Leefstijl proefles groep 6

Page 1

Leefstijl Sociaal-emotionele vaardigheden en actief burgerschap voor het primair onderwijs

Proefles voor groep 6

www.leefstijl.nl


Bedankt voor uw interesse in Leefstijl. Voor u liggen een aantal proeflessen aan uit de handleiding voor groep 6 van het primair onderwijs. Thema 3 – les 2 Spijt als haren op je hoofd Thema 5 – les 3 Ruzie! In de lessuggesties wordt ook regelmatig verwezen naar de poster ‘Het woordenmonster’. Het complete programma voor groep 6 bestaat uit: Een training De docentenhandleiding (inbegrepen in de training, niet los verkrijgbaar) De Woordenmonsterposter Een cd ‘Moet je horen’ Daarnaast zijn de werkboekjes en het leesboek Van binnen en van buiten apart verkrijgbaar. Voor vragen en informatie: Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel tel. 0522 – 235 235 fax 0522 – 235 222 www.leefstijl.nl info@leefstijl.nl De lessen van de methode kunt u naar eigen inzicht in uw klas gebruiken. U kunt de lessen aanpassen aan het niveau van de leerlingen, aan gebeurtenissen in uw klas of op school, en aan uw eigen wensen. Daarom gebruiken we de term ‘lessuggesties’ voor iedere les. Wij wensen u veel plezier met de leefstijllessen!

Met vriendelijke groet, Nathalie de Weerd Uitgever Leefstijl


PROEFLESSEN

GROEP 6

INHOUD

Overzicht van de complete lessen voor groep 6 Thema 1

De groep? Dat zijn wij!

Les 1 Activiteiten

Hier zijn we weer! 1. Noem een naam, of ik zit! 2. Waar gaat deze les over? 3. Bingo 4. Puzzel met je naam Verwerking en afronding 5. Dit ben ik! Les 2 Activiteiten

Samenwerken 1. Stickerspel 2. Waar gaat deze les over? 3. Ballonnetje hoog houden 4. 1 tekening, 2 tekenaars Verwerking en afronding 5. Hoe houd je rekening met elkaar? Media-educatie Samen of alleen

Thema 2 Les 1 Activiteiten

Goed (zo!) luisteren 1. Konijn of olifant gezien? 2. Waar gaat deze les over? 3. Wat heb je gehoord? 4. Goed (zo!) luisteren Verwerking en afronding 5. Het luisterspel Media-educatie Teken het nieuws Kopieerblad 1 Het luisterspel Les 2 Activiteiten

Begrijp je mij? 1. Waar het om gaat 2. Waar gaat deze les over? 3. Is dit duidelijk? Verwerking en afronding 4. Begrijp je mij?

Les 3 In de weer met de sfeer Activiteiten 1. Krokodil, olifant en goudvis 2. Waar gaat deze les over? 3. Is school leuk? Verwerking en afronding 4. In de weer met de sfeer 5. Zo zijn onze afspraken Kopieerblad 1 Verwerking en afronding 6. Afgesproken en opgeschreven Les 4 Les 4 Ik voor jou, jij voor mij Activiteiten Activiteiten 1. Op vrienden kun je leunen 2. Waar gaat deze les over? 3. Ik voor jou, jij voor mij Verwerking en afronding 4. Vrienden maken Verwerking en afronding 5. Een kaart voor mijn vriend(in) Media-educatie Game je alleen? Media-educatie Kopieerblad 1 Een kaart voor mijn vriend(in) Kopieerblad 1 Les 3 Activiteiten

3

Praten en luisteren

Zien, horen en denken 1. Wat hoor je? 2. Wat zie je? 3. Luister eens naar dit verhaal 4. Feit of mening? 5. Waar ging deze les over? Wat hoor je? Dat geloof je toch niet? 1. Zo was het toch? 2. Waar gaat deze les over? 3. Heb je ’t al gehoord? 4. Roddel niet over mij! 5. Dat geloof je toch niet? Extra: De ‘stop-de-roddel-rap’ Dat is Privé Zo was het toch?

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA INHOUD 3

GROEP 6

CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Thema 3

Ken je dat gevoel?

Les 1 Activiteiten

Van binnen en van buiten 1. De bus 2. Waar gaat deze les over? 3. Van binnen en van buiten Verwerking en afronding 4. Dat voelt zo … Les 2 Activiteiten

Spijt als haren op je hoofd 1. Ken je deze uitdrukking? 2. Waar gaat deze les over? 3. Dat spijt me! 4. Wat zou jij doen? Verwerking en afronding 5. Spijt als haren op je hoofd Kopieerblad 1 Ken je deze uitdrukking? Les 3 Activiteiten

Lachen, gieren, brullen 1. Lach niet! 2. Waar gaat deze les over? 3. Lachen, gieren, brullen Verwerking en afronding 4. Lachen is gezond Extra: Knecht Knolle Media-educatie Lachen op TV Les 4 Activiteiten

Jaloers of zo? 1. Knipoogje 2. Waar gaat deze les over? 3. Instapverhaal 4. Jaloers of zo? Verwerking en afronding 5. Wat doe je eraan? 6. Een kaart als spiegel Media-educatie Photoshoppen

4

Thema 4

Ik vertrouw op mij!

Les 1 Activiteiten

Mijn persoontje 1. Over identiteit 2. Waar gaat deze les over? 3. Mijn persoontje Verwerking en afronding 4. Paspoort alstublieft! Media-educatie Wie ben je op het web? Les 2 Activiteiten

Met de meeste hoogachting 1. ff ruilen? 2. Waar gaat deze les over? 3. Met de meeste hoogachting Verwerking en afronding 4. Ik ben, ik kan, ik wil, ik heb … Extra: De sterren van groep zes Kopieerblad 1 Beroemdheden Kopieerblad 2 Ik ben, ik heb, ik kan, ik wil Les 3 Activiteiten

Stapje voor stapje 1. Hang de clown uit 2. Waar gaat deze les over? 3. Wat een misser! Verwerking en afronding 4. Vallen en opstaan 5. Hang de clown uit - vervolg Media-educatie Computerfouten Les 4 Activiteiten

Wie ik niet kan missen 1. Blind vertrouwen 2. Waar gaat deze les over? 3. Wie ik niet zou willen missen Verwerking en afronding 4. Blijk van waardering Media-educatie Een mens is geen computer

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

GROEP 6

INHOUD

Thema 5

Allemaal anders, iedereen gelijk

Thema 6

Les 1 Jij mag niet meedoen! Activiteiten 1. Het geheim van de Mocassanen 2. Waar gaat deze les over? 3. Jij mag niet meedoen! Verwerking en afronding 4. Als je er niet bij mag horen Verwerking en afronding Extra: Kringmassage Media-educatie Deel de muis Kopieerblad 1 Kopieerblad 2 Les 2 Nee zeggen moet je durven Kopieerblad 3 Activiteiten 1. Geen ja, geen nee Kopieerblad 4 2. Waar gaat deze les over? Kopieerblad 5 3. Nee zeggen moet je durven Kopieerblad 6 Verwerking en afronding 4. Ja of nee? Kopieerblad 7 5. Eén minuutje Extra: Zingen onder groepsdruk Les 2 Media-educatie Nee per computer Activiteiten Les 1 Activiteiten

Les 3 Activiteiten

Ruzie! 1. Laat zakken die stok 2. Waar gaat deze les over? 3. Ruzie! Verwerking en afronding 4. Rosa stond niet op 5. Het ruzie-los-je-op-blad Media-educatie Ruzie op de computer Kopieerblad 1 Het ruzie-los-je-op-blad Les 4

Leven met een lichamelijke beperking Activiteiten 1. Waar gaat deze les over? 2. Lastig hè? Of niet? 3. Wat zou jij doen als …? Verwerking en afronding 4. Leven met een beperking Extra: Trefbal met een handicap. Media-educatie Doof of blind

5

Lekker gezond Gezond van binnen 1. Met kloppend hart 2. Waar gaat deze les over? 3. Binnenstebuiten 4. Hoe blijf je gezond? Extra: Het drieminutenspel Hersenen Longen en hart Maag Lever Nieren Darmen Welk orgaan hoort erbij?

Lekker gezond 1. Waar gaat deze les over? 2. Lekker gezond 3. Wat eten we vandaag? Verwerking en afronding 4. Gezond? Extra: Een kookhoek Media-educatie Wordt er gegeten in computerspelletjes? Les 3 Activiteiten

Narcissus 1. In de knoop, uit de knoop 2. Waar gaat deze les over? 3. Mail naar Maartje, schrijf aan Koos 4. Narcissus Verwerking en afronding 5. Liefde is … Media-educatie Alles is liefde Les 4 Activiteiten

De laatste les 1.Trepak 2. Waar gaat deze les over? 3. De laatste les van dit jaar Verwerking en afronding 4. Zo kan het ook Kopieerblad 1 Trepak

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3

GROEP 6

CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Geachte ouders en/of verzorgers, Zoals u weet werken wij op school met Leefstijl, een methode voor sociaal-emotionele vaardigheden. Wij rondden onlangs het tweede thema over communicatie af. Deze week beginnen wij met een nieuw thema Ken je dat gevoel? De mens kent veel verschillende emoties en iedere taal beschikt over een groot scala aan woorden om deze emoties te benoemen. Toch zijn vrijwel alle gevoelens te herleiden tot vier basisemoties. Dat zijn boosheid, angst, blijdschap en verdriet. Deze emoties staan centraal in dit thema. Een kind kan meestal nog niet uit zichzelf aangeven wat het voelt, denkt of vindt. Om gevoelens te kunnen delen moet je deze eerst leren herkennen en begrijpen. Het doel van deze lessen is om kinderen meer bewust te maken van hun eigen gevoelens en ze te leren die van anderen te herkennen. Daarnaast beschikken kinderen vaak nog niet over juiste woordenschat om precies aan te kunnen geven hoe ze zich voelen. Ze weten wel of ze blij of boos zijn, maar het exacte gevoel dat achter die blijdschap of boosheid schuilgaat, kunnen ze niet verwoorden. In een aantal lessen besteden we daarom aandacht aan het uitbreiden van de emotionele woordenschat. (Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.) Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen, dan horen wij dat graag. Met vriendelijke groet,

6

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

GROEP 6

THEMA 3

Les 2 Spijt als haren op je hoofd Over ergens spijt van hebben en het weer goed maken.

7

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Achtergrond voor leerkrachten Vertellen dat je fout zit, wordt in onze maatschappij zeer op prijs gesteld. Het wordt gezien als een belangrijke waarde. Dit is echter niet in alle culturen het geval. Er wordt in dit verband wel gesproken over de (westerse) schuldcultuur en de (niet-westerse) schaamtecultuur. Mensen die opgroeien in een schaamtecultuur voelen, als zij iets verkeerds of afwijkends doen, niet zozeer schuld als wel gêne ten opzichte van de groep. In een schaamtecultuur lijd je dan ook gezichtsverlies door je fouten toe te geven. Juist door je fout te ontkennen, geef je aan dat je de culturele codes begrijpt en accepteert. Je geeft door de ontkenning aan dat je weet dat je een fout hebt gemaakt. Een voorbeeld: u ziet dat een kind iets doet dat niet mag en u vraagt wat het doet, in de veronderstelling dat het kind vertelt wat het fout doet, zich ‘schuldig’ voelt en het niet weer doet. U kunt echter ook een ontkennend antwoord krijgen, waarmee het kind wil aangeven dat het weet dat het iets doet dat niet mag. Vertel in dat geval wat u ziet en dat het niet mag in plaats van ernaar te vragen. Wees overigens voorzichtig met een te gemakkelijke toepassing van deze concepten. De invulling van begrippen als schaamte, schande, eer en respect verschillen per land, cultuur, gemeenschap, familie en individu. Het is niet zo dat schuldgevoel een typisch christelijk verschijnsel zou zijn en schaamte typisch islamitisch; het ligt veel genuanceerder. Zo vervullen de begrippen schaamte en schande ook binnen de Hindoestaanse gemeenschap en bepaalde (voornamelijk Zuid-)Europese families een belangrijke rol. Wijs kinderen op het feit dat de woorden ‘het spijt me’ wel degelijk iets betekenen en het niet gaat om een ‘lege huls’. Spijt/berouw hebben over iets is een emotie, iets dat je van binnen kunt voelen. Het moet niet alleen voor de vorm worden uitgesproken.

Lesdoel Kinderen: • wisselen ervaringen uit en merken dat iedereen wel eens ergens spijt van heeft. • kunnen verwoorden hoe het voelt om ergens spijt van te hebben. • ontdekken hoe je eventuele fouten weer kunt rechtzetten. • leren uitdrukkingen en gezegdes over spijt. • leren iemands spijtbetuiging ontvangen.

8

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Overzicht lessuggesties

씰 Activiteiten 1. Ken je deze uitdrukking? Een spel. Welke uitdrukkingen en gezegdes zijn er over spijt hebben? 2. Waar gaat deze les over? 3. Dat spijt me! Een (kring)gesprek. Waar kun je allemaal spijt van hebben? 4. Wat zou jij doen? Een opdracht uit het werkboek. Kinderen bedenken wat zij zouden doen in gegeven situaties.

씰 Verwerking en afronding 5. Spijt als haren op je hoofd Een tekst uit het leesboek en een opdracht uit het werkboek.

씰 Woordenmonster 씰 Thuiswerk Materiaal Voor activiteit 1: • Kopieerblad 1. Voor activiteit 4: • Werkboek. Voor activiteit 5: • Leesboek. • Werkboek.

9

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Lessuggesties Activiteiten 1

Ken je deze uitdrukking? Een spel. Welke uitdrukkingen en gezegdes zijn er over spijt hebben?

Knip de gezegden van kopieerblad 1 los van elkaar en in net zoveel stukken als u kinderen in de klas heeft. Gebruik voor elk gezegde andere vormen (schuine, golvende, rechte, gekartelde), zodat de kinderen ook op deze basis de puzzel kunnen oplossen. Deel de stukken uit. De kinderen zoeken degenen met wie ze samen een gezegde kunnen vormen. In de groepjes die op deze manier gevormd zijn bedenken de kinderen wat hun gezegde zou kunnen betekenen. Mogelijke vragen • Wat denk je dat het gezegde betekent? • Wat heeft deze uitdrukking met spijt te maken? • Ken je nog meer uitdrukkingen over spijt hebben? • Wat is dat eigenlijk, spijt hebben? Mogelijke antwoorden bij de betekenis van de uitdrukkingen nadenken voor je dingen doet waar je spijt van kunt krijgen. Eerst denken, dan doen: Berouw komt nooit te laat: als ergens spijt van hebt is het nooit te laat om dat te zeggen, en te proberen om het goed te maken. Vergeven en vergeten: als je boos op elkaar bent en je maakt het weer goed (het is vergeven), dan kun je het ook uit je hoofd zetten (vergeten). Spijt als haren op je hoofd: heel veel spijt hebben. Bezint eer ge begint: denk na voor je iets doet, zodat je achteraf geen spijt krijgt. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald: als je merkt dat je verkeerd bezig bent, kun je beter opnieuw beginnen dan doorgaan op de verkeerde manier.

10

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

2

Waar gaat deze les over? ‘Deze les gaat over spijt hebben en over wat je kunt doen als je ergens spijt van hebt.’

3

Dat spijt me! Een (kring)gesprek. Waar kun je allemaal spijt van hebben? Vraag de kinderen waar je spijt over kunt hebben. Vertel dat er verschillende redenen zijn waarom je spijt kunt hebben. Je kunt bijvoorbeeld spijt hebben van: • iets dat je kwijtgemaakt hebt. • iets dat je (per ongeluk) kapotgemaakt hebt. • iets dat je gezegd hebt, of juist niet gezegd hebt. • iets dat je gedaan hebt, of juist niet gedaan hebt. Verdeel de klas in tweetallen (zie handleiding bladzijde 44 e.v.). Samen bedenken kinderen een concrete situatie waarin iets is voorgevallen waar ze spijt van kunnen hebben. Deze situatie wordt gebruikt bij activiteit 4 Wat zou jij doen?

4

Wat zou jij doen? Een opdracht uit het werkboek. Kinderen bedenken wat zij zouden doen in gegeven situaties. In de tweetallen van activiteit 3 Het spijt me! maken de kinderen de opdracht Wat zou jij doen? in het werkboek. Aan de hand van de plaatjes en de mogelijke antwoorden bespreken ze wat zij in de gegeven omstandigheden zouden doen. Kiezen ze allebei voor dezelfde oplossing? In het lege hokje schrijven of tekenen ze hun eigen situatie. Ze geven aan wat zij zouden doen. Inventariseer tot slot of de kinderen verschillende antwoorden hebben gegeven en vraag om een korte toelichting. Kunnen ze uitleggen waarom ze hun keuze hebben gemaakt? U kunt er ook voor kiezen enkele tweetallen één van de situaties uit te laten spelen voor de klas. Mogelijke vraag • Hoe kun je je voelen als je spijt hebt? Bang; schuldig; schaamtevol; zenuwachtig; onzeker; paniekerig; verdrietig enzovoort.

11

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Verwerking en afronding 5

Spijt als haren op je hoofd Een tekst uit het leesboek en een opdracht uit het werkboek. Lees samen met de kinderen de tekst Spijt als haren op je hoofd in het leesboek. Mogelijke vragen • Het is soms moeilijk om je excuses aan te bieden. Waarom is het moeilijk? Om fouten toe te geven heb je lef nodig; de ander kan boos op je worden; je bent dat van huis uit niet gewend. (Zie ook de Achtergrond voor leerkrachten bij deze les.) • Je kunt niet alles waar je spijt van hebt goedmaken door alleen je verontschuldigingen aan te bieden. Wat zou je bijvoorbeeld niet goed kunnen maken door alleen je verontschuldigingen aan te bieden? Kinderen maken tot slot de opdracht Spijt als haren op je hoofd in het werkboek. Ze maken de zinnen compleet door woorden te kiezen uit het rondje ernaast.

Woordenmonster Mogelijke woorden: verontschuldiging, excuses, vergeven.

Thuiswerk Zie de opdracht Wat zou jij doen? in het werkboek.

12

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Kopieerblad 1 Ken je deze uitdrukking? Knip de gezegden los van elkaar en in net zoveel stukken als u kinderen in de klas heeft. Knip elk gezegde in andere vormen (schuine, golvende, rechte, gekartelde), zodat kinderen ook op deze basis de puzzel kunnen oplossen.

Eerst denken, dan doen. Berouw komt nooit te laat. Vergeven en vergeten. Spijt als haren op je hoofd. Bezint eer ge begint. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. 13

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

GROEP 6

THEMA 3, LES 2

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Uit het werkboek:

Les 2 1

Wat zou jij doen? Wat doe jij als je ergens spijt van hebt? Zet een rondje om A, B, C of D. Heb je een andere oplossing? Zet een rondje om E en schrijf je oplossinger achter.

Wat doe jij in dit geval? Wat erg, dat is zijn nieuwe bal! Waarom deed je dat nou?

A. Je koopt zo snel mogelijk een nieuwe bal of geeft je eigen bal aan het kind. B. Je vertelt hoe rot jij je voelt en zegt dat het je heel erg spijt. C. Je zegt dat het helemaal per ongeluk ging en dat je er eigenlijk niets aan kon doen. D. Je trakteert je vriend op iets lekkers. E.

Wat doe jij als je spijt hebt van iets dat je gezegd hebt? A. Je zegt één keer: ‘Sorry hoor!’ Heb je die bril voor niks op je kop?

B. Je zegt niets maar doet na een tijdje alsof er niets gebeurd is. C. Je legt een kaartje in haar laatje waar Het spijt me op staat. D. Je zegt dat je heel kwaad werd omdat het zo’n pijn deed maar dat je het niet zo bedoeld hebt. E.

> > > De Kengroep? je dat gevoel? Dat zijn wij! Les Les 2 - Spijt 4 - Wat als zullen haren op we je spelen? hoofd

14

LEEFSTIJL

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL

5


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Uit het werkboek:

Les 2

Wat zou jij doen? Wat doe jij als je dit vergeten bent? Maar je hebt dat computerspel al heel lang! Ik wil het terug, zei ik toch!

A. Je racet voor schooltijd snel terug naar huis om het alsnog op te halen. Dan maar te laat op school. B. Je zegt hoe dom je dit van jezelf vindt en vraagt of hij jou wil helpen onthouden om het morgen mee te nemen. C. Je zegt dat het je spijt maar dat je nu eenmaal een warhoofd bent en er dus niets aan kunt doen. D. Je neemt je voor om het de volgende dag mee te nemen. Je doet er dan een velletje stickers bij, als cadeautje.

E.

Waar kun je spijt van hebben? Schrijf een voorbeeld op of maak een tekening.

Wat doe jij in dit geval?

Stel de vragen thuis. Wat zouden zij doen?

6

LEEFSTIJL

Les 2 - Spijt als haren op je hoofd > > > Ken je dat gevoel?

15

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Uit het werkboek:

Les 2

Spijt als haren op je hoofd Iedereen maakt fouten. Dus iedereen heeft wel eens spijt. Gelukkig kun je de dingen waar je spijt van hebt vaak weer goedmaken. Bijvoorbeeld door je excuses aan te bieden. Voel je je ergens schuldig over en kom je er niet uit? Praat er dan met iemand over. Praat je liever met iemand die je niet kent? Dan kun je de Kindertelefoon bellen. Het kost niets en je hoeft je naam niet te zeggen. Het nummer is: 0800 0432 (gratis) of mobiel 0900 0123 (dit is niet gratis). Kun je de zinnen hieronder compleet maken? Je kunt woorden kiezen uit het rondje.

excuses sorry spijt verontschuldigingen vergissing

1 Wat krijg je soms als je iets gedaan hebt wat je zelf

vergeven

niet goed vindt: 2 Wat kun je zeggen als je het weer goed wilt maken: 3 Zeggen dat het je spijt heet je

aanbieden.

4 Je noemt het ook wel je

maken.

5 Meestal is dan alles vergeten en 6 Je probeert dezelfde

sorry

niet weer te maken.

s 4OEDELOE GEEF JE FOUTEN TOE s 3ORRY ZEGGEN IS ALTIJD GOED x Maar ’t gaat ook om wat je doet! s !LS JE ZEGT DAT HET JE SPIJT geef de ander dan wat tijd.

> > > Ken je dat gevoel?

16

Les 2 - Spijt als haren op je hoofd

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL

LEEFSTIJL

7


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Uit het leesboek:

Spijt p j als alls haren haren op p je j hoofd f Sorry Sorr y

Toedeloe, T o oedeloe, fouten geef je fou uten toe!

een heeft Iedereen Iedereen maakt fouten. Dus ieder iedereen wel van hebben w el eens spijt. Ergens Errgens spijt v an he bb ben is niet leuk. Het voelt prettig. voelt niet niet pr ettig. Maar vaak vaa ak kun je de dingen waar van hebt weer ding en w aar je spijt s v an he bt w eer goedmaken. goedmaken g gewoon zeggen spijt. Door g ewoon te ze ggen dat het je sp pijt. Dus: ‘Het spijt me’, m of: ‘Sorry, ‘Sorry, zo had d ik het niet bedoeld’, of:: ‘Neem me niet kwalijk, kwalijk, a meer doen.’’ Dit heet jje ik zal het niet m eer doen. e verontschuldigingen v erontschuldigin ngen aanbieden. excuses Of je e xcuses maken. ma aken.

Oeff. Oef...

Het is lang niet n altijd makkelij makkelijk om te ze ggen e dat iets je spijt. zeggen Want W a ant bijna niemand vindt het geven fijn om toe te g even dat hij of zij verkeerds gedaan erkeerrds heeft g iets v edaan of gezegd. Maar eenmaal g ezegd. Maa ar als je het eenma gedaan hebt, voel meestal g edaan he b v bt bt, oel je je meesta opgelucht. behoorlijk opg o elucht. Helemaal Helemaa opgelucht ander opg elucht ben b je als een ande is, daarna niett meer boos op je is vergeven vergeten en alles v ergeven en v ergeten is. 28

17

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 3, LES 2

GROEP 6

SPIJT ALS HAREN OP JE HOOFD

Uit het leesboek: groep

6

Het spijt me!

at het je spijt, Als je zegt da dat geef de anderr dan w wat at tijd.

Kan ik iets voor je doen?

Het is niet altijd d meteen w weer eer goed d als jje je excuses erg boos e xcuses maakt.. Als je iemand heel er gb hebt gemaakt, wat langer he bt g emaakt, duurt d het soms w at lang voor over is. sorry zeggen v oor het o ver is s. Maar sorr y ze ggen n is altijd begin. Misschien een goed be gin.. Missc hien moet je wat at doen soms ook w d om het goed Uiteindelijk ndelijk kun je te maken. Uitei veel dingen weer v eell di ding en echt echt h w eer goedmaken.

Sorry zeggen altijd goed … Maar het gaat ook om wat je doet!

29

18

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5

GROEP 6

CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS

Geachte ouders en/of verzorgers, Wij beginnen deze week met een nieuw leefstijlthema: Allemaal anders, iedereen gelijk. De titel dekt de lading van de inhoud van de lessen heel goed: kinderen worden zich bewust van het feit dat ze allemaal verschillend zijn en leren die verschillen te waarderen. We benadrukken daarnaast dat ieder kind gelijkwaardig is. In dit thema wordt expliciet aandacht besteed aan eventueel pestgedrag. Maar eigenlijk zijn alle leefstijllessen impliciet een weerbaarheidtraining tegen pesten. In de voorafgaande thema’s is gewerkt aan een goede groepssfeer, die beschermend is tegen pesten. Er zijn afspraken gemaakt over omgang met elkaar, er was aandacht voor communicatie, emotionele intelligentie en zelfvertrouwen. Allemaal ingrediënten om pestgedrag tegen te gaan. (Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.) Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen, dan horen wij dat graag. Met vriendelijke groet,

19

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

GROEP 6

THEMA 5

Les 3 Ruzie! Over ruzie maken en het samen oplossen.

20

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Lesdoel Kinderen: • ervaren op speelse wijze hoe je ruzie kunt krijgen. • ontdekken welk gedrag een ruzie erger maakt en welk gedrag een ruzie kan stoppen. • leren hoe je een conflict kunt beheersen en vreedzaam kunt oplossen.

21

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Overzicht lessuggesties

씰 Activiteiten 1. Laat zakken die stok Een spel. Kinderen ervaren hoe je ruzie kunt krijgen. 2. Waar gaat deze les over? 3. Ruzie! Een rollenspel en een (kring)gesprek. Wat maakt een ruzie erger en hoe kun je het oplossen?

씰 Verwerking en afronding 4. Rosa stond niet op Een verhaal over een conflict oplossen zonder geweld. 5. Het ruzie-los-je-op-blad Introductie van een kopieerblad om te gebruiken bij ruzies.

씰 Media-educatie 씰 Woordenmonster Materiaal Voor activiteit 1: • Eén bamboestok of opgerolde papieren stok van circa twee meter per groepje van acht of negen kinderen. Voor activiteit 3: • Werkboek. • Leesboek. Voor activiteit 4: • Leesboek. Voor activiteit 5: • Kopieerblad 1.

22

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Lessuggesties Activiteiten 1

Laat zakken die stok Een spel. Kinderen ervaren hoe je ruzie kunt krijgen.

Verdeel de klas in groepjes van acht of negen kinderen (zie handleiding bladzijde 44 e.v.). Iedere groep stelt zich op in twee rijen tegenover elkaar, met de gezichten naar elkaar toe. Iedere groep krijgt een bamboestok of opgerolde papieren stok van ongeveer twee meter. Ze laten de stok op hun vingers rusten, zonder daarbij hun duim te gebruiken. Vraag hen nu de stok zo snel mogelijk op de grond te leggen zonder deze los te laten. Ze moeten daarbij allemaal de stok blijven vasthouden met hun vingers (en zonder duim). Houd in de gaten of dat laatste inderdaad gebeurt. Deze opdracht is heel moeilijk. U zult merken dat de stok in eerste instantie niet naar beneden gaat maar omhoog komt. De opdracht kan alleen uitgevoerd worden als iedereen geconcentreerd meewerkt en de kinderen het idee van snelheid loslaten. Omdat het waarschijnlijk niet lukt, kunnen de kinderen gefrustreerd reageren. Dat betekent dat ze elkaar gaan commanderen, beschuldigen of juist niet meer mee willen doen. Misschien krijgen anderen de slappe lach. Wees hierop bedacht en leg het spel bijtijds stil. Het is de bedoeling dat ze ervaren hoe snel een ruzie kan ontstaan, niet dat ze echt ruzie krijgen! Mogelijke vragen • Hoe komt het dat de stok eerst naar boven gaat? • Waardoor kun je ruzie krijgen bij dit spel? Bijvoorbeeld: omdat sommigen anderen gaan commanderen; omdat sommigen niet meer mee willen doen; omdat sommigen dachten dat anderen vals speelden. • Wat helpt om deze opdracht uit te voeren?

23

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

2

Waar gaat deze les over? ‘Deze les gaat over ruzie. Iedereen heeft wel eens ruzie. In deze les gaan we kijken welk gedrag een ruzie erger maakt en hoe je een ruzie kunt oplossen.’

3

Ruzie! Een rollenspel en een (kring)gesprek. Wat maakt een ruzie erger en hoe kun je het oplossen? Vraag de kinderen waar ze in het echt wel eens ruzie over maken. Bijvoorbeeld: wie mag er op de computer?; spelregels bij een spel; een oneerlijke verdeling van snoep; de schuld krijgen van iets dat je niet hebt gedaan; een ander tv-programma willen zien. Vraag twee vrijwilligers om over één van de genoemde onderwerpen samen ruzie te maken voor de klas. De klas moet goed kijken wat er gebeurt. Leg de ‘ruzie’ bijtijds stil en geef de vrijwilligers even de gelegenheid om stoom af te blazen. Deze opdracht kan ook in groepjes van drie of vier kinderen worden uitgevoerd. Twee kinderen maken samen ruzie, de derde observeert. Mogelijke vragen • Wat maakte de ruzie erger? Wat zag je? Wat hoorde je? Bijvoorbeeld: verwijten maken; woorden als ‘jij’ en ‘altijd’ en ‘nooit’ gebruiken; niet naar elkaar luisteren; steeds harder praten; schelden; door elkaar heen praten; druk bewegen met armen en handen; kwaad kijken. • Wat kan helpen om een ruzie op te lossen? Bijvoorbeeld: gebruik het woord ‘ik’ als je vertelt wat je dwarszit; luister naar elkaar; praat niet door elkaar heen; ga niet schelden; haal geen oude koeien uit de sloot; praat op gewone sterkte; stel vragen. Schrijf de antwoorden op de laatste vraag op het bord. De kinderen schrijven deze antwoorden over bij de opdracht Ruzie! in het werkboek. Lees vervolgens samen de tekst Ruzies oplossen in het leesboek.

Verwerking en afronding 4

Rosa stond niet op Een verhaal over een conflict oplossen zonder geweld. Lees het verhaal Rosa stond niet op in het leesboek. Mogelijke vragen • Wat vind je van het verhaal van Rosa? • Wat had er kunnen gebeuren als Rosa geweld had gebruikt om te winnen?

24

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

5

Het ruzie-los-je-op-blad Introductie van een kopieerblad om te gebruiken bij ruzies. Introduceer kopieerblad 1. Kopieer Het ruzie-los-je-op-blad voor alle kinderen in de klas. Bespreek de vragen op het blad en leg de kinderen uit dat ze dit blad kunnen gebruiken als ze ruzie hebben. Het blad werkt als volgt: kinderen die ruzie hebben vullen elk een blad in. Het is niet nodig om alles op te schrijven. Het gaat er om dat ze even stilstaan bij en nadenken over de vragen op het blad. De uitkomsten van het blad bespreken ze samen. Zo wisselen ze op een gestructureerde manier van gedachten over de achtergronden en gevoeligheden van hun conflict. Ze bekijken de zaak van twee kanten. Ze kunnen vervolgens met zijn tweeën een oplossing zoeken. Maar ze kunnen ook aan u of een klasgenoot vragen hen daarbij te helpen. Haal de kopieerbladen weer op. Vertel dat ze u een blad kunnen vragen als ze ruzie hebben met iemand. Ook kunt u zelf de bladen uitdelen aan kinderen die ruzie hebben.

Media-educatie Ruzie op de computer Laat de kinderen in groepjes een rollenspel voorbereiden over een veelvoorkomende computerruzie. Dat kan variëren van wie er aan de beurt is met gamen tot vervelende msnverwikkelingen. Welke oplossing bedenkt ieder groepje voor het conflict? Wat vinden de anderen van deze oplossing? Zouden zij het ook zo oplossen?

Woordenmonster Mogelijk woord: conflict.

25

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Kopieerblad 1 Het ruzie-los-je-op-blad Heb je ruzie? Bekijk het van twee kanten.

Naam: ......................................................................................................................................................................... Met wie heb je ruzie? ...................................................................................................................................................................................... Waar hebben jullie ruzie over? ...................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................... Hoe voel je je? ...................................................................................................................................................................................... Wat zou je graag willen? ...................................................................................................................................................................................... Hoe denk je dat de ander zich voelt? ...................................................................................................................................................................................... Wat denk je dat de ander zou willen? ...................................................................................................................................................................................... Hoe kun je deze ruzie bijleggen? Bedenk een aantal oplossingen. 1.................................................................................................................................................................................... 2.................................................................................................................................................................................... 3.................................................................................................................................................................................... Bespreek dit Ruzie-los-je-op-blad met degene met wie je ruzie hebt. Wil je dat de leerkracht er ook bij is? Of misschien iemand uit je klas? Vraag het hem of haar. Onze ruzie is nu wel / niet opgelost. Datum

Handtekening

Handtekening

...................................................................................................................................................................................... 26

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Uit het werkboek:

27

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Uit het leesboek:

Rosa st stond tond niet op p Rosa was was b blij l dat ze een zitplek lij k had in de bus. moe.. Het was was een n drukke dag dag geweest. gewee est. Ze was was moe Ze had hard hard gewerkt. gewerkt. Het regende regen nde buiten dus de bus bu us was w as vol. vol. Bij iedere iedere halte stapten n er meer mensen in. in n. buschauffeur waren De busc hau uffeur zag zag dat er niett genoeg genoeg plaatsen w aren voor blanke v oor de b lan nke passagiers. passagiers. Daarom Daarom stond hij op en n zei tegen tegen de e zwarte zwarte mensen in de bus dat ze achterin achte erin staan. moesten gaan gaan a Want was W ant in hett land waar a waar Rosa woonde, woonde o ,w e as dat zo de gewoonte. passagiers zaten g ewoonte. Blanke B passagiers za aten vooraan vooraan in de bus, b zwarten and zw arten mochten mo ochten alleen zitten als er plek was, was, anders ders moesten ze achterin gaan staan. Rosa was zwart. t e achterin ht i gaan staan t n. R was zwart. t Zwarte busreizigers mochten hten ook Zw arte busr reizigers moc o niet door het gangpad gan ngpad kaartje hadden naar achteren achterren lopen nadat ze een e gekocht. g ekocht. Ze moesten eerst een kaartje kopen bij de e chauffeur, weer c hauffeur, dan d weer uitstappen n en achterin achterin weer weer buschauffeur instappen. En E als de busc hauffe feur daar zin in had,, dan terwijl rreed eed hij ook k wel wel eens weg, weg, terw wijl de zwarte zwarte passagier passagier la angs de halte naar de d achteringang achteringang liep. liep. buitenom langs kaartje moes Dan had je voor voor niets een kaart tje gekocht gekocht en moest st je wachten w achten op p de volgende volgende bus. zwarte Er reisden reisden meer m zwarte mensen n met de bus dan blanken. Blanke b lanken. Bla anke mensen hadden hadde en betere betere banen en verdienden v erdienden vaak vaak meer geld geld dan n zwarten. zwarten. Daarom Daarom veel en hoefden niet hadden v ee el blanken blanken zelf een auto a niet met Toch de bus. T o och stonden de zwarte zwarte e mensen vaak vaak met zijn achter die paar blanken allen ac hterr in de bus gepropt gepropt terwijl t blan nken lekker allemaal die de bus namen n allem maal een stoel hadden. hadde en.

40

28

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Uit het leesboek: groep

6

41

29

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Uit het leesboek:

In het land w waar aar Rosa w woonde, oonde, w waren aren er no nog gv veel m ding dingen oneerlijk ijk eel meer en oneerl verdeeld. waren waar blanke mochten v erdeeld. Zo ow aren er rrestaurants estauran nts w aar alleen b lan nke klanten moc hte en eten, ziekenhuizen waar blanke verzorgd werden scholen waar hollen w ziekenhuize en w aar alleen b lanke patiënten v erzorrgd w erden en sc aar blanke kinderen mochten. waren geen en naartoe alleen b lank ke kinder e moc hten. Voor Voor o zwarten zwarten a w aren er bijna ag een waren voor geen ziekenhuizen scholen. rrestaurants. estaurants s. Er w aren v oor hen ng een goede ziekenh huizen en sc holen holen. moesten bus blanke passagier zitten. ten opstaan in de bu En ze moes us als een b lanke pa assagier wilde zitten n. vond Toen dag tegen gezegd werd ond dit Rosa v d niet eerlijk. T o oen er die da g in de buss te gen haar g ezegd dw erd moest voor blanke oor een b dat ze moes st opstaan v lanke man, zei niet.’’ En toen de busc buschauffeur hauffeur ze opeens: ‘Dat ‘ doe ik niet. vroeg waarom niet vr oeg w aarom o niet, zei ze: ‘Omdat ‘Omdat ik vind dat ik ni iet hoef op te staan. sstaan.’’ buschauffeur. ‘D ‘Dan rroep oep ik k de d politie’, liti ’ zeii de d busc b h ff hauffeur . ‘Dat moet u dan maar doen’, zei ze ei Rosa. ‘Ik sta niet op.’.’ op kwam mee.. Ze moest De politie k wam en nam haar mee m niet was opgestaan. een boete betalen, b omdat ze ni et w as opg estaan. vond ze was ew as niet de Rosa v ond dat d niet eerlijk. En z enige. heleboel zwarte enige. Een hele h boel zw arte mensen men nsen in de stad waar woonde, vonden werd iets w oonde, v erd om ie ets onden datt het tijd w aar Rosa w oneerlijkheid. te doen aan n al de oneerlijkheid d. ‘Weet wat we tegen elkaar.. ‘W We eet je w a w at e doen?’, zeiden ze te gen elkaar ‘Zolang er v verschil is tussen blank en zwart bus, laten w we e de bus erschil bla ank zwart in de b s lekker We gaan wel lopen.’’ staan. W eg aan w el lopen. deden ze.. En dat dede en ze zwarte plaats waar woonde, gingen vanaf dag Alle zw arte mensen in de plaat ts w aar Rosa w oond de, g ingen v anaf die da g werk. duurde uren! Maar meer lopend naarr hun w erk. Soms d uurde dat ur en! Maa ar ze wilden niet m eer in oneerlijke liepen gewoon weer uren terug en teru die oneerlijk ke bussen. ’’s s Avonds Avonds lie pen ze dan g ewoon w eer ur g naar liepen iedere dag. dag, twee dagen, week. ee da huis. Ze lie p pen ieder e da g. Niett één da g, niet tw gen, niet een w ee ek. Nee!

42

30

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


PROEFLESSEN

THEMA 5, LES 3

GROEP 6

RUZIE!

Uit het leesboek: groep

6

Ze lie liepen pen w wel el meer m dan een jaar! Ook O al w waren aren ze moe moe, e, ook al w werden erden ze nat n van v an de rregen, egen, ook al hadden ze het koud in de winter en snikheet in de zomer,, gaven liepen door. weet wat? kregen ze g aven niet op p en lie pen stug doo or. En w eet je w at? Uiteindelijk U kr egen ze z hun Want busbedrijf verdiende veel geld zonder zwarte passagiers. zin. W ant a het bu usbedrijf v erdiende v eel minder g eld zo onder zw arte passa giers. ging Het g ing bijna failliet! f Daarom besloten van blanke zwarte mensen Daar om beslote en de bazen v an hett busbedrijf dat b lan nke en zw arte mense en voortaan allebei mochten als was. zwarten meer arten niet me v oortaan alle be ei moc hten zitten, al ls er plaats w as. En dat zw eer voor blanken. geen verschil gemaakt worden. emaakt w orden. op hoefden te staan s v oor b lanken. Er zou g een v erschiil meer g gelijk gekregen. Rosa had g elijk g ekregen.

verhaal écht gebeurd. woonde vijftig geleden Dit v erhaal h l is i éc é cht g ebeur b d Rosa d. R w oonde d meer dan d vij ijjftig jfti jaar j g eleden l d in i Montgomery. Dat Amerika. van mensen Montgomer y. D at is een stad in Am merika. De busactie v an de zwarte zwarte mens sen in Montgomery was begin van lange voor gelijke e strijd v Montgomer yw a in Amerika het b as egin v an een lang oor g elijke rrechten e hten ec voor blank zwart. geduurd, maar v oor b lank en z wart. Het heeft heell lang g eduurd, maa ar langzaam, werd steeds kregen zwarten heel langzaam w erd het daar steed ds minder oneerlijk en kr egen zw arten steeds begonnen Rosa, gewone vrouw meer rrechten. echten. En E dat is allemaal be egonnen omdat Ros a, een g ewone vr ouw w die was van haar werk, opstond vond hoefde. moe w as v an ha aar w erk, niet opsto ond omdat ze v ond dat d ze dat niet hoefd de.

43

31

LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.