ZATERDAG 11 JANUARI 2020
6
AD
Buitenlandse toerist moet meer op zoek naar de onbekende
‘Amsterdam? Ga naar de Buitenlandse toeristen trekken massaal naar Amsterdam en de Zaanse Schans. Nieuw beleid is gericht op spreiding en duurzaamheid. Op stap met reisjournalisten en influencers uit heel Europa die het ‘andere’ Holland moeten promoten. HANS AVONTUUR
e bus die de buitenlandse gasten naar de haven van Lauwersoog moet brengen, staat muurvast op de A4. Dit is geen Holland-promotie. Dat voelen de mensen die de ‘ontdekkingsreis’ organiseren – het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) – zelf ook wel. Eenmaal in de haven van Lauwersoog, waait er een strakke wind over de kade. Diep weggedoken in hun jassen stapt het gezelschap aan boord van de Happy Seal, de boot van schipper Anton Lergner. Beneden in de kajuit staan warme soep, broodjes en rozijnenbollen klaar. Een enkeling waagt zich al buiten, zoals de Franse influencer Cindy Mollaret: ,,Zeewind, heerlijk!’’ Nederland heeft dan misschien geen Grand Canyon, Matterhorn of Mont Blanc, maar prachtige natuur hebben we in overvloed, als je er maar oog voor hebt en de onwetende toerist uit het buitenland erop wijst. Of beter nog: ernaartoe leidt. Schipper Anton stuurt zijn boot de Waddenzee op. ,,Hoezo hebben wij geen overweldigende natuur’’, vraagt Anton. ,,Wat mij betreft is de Waddenzee net zo mooi als de Grand Canyon. Het gebied moet alleen nog ontdekt worden. Ik vaar ’s avonds wel eens naar een drooggevallen zandplaat om daar de zonsondergang te beleven. Man, man, zo prachtig!’’ In de verte staat de vuurtoren van Schiermonnikoog, links zien we de contouren van Ameland. Aan beide kanten van de boot valt het wad langzaam droog. Alle passagiers hebben ondertussen een plek op het achterdek opgezocht. Er zijn geen zeehonden, wel honderden vogels op zoek naar voedsel. Hans Gartner, vogelexpert en boswachter van het Nationaal Park Lauwersmeer, vertelt het buitenlandse gezelschap gepassioneerd over lepelaars, aalscholvers, scholeksters en het visdiefje. En dat het gebied een belangrijke rol speelt in de wereldwijde vogelmigratie.
D
toeristen kiezen voor populaire bestemmingen als Amsterdam, Giethoorn en de Zaanse Schans, terwijl er tal van mooie streken zijn die best meer bezoekers kunnen gebruiken. Denk aan Groningen of ZeeuwsVlaanderen. Een pittige uitdaging voor het NBTC, dat de taak heeft buitenlandse bezoekers naar Nederland te halen. Onmogelijk is het niet. Eindhoven heeft bewezen dat je als relatief onbekende bestemming zonder grote attracties toch toeristisch succes kan boeken. Het aantal hotelovernachtingen nam toe van 735.000 in 2015 tot meer dan 1 miljoen in 2019. Alleen Rotterdam en Amsterdam groeien harder. Het is niet precies bekend welk aandeel voor rekening komt van
Top 5 dagattracties buitenlandse bezoekers 1. Zaanse Schans 2. Van Gogh Museum 3. Lovers Canal Cruises 4. Rijksmuseum 5. Anne Frank Huis
2 miljoen 1,8 miljoen 1,6 miljoen 1,4 miljoen 1,1 miljoen
*Efteling is eerste attractie buiten Amsterdam/periferie op plaats 7, met 1 miljoen buitenlandse gasten. Cijfers 2018.
buitenlandse gasten, maar dat de interesse vanuit het buitenland toeneemt, staat volgens Erik van Gerwen van citymarketingorganisatie Eindhoven365 wel vast. ,,We zetten in op ons eigen dna’’, aldus Van Gerwen. ,,Eindhoven is een stad van design en innovatie. Niet van oude geveltjes, tulpen en molens. Onze identiteit past heel goed bij individuele reizigers die een bestemming zelf willen ontdekken. Die gasten proberen we te verleiden.’’ De promotie van Nederland als toeristische bestemming was jaren gebaseerd op groei: meer bezoekers en overnachtingen. Voor de periode van 2020 tot 2030 heeft de gastvrijheidsindustrie een andere strategie gekozen: duurzaamheid en spreiding. ,,We willen toeristen niet langer al-
leen voor het geld naar Nederland halen’, zegt Conrad van Tiggelen, marketingmanager NBTC. ,,Toerisme doet meer: het kan op het platteland helpen om de leefbaarheid te behouden of te verbeteren.’’
Iconen De promotiecampagne met de nationale parken, waaronder de Waddenzee, gaat om het trekken van toeristen die op zoek zijn naar iets verrassends als wadlopen of bevers spotten. Sluit ook beter aan bij natuurbehoud en duurzaamheid. Van Tiggelen: ,,Buitenlanders willen allereerst de bekende hoogtepunten zien, de iconen van Nederland. Als je nog nooit in Parijs bent geweest, wil je naar de Eiffeltoren en het Louvre. Maar zulke plekken verkopen zichzelf. Wij richten ons de komende jaren op het andere moois van ons land.” Maar hoe bijzonder is dat ‘andere’ Nederland? Cristina Candel, journalist van de Spaans krant El Mundo hoeft er niet lang over na te denken: ,,Wij hebben gisteren met zonsondergang een boottocht door de Biesbosch gemaakt. Die dieren zullen weinig Spanjaarden trekken, wildlife in Spanje is spectaculairder, maar het varen was wel heel bijzonder. De kreken, het lage licht, de stilte. Net zo mooi en spannend als een boottocht door de jungle van Costa Rica.” De journalist is verschillende keren in Nederland geweest en noemt zichzelf fan van ons land. ,,Maar niet van Amsterdam’’, zegt ze lachend. ,,Veel te toeristisch. Juist buiten Amsterdam vind je die sprankelende, open en relaxte sfeer die Nederland uniek maakt.”
Moddergat De boot legt aan in de haven van Lauwersoog en het gezelschap verplaatst zich naar een dorp waarvan iedereen zich afvraagt hoe je de naam in hemelsnaam uitspreekt: PaesensModdergat. Een schattig plaatsje dat, aldus de bui-
Schoonheid De leegte heeft haar eigen schoonheid. Zelfs als het miezert. Dan worden de geluiden gedempt, valt er een gordijn van honderden tinten grijs over het landschap en hult de streek zich in een melancholische sfeer. Maar dat is niet het soort natuur dat vanzelf een breed internationaal publiek trekt. De meeste buitenlandse
‘Ik kom hier los van het snelle dagelijkse leven en voel me weer verbonden met de aarde’ Cindy Mollaret, influencer
—
De vuurtoren van Ameland steekt hoog uit boven het duingebied (rechts). Onder: wadlopers. FOTO’S SHUTTERSTOCK, AFP, HH
AD
ZATERDAG 11 JANUARI 2020
7
uithoeken
Wadden!’ tenlandse bezoekers, op een levensgevaarlijke plek ligt: onder zeeniveau! De Italiaanse delegatie vraagt zich hardop af hoe de bewoners hier ’s nachts rustig kunnen slapen. Bij een voormalig kerkje staat wadloopgids Harm Jan Wilbrink te wachten. Voor vertrek zoekt iedereen passende wadloopschoenen uit en daarna volgen we het spoor van Harm Jan. Stappen door de modder. Afhankelijk van de waterstand worden we tot onze enkels of tot aan de heupen nat. Onwennig maken de journalisten en influencers hun eerste passen op de drooggevallen zeebodem. Voor de meesten een onwerkelijke ervaring. De Italianen wordt op het hart gedrukt zich geen zorgen te maken. De zee zal hen niet wegspoelen. De Belgen zijn direct enthousiast. ,,Heel bijzonder”, vindt blogger Bart Melis. ,,Bij ons vind je zoiets niet, wij hebben ook geen eilanden. En het is maar vier uurtjes rijden, hè.” Collegablogger Sylvie van Nieuwerburgh vult aan dat veel Belgen hun buurland al vrij aardig kennen en daarom juist gevoelig zijn voor het ontdekken van nieuwe plekken. ,,Iedereen in België kent plaatsen als Sluis, Maastricht en Breda, maar de Waddenzee? Dat is echt nieuw.”
Gebakken scholekster Tijdens de tocht scharrelen de journalisten en influencers zelf een deel van hun maaltijd bij elkaar: kokkels, mosselen, alikruiken, zeekraal. In een voormalig kerkje aan de dijk wordt de vangst schoongemaakt en bereid met andere producten uit de streek. Harm Jan: ,,Wij denken altijd dat we in Nederland geen eetcultuur hebben. Maar ik vind de regionale keuken hier juist superinteressant. Ik heb laatst nog een oud recept gevonden: scholekster gebakken in zeehondenvet. Dat kun je tegenwoordig niet meer serveren.’’ Buiten op de dijk giert de wind. Het is gaan regenen. Schapen zoeken beschutting bij elkaar en het drooggevallen wad vult zich weer met water. De sporen van de groep worden langzaam uitgewist. Nee, dit is geen Grand Canyon. Het is hier niet overdonderend of adembenemend. Pas als je met je voeten in de modder hebt gestaan, je gezicht gloeit van de zilte wind en je geniet van de maaltijd die je zelf bij elkaar hebt gezocht, dringt de echte schoonheid van de Wadden tot je door. De Franse influencer Cindy Mollaret is naar de dijk gewandeld. ,,Dit is bijna een spirituele ervaring”, zegt ze. ,,Het water, de polders, de wind, die oneindige verte. Ik kom hier los van het dagelijkse leven en voel me weer verbonden met de aarde. Zoiets overkomt me niet vaak.”
Ik heb geleefd Herman leeft nu van een uitkering. ‘Maar ik ben de rijkste man die er is’ Annemarie Haverkamp praat met mensen over hun leven en het einde dat nadert.
FOTO KOEN VERHEIJDEN
erman de Jong (62) was als kind zo mager dat hij een koprol in een tlbuis kon maken. Op doktersrecept mocht zijn moeder in de Jordaan soms een stukje paardenbiefstuk halen, want daar zat ijzer in. Om aan te sterken ging ‘bleekneusje’ Herman in de zomer naar een pleeggezin in Friesland. ,,Zat ik opeens aan een tafel die vol stond met eten. De eerste drie dagen heb ik achter de stal staan spugen, mijn maag kon dat bruine brood met boter niet aan. Melk kende ik niet. Thuis hadden wij he-le-maal niks.” Moet je nagaan hoe genereus zo’n familie was, mijmert Herman. Dat ze zo’n vreemd kind uit Amsterdam zomaar in hun huis opnamen. Later verhuisde hij met zijn ouders naar Alphen aan den Rijn, waar zijn vader, schipper, kon werken op de scheepswerf. Herman was negentien toen hij trouwde en als timmerman in zijn eigen levensonderhoud begon te voorzien. ,,Ik heb altijd keihard gewerkt vanuit de gedachte dat je succes zelf in de hand hebt. Ik leefde voor het geld, volgde opleidingen in de avonduren en wilde altijd maar méér.” Tot hij een paar jaar geleden ziek werd, toen veranderde alles. Achtereenvolgens kreeg hij nierstenen – ,,het waren grindbakken waar Jos Verstappen jaloers op zou zijn” – en een hartinfarct. Als klap op de vuurpijl vertelde de dokter hem dat hij de ziekte van Kahler had, een ongeneeslijke vorm van kanker die het beenmerg aantast. Levensverwachting: een jaar of acht. Inmiddels leeft Herman van een uitkering. ,,Maar ik ben de rijkste man die er is.”
H
Voor hij zal uitleggen hoe hij dat precies be-
doelt, geeft hij een rondleiding door zijn winkel Loods4Wood in Boskoop. Hier in de hoek staan de zelfgemaakte houten tafels en daarnaast tweedehands meubels die mensen doneren. In het kantoortje zet hij thee. Laat zijn grote lichaam – die koprol in een tl-buis redt hij niet meer – zakken in de bank en vertelt over zijn tijd in het ziekenhuis. ,,In augustus 2017 ben ik het Haga ingegaan voor een stamceltransplantatie. Gelukkig had ik geen afstotingsverschijnselen. Drie weken later liep ik weer naar buiten. Ik ben eerst een uur op een paaltje voor het ziekenhuis gaan zitten, al die tijd had ik niets meegekregen van weerswisselingen en geen buitenlucht geroken.”
Hij voelde zich fysiek goed, maar raakte daarna psychisch in de war. Hij kon de tv niet aanzetten of begon te huilen. Herman bezocht een psycholoog en kwam erachter dat hij zich schuldig voelde omdat hij fit het ziekenhuis was uitgewandeld, terwijl hij andere patiënten had zien creperen van ellende. Met zijn vrouw begon hij te fietsen. Lastig, want de kanker tast zijn botten aan. ,,Als houtwormen die gaatjes maken. Ik viel regelmatig van de fiets.” Hij ontkwam niet aan een scootmobiel. God, wat voelde hij zich afgeschreven toen hij voor het eerst met dat ding reed. De afgekeurde voormalig aannemer werd ook al overal geweigerd als vrijwilliger. ,,Alsof ik besmettelijk was. De mensen wilden me niet in de buurt hebben, zo hard... En dat terwijl ik juist zo’n behoefte had aan contact.” Herman had nog een paar jaar te leven, hoe moest hij zijn dagen zin geven? ,,In het Algemeen Dagblad las ik een artikel over een gezin met twee kinderen met een stofwisselingsziekte, Pip en Teun. Ze zouden niet oud worden. Ik wilde die familie ‘Ik heb altijd alles wel geven, maar ja, ik had keihard gewerkt niks.” Toen kwam hij op het idee een vanuit de stichting op te zetgedachte dat je ten. Hij zou zelf maken succes zelf in de meubels van hout en de opbrengst doneren hand hebt’ aan zieke kinderen. Sindsdien is Herman de Jong gelukkiger dan ooit. Hij werkt weer met zijn handen en mensen komen in de winkel voor een praatje. Zijn lieve vrouw steunt hem altijd en overal. Bij het woord bucketlist schiet zijn gezicht in een kramp. ,,Die term zal ik nooit gebruiken! Ik denk aan Pip en Teun die alle dingen die ik heb meegemaakt, nooit zullen beleven. Gewoon naar school gaan, feestjes vieren, verliefd worden... Dat maakt mij heel nederig.” Herman is zelf inmiddels opa. Met ‘meer, meer, meer’ is hij al lang niet meer bezig. Vorig jaar ging hij terug naar Friesland om de familie te zoeken die hem als bleekneusje had opgevangen. ,,Ik herkende meteen de kerk in het dorp, maar verder kwam ik niet, ik wist niet waar te zoeken.” Mocht het pleeggezin dit verhaal lezen: Herman maakt een diepe buiging en zegt dankjewel.
Wilt u ook uw verhaal vertellen in deze rubriek? annemarie@dpgmedia.nl