Spreken Op weg naar 1F - proefmateriaal

Page 1


Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau 1F

Naam:

Groep:


Uitgeverij: Edu’Actief b.v. Meppel Auteur: Elma Draaisma Redactie: Edu’Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: Wim Zuijdendorp Vormgeving: Edu’Actief b.v. Meppel Illustraties: Edu’Actief b.v. Meppel Foto voetballers Hoofdstuk 2: Boom regionale uitgevers Drukwerk: Wöhrmann, Zutphen Taal op niveau ISBN: 978 90 3720 722 4 NUR: 114 Trefwoord: Spreken op weg naar niveau 1F Copyright © 2013 Uitgeverij Edu'Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.


Inhoud

1. Spreken .......................................................................................... 5 2. Dit ben ik … (of iemand anders).......................................................... 7 3. Iets beschrijven zonder mening .......................................................... 14 4. Iets beschrijven met een mening ........................................................ 18 5. Inspreken ........................................................................................ 23 6. Iets uitleggen of iemand de weg wijzen ............................................... 31 7. Een gebeurtenis beschrijven .............................................................. 36 8. Een kleine toespraak houden .............................................................. 43

Inhoud

3


Inhoud

4


1. Spreken

Uitleg Dit werkboek gaat over spreken. Je spreekt best vaak. • Je moet iets vertellen voor de klas. • Je spreekt een voicemail in. • Je vertelt aan iemand hoe hij ergens moet komen. Spreken kan best lastig zijn. Zeker als je moet spreken voor een groepje mensen. Maar als je je goed voorbereidt, moet het lukken!

Dit boek is een schoolboek. Het gaat over spreken. Je gaat zelf dus ook veel spreken. En anderen gaan luisteren of je dingen kunt verbeteren.

1. Spreken

5


Soorten vragen in dit boek Er zijn veel soorten vragen. Er zijn veel manieren om een antwoord te geven. Hieronder zie je de soorten vragen die in dit boek voorkomen. Voorbeelden van vragen • Vul aan Heb je het stukje gelezen? Weet je waar het over ging? In het stukje wordt een _______________________ beschreven. •

Streep door Hoe ging het? Was het verhaal van de spreker duidelijk? Ja/nee

Schrijf op Lees de vraag. Schrijf het antwoord op. Maak hieronder een lijstje van jouw hobby’s. ________________ ________________ ________________ ________________

Spreekopdracht Bij een spreekopdracht moet je spreken. Er luistert één iemand naar je, of een paar mensen. Vertel aan diegene over een film, serie of spel. Vertel ook duidelijk of je het wel of juist niet leuk vind. En waarom je dat vind.

Praktijkopdracht Elk hoofdstuk eindigt met een praktijkopdracht. Daar ga je iets vertellen aan een ander of aan een paar anderen. Na afloop vul je zelf een schema in over hoe het ging. Ook de luisteraar vult zo’n schema in.

1. Spreken

6


2. Dit ben ik … (of iemand anders)

Uitleg Welkom, vertel eens wat over jezelf.

Nou eh, ik ben een toffe meid.

Als iemand aan je vraagt: ‘Vertel eens iets over jezelf.’ Dan denk je: Dat is een moeilijke vraag! En dat klopt. Het is best moeilijk om zomaar iets over jezelf te vertellen. Je bent een jongen, of een meisje. Je bent … jaar. Je woont in … Dat is nog makkelijk. Maar dan? Wat voor iemand ben jij eigenlijk?

Opdracht 1 Doe deze opdracht alleen. Beschrijf jouw uiterlijk. Hoe zie je eruit? Denk aan: kleur haar en ogen, lengte, breed of slank, bril. Vind je dit moeilijk? Ga voor de spiegel staan.

2. Dit ben ik … (of iemand anders)

7


Doe alsof je jezelf nog nooit gezien hebt. Beschrijf de persoon die je ziet. Zo zie ik eruit:

Opdracht 2 Doe deze opdracht in een groepje van zes mensen. Iedereen heeft opdracht 1 gemaakt. Geef allemaal je werkboek een paar keer door binnen de groep. Niemand mag weten van wie het werkboek is dat hij in handen heeft. Om de beurt lezen jullie het antwoord van opdracht 1 voor. Je vertelt dus over een van de anderen. De rest luistert goed. Iedereen probeert te raden over wie het gaat. Hebben jullie het goed geraden? Uitleg Jullie hebben nu iemands uiterlijk beschreven. Maar hoe is jouw innerlijk? Ben je vaak blij? Of ben je meer een somber type? Houd je van veel bewegen? Voel je je thuis tussen veel mensen? Of ben je liever alleen? Iemands innerlijk kun je ook iemands karakter noemen. Een karakter kun je beschrijven met deze woorden: • vriendelijk • onvriendelijk • vrolijk • makkelijk om mee om te gaan • open • gesloten (niet veel over jezelf vertellen) • op zichzelf • humeurig • humoristisch.

2. Dit ben ik … (of iemand anders)

8


Opdracht 3 Doe deze opdracht alleen of in een tweetal. Bekijk de lijst met woorden. Ken je de woorden? Zoek de betekenis op van de woorden die je niet kent. Je mag dit samen met een ander doen. Schrijf achter de woorden de betekenis: vriendelijk sociaal op zichzelf gesloten humeurig humoristisch

Opdracht 4 Doe deze opdracht alleen. Schrijf de woorden op die bij jouw karakter passen. In het tweede rijtje schrijf je de woorden die bij jouw uiterlijk passen. Mijn karakter

Mijn uiterlijk

Uitleg Niet alleen je uiterlijk en je karakter vertellen iets over jou. Wat je doet, is ook belangrijk. Welke dingen vind je leuk om te doen? Houd je van muziek? Vind je dansen fijn om te doen? Of sleutel je graag aan je brommer? Dit zijn hobby’s. Een hobby is iets wat je leuk vindt om te doen. Hobby’s zijn belangrijk in je leven. Ze zeggen ook iets over jou. 2. Dit ben ik … (of iemand anders)

9


Opdracht 5 Doe deze opdracht alleen. Maak hieronder een lijstje van jouw hobby’s.

Schrijf de twee belangrijkste hobby’s nog een keer op. Schrijf erbij waarom je die hobby zo leuk vindt. Hobby 1:

Omdat:

Hobby 2:

Omdat:

2. Dit ben ik … (of iemand anders)

10


Praktijkopdracht Bij deze opdracht heb je één iemand nodig die naar je luistert. Je vertelt een aantal dingen over jezelf. Kies iemand uit die naar je luistert. Iemand die jou niet zo goed kent. Je kunt ook een docent vragen te luisteren. Je vertelt hoe je eruitziet. Daarna vertel je iets over je karakter. Vertel ook iets over je hobby’s. Maak er een goed lopend verhaaltje van. Praat duidelijk. Maak de zinnen af. Kijk degene aan tegen wie je praat. Je kunt de lijstjes van opdracht 4 en 5 gebruiken. Vul na afloop de Hoe ging het? hieronder in. Hoe ging het? ‘Dit ben ik’ Ik heb alles gezegd wat ik wilde vertellen. Ja / nee Wat ben ik vergeten?

Ik keek de luisteraar aan. Ja / nee / weet ik niet Ik maakte mijn zinnen af. Ja / nee / weet ik niet Mijn verhaal was duidelijk. Ja / nee / weet ik niet Laat de luisteraar het schema op de volgende bladzijde invullen. Bespreek met de luisteraar wat hij/zij heeft ingevuld.

2. Dit ben ik … (of iemand anders)

11


Luisterschema ‘Dit ben ik’ van: ___________ Ik weet nu veel meer van de spreker. Ja / nee Waarom wel / niet?

De spreker keek mij aan. Ja / nee De spreker sprak duidelijk. Ja / nee Ik kon het goed volgen. Ja / nee Tip voor de spreker:

Samenvatting Iets vertellen over jezelf is niet makkelijk. Je wilt niet opscheppen. Maar je hoeft ook niet heel bescheiden te zijn. Je kunt vertellen hoe je eruitziet. Vertel iets over je karakter. Je mag best vertellen waar je goed in bent. Vertel over je hobby. Wat vind je leuk om te doen? Zo krijgt de ander een goed beeld van jou. Datum

Paraaf docent

…………………

…………………………….

Woordenboek humeurig

Chagrijnig.

humoristisch

Als iemand humoristisch is, kan hij goed grappen maken.

innerlijk

Hoe je persoonlijkheid is. Niet hoe je er vanbuiten uitziet. Maar hoe je vanbinnen bent.

2. Dit ben ik … (of iemand anders)

12


karakter

Hoe je persoonlijkheid is. Niet hoe je er vanbuiten uitziet. Maar hoe je vanbinnen bent.

somber

Beetje droevig.

uiterlijk

Hoe je eruitziet (van de buitenkant).

2. Dit ben ik ‌ (of iemand anders)

13


3. Iets beschrijven zonder mening

Uitleg Mijn voorwerp is rechthoekig. Het heeft een rand van hout. Het is plat. Je kunt er iets in doen. Iets van papier. Daar kun je dan naar kijken. Je kunt het neerzetten. Je kunt het ook ophangen.

Opdracht 1 Doe deze opdracht alleen. Heb je het stukje gelezen? Weet je waar het over ging? In het stukje wordt een _________________________ beschreven. Uitleg Heb je het voorwerp in kunnen vullen? Ja? Dan heeft de verteller het goed beschreven!

3. Iets beschrijven zonder mening

14


Iemand beschrijft een voorwerp. Hoe ziet het eruit? Welke vorm heeft het? Welke kleur? Van welk materiaal is het gemaakt? Heb je op al deze vragen een antwoord gekregen? Dan weet je hoe het eruitziet! Je weet niet of de verteller het mooi vindt of leuk of handig. Hij geeft een beschrijving zonder een mening. Dat heet: een objectieve beschrijving.

Opdracht 2 Neem een voorwerp in gedachten. Iets van jezelf. Iets wat je goed kent. Je kunt ook een voorwerp pakken. Misschien zit er iets in je tas. Denk aan het voorwerp Of zet het voor je neer. Geef antwoord op de vragen: • Is het groot?

Waar is het van gemaakt?

Wat heeft het voor vorm? (rond, vierkant, lang, kort …)

Wat voor kleur heeft het?

Waar kun je het gebruiken?

Is het iets wat iedereen kent of is het iets speciaals?

Kun je er iets mee doen? (niet verklappen wat het is)

Heb je alles ingevuld? Doe dan nu de proef! 3. Iets beschrijven zonder mening

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.