3 minute read
Moma Poll 1970
Hans Haacke maakte het eerste conceptuele kunstwerk waar het publiek een grote rol in speelde.
Julia KloppenboRg - Tijdens de opening van “Information”, een expositie voor jong talent in New York in 1970, zorgde het werk MoMA Poll (1970) voor flinke opschudding in de kunstwereld. Bezoekers keken verrast op toen ze de stembiljetten in de hand gedrukt kregen en verzocht werden te stemmen en deze stembiljetten hierna in één van de twee dozen gedeponeerd konden worden. Het waren niet de verkiezingen, maar het kunstwerk in het MoMA in New York. Het werk van Hans Haacke bestond uit een installatie van twee rechthoekige plexiglazen dozen, een telmachine, een stapel stembiljetten en een poster met stelling op de muur.
Advertisement
Hans Haacke was een Duitse kunstenaar, geboren in 1936. Na een kunstopleiding en kleine baantjes in musea verwierf hij vooral door zijn monochrome kunst bekendheid zorgde de Vietnamoorlog en de raciale en economische ongelijkheid voor dagelijkse protesten in New York en de rest van de wereld. Haacke werd zich bewust van zijn rol en verantwoordelijkheid als kunstenaar in het sociaal-politieke milieu van in New York. Zijn werken, bestaand uit abstracte non-figuratieve vormen, ontstegen de traditionele vormen van de kunst zoals men die kende, wat hem veel lof opleverde.
Echter realiseerde Haacke zich dat er iets miste. Zijn generatie werd geconfronteerd met de sociale en politieke situatie van de jaren zestig. Zo die tijd, en voornamelijk van zijn tekortkomingen bij het invullen van deze rol. Haacke besloot actief op zoek te gaan naar een manier om beiden werelden met elkaar te verbinden: de “holy place” van de kunstwereld moest verbonden worden met de directe buitenwereld en haar actualiteiten. Vanaf 1968 zien we een duidelijke omslag in de thema’s
van zijn kunst.
Haacke stelde MoMA Poll voor aan het museum zonder de strekking van zijn te peilen stelling bekend te maken. Zonder al te veel vragen kon Haacke beginnen met het opbouwen van zijn constructie. Pas op de openingsavond van de expositie werd de stelling getoond.
“Would the fact that Governor Rockefeller has not denounced President Nixon’s Indochina Policy be a reason for your not voting for him in November?” prijkte er op de muur van het MoMA. Nelson Rockefeller was destijds Gouverneur van New York en een van de meest invloedrijke mensen in Amerika. Hij was groot donateur van het MoMA en maakte deel uit van de Raad van Bestuur van het museum. Zijn broer, David Rockefeller was hoofd van de Raad van Bestuur en Nelsons schoonzus, Mevrouw John D. Rockefeller, algemeen lid. Een zeer belangrijke familie voor het Museum dus. De beschuldiging in de stelling verwees naar Rockefeller die, zo werd later bekend, een nieuw beleid van President Nixon ondertekende waarin geheime bombardementen in Cambodja werden gepland. Hierdoor zou de zeer omstreden oorlog uitgebreid worden naar ook Laos en Cambodja.
Haacke lapte dus niet alleen de gouverneur van zijn eigen stad erbij met deze publieke blootstelling en kritische vraag aan de bezoekers, maar ook een dominante figuur die deel uitmaakte van museumbestuur zelf en verantwoordelijk was voor grote sponsorbedragen voor het instituut. Bezoekers van het museum werden gevraagd te stemmen over de stelling: een bijzonder moment in de kunstgeschiedenis. Dit werk is een van de eerste conceptuele kunstwerken waar publiek zo’n grote rol in speelde. Het publiek werd deel van het kunstwerk zelf wanneer de stembiljetten in de plexiglazen dozen werden gegooid. De stemmen werden geteld en bijgehouden en door de doorzichtige dozen was het grote verschil tussen de stemmen voor en tegen duidelijk te zien (“Ja” won van “Nee” bij alle tellingen). Het viel bij de bezoekers goed in de smaak en diende als medium om hun mening over de sociaal-politieke kwestie te laten horen en mening te delen met anderen. Ook op het gebied van politiek engagement geldt het werk als een mijlpaal. Kritiek op de sociaal-politieke kwesties werd al een lange tijd verwerkt in kunst. Vanaf de vroegmoderne tijd werden machtsstructuren al bevraagd en kunstinstituten bekritiseerd. Echter, het was nog nooit voorgekomen dat de institutionele kritiek niet van buitenaf kwam, maar deel uitmaakte van een expositie van het instituut zelf. Haackes controversiële kritische actie tegenover het instituut heeft hem een lange tijd parten gespeeld. Hij werd gedurende 16 jaar niet benaderd door het MoMA voor samenwerkingen of groepsexposities. John Hightower, directeur van het MoMA, weigerde na de openingsavond het werk te verwijderen van de expositie, ondanks Rockefellers dringende verzoek dit wel te doen. Hightower werd hierop ontslagen. Deze reacties op MoMA Poll vormen een prachtig voorbeeld van de noodzaak van institutionele kritiek. Overigens logen de uitslagen van de MoMA Poll er niet om, Rockefeller werd niet herkozen voor een tweede termijn als Gouverneur van New York. d