1
#
nr. 01 / 2017
Vakblad Asset Management
Innovatie
Innovatie of toch gewoon doorontwikkeling? Innovatiegenen Ontmoet Cor van de Linde Interview Gemeente Rotterdam Verborgen Technisch Talent
Gebruiksvriendelijke & flexibele maintenance management software
Met de Ultimo software brengt u meer structuur aan in uw onderhoudswerkzaamheden, werkt u efficiënter en creëert u ruimte om te besparen. Bovendien toont u met de inzet van de software eenvoudiger aan dat u aan belangrijke wet- en regelgeving voldoet. Heldere dashboards en rapporten verschaffen u en uw stakeholders meer inzicht in de prestaties.
2 februari 2017
MET ULTIMO IS MEER MOGELIJK: + Een uitgebreide HSE-suite voor ondersteuning op het gebied van Health, Safety & Environment. + Mobiel werken met de app Ultimo Go. + Standaard software, die eenvoudig op maat kan worden gesneden. + Een vrij instelbare, persoonlijke startpagina met ruimte voor grafieken, dashboards en andere overzichten. + Diverse standaard interfaces, bijv. met ERP-systemen. + Starten met Ultimo Lite, een eenvoudig, maar toch compleet systeem voor de kleine TD of als instapmodel.
1 Innovatie
#
VOORWOORD <
nr. 01 / 2017
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138 3990 DC Houten www.nvdo.nl info@nvdo.nl Auteurs Bureau Bax; Jaap Bartelds (Stedelijk innoveren met Life Cycle Management) Ellen den Broeder-Ooijevaar Evi Husson (Een vernieuwde aanpak van atagebruik, Asset Management dankzij slim datagebruik, VR en AR) anager Asset Manageir. Hanno Spoelstra, Manager V. ment Services, SKF B.V. ce (Risk-Based Maintenance project; Job Done?) Maxime van Amersfoort Redactie, wisselende samenstelling Elma Media B.V. Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Managerr 0226 33 16 67 s.snoek@elma.nl
of toch gewoon Doorontwikkeling?
Bij ons in Houten, in het land, telefonisch of per mail, spreek ik nog weleens iemand. In heeeeel veel gesprekken wordt over innovatie gesproken. En eerlijk is eerlijk, soms meen ik dan helemaal niks innovatiefs te ontdekken. Doorontwikkeling is in mijn bescheiden mening echt iets anders dan innovatie. Best lastig, want als mijn gesprekspartner meent innovatief te zijn, wie ben ik dan om te zeggen dat het niet zo is? Innovatie betreft immers altijd een vernieuwing. Noemden we dat in vroegere tijden niet gewoon “uitvinding”? U weet wel, de uitvinding van de gloeilamp, de transistor en de stoommachine. Als iemand vanmorgen de microscoop zou hebben uitgevonden, noemen we dat vanmiddag dan een innovatie? Aan de andere kant spreken we van productaanpassingen als er weer een nieuw automodel met een nog lagere luchtweerstand op de markt komt of een nog snellere computer met meer geheugen/opslag. Een opnieuw sterk verbeterd wasmiddel is geen innovatie, maar een doorontwikkeling van een bestaand product. Dat zijn allemaal geleidelijke vernieuwingen met een evolutionair karakter. In het spectrum van aanpassing tot uitvinding bevindt innovatie zich daar denk ik tussenin. Nu ik dit schrijf, kom ik tot de conclusie dat het mij eigenlijk niet zoveel uitmaakt wat u innovatie, uitvinding of doorontwikkeling noemt. Van innovatie bestaat gewoon geen eenduidige definitie. De verschillende definities die in omloop zijn, hebben echter wel met elkaar gemeen dat de creatie van een nieuw of verbeterd product of proces centraal wordt gesteld. Belangrijk daarbij is wel onderscheid te maken tussen uitvindingen (inventions) en innovatie. Technologisch is altijd meer mogelijk. Maar uitvindingen worden pas economisch en maatschappelijk relevant als ze op de markt komen. Dan pas hebben zij effect. Dus zelfrijdende auto’s zijn op dit moment interessant, maar economisch (nog) niet relevant. Vanaf nu zal ik alles en iedereen die het zegel “innovatief ” op zijn product, idee of dienst plakt, niet meer vergelijken met Thomas Edison, James Watt, Alexander Bell of Steve Jobs. Ik zal nooit meer een vergelijking maken met Leonardo da Vinci die niet alleen kunstenaar was, maar ook nog eens een van de grootste innovators van zijn tijd. Naast dat hij uiteraard bekend is van zijn creatieve werk (onder andere Mona Lisa) heeft Da Vinci ook een aantal uitvindingen op zijn naam staan. Het machinegeweer, de gepantserde tank en hij heeft een vroege versie van het vliegtuig bedacht. Want als u meent dat een apparaat dat nanodeeltjes kan meten een échte industriële innovatie is, vind ik dat ook. Hetzelfde geldt voor ontwikkelde zelflerende algoritmes die op basis van informatie van sensoren kunnen voorspellen wanneer en waarom machines uitvallen. Er wordt binnen onze vereniging veel gesproken over Condition Based Maintenance, Big data en aanverwante onderwerpen. Fantastisch, want mij maakt het niet meer uit hoe u het noemt; een doorontwikkeling, een uitvinding of een innovatie, onze achterban maakt stappen om onderhoud binnen de keten van Asset Management slimmer te maken. En daar gaat het om! Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager NVDO 3
VAN DE VOORZITTER <
Investeren Innovatie
in
Investeren in Innovatie betekent in de meeste gevallen ook het investeren in Assets. Hierbij kunnen de hiervoor benodigde bedragen hoog oplopen. Niet in de laatste plaats doordat veelal gebruik wordt gemaakt van gemodificeerde of geheel nieuw ontworpen productiemiddelen. Is de maakindustrie nog steeds bereid een investering in innovatie te doen en, zo ja, weten zij de weg naar de juiste investeerders te vinden? Stoppen hier de gewenste innovaties of krijgen deze hier juist een stimulans? De eerste editie van het NVDO Vakblad Asset Management (VAM) van dit jaar wijst uit dat er ruim voldoende mogelijkheden zijn om uw innovatie te financieren en uiteindelijk tot een succes te maken.
Een veel gebruikte vorm is op dit moment Crowd Funding. Hier wordt de zelfstandigheid van de ondernemer niet of nauwelijks aangetast. Het gaat hier om een veelvoud aan zogenaamde micro financiers die elk afzonderlijk kleine bedragen uitlenen. Crowd Funding brengt goede ideeën van ondernemers en enthousiaste investeerders bij elkaar met een exclusieve focus op innovatie. Bij het Asset Based Finance concept wordt toekomstige groei gefinancierd op basis van een onderpand. Dat kunnen voorraden, tegoeden van debiteuren of machines zijn. In dat laatste geval spreken we van lease constructies. Voor maakbedrijven met veel financierbare activa kan dit een interessante optie zijn. Er ook partijen die bestaand gebruikt equipment financieren (lease back constructies). Met het vrijgemaakte geld kunnen op hun beurt weer innovaties gerealiseerd worden. Wat mij betreft kan financiering van uw innovatie nooit een reden zijn om stil te blijven staan. Successen behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Innovatie is dat ook niet, maar zeker in combinatie met een goed financieringsplan heeft u, met uw innovaties, de toekomst wel in eigen hand. Bas Kimpel Voorzitter NVDO
Natuurlijk kunt u op de traditionele wijze naar uw bank gaan en daar een lening of een hypotheek afsluiten. Maar als gevolg van de kredietcrisis zijn de middelen van de banken beperkt en zullen zij zeer selectief zijn in hun keuzes wie wel geld te verstrekken en wie niet. Een en ander gebaseerd op ingeschatte risico’s en opbrengst. Private investeringsbanken (private equity funds) zijn daarentegen juist op zoek naar belangrijke innovaties en zijn ook sneller bereid om hogere risico’s te accepteren. Houdt hierbij rekening met hogere tarieven en grotere bemoeienis bij het bestuur van het bedrijf. Ook Supply Chain Finance biedt mogelijkheden. Binnen dit concept worden oplossingen gevonden waarbij een partij in de keten de financiering van een andere partij makkelijker maakt. Dat kan een klant zijn, maar ook een leverancier. Producenten bieden hun toeleveranciers bijvoorbeeld financieringsruimte door vooruitbetalingen te doen. Startende ondernemers kloppen op hun beurt aan bij grote bedrijven met de vraag of zij mee willen financieren.
4 februari 2017
‘Financiering van uw innovatie kan nooit een reden zijn om stil te blijven staan’
Inhoud 03 Voorwoord 04 Van de voorzitter
08 Stedelijk innoveren met Life Cycle Management > Duurzaam innoveren staat voorop bij het slim beheren van de infrastructuur. In de hele levenscyclus van een constructie of object bekijkt de gemeente Rotterdam wat er beter kan...
15 Intelligente monitoring van bakkerijmachines 16 Verborgen Technisch Talent
28
22 Kort
Visie > High Performing Organizations werken samen met meer innovatievere opdrachtnemers.
35 NVDO maakt Genomineerde Maintenance Managers van het Jaar 2017 bekend!
38 Kort
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
06 Cor van de Linde heeft Innovatiegenen > In Rotterdam ontmoeten we vakkanjer Cor van de Linde.
14 Faalmechanisme Piping bij dijken > In het begin van 2016 werden marktpartijen en kennisinstellingen uitgedaagd om innovatieve maatregelen te bedenken voor sterkere dijken.
Niet te missen 19 NVDO straat op Maintenance Next
21
Cursuskalender 23
Risk-Based Maintenanceproject; Job Done?
Visie > Prestatie
30
26
32 Vernieuwde aanpak van Asset Management dankzij slim datagebruik, VR en AR > Het BIM Center van BAM Advies & Engineering heeft een VR-app ontwikkeld, genaamd BAM VR. Deze virtual reality-app toont 360°-visualisaties...
5
Cor van de Linde heeft
Innovatiegenen In de inspirerende omgeving van iTanks in Rotterdam ontmoeten we vakkanjer Cor van de Linde die in 2012 nog het boegbeeld was van de onderhoudssector toen hij de titel Maintenance Manager van het Jaar behaalde. Daarna ging het snel! Als er een verkiezing zou bestaan van “Innovatiegenendrager van het Jaar”, zou Cor die winnen, zoveel is zeker. Inmiddels is Cor het boegbeeld van iTanks dat is gegroeid tot de spin in het web voor diverse innovaties. Inmiddels zijn meer dan 130 bedrijven aangesloten bij het vooruit strevende platform waar kennis uitwisselen zowel digitaal als fysiek plaatsvindt.
> Onze missie is verbinden en vernieuwen. “We zorgen ervoor dat er via Brainstormsessies innovaties naar boven komen en via masterclasses, ronde tafel sessies, field trips e.d. ontsluiten we de kennis en resultaten over innovaties ” vertelt Van de Linde met passie over zijn business. “Door kennisuitwisseling ontstaan nieuwe ideeën. Ideeën leiden tot nieuwe concepten. Concepten groeien uit tot innovaties. Innovaties helpen ons allen te groeien, verbeteren en maken ons competitief ”. Dat hij daarbij ook zijn maintenance verleden niet verlaat, mag duidelijk zijn. Zo blijkt ook uit zijn bestuurlijke inzet binnen de NVDO Kring West waar Cor al enige jaren niet alleen vakinhoudelijk, maar ook beleidsmatig en opertationeel zijn steentje bijdraagt. Van de Linde is een uiterst gedreven man, waarbij rust een belangrijke factor voor succes is. “Het heeft geen zin altijd maar druk te zijn. Het levert je misschien sneller een resultaat, maar met alleen maar druk zijn bereik je de hoogste stressfactor, die zomaar je gezondheid negatief kan beïnvloeden”. Hij gaat voor resultaat, het hoogste resultaat, maar geeft de credits graag aan de kanjers om hem heen. Dat in combinatie met rust, maakt dat Cor in staat is de mooiste wereldreizen te maken, waar hij de nodige inspiratie opdoet voor weer nieuwe iTanks-projecten. Zonder de eer te pakken, is Cor geweldig trots en niet alleen op het industrieel netwerk dat bij iTanks is opgebouwd. “Verbinden en Vernieuwen, het koppelen van bedrijven aan innovaties, start up’s en andere netwerken maken het succes van de organisatie. In relatief korte tijd is onze naam een begrip geworden in innovatieland”.
6 februari 2017
> Big data neemt een vlucht. “De belangrijkste bewegingen zitten in eerste instantie in digitalisering”, meent Van de Linde. Daarbij kan een grote slag gemaakt worden in efficiënter werken. “De aankomende tijd (15- 20 jaar) zal een transitiefase zijn waarbij enerzijds veel roboticatoepassingen zullen ontstaan en ontwikkelingen in rekensnelheid qua computers en een soort superinternet in combinatie met wifi (bijv Lora netwerk)”. Dus big data neemt uiteindelijk ook een vlucht waarbij er allerlei algoritmes ontstaan om slimmer met data om te gaan, daar is Van de Linde heel duidelijk in. “3D printers brengen uiteindelijk ook een grote verandering met zich mee waarbij ook het soort materiaal dat je opslaat verandert; dus meer chemische producten in kleinere terminals. De hoeveelheid opslag qua ruwe olie zal afnemen, maar daar komen weer andere producten voor terug” Cor meenst dat dit zal in de vorm van eindproducten (brandstof ) en olieproducten, geschikt voor het vervaardigen van duurzame materialen (circulair), zal zijn. <
ONTMOET Cor van de Linde <
Wie Cor van de Linde
Wat iTanks
‘Door kennisuitwisseling ontstaan nieuwe ideeën. Ideeën leiden tot nieuwe concepten. Concepten groeien uit tot innovaties.’ 7
INTERVIEW Gemeente Rotterdam <
Stedelijk innoveren met
Management Duurzaam innoveren staat voorop bij het slim beheren van de infrastructuur. In de hele levenscyclus van een constructie of object bekijkt de gemeente Rotterdam wat er beter kan: van het inwinnen van duurzame materialen tot het hergebruik van restmateriaal. Kamiz Elmi Anaraki is assetmanager Civiele Kunstwerken, Beeldende Kunst en Monumenten bij de gemeente Rotterdam. Hij laat zien hoe de stad innovaties tot op landelijk niveau onder de aandacht brengt. Kamiz Elmi Anaraki bekleedt zijn functie bij Stadsbeheer sinds 2010. Binnen zijn portfolio als assetmanager vallen kademuren, glooiingen, bruggen, onderdoorgangen en sluizen. Maar ook beeldende kunstwerken en monumenten in de stad, dus objecten als De Verwoeste Stad van Zadkine en de Laurenstoren. Hij werkt met zeven beheerders die elk hun eigen vakdiscipline hebben, van beweegbare
De Hef. Foto: Ossip van Duivenbode
8 februari 2017
bruggen tot rijksmonumenten. Samen met hen zorgt Elmi Anaraki voor een overkoepelende meerjaarsprogrammering van alles dat nodig is om objecten als bruggen veilig en beschikbaar te houden. Hij is verantwoordelijk voor het beheer daarvan. Voordat Elmi Anaraki vertelt over duurzame innovaties en Life Cycle Management, schetst hij hoe Rotterdam is georganiseerd. “De Openbare Werken bestaan uit drie zogeheten bollen. Stedelijk Beheer houdt zich bezig met het slim beheren van alle assets: civiele kunstwerken, openbare verlichting, wegen, groen, riolering, alles. Hier werk ik. Bol twee zijn de zes gebieden waarin Rotterdam is verdeeld. Hier wordt gekeken naar omgevings-factoren, de behoeften vanuit het gebied en niet te vergeten het projectmanagement. De derde bol is de Uitvoering dat zorgt voor contractmanagement en werkt intensief samen met de markt om al het geprogrammeerde onderhoud te realiseren.” Daarnaast beschikt Rotterdam over een gemeentelijk ingenieursbureau met veel deskundigheid in huis. “We nemen Life Cycle Management letterlijk, waarbij we kijken naar de hele levenscyclus”, vervolgt Elmi Anaraki. “Het is bijna cradleto-cradle. Rotterdam heeft een programma, genaamd Duurzaam. Daarmee stimuleren we de duurzame productie van bouwmaterialen zoals de betontegels. Vervolgens zorgen we er in de gebruikfase voor dat we de maximale capaciteit van een asset of een materiaal benutten. En aan het eind van de cyclus hergebruiken we zoveel mogelijk materialen.”
‘Er zijn verschillende manieren om te innoveren. Via techniek, door regelgeving aan te passen of door processen slimmer aan te pakken’ Dijken windmolens langs de Noordzeeweg. Foto: Claire Droppert
> Technische innovaties. Er zijn verschillende manieren om te innoveren. Via techniek, door regelgeving aan te passen of door processen slimmer aan te pakken. Om te beginnen noemt Elmi Anaraki enkele technische innovaties. “Neem de betonproductie. Jaarlijks koopt de gemeente Rotterdam zo’n 3 miljoen betontegels in. Dat is enorm veel. Nu is betonproductie niet bepaald energie-efficiënt. Dus hebben we de marktpartijen zo beïnvloed dat ze gingen nadenken over het productieproces. We stelden criteria op om de CO2-productie terug te dringen.” Dat is gelukt. In ruil voor langdurige contracten hebben producenten het proces dusdanig aangepast, dat het resultaat een halvering is van de milieukosten per tegel. Een andere technische innovatie is circulaire economie. “We bekijken hoe we afvalstromen van projecten tot en met het huisafval kunnen recyclen of hergebruiken.” Het programma Groene Poort noemt Elmi Anaraki als mooi voorbeeld. “Op de Landtong van Rozenburg worden dammen in het water aangebracht die beschermen tegen zeegolven. Dat is prachtig voor de flora en de fauna. Het gebruikte materiaal is afkomstig van oude kademuren, beton- en heipalen.” Ook op het gebied van huisafval zijn grote slagen gemaakt. De gemeente Rotterdam scheidt afval in steeds grotere mate. “Dat gebeurt samen met de Rotterdammers al bij de bron; papier, plastic, glas, drankkartons, metaal en gft. Voor het restafval zet de gemeente in op nascheiding. Ingezameld plastic kun je omzetten in iets nieuws, bijvoorbeeld in een glijbaan of een ander mooi product in de stad. Plastic dat we uit de wateren vissen zetten we bijvoorbeeld om in
remmingwerken in een constructie. De mogelijkheden zijn eindeloos en we gaan daar steeds slimmer mee om. Op die manier reduceren we de behoefte aan grondstoffen en maken we stappen in het circulair maken van Rotterdam.”
> Water. In een stad als Rotterdam, die grotendeels onder het NAP ligt, vergt water speciale aandacht. In een artikel van Johan Vermeer, directeur Projectmanagement en engineering van stadsontwikkeling Rotterdam, benoemt hij twee voorbeelden die zijn gebaseerd op technische innovaties. Allereerst het drijvende eiland in het Buizengat, een oude haven in Kralingen. Hij schrijft: “Het innovatieve drijvende parkje zorgt voor meer groen in de haven en draagt bij aan het verbeteren van de waterkwaliteit.” Voorbeeld twee zijn de toekomstbestendige waterpleinen. Dit zijn speciale pleinen ontworpen als bassins, waar overtollig regenwater kan worden opgevangen. Elmi Anaraki voegt daar vanuit zijn expertise, de infrastructuur, nog vier voorbeelden aan toe. “We zijn nu bezig met het toekomstbestendig maken van de tunnelgemalen. Rotterdam heeft veel mooie onderdoorgangen, in totaal meer dan vijftig, waarvan enkele belangrijke zich in het Maastunneltracé bevinden. De meeste onderdoorgangen stammen uit de jaren zestig en zeventig. Destijds is geen rekening gehouden met het type regen en storm dat de komende tijd op ons af zal komen. Daarom hebben we een programma opgezet om heel goed te inventariseren wat onze kwetsbare punten zijn.” >
9
Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?
aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww schap at
> lidma
Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard
(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het
netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-
gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het
che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De
realiseren en in stand houden van het grootste onder-
vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-
houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke
derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies
doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-
binnen de branche in kaart.
Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •
Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard
• • • •
NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl
10 februari 2017
> Ook voor de wegen zoekt Rotterdam naar innovatieve oplossingen voor overtollig regenwater. “In de stad experimenteren we met verschillende soorten waterpasserende verhardingen en ondergronden om de sponswerking te verbeteren.” De sluizen vormen een belangrijk onderdeel van de infrastructuur in het portfolio van Elmi Anaraki. “Vanaf begin volgend jaar is er nieuwe wetgeving van toepassing op waterveiligheid. Wij beheren vijf sluizen die onderdeel zijn van de hoofdwaterkering. Die zijn net zo belangrijk als het dijklichaam zelf; de sluizen zijn het meest kwetsbaar. De betrouwbaarheid en de veiligheid van deze constructies zijn ontzettend belangrijk om droge voeten te houden. Samen met de waterschappen zitten we daar bovenop.”
tot tweemaal toe Kamervragen over gesteld. “Het is misschien geen innovatie op het gebied van techniek. Maar wat hier innovatief aan is: door aandacht te vragen voor dit onderwerp, hebben we het aanhangig gemaakt. Er is een onderzoek in gang gezet dat in november aan de Tweede Kamer is gepresenteerd door minister Blok van Wonen en Rijksdienst.”
> Innoveren op processen. Tot slot benoemt Elmi Anaraki het proces zelf, dat ook van invloed is. Ook daarin valt nog een hoop winst te behalen. Zo heeft Rotterdam verschillende prijzen gewonnen bij de vervanging van de fiets- en voetgangersbruggen. “Een belang-
Binnen Life Cycle Management zijn verschillende methodieken. Bij de Parksluizen gaat het niet alleen over kosten en technische risico’s. De grote en de kleine Parksluis zijn namelijk ook Rijksmonumenten. “In theorie is de levensduur oneindig. Het gaat dus altijd om maximaal rendement van zo’n constructie. Dan heb je het niet alleen over veiligheid, maar ook over de historische waarde van zo’n object die je moet zien te bewaren. Elektrische en technische installaties worden vervangen, maar het uiterlijk blijft behouden.”
> Innovatie via regelgeving. De NVDO publiceert jaarlijks de Top Tien Trends in het vakgebied. Dit jaar staat op nummer 1 ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot Duurzaam en groen Museumpark. Foto: Ossip van Duivenbode compliance’. Dit is een onderwerp waar Elmi Anaraki zich al heel lang hard voor maakt. En dan met name de regelgeving met betrekking tot rijke prijs kregen we vorig jaar voor de wijze waarop we de uitvoeconstructieve veiligheid van civiele kunstwerken. “Op 1 april 2012 ringsduur van het werk hebben geminimaliseerd. De vervanging van veranderde de regelgeving voor de beoordeling van de constructieve de brug duurde geen drie weken, maar slechts enkele dagen. De veiligheid van bestaande bruggen met nieuwe, strengere normen. brug werd in de fabriek gemaakt en daarna ter plekke neergezet. Dat De consequentie is dat heel veel bruggen niet meer compliant zijn had ook te maken met het materiaalgebruik. We zijn aanjager van volgens die nieuwe normen. Ze moeten worden vervangen of vercomposietbruggen. De slankste composietbrug ter wereld is die over sterkt, terwijl dat vaak niet nodig is. Natuurlijk willen ook wij dat de Exercitiesingel in Rotterdam.” de Rotterdammers een veilige infrastructuur hebben. Maar wat is er gebeurd: de normen zijn gekalibreerd op de zwaarst belaste brug in Daarnaast is er een nieuw, innovatief systeem ingevoerd bij Stedelijk Nederland, de Moerdijkbrug. En diezelfde strengere normen gelden Beheer. “We hebben een integrale beheerstrategie met spelregels nu ook voor stadsbruggen en wijkbruggetjes. Als gevolg daarvan zijn ingevoerd, onder andere over het openbreken van straten en de heel veel objecten sindsdien non-compliant. Die kun je in de meeste integrale samenwerking van alle disciplines. Zijn we klaar, dan zullen gevallen gewoon weggooien. Dat is in onze ogen niet duurzaam en we er de komende vijf jaar normaal gesproken niet meer komen. De kapitaalvernietiging bovendien.” zogeheten Onderhoudsbehoeftekaart faciliteert ons hierin. Dit is een kaart van de stad waarop alle assets en disciplines samenkomen; Omdat dit alle decentrale overheden aangaat, is in 2015 in samenvan bruggen en wegen tot openbare verlichting en riolering. Ook werking met diverse kennisinstellingen een SBRCURnet-commissie relevante programma’s van andere stakeholders zijn hieraan toegesamengesteld met vertegenwoordigers van de grote gemeenten en voegd. Zo heb je direct in beeld wat er de komende tien jaar gepland de provincies. Ook heeft Elmi Anaraki het probleem aan de kaak gestaat. Alles is op elkaar afgestemd zodat de omgeving zo min mogesteld in een artikel in het Financiële Dagblad. De kop luidde ‘Bruggen lijk overlast ervaart. Op die manier maken we keuzes voor de stad.” onterecht vervangen leidt tot miljardenverspilling’. Inmiddels zijn er
11
Dynamisch Onderhoud
DORA Het nieuwe denken:
Het verbeteren van de kwaliteit van Onderhoudsconcepten en het verhogen van de betrouwbaarheid van onderhoud is mogelijk door de eindverantwoording bij Productie te leggen. (Rik Plattel, European Reliability Centre B.V.)
Productiebedrijven moeten rendementen halen… maar dan moeten processen wel naar behoren functioneren! In de praktijk blijkt echter dat processen verstoord worden door allerlei oorzaken zoals: de mens, grondstoffen, procedures, machines enzovoorts. De factor “mens” is vaak groter dan verwacht: Bedrijven geven aan dat dit vaak bij 70% van alle procesverstoringen voorkomt. Dan rijzen de vragen: 1. Hoe komt het dat zo’n groot deel van procesverstoringen door de mens wordt veroorzaakt? 2. En is het zo dat onderhoudsplannen zich alleen richten op die 20-30% van de procesverstoringen? 3. Onderhouden we dan wel wat nodig is? 4. En hoe onderhouden we momenteel eigenlijk die “mens” en al die andere factoren? Moeten die dan ook niet onderhouden worden? Deze vragen stonden aan de basis van “Dynamisch onderhouden” waarbij de term “Onderhoud” een sterk technische focus heeft. Met de komst van DORA software (SAAS) is het moment aangebroken om deze (traditionele) visie te doorbreken.
Terug in de tijd. In de 80-er jaren kwamen computers in opmars (pc’s en mini’s/terminals) en werden als eerste in bedrijf genomen op administratieve afdelingen. Het duurde jaren voor ook andere afdelingen geautomatiseerd werden. Dit vond plaats door software te koppelen aan
12 februari 2017
MARKTVISIE < diezelfde financiële systemen omdat er simpelweg geen ander “ophangpunt” mogelijk was. CMMS systemen (Computerized Maintenance Management System) zijn vandaag de dag ook (indirect) gekoppeld aan diezelfde financiële systemen. Voor Productie en TD is die basis, bij nader inzien, te smal.
Professionele onderhoudsplannen worden gemaakt op basis van in het bedrijf aanwezige kennis en ervaring; niet op basis van kostenplaatsen. Met alléén een koppeling naar het financiële systeem is het lastig zo niet onmogelijk om goede onderhoudsplannen te kunnen maken die alle procesverstoringen onderhouden. De structuren van de opgeslagen kennis en ervaring hebben namelijk een andere basis dan de financiële structuren. Om toch te kunnen innoveren zullen we naast de financiële structuur (verticaal) een kennisstructuur (horizontaal) moeten opzetten: Beide structuren snijden elkaar bij de kostenplaats. Een voorbeeld: Om processen beter te laten functioneren moeten we functies onderhouden en niet het stuk ijzer (kostenplaats). We moeten leren die 300 liter/minuut te onderhouden en niet de pomp. Dus: denk niet alleen in “ijzer”!
DORA voor dRCM, ODM en QM gecombineerd met RPN: onderhoudsconcepten vanuit elk gewenst type onderhoudsmethode. In DORA worden productieprocessen inclusief alle moeder-dochterrelaties vastgelegd. Deze processen worden verdeeld in hoog-, midden- en laag-kritische processen (RPN methodiek). Onderhoudscon-
‘we moeten functies onderhouden en niet het stuk ijzer’
cepten kunnen we met drie(!) verschillende methodieken maken. Dit zijn: 1. Dynamic RCM 2. Object Driven Maintenance 3. Quick Maintenance Onderhoudsconcepten gaan we verder nesten tot onderhoudsplannen die daarna vervolgens geëxporteerd kunnen worden naar vrijwel elk CMMS systeem.
DORA als intelligent systeem voor onderhoudsplannen, storingen melden en continu verbeteren. In DORA worden optredende storingen met ondersteuning van intelligente keuze mogelijkheden eenvoudig aangeklikt en niet ingetypt. Dat heeft als groot voordeel dat er op een volledig standaard manier gegevens wordt ingevoerd.
DORA Processmining kunnen uitval en onderhoudsintervallen voorspellen. Rendementen kunnen we nog verder verbeteren door PLC-data te koppelen aan DORA. De datamining- en processmining-engines in DORA analyseren en voorspellen mogelijke storingen. Dit heeft ook consequenties ten aanzien van voorraad beheer van reserve (onder)delen. DORA kan leveranciers inlichten dat binnen vooraf bepaalde periode/tijd een onderdeel op een specifieke locatie beschikbaar moet zijn.
DORA Pareto’s en OEE rapportages zijn een intelligenteen onmisbare analysetool. Dynamische Pareto’s tonen de “pijn” van de organisatie. Gebruikers kunnen rechtstreeks in- en uitzoomen in de Pareto’s en OEE-rapportages (Overall Equipment Effectiveness). Zo komen rendementen steeds beter onder controle. DORA bereikt dit door ALLE factoren mee te nemen die van invloed kunnen zijn op rendementen. Enkele in de praktijk bewezen resultaten zijn: • Stilstand tijden verlaagd van 51.000 naar 1.900 minuten/jaar • Onderhoudskosten gehalveerd • Kwaliteit van eindproducten verbeterd • Ongeplande stilstand geminimaliseerd • Milieu-incidenten teruggebracht • Kennisniveau medewerkers verhoogd en geborgd • Eerste-, tweede- en derdelijns onderhoud geprofessionaliseerd • Onderhoudscontracten geoptimaliseerd DORA is per direct beschikbaar in 5 versies: 1. DORA QM-Online (Free Version) 2. DORA QM 3. DORA Business 4. DORA Business Pro 5. DORA Enterprise
Meer informatie over DORA software is te vinden op www.dorasoftware.com
13
ACHTERGROND <
Faalmechanisme bij dijken
Piping
In het begin van 2016 werden marktpartijen en kennisinstellingen uitgedaagd om innovatieve maatregelen te bedenken voor sterkere dijken. Waterschappen en Rijkswaterstaat, verenigd in de POV Piping, zochten naar originele en effectieve manieren om het faalmechanisme Piping bij dijken te voorkomen. Nu, een jaar later na de consultatie, vragen we Mattijs Erberveld, adviseur Ruimte & Duurzaamheid bij Rijkswaterstaat Innovatie, naar de resultaten. “Wij stelden vorig jaar februari de markt in de gelegenheid om vernieuwende technieken en producten aan te dragen die de kosten en de maatschappelijk gevolgen van dijkversterking verminderen. De uitvraag voor de marktpartijen moest het overzicht van innovatieve maatregelen om piping tegen te gaan verder aanvullen”. Bij Piping stroomt water door of onder de dijk. Als daarbij zand meespoelt, verzwakt de dijk en dreigt een dijkdoorbraak. Zes waterschappen hebben op basis van de nieuwe rekenregels ten aanzien van piping, een quickscan uitgevoerd. De waterschappen kwamen tot het beeld dat van de ruim 940 kilometer onderzochte dijk ongeveer 540 kilometer mogelijk niet voldoet aan de nieuwe conceptrekenregel. Dit kan grote financiële en ruimtelijke consequenties hebben. Traditionele dijkverbeteringen kunnen gaan leiden tot de aanleg van forse pipingbermen van enkele tientallen meters tot zelfs meer dan honderd meter breed. Of tot dure technische constructies zoals damwanden. Erberveld legt uit dat er al een aantal bestaande innovaties waren. “Zo was er de SoSeal Kansenscan, ontwikkeld door Heijmans TUD
14 februari 2017
in samenwerking met Tauw, WSRL, Uva. Daarbij gaat het om Injectie van biogebaseerde stoffen die leidt tot verlaging waterdoorlatendheid zandlaag”. Een ander voorbeeld is dat van het stoppen van piping, toegepast door Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, waarbij de intreeweerstand wordt vergroot door middel van het bewerken van de (onderwater)bodem voor de waterkering met behulp van woelen van slib en het ploegen van zand”. Het belang van waterveiligheid in Nederland is groot. Een groot deel van Nederland kan als gevolg van een dijkdoorbraak onder water komen te staan. In dit deel wonen miljoenen mensen en wordt het grootste deel van ons Bruto Binnenlands Product verdiend. In de loop van de geschiedenis is daarom een uitgebreid systeem van primaire waterkeringen (dijken, dammen, sluizen etc.) aangelegd, die Nederland beschermen tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer. Toch blijf het systeem ook kwetsbaar door invloeden van klimaat, ruimtelijke ordening en ontwikkelingen op het gebied van economie en demografe. Erberveld is tevreden met het resultaat van de uitvraag. “Na de beoordeling van alle ideeën werden de meest kansrijke innovaties geselecteerd voor een vervolgtraject gericht op toepassing bij dijkversterkingen”. Er zijn 15 nieuwe innovaties aangedragen die inmiddels zijn beoordeeld en de beoordelingscommissie heeft zich gebogen over de oogst van onze uitvraag. “Vanuit Rijkswaterstaat kijken we meestal waar de behoefte ligt. Is er een behoefte aan nieuwe ideeën, moeten regels veranderen, implementatieplan of nog weer andere behoeften”. We vragen Erberveld of Rijkswaterstaat jaarlijks inzet op een nieuwe uitvraag. “We zetten niet in op ‘elk jaar een nieuwe uitvraag’, maar je kunt gerust stellen dat er elk jaar wel een onderwerp is waar we extra inspanning op plegen en de markt voor benaderen”. Hij geeft daarbij als zomaar een voorbeeld Energiebesparing in tunnels. <
Intelligente monitoring van bakkerijmachines Leverancier van bakkerijmachines Kaak Group en Semiotic Labs gaan samenwerken om onderhoud voor machines honderd procent voorspelbaar te maken. Er wordt een Smart Condition Monitoring systeem ontwikkeld voor elektromotor-aangedreven machines in de bakkerijbranche. Speciale sensoren en slimme algoritmes zorgen ervoor dat Kaak Group geïnformeerd wordt als de conditie van zijn machines achteruit gaat. Daarmee wordt doelgericht onderhoud ingepland voordat de machines uitvallen. Kaak Group is als leverancier van bakkerijmachines direct betrokken bij het dagelijks maken van brood. Een defecte elektromotor levert vertraging op in het productieproces. Door sensoren te plaatsen en de conditie van machines te monitoren, kan die uitval worden voorkomen.
‘Technici besteden minder tijd aan onnodig werk’ > Beschikbaarheid voorop. Stilstand van een bakkerij kost al snel tienduizenden euro’s per uur. Toch is het zaak om slim met onderhoud om te gaan. De meeste machines worden periodiek nagekeken en onderhouden. Daarmee wordt uitval voorkomen. Door de toestand van machines te monitoren, kan Kaak Group onderhoud inplannen wanneer het nodig is: voordat een mankement optreedt of als de prestaties achteruit gaan, maar niet eerder. Op die manier kunnen Kaaks’ technici onderhoud inplannen op een voor de klant geschikt moment en besteden ze veel minder tijd aan onnodig werk. > Online Monitoring. Kaak Group was de eerste in Nederland met de beschikking over een eigen, industriële 3D-printer. Daarmee kunnen onderdelen gefabriceerd worden die sterker zijn dan gegoten staal en al dagelijks hun waarde en kwaliteit bewijzen. Simon Jagers
Semiotic Labs’ sensor voor Smart Condition Monitoring
van SemioticLabs verwacht dat de door hen ontwikkelde oplossing binnen enkele maanden haar waarde bewijst. Hij zegt erover “daarmee voldoet Kaak Group aan hun eisen ten aanzien van innovatie. Het lost een reëel probleem van de klanten op, is eenvoudig in gebruik en kan bij gebleken succes snel worden uitgerold”. De innovatieve oplossing van online monitoring is op zich niet nieuw. “De manier waarop we het nu opzetten is dat wél. We voeren hoogfrequente stroommetingen uit. Die data zetten we om in patronen van gedrag. Op basis van zelflerende algroritmes onderscheiden we gezonde- van ongezonde patronen”. Jagers vertelt dat de onderliggende oorzaak vervolgens aan een patroon gekoppeld wordt, zodat een vingerafdruk van falen ontstaat. “Die vingerafdrukken leren we herkennen, zodat we niet alleen in een heel vroeg stadium signaleren dat er iets niet klopt, maar ook wat er aan de hand is. Dat geldt bovendien niet alleen voor de elektromotor: We kunnen “door” de motor heen kijken. Zo bepalen we via de elektromotor de conditie van pompen, compressoren en ander rotating equipment”.
> Sensordata analyseren. Hoe blijft SemioticLabs betrokken na de implementatie door Kaak Group? “We blijven de algoritmes doorontwikkelen én blijven werken aan het verbeteren van de betrouwbaarheid van machines” aldus Jagers. Dat eerste is relevant, omdat algoritmes beter worden van nieuwe data en dat meer data tot nieuwe inzichten kan leiden. Het verbeteren van bestaande algoritmes heet tuning. “We voeren kleine veranderingen door, waardoor de voorspellende waarde beter wordt. Als duidelijk is dat geheel nieuwe algoritmes betere resultaten opleveren, voeren we deze onmiddellijk in”. “In zijn algemeenheid geldt dat we goed in staat zijn om sensordata te analyseren. We werken nu met stroom, maar kunnen dezelfde type analyse toepassen op andere data. We hebben dan ook de ambitie om op meerdere vlakken data analystics toe te passen, om zo de operationele betrouwbaarheid van organisaties te vergroten”. <
15
ACHTERGROND <
Verborgen Technisch Talent Onze goed opgeleide beroepsbevolking creëert al vele jaren de internationale toppositie van Nederland in concurrentiekracht, wetenschappelijk onderzoek en innovatie. De grootste kracht achter deze economische welvaart zijn de vooruitstrevende cross-overs van techniek in vrijwel alle sectoren. De groeiende vraag naar vakmensen in technische beroepen lijkt echter het aanbod te overstijgen en vacatures zijn moeilijk vervulbaar. Vanuit het belang een oplossing voor deze mismatch te vinden, ontstaan er initiatieven die ondernemers uitdagen een vernieuwende blik te werpen op het vinden van technische krachten. Ook de Stichting Red Bluejay draagt hieraan bij. In opdracht van de Provincie Gelderland organiseerde zij het innovatietraject Arbeidswijs. Met als winnend concept Talent Scouting voor Techniek van HSH Consultants. Om meer te weten te komen over deze nieuwe onderwijs- en arbeidsconcepten, sprak de NVDO met Margot Nijkamp namens de opdrachtgevende partij en Jaap Hermsen van het winnende team.
en aan de ene kant bedrijven aan technisch personeel kunt helpen en tegelijkertijd minder mensen thuis op de bank hebt zitten, ben je dubbel zo effectief voor het arbeidsmarkt-klimaat binnen een regio.’
> Concrete vraagstelling. “Om tot een goede, innovatieve oplossing te komen, is er eerst een concrete vraagstelling nodig”, aldus de managing director Red BlueRay Foundation. “Middels design-denkers werden er vier fictieve persona’s gevormd die de vertalingen zijn van de werkzoekenden in deze sector. Zij geven de teams binnen het
> Arbeidsmarkt klimaat verbeteren. Waarom zocht de provincie eigenlijk naar een vernieuwende manier om met tekorten op de arbeidsmarkt om te gaan? Margot was al een ruime tijd leider van de denktank Arbeidsmarkt 2030 bij de Provincie Gelderland en zegt er het volgende over. “Hier houden wij ons bezig met de vraag: Hoe kunnen wij voor Gelderland het arbeidsmarkt-klimaat verbeteren? Binnen deze provincie bevinden zich regio’s die hierin krimp ondervinden, terwijl er tegelijkertijd veel prachtige bedrijven zijn die moeite hebben met het vullen van hun technische vacatures. Het innovatietraject Arbeidswijs is niet alleen ontstaan vanuit de vragende kant, maar ook vanuit het overschot aan talent die deze gaten zou kunnen vervullen”. Voor het winnende team was de uitdaging snel vervuld. Jaap; “Mijn collega, Roegina Hilbrands, en ik vonden het leuk om creatieve oplossingen te vinden en wij zagen deze uitnodiging voorbij komen op LinkedIn. Dankzij onze ervaring met deze arbeidsmarkt stond binnen twee uur ons concept op papier. Wij zagen in dat de traditionele manier van zoeken naar een werknemer niet werkt om technisch potentieel zichtbaar te maken. Voor een juiste match is het van belang om achter het cv te kijken”. Margot is het daarmee eens. “Die discrepantie tussen de vraag naar technisch personeel en werkzoekenden, heeft inderdaad te maken met de manier waarop de mensen in beeld komen voor deze vacatures. Als je deze discrepantie kunt oplossen
16 februari 2017
‘Organisaties werken niet met organisaties, maar mensen werken met mensen’
Foto: Jaap Hermsen Winnaars Roegina Hilbrands en Jaap Hermsen met gedeputeerde Michiel Scheffer bij het in ontvangst nemen van de prijs
innovatietraject een kader dat hen uitdaagt een brede sociale oplossing te vinden. Een aantal bedrijven die met dit vraagstuk te maken heeft, leverde scenario’s die door de innovatieteams gekoppeld dienden te worden met deze persona’s. Ook organiseerden wij acht inspiratiesessies binnen elke arbeidsmarkt-regio’s en bij Hogeschool Nijmegen. Zo genereerden wij een start waarin wij de stakeholders honderd procent mee hebben genomen. Het viel ons ook op dat van de partijen die concepten ingestuurd hebben, er al zo’n 60% concreet aan het werk was met de werkzoekenden in deze sector”. Dankzij de goede zichtbaarheid in de pers kwamen er werkzoekenden naar de door Margot beschreven inspiratiesessies en kwamen er gesprekken met de teams die daadwerkelijk met het innovatietraject aan de slag waren. “Driekwart van de ingezonden concepten kwam daadwerkelijk uit deze sessies, zo ook die van Jaap Hermsen en Roegina Hilbrands. Na een arbeidsmarktspel dat zij speelden in Apeldoorn, schreven zij het winnende concept. Als we altijd dezelfde mensen op dezelfde frequentie in dezelfde zaaltjes neerzetten komen wij nooit op een nieuw spoor. Daarom werkten deze inspiratiesessies zo goed”.
> Wat maakt deze winnende oplossing innovatief? Jaap vertelt er graag over. “We begonnen vanuit de vraag waar bevinden deze verborgen talenten zich en hoe kunnen wij deze vinden? Door te kijken naar de sportwereld, ontstond het plan voor het creëren van techniekveldjes. De krachtige uitspraak van Johan Cruijff: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’, stond centraal tijdens het presenteren van ons concept en toonde het belang van het scouten van potentiële werknemers. Het inzetten van vakbekwame ouderen als
coaches op deze veldjes én het samenwerken met rolmodellen om de doelgroep te bereiken en te enthousiasmeren om hun technische kennis te tonen, maakt dit concept innovatief maar ook duurzaam inzetbaar”. Margot vult aan. “Ze hebben zich zo zorgvuldig voorbereid. De brede sociale draagkracht achter het concept maakt het sterk. Organisaties werken immers niet met organisaties, maar mensen werken met mensen. Het inzetten van talent-spotters om te zien welke waardevolle eigenschappen en verborgen talenten de ander heeft, maakt het zowel vernieuwend als menselijk”. Jaap en Roegina creëerden met Talent Scouting voor techniek een nieuw spoor voor werkzoekenden en werknemers in de technische sector.
> De volgende stap. “We zijn nu met het prijzengeld en met zes maanden hulp van de Provincie Gelderland, begonnen met het maken van een toepasbaar concept. Zij helpt ons aan bedrijven die techniek-veldjes hebben. En met de bedrijven die specifieke vragen hebben, gaan wij aan de slag”. Als een bedrijf kampt met een drastisch tekort aan technisch personeel worden er bij deze veldjes matches gescout. Het plan is om naast deze veldjes ook tijdelijke Pop-up Tech-stores te maken in leegstaande panden. Jaap geef als voorbeeld verzamelplekken waar jongeren hangen en sleutelen. “Daar kunnen zij worden uitgedaagd om groot en gaaf werk aan te pakken, kennis over te brengen van elkaar en tonen wat zij kunnen. We hebben nog niet een voorbeeld van een geslaagd project, het is immers vonkelnieuw. Maar voor januari hebben wij als doelstelling om in elk geval één goed werkend techniek-veldje te hebben opgezet met bijbehorende scouts en coaches. Hiermee bouwen we samen aan een toekomst voor vele ongeziene technische talenten”. <
17
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. : 1'7''. 10&'3*16& +4 ,6+45 )'01') : 600'0 8' /'5 &' 10&'3*16&4(60%5+' )'.& 7'3&+'0'0 : 1'7''. -#0 10&'3*16& $+,&3#)'0 ##0 *'5 $'&3+,(43'46.5##5 : "#5 +4 9%'..'05 0&'3*16& '0 *1' )''( +- &+5 713/
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
EXTRA START 17 BEGIN MEI 20 LOGIE ECHNO ONDERHOUDST EEN. IN HOOGEV
INFORMEER!
" Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. : 145 0&'3*16&45'%*0+'- : 145 0&'3*16&45'%*01.1)+' : 145 0&'3*16& '0 #0#)'/'05 : #45'3 1( 0)+0''3+0) +0 #+05'0#0%' 44'5 #0#)'/'05
5#35 1-51$'3 5#35 1-51$'3 5#35 1-51$'3 5#35 ('$36#3+ 4'25'/$'3
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op 888 %705 0..
!
18 februari 2017
Niet te
NIET TE MISSEN <
missen! Binnen een samenwerkingsverband tussen SKF, Traduco en de NVDO vindt op 31 maart a.s. het Nationaal Asset Management Debat plaats in Nieuwegein. Bedrijven die Operational Excellent willen zijn, realiseren deze uitdagende ambitie door een duidelijke visie te communiceren naar de organisatie. Elke medewerker binnen de organisatie kent de verwachtingen en is op de hoogte van de risico’s, prestaties, kosten en hoe(veel) de visie bijdraagt aan de bedrijfsstrategie. Operational Excellence kan worden beschouwd als een bredere en meer integrale aanpak dat zich focust op optimalisatie van onder andere de bedrijfsprocessen, data- en informatievoorziening, product, organisatie en rendement op kapitaalsinvesteringen. Asset Management is een krachtig ondersteunend middel dat bijdraagt in het realiseren van een Operational Excellente bedrijfsvoering, het draagt bij aan het waarborgen en verduurzamen van het verdienmodel. De organisatie wordt zich meer bewust van de noodzaak van kosteneffectief en risicogestuurd beheer en onderhoud van de assets over de levensduur. Bedrijven worden zich in toenemende mate bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en de plicht om in compliance te zijn, waarbij toepassing van de Asset Management systematiek een voorname rol vervult. <
Het dagvoorzitterschap is in handen van Hanno Spoelstra, Manager AMS, SKF b.v. en Voorzitter van de NVDO Task Force Asset Management. • Inleidende beschouwing door Nico Groen, Algemeen Directeur, Traduco BV; • Hoe Asset Management bijdraagt aan een Operational Excellent presterende organisatie. • Nieuwe fabrieken: Standaardisatie ontwerp of lokale ontwerpen door Gerlof van Hoek, Operations Director, Royal Zeelandia Group; Toepassing van Good Engineering en Manufacturing Practices zijn voor Zeelandia bij het bouwen van nieuwe fabrieken in verre landen van essentieel belang, zowel tijdens de ontwerpfase, de bouw, de opstart en de training van de medewerkers en het management van een nieuwe fabriek • De perfecte reis door Paul Lorist, Directeur Techniek, RET NV; Binnen techniek-RET is tien jaar geleden gekozen voor het toepassen van de Asset Management filosofie vanuit de behoefte om met de beschikbare middelen efficiënter om te gaan. Inmiddels heeft deze keuze bewezen de juiste te zijn • Operational Excellence: “A way of life” door Cees Mens, Associate Vice President en General Manager, MSD Oss; In de bedrijfsvoering van MSD Oss is Operational Excellence een “way of life”, dat wordt ondersteund door het integraal toepassen en borgen van het Merck Production System. Een systeem dat vergelijkingen heeft met filosofieën als Lean Manufacturing en Lean Six Sigma
19
20 februari 2017
NVDO straat op Maintenance Next; benut de mogelijkheden! Maintenance NEXT 2017 bouwt van 11 tot en met 13 april a.s. aan de onderhoudsindustrie van vandaag én morgen. Deze editie staat in het teken van Partners in Performance. Dit thema sluit aan op de trend dat samenwerking en het delen van informatie van essentiële waarde is voor Asset Owners, fabrikanten (OEM), toeleverings- en servicebedrijven en vanzelfsprekend de professionals die op dagelijkse basis verantwoordelijk zijn voor optimale prestaties tegen reële kosten. Uiteraard is de NVDO met haar stand vertegenwoordigd en verzorgt het grootste onderhoudsplatform van Europa een deel van het inhoudelijke programma. Maar er is meer, want de vereniging uit Houten denkt ook aan lidbedrijven met minder dan 20 medewerkers! Speciaal voor deze organisaties wordt de zogenoemde “NVDO Straat” ingericht en krijgt men een leuke standruimte (ingericht) voor de totale duur van Maintenance Next. De voorwaarden zijn gepubliceerd op www.nvdo.nl
tiekwaliteit’. Uit de Suto benchmark blijkt dat er drie aspecten zijn die een significante bijdrage leveren aan relatiekwaliteit, te weten vertrouwen, communicatie en betrokkenheid. Vertrouwen betreft onder andere het vertrouwen in aan elkaar verstrekte informatie, het oplossen van problemen die de samenwerking kunnen beïnvloeden en het erkennen van elkaars reputatie en vaardigheden. Communicatie tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer betreft het gemak waarmee contact gemaakt kan worden met de andere partij op verschillende niveaus in de organisatie. Als laatste focust betrokkenheid zich op de middelen die bedrijven in willen zetten om de relatie te verbeteren en de wil om van de relatie een succes te maken. Vertrouwen en communicatie zijn de twee belangrijkste pijlers binnen prestatiemanagement en specifiek prestatiecontracten.
> Hoe kunnen bedrijven dan het beste prestatiemanagement inrichten? – –
– De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud kan zich uitstekend vinden in het generieke beursthema “Partners in Performance”, dat mooi aansluit bij de (wetenschappelijke) onderzoeken die de NVDO initieert en dissemineert. Dat doet zij niet alleen met het NVDO Onderhoudskompas, maar kengetallen, trends en visie worden jaarlijks ook onderzocht door de NVDO Sectie Suto jaarlijks met thema’s binnen Prestatiemanagement, waarin nauw wordt samengewerkt met technische universiteiten, de achterban, relevante stakeholders en Accenture.
> Relatiekwaliteit; de actuele stand van zaken. Een belangrijke graadmeter binnen de relationele aspecten betreft ‘rela-
VERENIGING <
–
–
Streef naar een hoog maturiteitsniveau Het is niet in elke situatie nodig om naar het hoogste niveau (niveau 5 benchmark, red.) te streven. Dit is namelijk afhankelijk van verschillende zaken, onder andere: a. Het onderhoudsproject b. De organisatie c. Type industrie Het niveau waarop de opdrachtnemer werk uitvoert moet aansluiten bij de manier waarop de opdrachtgever kan sturen en beoordelen en vice versa Richt het onderhoudscontract niet in vanuit een silo. Een ketenbenadering is nodig om innovatie te stimuleren en gezamenlijk doelstellingen te realiseren Verbeter het vertrouwen, de communicatie en commitment bij beide partijen
NVDO Straat Maintenance Next Doe mee en praat mee, bezoek de inloopsessies en ontmoet de standhouders. De NVDO verwelkomt u graag tijdens Maintenance Next op 11, 12, 13 april a.s. in Ahoy Rotterdam
21
Kort Doof het licht, ook dat is innovatie het gedurende de daluren uitschakelen van 237 lichtmasten en de vervanging van lantaarnpalen door reflectoren. In de categorie ‘organisaties’ ontving ingenieurs- en ontwerpbureau Vigor Novus uit Den Burg, Texel, de Ster van de Nachtprijs voor het inspirerende en bewezen uitvoerbare plan om de Openbare Verlichting op Texel maximaal te verduurzamen door het terugdringen van lichthinder en -vervuiling en het volledig energieneutraal maken van de verlichting. Ambitie is zelfs om het Nationaal Park op Texel om te vormen tot een erkend Dark Sky Park. In de categorie ‘overheden’ mag de Gemeente Waterland zich winnaar van de Ster van de Nachtprijs noemen. Waterland kreeg de prijs voor het plan om lantaarnpalen langs een fietspad naast de ringweg rondom Monnickendam weg te halen. De verlichting langs de ringweg gaat over op ledverlichting en de verlichtingssterkte wordt verminderd (van 70 naar 38 Watt). De fietspaden worden meeverlicht met lantaarnpalen langs de naastgelegen wegen, waarvan de verlichtingingssterkte ook nog eens wordt teruggebracht.
Foto: PWN Van links naar rechts: Pepijn Lylema, Vigor Novus/Annemarie Manger, TataSteel IJmuiden/Laura Bromet Gemeente Waterland
De Nacht van de Nacht is een jaarlijks evenement georganiseerd door de Natuur- en Milieufederaties. In (aanloop naar) de Nacht van de Nacht roepen de Natuur en Milieufederaties gemeenten en bedrijven op om verlichting en aanlichting te doven en om dit de rest van het jaar ook vaker te doen. Dit om energie (en geld) te besparen en CO2 uitstoot te verminderen. Maar ook om lichthinder tegen te gaan. In 2015 doofden al 155 gemeenten en bedrijven de lichten. Onlangs werd de Nacht van de Nacht voor de 12e keer georganiseerd. Door overmatig gebruik van kunstlicht, ontstaat er een verhoogde helderheid van de nachtelijke omgeving. Dat dit een serieus probleem is, blijkt wel uit de nieuwe wereldkaart van de lichtvervuiling. Uit die kaart blijkt dat 80% van de Nederlanders de Melkweg niet kan zien. Daarmee wonen we in één van de meest lichtvervuilde regio’s van de wereld. Lichthinder is schadelijk voor de gezondheid van mensen. Ook heeft nachtelijk kunstlicht negatieve gevolgen voor planten en dieren, zoals een verstoord bioritme.
Winnaars Namens de Provincie Noord-Holland lanceerde Natuur en Milieufederatie Noord-Holland de “Ster van de Nachtprijs”. Deze prijs is ingesteld met als doel lichthinder terug te dringen en energie te besparen. Door lichten te doven, kunnen we op meer plekken genieten van nachtelijk duister en een flonkerende sterrenhemel. De Ster van de Nachtprijs 2016 was voor het beste plan voor maatschappelijk verantwoorde buitenverlichting in Noord-Holland. In de categorie ‘bedrijven’ werd TataSteel de winnaar vanwege het goed doordachte, integraal afgewogen plan dat is ingediend voor
22 februari 2017
Verminderen van lichthinder is geen koud kunstje Nederland is een van de lichtste landen ter wereld. Vanuit de ruimte is goed te zien dat ons land helemaal oplicht door de hoeveelheid kunstlicht. Al dit overvloedige licht wordt lichtvervuiling genoemd. Lichtvervuiling kent vele bronnen. Denk aan verlichting van bijvoorbeeld sportvelden, wegen, kantoorgebouwen, parkeerterreinen/garages, kassen, monumenten en reclameborden die soms de hele nacht onnodig branden. Verminderen gaat echter niet altijd zo simpel als het lijkt. Led-lampen vragen wel minder stroom, maar moeten goed worden afgesteld, het licht ervan is fel en kan tot ver stralen. Het voorkómen van lichthinder vormt dan ook een belangrijke uitdaging bij de toepassing van led-verlichting. <
‘Nederland is een van de lichtste landen ter wereld’
CursusKalender 7/8 maart; Meerjarenonderhoudsplanning Bij een meerjarenonderhoudsplanning gaat het erom dat de wensen van een organisatie vertaald worden naar de mogelijkheden van het gebouw waarin die organisatie gehuisvest is. Een goede meerjarenonderhoudsplanning maakt gebruik van de resultaten die verkregen zijn uit onderhouds-inspecties (bijvoorbeeld volgens NEN 2767). Elke onderhoudsplanning heeft twee belangrijke functies: het is een goed stuk gereedschap bij onderhoudsbeheersing en het is een goed communicatiemiddel bij het zichtbaar maken van de resultaten van onderhoudswerkzaamheden.
Doel De cursist is na afloop van de cursus Meerjarenonderhoudsplanning in staat: een Programma van Eisen voor Instandhouding op te stellen, bezien vanuit dwingend recht, regelend recht en beleid. Hij kan een meerjarenonderhoudsplanning van (bouwkundig) onderhoud maken en weet om te gaan met onderhoudskengetallen en projectanalyses om de eigen meerjarenonderhoudsplanning mee te kunnen vergelijken.
In company mogelijk Onderwerpen • Onderhoudsplanning als onderdeel van de bedrijfsbeheersing (control): meetbare doelstellingen en meetbare output en Het verzamelen van gegevens via gerichte inspecties (b.v. NEN 2767) • Welke eisen worden er per discipline aan een conditiemeting meerjarenplan gesteld? • Directe toepassingen van inspecties NEN 2767. Hoe doe je dat? • Het in beeld brengen van de bestaande conditie van de gebouwenvoorraad: Het opstellen van een meerjarenonderhoudsplanning (budgettering), Het meten en controleren van onderhoudscondities, Het ondersteunen van vastgoedbeheer en –beleid en communicatie • Indirecte toepassingen NEN 2767. Hoe doe je dat? • Het opstellen van een activiteitenplan op basis van het meerjarenonderhoudsplan, Het uitwerken ervan naar een jaarplan, Het in beeld brengen van te verwachten kosten Het uitvoeren van projectvoorbereiding en invullen van bestekken, Het opstellen van (resultaatgerichte) onderhoudscontracten en Het overdragen van verantwoordelijk-heden bij aanvang of beëindiging van (resultaatgerichte) onderhoudscontracten • Afgeleide besturingsproducten van meerjaren beheerplannen: • Objectoverzichten, Basis Programma van Eisen per object. Inspectierapportages (ruimtelijk, esthetisch, functioneel, technisch en wettelijk), Meerjarenplanningen (naar tijd en geld) en Financiële meerjaren planningen, vastgoeddossiers, productkaarten • Rapporteren van bevindingen in een meerjaren onderhoudsplan
13/14 maart; Praktijkgericht Risicomanagement voor Beheer en Onderhoud van Assets
In company mogelijk
Binnen risicomanagement is het gebruik van risicomatrices een essentieel onderdeel om kosteneffectiviteit te realiseren voor het beheer en onderhoud van assets. Door gebruik te maken van risicomatrices en risicogetallen kunnen de risicogevolgen in kaart worden gebracht wat leidt tot beslissingsscenario’s. Hierdoor kunnen risico’s vermeden worden of bewust worden geaccepteerd op gebieden als productie, kosten, veiligheid, imago en milieu.
leert men ook wat de impact is van de methodiek voor uw organisatie. Ook wordt duidelijk wat de verhouding is tussen de kosten en de opbrengsten bij het implementeren van de risicomanagement.
Onderhoudsmedewerkers worden vaak betrokken bij risicoanalyses binnen analysemethodieken zoals RCM en FMECA. Hierin wordt gebruik gemaakt van risicomatrices en worden risicoprofielen opgesteld van technische componenten binnen de installaties. Veelal resulteert dit in keuzes ten aanzien van onderhoudsstrategieën.
Onderwerpen
Door het toepassen van risicomanagement op praktijkgerichte vraagstukken wordt niet alleen de kennis overgebracht, maar
Doel Deze cursus stelt u in staat om risicomanagement voor beheer en onderhoud toe te passen gedurende de gehele levenscyclus van een technische installatie.
• • • • • • • •
Kader van risicomanagement Gebruik van risicomatrices Gebruik van risicogetallen Toepassen van kosteneffectiviteit Werken met scenario’s en tools Uitvoeren van risicoanalys Interpreteren en communiceren van resultaten Realiseren van risicobewust denken, organisatiebreed
23
CursusKalender 21 maart; Asset Data Management (ADM) Informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle! Informatie speelt een cruciale rol in het engineeren en onderhouden van assets. Deze eendaagse training introduceert u in de wereld van het verzamelen, vastleggen, delen, beheren en analyseren van informatie, zodat u door het slim inrichten van Asset Data Management maximaal presteert in alle fasen van de Asset Life Cycle!
Doel • Resultaten voor deelnemers aan de training “Asset Data Management” • Inzicht in en bewustzijn van ADM in projecten en technisch beheer • Herkennen van valkuilen op het gebied van informatiemanagement • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud • Inzicht in functie van informatiemanagement in de verschillende fasen van de Asset Life Cycle • Tips & tricks voor slim ADM.
In company mogelijk
Onderwerpen In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en actieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • Functie van informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle • Positie van ADM in Asset Management • ADM in projecten versus beheer • Informatie vastleggen, delen en beheren • Tools voor het verzamelen van informatie • Onderhoudsinformatiesystemen • Document control in projecten • Master dataverwerking voor reservedelen • Informatie voor FMECA en onderhoudsplannen • Analyseren van informatie om te komen tot predictive maintenance • ADM best practices
21/22/23 maart; Reliability-centred Maintenance - RCM2
In company mogelijk
Met RCM2 wordt een vliegende start gemaakt met nieuwe systemen of wordt een grote verbetering van de betrouwbaarheid bereikt bij systemen die al jaren in gebruik zijn. U zult ervaren dat de diepgang en doorvoertijd van de toepassing van RCM2 altijd in de pas loopt met de doelstellingen van het project. Snel als het kan, gedetailleerd als het oplevert.
de cursus. Theorie wordt hierbij telkens afgewisseld met toepassing op een praktijkvoorbeeld. Tijdens de cursus wordt er ruim aandacht besteed aan hoe RCM2 georganiseerd wordt om het tot een succes te maken. De docent zal aan de hand van uw vragen helpen de theorie te vertalen naar uw bedrijfssituatie en de theorie toelichten met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Doel
Iedereen die zich bezighoudt met, of direct belang heeft bij, de betrouwbaarheid van machines. Hiertoe behoren de medewerkers en de managers van Maintenance Engineering, Reliability Engineering, Technische Dienst, Productie, Engineering en Asset Management. Iedereen kan aan de driedaagse basiscursus Reliability-centred Maintenance (RCM2) deelnemen, tenzij die deelname in strijd is met de licentie-overeenkomst tussen Aladon LLC en Operational Excellence Transfer.
U leert welke onderhoudstaken het beste ingezet kunnen worden in de strijd tegen storingen. Ook leert u welke storingen beter bestreden kunnen worden met een wijziging van het ontwerp, het gebruik of door het verbeteren van instructies, kennis of vaardigheden.
Onderwerpen De cursus duurt drie aaneengesloten dagen. Bij de RCM2-aanpak staan 7 belangrijke vragen centraal. Deze 7 vragen vormen de rode draad van
24 februari 2017
Bestemd voor
Investeerder of eigenaar? Fysieke assets kunnen onderverdeeld worden in diverse sectoren, zoals onder andere industrie, transport, (petro-) chemie, farmacie, infrastructuur, energie en vastgoed. Maakt dat nou verschil uit in het Asset Management dat nodig is? Natuurlijk heeft elke sector zijn eigen eigenschappen en omgeving, maar sec genomen is er qua Asset Management nauwelijks verschil. De ISO 55000 Asset Management normenstandaard is in alle sectoren uitstekend te gebruiken. Dat maakt de scope van Asset Management natuurlijk heel breed. Toch is er één sector die zich op een speciale manier onderscheidt van de anderen en dat is de Gebouwde Omgeving. Dat onderscheid zit hem in de beleving en houding van de asset eigenaren. En dan hebben we het niet over de privé-eigenaren van vastgoed, zoals huizenbezitters, maar over de commercieel vastgoed eigenaren. Het verschil zit hem in de benadering van de assets. Waar de overige sectoren deze zien als eigendom, als een productiemiddel dat ook als zodanig beheerd moet worden, heeft de commercieel vastgoed eigenaar vaak de insteek van een investeerder. En dat is net even anders. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het onderhoud. Waar in de andere sectoren de asset eigenaren meestal de insteek nemen dat het onderhoud gebaseerd is op het reduceren van het aanwezige risico bij falen van (een onderdeel van) de asset, neemt de vastgoedsector vaak de benadering van het op een gewenst kwaliteitsniveau houden van de assets.
Op 30 maart a.s. maakt de NVDO u wegwijs in ISO 55000 strategisch gebouwbeheer. Onderwerpen • Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management als het gaat om Gebouwbeheer op strategisch niveau • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen • Basisvereisten van een Asset Management Systeem • Toepassen van de norm voor strategisch gebouwbeheer en vastgoedsturing • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen • Aansluiting ISO 55000 op bestaande ontwikkelingen binnen de vastgoedsector als NTA 8026, NEN2767 en BIM
Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm deel I inbegrepen!
Doel Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft. Ze kunnen deze kennis inzetten voor vastgoedsturing en strategisch gebouwbeheer in hun eigen organisatie.
De gebruikte norm hiervoor is de NEN 2767 normstandaard voor conditiemeting, waarbij het om de conditie van het vastgoed gaat en niet om het risico. Het probleem bij het gebruiken en onderhouden van conditieniveaus is met een voorbeeld van een Cv-installatie te verduidelijken. Als een radiatorkraan van een verder zo goed als nieuwe Cv-installatie op conditieniveau 2 lekt, dan kan de hele installatie leeglopen en uitvallen. Dit levert een aanzienlijk risico op. Nu is het wel vreemd om als reactie op dit risico de hele installatie naar conditieniveau 5 te brengen, terwijl er maar met één component iets aan de hand is. Dat doet men dan ook niet. Men lost dit op door de bewuste radiatorkraan als “manifest gebrek” aan te duiden en de complete Cv-installatie verder in conditie 2 te laten staan. Het gewenste conditieniveau wordt ingeschat op basis van het effect bij falen. Of een dergelijk gebrek zich frequent of niet frequent voordoet, wordt niet meegenomen. Dit is anders bij het onderhoud gebaseerd op basis van risico, daar kan het risico zelfs zeer nauwkeurig worden gecalculeerd en worden afgezet tegen de preventieve maatregelen. Het zou zo maar eens kunnen zijn dat het toepassen van de ISO 55000 in de Gebouwde Omgeving aan dit conditie-denken een draai zal geven en een impuls richting het risico denken zal introduceren.
25
AEOMobius Loop. Foto: SKF b.v.
Risk-Based Maintenance
project;
Job Done?
In december heeft SKF een Risk-Based Maintenance project opgeleverd bij een van haar relaties in de petrochemische sector. Project opgeleverd, “job done!”, zou je zeggen. Maar is het werk nu gedaan? Wat was de aanleiding voor het project en is het doel bereikt, of is er in de veranderende wereld van vandaag sprake van een bewegend doel? Dat vraagt om operationele innovatie; het continue proces van sneller, beter en goedkoper produceren.
neemt om die risico’s tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Daarom werd er een project gestart met SKF Asset Management Services als kennispartner op het gebied van reliability & maintenance engineering. Een van de projectdoelen was “slim uitbesteden” om kennisoverdracht naar de bestaande organisatie te borgen.
De aanleiding voor dit project was een aanstaande BRZO audit. Daarbij moet de organisatie aantonen dat het de risico’s, die gepaard gaan met het opereren van een fabriek, onderkent en maatregelen
We spreken Hanno Spoelstra, Manager Asset Management Services, SKF B.V. over de stappen die volgden. “O basis van de gemaakte risicoanalyse identificeerde het projectteam door middel van FMECA/
26 februari 2017
Als eerste werd een risicoanalyse uitgevoerd. De bedrijfsdoelen en onderkende risico’s werden in een matrix vastgelegd die als toetssteen is gaan gelden voor de hele organisatie. Van de fabriek werden de meest kritische delen (lees: die met de grootste kans en effect van falen) in kaart gebracht. Ruim 20% van alle equipment had een hoog tot zeer hoog risicoprofiel. Dat betekent niet dat de fabriek onveilig was, maar wel dat er veel ruimte voor verbetering was. Met name op het gebied van het voorkomen van ongeplande stilstanden. En daar ligt de winst.
RCM de noodzakelijke preventieve onderhoudstaken en reservedelen. Deze resultaten werden geïmplementeerd in het onderhoudsbeheerssysteem waarmee het zichtbaar werd voor de hele organisatie. De rekensom leverde op dat er na de implementatie van dit onderhoudsconcept nog slechts zo’n 2% installatiedelen met een hoge risicoscore overbleven”. Inmiddels was de verhouding correctief versus preventief onderhoud omgeslagen van de klassieke 80-20 verhouding, naar een score van 40% correctief en 60% preventief. Spoelstra spreek over een aanzienlijke kostenbesparing. “Want ook bleek inmiddels dat correctief onderhoud hen zeker twee keer zoveel kostte als preventief onderhoud”. Ondertussen stond de wereld niet stil: de medewerkers onderkenden in deze werkwijze een methodiek om continu te kunnen verbeteren. “Dat was nodig, want inmiddels vroeg de marktsituatie er om dat er meer productie tegen lagere eenheidsprijzen werd geleverd. Daarmee werd een compliance vraagstuk een Asset Management opdracht”. Het balanceren van de ondernemingsrisico’s, -kosten en installatieprestaties. Dit werd onderbouwd door te sturen op sectorspecifieke benchmarkgegevens. Ter afronding werd met het hele bedrijf gevierd dat het project met succes was opgeleverd aldus Spoelstra, die tevens voorzitter is van de NVDO Taskforce Asset Management. “Er was taart voor alle medewerkers. Project opgeleverd, het werk gedaan? De staande organisatie heeft inmiddels de plan-do-check-act cyclus gesloten waarmee een herhalend proces is geïmplementeerd dat stap voor stap verbeteringen oplevert. Dan zeg ik liever: project opgeleverd: missie < geslaagd!
IN BEDRIJF <
‘slim uitbesteden om kennisoverdracht naar de bestaande organisatie te borgen’
Foto: SKF b.v.
27
VISIE <
High Performing Organizations werken samen met meer innovatievere
opdrachtnemers
Om alle capabilities te realiseren, is een grote verscheidenheid aan kennis nodig. Een specialist in advertising heeft andere focusgebieden dan iemand die de kwaliteit van producten waarborgt. Om te excelleren op deze capabilities, is samenwerking noodzakelijk! Uit het NVDO Onderhoudskompas blijkt dat de behoefte aan kennis bij bedrijven op het gebied van ‘innovatie en technologische ontwikkelingen’ zit. Opdrachtnemers kunnen hier vaak een belangrijke rol in vervullen. Ten eerste omdat zij vaak een andere blik hebben op hoe Asset Management en onderhoud gedaan kunnen worden, dan de asset owner of manager. Daarnaast zijn zij door hun specialisatie vaak beter op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
Uit de benchmarkresultaten van NVDO’s Sectie Suto, valt op dat bij HPO’s (High Performing Organizations) de opdrachtnemer vaker met innovatieve oplossingen komt dan bij LPO’s (Low Performing Organizations). HPO’s investeren meer in het onderhoudscontract dan LPO’s. Kijkend naar de resultaten van een samenwerking, valt op dat opdrachtnemers bij HPO’s meer innovatievere oplossingen vinden dan LPO’s. Tijdens de benchmarkstudie is gekeken wat de antecedenten hiervoor zouden kunnen zijn. Specifiek is gefocust op investeringen, bonus/malus regelingen en issues die kunnen voorkomen tijdens een samenwerking.
Opdrachtgever en opdrachtnemer investeren bij elke samenwerking in de vorm van bijvoorbeeld training van medewerkers, aanschaf van specifieke machines en materialen en innovatieve oplossingen die alleen binnen het onderhoudscontract waarde hebben. Deze benchmark focust zich op investeringen specifiek voor het onderhoudscontract met een bepaalde opdrachtnemer. Hieruit blijkt /ŶŶŽǀĂƚŝĞ ǀĂŶƵŝƚ ĚĞ ŽƉĚƌĂĐŚƚŶĞŵĞƌ dat de investeringen gemiddeld € 550.000 voor de opdrachtgever De opdrachtnemer presenteert bedragen en € 430.000 voor de innovatieve oplossingen die de opdrachtnemer. Dat komt neer op opdrachtgever anders niet zou respectievelijk 14% en 7% van hebben overwogen in het het onderhoudscontract. onderhoudscontract 5 4 > HPO’s hebben vaker bo 3 De opdrachtnemer verbetert de nus/malus regelingen in hun De opdrachtnemer introduceert efficiency van producten en 2 contracten. Een verklaring voor nieuwe producten en diensten in LPO diensten geleverd binnen het 1 de hogere innovatie kan de stuhet onderhoudscontract onderhoudscontract HPO Ͳ ring in contracten zijn, bijvoor-
De opdrachtnemer verbetert voortdurend zijn onderhoudsprocessen binnen het onderhoudscontract
De opdrachtnemer neemt het voortouw op het gebied van nieuwe technologie binnen het onderhoudscontract
De mate waarin de opdrachtnemer innovatie meeneemt in het onderhoudscontract, op een schaal van 1 tot 5
28 februari 2017
beeld door opdrachtnemers uit te dagen om beter te presteren (bonus) of door ze te straffen voor slecht presteren (malus). Om goed uitgevoerde werkzaamheden te belonen, kunnen bonusregelingen in het contract opgenomen worden. Anderzijds kunnen malus regelingen toegepast wor-
den om slecht uitgevoerde werkzaamheden sterker te ontmoedigen. Uit de benchmark blijkt dat 30% een bonusregeling in de contracten heeft opgenomen, 39% een malusregeling en 53% geen van beiden. Deze percentages laten zien dat er beperkte focus is op het overtreffen van de verwachtingen. Dit wordt ondersteund door de bevinding dat de bonus gemiddeld 3% van het onderhoudscontract is, terwijl de malus gemiddeld 6% van het onderhoudscontract is. Verder blijkt dat het hebben van een bonus- en/of malusregeling wel van toegevoegde waarde is. HPO’s maken twee keer zoveel gebruik van deze regelingen dan LPO’s. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat HPO’s door het hanteren van een bonus/malus regeling meer ruimte geven aan de opdrachtnemers om zich te ontwikkelen en nieuwe manieren van werken te proberen.
> Ten aanzien van de rol van strategie, KPI’s en innovatie op onderhoud zien we het volgende: a. Radicale innovaties leiden tot effectiever onderhoud. Effectief onderhoud leidt tot effectievere activa. Wat zoveel betekent als dat Innovatie bijdraagt aan goed onderhoud en op die manier bijdraagt aan beter presterende assets b. Een prestatiemeetsysteem dat gekoppeld is aan de strategische doelen leidt tot meer incrementele innovaties en tot effectiever onderhoud c. HRM beleid en de Organisatiecultuur en dragen bij aan het realiseren van innovatie d. Meer geavanceerder type contracten dragen bij aan de prestatie van de asset
> Streef naar een hoog maturiteitsniveau. Nederland is sinds 2016 niet langer innovatievolger, maar innovatieleider! Samen met Denemarken, Duitsland, Finland en Zweden, vormt Nederland de kopgroep van landen die minimaal twintig procent boven het Europese gemiddelde scoren op 25 indicatoren voor innovatiekracht. Nederland is voor het eerst innovatieleider in plaats van innovatievolger, onder andere omdat er vooruitgang is geboekt bij de hoeveelheid private investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Ook wordt in toenemende mate onderzoek daadwerkelijk door het bedrijfsleven omgezet in producten en diensten en is het aantal hoger opgeleiden in Nederland gegroeid. Uit het rapport van de European Innovation Scoreboard 2016 blijkt, dat ook samenwerking tussen publieke en private sector in Nederland een reden is voor de nieuwe positie als innovatieleider. In bredere zin geldt dat samenwerking belangrijk is om innovatie te stimuleren. Om dit te realiseren, zouden organisaties moeten streven naar een zo hoog mogelijk maturiteitsniveau. Hierbij is het belangrijk om beide partijen in hun kracht te zetten: zowel de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Daarbij moeten beide partijen goed weten wat zij zelf toevoegen in het partnership en waar zij de andere partij vrij moeten laten om hun expertise in te zetten. <
‘Nederland is sinds 2016 niet langer innovatievolger, maar innovatieleider!’ Intermezzo: Ketencontrole bij leveranciers Met dank aan Carol Velthuis Om de positionering tot in de finesses in de praktijk te brengen is het niet genoeg om alleen de eigen operatie onder controle te hebben. Ook voor leveranciers gelden dezelfde perfectionistische eisen. Starbucks heeft een nauwkeurig selectieproces voordat het een langdurige relatie aangaat met koffieleveranciers. De inkopers kijken naar zaken als: hoe zien de bomen op de plantage eruit, staan ze in de schaduw, is er een molen, hoe gaan ze om met afvalwater, hoe gaan ze om met het milieu en met hun medewerkers? Hetzelfde geldt voor verpakkingsleveranciers. Starbucks was jaren bezig om een verpakking te ontwikkelen waarin de koffie langer vers bleef volgens de Starbucks-criteria, dan de zeven dagen waarmee ze begonnen. Als dat niet zou lukken, zou grote expansie onmogelijk zijn. Ze werkten nauw samen met leveranciers en pushten die om verder te gaan dan hun bestaande niveau van technologie. Dat resulteerde in betere materialen en een innovatief ventiel dat gassen naar buiten, maar geen lucht naar binnen laat. Ook McDonald’s heeft een nauwe relatie met leveranciers en zorgt er zo voor dat zijn strakke eisen ook op hen worden overgebracht. Toen in de jaren negentig Amerikanen in hoog tempo overstapten van rood vlees naar kip, was een goed kipproduct cruciaal De (toen zeer innovatieve) McNuggets werden ontwikkeld maar bleken lastig op grote schaal kwalitatief goed te maken. Vleesleverancier Keystone ontwikkelde een methodiek en deelde die met andere leveranciers die de methode net zolang verbeterden totdat die voldeed aan de strenge normen van hun veeleisende klant. Het product werd in enkele maanden uitgerold en werd al snel bijna no procent van de omzet van McDonald’s. Het koste Kentucky Fried Chicken drie jaar om tot een vergelijkbaar product te komen. De goede leveranciersrelatie leverde McDonald’s grote snelheid en innovatiekracht op. Bij Caterpillar moeten leveranciers de ‘passion for quality’ begrijpen en ervoor zorgen dat alle producten tot in de vezels voldoen aan alle kwaliteitsnormen, zodat ieder product dat Caterpillar levert, ‘Caterpillar to the core’ is. Binnen het ‘Certified Supplier’ Program worden 1100 leveranciers jaarlijks gecontroleerd op strikte en gedetailleerde voorwaarden binnen continue verbeterplannen. Een van de belangrijkste succesfactoren van ArcelorMittal is zijn controle over grondstoffen. Het produceert zelf de helft van de ijzererts die het verbruikt. Zo verzekert het bedrijf de, voor zijn positionering, essentiële toegang tot hoogwaardige, goedkope grondstoffen.
29
VISIE <
Prestatie De NVDO heeft al een aantal jaar de feiten en cijfers over de prestatie van onderhoudsmarkt verzameld vanuit haar achterban. Deze cijfers laten zien hoe de onderhoudssector haar budgetten verdeelt en hoeveel geplande en ongeplande downtime er is. In het Onderhoudskompas wordt onderscheid gemaakt tussen vier rollen: de asset owner, de adviseur/inspecteur, de onderaannemer en de dienstverlener. Deze rollen worden gebruikt om verantwoordelijkheden omtrent innovatie te omschrijven. 30 februari 2017
De meeste innovatieve en technologische ontwikkelingen hebben naar verwachting in de toekomst te maken met de rol die data kan spelen in (de besturing van) de operatie. Het is derhalve van cruciaal belang dat organisaties met data om kunnen gaan en ook de vertaling kunnen maken van de data naar informatie, waarop beslissingen te nemen zijn.
> Procesoptimalisatie. Door data overzichtelijk te ordenen, kan een bedrijf gebruikmaken van analytische methoden om informatie uit de data te halen. Het proces van het verzamelen, ordenen en analyseren van data om patronen en andere nuttige informatie te ontdekken wordt analytics genoemd. Voor predictief onderhoud zijn Big Data en analytics essentieel. Door analytics is het voor bedrijven mogelijk om bijvoorbeeld de Life Cycle kosten van hun assets beter in kaart te brengen. Door gebruik te maken van analyse van data kunnen processen in het bedrijf worden geoptimaliseerd, onder andere door te kijken welke werkzaamheden de meeste tijd in beslag nemen en vast te stellen of deze activiteiten waarde toevoegen aan het operationele proces. De behoefte aan ICT-systemen is een belangrijke trend die de komende jaren, door innovatie en technologie, zeker nog veel aandacht verdient. Een belangrijke trend hierbinnen is Internet of Things (IoT), wat betekent dat steeds meer ‘devices’ via het internet aan elkaar worden gelinkt. Dit kan zorgen voor een enorme verandering in het strategisch landschap van vele sectoren. Het verbinden van de devices ofwel smart products zal uiteindelijk leiden tot smart services, waarbij diensten via Internet of Things uitgevoerd zullen worden. De verouderde asset base is een zorg voor de asset owner, omdat manieren bedacht moeten worden om de levensduur ervan te optimaliseren. Hiervoor kunnen verschillende techniek toegepast worden, zoals LCC of innovatieve oplossingen als sensoren die data genereren. Deze twee trends hebben mede hierom ook een plek in de Top 10 Trends.
Top 10 trends
Liander heeft bijvoorbeeld te kampen met een gasnetwerk dat aan het verouderen is, waardoor er op korte termijn zesduizend kilometer gasnet vervangen moet worden. Dit is een enorme ingreep, maar er wordt ook gelijk gekeken of er bij deze vervanging een innovatieslag gemaakt kan worden. Het inbouwen van sensoren zal het onderhoud in de toekomst doelgerichter en sneller maken. Hierdoor kan een verplichte vervanging van de assets gecombineerd worden met een innovatieve manier van onderhoud.
> Focus op technologie en innovatie. De focus op de technologie en innovatie is ten opzichte van vorig jaar gestegen. Nederland staat binnen Europa in de top 5 van meest innovatieve landen. Dat zou een verklaring zou kunnen zijn voor de stijging van de trend. Deze innovatieve mindset in Nederland heeft blijkbaar ook uitwerking op de onderhoudssector. Smart Industry is een concept waarbij machines zelf door hebben wat hun eigen situatie is en dit ook communiceren naar engineers en andere machines. Smart industry is een ontwikkeling binnen de (Nederlandse) industrie en specifiek de onderhoudssector, waarbij innovaties en technologische ontwikkelingen worden gebruikt om de processen efficiënter, flexibeler en kwalitatief beter te maken. Hierin is data genereren vanuit sensoren in de assets erg belangrijk. Met behulp van ICT-systemen kunnen data informatie opleveren en helpen bij het nemen van snellere beslissingen. Deze beslissingen helpen bij het stroomlijnen van de processen in het onderhoud. <
‘Focus op technologie en innovatie neemt alleen maar toe’
De 10 trends die het meest impact op de organisatie hebben staan hieronder weergegeven. Van de huidige top 10 stonden 6 trends vorig jaar ook in de top 10. Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance heeft dit jaar de meeste impact. Meest opvallende stijger is de trend schaarste aan technisch geschoold personeel die van positie 16 naar 2 is gegaan. (2015)
Trend
1
(3)
Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance
2
(16)
Schaarste aan technisch geschoold personeel
3
(6)
Omgaan met grote hoeveelheden data
4
(2)
Behoefte an ICT systemen
5
(10)
Focus op Life Cycle Costing
6
(17)
Het belang van onderscheidend vermogen voor afnemers
7
(4)
Een verouderde asset base
8
(1)
Aandacht voor Operational Excellence
9
(13)
Focus op technologie en innovatie
10
(5)
Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen
Plaats 2016
31
ACHTERGROND <
BAM test de mogelijkheden van Augmented Reality op project Hoge Raad. Foto: BAM Advies & Engineering
Vernieuwde aanpak van Asset Management dankzij slim datagebruik, VR en
AR
Het BIM Center van BAM Advies & Engineering heeft een VR-app ontwikkeld, genaamd BAM VR. Deze virtual reality-app toont 360°-visualisaties van verschillende projecten en is ideaal om toekomstige gebruikers, bewoners en bouwplaatsmedewerkers een technische oplossing of een gebouw eens van dichtbij te laten bekijken. Dit is echter niet de enige innovatie waarmee BAM bezig is binnen de keten van Asset Management. Met pilots rond het werken met een AR-bril en intensief gebruik van big data stoomt het concern zich klaar voor een vernieuwende en moderne aanpak van bouw en exploitatie.
32 februari 2017
‘Wij ontwerpen en engineeren allerlei type gebouwen en hebben alle expertise in huis om een zo compleet mogelijk ontwerp te maken, van ideeën en uitvoering tot exploitatie of beheer. Dit doen we vaak in combinatie met externe architecten die veelal door de opdrachtgever wordt geselecteerd, al dan niet met andere adviseurs en externe partijen. Onze focus is om daarbij BIM (Building Information Modelling) volledig in te zetten’, stelt Huib Tieleman, Hoofd BIM Center van BAM Advies en Engineering, het centrale ingenieursbureau van BAM Bouw en Vastgoed. BIM heeft veel definities. Een BIM-model is een gedeelde kennisbron met informatie over alle objecten in het gebouw dat dient als een betrouwbare basis voor het nemen van besluiten tijdens de gehele levenscyclus van het gebouw. Dus van het eerste ontwerp, de engineering gedurende de bouw, tijdens het beheer tot de sloop van het gebouw. Voor BAM Bouw en Vastgoed betekent BIM ook een eenduidige wijze van werken én informatie verwerken. Tieleman: ‘Data nemen de laatste jaren aan belang toe. Rond 2000 zijn we begonnen met het verkennen van BIM. Je begint met modelleren en je gaat steeds verder. Snel was voor ons duidelijk dat de focus op data moet liggen en niet zozeer op de geometrie die eveneens in het BIM-concept is vervat. Toen dit voor ons duidelijk werd, hebben we (in tegenstelling tot veel andere bedrijven) onze werkprossen aangepast op de mogelijkheden die BIM biedt in relatie tot toeleveranciers, andere werkwijzen enzovoort. Dat is echt vernieuwend.’
> Kennis. Voor Asset Management betekent deze werkwijze dat alle data, die vanuit het realisatietraject relevant zijn voor beheer en onderhoud, worden overgebracht naar de betreffende systemen die bij beheer en onderhoud draaien. Er is geen vertaalslag meer nodig via tekeningen of allerlei analoge informatie, het gaat allemaal digitaal. Tieleman geeft een concreet voorbeeld: ‘Wanneer we inspecties lopen door het gebouw om de conditie ervan vast te stellen (denk aan de status van het schilderwerk, installaties of kozijnen), dan worden deze gegevens onmiddellijk aan de al aanwezige data van het project toegevoegd. Aan de hand van die data leiden we dan de onderhoudsconditie af. We kunnen bovendien in de beheer- en onderhoudsfase helemaal teruggaan naar de eis die ten grondslag lag aan een betreffende installatie. Wanneer bijvoorbeeld een armatuur moet worden vervangen, kunnen we direct terugvinden met hoeveel lux op een bepaalde werkplek moet worden gewerkt, waarom voor
De Poort van Den Haag technici krijgen informatie op maat via de HoloLens. Foto: BAM Advies & Engineering
‘Wij willen “smart buildings” realiseren die communiceren met de gebruiker en de asset manager’ dat armatuur destijds is gekozen en aan welke eisen een eventueel nieuw armatuur moet voldoen. Ook de hele onderhoudsgeschiedenis wordt aan diezelfde BIM-database toegevoegd.’
> Projectoverschrijdend. Per project heeft BAM de afgelopen jaren een BIM-database ingericht. Tieleman: ‘Doordat er meerdere projecten in die database staan, kunnen we nu allerlei dwarsdoorsnedes maken over de data en daarvan leren. Leiden bepaalde keuzes in het ontwerp of bouwtraject uiteindelijk tot meer of minder onderhoud? Wat is een efficiënte werkwijze? Welke partijen waarmee we in het verleden hebben samengewerkt bleken een goede keuze? Antwoorden vinden we in de verzamelde data. We leren niet alleen binnen het betreffende project, maar ook projectoverschrijdend. Dat is de kracht van data. Tegenwoordig screenen we bijvoorbeeld diverse partijen, door na te gaan hoe ze over verschillende andere projecten heen presteren.’ > Virtual Reality app. Het werken met BIM gebeurt al enige tijd. De vruchten van het verzamelen van data worden nu duidelijk geplukt. BAM gaat echter verder met innoveren. Onder andere door gebruik te maken van Virtual Reality. Tieleman geeft uitleg: ‘Ik zie Virtual Reality als de perfecte opvolger van wat reeds bestaat. We zijn begonnen met 2D-tekeningen, gevolgd door 3D-modellen, het beeld dat de design engineer in de ontwerpfase in zijn hoofd had. Echter, bij een 3D-model ben je nog altijd toeschouwer en sta je op een bepaalde afstand van het model. Dankzij Virtual Reality (VR) ben je veel meer betrokken en begeef je jezelf in de virtuele wereld. We hebben een VR-app en een VR-bril. De VR app toont visualisaties van verschillende projecten en is daardoor vooral geschikt om toekomstige gebruikers, bewoners of bouwplaatsmedewerkers mee te nemen in het nog niet bestaande gebouw of om een technische oplossing eens van dichtbij te bekijken. Het instapniveau is laag aangezien iedereen de app kan downloaden.’ De app wordt continu > 33
> gevuld met projectinformatie. Klanten, opdrachtgevers en omgeving krijgen inzicht in de business van BAM. ‘De app is een groot succes. Hij wordt veelvuldig (al meer dan 2000 keer in twee maanden) gedownload en gedeeld, ook door externe partijen en we krijgen veel positieve reacties.’
> VR-Bril. Het hulpmiddel om de virtuele wereld te betreden is de VR-bril. ‘Met een VR-bril op, loop je virtueel door het gebouw heen en voel je dat je in zo’n gebouw staat. Dat heeft veel voordelen: je kunt je beter inbeelden hoe de virtuele oplossing is opgebouwd en hoe die zich zal manifesteren in de realiteit. Je hebt veel meer inzicht ten aanzien van afmetingen, volumes, maar ook ten aanzien van bijvoorbeeld onderhoud, werkruimte en de mogelijkheden en uitdagingen rond beheer en onderhoud. Kan ik bepaalde objecten of installaties in de onderhoudsfase eenvoudig bereiken of niet? Wat betekent het als ik bij deze brandklep achter de plafondplaat moet? Tijdens het ontwerp kun je op die manier veel meer rekening houden met asset management. Dat doen we ook heel nadrukkelijk, vooral bij nieuwe contractvormen waarbij beheer en onderhoud een integraal onderdeel is van het contract. We proberen juist met VR alle betrokkenen op dat moment en ook later in het proces te betrekken om bepaalde ontwerpbeslissingen te nemen en het ontwerp te optimaliseren. Ook de verantwoordelijke voor onderhoud wordt hierbij betrokken. Als we een gebouw 25 jaar of langer moeten gaan beheren en onderhouden, dan is het noodzaak dat die discipline ook vooraan in het traject wordt betrokken.’
Snel toegang tot alle technische specificaties en onderhoudsgegevens. Foto: BAM Advies & Engineering
VR-technologie is nog redelijk nieuw. BAM heeft deze technologie pas dit jaar echt professioneel ingezet. ‘De VR-technologie vindt zijn plek zowel in het ontwerp, engineering als in de realisatie en beheer en onderhoud. We krijgen steeds beter inzicht in het eindproduct.’ Tegelijkertijd is het een hulpmiddel om te ondersteunen bij realisatie of tijdens onderhoudsactiviteiten. ‘We stappen geleidelijk af van het werken met tekeningen aangezien deze doorgaans alleen de eindsituatie weergeven. Veel meer schuiven we op richting stap-
34 februari 2017
voor-stapinstructies zoals bekend bij IKEA. Hoe kom je van niets naar het eindproduct dat je wil? Met het nieuwe systeem rusten we de werknemer uit met taakgerichte informatie.’ Zo’n VR-bril is prachtig, maar voor Tieleman is dit nog niet het eindpunt. ‘Je zit als persoon in een virtuele omgeving en de interactie met de buitenwereld is eigenlijk niet mogelijk met een VR-bril. De echte doorbraak voor de bouwplaats en voor Asset Management zal daarom uiteindelijk worden gevormd door augmented reality (AR) bijvoorbeeld mogelijk gemaakt door de HoloLens. Het virtuele beeld wordt bij AR geprojecteerd in de werkelijkheid. Het verbindt met andere woorden de realiteit en virtuele werkelijkheid met elkaar. Dat biedt nieuwe functionaliteiten. Met zo’n AR-bril kunnen we door een gebouw heen lopen, naar een specifiek punt kijken en zien wat er achter de muur of het plafond zit op die plek.’
> Finetunen. BAM experimenteert inmiddels met de AR-bril (of HoloLens). ‘Wij gebruiken hem in pilots om bijvoorbeeld wanden te monteren. Dankzij de bril heb je geen maatvoeringsmiddelen zoals linealen of rolbanden meer nodig en leg je profielen meteen op de juiste plaats. Je ziet ook door de bril welke bevestigingsmiddelen bij een klus nodig zijn en je kunt eenvoudig communiceren met de kantoorlocatie door een ingebouwd belsysteem. Ook bij onderhoud is dit handig. Je kunt bij een onderhoudssituatie via de bril meteen een specialist oproepen die advies kan geven over een bepaalde situatie.’ De eerste reacties van werknemers die met een AR-bril werken zijn positief. ‘In eerste instantie is het even wennen dat je met een soort skibril op, aan het werk bent. Maar eenmaal die fase voorbij, geven werknemers de voorkeur aan het werken mét zo’n bril in plaats van zonder.’ Toch zijn er nog wat uitdagingen te overbruggen voor de AR-bril bedrijfsbreed zal worden ingezet. Tieleman licht toe: ‘Het gezichtsveld is nog niet optimaal. Je moet rekening houden met circa 2x45 graden zicht in plaats van een 160-180 graden gezichtsveld zonder bril. Dat is vermoed ik een kwestie van geduld hebben aangezien de ontwikkelingen razendsnel gaan op dit moment. Daarnaast is er op dit moment nog geen integratie met een bouwhelm. Maar ook daar zijn momenteel partijen mee bezig om dit mooi in elkaar te vlechten. Het is een kwestie van tijd voor die op de markt komen. In 2017 willen we in elk geval het werken met de AR-bril verder uitrollen. Vooral in onderhoud en beheer zien we een grote meerwaarde. Je hebt je handen vrij, je kunt onderhoudsactiviteiten uitvoeren, je hebt de nodige informatie meteen tot je beschikking en je kunt,indien nodig, handsfree communiceren met specialisten.’
> Preventief onderhoud. Diverse nieuwe middelen leiden tot een vernieuwde aanpak van Asset Management bij BAM. Tieleman: ‘Over tien jaar zullen we voorspellend onderhoud volledig hebben geïmplementeerd. Binnen afzienbare tijd zullen de tekeningen verdwijnen. We zijn ondertussen onze gebouwen ook aan het uitrusten met sensoren, zodat we nog meer gaan leren van het gedrag en het gebruik van onze gebouwen. Wij willen “smart buildings” realiseren die communiceren met de gebruiker en de asset manager. Daarmee zullen we ons beheer nog beter kunnen aansturen. Waar we het smeren van deuren altijd op bepaalde periode deden, zullen we dat straks op basis van het werkelijke gebruik doen. Zo zijn er legio voorbeelden waarbij het gebruik bepalend gaat worden voor het moment van onderhoud.’ <
VERENIGING <
NVDO maakt
Genomineerde
Maintenance Managers van het Jaar 2017 bekend! De Verkiezing van de Maintenance Manager van het Jaar is een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO), Houten. Voor meer informatie of aanvullende interviews kunt u contact opnemen met 030 6346040 of via info@nvdo.nl De bekendmaking van de Maintenance Manager van het Jaar gebeurt op 16 maart a.s. tijdens het feestelijke diner na afloop van het congres “SHARE”, het NVDO jaarcongres in samenwerking met iMaintain. Delen is het nieuwe hebben.
Michael Donders (48) Manager Techniek & Engineering bij Delicia
Sinds 2009 heeft Michael, meteen bij zijn komst, bijgedragen aan de ontwikkeling van het prachtige bedrijf dat expert is in chocolade en decoratie. Hij is kritisch, sociaal, gedreven, stressbestendig, communicatief vaardig, innovatief en dat alles met een gezonde dosis humor. “Make Life Delicious” is het doel waarmee Delicia in 1938 werd opgericht. Een doel waar ook Donders zo hard aan werkt. Bijvoorbeeld tijdens de wekelijkse overleggen waarin Donders met zijn mannen bespreekt hoe de werkzaamheden aansluiten in het strategisch kader, cruciaal voor het succesvol realiseren van de verandering.
Donders heeft zijn team en het bedrijf begeleid in de transformatie naar een professioneel productiebedrijf. Zomaar enkele voorbeelden; preventief en predictief onderhoud (eerst denken, dan doen), de FAT en de SAT zijn nu standaard, activeren en ondersteunen van medewerkers om zelfstandig projecten op te pakken, vervangen van de totale bedrijfsbesturing en meer. De sterke technische dienst kent een hoog teamgevoel en dat is waarneembaar in de totale organisatie door de positieve samenwerking, daadkracht en het bijzonder lage ziekteverzuim. Delicia heeft een mooie historie en kan zich rekenen tot één van de grotere producenten van chocolade broodbeleg, versieringen en snacks. Die positie wil Donders werkgever behouden, daarom is de totale organisatie ontzettend gedreven in wat zij doet. Focus op innovatie en groei wordt vertaald naar verrassende productconcepten die bij voorkeur samen met de klant worden ontwikkeld. Donders’ invloed is door de jaren heen verbreed. Nadat de TD op orde was, richtte hij zijn focus op de productieomgeving. Belangrijke doelen vandaag is het nog verder verhogen van de veiligheid, introduceren van het concept hygiënisch ontwerp en het verbeteren van de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de machines en systemen.
35
Dennis Braamse (42) Manager Asset Management (TEC) bij Lamb Weston/Meijer
Dennis loopt al enkele jaren mee in de Lamb Weston/Meijer organisatie en kan beschouwd worden als de pionier die Reliability Centred Maintenance heeft ingevoerd als de volgende intelligente stap in onderhoud. Braamse weet hoe onderhoud de bedrijfsvoering kan maken en breken. Hij houdt van complexiteit, theorieën en concepten om toe te passen in de praktijk. Hij neemt vaak de rol van leider op zich, is ondersteunend en geeft richting waarbij anderen de vrijheid hebben om dingen te doen op hun eigen manier. Heeft het vermogen om alle kanten van een zaak te bekijken en te kunnen herkaderen. Lamb Weston/Meijer produceert diepgevroren aardappelproducten, waaronder Twisters, Potato Dippers en verschillende soorten friet en gedroogde aardappelvlokken voor de voedingsindustrie, foodserviceketens, quick service restaurants en retailbedrijven. LW/M richt zich op EMEA (Europa, Midden-Oosten en Afrika). Het hoofdkantoor staat in Kruiningen en er zijn 5 fabrieken, waarvan 3 in Nederland, 1 in Engeland en 1 in Oostenrijk. Er werken 1.300 mensen.
Binne Visser (49) Director Production Engineering & Maintenance bij Philips Consumer Lifestyle
Binne is een zeer gemotiveerde professional met meer dan 20 jaar ervaring in onder meer engineering, projectmanagement, supply chain management en R&D. Visser beschikt Visser over uitgebreide kennis en ervaring in alle aspecten van de productie-activiteiten, waaronder het beheer, de kwaliteit / procesverbetering, Lean en Six Sigma methodologieën, data-driven verbetercyclus (DMAIC), budgettering, lijnmanagement en ontwikkeling equipment. Philips maakt en ontwikkelt in Drachten consumentgerichte producten als scheerapparaten, koffiemachines en stofzuigers. Alle medewerkers van de fabriek zijn continu bezig met verbeteren. Een storing oplossen is goed, maar zorgen dat storing nooit meer voorkomt, is beter. Zo’n 65 jaar geleden was het nog mensenwerk, tegenwoordig maken honderden robots in verschillende hallen onderdelen voor de apparaten.
Het is Braamse gelukt om de maintenance- en productionprofessionals achter zijn plannen te krijgen, maar hij heeft ook het hoger management overtuigd om investeringen te doen. Hij kijkt, vaak samen met zijn team, graag buiten het eigen bedrijf om te leren van andere bedrijven en ook om kennis te delen en te vergelijken wat hij heeft opgezet in het kader van onderhoud.
Visser is ook betrokken bij de productielijnen, waarvan sommige delen 24 uur per dag, zeven dagen per week draaien. Die productietijd is heilig, want elke stilstand is verlies. Het plannen van het onderhoud laat hij over aan de operationele groepen die allen verantwoordelijk zijn voor een bepaald gebied in de fabriek. Dat doet Visser sowieso graag, want hij erkent als geen ander dat de mensen om hem heen hem in staat stellen te kunnen presteren. Teamspirit staat dan ook hoog in het vaandel.
Het onderhoudsmanagement is ingericht op het voorkomen van verstoringen. Er is een rekenmodel gemaakt dat ze Dynamic RCM noemen. Nu is een systeem bedenken iets heel anders dan een methodiek in de bedrijfsprocessen doorvoeren. Braamse houdt bij zo’n veranderde visie rekening met drie hoofdcomponenten: het model of systeem, het proces en de mensen die ermee moeten werken. De volgende stap van genomineerde Braamse is Total Cost of Ownership als onderdeel van Asset Management door te voeren. Dezelfde aanpak van analyse, communiceren en mensen aan boord brengen, is een perfecte basis voor nog meer succes.
Visser wil uitstekende resultaten met de hoogste graad van service en professionaliteit leveren. Hij zit niet in een ivoren toren, maar vindt het juist van het grootste belang dat mensen hun mening kunnen uiten in een oplossende sfeer. Hij weet wat anderen willen dankzij de verschillende functies die hij in zijn loopbaan bekleedde en kan daardoor aan iedereen de kracht van onderhoud uitleggen. En dat dankt hij ook aan zijn kennis t.a.v. zijn Lean- en TPMkennis, Performance Management, Focus Improvement, professioneel onderhoud en zijn verantwoordelijkheid voor alle assets in de fabriek in Drachten.
36 februari 2017
www.panolin.nl t #JPMPHJTDI t BGCSFFLCBSF t TZOUIFUJTDIF t IZESBVMJFL PMJF t ;FFS MBOHF t MFWFOTEVVS t ESBBJVSFO t [POEFS PMJF t UF WFSWFSTFO
)ZESBVMJFLPMJF NFU FFO OBUVVSMJKL LBSBLUFS Duport Lubricare - Archimedesstraat 9 7701 SG Dedemsvaart - 0523-619892 info@panolin.nl
MGH HOUDT UW AANDRIJVINGEN IN TOPCONDITIE!
MGH is de partner die de industrie draaiende houdt ĚĂŶŬnjŝũ ŚĂĂƌ ŵĞƌŬŽŶĂĬĂŶŬĞůŝũŬĞ ƚŽƚĂĂůŽƉůŽƐƐŝŶŐĞŶ ǀŽŽƌ njǁĂƌĞ ĞůĞŬƚƌŽŵĞĐŚĂŶŝƐĐŚĞ ĂĂŶĚƌŝũĨŐƌŽĞƉĞŶ DĂĐŚĞůĞŶ ZŝƩǁĞŐĞƌůĂĂŶ Ϯ - ϭϴϯϬ DĂĐŚĞůĞŶ ĞůŐŝģ Antwerpen >ƵŝƚŚĂŐĞŶŚĂǀĞŶ Ϯ hŶŝƚ < - ϮϬϯϬ ŶƚǁĞƌƉĞŶ ĞůŐŝģ dĞů ͗ нϯϮ ;ϬͿϮ ϳϱϯ ϬϬ ϰϬ - &Ădž ͗ нϯϮ ;ϬͿϮ ϳϱϯ ϬϬ ϰϵ ŝŶĨŽΛD',͘ďĞ - ǁǁǁ͘D',͘ďĞ
37
Kort Industrial Latex; Innovatieve bescherming voor de industrie! Een opvallende innovatieve oplossing voor de industrie die is ontwikkeld door NVDO Lidbedrijf Reym. Industrial Latex is een polymeer dat vloeibaar wordt aangebracht door middel van een efficiënte airless spuit, kwast, roller of onderdompeling. Deze Industrial Latex is een weersbestendige, makkelijk afpelbare, plastic laag die tijdelijke bescherming biedt op metalen, plastieken, houten, beton en overige ondergronden. Van onderdelen tijdens transport, opslag, tot installatiedelen, alles blijft beschermd. Deze latex wordt momenteel gebruikt binnen industriële omgevingen als bijvoorbeeld Olie en Gas, (Petro)Chemie, Food en Energie. De Industrial latex blijkt voor industriële toepassingen een efficiënte innovatie. Het is eenvoudig aan te brengen, maar ook gemakkelijk weer te verwijderen en beschermt optimaal tegen verontreinigingen en beschermt tegen corrosie. Dat betekent minder reinigingshandelingen, milieuwinst door minder inzet van chemicaliën en een verlaging van reinigings- en onderhoudskosten.De grenzen van de toepassingsgebieden van Industrial Latex zijn nog niet bereikt en dat biedt kansen!
‘Industriële reiniging is geen maintenance in de eerste lijn’ we onze Reymtainers met Industrial Latex tegen heftige vloeistoffen als PPD (sterk chemische kleurstof ). Hierdoor wordt niet alleen een reinigingbesparing gegeven aan de klant, maar het verlengt ook de levensduur en inzet van het equipement van Reym”. Maar er zijn nog meer toepassingen waarbij Industrial Latex gebruikt wordt; beschermen bouten en moeren t.b.v. corrosie/gangbaarheid, vloeren, IBC’s/ vaten en muren, zijn van die voorbeelden. <
Aan het woord is Jelmer Wunderink, Management Trainee bij Reym BV in Veendam. “Industriële reiniging is het reinigen van installaties, systemen, verstopte leidingen, tanks en ruimten zoals fabrieken. Ons bedrijf is gespecialiseerd in industrieel reinigen en afvaltransport, waarbij gebruik wordt gemaakt van het modernste materieel en reinigingstechnieken”. Industriële reiniging is geen maintenance in de eerste lijn. Maar, het ligt uiteraard wel heel dicht bij elkaar. Net zoals facilities en onderhoud ook dicht bij elkaar liggen. Jelmer ziet dat ook, maar erkent en herkent ook heel duidelijk de functie van Industrial Latex ten gunste van de onderhoudsorganisatie. Industrial Latex kan onderhoud namelijk voorkomen door een beschermlaag aan te bieden. Wanneer inspectie toch nodig is, kan de latex gedeeltelijk afgepeld worden waarna maintenance professionals hun gang kunnen gaan. Simpel, maar doeltreffend. Is Industrial latex altijd en overal toepasbaar, vragen we aan de bevlogen Wunderink.“Industrial latex is voldoende bestand tegen de meest voorkomende chemische stoffen, maar de verlangde toepassing wordt altijd op voorhand nauwkeurig door Reym beoordeeld”. Inmiddels zijn er enkele succesvolle toepassingen bekend. Een voorbeeld is het beschermen van de Reymtainers binnen de organisatie. Dit zijn mobiele opslag tanks van 86m. “Met regelmaat beschermen
38 februari 2017
Bout corrosie beschermend. Foto: Reym Latex
Reliability-centred Maintenance (RCM2) Zet de stap naar proactief onderhoud, benut de kracht van condition-based maintenance en realiseer de doelstellingen bepaald met Asset Management. Met RCM2 inventariseert u betrouwbaarheids-risicoâ&#x20AC;&#x2122;s, maakt u een keuze uit de verschillende soorten onderhoud en bepaalt u het taak-interval op basis van toegevoegde waarde en technische haalbaarheid. Ook wordt onderbouwd welke storingen beter anders bestreden kunnen worden; zoals met een wijziging van het ontwerp, het gebruik van het systeem of het verbeteren van kennis en vaardigheden.
CURSUSDATA 21, 22 en 23 maart 2017 in Eindhoven
SCHRIJF JE IN OP
www.rcm2.nl
13, 14 en 15 juni 2017 in Houten 26, 27 en 28 september 2017 in Dordrecht 21, 22 en 23 november 2017 in Zwolle
39
BÄł ons draait het allemaal om besparing Het kleinste drupje olie op precies de goede plek. Minder storingsminuten door de juiste smering. Een hoger rendement van machines door beter gekwaliďŹ ceerde handen. Een hogere productiecapaciteit en lagere Total Cost of Ownership (TCO). Handige hulpmiddelen om het smeertechnisch onderhoud veilig uit te voeren. Zomaar een paar voorbeelden van tastbare effecten van onze expertise in smeermiddelen en smeersystemen. Voor uiteenlopende markten en toepassingen. Voor optimale prestaties van uw productiemiddelen, uw assets.
lubrication
Q
services
Q
systems
Q
chemicals
Q
education
The Netherlands T +31 (0)294 494 494 % Belgium T +32 (0)53 76 76 00 % info@vanmeeuwen.com % www.vanmeeuwen.com