HOOFDSTUK 2 HET MAGAZIJN Overal in de logistieke keten kom je magazijnen en distributiecentra tegen. Van heel groot en volledig geautomatiseerd tot heel klein en alles handmatig. In die magazijnen vind je stellingen, opslagmiddelen en intern transportmaterieel. In dit hoofdstuk leer je er meer over.
Opdracht 1 Wall of shame Hoe win je als bedrijf de prijs voor veiligste magazijn? Het distributiecentrum van Albert Heijn in Zwolle wint door virtual reality, inspectie door medewerkers, elkaar aanspreken op onveilig gedrag en … een wall of shame. Hierop hangen ingelijste foto’s van omgevallen pallets en andere incidenten. Het klinkt misschien negatief, maar het idee komt van de medewerkers zelf. Belangrijk nog: het werkt! Werk alleen of samen met een medestudent. Lees het artikel 'Wall of shame en virtual reality maken distributiecentrum Albert Heijn veiliger' op Logistiek.nl. a. Zoek op internet naar afbeeldingen van onveilige situaties in het magazijn. Tip! Gebruik naast het Nederlands ook Engelse woorden, zodat je meer en betere afbeeldingen vindt. b. Selecteer 8-10 afbeeldingen waarop je duidelijk een onveilige situatie ziet. Maak hiermee je eigen wall of shame. c. Deel je wall of shame met je klasgenoten en vertel waarom jij voor deze afbeeldingen hebt gekozen.
2.1 Soorten magazijnen In de logistieke wereld kom je verschillende soorten magazijnen tegen. Deze kun je indelen op: • de plaats in de distributieketen • de manier van verwerken • de manier van werken • de mate van automatisering • de hoogte van het magazijn • de aard van de opslag.
Magazijnmedewerker.
2
Hoofdstuk 2 Het magazijn
De plaats in de distributieketen • Goederen die niet meteen naar hun volgende bestemming kunnen, sla je op in een doorvoerof tussenmagazijn. Bijvoorbeeld koffie waarvoor nog douaneformaliteiten moeten worden afgehandeld. Of kerstballen die klaarliggen voor het piekmoment van de verkoop in november/december. • Een groothandel koopt spullen in grote hoeveelheden in en verkoopt die daarna in kleinere hoeveelheden aan verschillende afnemers. De goederen zijn intussen opgeslagen in een groothandelsmagazijn. • Winkels hebben vaak een winkelmagazijn. Dit is een relatief klein magazijn waar de voorraad opgeslagen ligt die op dat moment niet in de winkel past. De manier van verwerken Als je magazijnen indeelt naar de manier van verwerken van de opgeslagen goederen, dan zijn er drie soorten: magazijnen voor grondstoffen, voor halffabricaten en voor eindproducten. Grondstoffenmagazijn Grondstoffenmagazijnen komen voor in productiebedrijven. In een grondstoffenmagazijn bevinden zich goederen, vaak ruwe grondstoffen, die nog bewerkt moeten worden. Bijvoorbeeld rauwe melk in een zuivelfabriek of olie die nog verwerkt moet worden tot plastic bij een petrochemische fabriek. Een grondstoffenmagazijn heeft altijd een voorraad, waardoor er geen vertragingen in de productie kunnen ontstaan. Een grondstoffenmagazijn vangt het verschil op in snelheid van toelevering. Dit werkt dus als een ontkoppelingsvoorraad tussen levering en productie.
Heftruck met grondstoffen. Tussenmagazijn In productieondernemingen zijn er tussen de verschillende bewerkingen of productiefasen tussenmagazijnen. In deze magazijnen liggen de halffabricaten: producten die nog niet gereed zijn. Een voorbeeld van halffabricaten zijn de beeldschermen bij de productie van tablets. Deze magazijnen voor halffabricaten vangen de verschillende snelheden van productie en afname op.
3
Eindproductenmagazijn In een eindproductenmagazijn wachten volledig afgewerkte goederen op verzending naar de klant. Het kan gaan om eindproducten van een productiebedrijf en eindproducten van een groothandel. De eindproducten van een productiebedrijf zijn artikelen in grote hoeveelheden. Het zijn meestal niet veel verschillende artikelen. De opslag van deze eindproducten ligt in een ‘gereed product magazijn’. Bij een groothandel gaat het om artikelen in grote hoeveelheden, maar deze gaan in kleine aantallen naar veel verschillende afnemers. Bij een groothandel zijn de producten bijna altijd een kant-en-klaarproduct. Het eindproductenmagazijn vangt de verschillende snelheden van productie en afname op. Deze producten liggen te wachten op transport naar de verschillende afnemers. De manier van werken Je kunt magazijnen ook indelen in open en gesloten magazijnen. Het gaat dan om de manier van werken in een magazijn. Bij een open magazijn mag iedere werknemer naar binnen lopen en zelf de benodigde goederen pakken. De producten die een medewerker pakt, moet hij wel registreren. Een voorbeeld hiervan. In een autogarage lopen de monteurs zelf het magazijn in. Hier pakken ze de onderdelen die ze nodig hebben om een reparatie uit te voeren. In systeem geven ze aan welke onderdelen er voor een reparatie zijn gebruikt. Bij een gesloten magazijn kunnen alleen de medewerkers die zelf in het magazijn werken producten pakken. Bijvoorbeeld in een garage waar de automonteurs dat wat ze nodig hebben af moeten halen bij een balie. De magazijnmedewerkers verzamelen de onderdelen in het magazijn. De monteurs halen de onderdelen op aan de balie. De mate van automatisering Een andere indeling van het magazijn is door te kijken naar de mate van automatisering. Er zijn magazijnen die niet geautomatiseerd zijn. Hier gebeurt al het werk handmatig. Wel worden hulpmiddelen gebruikt, zoals magazijnwagens en vorkheftrucks.
Automatiseren van een magazijn.
4
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Er zijn ook halfgeautomatiseerde magazijnen. Hier gebeurt het werk voor een deel handmatig en voor een deel geautomatiseerd. Tot slot zijn er volledig geautomatiseerde magazijnen. Hier voeren bijvoorbeeld automatisch gestuurde voertuigen, robots of 'unitloads' het werk uit. Handwerk komt bijna niet voor. De magazijnmedewerkers geven de automatische transportmiddelen of het systeem via een computer instructies. De hoogte van het magazijn Je kunt magazijnen ook indelen naar hun hoogte: • Een magazijn met een dak dat lager is dan vijf meter noem je een laagbouwmagazijn. • Een magazijn met een dak tussen vijf en elf meter heet een semihoogbouwmagazijn. • Als het dak hoger is dan elf meter, dan heb je het over een hoogbouwmagazijn. • In een hoogbouwmagazijn rijden hoogbouwtrucks en vaak ook geautomatiseerde voertuigen. De aard van de opslag Je kunt magazijnen ook indelen naar de aard van de opslag. Het hangt af van de soorten goederen die je opslaat, hoe je het magazijn noemt. • Grote hoeveelheden goederen sla je op in een bulkmagazijn. • Gevaarlijke stoffen sla je op in een gevaarlijke stoffenmagazijn. • Kleine producten sla je op in een kleinmagazijn. • Producten die je veel en snel verkoopt sla je op in een fastmovermagazijn. • Producten die je minder vaak verkoopt sla je op in een slowmovermagazijn. • Goederen waar je voor een bepaalde tijd niet aan mag komen, sla je op in een quarantainemagazijn. Bijvoorbeeld goederen uit het buitenland die nader onderzocht moeten worden op mogelijke bacteriën die ziektes kunnen veroorzaken.
Gevaarlijke stoffenmagazijn.
Opdracht 2 Magazijnen Goederen die niet direct door kunnen naar de volgende bestemming, sla je op in een: tussenmagazijn servicemagazijn grondstoffenmagazijn
5
Opdracht 3 Grondstoffenmagazijn Geef een voorbeeld van een grondstoffenmagazijn.
Opdracht 4 Plaats in distributieketen Welke magazijnen zijn ingedeeld op hun plaats in de distributieketen? (Er zijn meerdere antwoorden goed). grondstoffenmagazijn servicemagazijn winkelmagazijn tussenmagazijn open magazijn groothandelsmagazijn
Opdracht 5 Manier van verwerking Welke magazijnen zijn er als je kijkt naar de manier van verwerking?
Opdracht 6 Verschillende magazijnen Vul aan. • Als iedereen alleen met toestemming in een magazijn spullen mag pakken, spreek je van een
.
• Het magazijn waar machinebenodigdheden voor de productielijnen liggen heet het . • De opslag van de eindproducten ligt in een • Goederen waar je voor een bepaalde tijd niet aan mag komen, sla je op in een .
6
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Opdracht 7 Werkzaamheden magazijn
Bron: Mecalux Bekijk de afbeelding. Je ziet een deel van een volledig geautomatiseerd magazijn. Welke werkzaamheden denk jij dat logistiek medewerkers hier nog verrichten?
Opdracht 8 Product en magazijn Je kunt magazijnen indelen naar de aard van het product. Schrijf drie soorten magazijnen op waarvoor speciale opslagregels gelden. Geef ook voorbeelden van producten die je in deze magazijnen opslaat.
7
Opdracht 9 Magazijn en hoogte Vul onderstaande tabel in. Magazijn
Hoogte magazijn in meters
Laagbouwmagazijn Van 5 tot 11 meter Hoogbouwmagazijn
2.2 Hulpmiddelen in het magazijn Om producten in magazijnen op te slaan en te verzamelen heb je interne transport- en opslagmiddelen nodig. Die zijn er in veel uitvoeringen. Intern transportmaterieel Om goederen in het magazijn te transporteren heb je verschillende soorten transportmaterieel. Deze kun je verdelen in: • Rijdend transportmaterieel, alleen horizontaal. Dit zijn transportmiddelen die niet de hoogte in kunnen, maar alleen rijdend over de vloer producten kunnen verplaatsen • Rijdend transportmaterieel, zowel horizontaal als verticaal. Dit zijn transportmiddelen die zowel op de vloer kunnen rijden als met de lading de hoogte in kunnen. • Stationair transportmaterieel. Stationaire transportmiddelen zijn systemen die goederen transporteren zonder zelf van hun plaats te komen. Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal gebruik
Voordelen
Nadelen
Een steekwagen • klein en handzaam • langzaam gebruik je voor het • lage aanschafprijs • alleen geschikt verplaatsen van • weinig onderhoud voor kleine enkele dozen over een afstanden kleine afstand. Voor • beperkte het verplaatsen van mogelijkheden een steekwagen is spierkracht nodig. De steekwagen wordt veel gebruikt bij bezorgdiensten. Steekwagen
8
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal gebruik
Magazijnwagen
Handpallettruck
Platformtruck elektrisch
Voordelen
Een magazijnwagen • lage heeft twee vaste aanschafkosten wielen en twee • onderhoudsvrij zwenkwielen. Voor het verplaatsen van een magazijnwagen is spierkracht nodig. Magazijnwagens zie je vaak in afhaalgroothandels.
Nadelen
• handmatig op- en afpakken • langzaam
Een handpallettruck • overal te gebruiken, • alleen geschikt of palletwagen is een ook op gladde voor kleine truck met twee vorken vloeren afstanden die je in een pallet • geschikt voor • beschadigt de vloer kunt rijden. Door met zwaardere lasten de trekstang of disselboom te pompen, hef je de pallet van de vloer. Voor het verplaatsen van een handpallettruck is spierkracht nodig. Een platformtruck lijkt • wendbaar • handmatig op- en op een • geschikt voor afpakken magazijnwagen, langere afstanden alleen is deze gemotoriseerd. De truck is erg wendbaar. Je kunt er goederen over een langere afstand mee transporteren.
9
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal gebruik
Rolcontainer
Voordelen
Nadelen
Een rolcontainer is een • je kunt er makkelijk • niet geschikt voor verrijdbare kooi. De veel kleinere grote, zware zijpanelen kun je goederen in goederen meestal eenvoudig plaatsen • alleen geschikt openklappen of • wendbaar voor beperkte verwijderen, zodat je • lage aanschafprijs afstanden goederen er gemakkelijk in of uit kunt halen. Rolcontainers worden veel gebruikt voor bevoorrading en opslag in de detailhandel. Je komt ze veel tegen in distributiecentra van supermarkten.
Een elektrische • overal te gebruiken, • meelopend: alleen pallettruck is een ook op gladde geschikt voor pallettruck met vloeren kleinere afstanden motoraandrijving. Er • geschikt voor zijn diverse zwaardere lasten uitvoeringen. • relatief goedkoop Elektrische pallettruck Bijvoorbeeld meelopend, meerijdend en staand meerijdend. De krachtbron van de elektropallettruck is de elektromotor.
10
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal gebruik
Trekker
Nadelen
Een trekker is een • wendbaar • grote draaicirkel als kleine tractor met • geschikt voor grote er een trekker kleine wielen, die één afstanden achter hangt of meer aanhangers • zwaardere kan verplaatsen. De uitvoeringen zijn krachtbron van de geschikt voor trekker is de zwaardere lasten elektromotor. De trekker zie je op Schiphol, maar wordt ook gebruikt op veilingen. Bijvoorbeeld een bloemenveiling of groente- en fruitveiling.
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
AGV (automatisch gestuurd voertuig)
Voordelen
Een AGV is een computergestuurd voertuig dat goederen vervoert in het magazijn. Er wordt gebruikgemaakt van inductielijnen in de magazijnvloer of laser. De krachtbron is de elektromotor, deze werkt in combinatie met de computer.
Voordelen
Nadelen
• snel • hoge kosten • geluidloos • geen bemanning nodig • geschikt bij smalle gangpaden
11
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
Voordelen
De stapelaar heeft een • lage uitschuifbare mast en aanschafkosten twee vorken die je meelopende onder de last kunt stapelaar schuiven. Er zijn • elektronische meelopende en stapelaar is Breedspoorstapelaar meerijdende geschikt voor uitvoeringen. Beide zwaardere lasten worden elektrisch aangedreven. De stapelaar is er in twee uitvoeringen: de breedspoorstapelaar en de smalspoorstapelaar.
Meelopende smalspoorstapelaar
Meerijdende smalspoorstapelaar
Meelopende breedspoorstapelaar
12
Nadelen
• kleine wielen • alleen geschikt voor gladde vloeren
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
Reachtruck
Vierwegtruck
Voordelen
De reachtruck lijkt op • kan tot grote een stapelaar, maar is hoogte stapelen stabieler door de • geschikt voor zwaardere uitvoering. smalle gangen De reachtruckchauffeur zit dwars op het voertuig. De reachtruck wordt aangedreven door een elektromotor.
Nadelen
• alleen geschikt voor gladde vloeren
De vierwegtruck is een • kan dwars door de • duur in aanschaf speciale versie van de gangen rijden reachtruck. Bijzondere • geschikt voor lange eigenschap is dat alle lasten wielen van de • geschikt voor vierwegtruck kunnen smalle gangen draaien. Hierdoor kan deze truck ook zijwaarts rijden en goed in standaard magazijnopstellingen manoeuvreren.
13
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
Vorkheftruck
14
De vorkheftruck heeft een hefhoogte van 5 tot 6 meter. De vorkheftruckchauffeur zit recht achter de mast. De last bevindt zich voor de voorwielen waardoor een contragewicht nodig is om de vorkheftruck in balans te houden. De vorkheftruck wordt aangedreven door een elektromotor, diesel of gas (lpg) en is er in verschillende uitvoeringen: met drie of vier wielen, met of zonder voorzetstukken. Ze zijn er in binnen- en buitenuitvoering, ook voor zeer zware lasten. Diesel- en lpg-trucks worden in de open lucht gebruikt. Er zijn speciale hoogbouwtrucks voor magazijnen waar je op grote hoogte goederen moet wegzetten.
Voordelen
Nadelen
• kan zware lasten • grotere draaicirkel dragen dan de reachtruck • geschikt voor grote • driewielvorkhefafstanden truck is minder • afhankelijk van de stabiel banden, geschikt voor oneffen vloeren • mogelijkheid voor voorzetapparatuur (balen, vaten enzovoort) • grote wendbaarheid en snelheid
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
Orderverzameltruck
SBA
Voordelen
De • geschikt voor orderverzameltruck is smalle gangen een truck om orders te verzamelen. De orderverzamelaar blijft op of in het voertuig/cabine. De orderverzameltruck wordt aangedreven door een elektromotor. Er zijn speciale hoogbouw orderverzamel -trucks. Dit is een orderverzameltruck waarmee je op grote hoogte kunt werken.
Nadelen
• niet geschikt voor het meenemen van grote hoeveelheden goederen
De SBA • grote afhandelings- • duur in aanschaf (stellingbedieningssnelheid apparaat) is een • geringe orderverzamelaar die gangbreedte nodig tot 40 meter hoogte kan werken. Een SBA is railgebonden en wordt gebruikt voor een gangpadbreedte van minder dan 1,5 meter. De SBA wordt aangedreven door een elektromotor. Er zijn twee uitvoeringen: met bestuurder en volautomatisch.
15
Rijdend intern Beschrijving transportmaterieel: horizontaal én verticaal gebruik
Takel
Autolaadkraan (vast)
16
Voordelen
De takel in combinatie • kan grote lasten met een rail is een heffen horizontaal transportmiddel. De aandrijving kan op verschillende manieren: handbediend, luchttakel en elektrotakel. Je komt dit type transportmiddel tegen bij bedrijven die machines produceren. Deze kraan op een • geschikt voor het vrachtwagen zit op verplaatsen van een vaste plek achter zeer zware en grote de cabine en wordt producten met afstandsbediening bestuurd. De kraan kan ook bediend worden door de chauffeur die dan op een klein stoeltje zit op de laadbak van de vrachtwagen.
Nadelen
• de bovenste last wordt opgenomen, daarom is de takel niet geschikt voor alle goederen
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Stationair intern transportmaterieel
Rollenbaan
Bandtransporteur
Elevator
Beschrijving
Voordelen
Een rollenbaan • goedkoop bestaat uit verschillende achter elkaar liggende, draaiende rollen. De goederen moeten op minimaal drie rollen rusten. Kleine goederen moeten in een transportbak op de rollenbaan. Bij een rollenbaan kan een glijgoot worden gebruikt, waarmee de goederen van de baan rollen. Dit komt bijvoorbeeld voor in postsorteercentra en op luchthavens.
Nadelen • niet voor alle goederen geschikt
Een bandtransporteur • grote afstanden • niet voor alle bestaat uit een mogelijk goederen geschikt kunststof- of • er kan ook omhoog • staat altijd op een rubberband die aan getransporteerd vaste plaats beide uiteinden over worden rollen loopt. Deze rollen worden aangedreven door een motor. Er zijn drie soorten bandtransporteurs: vlakke bandtransporteurs, trogbandtransporteurs en opvoertransportbanden. Een elevator is een transporteur die goederen horizontaal en verticaal kan transporteren met behulp van bakken voor stortgoederen of plateaus voor stukgoederen.
17
Stationair intern transportmaterieel
Kettingtransporteur
Beschrijving
Voordelen
Nadelen
Een kettingtransporteur bestaat uit kettingen die om kettingwielen aan het uiteinde van de transporteur lopen. De goederen worden door de draaiende ketting voortbewogen.
Hangbaan
Een hangbaan is een transporteur waarover trolleys lopen over een profiel. De trolleys worden door middel van een ketting voortbewogen. Dit systeem is ook mogelijk als Power&Free, dus met wissels. Een trogtransporteur wordt gebruikt voor het verplaatsen van korrels en poeders.
Trogtransporteur/ schroeftransporteur
Opdracht 10 Intern transportmaterieel: horizontaal Maak een overzicht van interne transportmiddelen die alleen horizontaal bewegen.
Opdracht 11 Trekker Waarvoor wordt in magazijnen een trekker gebruikt? Geef een voorbeeld.
18
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Opdracht 12 Automatisch rijdend intern transportmaterieel Geef twee voorbeelden van automatisch rijdend intern transportmaterieel.
Opdracht 13 Vierwegtruck Welke eigenschap van een vierwegtruck maakt dat deze geschikt is voor smalle gangen en transport van lange materialen?
Opdracht 14 Meeneemstapelaar Welk grote voordeel heeft het gebruik van een meeneemstapelaar?
Opdracht 15 Transportmaterieel Wat is het verschil tussen horizontaal en verticaal bewegend transportmaterieel?
Opdracht 16 Transportmaterieel en transportmateriaal Wat is het verschil tussen transportmaterieel en transportmateriaal? Kies het juiste antwoord. Transportmaterieel wordt door de leverancier meegeleverd, transportmateriaal is in het magazijn aanwezig. Er is geen verschil, transportmaterieel en tranportmateriaal is hetzelfde. Transportmaterieel gebruik je buiten en transportmateriaal gebruik je binnen. Transportmaterieel zijn voertuigen die kunnen rijden en/of bewegen, transportmateriaal kan niet rijden en/of bewegen.
19
Opdracht 17 Intern transportmiddel en goederen Koppel het interne transportmiddel aan de goederen die je ermee verplaatst. Intern transportmiddel
Goederen
elektrische pallettruck
kratten, dozen of losse goederen
handpallettruck
kleine hoeveelheden goederen op pallets
steekwagen
pallets die je hoger moet plaatsen
vorkheftruck
grote hoeveelheden goederen op pallets
Opdracht 18 Gebruik intern transportmaterieel Iedereen die in het magazijn werkt mag het intern transportmaterieel gebruiken. Is dit waar of niet waar? Leg je antwoord uit.
Opdracht 19 Opslag producten In welke ruimte moet je de producten opslaan? Koppel de producten aan de juiste opslag. Producten
Opslag
ijs
een gekoelde ruimte
bananen
een extra beveiligde opslagruimte
aanstekers
opslagruimte voor gevaarlijke stoffen
gouden horloges
diepvries
Opdracht 20 Geconditioneerde opslag Wat is een geconditioneerde ruimte? (Tip! Zoek het op internet op.) Kies het juiste antwoord. een multifunctionele ruimte om producten op te slaan. een ruimte die na inspectie is goedgekeurd. een ruimte met speciale kenmerken om producten op te slaan. een tijdelijke ruimte om producten op te slaan.
20
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Opdracht 21 Intern transportmaterieel verticaal gebruik Welk intern transportmaterieel is voor verticaal gebruik? Meerdere antwoorden zijn goed. reachtruck rolcontainer trogtransporteur/schroeftransporteur steekwagen trekker
Opdracht 22 Herkennen intern transportmaterieel Vul naast elke foto de juiste naam van het interne transportmateriaal in.
21
Opdracht 23 Stationaire transportmiddelen Wat zijn stationaire transportmiddelen en wanneer gebruik je deze?
2.3 Stellingen In magazijnen wordt gebruikgemaakt van allerlei soorten opslagmiddelen. De keuze voor het juiste opslagmiddel is vaak afhankelijk van hoe je de producten wilt of zelfs moet opslaan. Je kunt stellingen verdelen in twee soorten: Stellingen die geschikt zijn bij het gebruik van statische opslagmiddelen en statische orderverzamelsystemen. Bij deze systemen gaat een logistiek medewerker naar de opslaglocatie of naar de orderpicklocatie. Dit systeem heet een man-naar-goederen (man-to-good) systeem of een statisch systeem. Stellingen die geschikt zijn bij het gebruik van dynamische opslagmiddelen en dynamische orderverzamelsystemen. Bij deze systemen worden de goederen door het systeem vervoerd. Bij het opslaan zet het systeem de goederen op de juiste locatie. Bij het orderverzamelen brengt het systeem de te verzamelen goederen naar de juiste plek. Daar staat de logistiek medewerker klaar om de goederen verder te verwerken. Dit systeem heet dan ook goederen-naar-man (good-to-man) systeem of een dynamisch systeem. Statische opslagsystemen Stellingen die geschikt zijn bij een statisch opslagsysteem zijn: • legbordstelling • palletstelling • inrijstelling • doorrijstelling • doorglijstelling • doorrolstelling • draagarmstelling
22
Hoofdstuk 2 Het magazijn
• • • •
verrijdbare stelling verticale stelling bandenstelling entresol of tussenvloer.
Legbordstelling Een legbordstelling kun je vergelijken met een grote boekenkast die aan twee kanten open is. Deze stelling kun je gebruiken in combinatie met magazijnbakken. Door het gebruik van deze bakken blijven de producten beter op hun plaats liggen en je kunt er makkelijk producten uit pakken. Dit zorgt voor overzicht.
Legbordstelling. Palletstelling Palletstellingen zijn staanders met liggers ertussen. Ze zijn vaak vastgemaakt aan de vloer. Op die liggers plaats je de pallets met goederen. Palletstellingen zijn gemaakt van staal en kunnen tot wel 25 meter hoog zijn. Palletstellingen zijn geschikt voor de opslag van pallets, zoals de naam al zegt. Je kunt ze gebruiken in combinatie met bijna al het intern transportmateriaal. Er is geen hoge investering nodig. Een nadeel van palletstellingen is dat je er veel ruimte voor nodig hebt. Tussen de stellingen heb je brede gangpaden nodig, zodat je de pallets in de stellingen kunt plaatsen met intern transportmaterieel.
Palletstelling.
23
Inrijstelling Een inrijstelling is een stelling die dwars op de muur staat. Aan de staanders van de stelling zijn U-profielen bevestigd waarop de pallets staan. Je rijdt met een heftruck als het ware de stelling in en plaatst de goederen boven elkaar en strak tegen elkaar. Zo ontstaan er meerdere rijen goederen vanaf het gangpad naar de muur. Inrijstellingen gebruik je als het niet belangrijk is in welke volgorde de pallets het magazijn uitgaan en de pallets niet apart bereikbaar hoeven zijn. Je gebruikt ze bij de opslag van grote partijen goederen en goederen met een beperkte omslagfrequentie. De stellingen staan met de achterzijde tegen een wand. Het voordeel van een inrijstelling is dat je minder gangen nodig hebt. Daardoor kun je veel van hetzelfde soort artikelen op pallets opslaan in het magazijn. Het komt wel voor dat er zo acht tot tien pallets achter elkaar worden weggezet. Soms wordt er gebruikgemaakt van een geautomatiseerd systeem om de pallets naar voren te rijden, zodat de heftruck niet in de stelling hoeft te rijden. Dat werkt sneller en kan schade aan de stelling voorkomen. Je ziet dit wel terug in koelhuizen voor bijvoorbeeld bananen.
Inrijstelling.
Doorrijstelling Een doorrijstelling lijkt veel op een inrijstelling, alleen staat een doorrijstelling niet tegen de muur. Je kunt een doorrijstelling aan de ene kant inrijden en aan de andere kant weer uitrijden. Ook een doorrijstelling gebruik je als je grote partijen goederen wil opslaan en het niet nodig is iedere pallet apart te kunnen behandelen. Bij deze stelling kun je er wel voor zorgen dat pallets die het eerst binnen zijn gekomen ook weer als eerste het magazijn verlaten. Dit is het fifo-principe: first in, first out. Doorglijstelling Een doorglijstelling is een stelling met licht aflopende laadborden. Hierdoor glijden de goederen naar het laagste punt aan de andere kant van de stelling. Op dit laagste punt kunnen de orders dan verzameld worden. Doorglijstellingen zijn relatief duur in aanschaf. Ook bij doorglijstellingen kun je fifo toepassen. Je kunt veel pallets op een klein oppervlak plaatsen.
Doorrijstelling.
24
Doorglijstelling.
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Doorrolstelling Bij een doorrolstelling zijn de U-profielen vervangen door rolletjes, waardoor de pallets makkelijk naar de achterkant rollen. Dit kan door het doorduwen van de lading of met geautomatiseerde rollen.
Doorrolstelling. Draagarmstelling Een draagarmstelling is bedoeld voor extra lange goederen. Een draagarmstelling heeft twee of meer staanders waar draagarmen aanzitten. Deze draagarmen zijn over de hele breedte van de stelling gemonteerd en in hoogte verstelbaar. Lange goederen plaats je dwars op deze draagarmen. Draagarmstellingen zijn geschikt voor lange en zware goederen, zoals houten balken en metalen buizen. Soms worden de armen in een schuine hoek geplaatst, zodat ronde goederen zoals buizen er niet uit kunnen rollen. Verrijdbare stelling Om ruimte te besparen, gebruiken magazijnen verrijdbare stellingen. Je kunt verrijdbare stellingen opschuiven, zodat ze tegen elkaar aan komen te staan. Omdat je deze stellingen kunt verplaatsen, heb je maar één gangpad nodig. Je verliest daardoor zo min mogelijk ruimte en kunt wel 50% tot 100% meer pallets opslaan. In gebieden met een erg hoge grondprijs kunnen verrijdbare stellingen helpen om de kosten van een magazijn te drukken. Verrijdbare stellingen zijn wel duur. Je moet deze stellingen niet gebruiken als er veel bewegingen in het magazijn nodig zijn.
Draagarmstelling.
Verrijdbare stelling.
25
Verticale stelling Om lange producten, zoals glasplaten, rollen, buizen of kastplanken, op te slaan gebruik je verticale stellingen. De goederen worden hier op hun kant in gezet. Dit bespaart veel ruimte en geeft direct een overzichtelijk beeld van de lengtes van de opgeslagen goederen.
Verticale stelling. Bandenstelling Bandenstellingen zijn onmisbaar voor ieder bedrijf dat met banden werkt. Je kunt hiermee eenvoudig banden opslaan en in de hoogte werken. Je bespaart daarmee ruimte. Je ziet ze veel bij autobedrijven of gespecialiseerde bedrijven zoals Kwikfit, Profile of Euromaster.
Bandenstelling Entresol Je kunt ruimte besparen door boven de stellingen een extra vloer aan te brengen. Zo’n extra vloer heet een entresol, tussenvloer, bordes, mezzanine of etagevloer. Entresols hebben een beperkte draagkracht en worden vooral gebruikt voor legbordstellingen. Je moet altijd wel een systeem hebben om de goederen met een lift of vorkheftruck naar de etage te brengen. Het toepassen van zo’n extra verdieping moet wel mogelijk zijn qua ruimte en vloerbelasting.
26
Entresol of tussenvloer.
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Dynamische opslagsystemen Stellingen die geschikt zijn voor dynamische opslag- en orderverzamelsystemen zijn: • paternoster • carrousel • retrieversysteem (unit- of miniloads) Paternoster Een paternoster is een verticaal systeem. Het zijn opslagplateaus die van boven naar beneden ronddraaien. De orderverzamelaar toetst het artikelnummer in of scant dit. Hierdoor verschijnt de juiste bak op het juiste plateau, waarna hij de artikelen kan verzamelen. Dit systeem is vooral geschikt voor kleine artikelen.
Paternoster. Carroussel Een carrousel is een horizontaal systeem. Het zijn opslagplateaus of bakken die in een afgesloten ruimte horizontaal ronddraaien. Ook hier toetst de orderverzamelaar het artikelnummer in of scant dit. Het juiste artikel verschijnt dan bij de orderverzamelaar. Dit systeem is geschikt voor zowel kleine als grotere producten.
Carrousel.
27
Retrieversysteem Bij een retrieversysteem worden goederen computergestuurd uit het opslagmagazijn gehaald en getransporteerd naar een plek waar de orderverzamelaar het benodigde aantal goederen kan pakken. Daarna worden de resterende goederen weer teruggeplaatst in het opslagmagazijn. Dit kunnen bakken zijn met kleine artikelen (miniload) waaruit de orderverzamelaar het aantal gevraagde artikelen pakt. Het kunnen ook complete pallets (unitload) zijn. Hiervan pakt de orderverzamelaar dan het bestelde aantal dozen af. Door de toename van webshops komen er steeds meer magazijnen die gespecialiseerd zijn in het afleveren van één of meer artikelen. Dit zie je dan ook terug in de toename van deze systemen.
Miniload.
Unitload.
Opdracht 24 Statische opslagsystemen Wat zijn voorbeelden van statische opslagsystemen? Kies de juiste antwoorden. carrousel paternoster draagarmstelling bandenstelling legbordstelling verrijdbare stelling palletstelling
Opdracht 25 Statische en dynamische opslagsystemen Wat is het belangrijkste verschil tussen statische opslagsystemen en dynamische opslagsystemen?
28
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Opdracht 26 Verticale dynamische opslagsystemen Lees het artikel over opslagsystemen op Logistiek.nl. Beschrijf welke voordelen deze systemen hebben?
Opdracht 27 Magazijnbakken Je moet goederen opslaan in magazijnbakken. In wat voor soort stelling plaats je deze magazijnbakken? Geef hiervoor een reden.
Opdracht 28 Inrijstelling en doorrijstelling Wat is een verschil tussen een inrijstelling en een doorrijstelling?
29
Opdracht 29 Stelling
Welke stelling zie je? Welke stelling zie je op de afbeelding? carrousel doorglijstelling doorrijstelling paternoster
Opdracht 30 Entresol Worden op een entresol meestal lichte of zware goederen opgeslagen? Leg je antwoord uit.
Opdracht 31 Retrieversysteem Wat is een retrieversysteem?
30
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Opdracht 32 Carroussel Leg uit hoe een carrousselsysteem werkt.
2.4 Samenvatting Er zijn verschillende soorten magazijnen. Je kunt deze indelen naar plaats in de distributieketen, manier van verwerken, manier van werken, mate van automatisering, hoogte van het magazijn en de aard van de opslag. In de magazijnen wordt gebruikgemaakt van interne transportmiddelen om goederen te tansporteren. Deze interne transportmiddelen worden ingedeeld in horizontaal en/of verticaal rijdend transportmaterieel en stationair transportmaterieel. Om zo veel mogelijk producten in het magazijn op te kunnen slaan, wordt gebruikgemaakt van stellingen. Stellingen worden onderverdeel in stellingen die geschikt zijn bij het gebruik van statische opslagmiddelen en statische orderverzamelsystemen en stellingen die geschikt zijn bij het gebruik van dynamische opslagmiddelen en dynamische orderverzamelsystemen. Bij de keuze voor een bepaald soort stellingen in het magazijn houd je rekening met de manier waarop je de goederen opslaat.
Opdracht 33 Plusvraag: stationaire transportmiddelen De meest voorkomende transporteurs of stationaire transportmiddelen zijn: • glijgoten • rollenbanen • schijfjesbanen • bandtransporteurs • accumulerende transporteurs • lattentransporteurs • schommeltransporteurs • vloerbanen • pneumatische transporteurs Maak een PowerPoint/Vlog/Pitch TikTok waarbij je van al deze transportmiddelen een afbeelding zoekt op logistiek.nl. Zoek daarbij minimaal één voorbeeld op van producten die hiermee verplaatst worden. Upload je werk.
31
Opdracht 34 Plusvraag: stationaire transportsystemen Stationaire transportsystemen, die niet bij elk bedrijf voorkomen, zijn: • buizenpost, • goederenliften, • kettingtransporteurs, • flessentransporteurs, • glijgoten • hangbanen • schroeftransporteurs. Zoek op internet van elk genoemd transportsysteem een aantal afbeeldingen. Plaats deze afbeeldingen in een bestand. Zet bij elk systeem welke goederen getransporteerd kunnen worden. Upload je bestand.
Opdracht 35 Plusvraag: geautomatiseerde opslagsystemen Bezoek, eventueel met een aantal medestudenten, een bedrijf waar ze een geautomatiseerd opslagsysteem hebben en maak hiervan een vlog, filmpje of fotoserie. Upload je bestand.
2.5 Begrippen Bandenstelling Stelling alleen geschikt voor het opslaan van banden. Carrousel Horizontaal opslagsysteem, waarbij plateaus of bakken in een afgesloten ruimte horizontaal ronddraaien. Doorglijstelling Stelling waar je aan de ene kant inrijdt en aan andere kant weer uit kan rijden. Doorrijstelling Stelling waar je aan de ene kant inrijdt en aan andere kant weer uit kan rijden. Draagarmstelling Stelling voor extra lange goederen, die op draagarmen liggen. Dynamisch opslagmiddel Stellingen, geschikt bij dynamische systemen: bij deze systemen worden de goederen door het systeem vervoerd. Eindproductenmagazijn Speciale ruimte waar de volledig afgewerkte goederen wachten op verzending naar de klant. Entresol Tussenvloer/mezzanine als extra vloer in een magazijnruimte.
32
Hoofdstuk 2 Het magazijn
Gesloten magazijn Magazijn waar alleen de medewerkers die zelf in het magazijn werken producten kunnen pakken. Grondstoffenmagazijn Magazijn waar goederen liggen, zoals grondstoffen, die nog verder bewerkt moeten worden. Halfgeautomatiseerd magazijn Magazijn waar het werk voor een deel handmatig en voor een deel geautomatiseerd gebeurt. Handpallettruck Intern transportmiddel geschikt om pallets met lichte goederen over korte afstanden te vervoeren. Hoogbouwmagazijn Een magazijn met een dak hoger dan elf meter. Intern transportmaterieel Stellingen en kasten waar producten in opgeslagen staan. Laagbouwmagazijn Magazijn met een dak dat lager is dan vijf meter. Legbordstelling Stelling voor klein materieel, vaak gebruikt in combinatie met magazijnbakken. Magazijn Ruimte bij bedrijven waar goederen opgeslagen worden. Open magazijn Magazijn waar iedere werknemer naar binnen kan lopen om zelf de benodigde goederen pakken. Palletstelling Stelling geschikt voor pallets, bestaand uit staanders en liggers. En op de ligger plaats je de pallets. Paternoster Verticaal opslagsysteem, waarbij plateaus van boven naar beneden ronddraaien. Reachtruck Intern transportmaterieel waarmee je pallets in hoge stellingen kunt plaatsen. Retrieversysteem Computergestuurd opslagsysteem, waarbij goederen automatisch in opslag worden gezet en automatisch uit het opslagmagazijn gehaald worden en getransporteerd worden naar de orderverzamelaar.
33
Rijdend transportmaterieel, horizontaal Transportmiddelen die niet de hoogte in kunnen, maar alleen rijdend over de vloer producten kunnen verplaatsen. Rijdend transportmaterieel, zowel horizontaal als verticaal Transportmiddelen die zowel op de vloer kunnen rijden als met de lading de hoogte in kunnen. Stationair transportmaterieel Stationaire transportmiddelen zijn systemen die goederen transporteren zonder zelf van hun plaats te komen. Statisch opslagmiddel Stelling waar de logistiek medewerker zelf naar toe gaat om de goederen op te slaan of te verzamelen. Steekwagen Intern transportmiddel geschikt voor enkele kratten, dozen of losse goederen. Tussenmagazijn Magazijn, vaak bij productiebedrijven, tussen de verschillende bewerkingen of productiefasen. Verrijdbare stelling Deze stellingen hebben één gangpad en alle stellingrijen kunnen opschuiven, zodat ze tegen elkaar aan komen te staan. Verticale stelling Stelling waar goederen, zoals deuren, platen, rechtop (op hun kant) in gezet worden. Volledig geautomatiseerd magazijn Magazijn waar al het werk door automatisch gestuurde voertuigen, robots of 'unitloads' gedaan wordt.
34