licht te bedienen en zelfstandig deuren te openen. “We zorgen per kamer voor een goede doorstroming met lucht en na-verwarming met de betonkernactivering. We wilden ervoor zorgen dat patiënten een huiskamergevoel krijgen. Met een rooster aan de gevelzijde voeren we extra frisse lucht aan, die we in de badkamer afvoeren.” Door gebruik te maken van grote overspanningen en prefab modules kon heel snel gebouwd worden. Daardoor waren de bouwwerkzaamheden al afgerond in september 2015, vertelt Suppers. “In de prefab vloerelementen zijn sleuven opgenomen zodat er op de bouw de nodige leidingen en voorzieningen voor het riool verwerkt konden worden. Dit draagt bij aan de bouwsnelheid en is een groot voordeel van geprefabriceerd.”

Efficiënter bouwproces Prefab heeft niet alleen als voordeel dat je er snel mee kan bouwen, maar geeft ook flexibiliteit. “De prefab bouwmethode stelde ons in staat om in een zeer laat stadium installaties aan te brengen. Een noviteit in dit project is een Wédéflex-wand, waarmee we aan de hoogste brandveiligheidseisen voldoen. In die wand zit een systeemgoot, waar we naderhand kabels kunnen bijleggen. In iedere schacht zit tevens een eigen verdeler. Het is een techniek die je in alle fases van de bouw kunt aanbrengen en kwam goed van pas tijdens dit project.” Zoals wel vaker in steden, geldt ook in dit project dat de ruimte op de bouwplaats beperkt is. Maar daar heeft het team wat op bedacht, stelt Suppers. “Ook voor dit binnenstedelijke project geldt een beperkt werkgebied om het gebouw te realiseren. Maar met een industriële manier van bouwen hoeft dit geen probleem te zijn. Met een just-in-timelevering krijg je de vloeren op exact het juiste moment op de bouw plaats geleverd. De snelheidswinst die je met prefab bouwelementen behaalt, is daarnaast een meerwaarde. Het brengt ook nog eens de faalkosten drastisch omlaag, omdat je minder risico’s loopt op de bouwplaats. Alle bouwelementen zijn immers in de fabriek al geproduceerd. Ik zie deze industriële en duurzame bouwmethode niet alleen voor zorginstellingen als winwin, maar hoop dat deze manier van bouwen voor alle gebouwtypen wordt omarmd.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

93


‘Een gezond werkklimaat betaalt zichzelf terug’ Een allesverwoestende brand in het pand van Moderna Textielservice tekende in oktober 2013 de weg naar nieuwbouw. Binnen een jaar moest het nieuwe pand gereed zijn in Hardenberg. Duurzamer, veiliger en vooral gezonder dan ooit. Tekst: Marvin van Kempen en Kor Foekens

800 pv-panelen op het dak wekken duurzame energie op.

“Wij zijn een mensenbedrijf en voor ons betekende dit investeren in onze mensen en in onze toekomst”, vertelt technisch directeur Gert Stroeve van Moderna. People, Planet, Profit waren voor zijn organisatie uitgangspunten bij de bouw van het nieuwe gebouw. “De mens staat centraal, met respect voor de omgeving.”

94

februari 2016 | duurzaam gebouwd

De krappe deadline van een jaar betekende niet dat er gehaast een nieuw pand uit de grond werd gestampt. “We zijn met een tour door Europa gestart om ons op de hoogte te stellen van de nieuwste ontwikkelingen voor wasserijen. Een nieuw pand zet je neer voor de komende twintig tot dertig jaar en ook het machinepark moet dan up-to-date zijn.”


Gezonde gebouwen

People, Planet, Profit is het uitgangspunt voor de nieuwe wasserij.

Om voorbereid te zijn op de toekomst schakelde Moderna installatiespecialist Colt International in voor advies en uitvoering van de wasserij. “Eén van de wensen was om een prettig werkklimaat te krijgen zonder grote klimaatkasten op het dak en luchtslangen die het zicht ontnemen”, blikt Colt-commercieel directeur Kor Foekens terug. “We kozen voor adiabatische koeling (zie kader), een systeem dat hoge prestaties levert en ook op esthetisch vlak aantrekkelijk is.” Samen met installateur Morrenhof & Jansen zijn de wensen voor het klimaat ingevuld. De energie-efficiëntie is ook op andere vlakken indrukwekkend. “De wasserij werkt zonder stoom en 800 pv-panelen op het dak wekken duurzame energie op. Het hergebruik van warmte in de verschillende water- en energiestromen is daarnaast ver doorgevoerd”, licht Foekens toe.

Daglicht Natuurlijk maken frisse lucht en energie-efficiëntie nog geen goede, gezonde werkplek. Daar is meer voor nodig, zoals een ruime toetreding van daglicht en voldoende kunstlicht indien nodig. “Daglicht was voor veel eindgebruikers vroeger de sluitpost op de begroting”, zegt Hak4t Groepdirecteur Marc Hakvoort, die verantwoordelijk was voor het ontwerp en de ontwikkeling van lichtoplossingen. Hij ziet onder andere bij zorginstellingen een kanteling naar

Adiabatische koeling Adiabatische koeling is gericht op het koelen van lucht door het verdampen van water. Er zijn twee vormen: indirecte en directe adiabatische koeling. Bij een indirecte installatie komt de door verdamping gekoelde lucht niet in de ruimte, maar wordt dit overgebracht op een andere luchtstroom via een wisselaar waarbij er twee luchtstromen zijn. Voor de industrie is directe adiabatische koeling bij uitstek geschikt. De energie die beide typen installatie nodig hebben wordt onttrokken uit de lucht.

duurzamere lichtbronnen: het tij lijkt te keren bij instanties waar licht een verdienmodel is. “Het is aangetoond dat mensen met een verstandelijke beperking rustiger worden van goed licht. Moderna maakt gebruik van een combinatie van daglicht en kunstlicht in de vorm van ledverlichting.” Het carrévormige element van het toegepaste verlichtingsproduct, de Hak4t D-Ex, heeft ledverlichting rondom en stemt met sensoren continu het licht af dat de medewerkers nodig hebben. Dynamisch kunstlicht ondersteunt een eventueel daglichttekort.

duurzaam gebouwd | februari 2016

95


Samenwerking met meerwaarde

ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW

ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN

+ Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging

Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:

WWW.ALKLIMA.NL


Gezonde gebouwen

‘Een nieuw pand zet je neer voor de komende twintig tot dertig jaar en ook het machinepark moet dan up-to-date zijn’

Duurzaam Gebouwd Op Locatie Moderna was gastheer van de bijeenkomst Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Gezonde Gebouwen. Het verslag van deze bijeenkomst met sprekers Kor Foekens (commercieel directeur Colt International), Marc Hakvoort (directeur Hak4t Groep) en Laurens de Lange (CMO Unica) leest u op de Duurzaam Gebouwd-website (www.DuurzaamGebouwd.nl).

Daglicht, energie-efficiëntie en het comfortabele binnenklimaat dragen bij aan een gezond gebouw. Er is meer nodig om de mensen in het gebouw gezond te houden. “Vandaar het uitgangspunt People, Planet, Profit voor de nieuwe wasserij. Onze mensen zijn het belangrijkste kapitaal. Daarom streven we naar een duurzaam HR (Human Resources)-beleid waarin onderwerpen als werkplezier, gelijke behandeling, respect en gezonde werkplekken centraal staan”, aldus Stroeve. De pijler People wordt zo goed mogelijk in balans gebracht met de andere twee: Planet en Profit. “Onderwerpen die we in ons beleid hebben verwerkt zijn onder andere energieneutraal gebouw, energiebesparing,

waterbesparende maatregelen, biodiversiteit en een ecologische tuin. Daarnaast zetten we in op zonne-energie, restwarmteopvang, afvalscheiding en oplaadpalen. Profit ten slotte is ons bestaansrecht. Het gaat niet om wat er onder de streep overblijft maar veel meer. Binnen dit onderwerp spitsen we ons toe op risicomanagement, klanttevredenheid en duurzame winstgevendheid.” Ook het kopje Social Return valt onder het mvo-beleid en dit onderwerp wordt beloond in de BREEAM-NL certificering die Moderna heeft behaald. “Er zijn werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen het bedrijf is iedereen gelijk en behandelen we elkaar met respect”, licht Stoeve toe. De certificering is bijzonder te noemen voor een project met zo’n korte doorlooptijd. Na de zomer van 2015 behaalde Moderna het vier sterren BREEAM-NL certificaat en mag ze het predicaat Excellent voeren. De organisatie draagt de noemer met trots, want het BREEAM-logo prijkt op een banier, zichtbaar voor medewerkers, klanten en bezoekers. Het afgelopen jaar was volgens Stroeve niet eenvoudig. “Een jaar lang keuzes maken was soms bijzonder vermoeiend. Toch ben ik blij met alle keuzes en de meerwaarde. Het heeft ons een gebouw opgeleverd dat klaar is voor de toekomst.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

97


Gezond en comfortabel wonen Kleinschalige zorg, echte aandacht voor bewoners, een duurzaam gebouw én een duurzame leefomgeving. Samengevat draait het daarom bij Futurazorg. Twee wooncomplexen zijn inmiddels opgeleverd, een derde volgt in april. Het is nog maar het begin, volgens Futurazorg-eigenaar Lars van den Akker. “Over vijf jaar willen we twintig locaties exploiteren.” Tekst: Wilma Schreiber

Directeur-eigenaar Lars van den Akker van Van Vliet Bouw, en mede-eigenaar van Futurazorg, is sinds een tiental jaren betrokken bij Sament. De naam van dit samenwerkingsverband van bouwbedrijven is een

Kleinschaligheid is een van de unique selling points van Futurazorg.

98

februari 2016 | duurzaam gebouwd

samentrekking van ‘samen’ en ‘cement’: ‘wat ons bindt’. Het richt zich op het ontwikkelen van duurzame, levensloopbestendige concepten voor wonen, werken en zorg.


Gezonde gebouwen

Veranderende functie “Als aannemer willen we ons onderscheiden door te focussen op innovatieve producten”, vertelt hij. “Daaruit rolde een houtbouwconcept, een systeem waarin uiteenlopende functies onder te brengen zijn. Sommige partners hebben bijvoorbeeld appartementencomplexen gebouwd, anderen hebben voor scholen gezorgd. Die functieveranderbaarheid is heel belangrijk. Een school voor speciaal onderwijs midden in de wijk kan, als daaraan geen behoefte meer aan is, over tien jaar de functie van zorgcentrum krijgen.” Want dat de zorg een interessante groeimarkt is, is Van den Akker en partners niet ontgaan. Geïnspireerd door de persoonlijke ervaring van een van de aannemers wiens moeder zorg nodig had, ontstond het concept van Futurazorg. “Hiervoor hebben we met partijen uit de zorg nagedacht over hoe het in de zorg anders en vooral beter kan. We wilden met duurzame zorg en wonen iets goeds in de markt zetten, de ideale zorg inrichten zoals we er zelf later bij willen zitten. De kwaliteit van leven is belangrijk.”

Veel daglichttoetreding heeft een positief effect op de gezondheid.

Sneller bouwproces en lagere kosten Het werken met steeds dezelfde ketenpartners die het concept hebben meeontwikkeld, heeft veel voordelen. “Het concept sluit aan bij de gewenste werkwijze van de partners, zoals zij er vanuit hun expertise achter kunnen staan. Iedereen draagt voortdurend verbeteringen aan, het is een lean proces. Zo hebben we bijvoorbeeld de eerdere staalconstructie uitgebannen en gekozen voor een houten oplossing. Dit leidt tot een sneller bouwproces en lagere kosten”, legt Van den Akker uit. De doelgroep bestaat uit alleenstaande ouderen die zorg nodig hebben vanwege hun fysieke gesteldheid of dementie. Echte kleinschaligheid is een van de unique selling points van Futurazorg. De stichting mikt met haar zorgcomplexen op dorpen en steden van zo’n 30.000 inwoners. “Daar zijn doorgaans weinig van dergelijke voorzieningen voorhanden of ze zijn erg duur”, verklaart Van den Akker. Futurazorg biedt zorg op basis van persoonsgebonden budget.

Aandacht voor bewoners Inmiddels zijn twee wooncomplexen gerealiseerd, in het Utrechtse Oudewater (volledig bezet) en Waalwijk. De derde, in het Zuid-Hollandse Nieuwveen, wordt april dit jaar opgeleverd. Achter de kleinschaligheid zit ook een sociaal-maatschappelijke gedachte. “De menselijke maat, aandacht voor bewoners, hen niet wegstoppen in een kamertje van 12 m2.” Het project in Waalwijk is oktober 2015 geopend en biedt plaats aan zeventien bewoners die elk een studio van 40 m2 tot hun beschikking krijgen (woon-/slaapkamer en doucheruimte) plus een aantal gemeenschappelijke ruimten, zoals huiskamers. Een inwonend beheerderskoppel runt het complex. “Een soort vader en moeder, die een directe lijn hebben met de Futurazorgdirectie. Dankzij die korte lijnen is de administratieve

De installatieruimte met WTW-luchtbehandelingskast en stofzuigerinstallatie.

rompslomp beperkt tot een minimum, wat resulteert in meer aandacht voor de bewoners.”

Investeringskosten vs exploitatie Bij Futurazorg zijn bouw, ontwikkeling en exploitatie zes handen op in één buik. Duurzaamheid komt terug in alle aspecten van het project: het binnenmilieu, de esthetica, energiegebruik, gezond leven en in het gebouw zelf. Ook de functieveranderbaarheid draagt bij aan duurzaamheid en maakt de projecten bovendien extra aantrekkelijk voor investeerders. Om een optimum te bereiken tussen investeringskosten en exploitatie, werkt Futurazorg zo economisch mogelijk qua onderhoud, onder meer op het gebied van materiaalkeuze. “Er is altijd een spanning tussen een duurzaam ontwerp, een bouwer die het zo goedkoop mogelijk wil realiseren, een eigenaar die zijn investering wil terugverdienen en een huurder die zoekt naar zo laag mogelijke exploitatiekosten”, verklaart Van den Akker. “Wij hebben op alle fronten gekeken waar we meer konden brengen dan gebruikelijk.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

99


WAT ZORGT VOOR

EEN GEZOND GEBOUW? Frisse lucht

Licht

Geluid

Interieur & atmosfeer Uitzicht

Veiligheid

Locatie

Temperatuur

Bekijk de complete infographic op unica.nl/gezondegebouwen of scan de QR-code


Gezonde gebouwen

De menselijke maat draagt bij aan de kwaliteit van leven.

Dat begint bij de luchtkwaliteit, die 1,5 keer hoger is qua luchtdebiet dan het Bouwbesluit voorschrijft. Daarnaast hebben de wooncomplexen een centrale stofzuigerinstallatie, wat ook bijdraagt aan een betere luchtkwaliteit. “Normaal gesproken blazen stofzuigers toch ook weer lucht uit in dezelfde ruimte, dat is bij deze installatie niet het geval. Via de slang in de muur gaat de lucht direct via de installatie naar buiten. Op dit soort zaken bezuinigt de ontwikkelaar vaak. Wij kijken naar de langere termijn: zo’n systeem verdien je in een aantal jaar terug en bewoners hebben er nu de voordelen van.” Comfort voor de bewoners is een belangrijk uitgangspunt en resulteert in de nodige isolatiemaatregelen. “Een Rcwaarde van 5,5 voor de wanden, goede geluidsisolatie tussen de woningen, triple beglazing”, somt Van den Akker op. “Bewoners moeten bij het raam kunnen zitten zonder het koud te krijgen. En een goede isolatie betekent uiteraard ook lagere energielasten.” De 7,5 meter brede beukmaat van de overspanning maken studio’s met veel zijgevelvlak mogelijk. “Dat brengt veel licht in de woonunits, belangrijk voor alle mensen maar vooral voor ouderen. Veel daglicht helpt somberheid tegen te gaan.”

Comfort geeft doorslag Andere duurzame maatregelen betreffen onder meer een warmtepompinstallatie die is aangesloten op ongeveer acht gesloten bodemwisselaars, voor het verwarmen en koelen van de woningen. “Ook hier geeft comfort voor de

bewoners de doorslag. In de zomer is het belangrijk dat zij het niet te warm krijgen. Toch wordt koeling vaak vergeten: in tegenstelling tot verwarming bestaan er geen normen voor en het wordt gezien als een soort luxe.” Een kleine HR-gas-zonneboiler met geïntegreerde warmtewisselaar en 9 m2 zonnecollectoren, dient als backup. Daarnaast is het wooncomplex overal voorzien van ledverlichting en bewegingssensoren. De domotica is met het oog op de doelgroep geavanceerd en op elke bewoner apart in te stellen, als het gaat om de hulpmiddelen die hij of zij nodig heeft. “Als iemand met dementie fysiek in orde is en het valgevaar gering is, kun je die hulpfunctie uitschakelen en bijvoorbeeld dwaaldetectie hoge prioriteit geven”, vertelt Van den Akker. “We werken met een radargestuurd systeem om mensen te signaleren. Dankzij de kleine schaal zijn gesloten deuren niet nodig. De zorgverlener krijgt een signaal als iemand het pand verlaat en is meteen ter plekke om even een ommetje te maken en de bewoner terug naar huis te leiden.”

Meer zekerheid inbouwen Van den Akker wil over vijf jaar twintig locaties exploiteren. Hij verwacht dat het concept nog een paar slagen zal kunnen maken in de kwaliteit van de uitvoering en het proces. “We kunnen nog meer zekerheid inbouwen en meer kosten besparen. Dat geld vloeit terug naar de partners en naar de huurder, die meer kwaliteit voor hetzelfde of zelfs voor minder geld krijgt.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

101


ECHT WIT

HELDER

SNEL MONTEREN

DUURZAAM

WAS ALLES WAT WIT IS, MAAR ZO HELDER.

www.rockfon.nl


Gezonde gebouwen

Reviews schrijven over duurzame gebouwen Vanaf begin januari kunnen gebouwgebruikers op HappyBuildingIndex.nl hun mening geven over duurzame gebouwen. Dit is de eerste reviewsite voor duurzame gebouwen. Er verschijnen steeds meer duurzame gebouwen. Deze voldoen steeds vaker aan de hoogste duurzaamheidsscores. Een duurzaam gebouw gebruikt minder energie, verlaagt het ziekteverzuim en verhoogt de arbeidsproductiviteit, zo wordt beweerd. Maar is dat ook echt zo? Bijna niemand vraagt de gebruikers naar hun mening. Misschien zijn de gebruikers van duurzame gebouwen helemaal niet zo tevreden. Daarom komt de Stichting Happy Building Index met HappyBuildingIndex.nl. Op deze site kunnen gebruikers van gebouwen hun mening geven over de gebouwen waarin ze werken of gebouwen die ze bezoeken. Stichting Happy Building Index heeft als doel duurzame gebouwen te promoten, die gebruikers écht gelukkig maken en die als voorbeeld kunnen dienen voor andere gebouwen. De Coalitie Gezonde Gebouwen, die werkt aan het realiseren van gezonde gebouwen, steunt dit initiatief van harte. De database van de Happy Building Index bevat meer dan 24.000 gebouwen in Nederland met minimaal een energielabel C. Als eigenaar, belegger, assetmanager en gebruiker kunt u de informatie bij deze gebouwen aanvullen of nieuwe gebouwen toevoegen.

Als gebruiker of bezoeker van deze gebouwen kunt u meerdere aspecten een gebouw beoordelen door een rapportcijfer te geven. Deze beoordeling wordt weergegeven als een review. Het gemiddelde van de verschillende reviews bepaalt de plaats van het gebouw in de Happy Building Index. Hoe hoger het gebouw in deze index staat, hoe gelukkiger de gebruiker hierover dus is.

Boom als inspiratiebron nieuw schoolgebouw In de Roermondse wijk Maasniel vormen de natuurlijke kenmerken van een boom de inspiratiebron voor een schoolaanbouw met vier leslokalen, een nieuwe bibliotheek, een openluchttheater en een centrale ontmoetings- en open leerruimte. Het ontwerp van architectenbureau Coppen gebruikt de symboliek van een boom om een nieuwe invulling te geven aan een bestaand traditioneel schoolgebouw, en nieuwe leermethoden aan te reiken. “Lesgeven aan kinderen is niet langer beperkt tot het overdragen van feitenkennis. Het gaat om de uitwisseling van ideeën die jongeren enthousiast maken voor een nieuwe wereld, en niet de wereld die we denken te kennen”, vertelt architect Hans Coppen. “Een boom is een verzamelplaats. Het nieuwe centrale gedeelte van het gebouw fungeert als een boom en biedt ruimte voor ontmoetingen, het delen van verhalen en de uitwisseling van ideeën.”

Boomachtige structuren in klaslokalen Een boom verleent tevens een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Kleine houten hutten uitgevoerd in Rockpanel Woods vormen een rustgevende plek, waar kinderen kunnen ontsnappen aan vermoeiende groepsactiviteiten. Boomachtige structuren in Rockpanel Briljant-gevelmateriaal bekleden de nieuwe klaslokalen, waarbij de randoverlapping aan de ramen een gevoel van bescherming biedt aan de allerjongste schoolkinderen in de leeftijdsgroep van 4 tot 6 jaar.

Dit is het eerste project in Nederland dat is gerealiseerd met Rockpanel Brilliant. De op maat gezaagde panelen bieden een breed kleurenspectrum, waaronder oranje, beige en een verscheidenheid aan groentinten die ook terug te vinden zijn in de schors en mossen van de nabije bomen.

duurzaam gebouwd | februari 2016

103


‘Wij maken duurzaamheid werkend!’ Wij praten niet alleen vrijblijvend over duurzaamheid, maar wij zorgen er voor dat daadwerkelijk aantoonbaar duurzame oplossingen gerealiseerd worden op het gebied YDQ HQHUJLH HIĀFL­QWLH HQ ]RUJ YRRU KHW PLOLHX 'LW LV ]RZHO HHQ EHORIWH DOV HHQ XLWGDJLQJ Met ‘werkend’ bedoelen we dat wij staan voor HHQ G\QDPLVFKH EHQDGHULQJ YDQ GXXU]DDPKHLGVvraagstukken, waarbij we 24/7 ontwikkelingen PRQLWRUHQ HQ UHVXOWDWHQ NXQQHQ DDQWRQHQ

MARKTLEIDER IN DUURZAME EPDM DAKSYSTEMEN Rotterdam Centraal Station: winnaar BNA beste gebouw 2015 Ca. 4.500 m1 hertalan EPDM strips voor bekleding stalen goten

WWW.CCM-EUROPE.COM


Gezonde gebouwen

Vier luchtfilters met A+ label Vier energiebesparende filters mogen het Eurovent A+-label dragen en maken deel uit van de innovatieve ‘Cost Saver’ serie van Duurzaam Gebouwd-partner ACS-AFPRO Filters. A+ is de meest efficiënte categorie volgens de energieclassificatie zoals die per 1 januari 2015 wordt gehanteerd door Eurovent. Het nieuwe zakkenfilter HQ80A10-6-A+ en de nieuwe compactfilters: PT98-XL, CS85-A-XL, en CS98-A-XL voldoen alle vier aan de strenge eisen die Eurovent aan het A+ energielabel stelt. “Met deze energiebesparende luchtfilters verdient de eindklant zijn investering al binnen een paar maanden terug”, vertelt ACS-AFPRO Filters-directeur Joost Verlaan. “De Cost Saver-serie bestaat uit filters die zorgen voor een schone lucht én voor een laag energieverbruik.” Om de daadwerkelijke energiebesparing uit te kunnen rekenen en inzichtelijk te kunnen maken, ontwikkelde ACS-AFPRO Filters de AFPRO Filter Simulator. Deze app

maakt visueel wat het plaatsen van een energiebesparend filter de eindgebruiker oplevert. Geïnteresseerden kunnen op Building Holland 2016 voor het eerst in Nederland kennismaken met deze app.

Verduurzaming = personeel ‘empoweren’ De noodzaak om anders met ons bestaand vastgoed om te gaan, is urgent. Leegstand, ongezonde werk-, leer- of leefomgeving, strengere wet- en regelgeving en financiering die steeds vaker een groen gebouw eisen. Deze complexiteit biedt een fantastische kans om het maximale uit ons allen te halen met een geweldig toekomstperspectief. Dit schreef Unica Ecopower-directeur Jan-Maarten Elias in zijn expertblog op DuurzaamGebouwd.nl. De Nederlandse overheid volgt de Europese doelstelling om de gebouwde omgeving in 2050 volledig energieneutraal te krijgen. Elk jaar wordt circa 0,4% aan nieuwbouw geplaatst en ongeveer 0,1% aan bestaand vastgoed gesloopt. Circa tachtig procent van de gebouwen in 2050 is vandaag dus al gebouwd. De focus moet daarom liggen op de bestaande voorraad. Echter, de belangen zijn groot om te veranderen. Zo is het belegde vermogen van alleen commercieel vastgoed in Nederland grof geschat al zo’n € 200 miljard. Wat zou er gebeuren als dit opeens 20% minder waard zou worden wanneer de huidige voorraad niet meer toekomstbestendig blijkt omdat geen mens hiervan gebruik wil of mag maken? Onderzoek wijst uit dat de wereldwijde opbrengsten voor Nearly Zero Energy Buildings zullen groeien van € 570 miljoen in 2014 naar meer dan € 1.300 miljard in 2035. Zulke gebouwen zijn in de basis gezonde gebouwen, zijn vrijwel altijd verhuurd en trekken toekomstgerichte huurders aan. Omgekeerd zien we dat zulke huurders steeds vaker het verduurzamen van hun pand als extra eis opleggen in hun huurovereenkomst met de eigenaar. Het besef dringt door dat een gezond en duurzaam gebouw impact heeft op het resultaat van een onderneming.

Lees de volledige blog van Duurzaam Gebouwdexpert Jan-Maarten Elias op DuurzaamGebouwd.nl.

duurzaam gebouwd | februari 2016

105


SMART BUILDING

BEZOE OP BU K ONS IL HOLLADING ND 22 T/M 2 4 RAI AM MAART STERD AM

Elbo Technology heeft zich in 30 jaar ontwikkeld tot een adviseur van formaat en een toonaangevende speler op de markt van communicatie(techniek) in en rond gebouwen. Deurcommunicatie, toegangscontrole, (camera)beveiliging en domotica: wij combineren de verschillende systemen tot integrale oplossingen. Ge誰ntegreerde techniek voor woongebouwen en -complexen, centraal te beheren, op afstand toegankelijk via mobiele devices en futureproof.

Denkt u al in slimme oplossingen? Laat u inspireren en bezoek ons op Building Holland.

T +31 (0)40 26 79 888, info@elbotechnology.nl www.elbotechnology.nl | www.elbolive.nl


Camelot Campus vestigt zich op terrein van

TRANSFORMATIE GEBOUWEN POTENTIAAL & CORONA Het 55 meter hoge gebouw, Potentiaal en de praktijkhal Corona van de Technische Universiteit Eindhoven kwamen in juli 2015 leeg te staan. Deze situatie gecombineerd met het grote gebrek aan studentenhuisvesting in Eindhoven zorgde voor een interessante uitdaging. Camelot ziet kansen in het ontwikkelen van een eigentijdse campus met alle hiervoor noodzakelijke ingrediënten.

Potentiaal Corona

: 26.000 m2 transformeren naar 441 zelfstandige studio’s, een grote, algemene ruimte en diverse faciliteiten. : een zwaar verouderd gedeelte slopen. De overgebleven 3.000 m2 transformeren tot cultureel centrum

Duurzaamheid: een belangrijk peiler • Op basis van een GreenCalc+ analyse scoren utiliteit en de woningen gemiddeld 241 punten • Bestaande betonnen draagstructuur en trappenhuizen worden hergebruikt • Aankoppeling op de WKO campus installatie en toepassing van CO2 gestuurde ventilatiesystemen • De energieprestatie voldoet aan de eisen die voor nieuwbouw worden gesteld Eind augustus 2016 wordt het project opgeleverd en kunnen de eerste studenten hun intrek in Camelot Campus Potentiaal nemen.

DAAG ONS UIT MET UW TRANSFORMATIE IDEEËN Neem contact op met één van onze experts op 088 - 226 35 68 of neem eerst een kijkje op onze website: camelotrealestate.nl


IA Groep en Esha Infra Solutions winnen Gouden Kikker Award 2015

Vechterweerd past perfect in Sallands landschap Drinkwaterbedrijf Vitens ontwikkelde samen met ingenieurs- en architectenbureau IA Groep een duurzaam drinkwaterproductiebedrijf in het waterwingebied Vechterweerd, op de zuidoever van de Vecht in de gemeente Dalfsen. Dankzij de rol van de omwonenden bij het ontwerp, in combinatie met de verduurzaming van het pand en de perfecte inpassing in het landschap, ontving dit project de Gouden Kikker Award 2015. Tekst: Gerrit Tenkink

Vanaf de Zwolse kant is het even zoeken naar het nieuwe Vitens-pareltje. En dat beoogt dit drinkwaterbedrijf ook exact met dit gebouw: opgaan in de omgeving. Aan de westzijde loopt het met gras begroeide dak vanaf het maaiveld schuin omhoog tot aan de gevelhoogte van

pakweg tien meter aan de voorzijde van het gebouw. Die voorzijde, de entreezijde, is voorzien een grijze stalen gevelbekleding. Deze bekleding wordt optisch gebroken door de houten verticale staanders van Accoya-hout. Deze natuurlijke materialen zorgen voor een natuurlijke

Vitens-projectmanager Eric van der Kooij (links) en Mark van Westerlaak, architect en adjunct-directeur bij IA Groep met de Gouden Kikker Award. Op de achtergrond het drinkwaterproductiebedrijf Vechterweerd.

108

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Gouden Kikker Award 2015

uitstraling. De verlichting in en rond het gebouw brandt alleen op de noodzakelijke momenten, met dank aan de bewegingssensoren.

Zoektocht

De achterzijde van het gebouw met het schuinoplopende landschapsdak. De grassoort hoeft slechts één keer per twee jaar gemaaid te worden.

Gouden Kikker Award De Gouden Kikker Award wordt toegekend aan (bouw)projecten, die vooroplopen op het gebied van duurzaamheid en innovatie. De prijs is een initiatief van ABC Nova. In 2015 ontvingen voor het eerst twee partijen deze award. Het Groningse Esha Infra Solutions werd beloond met de award voor duurzame productinnovatie. De prijs voor een duurzaam gebouwde omgeving ging naar IA Groep met het project ‘Vechterweerd’. “Als jury hebben we hier meerdere keren over vergaderd, maar uiteindelijk viel de keuze op Vechterweerd”, vertelt ABC Novadirecteur en jurylid Bert Melles over het Vitens-gebouw. “Bij de uiteindelijke beoordeling waren meerdere punten van belang. Allereerst de techniek om tot een energie-efficiënt gebouw te komen. Die techniek is knap, maar leverde nog niet het onderscheidende element. Wij waren met name enthousiast over de participatie van de omwonenden, die volop konden meedenken over het ontwerp. Die wensen van de omwonenden zijn knap verwerkt in het ontwerp. In het verlengde daarvan ligt de inpassing in het landschap. Wij zijn van mening dat daardoor een welhaast iconisch gebouw is neergezet. Redenen genoeg dus om de award aan dit project toe te kennen.” Tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres introduceerde Melles een tweede award: voor een duurzame productinnovatie. Deze ging naar Esha Infra Solutions met het project ‘Asfaltverjongingsmiddel in Assen’. Met het verjongingsmiddel voor asfalt gaan wegdekken tot twee keer langer mee, tegen lagere kosten en met een positieve bijdrage aan het milieu. Voor het project in Assen betekent de toepassing van het middel een CO2-besparing van ongeveer 100 ton per jaar (in vergelijking met reguliere onderhoudssystemen). De jury: “Dit project is de reden om een nieuwe award in het leven te roepen. Het product is maatschappelijk verantwoord. Het verwijderen van asfalt is milieuonvriendelijk. Door het toepassen van Pentack komt er minder CO2 vrij. Ter plekke is hergebruik van oud asfalt mogelijk.”

De wens om het gebouw op te laten gaan in de omgeving was niet alleen die van Vitens, maar kwam ook van de omwonenden en de gemeente Dalfsen. “Meerdere ontwerpen hebben de revue gepasseerd”, vertelt Vitensprojectmanager Eric van der Kooij, “maar telkens voldeden ze niet aan de verwachtingen. Een belangrijke vraag was voor ons: ‘Hoe krijgen we de omwonenden zo ver dat zij instemmen met het plan?’. Hier in de omgeving speelt duurzaamheid een grote rol en is sprake van een grote kritische betrokkenheid. Vanuit Vitens wilden we graag een hoge mate van duurzaamheid, maar dan wel in een gebouw dat ook de omwonenden zouden accepteren.” Samen met de architect kwam Vitens met allerlei ideeën, zoals zonnepanelen en sedum op het dak. “Maar het was eigenlijk steeds net niet wat we zochten. Uiteindelijk stelde een van de omwonenden ons de cruciale vraag, die onze ogen opende: ‘Doe je duurzaam of ben je duurzaam?’. Op dat moment hebben we gezegd: ‘Als we voor duurzaam gaan, dan doen we het ook goed. Niet alleen wat betreft gebouw, maar ook wat betreft omgeving’. We zijn toen gaan werken aan een integrale duurzaamheidstoets voor gebouw en omgeving. Eigenlijk kun je stellen dat onze zoektocht naar totale duurzaamheid hier in dit gebouw samenkomt”, legt Van der Kooij uit.

Keuze bij omwonenden “Duurzaamheid was ook bij het eerdere ontwerp leidend, maar op het moment dat we de omwonenden erbij haalden ging alles sneller”, vult Mark van Westerlaak aan. Hij is architect en adjunct-directeur bij ingenieurs- en architectenbureau IA Groep. “We zijn gaan praten met de omwonenden. Aan de hand van hun suggesties hebben we drie ontwerpen gemaakt, die Vitens heeft goedgekeurd. Vervolgens hebben de omwonenden de uiteindelijke keuze gemaakt.”

Draagvlak Inspraak van omwonenden kan risico’s met zich meebrengen, maar zo hebben Van der Kooij en Van Westerlaak dat niet ervaren. Van der Kooij: “Voor ons, maar ook voor de gemeente Dalfsen was het van groot belang om draagvlak te creëren. Door dat draagvlak en de inspraak voorkom je allerlei dure en tijdrovende procedures, waarop niemand op zit te wachten. De tekeningen lagen in 2011 op tafel en in 2012 waren ze bestekgereed. Dat is uitzonderlijk snel. Het uiteindelijke ontwerp is uitvoerig doorgesproken met buurtbewoners. Toen het bij de gemeente ter inzage lag, heeft niemand protest aangetekend.” De kosten voor de totale bouw komen uit op circa € 19 miljoen, waarvan veertig procent voor rekening komt van de landschappelijke aanpassing van het gebied, zoals

duurzaam gebouwd | februari 2016

109


Pioneering for You

Wilo BIM ready Wilo is de eerste fabrikant van pompinstallaties ter wereld die zijn BIMcontent op een eenvoudige wijze beschikbaar stelt voor uw BIM projecten! Middels de Wilo-Revit Plugin kunt u onze intelligente Revit Families met ETIM productinformatie direct toepassen in uw BIM-projecten. Deze ‘Wilo button’ installeert u direct in Revit zelf en werkt onafhankelijk van uw toegepast BIM-teken-applicatie. BIM - Building Information Modelling – is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3D model.

“Niet alleen de techniek JT IPPHFGÜDJ OU PPL EF ondersteuning in de ontwerpfase”

112

februari 2015 | duurzaam gebouwd

Wilo Nederland bv Rak 18 1551 NA Westzaan T. +31 (0)889456000 F. +31 (0)889456199 www.wilo.nl info@wilo.nl


Gouden Kikker Award 2015

Vanuit de lucht is goed te zien hoe het pand wordt opgenomen in het landschap.

de watergangen rondom, ter vervanging van hekwerken. “Dat lijken flinke bedragen, maar je moet ze afzetten tegen het totale plaatje”, legt Van der Kooij uit. “Allereerst hebben we op deze manieren het proces aanzienlijk versneld en mogelijke tijdrovende en dure procedures naar de rechter weten te voorkomen. Daarnaast hebben we bij de bouw goed gekeken naar het Total Cost of Ownership. Zo hebben we bij de aankoop van de pompen naast de aanschafprijs ook gekeken naar het totaalplaatje. Daarin hebben we ook energieverbruik en onderhoud meegenomen.”

Uiteindelijk heeft het gebouw vier BREEAM-sterren ontvangen. “Het idee om het gebouw BREEAM te certificeren is min of meer vanzelf ontstaan”, zegt Van Westerlaak. “Het was geen directe eis van Vitens,

maar voor de omwonenden was het een belangrijk en rustgevend aspect. Als opdrachtgever kun je wel van alles roepen over verduurzaming, maar het is prettig als je dat met een onafhankelijke toetsing kunt onderbouwen.” Naast de inpassing in het landschap en de intensieve betrokkenheid van omwonenden bezit het project nog een ander uniek punt: de combinatie van de gebouwgebonden installaties en de projectgebonden installaties levert een flinke energiebesparing op. “Als bureau maken we altijd gebouwspecifieke ontwerpen en bij dit gebouw speelden de projectgebonden installaties een grote rol bij de energievoorziening”, weet Van Westerlaak. “Het drinkwaterproductiebedrijf zuivert jaarlijks twee miljoen kuub water. De zuivering van dat water vindt grotendeels inpandig plaats. De constante temperatuur van dat water – 10 tot 12 graden Celsius – gebruiken we om het gebouw te verwarmen en te koelen.” De compacte bouw in combinatie met 200 m2 zonnepanelen en een warmtepomp zorgen ervoor dat de gebouwgebonden onderdelen energieneutraal zijn. “De warmtewisselaars onttrekken warmte uit de e-ruimte, die vervolgens weer gebruikt wordt in de andere ruimtes en het kantoor. De regelgeving eist dat we een gebouw isoleren, maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig. We hebben dan ook een minimale isolatieschil aangebracht”, zegt Van Westerlaak, die terugkijkt op een uniek project. “Op een gegeven moment zie je dat je met alle partijen iets moois neerzet. Dat geeft een enorme boost: niet alleen bij ons en de opdrachtgever, maar ook bij de bouwende partijen die er alles aan hebben gedaan om er iets moois van te maken.”

Het te zuiveren water heeft een temperatuur tussen 10 en 12 graden Celsius. Hiermee wordt het gebouw verwarmd en gekoeld.

Meer informatie over de Gouden Kikker Award is te vinden op ABCNova.nl.

Onafhankelijke toetsing

duurzaam gebouwd | februari 2016

111


Building Holland - van 22 tot en met 24 maart in RAI Amsterdam

Hét integrale event voor de bouw en vastgoed

Oud-minister en voormalig Tweede Kamerlid Willem Vermeend.

Voor de eerste keer in de geschiedenis staan Rem Koolhaas (foto), Thomas Rau en Ben van Berkel op hetzelfde podium: Building Holland 2016. Elk van hen geeft een visie over hetzelfde thema: ‘(Re)Building the Future’. Foto: Courtesy of OMA / Photography by Fred Ernst

Roger Cox is milieuactivist en advocaat. Hij dagvaardde namens Urgenda in 2013 de Nederlandse staat om een beter klimaatbeleid af te dwingen.

Horen Ook in 2016 verzorgt Building Holland een sterk inhoudelijk programma. Met trots presenteren we enkele topsprekers die u tijdens aankomende editie van Building Holland 2016 de toekomst van de bouw- en vastgoedsector laten zien.

Jan Rotmans is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en oprichter van onder andere ICIS en Nederland Kantelt. Ondernemer en auteur Anne-Marie Rakhorst.

Van 22 tot en met 24 maart in RAI Amsterdam

112

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Zien Ontdek op Building Holland 2016 exclusieve lanceringen van de allernieuwste innovaties. Integrale concepten worden tastbaar en geven u een kijkje in de toekomst van de bouw- en vastgoedsector.

Exclusieve innovaties en productlanceringen vinden plaats tijdens Building Holland 2016.

Laat meer dan honderd exposanten waaronder Grohe, Rollecate en ABN AMRO u enthousiasmeren over marktontwikkelingen en noviteiten.

Integrale samenwerkingen en concepten worden tastbaar.

duurzaam gebouwd | februari 2016

113


Building Holland - van 22 tot en met 24 maart in RAI Amsterdam

Ontmoeten Building Holland is dĂŠ ontmoetingsplaats voor de gehele bouw en vastgoed. Alle schakels in de keten komen hier samen van architect tot eindgebruiker.

Kom in contact met duizenden professionals van meer dan 150 organisaties.

Bezoekers treffen onder meer architecten, aannemers en vastgoedontwikkelaars tijdens Building Holland 2016. Ontmoet tientallen keynotesprekers die u kunnen inspireren en adviseren.

Van 22 tot en met 24 maart in RAI Amsterdam

114

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Een persoonlijke Building Holland Xperience Tour wordt samengesteld aan de hand van door u geselecteerde thema’s.

In de zes verschillende Concept Area’s vindt u creatieve oplossingen en concepten.

Beleven Beleef creatieve oplossingen en concepten tijdens de Building Holland Xperience Tour. Op basis van uw interesses wordt u doelgericht over de beurs begeleid langs de Concept Area’s, standhouders en sprekers.

Ga naar

www.BuildingHolland.nl

en registreer u met deze unieke code voor gratis toegang. Uw unieke code is

200.010.22

Ontdek hoe noviteiten invulling geven aan actuele thema’s als Duurzame Woningbouw, Zorgvastgoed en Duurzame Scholen.

duurzaam gebouwd | februari 2016

115


Bezoek ons tijdens Building Holland 22 t/m 24 maart 2016 RAI Amsterdam Stand 09.073

Duurzaam renoveren Milieubewust gebruik van gebouwen is geen modetrend, maar een must. Groen gebruik vertalen wij in verantwoorde na-isolatie. In een nieuwe interieurindeling met hergebruik van bestaande elementen. In slimme prefab-oplossingen voor sanitair en keukens. En meer. Bij Faay Vianen vindt u dĂŠ oplossing voor elke renovatie. Voor droge, natte en hygiĂŤnische ruimten. Voor retail, utiliteitsbouw en woningen. Met doordachte wandsystemen en plafonds. Gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. En duurzaam geproduceerd natuurlijk. Bel (0347) 37 66 24 of kijk op www.faay.nl.

onuitputtelijke grondstoffen

brandwerend

snel te monteren

geluidwerend

schroefvast

thermisch isolerend

dubo


Supply Chain Award 2015

‘Ketensamenwerking is de toekomst’ Tijdens het ‘Duurzaam Gebouwd Congres’ in november 2015 wonnen Van Wijnen Sittard, bouwbedrijven Jongen en Wonen Limburg als ‘Samen anders, samen beter’ de Supply Chain Award 2015. Zo’n twee maanden later vertellen drie ketenpartners in Roermond wat de sleutel tot hun succes is. Tekst: Tim van Dorsten

Tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres 2015 in Groningen won ‘Samen anders, samen beter’ de Supply Chain Award 2015.

Dat het interview op het hoofdkantoor van Wonen Limburg plaatsvindt, is niet zo vreemd. Eind 2013 gaf deze woningcorporatie namelijk de aanzet tot dit inmiddels geprezen samenwerkingsverband. “We zochten twee bouwbedrijven waarmee we de komende vijf à tien jaar tachtig procent van onze nieuwbouwen transformatieprojecten konden aanpakken”, legt projectmanager Nicole Budé uit. Wonen Limburg schreef hiervoor een tender uit, waarop meer dan vijftig bedrijven reageerden. Twee maanden later kwamen Van Wijnen Sittard en Bouwbedrijven Jongen als winnaars uit de strijd.

“Allebei hebben we direct onze schouders onder de nieuwe manier van (samen)werken gezet om van ketensamenwerking een succes te maken”, vertelt Bob Jongen, projectontwikkelaar bij het laatstgenoemde bedrijf.

Collectieve en projectoverstijgende doelstellingen Juist deze samenwerkingsvorm speelde voor Wonen Limburg van begin af aan een belangrijke rol. Nadat de corporatie de keuze voor deze twee partners had gemaakt, werd het kernteam samengesteld. Het kernteam bestaat uit zes personen van Wonen Limburg, drie personen van

duurzaam gebouwd | februari 2016

117


Wat is een gezonde business case?

Meander Medisch Centrum, Amersfoort

Gezonde gebouwen zorgen voor gezondere gebruikers. Voor nu en in de toekomst. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, exibele en comfortabele woon- en werkomgevingen rond de wensen van de eindgebruiker. Van nu en in de toekomst. We noemen dat Flexibel comfort. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @exibelcomfort

www.vbi.nl


Supply Chain Award 2015

Samen naar de eerste plaats

Van links naar rechts: Bob Jongen, Nicole Budé en Fred Hartmans.

Van Wijnen Sittard en drie van Bouwbedrijven Jongen. In de eerste 6 maanden vertaalde het kernteam de projectoverstijgende doelstellingen naar uit te voeren projecten. Tijdens het uitwerken van deze doelstellingen kwam nogmaals naar voren dat het noodzakelijk is dat men dezelfde ‘taal’ spreekt. Zo werd verschillende malen de bezetting van het kernteam tegen het licht gehouden om te zien of de juiste instrumenten aanwezig waren. Dit alles resulteerde in de juiste afstemming. Dit kernteam zette de structuur voor een nieuwe organisatie neer, dat als naam ‘Samen anders, samen beter’ kreeg. “We werken niet in de verhouding van opdrachtgever-opdrachtnemer”, verklaart Fred Hartmans van Van Wijnen Sittard. “Die werkwijze willen we doorbreken, middels het gezamenlijk opstellen van ketendoelstellingen, die de samenwerkingsvorm meetbaar maken. Door deze manier van werken komen we tot betere resultaten.”

Projectoverstijgende doelstellingen Wonen Limburg, Van Wijnen Sittard en Bouwbedrijven Jongen formuleerden samen doelstellingen op het gebied van: – Stichtingskosten – Onderhoudslasten – Doorlooptijd/-planning – Teamtevredenheid en kwaliteit teamleden – Kwaliteit dienstverlening, tevredenheid woningen en klachten – Energielasten – Oplevergebreken

In 2014 schreef ‘Samen anders, samen beter’ zich in voor de Supply Chain Award. Destijds haalden ze wel de finale, maar de winst ging uiteindelijk naar Woonstichting ‘Thuis en Knaapen Groep. “Dat was al een mooie waardering voor onze manier van werken en tegelijkertijd een enorme trigger voor ons om het nog beter te doen.” zegt Hartmans. “Ons overkoepelende denken sprak aan, maar de jury miste met name nog de meetbaarheid van het behalen van de doelstellingen. Hier was het team ‘Samen anders, samen beter’ nog mee bezig. In 2015 waren de eerste projecten gestart en was de meetbaarheid van de doelen inzichtelijk. Daarom hebben we ons in 2015 weer aangemeld.” In eerste instantie startten de partijen met vier projecten, inmiddels zijn ze met twintig projecten bezig. Deze projecten bevinden zich in verschillende fasen, te weten haalbaarheidsanalyse, voorbereidingsbesluit, opstalbesluit en uitvoering. “Van ieder project leren we”, meldt Budé. De uitvoering van het eerste gezamenlijke project startte in september 2014: de transformatie van het voormalig kantoor Wonen Limburg te Weert. Dit kantoor werd getransformeerd naar 21 lofts, in de sociale huur. “In december hebben we dit project afgerond en het pand opgeleverd”, zegt Budé. “De officiële opening volgt nog, maar deze transformatie sprak volgens de jury tot de verbeelding.” Volgens Hartmans kwam dat onder meer door de combinatie van oud en nieuw. “Ondanks de vernieuwing zijn kenmerkende oude aspecten nog steeds in het gebouw aanwezig”, legt hij uit. “Daarbij hebben we zo veel mogelijk oude materialen hergebruikt.”

Continu leerproces Mede dankzij de voltooide projecten, waarin de gestelde doelstellingen tot uiting kwamen, won het samenwerkingsverband in 2015 de Supply Chain Award. “Het winnen van de Award zien we als een waardering voor de energie die we in de samenwerking steken”, vindt Jongen. “Tegelijkertijd zien we dat we een leerproces doorlopen en willen we ons steeds blijven verbeteren.” Dit beaamt Hartmans. “We doen nog te vaak zaken dubbel. Hieruit blijkt dat zowel het proces als de samenwerking nog beter kan.” Daarnaast geeft Jongen aan dat de totale keten bij ketensamenwerking hoort. “Dus ook de verlenging van de keten met bouwpartners, architecten en constructeurs.” Desondanks zien de partners dat ze op de goede weg zijn. “Alles loopt steeds vloeiender”, vindt Budé. Hierbij sluiten Jongen en Hartmans zich aan. “We zien elkaar steeds meer als directe collega’s. Wekelijks hebben we dan ook onze ateliersessies in het hoofdkantoor van Wonen Limburg in Roermond, waar we een gezamenlijke werkplek delen. Daarbij leren ze elkaar ook steeds beter kennen, vindt Budé. “We zijn collega’s van elkaar geworden, waardoor we elkaar beter en sneller weten te vinden. Hiervan plukken ook de bewoners de vruchten.” Volgens Hartmans is ketensamenwerking daarom ook de toekomst. “We kunnen niet meer terug naar de situatie van vroeger. Dat moeten we ook zeker niet willen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

119


Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomsten over Industrieel Bouwen en BIM

Groeiende bewustwording op het gebied van bouwefficiëntie De inzichten die bouwers van BIM krijgen en de snelheid van industrieel bouwen stonden centraal tijdens twee Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomsten, gehouden tegen het einde van 2015. Tekst: Tim van Dorsten en Marvin van Kempen

Het Bovaghuis in Bunnik stond in september een ochtend lang in het teken van BIM. Deze methodiek bleek geen toverwoord voor oplossingen zijn, maar vormt volgens experts wel een vroegtijdige visualisatie van onderdelen en geeft bouwers en eindgebruikers tijdig belangrijke inzichten.

Naast BIM en Industrieel Bouwen werd het onderwerp Gezonde Gebouwen behandeld. Gastheer van de bijeenkomst was Moderna, waarover u meer kunt lezen vanaf pagina 94 van dit magazine.

120

februari 2016 | duurzaam gebouwd

BIM-manager Michel van Wijk van Deerns richtte zich in zijn presentatie op nieuwe ontwikkelingen in de markt, zoals de door zijn organisatie ontwikkelde Intelligent Scan ‘Discover’. De inzet op een bouwinformatiemodel is volgens hem logisch. “Geen enkel bedrijf faciliteert het Programma van Eisen tot aan de oplevering van een gebouw. Sterker nog: per fase moeten verschillende partijen met elkaar samenwerken en iedere partij heeft eigen informatie nodig. Hierdoor wordt het terugvinden van relevante data bemoeilijkt, wat ten koste gaat van procesefficiëntie en gebouwde kwaliteit”, zo lichtte hij toe. Discover maakt het voor facility managers en gebouweigenaren mogelijk om gebouwinstallaties tot in detail in beheren. “Door middel van een 3D-laser scan wordt een virtueel model gecreëerd van een bestaand of nieuw gebouw en de installaties. Het model wordt vervolgens geïntegreerd in BIM-software waar informatie als onderhoudsschema’s, certificeringen aan de installaties gekoppeld kunnen worden”, aldus de BIM-manager over de innovatie. Ook de positie van de leverancier bij verregaande samenwerkingen werd als onderwerp aangehaald. Hoofd verkoop VBI Dennis Duffels vond dat fabrikanten nog te weinig worden vertegenwoordigd in de verschillende platforms met betrekking tot BIM. “Dat terwijl wij voor een groot deel de bron en eigenaar zijn van productdata. Data is king en de vraag is wie uiteindelijk de mini-usb stekker wordt van de branche”, licht hij toe. Door in een vroeg stadium BIM toe te passen, worden faalkosten beperkt en lopen communicatie en processen soepeler. In het project Differ werd de modelleringsmethodiek succesvol toegepast en de resultaten werden vol trots gepresenteerd door directeur Projecten Zuid Arjan van Haperen, werkzaam bij Unica. “We kregen vanuit de architect een BIM-model voor Differ, een instituut voor energieonderzoek, aangeleverd. Alles wat in het Programma van Eisen stond, moesten wij passend maken binnen de bouw.”


Duurzaam Gebouwd

industriële aanpak. Gastheer iQwoning verzorgde een presentatie en een rondleiding door de fabriek en een modelwoning, het hoogtepunt van de bijeenkomst in Weert. “De meest dichtbevolkte gebieden worden alsmaar drukker”, trapt adviseur bouwconcepten Gerard Wittebol van VBI af. “Logisch dat we steeds vaker nadenken over het bouwen in de hoogte. Vooral als je in gedachten houdt dat zowel bouwsector als eindgebruiker de wens hebben om efficiënter en zonder overlast te bouwen.” Hoogbouw wordt nauwelijks genoemd in combinatie met het begrip industrieel bouwen. “Vreemd,” vindt Wittebol, “vooral als je je realiseert dat je volledig prefab kunt bouwen zonder natte oplossingen en randbekisting. We hebben een innovatie ontwikkeld, het DoorStapelSysteem, waarmee in appartementengebouwen in rap tempo grote vrij indeelbare ruimtes gerealiseerd worden.”

Twaalf meter overspanning De rondleiding door de iQwoning fabriek was een van de hoogtepunten van de bijeenkomst Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Industrieel Bouwen.

Het project betrof 12.000 m2 met drie bouwlagen en één technieklaag. In sneltreinvaart vertelt hij over de verschillende verzilverde duurzaamheidsambities . “Met een aansluiting op het WKO-systeem van de TU/e, klimaatplafonds en bijna 1.000 zonnepanelen die voor duurzame opwekking zorgen, staan we op het punt om het BREEAM-NL Excellent oplevercertificaat binnen te halen.” Uit de praktijkervaringen blijken enkele tips voor de bijna 100 aanwezigen van het seminar. “Het BIM-model werd snel te groot, dus investeer in goede hardware. Splits disciplines op en houd rekening met een leercurve die extra tijd, geld en doorzettingsvermogen vraagt. De efficiëntere processen leiden tot onder andere een reductie in faalkosten en risicoverlaging, een consistent revisiedossier en een eenvoudigere overdracht naar de beheerfase.”

Industriële aanpak Ook in een volgende bijeenkomst stonden bouwprocessen centraal, ditmaal met de nadruk op snelheid en een meer

Dat zijn organisatie de nodige praktijkervaring heeft met industriële bouw, blijkt uit het succesproject Wonen boven de Hoven, dat twee appartementen in een twaalf meter overspanning behelst. Eerder besteedde Duurzaam Gebouwd al aandacht aan dit project, dat een bouwtempo had van vier dagen per verdieping. “We spelen met een flexibele draagconstructie optimaal in op de vraag”, vertelde Michiel Polman van Heembouw destijds. Na de blik op dit bijzonder flexibel indeelbare appartementencomplex vertelde commercieel manager Johan Postma over het innovatieve huisvestingsconcept iQwoningen. Hij onderstreepte de eerder aangekaarte groeiende bewustwording op het gebied van bouwefficiëntie en het vermijden van overlast. “Wij zorgen dat projecten vanaf drie woningen woonklaar zijn in zes weken. Er zijn verschillende soorten iQwoningen, waaronder een all-electric energienota-nul variant met warmte-koude opslag met vloerverwarming en koeling.” Sinds de start van de eerste iQwoning in 2009 zijn de duurzame en modulaire units overal in ons kikkerland opgedoken. Van Zevenbergen tot Ruurlo en van Heiloo tot Stein. “Maar ook over de landsgrenzen krijgen onze woningen de nodige aandacht en is er interesse om ze te plaatsen, in het Belgische Deinze bijvoorbeeld.”

Stijgende lijn in NoM-ambitie Bijeenkomsten Duurzaam Gebouwd Enthousiast geworden en wilt u een van onze bijeenkomsten bijwonen? Bekijk voor een actueel overzicht van alle evenementen DuurzaamGebouwdConnect.nl. Een groot deel van de bijeenkomsten die Duurzaam Gebouwd organiseert, is kosteloos bij te wonen. Schrijf u eenvoudig in via onze website.

Ballast Nedam-ontwikkelaar Hans Oosterhoff beantwoordde na de presentatie van Postma enkele vragen, die onder andere waren toegespitst op de ambities van corporaties. “Nog niet alle corporaties hebben een NoM-ambitie, maar we zien hier wel een stijgende lijn in en vertrouwen erop dat deze duurzaamheidsambitie steeds vaker wordt geformuleerd”, beantwoordde hij.

duurzaam gebouwd | februari 2016

121


‘Groen bouwen gaat over energie en materialen’ In de duurzaamste zaal van het Apeldoornse Theater en congrescentrum Orpheus vond begin december de eerste editie van het Greenworks Congres plaats. “Duurzaam bouwen is een kwestie van doen.” Tekst: Tim van Dorsten. Beeld: Robert Tjalondo

Eind oktober vond de heropening plaats van de Hanoszaal, vertelde algemeen directeur Meta Neeleman van Orpheus als opening van het congres. “In juli zijn de werkzaamheden begonnen. Zo hebben we de podiumvloer gemaakt van gerecyclede autobanden en hebben we gezorgd voor een hr-warmtepompsysteem. Verder beschikt deze zaal over het klimaatsysteem Baopt. We sparen nu om dit systeem in het hele theater te gebruiken.”

Gezonde gebouwen Raab Karcher-topman Eric Snijer juichte dit toe. “Groen bouwen gaat niet alleen over energie, maar ook over materialen. Het is ons doel om gezonde gebouwen neer te zetten.” Daarom heeft Raab Karcher het label Greenworks opgericht, legde hij uit. “Hieronder vallen bouwmaterialen en installaties, die beschikken over tien duurzame materiaal- en productie-eigenschappen, afgeleid

Van links naar rechts: Eric Snijer (Raab Karcher), Dennis Heijink (Rensa) en Flip Oosterberg.

122

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Walther Ploos van Amstel: “Koppel een logistieke module aan een BIM-model. Dit komt de effectiviteit ten goede.”

van de levenscyclusanalyse. Zo helpen we onze klanten om voor de minst vervuilende producten te kiezen om zo de CO2-uitstoot terug te dringen. In onze ogen is duurzaam bouwen een kwestie van doen.” Onder de Greenworks-paraplu werkt de groothandel samen met Oosterberg en Rensa om kennis te delen met aannemers, opdrachtgevers, architecten en installateurs. “Content is king”, vond Snijer. “Op de Greenworkssite staan de producteigenschappen van alle producten. Daarnaast bieden we in onze drie Greenworks Academies trainingen aan. Verder zorgen we voor een integrale logistieke aanpak om zo ook de CO2-uitstoot te verminderen.” Vicevoorzitter Claudia Reiner van installatiebranchevereniging Uneto-VNI, liet weten dit cross-sectorale denken belangrijk te vinden. “Er zijn nog genoeg stappen te maken op het gebied van de circulaire economie bij installaties.” CFP-directeur en DGBC-bestuurslid Bram Adema vond dat meer bedrijven op prestatiegarantie moeten inkopen. “We praten nu nog over uitzonderlijke projecten die hierover beschikken, zoals The Edge en Alliander. Opschalen is daarom de volgende stap.”


Algemeen

Tijdens het Greenworks Congres vonden drie sessies met interactieve workshops plaats. Op DuurzaamGebouwd.nl hebben we aandacht besteed aan de duurzame Oranjewijk in Urk. Bij een andere sessie konden de aanwezigen gezamenlijk aan de slag met Duplo-blokken.

Architectuur als geneesmiddel Daarna vertelde LIAG-architect Thomas Bögl hoe hij architectuur als geneesmiddel ziet. “Wij streven naar gezonde gebouwen”, legde hij uit. “En dat maakt het direct lastig, omdat gezondheid volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een subjectief welbevinden is op geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk gebied. Wij hebben gekozen om ons te richten op de gebieden van energie, ventilatie, temperatuur, licht, akoestiek, uitzicht, materiaal en participatie.” Zo heeft het architectenbureau samenwerking gezocht met een bioloog voor de groene gevel van het Nijmeegse I/O-gebouw, onderdeel van de hogeschool HAN. “We hebben niet louter voor zo’n gevel gekozen vanwege het leuke aanzicht”, verklaarde Bögl. “Het moet ook een positief effect op spinnen, torren en vogels hebben.” Daarnaast kijkt hij graag naar multifunctionele toepassingen. “Het parkeerdek van de Zoetermeerse Biblion kan ook als energiecentrale dienen.” In zijn ogen zijn intelligente gebouwen de toekomst. “Zo kunnen we een gebouw laten reageren op het klimaat en op de gebruiker. Bijvoorbeeld door een wand van kleur te laten veranderen, naar gelang de invulling van de ruimte.”

Veel vrachtverkeer is voor bouwplaats Vervolgens vertelde Walther Ploos van Amstel, hoogleraar logistiek aan de Hogeschool van Amsterdam, dat het bouwverkeer voor het meeste transport op de Nederlandse wegen zorgt. “Tachtig procent van de leveringen vindt plaats tussen 07.00 en 11.00 uur ’s ochtends.”

Volgens de logistiekexpert is een reductie van het aantal transportbewegingen naar de bouwplaats van groot belang. “Zo’n vijftien procent van de voertuigkilometers in steden is vrachtverkeer. Van dit verkeer is zo’n veertig procent bestemd voor de bouwplaats, daarna volgt het transport voor de horeca. Vrachtverkeer brengt de leefbaarheid en de vitaliteit van de stad in gevaar, vanwege CO2-uitstoot, geluid, slijtage en trillingen. Zeker in historische binnensteden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag.” Hij pleitte ervoor dat diverse sectoren capaciteiten delen. “Koppel bijvoorbeeld een logistieke module aan een BIMmodel. Dit komt de effectiviteit ten goede.”

Een 7 is niet voldoende Na de workshopsrondes sloot marketeer Marjet Rutten aan het eind van de middag dit congres af. “E-business zorgt voor productverbetering”, gaf ze aan. “Maar hierbij zijn we wel afhankelijker geworden van onze klanten en hun beoordelingen. Als jullie op Booking.com een hotel kiezen, gaan jullie voor goede beoordelingen. Een 7 is dan niet voldoende. Zorg daarom ook zelf voor een hoge klanttevredenheid.” Volgens haar ligt de toekomst van de bouwsector in gestandaardiseerd maatwerk. “Wees daarbij niet bang voor veranderingen. De elektrotechnische groothandel Oosterberg is in 1893 gestart als piano- en orgelhandel en verwarming- en ventilatiegroothandel Rensa begon in 1953 als handel in onder meer rijwielen en naaimachines. Om te blijven bestaan, is verandering noodzakelijk.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

123


Negentig procent energievoorziening duurzaam in 2050 Gasunie heeft als doel dat in 2050 negentig procent van de energievoorziening duurzaam is. Hieronder rekent het bedrijf ook groen gas, vertelde topman Han Fennema tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres.

elektriciteits- en warmtenetten. De energievoorziening begint of eindigt niet bij de voordeur. Daarom moet je bij het maken van duurzame keuzes op lokaal niveau ook de gevolgen voor de energienetwerken meenemen.” Gasunie maakt zich sterk voor een drastische CO2-reductie in de gebouwde omgeving. Naast isolatieprogramma’s “Voor de verduurzaming van de huishoudelijke warmtevoorziening is een stelde hij ‘Gas op maat’ voor. Daarbij is de inzet van hybride slim samenspel nodig tussen gas, stroom en warmte. Gasinfrastructuur warmtepompen een slimme oplossing. “Energie moet veel kan hierbij een verbindende rol vervullen.” efficiënter gebruikt gaan worden en het aanbod duurzame Zijn doel is om voor een duurzame, betrouwbare en betaalbare energie, waaronder groen gas, moet sterk toenemen. energievoorziening te zorgen. Fennema benadrukte het belang van samenwerken met een open houding, waarbij de route naar een duurzame Doordat gas, warmte en elektriciteit goed samenwerken, warmtevoorziening de uitkomst van een gezamenlijk proces is. "We moeten kan de duurzaam opgewekte energie volop worden benut. Groen gas geldt hierbij in gebouwen als back-up als er geen ons realiseren dat de veranderingen niet alleen in of rond deze woningen duurzame elektriciteit beschikbaar is.” plaatsvinden, maar ook gevolgen hebben voor de bijbehorende gas-, en

Smart building: futureproof met geïntegreerde gebouwentechniek Tijdens de renovatie vorig jaar is de Vesteda-toren in hartje Eindhoven (zie foto) onder meer voorzien van uitgebreide domotica. Het gaat hierbij om zowel de buitenkant als de binnenkant van deze luxe woontoren. Hierbij koos projectontwikkelaar Vesteda, tevens eigenaar van deze toren, voor een geïntegreerd deurcommunicatie/domotica-systeem. Dit is zowel centraal als mobiel te bedienen, met een onderlinge onafhankelijkheid van de individuele systemen. Het gaat hierbij om de IPerVoice-opstelling, vanwege de uitgebreide mogelijkheden voor de toekomst en de

kwaliteitsgarantie. Voor de integratie van de deurcommunicatie en woningautomatisering heeft het Eindhovense bedrijf Elbo Technology gezorgd. Op DuurzaamGebouwd.nl verschijnt een uitgebreid artikel over de toekomst van integrale gebouwentechniek voor woongebouwen en -complexen waarmee deurcommunicatie, toegangscontrole en (camera)beveiliging centraal beheerd kunnen worden.

Duurzaam systeem voor parkeren op daken Bij gebrek aan ruimte op de grond kunnen ook platte daken fungeren als parkeerplaatsen. Het demontabele Pardak-systeem van Zoontjens bestaat uit tegels en zorgt voor veel stabiliteit. Dit systeem kent drie varianten, die zorgen voor complete oplossingen voor licht, normaal of zwaar verkeer op het parkeerdak. Het systeem vangt de bewegingen in de onderconstructie op, spreidt de krachten bij het berijden, reduceert contactgeluiden en zorgt voor een optimale waterafvoer. Pardak is ook geschikt bij renovatie, waarbij het project in fases uitgevoerd kan worden. Na de installatie kunnen auto’s direct over het parkeerdak rijden.

124

februari 2016 | duurzaam gebouwd


Korte berichten uit de markt

Officiële lancering Bouwcampus Half januari beleefde De Bouwcampus de officiële lancering, met ruim 400 genodigden uit de hele bouwsector. Het thema van dit lanceringsevent was De Volgende Verdieping, genoemd naar de strategische route die De Bouwcampus voor de komende periode neemt. De Bouwcampus is een ontmoetingsplaats in Delft waar partijen samen innovatieve oplossingen creëren voor vraagstukken op het gebied van leven, wonen en werken.

Themakaart Bouw Een van de eerste concrete stappen naar De Volgende Verdieping is de Themakaart Bouw, die tijdens de lancering werd overhandigd aan de minister Stef Blok van Wonen & Rijksdienst en minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur & Milieu. Deze themakaart is het resultaat van intensieve denksessies over de belangrijkste technologische innovaties en de maatschappelijke veranderingen die de bouwsector kan verwachten. Vanuit de gezamenlijke denkkracht van meer dan vijftig opdrachtgevers, opdrachtnemers en kennisinstellingen wijst Themakaart Bouw op de belangrijkste thema’s en de praktische innovaties die hiervoor vereist zijn. Daarnaast ondertekenden beide ministers, net als een groot aantal belanghebbenden, de marktvisie en de leidende principes (zie foto), onder toeziend oog van de hele sector. Dit betekent dat zij het nieuwe samenwerkingsmodel met bijbehorende gedragscodes helpen uitrollen.

Gedragen door kennisinstituten en marktpartijen De Bouwcampus is een initiatief van Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland, Rijksvastgoedbedrijf Nederland, Gemeente Rotterdam, Gemeente Delft en de TU Delft,

namens 3TU. Het wordt gedragen door de overheid, kennisinstituten, studenten, startups en tientallen marktpartijen, zoals de Koninklijke BAM Groep, Besix, TBI Holdings en vele anderen. De missie is om vernieuwing en innovatie in de bouw te versnellen en nieuwe vormen van samenwerking te stimuleren. Het thema De Volgende Verdieping verwoordt de stap die de sector gaat maken door krachten te bundelen en vanuit één breed perspectief vooruit te blikken op de toekomstige uitdagingen en vraagstukken van Nederland. De Bouwcampus telt twaalf vaste bewoners die allen ondersteunend zijn aan de sector, waaronder het Center for People and Buildings, COB, SBRCURnet, Building Changes, Post Academisch Onderwijs (PAO) en het BIM Loket. Alle partijen uit de bouwketen, inclusief de eindgebruiker, zitten aan de tekentafel. Samen kunnen zij over de grenzen van de sector heen kijken en een gedeeld perspectief ontwikkelen op de vernieuwingsagenda.

Kamp: ‘Eind aan fossiele brandstoffen’ Om een CO2-arme energievoorziening te bereiken, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is, zoekt minister Henk Kamp van Economische Zaken nog meer het dialoog met burgers, bedrijven, kennisinstellingen, andere overheden en maatschappelijke organisaties. Dat staat in het Energierapport 2016, dat Kamp half januari presenteerde. Het kabinet houdt vast aan de afspraak dat de CO2-uitstoot in 2030 met 40% en in 2050 met 80% tot 95% moet zijn teruggedrongen. Alle nu bekende CO2-arme energiebronnen en technologieën zijn nodig om dit doel te bereiken, maar met name

energiebesparing, duurzame warmte, biomassa, schone elektriciteitsproductie, afvang en opvang van CO2 spelen de komende jaren een belangrijke rol in de energietransitie. “In de toekomst zullen er CO2-arme energiebronnen en technieken zijn, die we nu misschien niet kennen”, vertelde Kamp. “Daarom zet het kabinet de komende tijd krachtiger in op innovatie. Dit is niet alleen cruciaal om het doel van een volledig duurzame energievoorziening in 2050 te bereiken, maar biedt ook kansen om het verdienmodel van de economie te kunnen versterken en de kosten van duurzame energie omlaag te brengen.”

duurzaam gebouwd | februari 2016

125


Duurzaam Gebouwd Colofon

Partnerships en Commercie

Marketing & Events

Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.

Pieter Fritz, Senior Adviseur E: fritz@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 25 13 91 55

Nicol Levers Medewerker Marketing & Events E: levers@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Uitgeverij / redactieadres DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp T: +31 (0)85 273 59 70

Redactie Tijdo van der Zee, eindredactie Tim van Dorsten, Redactie E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 33 werkten mee: Erik Alsema, Thomas Bögl, Marieke Buijs, Marc Dorleijn, Geurt Donze, Kor Foekens, Frank Hanswijk, Peter-Jack Hiddema, Tom de Hoog, Remco Kerkhoven, John Lens, Esther Roth, Piet Scheerhoorn, Wilma Schreiber, Liobe Stelloo, Gerrit Tenkink, Robert Tjalondo, Harm Valk, Ton Verheijen, Frits van Wolveren.

Jeroen Titalepta, Relatiemanager E: titalepta@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 50 71 29 32 Dave Refoealoe, Senior Adviseur E: refoealoe@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 13 36 65 Jaap Kries, Adviseur E: kries@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 02 12 05 Dirk van Gemert, Relatiemanager E: vangemert@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 02 12 06

Directie Richard Klein MBA E: klein@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 68 78 Wietse Walinga E: walinga@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 69 06

Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentie-wezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. © DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689

126

februari 2016 | duurzaam gebouwd

Bibianne Kerkhoff Marketeer E: kerkhoff@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 15 36 24 10 Kirsten van Trooijen, Junior Marketeer E: vantrooijen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Barbara Berkelaar Medewerker Marketing & Events E: berkelaar@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 18 26 18 Lisa Hogervorst, Stagiaire E: hogervorst@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Website www.duurzaamgebouwd.nl

Verspreiding DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl

Opmaak en druk Real Concepts BV, Velp

Foto cover Hollandse Hoogte


MAKING THE BEST BETTER solid-air.nl

De hoogste standaard in goed geklimatiseerde ruimtes

Klimaatplafonds van Solid Air Solid Air ontwikkelt en produceert klimaatplafonds in haar eigen fabriek en biedt daarmee onbegrensde mogelijkheden bij het ontwerpen van uw klimaatplafonds. Met klimaatplafonds van Solid Air kunt u oneindig variëren in samenstelling. Naast de integratie in standaard systemen, zoals bijvoorbeeld een bandraster- of een cassettesysteem, kan het metaalplafondsysteem worden toegepast in o.a. plafondeilanden, een ‘trapezium’ en/of ‘gewelfd’ plafond.

Ook verticale en schuine toepassingen zijn mogelijk en combinaties met andere plafondtypes geven nieuwe mogelijkheden in kleur, materiaal en kosten. Belangrijkste eigenschappen: Uitstekende koel- en verwarmingscapaciteit Hoogste comfort klasse A conform EN 7730 Koelend vermogen: 55-90 W/m2 Verwarmend vermogen: 80-140 W/m2 Energiezuinig Flexibel in ontwerp Gunstige EPN

Uitsluitend werken met de beste materialen. Jarenlange ervaring met passie voor het vak. Zó ontstaat een schitterend eindresultaat. Al meer dan 36 jaar garandeert Wédéflex de allerhoogste kwaliteit.

Solid Air® maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. De groep omvat een internationaal actieve organisatie die bestaat

Dat kunnen we alleen door samen te werken met échte vakspecialisten: Onze Wédéflex Established Dealers. Want door elkaar steeds opnieuw te inspireren en te versterken, zijn we in staat het beste nog beter te maken.

uit de bedrijven Solid Air® (luchtbehandeling, luchtverdeeltechniek, brandwerende producten en klimaatplafonds) , Velu®

Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl

Klimaattechnische Groothandel, Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage) en Nijburg® Products (productie/fabricage).

• Luchtbehandeling •

Klimaatplafonds

Luchtverdeeltechniek

Brandwerende producten

Koelconvectoren

72

Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch

februari 2015 |Telefoon: duurzaam073 gebouwd - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl


Van toegevoegde waarde in elk bouwproces

BOUWSOFTWARE VAN ONTWERP TOT OPLEVERING Duurzaam Gebouwd # 33 | februari 2016

Uittrekken

Begroten

Plannen

Ontwerpen

BIM

Detailleren

Combineren

Controleren Communiceren

Jeremy Rifkin: ‘Er komt een super Internet of Things!’

Produceren

# 33 | februari 2016 Construsoft ondersteunt al 20 jaar de bouw en GWW met oplossingen voor engineering, calculeren, planning, productie en uitvoering. We zijn experts in software voor virtueel bouwen en ondersteunen als partner van Trimble Buildings aannemers, ingenieurs en onderaannemers bij de implementatie van CAD en BIM. Onze expertise hebben we opgedaan in de vakgebieden van staal, hout (HSB) en (prefab)beton. Kijk op construsoft.com of bel 0316 200 000 voor meer info.

Klimaattechniek

Gezonde gebouwen

Met onder meer ‘Nul-op-de-Meter binnen handbereik’, het bedrijfsgebouw Plus Ultra op Wageningen Campus en Thomas Bögls marktvisie ‘Op naar Total Value for Society’.

Met onder meer een interview met DWA-directeur Jaap Dijkgraaf ‘Een gezond gebouw is aanpasbaar en flexibel’ en het projectartikel over verpleeghuis Klevarie ‘Verpleeghuis met huiskamergevoel’.

Nieuwe toetreders veroveren energiemarkt 1,5 miljoen Nederlandse oude gebouwen verduurzamen Vechterweerd past perfect in Sallands landschap


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.