le P: a O git g T di in LE ief gev us m cl ro In lee
Keuzedeel Duurzaamheid in het beroep deel D
Duurzaamheid in het beroep deel D Dit keuzedeel gaat over duurzaamheid. Steeds meer mensen maken zich zorgen over onze planeet, over de mensen, de dieren en de planten die er leven. Hoe ziet de toekomst voor onze planeet eruit? Wat kunnen we doen? En hoe kunnen we ons gedragen zodat de toekomst van onze planeet niet in gevaar komt? Daar heeft duurzaamheid mee te maken.
DUURZAAMHEID IN HET BEROEP
In dit keuzedeel onderzoek je hoe duurzaam je bent en hoe je je eigen duurzaamheid kunt verbeteren. Daarnaast onderzoek je hoe het er in je werk en op je vakgebied aan toegaat. Op basis van de resultaten van jouw onderzoek doe je verbetervoorstellen. Bovendien bereken je wat je wat jouw verbetervoorstellen concreet opleveren.
DEEL D
Maak samen werk van onderwijs Boom beroepsonderwijs wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Wij zijn er voor de doeners en de makers. Om samen werk te maken van onderwijs verbinden wij docenten, studenten en het bedrijfsleven met elkaar. Zo zorgen we ervoor dat jongeren het beste uit zichzelf halen. Met inspirerend lesmateriaal voor een wereld die continu verandert. Dat maakt ons trots! Let op: Dit boek is onderdeel van een combipakket en is niet afzonderlijk te bestellen. Het pakket bestaat uit dit boek en een licentie voor de digitale leeromgeving. Combipakket ISBN 9789037250855.
NAAM:
9 789037 250770
DUURZAAMHEID IN HET BEROEP D
COLOFON Boom beroepsonderwijs info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl Auteur(s): Klasien van der Werf, Cornelie de Ruiter Foto's: fokke baarssen/Shutterstock.com, Maxim Blinkov/Shutterstock.com, Recycling.nl - Nijssen Recycling B.V. Titel: Duurzaamheid in het beroep D ISBN: 978 90 3725 077 0, maakt deel uit van pakket 978 90 3725 085 5 Eerste druk/tweede oplage © Boom beroepsonderwijs 2019 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bijvoorbeeld een (digitale) leeromgeving of een reader in het onderwijs (op grond van artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-uvo.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Boom beroepsonderwijs, te vinden op www.boomberoepsonderwijs.nl.
2
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3. 4. 5.
WERKEN MET DIT KEUZEDEEL .............................................................................................................................................. 4 EIGEN DUURZAAMHEID ........................................................................................................................................................... 6 DUURZAAMHEID IN HET BEDRIJF .................................................................................................................................... 26 DUURZAAMHEID IN HET BEROEP ..................................................................................................................................... 55 UITDAGING ................................................................................................................................................................................. 68
3
1
WERKEN MET DIT KEUZEDEEL
DIGITALE LEEROMGEVING Bij sommige opdrachten heb je hulpmiddelen nodig. Bijvoorbeeld filmpjes, formulieren of een link naar een verwijst naar de digitale website. Deze staan allemaal in de digitale leeromgeving. Dit icoontje leeromgeving. Om hier te komen ga je naar digitaal.boomonderwijs.nl/beroepsonderwijs. Eerste keer inloggen in de digitale omgeving Voordat je de digitale leeromgeving kunt gebruiken moet je je licentie activeren. • Overleg met je docent welk type account je gebruikt. • Ga naar www.boomberoepsonderwijs.nl/licentie. • Bekijk de instructiefilm of lees het stappenplan. • Volg de stappen. Daarna kun je aan de slag!
DUURZAAMHEID IN HET BEROEP D Onze planeet heeft het zwaar te verduren: • Natuurlijke bronnen dreigen op te raken. • Nog steeds te veel mensen hebben nauwelijks te eten. • Veel mensen hebben geen werk of verdienen te weinig om een goed leven te hebben. • Planten en dieren – en ook mensen – worden vergiftigd door (afval van) producten die de mens maakt. Dat zijn allemaal dingen waar je je zorgen over kunt maken. Hoe ziet de toekomst van onze planeet eruit? Hoe ziet ónze toekomst eruit? En die van onze kinderen? Wat kunnen we doen en hoe kunnen we ons op zo'n manier gedragen zodat wij en de toekomst van onze planeet niet in gevaar komen? Daarover gaat duurzaamheid. Gelukkig worden steeds meer mensen, bedrijven en overheden zich bewust van het gevaar. Zij passen hun gedrag aan, doen een uitvinding die duurzaam is of proberen het gedrag van burgers te veranderen.
Bekijk het filmpje. Je ziet hoe twee ondernemers een duurzaam initiatief zijn gestart. In het GEEF café bepaalt de klant wat hij betaalt. GEEF café is een van de duurzame initiatieven in Rotterdam waarbij lekker eten gecombineerd wordt met sociale binding en sociaal ondernemerschap.
LEERDOELEN 1. 2. 3. 4. 5.
4
Je kent het begrip duurzaamheid. Je kent het doel en de werkwijzen van een duurzaam initiatief. Je kent de duurzaamheidsthema’s in je eigen leef- en werkomgeving. Je kent de vier duurzaamheidsprincipes en weet hoe de ‘drie P’s’ tot elkaar in relatie staan. Je hebt kennis van de volgende thema’s: a. biodiversiteit b. klimaatverandering c. circulaire economie d. biobased economy e. duurzame energie f. mobiliteit en logistiek g. omgang met grondstoffen en materialen
WERKEN MET DIT KEUZEDEEL
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
h. afvoer afval i. hergebruik j. water, lucht en bodem. Je kunt uitleggen welke thema’s van duurzaamheid in jouw leefomgeving en jouw werk een rol spelen. Je kunt thema’s op het gebied van duurzaamheid herkennen in je eigen gewoontes en daaruit je zwaktes en sterktes analyseren. Je kunt de gevolgen van je gedrag in de toekomst onderzoeken en conclusies trekken over mogelijkheden voor verbetering. Je kunt uitleggen op welke manier jij iets aan duurzaamheid wilt/kunt doen. Je kunt onderzoeken en beschrijven hoe er op jouw werkplek duurzamer gewerkt kan worden. Je kunt kansen herkennen of creëren op het gebied van duurzame innovatie. Je kunt nieuwe producten bedenken met duurzaamheid als uitgangspunt. Je kunt kansen en risico’s in kaart brengen. Je kunt kosten en baten afwegen voor een verandering op het gebied van duurzaamheid. Je kunt gestructureerd rapporteren. Je kunt overtuigend presenteren.
Dit keuzedeel bestaat uit: • Theorie, begrippen en opdrachten Hierbij leer je over en oefen je met de praktijk. In sommige opdrachten werk je aan beroepsproducten, deze opdrachten herken je aan De beroepsproducten in dit keuzedeel zijn: – een interactieve foto van de vier duurzaamheidsprincipes – een sterkte-zwakteanalyse van jouw duurzame gedrag – een vlog met tops en tips over de vier duurzaamheidsprincipes – een nieuwsbrief over je sterkte-zwakteanalysen en vlog – een evaluatierapport over jouw duurzaamheid – een presentatie van het evaluatierapport – een analyse van duurzaamheid op jouw werkplek – een interview over duurzaamheid op jouw werkplek – adviezen over maatschappelijk verantwoord ondernemen op jouw werkplek – een blog over duurzame ontwikkelingen binnen jouw branche – een onderzoek naar de vier duurzaamheidsprincipes op jouw werkplek – een verslag over duurzaamheid op jouw werkplek. • Test je kennis Hiermee kun je zelf je kennis van de theorie testen. • Uitdaging Dit is het eindproduct en de afronding van het keuzedeel. Hier werk je gedurende het hele keuzedeel naartoe. En hier word je op beoordeeld. Je bedenkt een duurzame oplossing of duurzaam idee voor jouw vakgebied. Dit idee werk je uit op een manier die je zelf kiest. Je schrijft voor jouw idee een businesscase. Wie kun jij overtuigen van jouw idee? Dit doe je door het houden van een pitch en eindpresentatie. • Theorietoets Je docent besluit of je ter afsluiting een theorietoets maakt.
5
2
EIGEN DUURZAAMHEID
Als we willen dat onze planeet behouden blijft voor toekomstige generaties, zullen we duurzamer moeten leven. Wij kunnen ervoor zorgen dat: • mensen in minder welvarende landen het beter krijgen • dieren en planten het beter krijgen • onze kinderen het later ook goed hebben op deze planeet. Hoe kunnen we dit bereiken? Door duurzaam te leven. We kunnen op veel verschillende manieren duurzamer handelen. Ben jij zelf duurzaam bezig? Misschien doe je al meer aan duurzaamheid dan je denkt. Je onderzoekt in dit hoofdstuk hoe duurzaam je bent en je bedenkt wat en hoe je nog meer kunt doen.
Zet jij je in voor een duurzame wereld?
AAN HET EIND VAN DIT HOOFDSTUK 1. 2. 3. 4. 5. 6.
6
ken je het begrip 'duurzaamheid' ken je de duurzaamheidsthema's in je eigen leef- en werkomgeving ken je de vier duurzaamheidsprincipes en weet hoe de 'drie P's' met elkaar in relatie staan heb je kennis van de thema's duurzame energie, omgang met grondstoffen en materialen, afval en hergebruik kun je duurzaamheidsthema’s en –problematieken in je eigen leef- en werkomgeving herkennen en benoemen kun je voorbeelden van duurzaam handelen noemen
EIGEN DUURZAAMHEID 7. 8. 9.
kun je je eigen bijdrage aan duurzaam handelen benoemen en daarvan een sterkte-zwakteanalyse maken kun je je eigen gedrag op het gebied van duurzaamheid analyseren kun je de gevolgen van je eigen gedrag voor de toekomst onderzoeken en conclusies trekken over verbetermogelijkheden.
DUURZAAMHEID Duurzaamheid gaat over de aarde en al het leven op de aarde. En ook over het leven op aarde in de toekomst. Dus over het leven van de kinderen die je misschien krijgt. En hun kinderen … enzovoort. Het gaat over hoe wij onze planeet kunnen veiligstellen. En hoe we het leven dat er in de toekomst zal zijn kunnen veiligstellen.
Consumeren Iedereen op aarde consumeert. Met 'consumeren' wordt bedoeld alles wat je gebruikt op aarde. Je consumeert voedsel, maar je consumeert ook benzine – als je een ritje in de bus of auto maakt. Voor veel producten die je consumeert, zijn grondstoffen nodig. Grondstoffen zijn materialen waarvan producten zijn gemaakt. Voor kleding wordt bijvoorbeeld vaak katoen gebruikt. En voor benzine wordt aardolie gebruikt. Katoen en aardolie zijn dus grondstoffen. Ze zijn op de planeet aanwezig. Maar die grondstoffen kunnen in de toekomst opraken. Het is dus verstandig hier zuinig mee om te gaan.
Duurzaamheid Duurzaamheid is een groot begrip. Duurzaamheid gaat over de wereld waarop drie dingen met elkaar in balans zijn: • mens • milieu • economie. Het gaat erom dat onze planeet al het consumeren aankan. Ook in de toekomst. We zijn niet duurzaam bezig, als we: • zo veel consumeren dat de aarde het niet meer aankan en de voorraden opraken • zo veel consumeren dat planten of dieren uitsterven door vergiftiging • zo veel consumeren dat mensen ziek worden door vergiftiging. Elk mens op aarde zou recht moeten hebben op evenveel consumptie, op evenveel gebruik. Toch zijn er landen waarin mensen geen tv of computer hebben. Of zelfs geen voedsel en drinkwater. Die mensen werken hard en krijgen er bijna niets voor betaald. Dit is een oneerlijke verdeling en dus een niet-duurzame situatie.
Ecologische voetafdruk Je ecologische voetafdruk of footprint geeft aan hoeveel je consumeert. Je footprint laat zien hoe groot het stukje aarde is dat jij gebruikt. Jij gebruikt en verbruikt meer dan een leeftijdsgenoot in een arm land. Op internet zijn verschillende tests te vinden. Daarmee kun je je ecologische voetafdruk berekenen. Om je footprint te verkleinen, kun je duurzamer gaan leven.
7
EIGEN DUURZAAMHEID
Duurzaam consumeren Mensen gaan steeds meer nadenken over hoe ze duurzaam kunnen consumeren. Daardoor komen er steeds meer duurzame producten op de markt. Denk aan biologisch fruit. Tegen ongedierte is bijvoorbeeld geen chemisch gif gebruikt maar natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Bij duurzame stroom kun je denken aan zonne-energie. Daarvoor heb je zonnepanelen op het dak nodig. De energie wordt opgewekt door zonlicht en dat raakt nooit op. Er worden ook steeds meer producten zonder verpakking verkocht. Voor het maken van een verpakking zijn immers grondstoffen nodig. Een verpakking wordt meestal weggegooid. En dat is schadelijk voor het milieu. Je kunt ook duurzaam reizen. Met z'n allen in één auto (of bus) is veel duurzamer dan allemaal apart ergens naartoe rijden. Dit kost minder benzine en dus grondstoffen. En de lucht wordt minder vervuild. Fietsen of lopen is natuurlijk een nog veel duurzamere manier van reizen.
BODEM, LUCHT EN WATER De mens heeft alles in de natuur vervuild: de grond waarin gewassen groeien, de lucht die we inademen en het water waarvan we drinken. De vervuiling verstoort alle natuurlijke processen en is een gevaar voor mens, dier en plant.
Luchtverontreiniging De lucht wordt vervuild door stoffen en (een teveel aan) gassen. Die stoffen en gassen komen onder andere in de lucht door: • fabrieken • verkeer • bouw of sloop • uitstoot van CO2 • bestrijdingsmiddelen die in de landbouw gebruikt worden • bosbranden • vulkaanuitbarstingen. Per dag gaan er heel wat liters lucht je longen in. Omdat de lucht vergiftigd is, gaat de werking van onze longen een stuk achteruit. Sommige mensen zijn hierdoor astmatisch.
Bodemverontreiniging De schadelijke gassen die in de lucht komen, vermengen zich met moleculen in de lucht. Zo kunnen zuren worden gevormd zoals zwavel en nitraat. Als het regent, komt de ‘zure regen’ in de bodem terecht. Dit heeft grote gevolgen voor de natuur. Planten willen er niet meer door groeien. Bodemverontreiniging kan dan leiden tot bodemerosie en woestijnvorming. De bodem kan dus vervuild worden door luchtverontreiniging, maar er zijn ook andere oorzaken: • dumping van gevaarlijk afval uit de industrie • zwerfafval • huishoudelijk afval • mijnbouw • ontbossing.
8
EIGEN DUURZAAMHEID Fabrieken hebben een vergunning nodig om afval te mogen storten, maar vroeger was dat niet zo. Er zijn woonwijken waar soms nog gif wordt gevonden van oude stortplaatsen.
Waterverontreiniging Waterverontreiniging is de vervuiling van oceanen en rivieren, maar ook van het drinkwater. Dit is vooral de schuld van de mensen zelf, die van alles en nog wat achterlaat, in de natuur of rechtstreeks in het water. Het is een gevaar voor planten, dieren en voor de mens zelf. Dit kunnen oorzaken zijn: • dumping van gevaarlijk afval uit de industrie • zwerfafval • bestrijdingsmiddelen en meststoffen uit de landbouw. Dieren die in het water leven, worden bedreigd door waterverontreiniging. Maar ook water van een zwemmeertje of buitenplas kan verontreinigd zijn, of besmet zijn met gevaarlijke bacteriën. Dat is voor de mens ook gevaarlijk. Door vervuiling van water is er ook minder schoon drinkwater beschikbaar. Of water dat we voor andere zaken gebruiken, zoals voor landbouwgewassen als mais, of fruitbomen.
OPDRACHT 1 Wat is duurzaamheid? a. Bekijk het filmpje. Leg in je eigen woorden uit wat jij verstaat onder het begrip duurzaamheid. b. In het filmpje worden vier bedreigingen benoemd. Wat zijn de bedreigingen voor de aarde? c. Welke duurzaamheidsproblemen kun je zelf nog meer bedenken? d. Door op welke zaken te letten kun je ervoor zorgen dat je duurzaam leeft? Noem daarbij een voorbeeld.
OPDRACHT 2 Begrippen Duurzaam, milieuvriendelijk, biologisch en ecologisch. Deze begrippen worden te pas en te onpas gebruikt en zijn tegenwoordig op allerlei verpakkingen van producten te vinden. a. Geef de betekenis van de volgende begrippen. BEGRIP
BETEKENIS
Milieu Milieuvriendelijk Biologie Biologisch Ecologie Ecologisch Duurzaam
9
EIGEN DUURZAAMHEID b. Het woord duurzaam betekent niet veel meer dan: 'lang meegaan'. Toch krijgt het begrip duurzaam in combinatie met andere woorden of in een bepaalde context allerlei andere betekenissen. Wat houden de volgende duurzaamheidscombinaties in? DUURZAAM MET UITLEG BETREKKING TOT ... Het milieu Een product Ontwikkeling OPDRACHT 3 Het grootste windmolenpark van Nederland Gemini, het windmolenpark op zee, is het grootste windmolenpark in Nederland. Gemini behoort tot een van Nederlands grootste duurzame energiedoelen. a. Bekijk de websites. Hoeveel windmolens zijn er in zee geplaatst? En waar staan ze? b. Hoeveel huishoudens kunnen per jaar voorzien worden van duurzame elektriciteit door de windmolens van Gemini? c. Waarom is ervoor gekozen om deze windmolens op zee te plaatsen? d. Waarom heeft Nederland ervoor gekozen om deze windmolens te plaatsen? e. Waarom behoort een windmolenpark als Gemini tot een duurzaam idee? f.
Welke vorm van schone energie ken je nog meer?
g. Er komen nog meer windmolenparken in Nederland. Lang niet iedereen is het daarmee eens. Wat zou jij ervan vinden om een windmolen in je achtertuin te hebben? Zou je voor of tegen zijn? Leg uit waarom.
ECOLOGISCHE VOETAFDRUK Iedereen heeft een stukje van de aarde nodig om te leven. Dit stukje is nodig om bijvoorbeeld: • je voedsel te verbouwen • je huis te verwarmen • je afval te laten verwerken • je kleding te produceren • naar je werk te reizen. De gemiddelde Nederlander heeft wel twaalf voetbalvelden nodig om te kunnen leven. Dat is veel. Dit noem je de ecologische voetafdruk.
10
EIGEN DUURZAAMHEID
Hoe groot is het deel van de aarde dat jij verbruikt?
OPDRACHT 4 Ecologische voetafdruk a. Bekijk het filmpje. Wat wordt er bedoeld met ecologische voetafdruk? b. Noem zo veel mogelijk factoren die veel invloed hebben op de grootte van je ecologische voetafdruk. c. Ga naar de website en bereken jouw ecologische voetafdruk. Wat was je uitkomst? Hoeveel aardbollen hebben we nodig als iedereen zo zou leven als jij? d. Is dit meer of minder dan gemiddeld? Hoe komt dit denk je? e. Wat zouden we er met z’n allen aan kunnen doen om de ecologische voetafdruk te verkleinen?
OPDRACHT 5 De voedselafdruk Naast de ecologische voetafdruk bestaat er ook de ‘voedselafdruk’. Hierbij kun je testen hoe het staat met jouw eetpatroon en wat je kunt doen om (nog) beter rekening te houden met het milieu. a. Bekijk het filmpje en lees de informatie op de website. Wat wordt er bedoeld met de voedselafdruk? b. Waarom zouden we meer lokale producten, zoals vlees, moeten eten?
11
EIGEN DUURZAAMHEID c. Ga naar de website en bereken jouw voedselafdruk. Wat was je uitkomst? Hoeveel hectare is jouw voedselafdruk? d. Is dit meer of minder dan gemiddeld? Hoe komt dit denk je?
OPDRACHT 6 Wat zie je om je heen? Steeds meer mensen en bedrijven denken milieubewust om zodoende bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling. Je gaat in je directe omgeving op zoek naar duurzame handelingen of oplossingen. Wat zie je thuis, wat zie je in winkels, op straat of op school? Deze bevindingen leg je vast in een collage. a. Maak minimaal tien foto’s van duurzame oplossingen die je in je dagelijkse leven tegenkomt. b. Verwerk deze foto’s in een collage. Geef bij iedere foto kort aan wat je hebt gezien. Je kunt hierbij het stappenplan gebruiken.
PLASTIC AFVAL Plastic is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Kijk alleen maar eens naar al het plastic in je keukenkastjes. Plastic is schadelijk voor onze gezondheid en het milieu.
De schade voor de zee Er wordt geschat dat er per jaar zo'n 8 miljoen ton plastic in de zee terechtkomt (1 ton = duizend kilo). Vogels en zeedieren raken in het plastic verstrikt of eten het op, waardoor ze sterven. Per jaar betekent dit minstens een miljoen dode zeevogels en honderdduizend dode zeezoogdieren.
De schade voor het land Veel plastic dat we gebruiken komt als zwerfafval terecht in ons milieu. Plastic is niet biologisch afbreekbaar. Dit betekent dat het niet kan worden afgebroken door de natuur (door bacteriën). Daardoor blijft het honderden jaren liggen in de natuur. Het valt uiteindelijk wel in kleine stukjes uit elkaar, maar deze stukjes zijn giftig voor dieren. Die denken dat het voedsel is. De kleine deeltjes komen terecht in de bodem. En uiteindelijk ook weer in de zee. Het afvoeren van plastic naar stortplaatsen is geen oplossing. Dat geeft stof-, stank- en geluidsoverlast. In geval van plastic als voedselverpakking (vlees, vis) is bovendien de kans op ongedierte en ziekten groot.
De schade voor de lucht Bij het maken van plastic komen schadelijke stoffen in de lucht terecht, CO2 bijvoorbeeld. CO2 is een gas. Je ziet en ruikt het niet. Door CO2 in de lucht wordt de aarde opgewarmd. Als dat te snel gebeurt, is het gevaarlijk. De natuur raakt in de war. Uitdroging, grote bosbranden en overstromingen kunnen ontstaan. Het is ook niet handig om plastic te verbranden om ervan af te komen. Want door verbranding van plastic komen er schadelijke stoffen vrij.
12
EIGEN DUURZAAMHEID
Zelf de schade beperken Als iedereen op aarde minder plastic gebruikt, is de schade voor ons milieu kleiner. Winkeliers mogen geen gratis plastic tasjes meer aan hun klanten meegeven. Toen dit verbod er nog niet was, gingen er in Nederland 3 miljard plastic tasjes per jaar over de toonbank. Dat zijn ongeveer 170 plastic tasjes per klant.
Veel plastic producten kun je vervangen door duurzame, herbruikbare alternatieven.
Tip! Wat kun je zelf doen om de plastic schade te beperken? • Hergebruik plastic tasjes en zakjes en andere plastic verpakkingen. • Koop minder plastic voor eenmalig gebruik. Koop bijvoorbeeld onverpakt fruit en zoek naar kartonnen verpakkingen. • Lever plastic flessen in voor statiegeld. • Koop niet steeds opnieuw een plastic fles met water. Koop een geschikte fles die je kunt navullen met water of een ander drankje. • Zeg 'nee' tegen reclamedrukwerk. Dit is vaak in plastic verpakt. • Laat geen plastic achter in de natuur en raap zwerfafval op. • Koop geen producten die bestaan uit piepkleine stukjes kunststof (microbeads). Kijk daarvoor op het etiket van de producten. Zit er polyethyleen (pe), polypropyleen (pp) of polyethyleentereftalaat (pet) in het product? Laat het dan staan.
13
EIGEN DUURZAAMHEID
PLASTICSOEP Een voorbeeld van een groot duurzaamheidsprobleem is de plastic afvalberg in de oceaan, de ‘plasticsoep’. Deze plastic afvalberg werd een aantal jaren geleden ontdekt.
Feiten over plastic Hoeveel plastic wordt er per jaar geproduceerd? En hoeveel verdwijnt er per jaar in de oceaan? • Per jaar komt naar schatting 8 miljoen ton plastic in de zee terecht. Dat is gemiddeld 20.425 ton per dag. • In bijna alle zeeën en rivieren is plastic afval te vinden. Zelfs in de meest afgelegen gebieden en in gebieden die tot voor kort nog onaangetast waren! Zoals het Noordpoolgebied en de diepzee. • Elk jaar gaan miljoenen dieren dood door zeeafval (schatting UNEP, de milieuafdeling van de Verenigde Naties). Dit strekt van vissen tot (zee)vogels en van schildpadden tot dolfijnen en walvissen. Plastic deeltjes in zee trekken gifstoffen aan. Deze plastic deeltjes komt in de voedselketen terecht doordat vogels en vissen ze aanzien voor voedsel. De mens staat boven aan deze voedselketen. • Al het plastic dat ooit in de wereld gemaakt is, bestaat op de een of andere manier nog steeds. Plastic dat in de oceanen terechtkomt, verdwijnt nooit. Plastic breekt langzaam af in steeds kleinere stukjes tot je het niet meer met het blote oog kan zien. • Elk jaar produceren we meer dan 260 miljoen ton plastic. Ongeveer de helft daarvan is voor eenmalig gebruik en wordt daarna meteen weer weggegooid. • Wereldwijd worden er ongeveer 1 biljoen plastic tasjes per jaar gebruikt. Dat zijn meer dan 1 miljoen tasjes per minuut! Een plastic tasje wordt gemiddeld maar 15 minuten gebruikt. • Alleen al in de Verenigde Staten worden per dag 137 miljoen plastic flessen weggegooid. Bron: www.plasticsoupfoundation.org/en/psf-in-action/educatie.
Sommige stranden zijn enorm vervuild door plastic. Bijvoorbeeld op het Indonesische eiland Bali.
14
EIGEN DUURZAAMHEID OPDRACHT 7 Duurzaam project Schone Maas Limburg Om wat meer te weten te komen over wat duurzaamheid kan inhouden, ga je je eerst verdiepen in een duurzaam project: Project Schone Maas Limburg. Dit is een project waarbij zwerfafval wat langs de Maas ligt, opgeruimd wordt door vrijwilligers. a. Bekijk het filmpje en bestudeer de website. Waar komt deze plastic soep vandaan? b. Wat voor een soort afval ligt er zoal? c. Van welke soorten vervuiling is hier sprake? Leg uit waarom. d. Waarom is dit soort vervuiling zowel schadelijk voor dier als voor mens? Noem een aantal voorbeelden.
OPDRACHT 8 Interactieve kaart Schone Maas Maak een een interactieve kaart van de Maas. Geef op deze interactieve kaart aan waar opruimacties van het project Schone Maas plaatsvinden. Je kunt hierbij de website en het stappenplan gebruiken.
DUURZAAMHEIDSTHEMA'S Er zijn veel problemen die ons en onze planeet aarde in gevaar brengen. Al die problemen staan min of meer met elkaar in verbinding. Er zijn veel thema’s die over die problemen en dus over duurzaamheid gaan. Voorbeelden van zulke duurzaamheidsthema’s zijn: • bevolkingsgroei • energiebesparing • duurzame energie • grondstoffen • broeikaseffect • klimaatverandering • circulaire economie. Je leest hierna meer over enkele van deze thema's.
Bevolkingsgroei Het aantal mensen op aarde is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Het probleem is: meer mensen -> meer uitputting + meer vervuiling van de aarde. Er zullen, naar verwachting, alleen maar meer mensen bijkomen. Al die mensen moeten in hun behoeften kunnen voorzien, iedereen wil genoeg te eten en te drinken hebben en kunnen reizen bijvoorbeeld. In de grafiek zie je hoe snel de wereldbevolking is gegroeid.
15
EIGEN DUURZAAMHEID
Wereldbevolking groeit snel, vooral door Azië.
Energiebesparing Energie (bijvoorbeeld stroom om apparaten te laten werken) wordt opgewekt uit fossiele brandstoffen. Maar het probleem is: die bronnen raken op. De manier waarop de mens gebruikmaakt van die fossiele brandstoffen heeft een slechte invloed op het milieu. Daarom moet er iets veranderen. Er zijn nieuwe manieren ontwikkeld om energie op te wekken. Maar je kunt ook je best doen om energie te besparen, zodat de bronnen minder snel opraken.
Duurzame energie Duurzame energie is een goed alternatief voor het opwekken van energie uit fossiele brandstoffen. Er zijn namelijk twee problemen die het opwekken van energie uit fossiele brandstoffen met zich meebrengt: • De bronnen raken op. • Er komt te veel CO2 in de atmosfeer, en dat brengt het klimaat in de problemen. Energie kan ook op een andere manier opgewekt worden: • door de zon • door de wind • door stromend water. Deze bronnen raken nooit op, in tegenstelling tot fossiele brandstoffen. Bovendien wordt de planeet er niet door vervuild. Het gaat hier dus om schone energie. Dit wordt vaak ‘duurzame energie’ genoemd. Naast zonne-, wind- en waterenergie wordt er ook schone energie opgewekt uit de warmte van de aarde (aardwarmte) en uit plantaardig en dierlijk materiaal (biomassa).
16
EIGEN DUURZAAMHEID
Grondstoffen Een product wordt gemaakt van bepaalde grondstoffen. Natuurlijke grondstoffen komen uit de natuur. Het probleem is dat bepaalde grondstoffen kunnen opraken. En ook is er energie voor nodig om grondstoffen te winnen. Energie verbruiken kost geld en schaadt het milieu wanneer energie uit fossiele brandstoffen wordt opgewekt.
OPDRACHT 9 Duurzaamheidsthema’s Er is een aantal duurzaamheidsthema’s die de wereld in gevaar brengen. Deze zijn onder andere: • bevolkingsgroei • energieverbruik • grondstoffen • broeikaseffect • klimaatverandering. Bij ieder van deze thema’s zijn duurzaamheidsproblematieken te benoemen. a. Bekijk de filmpjes en lees de informatie op de websites. Doe eventueel zelf ook onderzoek in internet. Geef bij ieder thema kort aan welke duurzaamheidsproblematiek zich hierbij voordoet en wat de gevolgen zijn. THEMA
PROBLEMATIEK
GEVOLGEN
Bevolkingsgroei Energieverbruik Grondstoffen Broeikaseffect Klimaatverandering b. Bekijk het filmpje. Kies drie van deze thema’s. Geef aan welk idee je hebt of wat jij zou kunnen doen, hoe klein ook, om dit probleem aan te pakken. Geef ook aan hoe je dat zou kunnen doen.
OPDRACHT 10 Infographic duurzame lifestyle Een lifestyle is de manier waarop je in het leven staat. Een duurzame levensstijl is kort gezegd een manier van leven waarbij je de aarde en alles wat erop leeft zo min mogelijk schade probeert te berokkenen. Een duurzame lifestyle erop nahouden is helemaal niet moeilijk met wat goede tips en tricks. Het is vooral een kwestie van gezond verstand gebruiken. Bekijk de filmpjes. Maak vervolgens een infographic met tips om duurzaam te leven. Met deze infographic probeer je mensen aan het denken te zetten, hun interesse te wekken en hen op weg te helpen naar een duurzamere levensstijl. Je kunt hierbij het stappenplan gebruiken. Voor het maken van een infographic: 1. doe je onderzoek naar tips om duurzaam te leven 2. bedenk je een invalshoek 3. zorg je voor feiten en conclusies 4. maak je een visuele opzet 5. bepaal je het kleurenschema 6. selecteer of maak je opvallende afbeeldingen 7. redigeer je de tekst.
17
EIGEN DUURZAAMHEID
VIER DUURZAAMHEIDSPRINCIPES Om onze aarde en het leven op aarde te redden, zouden wij mensen ons moeten richten op een aantal principes (een principe is een soort regel). We noemen deze principes 'duurzaamheidsprincipes'. Het gaat om: 1. minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen 2. stoppen met slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen voor mens en natuur 3. natuurlijke bronnen zo weinig mogelijk aantasten 4. de voorraad arbeid en de voorraad welvaart eerlijk verdelen.
Delfstoffen en fossiele brandstoffen Delfstoffen en fossiele brandstoffen halen we uit de aarde, maar ze kunnen opraken. We gebruiken ze als grondstof voor producten. Voorbeelden zijn: • aardgas • aardolie • steenkool. Zo'n grondstof wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van brandstof (benzine). Of er wordt elektriciteit uit opgewekt. Hiervoor worden de bronnen verbrand, waarbij stoffen als CO2 vrijkomen. Die stoffen zijn schadelijk voor het milieu. Om onze planeet te redden, moet de mens deze stoffen dus minder nodig hebben. Met andere woorden: we moeten minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen.
Slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen voor mens en natuur Een ecosysteem bestaat uit alle planten en dieren in een bepaald gebied, en: hoe ze elkaar nodig hebben. Een oceaan is bijvoorbeeld een ecosysteem. Maar ook een bos of een tuinvijver. Slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen hebben een slechte invloed op ecosystemen. Onze planeet is eigenlijk één groot ecosysteem. Mensen, dieren en planten leven er samen. Ze maken gebruik van de bodem, het water en de lucht en ze hebben elkaar nodig. Planten maken bijvoorbeeld zuurstof aan, waar mens en dier niet zonder kunnen. De mens gebruikt de bodem om gewassen op te verbouwen, zodat er voedsel is. Het systeem wordt verstoord door de mens, omdat de mens: • giftige stoffen gebruikt (zoals chemische bestrijdingsmiddelen) • onnatuurlijke producten achterlaat in de natuur (zoals plastic). Om de planeet aarde te redden, zullen we dus moeten stoppen met het gebruik van slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen.
Natuurlijke bronnen De mens maakt gebruik van bronnen op aarde, bijvoorbeeld: • grond om eten op te verbouwen • hout om meubels van te maken • vis om van te eten.
18
EIGEN DUURZAAMHEID Maar we gebruiken de bronnen vaak te snel en te vaak. Het lukt de aarde nauwelijks om de bron weer op tijd aan te vullen. Hierdoor wordt de bron beschadigd. En dus ook de aarde. Denk maar aan overbevissing en grootschalige houtkap. De aarde kan het niet bijhouden en de ecosystemen raken verstoord. Om onze planeet te redden, zullen we natuurlijke bronnen dus zo weinig mogelijk moeten aantasten.
Arbeid en welvaart Ieder mens op aarde heeft recht op woonruimte, eten en werk. Een mens kan geld verdienen dankzij arbeid en zo in z'n behoeften voorzien. Ieder mens heeft ook recht op vrijheid en veiligheid. Helaas is dit lang niet overal het geval: er zijn veel minder welvarende landen, en er zijn landen waar sommige mensen niets te zeggen hebben. Vergelijk dit eens met ons leven in Nederland: • We zijn vrij. • We kunnen ruim wonen. • We kunnen geld verdienen. • We hebben te eten. Het is wel heel oneerlijk verdeeld op aarde, vind je niet? Om onze planeet te redden, zullen we de voorraad arbeid (= werk) en welvaart eerlijk moeten verdelen.
OPDRACHT 11 Schone Maas in stripvorm Duurzaamheid is tegenwoordig een kernwoord waar iedereen en ieder bedrijf of organisatie wel wat mee wil. Iedereen heeft er een idee bij, dus dat helpt. Aan de andere kant: je moet oppassen dat het geen containerbegrip gaat worden. Om een duurzaam initiatief wat beter te definiëren, kun je het langs de lat leggen van de vier duurzaamheidsprincipes. Dit ga je ook doen voor het project Schone Maas. Vervolgens ga je een strip maken over het project. a. Leg uit tot welk duurzaamheidsprincipe het probleem van de Schone Maas hoort en waarom. b. Maak een strip over het Schone Maas-project. Je kunt hiervoor het stappenplan gebruiken. Laat in de strip naar voren komen: • het doel • een of meerdere werkwijzen van het project.
OPDRACHT 12 De vier duurzaamheidsprincipes [BP] Om onze aarde en het leven op aarde te redden, zouden wij ons moeten richten op een aantal 'duurzaamheidsprincipes', waarbij het gaat om: 1. minder afhankelijk worden van delfstoffen en fossiele brandstoffen 2. stoppen met slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen voor mens en natuur 3. natuurlijke bronnen zo weinig mogelijk aantasten 4. de voorraad arbeid en de voorraad welvaart eerlijk verdelen. Je gaat deze principes nu toepassen op je eigen situatie en leefgewoontes. a. Geef bij elk principe aan welke betrekking dit heeft op onze wereld.
19
EIGEN DUURZAAMHEID DUURZAAMHEIDSPRINCIPE
BETREKKING OP ONS DAGELIJKS LEVEN
Delfstoffen en fossiele brandstoffen Slecht afbreekbare kunststoffen en giftige stoffen Natuurlijke bronnen Arbeid en welvaart b. Je gaat deze duurzaamheidsprincipes nu doortrekken naar je eigen leefomgeving en leefstijl. Werk bij elke principe in een verslag uit hoe het een rol speelt in jouw leefomgeving of werk. Ga je er duurzaam mee om of juist helemaal niet? Plaats bij elk principe een passende foto waar je zelf op staat en waarbij je laat zien hoe het effect heeft op jouw dagelijkse leven. c. Bij welke duurzaamheidsprincipe handel jij het meest duurzaam? Leg je antwoord uit. d. Bij welke duurzaamheidsprincipe handel je het minst duurzaam? Leg je antwoord uit. e. Noteer je vijf tops en vijf tips op het gebied van duurzaam gedrag. Probeer daarbij alle duurzaamheidsprincipes af te dekken. f.
Je gaat nu een interactieve foto maken van de vier duurzaamheidsprincipes. Je kunt hierbij het stappenplan gebruiken. Je laat zien hoe wij duurzamer zouden kunnen leven aan de hand van de vier duurzaamheidsprincipes.
g. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb in een verslag uitgewerkt hoe de vier duurzaamheidsprincipes een rol spelen in mijn dagelijks leven. Ik heb de tekst geschreven in correct Nederlands. Ik heb op een goede manier een interactieve foto gemaakt over duurzamer leven volgens de vier duurzaamheidsprincipes.
OPDRACHT 13 Sterkte-zwakteanalyse [BP] ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ zo luidt de quote. Dit geldt ook voor duurzaamheid. Bij duurzaamheid draait het erom dat een mens de wereld zo weinig mogelijk moet proberen te belasten. Je hebt inmiddels al wel een beeld bij wat duurzaam zijn inhoudt. Maar ook hoe je eigen gedrag hieraan zou kunnen bijdragen. Op basis van wat je nu weet, ga je een sterkte-zwakteanalyse maken waarbij je verbetermogelijkheden aangeeft. Bekijk waar je aandacht voor hebt (sterk) en wat zou je beter kunnen doen (zwak). a. Open de Sterkte-zwakteanalyse duurzaamheid en geef met een kruisje in de kolom ‘Sterk’ of ‘Zwak’ wat je al doet (sterk) of wat je nog zou kunnen verbeteren (zwak).
20
EIGEN DUURZAAMHEID b. Bekijk uit de lijst van onderdelen waar je nog niet goed genoeg met duurzaamheid bezig bent of er zaken bij staan die je kunt/wilt verbeteren. Geef aan in de kolom ‘Verbeteren’ wat je zou kunnen doen om hier meer aan te doen. Let op! Bewaar de resultaten van deze analyse goed. Je hebt ze later nodig bij een andere opdracht. c. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb aangegeven wat ik al goed doe en wat ik kan verbeteren op het gebied van duurzaamheid. Ik heb op een duidelijke en realistische manier aangegeven hoe ik mijn gedrag op het gebied van duurzaamheid kan verbeteren.
OPDRACHT 14 Vlog tops en tips [BP] Je weet inmiddels wat de vier duurzaamheidsprincipes inhouden en hoe je hier zelf mee omgaat. Je hebt ook onderzocht wat je sterktes en zwaktes zijn in relatie tot duurzaamheid. Bij deze opdracht ga je een vlog maken waarbij je vertelt wat in jouw ogen een duurzame aarde inhoudt. Je geeft aan de hand van de vier duurzaamheidsprincipes en de uitkomst van je sterkte-zwakteanalyse tops en tips. a. Maak een vlog over de duurzaamheidsprincipes en geef je tops en tips. Je kunt hierbij het stappenplan en het filmpje gebruiken. Overleg met je docent hoe je je vlog bewaart en/of publiceert. Let op! Je vlog duurt niet langer dan twee minuten. b. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb een vlog gemaakt van maximaal twee minuten. Ik heb de vlog goed voorbereid aan de hand van de voorgaande opdrachten. In mijn vlog vertel ik op een goede manier over de vier duurzaamheidsprincipes en geef ik tips en tops. In mijn vlog vertel ik interessant en praat ik duidelijk.
21
EIGEN DUURZAAMHEID
OPDRACHT 15 Nieuwsbrief duurzaamheid [BP] Een vlog kun je publiceren op YouTube of een ander socialemediakanaal. Je kunt het ook publiceren in de vorm van een nieuwsbrief, die je bijvoorbeeld op een website kan plaatsen. Je gaat een nieuwsbrief maken aan de hand van je vlog en je sterkte-zwakteanalyse. a. Schrijf een nieuwsbrief over je vlog en de sterkte-zwakteanalyse die je eerder gemaakt hebt. Noem de titel van je vlog en schrijf een korte inleiding van maximaal 50 woorden. Plaats een afbeelding van de vlog in je nieuwsbrief en koppel een link of embed je vlog. b. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb een nieuwsbrief geschreven waarin mijn vlog en sterkte-zwakteanalyse centraal staan. Ik heb de nieuwsbrief voorzien van een inleiding van maximaal vijftig woorden. Ik heb de nieuwsbrief voorzien van een afbeelding met link van de vlog of de vlog geëmbed. Ik heb de nieuwsbrief logisch en gestructureerd geschreven. Ik heb de nieuwsbrief geschreven in correct Nederlands.
OPDRACHT 16 Evaluatierapport eigen duurzaamheid [BP] Je hebt onderzocht wat duurzaamheid inhoudt. Daarbij heb je ook gekeken naar hoe jij zelf omgaat met duurzaamheid. Deze informatie ga je nu omzetten naar een evaluatierapport. a. Maak van de informatie die je hebt verzameld in dit hoofdstuk een evaluatierapport. Je kunt hierbij het hulpdocument 'Een evaluatierapport maken' gebruiken. In dit rapport neem je de volgende onderdelen op: • Geef aan wat de gevolgen zijn voor de toekomst bij je tops en tips die je hebt gegeven bij de vier duurzaamheidsprincipes. • Geef verbetermogelijkheden aan bij je vijf tips en hoe je die kunt doorvoeren. Dit doe je op een logische en gestructureerde manier. Houd bij het bepalen van verbetermogelijkheden de volgende vragen in je hoofd: – Wat heeft de meeste impact? – Wat is het meest haalbaar? – Wat is nu het meest belangrijk? • Je hebt je sterke en zwakke punten op het gebied van duurzaamheid onderzocht. Je weet wat je verbeterpunten zijn en hoe je die kunt doorvoeren. Motiveer aan het einde van het rapport waarom je ze wel of niet gaat doorvoeren.
22
EIGEN DUURZAAMHEID b. Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb op een goede manier een evaluatierapport geschreven. Ik heb een duidelijke opbouw en structuur gebruikt in mijn evaluatierapport. Ik heb het evaluatierapport geschreven in correct Nederlands. Ik heb verbetermogelijkheden aangedragen en uitgelegd hoe je ze kunt doorvoeren. Ik heb gekozen welke verbetermogelijkheden ik ga doorvoeren en mijn keuze duidelijk gemotiveerd. OPDRACHT 17 Verbetermogelijkheden presenteren [BP] In het bedrijfsleven wordt verwacht dat je een presentatie kan geven over onderwerpen die voor het bedrijf en jou van belang zijn. Doel van zo'n presentatie is om je kennis te over te dragen. De geleerde kennis moet je namelijk in de praktijk kunnen brengen. Dit doe je op een enthousiaste en wervende manier waarbij je de ander overtuigt van de uitkomsten van je onderzoek. Je gaat een presentatie houden waarin je kort je evaluatierapport en je verbetermogelijkheden gaat presenteren.
VOORBEREIDEN • Overleg met je docent wanneer je de presentatie geeft en aan wie. • Bereid een presentatie voor van maximaal 5 minuten waarbij het evaluatierapport over jouw gedrag rondom duurzaamheid en je verbetermogelijkheden centraal staan. • Maak een digitale presentatie en zorg ervoor dat je met een helder en duidelijk verhaal komt.
UITVOEREN Voer de presentatie uit.
TERUGKIJKEN Beoordeel jezelf. Zet een kruisje in de kolom die voor jou klopt. BEOORDELING Ik heb mijn presentatie goed voorbereid. Mijn presentatie duurde maximaal vijf minuten. Mijn presentatie was logisch en duidelijk van opbouw en sloot aan bij het onderwerp. Ik heb in mijn presentatie helder onderbouwd hoe ik mijn verbeteringen ga doorvoeren. Ik heb mijn presentatie ondersteund met een goede en aantrekkelijke digitale presentatie. Ik heb rustig, duidelijk en in correct Nederlands gesproken. Ik heb mijn verhaal non-verbaal op een goede manier ondersteund (oogcontact, gezichtsuitdrukking, houding, gebaren enzovoort).
23
EIGEN DUURZAAMHEID
BEGRIPPEN Biologisch afbreekbaar Iets kan worden afgebroken door de natuur (door bacteriën). Broeikaseffect Gassen zorgen ervoor dat warmte van de zon binnen de atmosfeer blijft, zoals in een broeikas. Door uitstoot van gassen zoals CO2 wordt dit versterkt en warmt de aarde te snel op. Circulaire economie Een systeem waarin zo weinig mogelijk grondstoffen worden gebruikt, dankzij hergebruik en recycling van materialen. CO2 Een gas. Je ziet en ruikt het niet. Door CO2 in de lucht wordt de aarde opgewarmd. Delfstof Een gesteente of mineraal dat de mens uit de aarde wint om te benutten, bijvoorbeeld als brandstof, bouwmateriaal of grondstof. Duurzaamheid Duurzaamheid gaat over de wereld waarop drie dingen met elkaar in balans zijn: mens, milieu en economie. Ecologische voetafdruk Dit geeft aan hoeveel je consumeert, hoe groot het stukje aarde is dat jij gebruikt. Ook wel footprint. Ecosysteem Het geheel van planten en dieren in een gebied en hoe hun wisselwerking op elkaar is. Fossiele brandstof Miljoenen jaren oude resten van plantaardig en dierlijk materiaal in de aardbodem die de mens gebruikt om energie op te wekken. Bijvoorbeeld aardolie, aardgas en steenkool. Grondstoffen Materialen waarvan producten zijn gemaakt. Molecuul Het kleinste deeltje van een materiaal dat nog de eigenschappen heeft van dat materiaal. Principe Een soort regel.
OPDRACHT 18 Test je kennis Doe nu een kennistest. Zo kom je erachter of je genoeg kennis in huis hebt over de theorie. a. Welke drie zaken zijn in balans bij duurzaamheid?
24
EIGEN DUURZAAMHEID b. Wat is een ecologische voetafdruk? c. Hoeveel ruimte heeft de gemiddelde Nederlander nodig om te kunnen leven? d. Noem vier manieren waarop vervuilende stoffen en gassen in de lucht terechtkomen. e. Noem twee negatieve gevolgen van producten voor jezelf en de wereld om je heen. f.
Wat betekent het dat plastic niet biologisch afbreekbaar is?
g. Hoelang wordt een plastic tasje gemiddeld gebruikt voordat het wordt weggegooid? h. Noem drie duurzame manieren om energie op te wekken. i.
Noem de vier duurzaamheidsprincipes.
25