10 Goederen verzenden
le P: a O git g T di in LE ief gev us m cl ro In lee
allround
10. Goederen verzenden
1
Colofon Boom beroepsonderwijs info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl Auteurs: Daphne Ariaens, Yvonne Gerridzen Met dank aan: Fion Friedrichs (ROC Noorderpoort); Ciska Plas-Waarsing (ROC Noorderpoort); Rob Gitz (Da Vincicollege) Eindredactie: Boom beroepsonderwijs Titel: Allround ISBN: 978 90 3724 848 7 Eerste druk / derde oplage ©
2018
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Boom beroepsonderwijs, te vinden op www.boomberoepsonderwijs.nl.
GOEDEREN VERZENDEN
10
GOEDEREN VERZENDEN
Op je werk moet je soms dingen verzenden. Deze cursus gaat over hoe je goederen moet verzenden. Oefen zo veel mogelijk tijdens je stage, op je werkplek of op school. Deze cursus bestaat uit: 1. de leerdoelen 2. de vakkennis en de opdrachten 3. de praktijktoets 4. de theorietoets. LEERDOELEN 1.
Je bereidt je werkzaamheden voor het verzendklaar maken van goederen voor. • Je verzamelt materieel en materialen. • Je controleert de te verzenden goederen op juistheid, aantallen en kwaliteit. • Je controleert de manier waarop de goederen zijn verzameld en gestapeld. • Je verzorgt/regelt aanpassingen, zoals apart leggen van beschadigde goederen of het aanvullen van een tekort. • Je verpakt de te verzenden goederen in het juiste verpakkingsmateriaal. • Je werkt veilig.
2.
Je voert administratieve handelingen uit met betrekking tot verzenden. • Je schrijft het goede adres op. • Je voegt de bijbehorende documenten en/of informatie toe. • Je controleert of de administratie van de verzending klopt.
3.
Je verzendt goederen en rondt de administratie af. • Je meldt een collega of je leidinggevende dat de verzending klaarstaat.
OPDRACHT 1 VOORBEREIDEN Bekijk de leerdoelen hiervoor. Je ziet wat je moet kunnen en kennen. En je ziet waarop je beoordeeld wordt tijdens de praktijktoets. Welk leerdoel lijkt jou uitdagend? Waarom?
Waar zie je tegenop? Leg uit waarom je dat denkt.
3
Welke ervaringen heb je al met deze leerdoelen?
Waar denk je dat je deze leerdoelen tegenkomt in je werk?
GOEDEREN VERSTUREN Op je stage stuur je goederen of artikelen naar een persoon of een bedrijf. Retour sturen betekent dat je goederen terugstuurt naar de zender, bijvoorbeeld omdat ze niet goed zijn. Bij retour sturen en goederen versturen doe je vaak dezelfde handelingen. Voorbeelden • Je werkt bij een sportschool en de sportinstructeur heeft dumbells besteld. Deze zijn niet goed, de instructeur wil andere gewichten. • Je werkt bij een webshop en je moet artikelen in dozen verpakken en verzenden. • Je werkt in een apotheek en moet de medicijnen per adres en op volgorde in tasjes klaarzetten voor degene die ze gaat rondbrengen. • Je moet een paraplu opsturen naar iemand die deze vergeten is mee te nemen van zijn bezoek aan jouw kantoor. • Je werkt in een magazijn waar je met een order en een pakbon pakketjes moet klaarmaken. Wat verstuur je? Als een collega of je leidinggevende weet wat je moet versturen, overleg je met hem welke artikelen dat zijn. Als je een order hebt gekregen waarop staat wat er verstuurd moet worden, kijk je daar op de order (bestellijst) wat je moet versturen. Een order is een bestelling van een klant of een collega. Deze order kun je ophalen in bijvoorbeeld een magazijn, een winkel of een voorraadkast. Dit verzamelen heet orderpicken.
OPDRACHT 2 ORDERPICKEN IN EEN MAGAZIJN In de film zie je het orderpicken. Wat doet de medewerker verkeerd? En waarom is dat verkeerd?
4
GOEDEREN VERZENDEN
OPDRACHT 3 ORDERS
Bekijk de order. Hoeveel kerstslingers moet je verzamelen?
Hoe kun je zien of je de juiste kerstslingers uit het vak haalt?
Hoeveel dozen kerstbalhaakjes moet je verzamelen?
5
Bekijk de order. Hoeveel haarelastiekjes moet je verzamelen?
Hoeveel flessen shampoo moet je verzamelen?
Welk artikelnummer hebben de flessen shampoo?
CONTROLEREN Na het verzamelen brengt je de artikelen naar de plaats waar je ze gaat inpakken. Voor het inpakken kijk je alles na. Je controleert of: • je de juiste artikelen hebt verzameld • je de juiste aantallen hebt verzameld • er geen afwijkingen of beschadigingen zijn • de artikelen op de goede manier in de verpakking zitten. Voorbeelden van afwijkingen • kapotte artikelen • het etiket is weg of beschadigd • de verpakking is beschadigd • er zitten bedorven producten bij • artikelen die verfrommeld in de verpakking zitten.
6
GOEDEREN VERZENDEN
Als je ziet dat een artikel niet goed is, leg je het artikel apart op een afgesproken plek. Je handelt daarna op de manier zoals het bedrijf dat wil: • Je vult een formulier voor afwijkingen in. • Je registreert het in de computer. • Je vertelt het aan je leidinggevende. • Je haalt een nieuw artikel op.
OPDRACHT 4 WAT IS ER MIS? Controleer de artikelen. Schrijf erbij wat er niet goed is.
OPDRACHT 5 CONTROLEER DE ORDER Maak tweetallen. Van je docent krijg je een order. Je controleert de order. Je controleert: • of de juiste artikelen zijn verzameld • of de juiste aantallen zijn verzameld • of er geen afwijkingen of beschadigingen zijn • of de artikelen op de goede manier verpakt zijn. Nummer 1 controleert de order. Nummer 2 observeert en geeft feedback. Gebruik daarvoor het schema. Van je docent krijg je een tweede order. Wissel dan van rol.
7
FEEDBACKSCHEMA
Heb je gecontroleerd of de juiste artikelen zijn verzameld? Heb je gecontroleerd of de juiste aantallen zijn verzameld? Heb je gecontroleerd of er afwijkingen of beschadigingen zijn? Heb je gecontroleerd of de artikelen goed zijn verpakt? Tips:
Tops:
INPAKKEN Artikelen pak je altijd in voordat je ze gaat verzenden. Je kiest een verpakking die bij het artikel past. • De goederen wil je schoonhouden. • De goederen wil je beschermen tegen beschadigingen. • Je maakt goederen met een verpakking stapelbaar, ook dat is efficiënter en het scheelt ruimte. Je verpakt de goederen zo dat ze makkelijk te verzenden zijn en zo weinig mogelijk ruimte innemen.
OPDRACHT 6 VOORBEELDEN BEDENKEN Maak tweetallen. Bedenk bij elke manier drie artikelen. Goederen stapelen
Goederen schoonhouden
Goederen beschermen tegen beschadigingen
8
GOEDEREN VERZENDEN
VERPAKKINGSMATERIAAL Je moet de goederen goed verpakken, want je wilt dat ze onbeschadigd aankomen. De omverpakking is de verpakking waarin goederen kunnen worden getransporteerd. Ze zijn gemaakt van: SOORT
VOORDEEL
NADEEL
Papier en karton Kartonnen dozen gebruik je erg vaak.
Recyclebaar, licht in gewicht, goedkoop.
Gevoelig voor vocht, makkelijk te beschadigen
Hout Machines en apparaten verpak je vaak in houten kisten. Pallets waar je de goederen op stapelt, zijn van hout gemaakt.
Hout is sterk.
Duur
Plastic/kunststof Verpakkingen zijn vaak van plastic gemaakt. Bijvoorbeeld tasjes, kratjes, deksels, folies. Vloeistoffen worden vaak in plastic jerrycans verpakt. Je kunt plastic ook gebruiken als opvulmateriaal.
Met een plastic verpakking Milieuonvriendelijk bescherm je goederen tegen vuil. Voedingsmiddelen die in plastic verpakt zijn blijven langer vers.
Soms is het een combinatie: bijvoorbeeld pakken met melkpoeder in dozen gestapeld op een houten pallet met daaromheen folie. Welke verpakking kies je voor het transport? Niet alle materialen zijn geschikt voor het verzenden van de goederen. Je let op de kenmerken van goederen: • Breekbare goederen zitten niet in een plastic zak. Breekbare of kwetsbare goederen moet je extra beschermen. Je doet dan bijvoorbeeld opvulmateriaal in de doos. Of je pakt de goederen in in noppenfolie. • Wat vers moet blijven, moet misschien luchtdicht verpakt worden. • Bederfelijke goederen verpak je soms in een speciale koelverpakking, zodat ze tijdens het transport koel genoeg blijven.
Noppenfolie.
9
Opvulmateriaal.
OPDRACHT 7 WELKE VERPAKKING? In welk verpakkingsmateriaal worden de producten verpakt? Schrijf het onder de foto. Kies uit: kartonnen doos – houten kist – plastic krat – metalen blikje – glazen pot.
10
GOEDEREN VERZENDEN
OPDRACHT 8 HOE VERPAK JE HET? Bekijk de foto. Leg uit hoe je dit inpakt en welke verpakkingsmaterialen je gebruikt.
OPDRACHT 9 MILIEUVRIENDELIJK VERPAKKEN Onderzoek hoe milieuvriendelijk jouw school, stage of werkplek artikelen verpakt. Maak foto’s van de verpakkingen die gebruikt worden. Maak daarvan een collage. Zet erbij of het milieuvriendelijk is of niet. Kan de verpakking door een milieuvriendelijkere verpakking vervangen worden? Zet die er dan bij. Gebruik stappenplan Collage maken.
OPDRACHT 10 INPAKKEN Maak tweetallen. Pak artikelen in. Van je docent krijg je de artikelen en verpakkingsmateriaal. Zorg ervoor dat: • Jje het juiste verpakkingsmateriaal gebruikt • de artikelen heel blijven, ook als je ze gaat verzenden • de artikelen schoon blijven, ook als je ze gaat verzenden • je niet te veel ruimte gebruikt • de ingepakte artikelen goed stapelbaar zijn. Nummer 1 pakt in. Nummer 2 controleert en geeft feedback. Gebruik daarvoor het schema met beoordelingscriteria. Van je docent krijg je een tweede set artikelen om in te pakken. Wissel dan van rol.
11
FEEDBACKSCHEMA
Heb je het juiste verpakkingsmateriaal gebruikt? Blijven de artikelen heel, ook als je ze gaat verzenden? Blijven de artikelen schoon, ook als je ze gaat verzenden? Heb je niet onnodig veel ruimte gebruikt? Zijn de ingepakte artikelen goed stapelbaar? Tops:
Tips:
OPDRACHT 11 INPAKKEN ALS SERVICE VOOR DE KLANT In sommige gevallen moet je producten inpakken in cadeauverpakking voordat het verzonden wordt. Bekijk de film. Pak de artikelen in die je van de docent krijgt.
OPDRACHT 12 VERZENDKLAAR MAKEN Bekijk de film. Pakketjes worden klaargemaakt om te worden verzonden naar klanten. Beschrijf welke stappen je ziet.
DOZEN Op veel werkplekken heb je met grote aantallen dozen te maken. Bijvoorbeeld: • dozen met schoenen of kleding • dozen met geneesmiddelen en verband • dozen met voedingsmiddelen en flessen • dozen met papier • dozen met schoonmaakmiddelen.
12
GOEDEREN VERZENDEN
Dozen stapelen
Dozen stapelen doe je voor de stevigheid. Je moet in verband stapelen. Dat is steviger. Als de dozen niet hetzelfde zijn, kan dat niet altijd. Ook zakken met bijvoorbeeld tuinaarde of kleding kun je in verband stapelen.
OPDRACHT 13 STAPELEN Oefen met stapelen. Van je docent krijg je dozen of andere spullen om te stapelen. Stapel in verband. Bespreek met elkaar hoe het stapelen gaat en hoe je in verschillende gevallen het beste kunt stapelen.
VEILIG WERKEN Houd je altijd aan de bedrijfsregels en veiligheidsregels. Als je de instructies niet onthouden hebt of niet begrijpt, vraag je opnieuw om uitleg. • Als je goederen op een pallet zet, let dan op je houding: til niet met een gebogen rug, maar zak door je knieën. • Als je dozen inpakt, zet de dozen dan op de goede hoogte zodat je geen last van je rug krijgt. • Als je goederen verpakt, let dan op dat scherpe goederen niet door de verpakking heen kunnen steken.
• Gebruik het plakbandapparaat waarvoor het bedoeld is, pas op voor de kartelrand. • Let bij het dichtplakken van enveloppen op de scherpe rand van het papier. Daaraan kun je je snijden.
13
OPDRACHT 14 VEILIGHEID OP DE WERKVLOER
Welke gevaren zie je?
OPDRACHT 15 VOORBEREIDEN VAN VERZENDEN Beschrijf hoe op jouw school, stage of werkplek het verzenden van artikelen wordt voorbereid. Beschrijf hoe de verzending gaat. Vertel: • welk artikel of welke artikelen werden verzonden • hoe de artikelen worden verzameld • hoe de artikelen worden gecontroleerd • hoe de artikelen worden ingepakt en waarom op die manier • of de artikelen worden gestapeld en hoe dat gebeurt • of verpakkingsmateriaal wordt gerecycled • hoe er veilig wordt gewerkt bij het voorbereiden van het verzenden. Lever bewijsstukken aan. Bespreek met je docent welke bewijsstukken mogelijk zijn.
14
GOEDEREN VERZENDEN
KLAAR OM TE VERZENDEN? Als je alles gecontroleerd hebt en het zit in de verpakking, moet de pakbon er nog bij en moet het adres erop. De pakbon is een print uit de computer. Daar staat op wat er in het pakketje zit. De pakbon zit bij de goederen in het pakket. Soms gaat alles geautomatiseerd en zorgt het computersysteem voor pakbonnen en etiketten. Adres opschrijven Soms moet je zelf het adres opschrijven.
Er staat altijd op: • iemands volledige naam of de naam van de organisatie • adres • postcode – plaats. Deze gegevens heten naw-gegevens. Je schrijft het zo op: Mevr. E. Galtay Taselaarstraat 14 4651 ZL Goes Als je iets stuurt naar iemand bij een organisatie, dan schrijf je de naam van het bedrijf erbij. Dat ziet er zo uit: Sportwinkel ’t Sporthuus Afdeling Magazijn & Expeditie T.a.v. R. Marcouch Vergeerplein 17 2145 BV Amsterdam T.a.v. betekent: ter attentie van. Als je ‘t.a.v.’ erbij schrijft én de naam van degene voor wie het bedoeld is, weten de mensen bij het bedrijf naar wie het doorgestuurd moet worden binnen het bedrijf.
15
OPDRACHT 16 ADRESSTICKERS Bekijk de adresstickers. Wat ontbreekt er?
OPDRACHT 17 ADRESSEREN Je werkt bij deze opdracht aan de werknemersvaardigheid Kwaliteit leveren (10). • Ik werk zo precies mogelijk. • Ik werk nauwkeurig en met aandacht. Adresseer de orders. Deze order is voor kantoorboekhandel De zilveren vulpen. Deze winkel zit aan de Emmalaan 186 in Rotterdam. De postcode is 3085 GH. De contactpersoon is mevrouw G. Amhali.
Dit pakket is voor Jan Dekker. Zijn adres is Gouwelaan 12 in Arnhem. De postcode is 6814 TR.
16
GOEDEREN VERZENDEN
MEMO Als er geen pakbon met de verzending meegaat, kun je een kort memo bijvoegen. Dat is een klein kaartje met een korte boodschap. Voor de ontvanger is daardoor duidelijker wat de bedoeling is van het pakketje of de brief. Bijvoorbeeld: • zoals afgesproken bijgevoegd een nieuwe headset merk Samsung, m. vr. gr. Lisette Beens • een fijne dag toegewenst, groeten van het hele team, Sabine.
OPDRACHT 18 MEMO Maak tweetallen. Schrijf samen een memo bij de volgende situaties. Situatie 1 Dhr. Driehuis is zijn paraplu vergeten en wil die graag terug. Hij heeft daarvoor gebeld. Jij stuurt hem zijn paraplu terug.
17
Situatie 2 Omdat er verkeerde artikelen waren opgestuurd stuur jij nu de juiste op. Het was even gedoe, want de klant was boos omdat ze extra had gewezen op de juiste artikelnummers. De klant heet mevrouw Adsma.
Situatie 3 Je verstuurt een bloemetje aan een zieke collega. Zijn naam is Bert Vermeulen.
IN EEN ENVELOP OF IN EEN PAKKET? Alles wat in een envelop past en niet zwaarder is dan 2 kilo, mag in een envelop verstuurd worden. • Er zijn grote en kleine enveloppen. • Ze kunnen van papier zijn of van papier met bubbelplastic aan de binnenkant. Je kiest voor een pakket: • als het niet in een enveloppe past • als het meer dan 2 kilo weegt • als het breekbaar is • als het extra bescherming nodig heeft • als het groot is. Meerdere pakketjes versturen Je moet verschillende artikelen versturen. Hoe pak je dat aan? Stappenplan 1. Je zoekt uit welke artikelen je moet versturen. 2. Je zoekt de artikelen erbij. 3. Je kijkt of je per artikel weet naar wie het verstuurd moet worden. 4. Je kijkt of er artikelen naar hetzelfde adres moeten. 5. De artikelen die naar hetzelfde adres moeten, zet je bij elkaar. 6. Je checkt of artikelen bij elkaar ingepakt mogen worden. 7. Je kijkt per pakketje of per set pakketjes welke verpakkingsmaterialen je nodig hebt. 8. Je maakt de pakketjes klaar: je pakt het in, maar doet de doos nog niet dicht. Let er bij het inpakken op dat er niets kapotgaat. 9. Je doet de pakbon bij het pakket. 10.Je zorgt ervoor dat het juiste adres op het juiste pakket komt. 11. Je controleert alles. Als de goede adressen op de goede pakketten staan, maak je de doos dicht.
18
GOEDEREN VERZENDEN
Controleren Voordat je een pakketje of een brief op de post doet, controleer je al je handelingen. Dit zijn de controlevragen: 1. Heb ik de juiste informatie gekregen over wat ik moet versturen? 2. Welke artikelen moeten er verstuurd worden en waar vind ik die? 3. Heb ik de juiste artikelen verzameld? 4. Zijn er afwijkingen? Is het niet beschadigd, te veel, te weinig, bedorven? 5. Is het op de juiste manier verpakt, zodat het niet kapotgaat of bederft? 6. Zit de pakbon in het pakket of bij de brief? 7. Staan de juiste naw-gegevens op de enveloppe of het pakket? 8. Heb ik de juiste verzendwijze gekozen?
OPDRACHT 19 PAKKETTEN Maak tweetallen. Nummers 1 en 2 maken samen vijf pakketjes klaar voor verschillende mensen. Van je docent krijg je een lijst met welke artikelen naar wie moeten, de artikelen, adressen, en verpakkingsmateriaal. Na afloop vult iedereen voor zichzelf het schema met beoordelingscriteria in. BEOORDELINGSCRITERIA
Heb je de juiste artikelen bij het pakket gezocht? Heb je gecheckt of de artikelen ook bij elkaar mogen worden ingepakt? Heb je per pakket de juiste verpakkingsmaterialen gebruikt? Als je een pakbon had, heb je die bij het juiste pakket gedaan? Heb je de juiste naam en het juiste adres op ieder pakket gedaan? Heb je al je handelingen op het einde gecontroleerd met de controlevragen? Tops:
Tips:
REGISTREREN Als de goederen verzendklaar zijn, dan registreer je dat. Je doet dat op een papieren lijst of in de computer. Het computersysteem geeft daarna aan dat de goederen klaarstaan om opgehaald te worden door de chauffeur. Afronden Je rondt je werk goed af door bij je leidinggevende te melden dat je de verzending klaar hebt. Afwijkingen of opvallende zaken meld je ook.
19
Voorbeelden van hoe je dat doet • 'De pakketten heb ik vanochtend afgeleverd bij het kantoor van Post NL. Ze zeiden daar dat de post pas aanstaande dinsdag op z'n vroegst aankomt vanwege Pasen.' • 'Het gewicht van de brief kwam onder de 2 kilo, dat scheelt ons mooi in de kosten.' • 'De doos met T-shirts heb ik klaargezet. Van iedere maat en kleur kon ik drie exemplaren vinden in het magazijn, behalve van maat M groen, daar komt nog een nazending van. Volgende week komt die nazending bij ons binnen. Ik heb de sportkledingwinkel in Den Haag hierover al gebeld.’
OPDRACHT 20 WAT REGISTREER JE PRECIES? Maak tweetallen. Bedenk samen wat je allemaal moet registreren op de lijst of in de computer om ervoor te zorgen dat alles goed verloopt.
VERSTUREN VIA DE INTERNE POST Je kunt post ook versturen via de interne postafdeling. Dat kunnen enveloppen of pakketjes zijn. Voorbeelden • Je werkt bij een grote bank en er moeten getekende contracten verstuurd worden naar een ander kantoor in een andere stad. • Je werkt bij een kledingwinkel en in een ander filiaal heeft een klant een bepaald kledingstuk besteld. Een interne postafdeling zorgt ervoor dat er intern post verstuurd kan worden van het ene kantoor naar het andere. Versturen via het secretariaat Bijna alle grotere organisaties hebben een eigen secretariaat. Als je een brief wilt printen en op de post wilt doen, kun je vragen aan de collega’s op het secretariaat of ze je willen helpen. Als je een pakketje hebt dat je wilt versturen, kun je dat daar ook vragen. Op een secretariaat kunnen ze je post ook frankeren.
OPDRACHT 21 INTERNE POST EN SECRETARIAAT Beschrijf hoe op jouw school, stage of je werkplek het verzenden van post via de interne postbesteldienst en/of het secretariaat gaat. Beschrijf een situatie. Vertel: • wat de situatie is waarin je gebruikmaakt van de interne postbesteldienst en/of het secretariaat • wie je moet aanspreken • hoe je de post moet aanleveren • welke aanvullende dingen je moet doen, zoals het invullen van een formulier. Lever bewijsstukken aan. Bespreek met je docent welke bewijsstukken mogelijk zijn.
OPDRACHT 22 PRAKTIJKTOETS GOEDEREN VERZENDEN In deze praktijktoets laat je zien dat je goederen kunt verzenden.
20
GOEDEREN VERZENDEN
De praktijktoets kun je uitvoeren op school, op stage of op de werkplek. Overleg met je docent waar je de toets doet. Je krijgt de praktijktoets van je docent. BEOORDELEN 1.
Je bereidt je werkzaamheden voor het verzendklaar maken van goederen voor. • Je verzamelt materieel en materialen. • Je controleert de te verzenden goederen op juistheid, aantallen en kwaliteit. • Je controleert de manier waarop de goederen zijn verzameld en gestapeld. • Je verzorgt/regelt aanpassingen, zoals apart leggen van beschadigde goederen of het aanvullen van een tekort. • Je verpakt de te verzenden goederen in het juiste verpakkingsmateriaal. • Je werkt veilig.
OOOO
2.
Je voert administratieve handelingen uit met betrekking tot verzenden. • Je schrijft het goede adres op. • Je voegt de bijbehorende documenten en/of informatie toe. • Je controleer of de administratie van de verzending klopt.
OOOO
3.
Je verzendt goederen en rondt de administratie af. • Je meldt een collega of je leidinggevende dat de verzending klaarstaat.
OOOO
21
BEGRIPPEN Frankeren Postzegels of een print plakken op een poststuk (brief, pakket) als bewijs dat vóóraf voor de verzending is betaald. Memo Een klein kaartje met een korte boodschap/mededeling. Naw-gegevens De gegevens naam, adres en woonplaats. Opvulmateriaal Materiaal om de doos vol te maken, zodat goederen niet beschadigen tijdens het vervoer. Omverpakking De verpakking waarin goederen kunnen worden getransporteerd.
22
GOEDEREN VERZENDEN
Order Een bestelling van een klant of een collega. Orderpicken Goederen ophalen die je moet gaan versturen. Retour sturen Goederen terugsturen naar de zender.
OPDRACHT 23 TEST JE KENNIS Waarom moet je soms goederen retour sturen?
Hoe heet het als je goederen ophaalt die je moet gaan versturen?
Waar moet je op letten als je artikelen gaat inpakken voor verzending?
Waar moet je op letten bij het inpakken van goederen?
Wat is het voordeel van een houten omverpakking?
Wanneer kies je voor noppenfolie bij het inpakken?
Hoe moet je dozen stapelen zodat ze stevig staan?
Wat stop je in de doos of de envelop als je alles gecontroleerd hebt en het zit in de verpakking?
23
Schrijf je eigen naw-gegevens op.
Wanneer schrijf je ‘t.a.v.’ bij een adres?
Wat schrijf je op een memo?
Wanneer kies je voor een pakket in plaats van een envelop?
Waar zorgt de interne postafdeling voor?
OPDRACHT 24 TERUGKIJKEN • Heb je alle opdrachten die je moest doen uitgevoerd? • Heb je je portfolio-opdrachten ingeleverd en zijn ze goedgekeurd? • Heb je je praktijktoets en je theorietoets gedaan? Dan kun je beginnen met de volgende cursus.
24
GOEDEREN VERZENDEN
25