Beheer van gebouwen
p co
Beheer van gebouwen De methode Factor-E Dienstverlening is bedoeld voor de opleiding Dienstverlening (niveau 2). In de methode wordt gewerkt met thema’s waarin kennis, vaardigheden en samenwerken aan grote opdrachten steeds centraal staan. Per thema komen deze onderdelen terug in de vorm van een cursus, een training en een project.
ht ig
yr
In dit boek wordt ingegaan op hoe je ervoor kunt zorgen dat een bedrijfspand een visitekaartje is, hoe je ervoor kunt zorgen dat het omliggende terrein er goed uitziet en wat er allemaal komt kijken bij het onderhoud van een gebouw. Daarna ga je zelf aan de slag. Je gaat zelf een dagelijks controlesysteem ontwerpen voor het gebouw en het omliggende terrein en je gaat deze controle ook daadwerkelijk uitvoeren. Aan de hand van oefeningen en protocollen bereid je je hier zo goed mogelijk op voor en laat je tijdens een demonstratie aan je docent zien hoe goed je dit beheerst. Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Om werk te maken van onderwijs, zoeken we de samenwerking op met docenten, studenten en het bedrijfsleven. Dankzij dat netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op de behoefte van de beroepspraktijk.
9 789037 226645
FE_9789037226645_zr_fd_2017.indd 1
Profieldeel medewerker FacilitairE DIENSTVERLENING
dienstverlening
e 03-05-17 11:33
Beheer van gebouwen
ig
yr
p co
ht
Colofon Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Ludo Peters
p co
Eindredactie: Astrid Habraken - van Esdonk - Tekstbureau Flytande Titel: Beheer van gebouwen ISBN: 978 90 3722 664 5
Eerste druk / vijfde oplage ©
Edu’Actief b.v. 2016
yr
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).
ig
De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.
ht
Inhoudsopgave Thema 1
Beheer van gebouwen Inleiding
6
OriĂŤntatie Planning
5
7 8
Cursus: Assisteert bij gebouwenbeheer
p co Training: Gebouwenbeheer
9
47
Project: Beoordelen representativiteit gebouw
Evaluatie van het thema
51
55
ig
yr
ht 3
ig yr
p co
ht
4
Thema 1 Beheer van gebouwen
ig
yr
p co
ht
Thema 1 – Beheer van gebouwen
Inleiding Het thema begint met een cursus over gebouwenbeheer. Lees deze tekst goed door en maak de bijbehorende opdrachten. In verschillende hoofdstukken leer je hoe je ervoor kunt zorgen dat een bedrijfspand een visitekaartje is, het omliggende terrein er goed uitziet en wat er komt kijken bij het onderhoud van een gebouw. Daarna ga je zelf aan de slag. Je gaat zelf een dagelijks controlesysteem ontwerpen voor het gebouw en het omliggende terrein en deze controle ook uitvoeren. Met oefeningen en protocollen bereid je je hier zo goed mogelijk op voor en laat je aan je docent zien hoe goed je dit beheerst.
p co
Als laatste ga je een project uitvoeren. Je doet verslag van de status van een gebouw met een zelfgemaakte checklist. Aan het eind van dit thema kijk je terug op wat je in dit thema hebt geleerd en evalueer je hoe de opdrachten en oefeningen verlopen zijn.
Leerdoelen
ig
yr
• Je hebt basiskennis van representativiteit van een gebouw en het omliggende terrein. • Je hebt basiskennis van het schoonmaken en onderhouden van vloeren, sanitair en bedrijfsrestaurant. • Je hebt basiskennis van gebruik, eigenschappen en onderhoud van (benodigde) huisvesting. • Je bewaakt de representativiteit van het gebouw of gebouwen. • Je bewaakt de representativiteit van het omliggende terrein. • Je voert opruimwerkzaamheden uit op het omliggende terrein. • Je voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit aan het gebouw. • Je voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit op het omliggende terrein.
Wijze van beoordelen
ht
Dit thema bestaat uit verschillende onderdelen. Je wordt beoordeeld op alle onderdelen. In het onderdeel cursus word je beoordeeld op de gemaakte opdrachten en de toets. Daarnaast op je deelname in de les. Bij het onderdeel training moet je een demonstratie uitvoeren. Bij het project word je beoordeeld op het product dat je oplevert en op de samenwerking tijdens het project.
6
OriĂŤntatie
OriĂŤntatie Opdracht 1
Gebouwenbeheer Waar denk jij aan bij gebouwenbeheer? .
p co Opdracht 2
De buitenkant
Je gaat straks beoordelen hoe de buitenkant van een gebouw eruitziet. Waar let je dan op?
Opdracht 3
De binnenkant
Je gaat ook beoordelen hoe de binnenkant van een gebouw eruitziet. Waar let je dan op?
yr
Opdracht 4
Storend
ig
Wat zijn dingen die jou ergeren als het om de binnenkant en de buitenkant van een gebouw gaat?
ht 7
Thema 1 – Beheer van gebouwen
Planning
p co
Je gaat nu een planning voor dit thema maken waarbij je zoveel mogelijk rekening houdt met je sterke kanten en je ontwikkelpunten. a. Lees eerst het thema globaal door. Wat komt er aan de orde? Denk aan het aantal opdrachten, de hoeveelheid theorie, de moeilijkheidsgraad en de hoeveelheid tijd die je verwacht ermee bezig te zijn. Is er groepswerk? Moet je dingen organiseren? Wat moet je op school doen en wat kan ergens anders? b. Bepaal vervolgens in overleg met je docent waar je het best kunt beginnen en waar je extra aandacht aan gaat geven. c. Vul daarvoor het planningsformulier helemaal in. Je kunt beter tijd overhouden dan tekortkomen. d. Noteer afspraken en data waarop je iets moet opleveren of doen in je agenda.
Planning thema 1 – Beheer van gebouwen Cursus – Assisteert bij gebouwenbeheer
Datum
Geschatte tijd
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
1. Het bedrijfspand als visitekaartje Datum
Geschatte tijd
Datum
3. Onderhoud Datum
yr
2. Het omliggende terrein
Geschatte tijd
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Geschatte tijd
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Datum
Geschatte tijd
ig
Training – Gebouwenbeheer
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Project – Beoordelen representativiteit gebouw Geschatte tijd
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Geschatte tijd
Werkelijke tijd
Plaats (school, bpv, thuis)
Evaluatie van het thema Datum
8
ht
Datum
Assisteert bij gebouwenbeheer
Cursus Assisteert bij gebouwenbeheer 10
p co
Inleiding Taal 10 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
Het bedrijfspand als visitekaartje 11 Representativiteit 11 Het klimaat 13 Dagelijkse schoonmaak 14 Kwaliteitmeetsystemen voor de dagelijkse schoonmaak FMIS 21 Duurzaamheid 24 Afval scheiden 26 Signaleren van onveilige situaties 27 Ervaring uit de praktijk 29
18
yr Het omliggende terrein 30 Representativiteit omliggende terrein Inbraak 32 Alarm 34 Ervaring uit de praktijk 35
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
Onderhoud 36 Soorten onderhoud 36 Onderhoudsplanning 37 Beheren van apparatuur 38 Gebouwbeheersysteem 39 Buiten het gebouw 40 Schilderen 41 Ontstoppen van een wastafel 43 Toilet ontstoppen 44 Een lamp ophangen 44 Met een boormachine werken 46 Ervaring uit de praktijk 46
30
ig
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
ht 9
Thema 1 – Beheer van gebouwen
Inleiding In deze cursus leer je over werkzaamheden bij gebouwenbeheer. Je leert waar je op moet letten bij de representativiteit van een gebouw. Je leert ook waar je op moet letten als het om een verzorgde en nette omgeving van een gebouw gaat. En je leert wat er komt kijken bij het onderhoud van een gebouw.
Leerdoelen
p co
Je hebt basiskennis van: • representativiteit van een gebouw en het omliggende terrein • het schoonmaken en onderhouden van vloeren, sanitair en bedrijfsrestaurant • gebruik, eigenschappen en onderhoud van (benodigde) huisvesting.
Taal • • •
<
Neem de theorie door en onderstreep de woorden die je niet kent. Schrijf deze woorden in de woordenlijst en zet de betekenis erbij. Na afloop van de cursus neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Gebruik het Werkmodel Woordenlijst op http://dienstverlening.factor-e.nl.
ig
yr
ht 10
Assisteert bij gebouwenbeheer
1. Het bedrijfspand als visitekaartje In dit hoofdstuk leer je wat de representativiteit van een gebouw betekent en waar je allemaal op moet letten bij het controleren ervan.
1.1 Representativiteit
p co
Een gebouw is voor veel mensen een plek waar ze werken of leren. Daarom is het belangrijk dat het gebouw prettig aanvoelt, goed verzorgd is en aansluit bij de mensen die er (tijdelijk) verblijven. Hoe prettiger een gebouw aanvoelt, hoe fijner het is om in te werken. Bij gebouwenbeheer gaat het om de representativiteit van het gebouw. Het gebouw is een visitekaartje. De eerste indruk van het gebouw is dan direct goed. De facilitaire dienst bewaakt de representativiteit van het gebouw. De medewerkers houden in de gaten of het onderhoud van het gebouw nog goed is, of het gebouw er binnen en buiten verzorgd uitziet, of ze dingen moeten aanvullen (bijvoorbeeld wc-papier of handdoeken) en of ze moeten opruimen of schoonmaken. Andere taken van een facilitair medewerker zijn het signaleren van onveilige situaties en technische problemen, het beoordelen van binnengekomen meldingen en het uitvoeren van incidentele schoonmaakwerkzaamheden.
ig
yr
ht
Afspraken met leveranciers Bij representativiteit van gebouwen hoort dat alles goed werkt. Als de lift vaak kapot is, maakt dat geen goede indruk. Daarom is het belangrijk om goede afspraken te maken met leveranciers over het onderhoud. Regelmatig onderhoud zorgt ervoor dat alle installaties en apparatuur in goede conditie zijn en voorkomt dat ze kapotgaan.
11
Thema 1 – Beheer van gebouwen
Deze installaties kunnen in een gebouw aanwezig zijn: • klimaatinstallaties zoals luchtbehandeling, airconditioning, verwarming, koeling en verlichting • brandmeldinstallaties • blusinstallaties • inbraakmeldinstallaties • sanitaire installaties • veiligheidssystemen • waternet.
Opdracht 1
Representativiteit
p co
Wat bedoelen we met representativiteit van gebouwen?
Opdracht 2
Niet zo representatief
yr
Tim bezoekt een bedrijf waar hij een gesprek heeft over zijn stage. Aan de buitenkant ziet het gebouw er prima uit, alleen moeten de kozijnen nodig geverfd worden. Als hij naar binnen gaat, merkt hij dat de draaideur het niet doet. Tim gaat eerst naar het toilet. Er is geen wc-papier en de handdoekjes zijn ook op. Hij meldt zich aan, hij moet even wachten. Op de tafel in de wachtkamer tijdschriften die uit elkaar liggen. Tim moet naar de derde etage. Omdat de lift kapot is, neemt hij de trap. Welke onderdelen die horen bij de representativiteit van het gebouw zijn niet in orde?
ig
Opdracht 3
Taken facilitair medewerker
Welke taken heeft een facilitair medewerker?
Installaties
ht
Opdracht 4
Onderzoek welke installaties er in gebouwen aanwezig zijn. Doe dat in twee gebouwen: • de school • je stagebedrijf of een openbaar gebouw zoals de bibliotheek of het gemeentehuis.
12
Assisteert bij gebouwenbeheer
Welke installaties heb je gevonden? a. Gebouw 1:
b. Gebouw 2:
p co 1.2 Het klimaat
yr
Het klimaat is een belangrijk onderdeel van de representativiteit van een gebouw. Bij het gebouw kun je denken aan de temperatuur en luchtvochtigheid. In een gebouw waarin het warm en benauwd is, zullen mensen niet prettig werken. Je wordt snel moe en loom en dat zal invloed hebben op je werk. Daarom hebben veel gebouwen een luchtbehandelingsinstallatie. Die zorgt ervoor dat de temperatuur en luchtvochtigheid in het gebouw aangenaam is, zodat mensen zich prettig voelen en goed kunnen functioneren. Vaak is er ook airconditioning, zodat het binnen lekker koel is als het buiten warm is.
ig
Bij het klimaat van het gebouw hoort ook de uitstraling die het gebouw heeft. Deze moet passen bij het soort bedrijf en de mensen die er werken. In een modern computerbedrijf waar veel jonge mensen werken, zal een ouderwetse uitstraling niet aanslaan. Daar zal gekozen worden voor trendy meubilair en moderne kleuren. In een advocatenkantoor of een rechtbank zal de uitstraling veel traditioneler zijn, met bijvoorbeeld veel hout, leren stoelen en antieke schilderijen.
ht 13
Thema 1 â&#x20AC;&#x201C; Beheer van gebouwen
Opdracht 5
Verschillen Wat is het verschil tussen een luchtbehandelingsinstallatie en een airco?
Opdracht 6
Warm en vochtig Denk eens terug aan dagen dat het warm en vochtig was. Hoe voelde jij je toen? Kon je goed werken? Leg je antwoord uit.
p co Opdracht 7
Sfeer
a. Hoe zou jij de sfeer van jouw school omschrijven?
b. Hoe zou je willen dat de sfeer van jouw school was? Waarom?
yr
c. Wat zou er dan moeten veranderen?
ig
d. Maak een ontwerp voor de inrichting van een lokaal van jouw school en voor de kantine. Laat duidelijk zien hoe jij het in zou richten, welke materialen je zou kiezen en welke kleuren je zou gebruiken.
1.3 Dagelijkse schoonmaak
ht
In gebouwen wordt gewerkt met een schoonmaakprogramma. In dit schoonmaakprogramma staat productinformatie van de reinigingsmiddelen die gebruikt worden, zijn er logbladen en andere documenten over afspraken die gemaakt zijn. Op logbladen vul je in wie wanneer schoonmaakt of controleert. In de map zit vaak een plattegrond van het gebouw. Daarop staan de ruimtes die schoongemaakt moeten worden. In het schoonmaakprogramma staat wat er schoongemaakt moet worden, hoe en hoe vaak. Sommige dingen maak je dagelijks schoon, zoals handgrepen van deuren. Andere dingen maak je minder vaak schoon, zoals ramen en deuren. In het programma staat hoe vaak je dat moet schoonmaken.
14
Assisteert bij gebouwenbeheer
Ook de buitenkant van een gebouw moet regelmatig schoongemaakt worden. Ook daarover zijn afspraken gemaakt. Zo worden bijvoorbeeld één keer per maand de ramen gewassen of wordt één keer per jaar de gevel gereinigd. Door het gebruik van een schoonmaakprogramma weet je zeker dat alles regelmatig schoongemaakt wordt. Je kunt niets vergeten.
p co Opdracht 8
yr
Het is niet altijd nodig om een schoonmaakmedewerker in te schakelen. Stel, je werkt in op de kinderafdeling van een ziekenhuis en een van de kinderen zet zijn kleefhandje op het raam. Dan kun je best zelf even het raam schoonmaken, bijvoorbeeld met Glassex en een doekje. Het inschakelen van een schoonmaakmedewerker duurt dan langer dan wanneer je het zelf even doet. Bovendien haal je de medewerker uit zijn werk, wat hem weer vertraging oplevert.
Doel schoonmaakprogramma
Opdracht 9
ig
Waarom werken bedrijven met een schoonmaakprogramma?
Schoonmaakprogramma I
ht
a. Wat staat er in een schoonmaakprogramma?
b. Welke extra informatie kun je in de map vinden?
15
Thema 1 â&#x20AC;&#x201C; Beheer van gebouwen
Opdracht 10
Invullen Britt heeft met het schoonmaakprogramma de kantoren op de begane grond schoongemaakt. Wat moet ze nu invullen?
Opdracht 11
Schoonmaakprogramma II Kijk naar het schoonmaakprogramma. Schoonmaakprogramma
p co Object
Handeling
Ma
Di
Woe
Don
Vrij
Afvalbak
Legen + afnemen
x
x
x
x
x
Bureau
Afnemen
x
x
x
x
x
Deur
Vingertasten/vlek verwijderen
x
x
x
x
x
Kast
Vingertasten/vlek verwijderen
x
x
x
x
x
Vensterbanken
Afnemen
x
x
x
x
x
Vloer hard
Wissen en moppen
x
x
x
x
x
Vloer zacht
Stofzuigen
x
x
x
x
x
Deur
Afnemen
x
Randen en richels
Afnemen
Stoelen
Zuigen
Telefoon/pc
Afnemen
Dagelijks
yr
1x per week
ig
1x per maand
Afnemen
Roosters
Afnemen
1x per 2 maanden Kast
Afnemen
Vloer hard
Schrobben
Sproeiextractie reinigen
x
x
X
ht
Plinten
Op aanvraag
x
X
X
X
X
a. Op welke dagen verwijder je vingertasten van de deuren in de kantoren?
16