JAAR
TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS BEDRIJF & MAATSCHAPPIJ 3 gebeurtenissen stuwen de belegger richting duurzaam beleggen CO2-neutraal worden, hoe doe je dat? Het verhaal van SipWell Wat als de aarde met 6 graden opwarmt?
ecoTips 20.03 - Jaargang 25, nummer 3 (jul/aug/sep 2020)
Ecoklik www.co2logic.com
We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot CO2logic is gespecialiseerd in het berekenen, verminderen en compenseren van CO2-uitstoot. Wij begeleiden en helpen bedrijven bij het identificeren, rapporteren en uitvoeren van hun strategie voor duurzame ontwikkeling. Elk bedrijf is verschillend, daarom kiezen we voor een ‘op maat’ benadering. Sommige zijn aanwezig in de dienstensector terwijl andere industriële bedrijven zijn. Er zijn multinationals met veel sites overal ter wereld, anderen hebben één hoofdkantoor vanwaar alles gebeurt,... Maar ze hebben allemaal één ding gemeen, namelijk een CO2-
2. VERMINDEREN: CO2 verminderingsadvies (kantoren, productie, fleet, logistics, gedrag...) Energie-audits Financiële analyse van de verschillende verminderingsscenario’s om prioriteiten te stellen Change Management 3. COMPENSEREN: Niet reduceerbare CO2-uitstoot compenseren om CO2 Neutral te worden CO2-neutraliteit advies Carbon management (‘Kyoto’ en ‘Voluntary’) Advies en ontwikkeling van Gold
“By opting for CO2 neutrality, a company or organisation chooses to take responsibility for the true impact of its CO2 emissions instead of shifting it to society” voetafdruk afkomstig van verschillende maar gelijkaardige bronnen: energie (elektriciteit, gas, stookolie,…), transport (vloot, bedrijfsvluchten, logistiek,…), afval (papier, plastiek, organisch),… CO2logic helpt u een overzicht van deze CO2-uitstootbronnen te krijgen, opportuniteiten of dreigingen te identificeren, strategieën voor duurzame ontwikkeling ontplooien, prioriteiten voor vermindering toepassen, intern en extern communiceren,… We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot. 1. BEREKENEN: Carbon footprinting/auditing gebruik makende van het Bilan Carbone® (ADEME gecertificeerd) en/ of het GHG Protocol van het World Resource Institute/World Business Council on Sustainable Development, beide compatibel met ISO 14064. Analyse van de levenscyclus (Life Cycle Analysis) en product/service carbon footprinting (PAS 2050 BSI) 14
ecoTips 17.1 - circulaire economie
Standard, CDM, VCS of andere VER projecten (bijvoorbeeld CO2-credits verdienen bij het ontwikkelen van CO2-reductieprojecten) 4. COMMUNICEREN: Samen met uw departement communicatie of PR-/marketing-/ reclamebureau
We zorgen ervoor dat deze communicatie duidelijk en correct is Het is onze overtuiging dat bedrijven die iets positiefs doen voor het milieu door iedereen gezien en gekend moeten worden Cases:Lotus ION,Bakeries Proximus, Boortmalt, Cases: en MVO, Delta WWF,wordt Audide Brussels, Stad Lloyd eerste CO2-neutrale Gent, Haven van in Brussel, levensverzekeraar België, CMB, Strategisch
Interparking, Bakeries, advies voor de Lotus Vlaamse Overheid, Paradise City,… departement LNE. CO2logic is de eerste Carbon Disclosure Project (CDP) accredited provider voor de Benelux en ondersteunt de CO2prestatieladder in België.
Huidevettersstraat 60A, Rue d’Accolay 15-17, 1000 1000 Brussel Bruxelles Tel. +32 (0)478 41 30 07 info@co2logic.com www.co2logic.com
Mondmaskers zijn als plastic zakjes … Je komt ze overal tegen Wie herinnert zich nog de verschillende initiatieven rond zwerfvuil en plastic zakjes, waarbij geëngageerde burgers zich verenigden om stranden op te kuisen en alle afval te verzamelen? Wie herinnert zich nog de grote woorden van Europa en het verbod op kunststofproducten voor eenmalig gebruik, dat in 2019 met veel tromgeroffel aangekondigd werd en in 2021 van kracht wordt? Onder andere plastic bestek en rietjes werden in de ban geslagen. In Vlaanderen mogen handelaars geen gratis plastic zakjes meer aan hun klanten meegeven. Hoera! Nog geen jaar na al die aankondigingen, dreigen we te verdrinken in kunststoffen mondmaskers voor eenmalig gebruik. Ik kom ze regelmatig tegen als ik ga wandelen of fietsen: de blauwwitte mondmaskers. Als je de berichten mag geloven, vind je ze ook massaal terug op de stranden van de Middellandse Zee. In Azië vormen ze al jaren een afvalprobleem aangezien ze daar al langer algemeen in gebruik zijn. De COVID-19 – pandemie heeft ervoor gezorgd dat we plots alle wijsheid over hergebruik en het beperken van grondstoffen, vergeten zijn. Onze angst zit zo diepgeworteld, dat we plots massaal wegwerpmaskers kopen. Alles mag, zolang we maar niet besmet geraken. Dat ook herbruikbare maskers kunnen, lijkt bij velen niet door te dringen. Ik zie meer mensen met de blauwwitte varianten dan met herbruikbare maskers. Als elke Belg elke dag een nieuw wegwerpmondmasker gebruikt, dan vergroten we de afvalberg drastisch. Dat het personeel in ziekenhuizen en woonzorgcentra daar gebruik van maakt, daar heb ik alle begrip voor. Maar wij, gewone burgers, hebben alternatieven ter beschikking.
Hoewel, ook de herbruikbare mondkapjes die je aankoopt of krijgt van de overheid, zijn niet onverdacht. Experten vrezen voor de aanwezigheid van biociden in de stoffen die gebruikt worden voor deze exemplaren. De biociden moeten de bacteriën doden die onaangename geurtjes veroorzaken. Maar ze zijn niet selectief. Ze doden alle bacteriën, ook diegene die je lichaam nodig heeft. Aangezien je door die stof ademt, is het maar de vraag wat je allemaal binnenkrijgt en welk effect dit heeft op je lichaam en je gezondheid. Verschillende experten vragen nader onderzoek. Het is dus niet zomaar een wild idee. Blijft er dus nog maar één ding over: zelf mondmaskers maken. Dat blijkt nog de beste oplossing te zijn, tenzij je nieuw gekochte stoffen gebruikt die behandeld zijn met biociden natuurlijk. Ook kleurstoffen kunnen in die stoffen aanwezig zijn. Je wast ze dus best vooraleer je ze de eerste keer gebruikt. Ik snap dat velen worstelen met deze onzekere tijden en angstig zijn omdat ze in een situatie terechtgekomen zijn die ze nog nooit hebben meegemaakt. Maar dat wil toch niet zeggen dat we ons gezond verstand moeten verliezen. Ik pleit voor meer nuance. Dat is niet populair. Communicatie-experten zeggen ons dat de regels duidelijk en eenvoudig moeten zijn omdat de bevolking ze anders niet begrijpt en we draagvlak verliezen. Wel, een pandemie is niet simpel en eenduidig, zeker niet wanneer het om een nieuw virus gaat. Misschien kunnen we die boodschap simpel en eenduidig brengen? Hoofdredacteur
Cover door Jan Van Craesbeeck (VIZOOG) Een trage slak waarbij alle schakels hun positieve bijdrage leveren om in de goede richting te evolueren. De basis van ‘de slak’ is een flexibele robotarm van een machine.
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
03
COLOFON ecoTips wordt samengesteld op basis van gegevens beschikbaar binnen de wetenschappelijke, technologische en juridische actualiteit op datum van het ter perse gaan. De uitgever neemt geen verantwoordelijkheid voor informatie waarvan blijkt dat zij onvolledig, niet meer actueel of achterhaald is. De uitgever en de auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor geschillen of schade, van welke aard ook, die het gevolg zijn van handelingen of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie.
Adviesraad Raf Bouckaert, HSEQ Expert Peter De Bruyne, M-tech Karel Gemmeke, VAL-I-PAC Evert Vermaut, Vinรงotte Kris Merckx, Sertius Filip Raymaekers, Profex Guido Redant, Stichter ecoTips Dirk Reynaert, Joerdi Roels, QUESS Philippe Tavernier Werkten mee aan deze editie Bieke Bockx, Kathleen Bosteels, Carmina Coenen, Siem de Ruijter, Hilde De Wachter, Wouter Polspoel, Valipac, Toon Wassenberg Kaftontwerp VIZOOG Fotografie AdobeStock, Pixabay, Hilde De Wachter, Valipac
ecoTips-magazine verschijnt 4 keer per jaar in print en digitaal Abonnees krijgen bovendien extra artikels digitaal toegestuurd December 2020 - Energie & Innovatie Focus op energie, mobiliteit en slimme technologie
E C O R E P O R TA G E E N E C O Z IJ N P U B L IC ITA IR E F O R K L IK MULES Elke 2 weken een ecoTipsBizznews in je digitale postbus? Meld je aan via ecotips.org.
Vormgeving Ken Moens, Drukkerij Verspecht, Londerzeel Hoofdredactie & Online redactie Hilde De Wachter info@ecotips.org Abonnementen Bieke Bockx Pergamino bvba info@pergamino.be +32 (0)13 29 46 04 Een ecoTips abonnement kost 65 euro (incl. btw) en omvat 4 edities van ecoTips magazine (online en in print), online toegang tot extra artikels en achtergrondinformatie. Overschrijven doe je op ING IBAN: BE28 3350 3225 9620; SWIFT / BIC: BBRUBEBB Advertenties, publiciteit en partnerships Hilde De Wachter hilde.dewachter@ecotips.org +32 (0)491 377 377 Verantwoordelijke uitgever: Pergamino Hilde De Wachter Steenweg Diest 4 3271 Scherpenheuvel-Zichem Drukkerij Verspecht springt bewust om met natuurlijke grondstoffen en vertaalt dit in de praktijk door het gebruik van bio-inkten, FSC-papier, en een 100% chemieloze prepress. Meer info: verspecht.be
04
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
ecoTips september 2020
BEDRIJF & MAATSCHAPPIJ 03 INTRO - Mondmaskers zijn als plastic zakjes … 07 ECOPINIE - Toon Wassenberg: “Twee negatieve gevolgen van COVID-19 kunnen elkaar paradoxaal genoeg opheffen” 08 Drie relevante gebeurtenissen rond duurzaam beleggen 10 ECOPINIE - Carmina Coenen: “Voor bedrijven is COVID-19 een unieke kans om een duurzame toekomst te bouwen”
26 MVO - Nieuw plantballetje van IKEA heeft voetafdruk die 25 keer lager ligt dan die van de traditionele gehaktbal 27 Ondersteuningsmaatregelen en subsidies voor bedrijven in Vlaanderen
16
12 CIRCULAIRE ECONOMIE - Twee op drie circulaire bedrijven zijn goed bestand tegen coronacrisis
22
14 MVO - U.S. Cotton Trust Protocol verzekert merken en retailers duurzame productie van katoen 16 MVO - De weg naar CO2-neutraliteit van SipWell 18 RECENSIE - Zes graden, door Mark Lynas
24
20 ECOREPORTAGE - Plastic folie sorteren 21 MVO - Responsible Office blijft aan de kar trekken
28
22 MVO - Ook instrumentenbouwers zoeken naar duurzame materialen 24 MVO - Ecobeton blaast 110 kaarsjes uit
Marlex Legal Architects is een partner voor ondernemingen met gezonde ambitie. Ons team is multidisciplinair samengesteld waarbij iedereen over zijn/haar expertise beschikt. Het team ‘Overheid & Omgeving’ binnen Marlex begeleidt u bij de complexe materie van het omgevingsrecht: • • • • • • dirk martensstraat 23 8200 brugge marlex.be
t +32 50 83 20 38 f +32 50 83 20 36 advocatenkantoor@marlex.be
Bodem en materialen Overheidsopdrachten & -contracten Agrarisch recht & pacht Handhaving Onteigeningen Hernieuwbare energie
Dankzij onze multidisciplinaire samenwerking binnen het kantoor, hebben we ook expertise in de fiscale en burgerrechtelijke aspecten van deze domeinen.
Trots op onze partners in duurzaamheid DEME ENVIRONMENTAL CONTRACTORS NV (DEC)
THE SHIFT Hoogstraat 139 1000 Brussel Tel: +32 (0)2 503 54 18 hi@theshift.be theshift.be
Scheldedijk 30 – Haven 1025 2070 Zwijndrecht T : +32 250 54 11
INDEA ENERGIE ADVISEURS
VALIPAC
Spaarzaamheidstraat 2A 9300 Aalst Tel: 0479 / 239 009 valerie.degroote@indea.be www.indea.be
Koningin Astridlaan 59A bus 11, 1780 Wemmel Tel. +32 (0)2 456 83 10 info@valipac.be www.valipac.be
PROFEX Tel: 0800 59 002 info@profex.be www.profex.be
RESPONSIBLE OFFICE Bruyndonckxstraat 31, 1780 Wemmel Tel. +32 (0)477 56 43 65 info@responsible-office.be www.responsible-office.be
OMGEVING | BODEM | ENERGIE
WERNER & MERTZ PROFESSIONAL BENELUX Drève Richelle 161 K box 29 1410 Waterloo Tel: +32 (0)2 352 04 00 infoS@werner-mertz.com www.wmprof.com
Uw logo en contactgegevens hier? Neem contact op met ecoTips!
Bedrijfszeker Bedrijfszekermilieumilieu-en enveiligheidsadvies veiligheidsadvies • Remy-Toren, • Remy-Toren, Vaartdijk Vaartdijk 3 bus 3 bus 202, 202, 3018 3018 Wijgmaal Wijgmaal (Leuven). (Leuven). TelTel (016) (016) 31 31 70 70 80 80 • Deinsesteenweg • Deinsesteenweg 114, 114, 9031 9031 Drongen Drongen (Gent). (Gent). TelTel (09) (09) 321321 77 77 80 80 • Avenue • Avenue Alexander Alexander Fleming Fleming 12,12, 1348 1348 Louvain-la-Neuve, Louvain-la-Neuve, TelTel (010) (010) 23 23 79 79 30 30
Gille Gille Van Van Burm Burm Vangeenberghe Vangeenberghe && Partners Partners
www.sertius.be www.sertius.be • info@sertius.be • info@sertius.be Juridisch Juridisch advies advies – – en -sanering -sanering – – SWA-VR SWA-VR –– –– Juridisch Juridisch advies advies – Bodemonderzoek Bodemonderzoek – Bodemonderzoek Bodemonderzoek enen en -sanering -sanering – OVROVR– OVROVRSWA-VR SWA-VR Managementsystemen Managementsystemen (ISO (ISO 14001, 14001, ISO ISO 45001,…) 45001,…) – – audit audit – –– MER –– –– Managementsystemen Managementsystemen (ISO (ISO 14001, 14001, ISO ISO 45001,…) 45001,…) – Interne Interne – Interne Interne audit audit – MER MER MER Milieucoördinator Milieucoördinator – – Diligence Diligence – – ordening ordening – – –– –– Milieucoördinator Milieucoördinator – Due Due – Due Due Diligence Diligence – Ruimtelijke Ruimtelijke – Ruimtelijke Ruimtelijke ordening ordening – Omgevingsadvies Omgevingsadvies – Omgevingsadvies Omgevingsadvies Technische Technische en en haalbaarheidsstudies haalbaarheidsstudies (water, (water, lucht) lucht) Technische Technische enen haalbaarheidsstudies haalbaarheidsstudies (water, (water, lucht) lucht)
Toon Wassenberg: “Twee negatieve gevolgen van COVID 19 kunnen elkaar paradoxaal genoeg opheffen” Never waste a good crisis. Ooit was het een slimme quote, maar veel blijft er niet meer van over wanneer je van de ene crisis in de andere rolt. En toch. Die COVID-crisis is wel een geval apart. Het is nog te vroeg om de volledige impact in te schatten en wellicht kennen we die pas wanneer we er binnen enkele jaren op terugkijken. Maar twee zekerheden tekenen zich al af. COVID zorgt voor een economische crisis in Europa waar we het laatste nog niet van gezien hebben. En terwijl we pakweg een jaar geleden dachten dat de klimaatcrisis nooit meer van de maatschappelijke agenda zou verdwijnen, is dat precies wat er gebeurde de afgelopen maanden. Twee negatieve gevolgen van COVID die elkaar paradoxaal genoeg kunnen opheffen als we het slim aanpakken.
H
et is in dit blad al eindeloos vaak aan bod gekomen: investeren in de aanpak van de klimaatcrisis is een economische opportuniteit van jewelste.
En er zijn daar talloze voorbeelden van getoond. Maar tegelijk moeten we keer op keer vaststellen – alle goede initiatieven ten spijt – dat wat de grote lijnen betreft alles bij het oude blijft. En we steeds terugvallen op een ‘normaal’ dat een echte transitie in de weg staat. Om het in transitiejargon uit te drukken: het ‘systeem’ is stug, het past zich lichtjes aan maar blijft au fond koppig zichzelf ondanks alles. Maar deze keer is die terugkeer naar het ‘oude normaal’ minder vanzelfsprekend dan bij vorige crisissen. Of misschien beter: deze keer liggen de kaarten beter om die terugkeer te vermijden en daar zit Europa voor een stuk tussen. Oude taboes sneuvelen De klap in het gezicht van de Europese economie heeft Merkel en Macron dichter bij elkaar gebracht in een zoektocht naar de mogelijkheden voor heropleving. En tegelijk stonden daar Von der Leyen en Timmermans klaar met hun European Green Deal. De afgelopen maanden lijken oude taboes te sneuvelen (toegegeven, nog lang niet overal) en wordt er stevig ingezet op investeringen met een pak extra geld op tafel. Zoals steeds via leningen en andere financieringsmechanismen, maar deze keer ook met harde cash. Waar het traditionele meerjarenprogramma (2021-2027) het mede door de Brexit met wat minder zal moeten doen, ligt er een pakket aan extra middelen op tafel van 750 miljard euro te spenderen in de periode 2021-2023. U leest het goed, 750 miljard onder de naam ‘Next Generation EU’ als tijdelijk heroplevingsinstrument, waarvan iets
meer dan de helft aan leningen en de rest als 100% subsidies. Groene draden door de prioriteiten: klimaat, duurzaamheid (met onder meer veel aandacht voor het spoor) en digitalisering. Bij het schrijven van deze ecopinie is er nog geen finaal Europees akkoord, maar België zal mogen rekenen op een bedrag in de grootorde van 5 miljard euro. En dan gaat het enkel over de harde cash, nog zonder de bijkomende leningscapaciteiten. Extra middelen voor het openbaar vervoer, hernieuwbare energie, renovatie van woningen, circulaire economie … precies wat nodig is voor een kickstart van de broodnodige duurzame transitie. Tot zo ver het goede nieuws. Verontrustend is dat tegen de achtergrond van een federale regering die maar niet van de grond komt, België tot eind dit jaar de tijd heeft om een nationaal actieplan in te dienen bij Europa met daarin de geplande maatregelen. Vier maanden om de middelen over federale initiatieven (zoals spoor) en de regio’s te verdelen, prioriteiten te stellen en stokpaardjes te slachten. In het huidige politieke klimaat is dat geen evidentie helaas. Maar het venster naar een versnelde transitie staat dus dankzij Europa opnieuw op een kier. De Belgische politici staan voor de keuze: alles op slot en luiken dicht door te blijven aanmodderen en palaveren rond de eigen muffe haard of met een stevige trap alles opengooien, zuurstof binnen laten en met beide handen de Europese middelen aangrijpen om een start te maken met groene relance. The time is now. En de deadline nadert.
Toon Wassenberg is freelance duurzaamheidsconsultant
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
07
Duurzaam beleggen Tekst en beeld: Siem de Ruijter, docent en onderzoeker aan de UCLL
Beleggers tonen steeds meer interesse in duurzaam sparen en beleggen. Financiële instellingen zetten meer in op duurzame producten en beseffen dat het belangrijk is om in hun adviesgesprekken met klanten hierover te spreken. Er beweegt dus heel wat. Hieronder bespreken we drie relevante gebeurtenissen van de voorbije maanden die je misschien gemist hebt. Duurzame beursindexen uronext heeft in augustus 2020 de Eurozone ESG Large 80 Index gelanceerd. In die index zijn 80 Europese large caps opgenomen die voorop lopen als gekeken wordt naar ESG (Environmental, Social en Governance). In de index zijn 30 Franse, 15 Duitse en 3 op Euronext Brussel genoteerde aandelen opgenomen: KBC, Solvay en Cofinimmo.
E
Ook van gekende beursindexen zoals de Dow Jones en de MSCI World zijn er meestal duurzame varianten te vinden. Zo bevat de gewone MSCI Europe 435 aandelen. De top 25 % bedrijven die binnen hun sector het best scoren op vlak van ESG blijven over voor opname in de MSCI Europe SRI index. Van de 435 bedrijven blijven er dan 114 over. Er is ook wel wat kritiek op deze indexen. Sectoren zoals die van de olie worden niet altijd op voorhand uitgesloten. Voor de MSCI World SRI worden bedrijven met de hoogste score in hun sector opgenomen. Daardoor staat Total wel op plaats 6 van bedrijven die opgenomen zijn in de MSCI Europe SRI, wat heel wat beleggers niet begrijpen. Voorstanders zeggen dat een kleine vooruitgang in erg vervuilende sectoren zoals de oliesector een grote vooruitgang kunnen betekenen voor de samenleving. Tegenstanders zoals Réseau Financité zijn niet akkoord met deze benadering en vinden dat 80 % van de duurzaam aangeboden producten helemaal niet duurzaam zijn. Ook de Divestment-beweging vindt dat beleggers het tegenovergestelde moeten doen van investeren, namelijk desinvesteren in sectoren zoals olie. Een duurzame beursindex bekijken kan voor de belegger toch interessant zijn om zo te zien welke bedrijven goed scoren op het vlak van ESG. ETF’s of trackers volgen een beursindex en kan je kopen op de beurs. Op die manier is het mogelijk om in één handeling te investeren in de meest duurzame bedrijven. Voor de MSCI Europe SRI index kan dit bijvoorbeeld via de iShares MSCI Europe SRI ETF die noteert op Euronext Amsterdam of de 08
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
Amundi MSCI Europe SRI ETF die noteert op Euronext Parijs. Daarnaast bestaan er ook trackers die inspelen op specifieke thema’s. De Amundi Index Equity Global Low Carbon ETF is een tracker die de MSCI World Low Carbon volgt en bestaat uit (middel)grote bedrijven uit ontwikkelde landen. Bedoeling is bedrijven te selecteren die gezamenlijk een CO2-uitstoot hebben die 50 % lager is vergeleken met het niveau van de MSCI World Index. De iShares Clean Energy ETF spiegelt zich aan de S&P Global Clean Energy Index, een index van ongeveer 30 van de grootste beursgenoteerde bedrijven in de wereldwijde sector van schone energie (zowel productie als apparatuur voor schone energie). Volgens cijfers van Morningstar vloeide er in het 2de kwartaal van 2020 6,7 miljard euro naar duurzame Europese ETF’s. Daarmee zit nu 5,2 % van het totaal beheerde ETF-vermogen binnen Europa in duurzame ETF’s. In het eerste kwartaal was dit nog 4,6%. Towards Sustainability Febelfin kondigde in februari 2019 aan dat het een kwaliteitsnorm zou gaan uitwerken, het Towards Sustainability label. Het heeft daarvoor de Central Label Agency (CLA) vzw opgericht, die toeziet op het correct toekennen van het label en het herzien van de kwaliteitsnorm in de toekomst. In november 2019 kregen voor het eerst 319 producten het label, waarvan beleggingsfondsen en de Tak 23-verzekeringsfondsen met respectievelijk 247 en 29 producten de twee grootste categorieën waren. Financiële instellingen kunnen vier keer per jaar het label aanvragen. Het label is telkens voor één jaar geldig, en moet nadien worden vernieuwd. De aanvraag van het label is niet gratis. De prijs is afhankelijk van de complexiteit van het product en het aantal duurzaamheidsstrategieën dat het hanteert. Ondertussen bestaat het label dus bijna een jaar en hebben 472 producten het label al verkregen. Het overzicht van de producten met een label kan je terugvinden op de website www.towardssustainability.be. De producten die op deze website staan hebben het label aangevraagd en gekregen en voldoen aan de minimale norm die wordt
vooropgesteld. Elk gelabeld product heeft ook een Sustainability ID, zodat de belegger kan zien op welke manier het product precies duurzaam is. Als een beleggingsproduct geen label heeft, wil dat nog niet zeggen dat het niet duurzaam is. Er zijn een aantal mogelijke redenen waarom een product geen label heeft. Een eerste reden kan zijn dat men het label (nog) niet heeft aangevraagd. Dit kan te maken hebben met de kostprijs, of omdat men van plan is dit label in de toekomst aan te gaan vragen. Een andere reden voor het feit dat een product nog geen label heeft, ligt in de minimale norm die wordt gehanteerd en daar zijn een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Die zijn te raadplegen op de website van Towards Sustainability. Het implementeren van deze richtlijnen vergt tijd, wat niet altijd vanzelfsprekend is voor bijvoorbeeld fondsenbeheerders die actief zijn in verschillende landen. De volledige beschrijving van de minimale norm en de voorwaarden zijn dus gepubliceerd op de website Towards Sustainability. Een eerste herziening is gepland voor 2020, en zal dan van start gaan in 2021. Net zoals voor het uitwerken van de norm, worden voor de herziening diverse stakeholders bevraagd; financiële instellingen, asset managers, ngo’s …
Europese taxonomie De Green Deal is het plan van de Europese Commissie om de Europese Unie tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Die Green Deal bestaat uit heel wat onderdelen, zoals het verhogen van de klimaatambitie, duurzame energie, circulaire economie, duurzame mobiliteit, biodiversiteit … Belangrijk hierbij is het financieren van deze transitie, dus ervoor zorgen dat er kapitaal naartoe vloeit. Daarbij is er zowel nood aan overheidsinvesteringen als private investeringen. Om dit te structureren is de EU gekomen tot een taxonomy ofwel een groene encyclopedie om te bepalen welke activiteiten duurzaam zijn en welke niet. Die taxonomy maakt deel uit van ruimere actieplannen van de Europese commissie. Actieplan van de EU commissie voor de financiering van duurzame groei Kapitaalstromen heroriënteren naar duurzame investeringen 1
Stel een taxonomie op van activiteiten op het gebied van ecologische duurzaamheid
2
Maak standaarden en labels voor groene financiële producten
3
Investeringen in duurzame projecten stimuleren
4
Betrek duurzaamheid bij het verstrekken van beleggingsadvies
5
Ontwikkel benchmarks voor duurzaamheid
Duurzaamheid mainstream maken in risicobeheer 6
Duurzaamheid beter integreren in ratings en marktonderzoek
7
Verduidelijk de taken van institutionele beleggers en vermogensbeheerders
8
Verwerk duurzaamheid in prudentiële vereisten
Bevorder transparantie en langetermijndenken 9
Versterk de openbaarmaking van de duurzaamheid van bedrijven
10
Bevorder duurzaamheid ondernemingsbestuur en verminder kortetermijndenken
Duurzaam Beleggen Academy Er beweegt dus heel wat, en in de toekomst zal de aandacht voor duurzaam sparen en beleggen onder impuls van Europa nog toenemen. Uit studies is echter gebleken dat als er gevraagd wordt aan Belgen of ze duurzaam gedrag vertonen, er vaak wordt verwezen naar huishoudelijk afval recycleren of vermijden, het energiezuiniger maken van de woning of de aankoop van lokaal geproduceerde goederen. Heel wat Belgen zijn niet op de hoogte van het bestaan van duurzaam beleggen of weten nog niet goed wat duurzaam beleggen precies is. Anderen staan vaak sceptisch tegenover deze duurzame beleggingsproducten. Een betere kennis zou helpen om in discussie te gaan met je bankier en zo goede duurzame spaar- en beleggingsproducten te kiezen die bovendien bij je passen.
Duurzaam Beleggen
Academy Om die reden hebben wij met de UCLL het voorbije jaar de Duurzaam Beleggen Academy opgericht (www.duurzaambeleggen.academy) waar je een e-learning kan vinden over duurzaam sparen en belegen.
Drie lezers van ecotips kunnen een gratis toegang winnen voor de e-learning van Duurzaam Beleggen Academy. Stel je kandidaat door een e-mail te sturen naar info@ecotips.org, met als onderwerp ‘Ik heb interesse in duurzaam beleggen’ en in het bericht je voornaam, naam en het e-mailadres waarmee je toegang wenst tot de Academy. Succes!
Zo is op termijn de Commissie ook van plan om het Europees Ecolabel uit te breiden naar financiële producten, maar de datum van deze uitbreiding en de voorwaarden voor het verkrijgen van het Europese Ecolabel voor financiële producten zijn nog niet bekend. bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
09
Beeld: Salesforce
Carmina Coenen: “Voor bedrijven is COVID-19 unieke kans om aan duurzame toekomst te bouwen” Als COVID-19 iets heeft duidelijk gemaakt, dan is het dat we als mensen allemaal verbonden zijn. Het is dan ook niet moeilijk om een brug te slaan van de pandemie naar een ander bekend probleem waar we met z’n allen mee te maken krijgen: de klimaatverandering. In beide gevallen is het noodzakelijk om wereldwijd actie te ondernemen en op lange termijn te denken, en is er een grote rol weggelegd voor bedrijven. Het enige lichtpuntje van deze globale gezondheidscrisis is trouwens ook het feit dat de luchtvervuiling en de uitstoot van broeikasgassen tijdelijk verminderd is, omdat we nog steeds minder reizen en pendelen.
sluiten, maakte technologie het mogelijk om medewerkers haast van de ene dag op de andere van thuis te laten werken. Digitale tools hielpen nadien om de activiteiten te hervatten en ook in de toekomst moeten bedrijven zich snel kunnen aanpassen. Technologie zal hierin een grote rol blijven spelen door mensen met elkaar te verbinden, besluitvorming te ondersteunen en organisaties wendbaarder te maken om met verandering om te gaan.
W
In iedere sector moeten bedrijven schalen en hun producten aanpassen aan een nieuwe manier van werken. Het is de verantwoordelijkheid van de technologiesector om hen hierin te ondersteunen. Voor organisaties was het nooit belangrijker om data te benutten en teams de mogelijkheid te geven om in realtime samen te werken. Wie z’n digitale transformatie al had ingezet, heeft hier tijdens de coronacrisis zeker de vruchten van geplukt. Al de rest moet daar op korte termijn werk van maken om veerkrachtig op nieuwe uitdagingen te kunnen reageren.
Net zoals in de rest van de wereld was het ook in België voor bedrijven, horecazaken en winkels een serieuze uitdaging om tijdens de coronacrisis continuïteit te verzekeren en hun activiteiten na de lockdown terug op te starten. Intussen hebben veel organisaties hun blik alweer op de toekomst en op groeien gericht. Maar we krijgen ook een unieke kans om de bestaande regels en procedures met duurzaamheid in gedachten te hervormen.
Duurzaamheid dankzij technologie Al voor de crisis waren bedrijven op zoek naar manieren om duurzamer te worden en intussen is duidelijk dat technologie hierbij kan helpen. De integratie van technologische oplossingen geeft organisaties een beter besef van hun impact op de planeet en maakt het mogelijk om zich hiervoor bij medewerkers, klanten en stakeholders te verantwoorden. Het is bijvoorbeeld vaak heel tijdrovend én ontmoedigend om een
e mogen nooit uit het oog verliezen wat er mogelijk is wanneer we ergens samen onze schouders onder zetten. Veel bedrijven hebben hun impact op het milieu al te lang genegeerd en duurzaamheid enkel als een optie beschouwd. In de bedrijfswereld hebben we het vaak over stakeholders zoals werknemers, partners en gemeenschappen, maar er is geen grotere stakeholder dan onze planeet.
Wendbaarheid kweken Gelukkig kunnen organisaties in elke fase van deze crisis op ondersteuning uit de technologiewereld rekenen. Toen bedrijven door de lockdown plots de deuren moesten 10
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
Carmina Coenen is Deputy Consultant Leader bij Salesforce Belux
goed beeld te krijgen van de CO2-uitstoot die een organisatie veroorzaakt met energieverbruik en zakenreizen. Dankzij de combinatie van data-gestuurde inzichten en technologie voor een CO2-boekhouding, kunnen bedrijven hun ecologische voetafdruk kwantificeren en hun impact beter begrijpen. Het benutten van data is dan ook essentieel voor ieder bedrijf dat duurzamer wil worden. Door de bekomen inzichten te publiceren, kunnen organisaties ook effectief aantonen dat ze milieubewuste en duurzame praktijken belangrijk vinden, zowel tegenover hun medewerkers als bij klanten en regelgevende instanties.
Vervolgens kunnen ze die inzichten uiteraard gebruiken om iets te veranderen. Het visualiseren van data is een zeer nuttige manier om de impact van een onderneming op het milieu te evalueren, om energiepatronen en emissietrends te volgen, en om leidinggevenden te ondersteunen. Van zodra een organisatie haar eigen impact op het milieu begrijpt, kunnen beleidsmakers immers beginnen met het uittekenen van milieugerichte draaiboeken en programma’s.
VENTILATIE
ERVARING
eco
BREEAM hinder ERVARING ERVARING
STOF VENTILATIE VENTILATIE impactstudies ERVARING LUC VENTILATIE advies BREEAM BREEAMhinder hinder
ecologie ec laboecologie deskun BREEAM hinder impactstudies screening impactstudies LU LUCHTKWALITEIT GEUR advies m advies impactstudies LUCHTKWALITEIT labo IMPACT labo maatwerk desk deskundigheid advies screening MILIEUEFFECT screening labo GEUR deskundigheid flexibiliteit GEUR screening ERVARING mobiliteit ERVARING IMPACT IMPACT GEUR maatwerk VENTILATIE maatwerk VENTILATIE mobiliteit MILIEUEFF MILIEUEFFECTRAPPORTAGE IMPACT ecologie ecologie flexibiliteit flexibiliteit BREEAM hinder maatwerk BREEAM hinder MILIEUEFFECTRAPPORTAGE Andere initiatieven ondersteunen Enkel aan hun eigen ecologische voetafdruk denken, is voor bedrijven eigenlijk niet voldoende. We hebben een globale en systematische aanpak nodig om de opwarming van de planeet in de toekomst onder 1,5 graden Celsius te houden. Dat kan enkel dankzij een grootschalige samenwerking tussen bedrijven, ngo’s, overheden en andere instellingen.
STOF
STOF
STOF
Een voorbeeld van zo’n initiatief is 1 Trillion Trees – een idee van het Wereld Economisch Forum en verschillende belangrijke partners. Dit project wil een gemeenschap met het oog op herbebossing verbinden, versterken en mobiliseren, om zo in het komende decennium het behoud en herstel van één biljoen bomen te kunnen garanderen.
Daarnaast hebben bedrijven nog een krachtig hulpmiddel om iets in beweging te zetten: hun stem. Ze zouden zich officieel achter het Akkoord van Parijs kunnen scharen om de opwarming tot 1,5 graden te beperken, open brieven gericht aan de overheid kunnen schrijven ter ondersteuning van herstelplannen voor een meer inclusieve, sterkere en veerkrachtigere economie, of kunnen deelnemen aan invloedrijke evenementen zoals LEAD on Climate 2020 – in mei bracht dit initiatief nog meer dan 300 bedrijven bij elkaar om hun systemen te evalueren en te beseffen dat zich na COVID-19 een reorganisatie opdringt.
flexibiliteitSTOF
pactstudies impactstudies
STOF
advies advies labo labo deskundigheid deskundigheid screening screening EURGEUR mobiliteit mobiliteit IMPACT
LUCHTKWALITEIT LUCHTKWALITEIT
IMPACT
Kortom, in iedere organisatie moet het milieu maatwerk nu een glansrol krijgen. De bedrijfswereld maatwerk is een geweldig platform om verandering in MILIEUEFFECTRAPPORTAGE gang te zetten, en om medewerkers, burgers MILIEUEFFECTRAPPORTAGE en toekomstige generaties aan te moedigen flexibiliteit flexibiliteit actie te ondernemen en aan een duurzamer klimaat te werken. Bedrijven moeten zich voorbereiden op hun eigen toekomst binnen de context van het nieuwe normaal. In de post-coronawereld mogen we niet gewoon vervangen wat er voordien al was, maar moeten we de tijd nemen om met innovatieve technologieën aan een betere toekomst voor milieu en planeet te bouwen.
a brand of MILVUS consulting NV
OLFASCAN a brand of MILVUS consulting NV
Twee op drie circulaire bedrijven goed bestand tegen coronacrisis Schade bij reguliere ondernemingen volgens zelfde enquête veel groter Tekst: Wouter Polspoel We trappen een open deur in met de stelling dat de coronacrisis lelijk huis gehouden heeft in onze economie. Uit een enquête van Vlaanderen Circulair en VITO blijkt dat maar liefst 98% van de reguliere bedrijven ernstige problemen heeft ondervonden. Circulaire bedrijven deden het volgens dezelfde bevraging echter een pak minder slecht: twee derde van de circulaire bedrijven (66%) stelt dat het tijdens de COVID 19-crisis niet gehinderd werd door tekorten. Of hoe de circulaire economie tijdens onverwachte crisissen een doeltreffend vaccin blijkt te zijn.
M
eer dan 540 bedrijven en organisaties en enkele overheidsinstanties vulden in mei en juni de enquête van Vlaanderen Circulair en het kenniscentrum VITO in. In de bevraging werd gepeild hoe bedrijven, overheden en non-profitorganisaties kijken naar de afgelopen maanden, de toekomst en de rol die in de relance is weggelegd voor de circulaire economie. De resultaten van de enquête werden tijdens het VITO Connectrondetafeldebat voorgelegd aan experts van essenscia vlaanderen, Agoria, Bond Beter Leefmilieu, VITO en Vlaanderen Circulair, die enkele duidelijke conclusies trokken. Er is duidelijk een draagvlak voor circulaire economie in Vlaanderen. Bedrijven, instellingen en de non-profitsector zijn er zich van bewust dat circulaire economie niet alleen een gunstig effect heeft op het milieu en het klimaat, maar
bevestigen ook dat circulaire strategieën nieuwe tewerkstellingskansen creëren en onze economie minder afhankelijk maken van de (onzekere) import van grondstoffen. Gevraagd naar de problemen waarmee ze tijdens de coronacrisis te kampen kregen, halen de bedrijven vooral tekorten aan grondstoffen en onderdelen aan, een verminderde vraag van klanten en moeilijkheden bij het vinden van financiering. Opvallend is dat twee op de drie bedrijven die een meer circulaire strategie toepassen, geen tekorten heeft ervaren. Bij de andere groep bedrijven bleek maar liefst 98% geconfronteerd te zijn met tekorten. Ergens is dat verschil logisch, aangezien circulaire bedrijven vooral inzetten op lokale toevoerketens en verminderd materiaalgebruik om hun producten en diensten te vervaardigen en tot bij de klant te brengen. Meer circulair is meer crisisbestendig Uit de enquête bleek dan ook dat de centrale succesfactoren van een circulaire economie meteen ook de factoren zijn die een bedrijf beter bestand maken tegen periodes van ernstige crisis. Die factoren zijn: lokaal en
geconnecteerd zaken doen, creativiteit en samenwerking. 90% van de respondenten stelt dat de circulaire economie ons minder afhankelijk maakt van de (onzekere) import van grondstoffen omdat volop wordt ingezet op het hergebruik van, liefst initieel lokale, grondstoffen. Karl Vrancken, onderzoeksleider duurzaam materiaalbeheer bij VITO, vertelt daarover: “We moeten de balans maken tussen lokaal en internationaal. Circulaire economie focust op wat we lokaal hebben aan materialen, goederen en capaciteiten, maar het zal ook maar werken als we dat kunnen inzetten in een internationaal samenwerkingskader.” Creativiteit als succesfactor van de circulaire economie moet, zo blijkt uit de bevraging, niet enkel worden gezocht op het technische vlak. Verbeteringen die een product meer circulair maken, zijn natuurlijk wenselijk, maar 8 op de 10 respondenten gelooft ook dat in de komende vijf jaar circulaire businessmodellen aan belang zullen winnen. Het bekendste voorbeeld van zo’n circulair businessmodel is natuurlijk het product as a service-principe. Daarmee wil men producenten niet langer alleen maar verantwoordelijk maken voor het leveren van materialen en producten, maar ook voor het terughalen ervan na gebruik. De producent verkoopt dus met andere woorden de dienst gelieerd aan het product en niet langer het product zelf. Dat product neemt hij na de levensduur ervan immers terug, zodat hij het opnieuw kan gebruiken, of op z’n minst delen ervan.
Een voorbeeld van een circulair bedrijf is het Belgische Derbigum, dat oude bitumineuze dakbanen (foto) verwerkt in nieuwe en daar met een eigen terugnamedienst ook een circulair businessmodel rond ontwikkeld heeft. Credit: Derbigum
12
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
Zo koop je bijvoorbeeld niet langer stoelen, maar zituren. In plaats van armaturen koop je licht, in plaats van een boiler warmte enzovoort. Het systeem is zowel voor de producent als de klant economisch interessanter dan de huidige wegwerpeconomie. De klant hoeft niet te investeren in de installatie, de producent slaat twee vliegen in één klap. Om te beginnen zal hij een langdurige stroom aan inkomsten genereren door de gebruiker van het product – of de dienst dus eigenlijk – maandelijks een bedrag te laten betalen voor het gebruik. De tweede vlieg: omdat het product van de producent blijft, heeft die er ook alle baat bij het product zo duurzaam mogelijk te maken.
“Het is hoopgevend te zien dat bedrijven die meer circulaire strategieën toepassen, ook minder tekorten ervaren en meer veerkracht rapporteren” – Karl Vrancken, onderzoeksleider duurzaam materiaalbeheer bij VITO
Zo dient hij geen herstellingen uit te voeren tijdens de duur van het contract – iets waar hij wel garant voor staat – en kan hij het product of delen ervan later hergebruiken. De producent kan trouwens om organisatorische en boekhoudkundige redenen het produceren en leveren van een product als dienst in twee aparte juridische entiteiten onderbrengen, waarbij het ene bedrijf als vanouds produceert en het andere de producten uitzet en beheert, wat economische nog interessanter is. Nauw
Ondervindt jouw organisatie tijdens de Corona-crisis tekorten? Circulaire bedrijven*
66 %
Niet-circulaire bedrijven
2%
*dit zijn bedrijven die bij meer dan 4 van de 8 gepeilde circulaire strategieën (minder materialenverbruik, delen van productiemiddelen....) minstens een goede basis toepassen
= Nee, geen tekorten
Slechts 2% van de niet-circulaire bedrijven ondervond geen tekorten tijdens de coronacrisis. credit: VITO/Vlaanderen Circulair
verbonden met product as a service, zijn materialenpaspoorten. Als we onderdelen van gebouwen opnieuw willen gebruiken, is het belangrijk dat we goed weten welke herbruikbare materialen en producten allemaal in het gebouw verwerkt zitten. Vandaag krijgen die onderdelen daarom steeds vaker een materialenpaspoort om zo hun terugname en hergebruik te faciliteren. “Opvallend veel bedrijven kwamen tijdens de lockdown bij ons terecht om hun businessmodel te herdenken”, aldus Brigitte Mouligneau, transitiemanager circulaire economie bij Vlaanderen Circulair. Van de respondenten is 87% overtuigd dat circulaire economie tot meer samenwerking tussen bedrijven leidt, wat het bedrijf sterker maakt tijdens crisisperiodes. “Ik heb in de crisis veel interessante samenwerkingen zien ontstaan”, vertelt Franck Beckx, managing director bij essenscia vlaanderen. “Bijvoorbeeld tussen voedingsbedrijven die alcohol leveren aan de farmaceutische of chemiesector om hier in België een handgelproductie op te starten. Ik hoop dat dat soort samenwerkingen in onze economie blijvend zullen zijn.” Oproep aan overheid De resultaten van de enquête en de conclusies uit de rondetafelgesprekken
op basis van de bevraging hebben vooral aangetoond dat duurzaamheid en veerkracht onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vrancken: “We wilden met dit project de relatie onderzoeken tussen circulaire economie en de prestaties van bedrijven in een plotse crisis, hun veerkracht dus. Als duurzaamheid ons langetermijndoel is, is circulaire economie een middel om dat te bereiken. We zijn echter niets met een circulaire economie als alle circulaire initiatieven bij de minste kink in de kabel over de kop gaan. Onze weg naar duurzaamheid is liefst economisch robuust. Daarom is het hoopgevend te zien dat bedrijven die meer circulaire strategieën toepassen, ook minder tekorten ervaren en meer veerkracht rapporteren.” Mouligneau vult aan: “We leren uit deze enquête en de rondetafelgesprekken dat er nog meer nood is aan een eenduidig en stimulerend beleidskader, ondersteuning en overheidsinvesteringen in de circulaire economie.” Meer info over de enquête: https://vlaanderen-circulair.be/src/Frontend/ Files/userfiles/files/Dossier%20Veerkracht.pdf Meer info over de rondetafelgesprekken: https://vito.be/nl/circulaire-economie-0
De respondenten kregen onder meer enkele stellingen voorgeschoteld. Credit: VITO/Vlaanderen Circulair
In welke mate achten respondenten onderstaande stellingen waarschijnlijk? Een meer circulaire economie in Vlaanderen... Creëert kansen voor innovatie en Vlaams koploperschap
Maakt onze economie minder afhankelijk van de (onzekere) import van grondstoffen
Leidt tot meer samenwerking tussen bedrijven
Heeft gunstige effecten voor het milieu en het klimaat
Lost een deel van ons afvalprobleem
Maakt onze economie lokaler door meer in te zetten op kringlopen en kortere ketens
Creëert nieuwe kansen voor tewerkstelling (in herstel, onderhoud, recyclage, hergebruik...)
Erg waarschijnlijk
254
291
219
392
311
241
269
Waarschijnlijk
223
191
235
123
183
217
204
Neutraal
44
32
69
16
31
58
48
Onwaarschijnlijk
5
10
6
2
9
12
7
Erg onwaarschijnlijk
9
10
4
4
4
6
6
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
13
U.S. Cotton Trust Protocol verzekert merken en retailers duurzame productie van katoen Tekst: Wouter Polspoel Beeld: Pixabay Merken en retailers in België kunnen zich sinds 15 juli van dit jaar aansluiten bij het U.S. Cotton Trust Protocol, waarmee ze zich ervan verzekeren meer duurzaam Amerikaans katoen in te kopen. Het Trust Protocol houdt rekening met de VN-duurzaamheidsdoelstellingen; deelnemende merken en retailers zullen dankzij het Protocol meetbare vooruitgang kunnen aantonen bij het verkleinen van hun ecologische voetafdruk en het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen.
I
n een tijd waarin er steeds meer noodzaak is aan transparantie in en controle op de supply chain zet het U.S. Cotton Trust Protocol een nieuwe norm voor meer duurzaam geteeld katoen. Het Protocol kan jaarlijks data leveren in zes verschillende duurzaamheidsgebieden, die in overeenstemming zijn met de duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Die nieuwe jaarlijkse data geeft merken en retailers de mogelijkheid om hun voortgang richting die doelstellingen beter bij te houden. “Een van onze doelen tijdens het ontwikkelen van het Protocol was om merken en retailers meer zekerheid te geven over de duurzaamheid van Amerikaans katoen bij hun inkopen”, vertelt Ken Burton, Executive Director van het Protocol. “Deelnemende merken en retailers zullen nu beter kunnen
aantonen dat ze vooruitgang boeken in het verkleinen van hun ecologische voetafdruk en het behalen van hun duurzaamheidsdoelstellingen.” Het U.S. Cotton Trust Protocol biedt de mogelijkheid om de vooruitgang op het gebied van duurzaamheid via geavanceerde dataverzamelingsmethoden en controle door derden bij te houden. Door samen te werken met ‘Field to Market: The Alliance for Sustainable Agriculture and Control Union Certifications North America’ biedt het Protocol merken en retailers de mogelijkheid om de supply chains van het ingekochte katoen beter te volgen. Merken en retailers die lid worden van het Protocol krijgen toegang tot jaarlijkse gegevens over bijvoorbeeld waterverbruik, broeikasgasuitstoot, bodemerosie en energieverbruik. Aanvulling op bestaande duurzaamheidprogramma’s Het U.S. Cotton Trust Protocol wordt gecontroleerd door een raad van bestuur die bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de hele waardenketen zoals vertegenwoordigers van merken en retailers zoals Levi Strauss & Co en Tesco, ngo’s zoals het WWF en Environmental Defense Fund, duurzaamheidsexperts en mensen uit de katoenindustrie zoals telers, verkopers en molens. Het Protocol is gemaakt als aanvulling op bestaande duurzaamheidsprogramma’s en specifiek
In een tijd waarin er steeds meer noodzaak is aan transparantie in en controle op de supply chain zet het U.S. Cotton Trust Protocol een nieuwe norm voor meer duurzaam geteeld katoen.
14
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
“Een van onze doelen tijdens het ontwikkelen van het Protocol was om merken en retailers meer zekerheid te geven over de duurzaamheid van Amerikaans katoen bij hun inkopen” – Gary Adams, Executive Director van het U.S. Cotton Trust Protocol ontworpen om toegepast te worden op de unieke katoenteelt van de Verenigde Staten. In juli van dit jaar werd katoen dat geteeld wordt volgens het U.S. Cotton Trust Protocol toegevoegd aan de lijst van Textile Exchange met 36 voorkeurvezels en materialen. Er zijn momenteel nog geen Europese merken of retailers bij het U.S. Cotton Trust Protocol aangesloten. Er lopen echter wel gesprekken met bedrijven die interesse getoond hebben. Toch alvast één Europese link: het bedrijf Tesco dat in de raad van bestuur zetelt, komt uit het Verenigd Koninkrijk. In de afgelopen 35 jaar hebben de Verenigde Staten grote verbeteringen doorgevoerd in het verantwoord telen van katoen. Zo verbruikt de katoenproductie opgenomen in het Protocol vandaag 82% minder water dan 35 jaar geleden. Om die vooruitgang geen halt toe te roepen, stelt het U.S. Cotton Trust Protocol ambitieuze doelstellingen voor 2025, bijvoorbeeld 39% minder broeikasgasemissies, 50% minder bodemverlies en een vijfde minder waterverbruik bij de productie van katoen. Het is ook de bedoeling tegen dat jaar meer dan de helft van alle katoenproductie in de Verenigde Staten opgenomen te hebben in het programma. Volgend jaar zullen de merken en retailers die instapten in het Protocol voor het eerst cijfers kunnen voorleggen om aan te tonen hoe zij zich verbeterden in de zes duurzaamheidsgebieden waarvoor het Protocol data levert.
producttraceerbaarheid met 66% toegenomen (grafiek 1). Een tweede opvallende vaststelling is het feit dat bijna de helft van de respondenten aangaf dat ze dachten dat hun klanten bereid waren om voor een concurrerend bedrijf te kiezen als het bedrijf van de respondent niet aan de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling voldeed (grafiek 2).
Enquête Het U.S. Cotton Trust Protocol hield recent een enquête rond de impact van COVID-19 op initiatieven voor duurzame ontwikkeling bij kledij- en textielmerken. Drie resultaten springen in het oog. Een eerste: hoewel de aandacht voor duurzaamheid over het algemeen is afgenomen, is de interesse in
Dat 63% van de ondervraagden in Europa denkt dat COVID-19 een positieve impact zal hebben op investeringen in duurzaamheid is een derde opvallende conclusie (grafiek 3).
stent impacts of COVID-19 Grafiek 1
Waarop ligt momenteel de meeste focus van uw bedrijf m.b.t. Milieu en duurzaamheidsinitiatieven in de komende 12-18 maanden? 32%
29% 25%
COVID-19 gehad op de pro-actieve d, andere middelen) van uw bedrijf stige toezeggingen m.b.t ven, partnerships Productie of standaarden Grondstoffen duurzaamheid
Vermindering van de impact van chemische stoffen, water en energie
43%
Bevoorrading van duurzaam geproduceerde materialen
15%
15%
11%
Veiligheid van werknemers Leefbare lonen, veiligheid, etc.
Weet ik niet = 2% van de deelnemers
Grafiek 2
17%
Geen
“Energie” “Alle genoemde categorieën” “Social Health and Safety”
25%
Impact op de proactieve investeringen per markt* 9%
8%
1
6%
Traceerbaarheid
Groene/Duurzame Asia Constructiemethoden Europefaucets, impact Low-water
Negatieve
maart 2020
9%
5%
Anders
Garanties van kwaliteit en oorsprong
24%
LED lighting, etc.
North America juli 2020 Asia
Grafiek 3
Hoeveel procent van jullie consumenten denk je dat zou overstappen naar een andere concurrent als jullie bedrijf de duurzaamheidsdoelstellingen niet zou halen? Impact Positieve Impact
7%
Not asked
43%Tijdelijk gestopt met de meeste of alle duurzaamheidsinitiatieven 48%
11%
Impact12% op de proactieve investeringen Wat voor impact heeft COVID-19 Geen impact Europe gehad op de pro-actieve investeringen per markt* (bijv. Geld, andere middelen) van uw North America 25% Asia 43% bedrijf in uw toekomstige toezeggingen 24% Negatieve impact Europe m.b.t duurzaamheidsinitiatieven, 48% North America partnerships of standaarden Asia
46%
43%
40%
100
48%
17%
Asia
Positieve impact
Europe Geen impact
Negatieve impact North America Geen impact Positieve impact
11%
Europe
63%
12%
North America 25% Asia
Positieve impact
26%
46%
Europe
63%
North America 26%
*Percentage van de hele markt-respons 1 *Percentage van de hele markt-respons
Biologisch versus duurzaam katoen Sommige textielmerken beweren dat ze werken met duurzaam katoen, andere dan weer met biologisch katoen. Het verschil blijkt, na een kleine online zoektocht, redelijk simpel. Zo wordt biologisch katoen geproduceerd zonder het gebruik van chemicaliën, gemodificeerde zaden en kunstmest. Er zijn wereldwijd twee belangrijke keurmerken voor dit soort katoen: de Organic 100 Content Standard (OCS) en de Global Organic Textile Standard (GOTS). Als een merk claimt biologisch katoen te gebruiken, dan zou de kleding een van deze keurmerken moeten dragen. Kleding met het keurmerk GOTS bestaat uit ten minste 70% biologisch katoen, kledij met het keurmerk OCS bestaat uit 100% biologisch katoen. In beide gevallen is het materiaal terug te voeren tot aan de katoenboer. GOTS is een iets uitgebreider keurmerk dan OCS omdat het ook de verwerking van katoen en
de bijbehorende sociale omstandigheden meeneemt in de certificering. Ook kbA Baumwolle, wat staat voor Baumwolle aus kontrolliert biologischem Anbau of in het Nederlands katoen van gecontroleerde landbouw, is een voorbeeld van een label voor biologisch katoen, net als Oganic Exchange. Het verhaal rond duurzaam katoen is wat problematischer. De kledingindustrie heeft geen algemene definitie van duurzame kledingproductie en/of -materialen. Zo licht bijvoorbeeld H&M, dat zichzelf voorloper noemt in het gebruik van duurzame materialen, niet toe wat die woorden voor de keten betekenen. Kunnen we trouwens wel spreken van duurzaam katoen in de wetenschap dat de productie ervan miljoenen liters water vraagt? Een naam die wel vaak terugkomt is het Better Cotton Initiative (BCI), een programma dat onder andere door
H&M werd opgezet. Het is erop gericht het gebruik van chemische pesticide en water bij het produceren van katoen te verminderen. In het programma worden boeren getraind om anders te gaan werken en krijgen ze een eerlijke prijs voor hun katoen. Grote merken als H&M, HEMA, Zeeman, C&A en Decathlon kopen hun katoen – onder andere – aan via BCI en vermarkten dat dan als duurzaam. Helaas is dat katoen vaak alsnog geproduceerd vanuit gemodificeerde zaden en met chemicaliën. Bovendien stelt BCI alleen eisen aan de fabrieken die het materiaal verwerken tot stof. De kleding zelf kan dus nog steeds onder slechte omstandigheden en/ of door kinderen zijn gemaakt, wat overigens onder het OCS-keurmerk ook mogelijk is. Omdat duurzaam katoen geen strikte definitie kent, bestaan er heel veel verschillende labels voor duurzaam katoen, maar een vergelijking is om dezelfde reden dus redelijk zinloos. bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
15
Van maximaal hergebruik tot projecten in Afrika: de weg naar CO2-neutraliteit van SipWell Tekst: Wouter Polspoel Beeld: SipWell Zo’n sterke merknaam hebben dat die de productnaam vervangt; het is de droom van elk bedrijf en het geldt voor SipWell. Met meer dan 40.000 waterkoelers over het hele land, laat het bedrijf de concurrentie dan ook ver achter zich. “Maar hoe groter je bent, hoe groter je maatschappelijke verantwoordelijkheid”, weet general manager Peter Henderickx. “Wij streven daarom al jaren naar een minimale milieuimpact en zijn sinds dit jaar ook CO2neutraal, onder meer dankzij maximaal hergebruik van onze flessen en CO2compensatieprojecten in Afrika.”
S
ipWell, een 100% Belgisch bedrijf dat waterkoelers en het bijbehorende water levert, mag zichzelf op de borst kloppen; na meer dan 27 jaar bedrijfsvoering is het met een jaarlijkse omzet van 20 miljoen euro en een marktaandeel van 55% onbetwist marktleider. De eerste achtervolger moet het met ongeveer de helft van dat percentage doen, waardoor de merknaam stilaan een productnaam is geworden, de natte droom van elke bedrijfsleider. “Ik heb al van veel mensen gehoord dat ze ‘een SipWell’ hebben staan op het werk, terwijl het eigenlijk een waterkoeler van een concurrent betreft”, begint Peter Henderickx, general manager, te vertellen wanneer we met hem aan tafel zitten in de SipWell-vestiging in het Vlaams-Brabantse Londerzeel. “Dat horen we natuurlijk graag, al zouden we liever hebben dat er een ‘echte’ SipWell-waterkoeler staat”, lacht hij.
“Wij verhuren waterkoelers en zorgen dat de toestellen op geregelde basis worden aangevuld”, legt hij nog eens uit wat het bedrijf precies doet. “Wij leveren ongeveer 1,4 miljoen
flessen water per jaar voor de 40.000 waterkoelers die we hebben staan bij zo’n 30.000 klanten in België. Ongeveer een kwart van onze klanten zijn particulieren, voorts gaat het om bedrijven. De toestellen voor particulieren zijn wat slanker en zijn gemaakt voor flessen van 10 liter. De standaard dispensers zijn wat breder en werken met flessen van 5 gallon, of 18,9 liter.”
we twee jaar geleden om ook CO2-neutraal te worden. Het was CO2logic dat in 2019 onze CO2-voetafdruk onder de loep nam. Daaruit bleek dat SipWell jaarlijks 1.737 ton CO2 uitstootte. De grootste oorzaak: ons elektriciteitsverbruik en ons transport. Samen met CO2logic zijn we vervolgens gaan bekijken hoe we CO2-neutraal konden worden.”
Brede service Volgens Henderickx maakt SipWell het verschil met zijn service. “Op het produceren van de waterkoelers na, die we wel zelf ontwikkelen, doen we namelijk alles zelf. De waterkoelers, die we verhuren, worden hier gerepareerd indien nodig. De lege flessen nemen we terug en wassen en ontsmetten we, waarna we ze opnieuw vullen met water. Een fles wordt zo gemiddeld 60 keer hergebruikt, dat is vijf keer langer dan een glazen fles. Een SipWell-fles bespaart zo ongeveer 1.000 petflessen. Onze klantendienst is 24/7 bereikbaar en met de online MyAccount bekijk je al onze diensten waar je wil en wanneer je wil. Geeft je waterkoeler bijvoorbeeld geen spuitwater meer? Dan volstaat het even je smartphone te checken en je hebt de mogelijke oorzaak en oplossing in een vingerknip gevonden.”
En dat er onmiddellijk actie werd ondernomen, lijdt geen twijfel, want al in mei van dit jaar, was de CO2-neutraliteit een feit. Henderickx legt uit hoe SipWell die bereikte: “We zetten in op verschillende fronten. Vooreerst hergebruiken we de flessen maximaal, maar ook wanneer ze versleten zijn, gooien we ze niet zomaar weg. We hebben akkoorden met verschillende bedrijven die de flessen recycleren tot nieuw basismateriaal dat gebruikt wordt voor het maken van polycarbonaat, dat voornamelijk in bouwproducten wordt toegepast. Daarnaast pompen we ons water ook zelf op, hier in Londerzeel. We hebben daarvoor zes putten van 42 meter diep, tot in een watervoerende laag, die trouwens ook gebruikt wordt door een aantal brouwerijen hier in de buurt om hun bier te maken.
Doorlichting door CO2logic Rode draad doorheen dat hele proces: de milieu-impact tot een minimum herleiden. “Dat is al lang een van onze speerpunten”, aldus Henderickx. “Daarom besloten
“Uit de doorlichting van CO2logic bleek dat wij jaarlijks 1.737 ton CO2 uitstootten. De grootste oorzaak: ons elektriciteitsverbruik en ons transport.” – Peter Henderickx, general manager SipWell Peter Henderickx, general manager van SipWell.
16
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
In mei 2020 was de CO2neutraliteit een feit voor SipWell. Dit kon echter niet volledig door eigen ingrepen. Het deel dat niet zelf geneutraliseerd kan worden, wordt gecompenseerd via klimaatprojecten in Eritrea, Zambia en Ghana. SipWell neemt de lege flessen terug, wast en ontsmet ze, en hergebruikt ze, tot wel 60 keer.
Het gaat dus echt om kwaliteitsvol water, dat we uiteraard wel nog zuiveren. Het water van sommige concurrenten komt uit het buitenland, voornamelijk uit Frankrijk en Nederland. Ik moet je niet vertellen dat hun leveringsproces alleen daardoor al een pak minder milieuvriendelijk is.” Test met elektrische bestelwagen “De routes naar klanten die onze bestel- en vrachtwagens gebruiken, zijn ook zo uitgetekend dat we zo weinig mogelijk kilometers afleggen. Een aantal jaren geleden hebben we bovendien geïnvesteerd in een volledig nieuwe vloot vrachtwagens. Die 39 nieuwe vrachtwagens rijden nog steeds op diesel, maar stoten een pak minder vervuilende stoffen uit. Heel recent is ook onze eerste elektrische bestelwagen aangekomen. We gaan die nu testen en al alles goed gaat, gaan we al onze bestelwagens – elf in totaal – door elektrische exemplaren vervangen. Zodra de technologie het toelaat, zullen we in de toekomst ook investeren in elektrische of hybride vrachtwagens.” Zonnepanelen en windmolen SipWell schakelde ook volledig over op ledverlichting. Maar ondanks al die ingrepen, was het nog steeds niet CO2-neutraal. “Het deel dat we niet kunnen neutraliseren, compenseren we via CO2logic via drie projecten, in Eritrea, Zambia en Ghana. Die projecten hebben allemaal iets te maken met water, want we wilden de link met onze business bewaren.”
De flessen worden telkens opnieuw gevuld met water dat SipWell zelf oppompt in Londerzeel.
“Eens onze vloot helemaal vernieuwd is, zullen we minder moeten compenseren via zo’n projecten. Maar we blijven ook constant andere mogelijkheden bestuderen. We zijn momenteel met verschillende leveranciers van zonnepanelen aan het spreken en kijken ook of we geen windmolen kunnen plaatsen rond ons bedrijf. Daar hebben we zeker de ruimte voor. Door beide ingrepen, zouden we een groot deel van onze elektriciteit zelf kunnen opwekken.” “Ten slotte kijken we ook verder dan het eigen bedrijf ”, geeft Henderickx nog mee. “Zo proberen wij onze klanten aan te zetten om niet langer onze plastieken bekers te gebruiken, maar wel de kartonnen. De plastieken bekers zijn immers minder milieuvriendelijk. Ook stimuleren we het gebruik van drinkflessen.”
SipWell levert ongeveer 1,4 miljoen flessen water per jaar voor de 40.000 waterkoelers die het heeft staan bij zo’n 30.000 klanten in België.
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
17
Boekrecensie
Zes graden
Door Mark Lynas Tekst: Hilde De Wachter Wanneer je een tweede versie van je boek schrijft, heb je het voordeel dat je kan evalueren hoe ver je er naast zat in je eerste versie. In 2008 schreef Mark Lynas zijn eerste editie van ZES graden. Hij keek toen vooruit naar wat er zou gebeuren wanneer onze aarde zes graden zou opwarmen. Hij deed dat gradueel: elk hoofdstuk besprak een graad meer. Alle hoofdstukken lagen toen nog in de toekomst.
I
n zijn update van 2020 is het eerste hoofdstuk al achterhaald. De aarde is ondertussen al 1 graad warmer geworden. Dat gebeurde in 2015. Groot nieuws was het toen niet echt. Lynas moet vaststellen dat hij in zijn eerste boek te voorzichtig en te optimistisch geweest is. Fenomenen die volgens hem pas bij twee of drie graden opwarmen zouden optreden, zien we nu al gebeuren. Zo voorspelde hij dat de bijdrage aan de zeespiegelstijging, van het smelten van het ijs op Groenland, zo’n 0,3mm per jaar zou bedragen. In 2019 was dat al 1,5mm per jaar. Ook de heftige orkanen die nu voorkomen in Midden- en Noord-Amerika, komen 30 jaar vroeger dan Lynas in 2008 voorspelde. Lynas concludeert in het hoofdstuk ‘1 graad’ dat mensen die nu op middelbare leeftijd of jonger zijn, nog zullen meemaken dat de Noordpool volledig ijsvrij is. Dat is in drie miljoen jaar niet meer voorgekomen. Die dag komt dus snel dichterbij en ligt ergens in de 2°C-opwarmingszone.
Vrijwel alle fenomenen zijn erger dan voorspeld. De modellen en prognoses zijn conservatiever dan de werkelijkheid
Modellen te conservatief Een vrolijk boek kun je ‘ZES graden’ dus niet noemen. Vrijwel alle fenomenen zijn erger dan voorspeld. De modellen en prognoses zijn conservatiever dan de werkelijkheid. Waarom dat zo is, is blijkbaar nog voer voor 18
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
debat. Misschien omdat we onszelf graag iets blijven wijsmaken en dat zelfs in onze modelleringen doortrekken? ‘Unintentional bias’ of onbedoelde vooringenomenheid, noemen ze zoiets. Het probleem met dergelijke catastrofeboeken is, dat je schijnbaar immuun wordt voor al die doemscenario’s. Dat is eigenlijk het probleem van het hele klimaatdebat. Hoe meer verschrikkingen ons voorspeld worden, hoe sneller we de schouders ophalen. ‘Jaja, het zal wel. Wat kunnen we er aan doen.’ En dat is net niet de reactie die je als auteur wil bekomen natuurlijk. Dat is niet de fout van Lynas, het is iets met ons mensen dat fout zit. Je weet dat je in je ongeluk loopt en als reactie daarop, ga je nog sneller lopen. Want het pad ernaartoe, is toch zo leuk. Een hittegolf in september: aangenaam. Temperaturen zoals in Zuid-Europa tijdens de zomermaanden: dan kunnen we hier ook wijn verbouwen. Psychologen, sociologen en nog veel andere -logen hebben er waarschijnlijk wel een uitleg voor. Het is dus aan Lynas en anderen die ons waarschuwen en tot actie willen aanzetten, om een manier te vinden om toch door te dringen. Lynas slaagt daar wel in, op sommige momenten; door dat voorbeeld van het gesmolten poolijs bijvoorbeeld, dat we zelf nog zullen meemaken. Ook de voedseltekorten die dreigen, zetten tot nadenken aan. Lynas beschrijft hoe men er tot voor kort vanuit ging dat een opwarming met 2 of 3 graden net gunstig zou zijn voor de productie van allerhande gewassen. Maar opnieuw waren de modellen te conservatief. De huidige klimaatopwarming zorgt al voor een productieverlies van 1% voor de tien belangrijkste gewassen ter wereld: gerst, cassave, maïs, palmolie, koolzaad, rijst, sorghum, sojabonen, suikerriet en tarwe. Klimaatgerelateerde ondervoeding leidt nu al tot sterfte en uiteraard ook tot massale migratie. En de 2 graden moet nog komen … Bovendien blijken gewassen minder voedingsstoffen te bevatten bij hogere CO2-concentraties. Niet alleen minder opbrengsten maar ook minder voedzame opbrengsten dus en dat voor een sterk groeiende wereldbevolking. Een onmogelijke opdracht, durven sommigen al luidop zeggen.
Lynas brengt in zijn boek ook een waarschuwing aan mensen die in de buurt van een rivier of andere waterloop wonen: controleer zorgvuldig tot hoe hoog het water ooit in het verleden kwam. Meen je dat je in de gevarenzone woont, overweeg dan serieus om te verhuizen. Het beste moment om te verhuizen is voordat de hemelsluizen wijd opengaan en de ‘eens-in-de-100-jaar’overstroming toeslaat, niet erna. Weer zo’n voorbeeld dat wel doordringt bij de lezer.
De huidige klimaatopwarming zorgt al voor een productieverlies van 1% voor de tien belangrijkste gewassen ter wereld: gerst, cassave, maïs, palmolie, koolzaad, rijst, sorghum, sojabonen, suikerriet en tarwe
Klimaatontwrichting In de volgende hoofdstukken gaat het van kwaad naar erger. De rampen worden omvattender, de droogtes langer, de overstromingen heviger. Het normale gevolg: miljoenen mensen zullen hun woongebieden
Politiek wordt de bestrijding van de klimaatopwarming een zeer bittere pil: iedereen komt met gestrande activa zonder waarde te zitten; het wordt de grootste afschrijvingsoperatie in de geschiedenis
verlaten omdat deze onleefbaar geworden zijn. Ik doe wat dat betreft graag een suggestie aan de politiek: zij die nu al zo sterk gekeerd zijn tegen migratie, zouden dus al hun centen en beleidsinspanningen aan de strijd tegen de klimaatopwarming moeten besteden. Geen betere garantie om mensen in hun eigen gebieden te houden, dan ervoor te zorgen dat deze regio’s leefbaar blijven. Gek genoeg staan diegenen die tegen migratie zijn, dikwijls erg sceptisch tegenover de klimaatproblematiek. Vermits de auteur zich voor zijn boek baseert op de vele studies die er in de afgelopen jaren gepubliceerd zijn, zijn er ook nog veel onzekerheden. Niet alles is in studies en modellen te vatten en sommige studies spreken elkaar tegen. Ook dat is voor de sceptici een reden om niet al te veel geloof te hechten aan de conclusies over de klimaatopwarming. Lynas vindt daarom dat de term ‘klimaatontwrichting’ meer gebruikt moet worden want die verwoordt perfect wat er aan de hand is. We weten niet met zekerheid wat de gevolgen van de klimaatopwarming zullen zijn in specifieke delen van de wereld maar dat het klimaat ontwricht is, dat er rare dingen gebeuren die we nog nooit meemaakten, dat is zeker. Met 4 graden globale temperatuurstijging hoeven we ons niet langer af te vragen hoe slecht de aarde eraan toe zal zijn. Ze zal immers voor het grootste deel onleefbaar geworden zijn. Lynas doet nog uit de doeken wat ‘onleefbaar’ dan wel betekent, maar de boodschap is duidelijk, zelfs zonder het hoofdstuk in detail te lezen. Met 4 graden is het gedaan met de aarde zoals we die kennen en is het dus zeker gedaan met de mens, of toch met een groot deel van de wereldbevolking. Volledig uitgeroeid zijn we dan nog niet. Voor vele dier- en plantensoorten is het dan al lang te laat: hun natuurlijke habitats zijn verwoest en ze zijn niet in staat om zich op tijd uit de voeten te maken en een nieuwe plek te zoeken.
wat discussiëren over de percentages maar de hoofdboodschap is duidelijk. De auteur besluit dus terecht: “We hebben zoveel bewijs en data die aantonen wat ons te wachten staat wanneer we niets ondernemen om de klimaatopwarming te stoppen. We moeten dus niet komen klagen dat we het niet wisten.” In het laatste hoofdstuk ‘Het eindspel’ doet Lynas een aantal suggesties van initiatieven die we meteen zouden moeten omarmen. Hij besluit dat dit politiek een zeer bittere pil wordt: iedereen komt met gestrande activa zonder waarde te zitten; het wordt de grootste afschrijvingsoperatie in de geschiedenis. En dan hebben we al aanvaard dat 1,5°C niet haalbaar meer is en dat we ons dus beter op 2°C richten. Voor diegenen die in hocus pocus geloven: Lynas gelooft niet dat geo-engineering en bio-energiegebruik met koolstofvastlegging ons zullen helpen. Hij is ervan overtuigd dat de CO2 uitstoot beperken de beste remedie is tegen de klimaatopwarming. Geef hem eens ongelijk. Zes graden ISBN: 978946267254 Gepubliceerd in 2020, volledig geactualiseerde heruitgave van de editie uit 2008 Paperback - 372p. Prijs: 19,95 euro Uitgeverij: EPO
Lynas kijkt in zijn boek veelvuldig naar het verre verleden en de klimaatopwarming die in verschillende tijdperken voorkwam. Daar kunnen we veel uit leren, hoewel de situatie toen en nu nooit helemaal gelijk is. ‘Het grote sterven’, een massa-extinctie aan het einde van het Perm, toen de wereld 6 graden opwarmde, leert ons bijvoorbeeld dat 90% van alle leven uitgeroeid werd. We kunnen misschien nog bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
19
ECOREPORTAGE
Uw plastic folie sorteren? Valipac en Nic Balthazar tonen hoe het moet. Tekst: Valipac/Wouter Polspoel Beeld: Valipac Belgische bedrijven sorteren steeds beter. Toch is er nog heel wat marge, zeker wat betreft plasticfolie. Uit een analyse van Valipac blijkt dat vandaag maar liefst 25.000 bedrijven hun folie nog niet sorteren. Daardoor wordt 34.000 ton plastic per jaar niet gerecycleerd. Valipac lanceert in september dan ook een communicatiecampagne met concrete tips om bedrijven hierin te coachen. ‘Bedrijfscoach’ van dienst is tv-persoonlijkheid, filmregisseur en voorvechter van het milieu Nic Balthazar. Verhoogde recyclagedoelstellingen e recyclagepercentages voorzien door het vernieuwde Interregionaal Samenwerkingsakkoord zijn bijzonder ambitieus. Voor karton, hout en metaal zou dat geen probleem mogen stellen. Die stromen worden vandaag al vrij goed selectief ingezameld. Maar het schoentje knelt bij plastic.
D
In België zal de minimumdrempel voor de recyclage van bedrijfsmatige plastic verpakkingen geleidelijk worden opgetrokken tot 50% in 2021, 55% in 2023 en 65% in 2030. Met een recyclagepercentage van 45,8% in 2018 voor bedrijfsmatige plastic verpakkingen, is het duidelijk dat de industrie voor een grote uitdaging staat en dat alle partijen betrokken bij dit proces intensief zullen moeten samenwerken om deze uitdaging aan te gaan. En Valipac is vastbesloten om hen hierin te helpen. Plasticfolies: een potentieel van 34.000 ton! “Het gaat de goede kant uit met de selectieve inzameling van bedrijfsafval. Zo halen we vandaag al heel hoge recyclagepercentages voor karton, metaal en hout. Dat is echter nog niet het geval voor plastic”, zegt Francis Huysman, CEO van Valipac. “Uit de statistische analyse die we samen met de UHasselt deden, blijkt dat er vandaag 25.000 bedrijven zijn die hun plasticfolie nog niet sorteren. Volgens onze berekeningen zou er maar liefst 34.000 ton aan plasticfolie extra gesorteerd kunnen worden. Hier ligt dus een enorm potentieel. Zeker als je bedenkt dat 1 20
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
Nic Balthazar zal bedrijven aantonen dat het sorteren van plastic verpakkingsfolie eenvoudig en voordelig is.
ton gerecycleerde plasticfolie de productie van 3,03 ton CO2 vermijdt, het equivalent van een vrachtwagenrit van Brussel naar Moskou.”
“Volgens onze berekeningen zou er maar liefst 34.000 ton aan plasticfolie extra gesorteerd kunnen worden. Hier ligt dus een enorm potentieel” – Francis Huysman, CEO van Valipac
Folie? In de foliezak! De inzameling van folie is nochtans vrij eenvoudig. De ophalers van bedrijfsafval bieden foliezakken aan die gewoon mee
opgehaald worden samen met de container voor papier/karton. De kosten voor het sorteren en recycleren van de folie zitten vervat in de aankoopprijs van de zakken. Bovendien biedt Valipac een financiële stimulans voor het gebruik van deze zakken. Bedrijven coachen Valipac lanceert vandaag een nieuwe sensibiliseringscampagne om bedrijven wegwijs te maken in het sorteren van plastic verpakkingsfolie. Daarvoor kan Valipac rekenen op de steun van Nic Balthazar, die deze keer de rol van ‘bedrijfscoach’ op zich neemt. Met zijn gebruikelijke overtuigingskracht zal Nic bedrijven aantonen dat het sorteren van plastic verpakkingsfolie eenvoudig en voordelig is. Meer info over deze campagne op iksorteerinmijnbedrijf.be/plasticfolie en op de LinkedIn en Facebook pagina’s van Valipac. Valipac –Koningin Astridlaan 59A/11 – 1780 Wemmel - info@valipac.be - ( +32 2 456 83 10
Responsible Office blijft aan de kar trekken Tekst: Kathleen Bosteels, Responsible Office Een goede acht jaar geleden werd Responsible Office (RO) opgericht door Bosta, de Belgische vakfederatie van schoolen kantoorartikelen, papier en papierwaren, wenskaarten en hobbyartikelen. Responsible Office helpt bedrijven en de Belgische overheid in hun doelstelling om tegen 2020 hun kantoorbenodigdheden, schoolartikelen en papierwaren 100% duurzaam in te kopen.
W
ie maatschappelijk verantwoorde kantoorartikelen wil aanschaffen wordt al het moeilijke werk uit handen genomen door RO. De artikelen die worden getoond hebben minstens één onafhankelijk derde partij-certificaat dat wordt ondersteund door de Belgische overheden. Je kan dus als bedrijf, organisatie of als overheid zeer snel een verduurzaming in je aankoopbeleid doorvoeren door deze suggesties te volgen. RO heeft geen enkel commercieel belang. Het enige belang is om de beste maatschappelijk verantwoorde kantoorartikelen meer over de toonbank te laten gaan, waardoor de fabrikanten in deze branche nog meer zullen willen investeren in ecologische en circulaire producten. Als je als organisatie niet enkel de juiste producten wil kopen maar ook de leveringsketen belangrijk vindt, dan kan je een beroep doen op 9 geselecteerde Responsible Office-dealers die je graag met raad en daad bijstaan of graag een offerte voor je zullen maken. Die dealers staan op de website vermeld: https://responsible-office.be/nl/dealers.
Tevredenheidsenquête Als je in België “duurzame kantoorartikelen” ingeeft op Google, komt RO steeds als eerste in de organische zoekresultaten. Dat gebeurt niet zomaar. RO wil daar blijven in investeren. Begin dit jaar deed RO een tevredenheidsenquête bij de doelgroep. Daar werd nog maar eens duidelijk dat de markt meer artikelen verwacht en dat men wil dat alle kantoorartikelen duurzaam kunnen worden aangekocht. Dat is nog lang niet zo ondanks het feit dat er nu 700 artikelen van 26 fabrikanten beschikbaar zijn op de website: https://responsible-office.be/nl/Products. Chantal Van Canneyt is zaakvoerder van Atoma, bekend van de schriften, en vertelt waarom ze zich hebben aangesloten bij Responsible Office. “Wij bestaan sinds 1948 en al die tijd is duurzaamheid voor ons een speerpunt
geweest. Zo zijn onze kaften en de ringetjes herbruikbaar en volstaat het eigenlijk enkel de vulling, papier dus, te kopen. Dat papier is overigens chloorvrij. Bovendien ontwikkelden we naast de recycleerbare kartonnen kaft ook een kaft in duurzaam polypropeen, dat ook recycleerbaar is.” STAEDTLER heeft zijn motto ‘efficient for ecology’ altijd zeer ernstig genomen. Dit geldt voor de producten, maar ook voor de productieprocessen”, klinkt het dan weer uit de mond van Sara Smet, marketing manager bij STAEDTLER, een andere aangesloten fabrikant. “Door innovatieve technologieën lukt het om onze processen voortdurend efficiënter te regelen en de levensduur van onze producten steeds te verbeteren, met als gevolg: duurzaamheid ten bate van het milieu. Alle houten STAEDTLERpotloden worden geproduceerd met gecertificeerd hout. Op deze wijze benadrukt STAEDTLER zijn toewijding aan het milieu en de verantwoordelijkheid in de omgang met hout als essentiële grondstof. Responsible office zorgt ervoor dat deze duurzame STAEDTLER-artikelen zichtbaar zijn voor alle relevante verkoopkanalen en dat aankopen op een heel eenvoudige manier milieubewuster kunnen gebeuren.”
“RO heeft geen enkel commercieel belang. Het enige belang is om de beste maatschappelijk verantwoorde kantoorartikelen meer over de toonbank te laten gaan, waardoor de fabrikanten in deze branche nog meer zullen willen investeren in ecologische en circulaire producten.”
In de jaren 80 en 90 heeft deze industrie zeer veel inspanningen gedaan. Alle papier en karton dat je nu in Europa kan kopen, komt uit goed beheerde bossen, of is gerecycleerd en werd zonder nadelige invloeden voor de natuur gefabriceerd. Chloorbleking bijvoorbeeld wordt alleen nog buiten Europa toegepast. Koop dus zeker altijd Europees papier.
Recycleren en producten recycleerbaar maken is mooi, maar is niet het einddoel in de circulaire economie. Er wordt van onze industrie meer verwacht. RO was facilitator bij de Green Deals Vlaanderen de afgelopen jaren. Daar werd kristalhelder wat er dan wel wordt verwacht en waar andere branches al volop mee bezig zijn. De fabrikanten in deze branche werden lang van de vraag in de markt afgeschermd omdat het de gewoonte is om steeds te werken met dealers. Daardoor komen fabrikanten, op een uitzondering na, niet rechtstreeks in contact met de klant of de gebruiker. Daar zit de grootste opportuniteit voor de toekomst. Producten terugnemen om de grondstoffen te hergebruiken, want die worden sowieso schaars, hervulbaarheid, meerdere loops na einde lifecycle, producten ontwikkelen vanuit circulariteit, degelijke materialen gebruiken om producten langer te laten meegaan, de fabrikant of dealer eigenaar laten blijven van de producten, waardoor de belangen in het voordeel van de ecologie gaan bewegen enzovoort. Ook dealers aan zet Maar ook een andere aanpak van de dealers geeft nieuwe mogelijkheden voor de dynamische entrepreneurs in deze branche: zonder CO2-uitstoot gaan leveren in de stadskernen, bijvoorbeeld elektrisch of met door de mens aangedreven voertuigen, vaste melkrondes om zo kilometers te besparen, producten beschikbaar stellen via automaten, de klant vragen af te stappen van zeer korte levertijden om efficiëntere levercombinaties mogelijk te maken, samenwerking opzetten met andere dealers om de klant beter te bedienen met meer respect voor het milieu, maar ook samen aankopen en de leveringsketen optimaliseren door meer bij lokale fabrikanten te kopen. Hier rijst natuurlijk de vraag of de consument de milieuprijs zal willen betalen, maar we weten dat ook producten uit het Verre Oosten elke dag duurder worden. Het omslagpunt om weer dicht bij de klant te gaan produceren, komt weer in zicht. Het worden boeiende tijden voor deze branche. RO blijft aan de kar trekken en nodigt de dealers en fabrikanten maar ook de klanten en de gebruikers van school- en kantoorartikelen uit mee aan de kar te duwen. Ideeën zijn welkom per mail via info@responsible-office.be. bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
21
Ook instrumentenbouwers zoeken naar duurzamere materialen Test UGent en HOGENT toont aan: violen uit composiet klinken even mooi als hun houten tegenhangers Tekst: UGent/Wouter Polspoel Beeld: Tim Duerinck Uit een dubbelblinde test van de Universiteit Gent en HOGENT/School of Arts Gent blijkt dat de klank van violen met een klankblad uit koolstof- of vlasvezel niet hoeft onder te doen voor die van zijn traditionele houten tegenhangers. Vooral op het vlak van duurzaamheid zijn de violen uit nieuwe materialen interessant, maar niet in elke zin van het woord. “De duurzaamheid slaat hier enkel op het feit dat de instrumenten langer meegaan. Composietmaterialen zijn vaak niet recycleerbaar en hebben een aanzienlijke ecologische voetafdruk. Al zijn conventionele instrumenten op dat
22
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
vlak ook niet heilig”, vertelt Tim Duerinck, die de nieuwe violen bouwde.
E
nkele jaren geleden baarde onderzoeker en instrumentenbouwer Tim Duerinck nog opzien met de cello die hij voor zijn masterproef uit piepschuim bouwde. Dat instrument blijkt intussen onherstelbaar beschadigd. “Maar de klank was uiteindelijk toch wat uit balans”, geeft Duerinck toe. Hij heeft zich nu op instrumenten uit composietmaterialen gestort. “Traditioneel worden strijkinstrumenten van hout gemaakt. Voor het klankblad – dat onder de snaren zit en het belangrijkste deel van het instrument
vormt – wordt bijna altijd een bepaald soort dennenhout gebruikt. Ik was benieuwd of je met andere materialen een evenwaardige klank zou kunnen bereiken.” Duerinck bouwde vijf identieke violen, maar gaf ze allemaal een ander klankblad. Eén viool kreeg een klankblad van dennenhout, de andere vier klankbladen werden gemaakt uit kunststof die op verschillende manieren gecombineerd werd met vlasvezel of koolstofvezel, beter bekend als carbon. “Door verschillende materialen te combineren tot wat wij composieten noemen, kan je materialen met totaal nieuwe eigenschappen
De duurzaamheid in ons experiment slaat wel degelijk enkel op het feit dat de instrumenten langer meegaan. Er is te weinig info om te beweren dat composietinstrumenten beter of slechter zijn op ecologisch vlak op lange termijn” – Tim Duerinck, PhD-onderzoeker aan de UGent Tim Duerinck: “Tropische houtsoorten in violen zouden moeten vervangen worden door inheemse soorten.”
maken. Je combineert vaak letterlijk het beste van twee of meer werelden”, zegt professor Wim Van Paepegem van de vakgroep Materialen, Textiel en Chemische Proceskunde, die aan het onderzoek meewerkte. Dubbelblind experiment Maar klinken de nieuwe violen dan even goed dan hun traditionele houten tegenhangers? Om dat uit te zoeken, ging Duerinck niet over één nacht ijs. Hij bedacht een zogenaamde dubbelblind experiment waarbij een geblinddoekte violiste de violen achter een kamerscherm bespeelde zonder te weten welke ze in haar handen had. Zelfs de geur van de violen werd gemaskeerd met parfum. Een jury van experten uit de muziekwereld moest de klank vervolgens beoordelen, eveneens niet wetende om welke instrumenten het ging. De volgorde werd pas vlak voor het experiment bepaald en één van de instrumenten werd twee keer opgevoerd om na te gaan of de scores dezelfde zouden zijn. De meningen over welke viool de beste klank had, verschilden. Zowel bij de violen met koolstofvezel als met vlasvezel waren er instrumenten die goed scoorden. De viool met houten klankblad scoorde, zoals verwacht, goed, maar niet beduidend beter dan de instrumenten uit composieten. Ook op de vraag hoe de perfecte viool moet klinken, kreeg Duerinck uiteenlopende antwoorden. Veel deelnemers wilden vooral een warmte of rijke klank, voor anderen was in de eerste plaats een heldere of ronde klank belangrijk. “Dit experiment toont aan dat je niet zomaar alle composietmaterialen over dezelfde kam mag scheren”, aldus Duerinck. Veel hangt af van het precieze materiaal, de samenstelling, de weeftechniek … Maar ook de voorkeur van de luisteraar speelt dus haar rol. Het gaat niet op te stellen dat violen van kunststofvezel niet warm kunnen klinken. Je kan met vlas-
of koolstofvezel net heel veel verschillende soorten violen maken.” Het gebruik van composietmaterialen in de instrumentenbouw staat nog in zijn kinderschoenen, maar Duerinck is dus overtuigd van het potentieel. “Violen uit composieten zullen nooit de houten violen vervangen – daar gaat het helemaal niet om. Maar ze kunnen wél een enorme verrijking vormen in het klankenpallet. Door met de materialen te ‘spelen’, moet het in principe mogelijk zijn de klank aan te passen aan de individuele voorkeur van de muzikant. En ook componisten zouden zich door de nieuwe mogelijkheden kunnen laten inspireren. Het is dus misschien slechts een kwestie van tijd voor we naar het eerste vioolconcerto voor vlas- of koolstofvezelviool kunnen luisteren.” Klimaatbestendigen en klankvaster Vooral op het vlak van duurzaamheid en betrouwbaarheid zijn composieten met koolstof- en vlasvezel interessant. Al dienen we duurzaamheid dan te interpreteren als ‘een lang en goed leven beschoren’. De violen zijn zowel licht als sterk, voldoende stijf en moeilijk breekbaar. Duerinck: “Het gebeurt vaak genoeg dat een houten viool schade oploopt tijdens transport. Of dat de klank verandert onder invloed van vochtigheid of warmte. Met composietmaterialen kan je stevige en betrouwbare instrumenten bouwen die veel minder klimaatgevoelig zijn en tegen een stootje kunnen. Bovendien kan je, in tegenstelling tot bij houten violen, de productie deels automatiseren en makkelijker kopieën maken van hetzelfde instrument, met dezelfde eigenschappen.” Tropische houtsoorten Wanneer we duurzaamheid breder bekijken, meer vanuit de idee om verstandig met het milieu om te gaan, ligt het anders. “Composietmaterialen zijn doorgaans niet recycleerbaar en hebben – vooral wanneer
het gaat om carbonvezels – een aanzienlijke ecologische voetafdruk voor productie. Die voetafdruk is veel kleiner voor composieten gemaakt met natuurlijke vezels zoals vlas, dewelke vooral lokaal in Europa geteeld worden”, legt Duerinck uit. “Conventionele instrumenten zijn echter ook niet heilig. De toets van een viool is bijvoorbeeld gemaakt van ebbenhout, een tropische houtsoort die steeds schaarser wordt. En veel van die conventionele instrumenten worden ook geïmporteerd uit China en dat transport is natuurlijk ook niet goed voor het milieu. En ze gaan dus ook minder lang mee.” Tropische houtsoorten in violen zouden daarom moeten vervangen worden door inheemse soorten, volgens Duerinck. “Een mooi project in dat kader, is het Leonardo Guitar Research Project”, vertelt hij. “Dat is een zeer uitvoerig onderzoek naar mogelijkheden voor het gebruik van duurzame niet-tropische en niet-gebruikelijke houtsoorten in gitaarbouw. Het project is gesubsidieerd door de Europese Commissie en verschillende partners uit België, Engeland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië en Spanje werken eraan mee. Het resultaat kan op termijn leiden tot een duurzamere en milieuvriendelijke exploitatie van grondstoffen voor instrumentenbouw en gitaarbouw in het bijzonder.” “Maar ook daar is de onderzoeksvraag of de klank dan even goed is. Voor zover ik weet, bestaat er geen studie die de ecologische voetafdruk van composieten en houtsoorten in instrumenten vergelijkt. De duurzaamheid in ons experiment slaat dus wel degelijk enkel op het feit dat de instrumenten langer meegaan. Er is te weinig info om te beweren dat composietinstrumenten beter of slechter zijn op ecologisch vlak op lange termijn. Het spreekt voor zich dat dit onderzoeken een redelijk ingewikkelde studie zou vergen”, besluit Duerinck. bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
23
ecobeton water technologies blaast 110 kaarsjes uit “Voluit inzetten op efficiënter waterbeheer voor het te laat is” Tekst: Wouter Polspoel Beeld: ecobeton water technologies In het Kasteel van Ordingen bij Sint-Truiden vierde ecobeton water technologies op 2 september zijn 110-jarig bestaan. Doorheen de jaren breidde het bedrijf dat een antwoord wil bieden op de hedendaagse maatschappelijke vraagstukken rond de noodzaak aan regenwateropvang en -gebruik en proper water en het probleem van waterschaarste en -droogte, dat door de klimatologische veranderingen alleen maar groter wordt, zijn innovatief productgamma constant uit. “Als hydraulicus ben ik bijzonder gecharmeerd door de debietregelaar met poreuze betonplaat, een even eenvoudige als slimme oplossing”, pikte gastspreker en internationaal vermaarde waterexpert em. prof. ir. Jean Berlamont er één recente ontwikkeling uit.
V
olgens de Verenigde Naties, de Europese Commissie en Unesco staat het vast dat de totale vraag naar water in de komende dertig jaar het huidige aanbod met meer dan 40% zal overschrijden door de combinatie van bevolkingsgroei, consumentisme en verstedelijking. Waterschaarste is volgens dezelfde instanties nu al een probleem op 11% van het Europese grondgebied en men verwacht een groei van dat percentage tot 30% in 2030. Vlaanderen scoort op drie na het slechtst op het vlak van waterduurzaamheid. Bevoegd Vlaams minister Zuhal Demir heeft daarom beslist
actie te ondernemen en stelde alvast een eerste schijf van 75 miljoen euro ter beschikking om het tij te keren. Door de bijkomende verharding van de ruimtes en de gevolgen van de klimaatwijzigingen daalt het grondwaterpeil in België en dus de beschikbare drinkwatervoorraden. De engineeringafdeling van ecobeton water technologies is daarom dag in dag uit op zoek naar klimaatadaptieve (beton)oplossingen om water – industrieel, stedelijk, regen- en afvalwater – efficiënter te beheren. “Dat is broodnodig, want België is één van de Europese landen die het zwaarst worden getroffen door extreme droogte, met korte neerslagpieken”, vertelt commercieel directeur Jill Aquilani. “Naast de onvoldoende beschikbaarheid van water, neemt omwille van de verstedelijking, industrie en de landbouwsector ook de waterkwaliteit af; er komen na hevige regenbuien steeds meer verontreinigende stoffen in onze waterlichamen terecht. En dan zijn er ook nog de overstromingen als gevolg van de langdurige droogte.” Gedelegeerd bestuurder Hilde Cuykx vult aan: “Als we morgen zonder grondwater zitten is dat even erg als een pandemie, en die gevolgen kennen we nu.” Een van de gastsprekers in de tuin van het Kasteel van Ordingen was de
internationaal vermaarde waterexpert em. prof. ir. Jean Berlamont, werkzaam aan de KULeuven. De man die onlangs nog de hoog aangeschreven William Dunbar Medal kreeg, die een bijzondere bijdrage aan toegepaste technische ontwikkeling op het gebied van afvalwater en afvalverwerking en – verwijdering erkent, zit de adviesraad van ecobeton water technologies voor en schetste het probleem van de klimaateffecten op het waterbeheer uitvoerig. “De tijd is voorbij dat riolering enkel gelegd werd om afval- en regenwater zo snel mogelijk te kunnen afvoeren en te lozen in waterlopen wanneer het genoegd verdund was of om enkel het regenwater af te voeren naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie, dat regenwaterputten een overbodige investering waren (geworden) en decentrale waterzuivering bestond uit zinkputten waar men rekende op zuivering door filtratie doorheen de bodem of uit septische putten, die niet veel beter waren dan ruimputten omdat ze meestal veel te klein waren”, begon Berlamont te vertellen, waarna hij toelichtte welke positieve ontwikkelingen er sindsdien zijn gekomen, gaande van dure bezinkingsbekkens en bronmaatregelen als het verminderen van de toegevoerde hemelwaterdebieten door afkoppeling of nietaankoppeling, over gescheiden riolering
De viering van de 110de verjaardag van ecobeton water technologies ging door in de tuin van het Kasteel van Ordingen, bij Sint-Truiden.
24
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
en gemeentelijke hemelwaterafvoerplannen – die helaas nooit werden verplicht door de overheid –, tot het herstel van het winterbed van rivieren, vertraagde afvoer door de bouw van wachtbekkens en beperking van lozingsdebieten van grote verharde oppervlakten. “Meer dan ooit nood aan stockage en gebruik van regenwater” “Zo’n tien jaar geleden werden de aan de gang zijnde klimaatverandering en de (toekomstige) effecten daarvan op de hydrologie eindelijk breed erkend. De laatste vier jaar blijkt ook dat de modellen die toen werden opgesteld, er niet naast zaten. Veel vroeger dan voorzien, door vier opeenvolgende droge zomers. Niet alleen bij ons, maar in grote delen van Europa, werd de droogteproblematiek de laatste jaren zo acuut, dat nu meer dan ooit de nood wordt gevoeld aan stockage en gebruik van regenwater om de druk op het grondwater te verminderen, hergebruik van afvalwater, proceswater en grijs water, stockage van hemelwater in grondwaterlagen door infiltratie in plaats van genadeloos oppompen – helaas de goedkoopste oplossing –, besparen aan de vraagzijde middels bijvoorbeeld druppelirrigatie en ten slotte flankerende maatregelen zoals het verbeteren van de bodemkwaliteit, andere landbouwmethodes enzovoort. Er is ook duidelijk een relatie tussen het vermijden van watertekorten in de zomer en wateroverlast in periodes van hevige zomeronweders. De beschikbare hemelwaterhoeveelheden
Em. prof. ir. Jean Berlamont aan het woord tijdens de viering van het 110-jarige bestaan van ecobeton water technologies.
moeten herverdeeld worden in tijd en ruimte. Dat moet uiteraard op een gecoördineerde manier gebeuren, volgens een globaal plan, een zogenaamd droogteplan. Verschillende gemeenten hebben al zo’n droogteplan of werken eraan.”
“De evoluties van de laatste decennia hebben aangetoond dat er nood is aan nieuwe ‘hardware’ en daar heeft ecobeton water technologies goed op ingespeeld” – em. prof. ir. Jean Berlamont, waterexpert
Nood aan nieuwe ‘hardware’ “Al die snelle evoluties hebben als gevolg gehad dat de riolering en de kleinschalige waterzuivering een stedelijke/gemeentelijke aangelegenheid is geworden, maar er is duidelijk nood aan een globale oplossing voor wateroverlast en droogte, aan een holistische benadering. Het is goed nieuws dat minister Demir hemelwater-droogteplannen verplicht vanaf 2024 als voorwaarde voor watergerelateerde subsidies. Het is de logica
zelve dat alle lokale en in de tijd gespreide ingrepen volgens een plan gebeuren. Hopelijk blijven er genoeg middelen beschikbaar om het gehele ambitieuze Vlaamse Blue Dealplan te realiseren.” Maar die evoluties hebben volgens Berlamont ook aangetoond dat er nood is aan nieuwe ‘hardware’, benadrukte hij aan het einde van zijn speech. “En daar heeft ecobeton water technologies goed op ingespeeld. Gebruikmakend van wetenschappelijke input en samenwerking met kenniscentra – ook uit het buitenland – heeft dat geleid tot allerlei toepassingen die een wereld van verschil kunnen betekenen in de aanpak van de geschetste problemen. Ik som er enkele op: hemelwaterputten, eventueel gecombineerd met infiltratie, kleinschalige waterzuiveringsinstallaties inclusief geïntegreerde staalname, monitoring en onderhoud, olie- en korrelafscheiders, debietregelaars en infiltratiesystemen. In al die toepassingen gaat ecobeton water technologies voor maatwerk en zet het in op leveren van een service in plaats van maar een product.” Debietregelaar met poreuze betonplaat “Ik ben geen sprekende catalogus, maar wil toch graag dieper ingaan op een van de innovatieve toepassingen van ecobeton water technologies; als hydraulicus ben ik bijzonder gecharmeerd door de debietregelaar met poreuze betonplaat. Die even eenvoudige als slimme oplossing laat toe kleine debieten te lozen. Tot nu toe was dat niet gemakkelijk: knijpleidingen verstoppen snel en zijn lang en voor een wervelventiel is er vaak niet voldoende verval en die werken sowieso niet voor heel kleine debieten. Tenzij ze zelf heel klein gemaakt worden, maar dan verstoppen ze. De enige oplossing bestaat uit een volumetrische pomp, maar daar hebben de meeste mensen een afkeer van omwille van een mogelijke uitval en het ermee gepaard gaande hoge energieverbruik. De poreuze plaat – met berging opwaarts – lost dat probleem elegant op. Het mag in mijn ogen dan ook niet verwonderen dat die debietbegrenzer genomineerd is voor de VLARIO innovatieprijs die op 29 september wordt uitgereikt.» “Gaandeweg heeft ecobeton water technologies ook de horizon verbreed naar andere maatschappelijke noden zoals meer ruimte voor begraafplaatsen en geluidsschermen. Om al die redenen is het voor mij inderdaad een genoegen om de adviesraad voor te zitten en ecobeton water technologies en de ganse staf te mogen feliciteren met de 110de verjaardag van het bedrijf. Ik wens het bedrijf een mooie toekomst toe. En vergeet niet: oud worden is niet erg, maar je moet het wel op de juiste manier doen!” bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
25
Nieuw plantballetje van IKEA heeft voetafdruk die 25 keer lager ligt dan die van de traditionele gehaktbal Tekst: Wouter Polspoel Beeld: IKEA André Schmidtgall, CEO van IKEA België, riep begin deze maand in een open brief de hele samenleving op werk te maken van een “groen herstel” om zo zowel de coronacrisis als de milieucrisis in één keer aan te pakken. De keten neemt het voortouw met enkele opvallende acties en doelstellingen. Eén van de meest opvallende nieuwigheden is het IKEA-plantballetje, dat een ecologische voetafdruk heeft van slechts 4% van die van de traditionele gehaktbal.
E
r wacht ons een toekomst waarin we gedurfde maatregelen zullen moeten nemen om enerzijds het milieu en het klimaat te redden en anderzijds de economie nieuw leven in te blazen na de coronacrisis. IKEA wil daarin een belangrijke rol spelen. De ambitie is duidelijk: een circulaire onderneming worden die een positieve impact heeft op mens en planeet. De Zweedse meubelketen investeert daarom in totaal zo’n 3,8 miljard euro in duurzaamheid. IKEA wil in de komende periode het gebruik van fossiele brandstoffen terugbrengen naar nul. Het bezit momenteel 546 windturbines in veertien landen, twee zonneboerderijen met 1,5 miljoen zonnepanelen en meer dan 920.000 zonnepanelen op daken van IKEA-winkels en -magazijnen. Extra investeringen op vlak van energie moeten ertoe leiden dat uiteindelijk evenveel hernieuwbare energie wordt opgewekt als verbruikt. Daarnaast streeft IKEA naar 100% elektrische thuisbezorging in 2025 en het bedrijf wil in 2030 volledig klimaatpositief zijn, wat wil zeggen dat alleen nog hernieuwbare en gerecycleerde materialen gebruikt zullen worden in de producten en de uitstoot van broeikasgassen zo gemiddeld 70% zal verminderen per product. Sinds 2015 al is alle katoen afkomstig uit duurzame bronnen en dit jaar moet ook al het hout in IKEA’s producten 100% FSC-gecertificeerd of gerecycleerd zijn. De komende maanden investeert IKEA wereldwijd ook meer dan 600 miljoen euro extra in innovatieve bedrijven en schone oplossingen om zo bij te dragen aan een CO2-vrije economie. 26
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
Groene bollen IKEA wil ook zijn klanten aanzetten om duurzamer te gaan leven. Een groene bol op meer dan 4.000 artikelen in het assortiment geeft aan dat het om een duurzaam (geproduceerd) product gaat. Via de website www.ikea.be/allebeetjeshelpen en de IKEA Better Living-app wil de winkelketen mensen dan weer inspireren om meer duurzame gewoontes te integreren in hun dagelijkse leven. Enkele voorbeelden: om mensen enkel nog ledverlichting te laten gebruiken biedt IKEA sinds 2016 geen andere lampen meer aan. Uiteraard worden ook de IKEA-winkels enkel met led verlicht. Ook inductiekookplaten en energiebesparende kranen en douchekoppen worden belicht op de website.
Met het gloednieuwe IKEA-plantballetje draagt IKEA bij aan de ambitie om meer plantaardige voeding toe te voegen aan het aanbod.
“Bij IKEA meten we de ecologische voetafdruk en niet de CO2-voetafdruk omdat we niet enkel de CO2uitstoot willen terugdringen maar wel de uitstoot van de zeven broeikasgassen die bijdragen tot de klimaatverandering” – Colombine Nicolay, persverantwoordelijke IKEA
“Alle 7 broeikasgassen in rekening gebracht” Met het gloednieuwe IKEA-plantballetje dat smaakt als een gehaktbal maar gemaakt is van typische Zweedse ingrediënten zoals erwteneiwit, haver, aardappel, appel en ui en volgens de keten een ecologische voetafdruk heeft van slecht 4% van die van de traditionele gehaktbal, draagt IKEA bij aan de ambitie om meer plantaardige voeding toe te voegen aan het aanbod. Een opvallend laag percentage, dat om verheldering vraagt. “De ecologische voetafdruk van een product vertegenwoordigt de totale hoeveelheid broeikasgassen die aan dat product wordt gekoppeld”, legt Colombine Nicolay, persverantwoordelijke voor IKEA, uit. “Voor voedingsproducten wordt de uitstoot bepaald door de ecologische impact van de productie van de ingrediënten. Het is belangrijk te benadrukken dat we bij IKEA de ecologische voetafdruk meten en niet de CO2-voetafdruk omdat we niet enkel de CO2-uitstoot willen terugdringen maar wel de uitstoot van de zeven broeikasgassen die bijdragen tot de klimaatverandering, zoals beschreven in het Kyoto-protocol. Ook de impact van ontbossing en andere veranderingen in het gebruik van land met een negatieve impact op het klimaat, worden in rekenschap gebracht. We hanteren een Cradle tot Gate-scope en dat dus voor alle emissiefactoren. De databronnen zijn een combinatie van de Ecoinvent en de World Food LCA Database en de berekening is, waar mogelijk, aangepast aan de Europese Product Environmental Footprint-richtlijnen.” Dat de vleesproductie een aanzienlijke hogere ecologische impact heeft dan de productie van plantaardig voedsel, schijnt bij deze dus bewezen…
JAAR
TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS DECEMBEREDITIE ECOTIPS KOMT UIT OP 15 DECEMBER
Themadossier: - Duurzame energie - Energie-efficiëntie - Innovatieve mobiliteit
MEEWERKEN AAN DEZE EDITIE? Contacteer de redactie via +32 (0)13 29 46 04 of info@ecotips.org COMMERCIËLE SAMENWERKING? Contacteer Pergamino via +32 (0)13 29 46 04 of info@pergamino.be bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
27
Ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven in Vlaanderen Bron: VLAIO, Stad Gent, Hageland Stroomt Organisaties die gevestigd zijn in Vlaanderen, hebben heel wat mogelijkheden om zich te laten ondersteunen voor vergroening en verduurzaming. Bekijk dus zeker het onderstaande aanbod. Misschien zit er wel iets tussen voor jouw bedrijf. Proeftuinen Droogte Via de Proeftuinen Droogte worden onder meer innovatieve projecten ondersteund die het risico op waterschaarste verminderen. Voor de tweede oproep dit jaar wordt € 4 miljoen vrijgemaakt. Deze oproep is een onderdeel van de in juli 2020 bekend gemaakte Blue Deal. De oproep is gericht op samenwerkingsverbanden van minstens drie bedrijven uit de industrie of de landbouwsector. Projecten komen in aanmerking vanaf een vereist subsidiebudget van € 75.000. Het maximaal subsidiepercentage is 75% van de projectbegroting. De voorlopige aanvraag moet je uiterlijk op 30 september 2020 indienen door het ingevulde aanvraagformulier met financieringsplan te versturen naar proeftuinendroogte@vmm.be. De definitieve, ondertekende aanvraag moet ten laatste op 15 oktober verstuurd worden naar proeftuinendroogte@vmm.be. Bebossing en herbebossing Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) verleent subsidies voor de (her)aanleg van een bos (minimum 0,50 ha) met inheemse soorten. De subsidie voor beplanting bedraagt € 3500 of € 3000 per hectare. Als plantgoed van aanbevolen herkomst gebruikt wordt, wordt het subsidiebedrag verhoogd met toepassing van de volgende formule: (aantal planten van aanbevolen herkomst/aantal planten) x aantal hectare x € 250. Er zijn jaarlijks 2 periodes om een dossier in te dienen (1 mei tot 31 augustus en 1 september tot 30 april). ANB verleent daarnaast ook met specifieke oproepen subsidies voor lokale vergroeningsprojecten. Bodemsanering Particulieren, ondernemingen en openbare besturen kunnen bij de OVAM een financiële tussenkomst vragen voor de sanering van ernstige historische verontreiniging via cofinanciering. De financiële ondersteuning wordt bepaald op basis van de voorgelegde facturen en verloopt in maximaal drie schijven. De OVAM steunt bij ondernemingen maximaal 28
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
35% van de bodemsanering, met een plafond van € 200.000. Belangrijke voorwaarden zijn dat men voor 1 juni 2008 eigenaar moet geworden zijn van de grond, het conformiteitsattest BSP moet van na die datum moet zijn, en het moet gaan om historische bodemverontreinigingen. Onthardingsprojecten Met de tweede projectoproep ‘Proeftuinen ontharding’ wil het Departement Omgeving initiatieven en inspanningen rond ontharding verder stimuleren en ondersteunen. Bedrijven, bedrijventerreinverenigingen en overheden kunnen een beroep doen op inhoudelijke expertise, communicatie en subsidies. Voor bedrijven en bedrijventerreinverenigingen zijn volgende thematische deeloproepen van belang: Ruimte voor water: ontharden voor meer ruimte voor water Bij een onthardingsproject ‘ruimte voor water’ heb je een concrete ontharding voor ogen die inzet op het klimaatrobuuster maken van bebouwde gebieden door meer ruimte te geven aan water via het realiseren van effectieve ontharding op het terrein. Voorbeeld: Bedrijven op een bedrijventerrein in watergevoelig gebied willen hun parkeervoorzieningen delen en samen clusteren waardoor meer ruimte vrijkomt voor water ten voordele van het terrein zelf en/of voor een lager gelegen woonbuurt het risico op wateroverlast verlaagt. Weg weg: ontharden voor meer mobiliteit met minder wegen en het reduceren van verharding voor weginfrastructuur Bij een onthardingsproject ‘weg weg’ heb je een concrete ontharding voor ogen die inzet
op een meer klimaatvriendelijke en CO2-arme mobiliteit via het realiseren van effectieve ontharding van weginfrastructuur. Voorbeeld: Een bedrijventerrein wordt gereorganiseerd waarbij verschillende wegen en asfaltoppervlakken zullen worden onthard en er meer aandacht is voor voorzieningen voor de fiets en openbaar vervoer of voor ecologische connectiviteit binnen een groter geheel. De subsidie kan tot 75% van de kosten dekken en bedraagt maximaal € 250.000. Er wordt gewerkt met oproepen. Ontwikkeling en herontwikkeling van bedrijventerreinen Het Agentschap Innoveren & Ondernemen kan aan projectontwikkelaars (publieke en private) en samenwerkingsverbanden, subsidies toekennen voor het voortraject (maximaal 50%) en de (her)aanleg (maximaal 50-85%) van bedrijventerreinen. De subsidies zijn bedoeld voor de herontwikkeling van knelpuntterreinen, verouderde terreinen, onrendabele nieuwe bedrijventerreinen, wetenschapsparken, erkende strategische bedrijventerreinen en brownfields. Een project moet steeds aan bepaalde kwaliteitsvoorwaarden voldoen. Zo moet het bedrijventerrein op een duurzame manier worden ingericht, uitgegeven en beheerd en moet het klimaatneutraal zijn. De naleving van de kwaliteitsvoorwaarden vereisen de opmaak en de implementatie van een (her) inrichtingsplan, een uitgifteplan en een beheerplan. Verduurzamen van bedrijventerreinen Sommige provincies kennen subsidies toe voor duurzame acties rond bedrijventerreinen. Momenteel zijn dit enkel de provincies OostVlaanderen en Limburg.
Oost-Vlaanderen De Provincie Oost-Vlaanderen kan een subsidie toekennen van maximaal € 20.000 (maximaal steunpercentage van 80%) aan een samenwerkingsverband van minstens vijf Oost-Vlaamse kmo’s, gevestigd op een bedrijventerrein die gezamenlijk verduurzamende acties ondernemen. De deelnemende kmo’s/lokaal bestuur engageren zich gedurende een jaar tot concrete implementaties en praktische toepassingen gericht op de ontwikkeling van een duurzaam bedrijventerrein, zoals die in het projectvoorstel opgenomen zijn.
ecoTips brengt regelmatig nieuwe aankondigingen van steunmaatregelen via haar nieuwsbrief, website en sociale mediakanalen. Hou deze dus zeker in de gaten voor de laatste stand van zaken. De subsidieaanvraag moet ten laatste op 31 oktober van elk werkjaar op het daartoe bestemde formulier ingediend worden. Meer informatie kan je terugvinden op de website van de Provincie Oost-Vlaanderen: Subsidie voor het verduurzamen van bedrijventerreinen. Limburg De Provincie Limburg heeft daarnaast een subsidie voor ‘kleine duurzame projecten’ voor verenigingen, bedrijven, scholen en Limburgse gemeenten. Ook terreinrealisaties komen in aanmerking, hierbij gaat het om initiatieven die een concrete, zichtbare en/of tastbare verandering teweegbrengen in de natuurlijke en/ of menselijke leefomgeving en zo bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van Limburg. Het subsidiebedrag bedraagt minimaal € 1.500 en maximaal € 15.000 per project. Aanvragen voor deze subsidie moeten worden ingediend ten laatste op 1 april van het lopende jaar. Op de website van de Provincie Limburg kan je meer informatie terugvinden. Vermindering onroerende voorheffing voor gebouwen met laag E-peil Nieuwe gebouwen en ingrijpende energetische renovaties die een laag E-peil bereiken, genieten van de Vlaamse overheid een vermindering van de onroerende voorheffing. Meer informatie kan je terugvinden in de Subsidiedatabank: Vermindering onroerende voorheffing voor gebouwen met laag E-peil.
Duurzaam Woonwerkverkeer Fiscale aftrek voor kosten vervoer verplaatsing personeel Zelfstandigen kunnen genieten van een verhoogde aftrek van 120% voor kosten die specifiek zijn gedaan of gedragen om het gebruik van de fiets door de personeelsleden voor hun verplaatsingen tussen hun woonplaats en hun plaats van tewerkstelling aan te moedigen. Voor deze categorie komen de kosten in aanmerking in de mate dat ze gedaan of gedragen zijn om: een onroerend goed te verwerven, te bouwen of te verbouwen, bestemd voor het stallen van (elektrische) fietsen of speed pedelecs (high speed e-bike) tijdens de werkuren van de personeelsleden of voor een kleedruimte of sanitair, al dan niet met douches; (elektrische) fietsen of speed pedelecs (high speed e-bike) en hun toebehoren te verwerven, te onderhouden en te herstellen, die ter beschikking worden gesteld van de personeelsleden. Meer informatie kan je terugvinden in de Subsidiedatabank: Fiscale aftrek voor kosten vervoer-verplaatsing personeel. (Para)fiscale vrijstellingen voor het gebruik van de (bedrijfs)fiets Werkgevers kunnen een vergoeding uitbetalen aan werknemers die (een deel van) hun woon-werkverkeer met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven of de speed pedelec) afleggen. De werkgever beslist zelf of hij een fietsvergoeding toekent. Het is dus een gunst en geen verplichting, tenzij dit vastligt in een CAO van je sector. Het bedrag van de fietsvergoeding tot € 0,24 (inkomstenjaar 2019/aanslagjaar 2020) per kilometer mag de werkgever inbrengen als 100% aftrekbare bedrijfskost, waardoor de bedrijfswinst en de daarop toegepaste vennootschapsbelasting daalt. De vergoeding is RSZ-vrij. Ook de terbeschikkingstelling van een bedrijfsfiets door de werkgever in het voordeel van zijn werknemer geniet van een vrijstelling van belasting. Meer informatie kan je terugvinden op de website van de RSZ en website van FOD Financiën. Pendelfonds Het Pendelfonds van de Vlaamse overheid subsidieert projecten die een duurzaam woonwerkverkeer bevorderen. Projecten die tot doel hebben om het aantal autoverplaatsingen op
het vlak van woon-werkverkeer te verminderen kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring uit het fonds. Momenteel loopt er geen oproep. Op de website van het Pendelfonds zijn een reeks eerder ingediende projecten terug te vinden. In elke provincie staat daarnaast een Provinciaal MobiliteitsPunt ter beschikking van bedrijven en private instellingen die te maken hebben met problemen van woonwerkverkeer of die het woon-werkverkeer op een duurzamere manier willen organiseren. De Testkaravaan: duurzame vervoersmiddelen uittesten Zowel de provincies West-Vlaanderen als Oost-Vlaanderen kennen het initiatief ‘De Testkaravaan’. Hiermee kunnen bedrijven en hun werknemers gratis verschillende duurzame vervoersmiddelen uitproberen gedurende 3 weken. Voorbeelden hiervan zijn een speed pedelec, elektrische fiets, plooifiets, bakfiets of fietskar. Ook deelfietsen kunnen worden uitgetest. Meer informatie is te vinden via de respectievelijke linken. Inschrijven kan nog tot maart 2021. Vlaams-Brabant biedt met ‘de Fietstest’ een soortgelijk initiatief voor pendelaars. Gecombineerd vervoer Terugbetaling jaarlijkse verkeersbelasting gecombineerd vervoer Bij gecombineerd vervoer worden de goederen deels over de weg (voor het eerste of het laatste deel van het traject), deels over het spoor of het water vervoerd vanuit of naar een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte. Bedrijven die voldoen aan bepaalde voorwaarden kunnen een terugbetaling tot maximum 100 % van de verschuldigde jaarlijkse verkeersbelasting krijgen. Vergroening Voertuigenpark Clean Power for Transport (CPT) De Clean Power for Transport (CPT) is een projectsubsidie voor onder meer de vergroening van het voertuigenpark en zero-emissie voertuigen. Het gaat telkens om een jaarlijkse oproep met daarin een aantal thema’s centraal. Meer informatie kan je terugvinden in de Subsidiedatabank: Clean Power for Transport (CPT) projectsubsidie. Ecologiepremie Een ecologiepremie is een financiële tegemoetkoming aan ondernemingen die ecologie-investeringen realiseren in het Vlaamse Gewest. Ook voor verschillende technologieën die het ecologisch vervoer moeten stimuleren is er steun via deze weg. Deze technologieën zijn: aardgasvrachtwagens, een ombouwset naar aardgasmotoren voor binnenvaartschepen en vrachtwagens, waterstoftransportmiddelen, tankstations op aardgas en waterstof en investeringen ter omschakeling van wegvervoer naar spoor- en waterweg. Het gaat om 15 tot 55 % van de meerkost van de investering.
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
29
Energiecoaching voor bedrijven
Meer informatie kan je terugvinden in de Subsidiedatabank: Ecologiepremie+ Ecologisch en Veilig Transport Ondernemingen met minstens één vrachtwagen of samenstel (trekker en oplegger) voor het vervoer van goederen over de weg waarvan het maximaal toegestaan totaalgewicht meer dan 3.5 ton bedraagt kunnen een subsidie verkrijgen voor uitgaven die een positieve impact op het milieu hebben en niet wettelijk verplicht zijn: aerodynamische maatregelen, roetfilter, SCR-filter, plaatsing achteraf van een start-stopsysteem, geluids- of geruisarme banden en banden met optimale rolweerstand, piekgecertificeerd materiaal. De maximum subsidie per motorvoertuig bedraagt € 5.000. Ook in 2020 kan een aanvraag worden ingediend. Meer informatie kan je terugvinden in de Subsidiedatabank: Subsidie voor Ecologisch en Veilig Transport. Roetfilter Ook voor bedrijfsvoertuigen is er een subsidie wanneer een halfopen roetfilter wordt geplaatst op een oudere dieselwagen of diesel bestelwagen. Alle kosten voor inbouw – conform de voorwaarden - van een halfopen roetfilter in een dieselvoertuig worden voor 100% terugbetaald tot een maximumbedrag van € 600. Niet alleen de kosten van de roetfilter, maar ook de kosten van de installatie en eventueel andere kosten (bv. controle van de montage door de voertuiginspectie) mogen hierbij in rekening worden gebracht. De premie geldt op voorwaarde dat het voertuig behoort tot milieuklasse “Euro 3” of “Euro 4”, met een eerste inschrijving vóór 3 september 2010. Meer informatie kan je raadplegen op omgeving.vlaanderen.be/roetfilterpremie. Vervoer via spoor- of waterweg Verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen Een zelfstandige of vennootschap, die bij de oprichting of uitbreiding van haar activiteiten een investering uitvoert, kan onder bepaalde voorwaarden een investeringsaftrek verkrijgen. Dit is een fiscaal voordeel waarbij men een bepaald percentage van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de investeringen, uitgevoerd tijdens het belastbaar tijdperk, mag 30
ecoTips 20.3 - bedrijf en maatschappij
aftrekken van de belastbare winst. Meestal kan men naast het basispercentage (de gewone investeringsaftrek) ook genieten van bepaalde verhoogde investeringsaftrekken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een aantal energiebesparende investeringen, opgenomen in een bepaalde categorie. Ook investeringen via vervoer via spoor- en waterweg komen voor deze verhoogde investeringsaftrek in aanmerking (categorie 12). Het gaat dan bijvoorbeeld om de inrichting in nieuwe losen laadinrichtingen of in nieuwe uitrustingen voor de aansluiting op het spoorwegnet of de waterweg. Het tarief bedraagt 13,5% voor 2020 (aanslagjaar 2021). Meer informatie kan je raadplegen in de Subsidiedatabank: Investeringsaftrek. Steunmaatregelen binnenvaart Om ondernemingen te overtuigen van de talrijke voordelen van de binnenvaart bestaan er verschillende steunmaatregelen voor deze sector, uitgewerkt door De Vlaamse Waterweg nv. Meestal wordt er gewerkt met oproepen. Voorbeelden zijn de maatregel Publiek-Private Samenwerking kaaimuren, Palletvervoer, enz. De steun varieert per maatregel. Deze informatie staat gebundeld in de Subsidiedatabank in de maatregel Binnenvaart Steunmaatregelen. Lokale initiatieven Subsidie voor projecten voor duurzame mobiliteit - Provincie Oost-Vlaanderen De Provincie Oost-Vlaanderen verleent een subsidie van maximaal € 20.000 aan tijdelijke projecten gericht op duurzame mobiliteit met gebruik van een van de volgende verkeersmodi: te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of met collectief en duurzaam autogebruik. Zowel bedrijven (geen zelfstandigen), gemeenten als organisaties kunnen een project indienen. Projecten moeten steeds ingediend worden voor 1 april. De-minimis Sommige subsidies vermeld op deze pagina vallen onder de toepassing van de Europese de-minimis-regelgeving. Hierdoor mag de de-minimissteun aan bedrijven over drie jaar gespreid niet meer dan € 200.000 bedragen.
De stad Gent heeft sinds kort een nieuw aanbod rond energiecoaching voor ondernemingen. Tot het einde van het jaar biedt de stad het advies gratis aan. Bedrijven uit het Gentse die willen besparen op hun energiefactuur, maar niet meteen weten hoe ze dat precies kunnen doen, kunnen sinds kort aankloppen bij een energiecoach van de Stad Gent, die daarover professioneel advies geeft op maat van de bewuste onderneming. De energiecoach laat eerst een energiescan uitvoeren en maakt daarna een actieplan op. De coach biedt ook ondersteuning bij de uitvoering van dat plan. Het resultaat is een energiefactuur die tot 20% lager is en een duurzamere onderneming die de uitstoot van CO2 beperkt. Energiebesparing in Noord-Hageland Ook in Noord-Hageland loopt sinds kort een soortgelijk initiatief met hetzelfde doel: kmo’s ondersteunen bij het implementeren van energiebesparende maatregelen en het verminderen van hun uitstoot van broeikasgassen, in lijn met de VlaamsBrabantse 2040-klimaatdoelstellingen. De kmo’s moeten wel gevestigd zijn in Diest, Aarschot of Scherpenheuvel-Zichem. Alle info daarover via hagelandstroomt.be .
" SORTEER JE PLASTIC VERPAKKINGSFOLIE. DAAR REKEN IK OP! " Nic Balthazar Filmregisseur en… sorteercoach in bedrijven
Op ikso rteerin alle voo mijnbe rdelen drijf.be van het vind je sortere n van p Je zal z lastic fo ien: het lie. en
is je hebt er alles makkelijk bij te w innen.
JE VOL DOET AA SORTE ERPLIC N JE HTEN. JE KRIJ GT
PREMIE
JE VER LA JE KOS AGT TEN.
S.
JE KRIK T VAN JE HET IMAGO BEDRIJ F OP. JE DRA AGT Z ORG VOOR HET M ILIEU.
bedrijf en maatschappij - ecoTips 20.3
31
JA AR
TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS
Laat je inspireren in duurzaam ondernemen Neem een abonnement op ecoTips en krijg toegang tot: - online Bizztalks met experten - Bizznews-nieuwsbrieven - Bizzclubs: netwerken rond duurzaam ondernemen - online artikels en magazines - 4 printedities van ecoTips-magazine
Neem nu een jaarabonnement via www.milieumagazine.be/nl/abonnement en krijg gratis een half jaar extra! Actiecode ‘ecoTips 25 jaar’ vermelden bij je inschrijving.
TRENDS in SUSTAINABLE
BUSINESS
Energie, mobiliteit en slimme technologie Eerste biomethaaninstallatie opgestart Hoe evolueert een bedrijf naar multimodaliteit? Elektrisch deelrijden schiet uit de startblokken via testrijdersproject
TREND
S in SU
STAINA B
TREN
ecoTips 18.04 - Jaargang 23,
LE BUS
INESS
nummer 4 (okt/nov/dec 2018)
D
S in CIR SUS CU TAIN LAI Ver R p ABL Rec lichtin E EC E ON ycle g e OM Ch e re n i. v.m IE mis n van c . c h re
eco NO & ecK LE oDEW SIGNDGE Intern e
JA AR
TRENDS in SUSTAINABLE BUSINESS +32 (0)13 29 46 04 +32 (0)491 377 37 info@ecotips.org www.ecotips.org
BUS
om s cyc posie loop e te lere n n le n, alum asb e ver t ee inium e st rste n pro staal d uc ten
CO word t ste 2-prijs a eds p a Overz opula nrekenen icht op , irder leidinge bij be Prakti n milie drijve u & duu n Norb jkvoorbee rzaam ord o heid ntwe ld: rpt eig en ge uracti eplan ecoTips 19.0
2 - Jaar
ecoT ips 19
.03
- Ja
gang 24,
argan
nummer
2 (apr/me
i/jun 201
9)
g 24
, numm
er 3
(jul/a
ug/se
p 20
19)
INES S