2 minute read

Begeleiden-van-grensoverschrijdend-gedrag

Next Article
Sportkleding

Sportkleding

Gedrag

Gedrag waarbij je juist niet ingrijpt

b. Beschrijf bij ieder voorbeeld hoe je hierbij zou reageren. c. Bespreek de voorbeelden en je reactie met twee klasgenoten. Wat vonden ze van je reactie?

Wat zou je anders doen?

Voorbeeld Reactie

We spreken van grensoverschrijdend gedrag als iemand bewust of onbewust de grens van een ander overschrijdt. Dus gedrag dat als onprettig of ongewenst wordt ervaren. Grensoverschrijdend gedrag kan verbaal, lichamelijk, psychisch of seksueel zijn.

Grensoverschrijdend gedrag is niet altijd goed te zien. Toch zijn er signalen om alert op te zijn: • schoolprestaties gaan achteruit, leerproblemen • hoog schoolverzuim • taal- of spraakproblemen • faalangst • regelmatig te laat komen • geheugen- of concentratieproblemen • vermijdt situaties waar je andere mensen ontmoet • heeft weinig vrienden • gaat niet graag naar huis • ziet er ongelukkig, gestrest, depressief uit • klaagt over buikpijn, hoofdpijn.

Deze signalen zijn niet meer en niet minder dan een hulpmiddel. Bespreek het met collega’s en meld het bij jouw leidinggevende als je het gevoel hebt dat er iets mis is. Als je kleine vormen van grensoverschrijdend gedrag ziet, spreek die persoon daarop aan en zeg dat dit gedrag ongewenst is. Gebruik de ‘ik-boodschap’: ‘Ik vind het vervelend dat je vloekt en ik wil dat je daar nu mee stopt.’Grote vormen van grensoverschrijdend gedrag meld je bij je leidinggevende. Jouw leidinggevende zal passende maatregelen nemen.

Opdracht 25 Grensoverschrijdend gedrag

a. Grensoverschrijdend gedrag kan verbaal, lichamelijk, psychisch of seksueel zijn. Maar wat wordt daar precies mee bedoeld? Geef van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag een voorbeeld.

Gedrag

Verbaal

Voorbeeld Reactie

Gedrag

Lichamelijk

Psychisch

Seksueel

b. Noteer bij iedere situatie hoe je als medewerker sport en recreatie zou reageren.

Voorbeeld Reactie

Opdracht 26 Valsspelen

Op het park waar jij werkt, staan vier tafeltennistafels. Een grote groep (oudere) kinderen maakt hiervan geregeld gebruik. Eens per week is er een toernooi (met een prijs voor de winnaar), waarbij alle vier de tafels worden gebruikt. De gezelligheid is daarbij echter ver te zoeken, omdat er veel vals wordt gespeeld door een groep fanatieke jongens met een grote mond. Andere kinderen durven er dan niet tegenin te gaan en pikken hun verlies, maar raken ongemotiveerd om nog mee te doen.

Doordat je in je eentje deze activiteit begeleidt, kun je deze jongens niet allemaal tegelijk bij vier tafels in de gaten houden. a. Hoe kun je dit toernooi aanpassen, om te voorkomen dat er nog vals wordt gespeeld? Bedenk drie organisatorische oplossingen, dus zonder de jongens met de grote mond aan te spreken of hen weg te sturen.

1.

2.

3.

Mocht dat allemaal niet helpen, dan moet je de jongens met een grote mond aanspreken, waarschuwen en bij herhaling uitsluiten van deelname, na een laatste waarschuwing. b. Hoe ga je deze tieners aanspreken op hun gedrag?

c. Hoe ga je deze tieners uitsluiten van deelname?

d. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot en pas je antwoorden eventueel aan.

This article is from: