Duurzame Scholen Magazine 2

Page 1

Duurzame Scholen Magazine November 2015

/ Duurzame Scholen

#2

De schakel tussen probleem en oplossing

“We zijn in staat om veertig jaar vooruit te kijken”

Max Hoefeijzers, Frank van Esch en Ben Sanders van scholencoöperatie BreedSaam

In dit nummer: ‘Nederlands duurzaamste onderwijsgebouw is ook aardbevingsbestendig’

Energieneutrale school is geen utopie

Architecte Jeanne Dekkers: ‘Duurzaamheid krijg je vaak gratis’


Authorized dealer

In dit nummer Bredase schoolbesturen delen verantwoordelijkheid

Pagina 12

Elf schoolbesturen in het Bredase primair onderwijs hebben de handen ineen geslagen en een coöperatie opgericht, waarin de belangen op gebied van huisvesting voor alle scholen behartigd worden: BreedSaam. In oktober 2014 hebben ze hun handtekeningen onder het contract gezet. “Door deze doordecentralisatie tonen we nu al concreet aan dat het investeringsvolume met veertig procent is toegenomen.”

‘Nederlands duurzaamste onderwijsgebouw is ook aardbevingsbestendig’ Onverwacht hebben de architectenbureaus Broekbakema en PvanB zich in korte tijd het aardbevingsbestendig ontwerpen eigen moeten maken en moeten toepassen op ontwerpen die al klaar waren. Hierdoor zijn de Energy Academy Europe – Nederlands duurzaamste schoolgebouw in wording – en het EnTranCe-gebouw op de Zernike Campus in Groningen aardbevingsbestendig, met behoud van hun oorspronkelijk ontwerp.

Pagina 18 Duurzaam bouwen en renoveren

Green Deal geeft scholen duwtje in de rug

Individueel koelen en verwarmen gecombineerd met het lage energiegebruik door de hoge prestaties maken het City Multi VRF R2-systeem de beste klimaatinstallatie voor iedere bouw of renovatie.

Stars Wars was de inspiratiebron van het nieuwe hoofdkantoor van softwarebedrijf Decos in Noordwijk. Het pand en de inrichting ogen niet alleen futuristisch, ook de werkomstandigheden zijn optimaal. Het Nieuwe Werken is voor vrijwel alle werknemers doorgevoerd. En uiteraard is ook aan het binnenklimaat bijzondere aandacht besteed.

2 | november 2015 | Duurzame Scholen T 078 - 615 00 00

E INFO@ALKLIMA.NL

I WWW.ALKLIMA.NL

Pagina 52

In Nederland staan circa 9.000 schoolgebouwen, de meeste met een slecht binnenklimaat. Ook de energetische kwaliteit laat te wensen over: zes procent van de scholen heeft een energielabel, waarvan 75 procent een label C of lager en 25 procent een label G. Beide factoren leiden tot slechtere leer- en werkomstandigheden en onnodige exploitatiekosten. De Green Deal Scholen moet daarin verandering brengen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

3


/ INHOUD De BinnenklimaatWand, voor een stimulerende, comfortabele leeromgeving Advertise onuitputtelijke grondstoffen

brandwerend

snel te monteren

geluidwerend

schroefvast

thermisch isolerend

dubo

6

Nieuws

9

Column Lisa Wade

10

Bredase schoolbesturen delen verantwoordelijkheid

16

‘Nederlands duurzaamste onderwijsgebouw is ook

aardbevingsbestendig’ Het gebruik van verantwoorde bouwproducten voor gezond leren, werken en wonen raakt meer ingeburgerd. Er wordt vaker doordacht en bewust gekozen voor ecovriendelijke bouwmaterialen. In een schoolgebouw kunnen duurzame en damp-open binnenwandsystemen bijdragen aan energiebesparing en een optimaal binnenklimaat. Milieuvriendelijke wanden van Faay passen daarom heel goed binnen het streven naar frisse, stimulerende onderwijsgebouwen.

Gezonde binnenlucht, energiebesparing en een betere akoestiek zijn mogelijk met de damp-open BinnenklimaatWand van Faay. Deze wand wordt samengesteld uit panelen die een vlasvezelkern hebben met aan weerskanten een houtvezelplaat van 20 mm. De wand kan afgewerkt worden met een natuurlijke afwerklaag, zoals stuc of leem.

Akoestisch en thermisch comfort Door de damp-open constructie en de natuurlijke afwerklaag van stuc of leem, zorgt deze wand voor een goede vochtregulering en biedt het een aangenaam binnenklimaat. Dat betekent: hogere concentratie, betere prestaties,

Een gezonde en comfortabele omgeving laat leerlingen en docenten zich beter concentreren en zo optimaal presteren.

minder overdracht van ziektekiemen. En ook: een beter thermisch klimaat, in alle seizoenen. Daarnaast zorgt de BinnenklimaatWand ook voor thermisch comfort. Er zijn twee manieren van isoleren: de kou buiten of de warmte binnen houden. Damp-open isolatie doet allebei. De grote warmteopslagcapaciteit voorziet in een binnenklimaat waarvan de temperatuur gelijkmatiger en constanter is. De isolatie fungeert als warmtebuffer én houdt de kou buiten. Ook geeft de BinnenklimaatWand een hoger akoestisch comfort. De wand vermindert galm en dempt buitengeluiden.

100% duurzaam De ecologische BinnenklimaatWand is een prachtige aanvulling op het milieuvriendelijke assortiment van Faay, een bedrijf dat bekendstaat om zijn duurzame bouwproducten.

De BinnenklimaatWand is immers 100% duurzaam qua grondstoffen, productieproces en hergebruik. De wand is zeer geschikt voor toepassing binnen luchtdicht bouwen, waar regulering van het binnenklimaat verplicht is. Ook scholen, zorginstellingen en woningen kunnen dus van de voordelen van de BinnenklimaatWand profiteren.

De ecologische BinnenklimaatWand met een afwerking van leem draagt bij aan een aangenaam binnenklimaat en geeft een frisse en aangename beleving. Intensief gebruik Belangrijk is dat een onderwijsinterieur duurzaam is. Daarnaast moet een school een (visueel) stimulerend, aangenaam en veilig interieur bieden, dat ook bestand is tegen intensief gebruik. De wand- en plafondsystemen van Faay beantwoorden aan ál deze wensen. Niet voor niets worden Faay-wanden bijzonder veel gebruikt bij de nieuwbouw, verbouw en renovatie van onder meer onderwijsgebouwen! Bel voor meer informatie 0347-37 66 24 of kijk op www.faay.nl.

22

‘Schoonmaak in huis, twintig procent goedkoper uit’

24

Duurzame hygiëne drukt ziekteverzuim

27

Van speeltoestel naar speelaanleiding

30

Handleiding voor inrichten groene schoolpleinen

32

Betrokkenheid van gebruikers sleutel voor

schoolverduurzaming 36

Jeanne Dekkers: ‘Duurzaamheid krijg je vaak gratis’

40

Klooster voor de nieuwe generatie

43

Snel en flexibel inspelen op onderhoudsactualiteit

46

Scholenbouwatlas neemt bestuurder bij de hand

50

Green Deal geeft scholen duwtje in de rug

54

Installatiearm scholencomplex in stimulerende omgeving

56

(Ver)nieuwbouw voor een gezonde groene school

60

Energieneutrale school is geen utopie

65

Doorgeefcolumn: Rinda den Besten

66

Nieuwe projecten

70

Eerste gecertificeerde passiefschool van Nederland

75

Duurzame investering verdient zich terug

81

Zonder goede akoestiek geen goed onderwijs

84

School zonder energierekening

87

Nieuws Duurzame Scholen | november 2015 |

5


/ NIEUWS

De leeromgeving van de toekomst

Toekomstbestendige spreiding kindvoorzieningen In het kader van de ‘Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling

Gispen en Mecanoo architecten zijn een samenwerking aangegaan om een bijdrage te leveren aan een hoger niveau van onderwijs voor iedereen. In een optimale, inspirerende leeromgeving kunnen zowel docenten als studenten het maximale uit zichzelf en elkaar halen.

Studenten kunnen op verschillende plekken leren en werken.

Deze samenwerking heeft de ambitie de leeromgeving van de toekomst te ontwikkelen: dynamisch, open en mensgericht. De bedrijven bundelen hun expertise om verbetering van het onderwijs mogelijk en toegankelijk te maken voor iedereen. Nog dit jaar lanceren zij een pilotomgeving, om het innovatieve concept te testen en verder te ontwikkelen. Paul Ketelaars, partner en architect bij Mecanoo: “Met de samenwerking verdiepen we bijvoorbeeld onze kennis over leeromgevingen, waarin meerdere activiteiten tegelijkertijd kunnen plaatsvinden zonder dat deze ruimten generiek worden. Diversiteit, personalisatie en het specifieke doel van de verschillende activiteiten staan centraal. Leeromgevingen waar creativiteit, innovatie en identiteit alle ruimte krijgen en waar studenten endocenten ideeën en inspiratie kunnen uitwisselen, bieden een basis voor een leven lang leren.

PO en VO’ is Aeijolt Keuning van adviesbureau BCN-Drachten gevraagd het proces van regionale samenwerking te begeleiden in de gemeente Tytsjerksteradiel. In opdracht van deze gemeente doet BCN-Drachten momenteel onderzoek naar een toekomstbestendige spreiding kindvoorzieningen in de Friese gemeente. Voor dit onderzoek bestaan diverse redenen, zoals ontgroening en krimp, leegstaande lokalen in diverse schoolgebouwen, dalend aantal leerlingen, verouderde schoolgebouwen die niet meer voldoen aan de huidige onderwijsconcepten, invoeren continurooster, verlengde schooldagactiviteiten, krimpende budgetten vanuit het

rijk en veranderende wet- en regelgeving. De speerpunten hierbij zijn het bedenken van een passende aanpak, bekijken welke mensen te benaderen, interactieve rondetafelbijeenkomsten en het onderzoek laten inbedden in de dorpen. Dit onderzoek heeft als doel om op grond van een rapport met bevindingen en aanbevelingen verdere stappen te nemen om daadwerkelijk te komen tot een evenwichtige toekomstbestendige spreiding van kindvoorzieningen in de gemeente Tytsjerksteradiel.

In Duurzame Scholen Magazine #3, dat in het voorjaar van 2016 verschijnt, komt dit onderzoek uitgebreid aan bod.

Transparant en duurzaam onderwijsgebouw in Utrecht DBME-opdracht nieuwbouw

Update PVE Frisse Scholen 2015

MFC Atria Vastgoedspecialist HEVO gaat de nieuwbouw begeleiden van het multifunctionele complex Atria in Leusden. Een ambitieus project, mede omdat het een Design, Build, Maintain, Energy (DBME)-project betreft, met een looptijd van twintig jaar na oplevering. Opdrachtgever Stichting Voila uit Leusden heeft de ambitie om de basisscholen De Klimrakker, De Bongerd en De Vallei onder te brengen in een nieuw multifunctioneel complex (MFC) op de locatie waar nu de twee laatstgenoemde scholen zijn gehuisvest. Daarnaast biedt het MFC plaats bieden aan een gymzaal, kinderopvang en buitenschoolse opvang. De overeenkomst die Voila is aangegaan, beslaat naast het ontwerp en de realisatie ook het technisch onderhoud en het energieverbruik van het MFC voor een periode van twintig jaar na de ontwerp- en bouwfase. HEVO verzorgt het project- en contractmanagement, organiseert de architectenselectie en de aanbestedingen en stelt de vraagspecificatie op. De bouw gaat in november 2015 van start.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een update gepubliceerd van Het Programma van Eisen Frisse Scholen. Deze ‘september 2015’-versie onderscheidt de prestatie-eisen voor energie voortaan naar tussen eisen voor nieuwbouw en eisen voor de bestaande bouw. Verder is voor nieuwbouw voor klasse C de energielabel-eis vervangen door de EPC-eis overeenkomstig het Bouwbesluit. Voor de bestaande bouw is een (totaal)eis ten aanzien van het energielabel opgenomen (Klasse C: label C, Klasse B: label B en Klasse A: label A) en zijn er (deel)eisen opgenomen ten aanzien van de gebouwschil, de ventilatie, verwarming, koeling en verlichting. Verder zijn aan deze update meerdere punten toegevoegd: de toelichting ten aanzien van de eisen (energie, lucht, temperatuur, licht en geluid), de invulformulieren voor nieuwbouw en bestaande bouw, de relatie met kwaliteitskader huisvesting en de relatie met GPR Gebouw.

Het Programma van Eisen is te downloaden via RVO.nl:

6 | november 2015 | Duurzame Scholen

http://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/ gebouwen/frisse-scholen/tools-voor-frisse-scholen

Foto: Bert Spiertz

Begin november vond de officiële opening plaats van het Victor J. Koningsbergergebouw op het Utrecht Science Park. Van dit transparante en duurzame onderwijsgebouw maakten studenten en docenten van de faculteiten Geowetenschappen, Bètawetenschappen en Geneeskunde van de Universiteit Utrecht al een tijdje gebruik. In opdracht van de universiteit gold duurzaamheid als uitgangspunt in het ontwerp van Ector Hoogstad Architecten. Zo beschikt dit gebouw over energiezuinige ledverlichting en bewegingsdetectie. Daarnaast laat de transparante gevel met lamellen wel licht door, maar houdt het warmte binnen. Samen met andere maatregelen, zoals het gebruik van warmtekoudeopslag, een restwarmte-energiecentrale, zonnepanelen op het dak en doordacht materiaalgebruik, is het onderwijscentrum gebouw met het oog op de toekomst. Medewerkers en studenten kunnen zelf ook bijdragen aan een duurzaam gebruik van het gebouw. In het kader van de pilot afvalscheiding EcoSmart zijn de afvalbakken voorzien van compartimenten voor papier, plastic, gft en restafval. Het Victor J. Koningsbergergebouw heeft 17 practicumruimten, 5 pc-zalen voor zelfstudie, 300 studieplaatsen, 3 collegezalen en horeca. De collegezalen bieden ruimten aan respectievelijk 150, 200 en 230 studenten. Onder deze zalen is een stalling voor 1.650 fietsen. De naamgever van dit nieuwe gebouw is een Utrechtse bioloog, die in de Tweede Wereldoorlog als eerste hoogleraar opkwam voor joodse collega’s die van de universiteit werden verbannen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

7


EduComfort

Voor een gezonde leeromgeving

Decentrale schoolventilatie-unit ErP 2018 Ready

NIEUW Frisse Scholen Klasse B

Te beheren op afstand Inbouw en opbouw

/ COLUMN

Zoektocht In mijn zoektocht naar de meest

Lisa Wade, Radio- en televisiepresentator

duurzame school voor mijn dochtertje stuitte ik op De Werfklas. Terwijl iedereen me voor gek verklaarde, omdat ik bereid was om voor deze school naar Culemborg te verhuizen, bleef het toch door mijn hoofd spoken: www.nedair.nl

waarom begin ik zelf geen kleinschalige onderwijsvernieuwende duurzame school? Niet al te ver van Amsterdam en midden in de natuur. Met een molen vlakbij waar kinderen kunnen zien hoe graan wordt gemalen, een imker waar bijen honing maken en water om in te zwemmen en op te varen. In ons eigen dorp bleek het allemaal beschikbaar. De plas naast ons huis droeg ook nog eens de inspirerende naam De Wijde Blik. Ik ontmoet Florien. Zij is vrije-schooldocente met eenzelfde droom en woont toevallig een dorp verderop. Ze leeft in een yurt, een ronde nomadetent van natuurlijke materialen als hout en wolvilt. Ik doe mijn schoenen uit bij de ingang en stap een warme ruimte binnen, die me lijkt te omarmen. Ik zie meteen al voor me hoe de kinderen hier hout binnen brengen voor de houtkachel en zelf de ruimte warm stoken. Ik zie al een rek staan voor de laarsjes en haakjes voor de regenbroeken. Ik zie voor me hoe we op een zomerse dag met de leerkrachten, ouders en kinderen samen de yurt opbouwen. Buiten leggen we een biologische moestuin aan en bouwen verblijven voor de dieren. Nieuwsgierig naar de uitwerking van de yurt op kinderen neem ik Simcha mee naar Texelse duinen. Daar ervaar ik hoe zij in een yurt helemaal tot rust komt. Ik ga naar een theatervoorstelling in een yurt en zie een stel kleuters zacht landen. Steeds meer ben ik er van overtuigd dat dit de perfecte duurzame ruimte is om met onze school in te beginnen. We worden benaderd door Kennisland, dat werkt aan maatschappelijke vernieuwing.

8 | november 2015 | Duurzame Scholen

Foto: Rutger Geerling Ze zoeken nieuwe schoolinitiatieven in de gemeente Amsterdam, die het onderwijsaanbod verrijken. Veel van de in de toekomst verwachte leerlingen kunnen we op onze school niet herbergen, maar we kunnen wel iets unieks toevoegen. Dus we doen mee. We vertellen over ons schooltje met echt kleine klassen, zodat de leerkracht de tijd heeft voor ieder kind. Over ervaringsgericht leren en over heel veel buiten zijn. Over hoe de kinderen geen cijfers krijgen, maar portfolio’s hebben waarin ze hun unieke ontwikkeling en groei bijhouden. Dat hun eigen initiatieven aan bod komen. Zodat ze kunnen worden wie ze willen zijn en zo hun bijdrage kunnen leveren aan de wereld van morgen. Met ons kleine initiatief krijgen we onverwacht meer dan duizend stemmen en belanden we zelfs in de top-5. Honderden mensen willen lid worden van onze Facebook-pagina. Veel ouders vragen of ze hun kind al kunnen inschrijven. Natuurlijk zijn we er nog lang niet. We zoeken nog een concrete plek en moeten de gemeente benaderen. Want er zijn regels. En er zijn dromen. Ondertussen zoeken we mensen met kennis, met middelen en mensen die hun handen uit de mouwen willen steken. Hopelijk vertel ik in een volgende column dat we met elkaar een klein duurzaam wondertje hebben laten gebeuren.

Duurzame Scholen | november 2015 |

9


/ COÖPERATIE BREEDSAAM BESTAAT EEN JAAR

/ HOOFDARTIKEL

Bredase schoolbesturen delen verantwoordelijkheid Tekst: Gerrit Tenkink

Beeld: Robert Tjalondo

Elf schoolbesturen in het Bredase primair onderwijs hebben de handen ineen geslagen en een coöperatie opgericht, waarin de belangen op gebied van huisvesting voor alle scholen behartigd worden: BreedSaam. In oktober 2014 hebben ze hun handtekeningen onder het contract gezet. “Door deze doordecentralisatie tonen we nu al concreet aan dat het investeringsvolume met veertig procent is toegenomen.”

Objectieve nulmeting

D

gevallen weet een school dat er over acht jaar weer krimp komt. Maar pakte je het geld niet aan, dan verdween het in de algemene middelen. Ieder schoolbestuur pakte dus aan waar het recht op had, of het nu nodig was of niet. Dat geld kan niet op een andere manier worden ingezet. Dat is natuurlijk een absurde situatie. Nu we het geld in eigen beheer hebben, kunnen we een veel eerlijker verdeling maken. In plaats van noodlokalen maken we nu bijvoorbeeld gebruik van wissellocaties. De openbare school heeft ruimte nodig en die ruimte is drie straten verderop in de wijk beschikbaar bij de katholieke school. Dat wordt op elkaar afgestemd en beide scholen zoeken naar een oplossing. Vroeger was die samenwerking ondenkbaar. Scholen hebben nu onderling veel meer behoefte om mee te denken bij de problemen van een ander, omdat sprake is van het gemeenschappelijk beheer van de portemonnee.”

e elf schoolbesturen hebben 68 scholen, gevestigd in 85 schoolgebouwen onder hun hoede. Het betreft hier openbaar en bijzonder onderwijs voor scholen van zowel basis- en speciaal onderwijs. In totaal geven deze scholen les aan 16.000 kinderen uit Breda en de directe omgeving. Ben Sanders is binnen de coöperatie verantwoordelijk voor bouwprojecten en Frank van Esch vervult de taak van penningmeester binnen het dagelijkse bestuur van de coöperatie. Beide heren zijn afgevaardigde van één van de elf schoolbesturen. Max Hoefeijzers is aangesteld als onafhankelijk voorzitter van de coöperatie. Hoefeijzers heeft een eigen onafhankelijk adviesbureau (Hoefeijzers Advies) en is dus niet rechtstreeks verbonden aan één van de schoolbesturen.

Grote rol voor politiek In Breda was voorheen de situatie niet anders dan elders in het land. Schoolbesturen stapten met hun plannen naar de gemeente en zij bepaalde wie op welk moment recht had op gelden voor nieuwbouw of renovatie. Uiteraard speelde politiek daarbij ook een grote rol. “Een van de problemen was dat scholen wel recht hadden op capaciteitsuitbreiding, maar niet op bijvoorbeeld renovatie”, vertelt Sanders. “Groeide je school, dan zat je er warmpjes bij. Maar bleef het leerlingenaantal gelijk of werd de school kleiner, dan was er geen geld. Buiten het reguliere bedrag om, voor verbouwingen of aanpassingen van het gebouw, ook al was dit noodzakelijk. Er was dus grote ontevredenheid bij veel school besturen.” Hij vindt dat het claimrecht ineffectief is. “Het is vreemd dat je recht op geld hebt om uit te breiden, onafhankelijk of je het nu nodig hebt of niet. In sommige

10 | november 2015 | Duurzame Scholen

Van links naar rechts: Max Hoefeijzers, Frank van Esch en Ben Sanders. “Wij zijn autonoom. De gemeente heeft een flinke stap teruggedaan.”

Zwartboek met problemen Om de problemen inzichtelijk te maken stelden de schoolbesturen een zwartboek op. Van Esch: “In dat zwartboek hebben we vastgelegd wat we aan gebouwtechnische problemen tegenkwamen, maar we zijn ook de onderwijstechnische problemen gaan vastleggen. Het moderne onderwijs vraagt namelijk ook een andere indeling van het schoolgebouw. Bijvoorbeeld meer en kleinere kantoorruimtes voor individuele lessen en meerdere werkplekken waar kinderen in groepjes kunnen werken. Al deze punten op papier maakten het voor de politiek ook inzichtelijk dat het anders moest.”

Aan de hand van dit zwartboek legden de elf schoolbesturen in 2010 een visie neer bij het toenmalig college van burgemeester en wethouders in Breda. Met als belangrijkste punten: ‘We willen kwalitatief goed onderwijs geven, maar dat kan alleen als ook de schoolgebouwen van goede kwaliteit zijn. Ieder schoolbestuur, onafhankelijk van grootte, heeft één stem. Er wordt dus niet gekeken naar leerlingenaantallen of het aantal vierkante meters schoolgebouw.’ Hoefeijzers beschrijft de intensieve periode, die volgde met veel overleg, droogzwemmen en overleg in werkgroepen. “Het bestuur, maar ook de ambtenaren zagen het belang in van een eerlijkere verdeling van de financiële middelen. Het scheelde natuurlijk dat de schoolbesturen het eens waren. Na diverse werkgroepen zijn we uiteindelijk concreet aan de slag gegaan door een onafhankelijk bureau een objectieve nulmeting te laten maken. Wat is de staat van

Max Hoefeijzers is eigenaar van Hoefeijzers Advies en bestuurslid van BreedSaam.

Duurzame Scholen | november 2015 |

11


/ HOOFDARTIKEL Energiemanagement en gebouwbeheersysteem in één!

onze schoolgebouwen? Je moet natuurlijk wel weten waarover je praat. Uiteindelijk sprak de politiek zich, op één partij na, uit voor de gemeenschappelijke aanpak, die wordt geleid vanuit de coöperatie.”

Transparantie schept duidelijkheid Uiteraard is het dan nog wel de vraag wat eerlijk is en wat niet. Ondanks gemaakte afspraken blijft iedere school toch zijn eigen belangen houden. Volgens Van Esch schept vooral de transparantie veel duidelijkheid. “Er is een financieel protocol opgesteld. Op ambtelijk niveau is er een maandelijks contact met onze account manager. Op bestuurlijk niveau leggen we twee keer per jaar verantwoording af. Die openheid en transparantie zorgt het ervoor dat je het vertrouwen van de politiek en het ambtelijk apparaat behoudt, maar ook dat je eigen leden weten wat er gebeurt. Daarnaast is de gelijkheid binnen de coöperatie van belang. Het feit dat ieder schoolbestuur - onafhankelijk van de grootte - één stem heeft, zorgt ervoor dat ook de kleinere besturen zich gehoord voelen.”

Bespaart energie!

In oktober 2014 werd de definitieve handtekening onder het contract gezet. Zo’n jaar na dato kijken de heren tevreden naar de zaken die in gang zijn gezet. “We kunnen schoolbesturen toezeggingen doen die anders nooit waren waargemaakt”, zegt Van Esch. “Een mooi voorbeeld is een schoolgebouw uit 1916. Dat was nodig toe aan renovatie, maar gezien de leerlingenaantallen zou dat bij het oude system nooit gelukt zijn. Nu hebben we daar geld voor vrij weten te maken.” Hij geeft aan dat er veertig procent meer investeringsruimte is ontstaan door het nieuwe systeem. “Het gemeentelijk huisvestingsbedrijf is ontmanteld en ambtenaren zijn elders ondergebracht. Daarnaast wordt fors bespaard op het aantal uren dat ambtenaren in de oude situatie spendeerden aan overleg.”

Frank van Esch is voorzitter van het college van bestuur van INOS stichting katholiek onderwijs Breda en bestuurslid van BreedSaam.

‘We zijn in staat veertig jaar vooruit te kijken.’

Politieke onzekerheid

Qanteon is de nieuwe definitie van energiemanagement en gebouwbeheer en is ontwikkeld voor technische installaties in kleine en middelgrote gebouwen. Qanteon is een aanvulling op het bestaande Neutrino gebouwbeheersysteem en rekent af met complexe en dure gebouwbeheersystemen. Bovendien, waar voorheen twee systemen voor nodig waren, maar ook twee scholingen, twee in bedrijfstellingen, et cetera, volstaat nu één “Building & Energy Management System”.

VSK 2016, 2 t/m 5 februari, hal 12, stand B054.

12 | april 2015 | Duurzame Scholen

Technologie voor gebouwautomatisering Kieback&Peter Nederland B.V. (0341) 27 80 20 info@kieback-peter.nl www.kieback-peter.nl

Maar, zo schetsen de heren, dat is niet de enige positieve ontwikkeling. “De situatie is een stuk stabieler, omdat we minder afhankelijk zijn van politieke ontwikkelingen”, vindt Sanders. “In de oude situatie had je in het meest gunstige geval één keer per vier jaar een college- en raadswissel en had je als schoolbestuur telkens weer te maken met een nieuwe visie. Nu zijn we daarvan veel minder afhankelijk. En niets is zo vervelend als onzekerheid. Je kunt als schoolbestuur mooie plannen neerleggen voor renovatie of nieuwbouw, maar een nieuwe politieke wind kan zomaar betekenen dat je je plannen weer moest aanpassen. De grilligheid behoort nu tot het verleden. Met dit model zijn we in staat om veertig jaar vooruit te kijken. We hebben het budget opgedeeld in periodes van vijf keer acht jaar. Elke periode kunnen we een vijfde van het budget uitgeven en gaan we met de ambtenaren om tafel om vooruit te kijken naar de komende acht jaar.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

13


/ HOOFDARTIKEL SWITCH TO THE FUTURE

Serie 18

PIR bewegingsmelders en aanwezigheidsmelders 18.51

18.31

18.61

‘Het feit dat ieder schoolbestuur één stem heeft, zorgt ervoor dat ook de kleinere besturen zich gehoord voelen.’ Horizontaal partnerschap Vooruitkijken is lastig. Want hoe bijvoorbeeld moet je als coöperatie inspelen op ontwikkelingen die gaande zijn in de maatschappij. Neem de vraag naar brede scholen of de ontwikkeling van de multifunctionele accommodaties (MFA’s). “Aan veel projecten zit een politieke kleur”, stelt Sanders. “Stel dat de gemeente vindt dat er ergens een brede school moet komen. Ieder onderdeel van het gebouw neemt dan het eigen potje mee. Wij kunnen niet de verantwoording dragen voor de bouw van de bibliotheek, het buurthuis of de kinderopvang. Daar hebben we geen verstand van. Bovendien is bij een aantal van deze partijen sprake van een labiele basis. Neem de kinderopvang: politiek gezien is het hierover nooit rustig. Het ene jaar komt er geld bij, het andere jaar gaat er geld af en worden de centra weer gesloten. Dat geeft veel onrust. Datzelfde geldt voor ouderzorg en culturele instellingen. Bij de opzet van MFA’s en brede scholen kiezen we voor het netwerkconcept en een horizontale benadering. We participeren, maar kunnen niet de verantwoording nemen voor de bouw van het gehele gebouw.”

Comfortabel energie besparen! ● Type 18.31.8.230.0031: bewegingsmelder voor plafonds tot

6 meter of als aanwezigheidsmelder met 3 meter detectiebereik

18.41

● Type 18.41: bewegingsmelder speciaal voor gangen in bedrijven

en hotels etc. Detectiebereik: 30 meter x 4 meter

● Type 18.51: aanwezigheidsmelder met 4 meter detectiebereik

of als bewegingsmelder met 8 meter detectiebereik

FINDER RELAIS NEDERLAND B.V. Dukdalfweg 51 1041 BC AMSTERDAM Tel.: 020 - 615 65 57 Fax: 020 - 617 89 92 finder.nl@findernet.com

14 | november 2015 | Duurzame Scholen

● Type 18.51...0040: als 18.51 met aansluiting voor drukknop en

dynamische lichtcompensatie voor verdere energiebesparing

● Type 18.61: bewegingsmelder voor wandmontage in inbouw-

Ben Sanders is algemeen directeur/bestuurder bij Stichting Nutsscholen in Breda en bestuurslid van BreedSaam.

Landelijke belangstelling

Het is een trend in de samenleving om de verantwoordelijkheid van de overheid over te dragen aan het maatschappelijk middenveld.

Op dit moment is er vanuit het land veel belangstelling voor deze vorm van doordecentralisatie en coöperatie, waarvoor Breda heeft gekozen. Hoefeijzers: “Er zijn gemeenten en schoolbesturen die aan een variant denken. Wij zijn autonoom en hier heeft de gemeente een flinke stap teruggedaan. Er zijn ook varianten denkbaar die uitgaan van een tussenoplossing. Het is een trend in de samenleving om de verantwoordelijkheid van de overheid over te dragen aan het maatschappelijk middenveld. De overheid blijft dan nog slechts een controlerende functie uitoefenen. Dat is hier in Breda gaande, tot zover tot ieders tevredenheid.”

doos met een detectiebereik van max. 18 meter

www.findernet.com Duurzame Scholen | november 2015 |

15


/ PROJECT

‘Nederlands duurzaamste onderwijsgebouw is ook aardbevingsbestendig’ Onverwacht hebben de architectenbureaus Broekbakema en PvanB zich in korte tijd het aardbevingsbestendig ontwerpen eigen moeten maken en moeten toepassen op ontwerpen die al klaar waren. Hierdoor zijn de Energy Academy Europe – Nederlands duurzaamste schoolgebouw in wording – en het EnTranCe-gebouw op de Zernike Campus in Groningen aardbevingsbestendig, met behoud van hun oorspronkelijk ontwerp. Tekst: Tim van Dorsten Broekbakema-architect/directeur Aldo Vos herinnert het zich nog goed. Op 30 september 2014 vond een aardbeving plaats in het Groningse Ten Boer, met 2,8 op de schaal van Richter. “Eigenlijk kunnen we die schaal voor deze bevingen helemaal niet gebruiken”, weet hij inmiddels. “Omdat ze dicht bij de oppervlakte plaatsvinden, is de veroorzaakte impact groter dan de krachtmeting zou veronderstellen.”

‘Om de hoge energie-ambities te realiseren, maakt het gebouw optimaal gebruik maken van natuurelementen.’

16 | november 2015 | Duurzame Scholen

Terug naar de tekentafel Na die laatstgenoemde aardschok volgde de conclusie dat de kans op sterkere bevingen in Groningen mogelijk is. Daarom kregen de architectenbureaus Broekbakema en pvanb van Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en Hanzehogeschool de opdracht terug naar de tekentafel te gaan om de ontwerpen van de Energy Academy Europe en EnTranCe aan te passen. “Dit kwam onverwacht”, legt Vos uit. “We moesten ervoor zorgen dat beide gebouwen bestand zijn tegen krachtige aardbevingen.” En hoewel PvanB architecten uit Groningen komt, had dit bureau hierin ook geen ervaring. “Het definitieve ontwerp van de Energy Academy hadden we net afgerond, toen de vraag kwam om het ontwerp aan te passen. In de zomerperiode hebben we dit ontwerp volledig herzien en aardbevingsbestendig gemaakt.” Bij beide projecten hebben de werkzaamheden hierdoor een halfjaar stilgelegen.

Fundering verstevigen In beide gevallen was dat niet eenvoudig. Zo was de bouw van het EnTranCe-gebouw al begonnen. “Hier hebben we de fundering verstevigd en de constructie aangepast”, vertelt Vos. “Het voordeel van dit gebouw is dat het om een eenvoudige constructie ging.” Dat was niet het geval bij de Energy Academy Europe. “Uit berekeningen bleek dat het hoogste punt van dit gebouw – op zo’n 24 meter – bij een krachtige aardbeving zo’n 6,6 centimeter zou verschuiven. Daarnaast bestond het gebouw uit twee aparte bouwdelen met een atrium ertussen. In overleg hebben beide architectenbureaus samen met constructeur Wassenaar besloten om de twee aparte gebouwen tot één te vormen. “Als beide gebouwen zouden bewegen, gebeurt dit onafhankelijk van elkaar. Door de twee delen constructief aan elkaar te koppelen, worden de bewegingen beter te voorspellen.” De constructieve hoofdopzet en bouwkundige elementen van Energy Academy Europe zijn speciaal ontworpen om mee te bewegen en om de ontstane krachten tijdens een aardbeving op te vangen. “Met name het inbouwen van marges waarbinnen de bouwkundige elementen – zoals kozijnen, glas, plafonds en wanden – kunnen bewegen, is hierbij van belang. Deze toepassingen zorgen samen voor de veiligheid van het gebouw.” Daarnaast zijn de stabiliteitskernen met trappenhuizen, schachten, liften en toiletten vervangen door enkele grote vrijstaande schijven. “Dit voorkomt dat het gebouw kan torderen en dat maakt de bewegingen voorspelbaar.” Om de massa te reduceren, is het beton van de gevel vervangen door hout. Verder was de gevel een vliesgevel, die over meerdere verdiepingen doorliep. “Om de bewegingen op te vangen, hebben we hiervan een elementengevel gemaakt die per verdieping is opgebouwd.”

‘Een ondergronds luchtlabyrint zorgt in de zomer voor koeling en in de winter voor de verwarming van het gebouw.’ Maximaal gebruik van natuurlijke elementen Ondanks al deze aardbevingsbestendige maatregelen is het de bureaus gelukt om de ambities voor de Energy Academy in stand te houden: BREEAM-NL Outstanding, zero-emission en een comfortabel, flexibel ingericht gebouw gericht op ontmoeting en samenwerking. Om dit voor elkaar te krijgen, hebben ze de medewerking gekregen van onder meer de adviesbureaus Arup en DGMR.

“Om de hoge energie-ambities te realiseren, maakt het gebouw optimaal gebruik maken van natuurelementen”, legt Vos uit. “Zo zetten we aarde, water, lucht en zonlicht in als primaire energiebronnen. Daarmee is het gebouw extreem energiezuinig.” Op lange termijn wordt zo fors bespaard op de exploitatielasten. “Een ondergronds luchtlabyrint zorgt in de zomer voor koeling en in de winter voor de verwarming van het gebouw.” Opdrachtgever RUG wilde namelijk een laag energieverbruik van 26 kWh/m². “Verlichting in een gebouw neemt 57 procent van het energieverbruik in beslag, dus veel daglicht in het gebouw helpt om te besparen.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

17


/ PROJECT GOEDKOPER LICHT

Gezonde en energiebesparende LED verlichting zonder te investeren.

Meer financiële ruimte voor onderwijs! GOEDKOPER LICHT = GEZONDE EN ENERGIEBESPARENDE VERLICHTING ZONDER TE INVESTEREN !

Vast bedrag voor gebruik, service en onderhoud! GOEDKOPER LICHT = ZEKERHEID EN GEEN ONAANGENAME VERRASSINGEN

Beter binnenklimaat in alle lokalen! GOEDKOPER LICHT = OUDE TL-VERLICHTING VERVANGEN DOOR DUURZAME LED

Het kost niets meer dan anders! GOEDKOPER LICHT = 65% BESPAREN OP DE ENERGIEREKENING

Goedkoper Licht biedt een verlichtingsservice op basis

gebruik, de service en het onderhoud zijn gegarandeerd

van LED verlichting, waarbij u niet zelf hoeft te inves-

vast gedurende een periode van vijf jaar, waardoor u

teren in de verlichting. De school betaalt alleen een

niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Zo

periodieke vergoeding voor het gebruik van de verlich-

weet u precies waar u aan toe bent en maken we het niet

ting. De school betaalt niet meer dan anders, want de

mooier dan het al is! Wanneer u uw school aanmeldt,

periodieke vergoeding betaalt zich terug uit de bespa-

kunt u een kleine check doen om erachter te komen wat

ringen op energie en onderhoud. De kosten voor het

Goedkoper Licht voor u kan betekenen.

Bel 010 - 30 21 234 of stuur een e-mail naar info@goedkoperlicht.nl voor meer informatie. Kijk ook op goedkoperlicht.nl.

‘Door de twee delen constructief aan elkaar te koppelen, worden de bewegingen beter voorspelbaar’ Glazen schachten in de gevel Het ondergrondse luchtlabyrint en de aanwezigheid van een wintertuin zorgen voor natuurlijke ventilatie. De aanwezigheid van een zonneschoorsteen draagt bij aan de natuurlijke trek van de lucht door het gebouw. “Hiermee regelen we de temperatuur en het CO2-gehalte”, licht Vos toe. “Het labyrint zorgt voor de verwarming of koeling door uitwisseling van de grondtemperatuur. Deze lucht komt via glazen schachten in de gevel naar de ramen in de ruimten van de noordgevel, zodat de toevoer onafhankelijk van de windrichting en de -snelheden gegarandeerd is.” Hoewel de NEN-norm voor aardbevingsbestendig bouwen nog niet definitief is, is de bouw van de Energy Academy Europe inmiddels wel van start gegaan. Niet zo vreemd, volgens Vos. “Als de NEN-norm wordt aangepast, zal dat eerder een versoepeling van een aantal normen betekenen. Dat maakt voor ons ontwerp dus niet uit. Dat is helemaal berekend op de strenge voorwaarden die op dat moment uitgangspunt waren.”

EnTranCe

Onderwijs, onderzoek en ondernemen Medio 2016 verschijnt Energy Academy Europe op de Zernike Campus in Groningen. In dit nieuwe pand, dat als ambitie BREEAM-NL Outstanding heeft, staan drie zaken centraal: onderwijs, onderzoek en ondernemen om de internationale energievoorziening te verduurzamen. Naast opdrachtgever Rijksuniversiteit Groningen komen in dit gebouw ook Hanzehogeschool Groningen, het Energy and Sustainability Research Institute Groningen (Esrig), Energy Valley, het Energy Delta Institute en het onderzoeksinstituut Energy Academy Europe.

‘Het voordeel van het EnTranCe-gebouw is de eenvoudige constructie.’

Het Energie Transition Centre (EnTranCe)-gebouw draagt bij aan de BREEAM-NL Outstanding-certificering. “In dit gebouw doen studenten, onderzoekers en bedrijven praktijkonderzoek op het gebied van (alternatieve) energiebronnen. Om het gebouw te verwarmen wordt gebruikgemaakt van de restwarmte van de proeven in de veldopstelling. De kantoren en onderwijsruimtes staan als losse, houten doosjes in een betonnen casco met daaromheen een kassenbouwgevel. De dozen zijn volledig geklimatiseerd, maar de verkeersruimte heeft een ruw klimaat waardoor ook hier op energie wordt bespaard.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

19


/ ADVERTORIAL

ABC Nova begeleidt van begin tot eind Voor onderwijsinstellingen die rondlopen met nieuwbouwof renovatieplannen is het vaak lastig om de eerste stappen te zetten. Wat kan en wat kan niet? Wat gaat het kosten? Moeten we nieuw bouwen of renoveren? Hoe zit het met subsidies? Waar halen we de juiste architect, installateur of bouwfysicus vandaan? Wat gaan we doen met onze duurzaamheidsambities?

A

BC Nova is een integraal adviesbureau op het gebied van ruimtelijke en bouwkundige projecten. Het bureau heeft vestigingen in Amsterdam, Nieuwegein, Assen en sinds kort in Arnhem. Bij ABC Nova werken zo’n zestig medewerkers. Het bureau heeft uitgebreide expertise bij de huisvesting van onderwijsinstellingen. Simone van den Brink is managing partner bij de Amsterdamse vestiging. “Ons takenpakket is heel breed. We kunnen instappen vanaf de eerste brainstorm, het schrijven van een Plan van Aanpak, het verzorgen van de aanbestedingen, de selectie van de ontwerpende en bouwende partijen, de begeleiding van de bouw tot en met de exploitatiefase. Je ziet dat veel schoolbesturen vergeten om juist die exploitatiefase mee te nemen in het proces. Maar ook daarover zijn afspraken te maken, waardoor je onverwachte (financiële) problemen in die fase kunt voorkomen. We leveren onze diensten op maat vanuit een integrale benadering. We kijken altijd naar het totaalplaatje. Dus niet alleen naar de techniek, maar ook naar het welbevinden van gebruiker en de wensenlijst van de opdrachtgever.”

De intensieve begeleiding en de uitgebreide onderwijsexpertise onderscheidt ABC Nova van andere bureaus. “We zijn transparant, eerlijk en realistisch”, geeft Van den Brink aan. “Dat betekent dat de boodschap niet altijd even leuk is. Een schoolbestuur heeft vaak andere ambities dan de schoolgebruiker. Wij spelen daarin een bemiddelende rol. Het is belangrijk om juist die eindgebruiker mee te nemen in het proces. Wij zien bijvoorbeeld dat scholen meegaan met trends. Neem bijvoorbeeld de Frisse Scholen. Ambitieuze schoolbesturen kiezen vaak voor het hoogste niveau,

20 | november 2015 | Duurzame Scholen

terwijl een stapje lager ook goed is en bovendien financieel aantrekkelijker. Je kunt het geld beter besteden aan goede akoestiek. Dat vraagt een zorgvuldige afweging en veel uitleg.”

Nieuwbouw of renovatie Een ander aspect is bijvoorbeeld de keuze voor nieuwbouw of renovatie. “Een gebruiker is vaak niet in staat om ‘door zijn bestaande schoolgebouw heen te kijken’. Hij ziet alleen de tekortkomingen van het gebouw. Mede in het kader van duurzaamheid zeggen wij: ‘Kijk eerst wat je hebt.’ Vaak kun je bij een renovatie uitstekend voldoen aan hetgeen je wilt bereiken met je onderwijsvisie. Bovendien is renovatie meestal goedkoper. Met het geld kun je dan andere doelen realiseren. Maar je hebt wel iemand nodig die je dat voorrekent.”

Renovatie en herhuisvesting Een mooi voorbeeld van zo’n renovatie is de Hogeschool Utrecht. Frank Uijting, procesmanager en partner bij ABC Nova Nieuwegein begeleidt dat proces, dat in het najaar van 2013 begon. “Van de Hogeschool Utrecht kregen we een renovatie- en herhuisvestingsopdracht. We begeleiden het proces op bestuurlijk en operationeel niveau, waarbij we van diverse gebouwen in de stad teruggaan naar vier gebouwen op het Utrecht Science Park. In ruimte betekent dat we de oorspronkelijke omvang van 180.000 m² met een derde inkrimpen, terwijl het aantal studenten de komende jaren nagenoeg gelijk blijft.” Deels moeten de studenten in de overbruggingsperiode ondergebracht worden in tijdelijke huisvesting.

Het gaat hierbij om drie projecten. “We transformeren daarvoor kantoorpanden naar ruimtes, die geschikt zijn voor onderwijs. Omdat het hier gaat om tijdelijke huisvesting wil je er niet te veel geld aan uitgeven.” De renovatie waarbij ABC Nova betrokken was, biedt ook de nodige uitdagingen. “We renoveren drie gebouwen, waarvan er op dit moment één is uitgevoerd. Zo is een generiek onderwijsgebouw omgeturnd tot een specifiek gebouw met een chemisch laboratorium.” Ook op het gebied van verduurzaming heeft deze hogeschool stevige ambities, waar ABC Nova met al zijn ervaring vanuit de adviserende en begeleidende rol invulling aan geeft. “We hebben het gebouw aan de Heidelberglaan opgeleverd met energielabel A. De schil aangepakt, maar het gebouw tevens voorzien van ledverlichting, zonneboilers, een warmteterugwinsysteem en pv-panelen. Energetisch gezien benaderen we daarmee de prestaties van nieuwbouw.” Ook na oplevering blijft ABC Nova bij het project betrokken. “We sturen op prestaties en hebben afspraken met de bouwende partijen gemaakt dat zij het eerste jaar na oplevering het onderhoud voor hun rekening nemen. Ook die afspraken blijven we monitoren.”

‘Uiteindelijk zijn we zo gekomen tot een indeling waarmee alle partijen tevreden zijn.’

Regionale accenten Ook regionale ontwikkelingen, zoals de aardbevingsproblematiek en bevolkingskrimp in Noord-Nederland zijn actuele ontwikkelingen, waarvoor ABC Nova met opdrachtgevers oplossingen zoekt. Zo begeleidde Eric Zweers, managing partner bij ABC Nova in Assen, de bouw van een onderwijs- en zorgcentrum in Winschoten. “Het ging hier om herbestemming van bestaand vastgoed. In het gebouw moest ruimte worden gecreëerd voor verschillende doelgroepen, van kinderopvang tot en met speciaal voortgezet onderwijs. Ook werd er ruimte gemaakt voor een artsenpolikliniek, een combinatie van 4.000 m² renovatie en 1.000 m² nieuwbouw. Bijzonder aan dit project was de snelheid, waarmee alles gerealiseerd moest worden. De gemeente beschouwde het project met zorg en onderwijs onder één dak als een pilot. Uiteindelijk werd gekozen voor een Design & Build-constructie, juist ook omdat de snelheid van bouwen een belangrijk gegeven was. We hebben het totale proces begeleid, vanaf de initiatieffase tot en met de kwaliteitsbewaking gedurende de bouw.”

Onafhankelijk en neutraal Terugkijkend ziet Zweers dat naast alle technische en organisatorische ervaring het ook de onafhankelijkheid en neutraliteit is, die zorgt voor de meerwaarde van ABC Nova. “De gebruikers hebben verschillende belangen, dus voor ons de uitdaging om ze op één lijn te krijgen. Daarom hebben we een vlekkenplan gemaakt. Wie komt waar in het gebouw? Je ziet dat de gebruikers geneigd zijn om te denken via bestaande patronen. Als onafhankelijke partij ben je in staat om fris, neutraal en onbevangen naar het gebouw te kijken en dit met de opdrachtgever en de architect te bespreken. Uiteindelijk zijn we zo gekomen tot een herindeling, waarmee alle partijen tevreden zijn.”

ABC Nova Amsterdam, Arnhem, Assen, Nieuwegein T 088 021 53 15 E info@abcnova.nl I www.abcnova.nl

Duurzame Scholen | november 2015 |

21


/ INTERVIEW

Rob Pasman, facilitair manager bij Scholengroep Gelderveste: “Zolang de kwaliteit en het rendement op de uitgaven goed zijn, is er hier veel mogelijk.”

Dertiende maand

Vloerbedekking in plaats van linoleum

Pasman geeft aan twintig procent goedkoper uit te zijn dan voorheen, terwijl de schoonmakers twintig procent meer verdienen. “We hoeven onszelf geen btw te betalen, dus daar winnen we al 21 procent mee”, legt hij uit. “En voor de schoonmakers pakt de nieuwe situatie eveneens beter uit. Ze zijn in dienst van de Stichting Scholengroep Gelderveste en vallen onder onze CAO. Dat is voor hen voordeliger, ze krijgen nu bijvoorbeeld een dertiende maand.” Een aanvullende besparing is verder dat er de eerste negen jaar zogenoemde ‘inverdieneffecten’ optreden. “De schoonmakers beginnen in loonschaal 1 en groeien in negen jaar door naar de hoogste loonschaal. Elk jaar verdienen ze dus iets meer, maar wij zitten pas na negen jaar op het volledige berekende bedrag.”

Pasman schrijft voor schoonmaak en onderhoud een standaard Programma van Eisen voor nieuwbouw en renovatie voor. In dat kader adviseert hij bijvoorbeeld om de bestaande linoleumvloeren van de scholen te vervangen door vloerbedekking. “Dat heeft invloed op schoonmaak en onderhoud en ook op de akoestische kwaliteit van de vloeren. Het gevoel bij de meeste mensen is dat linoleum schoner en hygiënischer is. Nieuwe soorten vloerbedekking zijn echter minstens zo goed en zorgen voor een betere akoestiek. Ik moest praten als Brugman om mensen te overtuigen, maar nu ervaren ze het als een enorme verbetering voor het werkklimaat. De daling van het geluidsniveau is bovendien eenvoudig te meten.”Niet alleen de betrokken scholen ervaren een prettig werkklimaat, ook Pasman is tevreden over hoe hij functioneert binnen de onderwijsorganisatie. “Het College van Bestuur van Stichting Scholengroep Gelderveste durft gekke dingen te doen. We zijn momenteel bezig met twee ontwerpers om een eigen lijn schoolmeubilair te maken. Wij zijn niet tevreden over het huidige aanbod meubilair op de markt en nemen zelf het heft in handen. Zolang de kwaliteit minimaal hetzelfde is en het rendement op de uitgaven verbetert, is hier veel mogelijk.”

Spilfunctie

‘Schoonmaak in huis, twintig procent goedkoper uit’ Tekst: Ton Brands

Na jarenlange uitbesteding heeft Stichting Scholengroep Gelderveste ervoor gekozen de schoonmaakdienst in huis te halen. Het in dienst nemen van 22 schoonmakers is geen marktconforme handeling. “Ten opzichte van het oude model is dit twintig procent goedkoper, terwijl de schoonmakers twintig procent meer verdienen.”

22 | november 2015 | Duurzame Scholen

H

Beeld: Paula Boon

et Europese aanbestedingscontract van Gelderveste bij ISS Cleaning Service liep in 2014 af. “Om te kunnen verlengen moesten we 25 procent meer gaan betalen. We zijn gaan rekenen en besloten om de schoonmaak in eigen beheer onder te brengen”, vertelt Rob Pasman. Hij werkt als facilitair manager bij Stichting Scholengroep Gelderveste, dat bestaat uit twintig christelijke basisscholen in Oost-Gelderland. Ruim 3.200 kinderen bezoeken dagelijks een van deze scholen. Wij hebben de schoonmaak ‘in huis’ gehaald en 22 schoonmakers in dienst genomen. We zijn daarbij bovendien een stap verder gegaan dan in de oude situatie. We hebben gekozen om niet meer met een vast programma te werken, maar met een vast bedrag per maand. Voor dat bedrag moeten ze de school schoonmaken. Hoe ze dat doen, maakt mij eigenlijk niet uit. Als de school maar als schoon wordt ervaren door de gebruikers.” De resultaten van het project bevallen uitstekend tot nu toe. De contracten zijn op 1 april 2014 ingegaan en lopen nog tot 1 januari 2016. “Onze intentie is om de schoonmakers die goed functioneren, in vaste dienst te nemen.”

In de nieuwe aanpak van Scholengroep Gelderveste vervult elke individuele school een duidelijke spilfunctie. “De school stuurt zelf op de kwaliteit van het schoonmaakwerk. De direct betrokkenen spreken de schoonmakers aan als zaken niet lopen zoals ze zouden moeten. Of andersom. Natuurlijk controleer ik ook regelmatig, maar alleen bij excessen treed ik naar voren”, aldus Pasman, die een nuancering aanbrengt in de eerder genoemde bedragen. In de eerste editie van Duurzame Scholen Magazine, die in april van dit jaar verscheen, gaf Pasman nog aan dat Gelderveste met een originele taakomschrijving, extra verantwoordelijkheden voor de schoonmakers en een concept ‘schoonmaken is beleving’ jaarlijks € 240.000 kwijt is aan schoonmaakkosten en voorheen € 325.000. Het bezuinigde bedrag kan worden gebruikt voor andere doeleinden. Een klein halfjaar later zegt hij: “Die besparing was misschien wat te rooskleurig ingeschat. We zijn weliswaar minder kwijt dan we eerder betaalden, maar de besparing is niet zo hoog als ik eerder noemde. Het is sowieso opmerkelijk dat we geld besparen. In het bedrag zijn namelijk ook al de investeringen in nieuwe onderhoudsmaterialen en machines verrekend. Overigens was besparing ook geen eerste doelstelling van de College van Bestuur. Het College van Bestuur wilde minstens dezelfde kwaliteit en meer rendement op de uitgaven. Aan die doelstelling is ruimschoots voldaan.”

Het in dienst nemen van 22 schoonmakers is bepaald geen marktconforme handeling. Scholengroep Gelderveste deed het en is tevreden over hoe dit uitpakte

Rob Pasman, Scholengroep Gelderveste

Op welke basisschool heb je gezeten (en waar)? Schilderspoort school te Zelhem.

Wat was je favoriete vak? Geschiedenis.

Wat wilde je later worden? Kok of minister-president.

Wat is het leukste moment dat je je nog kunt herinneren uit de basisschool tijd? Dat mijn CITO-score veel hoger was dan de leerkracht dacht dat ik zou kunnen halen.

Waarvoor heb jij weleens in de hoek moeten staan? Het niet eens zijn met de leerkracht.

Duurzame Scholen | november 2015 |

23


/ ALGEMEEN

Duurzame hygiëne drukt ziekteverzuim

Tekst: Henk-Jan Hoekjen

Onderwijs en hygiëne zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En helaas niet altijd in de goede zin van het woord. Zo zijn de toiletten op een gemiddelde basisschool in de regel niet de meest hygiënische plekken. Daarom heeft de sanitaire dienstverlener CWS een speciaal op het basisonderwijs gericht serviceconcept ontwikkeld. “Er is nog een wereld te winnen.”

H

‘Wil je de hygiënische situatie in het onderwijs aanpakken, dan moet je vooral ook de kinderen bereiken.’

24 | november 2015 | Duurzame Scholen

et basisonderwijs maakt geen eenvoudige tijden door. Budgetten staan onder druk en schooldirecties worden geconfronteerd met ingrijpende structuurveranderingen, zoals de invoering van passend onderwijs. Bovendien is de hygiëne in het basisonderwijs niet altijd even goed. “Uit onderzoek is gebleken dat met name de handhygiëne in scholen een groot probleem is”, weet Han Strijbos, marketing manager bij CWS. Wanneer dit probleem wordt aangepakt, kan het ziekteverzuim naar verluidt met dertig tot zestig procent dalen. “Zelfs als je het heel conservatief inschat en ervan uitgaat dat het ziekteverzuim door het nemen van hygiënemaatregelen met slechts tien procent daalt, kun je een enorme winst boeken. Iedere schooldirecteur kan eenvoudig uitrekenen wat een investering in een betere hygiëne op de langere termijn kan opleveren, en dan niet alleen in geld, maar ook in de beleving van zowel leerkrachten, kinderen als hun ouders.”

Gericht op kinderen Met het oog op het verbeteren van de hygiënisch situatie in het primair onderwijs heeft Strijbos een speciaal hierop gericht duurzaam hygiëneconcept ontwikkeld. Bijzonder aan het concept is dat het deels op de kinderen zelf gericht is. “Kinderen hebben niet altijd hetzelfde idee over het belang van handhygiëne als volwassenen”, zegt Strijbos met enig gevoel voor understatement. “Wil je de hygiënische situatie in het onderwijs aanpakken, dan moet je vooral ook de kinderen bereiken.” Dat lukt door een hygiëneconcept te introduceren dat juist deze jonge doelgroep aanspreekt. “Behalve onze op het basisonderwijs gerichte serviceconcepten hebben we daarom speciaal een grappige tweeling in het leven geroepen – Tom & Tammy – die scholen kunnen gebruiken om kinderen op een speelse manier meer bewust te maken van het belang van hygiëne.” Deze twee stripfiguren leggen leerlingen stap voor stap uit hoe ze bijvoorbeeld op een goede manier hun handen kunnen wassen. “Het concept hebben we afgelopen voorjaar gepresenteerd en bestaat uit allerlei onderdelen”, legt Strijbos uit. “Zo zijn er handwasdiploma’s, stickers, voorleesverhaaltjes over de tweeling en een speciale test waarmee kinderen kunnen testen hoe schoon of smerig een toiletruimte is.” Ook voor de bovenbouwleerlingen is een speciaal lespakket ontwikkeld. Voor deze oudere kinderen is er een les over de geschiedenis van het toilet gemaakt. Verder kunnen zij bijvoorbeeld een hygiënetoets maken. “Net als voor de kleinere kinderen zijn er speciale stickers, die ze bijvoorbeeld op de handdoekautomaten kunnen plakken.”

Het serviceconcept voorziet onder meer in speciale stickers om bijvoorbeeld op de handdoekautomaten te plakken.

Hygiëne als sluitpost Behalve kinderen wil CWS met het pakket natuurlijk ook de schooldirecties bereiken. “Want er is in het onderwijs nog een wereld te winnen”, weet Strijbos uit de dagelijkse praktijk. “In Nederland zijn zo’n 7.000 basisscholen. Bij een groot deel van die scholen is de hygiëne nog niet optimaal op orde. We zien nog steeds dat dit onderwerp vaak als sluitpost op de begroting wordt beschouwd. Maar als je weet hoeveel geld je kunt besparen op het gebied van bijvoorbeeld ziekteverzuim, dan is dat volstrekt ten onrechte.” Bij het invoeren van het concept zoekt CWS onder meer samenwerking met GGD’s. Daarnaast worden scholen actief benaderd. “De respons is hoopgevend. Zodra wij de kans krijgen om het belang van hygiëne onder de aandacht te brengen, krijgen we vaak een positieve reactie. Want scholen zijn zich er steeds meer van bewust dat een duurzaam beleid ook betekent, dat je de hygiëne op orde moet hebben voor je leerlingen en je personeel.” Overigens gaat de duurzaamheid van CWS volgens Strijbos verder dan alleen het aanbieden van verantwoorde serviceconcepten in eigen land. “We werken bijvoorbeeld ook samen met het goede doel Simavi om ervoor te zorgen dat ook in Afrika en Azië meer aandacht komt voor sanitaire hygiëne.”

Positieve impact Hij nuanceert de stelling dat duurzaamheid altijd geld kost. “Aandacht voor duurzaamheid vergt altijd een investering. Dat geldt zowel voor onze betrokkenheid in andere delen van de wereld als voor ons concept voor het basisonderwijs. Natuurlijk kost het schooldirecties in eerste instantie geld om ons serviceconcept in te voeren. Maar op de langere termijn verdien je dat geld terug dankzij een dalend ziekteverzuim. En dit heeft weer een positieve impact op de leerresultaten en daarmee de schoolrating.” Bovendien maakt het bijbehorende lespakket kinderen al op jonge leeftijd bewust van het grote belang van hygiëne. “Ook dat is natuurlijk zeer waardevol”, besluit Strijbos.

Duurzame Scholen | november 2015 |

25


/ SCHOOLPLEINEN

/ ADVERTORIAL

Via houtsnippers naar een circulaire economie

Tekst: Gerrit Tenkink

Op grond van de alom gehuldigde principes van

Het schoolplein is voor kinderen een belangrijke plek waar ze

de circulaire economie is duurzame inkoop een

spelenderwijs meerdere cognitieve, sociaal-emotionele en

must voor overheden op elk niveau. Dat hergebruik van oude materialen een belangrijk speerpunt gaat worden in de toekomst lijkt

motorische vaardigheden trainen. Toch is het verbazingwekkend dat de inrichting van dat plein vaak nog wordt gezien als sluitpost op de begroting. Bij speeltoestellenfabrikant IJreka in Dalfsen

vrijwel zeker. Het concept van de duurzame circulaire economie lijkt een veelbelovend alternatief te bieden voor het huidige lineaire model. Circulaire economie is het maximaliseren van hergebruik van producten en grondstoffen en het minimaliseren van waardevernietiging. Kenmerkend voor de circulaire economie is dat grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen niet worden uitgeput, maar efficiënt worden hergebruikt door bedrijven waardoor een productketen een kringloop wordt.

Van afval naar grondstof Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft zich het afgelopen jaar hard gemaakt voor een schoon en duurzaam Nederland. Dit vergt duurzaam omgaan met natuurlijke bronnen, efficiënt omgaan met onze grondstoffen, slim ontwerpen van producten, langer gebruik en hergebruik van voorwerpen en het optimaal benutten van reststromen. Kortom, er is een transitie nodig naar een circulaire economie waarin het ontstaan van afval en emissies wordt voorkomen. Het programma ‘Van Afval Naar Grondstof’ is een belangrijke prioriteit om deze transitie te stimuleren. Ook het feit dat kinderen veilig en prettig moeten kunnen spelen is voor een ieder van belang. Deze beide thema’s komen samen in Dekowood: de ideale, duurzame valondergrond voor de speelvoorzieningen bij basisscholen, brede scholen, multifunctionele centra en multifunctionele accommodaties. In tijden dat grondstoffen schaarser en daardoor duurder worden, is het met name ook voor kinderen van belang, bewust te worden gemaakt van het feit dat de grondstofbronnen niet oneindig zijn en dat hergebruik het beste alternatief is.

Gerecycled schoon pallethout De Dekowood-houtsnippers maakt ook deel uit van het circulaire economie principe, maar heeft zelfs meerdere

26 | november 2015 | Duurzame Scholen

levens (zie onderstaand kader). Dekowood bestaat uit zachte, splintervrije houtsnippers, gemaakt van gerecycled schoon pallethout. Het product is door TüV Nederland gecertificeerd op valdemping en wordt met veel succes toegepast bij honderden speelplaatsen in Nederland. Dekowood is in meerdere opzichten een vriendelijk alternatief voor bijvoorbeeld rubbertegels, boomschors of zand. Een Dekowood-valbodem gaat vele jaren mee en is daarna ook inzetbaar voor hergebruik als compostgrondstof, onkruidwerendebodembedekker of biobrandstof. De houtsnippers zijn bewerkt met een milieuvriendelijk pigment dat de vezels beschermt tegen schadelijke weersinvloeden en welke het product jarenlang in topconditie houdt. Voor de kleuring kunt u kiezen uit diverse aantrekkelijke houttinten. Ook in financieel opzicht is Dekowood een interessante optie. Ten opzichte van natuurlijke alternatieven kunt u met ons product kosten besparen op de aanschaf, aanleg en onderhoud.

Voordelen in het kort: • Een 100% natuurlijk en duurzaam product • Uitstekende valdemping • Vriendelijke uitstraling • Voordelig in aanschaf, aanleg en beperkt onderhoud • Onderdeel van de circulaire economie

Meerdere levens van Dekowood-houtsnippers 1. Van hout naar pallets 2. Van pallets naar houtsnippers 3. Van houtsnippers naar bodembedekker compost biobrandstof

Van speeltoestel naar speelaanleiding

ervaren ze dat dagelijks aan den lijve.

B

as Slijkhuis is bedrijfsleider bij IJreka – sinds de eeuwwisseling onderdeel van Foreco Dalfsen – specialist in het ontwerpen, fabriceren en leveren van speeltoestellen. “In het begin waren het vooral veel standaard speeltoestellen, maar we zijn in de loop der jaren specialist geworden in het geven van een totaaladvies voor wat betreft het inrichten van het schoolplein. We steken steeds meer energie in het advies aan de voorkant. Klanten vragen om een speelomgeving. Vaak doen ze ideeën op via een door ons aangeleverde beeldbank. Het idee dat zo ontstaat, leveren wij vervolgens aan in 3D. Vervolgens gaan we schaven en bijstellen en zo komen we tot een definitief ontwerp. Soms gaat dat in overleg met de architect, maar vaak ook rechtstreeks met de opdrachtgever.

Speelaanleiding creëren Het idee dat schooldirecties in overleg met teamleden en ouders zelf weten wat goed is voor de kinderen, klopt volgens Slijkhuis maar ten dele. “Bij een schoolplein proberen we iets te creëren voor alle kinderen. De jongsten hebben behoefte aan fantasiespel en sensitieve beleving. Bij oudere kinderen, vooral jongens, komt het competitieve element om de hoek kijken, terwijl meisjes meer sociaal en communicatief zijn ingesteld. Ik zie nog vaak dat er bij de inrichting van het plein wel eens groepen worden vergeten.” Hij wil er overigens niet ingewikkelder over doen dan nodig is. “Spelen blijft spelen. We doen niet anders dan een speelaanleiding creëren, waarin de eerder genoemde vaardigheden en uitdagingen aan bod komen. Ik vergelijk het altijd met een café. Ga je daar naar toe om koffie en bier te drinken of kom je er om elkaar te ontmoeten? Zo is het met een speelplaats ook. Kinderen gaan er niet naar toe om aan een rekstok te hangen, maar om samen te spelen, te kletsen en te ontdekken.”

Scholen vragen steeds vaker om een totale speelomgeving.

Duurzame Scholen | november 2015 |

27


/ SCHOOLPLEINEN ‘Als fabrikant van

Advertise

speeltoestellen leveren wij gekeurde toestellen.’

Op weg naar Een zorgeloos werkend leerklimaat voor €40,- per jaar per leerling met Itho Daalderop Klasse-ventilatie.

Slijkhuis pleit voor een vrij basic inrichting. “Wij proberen te waken voor allerlei gadgets. Een knop op een klimwand, die je indrukt en vervolgens de weg wijst naar de volgende knop. Wat is daarvan de meerwaarde? Het is veel leerzamer als kinderen hun eigen route bepalen. Je kunt ook de hoogste glijbaan van Nederland bouwen. Dat is leuk en je haalt er waarschijnlijk de plaatselijke krant mee, maar na vier weken is de lol er af. Uiteindelijk gaat het om het spel en de beleving.” Hij wil niet zeggen dat alles bij het oude moet blijven. “We gaan steeds meer naar een totaalomgeving. Dus een schoolplein met naast de speeltoestellen bijvoorbeeld ook hoogteverschillen. Wat is er leuker voor kinderen dan een heuvel om tegenop te rennen of af te rollen?”

Veiligheid geen issue

Klasse-ventilatie van Itho Daalderop is een slimme plug & play oplossing met energiezuinige, stille en comfortabele CO2-gestuurde ventilatie-units. Al meer dan 500 scholen zijn u voorgegaan en voorzien van goede ventilatie. Heeft u belangstelling en wilt u meer informatie? Kijk op www.ithodaalderop.nl/ klasselease of geef uw interesse aan via: lease@ithodaalderop.nl. Wij komen graag bij u langs om u alles uit te leggen over hoe uw school ook een schoolvoorbeeld van klasse-ventilatie kan worden.

www.ithodaalderop.nl 28 || november | Duurzame Scholen april 2015 2015 | Duurzame Scholen

Met het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen (WAS) moet veiligheid volgens Slijkhuis geen issue meer zijn. Toch laten onder meer externe bureaus het lijken dat zij jaarlijks speeltoestellen moeten keuren. “Volstrekte onzin. Als fabrikant van speeltoestellen leveren wij gekeurde toestellen. Scholen zijn vervolgens verplicht tot een jaarlijkse inspectie van hun eigen toestellen. Die inspectie mogen ze zelf uitvoeren, daarvoor hoeven ze geen extern bureau in te inschakelen. Als een school op safe wil gaan, dan kan ze ervoor kiezen om periodiek een externe partij het schoolplein te laten inspecteren. Ervaring leert immers dat het veelvuldig controleren van eigen werk een vorm van blindheid oplevert. Die inspectie door een externe partij is niet verplicht, maar kan scholen ontzorgen en een veilig gevoel geven.“ Het materiaalgebruik op speelplaatsen is volgens Slijkhuis aan mode onderhevig. Kunststof, klassiek (rechttoe-rechtaan) geïmpregneerd hout, kleurrijk staal, rvs: het wisselde elkaar de afgelopen jaren allemaal af. Nu zijn natuurlijke materialen ‘hip’. “Er is een tendens naar het natuurlijk spelen met natuurlijke materialen, dus veel hout in zijn natuurlijke vorm. In de praktijk zien we helaas nog geregeld dat hierdoor ook inferieure materialen worden toegepast, meestal vanuit kostenoverweging. Wij maken veel gebruik van robinia, een houtsoort die lang meegaat en niet splintert.”

Bas Slijkhuis, IJreka

Op welke basisschool heb je gezeten (en waar)? De Klimop in Raalte en Brinkzicht in Heino.

Wat was je favoriete vak? Gym.

Wat wilde je later worden? Piloot.

Wat is het leukste moment dat je je nog kunt herinneren uit de basisschool tijd? Knikkeren op het schoolplein.

Waarvoor heb jij weleens in de hoek moeten staan? Elastiekjes schieten.

Schoolplein als sluitpost Reken procentueel uit hoeveel van de totale schooltijd kinderen doorbrengen op het schoolplein. Tel daarbij de zorgen over het gebrek aan beweging bij schooljeugd. Het ligt dan voor de hand dat de inrichting van een schoolplein de volle aandacht krijgt. “Bij veel scholen is het kwartje gevallen. Toch verbaas ik me erover dat bij veel scholen de inrichting van het schoolplein de sluitpost op de begroting is. Dagelijks maakt een schoonmaker in en om het gebouw schoon en de schilder wordt ingepland voor het jaarlijks onderhoud. Maar niemand maakt de speeltoestellen schoon of zorgt voor periodiek onderhoud. Dat vind ik veelzeggend.” Ook Slijkhuis weet dat scholen beperkte financiële middelen tot hun beschikking hebben en keuzes moeten maken. De praktijk wijst uit dat het schoolplein vaak kind van de rekening is. “Ik daag de school altijd uit om slim mee te denken. Scholen staan midden in de samenleving met alle bijbehorende contacten. Laatst heb ik een school nog geadviseerd om contact op te nemen met een mbo-opleiding om de hoek. Metselaars in opleiding hebben op het schoolplein van de basisschool muurtjes gemetseld. Dat zijn mooie oplossingen.”De school in zijn eigen dorp noemt hij als voorbeeld. “Daar werd gerenoveerd en heringericht. Een oude eik stond op de nominatie om te verdwijnen en de vaders stonden als het ware al klaar met de motorzaag om het hout in de kachel te laten verdwijnen. In overleg met ons heeft de directie hier een stokje voor gestoken. We hebben de stam, met daaraan een paar stevige takken, omgezaagd en een tijdje te drogen gelegd. Daarna is hij weer teruggeplaatst en voorzien van diverse speeltoestellen en een huisje. Een mooier voorbeeld van hergebruik van materialen kan ik me niet bedenken.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

29


/ SCHOOLPLEINEN Op zoek naar verbinding

‘Groen is niet langer uitsluitend decoratie. Het heeft ook een functie.’

Handleiding voor inrichten groene schoolpleinen Tekst: Gerrit Tenkink

Deze zomer presenteerde de branchevereniging voor hoveniers VHG de Handleiding Groene Schoolpleinen. “Groen is niet langer uitsluitend decoratie, het heeft ook een functie. Het is wetenschappelijk bewezen dat groen op het schoolplein een positieve uitwerking heeft op kinderen”, zegt directeur Egbert Roozen.

D

e handleiding is een boekwerk vol inspiratie en informatie voor hoveniers die aan de slag willen met het vergroenen van schoolpleinen in hun regio”, zegt Roozen. “Hiermee proberen we de natuur dichter bij de gebruiker te brengen, in dit geval dus kinderen. Tegelijkertijd voegen we een innovatie toe aan het groene vak. Een innovatie die een belangrijke maatschappelijke betekenis heeft. Het draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen op allerlei terreinen. Op een groen schoolplein ontdekken kinderen van alles: niet alleen over natuur, maar ook over bewegen en spelen.”

Groen en gezondheid VHG heeft de handleiding ontwikkeld met steun van het Productschap Tuinbouw. Hiermee lost de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners de belofte in, die ze begin dit jaar heeft gedaan door het Nationaal Programma Preventie ‘Alles is Gezondheid’ te tekenen. Hierin maken partijen afspraken en ondernemen ze gezamenlijk acties die een beweging op gang brengen, waarmee ze mensen inspireren en ondersteunen om aan hun gezondheid te werken. Bijvoorbeeld thuis, op het werk en op school. “Als groene branche onderschrijven we het belang van groen voor de gezondheid van mensen”, legt Roozen uit. “De positieve effecten van groen op het welzijn en de gezondheid van mensen zijn inmiddels in diverse onderzoeken aangetoond. Natuur kan een belangrijke rol spelen in de oplossingen van hedendaagse problemen, zoals het feit dat steeds meer mensen in een stedelijke omgeving wonen en steeds meer kinderen overgewicht of gedragsproblemen hebben.”

30 | november 2015 | Duurzame Scholen

Het handboek is vooral bedoeld voor hoveniers, maar ook scholen kunnen ervan gebruik maken. De brancheorganisatie is dan ook nadrukkelijk op zoek naar de verbinding. “Wij willen met dit handboek de hovenier ook stimuleren om in gesprek te gaan met de school, maar ook met de kinderen. Dus niet het gesprek beperken over wat, waar en hoeveel er op het plein moet komen te staan en wat het gaat kosten. Waarom niet een keer een gastles verzorgen? Of daadwerkelijk de kinderen betrekken bij het tuinonderhoud? Wij helpen hoveniers bij de communicatie richting school, kinderen en ouders, bijvoorbeeld bij het opstellen van een onderhoudsplan, maar ook bij het invullen van de kennisvergaring. Het is natuurlijk super leerzaam als kinderen ervaren waar een aardappel vandaan komt. Of dat kruiden niet in de fabriek worden gemaakt, maar gewoon in de tuin groeien.” Het handboek focust nu nog op basisonderwijs, maar volgens Roozen is ook het voortgezet onderwijs een interessante doelgroep. “Maar eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat we daar nog te weinig kennis van hebben. Wat is bijvoorbeeld de uitwerking van groen op deze leeftijdsgroep? Daar moet eerst meer onderzoek naar gedaan worden.”

Positief effect van groene omgeving Uiteraard ligt de vraag voor de hand of een groen schoolplein met daarbij het terugkerende onderhoud op termijn niet veel duurder is dan een ‘grijs’ schoolplein. Volgens Roozen is het moeilijk een vergelijking te trekken. “Je moet daarbij ook meenemen wat de effecten op de kinderen zijn. Uit onderzoek blijkt dat de groene omgeving een positief effect heeft op het gedrag van kinderen. Zo wordt er bijvoorbeeld minder gepest. Hoe vertaal je dat naar budgetten”, zegt Roozen. Hij is zich ervan bewust dat het financiële aspect wel degelijk een belangrijke rol speelt bij scholen. “Uiteraard kiest de school altijd voor een maatwerkoplossing, waarbij je het budget kunt bewaken en afspraken over wederzijdse verplichtingen op papier kunt zetten. Bijvoorbeeld een hovenier die jaarlijks een stuk onderhoud voor zijn rekening neemt of een gastles geeft. Je kunt het invullen zoals je zelf wil.”

Egbert Roozen: “Op een groen schoolplein kunnen kinderen

van alles ontdekken: niet alleen over natuur, maar ook over bewegen en spelen.”

Egbert Roozen, directeur van branchevereniging VHG.

Op welke basisschool heb je gezeten (en waar)? Sint Aloysiusschool in het Brabantse Haaren.

Wat was je favoriete vak?

Groen plein bij OBS Catharina-Amalia Het eerste exemplaar van Handleiding Groene Schoolpleinen werd uitgereikt aan de Haagse openbare basisschool Prinses Catharina-Amalia. Het groene schoolplein bij deze school werd ontworpen op basis van de ideeën, die de leerlingen zelf hebben aangedragen: onder meer een moestuin, een doolhof, een zandspeelplaats en een wilgentunnel. “We hebben ongeveer twee jaar de tijd genomen om samen met de kinderen plannen te maken en financiering te vinden”, vertelt directeur Zina Heikamp. “Het was de moeite waard. Het spelen is nu veel leuker. Er valt van alles te doen, te ontdekken en te leren. Elk leerjaar heeft de verantwoordelijkheid over een deel van het plein. Daar zorgen de kinderen voor het onderhoud. Zo wordt het plein steeds meer een stukje van henzelf.”

Natuur en handvaardigheid.

Wat wilde je later worden? Boswachter.

Wat is het leukste moment dat je je nog kunt herinneren uit de basisschool tijd? Niet een bepaald moment, maar wel het heerlijke onbezorgde gevoel. Spelen, ontdekken, leren, kind zijn.

Waarvoor heb jij weleens in de hoek moeten staan? Nooit, ik was een makkelijke leerling.

Duurzame Scholen | november 2015 |

31


/ RONDETAFELGESPREK

Betrokkenheid van gebruikers sleutel voor schoolverduurzaming

betrekken van de gebruiker voor Broeder wel de belangrijkste reden om de samenwerking met het Amsterdamse architectenbureau aan te gaan. Van dit bureau, dat ook de gebouwen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft ontworpen, zijn Jan-Willem Leverstein en Aldo Meijer aanwezig om hun kennis te delen. De twee grootaandeelhouders noemen effectiever omgaan met de ruimte als een van de kernpunten van het project. “Natuurlijk is het een uitdaging om de verduurzaming door te voeren zonder de primaire processen hard te raken. Daarom is het zo belangrijk om je gebruikers vooraf goed te informeren en ze mee te krijgen in het proces”, vertelt Leverstein.

De juiste informatie

Van links naar rechts: Jan-Willem Leverstein, Aldo Meijer, Hans Broeder, Niels de Vries en Jos Berens.

Tekst en beeld: Marvin van Kempen (met uitzondering van de foto van basisschool ‘t Blokhuus)

Het belang voor scholen om een goed en toekomstbestendig gebouw te hebben, wordt alsmaar groter met exploitatiekosten en buitenonderhoud voor eigen rekening. De voornaamste uitdagingen voor een schoolbestuur schuilen vooral in het betrekken van gebruikers, onzichtbare duurzaamheid zichtbaar maken en het beschikbaar en meetbaar krijgen van informatie.

D

irecteur Services Hans Broeder van Hogeschool Van Hall Larenstein in het Gelderse Velp en schooldirecteur Jos Berens van basisschool ’t Blokhuus te Hoevelaken zijn het tijdens een rondetafelgesprek met elkaar eens: betrokkenheid van gebruikers is de sleutel naar verduurzaming van je school. Terwijl de hogeschool een grote renovatie achter de rug heeft, duurt het nog even voordat de basisschool onder handen wordt genomen.

32 | november 2015 | Duurzame Scholen

Gebruikers betrekken en meekrijgen “Voor ons was het noodzakelijk om 500 studenten en 70 medewerkers uit Wageningen over te huisvesten naar dit pand”, denkt Broeder terug aan de start van de vernieuwing. “Na een aanbesteding kozen we voor architect Coare vanwege de interactie, de match met onze duurzame ambities en de workshops die zij gaven om gebruikers mee te krijgen. Het laatstgenoemde element is, zeker in het onderwijs, absoluut noodzakelijk.” Wellicht was het

Naast een ononderbroken primair proces is ook de beschikbaarheid en meetbaarheid van informatie waardevol voor de verschillende ketenpartners. “De nulmeting, ofwel de kennis van waarmee je start. Daarover wil je alles weten”, vindt Meijer. Niels de Vries van adviesbureau draaijer+partners knikt instemmend en ziet dat informatievoorziening in andere branches verder is doorgevoerd. “In de auto-industrie is data- en informatievoorziening al heel ver doorgevoerd. Als je rijdt, kun je onder andere zien hoe zuinig je rijdt en of er mankementen optreden. Daar kunnen we in onze sector nog veel van leren. Bij draaijer+partners gaan we steeds op zoek naar de waardevolle verbindingen tussen gebied, gebouw en gebruik, met als uitgangspunt de mens als gebruiker.” Hij tipt het ScholenDossier, een digitale tool dat door samenwerking van vijftien organisaties is ontwikkeld (kijk voor meer informatie op pagina 45 van dit tijdschrift). “Dit is gebaseerd op vier visiethema’s waarmee het zich onderscheidt. Alle zinvolle informatie op één plek, up-to-date inzicht in de gebouwprestaties, dynamisch, maar vooral simpel houden. Je komt er bijvoorbeeld snel achter wat er gebeurt met je gebouwprestaties over een periode van tien jaar, als je investeert in duurzame energie of een beter klimaatsysteem”, vertelt De Vries. Volgens hem is het ook belangrijk om bij verduurzaming niet alleen te kijken naar het heden en de ambities op korte termijn, maar ook naar de toekomst. “Met het ScholenDossier kan inzichtelijk gemaakt worden wat bijvoorbeeld krimpende leerlingenaantallen met de prestaties van een schoolgebouw doet. Dekt de bekostiging over vijf jaar het gebouwonderhoud nog wel? Dan kun je nu wel een duurzaam schoolgebouw hebben, maar leegstaande ruimten in de toekomst zijn in ieder geval niet duurzaam”, geeft De Vries aan.

andere invulling, zoals een sportcentrum. Als je hier goed over nadenkt, voel je dat ook in je portemonnee.” Zijn school ’t Blokhuus wordt gerenoveerd naar een energieneutrale school. “Ik wil leerlingen meenemen in het ontwerp van het gebouw. Daarom heb ik ze het schoolplein laten ontwerpen en ze hebben zelfs in de offertebehandeling meegedaan. Dat creëert betrokkenheid”, vindt hij. “Het lijkt me interessant om een leerlingenpanel op te zetten en input te gebruiken voor de vormgeving van de renovatie. In 2017 wil ik actief met de leerlingen starten met het ontwerp en de technische aspecten.”

Pragmatisch en puur Ook Leverstein denkt dat het zeker zijn vruchten afwerpt om gebruikers mee te nemen in een vroeg stadium van het bouwproces. “Leerlingen denken heel pragmatisch en puur, onbevooroordeeld. Juist door pragmatisch ieder element uit je bouwproces te beredeneren, kom je tot een hele duurzame oplossing. Dat telt op naar een prachtig resultaat.” “Daarbij is besef belangrijk”, voegen Berens en De Vries toe. “In eerste instantie bij de gebruiker oftewel de opdrachtgever. Het is eenvoudiger om te slopen en opnieuw te beginnen dan elementen van je gebouw te laten staan en opnieuw vorm te geven. Dat zijn keuzes die je doorloopt met de ontwerper en de aannemer.”

Coare Architecten heeft de vernieuwde Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp ontworpen.

Niet alleen laaghangend fruit Het vijftal is het eens dat laaghangend fruit op duurzaamheidsvlak doorgaans goed wordt ingevuld door de ketenpartners, die zich met een project bezighouden. “Maar het vinden van partners in de omgeving wordt nog wel eens vergeten”, weet Berens. “Daarom is het slim om je school door derde partijen te laten gebruiken voor een compleet

Duurzame Scholen | november 2015 |

33


/ RONDETAFELGESPREK

Duurzame ambities samen waarmaken

Advertentie Slimme oplossingen voor efficiënte

Basisschool ’t Blokhuus in Hoevelaken.

verwarming, koeling en ventilatie

Foto: Robert Tjalondo

‘Als je gebruikers zich niet realiseren dat het een duurzaam gebouw is, bereik je niet het optimum.’ Vraagzijde draagt op Meijer en Leverstein hebben de doelstelling om tachtig procent wat gesloopt wordt te hergebruiken. “Dat is een uitgangspunt dat de klant ons heeft opgelegd en dat omarmen we nu”, lacht Leverstein. Het tweetal ziet Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) als een koploper. “Net als bijvoorbeeld het gebouw van Alliander in Duiven. Deze partijen dwingen ons om op deze manier te denken. Ik realiseer me dat dit onaardig klinkt en zo lijkt het alsof we dit zelf niet willen”, vertelt Leverstein. “Integendeel”, vult Meijer aan, “op een gegeven moment klikt het en gaat het leven in de organisatie. Dan wordt het bijna een sport om zo zorgvuldig mogelijk met je grondstoffen om te gaan.” Naast betrokkenheid van gebruikers en informatievoorziening blijkt de tastbaarheid van duurzaamheid een uitdaging. “Hogeschool VHL leidt studenten op met een wereldwijd uniek onderwijspalet, dat varieert van voedseltechnologie tot kust en zee management en diermanagement tot tuin- en landschapsarchitectuur. Het eten op je bord, de omgeving waarin je woont, de dieren waarvoor je zorgt: dat vinden wij bij VHL fascinerend. Het is de basis van het leven”, vindt Broeder.

34 | november 2015 | Duurzame Scholen

www.thermaflex.com Tel. 0416 567 777 nederland@thermaflex.com

Betere keuzes De eerdergenoemde pragmatiek blijkt ook bij deze uitdaging gedeeltelijk uitkomst te bieden. Dat laat Berens zien aan de hand van een praktijkvoorbeeld. “Voor de opbrengst van het regenwater hebben we twee meters neergezet: één voor het gebruik van drinkwater en één voor het gebruik van regenwater. De installatie is relatief duur, maar het geeft kinderen wel het besef van het verschil in gebruik. Op het moment dat je leerlingen hiermee in aanraking zijn geweest, kunnen ze betere keuzes maken hierover.” Het belang om duurzaamheid uit te dragen, wordt volgens Berens steeds groter. “De exploitatiekosten zijn voor onze eigen rekening. We krijgen nu ook met de verantwoordelijkheid voor onderhoud te maken. Er zijn genoeg redenen om duurzaam aan de slag te gaan en exploitatiekosten te verlagen. Tot voor kort was dit niet aan de orde.” “Misschien vergeten we nog wel eens het gevoel en de cultuur die bij verduurzaming komen kijken. Je kunt een mooi gebouw neerzetten. Maar als je gebruikers zich niet realiseren dat het ook een duurzaam gebouw is, bereik je het optimum niet”, denkt Broeder. “Het heeft een strategische component, maar de praktische component wordt ook wel eens vergeten. Eenvoudige, logische beslissingen in het ontwerpproces die worden genomen om aan het einde van de streep de strategische wens te behalen. Dat heeft weer een verband met bewustzijn en betrokkenheid”, besluit Leverstein.

Duurzame Scholen | november 2015 |

35


/ INTERVIEW Jeanne Dekkers: “Tegenwoordig gaat het in het onderwijs veel meer om communicatie.”

‘Duurzaamheid krijg je vaak gratis’ Tekst: Henk-Jan Hoekjen

Ze is een bekende naam in de Nederlandse architectuur. Sinds jaar en dag ontwerpt Jeanne Dekkers vanuit haar bureau in Delft aansprekende gebouwen op het gebied van bijvoorbeeld wonen, werken en zorg. Ook onderwijsgebouwen maken een flink deel van haar portefeuille uit. Zo realiseerde haar bureau vrij recentelijk nog het Kellebeek College in het Brabantse Roosendaal. “Ik heb veel te maken met het onderwijs”, vertelt ze in de spreekruimte van haar in de Delftse binnenstad gevestigde architectenbureau. “We hebben in de loop der jaren veel onderwijsprojecten gedaan. Bovendien ben ik als hoogleraar verbonden aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Bij mijn inauguratierede voor deze universiteit heb ik gesproken over een onderwerp dat voor mij erg belangrijk is wanneer je het over de architectuur van onderwijsgebouwen hebt: poëtisch ingenieursschap.

Wat houdt die term precies in?

“Die term heeft alles te maken met de wijze waarop je een gebouw beleeft. Als hoogleraar weet ik dat er in opleidingen heel veel aandacht wordt besteed aan allerlei rationele en meetbare aspecten. Terecht. Want in de dagelijkse praktijk gaat het vaak over concrete onderwerpen als het Programma van Eisen, het budget, et cetera. Maar toch is er in de architectuur nog een ander component van belang: de beleving. Die meer intuïtieve kant van het vak wordt veel minder benoemd, terwijl het juist dat aspect maakt of een ruimte goed voelt of juist niet.”

De maatschappij heeft de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Flexibilisering van de arbeidsmarkt, de opkomst van nieuwe communicatiemiddelen en meer aandacht voor duurzaamheid gingen hand in hand. Hebben die ontwikkelingen ook hun weerslag gevonden in de onderwijsarchitectuur? Architect/ hoogleraar Jeanne Dekkers vertelt over de laatste ontwikkelingen in deze sector.

36 | november 2015 | Duurzame Scholen

Hoe kun je dat belevingsaspect een grotere rol geven in het ontwerpproces?

“Door allereerst diepgaand onderzoek ernaar te doen. Dat is precies wat we de afgelopen jaren gedaan hebben. Met studenten heb ik onderzocht welke parameters je hierbij kunt onderscheiden. Vervolgens hebben we een meetsysteem ontwikkeld voor alle zintuigen – behalve smaak – aan de hand waarvan je de gewenste beleving van een specifieke ruimte kunt vaststellen. Binnen mijn bureau zijn we onder de noemer Sense & Care vervolgens verder gegaan met dit onderzoek. Dat is heel bruikbaar gebleken: door meer aandacht te hebben voor zintuiglijke aspecten van een ontwerp maak je betere gebouwen. Op basis van ons onderzoek maken we nu bij elke ontwerpopdracht een ‘Programma van Beleving’. Daarin staat zo precies mogelijk verwoord en verbeeld welke zintuiglijke beleving gewenst is in het te ontwerpen gebouw.”

Is ‘poëtisch ingenieursschap’ alleen van belang in onderwijsarchitectuur? “Nee, deze visie geldt voor alle deelgebieden van de architectuur. Maar in het ontwerp van onderwijsgebouwen is het wel erg belangrijk. Door juist in scholen aandacht te

hebben voor de beleving van de ruimte leren kinderen al op jonge leeftijd hoe ze zich moeten verhouden tot hun medeleerlingen en tot de wereld waarin zij leven. Daarom probeer ik onderwijsgebouwen altijd zo helder mogelijk te maken, bijvoorbeeld voor wat betreft de structuur van het ontwerp, de routing in het gebouw en de gekozen materialen.”

Welke ontwikkelingen doen zich momenteel voor in de onderwijsarchitectuur?

“Je ziet tegenwoordig dat onderwijs en maatschappij veel meer een verbinding aangaan. In het Kellebeek College in Roosendaal zie je dat heel duidelijk: het is niet alleen een onderwijsgebouw, maar er is bijvoorbeeld ook een apotheek, een kinderopvang en een voorziening voor ouderenzorg in het gebouw opgenomen. Die verschillende werelden lopen dus steeds meer door elkaar heen. Dezelfde ontwikkeling zie je eigenlijk overal in het onderwijs. Voor het Zwijsen College in het Brabantse Veghel realiseerden we een laboratorium, dat in het bedrijfsleven niet misstaat. En ook in het Technasium in Gouda zijn de leerruimtes veel meer praktijkruimtes dan traditionele klaslokalen.”

Is het traditionele klaslokaal achterhaald?

“Het is duidelijk dat de manier van lesgeven sterk is veranderd de laatste jaren. De tijd dat een docent in een afgesloten ruimte het woord voerde terwijl de leerlingen stil moesten zijn, ligt inderdaad achter ons. Tegenwoordig gaat het in het onderwijs veel meer om communicatie. Leerlingen werken in groepen aan hun eigen opdracht, en de docent heeft vooral een helpdeskfunctie. Natuurlijk heeft dit grote invloed op de manier waarop onderwijsruimtes ontworpen worden. De gebieden om elkaar te ontmoeten zijn de laatste decennia veel groter geworden.


Hét integrale event voor de bouw en vastgoed

/ INTERVIEW We doen momenteel mee aan een prijsvraag voor een leercentrum voor de Universiteit van Tilburg. In dat ontwerp komen al die genoemde ontwikkelingen terug: communicatie en concentratie zijn beide van groot belang in het onderwijs.”

De docent heeft tegenwoordig vooral een

Hoe zit het met de duurzaamheid in de onderwijsarchitectuur?

manier waarop onderwijsruimtes ontworpen worden.

helpdeskfunctie. Natuurlijk heeft dit grote invloed op de

“Dat wordt gelukkig meer en meer een vanzelfsprekendheid. Duurzaamheid is tegenwoordig echt een selectiecriterium. In Programma’s van Eisen wordt bijvoorbeeld gevraagd om bepaalde energieprestatienormen (EPN). Bij het Kellebeek College in Roosendaal zijn we daarmee heel ver gegaan. We hadden een EPN-score van 9. Dat past ook bij ons kantoor: in onze visie moet een gebouw zijn zoals de natuur: de natuur is in balans en verbruikt niets. Zo moet de architectuur ook zijn.”

Zit de duurzaamheid van een onderwijsgebouw vooral in het gebruiken van de juiste grondstoffen?

Building Holland is hét 3-daagse integrale event voor de bouw- en vastgoed sector. Dit jaarlijks terugkerende event vindt plaats van 22 t/m 24 maart 2016 in de RAI Amsterdam. 10.000 bezoekers en 150 standhouders komen samen om kennis te delen, te netwerken, zaken te doen en het zien & beleven van innovatieve producten en concepten. Nieuw zijn de zes Concept Area’s met diverse thema’s zoals Renovatie & Transformatie en Duurzame Scholen waar deze innovaties tot leven komen. Bouw mee aan een toekomstbestendige sector en word partner van Building Holland!

Partner worden

“Natuurlijk is het belangrijk dat je materialen gebruikt die duurzaam zijn en die je kunt hergebruiken. Maar volgens mij begint de duurzaamheid van een ontwerp bij alle dingen die je ‘gratis’ krijgt. Wanneer je een gebouw goed positioneert ten opzichte van de zon, wanneer je de entree op de juiste plek maakt en wanneer de verhouding tussen gevel en vloeroppervlak goed is, krijg je al zo veel duurzaamheid cadeau. Vervolgens is het natuurlijk belangrijk dat je goede materialen en producten gebruikt. De commercie speelt goed in op de toenemende vraag naar duurzaamheid. Men komt met duurzamere materialen en nieuwe manieren van het gebruiken van producten. Zo zijn er fabrikanten die hun interieurproducten leasen en het na gebruik weer terugnemen. Dat soort ontwikkelingen levert allemaal een bijdrage aan de duurzaamheid van gebouwen.”

Wat dat betreft wijkt de duurzaamheid van onderwijsgebouwen dus niet af van andere deelsectoren in de architectuur?

“Ik denk dat dit soort ontwikkelingen inderdaad in de hele sector een rol speelt. Toch draait het in het onderwijs nog om een ander facet: je moet proberen de jongeren zo veel mogelijk te betrekken bij een gebouw. Want de school is de plek waar jongeren leren om zich te verhouden tot de wereld om hen heen. Dus moet de school ook de plek zijn die hen leert zich op een duurzame manier met de omgeving bezig te houden. Dat kan op allerlei manieren. Bij het Kellebeek College hebben we een daktuin gemaakt, die de leerlingen verzorgen. Zo betrek je ze rechtstreeks bij het gebouw.”

Jeanne Dekkers

Op welke basisschool heeft u gezeten (en waar)? De Heilige Geest-school in Maastricht.

Wat was uw favoriete vak? Natuurkunde en tekenen.

Wat wilde u later worden? Beeldhouwer of natuurkundige.

Wat is het leukste moment in uw basisschoolcarrière? Mijn uitverkiezing om de school te vertegenwoordigen voor het KRO Kindersongfestival.

Waarvoor heeft u weleens in de hoek moeten staan? Ze hebben me niet in de hoek gekregen!

‘‘Bij het Kellebeek College hebben we een daktuin gemaakt, die de leerlingen verzorgen. Zo betrek je ze rechtstreeks bij het gebouw.”

22 t/m 24 maart 2016 | RAI Amsterdam Gouden partners Building Holland zijn o.a.:

38 | november 2015 | Duurzame Scholen | www.buildingholland.nl | info@buildingholland.nl | 085 273 59 65

Duurzame Scholen | november 2015 |

39


/ PROJECT Energiebesparende maatregelen voor installaties

Een artist impression van het te realiseren campusterrein.

Klooster voor de nieuwe generatie

Een van de onderscheidende onderdelen van het winnende plan is dat een duidelijke rol is weggelegd voor de gebruikers zelf. Zo wordt voor de inrichting van het kloostergebouw en de bestaande NHTV-gebouwen op de campus nadrukkelijk een beroep gedaan op de creativiteit van studenten en medewerkers van NHTV. Deze ‘maximale interactie met studenten en medewerkers’ is gekoppeld aan een stringente controle op de kosten van het ingrijpende renovatieproces. Een ander belangrijk aspect in de campusontwikkeling is duurzaamheid. “Er wordt natuurlijk geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen voor installaties en bouwkundige voorzieningen”, vertelt projectleider Van Sambeeck. “Verder wordt de campus ingericht als een groene, parkachtige omgeving met veel mogelijkheden voor recreatief sporten en bewegen.” Studenten van NHTV en lector Ineke Spapé van Mobiliteitsmanagement hebben een mobiliteitsplan opgesteld met een focus op duurzaam vervoer van en naar de campus. Ook stelt NHTV een duurzame relatie met de omliggende wijk en haar bewoners centraal. NHTV wil zich ook bij de ontwikkeling van een nieuwe campus gedragen als een goede buur met veel aandacht voor de wensen en behoeften van omwonenden. Dit betekent dat een klankbordgroep van wijkbewoners betrokken is bij de planvorming van de campus. Er wordt meegedacht over de inrichting van het terrein, als een open recreatief gebied dat vrij toegankelijk en beschikbaar is voor omwonenden en alle overige inwoners en bezoekers van de stad Breda.

Over enkele jaren kunnen studenten en docenten in Breda elkaar ontmoeten in een klooster. Daar wordt dit monumentale gebouw omgevormd tot een eigentijdse onderwijsomgeving. De nieuwe campus van NHTV internationaal hoger onderwijs Breda wordt ontworpen door Architectenbureau Inbo, samen met Culd, Deerns, Pieters en DGMR.

N

HTV Breda is een instelling voor internationaal hoger onderwijs. Er studeren zo’n 7.700 Nederlandse en buitenlandse studenten uit ongeveer zestig landen. Momenteel vindt het onderwijs plaats op verschillende locaties in Breda. “Een aantal academies is nu tijdelijk gehuisvest in voormalige kantoorpanden”, aldus vertelt Thea van Sambeeck, projectleider van NHTV. ‘‘Deze huisvesting voldoet wat ons betreft niet aan de huidige en toekomstige standaard van een kwalitatief goede studieomgeving. Door de spreiding over meerdere locaties verloopt de onderlinge samenwerking tussen de verschillende academies van NHTV niet altijd optimaal.”

Levendige en crossculturele campus Met de aankoop van een monumentaal klooster, dat naast het huidige hoofdgebouw staat, huidige hoofdgebouw, creëert NHTV de mogelijkheid om op termijn vijf academies samen te brengen op een centrale locatie nabij het centrum van Breda. In het oude klooster worden de academies Hotel & Facility Management en Toerisme gehuisvest. De overige academies van NHTV krijgen een plek in de twee bestaande gebouwen, die ook een make-over krijgen. Het gaat hier om Leisure, Games & Media en Stedenbouw, Logistiek & Mobiliteit

Tekst: Henk-Jan Hoekjen

“Het wordt een levendige en crossculturele campus, waarmee we ons imago als topinstituut in kennisontwikkeling en hoger onderwijs nationaal en internationaal verder versterken.” Natuurlijk moet het monumentale klooster onder handen genomen worden, voordat het voldoet aan de wensen en behoeftes van de toekomstige student. Daarom schreef NHTV een tender uit, die werd gewonnen door een samenwerkingsverband van Inbo, Culd, Deerns, Pieters en DGMR. Dit voorjaar tekenden Nico van Os, lid College van Bestuur van NHTV Breda, en Bert van Breugel, projectarchitect en partner-bestuurder van Inbo, het contract voor de ontwerpopdracht officieel. Volgens Van Os komt het prijswinnende plan perfect tegemoet aan de wens van NHTV. “Wij willen graag een campus met een groene, parkachtige omgeving en een recreatief karakter. Een open campus, die voor de buurt toegankelijk is. Het team heeft zich weten te onderscheiden met een ontwerpteam op maat, een plan van aanpak bedacht vanuit de gebruiker en een enthousiasmerende presentatie. Daarmee hebben we veel vertrouwen dat we gezamenlijk de NHTV Campus tot een groot succes maken.”

Monnikenwerk Dit voorjaar werd het contract voor de ontwerpopdracht officieel getekend door Nico van Os (rechts), lid College van Bestuur van NHTV Breda, en Bert van Breugel, projectarchitect en partner-bestuurder van Inbo.

Bij aanvang van de opdracht toonde een enorme maquette welke kansen er zijn.

Volgens Inbo en Culd, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het totale campusontwerp, biedt het Bredase project tal van kansen. Dit bleek bij de presentatie van de enorme maquette van het campusterrein.Hiermee werd afgelopen voorjaar getoond welke kansen er zijn en welke keuzes er gemaakt moeten worden. De presentatie maakte duidelijk dat er nog wat monnikenwerk te verzetten is, voordat de nieuwe NHTV Campus daadwerkelijk in gebruik kan worden genomen. Ook InboCuld heeft alle vertrouwen in het succesvolle verloop van het bijzondere renovatietraject. Projectarchitect Bert van Breugel: “Onze presentatie onderstreepte het enthousiasme en de energie van ons team. Daarmee sluiten we perfect aan op het projectteam van NHTV, dat ons een enorme betrokkenheid en positieve drive heeft getoond. Onze gezamenlijke energie zetten we dan ook met heel veel plezier in voor het ontwerp.” Het enthousiasme van Van Breugel heeft een solide basis, want het campusproject in Breda is niet de eerste onderwijsopdracht die Inbo en Culd uitvoeren. Deze partijen hebben in verschillende samenstellingen al een groot aantal bijzondere onderwijs- en campusprojecten opgeleverd, waaronder de High Tech Campus Eindhoven, de Christelijke Hogeschool Ede, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium Amsterdam, Campus Woudestein van de Erasmus University Rotterdam, de Faculteit Natuur en Techniek van de Hogeschool Utrecht en de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden. Stuk voor stuk ontwerpen waarin de moderne student zich kan thuis voelen: ontmoeten en kennisuitwisseling staan centraal. De studenten aan NHTV kunnen dus met enige begeestering uitkijken naar het moment, waarop de nieuwe campus daadwerkelijk in gebruik wordt genomen: hoewel zij waarschijnlijk niet in de wieg gelegd zijn voor het echte kloosterleven, biedt NHTV hen in de toekomst een aangename en leerzame onderwijsplek in een inspirerende omgeving.

Duurzame Scholen | november 2015 |

41


/ ADVERTORIAL Eenvoudig 65% besparen

Scholen betalen onnodig hoge energierekening De energierekening van schoolgebouwen is in veel gevallen schrikbarend hoog. Hierdoor scholen betalen vaak veel meer voor energie dan de vergoeding die zij daarvoor ontvangen. Zij betalen de rekening met het geld dat eigenlijk is bestemd voor de uitvoering van de primaire onderwijstaken. De mogelijkheden om te besparen op de energierekening liggen echter voor het oprapen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) publiceerde eerder dit jaar de nieuwe ‘Leidraad verduurzamen van schoolgebouwen voor basisonderwijs‘. Daarin geeft deze dienst een overzicht van de stand van zaken op het gebied van energie-efficiëntie in de ruim 7.000 gebouwen in Nederland. Hieruit blijkt dat het energieverbruik veel te hoog is en dat scholen vaak meer aan energie uitgeven dan zij als vergoeding ontvangen. RVO.nl schrijft hierover: ‘Als een dergelijk schoolgebouw nog tien, twintig of misschien wel dertig jaar geëxploiteerd wordt, moet over die periode een flink bedrag aangevuld worden op de post ‘Energiekosten’. In veel van die gevallen is het waarschijnlijk zeer zinvol om zo snel mogelijk energiebesparende maatregelen te treffen.’

De eerste stappen om energie te besparen en het schoolgebouwgebouw te verduurzamen zijn eenvoudig. Er is geen grote renovatie voor nodig. Men kan gewoon aan de slag gaan, zonder overlast. Toch worden maatregelen vaak uitgesteld. Vaak doordat het voor het schoolbestuur moeilijk is om de juiste keuzes te maken of door gebrek aan financiële middelen. En dat hoeft vandaag de dag niet meer. Goedkoper Licht biedt een complete lichtservice, waarbij het bestuur zich niet zelf hoeft te verdiepen in technische keuzes en waarbij het niet hoeft te investeren. De school bespaart wel 65 procent op de energiekosten, krijgt vijf jaar lang service en garantie op licht en de kosten zijn niet hoger dan de besparing. Goedkoper Licht biedt een volledige lichtservice en na vijf jaar is de school zelf eigenaar van de duurzame en energiebesparende ledverlichting, waarna het besparen nog vele jaren voortduurt. De levensduur van de toegepaste verlichting is immers meer dan twintig jaar. Zo slaat de school drie vliegen in een klap. De energierekening wordt structureel aanzienlijk verlaagd, beter licht draagt bij aan een beter klimaat in de klaslokalen en de school wordt vijf jaar lang ontzorgd tegen een vaste vergoeding.

42 | november 2015 | Duurzame Scholen

Snel en flexibel inspelen op onderhoudsactualiteit Tekst: Ton Brands

Foto: Linda van den Burg

Artwork: StyleVilla

Sinds begin dit jaar hebben schoolbesturen een grote uitdaging: ze zijn zelf verantwoordelijk voor het totale onderhoud van hun schoolgebouwen. Een onneembare horde? Niet als het aan het ScholenDossier ligt. Deze tool geeft betrokkenen volledig inzicht in de

Eelco Ouwerkerk is oprichter van eMGi Design Management.

staat van gebouwen. Zodat het totale Voorzitter van Coöperatie Digitaal Gebouw Dossier, Eric Carbijn: “Het ScholenDossier biedt je de kans om op elk gewenst moment de status van je vastgoed te bekijken.”

onderhoud verantwoord en gefundeerd is te plannen en uit te voeren.

H

et ScholenDossier is ontwikkeld door de coöperatie Digitaal Gebouw Dossier, een samenwerkingsverband ontstaan uit de Stichting Duurzame Scholen. In de coöperatie werken twaalf bedrijven samen. “Deze tool geeft inzicht in de problematiek en in de kosten. De data is en blijft eigendom van de school en niet van de adviseur. Het is een dynamisch en dus up to date systeem, waar op elk moment de status van het vastgoed is te bekijken. Grootschalige benchmark is mogelijk. Het is een hele schaalbare oplossing”, benoemt voorzitter Eric Carbijn de vijf hoofdelementen van het ScholenDossier. Een duurzame oplossing bovendien, benadrukt hij. “Als je iemand verantwoordelijk maakt voor de exploitatie van het pand – en dus ook van het energieverbruik – dan stimuleer je ook om investeringen te doen, die het energiegebruik omlaag brengen.”

Schoolbestuur aan zet Door de doordecentralisatie hebben – volgens RVO.nl - veel schoolbesturen massaal te maken met een erfenis van achterstallig onderhoud, totaal afgeschreven installaties en een veel te hoge energierekening. Dat lijkt slecht nieuws, maar door deze aanpassing zitten de schoolbesturen nu wel zelf aan het roer om maatregelen te nemen en de prioriteiten te bepalen. En dat is juist goed nieuws. De belangen om het schoolgebouw energie zuiniger te maken en te verduurzamen zijn in één hand gekomen, waardoor de school nu zelf de vruchten plukt van de investeringen om energie te besparen. Uit eerder onderzoek van onderzoeksbureau Stratus in 2011 bleek dat energiekostenbesparing voor meer dan 80 procent van de schoolbesturen een belangrijke reden is om hun onderwijsgebouwen te verduurzamen. Het schoolbestuur is dus zelf aan zet om besparingen niet te laten liggen en de energiekosten te verlagen.

/ SCHOLENDOSSIER

Werk aan de winkel

Goedkoper Licht is een initiatief van adviserend distributeur Less Energy, elektrotechnisch bedrijf Mega Elektra en eMGi Solutions en is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de profielorganisaties Verus, LVGS, VGS, VBS en VOS/ABB. eMGi Design Management richt zich op de realisatie van aantoonbare gebouwverbeteringen vanuit het perspectief van de gebruiker en de primaire functie van het gebouw.

Er is nog veel werk aan de winkel volgens Carbijn, die erop wijst dat zeker tachtig procent van de scholen in Nederland niet goed in beeld heeft wat de staat van onderhoud is. “Ze krijgen een potje voor onderhoud van de gemeente. Maar als de staat van onderhoud niet bekend is, hoe weet je dan wat er op je af komt? Het ScholenDossier biedt hulp en voorziet als eerste in een conditiemeting conform de NEN 2767.” Zo’n nulmeting is essentieel, vindt hij. “Alle gebouwgerelateerde elementen worden hierin meegenomen: leveranciers, contracten, installatieconstructies en -handleidingen, technische tekeningen, enzovoort. De data blijft eigendom van de scholen, die hiermee bovendien een helder uitgangspunt hebben voor discussies met de gemeente.” Hij geeft twee voorbeelden: “Met de conditiemeting door een onafhankelijke adviseur, kun je bijvoorbeeld tegen de gemeente zeggen: ‘Wettelijk gezien hebben we recht op bedrag X, maar ons dak moet volgend jaar worden vervangen en hiervoor is geen geld beschikbaar. Hoe gaan we dat doen?’ Of stel dat je het gebouw over vijf jaar moet teruggeven aan de gemeente. Hoe toon je dan aan dat het pand in dezelfde staat is als toen je het kreeg? Scholen zijn hier niet mee bezig, maar dit komt op ze af. Het ScholenDossier biedt een tool om in te spelen op deze ontwikkelingen.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

43


/ SCHOLENDOSSIER

Advertentie

“Als je iemand verantwoordelijk maakt voor de exploitatie van het pand – en dus ook van het energieverbruik – dan stimuleer je ook om investeringen te doen, die het energiegebruik omlaag brengen.”

Eenvoudig en praktisch hulpmiddel Bert de Jonge is door het bestuur aangesteld als accountmanager en noemt het ScholenDossier een mooi instrument voor het managen van het gebouwbeheer. “Het is een eenvoudig en praktisch hulpmiddel, zowel voor scholen met een beperkt aantal gebouwen, als voor scholen met tientallen gebouwen. Met behulp van het ScholenDossier kunnen ze hun dagelijkse onderhoud organiseren en een goede meerjaren-onderhoudsplanning (MJOP) opstellen en bijhouden.” Als voorbeeld noemt hij het platteland, waar kleine scholenorganisaties met verschillende achtergronden vaak samenwerken of fuseren. “Deze scholen zien zich geconfronteerd met het onderhoud van uiteenlopende gebouwen. Het kan ingewikkeld zijn om die gebouwen afzonderlijk te managen. Met het ScholenDossier kun je eenvoudig tot een gezamenlijke aanpak van het onderhoud van die gebouwen komen.” Als grote voordeel van het ScholenDossier wijst De Jonge op de mogelijkheid om snel in te spelen op de actualiteit. “Bij tussentijdse gebreken ben je daardoor flexibel en hoeft niet de hele MJOP op zijn kop te worden gezet. Een ander voordeel is dat je kunt benchmarken. Op lokaal, regionaal of zelfs landelijk niveau, maar ook tussen de gebouwen van je eigen school. Hoe verhoudt de prijs van het schilderwerk of de installaties zich ten opzichte van andere scholen? Op al dat soort vragen geeft het ScholenDossier snel antwoord. Met behulp van die inzichten kun je argumenten aandragen richting het schoolbestuur of de gemeente.” Omdat het ScholenDossier op één platform draait, kun je eenvoudig vergelijken, archiveren en digitaliseren. Alle relevante data, contracten en schema’s worden op één plek bewaard en bijgehouden. Altijd direct inzichtelijk voor alle betrokkenen. “En dus is het ScholenDossier niet alleen ideaal voor facilitair managers”, benadrukt De Jonge, “maar bijvoorbeeld ook voor schoolbesturen, die snel een overzicht willen

44 | november 2015 | Duurzame Scholen

hebben van de stand van zaken op het gebied van onderhoud. De facilitair manager kan snel rapporteren en de gewenste data in een mooi grafisch overzicht aanbieden, om bijvoorbeeld een gedegen advies te geven over investeringen in het kader van de MJOP.”

Wanneer investeren en waarom? Het ScholenDossier sluit volgens De Jonge goed aan bij de huidige duurzaamheidgedachte. “Je kunt inzichtelijk maken wat de besparingen zijn over tien of vijftien jaar wanneer je een bepaald soort onderhoud nu of juist iets later uitvoert. Het wordt als vanzelf inzichtelijk wat de handigste en meest logische volgorde van onderhoudswerkzaamheden is. Je krijgt dus antwoord op vragen als ‘Wanneer investeer ik en waarom?’ Sommige scholen hebben bijvoorbeeld nog enkel glas, anderen overwegen dakisolatie aan te brengen. Dat vergt uiteraard een investering, maar het zorgt ook voor een lager gasverbruik en meer comfort. Met het ScholenDossier is binnen het totale onderhoud helder te maken of en zo ja wanneer deze investeringen verantwoord zijn.”

‘Alle relevante data, contracten en schema’s worden in het ScholenDossier op één plek bewaard en bijgehouden. Altijd direct inzichtelijk voor alle betrokkenen.’

Kijk voor meer informatie op: ScholenDossier.nl

Duurzame Scholen | november 2015 |

45


/ ALGEMEEN

Scholenbouwatlas neemt bestuurder bij de hand De komende jaren moeten in Nederland honderden scholen worden verbouwd. De nood is hoog, want visies en behoeftes veranderen voortdurend en er is veel achterstallig onderhoud. Een ingewikkelde opgave voor de meeste schooldirecteuren, teamleden en schoolbesturen. De scholenbouwatlas biedt

Dolf Broekhuizen: “Scholen beseffen vaak niet dat oude schoolgebouwen kansen bieden die met nieuwbouw niet mogelijk zijn.”

hulp bij het aanpassen van basisscholen en kindercentra.

Tekst: Gerrit Tenkink “De scholenbouwatlas is gericht op schoolbesturen, omdat zij sinds januari 2015 verantwoordelijk zijn voor onderhoud en aanpassing van het interieur en exterieur”, zegt redacteur van de atlas Dolf Broekhuizen. “We houden een pleidooi voor een integrale aanpak van verduurzaming. Dat betekent dat opdrachtgevers proberen de verbetering van het gebouw op het gebied van energieprestaties en binnenklimaat te combineren met een functionele aanpassing. Opdrachtgevers kunnen zich aan de hand van de atlas oriënteren en bepalen welke verbouwmogelijkheid het beste bij hun ambities past en vervolgens bij een ontwerp- en adviesbureau de mogelijkheden verder laten onderzoeken.”

Slim alternatief “In de meeste publicaties gaat relatief veel aandacht uit naar nieuwbouw, wij leggen nu de focus op verbouwen.” Volgens Broekhuizen beseffen scholen vaak niet dat oude schoolgebouwen kansen bieden, die met nieuwbouw niet mogelijk zijn. “Bestaande gebouwen hebben hun eigen karakter: grote verdiepingshoogtes, karaktervolle gebouwdetails, overruimte, noem maar op. Het bekostigingssysteem was tot voor kort overigens zo ingericht, dat vooral ad-hocingrepen in de hand werden gewerkt waardoor schoolgebouwen verrommelden. Als de afschrijvingstermijn nadert, wordt het onderhoud vaak opgeschort, in afwachting van besluiten over de voortgang. Daardoor neemt de waardering voor het gebouw vaak af.”

Voorbeelden in krimpregio’s In de scholenbouwatlas staan tal van interessante voorbeelden van schoolverbouwingen in krimpregio’s. Van een school uit de jaren zeventig in Dordrecht is de helft van het aantal leslokalen herbestemd tot kinderopvang. “De behoefte daaraan ontstond doordat het aantal leerlingen terugliep, terwijl de kinderopvang toenam. Dat is een duidelijk krimpscenario. Ook tot brede school herbestemde kerken en kloosters zijn in de atlas opgenomen. Dat levert boeiende scholen op, met vaak verrassende ruimtes.”

46 | november 2015 | Duurzame Scholen

Foto: Ossip van Duivenbode

‘Scholenbouwatlas.

Verbouwen als nieuwe opgave voor basisscholen en kindcentra’ is een uitgave van nai010 uitgevers in samenwerking met Architectuur Lokaal, Atelier Rijksbouwmeester, BNA, PO Raad, Ruimte-OK, TU Delft Faculteit Bouwkunde, met steun van Atelier Rijksbouwmeester en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. De scholenbouwatlas is te bestellen via: www.nai010.com/ scholenbouwatlas

Naslagwerk

De Scholenbouwatlas is een lijvig boekwerk van 320 pagina’s met ruim 800 illustraties. Tientallen studenten Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft hebben stad en land afgereisd om scholen te bezoeken en de verbouwingen in kaart te brengen. Daarvan zijn uiteindelijk honderd in de publicatie terechtgekomen, geselecteerd op geografische spreiding, thema’s en ruimtelijke kenmerken. Twaalf specialisten hebben tekstbijdragen geleverd, en koppelden de casestudies aan bredere thema’s.

Dolf Broekhuizen, redacteur Scholenbouwatlas

Op welke basisschool heb je gezeten (en waar)? Wilhelminaschool, Rijnsburg.

Wat was je favoriete vak? Handvaardigheid.

Wat wilde je later worden? Ik wist niet wat ik wilde worden.

Wat was het leukste moment dat je je kunt herinneren? Hardlopen op het schoolplein.

Waarvoor ben je wel eens in de hoek gezet? Eigenwijs zijn.

Duurzame Scholen | november 2015 |

47


/ ADVERTORIAL

Intelligent dakraam voor beter binnenklimaat Samen met Domotica Guru en gebouwautomatiseerder BeNext heeft dakraamfabrikant Fakro de handschoen opgepakt om op een slimme en betaalbare manier het slechte binnenklimaat in scholen op te lossen. De drie samenwerkende innovatieve bedrijven willen met een zo intelligent mogelijk dakraam optimaal gebruikmaken van natuurlijke ventilatie, om te veel CO2 af te voeren en passieve (nacht)koeling te benutten. Maciej Cichocki van Fakro ziet zijn professionele en persoonlijke ambities samenkomen in het project. Frisse scholen zijn een groot goed voor leer- en werkprestaties en de gezondheid van kinderen en leraren. Waarschijnlijk kan de slimme dakraamoplossing in veel gevallen soelaas bieden in muffe, zuurstofarme lesruimten. Daarnaast ziet hij veel kansen voor bestaande bouw in het algemeen.

Natuurlijke oplossing

48 | november 2015 | Duurzame Scholen

Arno Rootsaert van domoticaspecialist Domotica Guru kwam met het idee voor de ‘simpelste totaaloplossing’ naar aanleiding van een initiatief binnen de installatiebranche om scholen nu echt met een integrale oplossing te gaan helpen. De inspiratie kwam van Renz Pijnenborgh, de architect die voor alles altijd zoekt naar de meest natuurlijke of biologische oplossing. Hij ontwikkelde onder meer de Brabant Woning, waarvoor hij vorig jaar De Groene Bouwsteen kreeg. Om de haalbaarheid van het intelligente dakraam te onderzoeken en stapsgewijs tot een prototype te komen, werd vorig najaar direct de daad bij het woord gevoegd. Het rieten dak van een goede kennis van de innovators moest eraan geloven. Er werd in de riante woonstulp een Fakrodakraam geplaatst. Vervolgens is een draadloos systeem aangebracht met meet- en regelapparatuur, sensoren voor CO2 en temperatuur, energieswitchers en een motor om het raam traploos te openen en te sluiten. De installatie is grondig getest. En de kennis die rond het prototype is opgedaan, is vastgelegd als input voor maatwerkopdrachten. “Alles is draadloos”, vertelt Rootsaert, “zodat geen hak- en breekwerk nodig is. Op de locatie monteren we een gateway die verbonden is met alle elementen, een ‘internet of things’

op basis van Z-wave of Bluetooth. Informatie over CO2 en temperatuur, wind, regen en inbraakveiligheid wordt realtime vastgelegd en via de gateway gedeeld met ons platform in de cloud. Hier wordt de data opgeslagen en geanalyseerd, vervolgens zorgt deze computer voor de volautomatische besturing van het dakraam. Deze interconnectie tussen meer systeemonderdelen draagt bij aan een optimale prestatie van het hele syseem.”

Zonwering, verduistering en geluid Bij Fakro wordt meegedacht over verdere aanvullingen en bredere toepassingen van het intelligente dakraam. Het gaat dan bijvoorbeeld om zonwering, verduistering en geluid. Overigens niet alleen voor toepassing in schoolgebouwen, maar ook in woningen en ander vastgoed waar problemen zijn met het binnenklimaat. “Het is een snel toe te passen oplossing zonder overlast voor de school, de bewoners of gebruikers, die tevens eenvoudig schaalbaar is”, legt Cichocki uit. “De luchtstroom is zo te sturen, dat het geen tocht wordt. Doordat software en mechaniek op maat zijn in te stellen, kun je ook rekening houden met persoonlijke voorkeuren. Het systeem is bovendien zelflerend en je bedient alles met een afstandsbediening, of vanaf je tablet of smartphone.” In de visie van Domotica Guru, BeNext en Fakro is de systeembenadering van alle mogelijke functies van het dakraam de beste bijdrage aan een beter binnenklimaat en meer comfort voor heel veel scholen, woningen en andere gebouwen. “Voordat je naar complexere oplossingen grijpt, is het goed om de aanbreng van een of meer intelligente dakramen af te wegen,” aldus Rootsaert.

Voordelen systeem - - -

Op basis van echter waardes oplossingen per ruimte, per gebouw Geschikt voor nieuwbouw en renovatie Schaalbaar

Meer informatie: kien.cannadevelopment.nl Duurzame Scholen | november 2015 | 49


/ ALGEMEEN

Green Deal geeft scholen duwtje in de rug

Isabelle Diks, wethouder in Leeuwarden en waarnemend voorzitter van de bestuurlijke

Tekst: Gerrit Tenkink

VNG-commissie Milieu, Energie en Mobiliteit.

In Nederland staan circa 9.000 schoolgebouwen, de meeste met een slecht binnenklimaat. Ook de energetische kwaliteit laat te wensen over: zes procent van de scholen heeft een energielabel, waarvan 75 procent een label C of lager en 25 procent een label G. Beide factoren leiden tot slechtere leer- en werkomstandigheden en onnodig hoge exploitatielasten. De Green Deal Scholen moet daarin verandering brengen. Aan dat slechte binnenklimaat en de slechte energetische prestaties komt spoedig een eind. Dit hopen de ondertekenaars van de Green Deal Scholen (GDS), althans. In november vindt de ondertekening plaats door de PO-Raad, VO-raad, VNG, de ministeries van OCW, BZK, I&M en EZ en door Ruimte-OK en Klimaatverbond Nederland. Deze Green Deal heeft als missie een gezonde leer- en werkomgeving voor leerlingen en medewerkers te creëren, in een voor schoolbesturen betaalbaar gebouw. Om die missie te concretiseren is gekozen voor een aanpak, gebaseerd op de behoeften van de GDS-doelgroep: schoolbesturen en gemeenten. De Green Deal sluit aan bij andere ontwikkelingen in het veld, zoals de overheveling van het buitenonderhoud van schoolgebouwen van gemeenten naar schoolbesturen per 1 januari 2016. Scholen kunnen daarmee integrale keuzes maken voor duurzame huisvestingsverbeteringen.

Oerwoud aan kennis Uit onderzoek blijkt dat scholen vooral behoefte hebben aan samenwerking, kennis en inzicht, bekostiging en financiering en de aansluiting van vraag en aanbod. “Vaak staan de thema’s energie en binnenmilieu niet of niet hoog op de agenda; het ontbreekt scholen soms aan een gevoel van urgentie”, stelt Isabelle Diks, wethouder in Leeuwarden en waarnemend voorzitter van de bestuurlijke VNG-commissie Milieu, Energie en Mobiliteit. “Terwijl een goed binnenklimaat juist bijdraagt aan betere leerprestaties van de leerlingen. Ook is er onvoldoende inzicht in de kwaliteit en opbrengsten van investeringen in duurzame oplossingen voor de eigen schoolgebouwen. Wij willen scholen met dit alles helpen.” Volgens haar is de kennis om maatschappelijk vastgoed te verduurzamen voldoende voorhanden. “Zo veel zelfs dat het voor scholen moeilijk is om door de bomen het bos te zien. Daarom komt er een nieuwe website en wordt een helpdesk opgezet.

50 | november 2015 | Duurzame Scholen

Het gaat er dus om dat we de schoolbesturen helpen bij het verkrijgen van de juiste informatie, waardoor het eenvoudiger wordt om duurzame oplossingen in te voeren.”

Programmadoel Het uitvoeringsprogramma van de GDS richt zich op schoolbesturen en gemeenten die werk willen maken van verduurzaming, maar vooralsnog niet tot handelen zijn overgaan. Door hen te ondersteunen en te begeleiden wordt de drempel tot handelen verlaagd en komt men in actie, zo is de verwachting. De missie van de GDS is daarom vertaald naar een programmadoel: schoolbesturen en gemeenten pakken gezamenlijk de verduurzaming van schoolgebouwen aan en komen daadwerkelijk in actie. Dat is uitgewerkt in zes resultaatslijnen (zie het kader op de volgende pagina.)

Helpdesk Er komt een onafhankelijke helpdesk voor scholen en gemeenten, met een backoffice van bestaande kennisorganisaties en er komen regionale kennisbijeenkomsten. 150 scholen krijgen ondersteuning in de vorm van advies en er is ondersteuningsruimte voor de verduurzaming van vijftien Integrale Huisvestingsplannen (IHP). Het Uitvoeringsprogramma bevat verder een innovatiespoor waarin, onder andere met de kennis van het innovatieprogramma Energiesprong, zeer energiezuinige renovaties worden gestimuleerd en ondersteund. “We gaan op zoek naar schoolbesturen die hun school energieneutraal willen renoveren, waarbij de exploitatiekosten na een bepaalde periode lager zijn dan daarvoor”, legt Diks uit. “Een aantal van deze scholen fungeert als ‘de betere ambassadeur’. Zij verspreiden hun kennis en ervaring in de regio. En scholen die deze ambassadeurs niet weten te bereiken, kunnen met hun vragen bij de helpdesk terecht.“

VNG-ondersteuningsprogramma Energie

Advies op maat Het uitvoeringsprogramma (met een begroting van € 3,7 miljoen) loopt van 2015 tot en met 2017. Schoolbesturen die willen verduurzamen, kunnen zich voor advies en ondersteuning melden bij de helpdesk. Experts die scholen daadwerkelijk helpen, komen naar de locatie toe voor advies op maat. Beschikbare kennis en kunde worden onder de aandacht gebracht en lessen uit geslaagde projecten worden beter verspreid dan voorheen. Uitgangspunt is vooral te zorgen dat financiering geen belemmering meer vormt om maatregelen te treffen. Diks is ervan overtuigd dat dit mogelijk moet zijn. “Er zijn al verschillende leningen, regelingen en subsidies voor duurzaamheidsmaatregelen. Maar slimme schoolbesturen kijken ook naar rendement: investeren in zonnepanelen op het dak levert meer op dan het geld op de bank laten staan. Het geld dat ze uitsparen door energiebesparende maatregelen te nemen, kunnen ze weer gebruiken voor zaken die de leerlingen en leerkrachten ten goede komen. Dat is een interessant idee dat wat mij betreft het onderzoeken waard is.”

Start uitvoeringsprogramma Afgelopen 10 november vond het startschot plaats van het uitvoeringsprogramma van de Green Deal Scholen. Kijk voor meer informatie op pagina 89.

In 2013 hebben meer dan veertig verschillende partijen, waaronder de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), in een energieakkoord afspraken gemaakt over duurzame groei. De VNG heeft daarop een ondersteuningsprogramma opgezet voor gemeenten, die lokaal of regionaal duurzame energieinitiatieven willen stimuleren.

Het ondersteuningsprogramma Energie van de VNG heeft twee pijlers: - Verduurzaming van particulier woningbezit - Verduurzaming van bedrijven en de huur- en (maatschappelijk) vastgoedsector. De Green Deal Scholen vloeit voort uit de afspraken om maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Kijk voor meer informatie over Ondersteuningsprogramma Energie op VNG.nl.

Zes resultaatslijnen De GDS-missie is vertaald naar een programmadoel, dat is uitgewerkt in zes resultaatslijnen:

- Betrokkenheid en gezamenlijke ambitie - Kennisinfrastructuur (vraagarticulatie) - Gebouwinzicht (gegevens) - Quick Wins - Aansluiting van vraag en aanbod - Innovatie

Duurzame Scholen | november 2015 |

51


/ ADVERTORIAL

Duurzaam binnenklimaat voor een vaste prijs

In een goed binnenklimaat voelen

Het is ondertussen breed uitgemeten in de landelijke media: het Nederlandse

leerlingen zich prettiger

onderwijs kampt met slechte luchtkwaliteit

en presteren ze beter.

in de lokalen. Hoewel een beperkt aantal scholen reeds is voorzien van een ventilatiesysteem, blijken de werking en het bereikte resultaat vaak tegen te vallen.

Het Scholen˚Concept ventileert, verwarmt en koelt met één systeem.

V

aak worden grote resultaten verwacht: meer verkoeling en ventilatie, maar ook een gebruiksvriendelijke installatie en – niet onbelangrijk – minder exploitatie - en energiekosten. Het programma ‘Frisse Scholen’ heeft in al die jaren minder vruchten afgeworpen dan gewenst. Teleurstellend en merkwaardig. Ook Klimaatgroep Holland, inmiddels tien jaar gespecialiseerd op het gebied van Frisse Scholen, is tegen de nodige uitdagingen aangelopen. Deze uitdagingen zijn echter omarmd en ondanks tegenslagen omgezet in goede resultaten. Met het nodige doorzettingsvermogen en de wilskracht om te gaan voor een comfortabel en energiezuinig binnenklimaat.

Profiteren van nieuwe technieken Naast wilskracht was er ook daadkracht en de mogelijkheid om de praktijkervaringen om te zetten naar nog betere (home made) apparatuur en software. Hiermee worden niet alleen nieuwe installaties steeds beter, maar ondervinden ook bestaande installaties voordeel door een eenvoudige software update. Het centraal updaten van de software is bijzonder waardevol gebleken voor de opdrachtgevers, omdat zij blijvend profiteren van de nieuwste technieken en mogelijkheden. Met als resultaat een reductie op de energierekening en een optimaal comfort. Klimaatgroep Holland heeft haar kennis en ervaring op het gebied van klimaattechniek en de wensen en eisen van de gebruikers en opdrachtgevers weten om te zetten naar prachtige technieken voor nu en in de toekomst. Het bedrijf vertaalt dit niet alleen in techniek, maar ook daarbuiten. Behalve dat leerlingen in een fris en gezond binnenklimaat beter presteren, wordt er ook bewust nagedacht over hun leefomgeving: de atmosfeer waarin ze opgroeien.

52 | november 2015 | Duurzame Scholen

Energiebesparing en recycling Energieverbruik en duurzaamheid zijn dan ook speerpunten voor het bedrijf. Het is de hoogste tijd om verder te kijken dan frisse scholen alleen. Maximale energiebesparing en volledige recycling staan hoog op de agenda. Het Scholen˚Concept is speciaal ontwikkeld voor en mede door scholen en ventileert, verwarmt en koelt met één systeem. Elk lokaal wordt voorzien van een optimale verdeling van binnen- en buitenlucht via een constante meting van CO2, vocht en temperatuur. Een inventieve technologie met een hoge mate van gebruiksgemak. Elke unit wordt eenvoudig aangesloten op de meldkamer van Klimaatgroep Holland. Op deze manier kunnen proactief verbetervoorstellen voor de instellingen per lokaal worden gedaan. Onnodig energieverbruik wordt voorkomen waardoor dus extra kosten worden bespaard. Het Scholen˚Concept is standaard uitgerust met aanwezigheidsdetectie, waarop ook de verlichting wordt aangesloten. De unit hoeft dus nooit in- of uitgeschakeld te worden bij aankomst of vertrek.

Eenvoud en overzicht Tot slot speelt ontzorging een grote rol bij Klimaatgroep Holland. Eenvoud en overzicht door integratie van verschillende functies die van invloed zijn op het binnenklimaat en het energieverbruik, zoals verwarming, ventilatie, koeling, maar ook verlichting en zonwering. Een logische vervolgstap is de ontwikkeling naar totale ontzorging: het onderwijs investeert daarbij niet meer in een installatie, maar betaalt voor het resultaat. Geen investering, wel een comfortabel klimaat voor een vaste prijs per maand, zonder omkijken. Daarbij wordt het voorzien van een honderd procent recyclebare installatie. Toekomstgericht.

Klimaatgroep Holland heeft een ruime ervaring op het gebied van klimaattechniek in

onder meer onderwijsgebouwen. Klimaatgroep Holland BV Odenseweg 8 Postbus 5233 9700 GE Groningen T 050 5470400 E info@klimaatgroepholland.nl I www.klimaatgroepholland.nl

Daarnaast is het Scholen˚Concept geschikt om volledig te aan te sluiten op de nieuwe generatie warmtepomptechnieken, die hun energie uit de buitenlucht halen. Nauwe samenwerking met deskundige en innovatieve fabrikanten resulteert in ongekende rendementen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

53


/ PROJECT ‘De leerdomeinen zijn aanpasbaar

Installatiearm scholencomplex in stimulerende omgeving Met de Brede School Noorderbreedte beschikt Diemen-Noord over een iconisch gebouw met extra maatschappelijke waarden. De installaties hebben de volle ruimte gekregen, met het doel minimaal aanwezig te zijn. “Iedereen geeft aan dat het binnenklimaat prettig is: een groter compliment konden we niet krijgen.” Tekst: Tim van Dorsten

Foto’s: Ronald Tilleman

D

iemen ligt onder de rook van Amsterdam. De wijk Diemen-Noord bestaat sinds eind jaren tachtig, waarbij de snelweg A1 en het spoor zorgen voor een fysieke scheiding van de rest van deze Noord-Hollandse plaats. “De gemeente Diemen, onze opdrachtgever, wilde met een nieuw schoolgebouw deze wijk een nieuwe impuls geven, een gebouw om trots op te zijn”, vertelt Hans van den Dobbelsteen, van Leijh Kappelhoff Seckel Van den Dobbelsteen (LKSVDD) architecten. “Hierbij moesten we wel rekening houden met de fijnstofzone, vanwege de A1.”

Maximale halen uit kleine plek In 2011 won zijn architectenbureau een Europese tender voor een Total-Engineeringopdracht voor dit brede-Schoolcomplex in Diemen-Noord. “Hierbij hebben we Reitsema & partners architecten uitgenodigd om met ons samen te werken. Daarnaast hebben we een aantal adviseurs gecontracteerd, waaronder Dijkoraad Wiecherink voor de installatietechniek en Lucassen Bouwconstructies voor het constructieve advies.” Volgens architect Theo Reitsema ging het om een relatief kleine bouwplek. “Het was 5.050 m², waaruit we het maximale wilden halen.” Van den Dobbelsteen voegt toe: “Daarnaast mocht het gebouw niet te hoog worden, omdat de kinderen eenvoudig en snel naar buiten moeten kunnen. Daarom hebben we voor een speelplein op het dak gezorgd.”Een brede trap loopt vanaf dat dakterras naar het meertje en stopt aan de rand van de bouwplaats. Voor het aangrenzende fietspad en de vlonder heeft de gemeente zelf gezorgd. “We zijn blij dat de gemeente hiermee onze visie ondersteunt. Wij zagen namelijk het park daar als onderdeel van de speelplaats”, vindt Van den Dobbelsteen. “Jammer dat ze hiervoor niet dezelfde materialen en kleuren heeft gebruikt, waarvan wij de gevel van Noorderbreedte hebben gemaakt.”

54 | november 2015 | Duurzame Scholen

naar diverse lestypen’ Installatiearm bouwen

Reitsema laat weten trots te zijn dat Noorderbreedte een lichte, frisse school is geworden. “Dat komt deels door de plafondhoogte van 3,20 meter en de hoge ramen”, legt hij uit. “Maar ook door het maximale uit de installatie te hebben gehaald.” Volgens beide heren heeft Robert Olde Scholtenhuis van Dijkoraad Wierechink hierbij een belangrijke rol gespeeld. “Ons doel was eigenlijk om installatiearm te bouwen”, vertelt Olde Scholtenhuis. “We hebben alles zo eenvoudig mogelijk gehouden en dus zo min mogelijk middelen gebruikt. Hierbij hebben we gekozen voor bewezen technieken, waarbij we uiteraard rekening hebben gehouden met de huidige regelgeving en het ‘Frisse Scholen’concept. Installatiearm ontwerpen vergt namelijk meer aandacht dan techniek op techniek plaatsen om de doelstellingen of normen te halen. Het voordeel is een overzichtelijke, goed in de hand te houden en energiezuinige installatie.” Dat hij dit kon uitvoeren, komt volgens Van den Dobbelsteen met de gebruikte ‘Total Engineering’-methode. “Dankzij deze manier van integraal ontwerpen hebben we het installatieconcept van begin af aan meegenomen in het ontwerp”, legt hij uit. “We hebben voor ruimtes gezorgd, waarin de installaties maximaal tot hun recht komen.” Hij is blij dat ze voor deze aanpak hebben gekozen. “Iedereen zegt hoe prettig het binnenklimaat is. Een groter compliment konden we niet krijgen.” Volgens Olde Scholtenhuis komt dit omdat hij de installatie heeft gericht op wat de gebruiker wil. “Normaal klaagt zo’n zes tot acht procent van de gebouwgebruikers, maar bij Noorderbreedte ligt dat percentage lager. Ik ben voor deze aanpak gaan staan, omdat ik echt hierin geloof.”

Kunstenaar Wouter Stips heeft van alle tekeningen van de leerlingen een kunstwerk gemaakt, die in het beton aan de gevels is verwerkt.

Van tekening naar kunstwerk

Bij de inrichting van deze clusters zijn de leerkrachten betrokken geweest. Ook de leerlingen hebben invloed gehad op de totstandkoming van de school. Zo heeft de kunstenaar Wouter Stips van al hun tekeningen een kunstwerk gemaakt, die in het beton aan de gevels is verwerkt. Daarnaast hebben ze de naam ‘Noorderbreedte’ bedacht, net als de zin die op het pand staat: ‘Ga je mee, dan gaan we samen’. “Dit heeft het gebouw ‘zachter’ gemaakt”, vindt Reitsema. “Verder hebben we voor de binnenwanden kleuren gebruikt, die we in de omgeving van de school hebben gevonden.”

Aanpasbaar aan lestypen

Het nieuwbouwcomplex bevat onder meer twee basisscholen: ’t Palet en De Duif. “Voor beide scholen hebben we leerdomeinen gecreëerd. Dit zijn ruimten, die aanpasbaar zijn naar diverse lestypen: klassikaal, maar ook zelfstandiger”, legt Reitsema uit. “Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer de leerkrachten ze zelfstandig aan het werk kunnen zetten. Iedere ruimte hebben we opgezet voor honderd kinderen. Deze domeinen hebben we onderverdeeld in de volgende clusters: 2-6 jaar, 6-9 jaar en 9-12 jaar.” Daarnaast stipt Van den Dobbelsteen een bijzonder aspect aan. “Beide scholen delen een cluster. Dat gebeurt nergens anders.” De clusters functioneren autonoom, met een eigen ingang, en zijn verbonden met het centrale hart in het gebouw. Daarnaast beschikken de leraren in ieder cluster over hun eigen lokaal. “Dat hebben we wel zo klein mogelijk gehouden”, vertelt Van den Dobbelsteen. “Het is maximaal 40 m².”

Noorderbreedte is een lichte, frisse school, mede dankzij de plafondhoogte van 3,20 meter en de hoge ramen.

Stimulerende omgeving

Hierdoor hebben de Diemenaren een gebouw gekregen om trots op te zijn. Deze veelgehoorde reactie horen de twee architecten regelmatig. Inmiddels huisvest het gebouw niet alleen twee basisscholen, maar ook een wijkcentrum. “Bij de verkiezing BNA Beste Gebouw van het Jaar waren er twee categorieën, waarvoor we ons konden inschrijven”, vertelt Van den Dobbelsteen. “Iconische gebouwen en Stimulerende omgeving. We hebben die keus aan de opdrachtgever voorgelegd. Zij koos voor die laatste categorie: een enorm groot compliment.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

55


/ PROJECT

(Ver)nieuwbouw voor een gezonde groene school In Alkmaar is de (ver)nieuwbouw van het Clusius College voor vmbo-groen en mbo zo goed als afgerond. Vestigingsdirecteur Wim van Reenen en BOAG-projectmanager Michel Bosveld zetten uiteen welke keuzes zij maakten om tot een transparant, modern en duurzaam onderwijsgebouw te komen. Tekst en beeld: Tom de Hoog BOAG-projectmanager Michel Bosveld (links) en Clusiusvestigingsdirecteur Wim van Reenen zijn trots op de vernieuwing van de locatie.

“Als je weet hoe het voorheen was, vier gebouwen – van matige kwaliteit - verspreid over het huidige terrein en nog een vijfde gebouw op een andere locatie in Alkmaar, hebben we enorme verduurzamingslag gemaakt”, vertelt Wim van Reenen. “Alle onderwijsfuncties en het centraal bureau zijn nu samengebracht in één goed geïsoleerd gebouw met energiezuinige systemen, zoals warmte- en koudeopslag (WKO). Dat alles gaat een forse besparing geven op de energierekening.” Het nieuwe onderkomen van het Clusius College in Alkmaar-Noord combineert een volledig gerenoveerd bestaand gebouw met nieuwbouw. Het is juist de visie op deze combinatie die de doorslag gaf voor de keuze van architect. Dat keuzeproces was ook het moment dat Michel Bosveld van adviesbureau BOAG bij het project betrokken raakte. “Er is een Europese selectie geweest en vijf partijen hebben uiteindelijk een visie gegeven op dit hele complex en ook het mogelijke hergebruiken van bestaande gebouwen.”

56 | november 2015 | Duurzame Scholen

Oud en nieuw Bosveld: “Inbo Architecten had het beste plan. Zij bedachten een ‘stadserf’ en namen het oude mbo-gebouw (zo’n 5.600 m² bvo) echt als uitgangspunt en zetten daar L-vormig gebouw (zo’n 5.060 m² bvo) tegenaan, met daarin centraal een atrium met transparante kap. Het resultaat is een compact gebouw, waarbij de oud- en nieuwbouw volledig in balans is. Dit ondanks de beperkingen die de bestaande wanden en constructies in het voormalige mbo-gebouw nu eenmaal geven. Daarentegen is het nieuwe gedeelte met het atrium heel flexibel opgezet. Mocht de verhouding tussen vmbo en mbo wijzigen, dan zijn de ruimtes aan te passen. Tevens is het nieuwe gedeelte eigenlijk één groot brandcompartiment van 4.000 m². Dat is bijzonder, want normaal moet je binnen de duizend meter blijven.

‘Een gezonde schoolkantine Bij brand opent de atriumkap automatisch – het Rookgas Warmte Afvoersysteem (RWA) - waardoor het atrium eigenlijk een soort buitenruimte wordt. Dat betekent dat er weinig bouwkundige brandscheidingen nodig zijn en je dus heel flexibel bent met je inrichting.”

met het predicaat van het Voedingscentrum.’

Van ambities naar praktijk Bij het formuleren van het Programma van Eisen (PvE) was een van de eerste stappen een duurzaamheidssessie. “Met de stuurgroep en de adviseurs is gekeken hoe ver de duurzaamheidsambitie ging”, legt Bosveld uit. “Clusius stelde heel duidelijk dat zij daarin voorop wil lopen. Dit met de kanttekening dat de te nemen duurzaamheidsmaatregelen zich binnen een acceptabele termijn dienen terug te verdienen. Daarnaast is goed gekeken naar hergebruik. Zo zijn in de oudbouw de bestaande radiatoren die deel uitmaakten van een hoog-temperatuursysteem omgebouwd naar laagtemperatuur en aangesloten op de WKO-installatie. Best een knappe oplossing van de installatie-adviseur.” Van Reenen licht de duurzaamheidsaspecten toe: “Van veel dingen zeiden we ‘dat gaan we doen’. Toch zijn enkele zaken afgevallen, die niet haalbaar bleken. Bijvoorbeeld een biogasinstallatie. Dat is onderwijskundig een interessant element, maar op deze locatie niet mogelijk vanwege vergunningen en beheersbaarheid. Wel is de oudbouw – wat een heel kaal, niet-geïsoleerd gebouw was – zoveel mogelijk binnen de duurzaamheidsambities van het nieuwe gebouw gebracht. Met gevel- en dakisolatie en isolerende beglazing is dat gerealiseerd. Dan is er energiezuinige verlichting die schakelt op aanwezigheid, de lednoodverlichting en een daglichtregeling. Energievoorziening is belangrijk en daar kozen we als gemeld voor warmte- en koudeopslag. Er komt circa 400 m² aan pv-panelen op het nieuwe Praktijkgebouw Dier (ca. 935 m² BVO) met dank aan de SDE-plus regeling. Buiten zijn er oplaadpunten voor e-bikes om het fietsen naar school te stimuleren. Daarnaast had de architect het idee om een soort hangende tuinen met plantluifels aan de gevels te maken. De invulling is iets anders geworden, omdat we natuurlijk ook onze opleiding groenvoorziening hebben die daar een eigen visie op heeft. Dat is nu beplant en er zijn plantenwanden binnen het gebouw, hier bij de entree en in het atrium.”

Van Reenen: “Voldoen aan de ‘Frisse Scholen’-normen was natuurlijk ook waarmee we direct aan de slag gingen. Het binnenklimaat is belangrijk. Als leerlingen dreigen weg te zakken, omdat het CO2-gehalte in de lucht wat te hoog wordt, komt er verse lucht naar binnen.” Bosveld licht dat toe: “Toen wij met het project begonnen - dat was voor de aanpassing van het Bouwbesluit – gold als minimumeis ‘Frisse Scholen klasse C’. Clusius koos er echter voor om ‘Frisse Scholen klasse B’ qua klimaat en temperatuurontwikkeling na te streven. Daarvoor is een gebalanceerd ventilatiesysteem op basis van een CO2-meting geïnstalleerd. Op het moment dat er minder leerlingen in een lokaal zijn, dan tunet hij ook terug vanwege energiezuinigheid.”

Drie gezondheidstappen Gezondheid heeft sowieso Van Reenens warme aandacht. “Dat doen we eigenlijk in drie stappen, waarvan we de eerste stap al hebben bereikt: een gezonde schoolkantine met het predicaat van het Voedingscentrum. De tweede stap is de gezonde school. Dat gaat niet alleen over klimaat en omstandigheden in het gebouw, maar ook over bewegen, gezonde voeding, et cetera. Zo is er naast de gymzaal ook een fitnessruimte, dat toegankelijk is voor leerlingen en voor personeel. De derde stap is het verwerven van het internationale keurmerk ‘Eco-School’. Gevraagd naar het verschil met zijn eigen verleden als leerling meldt Van Reenen dat vooral ICT op het onderwijsproces een grote invloed heeft. “Wij geven veel aandacht aan moderne leermiddelen en methoden. Toen ik op school zat, bestond internet nog niet. Hier ligt een krachtig wifi-netwerk. Leerlingen hebben laptops en kunnen terecht op ons leerplein of in de werkboxen waar ze zelfstandig kunnen werken en instructie kunnen krijgen in kleinere groepjes.”

Multifunctionele, Leerprestaties in een gezonde

transparante aula.

Duurzame Scholen | november 2015 |

57


Innovatieve producten en concepten

58 | november 2015 | Duurzame Scholen

Duurzame Scholen | november 2015 |

59


/ ALGEMEEN

Energieneutrale school is geen utopie Tekst en beeld: Gerrit Tenkink

Het Christiaan Huygens College in Eindhoven, nummer 14 in de top-15 meest energiezuinige PO- en VO-scholen 2014.

H

et bouwen van een energiezuinige school is technisch goed mogelijk, maar het vraagt wel de nodige expertise van opdrachtgevers, schoolbesturen en gemeenten. Vaak wordt die expertise ingehuurd. Verder is er ambitie, durf, creativiteit en een goede samenwerking nodig om de doelen te verwezenlijken”, zegt Irma Thijssen, senior adviseur Duurzaam Vastgoed bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze dienst ondersteunt energieneutraal bouwen van scholen en de verduurzaming van bestaande scholen in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en ondersteunt hiermee het Nationaal Energie Akkoord, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Green Deal Verduurzaming Scholen. Informatie, instrumenten en voorbeelden hiervan zijn te vinden op RVO.nl/FrisseScholen.

60 | november 2015 | Duurzame Scholen

Sinds dit jaar is de EPC voor de onderwijsfuncties aangescherpt van 1.3 naar 0.7 en in 2020 gaat deze naar (bijna) nul. Diverse praktijkvoorbeelden tonen dat het mogelijk is om energieneutrale, gezonde en betaalbare scholen te bouwen. Hoe kunnen schoolbesturen en gemeenten ervoor zorgen dat zij de school krijgen die zij beogen en dat de school ook de komende tientallen jaren deze kwaliteit houdt?

Compact bouwen Onlangs presenteerde ze een top-15 van meest energiezuinige scholen in het primair en voortgezet onderwijs 2014 (zie kader op pagina 63). “We zien dat er zeer uiteenlopende ontwerpen en maatregelpakketten zijn toegepast om te komen tot een lage EPC. Vaak is daarbij gekozen voor compact bouwen in combinatie met een goede isolatie en een efficiënte verwarming. Daarnaast blijkt vraaggestuurde ventilatie en goed geregelde verlichting van belang”, zegt Thijssen. In de top-15 wordt gemiddeld 55 procent van het gebouw gebruikt voor onderwijs. De overige ruimte heeft een kantoorfunctie of is ingericht als gemeenschappelijke of sportruimte. Wat verder opvalt bij deze vijftien scholen is dat zonnepanelen bijdragen aan de energienul-score. Zonder panelen voldoen de scholen echter ook aan de nieuwe EPC-eis van 0,7.

Plein Oost in Haarlem (nummer 2 in de top-15) heeft een EPG van -0,002.

Passief bouwen In de top staan verder drie passief gebouwde scholen. Deze scholen hebben extra dikke isolatie en kierdichting. “Daaruit valt op te maken dat passief bouwen een goede mogelijkheid is om energieneutraal bouwen te verwezenlijken. Bij de scholen in deze top is verlichting de grootste energiepost. Het gebruik van ventilatoren staat op plek twee en de verwarming is energiepost nummer drie. In vele gevallen wordt gebruikgemaakt van een warmte- en koudeopslag (wko). Slechts in enkele gevallen zijn bijzondere ontwerpen of technieken toegepast, zoals een school in een kas, een klimaatvloer of voorverwarming van ventilatielucht via grondbuizen in combinatie met het BaOpt-systeem. De drie Amsterdamse scholen in de lijst zijn aangesloten op stadsverwarming.” Om aan de energie- en de binnenklimaateisen uit het Bouwbesluit te voldoen, moeten in scholen tegenwoordig veel technische installaties worden geplaatst, zoals bijvoorbeeld een wko-pomp. “Voor gemeenten en scholen is het lastig om aan deze eisen en ambities te voldoen en dan ook nog eens de juiste partijen selecteren”, laat Thijssen weten. “Wat kun je bijvoorbeeld zelf doen en wat moet je uitbesteden en waar moet je wel en waar geen expertise voor inhuren?”

Mooie resultaten dankzij samenwerking RVO.nl heeft ervaringen van de zes koploperprojecten gebundeld. Hieruit blijkt dat samenwerken van essentieel belang is. ”In alle gevallen is er intensief samengewerkt tussen opdrachtgevers, bouwpartijen en gebruikers. Deze samenwerking verliep niet overal vlekkeloos, maar heeft wel tot mooie resultaten geleid”, zegt Thijssen. “Verder moet je ervoor zorgen dat je krijgt wat je wilt, bijvoorbeeld met het Programma van Eisen Frisse Scholen of met GPR Gebouw en borg deze eisen tijdens de bouw, bij oplevering en in de gebruiksfase. Het bouwen van een energiezuinige school is één, maar belangrijk is het ook dat die school ook daadwerkelijk energiezuinig is en blijft. Wordt het beoogde lage energiegebruik ook echt gehaald? Is het binnenmilieu ook echt gezond en zijn de gebruikers ook tevreden?”

Uit de financiële analyse van zes scholen blijkt dat de meerkosten voor extra energiebesparende maatregelen redelijk beperkt zijn gebleven. “Eigenlijk heeft vooral het proces meer tijd en dus geld gekost dan bij het bouwen van een gewone school. Het zoeken naar financiering is echter niet altijd eenvoudig voor gemeenten. In de zes projecten zijn naast landelijke en lokale subsidies en sponsoring en eigen financiering ook innovatieve financieringsoplossingen gekozen. Het is handig om dit al in de initiatieffase mee te nemen. De mogelijkheden daartoe zijn bijvoorbeeld het betrekken van de kosten van de beheerfase bij investeringsbeslissingen, voor financiering door uitvoerende partijen, combinatie van functies en multifunctioneel gebruik.”

Prestaties monitoren Zoals eerder aangegeven hamert Thijssen erop dat ook na het opleveren het van belang is om de prestaties van het gebouw te monitoren. “Bij de oplevering is het belangrijk om te checken of alles inderdaad aanwezig is en naar behoren functioneert. Zelfs bij koploperprojecten gaat namelijk wel eens wat mis. Meters ontbreken, de zonwering werkt niet goed of de warmtepomp voor de koeling staat uit. Goed en deskundig beheer is van groot belang. Zeker voor de installaties. Immers, tegenwoordig zitten er in schoolgebieden veel meer en ingewikkeldere installaties dan vroeger. Dat begint bij simpele zaken: check de energierekening, lees de meters af. Het komt bijvoorbeeld voor dat koeling het hele jaar aanstaat in plaats van alleen in de zomer. Een ander simpel punt: los storingen snel op. Want veel storingen leiden tot ontevreden gebruikers.” Ook het onderhoud vraagt volgens Thijssen veel aandacht. “Als er decentrale ventilatieunits zijn toegepast, moeten regelmatig batterijen worden vervangen en filters worden schoongemaakt. En de instellingen jaarlijks optimaliseren kan ook zomaar vijftien procent energie besparen. Wil het schoolbestuur dit zelf doen of uitbesteden? Het zijn allemaal punten waar een gemeente en een schoolbestuur goed over na moeten denken.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

61


/ ALGEMEEN

Advertentie Irma Thijssen, senior adviseur duurzaam vastgoed

bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Op welke basisschool heb je gezeten (en waar)? Prinses Ireneschool in Tiel.

Wat was je favoriete vak? Rekenen, en creatieve vakken.

Wat wilde je later worden? Foto: Corbis / Hollandse Hoogte

Juf natuurlijk.

Het klimaat voor optimale prestaties Slimme oplossingen voor frisse scholen

De ‘Frisse School’ is een term die steeds vaker opduikt. Terecht, want uit onderzoek blijkt dat er veel te verbeteren is aan het binnenklimaat én de energieprestaties van scholen. Bovendien zijn scholen vanaf heden zelf verantwoordelijk voor een goed binnenklimaat en dat heeft voordelen! Want door slimme toepassingen wordt het binnenklimaat veel gezonder en comfortabeler en kunnen de energiekosten fors omlaag. Zo heeft u de investering snel terugverdiend. ABB, specialist in gebouwsysteemtechniek, levert slimme oplossingen voor scholen. Omgevingen waar verwarming, verlichting, ventilatie en veiligheidsvoorzieningen en andere functies zich automatisch voegen naar de gebruiker. Dat betekent dat leerlingen én medewerkers zich kunnen concentreren op studie en werk. Maak kennis met onze oplossingen. www.abb.nl/lowvoltage

ABB b.v. Frankeneng 15, NL-6716 AA Ede Tel. +31 (0)318 66 93 00, Fax +31 (0)318 63 17 18 E-mail: info.lowvoltage@nl.abb.com

62 | november 2015 | Duurzame Scholen

Struikelblokken bij renovatieprojecten

Wat is het leukste moment dat je je nog kunt herinneren uit de basisschooltijd? De eindmusical, ik was de quizmaster.

Waarvoor ben je wel eens in de hoek gezet? Ik was best verlegen en braaf eigenlijk.

Top 15 meest energiezuinige PO- en VO-scholen 2014 Scholen:

Locatie:

EPG:

1

MFC De Tredder Westergeest

Westergeest Triemen

-0,2

2

Plein-Oost

Haarlem

-0,002

3

Praktijkschool Focus Huygen

Heerhugowaard

0,015

4

Burgemeester Waldaschool

Nes (Ameland)

0,067

5

Brede School Houthaven

Amsterdam

0,091

6

OBS De Wilgenstam

Rotterdam

0,16

7

OdyZee (SO, passief)

Goes

0,18

8

Het Klaverblad

Amsterdam

0,247

9

IKC Zeeburgereiland

Amsterdam

0,367

10

Lyceum Schravenlant

Schiedam

0,488

11

De Energieschool (passief)

Jimsum

0,473

12

Veldhuizerschool (passief)

Ede

0,477

13

CAH Vilentum

14

Christiaan

Dronten Eindhoven

0,538 0,611

Bestaande PO- en VO-scholen in Nederland zijn gemiddeld zo’n veertig jaar oud en dus toe aan een ingrijpende renovatie of wellicht sloop. Op papier zijn voor de meeste renovatieplannen uitstekende resultaten te behalen op gebied van binnenklimaat, energiebesparing en verduurzaming. Verduurzaming van label E naar A? Geen probleem. De investering verdient zich in vijftien jaar terug. Ook het verbeteren van het binnenklimaat en het halveren van de CO2-uitstoot is iets dat technisch gezien in de meeste gevallen mogelijk is. Waarom gebeurt het dan toch nog zo weinig? Kortom: Waarom worden niet de resultaten gehaald die technisch gezien al lang voorhanden zijn? Volgens Thijssen zijn er meerdere oorzaken. “De financiering van basisscholen is complex en de normvergoedingen zijn leidend. Echter: schoolbesturen en gemeenten zijn vaak onbekend met de mogelijkheden. Vaak zijn ze terughoudend bij het inschakelen van marktpartijen. Dat geldt voor financieringsmogelijkheden, maar ook voor de technische mogelijkheden. Is er ergens in de buurt een probleem met een WKO, dan gaat zo’n verhaal al snel de ronde en dat zorgt voor argwaan.” Volgens Thijssen kunnen scholen beginnen met het opstellen van een Integraal Huisvestingsplan (IHP), een vastgoedstrategie en een kwaliteitsmeting. Ook moeten zij ambities formuleren en haalbaarheidsstudies uitvoeren en een businessplan met een Plan van Aanpak en een Programma van Eisen opstellen. “Bij de uitvoering moet er aandacht zijn voor de projectbeheersing (kosten, kwaliteit en planning) en monitoring van de afgesproken prestaties. Daarnaast is het van belang om per fase aan te geven wie (schoolbestuur, gemeente, adviseur) wanneer moet acteren”, aldus Thijssen. Voor meer informatie en de leidraad Verduurzamen Basisscholen verwijst ze naar RVO.nl/FrisseScholen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

63


/ DOORGEEFCOLUMN

Advertentie

zonwerend screendoek voor extra comfort, minder schittering en aangenamer binnenklimaat

zonwering met traditioneel screendoek

zonwering met Tibelly ecole1%

Van broeikas naar schoolklas

Rinda den Besten, voorzitter PO-Raad

Geen zonwering

Screens met traditioneel screendoek

Screens met Tibelly ecole1%

Teveel warmte en schittering in gebouwen kan leiden tot slaperigheid, concentratieverlies, hoge koelingskosten, uitdroging, nare geurtjes door transpiratie, vermoeide ogen, etc.

Zomer 2015. Even na 08:00 uur stap ik een basisschool in Utrecht Overvecht binnen en de hitte slaat

Vooral in scholen en werkplekken is het belangrijk dat de leraren, scholieren en kantoormedewerkers zich kunnen blijven concentreren en zodoende beter kunnen presteren.

me tegemoet. U leest het goed, om acht uur ’s ochtends. Ik vraag een paar leerkrachten of ze er geen last

Bovendien heeft men met de toepassing van Tibelly ecole1% geen last van directe hinderlijke straling op computer- en projectiescherm of digiboard.

van hebben. Het antwoord kunt u raden. “En ’s winters is het koukleumen bij het enkel glas”,

Tibelly ecole1%

is een zonwerend screendoek dat wordt verwerkt in verticale zonwering (ook rolschermen of screens genoemd). Tijdens zonnige dagen zorgt het doek voor een aangenaam binnenklimaat waarbij er toch voldoende licht is dat bovendien minder hinderlijk is dan bij traditioneel screendoek.

Waarom zonwering? > Kijk op www.tibelly.nl

In Nederland zijn 350.000 mensen slechtziend of blind. En dat terwijl dit bij zeven op de tien mensen te voorkomen is. Tibelly steunt het Oogfonds om wetenschappelijk onderzoek en voorlichting mogelijk te maken.

Tibelly ecole1% is een creatie van de AVZ-groep. Het doek wordt geleverd aan zonweringspecialisten die het doek verwerken in hun producten en vervolgens installeren. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met 1 van de onderstaande bedrijven.

AVZ b.v.

64

+31 (0)499 328 600 | november 2015www.avz.nl | Duurzame Scholen

HYLAS b.v.

SMITS b.v.

+31 (0)481 371 948 www.hylas.nl

+31 (0)485 315 667 www.smitsrolluiken.nl

merkt een leerkracht op.

I

n een schoolgebouw van slechte kwaliteit treedt aanzienlijk rendementsverlies op. Dat zie je niet alleen op de energierekening, maar ook bij de leerlingen. Deens veldonderzoek van professor David Wyon toont aan dat één graad temperatuurverschil tot 3,5 procent prestatieverlies leidt. Maar dat is nog niet alles. Leerkrachten en leerlingen zijn bij een slecht binnenklimaat vaker ziek. En hoe hoger de energierekening, hoe minder geld voor het primaire proces. Schoolbesturen zijn soms echter teleurgesteld in het marktaanbod van de traditionele aanbieders en vooral in het gebrek aan een integrale aanpak. Installatieadviseurs worden vaak pas ingeschakeld als besturen geconfronteerd worden met de gevolgen van ondoordachte investeringen. Airco-apparatuur is scholen ingebracht met grote beloftes, maar de kosten blijken vaak harder te stijgen dan de luchtkwaliteit. Met de Green Deal komt er meer inzicht en overzicht voor schoolbesturen in het aanbod. Het sluiten van prestatiecontracten moet beide partijen zekerheid geven. Snelle verkopers krijgen dan geen

Met de Green Deal komt er meer inzicht en overzicht voor schoolbesturen in het aanbod. kans meer. Anderzijds maken schoolbesturen zich hard voor goed opdrachtgeverschap. Wat de investering ook is, altijd zouden de leerling en de leraar voorop moeten staan in de bouwketen. Ik hoop dat als ik mijn eventuele toekomstige kleinkinderen ooit naar school breng op een warme dag, ik me kan concentreren op deze bezigheid zelf. En dat frisse lucht op school dan vanzelfsprekend is. Ik geef de pen door aan Wilma van der Heiden, directeur van openbare basisschool De Molenvliet in Stad aan ‘t Haringvliet. Dit is de eerste school in Nederland die de vijfde Groene Vlag van Eco-Schools heeft ontvangen, het internationale keurmerk voor duurzame scholen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

65


/ NIEUWE PROJECTEN

Daglicht en kleur Foto: VisusFoto

Kleurrijk palet

Openbare Basisschool Het Palet in Alphen aan den Rijn heeft een ingrijpende renovatie ondergaan.

Het onderwijs verandert en de huisvesting verandert mee

Het historische pand werd in opdracht van de

om dit optimaal te faciliteren. De Zuyd Hogeschool werkt

Gemeente Alphen aan den Rijn en de stichting

hier de laatste jaren hard aan en heeft Wonderful Day

Sopora veranderd in een kleurrijk en

Design gevraagd diverse herinrichtingen te ontwerpen. De

eigentijds onderwijsgebouw. Het ontwerp is van

komende jaren wordt de faculteit Bèta Science & Techno-

architect Bart Jan Onderwaater.

logy volledig heringericht. De eerste fase is afgerond. Het doel van het ontwerp voor de faculteit Bèta is een rustige sfeervolle werk- en leeromgeving te creëren. Het Leitmotiv, de raison d’être voor Faculteit Bèta is ‘Transitie naar een duurzame leefomgeving’. Het ontwerp richt zich dan ook op deze duurzame omgeving. De eerste fase bestond uit drie onderdelen: het bedrijfsbureau met werkplekken voor de medewerkers, een representatieve vergaderomgeving en een studielandschap voor de studenten. Wonderful Day Design heeft een ontwerp gemaakt dat wordt gekenmerkt door daglicht en kleur. De studenten hebben een studielandschap gekregen, waarin ze op diverse manieren kunnen werken, ook activiteitgericht: Het Nieuwe Onderwijs. Naast de functionele kant – open werken leidt meestal tot meer interactie en efficiëntie – zijn er in de afwerkingen en sfeer duurzame keuzes gemaakt. Zo is gekozen voor het snelgroeiende gewas bamboe bij diverse vloer-, wand- en meubelafwerkingen en overlegstoelen van gerecycled pet-materiaal.

Warm en speels

Het Palet is een kleine openbare school in een historisch pand op een prachtige locatie tussen de kastanjebomen en met een prachtige schooltuin. De school kenmerkt zich door de diversiteit aan leerlingen en een prettige, persoonlijke sfeer. Bij Het Palet mag iedereen meedoen en is samenspelen en -werken een belangrijk uitgangspunt. Deze open houding komt tot uiting in het nieuwe interieur: architect Onderwaater realiseerde een uiterst kleurrijk geheel. De vloeren, de deuren, de wanden, het tegelwerk en de kluisjes vormen samen een kleurrijke palet.

Nieuw en toch herkenbaar

In Baarn is een nieuw onderwijsgebouw verrezen. De Nieuwe Baarnsche School huisvest een basisschool, een buitenschoolse opvang (BSO) en een peuterspeelzaal. Het gebouw is het resultaat van een revitalisatie- en nieuwbouwproject op de locatie van de oude Waldheim-MAVO. Het gebouw is ingrijpend verbouwd en uitgebreid met nieuwbouw. Door de bestaande gymzaal te slopen, kon een tweelaags volumeworden toegevoegd aan het bestaande pand. Hierdoor is een compact gebouw ontstaan met veel ruimte eromheen. De gerevitaliseerde school is uitgevoerd in bijzonder geprofileerd metselwerk met traditionele kenmerken uit de regio. Het gebouw is geplaatst in een bij uitstek groene omgeving. Er is extra geld uitgetrokken voor een duurzaam eindresultaat. Het gebouw is onder meer uitgerust met een zeer energiezuinig verwarmings-en koelingsconcept. Ook kent de Nieuwe Baarnsche School een activiteitgericht ledverlichtingsconcept en een goed binnenklimaat dankzij een CO2-reductieregeling. Het interieur wordt gekenmerkt door een focus op ruimte en ruimtebeleving leerpleinen, grotere en hoge lokalen dan de standaardnorm en een multifunctionele aula. Het kleurgebruik in het gebouw is warm en speels. De Nieuwe Baarnsche School is een Frisse School geclassificeerd in klasse B.

66 | november 2015 | Duurzame Scholen

In Assen werd Dr. Nassau College, locatie Penta, ‘vernieuwbouwd’. Het provinciale monument heeft een nieuw uiterlijk, maar beeldbepalende elementen

De aanpak van het Dr. Nassau College kwam voor de rekening van De Jong Gortemaker Algra Architecten in Rotterdam. Het bureau nam het onderwijsgebouw ingrijpend onder handen. Dankzij een creatieve ingreep in het hart van de school is het gebouwoppervlak iets teruggebracht: een beschut ontmoetingsplein en een droogloop kwamen ervoor in de plaats. In het nieuwe gebouw is de bestaande patio omgevormd tot pauzeruimte voor de leerlingen. Hieromheen zijn de klaslokalen gesitueerd. De nieuwbouw wordt gekenmerkt door veel daglichttoetreding. In het nieuwe ontwerp laten de translucente pleingevels van verticale glaselementen veel extra daglicht toe in de verkeersruimten. Het onderste deel van het bestaande trappenhuis is vervangen voor een houten tribune-element, waarop leerlingen kunnen zitten. Zo voldoet de locatie Penta weer helemaal aan de eisen van deze tijd.

uit de oude situatie zijn herkenbaar gebleven. Zo is de bestaande ingang onder de hoogbouw intact gebleven. Ook de aula is nog als zodanig herkenbaar.

Duurzame Scholen | november 2015 |

67


/ NIEUWE PROJECTEN

Advertentie

Lichte uitstraling

Foto: Higher View Mediaproducties

Interieurarchitect Caroline Molenaar heeft ROC Landstede in Harderwijk onder handen genomen. Zij ontwierp een

WANNEER INTELLIGENTIE AAN HET LICHT KOMT

nieuw interieur voor de afdelingen Vrij & Gastvrij, Zorg & Welzijn en Gezondheidszorg.

www.trilux.com/livelink

Landstede is gevestigd in het gebouw van een voormalige mts. De opdracht was om de sfeer en de functie van de verschillende opleidingen in het interieur tot uitdrukking te laten komen. Voor de unit ‘Vrij & Gastvrij’ realiseerde ze een sfeervol multifunctioneel leerplein met uitgekiende praktijkunits. “Het leerplein fungeert niet alleen als ontmoetingsplaats, maar ook als praktijkruimte. Er staat een speciaal ontworpen tweedelige balie, die als receptiebalie en als reisbureau dienst doet”, legt Molenaar uit. “Ook is er een vergaderruimte en een podium voor het uitvoeren van rollenspellen. De klaslokalen hebben elk een eigen functie, verbeeld door grafische afbeeldingen op wanden en plafonds. Bij de afdelingen Zorg & Welzijn en gezondheidszorg verving Molenaar de gangmuren door glazen wanden. “Door de gangen te voorzien van nieuwe plafonds en vloerbedekking heeft de afdeling een lichte en doorzichtige uitstraling gekregen.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

69


/ PROJECT

Eerste gecertificeerde passiefschool van Nederland ‘Waargemaakt waarover vooraf gedroomd werd’

Het is niet meer de enige passieve school van Nederland, maar het was wel de eerste. OdyZee-school en -college in Kloetinge ontving in 2011 als eerste onderwijsorganisatie van Nederland het certificaat ‘Passief Bouwen’. Bovendien voldoet de school ruimschoots aan de eisen uit het programma Frisse Scholen. Tekst: Ton Brands

E

en fris en gezond klaslokaal: voor elk kind zou dit vanzelfsprekend moeten zijn. En zeker voor de leerlingen van OdyZee in Kloetinge, een school voor lager en voorgezet speciaal onderwijs. Hun welzijn en prestaties zijn nog meer dan gemiddeld afhankelijk van hun onderwijsomgeving. Daarom werd hun nieuwe school in 2011 ontworpen en gebouwd volgens het principe ‘Passief Bouwen’. Voornaamste kenmerken: een prikkelarme en CO2-neutrale omgeving in een gebouw met de kwalificatie ‘zeer goed’ in het PvE Frisse Scholen. Passief Bouwen heeft als uitgangspunt dat de gevel bijzonder goed geïsoleerd is, gebruik maakt van passieve zonnewarmte en geen lekken heeft. Daardoor is er geen ongecontroleerde tocht.

70 | november 2015 | Duurzame Scholen

Uit de ventilatielucht hergebruikt de OdyZee-school negentig procent van de warmte. Daarmee haalt de school de hoogste norm voor frisse scholen”, vertelt Taco Tuinhof namens RDH Architecten Stedenbouwkundigen over het duurzame en energieneutrale onderwijsgebouw, dat in 2011 de ‘PassiefBouwen Award’ ontving. “Goed Passief Bouwen vereist specifieke vaardigheden.” Op advies van Trecodome uit Roosendaal schakelde hij daarom Gumpp & Maier in. Dit bedrijf uit het Duitse Binswangen bleek het best in staat om de houtskeletconstructie voor de gevel en de kozijnen te realiseren. Adviesbureau Nieman stelde in het gebouw een luchtdoorlatendheid vast van 0,47: ruimschoots onder de norm van 0,6 die het Duitse Passivhausinstitut hanteert.

Realistische financiering De meerprijs voor een ‘Passief Bouwen’-project ten opzichte van traditionele bouw bedraagt circa tien tot vijftien procent. Interim-directeur vastgoed bij de Zeeuwse GGZ-instelling Emergis Dorine Peters-van Dommelen legt uit hoe zo’n project toch optimaal valt te financieren. Ze roemt daarbij de samenwerking tussen de gemeente Goes, Emergis en het schoolbestuur van Stichting Respont waaronder OdyZee valt. “We hebben eerst gekeken welke huisvesting de kinderen nodig hadden en welke locatie hiervoor geschikt zou zijn.” Doordat een deel van de kinderen ook zorg ontvangt, bleek huisvesting van de school op het terrein van de zorgverlenende stichting Emergis een even praktische als ideale oplossing. De drie betrokken partijen en de architect keken vervolgens in werksessies hoe de wensen van de school gerealiseerd konden worden. Passief Bouwen bleek de methode om optimaal aan de eisen van de doelgroep te voldoen. “Uit diverse studies bleek dat een Passiefschool technisch en financieel realiseerbaar zou zijn”, vertelt Peters-Van Dommelen. Nadat het project was aanbesteed bij RDH Architecten schakelde het architectenbureau alle partijen in, aangevuld met een projectmanager, om het proces en de financiële begroting aan te sturen en te bewaken. Een toegekende subsidie gaf de mogelijkheid om naast het concept van Passief Bouwen de school volledig energieneutraal te realiseren om zo te voldoen aan de hoogste norm Frisse Scholen klasse A. “Belangrijk was dat de architect de regie hield bij het inschakelen van specialisten”, aldus Hans Geerse, hoofd vastgoed van Emergis. “Het hele project vergde een intensieve vorm van samenwerking. Dit is de kwaliteit van ontwerp en uitvoering ten goede gekomen.”

Bijzondere financieringsconstructie Emergis is naast grondeigenaar ook eigenaar van het gebouw. De gemeente huurt het pand van deze stichting en stelt het ter beschikking aan de school. De meerkosten van het ‘Passief Bouwen’-concept zijn in de huur verwerkt. De school gebruikt het gebouw en draagt jaarlijks uit de rijksvergoeding, die zij voor energiekosten ontvangt, een bedrag af aan de gemeente als bijdrage in de meerinvestering (lees: verhoogde huur voor de gemeente). Dit bedrag wordt gedurende de hele looptijd van de overeenkomst betaald (tot 1 juli 2051). De energiekosten komen voor rekening van OdyZee. In het huurcontract tussen Emergis en de gemeente is een berekening van het energiegebruik gemaakt met een bandbreedte van plus of min tien procent. Omdat de school zelf de energierekening betaalt, merkt ze als het energiegebruik zich buiten deze bandbreedte begeeft. “Het energiegebruik wordt standaard gemonitord om snel hierop in te spelen als dat nodig is.” Omdat de school in de toekomst zonder wijzigingen aan de gevel om te bouwen is tot een complex met eenpersoonsappartementen, heeft het gebouw vanuit vastgoedperspectief ook duurzaamheidswaarde voor Emergis.

Dorine Peters-van Dommelen, interim directeur vastgoed bij GGZ-instelling Emergis.

Hoge comfort, goede akoestiek en logistiek De school kenmerkt zich door een prikkelarme omgeving. Dat is mede een gevolg van het hoge comfort, goede akoestiek en logistiek. Het ontwerp minimaliseert bijvoorbeeld het aantal contactmomenten tussen grote groepen leerlingen en ook heeft ieder lokaal een eigen toilet. De gangen zijn voorzien van een zogeheten time-outzone en een patio om te rusten. Het eigen gymnastieklokaal, waarvan ook andere Emergis-cliënten gebruikmaken, is nog een belangrijke voorziening die bijdraagt aan de prikkelarme omgeving. Kortom: de omgeving kent een duidelijke structuur, die zorgt voor rust en overzicht. Een passiefschool is een school met een minimaal energieverlies. De goede isolatie, luchtdichtheid, balansventilatie en gebruik van energiezuinige apparaten dragen hieraan bij. De ligging van het gebouw op het zuiden en het geavanceerde ventilatiesysteem met hoog-rendement warmteterugwinning zorgen voor een gezond en fris binnenklimaat. Elektriciteit wordt opgewekt via zonnepanelen en een zonneboiler zorgt voor warm water. Passief Bouwen en ‘Frisse Scholen’ lopen niet in de pas met elkaar als het gaat om ventilatie. Passief Bouwen gaat uit van extreme luchtdichtheid en zo min mogelijk ventileren, terwijl Frisse Scholen juist voorziet in veel ventileren.

Duurzame Scholen | november 2015 |

71


/ PROJECT

Meer

zuurstof

tot nadenken ...

Daarom vindt ventilatie bij OdyZee alleen plaats wanneer het echt nodig is. Koeling geschiedt vooral via nachtventilatie. Volgens OdyZee-directeur Tonia de Groene is het uiteindelijke resultaat tot stand gekomen, dankzij een goed Programma van Eisen en de intentie van de samenwerkende partners om te luisteren en mee te denken in het belang van de uiteindelijke gebruikers. “Zonder concessies is een toekomstbestendig gebouw gerealiseerd wat volledig op de wensen en behoeften van de leerlingen is afgestemd en waarin de kwaliteit zich terugvertaalt in betere leerprestaties. Er is waargemaakt waarover vooraf gedroomd werd.”

Financiering OdyZee-school en –college Maatregelen / meerinvestering:

Investeringskosten

Totale investeringskosten OdyZee waarvan meerkosten ‘fris en gezond gebouw’ circa € 950.000,-

circa € 4.800.000,-

Financiering € 4.420.000,-

Investering Stichting Emergis

circa € 3.800.000,-

NESK-subsidie van RVO.nl

€ 4.800.000, (NESK = naar energieneutrale scholen

OdyZee-school en -college in Kloetinge (gemeente Goes) •

• • • • • •

Schoolvorm: REC-4 (Regionaal Expertise Centrum cluster 4) voor Speciaal Onderwijs (SO) en Speciaal Voortgezet Onderwijs (SVO) Schoolbestuur: Stichting Respont Aantal leerlingen: 260 Bouwjaar school: 2011 Aantal m² BVO: 2.400 m² bestaande uit achttien leslokalen en zes praktijklokalen Luchtkwaliteit volgens PvE Frisse Scholen Agentschap NL: A Energieprestatie (EPC) 0,54 (EPC = 0 na plaatsing pv-panelen)

en kantoren)

Maatregelen die bij OdyZee bijdragen aan een ‘Frisse School’, energiebesparing en comfortverhoging • • • • • •

Opdrachtgever: Stichting Emergis, gemeente Goes • • • • • • • • •

Architect: RDH Architecten Stedenbouwkundigen Middelburg Constructeur: Grontmij Middelburg Bouwmanagement: KVproject Middelburg Adviseur Passief Bouwen: Trecodome Roosendaal Aannemer Ruwbouw: Fraanje, Lewedorp Adviseur installaties: Ingenieursbureau Nelissen Eindhoven Installaties E en W: Wolter & Dros, Heinkenszand Gevel en dak: Gumpp & Maier, Binswangen Afbouw: Logus, Middelburg

• • •

Rc-waarde 10 m²k/W (houtskelet buitengevel; isolerende spouw 30 cm); kozijnen+glas U< 0,6 luchtdichtheid Qv10 = 0,1 500 m² zonnepanelen zonneboiler warmtepomp op lucht balansventilatie met hoog rendement warmteterugwinning (warmtewiel; rendement 85%); CO2-sturing op maximaal 800 ppm in lokalen (capaciteit maximaal 22,5 m3/h lesruimte) daglichtgestuurde HF-verlichting energiezuinige apparaten (lift, koffiezetapparatuur, computers, beamers voorlichting gebruikers over energieconcept en apparatuurgebruik

Berekeningen voor het OdyZee komen uit op een primair energiegebruik per m² netto vloeroppervlak van 40 kWh/m², gerekend met de opbrengst van 500 m² zonnepanelen. Zonder de pv-panelen komt het primair energiegebruik per m² netto vloeroppervlak op 110 kWh/m².

Healthy School Concept ® Bouwen aan energiezuinige en gezonde scholen.

Hans Geerse, hoofd vastgoed van Emergis: “Belangrijk was dat de architect de regie hield bij het inschakelen van specialisten.”

Bij de bouw of renovatie van scholen denkt RENSON niet alleen aan energiezuinigheid, maar vooral aan de gezondheid en het comfort van leerlingen en leerkrachten. De continue toevoer van verse lucht en de gecontroleerde afvoer van vervuilde lucht (basisventilatie) zorgt voor een goede luchtkwaliteit. Buitenzonwering in combinatie met intensieve nachtventilatie (nightcooling) garandeert steeds aangename temperaturen in de lokalen. ®

10 | april 2015 | Duurzame Scholen

Taco Tuinhof van RDH Architecten Stedenbouwkundigen: “Goed Passief Bouwen vereist specifieke vaardigheden.”

www.renson.be

Duurzame Scholen | november 2015 |

73


/ PROJECT

Advertentie

Direct bij de entree van AOC Terra valt het op: de ruime gangen, de frisse kleuren en de lokalen en gemeenschappelijke ruimtes met veel daglicht. De school voor VMBO Groen en het

Adviseurs voor gezonde en energieneutrale scholen

Voor scholenstichting Fluvium maakte 1.000SCHOLEN een inventarisatie op basis waarvan een maquette werd gerealiseerd van een moderne en duurzame leeromgeving.

Groen Lyceum (havo-niveau) opende vorig schooljaar de deuren. Na een jaar ervaring dus een mooi moment voor evaluatie.

© Moke Architecten

© Architecten- en ingenieursbureau kristinsson

Tekst: Gerrit Tenkink

Van links naar rechts: Peter Musters (VBI), Frank Meijer (Klein Architecten) en Ernst Niezink (Onderwijsgroep Noord, AOC Terra).

Duurzame investering verdient zich terug OBS Dorus Rijkersschool Amsterdam

Brede school Plein Oost Haarlem

© TenW architecten adviseurs

MFA Kapelle Kapelle

© Architectenbureau Marlies Rohmer

Brede school Meervoud Amsterdam

Kijk voor meer energieneutrale projecten op merosch.nl 74 | november 2015 | Duurzame Scholen

Het schoolgebouw van AOC Terra in het Drentse Eelde bestaat uit twee verdiepingen van in het totaal 3800 m² vloeroppervlak, die verbonden worden door een grote vide met een tribunetrap. Deze trap verbindt de twee kantines op de begane grond en op de verdieping. Rondom deze kantines zijn de theorie- en praktijklokalen geplaatst. In de brede gangen zijn werkplekken gecreëerd. Ernst Niezink is binnen Onderwijs Groep Noord, waarvan AOC Terra onderdeel uitmaakt, als bestuursadviseur verantwoordelijk voor huisvesting. Aan tafel hebben ook architect Frank Meijer (Klein architecten) en Peter Musters, adviseur Bouwconcepten bij VBI, plaatsgenomen. Ze kijken elkaar aan als de vraag op tafel komt wat er bij een volgende samenwerking verbeterd kan worden. Niezink: “Eigenlijk zijn we heel tevreden. Vanaf de ingebruikname van het gebouw hebben we weinig problemen gehad met het inregelen. Met dank aan de heldere communicatie en duidelijke afspraken vooraf. We hebben het onderhoud in eigen beheer, maar het begeleidend adviesbureau heeft het eerste jaar de klimaatprestaties van het gebouw voor ons gemonitord. Dat is een absolute aanrader. Zo weet je exact dat de afgesproken energieprestatie ook gerealiseerd wordt. Dat bleek in praktijk overeen te komen met de afspraken.”

Vliesgevel op maat gebouwd De school is voorzien van meerdere energiebesparende maatregelen. Zo is gebruikgemaakt van daglichtafhankelijke energiezuinige verlichting in combinatie met bewegingssensoren. De grote (dubbel)glasoppervlaktes en lichtkoepels zorgen sowieso voor veel daglicht. Architect Frank Meijer koos verder voor een holle (Duecobrick) gevelsteen en vliesgevel kozijnen van hout. “De vliesgevel wordt als het ware op maat in het gebouw gebouwd. Uiteraard wel prefab aangeleverd, maar het is geen standaard kozijn”, legt hij uit. “Overigens beschikken de kantoren en lokalen wel over ramen die je open kunt zetten. Dat is niet eens zozeer nodig voor het binnenklimaat, maar voor het gevoel dat je contact kunt houden met buiten. Min of meer hetzelfde geldt voor de zonnescreens. Deze reageren automatisch op het zonlicht, maar personeel kan dit overrulen. Je kunt alles wel automatiseren, maar uiteindelijk gaat het erom hoe de gebruikers het gebouw beleven.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

75


/ PROJECT

Advertentie

Bij het ontwerp stond voor het schoolbestuur duurzaamheid hoog in het vaandel, maar daaraan werd geen energieneutrale doelstelling of een BREEAM-certificering verbonden. “Nee, dat vonden we niet nodig”, zegt Niezink. “Wij zijn een Groene School en duurzaamheid is zeker een doel, maar geen dogma. De investering in zonnepanelen was bijzonder hoog en de terugverdientijd oversteeg de levensduur van de panelen. Inmiddels zijn we op een andere vestiging wel gestart met een pilot met energieopwekking door middel van zonnepanelen, omdat we een nieuwe financieringsvorm hebben gevonden.”

‘Waterzak’ in kruipruimte Een belangrijk onderdeel van het gebouw is de betonkernactivering in combinatie met de warmtepomp. De warmtekoudeopslag maakt gebruik van een ondiepe bron. De school ligt in een waterwingebied en daarom was het niet mogelijk om een al te grote bron te boren. De oplossing werd gevonden in een buffer in de vorm van een ‘waterzak’ in de kruipruimte van het gebouw. Met deze buffer kan per dag circa vijf uur worden overbrugd, indien deze ’s nachts wordt geladen. Zo wordt gebruik gemaakt van een gesloten systeem. Belangrijke spil in de klimaatbeheersing zijn de 32 centimeter dikke klimaatvloeren van VBI. “Deze prefab platen passen uitstekend in het industriële bouwproces”, legt Musters uit. “En ze maken hier grote overspanningen van 12 meter mogelijk. Daarnaast zijn de vloeren gekoppeld aan de warmtepomp en geven ze hoofdzakelijk aan de plafondzijde hun warmte of koelte af. Hierdoor ontstaat een gelijkmatig en comfortabel binnenklimaat. ‘s Zomers en ‘s winters is het hier altijd rond de twintig graden, afhankelijk van de inregeling per zone. In feite maken we daarbij gebruik van de thermische massa van beton, waardoor pieken in de warmtelast worden vertraagd en afgetopt. Overigens zijn de platen niet alleen voorzien van leidingen ten behoeve van water, maar ook de ventilatie- en afvoerleidingen zijn opgenomen in de vloeren.”

Integrale benadering De verregaande verduurzaming van het gebouw brengt in de bouw en ontwerpfase extra kosten met zich mee. Toch is het volgens Niezink geen moeilijk verhaal om in de ontwerpfase uit te leggen. “We hebben de bouw steeds integraal benaderd. We maken gebruik van degelijke materialen. Dat is belangrijk, want het gebouw wordt intensief gebruikt en we willen dat het er over tien jaar ook nog goed uitziet. Dat scheelt ook in de kosten voor het onderhoud. De betonkernactivering vraagt ook om een extra investering, maar ook hier was de rekensom eenvoudig. Als je de exploitatie erbij betrekt ben je op termijn goedkoper uit.” Meijer kan zich volledig vinden in deze redenatie. “In mijn optiek is een mooi gebouw waarin gebruik is gemaakt van mooie duurzame materialen, op termijn ook een duurzaam gebouw. Als een gebouw er mooi uitziet, gaat de gebruiker er ook zorgvuldig mee om. Een duurzaam gebouw heeft niet alleen te maken met techniek. Ik ben ervan overtuigd dat het gebouw er over twintig jaar nog steeds goed uitziet.” Bij de eerste evaluaties met leerlingen en medewerkers blijkt dat zij uitermate tevreden zijn over het gebouw. Niezink: “Vorig jaar startten we met 450 leerlingen. Dit jaar zijn we begonnen met 500. Ik ben ervan overtuigd dat het schoolgebouw ook daarmee te maken heeft. Je krijgt terug wat je investeert.”

‘Duurzaamheid is zeker een doel, maar geen dogma.’

Akoestische functie Omdat maximaal gebruik te maken van de klimatiserende eigenschappen van de kanaalplaten koos architect Meijer ervoor om de platen in de gangen en in de diverse ruimtes deels in het zicht te laten en deels weg te laten vallen achter plafondeilanden. “Het leidingwerk is deels achter de plafondeilanden weggewerkt. Daarnaast hebben de eilanden een akoestische functie.” Omdat de kanaalplaten deels in het zicht blijven, zijn hoge eisen gesteld aan de afwerking. “Uiteraard is het van belang dat daar bij de fabricage rekening mee wordt gehouden, maar even zo belangrijk zijn de montagehandelingen op de bouwplaats”, legt Musters uit. “Communicatie is dus erg belangrijk. Zo is het van belang dat ieder zich bewust is dat boren in het plafond toegestaan is tot een maximum diepte van 35 millimeter. Dat vraagt een goede afstemming. Overigens is het wel een industrieel proces, dus weten we exact waar de leidingen zich bevinden.”

76 | november 2015 | Duurzame Scholen

56

februari 2015 | duurzaam gebouwd

De brede gangen. Duidelijk zichtbaar de plafondeilanden in combinatie met de onderzijde van de klimaatvloer. Foto: VBI

De tribunetrap verbindt de twee kantines op de begane grond en op de verdieping.

Duurzame Scholen | november 2015 |

77


/ ADVERTORIAL Wateringsveld College in Den Haag. Foto: DigiDaan voor M3V Adviespartners

Een gezonde school door optimale akoestiek

Aangenaam akoestisch klimaat creĂŤren

Maatwerk in contactgeluidisolatie

In scholen worden voornamelijk harde materialen zoals glas, beton, stucwerk, linoleum en hout toegepast. Deze materialen veroorzaken een lange nagalmtijd en een slechte ruimteakoestiek. Door het toepassen van geluidsabsorberende materialen wordt de nagalmtijd in een ruimte teruggebracht en wordt een aangenaam akoestisch klimaat gerealiseerd. Dit Zoetermeerse bedrijf biedt een reeks aan geluidsabsorberende producten, die eenvoudig naderhand kunnen worden aangebracht zonder dat (dure) bouwkundige ingrepen nodig zijn. De producten zijn in vele stoffen, kleuren, vormen en materialen leverbaar, zodat ze in elk interieur kunnen worden geĂŻntegreerd. Tevens zijn speciale balworpbestendige oplossingen voor gymzalen beschikbaar.

Voor het verhelpen van de geluidsoverlast van aangrenzende ruimten biedt Plaka Nederland bouwakoestiek oplossingen, die voorkomen dat geluidstrillingen zich door de constructie kunnen verspreiden. Bij nieuwbouwprojecten zit het ZuidHollandse bedrijf graag al in een voorstadium van de bouw met architecten en planners aan tafel, om akoestische problemen te voorkomen. Tegenwoordig worden gymzalen steeds vaker op de eerste of tweede verdieping gebouwd, wat hoge eisen stelt aan de contactgeluidisolatie van de vloer. Speciaal hiervoor is de IsoFloat ontwikkeld, een op maat ontworpen zwevende ondervloerconstructie waarbij de dekvloer volledig akoestisch wordt ontkoppeld van de constructievloer, de wanden of andere aansluitingen met het bouwskelet. Een reeds vele malen in de praktijk bewezen oplossing.

Plaka Nederland heeft ruim veertig jaar ervaring opgebouwd op het gebied van akoestiek en biedt deskundig advies, berekeningen en geluidsanalyses voor alle akoestische vraagstukken. Indien gewenst kant tevens een professionele verwerking worden geboden. Op weg naar een gezonde school met een optimale geluidbeheersing op maat.

Foto: Texaa

Bij een gezonde school hoort een gezonde leeromgeving voor leerkracht en leerling. Het akoestisch comfort van een ruimte is onlosmakelijk verbonden met een gezond binnenklimaat. Uit onderzoek blijkt dat veel scholen kampen met een slechte akoestiek, waardoor docenten en leerlingen dagelijks hinder ervaren van storende nagalm en geluidsoverlast. Plaka Nederland heeft ruim veertig jaar ervaring op het gebied van ruimte- en bouwakoestiek. Met een zeer uitgebreid en kwalitatief hoogwaardig assortiment producten is er voor elk lokaal, gymzaal, aula en studieruimte een passende oplossing beschikbaar. Het terugdringen van achtergrondlawaai en nagalm zijn grote uitdagingen in het onderwijs. Dagelijks worden leerkrachten en leerlingen geconfronteerd met stemproblemen, concentratieverlies, slechte verstaanbaarheid, vermoeidheid en hoofdpijn. Voor een groot deel worden deze klachten veroorzaakt doordat de akoestiek in de ruimte niet in orde is of dat overlast wordt ervaren van aangrenzende ruimten.

Plaka Nederland Storkstraat 25 Postbus 81 2700 AB Zoetermeer T 079 3446363 E info@plakagroup.nl I www.plakagroup.nl

78 | november 2015 | Duurzame Scholen

Duurzame Scholen | november 2015 |

79


Wat is een gezond Advertentie binnenklimaat?

/ ALGEMEEN

Zonder goede akoestiek geen goed onderwijs

In moderne onderwijsgebouwen, zoals in het door Broekbakema gerealiseerde Corlear College in Nijkerk, worden vaak grote open ruimtes toegepast, voorzien van harde materialen.

Het is een van de heetste hangijzers in de hedendaagse onderwijsomgeving: de akoestiek van de ruimte. Scholen vervangen steeds meer het traditionele klaslokaal door grotere open ruimtes met vaak harde oppervlaktes. Dierdoor heeft de aandacht voor de geluidsaspecten in het onderwijsgebouw de laatste jaren aan belang gewonnen. Enkele experts delen hun ervaringen. Tekst: Henk-Jan Hoekjen

H

Een gezond binnenklimaat is een klimaat dat past bij de functie van een gebouw. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, flexibele en comfortabele woon- en werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Of het nu gaat om geluid, licht, temperatuur of luchtkwaliteit. Flexibel comfort noemen we dat. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @flexibelcomfort

www.vbi.nl

80 | november 2015 | Duurzame Scholen

Beeld: Broekbakema

et onderwijs verandert. Overal om ons heen zien we dat de traditionele compacte klaslokalen verruild worden voor open projectruimtes, waar architecten niet zelden ‘moderne’ materialen toepassen zoals glas, beton en grote houten trappen. Dat geeft onderwijsgebouwen een prachtige eigentijdse uitstraling. Scholieren worden in staat gesteld om op een moderne manier aan hun ontwikkeling te werken. Tegelijkertijd kan de nieuwe insteek leiden tot problemen. Dat wil zeggen: wanneer er in de ruimtes met de genoemde ‘harde’ materialen niet zorgvuldig aandacht wordt besteed aan het realiseren van akoestische maatregelen, kunnen dergelijke grote open ruimtes eenvoudig veranderen in een contraproductieve ‘galmbak’. Hierin worden de concentratie en het welzijn van scholieren en docenten gefnuikt door de abominabele geluidssituatie.

Meer flexibiliteit Ecophon weet er alles van. Deze aanbieder van akoestische plafonds wijst de onderwijsmarkt voortdurend op het belang van een goede akoestiek. “Moderne onderwijsconcepten omarmen nieuwe pedagogische methodes met meer flexibiliteit, die het onderwijs ondersteunen en het gebouw hierbij optimaal benutten”, stelt een woordvoerder van deze fabrikant. “De communicatie hier gaat net zoals bij klassikaal onderwijs vooral over horen en gehoord worden, maar de situatie is akoestisch gezien veel complexer. Het minimaliseren van geluid van de andere activiteiten in de ruimte is van de hoogste prioriteit, omdat stemmen uit deze ruimte de hoofdoorzaak kunnen zijn van verstoring en afleiding.” Volgens Ecophon ligt de oplossing in deze ruimtes met name in de toepassing van absorberende plafonds. Maar ook geluidverspreidende objecten, een weloverwogen keuze van het meubilair, extra vrijhangende eilanden en wand-absorbers kunnen een grote bijdrage leveren aan een gezonde akoestische situatie. “Geluidverspreidende objecten beïnvloeden de richting van geluid en verbeteren de prestaties van het akoestische plafond en verbeteren dus de akoestische omgeving in grote open ruimtes.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

81


/ ALGEMEEN

Knap als je ervaring hebt en toch groen denkt.

‘Het optimaliseren van een ruimte is echt een vak.’

Akoestiek vs geluidsisolatie

Dat het onderwerp akoestiek serieus genomen moet worden, zegt ook Gijs van Wijk van Gijs van Wijk Adviesbureau. Lange tijd was het namelijk een ondergeschoven kindje. “Het komt nog altijd voor dat er ergens een MDF-plaat met gaatjes geplaatst wordt, zodat het onderwerp ‘akoestiek’ in het Programma van Eisen afgevinkt kan worden. Mensen realiseren zich niet dat een slechte akoestiek ertoe leidt dat bepaalde plekken niet gebruikt worden.” Ook is het belangrijk om de onderwerpen ‘akoestiek’ en ‘geluidsisolatie’ goed te onderscheiden. “We zien dat deze begrippen in de praktijk nogal eens verwisseld worden”, aldus Van Wijk. “Dan zeggen architecten dat ze voldoen aan de akoestische eisen. Ze bedoelen echter dat de ruimte voldoende geïsoleerd is. Dit betekent dat het geluid dat de ruimte verlaat, aan de norm voldoet. Maar de geluidsisolatie zegt natuurlijk niets over de akoestische situatie in de ruimte.” Sara Vellenga-Persoon van akoestisch adviesbureau M + P heeft dezelfde ervaring. “Je ziet het ook in producten. Dan is er bijvoorbeeld sprake van ‘akoestische glaswanden’. Maar wat je dan eigenlijk krijgt, is een glaswand van twee panelen met een folie ertussen. Die folie zorgt alleen ervoor dat de wand geen geluid doorlaat.”

Totaaloplossing voor ruimte Behalve kennis van de absorptiecoëfficiënt en de nagalmtijd over de verschillende geluidsfrequenties – van laag (lange golven) tot laag (korte golven) – is materiaalkennis van eminent belang bij het oplossen van akoestische problemen. Want elk materiaal heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten en kan in een specifieke situatie wenselijk zijn. “Een paneelresonator, een geperforeerde plaat, een poreuze laag of een wollige vloerbedekking hebben elk hun eigen specifieke eigenschappen in een specifiek frequentiebereik”, vertelt Vellenga-Persoon. “Je moet die eigenschappen kennen om de juiste totaaloplossing voor een ruimte te kunnen aandragen.” En zo wordt duidelijk dat een werkelijk goed onderwijsgebouw er niet alleen eigentijds uit moet zien, maar ook akoestisch optimaal moet zijn. “Want alleen wanneer de akoestiek in een ruimte optimaal is, doet die ruimte waarvoor de architect hem bedoeld heeft”, besluit Van Wijk.

Dankbaar oppervlak

Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed

Brink Groep staat voor grip op kwaliteit, proces en eindresultaat in bouw, huisvesting en vastgoed. Ons motto is: de goede dingen goed doen. We zijn altijd op zoek naar de werkelijke behoefte van onze klanten (de goede dingen) en de meest pragmatische oplossing van vraagstukken (goed doen). We zijn overtuigd van de waarde van samenwerking en brengen partijen, kennis en kunde samen voor een duidelijk resultaat.

82 | november 2015 | Duurzame Scholen brinkgroep.nl/duurzaam

Om de akoestische situatie in een ruimte goed te krijgen, moet je met veel aspecten rekening houden. En dat gaat volgens de specialisten verder dan het toepassen van een aantal ‘zachte oppervlakken’ in een door glas en beton gedomineerde onderwijsruimte. “Het optimaliseren van een ruimte is echt een vak”, aldus Vellenga-Persoon. “Je moet rekening houden met allerlei facetten, zoals de nagalmtijd, de geluidsabsorptie van de verschillende oppervlakken, de flutter, de spreekprivacy en de verstrooiing.” Voorts is het belangrijk om te weten welke oppervlakken welk akoestisch effect hebben. Ze ondersteunt Ecophons suggestie om een akoestisch plafond aan te brengen. Vellenga-Persoon noemt het plafond een ‘dankbaar’ oppervlak. “Hiermee is een absorptiecoëfficiënt van tussen de 0,8 en 1 te halen. Met een wand kun je bijvoorbeeld maar 0,6 halen.” En de vloerbedekking haalt een waarde van slechts 0,1. “Ik moet altijd een beetje lachen wanneer ik fabrikanten van vloerbedekking hoor zeggen dat hun product ‘akoestisch’ is. Want door de geringe dikte van vloerbedekking is het niet mogelijk om een goede absorptie te realiseren met vloerbedekking.”

Plafonds zijn ‘dankbare oppervlakken’ voor akoestische maatregelen in veelal lawaaiige open leerdomeinen.

Duurzame Scholen | november 2015 |

knap werk

83


/ PROJECT

School zonder energierekening De Andreasschool in Voorhout is de eerste school in Nederland die het predicaat nul-op-de-meter voert. Met onder andere een kas met groenten die retourlucht verwarmt uit het ventilatiesysteem, twee warmtepompen, ledverlichting en optimale luchtkwaliteit behoort de school tot de duurzaamheidselite. Tekst: Marvin van Kempen

De nul-op-de-meterambities werden niet zomaar bereikt bij het inmiddels opgeleverde gebouw, dat als basisschool en kinderopvang dient. “Het is de vierde school, die we voor de Sophia Stichting Voorhout (zie kader) verduurzamen”, vertelt Fore Installatie Adviseurs-directeur Frank Homan. “Wij haakten aan in het derde kwartaal van 2013 en inventariseerden samen met de architect en de stichting de mogelijkheden op het gebied van energiebesparing en klimaatinrichting. Gedurende het proces kwamen we erachter dat nul-op-demeter een haalbare ambitie was.”

Warmtepompen met gesloten bronsysteem Een modulaire vloerverwarming van MB-buis, twee warmtepompen en ledverlichting dragen bij aan een lagere energievraag. “Moderne gebouwen zijn zo goed geïsoleerd dat je eerder kunt spreken van een teveel aan warmte dan een tekort. Twee warmtepompen met een gesloten bronsysteem zijn voldoende om een comfortabele temperatuur te bereiken tegen een geringe energie-investering. De kas met groenten op het dak verwarmt retourlucht uit het ventilatiesysteem. De teruggewonnen energie wordt opgeslagen in de bodem en koelt het gebouw in de zomer”, weet Homan.

Een van de belangrijkste elementen aan het ontwerp van een frisse school is de ventilatie. Het ontwerp van de Andreasschool werd erop toegespitst om geen overbodige ventilatielucht in te voeren. “We proberen de weerstandsverliezen in het systeem te minimaliseren. Wanneer je een weerstand hebt moet je die overwinnen en dat kost energie. We maken gebruik van een vraag gestuurd ventilatiesysteem, dat in ieder lokaal de CO2 meet en de ventilatielucht bepaalt. Dit alles betekent voor de leerlingen en docenten een optimaal binnenklimaat.”

Fris blijven Door de frisse lokalen sukkelen leerlingen niet meer in slaap. “Anders houdt de verlichting ze wel wakker”, lacht hij. Etaloid Lichttechniek leverde de verlichtingsarmaturen met de derde generatie ledlichtbronnen, waardoor in combinatie met daglichtregeling en bewegingsmelders nog minder energie wordt verbruikt. “Ook hier realiseren we een besparing, want de lichten staan niet nodeloos te branden als er niemand in het lokaal is. Daarnaast zijn energievreters als beamers vervangen door een zuiniger alternatief”, vertelt Homan. De aanwezige installaties vullen de volledige energievraag in en brengen in totaal 60.000 kWh op. Deze opbrengst is niet haalbaar zonder de opwek van duurzame energie. Daarom zijn de schuine daken van het schoolgebouw vol gelegd met zonnepanelen. Wie de energiebalans van de school opmaakt, komt uit op een energierekening van nul euro.

Duurzaamheid in lesprogramma’s Met alle duurzaamheidsmaatregelen in het gebouw was nog even afwachten hoe gebruikers zouden reageren. “Gelukkig zijn ze positief. Natuurlijk is de nieuwe situatie even wennen. We willen docenten en leerlingen betrekken bij hoe duurzaam het gebouw eigenlijk is. Daarom hebben we in de centrale hal schermen opgehangen, die precies laten zien wat de opbrengst is en wat dit betekent. We inventariseren nu of het mogelijk is om de informatie over duurzaamheid op een of andere manier in het lesprogramma van docenten te incorporeren. Ook dit vereist natuurlijk gewenning en aanpassing, maar ik ben ervan overtuigd dat niemand hier over een tijdje nog van op kijkt.”

De schuine daken van de Andreasschool zijn vol gelegd met zonnepanelen.

Sophia Stichting Voorhout De Sophia Stichting voor Katholiek Basisonderwijs in de Duin- en Bollenstreek (omgeving Leiden en Haarlem), gevestigd te Voorhout, is het schoolbestuur van drieëntwintig basisscholen in dit gebied. De stichting werd opgericht op 27 november 1997 en ontstond door een fusie van in het totaal negen besturen van katholieke basisscholen, gelegen in de woonkernen van onder andere De Zilk, Teylingen en Lisse.

Fore Installatie Adviseurs is als onafhankelijk adviesbureau betrokken bij de verduurzaming van de Andreasschool. De adviesdiensten van deze organisatie hebben betrekking op de gebouwgebonden installaties en apparatuur op het gebied van werktuigkundige en elektrotechnische installaties. De installateur van de werktuigbouwkundige installaties was in dit project Van den Burg Lisse en de installateur voor de elektrotechnische installaties was Schoonderbeek Hillegom.

Het gebouw dient als basisschool en kinderopvang.

‘Nul-op-de-meter was een haalbare ambitie.’ 84 | november 2015 | Duurzame Scholen

Duurzame Scholen | november 2015 |

85


/ NIEUWS Centrale start

Start uitvoering Green Deal Scholen Afgelopen november tijdens de kennisdag ‘Grip op Kwaliteit’ van Ruimte-OK vond de centrale start plaats van het uitvoeringsprogramma van de Green Deal Scholen. De partners in de Green Deal Scholen - de PO-Raad, VO-raad, VNG, Klimaatverbond Nederland, Ruimte-OK, RVO, Platform 31 (Energiesprong) en GGD GHOR Nederland - geven hiermee invulling aan de Green Deal Scholen (GDS) die vorig jaar is ondertekend met de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken.

Fotograaf: Arthur Bagen

Tijdens de looptijd van het ondersteuningsprogramma gaan de partners van de GDS met behulp van kennisdeling en ondersteuning de bezwaren en obstakels voor het nemen van energiebesparende maatregelen bij schoolbesturen wegnemen. Dit willen zij bereiken door de beschikbare kennis en informatie te bundelen en centraal aan te bieden op een website, en door een helpdesk te openen waar schoolbesturen terecht kunnen met vragen. Daarnaast worden 150 scholen met advies ondersteund en is er ondersteuningsruimte voor het verduurzamen van vijftien Integrale Huisvesting Plannen (IHP). Hiermee sluit het uitvoeringsprogramma aan bij lopende ondersteuningsprogramma’s van de VNG en GGD. Het uitvoeringsprogramma richt zich op schoolbesturen en gemeenten, die werk willen maken van verduurzaming. Ze zijn echter nog niet tot handelen overgegaan, omdat ze ‘onbewust onbekwaam’ zijn. Door hen te begeleiden naar ‘bewust bekwaam’, wordt de drempel tot handelen verlaagd en komen ze in actie. De activiteiten in het uitvoeringsprogramma, dat loopt tot en met 2017, dienen ter ondersteuning van schoolbesturen bij het creëren van duurzame, gezonde en betaalbare scholen. Dit moet leiden tot een gezonde leer- en werkomgeving voor leraren en leerlingen. In de eerste zes maanden van 2016 kunnen scholen ambassadeur worden van hun regio op het gebied van het verbeteren van het binnenklimaat en het verlagen van het energieverbruik. Zowel het treffen van kleine als grote maatregelen kan geschikt zijn voor dit ambassadeurschap. Hiervoor krijgen deze scholen een cofinanciering in de vorm van een bijdrage in de advieskosten. Tijdens regionale bijeenkomsten kunnen de ambassadeurs ervaringen delen met andere schoolbesturen.

TOGETHER FOR BETTER

ramen, deuren, vliesgevels en zonwering Educatie over zonnepanelen Reynaers ontwikkelt aluminium raam-, deur- en vliesgevelsystemen in nauwe samenwerking met opdrachtgevers, architecten en gevelbouwers. Een voorbeeld hiervan is multifunctioneel gebouw Musa in Katendrecht Rotterdam, een ontwerp van diederendirrix architecten, gerealiseerd door Alkondor. In de gevel spelen de aluminium kozijnen een belangrijke rol. Die liggen in een diepe negge en zijn van binnenuit geplaatst, een methode die in Nederland weinig toegepast wordt. De specialisten van Reynaers functioneerden dan ook als verbindende partner bij de engineering van deze gevel.

Tool zonnestroom voor scholen In opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de tool ‘Zonnestroom voor scholen’ ontwikkeld. Dit instrument helpt scholen bij vragen over eigenaarschap, juridische kwesties, investeringskosten, terugverdientijden, onderhoud en educatie over zonnepanelen. Ook komen diverse voorbeelden aan bod van scholen, die al zonnepanelen hebben geplaatst. Naast de Green Deal Scholen ondersteunt RVO hiermee ook het Nationaal Energieakkoord.

Interesse voor een prolering op maat? Neem contact op met de adviseurs van Reynaers.

Kijk op www.reynaers.nl of bel +31 (0)492 – 56 10 20

86 | november 2015 | Duurzame Scholen

Duurzame Scholen | november 2015 |

87


/ ADVERTORIAL

Kom in contact met

Geen vergelijkbare branche heeft de mogelijkheid om een bedrag van € 7 miljard per jaar aan faalkosten te reduceren. Daarnaast kan de bouw- en vastgoedsector een slag slaan als het gaat om CO2-reductie. De voorwaarde om aan deze eisen te kunnen voldoen, is kennis en netwerk delen, van elkaar leren en in de gehele keten beter samenwerken.

Duurzaam Gebouwd organiseert jaarlijks Building Holland, het integrale event voor de bouw- en vastgoedsector. Na de succesvolle editie van 2014 en 2015 staat de volgende editie gepland van 22 tot en met 24 maart 2016, in RAI Amsterdam. Hier ontmoet u 10.000 bouw- en vastgoedprofessionals.

Building Holland Xperience Het doel van Building Holland is dan ook het stimuleren van de verbinding in de hele keten, zodat er kwalitatieve, duurzame, slimme en efficiënte gebouwen worden (her)ontwikkeld. Ontwikkelaars, beleggers, woningcorporaties, architecten, aannemers en de overheid ontmoeten elkaar om ideeën en visies te delen en samenwerkingen aan te gaan. Beursorganisator Duurzaam Gebouwd weet met haar kennis en unieke netwerk van professionals als geen ander welke vraagstukken leven in de sector. Sinds juni 2015 heeft dit kennisplatform de organisatie van Building Holland volledig op zich genomen en treedt RAI Amsterdam op als faciliterend partner. Nieuw dit jaar is de Building Holland Xperience, waar vraag en aanbod letterlijk onder één dak samenkomen met innovaties, technologie, kennis, ontmoetingen en toekomstbestendige oplossingen.

Ideale klimaat “Woningbouw is weer aan het vliegen”, merkt NEPROM-voorzitter Wienke Bodewes, die dit jaar de opening verzorgde. “In Amsterdam zijn de huizenprijzen alweer terug op het niveau van voor de crisis. Samen vanuit alle disciplines in de keten moeten we dichter op de vraag kruipen en slimmer en duurzamer schakelen. Building Holland biedt het ideale klimaat hiervoor.” De partners van Building Holland zijn innovatieve koplopers, die het integrale samenwerken hoog op hun agenda hebben staan en duurzaam bouwen als onomkeerbare ontwikkeling beschouwen. “Building Holland is bij uitstek de gelegenheid om innovaties en samenwerkingen te laten zien en te delen met de markt”, beaamt Leon van Maurik, marketingmanager Kingspan Insulation. “Het hoge niveau van bezoekers, standhouders en het inhoudelijke programma maakt Building Holland een hele voor de hand liggende plek voor ons om aanwezig te zijn. Hier kunnen we drie dagen lang praten met gelijkgestemden over de meest recente ontwikkelingen in de bouw en samen onderzoeken naar nieuwe mogelijkheden.”

88 | november 2015 | Duurzame Scholen

10.000 professionals

Concept Area over Duurzame Scholen In 2016 groeit Building Holland naar 150 partners en zijn er diverse partnerpakketten beschikbaar: partners hebben recht op deelname aan de Building Holland Xperience Tour, waar innovaties en concepten tastbaar worden. Deze tour bestaat uit een Innovatie Boulevard, gevormd door sokkels aansluitend bij de stands, en zes Concept Area’s met diverse thema’s die verdeeld door de hallen staan gepositioneerd. Deze Concept Area’s spelen in op actuele thema’s en veelbesproken onderwerpen in de bouw- en vastgoedsector, te weten ‘Duurzame Woningbouw’, ‘Gezonde Gebouwen’, ‘Zorgvastgoed’, ‘Transformatie’, Duurzame Scholen’ en ‘Smart Buildings’. Hier kunnen partners van Building Holland hun innovatieconcept, -product of –dienst op een eigentijdse manier aan hun opdrachtgevers laten zien met een conceptpresentatie of innovatievideo. Bent u dus geïnteresseerd in duurzame toepassingen en oplossingen voor uw school? Dan kunt u hier een kijkje komen nemen.

Duurzame 50 Vastgoed NL tijdens Green Tie Gala Om de bezoekers van Building Holland te inspireren en te informeren, kunnen ze genieten van een inhoudelijk programma met topsprekers. Zo was afgelopen jaar onder andere de keynote van Daan Roosegaarde een enorme publiekstrekker. Naast interessante sprekers biedt Building Holland ook podium aan diverse side-events. Denk hierbij aan het Green Tie Gala met de uitreiking van de Duurzame 50 Vastgoed NL voor de meest invloedrijke duurzame persoon in de bouw en vastgoedsector in Nederland op dat moment.

Wilt u meebouwen aan een toekomstbestendige sector? Word dan nu partner van Building Holland of bezoek ons van 22 tot en met 24 maart 2016 in RAI Amsterdam. Voor meer informatie of het aanvragen van een offerte kunt u terecht op BuildingHolland.nl, de volledig vernieuwde website met informatie voor bezoekers, exposanten en pers. Hier vindt u ook welke bedrijven deelnemen in 2016.

Marco van Zandwijk, projectmanager Green Deal Scholen “Er is werk aan de winkel op het gebied van schoolverduurzaming, onder andere op het gebied van voorlichting en monitoring. We moeten exploitatiegegevens van schoolbesturen inzichtelijk maken, om te weten of de doorgevoerde duurzaamheidsmaatregelen tot de juiste resultaten leiden. Er is een grote vraag naar informatie over de winst op het gebied van Total Cost of Ownership. Ik daag jullie uit om hieraan te werken en ervan een succes te maken.”

Duurzame Scholen | november 2015 |

89


Gezond en duurzaam verwarmen en koelen

Advertentie Toepassing:

Vloerverwarming, plafond- en wandverwarming/koeling

BioClina capillaire klimaatmatten als oppervlakte afgiftesysteem zet nieuwe maatstaven en geeft verwarmen vanuit plafond, wand (d.m.v. straling) of vloer en koelen vanuit plafond of wand een nieuwe dimensie. Door een overdrachtsoppervlak dat tot 300% groter is dan bij traditionele afgiftesystemen, kan de installatieontwerper technisch betere ontwerpen realiseren dan voorheen met traditionele systemen niet, of alleen tegen hoge meerinvesteringen, mogelijk was.

Innovatieve systeemoplossingen voor kinderen

Vanwege de hoog efficiënte activering, dicht aan de oppervlakte (6 tot 10 mm), de kleine capillaire buisdiameter (ø 4,3 mm), de geringe buisafstand (20 mm) en het kleine temperatuurverschil tussen aanvoer en retour (2K), kunnen ruimten al voldoende worden verwarmd met watertemperaturen van 30/28˚C, tot ver onder het vriespunt. Als bijkomend voordeel op het zeer hoge belevingscomfort bij toepassing van het BioClina systeem, is dat door de lage wateraanvoertemperaturen het rendement van een warmtepomp met meer dan 35% wordt verbeterd. De reactiesnelheid van het BioClina systeem bedraagt slechts 6-15 minuten. Dit geldt ook bij toepassing als vloerverwarming. En niet 4 uur, zoals gebruikelijk bij traditionele vloerverwarmingssystemen. Voor behaaglijkheid en een superieur comfort kiest u voor BioClina. Meer voordelen en informatie: www.BioClina.nl

Winnaar Innovatieprijs

Navos Klimaattechniek B.V. Kleveringweg 20, 2616 LZ Delft T: 015 – 215 37 28 W: www.BioClina.nl E: Navos@Navos.nl

Colofon

Partnerships en Commercie begint Marketing & Events Een duurzaam klimaat met meten

Duurzame Scholen Magzine is een uitgave van DGB B.V. in samenwerrking met Stichting Duurzame Scholen en verschijnt tweemaal per jaar in een oplage van minimaal 5.000 exemplaren.

Uitgeverij / redactieadres

DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp T: +31 (0)85 273 59 70

Pieter Fritz, Senior Adviseur E: fritz@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 25 13 91 55

Bibianne Kerkhoff, Marketeer E: kerkhoff@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0) 6 15 36 24 10

Dave Refoealoe, Senior Adviseur E: refoealoe@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 13 36 65

Nicol Levers Medewerker Marketing & Events E: levers@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Meetapparatuur

Redactie

Energie

Tim van Dorsten, Redacteur E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Jaap Kries, Adviseur E: kries@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 20 12 05 Helga Poot, Adviseur E: poot@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 15 85 28 05

• Zonnestraling, Licht Aan dit nummer werkten mee: • Windrichting, Windsnelheid Directie • Temperatuur, RV, Druk Rinda den Besten, Ton Brands, Alyssa Grift, Henk-Jan Hoekjen, Tom de Hoog, Gerrit Tenkink, Robert Tjalondo, Lisa Wade.

Dirk van Gemert, Relatiemanager E: vangemert@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 46 02 12 06 Richard Klein MBA E: klein@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 68 78

Wietse Walinga E: walinga@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 84 69 06

T +31 (0) 85 273 1917 F +31 (0) 85 273 1918 E sales@deltaohm.nl

Barbara Berkelaar Medewerker Marketing & Events E: berkelaar@duurzaamgebouwd.nl M: +31 (0)6 21 18 26 18 Linde van Rooijen, Stagiaire E: vanrooijen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70

Website

www.duurzaamgebouwd.nl

Verspreiding

DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl

Opmaak

StyleVilla, Hooglanderveen

Realisatie

Real Concepts BV, Velp

Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland.

Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook.

© DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor Kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (8tb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912: te innen en/of daaryoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689

www.deltaohm.nl Mikael Sterker | tel.: +31 33 7890012

90 | november 2015 | Duurzame Scholen DeltaOhm_2013.indd 1

10-02-13 21:22

Duurzame Scholen | november 2015 |

91


Wij helpen scholen om minder energie te verbruiken Inmiddels maken honderden scholen gebruik van EnergyAlert om inzicht te krijgen in hun overbodige energieverbruik ĂŠn om geholpen te worden minder te gaan verbruiken. Bekijk vandaag nog het gratis bespaarplan met concrete / nuttige tips!

EnergyAlert | Inzicht in verbruik 92 | november 2015 | Duurzame Scholen

www.energyalert.nl/scholen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.