Persoonlijke zorg en ADL

Page 1

Factor-e Dienstverlening

yr

Als helpende heb je in je werk dagelijks te maken met de persoonlijke verzorging van cliënten. In dit boek bespreken we eerst in het algemeen de doelgroepen waarmee een helpende werkt en daarna krijg je informatie over de werking van het menselijk lichaam. Dan volgt een beschrijving van verschillende ziektebeelden waarmee je in je werk te maken kunt hebben.

ht ig

Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Om werk te maken van onderwijs, zoeken we de samenwerking op met docenten, studenten en het bedrijfsleven. Dankzij dat netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op de behoefte van de beroepspraktijk.

9 789037 226621

FE_9789037226621_welz_2017.indd 1

p co

Persoonlijke zorg en ADL

Persoonlijke zorg en ADL De methode Factor-E Dienstverlening is bedoeld voor de opleiding Dienstverlening (niveau 2). In de methode wordt gewerkt met thema’s waarin kennis, vaardigheden en samenwerken aan grote opdrachten steeds centraal staan. Per thema komen deze onderdelen terug in de vorm van een cursus, een training en een project.

Persoonlijke zorg en ADL

Profieldeel Helpende Zorg en Welzijn

dienstverlening

e 03-05-17 11:20


Persoonlijke zorg en ADL

ig

yr

p co

ht


Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Lily Benjamin-Merens

p co

Inhoudelijke redactie: Patricia Streng

Eindredactie: Astrid Habraken - van Esdonk – Tekstbureau Flytande Titel: Persoonlijke zorg en ADL ISBN: 978 90 3722 662 1

Eerste druk/tweede oplage

yr

Bronvermelding: Verbaal Visuele Communicatie BV © Edu’Actief b.v. 2016

ig

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

ht

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Thema 3

Persoonlijke zorg en ADL Inleiding OriĂŤntatie Planning

5

6 7 10

Cursus: Persoonlijke verzorging en ADL

p co

Training: Persoonlijke verzorging en ADL Project: Signaleren als helpende

Evaluatie van het thema

12 157

166

171

ig

yr

ht 3


ig yr

p co

ht

4


Thema 3 Persoonlijke zorg en ADL

ig

yr

p co

ht


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Inleiding

p co

Als helpende heb je in je werk dagelijks te maken met de persoonlijke verzorging van cliënten. In dit thema bespreken we eerst in het algemeen de doelgroepen waarmee een helpende werkt en daarna krijg je informatie over de werking van het menselijk lichaam. Dan volgt nog een beschrijving van verschillende ziektebeelden waarmee je in je werk te maken kunt hebben. Als helpende zie je cliënten vaak dagelijks of enkele keren per week. Doordat je veel contact hebt met de cliënt merk je veranderingen in de gezondheid van de cliënt op. In dit thema leer je op welke signalen je moet letten en hoe je hierop kunt reageren. Er worden verschillende hulpmiddelen besproken die cliënten helpen om langer zelfstandig te blijven. Tot slot krijg je informatie over huiselijk geweld en hoe je dit kunt signaleren.

Leerdoelen

ig

yr

• Je hebt basiskennis van het functioneren van het menselijk lichaam. • Je hebt basiskennis van veelvoorkomende ziektes bij oudere cliënten en bij kinderen. • Je hebt basiskennis over de dagelijkse persoonlijke verzorging van cliënten. • Je hebt basiskennis over het signaleren van veranderingen in de gezondheid van cliënten. • Je hebt basiskennis van aangepaste materialen en middelen. • Je hebt basiskennis van de doelgroepen van zorg en welzijn. • Je hebt basiskennis van wet- en regelgeving en van huiselijk geweld. • Je kunt signalen van veranderingen in de gezondheid van cliënten herkennen. • Je kunt signalen van sociale problematiek en huiselijk geweld herkennen. • Je kunt lichamelijke verzorging aan cliënten geven.

Wijze van beoordelen thema

ht

Dit thema bestaat uit verschillende onderdelen. Je wordt op alle onderdelen beoordeeld. In het onderdeel cursus maak je opdrachten, waarop je wordt beoordeeld. Ook wordt je beoordeeld op je deelname in de les. Bij het onderdeel training voer je een demonstratie uit. Bij het project lever je een product op. Ook op deze onderdelen volgt een beoordeling.

6


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Doelgroepen Denk na over het volgende: • In welke instellingen of met welke groepen kan een helpende aan de slag? • Met welke groepen wil je zelf graag aan de slag? Waarom? • Met welke groepen wil je helemaal niet aan de slag? Waarom niet?

p co Opdracht 2

Anatomie

a. Waar denk je aan bij het woord ‘anatomie’?

b. Wat is de lichaamstemperatuur van een gezond persoon?

c. Wat doet insuline in je lichaam?

yr

d. Kun je twee gewrichten opnoemen?

e. Wat doe je als je ‘de pols opneemt’?

Ziekteleer

ig

Opdracht 3

Opdracht 4

Psychiatrische ziektes

ht

Kijk naar de volgende lijst met ziektes. Van welke ziektes heb je weleens gehoord of weet je iets af? dementie ziekte van Parkinson diabetes mellitus hartinfarct reuma

Heb je weleens te maken gehad met iemand met een psychiatrische ziekte? Om welke ziekte ging het?

7


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Opdracht 5

Kinderziektes Welke kinderziektes heb je zelf gehad (of hebben je broers/zussen gehad)? Wat weet je hier nog van?

Mag een kind met een kinderziekte op de kinderopvang komen?

p co Opdracht 6

Lichamelijke verzorging

a. Heb je weleens te maken gehad met de lichamelijke verzorging van iemand in je omgeving?

b. Welke handelingen heb je uitgevoerd?

c. Wat vond je makkelijk om te doen?

yr

d. Wat vond je lastig?

e. Tegen welke handelingen van lichamelijke verzorging kijk je echt op om te doen?

Toiletgang

ig

Opdracht 7

a. Heb je weleens iemand geholpen bij de toiletgang?

c. Wat zijn incontinentiematerialen?

Opdracht 8

ht

b. Hoe vond je dit om te doen?

Ondersteuning bij mobiliteit a. Heb je weleens iemand geholpen die slecht ter been was?

8


OriĂŤntatie

b. Hoe heb je dit gedaan?

c. Heb je hierbij een hulpmiddel gebruikt?

Opdracht 9

Hulpmiddelen mobiliteit

p co

Welke hulpmiddelen voor de mobiliteit ken je?

ig

yr

ht 9


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Planning

p co

Je gaat nu een planning voor dit thema maken waarbij je zoveel mogelijk rekening houdt met je sterke kanten en je ontwikkelpunten. a. Lees eerst het thema globaal door. Wat komt er aan de orde? Denk aan het aantal opdrachten, de hoeveelheid theorie, de moeilijkheidsgraad en de hoeveelheid tijd die je verwacht ermee bezig te zijn. Is er groepswerk? Moet je dingen organiseren? Wat moet je op school doen en wat kan ergens anders? b. Bepaal vervolgens in overleg met je docent waar je het best kunt beginnen en waar je extra aandacht aan gaat geven. c. Vul daarvoor het planningsformulier helemaal in. Je kunt beter tijd overhouden dan tekortkomen. d. Noteer afspraken en data waarop je iets moet opleveren of doen in je agenda.

Planning thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL Cursus – Persoonlijke verzorging en ADL

Datum

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

1. Doelgroepen Zorg en Welzijn Datum

Datum

3. Ziekteleer Datum

yr

2. Anatomie

Geschatte tijd

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Datum

Geschatte tijd

5. Kinderziektes

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

6. Lichamelijke verzorging Datum

Werkelijke tijd

ht

Datum

ig

4. Psychiatrische ziektes

7. Observeren en registreren van eet- en drinkgedrag van de cliënt Datum

10

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)


Planning

Planning thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL 8. Signaleren van veranderingen bij een cliënt Datum

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

9. Ondersteuning en signalering bij uitscheiding Datum

Geschatte tijd

10. Ondersteuning bij mobiliteit

p co

Datum

11. Ergonomie Datum

12. Hulpmiddelen mobiliteit Datum

13. Wet- en regelgeving Datum

Datum

yr

14. Sociale problematiek

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Training – Persoonlijke verzorging en ADL Geschatte tijd

Project – Signaleren als helpende Datum

Geschatte tijd

Datum

Geschatte tijd

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

ht

Evaluatie van het thema

ig

Datum

Werkelijke tijd

Plaats (school, bpv, thuis)

11


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Cursus Persoonlijke verzorging en ADL 16

p co

Inleiding Taal 16

Doelgroepen Zorg en Welzijn 17 Doelgroep VVT 17 Doelgroep HHZ 18 Doelgroep ggz 19 Doelgroep maatschappelijke opvang 20 Doelgroep kinderen 20 Doelgroep mensen met een beperking 22 Ervaring uit de praktijk 23

2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15

Anatomie 24 Opbouw van het lichaam 24 Skelet 24 Gewrichten en hun functie 27 Zenuwstelsel 28 Zintuigen 30 Bloedsomloop, bouw en functie van het hart Begrippen ‘pols’ en ‘bloeddruk’ 32 Ademhalingsorganen en hun functie 33 Spijsvertering 34 Glucoseregeling in het lichaam 36 Plaats en functie uitscheiding 36 De huid 37 Functie lymfeklieren 38 Lichaamstemperatuur 39 Ervaring uit de praktijk 40

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11

Ziekteleer 41 Wat is je rol als helpende bij zieke cliënten? Osteoporose 41 Reuma 42 Herseninfarct en hersenbloeding 44 Epilepsie 45 Ziekte van Parkinson 47 Hartinfarct 48 Hartfalen 49 Afwijkende ademhaling 50 Astma 51 COPD 52

yr

1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7

ig

ht

12

30

41


Persoonlijke verzorging en ADL

3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 3.22 3.23

Diabetes mellitus 52 Decubitus 55 Smetten 56 Eczeem 58 Micro-organismen 59 Griep (influenza) 62 Maag-darminfecties 63 Dementie 64 Delirium of delier 69 Kanker 70 Allergische reacties 71 Ervaring uit de praktijk 72

p co 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

Psychiatrische ziektes 73 Behandeling en begeleiding bij psychiatrische ziektes Angststoornissen 73 Persoonlijkheidsstoornissen 74 Psychose 75 Syndroom van Korsakov 75 Ervaring uit de praktijk 76

5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9

Kinderziektes 77 Omgaan met (kinder)ziektes in de kinderopvang Waterpokken 78 De vijfde ziekte 79 De zesde ziekte 79 Roodvonk 79 Mazelen 79 Kinkhoest 80 Inenten 80 Ervaring uit de praktijk 82

6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14

Lichamelijke verzorging 83 Producten 83 Privacy en communicatie 84 Taalgebruik 85 Goed verzorgd als helpende 85 Culturele gewoontes 87 Handhygiëne 88 Een cliënt wassen 91 Een cliënt aan- en uitkleden 92 Mondverzorging 92 Scheren 94 Haarverzorging 96 Nagelverzorging 97 Hulpmiddelen vergroten zelfstandigheid cliënten Ervaring uit de praktijk 98

7. 7.1 7.2 7.3

Observeren en registreren van eet- en drinkgedrag van de cliënt Eet- en drinkgedrag 99 Aandachtspunten 100 Wat is observeren? 102

73

77

ig

yr

ht 97

99

13


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Hoe observeer je? 102 Registreren 103 Manieren van registreren 104 Observeren en registreren eet- en drinkgedrag van kleine kinderen Ervaring uit de praktijk 106

8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9 8.10 8.11 8.12 8.13 8.14

Signaleren van veranderingen bij een cliënt 107 Begrip signaleren 107 Handelen na signaleren 107 Signaleren bij verandering in gezondheid 108 Afwijkende temperatuur 108 Temperatuur opnemen 109 Ademhaling opnemen 110 Gewicht 111 Kleur 112 De pols opnemen 112 Slaapgedrag 114 Stemmingsveranderingen 115 Signalen van sociale problematiek 116 Bedcomplicaties 116 Ervaring uit de praktijk 118

9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11

Ondersteuning en signalering bij uitscheiding 119 Algemene richtlijnen bij toiletgang 119 Ondersteunen bij toiletgang (op het toilet) 119 Verhogen zelfredzaamheid bij toiletgang 120 Hulpmiddelen voor de toiletgang 120 Toiletgang op of bij het bed 121 Obstipatie 123 Smetten en vallen bij toiletgang 125 Incontinentie 126 Bijhouden uitscheidingslijst 128 Uitscheiding bij kinderen 129 Ervaring uit de praktijk 132

10. 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7

Ondersteuning bij mobiliteit 133 Verplaatsen cliënt 133 Verplaatsen cliënt met stok of kruk 133 Verplaatsten cliënt met twee krukken 133 Verplaatsen cliënt door tillift 134 Verplaatsen cliënt in en uit de rolstoel 135 Verplaatsen cliënt zonder hulpmiddelen 135 Ervaring uit de praktijk 136

11. 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5

Ergonomie 137 Tilinstructies 137 Aandachtspunten tillen 137 Tillen in de kinderopvang 138 Werken met verzorgingsproducten Ervaring uit de praktijk 139

12.

Hulpmiddelen mobiliteit

106

ht

14

ig

yr

p co

7.4 7.5 7.6 7.7 7.8

140

138


Persoonlijke verzorging en ADL

Hulpmiddelen 140 Tandemfiets 140 Bolderkar en skelter 140 Rolstoelen 141 Rollator en stok 141 Domotica 142 Ervaring uit de praktijk 143

13. 13.1 13.2 13.3 13.4

Wet- en regelgeving 144 Omgaan met vertrouwelijke informatie 144 Wet bescherming persoonsgegevens 145 Beroepscode en beroepsgeheim 146 Ervaring uit de praktijk 147

14. 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7

Sociale problematiek 148 Huiselijk geweld 148 Vormen van huiselijk geweld 149 Signaleren huiselijk geweld 150 Veilig Thuis 152 Meldcode 154 Meldcode en beroepsgeheim 155 Ervaring uit de praktijk 156

ig

yr

p co

12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7

ht 15


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Inleiding Dagelijks werk je bij cliënten, van jong tot oud, die om verschillende redenen hulp nodig hebben bij de persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen, kortweg ADL. Hierbij is het belangrijk om te weten hoe het menselijk lichaam werkt. Met welke ziektes krijg je te maken? Waar moet je op letten bij de dagelijkse verzorging? Welke signalen kun je aan het gedrag van de cliënt waarnemen? En wat doe je met deze signalen?

p co

Je krijgt in je werk als helpende te maken met verschillende ziektebeelden. Het is goed om hier meer van te weten. Als helpende heb je een belangrijke rol bij het signaleren van veranderingen bij de cliënt. Jij ziet de cliënt vaak dagelijks en merkt veranderingen op. Deze meld je bij je leidinggevende. Voor de leesbaarheid gebruiken we steeds de mannelijke vorm als we het over een cliënt hebben. Het kan natuurlijk net zo goed een vrouw zijn. Ook spreken we over cliënt, leidinggevende en zorgplan. In de praktijk gebruikt men ook de termen zorgvrager, manager, zorgdossier of zorgleefplan, en andere termen.

Leerdoelen

Taal

<

16

Neem de theorie door en onderstreep de woorden die je niet kent. Noteer deze woorden in de woordenlijst en zet de betekenis erbij. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.

ht

• • •

ig

yr

• Je hebt basiskennis van het functioneren van het menselijk lichaam. • Je hebt basiskennis van veelvoorkomende ziektes bij oudere cliënten en bij kinderen. • Je hebt basiskennis over de dagelijkse persoonlijke verzorging van cliënten. • Je hebt basiskennis over het signaleren van veranderingen in de gezondheid van cliënten. • Je hebt basiskennis van aangepaste materialen en middelen. • Je hebt basiskennis van de doelgroepen van zorg en welzijn. • Je hebt basiskennis van wet- en regelgeving en van huiselijk geweld.

Gebruik Werkmodel Woordenlijst op http://dienstverlening.factor-e.nl.


Persoonlijke verzorging en ADL

1. Doelgroepen Zorg en Welzijn Als helpende Zorg en Welzijn kun je gaan werken in diverse instellingen en bij cliënten thuis. Je werkt altijd als ondersteuner. Je voert de afspraken uit die zijn gemaakt door een leidinggevende in samenwerking met medische professionals. De afspraken zijn vastgelegd in het zorgdossier of zorgplan. In deze theoriebron leer je meer over de doelgroepen waarmee je als helpende werkt.

p co

1.1 Doelgroep VVT

yr

VVT betekent: verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg. In de praktijk heb je vaak te maken met ouderen die een vorm van zorg en hulp nodig hebben. Zij wonen in een verpleeg- of verzorgingshuis of wonen met ondersteuning thuis of in een aanleunwoning. Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen. Ondersteuning krijgen zij in de vorm van thuiszorg. In een verpleeghuis krijgen cliënten behandeling, verpleging, zorg en begeleiding. Ook krijgen zij intensieve medische verzorging als dit nodig is, bijvoorbeeld na een beroerte of bij een voortgaand stadium van dementie. In een verzorgingshuis wonen cliënten die ondersteuning nodig hebben bij dagelijkse verzorging, omdat zij niet langer (volledig) zelfstandig kunnen functioneren. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die door ouderdomsverschijnselen enige hulp nodig hebben. Veel mensen wonen langdurig in een van deze instellingen. Het is ook mogelijk om hier tijdelijk te wonen, bijvoorbeeld na een operatie, wanneer er tijdelijk extra zorg of verpleging nodig is.

ig

De taken van de helpende in de VVT zijn onder andere: ondersteunen bij het huishouden, de persoonlijke verzorging en het doen van activiteiten met de cliënten.

ht 17


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

Opdracht 1

Doelgroep VVT a. Wat betekent VVT?

b. Wat is het verschil tussen een verpleeghuis en een verzorgingshuis?

p co

c. Welke taken heb je als helpende in de VVT?

d. Welke verpleeghuizen en verzorgingstehuizen zijn er in je gemeente of in de omgeving?

1.2 Doelgroep HHZ

yr

HHZ betekent huishoudelijke zorg. Het is zorg die een helpende aan mensen thuis geeft. Het gaat om huishoudelijk werk, maar ook om hulp bij boodschappen doen. In het algemeen geef je als helpende ondersteuning om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. Het kan van cliënt tot cliënt verschillen wat hiervoor nodig is.

ig

De aanvraag voor huishoudelijke zorg loopt via de gemeente waar de cliënt woont. De gemeente bekijkt de aanvraag en stelt vast welke hulp een cliënt kan krijgen. Dit noemen we de indicatie. Welke hulp iemand krijgt is daarna vastgelegd in het zorgplan. Als helpende voer je verschillende taken uit bij cliënten thuis. De taken zijn vastgelegd in het zorgplan van de cliënt.

ht

Bij huishoudelijke hulp gaat het om praktische hulp in het huishouden. In de thuiszorg werk je ook bij cliënten thuis, maar dan verleen je zorg en verzorging.

Opdracht 2

Doelgroep HHZ a. Wat betekent HHZ?

b. Welke taken heb je als helpende in de HHZ?

18


Persoonlijke verzorging en ADL

c. Welke organisatie voert HHZ uit in je gemeente of omgeving?

d. Wat is het verschil tussen HHZ en thuiszorg?

p co

1.3 Doelgroep ggz

Ggz betekent: geestelijke gezondheidszorg. Mensen met een psychische beperking kunnen moeite hebben om zelfstandig te functioneren. Soms wonen zij in grotere instellingen, soms in een kleinere woonvorm in een woonwijk, soms nog thuis bij hun ouders. Sommige mensen wonen met enige hulp en begeleiding zelfstandig.

Opdracht 3

yr

De taken van de helpende bij deze doelgroep zijn afhankelijk van de situatie van de cliënt. Vaak zul je huishoudelijke en verzorgende taken hebben. In instellingen is het ook mogelijk dat je hulp biedt bij de organisatie van activiteiten. Voor veel cliënten en hun familie (netwerk) ben je een vast aanspreekpunt. Ook signaleer je veranderingen in het gedrag en de gezondheid van de cliënt. Het is belangrijk om meer te weten over psychische beperkingen. Je weet op deze manier hoe cliënten zich kunnen gedragen en hoe je hier op een goede manier mee om kunt gaan. Je werkt volgens instructies van je leidinggevende.

Doelgroep ggz

a. Wat betekent ggz?

ig

b. Waar woont de doelgroep uit de ggz?

ht

c. Welke taken voer je uit als helpende in de ggz?

d. Welke organisaties voor ggz zijn er in je gemeente of omgeving?

19


Thema 3 – Persoonlijke zorg en ADL

1.4 Doelgroep maatschappelijke opvang

p co

In de maatschappelijke opvang wonen mensen die om verschillende redenen – tijdelijk – geen huis hebben. Daklozen kunnen gebruikmaken van verschillende vormen van opvang. Soms slapen zij een paar nachten per maand in een nachtopvang en maken hier gebruik van de douche. De crisisopvang is bedoeld voor mensen die met spoed opvang nodig hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vrouwen die vanwege huiselijk geweld hun huis hebben verlaten. Of aan jongeren die vanwege problemen thuis tijdelijk ergens anders moeten wonen. Een andere vorm van opvang zijn de asielzoekerscentra. Hier wonen mensen die hun land ontvlucht zijn. Zolang hun procedure voor een verblijfsvergunning loopt, wonen zij in een asielzoekerscentrum. Als helpende kun je aan de slag in de maatschappelijke opvang. Vaak zorg je er, eventueel samen met de bewoners, voor de maaltijden en doe je de schoonmaak. Je hebt regelmatig contact met de cliënten.

Opdracht 4

Doelgroep maatschappelijke opvang a. Wat bedoelen we met de maatschappelijke opvang?

yr

b. Om wat voor instellingen gaat het? Noem drie voorbeelden.

ig

c. Welke taken heb je als helpende in de maatschappelijke opvang?

d. Welke instellingen voor maatschappelijke opvang ken je in je gemeente of omgeving?

ht

1.5 Doelgroep kinderen

Als helpende kun je ook aan de slag in de kinderopvang. Wanneer je werkt op een kindercentrum dan ben je ondersteunend bezig. Je verzorgt de maaltijden, doet schoonmaakwerk of assisteert bij de verzorging van kinderen en het uitvoeren van activiteiten. Je werkt altijd onder leiding van een pedagogisch medewerker.

20


Persoonlijke verzorging en ADL

Er zijn verschillende vormen van kinderopvang. In een kinderdagverblijf komen kinderen in de leeftijd van 0–4 jaar. Zij krijgen opvang, zodat de ouders aan het werk (of studie) kunnen. Op een peuterspeelzaal komen kinderen in de leeftijd 2,5–4 jaar. Zij komen hier voornamelijk om met elkaar te spelen en zich te ontwikkelen, vaak een paar dagdelen per week. Kinderen die naar school gaan (4–12 jaar) bezoeken na schooltijd en in de schoolvakanties de buitenschoolse opvang, wanneer hun ouders werken of studeren. Sommige helpenden werken in een buurthuis. Hier komen kinderen voor activiteiten. Als helpende ondersteun je bij die activiteiten. Daarnaast verricht je huishoudelijke taken.

yr

p co Opdracht 5

De kinderopvang

a. Noem drie taken die een helpende heeft in de kinderopvang.

ig

b. Welke drie vormen van kinderopvang zijn er?

ht

c. Welke kinderopvangorganisaties zijn er in je gemeente of omgeving?

21


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.