Ecotips trends in sustainability editie ecotechnics jaargang 21 nr 1

Page 1

Editie

Thema

Eco Technics jg. 21 / febr. - maa. ‘16

Minister TURTELBOOM Interview energiebeleid

CLEANTECH in de bouw Evolutie zonnecellen

COMEDY FOR THE CLIMATE !!Win tickets!!

n°16.1


mental squint

Maak kennis met ons team UW MEERWAARDE IN MILIEU- EN PREVENTIEBELEID

Kortrijkstraat 75 bus 1 8550 ZWEVEGEM

Kerkstraat 108 9050 GENTBRUGGE

T +32 (0)56 499 499 www.consultes.be

milieu@consultes.be preventie@consultes.be

Surf naar www.consultes.be


INHOUD 05

Voorwoord

06

Kort

10

Interview Minister Turtelboom

30

14

Eerste VLEEN netwerk opgestart

18

Column CORE

20

Cleantech in de bouw

Maakt de bouwproducent binnenkort de zonnepanelen

22

Interview met Tetra Pak

Hoe gaat een verpakkingsproducent om met duurzaamheid

27

Column KLIMAATZAAK

28

TOP 100 meest duurzame bedrijven

34

46

Wat brengt het energiebeleid ons

Bedrijven leren van elkaar

Wat is CORE en hoe werkt het

Comedy for the Climate

Hoe kom en blijf je daar

30

Hoe duurzaam was het autosalon

34

Sustainable Development Goals

38

Column Mario Fleurinck

40

Smart cities

44

Column Jef Staes

46

Energy Saving Pioneers

48

Groene Gids

50

Volgende maand - colofon

Trends in automobiliteit

Welke criteria zijn belangrijk

De kracht van vernieuwing, zonder confrontatie

Uitdagingen en kansen

Weg met het ganzenleren

Samen wegen op het beleid

ecoProfiel, ecoKLIK en ecoReportage zijn publicitaire formules

ecoTips wordt samengesteld op basis van gegevens beschikbaar binnen de wetenschappelijke, technologische en juridische actualiteit op datum van het ter perse gaan. De uitgever neemt geen verantwoordelijkheid voor informatie waarvan blijkt dat zij onvolledig, niet meer actueel of achterhaald is. De uitgever en de auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor geschillen of schade, van welke aard ook, die het gevolg zijn van handelingen of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie.

februari-maart 2016 | 1

3


Aardgas eindelijk uit de kast! Aardgas heeft lang genoeg alleen maar binnen gezeten. In uw huizen. In uw verwarming. Verstopt in de boilerkast. Nu is de wereld klaar voor zijn samengeperste variant: CNG (kort voor Compressed Natural Gas). Hele resems automerken bieden al aardgasmodellen aan. En ook de politiek is mee. Vanaf nu betaalt u in Vlaanderen geen verkeersbelasting en BIV meer voor een auto op aardgas. Toon uw ware aard. Kies voor rijden op aardgas. Zo stoot u 95 % minder fijn stof uit. En u bespaart makkelijk 500 euro per jaar. Zonder enige inspanning. Maak snel kennis met deze brandstof, die u al langer kent van thuis.

Doe de test op dats24.be


VOORWOORD Baby you could drive my car* Terugkijken op januari, dat is terugkijken op het autosalon. Ook dit jaar trok er weer veel volk naar Brussel, al dan niet met de wagen. Er was ook heel wat nieuwe technologie te zien, gelukkig ook in het duurzame segment. De meeste constructeurs lijken klaar voor een duurzamere wagen. De verschillende duurzame uitvoeringen stonden er zij aan zij. De aardgasfederatie lanceerde nog snel een nieuwe aardgaspremie voor wagens op CNG. En met succes, want eind januari was het geld in Vlaanderen al uitgedeeld. Maar we zijn er nog lang niet. Bij de bedrijven is er tot nu toe nog maar weinig animo voor de verduurzaming van de vloot. Om je alvast te inspireren, lees je in dit nummer meer over de verschillende wagentypes en de plannen die Minister Turtelboom nog heeft om onze bedrijven te verduurzamen. Het gaat dan niet alleen om de Vlaamse energieheffing maar ook om innovatieve zaken zoals VLEEN netwerken en ESCO-fondsen voor bedrijven. Hoe een verpakkingsbedrijf zijn duurzame doelen uitzet en in praktijk brengt, lees je dan weer in het interview met Frank Vandewal van Tetra Pak. Belangrijkste dat ik er uit onthoud: neem de hele keten mee in je duurzaamheidsverhaal. Je eigen impact is misschien beperkt, maar je kunt er zelf wel mee voor zorgen dat de andere schakels in de keten, zowel klanten als leveranciers, op de duurzame kar springen. Niet om de verantwoordelijkheid van je af te schuiven. Wel om een consistent beleid rond duurzaamheid te voeren en te realiseren.

Hilde De Wachter Hoofdredacteur *‘Drive my car’ is een song van The Beatles, uit 1964. Het was het openingsnummer van het album ‘Rubber Soul’, dat in 1965 uitkwam. Je kunt het nummer herbeluisteren via https://www.youtube.com/watch?v=M7qNlocNIf8

ecoTips volgt de ‘trends in sustainability’ op de voet en houdt je op de hoogte. Actuele items vind je via www.milieumagazine.be en in onze maandelijkse nieuwsbrief. Achtergrondinformatie, interessante praktijkvoorbeelden, innovatie en inspiratie, dat krijg je allemaal in ecoTips magazine. Ook in 2016 verschijnt ecoTips zes keer.

februari-maart 2016 | 1

5


KORT Op 19 en 20 maart in AA Dock’s Anderlecht

Pop-up tentoonstelling Resource 4: dit is geen afval! Resource 4 is een originele pop-up expo in Anderlecht rond het hergebruik van afval in kunst of het transformeren tot kunst. Het verzamelt uitsluitend Belgische kunstenaars die dit concept van upcycling toepassen in de disciplines kunst, design, mode en muziek. De gratis expositie vindt plaats in het weekend van 19 en 20 maart 2016 in AA Dock’s in Anderlecht. Organisator is duurzaam grondstoffenbeheerder SUEZ, die actief is in zowel afval- als waterbeheer. Via deze tentoonstelling wordt het principe van de circulaire economie, waarbij afval maximaal wordt opgewaardeerd, op een verrassende manier in de kijker gezet. mie op een bijzondere manier bij het brede publiek introduceren.

Foto: ©Vizoog Resource 4 bundelt het werk van Belgische kunstenaars die afval transformeren tot kunstwerken, design, kleding, accessoires en originele muziekinstrumenten. Afval krijgt bij hen een nieuw leven. Dat is upcycling, het centrale thema van deze pop-up expo. Het werk van een twintigtal kunstenaars kun je in het weekend van 19 en 20 maart bewonderen in AA Dock’s in Anderlecht. Met deze opvallende expo wil organisator SUEZ het duurzaam concept van de circulaire econo-

“We kunnen de lineaire consumptiemaatschappij alleen intomen als we ons afval maximaal transformeren tot secundaire grondstoffen of hernieuwbare energie. We moeten deze met andere woorden in ons productieproces opnieuw opnemen,” vertelt Philippe Tychon, General Manager SUEZ Recycling and recovery, Belgium & Luxemburg. “Upcycling is hiervan het perfecte voorbeeld, dat door de kunstenaars, aanwezig op Resource 4, uniek wordt gedemonstreerd. We willen dat onze bezoekers na afloop anders aankijken tegen afval en thuis gemotiveerd blijven sorteren of zelf gaan recycleren zodat ieder op zijn manier bijdraagt aan de circulaire economie.”

elkaar bricoleert. De workshops vinden plaats op zaterdag 19 en zondag 20 maart om 10u (Lab 4 Art), 12u (Lab 4 Design), 14u (Lab 4 Fashion) en 16u (Lab 4 Music). Ook Jan Van Craesbeeck van VIZOOG, die de covers voor ecoTips in 2016 verzorgt, neemt deel aan Resource 4.

Resource 4: praktisch "" Zaterdag 19 maart, van 10u tot 22u ""Zondag 20 maart, van 10u tot 20u ""AA Dock’s, Internationalelaan 7, 1070 Brussel. Toegang: gratis INFO & INSCHRIJVEN WORKSHOPS: www.resource4.be

Om het publiek actief deel te laten nemen aan wat SUEZ de ‘resource revolution’ noemt, zijn in het programma daarom ook workshops opgenomen waar jong en oud met afval aan de slag gaat en zelf nieuwe kunst, design, mode of muziekinstrumenten in

OVAM Ecodesign Award PRO 2015

OVAM Ecodesign Award PRO 2015 gaat naar Buggybooker en Rubbish 2.0 Woensdag 13 januari reikte Henny De Baets, administrateur-generaal van de OVAM, in het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) de OVAM Ecodesign Award PRO uit. Deze awards voor professionele ontwerpers werden voor de achtste keer uitgereikt in het kader van de Henry van de Velde Awards voor design, georganiseerd door Design Vlaanderen. Met deze awards wil de OVAM ontwerpers en bedrijven die rekening houden met de milieu-impact van hun producten, belonen. De hoofdprijzen zijn dit jaar voor Buggybooker (Boonen Design Studio) en Rubbish 2.0 (NOBEL flooring).

De OVAM en Ecodesign De OVAM zet zich in om materialengebruik en -verbruik te verduurzamen. Materialen vormen de ruggengraat van onze economie, ze zijn de dragers van onze productie- en consumptiepa

6


KORT tronen. Willen we de aarde leefbaar houden, dan moeten die patronen drastisch veranderen. Ecodesign betekent slimmer ontwerpen, het herbedenken van onze omgeving en materialen om zo bij te dragen aan een duurzame maatschappij. Met de OVAM Ecodesign Award PRO wil de OVAM jaarlijks de beste ecodesigners in de kijker plaatsen. De OVAM reikt awards uit in twee categorieën: ‘product op de markt’ (4000 euro) en ‘product in ontwikkeling’ (2000 euro). De jury beoordeelt vooral de mate waarin ecodesign toegepast werd. Houdt de ontwerper in elke fase van de levenscyclus van het product rekening met milieuaspecten? Daarnaast beoordeelt de jury de algemene kwaliteit en vormgeving, het verspreidingspotentieel en het vernieuwende karakter.

Laureaat product op de markt: Buggybooker Boonen Design Studio en de Buggybooker Duurzame mobiliteit en jonge gezinnen, gaat dat wel samen? Tijd is schaars, ze hollen van hier naar daar en kiezen vaak noodgedwongen voor de auto. Boonen Design Studio biedt jonge ouders (of grootouders) een duurzame oplossing: de Buggybooker. Kies voor de fiets of het openbaar vervoer, want een eigen buggy mee zeulen

materiaal gebruikt. De houtresten van deze productie worden verbrand. NOBEL flooring toont met Rubbish 2.0 dat het kan ook anders kan. Rubbish 2.0 is een parket gemaakt van restplanken die bij de productie ontstaan. Deze worden op maat gezaagd, geschuurd en verlijmd tot balken. Deze balken worden een kwartslag gedraaid en opnieuw verzaagd tot dunne toplagen. Zo ontstaat een uniek lijnenspel.

hoeft niet meer. De buggy van de verhuurservice Buggybooker staat klaar op jouw bestemming. Vandaag werken al 10 steden samen met het bedrijf. De kinderwagen werd ontworpen en ontwikkeld door Boonen Design Studio voor de verhuursector. Het slimme ontwerp heeft een hoge draagkracht en is veilig, hygiënisch en stootvast. De kinderwagen werd ontworpen zonder matrijzen en voldoet aan de principes van Lean Manufacturing.

Laureaat product in ontwikkeling: Rubbish 2.0 NOBEL flooring Hout is een natuurlijk product en een hernieuwbare grondstof. Toch heeft de samenleving er alle belang bij om zo weinig mogelijk grondstoffen te gebruiken. Parket is populair in Vlaanderen. Meestal wordt hiervoor ‘virgin’

Verder waren er nominaties voor Hoet Couture van P. Hoet nv (3D laser-geprinte brillen uit titanium), Möbel tafel van Resource Lab en de Shopcontroller van Domotic Lounge. INFO & PRODUCTVOORSTELLINGEN: www.ecodesignlink.be

Word jij de meest verdienstelijke milieucoördinator van 2016?

VMx en Wolters Kluwer: “meest verdienstelijke milieucoördinator 2016” Verleg jij grenzen binnen jouw bedrijf? Slaag je erin om milieubewustzijn te doen leven? Dan maak je kans op de titel ‘Meest verdienstelijke milieucoördinator 2016’! Een nieuwe award waarvoor de beroepsvereniging voor milieuprofessionals VMx en Wolters Kluwer, aanbieder van informatieoplossingen, de handen in elkaar slaan. Milieu staat vandaag in de spotlights, maar de milieucoördinator die instaat voor de realisatie ervan wordt wel eens vergeten… De award wil daarom de milieucoördinator belonen en aanmoedigen die:

""verder gaat dan de milieuwetgeving voorschrijft ""een voortrekkersrol speelt in het realiseren van meetbare en duur- zame milieuprojecten binnen zijn of haar bedrijf 

februari-maart 2016 | 1

7


KORT Hoe deelnemen? ""De milieucoördinator stelt zichzelf kandidaat of wordt kandidaat gesteld door iemand anders. Elke milieucoördinator kan deelnemen. ""Om deel te nemen aan de wedstrijd bezorg je de kandidatuur (minstens 1 A4) via mail aan sylvie@vmx.be ""In de kandidatuur staat minstens de volgende informatie: ◊ Naam en contactgegevens kandidaat ◊ Naam onderneming of organisatie waar de kandidaat werkzaam is ◊ Uitleg op de vraag: Waarom zou jij/hij/zij de winnaar kunnen zijn van deze wedstrijd? Uitleg aan de hand van voorbeelden/foto’s/… gekoppeld aan een case/realisatie binnen het bedrijf met uitleg welke rol de milieu coördinator in deze realisatie speelde De inschrijvingen lopen tot uiterlijk 1 mei 2016. Een jury met professionals uit de milieuwereld zal de kandidaten beoordelen op basis van hun ingestuurde projecten. De winnaar wordt bekendgemaakt op 9 juni 2016. Hij of zij ontvangt van Wolters Kluwer een milieu e-book naar keuze of een milieuscan van één dag in zijn bedrijf.

Uitreiking award De uitreiking vindt plaats tijdens de netwerkavond 20 jaar VMx op 9 juni 2016 in Gent.

Ambitieuze inspanningen met het oog op EU-doelstellingen 2030

Stad Brussel en CO2logic werken samen aan nieuw klimaatplan In samenwerking met de onafhankelijke adviesorganisatie CO2logic (met EcoRes) zet Stad Brussel binnenkort haar inspanningen tegen de klimaatsverandering kracht bij met een nieuw klimaatplan. Met dit plan hoopt onze hoofdstad grote stappen voorwaarts te zetten met het oog op de Europese energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030. Stad Brussel is bezorgd om haar leefmilieu en inwoners, en heeft besloten om haar inspanningen in de strijd tegen de klimaatverandering op te voeren met een nieuw klimaatplan. Dit actieplan moet Brussel helpen de Europese energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030 in te lossen. “Brussel is zich erg bewust van deze problematiek,” vertelt burgemeester Yvan Mayeur. “De reductie van de broeikasgassen was dan ook een van de belangrijkste factoren in onze beslissing om de voetgangerszone rond de Grote Markt te vergroten van 28 tot 50 hectare. Omdat transport verantwoordelijk is voor ongeveer 25 procent van de broeikasgassen is het van belang om de verkeersdrukte in onze stad zo veel mogelijk te verminderen.”

8

Voor de uitwerking van het klimaatplan en verder advies en begeleiding doet de hoofdstad een beroep op het onafhankelijk adviesbureau CO2logic in samenwerking met Eco Res. Antoine Geerinckx, oprichter van CO2logic: “We zijn bijzonder fier dat Stad Brussel gekozen heeft voor de expertise en ervaring van CO2logic om haar bij te staan doorheen het volledige proces van dit ambitieuze klimaatplan.”

Doelstellingen De belangrijkste missie van CO2Logic is om een inventaris te maken van de uitstoot van alle schadelijke gassen: de beruchte Brusselse koolstofbalans. Het klimaatplan, dat wordt opgesteld op basis van deze balans, moet een lokale energie- en klimaatpolitiek uitstippelen die de mogelijke pistes zal bepalen met het oog op de uitstootreductie. Ahmed El Ktibi, schepen van Energie: “Door haar huidige energieconsumptie te monitoren en haar gebouwen te isoleren, investeert de Stad Brussel reeds in het verminderen van de CO2-uitstoot. Ik kijk erg uit naar de resultaten van deze studie om zo een beroep te kunnen doen op nieuwe al-

ternatieven om onze huidige inspanningen te versterken.” Daarnaast zet het plan ook in op hernieuwbare energie en de mogelijkheden om deze op te wekken op het Brussels grondgebied. Ook moet er een meetsysteem ontwikkeld worden dat de verlaging van de CO2 –uitstoot door een verminderd energieverbuik en hernieuwbare energie in kaart brengt. Een laatste maar belangrijk onderdeel van het plan is de deelname van Brussel aan de Europese Adaptatiestrategie en de specifieke aanpak die moet inspelen op de lokale effecten van de klimaatsverandering. MEER INFO: www.co2logic.com


STEEDS OP DE HOOGTE VAN DE LAATSTE TRENDS IN DUURZAAMHEID?

Dat kan! Word ecoTips-abonnee. JE KRIJGT:  6 x per jaar ecoTips in de bus  leuke acties en wedstrijden  elke 14 dagen een e-nieuwsbrief  de laatste info meteen online via milieumagazine.be, onze Facebook en Linked In pagina Voor maar 65 euro, incl. BTW!

 Abonneer je nu via milieumagazine.be/abonnement

februari-maart 2016 | 1

9


Interview Interview met Minister Annemie Turtelboom

Energie-efficiëntie blijft het speerpunt van mijn beleid Tekst en beeld: Hilde De Wachter Minister Annemie Turtelboom is de laatste weken veel in het nieuws. Als het over de centen gaat, is de Vlaming namelijk bijzonder alert. En met de bevoegdheden van financiën, begroting en energie, kan het niet anders dan over de centen gaan natuurlijk. Zelfs wanneer het over het energiebeleid van de Minister gaat, gaat het in de eerste plaats over de Vlaamse energieheffing, beter bekend als de turteltaks. De heffing op energie die de financiële put van de zonnepanelensubsidie moet wegwerken, kan op weinig bijval rekenen. Hoog tijd dus om de Minister zelf te vragen hoe haar energiebeleid voor bedrijven in elkaar zit. In december werden we verrast door een klimaatakkoord in Parijs. Welke invloed denkt u dat COP21 zal hebben op de bedrijven? Wat zijn de speerpunten in het energiebeleid? “In de eerste plaats is het belangrijk dat we in Parijs tot een akkoord gekomen zijn. Op die manier kunnen wij ons grondig voorbereiden op de doelstellingen op langere termijn, met name voor 2030. Energie-efficiëntie blijft daarin de hoeksteen van het energiebeleid. De meest duurzame energie is die energie die je niet gebruikt. Daar blijft het zwaartepunt van mijn beleid liggen. Concreet voor bedrijven zijn we bezig met de oprichting van een ESCO-fonds.* Dit is een

erg belangrijke stap om energie-investeringen realiseerbaar te maken. Voor gebouwen hebben we het renovatiepact maar ook bedrijven hebben impulsen nodig om aan energie-efficiëntie te werken. Nergens in Europa is er al een ESCO-model voor ondernemingen uitgewerkt. De meeste van de ESCO’s zijn opgericht met het oog op overheidsgebouwen. Wij hopen tegen de zomer alles rond te hebben, zodat het ESCO-fonds voor ondernemingen in het najaar operationeel is. Op die manier kunnen ook bedrijven genieten van derde partij financiering voor hun investeringen in energie-efficiëntie. Dat zal meer bedrijven over de streep trekken om de stap te zetten. Nu zien we dat bedrijven gemakkelijk

terugplooien op de zaken die ze kennen, zoals investeringen in hun productie, terwijl ze met investeringen in energie-efficiëntie serieus kosten kunnen besparen. Voorts zetten we verder in op energie-efficiëntie door het systeem van verplichte energieaudits. Momenteel zijn er twee gerealiseerd: de energieplannen voor de grote ondernemingen via het besluit energieplanning en de energiebeleidsovereenkomsten. Daarnaast zijn er de energieaudits die eind vorig jaar moesten uitgevoerd zijn. Dit is een systeem dat ons opgelegd is door Europa maar waar bedrijven heel veel informatie uithalen om gericht aanpassingen en investeringen te doen. Wijzelf halen hieruit de nodige informatie om beleidsaanpassingen te doen, om zo de technieken die een interessante terugverdientijd hebben en een interessante energie-efficiëntie, verder te ondersteunen. Die twee parameters zijn echt fundamenteel in mijn beleid. Soms hebben duurzame technieken nu eenmaal een duwtje in de rug nodig. Als we het dan nog even specifiek hebben over de uitvoeringsplannen naar aanleiding van de klimaattop, kijk ik vooral naar hernieuwbare energie. Veel bedrijven hebben de ruimte en zitten op interessante locaties om te investeren in duurzame energie. Duurzame bedrijventerreinen zijn daar belangrijk in. VLEEN** past in dat kader zeker ook. Informatie delen tussen bedrijven is erg belangrijk. Mensen leren veel van elkaar. En bedrijven dus ook. Bedrijven samenbrengen rond energie-efficiëntie loont dus. Daarnaast moeten we kijken naar de opslag van energie. Daar zit zeker toekomst in. En dus zal ik daar ook beleid rond voeren.

Tijdens het CNG-event bij Thomas More in Mechelen

10


Interview andere regio’s. Ik heb de gesprekken opgestart met onder meer Waals minister-president Paul Magnette (PS). Het dossier ligt nu op het overlegcomité tussen de gewesten maar Wallonië wil een financiële compensatie. Bovendien mogen we niet vergeten dat het hier gaat om 10 procent van het wagenpark. 75 procent van de bedrijfswagens zijn ook aangekochte wagens. De meerderheid (90 procent) van de wagens valt dus wel onder alle regelingen.

Laten we het even hebben over de vergroening van het bedrijfswagenpark. Wat zijn daar de struikelblokken? Wat zijn de verwachtingen? Waarom zouden bedrijven nu overstappen? Allereest wil ik benadrukken dat we al een sterke vergroening doorgevoerd hebben. De bedrijven die voor een duurzame wagen kiezen, betalen minder belastingen. Dat is zo voor een benzinewagen met een goede ecoscore, voor wagens op CNG, hybridewagens en elektrische varianten. En we zien dat dit werkt. De ‘ontdieseling’ is gestart, bedrijven schakelen over naar CNG en elektrisch. De getallen zijn nog klein maar ze stijgen wel sterk. Ik heb er resoluut voor gekozen om niet in het ‘kip of ei’-verhaal te blijven hangen. Je moet zowel zorgen voor meer

duurzame wagens als voor de nodige laadinfrastructuur zodat beide kunnen groeien. In 2020 wil ik 300 CNG-tankstations ofwel één per gemeente. Ik wil 20 waterstoftankstations en 5.000 publieke laadpalen voor elektrisch rijden. Op die manier moeten we komen tot 100.000 wagens die ofwel elektrisch ofwel op CNG rijden. Het is cruciaal om kort op de bal te spelen wat betreft de laadinfrastructuur. Die moet blijven volgen om de switch mogelijk te maken. U kreeg veel kritiek omdat leasewagens buiten alle regelingen en verplichtingen vallen. Dat klopt, om de vergroening uit te breiden naar de leasingwagens hebben we een akkoord nodig met de

Het is trouwens een mythe dat leasewagens minder fiscaal belast zijn. Wanneer we de vergroening vandaag doorvoeren op de leasewagens, zijn er zelfs minder inkomsten voor de Vlaamse regering dan nu. Voor mij is het een oprechte persoonlijke bekommernis om het wagenpark in Vlaanderen te vergroenen, geen budgettaire keuze. Waarom maakt het beleid geen keuze tussen de verschillende soorten duurzame wagentechnologie? In andere landen gebeurt dat wel en dit maakt het de autoconstructeurs gemakkelijker omdat ze niet alle mogelijke uitvoeringen van een bepaald soort motor moeten maken. Het is mijn duidelijke keuze om de markt zijn werk te laten doen. Het uiteindelijke doel is zero-emissie. Op dit moment wil dat zeggen: elektrisch rijden, op waterstof of een properdere uitvoering van benzine- en dieselwagens. Dat kan dus een plug-in hybride zijn of een wagen op CNG. Het is niet mijn taak om technologische keuzes te maken. De markt evolueert zo snel dat technologische keuzes maken, geen goede zet zou zijn.

* Lees meer over ESCO (Energy Service Company) en ESCO-fondsen voor bedrijven in de volgende ecoTips, met als thema ECOFINANCE ** Lees het artikel over de start van VLEEN verder in deze ecoTips Minister Annemie Turtelboom test een wagen op CNG uit februari-maart 2016 | 1

11


Interview Een opwerping die wel eens gemaakt wordt, is dat mensen ‘verplicht’ worden om de auto te kiezen omdat er geen alternatieven zijn. Is er overleg tussen het kabinet Weyts, dat bevoegd is voor mobiliteit, en uw kabinet om hiervoor oplossingen te bedenken? Dat overleg is er inderdaad. Vorig jaar hebben we hierrond een actieplan afgewerkt. Dit voorjaar zitten we rond de tafel om een aantal projecten op te zetten. Alleszins hebben de burgemeesters door de nieuwe beheersovereenkomst met De Lijn, meer autonomie gekregen over de manier waarop de bussen in hun gemeente zullen rijden. Dat betekent dat er een betere afstemming zal komen tussen de verschillende mobiliteitsmogelijkheden binnen een gemeente. De Vlaamse energieheffing ligt zwaar onder vuur en daardoor u als persoon ook. Wat is uw reactie daarop? Je kunt maar naar de toekomst kijken als het verleden opgekuist is. Er ligt een put van 9,2 miljard euro. Die negeren is gewoon geen optie. De 8 euro per maand of 100 euro per jaar die we aan energieheffing gaan betalen, zou er 250 euro zijn in 2020 wanneer ik niets zou doen. De komende jaren zijn erg belangrijk in de energietran-

sitie en het verlagen van het energieverbruik. We moeten dat dus op een goede manier aanpakken. Oversubsidiëring is niet aan de orde. De subsidies die nu voorzien worden, zullen niet zorgen voor een nieuwe put.

www.m-tech.be

De sector van de biogasinstallaties klaagt al een aantal jaar over de verminderde subsidies en de investeringsonzekerheid. Is dat een bewuste keuze? De installaties die er nu zijn, draaien en hebben hun bestaansreden. De vraag is alleen of er nog installaties moeten bijkomen met Vlaams geld. Ik wil niet terechtkomen in een situatie waarin we buitenlands afval gaan aantrekken om het hier in gesubsidieerde biogasinstallaties te verwerken. Waar moeten Vlaamse bedrijven op energievlak op inzetten om ook in het buitenland slagkrachtig te zijn? Het buitenland is erg divers, afhankelijk van de geografie en de ontwikkeling. Maar Vlaamse bedrijven hebben hun rol te spelen door in te zetten op innovatie. Opslag van energie is daarin een erg belangrijk punt. Kijk naar Energyville waar ze daar sterk mee bezig zijn. In energieopslag ligt de toekomst. Aan ons om ervoor te zorgen dat we voorop lopen in die trend!

Bruggen bouwers tussen milieu & ONDER NEMERSCHAP

Onze expertise – – – – –

Milieuadvies Milieucoördinatie Milieueffectrapport Veiligheidsrapport Natuur

Vestigingen Hasselt - Brussel Gent - Namen - Roermond - Dordrecht 9 bedrijven ondertekenen de VLEEN-overeenkomst

12

m-tech_BE_2015_adv245x60_ecotips_02A.indd 1

18/03/15 1


DUURZAME TECHNOLOGIEテ起 EN ONDERZOEK VITO is een op Europees vlak toonaangevend, onafhankelijk onderzoeks- en adviescentrum op het gebied van cleantech en duurzame ontwikkeling. VITO werkt aan oplossingen voor de grote maatschappellijke uitdagingen van vandaag: klimaatverandering,voedselzekerheid, grondstoffenschaarste, duurzame energievoorziening,vergrijzing 窶ヲ

VITO NV Tel. + 32 14 33 55 11 vito@vito.be www.vito.be

februari-maart 2016 | 1

13


Energie Minister Annemie Turtelboom geeft startschot VLEEN Genk

Negen Limburgse bedrijven investeren 12 miljoen euro in energiebesparing Tekst: en beeld: Hilde De Wachter Op eigen initiatief van 9 bedrijven, in plaats verplicht door de overheid

In Houthalen werd op 14 januari 2016 het startschot gegeven voor het eerste VLEEN-netwerk door i-Cleantech Vlaanderen, in aanwezigheid van Minister van Energie Annemie Turtelboom. In dit project werken negen bedrijven uit verschillende sectoren 4 jaar lang aan energiebesparing in hun eigen organisatie. Onder coördinatie van EnergyVille en advisering van Encon gaan de bedrijven gedurende die periode samen op zoek naar energiebesparingsmaatregelen.

VLEEN staat voor Vlaamse Lerende Energie-Efficiënte Netwerken waarbij bedrijven vier jaar lang samen op zoek gaan naar energiebesparingsmogelijkheden in hun eigen organisatie. Het concept is ontstaan in Duitsland waar reeds meer dan 260 bedrijven (waaronder L’Oreal, Michelin, Bayer en Proctor & Gamble) in meer dan 50 verschillende netwerken hun traject succesvol hebben afgerond. Dankzij 3.118 acties bespaarden de bedrijven samen jaarlijks 2 tot 3 procent waardoor meer dan 60 miljoen euro aan besparingen gerealiseerd zijn. i-Cleantech Vlaanderen heeft dit doeltref-

fende en duurzame initiatief nu naar Vlaanderen gehaald. Om zeker te zijn dat geen besparingspotentieel onopgemerkt blijft en er ook voor te zorgen dat de besparingsprojecten optimaal renderen, heeft i-Cleantech Vlaanderen energie-expert Encon mee aan boord gehaald. Encon is gespecialiseerd in energiebesparingsprojecten voor bedrijven. Hun technische kennis en jarenlange ervaring is voor de deelnemende bedrijven een garantie dat ze kwalitatieve, besparende en werkingszekere oplossingen aangereikt krijgen. Onderzoekssamenwerking EnergyVille coördineert de werking. Zij zorgt ervoor dat de bedrijven actief participeren en op het einde van het traject een optimaal resultaat behalen.

De negen deelnemende bedrijven bij hun engagementsverklaring

14


Energie gedreven mee bezig zijn. Voor hen is het een uitdaging om altijd de beste te zijn. Ook die insteek is interessant en zo’n bedrijf in je netwerk is natuurlijk een meerwaarde voor de andere bedrijven.” Negen bedrijven tekenden VLEEN-contract
 Negen Limburgse bedrijven zullen samen vier jaar lang hun technieken en ervaringen uitwisselen: Aperam, Belorta, Conwed Plastics, H. Essers, Farm Frites, Moderna Printing, Profalu, Steenfabrieken Nelissen en het Ziekenhuis Oost-Limburg.

Bart Vercoutere, algemeen directeur van i-Cleantech Vlaanderen: “Het centrale idee achter een energienetwerk is dat bedrijven samen op zoek gaan naar waar er nu nodeloos te veel energie verloren gaat in hun werking en dat ze leren uit elkaars ervaringen. We kiezen er bewust voor om bedrijven en organisaties uit verschillende sectoren in één netwerk samen te brengen. De variëteit zorgt ervoor dat bedrijven gemakkelijker los komen van hun eigen werking en daardoor met een andere, meer heldere blik naar hun energiehuishouding leren kijken.” Volgens Bart is er ook in andere provincies al interesse voor een VLEEN-netwerk: “We zouden toch in elke Vlaamse provincie tot een VLEEN moeten kunnen komen. Ik verwacht dat we eind dit jaar een aantal nieuwe initiatieven kunnen aankondigen.”

Eric Bongaerts, CEO Drukkerij Moderna, legt uit waarom zijn bedrijf mee doet aan dit eerste VLEEN-project: “Wij werken in een energieverslindende sector, maar hebben zelf al jaren in op energiezuinige machines en systemen. We gaan nu zelfs investeren in hernieuwbare energie met een eigen windturbine. We zijn er zeker van dat we door deel te nemen aan het VLEEN-netwerk we tot nieuwe inzichten zullen komen en dat we door ervaringsuitwisseling de juiste beslissingen zullen nemen.” Bernard Hallemans, Chief Technology Officer van Aperam heeft een vergelijkbare kijk: “We zijn er de voorbije jaren in geslaagd om het energieverbruik sterk te verlagen. Dankzij de samenwerking en uitwisseling met andere bedrijven in dit project hopen we nog bijkomende verbeteringen en nieuwe projecten te realiseren. We willen onze ecologische voetafdruk nog verder verlagen en verstandig omgaan met natuurlijke grondstoffen. VLEEN kan daarin een volgende stap zijn.”

VLEEN is erg interessant voor bedrijven die veel energie nodig hebben in hun productie maar nog niet wettelijk verplicht werden om aan energiemeting en –besparing te doen. Zij kunnen grote energiebesparingen behalen door VLEEN. Maar niet voor iedereen is de kostenbesparing de trigger om in te stappen in het systeem. Bart Vercoutere: “In Duitsland doet Miele al jaren mee met LEEN. Zij hebben nog nooit een grote energiebesparing kunnen bekomen omdat ze er al jaren zo door-

Robin Bruninx van Encon geeft nog een ecoTip voor bedrijven die interesse hebben om energie te besparen: “Start met een stappenplan! De meeste bedrijven hebben interesse om hernieuwbare energiesystemen te plaatsen maar dat is niet het startpunt. Je moet eerst en vooral weten op welke manier je de technische installaties die je hebt, wettelijk in orde moet maken. Als je dan toch, omwille van wetgeving, een aanpassing aan je installatie moet doen, dan kun je daar meteen

Bart Vercoutere, algemeen directeur van i-Cleantech Vlaanderen

gebruik van maken om deze installatie energie efficiënter te maken. Daarna kijk je naar alle energieverbruikers die niets te maken hebben met je productieproces. Die ga je optimaliseren. Je stoort daarbij het productieproces niet, krijgt dus weinig tegenstand en boekt toch een mooie energiewinst. Het gaat dan om verlichting, verluchting, koeling, verwarming, perslucht en zo meer. Pas daarna ga je naar het productieproces. In die stap moet je eerst een draagvlak creëren vooraleer je echte aanpassingen aan het proces kan doen. We zetten de verschillende betrokkenen rond de tafel en komen zo tot een energie efficiënt en werkbaar proces. En pas daarna zijn de hernieuwbare energiesystemen aan de beurt. Investeringen in energie efficiëntie hebben een veel kortere terugverdientijd dan investeringen in zonnepanelen en windturbines. Dweilen met de kraan open heeft namelijk geen zin. Als laatste kan je dan de producten van je klanten verduurzamen om zo te komen tot maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Met dit stappenplan start je heel laagdrempelig en kun je toch ook erg innoverend uit de hoek komen.”

februari-maart 2016 | 1

15


Kort Centrale voorziet vier gezinnen van stroom

Eerste rendabele microwaterkrachtcentrale in Europa is van Belgische makelij plaatsen, en heeft geen impact op de omgeving of de waterstroom. De turbine wekt op de meest eenvoudige manier schone, betrouwbare en betaalbare energie op.

GEGEVENS VAN DE MINIWATERKRACHTCENTRALE VAN HET KASTEEL VAN HOUWAART

BELGISCHE START-UP TURBULENT INTRODUCEERT EENVOUDIGE MAAR BAANBREKENDE TURBINE OM ELEKTRICITEIT OP TE WEKKEN Op 24 februari werd in Tielt-Winge de eerste rendabele microwaterkrachtcentrale in Europa officieel in gebruik genomen. Dit gebeurde op het domein van het Kasteel van Houwaart in Tielt-Winge (Vlaams-Brabant), in aanwezigheid van Vlaams Minister van Economie, Wetenschap en Innovatie Philippe Muyters. De waterkrachtcentrale werd ontwikkeld door Turbulent, een start-up opgericht in januari 2015 door twee jonge Vlaamse ondernemers uit Antwerpen waar ondertussen reeds acht mensen werkzaam zijn. Zij begonnen een jaar geleden met de ontwikkeling van de ‘next generation waterkrachtcentrale’, gebaseerd op ‘biomimicry’, de wetenschap van het nabootsen van de beste biologische ideeën uit de natuur. Hernieuwbare energie is momenteel nog zeer afhankelijk van zonlicht, wind of grote installaties. De gepatenteerde turbine van Turbulent werkt daarentegen quasi continu, is klein en makkelijk te

16

""Totaal vermogen installatie: 2,2 kW ""Vermogen bij het begin van de demo (sluis half dicht): 1.1001.200 Watt ""Vermogen wanneer sluis volledig open bij het einde van de demo: 2.100 Watt ""Geschat vermogen per jaar: 15.000 kWh of het verbruik van 4 gezinnen ""Terugverdientijd: 5 jaar ""Gedimensioneerd op 70% van de gemiddelde maximale waarde

VOORDELEN VAN HET SYSTEEM ""Quasi continu productie van elektriciteit ""Kan in afgelegen gebieden ""Heeft weinig verval nodig (1 tot 3 meter) ""Eenvoudige constructie en installatie ""Lage turbinesnelheid: 80 tot 120 toeren per minuut (positief voor het visbestand) ""Duurzamer dan zonnepanelen omdat het productieproces en de verwerking end-of-life duurzamer is

INNOVATIEVE KENMERKEN VAN HET SYSTEEM ""De combinatie van een compact en eenvoudig te installeren systeem

""Met een innovattieve schroef om de perfecte vortex te verkrijgen ""Met een innovatieve elektronische sturing en software om de verschillende elementen op elkaar af te stemmen

AANDACHTSPUNTEN VAN HET SYSTEEM ""Omgevingskenmerken zijn bepalend en niet overal te vinden ""Oplossingen zoeken voor de overproductie in afgelegen gebieden ""Krijgen van de correcte vergunningen in Vlaanderen om deze installatie te plaatsen

WAT BRENGT DE TOEKOMST? Turbulent werkt aan een grotere waterkrachtcentrale met een vermogen van 10 tot 15 kW. MEER INFO www.milieumagazine.be/nieuws/ miniwaterkrachtcentrale-voorziet-4-gezinnen-van-stroom


www.co2logic.com

Ecoklik

We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot 4. Communiceren: ""Samen met uw departement communicatie of PR-/marketing-/reclamebureau ""We zorgen ervoor dat deze communicatie duidelijk en correct is ""Het is onze overtuiging dat bedrijven die iets positiefs doen voor het milieu door iedereen gezien en gekend moeten worden We take you through this process!

CO2logic is gespecialiseerd in het berekenen, verminderen en compenseren van CO2-uitstoot. Wij begeleiden en helpen bedrijven bij het identificeren, rapporteren en uitvoeren van hun strategie voor duurzame ontwikkeling. Elk bedrijf is verschillend, daarom kiezen we voor een ‘op maat’ benadering. Sommige zijn aanwezig in de dienstensector terwijl andere industriële bedrijven zijn. Er zijn multinationals met veel sites overal ter wereld, anderen hebben één hoofdkantoor vanwaar alles gebeurt,... Maar ze hebben allemaal één ding gemeen, namelijk een CO2-voetafdruk afkomstig van verschillende maar gelijkaardige bronnen: energie (elektriciteit, gas, stookolie,…), transport (vloot, bedrijfsvluchten, logistiek,…), afval (papier, plastiek, organisch),… CO2logic helpt u een overzicht van deze CO2-uitstootbronnen te krijgen, opportuniteiten of dreigingen te identificeren, het ontwikkelen van strategieën voor duurzame ontwikkeling, het toepassen van prioriteiten voor vermindering, intern en extern communiceren,…

“By opting for CO2 neutrality, a company or organisation chooses to take responsibility for the true impact of its CO2 emissions instead of shifting it to society.” (source: www.co2-neutral-label.org)

We berekenen, verminderen en compenseren uw CO2-uitstoot. 1. Berekenen: ""Carbon footprinting/auditing gebruik makende van het Bilan Carbone® (ADEME gecertificeerd) en/of het GHG Protocol van het World Resource Institute/World Business Council on Sustainable Development, beide compatibel met ISO 14064. ""Analyse van de levenscyclus (Life Cycle Analysis) en product/service carbon footprinting (PAS 2050 BSI)

CO2logic is de eerste Carbon Disclosure Project (CDP) accredited provider voor de Benelux en ondersteunt de CO2-prestatieladder in België.

2. Verminderen: ""CO2 verminderingsadvies (kantoren, productie, fleet, logistics, gedrag...) ""Energie-audits ""Financiële analyse van de verschillende verminderingsscenario’s om prioriteiten te stellen ""Change Management 3. Compenseren: ""Niet reduceerbare CO2-uitstoot compenseren om CO2 Neutral te worden ""CO2-neutraliteit advies ""Carbon management (‘Kyoto’ en ‘Voluntary’) ""Advies en ontwikkeling van Gold Standard, CDM, VCS of andere VER projecten (bijvoorbeeld CO2-credits verdienen bij het ontwikkelen van CO2-reductieprojecten)

Huidevettersstraat 60A, 1000 Brussel Tel. 0478 41 30 07 info@co2logic.com www.co2logic.com

|1 |1 februari-maart februari-maart 2016 2016

17 17


Column CORE over duurzaamheid

Coöperatief Ondernemen in Rationeel Energiegebruik “Bij het starten van een nieuwe onderneming rond een duidelijk afgelijnd idee, wordt steeds goed nagedacht over het type ondernemingsvorm. Een open of besloten onderneming? Met beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid? Zo was het ook toen we CORE in 2012 opgericht hebben.” Aldus Stijn De Jonge, Directeur CORE CVBA-SO. Een missie Het doel van CORE is om met een team van studerende, innoverende ingenieurs of ‘COREnauten’ projecten rond efficiënt en duurzaam energiegebruik te ontwikkelen en te ondersteunen tot de uiteindelijke realisatie. Daarnaast is CORE voor COREnauten ook een vormingsplatform dat de beroepsoriëntatie onderbouwt en de visie op duurzaamheid ontwikkelt. Deze doelstellingen kunnen het best gerealiseerd worden binnen het framework van een coöperatieve onderneming die opereert volgens de zeven ICA principes (International Co-operative Alliance). Een volledige beschrijving hiervan is perfect uitgelegd in het ICA-kompas. Centraal in deze principes staan openheid, vrijwillig lidmaatschap, transparantie en samenwerking met vennoten. Een holistische visie CORE wil duurzame projecten vanuit een holistische visie benaderen. Hier-

bij worden niet enkel technologische aspecten bekeken maar komen evengoed economische, sociale en ethische aspecten aan bod. Het zoeken naar een goed evenwicht tussen deze verschillende pijlers zorgt voor extra uitdagingen tijdens het ontwikkelingsproces zelf, maar biedt op lange termijn meer zekerheid. Het studententeam spiegelt zich graag aan succesvolle technologiebedrijven zoals Brompton. Dit bedrijf dat opstartte in 1976, produceert al jaren hun fameuze vouwfietsen die gekend zijn over de hele wereld voor hun efficiëntie ... en hun prijs. Toch is winstbejag niet het hoofddoel, wel de mobiliteit in steden anders en beter maken.

Duurzaamheid en coöperatief

ondernemen: een perfecte match

18

Openheid in communicatie Als jonge coöperatie trekt het team nog steeds lessen uit de dagelijkse realiteit. Zo leiden technologische oplossingen bijvoorbeeld in veel gevallen niet onmiddellijk tot sociale aanvaarding. Denk maar aan windmolens en het NIMBY-effect (Not In My Back Yard). Anderzijds wegen economische implicaties soms zwaar door: waarom hebben scholen zoveel moeite om hun vijftig jaar oude gebouwen te renoveren? Cruciaal is steeds om voldoende tijd te nemen om alle visies en randvoorwaarden in kaart te brengen, grondig te overwegen en een open communicatie hierover te voeren met alle betrokkenen. Dit vergt veel expertise binnen één onderneming waardoor een open bedrijfsstructuur noodzakelijk is. CORE beschikt naast enthousiaste ingenieursstudenten ook over een uitgebreid netwerk van vennoten - experten. Binnen de coöperatieve structuur is het mogelijk om met deze verschillende partijen op een natuurlijke manier samen te werken.


KORT Column Een coöperatieve structuur als oplossing Een coöperatie is een groepering van partijen of vennoten die tot doel heeft om een gemeenschappelijke behoefte aan te pakken via een economische activiteit. Net zoals het bij Brompton het doel is om anders te bewegen in steden, zo staat het doel om op een rationele manier energie te gebruiken centraal binnen CORE. Dit doel op sociaal, maatschappelijk en/of ecologisch vlak realiseren primeert dan ook boven enige persoonlijke financiële verrijking. CORE is een duidelijke ‘mission driven’ onderneming in plaats van een eerder klassiek ‘profit driven’ bedrijf. Naast de maatschappelijke meerwaarde die door de activiteiten van CORE gecreëerd wordt, wordt er ook zeer sterk ingezet op de persoonlijke, intellectuele meerwaardecreatie. De COREnauten zijn allemaal studenten. Hun activiteiten binnen CORE kaderen in de postgraduaatopleiding Innoverend Ondernemen voor ingenieurs aan de KU Leuven. De universiteit biedt de studenten de mogelijkheid zichzelf volledig te ontplooien door samen met hen een individueel studiepakket samen te stellen in het kader van hun project en in lijn met hun eigen interesses. Tot slot krijgen de studenten bij CORE de kans om een bedrijf volledig zélf te runnen. Er staat dus een stu-

dent garant voor een piekfijne boekhouding, waar een andere de projectplanning op zich neemt. Een ervaring van onschatbare waarde.

Ondernemers van de toekomst Met deze ervaring en een extra diploma op zak, zijn de ingenieursstudenten van CORE klaar om op een maatschappelijk verantwoorde manier hun mannetje te staan op de arbeidsmarkt. De ondernemers van de toekomst hebben tijdens de tweejarige stage bij CORE alvast geproefd van het bedrijfsleven, zichzelf ontdekt en zich verder verdiept in relevante bedrijfsaspecten. En, last but not least, ze hebben voor zichzelf een definitie gevormd van duurzaamheid. innoverendondernemen.be

Kostprijs boek: 16 euro + 2 euro verzendkosten.

 Vrijwillig en open lidmaatschap ica.coop

 Economische participatie door de leden  Autonomie en onafhankelijkheid  Onderwijs, vorming en informatieverstrekking

 Aandacht voor de gemeenschap

Heeft de veehouderij nog een toekomst in België? Het boek ‘Feed the Future’, uitgegeven door Fedagrim naar aanleiding van Agribex, geeft ons een inkijk in die toekomst en de uitdagingen die de Vlaamse landbouw wachten: een stijgende wereldbevolking, de veeleisende consument, uitputting van grondstoffen, steeds hogere milieu-eisen, de intrede van de circulaire economie … Welke antwoorden geeft de veehouderij daar op?

Bestellen kan door een mail te sturen naar Lies Leemans via l.leemans@fedagrim.be.

(ICA= International Co-operative Alliance)

 Samenwerking tussen coöperaties

4 exemplaren van het boek ‘Feed the Future’

Het boek is in het Nederlands en het Frans verkrijgbaar.

De 7 ICA-principes zijn:

 Democratische controle door de leden

ecoTips deelt uit!

www.icakompas.be

ecoTips deelt uit: 2 Nederlandstalige en 2 Franstalige boeken. Stuur een mail naar info@ecotips.org met als onderwerp: Yes, let’s feed the future! Vergeet je contactgegevens niet. MEER OVER FEED THE FUTURE http://www.milieumagazine. be/nieuws/boek-feed-the-future-over-toekomst-veehouderij

februari-maart 2016 | 1

19


Energie Zonnecellen voor de bouw

Maakt de raam- en baksteenproducent binnenkort ook zonnecellen? Tekst en beeld: imec Vandaag worden zonnecellen en -panelen gemaakt in zonnecelfabrieken zoals die van Bosch, BP Solar en Kyocera. Afgewerkte panelen worden aan de verdelers afgeleverd en komen zo op onze daken terecht. Maar als we een stap verder willen gaan en echte PV-gebouwen (met overal naadloos geïntegreerde zonnecellen) willen realiseren, is een andere aanpak nodig. Jef Poortmans, Wetenschappelijk Directeur PV bij imec, vertelt welke. Unieke film Dunne film-PV heeft unieke eigenschappen. Zo kunnen dunne film-zonnecellen op verschillende substraten gemaakt worden - plooibare of harde-, zijn ze doorzichtig, en presteren ze goed bij indirect zonlicht. Lang heeft men gedacht dat deze nieuwe technologie de standaard zonnecellen zou vervangen omdat dunne film zonnecellen principieel goedkoper zouden zijn. Er wordt immers minder materiaal gebruikt. Meer en meer raakt de PV-wereld er echter van overtuigd dat

dunne film-PV vooral zal doorbreken in toepassingen die maximaal gebruik maken van de unieke eigenschappen van de technologie. Eén van die toepassingen is zeker en vast gebouwgeïntegreerde PV of building-integrated PV (BIPV) waarbij zonnecellen deel uitmaken van bouwelementen zoals ramen, balustrades, dakpannen, bakstenen enzovoort. Architect ontwerpt met zonnecellen Stel dat je als architect of projectontwikkelaar een gebouw kunt ontwerpen met zonnecel-bakstenen, -ramen, - balustrades. En dat je zelf kunt bepalen hoe die zonnecelbouwelementen er uitzien. Je ontwerp bevat verschillende kleuren zonnecelramen, in de gevel zijn zonnecellen in de vorm van klimopblaadjes geïntegreerd, etcetera. Je kunt je creativiteit dus niet enkel botvieren op de vorm van het gebouw, maar ook op de bouwelementen. Je wilt graag zoveel mogelijk energie-producerende bouwelementen gebruiken omdat je een bijna-energieneutraal gebouw moet

ontwerpen van de bouwheer. Europa heeft immers richtlijnen vastgelegd dat na december 2018 alle gebouwen van openbare instanties bijna-energieneutraal moeten zijn en tegen eind 2020 moeten alle nieuwe gebouwen aan deze voorwaarde voldoen. Te weinig vrijheid vandaag Vandaag is dit scenario nog niet mogelijk. Zonnecellen worden in vaste vormen geproduceerd. Er bestaan al wel zonneceldakpannen en -ramen maar ook daar heeft de producent relatief weinig vrijheid om deze producten op maat van de klant te maken. Willen we van BIPV een belangrijke markt maken voor dunne-film zonnecellen, dan moeten we meer vrijheid creëren door een nieuw productieproces te ontwikkelen. Het moet een productieproces zijn dat ervoor zorgt dat de architect energie-producerende bouwelementen kan kiezen waarin zonnecellen geïntegreerd zitten met de gewenste vorm, kleur, doorzichtigheid, afmeting, opgewekte spanning, etcetera. Een nieuw productieproces voor meer vrijheid Dunne film-zonnepanelen worden geproduceerd door achtereenvolgens laagjes te deponeren en lijntjes uit te schrapen. Die lijntjes onderscheiden de verschillende zonnecellen van elkaar en – eens gevuld met zilver of koper – zorgen ze voor de interconnecties tussen de verschillende cellen. Deze twee stappen worden een aantal keer herhaald om tot een afgewerkt zonnepaneel te komen. Het is duidelijk dat beide stappen op één plaats moeten gebeuren, de zonnecelfabriek.

Nog meer ontwerpmogelijkheden voor de architect

20

Imec en de andere Solliance-partners stellen een nieuw productie-


Energie proces voor waarbij eerst alle lagen gedeponeerd worden (front-end processtappen) en daarna de lijntjes weggeschraapt worden en metaalbaantjes geprint worden (back-end processtappen). De twee stappen zijn zo dus losgekoppeld en kunnen door verschillende partijen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld: een glasbedrijf kan zijn glas een extra functionaliteit geven door er zonnecelmateriaal in laagjes op te deponeren (front-end); de raamproducent kiest de gewenste grootte en uitgangsspanning en werkt de zonnecelramen of -elementen af door de metaalbaantjes aan te brengen (back-end).

inkjet printing en een geleidende inkt op basis van zilver. De volledige procesflow zal uitgewerkt worden voor de twee meest veelbelovende dunne-filmtechnologieën, namelijk CIGS en perovskieten. En zo komen echte PV-gebouwen dus weer een stap dichter bij ... Meer weten?

Stand van zaken Dit nieuwe proces kreeg de naam ‘Freeform module proces’. Binnen het Solliance consortium en in samenwerking met Smit Ovens werden reeds toestellen ontwikkeld om de back-end processtappen uit te voeren. Lijntjes worden weggeschraapt met lasers en metaalbaantjes worden gemaakt met

""Artikel in Solar International magazine “Seamless integration of thin-film photovoltaics in the built environment” "" Artikel in imec magazine Okt. 2014 “BIPV: een nieuwe bouwtrend?” ""Heb je een vraag over BIPV en wat het kan betekenen voor jouw product? Contacteer Bart Onsia, Innovation Program manager of Philip Pieters, Business development director PV bij imec ""Over Solliance: www.solliance.eu

Jef Poortmans, wetenschappelijk directeur PV bij imec

Gaat uw bedrijf uitbreiden? Plant u nieuwe investeringen of overnames? Wij beantwoorden al uw vragen rond wettelijke verplichtingen en vergunningen!

www.profex.be

Studie- en adviesbureau Heusden-Zolder

Bierbeek

Turnhout

Wetteren

Ieper

0800 59 002 info@profex.be Torhout

Louvain-La-Neuve

februari-maart 2016 | 1

21


De evolutie naar duurzame verpakkingen Interview met Frank Vandewal van Tetra Pak Hoe gaat een bedrijf dat verpakkingen maakt, om met duurzaamheid? We vroegen het aan Frank Vandewal, environment manager bij Tetra Pak. Door zijn verleden bij Fost Plus kent Frank de verpakkingswereld door en door. Hij is dus perfect geplaatst om de impact van verpakkingen in te schatten en de duurzaamheidsmogelijkheden toe te lichten. Tekst: Hilde De Wachter

Beeld: Tetra Pak

Milieu steeds meer thema bij verpakkingsbedrijven Milieu is steeds meer een thema bij verpakkingsproducenten. De productie van reststromen, de uitputting van grondstoffen, de klimaatverandering, waterschaarste, het zijn deelthema’s waar bedrijven die actief zijn in de verpakkingssector, mee te maken krijgen. Bij Tetra Pak is milieu, naast groei, innovatie en performantie, één van de vier strategische pijlers van het bedrijf. “Maar ook onze klanten zijn bezig met deze thema’s, en ook daar neemt de interesse toe,” vult Frank aan. “Dat wil zeggen dat ze ook van ons verwachten dat we met duurzame oplossingen komen en hen

ieder bedrijf op zijn eigen

hierin ondersteunen. En dat is een interessante evolutie, want het is maar door de duurzaamheid in de hele keten te verhogen, dat we grote sprongen vooruit kunnen maken. De tijd dat ieder bedrijf op zijn eigen eiland aan duurzaamheid werkte, is voorbij. Bovendien is ook de consument bezig met duurzaamheid. Zelf kan hij zijn bijdrage leveren door recycleerbare verpakkingen te kopen, door verpakkingen te kopen die gemaakt zijn van hernieuwbare grondstoffen, maar ook door deze op de correcte manier te sorteren, zodat ze gerecycleerd kunnen worden. In België staan we daar al heel ver in, en is de consument dat al gewend, maar in andere landen beginnen we nog maar met recycleren.”

Frank Vandewal

22

De tijd dat

eiland aan

duurzaamheid

werkt, is voorbij De hele cyclus verduurzamen

Binnen Tetra Pak nemen ze duurzaamheid en milieu in elke stap van het proces mee. “Het verduurzamen van de grondstoffen door meer gebruik te maken van hernieuwbare grondstoffen is daarin een eerste stap. Ook innovatieve oplossingen voor verpakkingen zijn belangrijk. Een verpakking moet zowel beter worden voor het product dat onze klanten erin willen, als voor het milieu door een lagere CO2-impact na te streven. Een derde stap zijn de installaties, zowel diegene die we zelf inzetten voor de productie van verpakkingsmateriaal, als diegene die bij de klanten worden ingezet voor het verpakken van hun product. Hoe kunnen we efficiëntie winnen door meer verpakkingen met dezelfde hoeveelheid energie te produceren? Hoe beperken we het watergebruik in de productie van onze klanten? Hoe zorgen we ervoor dat er minder reststromen geproduceerd worden? Waar kunnen onze klanten energie besparen in hun productie? Hoe kunnen we afval dat bij onze klanten geproduceerd wordt, ook recupereren voor recyclage? Dit bekijken we geval per geval.”


Van grondstof tot restproduct, duurzaamheid wordt in de hele keten opgenomen

In de eigen productielocaties heeft Tetra Pak al een aantal initiatieven in praktijk gebracht om de CO2-uitstoot te verminderen. “Zo is het bij voorbeeld belangrijk om de inplanting van de productielocatie goed in kaart te brengen. Deze staat vaak dicht bij het aanvoergebied van de grondstoffen. Lokale beschikbaarheid van producten is erg belangrijk. Daarnaast hebben we een pilootproject rond combitransporten lopen. We zien daar dat we in de BENELUX met 25 tot 30 procent minder transport kunnen zorgen voor bijna 20 procent minder CO2-uitstoot.” Vier doelstellingen De initiatieven die Tetra Pak neemt in het kader van duurzaamheid, werken rond vier doelstellingen:  Ten opzichte van 2010 willen we de CO2-uitstoot minimum gelijk houden, ondanks de groei van de onderneming. Dit kan door gebruik te maken van hernieuwbare materialen en de eigen verpakkingsactiviteit en die van de klanten efficiënter maken. In 2014 werd doorheen de ganse waardeketen van Tetra Pak een CO2 besparing genoteerd van 16 procent en dit ondanks een productiegroei van 14 procent.  We streven naar verpakkingen die volledig gemaakt zijn uit hernieuwbare materialen. We willen het milieu-

profiel van het volledige productengamma verbeteren door innovatieve verpakkingen te ontwikkelen en in gebruik te nemen. Begin 2015 lanceerde Tetra Pak de allereerste volledig hernieuwbare verpakking, de Tetra Rex ® BioBased.  We willen graag verpakkingen maken die voor 100 procent geproduceerd zijn uit FSC gecertificeerd papier.  Wereldwijd streven we naar een recyclagepercentage van 40 procent tegen 2020. “De meest efficiënte manier om die doelstellingen te halen, is door te focussen op aanpassingen doorheen de hele keten, dus niet enkel bij ons eigen bedrijf,” verduidelijkt Frank. “We hebben de volledige keten in kaart gebracht. Onze eigen activiteiten maken daar maar een klein deel van uit en de mogelijke resterende klimaatwinst is beperkt. We moeten dus alle schakels in de keten meekrijgen om op die manier de klimaatwinst van onze verpakkingen, van grondstof tot reststof, te vergroten. Onze leveranciers en onze klanten moeten dus mee op de kar. Bekijken we de CO2-impact van een traditionele gelamineerde verpakking, dan moeten we de verschillende grondstoffen in kaart brengen. Een ‘Tetra Pak’ bestaat voor 73 procent uit karton, een hernieuwbare grondstof.

Het gebruik van FSC gecertificeerd papier geeft ons de garantie dat dit afkomstig is van verantwoord beheerde bossen. Het zijn de kleinere fracties, zoals de polymeren en zeker het aluminium, die proportioneel een grotere CO2-impact hebben. En daar is nog werk aan de winkel. We willen immers alleen maar overschakelen naar een volledig hernieuwbaar drankkarton, als we ook de voedselveiligheid en de performantie van het product kunnen garanderen. Daar werken we volop aan. Zo hebben we volledig bio gebaseerde doppen ontwikkeld. Deze resulteren in een CO2-reductie van zo’n 20 procent voor de dop of iets meer dan 2 procent van de volledige ver-

Verpakking is een

noodzakelijk kwaad maar ook een

gelukkige oplossing

februari-maart 2016 | 1

23


pakking. De klant heeft dus altijd de keuze. En ook daar is nog verdere ontwikkeling mogelijk, bijvoorbeeld door de bio ethanol te maken uit de restproducten van de bomen die bij de papierproductie vrijkomen. Technologisch kan dat vandaag al maar economisch zijn we er nog niet. Daarnaast ontwikkelden we een volledig hernieuwbare verpakking. Onze Tetra Rex® Bio based is de eerste volledig bio gebaseerde verpakking op de markt. De plastic die hierin gebruikt wordt is van plantaardige oorsprong, namelijk van suikerriet, en werd gecertificeerd door Vinçotte onder het ‘OK biobased’ label. Suikerriet heeft in de bio based productie het hoogste rendement. Bovendien werken we samen met een bedrijf dat de nodige certificaten kan voorleggen en dat ons kan garanderen dat we geen suikerriet aankopen dat bestemd is voor de voedselproductie. Deze verpakking is vandaag enkel toepasbaar voor verse producten, dus niet voor UHT toepassingen.” Er ligt voor Tetra Pak zeker nog een uitdaging in het vervangen van de aluminiumfolie die in de verpakking zit. Een biofolie is daar de oplossing maar deze moet dezelfde kwaliteit brengen

Je kunt zelf iets doen, maar je kunt

zoveel meer winst boeken wanneer je

de hele keten in het klimaatverhaal laat meedenken

in verband met voedselkwaliteit en houdbaarheid. Geen gemakkelijke opdracht zo blijkt. Tetra Pak hoopt haar oplossing tegen 2018 te kunnen lanceren. Wanneer deze dan ook nog met bio gebaseerde materialen gemaakt wordt, heeft het bedrijf tegen 2020 hopelijk ook voor de producten met lange houdbaarheid een volledig bio gebaseerde verpakking. België en de rest van de wereld Een aantal doelstellingen van Tetra Pak lijken misschien wat beperkt wanneer je ze vergelijkt met de Belgische

situatie. Frank legt uit hoe dat komt. “In België gebruiken we intussen voor bijna alle verpakkingen FSC gecertificeerd papier. Maar wereldwijd ligt dat anders. Ieder van onze productielocaties kan FSC gecertificeerd papier aanleveren, maar dat wil nog niet zeggen dat ook de klant al altijd zo ver mee is. Wereldwijd hebben we daardoor nog een weg af te leggen om klanten te sensibiliseren zodat ook zij overschakelen naar dergelijk papier. Hetzelfde geldt voor het recyclagepercentage. We aimen naar 40 procent wereldwijd, maar in Europa zitten we al op 43 procent en in België zelfs op 89 procent. Wat Tetra Pak kan doen, is ervoor zorgen dat onze verpakkingen perfect te recycleren zijn en overal in de wereld de juiste mensen aan tafel brengen die samen een oplossing kunnen bedenken en in praktijk brengen.” Drankkartons recycleren

De CO2-impact van de grondstoffen die in een traditionele gelamineerde verpakking gebruikt worden. Een nog hoger aandeel hernieuwbare grondstoffen kan dit CO2 profiel verder verbeteren.

24

De grondstoffen uit drankkartons worden traditioneel gerecycleerd door de verpakkingen eerst met water te mengen. Hieruit wordt papierpulp gehaald. Wat overblijft is een mengsel van polymeren en aluminium. De pulp wordt opnieuw gebruikt in allerlei papiertoepassingen, bij voorbeeld tissuepapier of kartonen dozen. Maar ook de plastics en het aluminium hebben hun toepassingen. “Een deel van de plastics wordt ingezet als energiebron voor elektriciteitscentrales. Het aluminium wordt dan in de cementindustrie als bindmiddel gebruikt. Maar er zijn ook nieuwe toepassingen. Van de plastics worden opnieuw granulaten gemaakt en deze worden opnieuw als grondstof gebruikt. Ook bij aluminium is dit


De eigen activiteiten optimaliseren heeft maar een beperkte impact op de klimaatimpact van de hele keten. De grote klimaatwinsten zijn dus in de volledige keten te boeken.

het geval. En ook voor de combinatie van kunststof en aluminium zijn er intussen toepassingen” #THTwegermee Tetra Pak startte in 2015 een actie om voedselverspilling tegen te gaan. “De consument gooit te snel producten weg. Ze kijken enkel naar de datum ‘tenminste houdbaar tot’ zonder zelf te ruiken en te proeven of een product nog in orde is. Bovendien kopen consumenten soms verpakkingen waarvan de grootte niet afgestemd is op hun behoefte, waardoor ze een deel moeten weggooien. Dit is economisch voor henzelf niet interessant en in verband met voedselverspilling al helemaal niet. Een kleinere verpakking kopen die proportioneel wel iets duurder is, maar die je wel helemaal gebruikt, is dan een veel beter alternatief, op alle vlakken.” Via de campagne wil Tetra Pak de consument hiervan bewust maken en sensibiliseren. Ondertussen loopt er via Twitter een campagne om idee-

ën te verzamelen rond het thema. Tetra Pak bundelt deze suggesties en zal deze voorleggen aan een expertenpanel. De beste ideeën worden verder uitgewerkt.

Meer info via www.THTwegermee.be

Tetra Pak in cijfers Oorsprong: opgericht in 1952 door Ruben Rausing in Zweden Doel: een verpakking maken die meer opbrengt dan ze kost: • door voedselverspilling te vermijden • door overal ter wereld veilig voedsel te brengen • door materialen efficiënt gebruiken Hoofdzetel: Tetra Pak International SA, 70 Avenue GénéralGuisan, Case Postale 446, CH-1009 PULLY/LAUSANNE Werknemers: > 23.000 wereldwijd Vestigingen: 37 productievestigingen wereldwijd en meer dan 175 landen waar Tetra Pak beschikbaar is Verpakkingen per jaar: ongeveer 180.000 miljoen verpakkingen in 2014

februari-maart 2016 | 1

25


THE FINE ART OF PRINTING

WWW.GRAPHIUS.COM Eekhoutdriesstraat 67, B-9041 Gent (Oostakker) +32 9 251 05 75 info@graphius.com

2014.11.14_Advertentie_Graphius_A5-liggend.indd 1

14/11/14 08:55


Column De Klimaatzaak voorjaar 2016

Comedy for the climate Wat heeft het klimaatprobleem met comedy te maken? De problematiek van de klimaatwijziging en het achterblijven van een doortastend Belgisch beleid hieromtrent zijn niet bepaald lachwekkend. Om die reden hebben 10.000 Belgen onder leiding van vzw Klimaatzaak in 2015 een rechtszaak opgestart, de zogenaamde ‘Klimaatzaak’. Het is een rechtszaak die onze politici ertoe wil verplichten hun beloften na te komen die ze in allerlei internationale akkoorden eerder vastgelegd hebben. Klimaatzaak eist concreet dat de Belgische overheden al het nodige zullen doen om de CO2 - uitstoot tegen 2020 tenminste met 25 procent te doen verminderen ten opzichte van 1990. Dit is mogelijk en ook absoluut nodig om - zoals eerder door onze eigen politici afgesproken - bij te dragen in de wereldwijde ambitie om de aarde met niet meer dan 2°C te laten opwarmen. Om deze rechtszaak alle slaagkansen te geven, organiseert vzw Klimaatzaak drie benefietavonden met onze beste stand-up comedians! En zo kan er toch nog gelachen worden met maar vooral ook voor - het klimaat!

Win tickets ecoTips Comedy show (in Leuven)

geeft voor elke For The Climate Antwerpen, Gent en een duoticket weg

Maar liefst elf comedians scharen zich tijdens deze drie avonden in maart achter de Klimaatzaak, en zullen het schoon weer maken in Antwerpen, Gent en Leuven. Elke avond zal anders zijn wegens wisselende samenstellingen, maar de verschillende line-ups staan garant voor drie avonden met scherpe comedy en een kritische blik op politiek en samenleving. Tickets kosten 27 euro (inclusief reservatiekosten) en de opbrengst van Comedy For The Climate gaat integraal naar de werkings- en proceskosten van de Klimaatzaak. Waar en wanneer?  Zondag 13 MAART – ARENBERGSCHOUWBURG, ANTWERPEN: Alex Agnew – Wim Helsen – Xander De Rycke – Kamal Kharmach – MC Bart Cannaerts  Woensdag 16 MAART – CAPITOLE, GENT: Alex Agnew – Wouter Deprez – Els De Schepper – William Boeva – Piet De Praitere – MC Bart Cannaerts  Maandag 21 MAART – HET DEPOT, LEUVEN: Alex Agnew – Wim Helsen – Freddy De Vadder – Piet De Praitere – Xander De Rycke – MC Sven De Leijer

Stand van zaken Klimaatzaak Het ziet er naar uit dat de Klimaatzaak eindelijk echt van start kan gaan in het voorjaar van 2016. Nadat eerder de Franstalige rechtbank van eerste aanleg het verzoek van het Vlaams Gewest om de procedure te splitsen en in het Nederlands te behandelen al afgewezen had, bevestigt nu ook de arrondissementsrechtbank dat vzw Klimaatzaak de procedure juist heeft opgestart en dat ze de taalwetgeving correct heeft toegepast. Het vonnis van deze arrondissementsrechtbank kwam begin februari binnen. De mensen van Klimaatzaak hopen dat ze nu dus snel kunnen beginnen met de grond van de zaak, namelijk het falende klimaatbeleid. De procedurele vertraging die het Vlaams Gewest veroorzaakt heeft, is nu van de baan. Deze procedurele maneuvers bevestigen in feite nog meer het hele punt waarom de Klimaatzaak in de eerste plaats werd opgestart: onze overheden slagen er niet in om in onderling overleg iets wezenlijks te realiseren op vlak van het klimaat!

Tickets bestellen kan via klimaatzaak.eu/nl/comedy-for-the-climate

Surf voor 10 maart naar http://buff.ly/1QfvGsW en neem deel

februari-maart 2016 | 1

27


Bedrijf Global 100 Most Sustainable Corporations in the World

Twaalf topcriteria voor duurzaam ondernemen Tekst: Guido Redant Beeld: Dreamstime In januari 2016 publiceerde Climate Action Programme, in samenwerking met de United Nations Environmental Programme (UNEP) de lijst van de Global 100 Most Sustainable Corporations in the World, zoals opgesteld door het Canadese adviesbureau Corporate Knights. Interessant! De ‘Global 100’ selectieprocedure van Corporate Knights begint elk jaar op 1 oktober. Dan wordt ‘de arena’ vastgelegd. In 2015 bestond die uit 4.353 bedrijven met een beurswaarde groter dan 1,8 miljard euro. Alle kandidaat-bedrijven worden onderworpen aan een viervoudige screening. Wie daar goed uitkomt, wordt op de Global 100 Shortlist geplaatst. De bedrijven op de shortlist worden daarna beoordeeld op een aantal Key Performance Indicators of KPI’s, specifiek voor hun sector (NACE - Statistical Classification of Economic Activities in the European Community of GICS - Global Industry Classification Standard). De bedrijven die best scoren binnen hun sector, komen op de lijst van Global 100 finalisten.

De Global 100 Index tenslotte, wordt berekend door het Duitse ratingbureau Solactive. Hun berekening is gebaseerd op twaalf ‘duurzaamheidsindicatoren’, waaronder:

Top tien duurzame bedrijven 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

BMW - Duitsland (autosector) DASSAULT SYSTEMES - France (software) OUTOTEC – Finland (bouw & engineering) COMMONWEALTH BANK OF AUSTRALIA (bank) ADIDAS – Duitsland (textiel & luxegoederen) ENAGAS – Spanje (gasvoorziening) DANSKE BANK – Denemarken (bank) STARHUB – Singapore (telecommunicatie) RECKITT BENCKISER GROUP – UK (huishoudproducten) CITY DEVELOPMENTS – Singapore (vastgoed)

(bron: 2016 Global 100 Most Sustainable Corporations in the World index – Corporate knights)

28

""de inkomsten die het bedrijf genereert per eenheid verbruikte energie; ""de verhouding van het loon van de CEO ten opzichte van het gemiddeld arbeidersloon; ""het percentage belastingen dat betaald werd En de winnaar is In de 2016 Global 100 Most Sustainable Corporations in the World staat BMW op de eerste plaats. Op de tweede plaats staat het Franse softwarebedrijf Dassault Systèmes, onmiddellijk gevolgd door het Finse engineeringbedrijf Outotec. De Commonwealth Bank of Australia en de Duitse sportreus Adidas vervolledigen de Top 5. Toby Heaps, CEO van Corporate Knights stelt: “Global 100 bedrijven hebben grote ambities en presteren goed op een breed spectrum van indicatoren.


Bedrijf De twaalf finale duurzaamheidsindicatoren  Energie-efficiëntie Berekening: omzet / energieverbruik (euro/gigajoules)  Koolstof-efficiëntie Berekening: omzet / broeikasgas-emissies (euro/broeikasgas protocol Scopes 1 +2)  Water-efficiëntie Berekening: omzet /waterverbruik (euro/m3)  Afval-efficiëntie Berekening: omzet /niet-gerecycleerd/herbruikt afval (euro/m3)  Innovatiecapaciteit Berekening: uitgaven onderzoek & ontwikkeling/ inkomsten  Percentage belastingen betaald Berekening: betaalde belastingen/ EBITDA  CEO versus gemiddelde loonkost Berekening: totaal CEO-loon/(totale loonkost / aantal werknemers)  Pensioenfondsregelingen Berekening: (pensioen voordelen – pensioen bijdrages) / totaal activa  Veiligheidsprestaties Berekening: aantal arbeidsongevallen (absoluut) en aantal incidenten met tijdsverlies (per 200.000 werkuren)  Personeelsverloop Berekening: aantal jobverlaters / gemiddeld aantal werknemers

Door hun streven om van de wereld een betere plaats te maken, willen mensen graag bij hen werken, bij hen kopen, in hen investeren op langere termijn.” Dat het Duitse BMW steeg van nummer zes (in 2015) naar de eerste plaats (in 2016) heeft vooral te maken met de inzet voor efficiënt watergebruik, efficiënt energie- en afvalmanagement. Het bedrijf scoorde ook hoog door verantwoordelijkheden op te nemen op het vlak van belastingen betalen, investeringen in innovatie, laag personeelsverloop en lage CEO-versus-gemiddeld-werknemersloon verhouding. Op de lijst staan negentien Amerikaanse bedrijven, elf Franse en tien Skandinavische ondernemingen. Canada en het Verenigd Koninkrijk hebben elk negen bedrijven in de lijst. Vier ondernemingen komen uit Singapore. Meer info: www.climateactionprogramme.org/ news/worlds_top_100_sustainable_ companies_announced

 Managementdiversiteit Berekening: vrouwelijke vertegenwoordiging in de raad van bestuur en in de directieraad  Koppeling verloning/duurzaamheid Berekening: mechanismen die de bestuurdersvergoeding koppelen aan de duurzaamheidsprestaties van de onderneming

www.corporateknights.com/reports/ global-100/2016-global-100-results-14533333

(bron: 2016 Global 100 Most Sustainable Corporations in the World index– Corporate knights)

ecoPOLL deze maand Plant jouw bedrijf in 2016 investeringen in duurzame technieken, duurzaam management of eco-uitrusting? Laat het weten aan ecoPOLL via

www.milieumagazine.be/ecopoll

februari-maart 2016 | 1

29


Mobiliteit Hoe duurzaam was het afgelopen autosalon

Mijn wagen, mijn vrijheid, mijn duurzaamheid? Tekst: Hilde De Wachter

Beeld: Hilde De Wachter, Nissan, BMW, Dreamstime

Van 14 tot 24 januari vond het 94ste autosalon plaats in Brussel. ecoTips ging langs om te kijken of er van enige duurzame insteek sprake was bij de constructeurs. En wat bleek: bij heel wat constructeurs waren de meer duurzame alternatieven van de traditionele benzine- en dieseluitvoeringen te bekijken. We wilden dus heel graag weten of er veel interesse van de professionele bezoekers was. Zo veel verschillende modellen Wat allereerst opvalt, is dat de keuze van uitvoering er niet eenvoudiger op wordt. Naast de gewone benzine- en dieselwagen, kun je nu kiezen uit een volledig elektrische wagen, een hybride, een plug-in hybride, een wagen op waterstof of op CNG. De technologie is er dus klaar voor. Nu de markt nog! Een aantal constructeurs wees op de invloedsfactoren die buiten hun mogelijkheden liggen. De keuze van de klant op vlak van mobiliteit wordt in de eerste plaats bepaald door de plaats waar hij woont, de aanwezigheid van goeie

Nissan 2016 Leaf 30 kWh en onderhouden wegen, de alternatieven voor de auto, vlot en toegankelijk openbaar vervoer, de aanwezigheid van voldoende parkings enzovoort. En die keuzes zullen ook zijn keuze voor deze of gene technologie bepalen. Het mobiliteitspakket zal er voor elke gebruiker anders uitzien want elke situatie is anders. Zo is elektrisch rijden een interessant alternatief voor mensen die een gestructureerd leven leiden en elke dag dezelfde afstand afleggen. Als woon-werkverkeer bijvoorbeeld. Je moet immers op tijd laden en weten waar je kunt laden. Ook in de stad is elektrisch rijden een alternatief. Maar waar ga je laden als je in de stad woont en geen garage hebt? Leg je dan een verlengdraad uit je raam tot aan je auto? Waarschijnlijk niet! Anderzijds zijn ook de dure luxewagens in trek, zoals de elektrische versie van de Porsche Cayenne en de Tesla. CEO’s geven niet om de extra kostprijs van zo’n wagen en fiscaal zijn ze erg interessant. Maar of dat nu de bedoeling is van de fiscale vergroening? De constructeurs gaan er alleszins van uit dat er meer dan één duurzame technologie zal overblijven.

30

Wat brengt de toekomst? Over de technologieën die zullen overleven, zijn de constructeurs het niet eens. Bij Volkswagen klinkt het als volgt: “De toekomst is elektrisch maar deze keuze is momenteel nog duur. Klanten kiezen toch meestal in functie van hun budget. Als transitie kiezen we voluit voor CNG.” Ook bij Nissan zetten ze volop in op de elektrische wagen. Nissan was trouwens de constructeur die tijdens het salon volop de kaart van de duurzame wagen trok. De andere constructeurs hadden wel allemaal duurzame alternatieven tentoongesteld, maar het animo daarvoor was niet overal even groot. Bij de meesten zien we trouwens de traditionele modellen waarvan een duurzamer versie gemaakt wordt. Er zijn maar een paar constructeurs die echt een nieuw duurzaam model maken. Bij Nissan geven ze acht jaar garantie op de batterijen. Dat wil zeggen dat ze volop geloven in de elektrische wagen. De actieradius van de elektrische


Mobiliteit wagen is momenteel 200 tot 300 kilometer. Nog beperkt maar doenbaar voor korte afstanden. Volvo daarentegen zet in op de hybride wagens. Voor Mercedes is waterstof de toekomst. In 2017 komt hun eerste waterstofwagen op de markt. Elektrisch rijden is voor hen de overgang naar waterstof. En blijven inzetten op het verbeteren van de conventionele uitvoeringen, blijft belangrijk. Toch zien zij ook dat klanten nog geen vragende partij zijn.

werkers overschakelt naar een duurzamer pakket. Dikwijls zit er daarin de mogelijkheid om je elektrische wagen tijdens de vakantie om te ruilen voor een grote wagen, om mee op vakantie te gaan. Maar wie gaat er een stock aan gezinswagens beschikbaar houden, die maar twee maand per jaar gebruikt worden?”

succes geweest. Bovendien is het openbaar vervoer er erg goed geregeld. Maar je hebt een consistent beleid nodig om vooruitgang te maken, klinkt het in koor. “Nu zijn er drie verschillende elektrische aansluitingen mogelijk. Welke laadinfrastructuur ga je dan zetten? Momenteel moet je ze alle drie voorzien.

Voor transporttoepassingen wijzen de verschillende constructeurs nog steeds naar de vrachtwagen op diesel, naast de CNG-toepassing wanneer deze nog aan vermogen zou kunnen winnen. Weinig animo in bedrijven Gevraagd naar de interesse van bedrijven om hun vloot te verduurzamen, zijn de constructeurs unaniem: “Er zijn een aantal voorlopers die bewust omschakelen. Maar verder is er weinig interesse. Ze zijn er gewoon niet mee bezig. Een aantal bedrijven experimenteert met mobiliteitspakketten, waarbij de werknemer zelf bepaalt welke oplossingen hij kiest. Elke oplossing heeft een aantal punten. Kies je voor een bedrijfswagen, dan zijn alle punten meteen op. Maar

BMW i3 Soms wordt er met een vermanende vinger naar de bedrijfswagens gewezen omdat het een grote groep wagens omvat die te traag verduurzaamt. Maar dat kan ook een voordeel zijn: wanneer het beleid specifiek inzet op de vergroening van de bedrijfswagens, is de impact ook meteen groot.

Er is vandaag nog altijd weinig animo in bedrijven, om de

bedrijfswagens te verduurzamen

je kunt ook combinaties maken, bijvoorbeeld door een abonnement op het openbaar vervoer te nemen, samen met een elektrische fiets en nog andere voordelen. De vraag is of deze pakketten nog realiseerbaar zijn wanneer de meerderheid van de mede-

In Noorwegen promootte het beleid consequent de elektrische wagen. En met succes!” Waarom overschakelen naar CNG? Eén van de duurzame brandstoffen die in opmars zijn, is CNG (Compressed Natural Gas). Voorafgaand aan het autosalon kondigde de NGVA (de National Gas Vehicle Association) samen met Minister Turtelboom een premie aan bij de aankoop van een aardgaswagen: 1.000 euro voor de particulier en 500 euro voor een bedrijf. Daar bovenop krijgen CNG-wagens een vrijstelling van de belasting op in verkeersstelling (BIV) en tot 2020 betalen ze geen verkeersbelasting. Dat het initiatief aanslaat, is duidelijk. De premies in Vlaanderen zijn al uitgedeeld voor dit jaar. In Brussel en Wallonië

Voorbeelden uit andere landen

Gevraagd naar de goeie voorbeelden uit andere landen, komen Japan en Noorwegen ter sprake. In Japan is elektrisch rijden veel meer ingeburgerd. Dieselauto’s zijn er nooit een

februari-maart 2016 | 1

31


Mobiliteit zijn er nog wel beschikbaar. Maar waarom is CNG een interessant alternatief? Mark Pequeur, docent autotechnologie van de Thomas More Hogeschool, legde dit uit tijdens het CNG-event op 22 december 2015, op de campus in Sint-Katelijne-Waver. “Doorheen de geschiedenis zijn we geëvolueerd van het gebruik van grote koolstofmolecules naar kleinere koolstofmolecules. Volgens mij is aardgas de laatste fase in het gebruik van koolwaterstoffen als brandstof. Met 1kg diesel en benzine kunnen we minder energie opwekken dan met 1kg aardgas. Dit is belangrijk in het kader van CO2-emissie en het halen van de klimaatdoelstellingen. De meeste aardgasvoertuigen vandaag zijn nog een combinatie van benzine en aardgas. Toch is dit technisch niet noodzakelijk. Maar voor mensen die moeten wennen aan een andere brandstof, heeft de aanwezigheid van een benzinetank een geruststellend effect. Val je zonder gas, dan kun je nog altijd verder op benzine. De actieradius van een aardgaswagen is momenteel 400 tot 500 kilometer. Wat CO2-uitstoot betreft, boeken we met aardgas een serieuze winst: 24 tot 30 procent minder uitstoot. Indien we dan nog kunnen overschake-

De vertegenwoordigers van de CNG-sector samen met Minister Turtelboom len op biomethaan, dan zijn we helemaal goed bezig. Ook de stikstofoxide uitstoot daalt drastisch, met meer dan 70 procent. En de uitstoot van fijn stof vermindert met 95 procent. Maar er zijn ook kanttekeningen te maken: zo is de uitstoot van koolstofmonoxide wel hoger. Bovendien moeten we heel sterk toekijken op het voorkomen van methaanslip. Dat is het onbedoeld vrijkomen van methaan in de atmosfeer. Methaan is immers een sterk broeikasgas. En bij vrachtwagens zijn de voordelen van het gebruik van CNG lager dan bij personenwagens.

Een goeie aanpak van de markt leidt tot goeie resultaten. In Duitsland hebben ze dat goed gedaan. Daar rijden zo’n 100.000 wagens op CNG rond, hier een 1.000-tal. In Italië doen ze nog beter: bijna 900.000 voertuigen op aardgas rijden daar rond. Kijken we wat verder weg, dan rijdt 61 procent van de wagens in Bangladesh op aardgas, 30 procent van de Armeense wagens en 26 procent van de wagens in Pakistan. Grote vloten kunnen dus rijden op aardgas. En economisch is er geen reden om het niet te doen: aardgas is gewoon goedkoper dan diesel.”

Op CNG rijden =

minder uitstoot van CO2 ,

fijn stof en stikstofoxide

Docent Mark Pecqueur tijdens het CNG-event in Sint-Katelijne-Waver

32


KORT En de winnaars zijn ....

Belgian Business Awards for the environment uitgereikt

Goedkoper én goed voor het milieu Kies voor rijden op aardgas

Deze Belgian Business Awards belonen bedrijven die hebben uitgeblonken door prestaties en/of een bijzondere actie inzake duurzaam ondernemen, en meer specifiek in ecotechnologie of milieustrategie. Solvay behaalt de eerste prijs, dankzij zijn analyse-instrument dat Sustainable Portfolio Management (SPM) wordt genoemd. De jury werd bekoord door het geïntegreerde karakter van de aanpak. De ecologische impact van alle activiteiten van het bedrijf wordt gemeten. Activiteiten die verenigbaar blijven met de algemene doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling, worden gepromoot. Activiteiten die oplossingen voor bestaande problemen aanreiken, worden meer ontwikkeld. De tweede plaats gaat naar REstore. Deze onderneming, die Antwerpen als thuisbasis heeft, is een energietechnologiebedrijf. Op elk moment moet de door de verbruikers gebruikte elektriciteit (de vraag) gelijkwaardig zijn met de elektriciteit die wordt opgewekt door de producenten. In plaats van meer elektriciteit te produceren, maakt Flexpond, het systeem dat door REstore werd ontwikkeld, het mogelijk om in geval van grote vraag bepaalde industriële sites of gebouwen te ontlasten om het net in evenwicht te brengen. Op de derde plaats staan met een ex aequo FRX Polymers en Bekaert. FRX Polymers heeft een brandwerend polymeer ontwikkeld op basis van fosfor. Dankzij deze ecologische innovatie ontsnapt het product door een plastiek mettertijd niet in het milieu en behoudt het zijn eigenschappen. Bekaert ontwikkelt en vervaardigt staaldraden voor verschillende toepassingen, met als doel de milieu-impact van zijn procedures en producten te verminderen. Onder andere door rubberbestanddelen zonder kobalt draagt Bekaert bij aan de duurzaamheid van de auto-industrie.

Verduurzaam uw vloot samen met DATS 24:

02 363 51 52 sales@dats24.be

Uiteindelijk heeft de jury ook besloten de prijs voor ‘jong talent’ te geven aan Do-eat, een jonge onderneming uit Louvain-la-Neuve die eetbare verrines maakt. MEER INFO: vbo-feb.be/nl-BE/Nieuws/Press-Releases/Solvay-wint-de-Belgian-Business-Awards-for-the-environment


Bedrijf Sustainability: met ‘clean technology’ naar een ‘clean world’

Nieuwe richtlijn niet-financiële informatie op komst Tekst: Guido Redant Beeld: Dreamstime Steeds meer bedrijven maken werk van de publicatie van een duurzaamheidsrapport. Voorlopig doen ze dit nog op vrijwillige basis. Met de Europese Richtlijn 2014/95/EU omtrent niet-financiële informatie of NFI, zou daarin wel eens verandering kunnen komen. Althans, dat verwacht Nicolas Bernier-Abad, EG Policy Officer aan het directoraat-generaal Financial Stability, Financial Services and Capital Markets Union (FISMA).

daarvoor is de onduidelijkheid die er heerst over de implementatie in onze eigen wetgeving. Reden tot bezorgdheid? Afhankelijk van de criteria die elke lidstaat zal hanteren bij de implementatie van de richtlijn, kan de scoop aan bedrijven waarvoor de regelgeving straks misschien verplichtend wordt, variëren van enkel grote ondernemingen (> vijfhonderd werknemers) tot ook de middelgrote ondernemingen. Een van de grootste bezorgdheden betreft de kostprijs, verbonden aan het genereren van niet-financiële informatie.

De Europese Richtlijn 2014/95/EU stuurt erop aan dat bedrijven ook niet-financiële informatie opnemen in hun jaarverslag. Ze doelt daarmee vooral op gegevens met betrekking tot: ""milieuzaken ""sociale en werknemersaangelegenheden ""respect voor de rechten van de mens "" anti-corruptie en omkooppraktijken ""diversiteit in de directieraden

Hoewel de richtlijn geen echte verplichtingen inhoudt, is ze toch behoorlijk concreet voor wat betreft de praktische invulling. Daarvoor wordt onder meer verwezen naar de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de internationale norm ISO26000 en UN Global Compact. UN Global Compact is een bedrijfsplatform dat ondernemingen ertoe wil aanzetten om de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties Environmental Programme (UNEP) actief op te nemen in hun managementstrategie rond ontwikkeling, innovatie en partnership. Ook al is het zo dat de richtlijn zich in eerste instantie richt tot grote (lees: beursgenoteerde) bedrijven, toch zorgt de ontwerptekst voor enige onrust in het bedrijfsleven en bij de werkgeversorganisaties. Aanleiding

34

Is dit voor een groot bedrijf nog een haalbare inspanning en kost, voor middelgrote ondernemingen spelen dit soort investeringen een belangrijke rol in hun competitiviteit terwijl het voor kleine ondernemingen zelfs een financiële strop zou kunnen zijn. Net als bij de Europese 20/20/20-objectieven, dient er een lijn getrokken te worden tussen een level-playing-field (of grofweg: iedereen gelijk voor de wet) enerzijds en gold-plating (zich opwerpen als voorloper) anderzijds. Waar die lijn precies komt te liggen, zal mee bepaald worden door het soort informatie, het soort gegevens, het soort parameters dat verwacht wordt. Waarover rapporteren Behalve het al dan niet verplicht worden van een duurzaamheidsrapport, hangt er uiteraard veel af van de verwachtingen over de inhoud van zo een rapport. Pionier op dit vlak is het Global Reporting Initiatieve (GRI) en de G4 handleiding en richtlijnen die hiervoor bestaan. Door gebruik te maken van een standaardformaat als G4, kunnen bedrijven op een objectieve en


Bedrijf vergelijkbare manier verslag uitbrengen over de impact van hun activiteiten op sociaal, economisch en ecologisch vlak (people - profit - planet). De grootste verdienste van GRI is dat de gegenereerde informatie dermate gestandaardiseerd is, dat zij voor aandeelhouders en externe investeerders bruikbaar is om opportuniteiten en risico’s te kunnen inschatten, zowel voor kleine als grote bedrijven, over de sectoren heen en wereldwijd. Absolute betrouwbaarheid van het duurzaamheidsverslag kan verder gewaarborgd worden, door de gerapporteerde gegevens te laten verifiëren door een extern organisme. Key Performance Indicators Echte kwantitatieve vergelijkbaarheid van de prestaties van verschillende bedrijven, kan echter enkel bereikt worden wanneer alle bedrijven ook dezelfde parameters hanteren. Het is geen evidente opdracht om parameters te definiëren waarmee een industriële houtzagerij bijvoorbeeld vergeleken kan worden met een chemisch bedrijf. Meer nog: het is al niet gemakkelijk om binnen één sector criteria te hanteren die rekening houden met het specifieke van elke onderneming en toch algemeen genoeg om vergelijkbare informatie te verschaffen. Het definiëren van geschikte KPI’s wordt dan ook een belangrijk onderdeel in de omzetting van de Europese Richtlijn 2014/95/EU. De FOD Economie bekijkt de mogelijkheid om KPI’s per sector op te stellen. Het bedrijfsleven zelf daarentegen - zo blijkt uit een rondvraag die het VBO deed bij verschillende federaties - vindt het niet echt een haalbare piste om voor elke subsector aparte KPI’s te ontwikkelen. Toch bestaan er meerdere mooie voorbeelden van sectoroverschrijdende key performance indicator sets. Kwalitatief versus kwantitatief Het Canadese Corporate Knights bijvoorbeeld, ontwikkelde een set van twaalf kwantitatieve parameters om uit meer dan vierduizend potentiële kandidaten een TOP 100 Sustainabili-

ty te selecteren. De correlatie tussen de kwantitatieve, globale parameterset van Corporate Knights en de vooral kwalitatieve criteria die Vlaanderen hanteert op lokaal vlak, is op zijn minst interessant. Al zijn de tien thema’s die gehanteerd worden in het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen (WCDO) misschien minder kwantitatief, toch vormen ze een coherent referentiekader waarmee ondernemingen, ook kleine ondernemingen, kunnen communiceren op welke manier zij gestalte geven aan het concept duurzaamheid en daarbij invulling geven aan hun streven naar continue verbetering, zoals blijkt uit de vergelijkende Tabel 1.

grotendeels gelijke tred houden met de eerder geciteerde criteria. Of de zeventien doelstellingen van de UN deze keer wel gehaald worden (in tegenstelling tot de eerdere verwaterde millenniumdoelstellingen), is sterk afhankelijk van de concrete invulling die bedrijven eraan kunnen geven. UNEP zelf geeft alvast een degelijke voorzet, door elke doelstelling (GOAL) te vertalen in een aantal objectieven, die op hun beurt verder geconcretiseerd worden in specifieke indicatoren.

Prestatie-indicatoren KWANTITATIEVE (corporate knights)

KWALITATIEVE (WCDO)

 Energie-efficiëntie

1 Klimaatverandering en Energie

 Koolstof-efficiëntie

2 Ketenbeheer

 Water-efficiëntie

3 Kwaliteit van de directe leefomgeving

 Afval-efficiëntie  Innovatiecapaciteit  Belastingenpercentage  Relatief CEO-loon  Pensioenfondsregeling

 Duurzame logistiek en mobiliteit en Ketenbeheer  Duurzaam investeren, aankopen en product- en dienstontwikkeling

 Veiligheidsprestaties

 Behoorlijk bestuur Corporate Gov.

 Personeelsverloop

 Behoorlijk bestuur Corporate Gov

 Managementdiversiteit  Loon/duurzaamheid

Sustainable Development Goals SDG Naast het Global Reporting Initiative GRI, de tien thema’s van het West-Vlaamse Charter Duurzaam Ondernemen en de twaalf criteria van de TOP 100 Most Sustainable Corporations, ontwikkelde ook het United Nations Environmentel Programme een set van zeventien doelstellingen die

 Mensvriendelijk ondernemen  Risicobeheersing  Mensvriendelijk ondernemen en Communicatie en dialoog  Mensvriendelijk ondernemen  Behoorlijk bestuur Corporate G governance en Maatschappelijk engagement

februari-maart 2016 | 1

35


Bedrijf Besluit Nu Europa er bij het bedrijfsleven op aandringt om ook niet-financiële informatie in het jaarverslag op te nemen, is de nood aan een objectief, accuraat en vergelijkbaar communicatiesysteem noodzakelijk. Terwijl overheden en beleidsmakers zich oriënteren op globale ‘sustainable development goals’, kunnen grote, middelgrote én kleine bedrijven een relevante bijdrage leveren door te werken met meer specifieke prestatie-indicatoren die, naargelang het gestelde doel zowel kwalitatief als kwantitatief kunnen zijn. Omdat de globale doelstellingen van UNEP, de competitieve parameters van een global TOP100 en de aandachtspunten van plaatselijke initiatieven als het Charter Duurzaam Ondernemen met de neus in dezelfde richting staan, is elke bijdrage aan een beter milieu ook een bijdrage tot een betere wereld. Met clean tech naar een clean world. Europa zoekt jou Europa lanceert een ‘call for ideas’ om een Europese Innovatie Raad op te zetten, om zo Europa’s veelbelovende innovators te ondersteunen. Via onderstaande link krijg je meer informatie en kun je een bevraging invullen over jouw ideeën daarover. Mis deze kans niet! ec.europa.eu/research/index.cfm?pg=newsalert&year=2016&na=na-160216&utm

VOORBEELD SDG GOAL 6 - CLEAN WATER AND SANITATION TARGETS: 6.a Developing countries water/sanitation expand capacity support 6.b Support participation local communities water 6.1 Achieve aceess safe drinking water orall 6.2 Access equitable sanitation/hygiene 6.3 Improve water quality 6.4 Increase water-use efficiëncy 6.5 Implement Integrated Water Resources Management (IWRM) at all levels 6.6 Protect & restore water-related ecosystems Elke target wordt verder vertaald in een aantal indicatoren. Een voorbeeld: TARGET 6.3 -verbetering van de waterkwaliteit INDICATORS: 6.3.1 percentage afvalwater dat behandeld wordt 6.3.2 percentage ontvangende waterlichamen met een goede waterkwaliteit (risicovrij) 6.3.3 dood of ziekte door verontreinigde binnen- of buitenwateren 6.3.4 percentage van de bevolking dat niet bedreigd wordt door polluenten 6.3.5 waterkwaliteitsindex 6.3.6 jaarlijks nationale productie en verbruik van specifiek geselecteerde chemicaliën

36


MEER INFO – INTERESSANTE LINKS www.sustainabilityreports.be/

Bedrijf DE ZEVENTIEN SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS VAN HET UNEP  End poverty in all its forms everywhere

ec.europa.eu/finance/company-reporting/non-financial_ reporting/index_en.htm

www.unglobalcompact.org/ http://www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-development-goals/

 End hunger, achieve food security and improved nutrition and promote sustainable agriculture`  Ensure healthy lives and promote well-being for all at all ages  Ensure inclusive and quality education for all and promote lifelong learning  Achieve gender equality and empower all women and girls  Ensure access to water and sanitation for all  Ensure access to affordable, reliable, sustainable and modern energy for all

www.globalreporting.org

www.corporateknights.com/ reports/global-100/

 Promote inclusive and sustainable economic growth, employment and decent work for all  Build resilient infrastructure, promote sustainable industrialization and foster innovation  Reduce inequality within and among countries  Make cities inclusive, safe, resilient and sustainable

www.charterduurzaamondernemen.be/provincie/ west-vlaanderen

www.un.org/sustainabledevelopment/sustainable-development-goals/

uneplive.unep.org/portal#.VsGMgnThDVo

 Ensure sustainable consumption and production patterns  Take urgent action to combat climate change and its impacts  Conserve and sustainably use the oceans, seas and marine resources  Sustainably manage forests, combat desertification, halt and reverse land degradation, halt biodiversity loss  Promote peaceful and inclusive societies for sustainable development, provide access to justice for all and build effective, accountable and inclusive institutions at all levels  Revitalize the global partnership for sustainable development

februari-maart 2016 | 1

37


Column Mario Fleurinck over ontwrichting

De kracht van vernieuwing, zonder confrontatie Of ik eens een column over ontwrichting wou schrijven? Een vraag die me geregeld wordt gesteld, mensen zijn altijd benieuwd naar de elementen van verandering of wat het hen kan opleveren. Doen is leuk, en zeker wanneer de nood tot doen groot is en de return erop laag. Ik hou niet van de benaming ontwrichten of disruption en haal er steeds het beeld bij van een ontwrichte schouder, bedenk daar maar eens iets positiefs bij, moeilijk, niet? Ik geloof meer in de kracht van vernieuwing in evenwicht met de bestaande stroming, daarom niet in lijn of volgend maar zonder confrontatie. Actuele discussies en thema’s duiden snel waar het bij mij om gaat. Wat kan technologische vooruitgang betekenen voor de alledaagse problemen: brick and mortar of hoe kan digitalisering bijdragen tot het optimaliseren en herwaarderen van onze openbare infrastructuur? Neem nu de tunneldiscussie en de mogelijkheden van digitale platformondernemingen zoals Uber, Lyft, Quirky, Airbnb, Taskrabbit, RelayRides, enzovoort, om daar oplossingen rond te verzinnen. De platformondernemingen zijn instrumenten van de digitale economie en worden daarenboven veelal als spelers in de deeleconomie gezien. Een realiteit die er niet echt is. Een wegenin-

frastructuur laat toe om groeiende bewegingen te managen maar creëert geen marktoplossingen, ze staat ten dienste van. Hoe kunnen we door de platformondernemingen te gebruiken, waarde toevoegen in de lokale economie, in de wetenschap dat de oplossing via een platform gedeeld kan worden met andere gebruikers. Dat we deze analyse anno 2016 maken is

ming in het algemeen belang. Maar meer nog handelen we in de digitale economie steeds vaker boven de hoofden van de soevereine staat waartoe we behoren, niet moedwillig, wel omdat het ons makkelijk gemaakt wordt. Steeds meer wordt duidelijk dat digitaliseren veel van deze naoorlogse structuur, brick en mortar, onder- en

Continuing to cling to the belief that only free markets and nation states

will resolve our current dilemmas is it is – not as it once was.

verwonderlijk, we wisten dit namelijk tien jaar geleden ook al. De vraag is waarom we dit onvoldoende vastgepakt hebben? We botsen snel op de wetten van de democratie, besluitvor-

later onbenut zal maken. Dat betekent dat we de landing moeten organiseren – en liefst via transformatie - en de vitale functie ervan in het heden niet mogen verwaarlozen. Neem

Wie is Mario Fleurinck? Mario Fleurinck, geboren in 1971, is autodidact serie-ondernemer, vrijdenker/doener, actief in de ontwikkeling van duurzame business modellen en ecosysteem design. Apolitiek en respectvol naar mens, planeet en maatschappij. www.linkedin.com/in/ mariofleurinck

38

naïve. We need to recognize reality as


Column maar de tunnels in Brussel maar evengoed veel andere openbare infrastructuur. Daarom is de combinatie van beide stromingen een gepaste oplossing, de fysieke beperking of toestand van vandaag ombuigen in een winstmodel voor alle gebruikers. De tunnels zijn er een voorbeeld van betonrot, instabiliteit, beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Geen uniek Belgisch probleem, overal ter wereld zijn er gelijkaardige problemen. De oplossingen zijn dus perfecte voorbeelden en targets van ‘glocalized’ business. Wanneer we de oplossing nu benaderen vanuit een duurzaam systeemperspectief is de combinatie treffend. Kruis kennis op vlak van selfhealing concrete – zelf

herstellend beton - met op biomimicry gebaseerde 3D betonprint technologie en voeg er een vleugje self assembly aan toe en de tunnel repareert zichzelf, op microschaal maar met minimale impact op de functie. Een snelle analyse leert dat er met de kruising van vier disciplines al een demonstratie kan gecreëerd worden. De organisatie van het heden kan door een slimme wagen – autonoom – te gebruiken. Hij laveert moeiteloos tussen de werkzaamheden door en verzekert een vlotte doorstroming, zelfs wanneer de tunnel donker blijft. Smartphones melden wanneer we in aantocht zijn en regelen de doorstroming, de mens laat de controle even over

aan een goed geolied systeem. Dan gebruiken we de kracht van technologie om de kleine problemen met mega gevolgen lokaal te remediëren om ze achteraf internationaal te exploiteren. Kruisen van competenties en durven vernieuwen, platform of vanuit een lokale cultuur zijn basisfundamenten van een toekomstgerichte samenleving. Wie weet gebruiken we de tunnels dan over 30 jaar om er voedzame paddenstoelen in te kweken of als buffer bij te snelle stijging van de waterspiegels. Ik ben alvast enthousiast!

KORT Nieuw opleidingsplatform voor duurzame professionals opgericht Wie op zoek is naar de juiste opleiding op vlak van duurzaamheid, als driver van performantie, kan voortaan terecht op het platform CSR CAMPUS.

moeten overtuigd worden van de meerwaarde van duurzaamheid binnen hun specfieke domein. En dit is nu net de doelgroep van CSR CAMPUS: professionals mét interesse voor duurzamheid vanuit elk type organisatie, ongeacht sector en grootte.

Meer en meer organisaties zetten duurzaamheid hoog op de strategische agenda, maar hoe zet je doelstellingen om in performantie en resultaten? Het halen van ambitieuze doelstlelingen vergt nieuwe inzichten en skills op vlak van management van duurzaamheidsdoelstellingen, het integreren van duurzaamheid in processen, systemen en dashboards. Maar ook de meer ‘softe skills’ zoals in dialoog gaan met stakeholders en omgaan met weerstand en verandering, zijn essentieel om successen te behalen.

Dit initiatief krijgt meteen een Europees karakter want de oprichters zijn zowel in België als in Nederland actief. Mede-oprichter Mieke Pieters: “Wij willen een platform waar professionals terecht kunnen voor inzichten, systemen en tools om duurzaamheid sneller en beter te implementeren in organisaties. Iedereen moet duurzaam werken, maar hoe doe je dat als zaakvoerder, MVO verantwoordelijke, aankoper of Facility Manager?”. Dit is precies wat CSR CAMPUS aanbiedt: opleidingen voor professionals in verschillende disciplines die duurzaamheid wensen te implementeren in hun specifieke expertise. “Wij starten de CSR CAMPUS in vier domeinen: MVO en Shared Value, Duurzaam Aankopen, Duurzaam Facility Management en Circulaire Economie. Duurzaamheid begint met een krachtige bedrijfsstrategie maar dan moet het doordringen in de verschillende bedrijfsfuncties,” aldus mede-oprichter Dirk Le Roy. Ook Nederland is vertegenwoordigd, want één van Nederlands meeste gekende duurzaamheidsexperten, Lars Moratis, richt CSR Campus mee op.

Kortom, het investeren in opleiding en ontwikkeling is een goede investering voor organisaties die het stuur in handen willen op vlak van managen van hun ecologsiche en sociale impact. CSR CAMPUS is een antwoord op de behoefte van professionals naar praktijkgerichte opleidingen voor professionals. Niet enkel de CSR manager maar ook andere managers en experten hebben nood aan de juiste handvaten om duurzaamheidsdoelstellingen te integreren in hun dagelijkse werking. De visie en strategie op vlak van duurzamheid begint bij de top, maar vaak zijn het de operationele manageres, de aankopers, facility managers, R&D managers, die

DE OPLEIDINGSKALENDER: www.csrcampus.org

februari-maart 2016 | 1

39


Stad Smart & Sustainable Cities

Sustainable Development Goals (SDG) voor steden Tekst en beeld: Yolan Gielen In december 2015 had er een Action Learning Seminar plaats in Antwerpen, georganiseerd door CIFAL Flanders en Universiteit Antwerpen. Het thema: Smart & Sustainable Cities. ecoTips ging luisteren wat dit in de praktijk betekent voor Vlaanderen. Duurzaamheid bij de Universiteit Antwerpen Prof. dr. Johan Meeusen, Vice-Rector Universiteit Antwerpen (UA) nam de verwelkoming voor zijn rekening. Hij vertelde dat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) ook aan de UA een werk in evolutie is. In het begin gaat het vooral over milieuthema’s en wordt er een milieucoördinator en duurzaamheidscoördinator aangesteld. Maar stelselmatig worden er meer aspecten meegenomen. Dit mondde uit in de plaatsing van duurzame ontwikkeling binnen de kernopdracht van de UA. Deze kernopdracht werd in 2013 opnieuw opgesteld. De UA heeft ook in zijn bedrijfsvoering duurzaamheid en kwaliteit ingebed. Er wordt dus niet enkel onderzoek naar gedaan, maar er wordt ook rekening mee gehouden bij het persooneelsbeleid, bij de catering, bij het aankoopbeleid, enzovoort. In dit opzicht zijn ze als enige onderzoeksinstelling een partnership aangegaan met CIFAL Flanders. Het is daarin belangrijk om naar een win-win situatie te zoeken. De win-win duidt daarbij op de maatschappij, niet op de profit. De UA biedt in het partnership kennis aan maar zal

ook zaken kritisch in vraag stellen, om zo een constructief partnership op te bouwen. Hoe de UA duurzaamheid in de praktijk brengt, vertelden vervolgens Carla Uwents, duurzaamheidscoördinator, Cis Van Den Bogaert, Departementshoofd Onderwijs, en Prof. Dr. Hans Verboven, BASF-Deloitte-Elia Chair on Sustainability. Carla Uwents: “Ik leer de proffen hun licht uit te doen, de studenten hun afval te beheren en iedereen met de fiets te laten komen. De afgelopen jaren hebben we voornamelijk ingezet op duurzame mobiliteit en voedselbeleid. Zo biedt de UA een probeerpas aan, om het personeel aan te zetten om eens te proberen de bus en tram te nemen, in plaats van de auto. Ook voorzien we in elke campus een afgesloten fietsstalling en douches voor de fietsers. Hiermee hebben we zelfs een award gewonnen in 2013. Mijn grote droom: de vele mooie ideeën en toepassingen rond duurzaamheid verbin-

den tot een soort archipel van ideeën.” Vanuit het Departement Onderwijs wijst Cis Van Den Bogaert er op dat hun doelstelling inhoudt dat elke afgestudeerde student op zijn manier een bijdrage kan leveren aan een duurzame samenleving. “Duurzame ontwikkeling wordt daarvoor universiteit breed ingebouwd in het curriculum. Dat inbouwen ziet er anders uit naargelang de onderwijsrichting, maar de bedoeling is wel om dit interdisciplinair te doen.” De droom van Cis: de verschillende faculteiten, de bastions van hun discipline, echt laten samenwerken. Prof. Dr. Hans Verboven van zijn kant laat de studenten kennis maken met de praktijk. Een paar keer per jaar krijgen ze les van een CEO, die hen uitlegt wat er in het bedrijfsleven rond duurzaam ondernemerschap gebeurt. Hij laat studenten projecten rond duurzaamheid uitwerken met KMO’s, om zo te laten zien dat dit echt nuttig kan zijn. “Een vak als ‘Duurzaamheid’ moet

Universiteit Antwerpen licht toe hoe zij duurzaamheid in praktijk brengt

40


Stad eigenlijk overbodig zijn,” vindt Hans. De droom van Prof. Verboven: dat bedrijfsleiders in de toekomst minder gaan vragen “Wat gaat dit kosten?” De taak van CIFAL Flanders Peter Wollaert, Fellow UNITAR en Managing Director CIFAL Flanders, nam vervolgens het woord. Hij lichtte toe wat de taak van CIFAL is. “De VN heeft over de hele wereld een vijftiental trainingscentra die de lokale bedrijven en overheden opleiden rond de teksten en doelen van de VN. Deze opleidingen zijn interactief en op actie gericht: daarom heette het evenement ook een ‘action learning seminar’. De VN beseft dat zaken meer transversaal moeten aangepakt worden. Er gebeurt al veel rond duurzaamheid, maar dit is nog te vaak het werk van intrapreneurs. Wanneer deze intrapreneurs vertrekken, valt het stil. Daarom betrekken ze zo veel mogelijk verschillende stakeholders bij de seminars.” Het specifieke evenement in december had een aantal bestaansredenen:

Technologie kan smart cities en

actief burgerschap

verbinden

""De Antwerpse klimaatweek ""COP 21 in Parijs ""De goedkeuring van de agenda van de Sustainable Development Goals (SDG’s) in 2015 Over de Sustainable Development Goals (SDG) lees je verderop in deze ecoTips een reportage. De focus op het evenement in Antwerpen lag vooral op de elfde doelstelling, de Urban SDG.

Johan Meussen, Vice-Rector Universiteit Antwerpen (UA) De SDG voor steden De Urban SDG is van groot belang. Dit komt door het grote en nog steeds groeiende belang van steden. Ze groeien nog sneller dan aanvankelijk was geschat: in 2050 zal 70 procent van de wereldbevolking in steden leven. Steden zijn dé sleutel om naar een duurzamere toekomst toe te leven. Er zijn al losse initiatieven die door steden ondernomen worden, denk maar aan het burgemeesterconvenant of de fair trade gemeenten. Deze losse initiatieven moeten verbonden worden, en dit kan door middel van het smart city model en door entrepreneurs, die in een stad gemakkelijker ondersteuning kunnen krijgen. Rafael Tuts, Coördinator Urban Planning and Design Branch UN-Habitat, geeft verder duiding bij de Urban SDG. “Steden zouden vooruitgang moeten brengen op veel vlakken, maar we zien dit niet in de praktijk. Steden groeien veel te verspreid, de wijken zijn te gesegregeerd en steden zorgen voor verkeersproblemen en files. De urban SDG, onderverdeeld in tien subdoelstellingen, moet het vertrouwen in de steden terugwinnen en ervoor zorgen dat de vergelijking tussen vooruitgang en verstedelijking terug opgaat. Een belangrijk punt over alle subdoelstelllingen heen is het feit dat het hierin niet enkel de bedoeling

is om duurzame steden te bouwen, maar bestaande steden ook duurzamer te verbouwen. In deze subdoelstellingen zijn er geen termen van de smart city geïmplementeerd, aangezien deze nog vaak onduidelijk en moeilijk zijn op vlak van terminologie. Wat maakt een stad ‘Smart’? En zijn er dan ook ‘Dumb cities’? Volgens Habitat is de klassieke definitie van duurzaamheid nog steeds goed en smart cities kunnen hier zeker in passen, als hulpmiddel.” Habitat zorgt ervoor dat de agenda van de Urban SDG in de praktijk wordt toegepast. Ze vaardigen projecten uit, zoals er nu één in Johannesburg in uitvoering is. Deze stad zal van 4,5 naar 6,5 miljoen inwoners groeien. Er zijn problemen met onder andere segregatie en ongelijkheid. Zij hebben met Habitat een transformatieplan uitgewerkt dat zich richt naar 2040. Projecten als dit zijn grote uitdagingen voor de toekomst. Om deze SDG in goede banen te leiden is er volgend jaar de twintig-jaarlijkse Habitat bijeenkomst in Quito.

februari-maart 2016 | 1

41


Stad Technologie voor steden Kan technologie de steden redden? Als het aan Davor Meersman van iMinds ligt, zeker wel. “Technologie kan smart cities en actief burgerschap verbinden.” Davor zelf staat aan het hoofd van het project ‘City of things’, een samenwerking tussen stad Antwerpen, iMinds, Mobile Vikings én burgers. “iMinds zelf staat voor data gedreven innovatie. Dat kan bijdragen aan een oplossing voor de steden die met steeds minder middelen meer moeten doen, terwijl de eisen van de bewoners stijgen.” De grote trends binnen data gedreven innovatie gaan volgens Davor gepaard met openheid, verbondenheid, granularisatie en servitisatie.

Peter Wollaert, Fellow UNITAR en Managing Director CIFAL Flanders

Indien we steden kunnen verduurza-

men, zal dit een serieuze impact heb-

ben op de mondiale verduurzaming

Openheid handelt over live open data ter beschikking stellen, open innovatie, open hardware, zodat entrepreneurs en innovators gemakkelijk aan nuttige informatie geraken en hiermee aan de slag kunnen. Verbondenheid heeft te maken met het ‘internet of things’ en het altijd ‘aan’ staan van producten, zodat alles en iedereen verbonden blijft. Granularisatie gaat over de individualisering van de productie. Een persoon kan vandaag met gemak een product maken, door

gebruik te maken van de 3D printers in de Fab Labs. Als hij deze producten op een gestandaardiseerde manier maakt, dan zijn ze ook in pakweg Helsinki toepasbaar. Servitisatie ten slotte is misschien wel de bekendste. Daarin zit de overgang van eigenaarschap naar gebruiker zijn. Bezittingen zullen steeds vaker services worden. Een vraag die zich dan stelt: “Zal de bus vervangen worden door de zelfrijdende auto?” Deze kan als continue rijdende taxi mensen heel efficiënt en specifiek vervoeren. De toekomst zal het uitwijzen. Top down of bottom up? De vraag is of trends in de smart city van bovenaf opgelegd zullen worden of van onderuit zullen groeien. Top

42

down is te vergelijken met één zaal waarin allemaal operatoren stedelijke informatie overzien en verwerken. Het probleem is dat de innovatoren en de stad zelf niet aan de informatie kunnen, wat openheid tegengaat. Bottom up vertaalt zich in burgers die zelf initiatieven opstarten, het zogenaamde ‘tactical urbanism’. Een nadeel is dat dit vaak kleinschalig blijft en vergankelijk is. Transities handelen tussen deze twee uitersten. In deze categorie komt het ‘City of things’ project. In dit project werken burgers met partners samen om met technologie nuttige toepassingen te zoeken waar de stad en de burgers zelf gebruik van kunnen maken. Een leuke app die hieruit is ontstaan is het Living Lab. Hierin kunnen mensen elkaar challengen, zaken aanraden en beloningen geven op vlak van duurzaamheid. Tijdens een evenement kunnen mensen van elkaar zien hoe ze daar geraakt zijn en een beloning geven wanneer ze met de fiets of het openbaar vervoer gekomen zijn. De bedoeling is dat ze dan deze punten kunnen inwisselen voor bijvoorbeeld een consumptie in een koffiebar. Zo blijft er een incentive om verder te doen. Nog een nuttige innovatie die al uit dit project is gekomen is de Air quality monitoring. Hierbij worden er sensoren op postbusjes geplaatst om real life de luchtkwaliteit te meten. Het voordeel is dat deze overal komen. Ook zitten er projecten met


Stad drones in de pijplijn, bijvoorbeeld om bij ongevallen snel informatie in te zamelen zodat de gespecialiseerde diensten meteen op de hoogte zijn. Davor besluit dat data creatie ervoor zal zorgen dat beslissingen op stadniveau zullen gemaakt worden op basis van data in plaats van op basis van modellen en projecties. Stadslab 2050 De deelnemers aan het event konden daarna kiezen voor een aantal zoomsessies. Daarin kwamen concrete voorbeelden van duurzame ontwikkeling in en rond steden, aan bod. Eén zo’n project is Stadslab 2050, een Antwerps project dat er mee moet voor zorgen dat Antwerpen tegen 2050 een volledig duurzame stad is. Motto van het project: ‘Durven Duurzaam Experimenteren’. In dit project werken veel verschillende partners samen, om zoveel mogelijk impact te hebben. Omdat uit metingen bleek dat 21 procent van de

Antwerpse emissies uit de tertiaire sector komt, werd dit de eerste target van het stadslab. Het project werkt in cyclussen. De eerste cyclus is reeds uitgevoerd. Een cyclus begint met een ideeën generatie, waaruit dan enkele ideeën geselecteerd worden en voor deze ideeën wordt er een eigenaar gezocht. Deze eigenaar zoekt dan extra mensen om rond dit idee te werken. Deze mensen komen één dag samen in een ontmoetingsruimte, waar met meer dan honderd mensen veertien ideeën worden gekozen. Daar zal rond geëxperimenteerd worden. Vervolgens komt de moeilijkste fase: de projecten loslaten en erop toezien dat ze autonoom voortbestaan. Sommige projecten zijn bijvoorbeeld te moeilijk toepasbaar of stoten op te grote barrières. Zo wilden discotheken niet weten van het leasen van LED lampen, terwijl het toch duidelijk was dat deze energiebesparend en kostenbesparend zijn.

kel klaar te maken voor een duurzame toekomst. Ook het Energieprestatiecontract is een succes. Daarin worden bij renovatie van gebouwen, meerdere, liefst naastliggende gebouwen, samengenomen. Dit leidt tot efficiëntere en effectievere energie renovaties. Wat hebben de deelnemers geleerd uit deze eerste cyclus? Dat ze zeker moeten focussen op pilootprojecten die een golfeffect kunnen veroorzaken. En dat het zeer belangrijk is projecten te kunnen loslaten. De volgende cyclussen staan klaar en de bedoeling is het netwerk te vergroten, om zo dit project naar andere steden te kunnen vertalen. Meer weten? cifal-flanders.org stadslab2050.be

Colruyt aan de andere kant, nam in een nieuwe winkel die ze zullen openen, vijf doelstellingen op, om de win-

Data gedreven innovatie stoelt op openheid, verbondenheid, granularisatie en servitisatie

februari-maart 2016 | 1

43


Column Jef Staes over leren

Stop het onduurzaam ‘Ganzenleren’ Toen ik mijn passie verloor in softwareontwikkeling, werd ik gevraagd om een technisch trainingscentrum op te starten (1988). Een nieuwe uitdaging, een nieuwe start. Wat ik nooit had kunnen voorspellen, was dat deze vraag mijn loopbaan een totaal andere wending zou geven. Van onduurzaam naar duurzaam, zou je kunnen stellen. Nog steeds daag ik mezelf uit om een antwoord te vinden op wat mensen drijft om zichzelf te blijven ontwikkelen, te blijven leren, te blijven innoveren. En deze zoektocht heeft me volgend inzicht gegeven: “Duurzaam werken wordt bepaald door de energie die je krijgt uit wat je doet en niet door de energie die je stopt in wat je doet. Als je alleen energie stopt in je werk of studies en geen energie terugkrijgt, dan ben je onduurzaam bezig.” In een kort interview over onderwijs op het Kennisfestival (Brainport, Eindhoven), dat je via de QR-code op deze bladzijde kunt bekijken, stel ik dat er vier voorwaarden vervuld moeten zijn:

 Je zet in op je talenten. Dit is een levensuitdaging, omdat we onze talenten niet kennen wanneer we geboren worden. Je talenten ken je pas als je dingen veel beter doet dan anderen. Het is je voorbestemdheid. Hoe doe je dat?  Je talenten ontdek je, als je iets doet met echte passie. Zoveel passie dat je wil afzien. Iedereen moet atleet worden in zijn eigen talenten. Je weet dat je echte passie hebt als je zweet, jezelf pijn doet, fouten wil maken, tot het uiterste wil gaan, wil blijven ontdekken. Doe je dit niet, dan ‘fake’ je passie.  Mensen met echte passie leren uit zichzelf. Leren zorgt er immers voor dat je minder moet afzien, omdat je bijvoorbeeld minder fouten gaat maken. Mensen die echt willen leren, leven vandaag in informatie luxe. Via alle mogelijke sociale media kanalen kun je echt snel leren van een netwerk van mensen die even gepassioneerd zijn als jij. Als je deze kanalen vandaag niet gebruikt, heb je eigenlijk te weinig passie in

je job of studies, omdat je niet wil afzien om het beter te doen. De honger om te leren is er niet.  Als je werk stopt in je talenten, en je de passie hebt om af te zien, om het altijd beter te doen, om elk moment te leren en er iets mee te doen, dan word je beter dan diegenen zonder talent of passie. Je beloning is dopamine (google ‘dopamine’ - om te leren). Een stof in je hersenen die vrijkomt op het moment dat je je grenzen verlegt. En dat resulteert in intrinsieke motivatie. Je wordt als het ware verslaafd aan je eigen talenten. Krijg je geen dopamine in je job of studies, dan zit je niet in de ‘groove’ met jezelf. Je geeft meer energie dan je krijgt. Je werkt of studeert onduurzaam. Hoog tijd om van studies of werk te veranderen. Hoog tijd om moedig te zijn. Als je het eens bent met het bovenstaande, dan moeten we durven om een aantal onderwijsorganisaties in vraag te stellen. We moeten durven

Wie is Jef Staes? Jef Staes is keynote spreker, auteur, expert en ondernemer. Zijn innovatieve ideeën over de toekomst van bedrijven en onderwijs, zijn een inspiratiebron voor velen. Met de Engine Of Innovation (EOI) Mindset biedt hij CEO’s en managers een nieuwe innovatiestrategie.

Meer info via www.redmonkey.be Bekijk het interview met Jef via www.youtube.com/watch?v=T7m4fbpcVfk.

44


Column Find the 7 differences Stop passionless education!

Beeld: Dreamstime om disruptief te innoveren. Om deze reden heb ik enkele weken geleden bovenstaande tweet de wereld ingestuurd. Bovenstaande is een aanklacht tegen het huidig onderwijsdenken en het huidig opleidingsbeleid in bedrijven en organisaties. Kinderen en medewerkers hebben nu niet het recht of de mogelijkheden om te leren voor die vakken of jobs die hun

energie geven. Vanuit ons diploma- en functiedenken ontnemen we mensen een basisrecht. Het recht om te werken en te leren in de ‘groove’ met hun talenten. Zonder deze mogelijkheid leren en werken we onduurzaam. Kinderen worden drop-outs en werknemers krijgen een burn-out of hunkeren naar hun pensioen. En dit alles omdat de energie die we moeten stoppen in ons leren of werken niet in verhouding staat met de energie die we terugkrijgen. Dit is een onmenselijke fout in de huidige organi-

satie van werken en leren. Met deze column zet ik het huidige onderwijsdenken en het overgesubsidieerde opleidingsgebeuren (google ‘subsidiedatabank’) op de beklaagdenstoel: Wat jullie doen, is niet het stimuleren van duurzaam leren en werken. Wat jullie doen, is ‘ganzenleren’ … het verplicht infovoeden van kinderen en medewerkers zonder echt rekening te houden met hun echte nood aan duurzaam leren en werken.

Vinçotte biedt u oplossingen rond duurzaamheid, zoals de validatie van GRI-duurzaamheidsrapporten, product environmental footprints en nu ook de validatie van claims rond CO2-neutraliteit. Meer info:

www.vincotte-ess.com // volg ons:

februari-maart 2016 | 1

45 45


Energie Energy saving pioneers

Spreekbuis naar het beleid Tekst: Jonathan Lambregs, Bond Beter Leefmilieu Beeld: Dreamstime Zowel in het gebouwenbestand als in de industrie in België kunnen we nog heel wat winsten boeken door te investeren in energiebesparing. Volgens het Internationaal Energieagentschap biedt energie efficiëntie een waslijst aan voordelen. Deze lijst begint met uitgespaard budget voor bedrijven om te investeren in hun kernactiviteit en gaat tot meer werkgelegenheid in de energie efficiëntie sector.

Aan geld geen gebrek ‘Gebrek aan middelen’ luidt de theorie. Nochtans ‘aan geld geen gebrek’ hoor je op het terrein. Wel is het van belang wat de terugverdientijd van de investering is. Toch blijven ook projecten met ongezien korte terugverdientijden onuitgevoerd. Bij Spirax Sarco weten ze aan hun klanten projecten voor te stellen die op minder dan een jaar zijn terugverdiend. Ook die plannen blijven in de kast liggen.

Veel fruit te plukken Een vaak genoemde studie uitgevoerd door McKinsey&Company, in opdracht van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) becijferde dat België 21 procent meer energie verbruikt in de industrie dan het Europees gemiddelde. Voor residentiele gebouwen is dat verschil maar liefst 72 procent. Die cijfers staan mooi op papier en schitteren in grafieken. Maar duchtig investeren in energiebesparing blijkt geen evidentie. Energy Saving Pioneers identificeert vier belangrijke belemmeringen.

Schoenmaker, blijf bij je leest Geld kent prioriteiten. Als een onderneming vers kapitaal heeft of vrij kan maken, investeert ze die verse middelen liefst in de kernactiviteit, niet om op latente kosten te besparen zoals bijvoorbeeld het energieverbruik. Vergelijk het met je vrijdagavondplannen. Als je afgelopen maand goed geboerd hebt, ga je toch liever op restaurant dan een avondje de gsm-factuur uit te spitten om over te schakelen naar een nieuwe operator? In grotere ondernemingen liggen de kaarten anders. Daar is het energiege-

bruik van een andere grootte orde wat maakt dat het plots wel een kerntaak wordt. Er wordt een energiemanager aangesteld die op zoek gaat naar manieren om het energiegebruik in de onderneming te optimaliseren en zo de uitgaven te drukken. Technische kennis ontbreekt De luxe van een energiemanager heeft de overgrote meerderheid van de KMO’s in België niet. Daar blijft het voornamelijk focussen op de kernactiviteit. Energiegebruik staat er niet hoog op de agenda van het management. Als ETAP lighting of Techcomlight aankloppen met een voorstel tot relighting of de installatie van daglichtsystemen klinkt het al snel als een ‘heel gedoe’. Technische kennis is immers maar beperkt aanwezig, of ontbreekt volkomen. Begeleiden om te ontzorgen Net zoals de meeste bedrijven geen printer meer aanschaffen maar betalen per geprint kopietje, kan ook energie uitbesteed worden. Dat is het principe van ESCO’s: energy service companies. Zo faciliteert Factor4 de installatie van een nieuwe stookplaats, het uitvoeren van een relighting of de isolatie van een buizennetwerk. De winsten die geboekt worden door de besparing op de energiefactuur worden gedeeld tussen de investerende partij en de opdrachtgever. Houd er rekening mee dat bij zo een deal een flinke portie vertrouwen komt kijken. Wat als iemand de hele winter het raam laat open staan en er geen sprake is van energiebesparing? Wie draait op voor het verlies, terwijl er winst beloofd was? Goede contracten maken goede vrienden. Het gevolg is dat de contracten tussen opdrachtgever en derde partij de omvang kunnen aannemen van flinke boeken.

46


Energie

Stel een doel, stimuleer en verplicht Energy Saving Pioneers vraagt het beleid om deze beperkingen te overwinnen. Daarom vraagt ESP het beleid werk te maken van drie belangrijke elementen: een doel, een stimulans en een verplichting. Een concrete en bindende energiebesparingsdoelstelling is de beste garantie op resultaat. Op Europees niveau werd al een doelstelling afgesproken tussen de lidstaten: 20 procent energiebesparing tegen 2020. In tegenstelling tot de hernieuwbare energiedoelstelling is ze niet bindend en ontbreken de nodige maatregelen om de doelstelling te halen.

Binnen dit kader met een lange termijndoelstelling moeten voorlopers gestimuleerd worden. Dat kan door ontzorging via begeleiding. Zoals eerder aangegeven heerst er een besef bij veel ondernemers dat er flink wat energie te besparen valt. Maar tussen weten en doen zit nog een kloof. Om die te overbruggen, kan een onafhankelijke facilitator de onderneming begeleiden in het energiebesparingstraject.

teerders zijn op die manier zeker van hun berekende meerwaarde.

Ook financiële ondersteuning is een piste met bewezen effectiviteit. De financiering moet voorspelbaar zijn en degressief: de hoogte van de financiering moet doorheen de tijd geleidelijk aan afnemen. Ondernemers en inves-

Wat is ‘Energy Saving Pioneers’?

Een dergelijk uitdoofbeleid of verstrengingstraject eindigt in een verplichting. Verstokte achterlopers zullen mee moeten. De financiële stimuli zijn geruime tijd beschikbaar en herhaaldelijk gecommuniceerd. Eenmaal ze zijn uitgedoofd, is het niet meer van te willen, maar van te moeten.

Energy Saving Pioneers (ESP) is een coalitie van bedrijven die oplossingen voor energiebesparing aanbieden. Denk aan bijvoorbeeld isolatie, efficiënte verwarmingsinstallaties of passiefbouw. Wie beter dan deze bedrijven kan verwoorden wat de vraag naar deze oplossingen beperkt. De expertise over de drempels van energiebesparing is nuttig voor beleidsmakers. Zij voorzien de juiste stimulansen en verplichtingen voor de bouwsector en de industrie om rationeel om te gaan met energie. Door ronde tafels te organiseren, deelt ESP de inzichten van haar leden met de relevante beleidsmaker. Meer informatie via www.energysavingpioneers.be

februari-maart 2016 | 1

47


Partners in duurzaamheid BRAND SENSES Oosteinde 16, 9080 Lochristi Tel. 09 336 78 93 info@brandsenses.be www.brandsenses.be

GRAPHIUS

PROFEX LIMBURG

Eekhoutdriesstraat 67, 9041 Oostakker Tel. 09 251 05 75 info@graphius.com www.graphius.com

PROFEX OOST-VLAANDEREN

Rijkelstraat 28, 3550 Heusden-Zolder Tel. 011 56 19 75 Biezeweg 15a, 9230 Wetteren Tel. 09 292 10 23

WW.GRAPHIUS.COM houtdriesstraat 67, B-9041 Gent (Oostakker) +32 9 251 05 75 info@graphius.com

PROFEX ANTWERPEN - KEMPEN Everdongenlaan 15, 2300 Turnhout Tel. 014 80 04 25 mental squint

CO2LOGIC NV

d.indd 1

Huidevettersstraat 60A, 1000 Brussel Tel. 0478 41 30 07 info@co2logic.com www.co2logic.com

M-TECH HASSELT

M-TECH GENT

Ter Waarde 43 bus 1a, 8900 Ieper Tel. 057 61 04 20

M-TECH NAMEN Route de Hannut 55, 5004 Namen Tel. 081 22 60 82

M-TECH BRUSSEL

Kortrijkstraat 75 bus 1, 8550 Zwevegem Tel. 056 49 94 99 milieu@consultes.be UW MEERWAARDE IN MILIEU- EN PREVENTIEBELEID www.consultes.be

Clovislaan 82, 1000 Brussel Tel. 02 734 02 65

Maak kennis met ons team

Kortrijkstraat 75 bus 1 8550 ZWEVEGEM

Kerkstraat 108 9050 GENTBRUGGE

T +32 (0)56 499 499 www.consultes.be

info@m-tech.be www.m-tech.be

DATS 24

Edingensesteenweg 196, 1500 Halle Tel. 02 363 51 52 sales@dats24.be www.dats24.be

OVAM 18/02/16 12:38

Goedkoper én goed voor het milieu EASYFAIRS©

Jan Van Rijswijcklaan 191, 2020 Antwerp Tel. 03 280 53 00 antwerp@easyfairs.com www.easyfairs.com

48

PROFEX OOST-BRABANT Stationsstraat 100, 3360 Bierbeek Tel. 016 40 96 56

PROFEX WALLONIË Rue Laid Burniat 3, 1348 Louvain-la-Neuve Tel. 010 75 07 94 info@profex.be www.profex.be

milieu@consultes.be preventie@consultes.be

Surf naar www.consultes.be

tes_bedrijfsadvertentie_210mmBx297mmH_19022016_DEF.indd 1

PROFEX WEST-VLAANDEREN Bruggestraat 132, 8820 Torhout Tel. 050 74 06 26

Industrieweg 118 bus 4, 9032 Gent Tel. 09 216 80 00

CONSULTES

14/11/14 08:55

Maastrichtersteenweg 210, 3500 Hasselt Tel. 011 22 32 40

Kies voor rijden op aardgas

Stationsstraat 110, 2800 Mechelen Tel. 015 28 42 84 info@ovam.be www.ovam.be

SERTIUS Vaartdijk 3 bus 202, 3018 Wijgmaal Tel. 016 31 70 80 info@sertius.be www.sertius.be

VINÇOTTE Jan Olieslagerslaan 35, 1800 Vilvoorde Tel. 02 674 57 11 info@vincotte.be www.vincotte.be


Gezond water in een gezondeRECUPEL installatie! AGENTSCHAP ONDERNEMEN

VALORLUB

Tel. 0800 20 555 Tel. 0800 403 88 info@agentschapondernemen.be Vloeistofconditionering door lucht en vuil verwijdering!logistics@recupel.be www.agentschapondernemen.be www.recupel.be

Koningin Astridlaan 59 bus 8, 1780 Wemmel Tel. 02 456 84 52 info@valorlub.be www.valorlub.be

Koning Albert II-laan 35 bus 12,door beheersing Auguste Reyerslaan 80, Verbeterde systeemprestaties van corrosie, 1030 Brussel afzettingen en biologie in al uw waterstromen.1030 Brussel

SpiroCombi Magnet, de veiligste en meest gebruiksvriendelijke manier van lucht- & vuilverwijdering in verwarmings-, koel-, en procesinstallaties.

1. dry-pocket constructie, speciaal ontworpen voor het optimaal afvangen van magnetiet, 2. Spirobuis, component voor optimale afscheiding van

lucht en vuil bij zeer lage weerstand, EĂŠn magnetische druppel gebruikte liter water vervuilen. Mede daarom bent u als Snel en eectief lucht, en olie kan maar liefst 1000 3. Conus, neutraliseert het magneetveld; het magnetisch niet magnetische vuildeeltjes in het professionele oliegebruiker verplicht uw gebruikte tehetlaten ophalen door een geregistreerd vuil laatolie los door wegvallen van de magneetkracht, leidingsysteem afvangen en Let er evenwel op dat dit correct gebeurt. inzamelaar. Immers: alleen uw olie 4. Spuikraan voor verwijdering van het als afgevangen vuil, volgens de door verwijderen. 5. Flexibel trekmechanisme, opvangen van het OVAM, het BEL of OWD voorgeschreven procedure is opgehaald, kan deze op een milieuvriendelijke magnetisch vuil via de dry-pocket constructie. manier worden gerecycleerd. Meng uw olie bijvoorbeeld niet met andere afvalstoffen, want dat Maak uw waterbehandeling maakt recyclage een heel stuk moeilijker. Uw gebruikte olie latenBELGIĂ‹ ophalen is ook goed voor uw BOVA ENVIRO+ NV SPIROTECH BVBA eďŹƒciĂŤnter en verbruik minder chemie! portemonnee. Voor kleine hoeveelheden hebt u namelijk onder bepaalde1,voorwaarden recht op een Wellingstraat 102, Essenschotstraat forfaitaire vergoeding. Zo lopen de zaken pas echt3980 gesmeerd ‌ 9070 Destelbergen Tessenderlo

ChloorDioxide zonder generator! Tel. 051 23 20 90

Optimale verwijdering en preventie van bacteriĂŤn, info@enviroplus.be virussen, parasieten en bioďŹ lm in koelsystemen, proceswww.enviroplus.be en drinkwater. 3889_VLB_Prof_Radars_ECOTIPS_NL_A4.indd 1

Tel. 0800 78 888 info@spirotech.be www.spirotech.be

EERST SMEREN, DAN RECYCLEREN De gehomologeerde Valorlub inzamelaars VERSCHOORE CONSTRUCTIE vindt u op www.valorlub.be

Kortrijkstraat 122, Valorlub is een initiatief van het bedrijfsleven met 8870 deIngelmunster steun van de drie gewesten. Tel. 051 30 12 61 info@verschooreconstructie.be www.verschooreconstructie.be 6/05/15 12:59

NET ALS THUIS Spirotech BelgiĂŤ bvba, Essenschotstraat 1, 3980 Tessenderlo, BelgiĂŤ Vraag vrijblijvend informatie of advies:

Tel +32 (0)13 35 37 80

Fax +32 (0)13 67 42 47

info@spirotech.be

APPARATENBOUW IN STAAL EN ROESTVRIJSTAAL CARBON STEEL - STAINLESS STEEL

Jouw bedrijf ook in de Groene Gids!

KORTRIJKSTRAAT 122 B-8770 INGELMUNSTER - T : 0032 (0)51 30 12 61 - F : 0032 (0)51 30 93 83 INFO@VERSCHOORECONSTRUCTIE.BE - WWW.VERSCHOORECONSTRUCTIE.BE

Offline en online! Voor maar 450 euro per jaar info@ecotips.org +32 (0)13 29 46 04

www.milieumagazine.be

Recycleer DEC NV uw oude lampen: word inzamelpunt. SUSTENUTO

WIELS & PARTNERS

Haven 1025 - Scheldedijk 30 Fiennestraat 77, w Ook u 2070 Zwijndrecht 1070 Brussel d- en ecologisch verantwoord verloopt. n Tel. 03 250 54 11 Tel. 02 520alea12 41 m la pe sp r Registreer vandaag nog op www.recupel.be/ophaalpuntlampen. info.dec@deme-group.com info@sustenuto.be Na registratie kiest u een ophaler, die u een lampendoos of -box levert. En vanaf dan: inzamelen! www.deme-group.com/dec www.sustenuto.be recupel.be 0800 403 88

Deerlijkstraat 58a, 8550 Zwevegem Tel. 056 75 42 81 info@wielspartners.be www.wiels-partners.be

Lampen recycleren heeft alleen maar voordelen. Het is goed voor het milieu, voor uw imago als duurzaam bedrijf ĂŠn voor uw eigen comfort en gemoedsrust. Want Recupel regelt de registratie, ophaling, verwerking ĂŠn recyclage. Zonder kosten voor u, en mĂŠt de garantie dat alles efficient en

Nog vragen? Mail naar: logistics@recupel.be

OPERATIONS

milieu, veiligheid en ruimtelijke planning REC06436-LRadv-ecotips-NL-A4.indd 1

30/10/15 08:16

FOST PLUS

Olympiadenlaan 2, 1140 Brussel Tel. 02 775 03 50 aar de werkplek uitbreiden. fostplus@fostplus.be bedrÄłven. Fost Plus, het Belgische beheersorganisme www.fostplus.be opstarten of optimaliseren van de PMD-inzameling.

Groei strategisch in duurzaamheid! ONZE DIENSTEN Coaching

Training

ommunicatiemateriaal.

• Milieuvergunningsaanvragen • Extern milieucoÜrdinator • Interactief beheer van bodemonderzoeken • Begeleiding MER en VR • On-line milieu- en veiligheids E-klassement • Managementsystemen (ISO 14001) • Begeleiding Charter Duurzaam Ondernemen • Milieu-audit

Elke maand een interessante nieuwsbrief in de digitale mailbox?

• Veiligheidsinstructies • Risico-analyses • Dynamisch risicobeheersysteem • Audit welzijnswetgeving • Opleidingsmatrix • Globaal preventieplan • Managementsystemen (OHSAS 18001,VCA) • Brandveiligheid en evacuatie-oefeningen

Abonneer je nu via Beleid

Onderzoek

www.milieumagazine.be/ attest nieuwsbrief • Planologisch • Site ontwikkeling en inrichting • Stedenbouwkundige vergunning • Stedenbouwkundig attest • Handhaving en regularisatie • Begeleiding mobiliteit

28/09/15 14:35

februari-maart 2016 | 1

Onze ervaren coaches

$EERLIJKSTRAAT A „ " :WEVEGEM "ELGIp 4EL „ &AX „ WWW WIELS PARTNERS BE

49


Foto: ©Vizoog

COLOFON ADVIESRAAD R. Bouckaert, HSEQ Expert P. De Bruyne, M-tech F. De Mulder, IVC Group K. Gemmeke, VAL-I-PAC K. Gutschoven, Vinçotte K. Merckx, Sertius F. Raymaekers, Profex G. Redant, Recorder BVBA D. Reynaert, Bureau Veritas J. Roels, QUESS P. Tavernier, POM

WERKTEN MEE AAN DEZE EDITIE CORE, De Klimaatzaak, Guido Redant, Hilde De Wachter, imec, Iris Houben, Jef Staes, Jonathan Lambregs, Mario Fleurinck, Yolan Gielen

FOTOGRAFIE Dreamstime Shutterstock Hilde De Wachter Yolan Gielen

VORMGEVING Tinne Van Nieuwenhove (Creatin) Sarah Huybrechts

HOOFDREDACTIE

COVER Armband van elektronische printplaten product van Uusix-Helsinki Foto Vizoog Lil Meert, gefotografeerd voor het boek Schitterende Rotzooi. Deze foto – een juweel gemaakt van gerecycleerde printplaten – werd genomen bij U6 (Uusix) in Helsinki, Finland. Uusix is een deel van ‘Kierrätyskeskus’ wat kringloopcentrum in het Fins betekent. Uusix heeft diverse creatieve ateliers waar met gerecycleerde materialen nieuwe producten worden gemaakt. De begeleiders van deze sociale ateliers zijn ervaren kunstenaars en ambachtslui. Naast het juwelenatelier is een zeefdrukkerij, een glasbewerkingsatelier en een weefatelier waar o.a. van VHS-tapes stevige zakjes gemaakt worden. Alle producten van Uusix worden verkocht onder het label Made in Finland. www.uusix.fi

Hilde De Wachter - info@ecotips.org

Pergamino bvba info@ecotips.org ecoTips verschijnt zes maal per jaar en is verkrijgbaar als abonnement, inclusief toegang tot het digitaal archief, door in te tekenen op www. milieumagazine.be

ADVERTENTIES Pergamino bvba www.milieumagazine.be

UITGEVER Pergamino bvba Steenweg Diest 4 – 3271 Zichem

Lid van UPP

50

Gedrukt volgens het Graphius Greenline productieproces op papier van verantwoorde herkomst met vegetale bio-inkten, zonder gebruik van alcohol en volledig CO2-gecompenseerd

VOLGENDE EDITIE

ABONNEMENTEN

Thema volgende editie = ECOFINANCE Hoe financier ik investeringen in duurzame technologie? Van welke subsidies kan mijn bedrijf genieten? Zijn organisch-biologische afvalstromen interessant? ecoTips 16.2 komt midden april uit

50


Zet je duurzame producten en diensten in de kijker

Bereik je doelpubliek Adverteer in ecoTips! In print, online of via de nieuwsbrief Combineren mogelijk Al meer dan 20 jaar hĂŠt magazine voor trends in duurzaamheid

Meer info via

www.milieumagazine.be/themas


Maintenance Pumps & Valves U vindt er uw oplossing op maat op vlak van: Industrieel onderhoud | Asset management | Pompinstallaties | Productiebetrouwbaarheid | Uitrusting voor industriĂŤle processing Alle grote spelers en innovaties op 1 locatie en 2 beursdagen

20 & 21 april 2016 | Antwerp Expo Registreer u voor uw gratis bezoek met code: 108 op www.easyfairs.com/mai-pumps2016 MAIN MEDIA & CATALOGUE PARTNERS

MEDIA PARTNERS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.