StruX - B-VCA 1

Page 1

LEGT DE PRAKTISCHE BASIS

StruX Praktijk en loopbaan

StruX

B-VCA 1

B-VCA 1 Dit boek is onderdeel van de leerlijn B-VCA. Dit deel is erop gericht om voldoende kennis van veiligheid te krijgen om verantwoord stage te kunnen lopen. B-VCA bestaat uit: • B-VCA 1 • B-VCA 2 • B-VCA 3. Na deze drie delen kan het examen B-VCA worden afgelegd.

PRAKTIJK EN LOOPBAAN

B-VCA

1

Maak samen werk van onderwijs Boom beroepsonderwijs wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Wij zijn er voor de doeners en de makers. Om samen werk te maken van onderwijs verbinden wij docenten, studenten en het bedrijfsleven met elkaar. Zo zorgen we ervoor dat jongeren het beste uit zichzelf halen. Met inspirerend lesmateriaal voor een wereld die continu verandert. Dat maakt ons trots!

NAAM:

9 789037 251821


Handgereedschappen en machines

HOOFDSTUK 6

Handgereedschappen en machines Dit leer je in dit hoofdstuk. 1.

Je kent verschillende soorten handgereedschappen en kunt uitleggen waarvoor je ze gebruikt.

2.

Je kunt uitleggen hoe je veilig werkt met handgereedschappen en machines.

OPDRACHT 1 Mag je werken met een boormachine met een kapot snoer? Leg je antwoord uit.

Kun je er wel kort een paar gaatjes mee boren? Leg je antwoord uit.

HANDGEREEDSCHAPPEN Bij gewone handgereedschappen gebruik je je eigen kracht. Voor de veiligheid zijn 2 dingen belangrijk: 1. Je moet handgereedschap goed onderhouden. Goed onderhoud betekent: a. regelmatig kijken of het gereedschap niet versleten of kapot is b. kapot gereedschap laten repareren of weggooien. c. het gereedschap goed schoonmaken. 2. Je moet weten hoe je handgereedschap moet gebruiken. Dus geen schroeven indraaien met een tang. Of iets loswrikken met een schroevendraaier. Anders kunnen er ongelukken gebeuren.

57


OPDRACHT 2 Welke 2 dingen zijn belangrijk voor de veiligheid van handgereedschappen? 1. 2. Welke 3 dingen doe je bij goed onderhoud van handgereedschappen? 1. 2. 3.

OPDRACHT 3 Welke gereedschappen uit de tekening heb jij weleens gebruikt?

Heb je weleens onderhoud gepleegd aan dat gereedschap? ja / nee Zo ja, wat deed je?

58


Handgereedschappen en machines

HANDGEREEDSCHAPPEN VEILIG GEBRUIKEN HAMER Waar moet je op letten als je een hamer gebruikt? • De kop moet goed vastzitten op de steel. De kop moet geborgd zijn met een wig. Borgen betekent: zorgen dat iets niet losraakt. Door de wig kan de kop niet van de steel schieten. • De steel van de hamer moet glad zijn. • De kop van de hamer moet gaaf zijn. Er mogen geen bramen op zitten.} Bramen zijn scherpe opstaande randen. • Je mag hamers niet tegen elkaar slaan.

MOERSLEUTEL Waar moet je op letten als je een moersleutel gebruikt?

• De sleutel moet gaaf zijn. Dus: onbeschadigd en zonder bramen. • Je mag de steel niet langer maken. Er komt dan te veel kracht op de moersleutel. Je schiet dan uit of valt achterover. • De bek van de moersleutel moet precies op de moer passen. • Je mag geen vulplaatjes gebruiken.

59


Gebruik een ringsleutel in plaats van een moersleutel als dat kan. De bek van de ringsleutel zit vast om de moersleutel geklemd. Je schiet dan minder snel uit.

OPDRACHT 4 Waarom moet de kop van een hamer geborgd zijn met een wig? Waarom gebruik je beter een ringsleutel dan een moersleutel als dat kan?

VIJL Waar moet je op letten als je een vijl gebruikt? • Er moet een heft op de vijl zitten. Let op! De arend (het puntige uiteinde van de vijl) kan in je hand schieten. Je kunt dan gewond raken. Bijvoorbeeld als de arend een pees in je hand raakt. • Het heft van de vijl moet stevig vastzitten. Je mag het niet zelf ‘repareren’ met ijzerdraad of touw.

60


Handgereedschappen en machines

SCHROEVENDRAAIER Waar moet je op letten als je een schroevendraaier gebruikt? • Je moet kleine werkstukken goed vastzetten. Anders kan het werkstuk wegschieten. • Gebruik altijd de juiste maat schroevendraaier. Anders maak je de schroef kapot. Of nog erger: je schiet uit met de schroevendraaier en raakt gewond. Dus: de schroevendraaier moet precies in de schroefgleuf passen.

61


STEEKBEITEL Waar moet je op letten als je een steekbeitel gebruikt? • De beitel moet scherp zijn. Maar let op: dit is tegelijkertijd een gevaar. De beitel is vlijmscherp. Wees dus voorzichtig! • Je moet een houten hamer of kunststof hamer gebruiken als je op de kop slaat. Anders sla je het heft kapot. • Je moet kleine werkstukken goed vastzetten. Anders kan het werkstuk wegschieten.

OPDRACHT 5 Waarom is de arend van een vijl gevaarlijk?

Wat kan er gebeuren als je een verkeerde maat schroevendraaier gebruikt?

Wat is er gevaarlijk aan een steekbeitel?

62


Handgereedschappen en machines

OPDRACHT 6 Schrijf 3 handgereedschappen op die jij gebruikt in je praktijklessen of op stage. Schrijf bij elk gereedschap een gevaar op dat ontstaat door slecht onderhoud. Gereedschap

Gevaar door slecht onderhoud

OPDRACHT 7 Wordt het handgereedschap goed of fout gebruikt?

goed / fout

goed / fout

goed / fout

goed / fout

63


ELEKTRISCH HANDGEREEDSCHAP Elektrisch handgereedschap werkt op elektriciteit. Werken met elektriciteit kan gevaarlijk zijn. Er zijn 2 soorten elektrisch gereedschap: 1. gereedschap dat op batterijen of een accu werkt Bij deze gereedschappen is de elektriciteit niet gevaarlijk. 2. gereedschappen met een stekker. Bij deze gereedschappen kan de elektriciteit gevaarlijk zijn. Wat zijn de gevaren van elektrisch handgereedschap? • Je kunt een elektrische schok krijgen. • Er kan brand of een explosie ontstaan door een vonk of doordat het gereedschap heet wordt. • Je kunt brandwonden oplopen bij kortsluiting. Waar moet je op letten bij elektrische handgereedschappen? • Je moet elektrisch handgereedschap jaarlijks laten keuren. • Elektrisch handgereedschap mag niet beschadigd zijn. Ook de kabels niet. • Je moet elektrisch handgereedschap goed onderhouden. • Het gereedschap moet dubbel geïsoleerd zijn. Je loopt dan geen gevaar op kortsluiting.

Dit symbool staat op dubbel geïsoleerd gereedschap.

OPDRACHT 8 Welke 2 soorten elektrisch handgereedschap zijn er?

Waardoor kan brand ontstaan in elektrisch handgereedschap?

64


Handgereedschappen en machines

Mag je een boormachine met een kapotte kabel gebruiken? nee / ja

Wat betekent dit teken?

OPDRACHT 9 Zoek 3 elektrische handgereedschappen op in het praktijklokaal. Zit er een keuringssticker op deze gereedschappen?

Schrijf voor elk gereedschap de datum op wanneer het weer gekeurd moet worden. Gereedschap

Keuringsdatum

65


OPDRACHT 10 Zet een cirkel om de beschermingsmiddelen die je altijd moet dragen in het praktijklokaal.

VAST OPGESTELDE MACHINES Handgereedschap houd je in de hand. Machines niet. Machines zitten vast. Het werken met machines heeft altijd risico’s. Je moet daarom altijd maatregelen nemen om die risico’s te verkleinen. • Je moet weten hoe je met de machines moet werken. Daarom moet iemand vooraf uitleggen hoe het moet. Je moet instructie krijgen. • Je moet de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.

66


Handgereedschappen en machines

• Je moet een machine regelmatig onderhouden en schoonmaken. Controleer dan ook of de beveiligingen werken. Zoals de noodstop. Zet een machine altijd uit voor je onderhoud gaat doen! • Bij een machine moet een gebruiksaanwijzing zitten. Deze gebruiksaanwijzing moet in de taal van het land waar ze worden gebruikt, zijn geschreven. • Als je de machine bedient, mag je geen loshangende kleren en haren dragen. Die kunnen gemakkelijk tussen de draaiende delen van de machine komen. • Werk netjes en laat geen materiaal of rommel rondslingeren. De vloer om de machine moet schoon, vlak, droog en stroef zijn. Er moet genoeg loopruimte en werkruimte om de machine zijn. • Er moet genoeg licht zijn.

OPDRACHT 11 Waarom moet je instructie krijgen voor het werken met vast opgestelde machines?

Waarom moet een gebruiksaanwijzing bij een machine in het in de taal van het land waar ze worden gebruikt, zijn geschreven?

Waarom mag je haar niet loshangen als je met een machine werkt?

Mag je met een loshangend vest een machine bedienen? ja / nee

67


OPDRACHT 12 Welke vast opgestelde machines ken jij?

Met welke vast opgestelde machines heb jij weleens gewerkt?

Schrijf 3 dingen op die jij doet om veilig te werken met vast opgestelde machines. 1. 2. 3.

DE KOLOMBOORMACHINE Het werken met een kolomboormachine lijkt ongevaarlijk. Maar dat is niet zo! Wat zijn gevaren van een kolomboormachine? • De boor kan gaan vastzitten in het materiaal. Het materiaal gaat dan meedraaien en kan tegen je handen slaan. Zet materiaal dus goed vast. Dat doe je met een boorklem.

68


Handgereedschappen en machines

• Je kunt gewond raken als een boor breekt. • Je kunt gewond raken als je boorsel of spanen met de hand wegveegt. Die zijn heet en heel scherp. Je moet boorsel en spanen wegvegen met een krullenkwastje of krullenhaakje. • De bewegende delen kunnen je grijpen. Daarom moet de kap van de kolomboormachine dichtzitten. Werk nooit met de kolomboor als de kap openstaat! • Zet de machine altijd eerst uit voordat je de V-snaar verstelt. Wacht tot hij echt stilstaat! • Je kunt rondspattende koelolie of spanen in je ogen krijgen. Draag daarom altijd een veiligheidsbril. • Je kunt je branden aan het werkstuk. Of aan de boor. LET OP! Je mag geen handschoenen dragen als je met een kolomboormachine werkt!

OPDRACHT 13 Waarom moet je het werkstuk goed vastzetten als je met de kolomboormachine werkt?

Waarom mag je geen boorsel met de hand wegvegen?

Waarom draag je altijd een veiligheidsbril als je met de kolomboormachine werkt?

Welk persoonlijk beschermingsmiddel mag je nooit gebruiken als je werkt met een kolomboormachine?

69


DE SLIJPMACHINE Je gebruikt een slijpmachine om bramen te verwijderen of om gereedschap scherp te maken. Wat zijn gevaren van een slijpmachine? • De slijpsteen kan uit elkaar vliegen. • Je kunt geraakt worden door wegspringende deeltjes. Deze deeltjes komen vrij bij het slijpen. Ze zijn heet en vaak scherp. • Als je de draaiende slijpsteen per ongeluk aanraakt, kun je flink gewond raken. • Door het lawaai van de slijpmachine kun je doof worden. • Je kunt slijpstof inademen. Slijpstof is stof dat vrijkomt bij het slijpen.

70


Handgereedschappen en machines

Waar moet je op letten als je met een slijpmachine werkt? • Zet nooit zelf een slijpsteen op de machine. Alleen mensen die verstand hebben van slijpmachines mogen dit doen. • Kijk of de slijpstenen voldoende rond zijn. Je kunt dat ook testen als je ze laat draaien. Je hoort het als ze niet voldoende rond meer zijn. • Kijk of de slijpstenen op de machine even groot of bijna even groot zijn. • Kijk of de slijpkant van de slijpsteen vlak is. • Een slijpmachine mag alleen rechte of L-vormige leunspanen hebben.

• Zorg dat de afstand tussen de leunspaan en de slijpsteen niet groter is dan 3 mm. Verstel een leunspaan alleen als de machine stilstaat. • Kijk of de zijkanten van de slijpmachine afgeschermd zijn. Dat moet. • Gebruik altijd het beschermruitje. • Draag altijd een slijpbril of gelaatsscherm. • Draag gehoorbescherming.

71


OPDRACHT 14 Waarom draag je altijd een slijpbril of gelaatsscherm bij het slijpen?

Waarom gebruik je altijd het beschermruitje bij het slijpen?

Waarom draag je altijd gehoorbescherming bij het slijpen?

Hoe groot moet de afstand zijn tussen de leunspaan en de slijpsteen? Waarom moet de zijkant van de slijpsteen zijn afgeschermd?

OPDRACHT 15 Vul de tabel in. Schrijf 3 machines op die in het praktijklokaal staan. Schrijf van elke machine 2 gevaren op. Schrijf bij elk gevaar een maatregel op waarmee je het gevaar kunt verkleinen. Bij de machine hangt een theoriekaart of een gebruiksaanwijzing. Daarop kun je lezen over de gevaren. En over de maatregelen die je kunt nemen om de gevaren te verkleinen. Machine

72

Gevaar 1

Maatregel

Gevaar 2

Maatregel


Handgereedschappen en machines

OPDRACHT 16 Maak een poster maken handgereedschappen. En hoe je ze veilig gebruikt. Zoek op internet naar plaatjes van verschillende handgereedschappen. Of maak zelf foto’s. Plak ze op een groot vel papier. Schrijf bij ieder handgereedschap een tip hoe je het veilig gebruikt. Laat je poster zien aan de groep.

OPDRACHT 17 Maak foto’s van beveiligingen op vast opgestelde machines. Bijvoorbeeld een noodknop of een beschermkap. Vraag aan je docent waar je op moet letten. Verwerk je foto’s in een verslag. Dat kan op papier of op de computer. Schrijf bij iedere foto welke beveiliging je ziet.

OPDRACHT 18 Dit hoofdstuk ging over giftige stoffen. Beoordeel jezelf.

1.

Ik ken verschillende soorten handgereedschappen en kan uitleggen waarvoor ik ze gebruik.

2.

Ik kan uitleggen hoe ik veilig werk met handgereedschappen en machines.

WOORDENLIJST Instructie Een instructie is een aanwijzing hoe je iets moet doen.

73


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.