![](https://assets.isu.pub/document-structure/211020200947-88489740253b9288038eaac9265e3d93/v1/2e51e2de00d87b4f0b0b50855924cbbd.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
1 minute read
Wat heb je geleerd tijdens BPV en opleiding? ................................................................................................ 76
Niet voor alle werkzaamheden zijn er werkplannen. Voor eenvoudige werkzaamheden zit het plan vaak al in je hoofd. Zijn de werkzaamheden lastig of worden er vaak fouten gemaakt, dan is het beter daar wel een werkplan voor te gebruiken.
Tijdens het werk kun je tegen bepaalde problemen aanlopen. Hoe je hiermee omgaat, staat niet altijd in een werkplan. Je moet altijd uitgaan van wat de cliënt wil. Je hebt een dienstverlenende taak, dus je ondersteunt de cliënt. Luister goed naar de cliënt en wees behulpzaam en hartelijk.
Werken met een werkplan
Als je een taak gaat uitvoeren, moet je met een werkplan werken. In een werkplan staat alles wat je moet weten over de taak. Er staat informatie in over de cliënt (welke cliënten zijn het), het doel dat je moet behalen en ook alle werkzaamheden die je moet uitvoeren. Moet je een lastige taak uitvoeren, dan kun je het werkplan erbij houden. Dit kun je raadplegen als je niet precies weet wat je moet doen of hoe je moet werken.
Lezen van een werkplan
Lees alle informatie die in het werkplan staat. Tijdens het uitvoeren van het werkplan kun je het plan nog bij de hand houden. Dit kan handig zijn als het lastige taken zijn. Je beoordeelt het werkplan ook. Bijvoorbeeld of je alle taken die erin staan, kunt uitvoeren. Als je een spel moet begeleiden, ken je dan alle spelregels?
Verantwoordelijkheid en hulp
Als je een taak moet uitvoeren met een werkplan, ben je verantwoordelijk voor die taak. Je kunt niet zomaar afwijken van een werkplan. Je kunt werkzaamheden niet overslaan als je ze niet begrijpt. Ook mag je geen werkzaamheden doen die niet in het werkplan staan. Het is daarom belangrijk dat je het plan doorneemt voordat je aan de taak begint. Misschien heb je nog vragen. Je weet bijvoorbeeld niet welke ruimte er wordt bedoeld of je hebt nog nooit met die schoonmaakmachine gewerkt. Het is dan belangrijk dat je hulp vraagt. Dit doe je voordat je de taak uitvoert. Ga voor vragen naar een collega of een leidinggevende. Jij bent verantwoordelijk voor de taak en je doet dus ook je best om deze zo goed mogelijk uit te voeren.