![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
Energieverbruik-verminderen
De hoeveelheid energie die wordt gebruikt, neemt nog steeds toe. De meeste energie wordt gehaald uit fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven, zoals aardolie, aardgas en steenkolen. Dit zijn de grondstoffen van bijvoorbeeld benzine, asfalt en kerosine. Ook elektriciteit wordt vooral gemaakt met fossiele brandstoffen.
Minder energieverbruik is goedkoper, geeft minder luchtvervuiling en vermindert de opwarming van de aarde. Zuinig omgaan met verlichting, verwarming/koeling en elektrische apparatuur helpt daarbij.
Dit kun je doen om minder energie te verbruiken: • onnodige verlichting uitdoen • gebruikmaken van sensoren, waardoor lampen alleen aangaan als de sensor beweging registreert • zuinige lampen gebruiken • de verwarming lager zetten in ruimtes die je niet gebruikt • gebruikmaken van een thermostaat • de airco uitzetten bij het verlaten van de ruimte • een goede zonwering gebruiken • apparaten die je niet gebruikt, uitzetten.
Je kunt ook energie besparen door andere energiebronnen te gebruiken. Duurzame energie is energie waarbij je het milieu niet vervuilt. Duurzame energie wordt gehaald uit bronnen zoals zon en wind. Deze bronnen raken nooit op.
Opdracht 34 Energieverbruik verminderen
Bekijk of er op jouw school of stage gedacht wordt aan het verminderen van het energieverbruik en of je dit zelf ook doet. a. Vul de tabel in over jouw school of stage:
Tips
Verwarming vrijhouden (niet achter kasten of zo) Lichten uit in ruimtes waar niemand is Gebruik van sensoren voor licht Spaarlampen Computers uit als ze niet gebruikt worden Zonwering zodat airco minder vaak aan hoeft
Ja Nee
b. Vul de tabel in over jouw huis:
Tips
Verwarming vrijhouden (niet achter kasten of zo) Lichten uit in ruimtes waar niemand is Wassen op 40 graden Spaarlampen Apparaten uitzetten in plaats van op stand-by Was buiten hangen in plaats van in de droger
Ja Nee
Opdracht 35 Regels en afspraken
Neem een organisatie uit de sport- en recreatiebranche als uitgangspunt. Dat kan een sportvereniging zijn, maar je kunt ook denken aan de organisatie waar je werkt, je stagebedrijf of misschien wel je eigen school. a. Geef aan met welke ‘duurzaamheid’regels en -afspraken jij te maken hebt.
b. Hoe gaat jouw organisatie om met afvalpreventie?
c. Beschrijf drie regels of afspraken die binnen jouw organisatie gelden om veilig en prettig te werken.
1.
2.
3.