FO R U M GESCHIEDENIS
Inhoud
A Wat is geschiedenis ?
1 Verhalen over mensen van vroeger en nu 8
2 Reizen door de tijd 12
B Tijdvakken — sociaal-economisch
1 Jagers & boeren 20
2 Grieken & Romeinen 28
3 Monniken & ridders 36
4 Steden & staten 44
5 Ontdekkers & hervormers 52
6 Regenten & vorsten 60
7 Pruiken & revoluties 68
8 Burgers & stoommachines 78
9 Wereldoorlogen & crisis 88
10 Televisie & computer 98
C Onderzoeken & vergelijken
1 historisch mysterie — Het meisje van Yde 110
2 historisch mysterie — De moord op graaf Floris V 114
3 vergelijking — Chinezen en Europeanen op wereldreis 118
4 vergelijking — Kinderarbeid voor en na de industrialisatie 128
5 historisch mysterie — De verdwijning van Amelia Earhart 138
Naslag
Gegevens over afbeeldingen in deel B 142
Keerpunten per tijdvak 146
Begrippen 148
In dit katern
In dit katern (de eerste 4 pp.)
De eerste mensen leefden van jagen en van voedsel verzamelen in de natuur. Daarom noemen we ze jager-verzamelaars. Ongeveer twaalfduizend jaar geleden vonden mensen de landbouw uit. Daarna kwamen er steeds meer boeren bij. Wat waren de verschillen tussen het leven van jager-verzamelaars en het leven van de eerste boeren?
A — Jager-verzamelaars
Afbeelding 1 laat zien hoe jager-verzamelaars leefden in de natuur. De tekening is niet gewoon maar verzonnen. Bijna alles wat je ziet, is gevonden bij opgravingen. Spullen zijn in de grond bewaard gebleven en later weer ontdekt. Ook de resten van de hutten op de afbeelding zijn in de bodem gevonden. Daardoor weten we dat de
mensen hutten maakten door takken naar elkaar toe te buigen. Daar legden ze dan matten van gevlochten riet overheen.
De mannen vooraan op afbeelding 1 hebben een boog en pijlen bij zich, waarmee ze vogels hebben geschoten. De stenen punten van zulke pijlen zijn heel vaak opgegraven. Daarom weten we dat bogen en pijlen hebben bestaan.
De man in de kano heeft gevist. We weten zeker dat dat zo geweest is. Op afbeelding 3 zie je namelijk een kano die in Drenthe is opgegraven. Het is de oudste boot ter wereld: bijna tienduizend jaar geleden gemaakt. Vanaf zo’n boot werden vissen gevangen met speren en harpoenen. Een andere manier om vis te vangen, was met een fuik. Op afbeelding 1 zie je fuiken in het water staan.
Een fuik is een val in het water, gemaakt van touw en biezen. Vissen kunnen er wel ín zwemmen, maar er niet meer uitkomen. Op afbeelding 4 zie je een fuik die is opgegraven in de buurt van Rotterdam. Daar kun je aan zien dat jager-verzamelaars iets ingewikkelds konden maken. Het moet veel tijd hebben gekost om zo’n fuik in elkaar te zetten.
Ook al is de tekening van afbeelding 1 heel goed, toch weet niemand precies hoe alles er vroeger uitzag. De mensen konden nog niet schrijven. We hebben alleen opgegraven spullen, alleen ongeschreven bronnen dus. Tekenaars doen hun best om het leven van prehistorische mensen zo goed mogelijk af te beelden. Maar naar sommige dingen moeten ze raden, zoals de kleding. Daarvan
is weinig teruggevonden, omdat stoffen en huiden niet duizenden jaren in de grond bewaard blijven. De tekenaar van afbeelding 5 heeft bedacht hoe kleding eruit kan hebben gezien.
Jager-verzamelaars woonden niet op vaste plekken. In ieder seizoen waren andere plekken geschikt om te jagen of voedsel te verzamelen. Dus trokken de mensen rond. We noemen zulke mensen nomaden. Als je zo vaak verhuist, is het niet handig om veel spullen te hebben, want alles wat je hebt moet je steeds weer meenemen. Veel rijkdommen hadden ze dus niet.
De tijd van jagers en boeren noemen we ook wel de steentijd. Dat komt doordat er veel stenen werktuigen uit deze tijd zijn opgegraven. Op afbeelding 7 zie je links een stenen vuistbijl, een bijl die je in de hand vasthoudt. Rechts zie je pijlpunten en speerpunten, gemaakt van bot. Steen blijft lang goed in de grond. Dat is niet zo bij hout, bot, dierenhuiden, hertengeweien en gevlochten manden. Toch hebben de jager-verzamelaars ook al die andere materialen gebruikt.
B — De eerste boeren
Op afbeelding 8 zie je een boerendorp uit de Prehistorie. Door opgravingen weten we dat de boeren grote huizen bouwden die jarenlang bleven staan. Achter de huizen zie je akkers die in het bos zijn aangelegd door bomen om te hakken. Boeren trokken niet rond, maar hadden vaste woonplaatsen in de buurt van hun akkers. Dat kon allemaal door de uitvinding van de landbouw. Omstreeks 10 000 v.C. ontdekten mensen in het Midden-Oosten dat je zelf voedsel kon maken door akkers in te zaaien. Ze leerden ook hoe je dieren kon temmen om ze te houden als vee. Het was een keerpunt in de geschiedenis, omdat het leven er heel erg door veranderde.
De mensen fokten dieren zo, dat ze het meeste opleverden: vette varkens, koeien die veel melk gaven, en schapen met veel wol. Zo werden de dieren langzamerhand heel anders dan de wilde dieren waarvan ze afstamden. Sommige dieren konden uiteindelijk niet meer leven zonder mensen. Koeien die veel melk geven, gaan dood
als ze niet worden gemolken. Ook schapen zouden niet lang overleven met hun dikke vacht als mensen ze niet zouden scheren.
Er veranderde nog meer. Zo leerden de mensen aardewerk te maken van gebakken klei. De potten gebruikten ze om voedsel in te bewaren. Bekers en schalen gebruikten ze bij de maaltijden. Ook maakten ze steeds betere werktuigen. Op de afbeelding zie je een glad geschuurde, scherpe bijl van vuursteen. Daar zat een houten
steel aan vast. Zo’n scherpe bijl was geschikt om bomen mee om te hakken. Met een vuistbijl (zie afbeelding 7) zou dat niet kunnen.
C — Een grote verandering
Op afbeelding 11 zie je de twee soorten mensen uit dit tijdvak samen. Vooraan zie je jager-verzamelaars die een kamp bouwen. Twee hutten zijn al klaar en ze zijn bezig met de derde. Aan de overkant van de rivier is een boerendorp. De mensen bouwen er een boerderij die jarenlang moet blijven staan.
Aan deze tekening zie je ook dat niet alles ineens veranderde. Als ergens boeren kwamen wonen, bleven er ook nog lange tijd jagers in de buurt. Waarom was de uitvinding van de landbouw zo
belangrijk? In plaats van te leven van de natuur gingen de mensen de aarde bewerken en hun omgeving veranderen. Natuur is alles wat vanzelf ontstaat en groeit. Tegenover natuur staat cultuur : dat is alles wat niet vanzelf ontstaat, maar door mensen wordt bedacht en gemaakt.
Als mensen de aarde gaan bewerken door er akkers aan te leggen, zeggen we ook wel dat ze een gebied ‘in cultuur brengen’. Doordat steeds meer mensen dit deden, is de wereld totaal veranderd. Zo was Europa vroeger overdekt met bossen. Tegenwoordig is het meeste bos verdwenen. Door de landbouw kwamen er steeds meer mensen bij, want er was altijd genoeg te eten. Door deze bevolkingsgroei werden dorpen groter. Sommige dorpen veranderden in steden. Er kwamen op den duur zó veel mensen, dat de hele aarde bevolkt raakte. De natuur heeft het daar moeilijk mee. Voor wilde planten en dieren is steeds minder plaats. Alles wat de aarde te bieden heeft, wordt
Begrippen & woorden
v jager-verzamelaar v opgraving
v fuik
v ongeschreven bron*
v prehistorisch*
heel snel opgebruikt door al die miljarden mensen. Dat zijn allemaal gevolgen van wat ooit, twaalfenhalf duizend jaar geleden, is begonnen.
D — Geschiedenis nu
v De manier van leven van nomadische jagerverzamelaars bestaat nog steeds. De mensen van het volk van de Khoisan in Zuid-Afrika trekken bijvoorbeeld nog altijd rond (afbeelding 13).
v Een groot gebied waar de aarde er nog uitziet zoals in de Prehistorie, is het Amazone-oerwoud.
Maar dit grote, groene gebied wordt bedreigd, omdat mensen steeds grotere delen in cultuur brengen. Het oerwoud is belangrijk voor het klimaat van de hele wereld. Daarom vinden veel mensen dat het bewaard moet blijven. Maar wat nu in het Amazone-gebied gebeurt, is in andere delen van de wereld, zoals Europa, al veel eerder gebeurd.
Keerpunt
10 000 v.C. Uitvinding van de landbouw.
v aardewerk
v natuur
v cultuur *
v nomade v steentijd v landbouw
v bevolkingsgroei
met een * heb je eerder gehad