Legt de praktische basis
25 jaar praktijkonderwijs
Onderwijs aan
moeilijk lerende kinderen Portfolio
Dit wil ik
Dit kan ik
Dit doe ik
Slimmer
werken
Eet je eigen kikker
Toetsen en beoordelen
Wat is een portfolio?
Praktijkonderwijs van vandaagvroeger, en de toekomst
Magazine StruX Magazine is een uitgave van Boom Beroepsonderwijs Leermiddelen speciaal voor het praktijkonderwijs
INKIJKEXEMPLAAR
Maak kennis met de 2de editie van StruX
Met StruX begeleid je leerlingen op weg naar zelfstandigheid. Je laat hen actief werken aan het creëren van een zelfstandige plek in de maatschappij en het vergroten van hun kansen op de arbeidsmarkt.
8
Leerdoelen
Leerlingen
beoordelen
zichzelf
20
Reportage De dag van Daan van den Berg
StruX Magazine 2
‘Als je positief blijft, kun je alles!’
Pilot Let’s get Digital 24 28 Erkenning Diploma praktijkonderwijs Inleiding StruX legt de praktische basis 5 Methode Leerlingen betrekken bij hun eigen leren 8 Wat is een portfolio? 10 Doelgericht werken 16 Leren vanuit beeld 18 Let’s get digital 24 Erkend diploma voor leerlingen praktijkschool 28 Ontdek StruX Werkstart 32 25 jaar praktijkonderwijs 34 Theorie Eet je eigen kikker 22 Laat talent groeien 26 Inhoudsopgave Praktijktips Virtuele klasafspraken 7 Tools voor online lessen 15 De leerkuil 31 Reportage ‘Als je positief blijft, kun je alles!’ 20 Productinformatie Combipakketten 4 Titeloverzicht 2023-2024 36 Voordelen digitale leeromgeving 40 Aan de slag met StruX 41 StruX Magazine 3
Nederlands in de praktijk
Is gebeurd met een t of een d? Hoe vind ik de persoonsvorm? Wat is een overtreffende trap?
Deze vragen zullen je vast bekend voorkomen als docent Nederlands. Met de vele regels is Nederlands ook een lastig vak. Om jou en je leerlingen te helpen heeft StruX de basisregels samengevat in een handige taalwijzer. Zo kun je in een handomdraai de regels en voorbeelden aan de leerling laten zien! Scan de QR-code en vraag de taalwijzer aan.
Met StruX begeleid je leerlingen op weg naar zelfstandigheid en laat je hen actief werken aan het vergroten van hun kansen op de arbeidsmarkt. Door de theorie en de vele praktische opdrachten in de leerlijn Nederlands van StruX, verbeteren de leerlingen stap voor stap hun Nederlands.
StruX Magazine 4 Maak kennis met Leefstijl op: boomberoepsonderwijs.nl/lesmethode/strux
Maak kennis met
Leermiddelen speciaal voor het
praktijkonderwijs
StruX legt de praktische basis
Een dokter kan zijn operatie niet uitvoeren zonder de schoonmakers die vooraf de operatiekamer ontsmet hebben, een veilige autorit bestaat niet zonder goede automonteurs en een gezellig avondje uit eten is waardeloos zonder bediening of assistentie in de keuken. Allemaal onmisbare, maar soms onzichtbare, talenten in de maatschappij. Dat zijn de leerlingen van het praktijkonderwijs.
Voor leerlingen in het praktijkonderwijs is een leerroute geen snelweg naar de toekomst. Maar een persoonlijke pad met nét dat steuntje in de rug om zich te ontwikkelen. Een leerroute die bij hen past en die aansluit bij wie ze zijn. In een veilige omgeving krijgen ze de kans om zich voor te bereiden op hun toekomst. Met vakken als Burgerschap, Nederlands, Rekenen en Engels ontwikkelen ze basisvaardigheden zodat zij straks hun mannetje staan in de maatschappij.
Tijdens de praktijkvakken, stages en activiteiten leren ze door te doen en ervaren ze de beroepspraktijk. Door de praktijk echt te ervaren weten ze en leren ze ook steeds beter wie ze zijn, wat ze kunnen en wat ze willen.
Jezelf kunnen zijn en vol vertrouwen de maatschappij in durven stappen, dat is wat de lesmethode StruX leerlingen in het praktijkonderwijs wil laten ontdekken. Met leermiddelen die leerlingen laat ontwikkelen en zelfredzaam maakt. De theorie in de leer-werkboeken is veelal visueel gemaakt in de vorm van illustraties, stappenplannen en video’s. Met StruX begeleid je leerlingen op weg naar zelfstandigheid en laat je hen actief werken aan het vergroten van hun kansen op de arbeidsmarkt.
✔ Specifiek voor het praktijkonderwijs
✔ Papier + digitaal
✔ Leren door doen
Voorwoord
Het praktijkonderwijs in Nederland is prachtig onderwijs. Onderwijs waarmee we leerlingen op weg helpen naar hun toekomst. Zodat zij hun mannetje kunnen staan in de maatschappij en zich waardevol voelen in deze maatschappij. Lesgeven in het praktijkonderwijs is niet alledaags en niet te vergelijken met het lesgeven op het regulier voortgezet onderwijs. Het is kijken, luisteren en aanvoelen wat een leerling nodig heeft, het is maatwerk.
In dit eerste magazine voor praktijkonderwijs vertellen we je de verhalen van docenten uit het praktijkonderwijs en geven we je handvatten om je les te organiseren. Maar bovenal willen we je graag inspireren. Dat doen we door je tips te geven en je te ondersteunen met ons lesmateriaal.
We wensen je veel leesplezier in dit eerste StruX Magazine.
Hartelijke groet,
Jacobien Ubbink Uitgever StruX
StruX Magazine 5
Het zaadje dat jij als docent plant groeit voor altijd! StruX Magazine 6 #depraktischebasis
Virtuele klasafspraken
Voor de leukste online lessen
Wil je deze klasafspraken gebruiken? Download het overzicht hier en stuur het door naar je leerlingen.
Microfoon
Zet je microfoon uit tot wanneer de leerkracht je vraagt deze aan te zetten.
Camera
Zet je camera aan zodat de leerkracht weet dat je er bent.
Werkplek
Zoek een rustige plaats waar je ongestoord kunt werken en luisteren.
Chat
Gebruik de chat om aan te geven dat je een vraag hebt.
Interactie
Zet je microfoon aan wanneer je leerkracht je iets vraagt.
Materiaal
Leg een pen en papier klaar om mee te doen aan de les.
Methode
Zorg dat je je lesboeken bij de hand hebt.
Smartphone
Zet je telefoon uit of leg hem weg.
Positie
Zorg dat je in het midden van je camera zit.
StruX Magazine 7
Leerlingen betrekken bij hun eigen leren
StruX Magazine 8
‘Bij de nabespreking van een opdracht bespreekt de docent samen met de leerling de beoordeling van de verschillende criteria.’
Hoe stimuleer je dat leerlingen:
✔ Weten waar zij naartoe werken?
✔ Nadenken over wat ze al kunnen en kennen?
✔ Nadenken over wat zij nodig hebben om het leerdoel te behalen?
✔ Nadenken over wat ze geleerd hebben en wat nog verbeterd kan worden?
✔ Zich verantwoordelijk voelen voor wat ze leren?
Werken met leerdoelen en beoordelingscriteria
Samen leerdoelen beoordelen
In de 2e editie van StruX begint elk hoofdstuk met een overzicht van de leerdoelen. Deze zijn geschreven in een voor leerlingen begrijpelijke taal. Aan het einde van het hoofdstuk staan de leerdoelen er opnieuw. De leerlingen kunnen dan zelf beoordelen of ze naar hun eigen idee de leerdoelen al dan niet beheersen.
Sommige opdrachten hebben beoordelingscriteria. Dit is vooral het geval bij grotere opdrachten en opdrachten die een bewijs voor het portfolio kunnen opleveren. De criteria maken duidelijk waar de leerlingen naartoe moeten werken, waaraan de opdracht moet voldoen en wat er van de leerlingen verwacht wordt. Er kan bijvoorbeeld staan dat zij tijdens een presentatie duidelijk gepraat hebben, of dat zij de informatie die zij belangrijk vinden in de folder hebben gezet. De criteria kunnen ook gaan over het proces, in plaats van over het product, bijvoorbeeld: ik luister naar de mening van een ander, of: ik vraag om hulp als ik die nodig heb.
Plannen en organiseren
Ik kan mijn werk plannen en organiseren.
Ik doe de dingen in een logische volgorde.
Ik controleer of de dingen gaan volgens plan.
Ik zorg ervoor dat mijn werk op tijd af is.
Tops:
Tips:
Beoordeling docent:
Leerlingen beoordelen zichzelf met behulp van deze criteria. Ook klasgenoten en de docent kunnen beoordelen. Door de leerlingen over zichzelf, hun werk en hun functioneren na te laten denken, en door hun werk bij hun docenten en klasgenoten te toetsen, ontstaat inzicht in hun leerproces.
De kritische blik van klasgenoten kan leerlingen helpen in hun leerproces. Daarnaast kan het motiverend werken wanneer leerlingen elkaar mogen beoordelen en zo invloed uitoefenen op wat er gebeurt tijdens de lessen. Bij de nabespreking van een opdracht bespreekt de docent samen met de leerling de beoordeling van de verschillende criteria. Je geeft tops en tips, en samen bepaal je de vervolgstappen. Daarmee is de cirkel rond.
Inzicht in het leerproces
Bespreken tops & tips; ontwikkelpunten voor het vervolg
Leerdoelen, succescriteria en heldere verwachtingen
Bespreken resultaat
Beoordelen
Werken aan (proces) de opdracht (product)
Leercirkel: De duidelijke leerdoelen aan het begin van een hoofdstuk laten de leerlingen zien waar zij naartoe werken.
StruX Magazine 9
Wat is een Portfolio?
Meer weten over werken met een portfolio? Ga aan de slag met de lesbrief! Ontvang een gedrukt exemplaar bij onze stand of vraag ernaar bij jouw adviseur.
Een portfolio is een verzameling van zichtbare resultaten van de ontwikkeling van een persoon. Het is een presentatie van wie de persoon is en wat hij kan. In het onderwijs wordt een portfolio gekoppeld aan het behalen van leerdoelen op het gebied van kennis, houding en vaardigheden. De resultaten die in het portfolio worden opgenomen zijn de bewijzen daarvan. Met de bewijzen laat de leerling zien wie hij is, wat hij wil en wat hij kan. Door serieus gebruik te maken van een portfolio kan de leerling een volwaardige onderwijsdeelnemer zijn, die zelfstandig invloed kan uitoefenen op zijn leerproces: hij bepaalt zelf (in overleg met de docenten) wat wel en niet in de portfoliomap wordt opgenomen.
Voordat je besluit een portfolio in te zetten, is het raadzaam om binnen je team te bespreken waarom je dat doet, en met welk doel.
Wettelijk diploma voor praktijkonderwijs
Waar leg je als school de nadruk op, wat vinden jullie belangrijk bij het hanteren van portfolio? Dit kan verschillen voor de diverse leerjaren, en kan ook veranderen in de loop van het schooljaar.
1. De basis voor het diploma
De leerlingen van het praktijkonderwijs krijgen een wettelijk diploma. Het portfolio is daarvan een belangrijk onderdeel omdat het laat zien wat een leerling heeft geleerd en waar hij/zij competent in is.
StruX Magazine 10
Een portfolio kan de volgende doelstellingen hebben:
Het vermijden faalervaringenvan
3. Recht doen aan verschillen
Het werken met een portfolio maakt het mogelijk met leerlingen een individueel traject (naar aard, tempo en mogelijkheden) op te zetten en te evalueren.
Een portfolio kan voor elke leerling weer anders ingezet worden, bijvoorbeeld:
✔ het stimuleren van een zo breed mogelijke ontwikkeling van de leerling;
✔ het bevorderen van een actieve en zelfstandige rol van de leerling;
✔ het zichtbaar maken van de samenhang tussen leerlijnen of vakken.
2. Motiveren van leerlingen
Als de leerlingen de opdracht hebben om wat ze geleerd hebben in een product samen te vatten, kunnen ze bewijzen dat ze een bepaald leerproces doorlopen hebben. Ze tonen aan dat ze geleerd hebben. Over het algemeen vinden leerlingen het een uitdaging en zijn ze gemotiveerd om een product (een bewijs) te maken. Hierdoor gaat het leren impliciet. In een verder gevorderd stadium kan een portfolio de leerlingen zicht geven op hun eigen leerproces. Belangrijk is dat portfolio onderdeel is en blijft van het curriculum. Het motiverende aspect van portfolio komt niet zo maar uit de lucht vallen. Je zult als docent aandacht moeten besteden en blijven besteden aan de bewijzen en aan de samenstelling van alle portfolio’s.
De leerling vult gedurende het onderwijsproces het portfolio op een manier die in zijn persoonlijke ontwikkelings- en opleidingsproces past. Zou het portfolio een lijst bevatten waarin vooraf omschreven wordt wat de leerling moet beheersen, dan gaat het persoonlijke en flexibele karakter verloren. De leerling kan dan het gevoel krijgen dat hij/zij aan een pakket van eisen moet voldoen en ervaart misschien dat hij/zij een aantal van de doelen nooit zal kunnen bereiken. Het vermijden van faalervaringen is belangrijk
4. Inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen
Een portfolio is een procesbewaker, een voortgangsrapportage. De bewijzen geven inzicht in het proces van persoonlijke groei. Een portfolio geeft een duidelijk inzicht in de leerprocessen die de leerling heeft doorlopen en of hij/zij deze in voldoende mate beheerst. Duidelijk is wat de leerling al gedaan heeft, wat nog niet en waar hij/zij mee bezig is. Daarnaast geeft het inzicht in de totale vorderingen en ontwikkeling van een leerling. Aan de hand hiervan kan per leerling een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld worden.
StruX Magazine 11
Inzicht in het proces van persoonlijke groei
Het bewijs
Van elke logische leereenheid kan een bewijs in het portfolio worden opgenomen. De leerling werkt daar als het ware naar toe. In het lesmateriaal geeft het portfolio-pictogram aan waar een leerling een bewijs kan maken. Ook de vormgeving van het bewijs staat soms al vast.
Je kunt denken aan zo gevarieerd mogelijke bewijzen/producten: een ingevuld werkblad, een geschreven tekst, een getypte tekst, foto’s van lessituaties met daarbij opmerkingen van de leerling, een certificaat, uitdraaien van internetsites, een fotocollage, een foto van een eindproduct, verzamelde opmerkingen van medeleerlingen die een eindproduct bekeken hebben, een geluidsopname van een gesprek tussen de leerling en de docent, een filmpje.
Zelf het beoordelenbewijs
Beoordeling
De keuze is aan jou
Ga je het portfolio gebruiken?
Dit is een keuze die de school maakt. Vraag je als team vooraf af:
✔ Vervangt het portfolio het rapport?
✔ Hoe wordt het rapport gewaardeerd door ouders en leerlingen?
✔ Hoeveel zeggen rapportcijfers of beschrijvingen op een rapport over de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en houding van de leerling?
✔ Hoe groot is de behoefte om te registreren wat een leerling heeft geleerd, of bewezen heeft geleerd te hebben?
✔ Hoe groot is de behoefte om te beoordelen wat de leerling heeft geleerd?
✔ Wat is belangrijker: hoe de leerling zichzelf beoordeelt, of hoe de docent de leerling beoordeelt?
✔ In hoeverre bepaalt de school wat een leerling moet leren, en in hoeverre heeft een leerling hier zelf invloed op?
✔ In hoeverre moeten de bewijzen bewaard worden? Sommige bewijzen zullen misschien na verloop van tijd niet meer relevant zijn of niet meer iets zijn waar de leerling trots op is.
✔ Heeft het portfolio van de onderbouw hetzelfde doel als die van de bovenbouw?
In een gesprek tussen de leerling en de docent worden een of meer bewijzen besproken. In dit gesprek komt o.a. aan de orde hoe de leerling het bewijs zelf beoordeelt en vertelt de docent wat hij/zij goed vindt aan het bewijs en geeft hij/zij zo nodig nog tips. Belangrijk bij de bespreking van producten/bewijzen uit het portfolio is dat de docent zich realiseert dat de ene leerling vaardiger is in het produceren van zichtbare resultaten dan de andere leerling. Daarom is het gesprek met de leerling over elk bewijs zo belangrijk. Dit gesprek geeft veel meer informatie. En juist deze informatie heb je nodig bij de uiteindelijke beoordeling.
StruX Magazine 12
Individueel ontwikkelplan
In een portfolio zit ook het IOP (Individueel Ontwikkelplan). De leerling laat zien wat zijn doel is en hoe de toekomst eruit gaat zien. Dat bereikt hij natuurlijk niet in één keer. De leerling legt uit waaraan hij gaat werken. Zo bereikt hij stap voor stap zijn doel. Daarna maakt hij afspraken. Hoe het beter kan.
In het IOP legt de leerling uit:
✔ Waarom hij deze opleiding volgt.
✔ Wat hij ervan verwacht.
✔ Wat hij wil bereiken.
✔ Hoe hij dat wil bereiken.
✔ Welk beroep hij wil gaan doen.
✔ De vervolgopleiding die hij wil gaan doen.
✔ Waaraan hij wil werken.
Bespreken
Na elke periode bespreek je met de leerling hoe het ging. Samen met je leerling kijk je terug op wat hij heeft gedaan. Je praat daarover met de leerling en zijn ouders. Je bespreekt:
✔ Waar heeft hij aan gewerkt en hoe ging dat?
✔ Wat heeft hij geleerd?
✔ Waar gaat hij de komende periode aan werken?
✔ Wat kan hij de volgende keer anders doen?
Bewijzen
Tijdens je IOP-gesprek bekijk je samen met je leerling de bewijzen. Je praat over de bewijzen met de leerling en de ouders. Je vraagt:
✔ Wat heb je geleerd?
✔ Wat vind je van je werk?
✔ Wat vind je van je bewijs?
Je docent vertelt jou wat hij vindt van jouw bewijs. Hij geeft je tops en tips. Tops zijn dingen die goed gaan. Tips zijn dingen die beter kunnen.
afspraken schrijf je op StruX Magazine 13
De
Het slechte nieuws is dat de tijd vliegt. Het goede nieuws is dat jij de piloot bent. Dus grijp het stuur voordat het te laat is.
StruX Magazine 14 #depraktischebasis
Tools voor online lessen
Zo houd je leerlingen bij de les
Een les waarin alleen jij als docent aan het woord bent en je leerlingen thuis zitten met hun microfoon dicht en camera uit is een uitdaging. Zeker in het praktijkonderwijs. Bovendien maakt een online les het voor de leerling aantrekkelijk om tijdens de les andere dingen te doen. We geven je in dit artikel tips en handig apps voor afstandsonderwijs. De apps kun je bovendien ook in de klas gebruiken op je digitale bord.
Gebruik deze apps
Online digibord
met Microsoft Whiteboard in Teams
Zodra je het Whiteboard-canvas start in Teams via de knop Delen kunnen jij en je leerlingen, als je ze hiervoor toestemming hebt gegeven, met de knop Handschrift aantekeningen maken.
Wanneer je wilt beginnen, klik je op het pictogram van de pen. Je selecteert een kleur en begint met tekenen, schetsen of schrijven op het bord. Let op: als je een whiteboard deelt tijdens een teams-vergadering/ les die wordt opgenomen, maakt deze geen deel uit van de opname!
Stap 1: Klik op Scherm delen (1).
Stap 2: Klik op wat je wilt delen: je scherm (2), een PowerPoint-presentatie (3) of Microsoft Whiteboard.
Padlet
Padlet is een digitaal prikbord waar je met je leerlingen van alles op kunt plaatsen en delen. Het is gratis, interactief en je kunt de padlets bewaren. Op de padlet kun je teksten, afbeeldingen, bestanden en linkjes toevoegen, die er in de vorm van postits op worden geplaatst. Je leerlingen kunnen er ook in samenwerken. Zo kun je samen bijvoorbeeld informatie verzamelen over een onderwerp. Ook kun je leerlingen samen informatie laten verzamelen over een bepaald thema.
Microsoft Sway
Met Microsoft Sway maak je met één druk op de knop van een Word-document, pdfbestand of van een Excelwerkblad een presentatie. Je uploadt een document, klikt op de knop en Sway maakt er een presentatie van. Klinkt te mooi om waar te zijn? Laat je leerling het zelf proberen en ga aan de slag met de eerste zeven basisstappen van Sway. Bekijk het instructiefilmpje.
StruX Magazine 15
Doelgericht werken
Hoe is het lesmateriaal opgebouwd?
Praktische doe-opdrachten
De opdrachten zijn gerichte ‘doe-opdrachten’ waarmee een leerling zelf aan de slag gaat. Hij gebruikt daarbij de opgedane kennis uit te theorie. Deze opdrachten kunnen onderdeel zijn van het portfolio van de leerling en zijn dan te herkennen aan de ster. Een portfolio kan onderdeel zijn van het diploma van een leerling. Meer over het opzetten van een portfolio kun je lezen op pagina 14.
De nadruk ligt op ‘doen’
In ons lesmateriaal hebben we veel aandacht voor hoe leerlingen leren op het praktijkonderwijs en dit zie je terug in de structuur van het lesmateriaal en de rustige bladspiegel. De strakke vormgeving van de leer-werkboeken legt de focus op de juiste onderdelen. De nadruk ligt op ‘doen’. Met duidelijke leerdoelen, weinig tekst, aansprekende opdrachten en heldere structuur. Zo geven we leerlingen de uitdaging die bij hen past en vertrouwen voor de toekomst.
In de leer-werkboeken vind je veel ondersteuning bij de theorie door middel van illustraties, foto’s en infographics. Het helpt leerlingen de theorie beter te begrijpen en te interpreteren. De illustraties zijn ook onderdeel van de opdrachten, want juist door ermee te werken leren leerlingen de context te begrijpen.
StruX Magazine 16
1.
2. Visueel, foto’s, illustraties en infographics
1 2 3
Met StruX bereiden we leerlingen voor op hun toekomst en geven we ze houvast
tijdens het leren. Daarbij vinden we het bieden van structuur het allerbelangrijkste. Daarom is elk hoofdstuk in de methode op dezelfde wijze opgebouwd. Pagina’s met weinig tekst en veel beeld en elk hoofdstuk wordt afgesloten met een woordenlijst. Hierin staan relevante begrippen die in het hoofdstuk benoemd zijn. Op deze pagina’s laten we graag zien hoe ons lesmateriaal is opgebouwd.
3. Werk- plak en knipbladen
Ook plak- en knipbladen zijn onderdeel van het leerwerkboek. Je hoeft als docent niet te zorgen voor kopieerbladen of het downloaden van werkbladen. Meer over de werkbladen lees je op pagina 18.
Elk hoofdstuk start met duidelijke leerdoelen. De leerling ziet direct wat hij in het hoofdstuk gaat doen en wat hij gaat leren in een overzichtelijk schema.
5. Terugkijken op gemaakte opdrachten en taken
Grotere opdrachten binnen de leer-werkboeken zijn voorzien van een tabel met beoordelingscriteria. Door vooraf deze beoordelingscriteria met een leerling te bespreken weet hij precies wat er van hem verwacht wordt en waar hij op beoordeeld wordt. De leerling beoordeelt zichzelf maar ook klasgenoten of de docent kan dit doen. Door de leerling over zichzelf en zijn werk te laten nadenken en bijvoorbeeld de mening van zijn klasgenoten te horen, leert hij over het leerproces en ontwikkelt hij zichzelf. Wat ging er goed? Wat kan er misschien beter? Hierdoor is er aandacht voor zowel het proces als het product. Kennis is belangrijk maar kennis alleen is niet genoeg. Het ontwikkelen van vaardigheden krijgt door deze manier van werken veel aandacht op een manier die voor de leerling praktisch is.
StruX Magazine
4. Duidelijke leerdoelen
2 4 5 17
Structuur als houvast tijdens het leren
Leren vanuit beeld
Knipbladen in de StruX werkboeken
Leerlingen leren beter met visuele ondersteuning. Plaatjes, illustraties en foto’s helpen om informatie beter te begrijpen en te onthouden. Toegankelijkheid van het lesmateriaal is belangrijk want iedere leerling moet ermee kunnen werken. In de leer-werkboeken van StruX gaan ze aan de slag met beeldmateriaal in actieve werkvormen.
Beeld is belangrijk tijdens het leren
Beeld is – naast gesproken en geschreven taal – een belangrijke manier waarop wij met elkaar communiceren. Beelden worden overigens door de meeste mensen beter onthouden dan woorden. Ook tijdens het leren komt de lesstof extra duidelijk binnen wanneer er beeld gebruikt wordt. Beelddenken is ruimtelijk denken in beelden en gebeurtenissen dus niet in woorden en begrippen.
Beelddenken
Een beelddenker overziet het geheel in één oogopslag, de informatie komt allemaal tegelijkertijd binnen. Het is voor een beelddenker echter lastig dat wát hij of zij ziet weer terug te vertalen naar woorden. Hiervoor hebben beelddenkers meer tijd nodig en lopen ze soms het risico de focus op het probleem of de vraag te verliezen waardoor ze met een ander antwoord komen dan bedoeld.
Wetenschappelijk onderzoek beelddenken
Dr. Jaap Murre van de Universiteit van Amsterdam deed onderzoek naar het visuele en verbale leersysteem onder 28.000 mensen in de leeftijd van 11 tot 80 jaar. Uit dit wetenschappelijk onderzoek komt onder andere naar voren dat het geheugen van mensen vanaf het vierde jaar een voorkeur krijgt voor een van beide systemen: Verbal Memory of Visuospatial Memory. Het onderzoek toont aan dat één van deze systemen dominant is. Leerlingen met een diagnose ASS hebben een voorkeur voor visueel leren.
StruX Magazine 18
Actief werken met praktische opdrachten
Als je door de leer-werkboeken van StruX bladert, vallen enkele zaken op: Weinig tekst, veel beeld en heel veel praktische opdrachten.
In StruX zijn foto’s, illustraties en infographics ingezet om de theorie en de opdrachten te ondersteunen. En niet alleen om te ondersteunen, leerlingen gaan ook praktisch aan de slag met beeld. Ze interpreteren strips en foto’s, zoeken de goede begrippen bij een plaatje of gaan zelf op zoek naar foto’s bij bepaalde onderwerpen.
Blader mee in de werkboeken van StruX. Download deze voorbeeldpagina en maak er gebruik van tijdens je les.
Beeld in praktische opdrachten
De knipbladen dagen de leerling uit om zelf aan de slag te gaan met een onderwerp. Door illustraties of foto’s te knippen, deze de juiste onderwerpen te plakken en vragen over beeld beantwoorden, spreken we de leerling visueel aan en ontwikkelen we de fijne motoriek.
StruX Magazine 19
woont met zijn ouders en broer in Deest. Zijn zus woont samen met haar vriend in een dorp in de buurt. In zijn vrije tijd is Daan aan het ‘hobby-en’ met zijn scooter of speelt hij games op zijn Playstation. De leukste spellen vindt hij FIFA en GTA.
‘Als je positief blijft, kun je alles!’
Na school je plek vinden in de maatschappij, aan de slag in een beroep dat je leuk vindt en waar je jezelf kunt zijn. Daan van den Berg, 20, vertelt over zijn werk op een manege in Gelderland waar hij na zijn praktijkstage zijn baan vond. Hij werkt hier nu drie dagen in de week. Daan: “Het leukste vak vond ik gym, maar dat is natuurlijk wel wat anders dan het werk wat ik nu doe.”
Daan vertelt: “Ik begon met mijn stage toen ik 17 jaar oud was en heb een jaar stage gelopen. Eerst met begeleiding. Ik kreeg niet meteen de leukste klussen. Spinnenraggen in de grote rijhallen verwijderen of de paden en stalgangen vegen. Ook moest ik mee de paddocks (verharde buitenplaats voor paarden red.) schoonmaken, dat is wel wat minder. Maar de leuke dingen zijn pony’s poetsen en borstelen en opstrooien van de stallen. Weet je, toen ik net kwam stagelopen had ik eigenlijk helemaal niet zoveel met paarden maar ik merkte
wel dat ik er heel rustig van werd. Eigenlijk ben ik er langzaam naartoe gegroeid en nu vind ik het echt harstikke leuk. Ik rijd nu zelf iedere donderdag! Eerst heb ik privélessen genomen en nu heb ik elke donderdag les van Jan (van der Velden). Baretto is echt mijn lievelingspaard en hij heeft een hele fijne galop. Het leukste vind ik buitenrijden en springen. Zelf ben ik er nog nooit afgevallen maar iedereen zegt dat dat vast nog wel komt. Ieder jaar worden hier op stal ook heel veel veulens geboren, dat is ook heel leuk om mee te maken.”
Daan van den Berg
StruX Magazine 20
De dag van Daan van den Berg:
8.30 uur
“Dan moet ik beginnen maar meestal ben ik er al veel eerder. Ik ga achter in de paddocks kuil (halfdroog hooi red.) klaarleggen voor de manegepony’s. Daarna laat ik in mijn eentje alle 30 manegepony’s los in de paddocks. Ze herkennen me ook al een beetje en ze weten precies waar ze naar toe moeten.’
9.15 uur
“Op dinsdag en vrijdag mesten we de hele stallen uit, dat is hard werken. Eerst doen we dan de paarden naar buiten en bij heel slecht weer in de twee binnenrijhallen. Mesten is niet het leukste klusje maar wel oké. Als we niet mesten dan strooien we heel goed op.”
10.30 uur
“Rond half 11 hebben we koffiepauze. Even rustig zitten en koffie drinken en wat eten. We werken nu met een team van vijf à zes man. Afhankelijk van de dag zijn er extra mensen om mee te helpen met mesten.”
11.00 uur
“Rond 11 uur, soms iets eerder, moeten de stallen weer netjes zijn zodat de paarden erin kunnen. Dus dan gaan we verder met opstrooien (stro in de stallen red.) en alle paden vegen. Ondertussen halen we ook hooi en stro achter uit de loods.”
12.00 uur
“Dan gaan we voeren. De paarden krijgen drie keer per dag kuil of hooi en twee keer per dag brokken. De manege-eigenaar Cor voert meestal heel vroeg en ‘s avonds laat en wij doen de rest. Pony’s gaan terug op stal en dan mogen de pensionpaarden op de paddock. Daarna is het tijd om even een boterham te eten.”
12.30 uur
“Na de lunch gaan we meestal helpen bij de privélessen. Dan moeten we de pony’s poetsen en opzadelen voor de les. In het begin kon ik het nog niet zo snel en was ik wel een kwartier bezig met opzadelen. Nu kan ik een beetje brave pony opzadelen in twee minuten!”
13.30 uur
“Vanaf 13.30 uur zijn er privélessen en aansluitend zijn er groepslessen”. Daan helpt dan kinderen met het opzadelen van hun pony’s. Ook helpt hij de instructeurs en instructrices tijdens het wisselen van de lessen, zodat deze op tijd kunnen beginnen of legt hij materialen klaar. Zoals hindernismateriaal of pionnen. “Maar er zijn tussendoor ook altijd klusjes te doen op stal.”
16.30 uur
Einde van de werkdag.
“Meestal werk ik tot ongeveer half vijf en dan ga ik weer op mijn scooter naar huis. Ik zou hier heel graag willen blijven werken de komende tijd. Het is echt wel een leuk team en leuk werk.”
Op de vraag of hij nog tips heeft voor andere leerlingen die stage lopen zegt Daan het volgende: “Je moet altijd positief blijven, dan kun je alles!”
StruX Magazine 21
Eet je eigen kikker
In het onderwijs kennen we het gevoel dat we steeds meer moeten. Dit gevoel uit zich vaak als ‘druk’. Aan de ene kant klinkt het stoer om te zeggen: “Hoe gaat het?” “Ja goed, druk, druk, druk.” Als je die druk ook echt gaat voelen, kan het vervelend worden. Het wordt beklemmend en het gevoel van beklemming komt steeds weer terug. Ook op momenten dat je het eigenlijk niet kunt gebruiken.
Bezig zijn kunnen we grofweg indelen in de volgende categorieën:
1. Zinvol: Ik snap het doel en mijn inzet is een goede investering.
2. Minder zinvol: Ik snap het doel en denk dat er veel slimmere manieren zijn om het doel te bereiken.
3. Niet zinvol: Ik snap niet waarom ik dit moet doen en waar het toe leidt.
4. Onzin: Ik doe het omdat het moet maar de leerlingen worden er niet beter van.
Alle activiteiten uit categorie 1 geven energie als je ze uitvoert. Je ziet de ander beter worden door jouw inzet. Er zijn maar weinig mensen die het zo goed voor elkaar hebben dat ze alleen activiteiten uit deze categorie hoeven uit te voeren. Categorie 4, Onzin-taken moeten duidelijk besproken worden: of ermee stoppen of ze door verandering van de context en inhoud omzetten naar een categorie 2- of 3-activiteit.
Wie herkent:
✔ Je stelt het uit.
✔ Je denkt er regelmatig aan dat je het nog moet doen.
✔ Het moet toch gebeuren.
✔ Als ik nog even wacht, doet een ander het misschien.
✔ Als ik het doe, dan graag in één keer goed.
Ons werkbrein is niet geschikt om dingen te onthouden, het is juist geschikt om dingen te bedenken en creëren. Als je te veel dingen probeert te onthouden, krijg je letterlijk het gevoel dat je overloopt. Het probleem is dat wat wegloopt, ook niet meer terugkomt. Wie herkent, net als ik, dat tijdens het sporten een goed idee opborrelt dat ik MOET onthouden. Toch weet ik het dan vaak niet meer als ik thuiskom.
Om ons hoofd de ruimte te geven om slimme dingen te doen, is het goed om alles wat we willen onthouden op te schrijven. Hoe minder losse papiertjes je hiervoor gebruikt, hoe groter je vertrouwen wordt dat je de notitie op tijd weer tegenkomt. Pas als dat vertrouwen er is, kan je brein de taak loslaten. Je hebt de loop gesloten zoals we dat noemen.
Je taken op een takenlijst noteren is nog niet genoeg om je hoofd helemaal leeg te maken. Op die lijst staan ook activiteiten waar je tegenop ziet. Omdat je het moeilijk vindt, het vervelend vindt of nog geen idee hebt hoe je moet beginnen. Voor deze taken hebben de Engelsen het begrip ‘Eat the frog’. De beeldspraak van een rauwe kikker eten is voor niemand een aantrekkelijk idee. Toch moet het gebeuren. Het advies luidt dan ook: als er een kikker op je bureau zit en je kunt hem niet delegeren, eet hem dan op voor de koffie.
StruX Magazine 22
‘Als we ons brein begrijpen, kunnen we met die wetenschap ons leven anders inrichten. Zodanig dat we rust, overzicht en controle overhouden. Dat klinkt en voelt heel anders dan ‘druk’.
Auteur: Haiko Neidig
Nog steeds niet lekker, maar je hebt wel vroeg op de dag het voldane gevoel dat het klaar is. De rest van de dag kun je super-productief zijn omdat je letterlijk ruimte hebt gemaakt in je werkbrein door de kikkerklus te klaren. Uitstellen van de taak betekent dat de kikker je de hele dag nog aan zit te kijken. Het gevolg is dat je minder productief bent zolang de kikker niet verdwenen is. Een andere reden om hem snel op te eten is het feit dat kikkers snel groeien, je probleem wordt dus met het uur groter. Op het gebied van kikkers eten kun je uitstekend collegiaal samenwerken. Door met en van elkaar te leren kun je antwoorden vinden op de volgende vragen:
✔ Zijn er collega’s die specifieke kikkers eigenlijk wel lekker vinden? (en welke kikkers je zelf lust) (gebruikmaken van elkaars kwaliteiten)
✔ Hoe kun je voorkomen dat er steeds nieuwe kikkers ontstaan? (duidelijke ambitie formuleren zodat er meer Zinvolle acties komen)
✔ Hoe zorgen we ervoor dat alle kikkers iedere dag voor 11.00 uur zijn verdwenen? (elkaar coachen, feed forward)
✔ Hoe zorgen we ervoor dat we niet de verkeerde kikker opeten? (organiseren, focus op het juiste)
✔ Heb je je al eens afgevraagd hoe op andere scholen kikkers worden ontweken? (best practice)
De kikkers die blijven zitten, zijn afleiders die ons belemmeren om productief te zijn. Alle andere gedachten die in ons opkomen (ik moet haar nog bellen, dat mailtje moet ik nog beantwoorden, wat eten we vanavond), terwijl we een les voorbereiden, toetsen nakijken of een artikel lezen zijn ook afleiders. Dat geldt ook voor alle piepjes van de telefoon, de behoefte om nog even op Facebook te kijken en de gedachte over iets wat je dwarszit.
Als je in staat bent om alle afleiders te neutraliseren (en toe te staan op de momenten dat het wél uitkomt) kun je een uur of meer per dag aan productiviteit winnen. Door slimmer te werken, niet door harder werken. ‘Eat a frog in the morning’ is een mooie start.
Haiko Neidig (1966) woont met zijn gezin in Havelte. Hij geeft trainingen en workshops over diverse onderwerpen rond het thema Slimmer werken. Zijn passie is kennis delen. Slimmer
StruX Magazine 23
‘Als we het erover eens zijn dat Minder zinvol en Niet zinvol toch ook bij ons takenpakket horen, dan kunnen we bekijken hoe het afronden van die taken het minste energie kost.’
werken en kennis delen
Pilot succesvol: Ga jij ook om naar digitaal?
Let’s get Digital
De digitale leeromgeving van Boom Beroepsonderwijs gaf docenten altijd al digitaal toegang tot de docentenhandleiding, antwoorden, bewijzen en toetsen. Voor een aantal titels kunnen leerlingen ook aan de slag in de digitale leeromgeving. Het enige wat je nodig hebt om te leren, is een pc, laptop, tablet of mobiele telefoon waarmee je toegang hebt tot het internet.
StruX Magazine 24
In 2021 draaiden we een pilot met de titel B-VCA op vijf scholen, zij gingen aan de slag in de digitale leeromgeving. De deelnemende scholen zijn erg enthousiast over de aangeboden digitale leerstof die zeker ook tijdens de periode van afstandsonderwijs een goede testcase bleek te zijn.
Een van de deelnemers aan de pilot gaf de volgende feedback:
“Wat ideaal is aan de digitale boeken en leeromgeving is dat ik van een afstand mee kan kijken en kan nakijken. Ik zie dus precies wat ze aan het doen zijn en kan mijn feedback geven.
Bovendien werkt het allemaal heel intuïtief: ze zijn er tien keer sneller klaar mee! Op de computer gaat het voor de meeste leerlingen nu eenmaal veel sneller dan te moeten schrijven. Ze zijn ook gewend om met computers te werken.”
Digitale boeken en leeromgeving
Wil je de digitale omgeving zelf eens ervaren of uitproberen in jouw les?
Voor een aantal titels kunnen straks ook studenten aan de slag in de digitale leeromgeving.
StruX Magazine 25
Laat talent groeien
Coachen volgens het GROW-model
Voor een deel ligt het onderwijsaanbod dat je als docent geeft vast in een leerlijn, maar het is ook belangrijk dat een leerling ontdekt wat hij of zij wil leren en waar hij of zij goed in is. Door middel van coachingsgesprekken kan een leerling zich bewust worden van zijn of haar eigen mogelijkheden en leert hij/zij deze zo goed mogelijk te benutten. Het GROW-model kan jou maar vooral je leerling helpen om zijn of haar talenten te ontdekken.
De letters GROW staat voor Goals, Reality, Options en Way Forward. Het model heeft als kracht dat het in vier overzichtelijke stappen leidt tot een duidelijk eindresultaat. Door de vier stappen tijdens je coachingsgesprek te volgen breng je structuur en houvast in het gesprek. En doordat je leerling zélf actief is in het verhelderen van problemen en het bedenken van ideeën of oplossingen slaat hij of zij het geleerde/de afspraken beter op. De leerling komt als het ware zélf tot oplossingen. Het GROW-model hanteert namelijk één simpel uitgangspunt: jouw leerling gaat zelf zijn eigen uitdagingen aan en groeit hierdoor. Ze leren wat hun volgende actie zou moeten zijn om een probleem op te lossen.
Van der Schaaf en Oosterbaan (2009) onderscheiden naast bovengenoemde niveaus drie soorten feedback:
✔ Correctieve feedback
✔ Uitleggevende feedback
✔ Ondersteunende feedback.
Het belangrijkste doel van alle genoemde niveaus van feedback is, zowel voor de feedbackontvanger als voor de feedbackgever, om zich bewust te worden van zijn ontwikkelingen. Tijdens feedbackgesprekken laat je leerlingen zelf doelen stellen (met ondersteuning en coaching van jou als docent). Jij stelt gerichte en begeleidende vragen met als doel dat de leerling het gevoel krijgt zelf keuzes te mogen maken. Zo ontwikkelt hij of zij zelfregulerend leren.
Bij ondersteunende feedback geef jij als docent suggesties om een gesteld doel te bereiken. Volgens van de Schaaf en Oosterbaan (2009) is die vorm van feedback het meest effectief.
Ondersteunende feedback
StruX Magazine 26
De vier stappen:
Goal: Vaststellen van het doel.
Reality: Onderzoeken van de werkelijkheid wat heb je nodig om je doel te bereiken?
Coach: het is belangrijk dat je de juiste vragen stelt tijdens een gesprek. Een handvat voor vragen bij elke fase van het gesprek:
Fase 1: Verhelderen van het doel
De vorige keer hebben we afgesproken om samen nog een keer een gesprekje te hebben over (een onderwerp/taak/opdracht).
✔ Wat gaat nu goed?
✔ Waar ben je trots op?
✔ Wat heb je al bereikt?
Het doel van dit gesprek is om een nieuw doel te stellen.
✔ Waar wil je de komende tijd aan werken?
✔ Wat wil je de komende tijd (nog) leren?
Fase 2: Onderzoeken wat je nodig hebt?
✔ Wanneer ben je tevreden over het eindresultaat?
✔ Hoe ziet dat eindresultaat er voor jou dan uit, beschrijf of teken dit eens?
✔ Wat heb je nodig om je doel te bereiken?
✔ Wat is jouw inschatting: kun je dit maken/oplossen?
Options: Samen verkennen van mogelijkheden, opties, strategieën of handelswijzen.
Way forward: Maken van concrete afspraken.
Fase 3: Verkennen van mogelijke oplossingen
✔ Noem eens drie of vier dingen die zouden kunnen helpen om je doel te bereiken.
Werk verder met wat de leerling benoemt door bijvoorbeeld te vragen:
✔ Wat zijn voor- en nadelen van deze optie?
✔ Hoe ga je het aanpakken?
✔ Wat zijn jouw stappen?
✔ Wat doe je eerst en wat dan?
Fase 4: Maken van afspraken
✔ Wat spreken we af?
✔ Hoe zullen we het opschrijven/tekenen?
✔ Als het niet lukt, wat doen we dan?
✔ Ben je tevreden over de afspraak?
✔ Wat vond je ervan?
Tot slot: moedig je leerling aan door te beschrijven hoe hij of zij zich zal voelen als hij of zij dit doel bereikt. Door dit te visualiseren zal het je leerling nog meer motiveren. Door het GROW-model te gebruiken kun je je leerling motiveren en stimuleren om zijn of haar talenten te laten groeien.
StruX Magazine 27
Het GROW-model geeft je de structuur en handvatten voor jouw leerlingen om beter inzicht te krijgen in hun uiteindelijke doel en wat ze kunnen doen, of nodig hebben, om dat doel te bereiken.
Erkend diploma voor leerlingen praktijkschool
StruX Magazine 28
De leerlingen ontvangen een schooldiploma en bijbehorend portfolio.
Alle leerlingen praktijkonderwijs ontvangen een schooldiploma. Daarnaast ontvangen leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs in de uitstroomprofielen Arbeidsmarktgericht en Dagbesteding een schooldiploma met portfolio. Door de wetswijziging krijgen praktijkschoolleerlingen de erkenning die zij verdienen en kunnen zij nu ook trots de vlag uithangen.
Het diploma
1. Geen landelijk examen
Er komt geen landelijk examen voor het praktijkonderwijs. Dit omdat de leerlingen niet allemaal hetzelfde onderwijs volgen. Dit betekent een afronding op maat, die per leerling kan verschillen.
2. Portfolio
Aan het schooldiploma wordt een persoonlijk portfolio gekoppeld. Alle behaalde resultaten van de leerling worden in dit portfolio vastgelegd. (Meer lezen over het portfolio, kijk op pagina 10).
3. Eenduidige diplomering
Er komt een vast model voor het schooldiploma praktijkonderwijs, dit is geïnitieerd door de Sectorraad Praktijkonderwijs. Het portfolio krijgt ruimte voor verschillende bewijsstukken en een vorm die past bij de school.
4. Geen landelijke norm
Er gaat geen landelijke norm gelden. Wel moet aan de start van de schoolcarrière duidelijk zijn waaraan de leerling moet voldoen om het schooldiploma te behalen.
5. Eigen schoolreglement
In de Wet op het voortgezet onderwijs wordt opgenomen dat alle pro-scholen een eigen reglement opstellen. Daarin staat waaraan een leerling moet voldoen. De school bepaalt zelf of de leerling voldoet aan die eisen.
StruX Magazine 29
De 5 dingen die je moet weten over het diploma voor leerlingen in het praktijkonderwijs.
StruX Magazine 30
Je bent moediger dan je gelooft, sterker dan je lijkt en veel slimmer dan je denkt! #depraktischebasis
De leerkuil
Zo voelt het als je
het leren bent
De leerkuil
1. Ik denk dat ik weet hoe ik het aan moet pakken.
Je krijgt te maken met nieuwe leerstof of vaardigheden. Je gaat beginnen met leren.
2. Het is toch niet zo makkelijk als ik dacht. Je begrijpt het niet gelijk. Hoe moet ik dit oplossen? Hoe pak ik dit aan? Welke strategie moet ik gebruiken?
3. Ik twijfel of het gaat lukken, maar ik ga het toch proberen. Je vindt het moeilijk. Je voelt je misschien zenuwachtig of onzeker. Je denkt na over oplossingen.
4. Ik denk dat het gaat lukken. Je bent er bijna! Je voelt dat je met jouw inzet en harde werken eruit gaat komen.
5. Ik kan het. Ik weet hoe ik het gedaan heb. Het is je gelukt! Je hebt de leerkuil overwonnen. Je beheerst de kennis en vaardigheden. Je bent trots! Je hebt zelfvertrouwen!
Vaardigheden
Het leerproces bestaat uit:
✔ Aanpassen
✔ Toepassen
✔ Overdragen
✔ Terugblikken
Tips
✔ Gebruik je kwaliteiten en talenten.
✔ Wees niet bang om fouten te maken.
✔ Onthoud dat leren stap voor stap gaat.
✔ Geef niet op als het lastig wordt.
✔ Geloof dat je altijd beter of slimmer kunt worden.
✔ Heb het lef om uitdagingen aan te gaan.
✔ Doe je best voor de dingen die je wilt bereiken.
✔ Vraag hulp als dat nodig is.
✔ Stel doelen en maak een goed plan.
StruX Magazine 31
Als je over de kuil kunt springen, ben je waarschijnlijk niet aan het leren 1 2 3 4 5
aan
De Nederlandse taal wordt aangeboden in korte werkbare zinnen met een herhalingsfrequentie en is bruikbaar vanaf taalniveau A1 op weg naar A2. Met name doordat het ook direct wordt toegepast op de werkvloer beklijft het bij de deelnemer sneller.
Werken in een (zorg)instelling
Ontdek StruX Werkstart
StruX Werkstart is bedoeld voor arbeidstoeleiding van mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. De eerste titel van StruX Werkstart is Werken in een (zorg)instelling. Het bevat één inleidend hoofdstuk en materiaal voor 13 proeven gebaseerd op de proeven van vaardigheid van de SVA. Elk hoofdstuk heeft dezelfde structuur en leidt op voor een proeve van bekwaamheid.
StruX Magazine 32
De opbouw en uitgangspunten van de eerste titel van StruX Werkstart: ‘Werken in een (zorg)instelling’
Hoofdstukindeling
Twee derde van een hoofdstuk bouwt op naar zelfstandig functioneren in een zorginstelling. In het laatste deel van het hoofdstuk komt ook zelfreflectie aan bod en wordt het functioneren van de deelnemer op het onderdeel dat behandeld is (bijvoorbeeld de huiskamer schoonmaken) beoordeeld door de zorginstelling of de opleiding. Tussen de opdrachten door staan kleine stukjes theorie waarin uitgelegd wordt hoe de handeling die bij de proeve hoort uitgevoerd moet worden. Dit wordt stap voor stap uitgelegd, met ondersteuning van foto’s. Na die uitleg oefent de deelnemer in een aantal opdrachten met de woorden, maar ook met het uitvoeren van de praktische handelingen. In de doe-opdracht laat de deelnemer zien dat hij de proeve beheerst. Met behulp van een tabel waarin de succesfactoren staan, in zo eenvoudig mogelijke taal, kan de deelnemer zichzelf (of een mededeelnemer) beoordelen.
Meer weten over StruX Werkstart? Kijk en beleef het mee.
De hoofdstukken zijn:
1. Juiste werkkleding en handen wassen
2. De huiskamer schoonmaken
3. De keuken schoonmaken
4. Sanitaire ruimte met douche-inrichting schoonmaken
5. Ramen wassen
6. Rolstoel reinigen
7. Bed verschonen
8. Was verzamelen en sorteren
9. Was verzorgen met wasmachine en droger
10. Was strijken en opvouwen
11. Broodmaaltijd verzorgen op de kamer van de zorgvrager
12. Broodmaaltijd verzorgen voor zorgvragers in de gemeenschappelijke ruimte
13. Ondersteunen bij het lopen
14. Planten en snijbloemen verzorgen
Voordeel voor de zorginstelling is dat de opleiders met WerkStart een werkbaar instrument in handen hebben en de begeleider gelijktijdig kan optrekken met het taalniveau van de deelnemer. Het is voor hen een goede indicator. Daarnaast hebben zij het voordeel dat zij nu deels zelf hun eigen (toekomstige) medewerkers kunnen (helpen) opleiden.
De aangeboden woordenschat en de wijze waarop de woorden worden gebruikt in een zorginstelling zijn samengesteld i.s.m. zorginstellingen en sluiten aan op het woordgebruik van SVA2.
De component Nederlandse taal is in elk hoofdstuk op eenzelfde manier verweven in de leerstof. Elk woord komt minimaal 7 keer voor in een hoofdstuk zodat woorden beklijven. Elk hoofdstuk wordt laagdrempelig aangeboden door eerst kennis te maken met de woorden die nieuw worden aangeboden. Vervolgens gaan deelnemers op verschillende manieren aan de slag om de woorden te leren. Met een opbouw in het zelfstandig kunnen gebruiken van de woorden.
StruX Magazine 33
Onderwijs aan moeilijk lerende kinderen 25 jaar
praktijkonderwijs
Het praktijkonderwijs bestaat dit jaar 25 jaar, een belangrijk moment om uitgebreid stil te staan bij het praktijkonderwijs van vroeger, vandaag en de toekomst. We beginnen met deel één van onze blogreeks, waarin we enkele belangrijke jaartallen uit de geschiedenis van het praktijkonderwijs bespreken.
‘Het praktijkonderwijs heeft een bijzondere status binnen het voortgezet onderwijs.’
34 StruX Magazine
In 1975 werd de leerplicht verlengd tot 16 jaar, waardoor er meer aandacht kwam voor het onderwijs aan moeilijk lerende kinderen. In 1985 werd de Interim-wet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs van kracht. En in 1999 werd het praktijkonderwijs in Nederland geïntroduceerd als een nieuwe onderwijsvorm voor moeilijk lerende leerlingen.
Commissie Van Veen
In de jaren negentig werd er vanuit de politiek nagedacht over de integratie van het onderwijs voor moeilijk lerende leerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs. De Commissie Van Veen kreeg de opdracht om advies uit te brengen over de aansluiting van het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) en de theoretische leerweg (mavo) op het vervolgonderwijs.
Volgens de Commissie Van Veen was differentiatie in het onderwijs essentieel, bijvoorbeeld door middel van verschillende leerwegen. Het oorspronkelijke plan was om het vbo op te splitsen in vijf leerwegen, waaronder de arbeidsmarktgerichte leerweg. Deze leerweg was bedoeld voor leerlingen die niet goed konden meekomen met de andere leerwegen en direct wilden instromen op de arbeidsmarkt.
Mr. C. van Veen, voorzitter van de Commissie Van Veen, zei tijdens een interview aan het Parool in 1994: “We moeten erkennen dat er leerlingen in het VBO zitten die de opleiding niet willen of niet kunnen. Deze leerlingen lopen docenten in de weg en frustreren medeleerlingen, die hun examen wèl willen halen. We moeten dus erkennen dat er ook voor deze leerlingen aparte voorzieningen nodig zijn. Ouders denken dat lang naar school gaan altijd goed is voor hun kinderen. Want hoe langer op school, hoe beter de baan die ze later krijgen. Maar dat is een misverstand waar wij, de commissie mavo/ VBO, met het rapport doorheen hebben willen prikken. De diploma’s zijn minder waard geworden omdat heel veel leerlingen ze halen. Dus na een lange schoolgang is die betere baan er vaak niet.”
Opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs
In 1999 werd het praktijkonderwijs opgenomen in de Wet op het voortgezet onderwijs. Scholen voor moeilijk lerende leerlingen vonden een eigen onderwijsaanbod van groot belang. Sommige scholen werden zelfstandig, terwijl andere een aparte afdeling binnen een scholengemeenschap werden. Het praktijkonderwijs heeft een bijzondere status binnen het voortgezet onderwijs, met specifieke regelingen en vrijstellingen die passen bij de behoeften van de leerlingen.
Tegelijkertijd heeft het praktijkonderwijs ook ontwikkelingen doorgemaakt die het dichter bij het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) hebben gebracht, zoals loopbaanmogelijkheden en samenwerking tussen vmbo- en praktijkonderwijsscholen.
In 1999 werd het praktijkonderwijs in Nederland geïntroduceerd als een nieuwe onderwijsvorm voor moeilijk lerende leerlingen.
StruX Magazine 35
Nederlands
2e editie
Nederlands in de praktijk 1*
Nederlands in de praktijk 2*
Nederlands in de praktijk 3*
Nederlands in de praktijk 4*
Nederlands Taalverzorging*
Nederlands Spelling*
Woordenschat Basis
Woordenschat Dienstverlening en economie
Woordenschat Dienstverlening en zorg
Woordenschat Groen
Woordenschat Techniek
Rekenen
2e editie
Rekenen in de praktijk 1*
Rekenen in de praktijk 2*
Rekenen in de praktijk 3* beschikbaar in 2024
Rekenen in de praktijk 4* beschikbaar in 2024
Rekenen Getallen en bewerkingen
1e editie (Beperkt leverbaar)
Rekenen Procenten 1F
Rekenen Verhoudingen 1F
Rekenen Breuken 1F
Rekenen Verhoudingen in verband 1F
Rekenen Gewicht 1F
Rekenen Inhoud 1F
Rekenen Tijd 1F
Rekenen Lengte, omtrek en oppervlakte 1F
Rekenen Grafieken en tabellen 1F
Rekenen Meetkunde 1F - deel 1
Rekenen Meetkunde 1F - deel 2
Rekenen Geld 1F
ISBN
9789037252682
9789037252729
9789037252743
9789037252750
9789037264029
9789037264036
9789037251913
9789037251920
9789037251937
9789037251944
9789037251951
ISBN
9789037252699
9789037252736
9789037252767
9789037252774
9789037264043
ISBN
9789037212952
9789037213041
9789037213058
9789037213065
9789037213072
9789037213089
9789037213096
9789037213102
9789037213119
9789037213126
9789037213133
9789037225570
LEGT DE PRAKTISCHE BASIS StruX Magazine 36
*Deze titel is een combipakket en bestaat uit een leer- werkboek en online leeromgeving.
Engels
Engels
Engels
Burgerschap
Burgerschap 1
Burgerschap
Burgerschap 3
Burgerschap 4
Seksuele Vorming
Seksuele vorming 1
Seksuele vorming 2
Seksuele vorming 3
Praktijk en Loopbaan
Stage 1
Stage 2
Stage 3
Stage 4
Stage 5
Arbeidsvaardigheden
Klussen in huis*
Planten en dieren thuis*
Uiterlijke verzorging*
Zorgen voor je leefomgeving*
Op jezelf*
Oriëntatie op de sectoren*
B-VCA 1
B-VCA 2
B-VCA 3
ISBN
9789037252675
9789037252705
9789037252712
ISBN
9789037251692
9789037252156
9789037252163
9789037252361
ISBN
9789037251883
9789037252323
9789037252330
ISBN
9789037251906
9789037251586
9789037251098
9789037251968
9789037254709
9789037252149
9789037260137
9789037260144
9789037260151
9789037260168
9789037260182
9789037262490
9789037251821
9789037251838
9789037251845
TITELOVERZICHT 2023-2024 | Praktijkonderwijs StruX Magazine 37
2e editie
Engels in de praktijk 1*
in de praktijk 2*
in de praktijk 3*
2e editie
2e editie
2e editie
2
*Deze titel is een combipakket en bestaat uit een leer- werkboek en online leeromgeving.
Zorg / Welzijn / Dienstverlening
2e editie
Werken in Dienstverlening en zorg A Werken in Dienstverlening en zorg B
Groen
2e editie
Plant, dier en (groene) leefomgeving A*
Plant, dier en (groene) leefomgeving B*
Techniek
1e editie
Assistent bouwen, wonen en onderhoud - Deel 1
Assistent bouwen, wonen en onderhoud - Deel 2
Assistent bouwen, wonen en onderhoud - Deel 3
Assistent installatie- en constructietechniek - Deel 1
Assistent installatie- en constructietechniek - Deel 2
Assistent installatie- en constructietechniek - Deel 3
Assistent installatie- en constructietechniek - Deel 4
Horeca
TECHNIEK
1e editie
Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie - Deel 1
Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie - Deel 2
Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie - Deel 3
Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie - Deel 4
Verkoop / Retail
TECHNIEK
1e editie
Assistent verkoop/retail - Deel 1
Assistent verkoop/retail - Deel 2
Assistent verkoop/retail - Deel 3
Assistent verkoop/retail - Deel 4
Ik en de Maatschappij
TECHNIEK
1e editie
Ik en de maatschappij: Online beperkt leverbaar
ISBN
9789037252088
9789037252095
ISBN
9789037260113
9789037260120
ISBN
9789037213393
9789037213409
9789037222197
9789037213416
9789037213423
9789037222425
9789037222432
ISBN
9789037213461
9789037213478
9789037222135
9789037222395
ISBN
9789037222159
9789037213508
9789037222227
9789037222173
ISBN 9789037222296
StruX Magazine 38 LEGT DE PRAKTISCHE BASIS
Praktische Sectororiëntatie
TECHNIEK 1e editie
Praktische sectororiëntatie: Voedsel, natuur en leefomgeving beperkt leverbaar
Praktische sectororiëntatie: Dienstverlening en zo beperkt leverbaar
Praktische sectororiëntatie: Economie en handel beperkt leverbaar
Praktische sectororiëntatie: Techniek beperkt leverbaar
StruX Entree
Werknemersvaardigheden
Assistent verkoop/retail
Assistent dienstverlening en zorg
Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie
Assistent Logistiek*
StruX Werkstart
Werken in een (zorg)instelling
StruX WerkStart Praktisch Nederlands
StruX WerkStart Vaardigheden op het werk
ISBN 9789037212877
9789037212884
9789037212891
9789037212907
ISBN 9789037251890
9789037251975
9789037252125
9789037252132
9789037264050
ISBN 9789037251876
9789037261202
9789037261219
Scan de QR-code voor de actuele prijzen.
StruX Magazine 39 TITELOVERZICHT 2023-2024 | Praktijkonderwijs
*Deze titel is een combipakket en bestaat uit een leer- werkboek en online leeromgeving.
De vier voordelen van werken met de digitale leeromgeving:
1. Efficiënt werken
De digitale leeromgeving versimpelt het leerproces voor docent en leerling door al het lesmateriaal en de studieresultaten overzichtelijk op één plek weer te geven en gemakkelijk aantekeningen met elkaar te kunnen delen.
2. Inzichtelijk resultaat
Het directe inzicht in voortgang en resultaten maakt het sturen en coachen op individueel niveau mogelijk voor jou als docent. Voor de leerlingen geeft het overzicht in de successen die hij of zij behaald heeft, maar ook in wat hij of zij nog moet doen. Op die manier komt iedere leerling optimaal tot zijn recht.
3. Praktisch leren
Leerlingen in het praktijkonderwijs leren door te doen. Praktische, interactieve en visuele opdrachten die worden voorzien van feedback zijn daarom het uitgangspunt in de digitale leeromgeving. Praktijk is daardoor leidend, theorie – bij voorkeur in multimediale vorm – volgt.
4. Digitaal platform
Jij als docent kan gemakkelijk opdrachten opgeven en nakijken in de digitale leeromgeving. Naast het lesmateriaal van Boom Beroepsonderwijs, is het mogelijk om jouw eigen lesmateriaal op het platform te plaatsen. Denk hierbij aan theorie, opdrachten, presentaties, toetsen en links naar video’s.
StruX Magazine 40
GRATIS StruX-materialen ontvangen?
Aan de slag met StruX
Wil je aan de slag met de leermiddelen van StruX in jouw klas? Of wil je een persoonlijk advies over het inzetten van de leermiddelen? Maak een vrijblijvende (virtuele) afspraak met een van onze educatief adviseurs of vraag een gratis demo aan van de digitale leeromgeving.
Onze educatief adviseurs zijn telefonisch bereikbaar, maar ook virtueel via Microsoft Teams.
Robbert Diender
Regio Noord & Midden
r.diender@boom.nl
0522-23 52 18
06-46422436
Leo Korbijn
Regio Zuid & Midden
l.korbijn@boom.nl
0522-235218
06-46716033
Of neem contact op met onze klantenservice.
service@boomberoepsonderwijs.nl
0522 235 235
StruX Magazine 41
Leefstijl PrO/VSO is volledig vernieuwd!
Binnen het onderwijs spelen sociaal-emotionele vaardigheden en normen en waarden een belangrijke rol. Met Leefstijl worden jongeren hiervan bewust gemaakt. Leefstijl voor Praktijkonderwijs/VSO is volledig vernieuwd en geactualiseerd!
Nieuw in deze editie
ü mediawijsheid
ü multimediale aanpak
ü actief burgerschap
ü extra begrippen
ü transfer van gedrag
ü aandacht voor soms beladen onderwerpen
ü groeimindset en ontwikkelingsgericht
ü vaardigheden uit de 21e eeuw
StruX Magazine 42
Maak kennis met Leefstijl op: boomberoepsonderwijs.nl/lesmethode/leefstijl/vso-pro-lwoo/
Ben je enthousiast geworden?
Leermiddelen voor het praktijkonderwijs
Met StruX begeleid je leerlingen en studenten op weg naar zelfstandigheid. Ze ontdekken hun eigen talenten en vergroten hun kansen op de arbeidsmarkt. StruX legt de praktische basis. Leren door doen. Op weg naar zelfstandigheid.
Wil je aan de slag met het leermiddelenaanbod of wil je een persoonlijk advies over het inzetten van de leermiddelen? Neem gerust contact met ons op en maak een vrijblijvende afspraak
Contactgegevens
Boom Beroepsonderwijs B.V. Stationsweg 66
7941 HG Meppel
E-mailadres: service@boomberoepsonderwijs.nl
Klantenservice:
0522 235 235
WhatsApp:
06 466 744 42 (alleen voor tekstberichten)
Bereikbaar op werkdagen tussen
8:00 – 17:00
StruX Magazine 43
Ontdek onze complete leerlijn Nederlands!
Leerlingen in praktijkonderwijs (en vso met uitstroomprofiel Arbeid) zijn gebaat bij actieve betrokkenheid bij de Nederlandse taal in praktische situaties en contexten.
In de herziene leer-werkboeken voor Nederlands in de praktijk vormen praktische situaties altijd het vertrekpunt vanwaaruit leerlingen kennis en begrip opdoen. Ze doen dit door te denken, lezen, schrijven, luisteren en spreken.
‘Nederlands in de praktijk’ bestaat uit een leerlijn van vier werkboeken en een online leeromgeving. Het vierde werkboek is bedoeld voor de bovenbouw.
Niveau 1F, Passende Perspectieven
De leerlijn Nederlands binnen StruX bereidt leerlingen voor op niveau 1F. In de handleiding voor docenten kunt u zien welke leerdoelen en streefniveaus een opdracht heeft.
StruX Nederlands in de praktijk bestaat uit een papieren leer-werkboek en een digitaal platform. Het leer-werkboek biedt een perfecte introductie en uitleg, waarna leerlingen zelfstandig of in groepjes aan de slag kunnen gaan.
StruX Taalverzorging en StruX Spelling zijn eveneens opgebouwd uit deze twee onderdelen. Het digitale gedeelte is beschikbaar op vier niveaus, aansluitend op de Passende Perspectieven.
We komen natuurlijk graag langs om het platform te laten zien. Scan de QR-code en maak online kennis met Nederlands in de praktijk.
0522 235 235 service@boomberoepsonderwijs.nl boomberoepsonderwijs.nl
Onderscheidend leermiddelenaanbod voor de beroepspraktijk van morgen.