2
#
nr. 02/ 2018
Vakblad Asset Management
Asset betrouwbaarheid nader bekeken
Optelsom van competenties die het verschil maakt Visser & Smit Haneb Ontmoet Job de Keijzer Interview FujiďŹ lm Visie Betrouwbaarheid assets
Toonaangevend internationaal adviesbureau is op zoek naar hoogopgeleide professionals.
Ben jij een gedreven adviseur met passie voor Maintenance en Asset Management?
Ga naar www.mainnovation.com of bel met Corine Vervelde op +31 (0)78 614 67 24
2 april 2018
2
#
nr. 02 / 2018
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138 3990 DC Houten www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance Boschstraat 35 4811 GB Breda 076 7631553 www.worldclassmaintenance.com info@worldclassmaintenance.com Auteurs Pieter Pulleman (Machine herkent en scheidt kledingstukken) Ellen den Broeder-Ooijevaar Maxime van Amersfoort (Met innovatie het onmogelijke mogelijk maken) Evi Husson (Door dezelfde taal te spreken bereik je een beter resultaat en Evides pakt procesautomatisering bedrijfsbreed aan) Genevieve Smaling Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
VOORWOORD <
Smaragd Iedereen weet dat een jubileum verbonden is aan vijf (12,5 uitgezonderd). En elke vijf staat voor een synoniem. Zo zijn de eerste vijf jaar Hout en voor de tweede keer noem je het Tin. Tin is een kostbare grondstof en de vraag ernaar groeit. We gebruiken het namelijk meer dan je zult denken. Het zit bijvoorbeeld in onze computers, mobieltjes, radio en televisie. Het is een van de oudste metalen die we kennen en het wordt alleen maar duurder omdat het een schaars product is. Ik vind het leuk om te vermelden dat in het NVDO-jubileumjaar 2018 onze partner WCM haar tinnen verjaardag viert. 20 jaar staat voor Porselein, een specifieke vorm van keramiek. Voor het maken van porselein is veel kennis en ervaring vereist. Bij de samenstelling van porselein wordt een weerbarstige, witte kleisoort gebruikt, vermengd met onder meer kwarts. Bij het bakken is een hoge temperatuur vereist. Porselein wordt daardoor hard, doorschijnend, niet poreus en klinkt helder. Ik vind het leuk om te vermelden dat in het NVDO-Jubileumjaar 2018 onze partner Ideo haar porseleinen verjaardag viert.
‘Maar 55 is toch wel écht bijzonder!’ En als je dan voor de 20ste keer een jubileum kent, noem je dat Ivoor. De geschiedenis van Tata Steel (Hoogovens) in Nederland begint in 1918. In dat jaar werd het staalbedrijf in IJmuiden opgericht als Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken NV. In 1999 fuseerde het bedrijf met British Steel en ging het verder onder de naam Corus. Sinds 2007 maakt het staalbedrijf deel uit van Tata Steel. Dit honderd jarige bestaan noemen we het Ivoren Jubileum. Een mooie synergie tussen materialen, want zowel staal als ivoor kennen een hoge hardheidswaarde! Een jubileum is een bijzonderheid. Of het nou Kristal (15) of Zilver (25) is. Maar 55 is toch wel écht bijzonder! En dat viert onze branchevereniging, de NVDO, dit jaar. We zijn Smaragd. De steen is transparant en heeft een heldergroene kleur die zo typerend is, dat het wel ‘smaragdgroen’ genoemd wordt. Smaragd krijgt deze kleur door sporen chroom. Hoe helderder de steen, hoe kostbaarder. Naast de Egyptenaren met hun mijnen hechtten ook de Romeinen al waarde aan smaragd. Keizer Nero had zelfs een soort kijkglas van smaragd waarmee hij naar de gladiatorspelen keek. Smaragd zou het zichtvermogen versterken. Bij de Inca’s en Azteken waren de stenen ook zeer geliefd. De Spaanse veroveraars konden dan ook veel smaragden buitmaken en wisten de vindplaatsen in Colombia te vinden. De waardering is door de eeuwen gebleven. Er zijn zelfs smaragden bekend die, wat waarde betreft, niet voor diamanten of robijnen onderdoen. En zo is dat. Niet alleen volkeren uit de oudheid hechtten grote waarde aan Smaragd. Dat doet onze achterban ook. We zijn in de voorbije 55 jaar gegroeid naar de status van grootste onderhoudsvereniging van Europa. Onze leden blijven ons trouw en binnen een totaal onafhankelijke positie laten we de Nederlandse Onderhoudssector als ’s werelds beste presteren. De Smaragd-edelsteen houden we graag transparant en van onschatbare waarde. Wanneer dat niet het geval zou zijn, ziet u onze steen verkleuren. Want, zoals de legende zegt, bij ontrouw verkleurt de steen bruin. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
3
VAN DE VOORZITTER <
Betrouwbare
Assets
Compliance, het risico op claims en/of beschadigd imago, zijn voor veel 0rganisaties de drijfveren om assets betrouwbaarder te maken. Ondanks dat de drijfveren op zich heel valide zijn, zijn deze toch min of meer reactief en van buitenaf opgelegd.
Er zijn ook organisaties die betrouwbaarheid van hun assets als voorwaarde voor hun bedrijfsvoering beschouwen en het practiseren van ‘world class maintenance’ als een van hun kerncompetenties rekenen. De drijfveren van deze organisaties zitten vaak diep in de organisatiecultuur en stellen de organisatie in staat om op alle vlakken als beste te presteren (prijs, leverbetrouwbaarheid en kwaliteit); betrouwbare organisaties dus. Er zijn heel veel systemen en methodieken beschikbaar om assets betrouwbaarder te maken. We staan aan het begin van een tijdperk dat systemen en methodieken steeds belangrijker gaan worden voor het succes van ons streven naar betrouwbaarder assets. Sensortechnologie, (big)data analyse, ‘augmented reality’, etc. zijn privé en zakelijk al gemeengoed geworden. Asset eigenaren lopen hier wat achteraan; de een wat verder dan de andere. De winnaars van de toekomst zullen die organisaties zijn die zwaar hebben ingezet op het toepassen van nieuwe technieken, systemen en methodes en daarmee onlosmakelijk zwaar hebben ingezet op training en opleiding van hun medewerkers. Ook zullen deze organisaties in staat geweest zijn een nieuwe generatie technici aan zich te binden.
4 april 2018
Techniek blijft mensenwerk. Paradoxaal genoeg zal de ‘human factor’ steeds belangrijker worden naarmate de complexiteit van de techniek toeneemt. Misschien niet zozeer in het gebruik van de techniek, dan wel het ontwerpen, introduceren en onderhouden hiervan. Gezien de situatie op de technische arbeidsmarkt zal het voor de industrie, infra- en onroerend goed sector een enorme uitdaging worden om de juiste technici te vinden, te boeien en te binden.
‘Betrouwbare assets behoeven betrouwbare technici’ De technische arbeidsmarkt is altijd een speerpunt in het beleid van de NVDO geweest. Mede hierdoor zien we dat er weer een opgaande trend is in het aantal studenten dat voor techniek kiest. De NVDO zal zich er voor blijven inspannen dat de instroom verder stijgt en dat de studenten klaar zijn voor de techniek van nu en van de toekomst. Immers: betrouwbare assets behoeven betrouwbare technici. Bas Kimpel, Voorzitter NVDO
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter
08 Minder downtime dankzij big data analyse > Minuscule krasjes op het eindproduct zorgen ervoor dat onderhoudsspecialisten bij Fujifilm soms lang moeten zoeken naar de rol in het 1,5 kilometer lange productiesysteem die het probleem veroorzaakt.
22 Betrouwbare organisaties onderscheiden zich
30 Kijk op: Ageing Assets is een zorg voor de keten
28
Innovatie draagt bij aan asset betrouwbaarheid > Ongeplande downtime voorkomen, onderhoud efficiënter uitvoeren en besparen op energiekosten; het klinkt als muziek in de oren.
32 Evides pakt procesautomatisering bedrijfsbreed aan 35 Cursuskalender-Casus
38 Kort
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44
06 Goede voorbereiding en een realistische planning cruciaal > “Alle werk-zaamheden moeten kunnen worden uitgevoerd zoals gepland”.
Kort
14
Assetbetrouwbaarheid bij Vitens; een zaak van iedereen 16 Machine herkent en scheidt kledingstukken
Kort
18
21
Gast column: Klaar voor morgen
23
Door dezelfde taal te spreken bereik je een beter resultaat 24
Kort
27
40 Noord/Zuidlijn; meer dan zomaar een metrolijn > De metro biedt een alternatief voor de vaak overvolle trams en bussen en vervult een belangrijke schakel in het regionale openbaar vervoer-netwerk In de binnenstad is geen plaats voor nog meer trams en bussen, maar onder de grond dus wél.
5
Job de Keijzer Sr. Werkvoorbereider Industrie bij Visser & Smit Hanab bv
Goede voorbereiding
en een
realistische planning 6 april 2018
cruciaal
ONTMOET Job de Keijzer <
Wie Job de Keijzer
Wat Sr. Werkvoorbereider Industrie bij Visser & Smit Hanab
Zo voorkom je dat er geen tijd verspild wordt aan zaken die je van te voren al had kunnen regelen of afhandelen. Of dat er stilstand ontstaat tijdens de uitvoering. Job de Keijzer, Sr. Werkvoorbereider Industrie bij Visser & Smit Hanab bv is hier stellig over, “Alle werkzaamheden moeten kunnen worden uitgevoerd zoals gepland”. Een goede werkvoorbereider draagt op die manier bij aan de betrouwbaarheid van assets binnen een organisatie.
De opleiding MEAO (Middelbaar Economisch Administratief Onderwijs) was achteraf gezien niet de juiste keuze voor De Keijzer, maar toch werkte hij nog een aantal jaren in administratieve functies. Totdat, in tijden van crisis, zijn voorkeur voor techniek steeds sterker werd en hij daarom begon aan een opleiding constructeur tekenaar. “Het was al snel duidelijk dat constructeur tekenaar ook niet mijn echte ambitie was, maar deze opleiding legde wel een stevige technische basis voor de rest van mijn carrière”.
voor een werkvoorbereider dan ook onmisbare kwaliteiten”, aldus De Keijzer. Maar eigenlijk geldt dat voor de gehele organisatie. Echte betrouwbaarheid creëer je door goed intern samen te werken en op de hoogte te zijn van de dingen die spelen. “Zo moet een werkvoorbereider ook op de hoogte zijn van de inhoud van de werkzaamheden en de planning en afspraken die gemaakt zijn met de klant en onderaannemers. Alleen dan kun je als werkvoorbereider een enorme bijdrage leveren aan de betrouwbaarheid van een organisatie”.
> Stabiele werkomgeving. De Keijzer gaat van inkoper naar commercieel medewerker naar werkvoorbereider en projectleider in de petrochemie. Na acht jaar als projectleider gewerkt te hebben, werd het weer tijd voor een nieuwe uitdaging en een meer stabiele werkomgeving. In zijn huidige baan als werkvoorbereider bij Visser & Smit Hanab is hij op zijn plek. “Ik heb naast werkvoorbereiding ook coördinerende taken. Er is een aansturende rol naar de uitvoerders en ik ben de rechterhand van de projectmanager. Hierin neem ik taken over, bespreek ik zaken met de klant en de onderaannemers als het gaat om de werkzaamheden en planning. Dit alles maakt deze functie heel erg leuk en uniek!”. En het is niet alleen maar leuk, het is ook van belang voor het optimaal uitoefenen van zijn functie. “Een werkvoorbereider moet op de hoogte zijn van alle lopende zaken binnen het project om er zo voor te kunnen zorgen dat de voortgang gegarandeerd wordt en te kunnen reageren op onverwachte wijzigingen. Een goede werkvoorbereider is dus betrokken bij alle facetten van het project”.
‘Een goede werkvoorbereider is betrokken bij alle facetten van het project’
> De betrouwbaarheid van Assets. Een goede voorbereiding is het halve werk! “Zo voorkom je fouten én kun je beter inspelen op wel voorkomende fouten/storingen. Flexibiliteit en accuraatheid zijn
7
Minder
INTERVIEW <
downtime dankzij big data
analyse
Minuscule krasjes op het eindproduct zorgen ervoor dat onderhoudsspecialisten bij Fujifilm soms lang moeten zoeken naar de rol in het 1,5 kilometer lange productiesysteem die het probleem veroorzaakt. Het reguliere onderhoud was daarom preventief om deze problemen voor te blijven. Johan Prinsloo: “Het grote voordeel is nu dat de productielijn niet meer onverwacht stil hoeft”.
Fujifilm heeft meerdere fabrieken in Tilburg. In twee daarvan worden offsetplaten gemaakt voor het drukken van onder meer kranten en magazines. Een rol heel dun aluminium wordt afgewikkeld en ondergaat verschillende behandelingen en wordt uiteindelijk een plaat met een fotogevoelige laag. Om de coating te laten hechten is een goede oppervlaktestructuur nodig en moet er een aantal stappen plaatsvinden met logen, (zout)zuren en stroom. Er zijn twaalf soorten rollen, elk met eigen specs. Plant maintenance manager Frank Halters; “De agressieve chemicaliën vreten niet alleen het aluminium op, maar ook je rollen”.
> Duizend unieke rollen. In beide fabrieken wordt het aluminium door een linedrive-systeem door het hele productieproces van anderhalve kilometer lengte aangedreven en getrokken. Dit gebeurt met vijfhonderd rollen per linedrive-systeem per fabriek. Elke rol is uniek, mede afhankelijk van de positie in de lijn, de hoek waarin het aluminium over de rol beweegt, de spanning op de rol, de verschillende coatings en de verschillende typen producten die Fujifilm maakt.
8 april 2018
> Verrassingen. Een jaar of vier geleden ontstond het idee om met condition based maintenance aan de slag te gaan. De gedachte was om, in plaats van twee keer per jaar preventief onderhoud te plegen, dit meer op basis van voorspelbaarheid op het juiste moment te doen, vertelt Arthur van Broekhoven, maintenance manager voor alle procesplants van Fuji in Tilburg. Er werd samen met KEC Consultancy een pilot opgezet en via KEC kwam Fujifilm in aanraking met Fieldlab Campione. Van Broekhoven; “Omdat het zich moeilijk laat voorspellen, doen we het onderhoud twee keer per jaar preventief en daarmee hebben we het redelijk onder controle. Toch hebben we af en toe verrassingen, of je vraagt je af of je misschien toch te snel vervangt”.
> Levensduur varieert. De machines kennen een hoge betrouwbaarheid die vergelijkbaar is met die van gelijksoortige Fujifabrieken in Amerika en Japan. Maar als het mis gaat, is er ook echt een probleem. Er zitten vijfhonderd rollen in een lijn. De levensduur van een rol is afhankelijk van de positie in het proces en varieert van één tot zes jaar. Als één rol slipt, veroorzaakt dat krassen op het
aluminium en daarmee op het eindproduct: de offsetplaat. Om de boosdoener op te sporen, moet de hele lijn stil. Het omwisselen van een rol duurt gemiddeld een dag. Bij elke stop gaat al het product dat in de lijn zit, verloren.
> Voorspellingen kunnen doen. Van Broekhoven; “Het zoeken naar de oorzaak kan dagen duren. De totale kosten lopen dan snel op. Bovendien produceren we alleen op klantorder, dus van onverwachte stilstand wordt de planning niet vrolijk”. Roller-maintenance is de grootste kostenpost en de meest kritische asset ten aanzien van de kwaliteit van het productieproces, zegt Halters. “Online en real time voorspellingen kunnen doen om niet meer gepland stil te hoeven én om te bepalen wat je moet doen om kwaliteitsproblemen voor te blijven is het doel van het project dat we nu doen binnen Fieldlab Campione met verschillende partners”.
> Data verzamelen. De linedrive-systemen worden aangestuurd door een process plant data collection system dat diverse data genereert. Data die ook gebruikt kunnen worden voor het bepalen van het benodigde onderhoud, zo blijkt. Campione-partner IMS houdt zich bezig met Asset Management en predictive modelling. Het bedrijf deed hiermee al ruime ervaring op, onder meer met het maken van voorspellende modellen voor gear boxen van helikopters”, vertelt Johan Prinsloo. “Doel is het faalmoment te kunnen voorspellen
en het voorkomen van verrassingen. We gebruiken hiervoor bestaande data en dat is een nieuwe aanpak”.
> Sensoren niet wenselijk. Gelet op de lengte van het linedrive systeem, is het aanbrengen van sensoren namelijk niet wenselijk. Ook zorgt het aanwezige staal voor verstoring van sensorsignalen. Halters; “Als je trillingen wilt meten, moet je sensoren aanbrengen. Voor duizend rollen wordt dat veel geld. Draadloos kan wel, maar blijft lastig omdat de techniek niet is uitontwikkeld. We werken daarom op basis van bestaande procesdata, zoals onder andere motor stromen en koppel. Data die er dus al zijn, maar waar we nog niet veel mee deden. En dat levert al best veel op”.
> Pilot. De grootste uitdaging in het project was het dagelijks oversturen, ontvangen en verwerken van vijftig gigabyte aan data, zodat deze het model kunnen ‘voeden’. Prinsloo; “We houden rekening met alle parameters van alle individuele rollen. Hiervoor hebben we wiskundige algoritmen ontwikkeld”. Inmiddels is het project bij Fujifilm dusdanig gevorderd, dat er een pilot loopt op vijf kritische rollen om online en real time de status van de rollen te monitoren. IMS maakte de modellen om te kunnen voorspellen en in de pilot worden die nu zes maanden getest en gevalideerd, waarna het model verder kan worden opgebouwd. “Als het definitief is, kun> nen we het toepassen op alle rollen”, zegt Halters.
Rollers bij Fujifilm Foto: Fuji
9
Before Foto: IMS
>
> Bijvangst. Op basis van de procesdata kan het IMS-model vaststellen of er sprake is van schade aan een rol, of een rol door slijtage te klein wordt en of er afwijkingen zijn aan de rol zelf. Door het model is ook sprake van levensduurverlenging, omdat rollen niet meer preventief hoeven te worden vervangen. Bijvangst is dat het model ook het faalmoment van tandwielen en lagers ziet aankomen, plus van enkele aanvullende machinerie. Als er een probleem ontstaat in de productielijn produceert het model een melding die automatisch een onderhoudsopdracht afgeeft. De onderhoudsmedewerker van Fujifilm ontvangt de opdracht op zijn tablet en kan desgewenst direct actie ondernemen. Prinsloo; “De maintenancemedewerker kan een inspectie doen en een foto maken, die wij vervolgens valideren versus het model”.
> IT-infrastructuur. Voordat IMS met de data aan de slag kon, moest er een geschikte IT-infrastructuur komen. Projectmanager Daniel van de Riet van Fujifilm heeft daar samen met IMS aan gebouwd. Dat duurde een jaar en dat was langer dan voorzien. Van Broekhoven; “Het gaat niet zozeer om de aard van de data, maar
‘Er zijn veel toepassingen die we willen uitrollen. Maar onze core business is operationeel maintenance’ 10 april 2018
After Foto: IMS
om het feit dat je een opening naar buiten maakt. Daarover moet je goede afspraken maken. Met je IT-afdeling, met je toeleverancier, maar ook met de juridische afdeling. Anderen lopen daar ook tegenaan; IT-security is voor velen een bottleneck”.
> Databerg. De databerg vervolgens doorzien was de volgende uitdaging, vertelt Prinsloo. “Vanwege de unieke karakteristieken, vanwege de enorme hoeveelheid en vanwege het doorgronden van het faalmoment”. De samenwerking met de operationele onderhoudsdienst van Fuji was hiervoor cruciaal, weet Prinsloo. “Ondanks de operationele druk aan hun kant, hebben ze ons enorm geholpen”. De systematiek kan nu uitgerold worden naar vergelijkbare fabrieken van Fuji elders, denkt hij. “Maar elke fabriek heeft zijn unieke karakteristieken. We kunnen dezelfde parameters gebruiken, het model is prima uitrolbaar”. Van Broekhoven; “De risico’s zijn groot, er is veel geld mee gemoeid, maar ooit moet je de stap durven maken”. Halters; “Daarom zal het nog wel een tijdje parallel blijven lopen”.
> Drempel lager. De samenwerking in Campione bevalt goed, vertelt Van Broekhoven. Zo kwam Fuji in contact met andere Campione deelnemers die vergelijkbare productieprocessen en ook vergelijkbare problemen hadden. “We wisten dat niet van elkaar. Tijdens de bijeenkomsten delen we informatie. Je moet wel moeite doen om de contacten te onderhouden, anders schiet je terug in de waan van de dag”. Halters; “Campione maakt de drempel om ermee aan de slag te gaan lager. Er is financiële steun voor het ontwikkelen van de modellen”.
> Sneller en beter. “Dankzij Campione gaat het toch wel wat sneller omdat je sneller en beter contact hebt met andere partijen om stappen te zetten. Het belang van Fuji is om te innoveren om daardoor slimmer en beter te zijn dan de concurrent”, zegt Halters. Behalve met het monitoren van de rollen werkt Fujifilm binnen Campione aan nog een drietal verbeteringen: een online systeem om trillingen te meten, een manier om met handhelds inspectierondes te lopen en een methode om procesvariaties sneller te detecteren. Voor de laatste heeft Fujifilm al contact met een Campione-deelnemer die daar al ervaring mee heeft. Fujifilm heeft in Tilburg ook fabrieken voor fotopapier en membranen. Fabrieken die in principe ook in aanmerking komen voor predictief onderhoud op basis van data. Halters; “Er zijn veel toepassingen die we willen uitrollen. Maar onze core business is operationeel maintenance. Door dit soort projecten realiseer je een tijdsbesparing in de operatie en creëer je zelf tijd om te innoveren”. <
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management 7HFKQLHN Branchevereniging
&RQGLWLHEHZDNLQJ 3UHVWDWLHPDQDJHPHQW Maintenance Academy .HQQLVRQWZLNNHOLQJ
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europaâ&#x20AC;&#x2122;s grootste netwerk
>> Word lid!
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als â&#x20AC;&#x2122;s werelds beste helpt te presteren.
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
Ã¥
Ã¥
å å å å
*URRWVWH QHWZHUN YDQ (XURSD (fysiek en digitaal) 5HJLRQDOH DFWLYLWHLWHQ 9DNLQKRXGHOLMNH NHQQLV HQ QHWZHUN &RPSOHHW SRUWIROLR 0DLQWHQDQFH $FDGHP\ &ROOHFWLHYH DERQQHPHQWHQ RS YDNEODGHQ
å å å å
.HQJHWDOOHQ 7UHQGV 9LVLH (NVDO Onderhoudskompas) 3ODWIRUP 0DWHULDDONXQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH 3XEOLFDWLHV ZDDURQGHU Visiedocumenten .RUWLQJHQ RS RQV FXUVXVDDQERG YDQ GH 19'2 Maintenance Academy -RQJHUHQERDUG
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-eï¬&#x192;ciency zijn belangrijke themaâ&#x20AC;&#x2122;s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> /DQJH 6FKDIW * $3 +RXWHQ _ 3RVWEXV '& +RXWHQ _ LQIR # QYGR QO _ ZZZ QYGR QO
11
ARTIFICIAL INTELLIGENCE <
Artificial Intelligence: voor infra asset management InTraffic is actief in informatie management rondom asset beheer. Het bedrijf uit Nieuwegein helpt infra beheerders bij het verbeteren van het onderhoud en het beheer van tunnels, bruggen en sluizen. Data-analyse is hierin telkens de centrale factor “Wat je tegenwoordig kunt met data is mooi, maar zonder domeinkennis kom je niet ver”, zegt business consultant Marco Bakker. “Kennis van infra en wat ermee samenhangt is cruciaal om storingen en mankementen helder te krijgen.” InTraffic heeft hiervoor eigen data analisten in huis.
Totaaloplossing “Voorheen was het vooral achteruitkijken bij data-analyse. Tegenwoordig kan je real time analyseren en voorspellen met behulp van Artificial Intelligence.” Dat kan op verschillende manieren, zegt Bakker. Door bestaande data te gebruiken, of door het installeren van (draadloze) sensoren. “Wij leveren een end-to-end oplossing, dus tot en met weergave van de data en de data analyse. Dat is ook wat wij steeds meer zien in de markt: klanten vragen om Internet of Things (IoT) of een dashboard, maar zoeken eigenlijk een totaaloplossing.”
informatie op voor de beheerder.” De klant kan het resultaat zien op een dashboard met real time informatie. Door het ontwikkelen van algoritmen en modellen kan onderhoud efficiënter gepland en uitgevoerd worden. Daarmee kan bijvoorbeeld de dagelijkse inspectieronde van een onderhoudsmonteur vervallen. “Je kunt dankzij monitoring voorspellen wanneer een monteur naar een tunnel of sluis moet. Dat is een enorme kostenbesparing en efficiencyslag.”
Grenzen vervagen InTraffic past deze oplossing toe op de ‘hele mobiliteitsmarkt’ met de nadruk op de infrakant daarvan. Maar bussen en treinen monitoren kan dus ook, zegt unit manager Menno Kamminga. “En als je inzage hebt in zowel infra als materieel, kan je veel beter oorzaak en gevolg zien doordat je combinaties kunt leggen. Traditioneel zijn dat gescheiden werelden, maar dankzij IoT kan je gemakkelijk data verzamelen en zie je dat de grenzen vervagen.”
Kostenbesparing “Wij ontvangen de data en die verrijken we om er iets slims mee te kunnen doen, zodat de opdrachtgever er mee aan de slag kan. We verzamelen bijvoorbeeld de data van beweegbare bruggen en kunnen dit combineren met data over het weer. Dat levert heel veel bruikbare
12 april 2018
5.600 wissels monitoren InTraffic bewaakt en analyseert de circa 5.600 centraal bediende wissels van het Nederlandse spoor. De sensoren op de wissels sturen hun statusovergangen gedurende de dag door. Bakker: “Wij verwer-
ken deze data in een overzichtelijk dashboard. Dit dashboard geeft informatie over het aantal storingen op wissels, hoe lang een wissel erover doet om van links naar rechts te bewegen en of er problemen zijn in het aansturen van de wissels.” Op basis hiervan worden met behulp van algoritmes voorspellingen gemaakt over de status en het onderhoud van de wissels. De opdrachtgever kan zo preventief acties uitzetten om onderhoud te plegen, in plaats van te reageren op bestaande storingen.
Automatische melding Bij afwijkingen geeft het systeem automatisch een melding naar de betrokken onderhoudspartij. Die hebben ieder voor hun contractgebied toegang tot een deel van het monitoringsysteem. Kamminga: “Voordeel hiervan is ook dat asset owner en aannemer dezelfde informatie hebben, wat het issue duidelijker maakt. Zoals de Engelsen zeggen; er is een single point of thruth.”
Besparingen Wat het klanten precies oplevert, verschilt per project, zegt Kamminga. “Het is soms ingewikkeld om dat te berekenen. Neem je bijvoorbeeld de indirecte schade mee? Deze opdrachtgever realiseert een grote
besparing dankzij monitoring. En in sommige tunnels waar we monitoren, nam het aantal werkopdrachten met een factor drie af door het voorkomen van storingen.”
Contracten De toenemende mogelijkheden van data verzamelen en analyseren wordt op dit moment nog gehinderd door bestaande contracten. Kamminga: “Zie je als aannemer een storing aankomen, dan krijg je binnen de huidige afspraken een boete omdat je bijvoorbeeld twee keer in de maand onderhoud doet. Je moet dus met elkaar in overleg en het goed afstemmen. Straks kan ICT met een algoritme bepalen hoe en wanneer er onderhoud moet plaatsvinden. We zitten nu in het voorland daarvan. Het is een game changer voor de hele sector.” Kamminga: “In essentie zijn wij een IT-bedrijf. InTraffic houdt zich al 15 jaar bezig met IT voor het domein mobiliteit. Hierdoor hebben we verstand van de objecten die we monitoren. We hebben een 24/7 storingsdienst, op die manier garanderen we de werking van het systeem. Ook bijzonder is dat we alles vanaf sensor tot en met dashboard in eigen hand hebben én gestandaardiseerd hebben. We ontzorgen de klant hiermee volledig.”
13
Kort Stedelijk Gymnasium Nijmegen investeert in verlenging levensduur Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen (SGN) gaat de levensduur van haar gebouw met 25 jaar verlengen. Na gebruikersenquêtes en functioneel, technisch en financieel onderzoek, is een plan bedacht om het gebouw dit jaar met een investering van € 1,2 miljoen beter geschikt te maken voor modern onderwijs. Het SGN-gebouw bestaat uit drie vleugels. Het oudste deel dateert uit 1886 en de twee andere delen zijn ruim vijftig jaar oud. Eind jaren negentig is het complex (een voormalige ambachtsschool) geschikt gemaakt voor onderwijs aan de leerlingen van het Stedelijk Gymnasium. Desondanks is er al vanaf de opening van de school een tekort aan pauze- en werkruimte voor de leerlingen. Ook zijn er klachten over het binnenklimaat in een aantal ruimten. Met name de temperatuur is slecht te regelen.
Excellente school Het SGN heeft sinds 2012 het predikaat 'excellente school'. Deze erkenning is voor scholen met bijzondere kwaliteiten en voor scholen die uitblinken in een specifiek excellentieprofiel. Het behalen van het predikaat heeft vaak een positief effect op de school, het team en de leerlingen. Het belangrijkste doel van Excellente Scholen is kwaliteit zichtbaar maken en overdragen. Niet alleen de staat van de gebouwen verdient grote aandacht, het behalen van het predikaat verhoogt het enthousiasme tot investeren.
Resultaat van workshops met leerlingen Foto: SGN
gende maatregelen het capaciteitsprobleem en het binnenklimaat te verbeteren. Ook een lager energieverbruik is mogelijk. Op die manier verhogen wij de betrouwbaarheid van onze assets, de gebouwen”.
Financiering Meer ruimte Het aantal leerlingen blijft, ondanks leerlingenkrimp, in de regio onveranderd hoog. Er is zelfs behoefte aan meer leslokalen. Rector Ronald van Bruggen geeft aan dat de schoolleiding het gebouw voor de komende decennia graag wil behouden voor het gymnasium. “Daarom is op basis van uitgebreid onderzoek een plan bedacht om door middel van functionele aanpassingen en levensduurverlen-
Sinds een jaar of acht is de onderwijshuisvesting in Nijmegen verder gedecentraliseerd. Dat betekent dat schoolbestuur Alliantie VO economisch eigenaar is van de gebouwen. De gemeente speelt bij dit soort verbouwingen dan ook geen rol. “Alliantie VO heeft een interne huisvestings-verordening vastgesteld waarin geregeld wordt hoe scholen aanvragen kunnen doen voor aanpassingen aan hun gebouw en de kwaliteitscriteria die worden gehanteerd”, aldus Van
‘Total Cost of Ownership is het uitgangspunt’ 14 april 2018
Een Frisse School is een schoolgebouw met een laag energiegebruik en een gezond binnenmilieu als het gaat om luchtkwaliteit, temperatuur en comfort, licht en geluid. Energiegebruik en een gezond binnenklimaat kunnen soms tegenstrijdig zijn. Voldoende ventilatie is noodzakelijk voor een gezond binnenklimaat, maar ventileren kost ook energie.
Laag energiegebruik
Voorlopig Ontwerp
Foto: SGN
Het energiegebruik in veel scholen is hoog. Vooral het elektriciteitsverbruik is gemiddeld genomen vergeleken met de normvergoeding, de afgelopen jaren flink gestegen. De energieprijzen zullen naar verwachting de komende jaren verder stijgen. Frisse scholen zorgen voor: • Besparing op de energie (kostenbesparing) • Minder luchtvervuiling (beperking CO2-uitstoot/ broeikaseffect) • Vermindering van het gebruik van fossiele grondstoffen
Binnenmilieu
Bruggen. In de praktijk betekent dit dat scholen voor levensduurverlenging, verduurzamingsmaatregelen en verbetering van het binnenklimaat in hun gebouw bij het bestuur een vergoeding kunnen aanvragen. “Daarbij wordt uitgegaan van Total Cost of Ownership; van de scholen wordt een bijdrage gevraagd op basis van de opgebouwde reserves voor het MeerjarenOnderhoudsplan of op basis van toekomstige verlaging van de exploitatielasten door energiebesparende maatregelen. “Wij hebben van Alliantie VO ruim 8 ton voor de verbouwing gekregen. Onze school investeert zelf € 138.000,-. De terugverdientijd van de verbouwing is 2,5 jaar”.
Een slechte kwaliteit van binnenmilieu leidt tot gezondheidsklachten. In 70-80% van de klaslokalen voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is de CO2concentratie te hoog (> 1200 ppm). Dit is een aanwijzing voor onvoldoende ventilatie en een slechte luchtkwaliteit. Andere veel voorkomende binnenmilieuproblemen zijn te lage temperaturen en tochtklachten in de winter, oververhitting in de zomer en problemen met daglicht en verlichting.
Meer over Frisse scholen https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/ gebouwen/utiliteitsbouw/gebouwen-naar-functie/frisse-scholen
Aan de slag Van Bruggen; “De plannen vallen uiteen in een technisch gedeelte (binnenklimaat, energievoorziening, verlichting) en een renovatie van een deel van de C-vleugel, het oude gedeelte van het gebouw (1e helft 20e eeuw). Het laatstgenoemde onderdeel betreft een verbouwing van een aantal lokalen tot een studie/pauzeruimte voor de jaarlagen 5 en 6. De kluisjes voor die jaarlagen zullen dan ook daar geplaatst worden. Om te zorgen dat we de eenheid in het gebouw handhaven, zal in fasen ook het hele gebouw een verfbeurt krijgen, waarbij de kleurstelling een wat frisser karakter zal krijgen”. Om geen lokalen tekort te komen, worden enkele andere lokalen en studieruimten (die nu maar een paar uur per week worden benut) verbouwd tot volwaardige leslokalen. “Een paar lokalen krijgen bijvoorbeeld een eigen ingang, zodat we niet meer door het voorste lokaal hoeven om bij het achterste lokaal te komen. De huidige kelderruimte zal worden opgeknapt en heringericht, omdat daar alleen nog maar de kluisjes van de jaarlagen 1 tot en met 4 zullen blijven”. De globale planning is dat in de meivakantie de werkzaamheden plaats zullen vinden. In de zomervakantie zal dan vooral de verbouwing van de C-vleugel worden gerealiseerd, met wat uitloop (afwerking) in het nieuwe schooljaar. De technische renovatie (warmte, lucht en licht) is in fasen gepland in de meivakantie en de zomer-
vakantie. “Uiteraard staat voorop dat, ondanks de werkzaamheden, het onderwijs normaal doorgang moet kunnen vinden. In de planning van de werkzaamheden zal daar zoveel mogelijk rekening mee worden gehouden”, aldus Van Bruggen. Het hele project staat onder leiding van Ralph Willemsen van bureau Van Kessel/Jansen in Beuningen. De aanbestedingen vinden plaats onder regie van de stuurgroep, bestaande uit Ralph Willemsen, hoofd facilitair René Haas en rector Ronald van Bruggen. Voor de levensduurverlengende onderdelen van de renovatie wordt ca. € 140.000,- ten laste van het MJOP gebracht. Onder andere is ook voorzien in de vervanging van de huidige verlichting door ledverlichting 500 lux (Frisse scholen klasse B). Samengewerkt wordt met o.a. Welling Bouw, DKC Nijmegen en Huisman Druten. Het ontwerp van de nieuwe studie/pauzeruimte is van Zenber architecten Amsterdam. Van Bruggen geeft aan dat tijdens het ontwerpproces twee workshops met leerlingen zijn georganiseerd in de fases van het voorlopig en definitief ontwerp. <
15
IMPROVE <
Assetbetrouwbaarheid een zaak Wanneer je als bedrijf veel investeert in je assets, is het logisch om vooral te kijken naar de assetbetrouwbaarheid. Maar de eigenlijke scope is breder. Naast assetbetrouw-baarheid (risico), dient ook gekeken te worden naar assetbeschikbaarheid (prestatie) en natuurlijk kosten. Effectief Asset Management is daarvoor onmisbaar en optimalisatie daarin lukt vooral door samenwerking en het betrekken van alle lagen uit de organisatie.
Vitens medewerkers bezig om een leidingbreuk op te lossen. Foto: Ideo
16 april 2018
bij Vitens; van iedereen > Assetbetrouwbaarheid. Assetbetrouwbaarheid en assetbeschikbaarheid zijn belangrijke bedrijfsdoelstellingen. Dit is veelal gedreven vanuit maximering van de productiecapaciteit. Een hoge OEE (Overall Equipment Effectiveness) betekent hogere winst, maar wordt soms ook gedreven vanuit betrouwbaarheid van leveren. Assetbetrouwbaarheid laat zich bij Waterbedrijf Vitens vertalen door o.a. leveringsbetrouwbaarheid van water aan haar klanten en wordt gemeten aan de hand van de zogenaamde Ondermaatse Leverings Minuten (OLM). Daarnaast speelt kwaliteit ook een grote rol. Immers, de kwaliteit van het Nederlands drinkwater is van bijzonder hoog niveau en dat moet zo blijven.
> Effectief Asset Management. Eén van de lastigste assets om te beheren voor Vitens, is de ondergrondse asset. Er ligt ruim 50.000 kilometer leiding onder de grond en het is vanuit het verleden niet altijd duidelijk wat de staat is van de soms 80 jaar oude leidingen. Om storingen en correctief onderhoud te voorkomen, worden er preventieve acties uitgevoerd: • Periodiek onderhoud, zoals reinigen leidingen • Periodieke camera inspecties • Ondergrondse assets tijdig vernieuwen • Redundantie van toevoerleidingen Ook wordt periodiek een ‘infrastructuur toets’ uitgevoerd via een computersimulatie. Hiermee worden de zwakke plekken in het netwerk zichtbaar en kunnen de juiste preventieve maatregelen worden bepaald. De ontwikkelingen op dat gebied staan niet stil.
> Predictive analytics. De nieuwste ontwikkeling is het project ‘voorspellen van storingen’ via predictive analytics. Met big data en een data scientist wordt het preventief onderhoud bepaald. Hierbij wordt gekeken naar omgeving, grond, ouderdom, waterdruk en andere parameters. Een mooie ontwikkeling waar al flink wat stappen zijn gemaakt, maar wat nog veel meer mogelijkheden voor de toekomst biedt.
> Optimaliseren processen. Ondanks alle preventieve maatregelen, kunnen storingen toch optreden. De storing moet dan direct worden opgelost om de OLM (een belangrijke KPI voor
drinkwaterbedrijven) zo laag mogelijk te houden. Monteurs worden aangestuurd en iedereen staat klaar om de storing aan te pakken en te verhelpen. Hiervoor is een volledig storingsproces opgezet. Ellen Rothuizen (procesmanager Netbeheer en Levering) is Product Owner van het Agile gestuurde planningsproject dat zich hier mee bezig houdt. “Dit project heeft grote impact op het huidige planningsproces. Met ClickSchedule software van Ideo is nu een veel efficiëntere planning mogelijk en worden onze mensen, kennis en tools optimaal ingezet”. Via ClickSchedule kan worden gekeken welke opdrachten er zijn en welke monteur beschikbaar is met de benodigde skills en de kortste aanrijtijden. Deze krijgt de opdracht dan op zijn laptop te zien en kan direct in actie komen. De monteurs beschikken over bussen waarin vrijwel alle benodigde materialen aanwezig zijn, maar ook de benodigde asset informatie (inclusief GIS-informatie) is via een laptop beschikbaar. “Naast het behalen van de eigen bedrijfsdoelstellingen gaat Asset Management ook om het optimaliseren van onze dienstverlening en een hogere klanttevredenheid. Voor onze klanten doen we het uiteindelijk allemaal,” aldus Annelore de Groot (beleidsadviseur Asset Management). “In de praktijk zie je dat elke afdeling zich veelal richt op zijn eigen doel, maar echte optimalisatie lukt alleen door samenwerking. We merken dat we daarmee echte impact creëren”. <
‘Door samenwerking echte impact creëren’’ 17
LEGER DES HEILS <
Fibersort-sorteermachine Foto: Circle Economy
herkent en scheidt Dertig miljoen kilo afgedankte kleding haalt ReShare jaarlijks op voor het Leger des Heils. Een enorme berg kledingstukken van diverse materialen. Om het sorteren van de materialen te verbeteren en te versnellen, is samen met enkele partners een machine ontwikkeld. Sinds januari is het apparaat in bedrijf. “Het is één grote soep aan materialen.”
18 april 2018
Het ontwikkelen van de Fibersort-sorteermachine gebeurt in een consortium van zes bedrijven (Smart Fibersorting, Leger des Heils ReShare, Valvan Baling Systems, Circle Economy, Worn Again en Procotex). De basis van de machine was al eerder ontwikkeld, maar gestopt. Drie jaar geleden werd ReShare betrokken als partner en startte de tweede fase van de ontwikkeling. Directeur Simon Smedinga: “Hierdoor konden we het systeem in een operationele omgeving verder ontwikkelen. Sinds januari is het systeem in gebruik, terwijl de ontwikkeling nog doorloopt”.
> Druk op de keten. Kleding inzamelen doet het Leger des Heils al 150 jaar. Het sorteren van de kleding vindt plaats op verschillende locaties en gebeurt handmatig. Na het sorteren gaat een deel naar de eigen winkels. De rest gaat naar sorteerbedrijven in binnen- en buitenland. Tot pakweg zeven jaar geleden ging het om kleding die herdraagbaar was. Onder druk van de overheid startte het leger ook met het inzamelen van niet-herdraagbare kleding. “Omdat die in het gewone huisvuil terecht kwam en dus uiteindelijk in de verbrandingsoven”. Hierdoor nam het volume toe, terwijl tegelijkertijd door marktomstandigheden de waarde van de ‘niet meer te dragen kleding’ afnam. Dat gaf druk op de hele keten. Een ander element is de zogenoemde fast fashion: goedkope kleding die maar kort meegaat. “De kwaliteit van kleding is hierdoor minder. Vroeger was zes tot acht procent hoogwaardig herdraagbaar textiel, nu is dat nog maar de helft.”
> Vijfduizend euro gelapt. Het ontwikkelproject ontvangt financiële steun uit het Europese fonds Interreg. Smedinga: “Maar bij aanvang hebben wij ieder vijfduizend euro gelapt en was er nog geen sprake van subsidie. Dat kwam pas later aan de orde. Alle benodigde competenties zijn in het team aanwezig. We helpen en versterken elkaar. Omdat de technologische ontwikkelingen snel gaan, lopen we iets achter. Door te wachten, konden we nieuwe software in combinatie met betere sensoren installeren waardoor we een hogere betrouwbaarheid kregen”.
> Sneller en beter. Met de machine verloopt het sorteerproces een stuk sneller. Op dit moment duurt het één seconde om de materialen op de band te leggen, te herkennen en ‘weg te draaien’, dat is veel sneller dan handmatig. Bovendien is de machine in staat het juiste materiaal vast te stellen, terwijl de productinformatie op het label vaak niet overeenkomt, of niet volledig is. En in dat laatste geval kunnen de verwerkers in het vervolgtraject er niet mee uit de voeten. “Als je richting een circulaire wereld wilt, heb je volume nodig met goed omschreven specificaties. Pas dan kun je de gerecyclede content vergroten”, zegt Smedinga.
> Infrarooddetectie. “Het is één grote soep aan materialen: katoen, wol, composiet, acryl, et cetera. De machine herkent het materiaal door middel van infrarooddetectie. Elk materiaal heeft zijn eigen spectrum en dat geeft een respons. Dat kan je binnen een bepaalde bandbreedte instellen. De uitslag van wol is compleet anders dan katoen, et cetera. De machine blaast het kledingstuk na herkenning in de juiste bak”.
> Businesscase. De rol van ReShare is het ontwikkelen van de operationele businesscase en het verder ontwikkelen van de markt. “Het wegzetten van de fracties uit post consumer materiaal (de opgehaalde kleding –red.) en dat opwerken naar nieuwe grondstoffen
voor producten is nieuw”, legt Smedinga uit. “Het gebeurt al wel met post productions clippings (restmaterialen uit het productieproces van nieuwe kleding –red.), maar dan weet je de specs al”.
> Kleurherkenning. Het ontwikkelproces van de machine gaat ondertussen verder. Het team onderzoekt mogelijkheden voor kleurherkenning, want als je gescheiden aanlevert, brengt dat meer op. Ook het herkennen van het type vezel (gebreid of geweven) is interessant om dezelfde reden. De scanner doet er maar een paar milliseconden over om de aard van het textiel te herkennen. Maar kleding wordt nu nog handmatig op de band gelegd, waardoor de totale procestijd iets meer dan een seconde is. Hiervoor zou mechanische invoer een oplossing kunnen zijn om de capaciteit te verhogen. “We hopen eind dit jaar een capaciteit te halen van twee miljoen kilo per jaar. Dat is eigenlijk nog maar een druppel op een gloeiende plaat.”
‘Het is één grote soep aan materialen’ > Machineontwikkeling. Ten opzichte van het prototype is de mechanica verbeterd, evenals de infraroodscanner. Die kan nu een breder spectrum analyseren, waardoor de betrouwbaarheid van de herkenning is toegenomen. De scanner herkent nu veertien verschillende fracties. De benodigde software is verder doorontwikkeld waardoor de snelheid van het verwerken van de informatie enorm is toegenomen. Het scannen vraagt veel rekenkracht en dat is teruggebracht. Materiaal dat de machine niet herkent gaat nu nog naar een aparte bak. Smedinga hoopt in de toekomst misschien wel vijftig aparte fracties te kunnen herkennen.
> Onderhoud. De machine is redelijk standaard, met basale technieken, zegt Smedinga. Lopende banden, elektromotoren, de infraroodsensor, compressoren, weegunits aangevuld met balenpersen en heftrucks. “Het benodigde onderhoud zit ‘m vooral in het onderhoud van de bibliotheek van de machine: het toevoegen van nieuwe informatie voor het herkennen van nieuwe fracties”. Gaetane Decloedt is als sales engineer bij machinebouwer Valvan Baling Systems betrokken bij de ontwikkeling van de Fibersort. Ze beaamt dat de machine technisch gezien niet heel ingewikkeld is. “Allemaal bewezen technieken”. Het belangrijkste onderhoud is het op tijd smeren van de motoren. Alle onderdelen zijn hiervoor prima bereikbaar. Smedinga; “Bij het ontwikkelen van de machine hebben we onszelf de opdracht gesteld om het zo simpel mogelijk te houden. Dat gebeurt bijvoorbeeld door zo veel mogelijk standaard componenten te gebruiken waarvan de onderdelen vrij verkrijgbaar zijn. We beperken de complexiteit van de machine tot het hoogst noodzakelijke. Daarmee beperk je de onderhoudskosten. En als we straks kunnen uitrollen, dan maakt het de machine ook een stuk > goedkoper”.
19
>
> Koploperpositie. Het moeilijkste onderdeel in de ontwerpen ontwikkelfase was het ontwikkelen van de herkenningssoftware. De meeste bestaande scanners op de markt zijn voor relatief eenvoudige taken. Decloedt; “Voldoet het gescande object aan de gestelde voorwaarden? En het antwoord is dan ja of nee. Voor de Fibersort is dat vanwege de vele soorten eindproducten en materialen veel ingewikkelder en hebben we een hele boomstructuur moeten ontwikkelen”. Valvan heeft hiervoor zelf scannersoftware ontwikkeld en geschreven en is daar in feite nog steeds mee bezig, om zo de mogelijkheden van de machine uit te breiden. “We hebben veel bijgeleerd. Het positieve daarvan is dat een ander het moeilijk kan kopiëren. Wij hopen en verwachten dat eigenlijk ook wel, dat we onszelf hiermee een koploperpositie hebben verschaft”.
> Preventief. Omdat de machine redelijk basaal is, op basis van bestaande technieken, is de onderhoudsvraag ook niet heel spannend, zegt Decloedt. “Eenmaal per jaar doen we preventief onderhoud en controleren we de belangrijkste onderdelen. Aan de software verrichten we ook onderhoud. We updaten het programma op afstand middels een inbelverbinding en dat doen we ook voor bepaalde serviceactiviteiten, zoals het opvolgen van foutmeldingen”. Servicemonteurs installeren de Fibersort-machines en dat zijn ervaren machine-installateurs. “Als zij feedback hebben, komt die terug bij Engineering. Dat gebeurt ook met feedback van de klant.
Close up. Foto: Circle Economy
20 april 2018
Meestal gaat het dan om de wat meer bedrijfsspecifieke zaken, zoals het willen weten van het aantal verwerkte stuks kleding. Dat nemen we dan mee in de ontwikkeling”.
> Commercieel. De commerciële kant heeft eigenlijk de technische kant ingehaald, zegt Decloedt, want er zijn al Fibersortmachines verkocht, terwijl de technische kant nog niet is uitontwikkeld. “Er is veel vraag vanuit de markt. Die machines zullen we te zijner tijd updaten. Eerst focussen we op de Fibersort binnen het Interreg-project. Dat betekent het herkennen van meer fracties verder uitbouwen, op de wat langere termijn het verhogen van de snelheid van de herkenning, zonder in te leveren op de kwaliteit. De invoer van de kledingstukken is nu dus nog handmatig en door de operator te vervangen door een robot, zouden we die tijd van 1 seconde net kunnen verlagen. Maar dat is een kostbaar iets en daarvoor moeten we eerst nog de businesscase uitdokteren”. Ook na het einde van het Interreg-project in september volgend jaar zal de ontwikkeling doorgaan, verwacht Smedinga. “Valvan hoopt natuurlijk meer machines te kunnen verkopen. Ook wij hopen dat er zo veel mogelijk machines verkocht worden. Dat betekent namelijk minder afval en dat past bij onze missie. Als het ons geld oplevert, komt dat ten goede aan de missie en doelstellingen van het Leger des Heils”. <
Kort Geen woorden, maar daden in robotisering Roterende Lansen Hydra™ Foto: Mourik Services
Een wereld waarin robots ons helpen werkzaamheden uit te voeren komt steeds dichterbij. Dus ook in de wereld van het industrieel onderhoud. Mourik zit niet stil en ontwikkelde Hydra™ Robotic Exchanger Cleaning. Mourik haalde hiermee als eerste, autonome inwendig bundelreiniging uit de testomgeving.
Wat is het Hydra 5 begint met het scannen van de pijpenplaat van de bundel. Vervolgens voert de machine de interne reiniging van de bundel volledig zelfstandig uit. Erwin Hofland, die Hydra mede-ontwikkelde, vertelt met niet-aflatend enthousiasme over de innovatie van formaat. “Vijf roterende lansen bieden de gerichte reinigingskracht van hogedruk water. Het systeem positioneert de lansen met ongekende precisie. Zo minimaliseren we de kans op schade aan de bundel. Tijdens het reinigingsproces controleert Hydra continu alle parameters. Wordt een afwijking gedetecteerd, dan past het systeem de reinigingsmethode zelf aan”.
Maximale uptime Het resultaat is een korte en voorspelbare doorlooptijd en gegarandeerd volledig en homogeen schone warmtewisselaar. Hofland; ”Voor asset owners belangrijk, want homogeen schoon betekent maximale warmteoverdracht en dus optimale productie. Tijdens de reiniging verzamelt SCALAR bovendien diepgaande informatie over de bundel, wat hen helpt verder inzicht te krijgen in de conditie van hun systemen. Hydra bereikt een nieuw niveau van veiligheid, snelheid en effectiviteit. Beter dan alle inwendige bundelreinigingsmethoden tot nu toe. Daarmee sluit Hydra naadloos aan bij ons streven om samen met onze opdrachtgevers maximale waarde te creëren, op een veilige manier kwaliteit te leveren en onze omgeving te beschermen”.
Praktijk Nadat er volop geëxperimenteerd is met Hydra™ Robotic Exchanger Cleaning, kwam de technologie in een versnelling. Hydra was klaar voor de praktijk en bewees dat inmiddels bij opdrachtgevers in Moerdijk, Vlissingen en over de grens, in België. Een glansrol was weggelegd voor Hydra tijdens een grote onderhoudsstop van een van Mourik’s opdrachtgevers in Rotterdam-Europoort. Op de spuitplaats van de olieraffinaderij leverde Hydra tientallen bundels af, ruim binnen de afgesproken tijd en met een zeer hoge reinigingsgraad.
Prijs Tijdens de jaarlijkse uitreiking van de SIR Awards, viel Mourik Services in de prijzen met de ontwikkelde technologie. Volgens de jury weet het bedrijf met deze autonome inwendige bundelreiniger een hoger veiligheidsniveau te bereiken in de industriële reinigingsbranche. Bovendien heeft het met deze innovatieve volautomatische reinigingsmethode opnieuw een nieuwe standaard in de reinigingsbranche geïntroduceerd. Eenmaal ingesteld, voert Hydra de cleaning geheel zelfstandig uit, er komt geen mensenhand aan te pas. Hofland; “We staan slechts aan het begin van wat mogelijk wordt binnen industrieel onderhoud. Op een veilige manier kwaliteit leveren, onze omgeving beschermen, en samen maximale waarde creëren. Dat zit in ons DNA”. <
Hydra voert de interne reiniging geheel zelfstandig uit. Foto: Mourik Services
‘Samen maximale waarde creëren’ 21
Betrouwbare organisaties onderscheiden zich
VISIE <
Een verouderde assetbase hoeft niet per se een probleem te zijn. Althans als we de leeftijd van de asset bekijken ten opzichte van de vooraf vastgestelde economisch of technische levensduur van de asset. Veel belangrijker is om vast te stellen wat de conditie van de asset is, en daaraan gelinkt, welke kosten moeten gemaakt worden om een acceptabel niveau van beschikbaarheid en betrouwbaarheid te realiseren.
Betrouwbare organisaties onderscheiden zich niet alleen door de mate waarin zij voorbereid zijn op verwachte problemen die plaats kunnen vinden, maar juist door de mate waarin zij snel kunnen handelen bij onverwachte problemen. Om hier invulling aan te geven, passen hoog betrouwbare organisaties vijf principes goed toe; 1. Preoccupation with failure: voorbereid zijn op fouten 2. Reluctancy to simplify: complexe processen en systemen niet vereenvoudigen als dit risico’s met zich meebrengt 3. Sensitvity to operations: in staat zijn om de impact en link naar de operatie te maken 4. Commitment to resilience: veerkracht van de organisatie 5. Deference to expertise: in staat zijn om op het juiste moment de juiste expertise in te kunnen zetten op de juiste plek. De vijf principes dragen bij aan een “mindfull” organisatie. Daarmee bedoelen we dat medewerkers in staat zijn om alert te handelen in het geval er incidenten of andere onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden.
> Hogere betrouwbaarheid. Om te onderzoeken hoe de bedrijven in de onderhoudssector presteren op het gebied van betrouwbaarheid is een benchmarkstudie uitgevoerd ten opzichte van hoog betrouwbare organisaties. Hoewel asset organisaties over het algemeen in minder risicovolle omgevingen opereren, neemt het belang van een hoog betrouwbare organisatie ook in de onderhoudssector toe. Asset organisaties zijn zich beperkt bewust zijn van potentiële risico’s en redelijk kwetsbaar voor verstoringen. Ondanks dat de omgeving minder complex is, zijn er enkele factoren die om een hogere betrouwbaarheid vragen. Bewustwording: asset organisaties zijn zich in redelijke mate bewust van potentiële risico’s in de organisatie. Een belangrijk aandachtsgebied is de wijze waarop medewerkers gebeurtenissen identificeren, registreren, classificeren en toewijzen aan de juiste eigenaar.
22 april 2018
Score onderhoudssector ten opzichte van hoog betrouwbare organisaties. Illustratie: NVDO
Kwetsbaarheid: asset organisaties zijn in redelijke mate kwetsbaar voor een gebrek aan mindfulness. Deze vraag geeft aan hoe sterk de neiging is om verstoringen te negeren. Medewerkers verplicht stellen om strikt processen en procedures te volgen zonder hiervan af te mogen wijken in combinatie met een hoge prestatiedruk, kan leiden tot een hogere kwetsbaarheid. Processen en procedures dragen in algemene zin bij aan meer betrouwbaarheid, maar als dit te ver doorgevoerd wordt, bestaat het risico dat er niet meer nagedacht wordt. Noodzaak: gemiddeld zijn de systemen minder complex en gekoppeld ten opzichte van hoog betrouwbare organisaties. Er zijn twee aandachtspunten: (1) de coördinatie van het werkproces is vaak complex en (2) het meeste werk moet in een keer goed worden gedaan. Er is beperkt ruimte voor correcties (first time right).
> En nu. Gezamenlijke visie en doel over de betrouwbaarheid: Zorg dat je een duidelijke visie en strategie hebt over het lerend vermogen van de organisatie om met onverwachte situaties om te gaan. En zorg ervoor dat het “beoordelend vermogen” altijd in je organisatie aanwezig is. Onder meer daarmee, verlaagt de downtime en verbeteren de prestaties van de assets, wat vanzelfsprekend het doel is. <
‘Asset organisaties zijn zich beperkt bewust van potentiële risico’s’’
GAST COLUMN <
Klaar voor morgen Zijn we klaar voor morgen? In de detailhandel kennen wij de term “Just in time”, dit is een manier van beheersen van het proces voor bevoorraden, die maakt dat materialen op het juiste moment op de juiste plek beschikbaar zijn. Niet te vroeg en niet te laat. Hierdoor wordt er met zo min mogelijk verlies op kosten en materialen een proces ondersteund. Hierdoor grijpen wij als consument bijna nooit mis in winkels of bij de uitvoering van bouwwerkzaamheden. Maar, als we kijken wat “Just in time” betekent voor Beheer en Onderhoud, dan zien we dat we hier nog een paar verbeterslagen zouden kunnen en willen maken. Klaar staan voor de infrastructuur van morgen. De ontwikkelingen die de komende tijd op ons afkomen, vragen om actie. Welke ontwikkelingen zien wij dan en waarom zouden wij er dan niet klaar voor zijn? Ik wil er een aantal benoemen en dan is het aan u of u vindt dat wij er met elkaar voor klaar staan om “Just in time” te kunnen acteren. Ontwikkelingen die nu al spelen en om een actieve houding vragen zijn de klimaatdoelstellingen. Het kabinet heeft de doelstelling voor het jaar 2050 circulair te zijn. Dit wil zeggen dat we grondstoffen/materialen 100% in de keten houden door hergebruik. De CO2-uitstoot die moet worden teruggedrongen, de energietransitie die vraagt om gerichte actie. Het omgaan met gegevens en data en deze gegevens en data beschikbaar hebben om van te leren en te kunnen acteren. Medewerkers die langer doorwerken en hun kennis en vaardigheden kunnen blijven aanbieden. De verouderde infrastructuur die op basis van technische einde levensduur haar grenzen heeft bereikt of, op niet al te lange termijn, haar grenzen bereikt.
Maar waar past dan het beheer en onderhoud hierin zult u zich afvragen. De aanpak van infrastructuur zou veel meer gericht moeten zijn op een Life-Cycle benadering waarin we niet alleen goed bouwen, maar ook op een goed manier behouden en vernieuwen met oog voor de gehele levenscyclus van infrastructuur. Dan creëren wij met elkaar een onderhoudsvernieuwing die haar tijd kan doorstaan. Daarvoor moeten we samen leren en ontwikkelen en vooral vooraf nadenken voordat we handelen. Daar zit hem naar mijn menig de kans om dat met elkaar te doen. Dat betekent dat we de tijd die we daarvoor nog hebben goed moeten gebruiken. Willen wij met elkaar die “Just in time” mentaliteit oppakken voor de gehele Life-Cycle vanuit een beheer en onderhoudsvisie en laten zien dat wij met elkaar met de juiste aanpak het werk voor de toekomst klaar hebben staan. Ik geloof erin dat wij dit met elkaar kunnen realiseren. Maar dat vraagt wel om een mentaliteit en samenwerking die gericht is op een duurzame beheer en onderhoudsaanpak voor de dag van morgen. Laten wij samen die uitdaging oppakken. < Han Roebers Afdelingshoofd Instandhouding Constructies en Onderhoud/ Programmamanager InfraQuest Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud
23
CHEMELOT <
Chemelot Foto: Jean Jacques Spuisers
Door dezelfde te spreken bereik je een
Royal HaskoningDHV en Sitech Services hebben een nieuwe samenwerkingsvorm ondertekend voor het asset management van Chemelot in Limburg. Doel van de nieuwe samenwerkingsvorm is om Chemelot als chemiesite optimaal te laten functioneren en tegen 2025 de meest competitieve en duurzame chemie- en materialensite van West-Europa te zijn. De samenwerking is daarbij gericht op meer innovatie en een sterke vertrouwensrelatie tussen beide partijen.
24 april 2018
‘Een stap naar nog slimmer samenwerken’ In opdracht van Sitech Services is Royal HaskoningDHV sinds 2006 verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van infrastructuur en faciliteiten op industriecomplex Chemelot in Geleen met multinationals als DSM, SABIC en OCI Nitrogen. Denk daarbij aan de wegen, het spoorsysteem, bruggen en viaducten, de binnenhaven en rioolleidingen, verbindingssystemen tussen de fabrieken en alle hekken, bomen, gras et cetera. De chemische bedrijven die hiervan gebruikmaken kunnen zich daardoor richten op hun kernactiviteiten wetende dat de functionaliteit van deze infrastructuur is geborgd. Sinds januari 2018 hebben Sitech en Royal Haskoning DHV (RHDHV) een nieuwe contractvorm ondertekend. Anders dan bij voorgaande assetmanagementcontracten werken beide partijen samen in één team. Marcel Roost en Koen Ruiter lichten de nieuwe contractvorm toe. Roost is BU manager infrastructures van de Chemelotsite en heeft de rol van asset owner in de samenwerking. Koen Ruiter is vanuit Royal HaskoningDHV projectdirecteur Chemelot en vertegenwoordigt in deze samenwerking de rol van asset manager.
> WatermeloenKPI. “De meeste assetmanagementcontracten zijn gebaseerd op een opdrachtgever/opdrachtnemer-structuur waarbij je met performance indicatoren contractueel met elkaar de performance van de assets bewaakt. In dergelijke contracten hebben beide partijen vaak tegengestelde belangen waardoor je regelmatig met elkaar in discussie gaat over budgetten en dergelijke”, geeft Roost aan. Hij legt dit verder uit met een aantal voorbeelden. “Traditionele performance contracten sturen op KPI’s. Als je als opdrachtnemer voldoet aan een KPI, zou dit in principe iedereen tevreden moeten stellen, maar in de praktijk blijkt dit niet altijd zo te zijn. Als er sprake is van een zogenoemde ‘watermeloenKPI’, dan lijkt aan de buitenkant alles in orde (groen), maar graaf je dieper, dan stuit je op problemen (rood). Als een opdrachtgever bijvoorbeeld een KPI opstelt waarin de opdrachtnemer per maand met drie innovatieve voorstellen moet komen, dan kan de opdrachtnemer dit perfect op papier voor elkaar hebben, terwijl de ideeën in de praktijk mogelijk helemaal niet uitvoerbaar zijn. Zelf
zijn wij gelukkig nog niet in zo’n situatie terechtgekomen, maar willen voorkomen dat we in de toekomst in een dergelijke situaties terecht zouden kunnen komen”.
> Vertrouwen. De samenwerking tussen Sitech en Royal HaskoningDHV verliep de afgelopen jaren al dermate goed, dat de partijen nog een stap verder willen gaan in hun samenwerking. “Er is een enorm vertrouwen tussen beide partijen waardoor we denken dat we door een andere samenwerkingsvorm nog meer op één lijn kunnen zitten in één team”. In het nieuwe contract werken de partijen schouder aan schouder. Ruiter; “We hebben gezamenlijke doelen opgezet en delen daarbij de risico’s en baten. Als het goed gaat, hebben beide partijen hier baat bij. Gaat het minder dan verwacht, dan worden we er eveneens beiden op aangesproken”. Dat vertaalt zich niet alleen naar financiële doelen. Ruiter; “Een van de speerpunten voor de komende jaren is innovatie. Samen gaan we op zoek naar mogelijkheden om de assets op Chemelot beter te laten presteren, om de Visie Chemelot 2025 (met Chemelot als de meest competitieve en duurzame chemie- en materialensite van West-Europa) mee te verwezenlijken. Daarbij werken we ook aan innovatieve oplossingen en werkmethoden die ook op andere plekken buiten de site uitvoerbaar zouden kunnen zijn. Door de nieuwe contractvorm kunnen innovaties voor beide partijen waarde opleveren in nieuwe business of kostenbesparingen realiseren waar beiden baat bij hebben”. De prioriteiten van het team zijn: veiligheid, business continuity, voldoen aan wet- en regelgeving, bijdragen aan de duurzaamheidsambitie van Chemelot en het optimaliseren van Total Cost of Ownership.
> Veiligheid, business continuity en innovatie. Roost; “Veiligheid komt op de eerste plek. We willen geen graaf- of andere incidenten, noch vanuit onszelf, noch vanuit derden die werkzaam zijn op het OBL-gebied (Outside Battery Limits, red.). Daar wordt heel veel toezicht op gehouden. Vervolgens is business continuity op de site heel belangrijk, het voortbouwen op wat we de afgelo- >
25
> Vertrouwen. In de nieuwe samenwerkingsvorm ligt de nadruk op hoe je samen tot het beste resultaat kunt komen. Partijen staan niet tegenover elkaar wat betreft de uitvoering, het aantal benodigde uren of budgettering. Ze hebben hetzelfde doel: innovatie. Om dit voor elkaar te krijgen, moet als één team worden samengewerkt. Roost; “Stap één is vertrouwen. Je moet elkaar kunnen vertrouwen en consequent blijven in wat je hebt afgesproken. Doe je dat niet, dan zijn het vertrouwen en de basis weg. We letten er heel erg op dat we consistent blijven in ons gedrag, in beide organisaties. Er is een team samengesteld van 35 mensen. ‘In de voorbereidingsfase, vóór de totstandkoming van het nieuwe contract, hebben we een aantal teamleden betrokken, om mee te denken over de nieuwe aanpak. Je ziet dat de kernteamleden al heel snel hun nieuwe positie hebben gevonden”. Roost vult aan: “Een andere vorm van samenwerken vergt een andere cultuur en dus gedragsverandering. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn we na de voorbereidingen gestart met een kick off en sessies met deelgroepen. Sinds de officiële start houden we met het kernteam elke maandag een scrum meeting om na te gaan hoe we zo snel mogelijk als één hecht team kunnen opereren”. Team. Foto: Jean Jacques Spuisers
>
pen jaren al hebben opgebouwd. Echter, willen we het grote plan dat er ligt (de meest competitieve en duurzame chemie- en materialensite in West-Europa worden) kunnen realiseren, dan zullen we ook los van de kleine verbeteringen op zoek moeten gaan naar de grotere veranderingen of innovaties. Een concreet voorbeeld daarvan is sensortechnologie”.
> Betrouwbaarheid railinfrastructuur. Ruiter vult aan; “We zijn bij de railinfrastructuur gestart met de opzet van een predictive maintenancemodel. We onderzoeken bijvoorbeeld hoe we de toestand van de spoorbogen bij hoge temperaturen in de zomerperiode het beste kunnen monitoren, hoe vaak wissels bediend en belast worden, enzovoort. Daar moeten sensoren voor worden ontwikkeld die ATEX-gecertificeerd zijn, maar ook het bepalen van de strategische meetpunten, het verzamelen van data en het opstellen van een model zijn nodig om predictive maintenance te kunnen uitvoeren.’”Het model zal aansluiten op het Sitech Asset Health Center (SAHC) dat al is ontwikkeld. Roost; “In dit SAHC worden meetgegevens van fabrieksinstallaties van klanten gemonitord, met als doel trends te analyseren die informatie verschaffen over de conditie van die installaties. Hierdoor kunnen we in actie komen, nog voordat er een storing optreedt in een fabriek”. Als het predictive maintenance model op de railinfrastructuur goed functioneert, kijken Royal HaskoningDHV en Sitech naar business modellen buiten Chemelot. Ruiter hierover; “Een succesvolle uitrol op Chemelot heeft de komende periode onze prioriteit. Daarna onderzoeken we hoe deze verbeteringen mogelijk op andere plaatsen kunnen worden toegepast”. Ook het monitoren en voorspellen van faalmechanismen van het rioleringssysteem kan innovatiever. Ruiter; “Ten opzichte van rioolsystemen buiten de site, brengt het proceswater dat op het terrein in de waterzuivering terechtkomt, een heel ander degeneratieproces van het riool met zich mee. Ook hierin kunnen we innoveren”.
26 april 2018
Niet alleen qua cultuur, maar ook operationeel is veel aanpassing nodig. Ruiter; “Het zit soms in de kleine dingen. We hebben er bijvoorbeeld veel belang bij om slim en snel met elkaar te schakelen, daarom hebben we sinds kort één projectteamlocatie”. Ook toegangsverlening in IT-systemen is zo’n operationele verandering. Roost; “Er is besloten om het ICT-landschap van alle pakketten en softwareapplicaties met elkaar te delen. Iedereen van het team heeft toegang tot beide systemen waardoor uiteindelijk één gezamenlijk IT-landschap zal ontstaan. Af en toe is het nog even zoeken en wennen, maar de organisatie wordt geleidelijk één geheel”. Een gezamenlijke projectteamlocatie, één IT-landschap, dezelfde werkprocessen,... Ruiter; “Door alles veel beter op elkaar af te stemmen en dezelfde taal te spreken bereik je veel beter resultaat”.
> Onbepaalde tijd. “Nog niet alles is in deze beginfase op elkaar afgestemd, maar we merken nu al dat onze mensen elkaar veel gemakkelijker vinden”, geeft Roost aan. “Later zal blijken of de successen die we boeken, voldoende zijn om de samenwerking te continueren”. De nieuwe samenwerking is een contract voor onbepaalde tijd waarbij regelmatig geëvalueerd wordt of dit naar tevredenheid is van beide partijen. Een eerste evaluatie vindt over twee jaar plaats. Gaat het goed, dan zal de samenwerking worden gecontinueerd. Gaat het niet naar alle tevredenheid van beide partijen, dan wordt onderzocht waar het aan ligt een hoe de samenwerking daar op kan worden aangepast Ruiter; “We hebben afspraken met onze stuurgroep en directie dat als wij tegen zaken aanlopen die verder lopen dan deze horizon, we dat met hen bespreken. We willen situaties voorkomen waarin projecten met een langetermijnvisie en looptijd worden stopgezet mocht de huidige samenwerkingsvorm worden aangepast. Voor deze projecten kunnen we dan in samenspraak met de stuurgroep concretere afspraken maken. De achterliggende gedachte is altijd geweest dat we dit als een stap zien naar nog slimmer samenwerken. Wij hebben er in elk geval alle vertrouwen in dat we zullen slagen”. <
Kort Maarten Habets benoemd tot Maintenance Manager van het Jaar De jury was vol lof over de 42 Maintenance Manager uit Rotterdam. Hij wist andere kandidaten ver achter zich te laten en nam de functie van Boegbeeld van de Nederlandse Maintenancesector op 15 maart jl. over van laureaat Binne Visser, Philips. Emerald Kalama Chemical BV is wereld marktleider met betrekking tot de productie en verkoop van benzoëzuur, derivaten en volgproducten daarvan. Eindmarkten zijn o.a. voedingsproducten voor mens en dier, producten voor persoonlijke verzorging en geneesmiddelen. En daar werkt de kersverse titelhouder Maarten Habets.
Maarten Habets; Emerald Kalama, plant Rotterdam Foto: Huib Oostdijk
Wie is Maarten? Hij heeft een bewezen staat van dienst. Hij studeerde Werktuigbouwkunde aan de TU Eindhoven en werkte bij onder meer Royal Leerdam en Nutricia. Hij vervulde functies als maintenance engineer, teamleider van een maintenance afdeling en group engineer leader. Hij is een geboren Limburger in Rotterdam.
Hoe Zowel het management als zijn medewerkers, zijn vol lof over hun Maintenance Manager. Hij weet de juiste mensen op de juiste plekken te zetten en boekt graag resultaten door samenwerking. Want,
‘Voortvarendheid werpt vruchten af’
zoals hij zelf zegt “samen zijn we een gouden team”. De nieuwe Maintenance Manager van het Jaar heeft zijn onderhoudsorganisatie op orde nadat hij eerst zijn eigen taken en bevoegdheden schreef. Binnen zijn organisatie Emerald Kalama bracht hij rust. Rust in de organisatie, rust in de cultuur. Tijdens de fysieke jury-audit werd dat heel duidelijk en er is groot respect voor die rust, we kunne bijna spreken van een nieuw soort managementmodel.
Motivatie Maarten Habets is door de NVDO benoemd tot Maintenance Manager van Jaar vanwege het wegnemen (in zeer korte tijd) van het spanningsveld tussen Techniek en Productie. Vanwege zijn kracht om het management constant te overtuigen, rust brengt op alle vlakken en aan de voorkant staat van de groei van de organisatie en daar succesvol de eisen aan onderhoud op weet aan te passen. Hij weet feilloos de juiste mensen op de juiste plekken te positioneren. De benoeming is mede reden omdat Maarten weet dat de waarde van onderhoud een samenspel is met productie, het management en altijd binnen een team. <
27
OPGELEVERD <
Ongeplande downtime voorkomen, onderhoud efficiënter uitvoeren en besparen op energiekosten; het klinkt als muziek in de oren. Semiotic Labs’ SAM4 draagt eraan bij en is een oplossing die op een innovatieve manier (op basis van kunstmatige intelligentie en stroom- en spanningsmetingen), de conditie van motoren bepaalt. Het meet spanning en stroom vanuit de Schakelkast, dus op afstand van de motor zelf. Dat is een belangrijk verschil met bijvoorbeeld trillingsmetingen. Simon Jagers, oprichter van Semiotic Lab vult aan; “De gangbare methodes, denk aan bijvoorbeeld trillingsmetingen, worden op of dicht in de buurt van de te monitoren assets geplaatst. Precisie-instrumenten, zoals sensoren, zijn in de regel niet geschikt om in een industriële omgeving geplaatst te worden. Ze gaan stuk door stof, schoonmaakwerkzaamheden of gewoon door de ruige omgeving”. Daarnaast wordt een sensor op de motor vaak gevoed door batterijen.
Simon Jagers, oprichter Semiotic Lab Foto: Semiotic Lab
Innovatie draagt bij aan asset betrouwbaarheid En die hebben een eindigend leven. Je zal dus moeten kiezen tussen heel vaak meten met een hoge kwaliteit en dan elke week de batterij vervangen, of minder vaak meten met een lagere kwaliteit en eens per jaar de batterij vervangen. Simon: “Tijdens ons onderzoek naar methodes om op afstand de conditie van assets te monitoren ontdekten we bovendien dat de analyse van stroom en spanning veel geschikter is om elektrische schades aan motoren in een vroeg stadium op te sporen. Dat klinkt logisch, maar het zijn opvallende resultaten die later van grote waarde bleken te zijn”.
> Continu meten. (Bijna) alle machines worden aangestuurd door elektromotoren. Jagers ontdekte dat, wanneer men met een hoge frequentie en resolutie de spanning en stroom meet, de conditie van de motor én van de asset (bijvoorbeeld van pompen, compressoren of transportbanden) bepaald kan worden. “We geven een waarschuwing ruim voordat de betreffende asset definitief uitvalt. Op die manier kan je ongeplande stilstand voorkomen. In de traditionele situatie moet je voor een meting naar elke asset toe, omdat je van een afstand niet kan bepalen wat de conditie is. Omdat wij continue meten, ben je ook geen tijd meer kwijt met het meten aan motoren die gezond zijn.”, aldus Jagers. Het voorkomen van ongeplande stilstand levert een positieve business case op, maar er is ook geld te besparen door onnodig on-
28 april 2018
derhoud te elimineren. Bijvoorbeeld door Condition Based Maintenance toe te passen en alleen in actie te komen als de situatie daar om vraagt: Als een asset dreigt te falen of wanneer de prestaties achteruit lopen, maar niet eerder.
> Het proces. Als eerste ontwikkelt SAM4 een baseline van gezond gedrag. Dat gebeurt door enkele dagen “in te leren” en te bepalen welke patronen horen bij gezond gedrag. De algoritmes voorspellen continue hoe gezonde patronen van gedrag er uit zien. Door het voorspelde patroon vervolgens te vergelijken met het geobserveerde patroon, is het mogelijk om een mate van afwijking ten opzichte van gezond te bepalen. Hoe groter de afwijking, hoe groter de kans dat er “iets” aan de hand is. Jagers: “We weten dan nog niet wát er aan de hand is, maar op basis van afwijkingen in de data gaan we gericht inspecteren”. De patronen die horen bij een specifieke schade, bijvoorbeeld lagerschade of cavitatie van een pomp, worden omgezet in een vingerafdruk van falen. Aan de hand van die ‘vingerafdrukken’ ziet SAM4 wat er dan kapot gaat en schatten de algoritmes steeds preciezer in hoe lang de asset nog meekan voor deze faalt. Op termijn zorgt dit er voor dat, aan de hand van de analyses, alvast onderdelen worden besteld en technici worden ingepland om gericht onderhoud toe te passen tijdens een moment van geplande stilstand.
> Betrouwbaarheid applicatie. Om deze verregaande vorm van automatisering te realiseren, moet de betrouwbaarheid van de applicatie bijna 100% zijn. “Hier zijn we nog niet. We zien nu ruim boven de 70% van alle schades tenminste vijf of meer dagen vooraf aankomen. We gaan tot en met juni meer dan 500 sensoren uitrollen bij onder meer de Koninklijke Marine, Tata Steel en Vopak. Op basis van zogenaamde Transfer Learning technieken kunnen we de lessen die we leren bij het monitoren van bijvoorbeeld een kleine pomp toepassen op een grote compressor: De algoritmes ontwikkelen inzichten die de specifieke toepassing overstijgen en algemeen kunnen worden ingezet. Daarmee kunnen we, in combinatie met lab-opstellingen bij Engie, FACTA en Van Bodegraven zo snel leren, dat onze doelstelling om eind van dit jaar ten minste 85% betrouwbaarheid te realiseren, reëel is. Daarbij tellen we dan alleen die gevallen mee die we tenminste tien dagen vooraf signaleren”.
> Toepassing. SAM4 wordt op bestaande machines toegepast, maar ook ingebouwd door machinebouwers om nieuw te leveren installaties op afstand te kunnen monitoren. Jagers: “In Europa staan ongeveer 100 miljoen industriële motoren. Om daar een aanmerkelijk deel van te kunnen monitoren moet alles kloppen. De kosten voor het monitoren spelen ook een rol bij de praktische toepasbaarheid. Als de monitoringsoplossing meer kost dan het probleem dat ermee wordt opgelost, verschuif je het probleem alleen maar. Jagers daarover: “We zien voor verschillende partijen dat er andere motieven spelen. Zowel asset owners, service providers als machinebouwers hebben baat bij het voorkomen van ongeplande stilstand. Maar in de nuance zie je toch verschillen: Een machinebouwer wil bijvoorbeeld het gebruik monitoren, om zich ervan te verzekeren dat een transportsysteem op de juiste wijze wordt ingezet. En een maintenance service provider wil vooral efficiënt werken en geen tijd besteden aan het onderhoud aan goed functionerende machines”. Toch is het niet zo dat SAM4 op álle assets binnen een productieomgeving wordt ingezet. Gelet op de kosten voor monitoring en het aantal incidenten dat zich gemiddeld voordoet is de oplossing interessant op het moment dat een uur stilstand 5.000,00 of meer kost.
> Mens en Machine. Machines worden steeds complexer. Het is dus logisch dat de combinatie van kunstmatige intelligentie en sensoren een deel van het repeterende werk van mensen kan overnemen, zodat de mens in zijn kracht kan staan: Het zoeken van creatieve oplossingen voor problemen. SAM4 signaleert bijvoorbeeld dat een pomp
‘Betrouwbaarheid van de applicatie moet bijna 100% zijn’ gaat falen. Een maintenance engineer zorgt voor de daadwerkelijke reparatie, maar kan bovendien onderzoek doen naar de onderliggende oorzaken van de schade én aan oplossingen werken om toekomstige schades te voorkomen. Dat vraagt om creativiteit en inzicht, twee zaken waar de mens veel beter in is dan computers dat zijn.
> Datascience. Tenslotte denkt Jagers dat datascience nu echt een belangrijke rol gaat spelen. “We zijn de hype voorbij. Het besef dat data goud waard is (mits op de juiste manier gemaakt, geanalyseerd en gepresenteerd) dringt steeds meer door in de boardroom. Datalakes wordt de nieuwe norm. Daarbij gaat het om bedrijfsbrede, centrale opslag van data. De asset owner of een dienstverlener wordt dan zelf regisseur en bepaalt wie er bij de data mag, hoe lang, wat ze mogen doen, etc.. Daar haken spelers op in die vanuit die centrale opslag slimme dingen kunnen doen”. De komende jaren ziet Jagers dan ook steeds meer puntoplossingen ontstaan; Applicaties, appjes of tools die twee dingen goed kunnen. Ten eerste hun taak en ten tweede koppelen met andere applicaties. “Op die manier is het eenvoudig om applicaties samen te laten werken én uit te wisselen: Bevalt een oplossing niet, dan snel door naar een ander. Dat houdt leveranciers scherp: Je moet kwaliteit blijven leveren”. <
Wat levert conditiemonitoring op? Een goede conditiemonitoringsoplossing verlaagt de kosten van ongeplande downtime en verhoogt de operationele betrouwbaarheid en veiligheid, terwijl de onderhoudskosten dalen. Bovenal stelt het onderhoudsprofessionals in staat om efficiënt te werken: SAM4 signaleert waar, wanneer en waarom onderhoud nodig is, zodat onderhoudsprofessionals gericht aan het werk kunnen en geen tijd meer besteden aan het periodiek controleren van alle pompen en motoren. Neem het voorbeeld van een bedrijf in de foodsector dat in bulk vloeistoffen mengt. Daarvoor worden verschillende pompen ingezet. Gemiddeld faalt jaarlijks 12% van de installaties door schade aan motor of pomp. In totaal gaat het op een locatie om bijna 26 incidenten. Met een gemiddelde uitval van 3 uur per incident en kosten van €12.500 per uur lijdt het bedrijf bijna €1.000.000 aan schade als gevolg van uitval van de pompinstallaties, ondanks regelmatige inspecties en onderhoudsmomenten. Op basis van conditiemonitoring moet het aantal incidenten worden teruggebracht tot minder dan 5. Daarmee dalen de kosten voor ongeplande stilstand tot onder de €200.000 op basis van een investering in monitoring van €145.000.
Sensor Hardware + Dashboard Foto: Semiotic Lab
29
KIJK OP <
Kijk op Betrouwbaarheid van Assets door: Ruud van Doorn, Voorzitter VOMI (Branchevereniging van dienstverlenende ondernemers in de procesindustrie)
Ageing Assets is
een zorg voor de keten Ageing Assets is een term die je de laatste tijd vaak hoort. Hiermee bedoelen we dan dat de Nederlandse (proces) industrie globaal gesproken tussen 1960 en 1990 is gebouwd en dus op leeftijd begint te komen. Dit hoeft geen probleem te zijn. Net als bij mensen, is er alleen meer zorg nodig. En net als bij mensen, zit daar nou juist het probleem, want deze zorgverleners zijn er niet of in ieder geval steeds minder. Er lopen dan ook heel wat programma’s om mensen onze sector in te trekken. Maar we zullen de zorg, lees: onderhoud, voor de industrie ook vooral slimmer moeten organiseren. Een punt waar ik zelf van denk dat er nog veel te halen is, is in de samenwerking binnen de onderhoudsketen. De tijden zijn voorbij dat contractors slechts uitvoerders waren in regie van opdrachtgevers. Veel onderhoudsdisciplines zijn behoorlijk specialistisch geworden en vergen gedegen opleiding. Bij de contractor zit dan ook niet alleen veel kennis van de vakdiscipline, maar ook van de fabrieks-
30 april 2018
installaties waar ze vaak al jaren werkzaam zijn en hun vakkennis toepassen. Deze kennis kan en moet beter benut worden. Beste assetowners daag ons, contractors, uit om integraal mee te denken over het optimaliseren van onderhoudsprocessen, het verhogen van efficiency of verlagen van kosten! Ik merk gelukkig dat het inmiddels wel steeds makkelijker wordt om het gesprek vanuit de contractor met de opdrachtgever aan te gaan als het om veiligheid gaat. Dit betreft dan meestal wel de veiligheid met een ‘kleine V’ zoals Ira Helsloot het altijd noemt. Het onderhoudsproces, gericht op de integriteit van de installatie, gaat meer over de veiligheid met ‘grote V’. Als contractors kunnen we daar dus ook een rol spelen. Ik denk dat het tijd wordt dat contractors en opdrachtgevers ook op dit punt meer en beter zouden moeten samenwerken, niet alleen vanwege de veiligheid maar ook vanuit de noodzaak om schaarse kennis zou effectief mogelijk in te zetten. <
Elma Media feliciteert de NVDO met haar 55 jarig jubileum
Adverteren in het Vakblad Asset Management VAM?
Wij feliciteren de NVDO met haar 55e verjaardag 9 november Jubileum Jaarbijeenkomst in samenwerking met WCM
Neem contact op met Elma Media (0226) 33 16 67 of zie www.nvdo.nl/vam
Deel je ervaring >> word lid! Ga naar www.NVDO.nl en meld je aan...
Elma Media Keizelbos 1 | 1721 PJ Broek op Langedijk tel. (0226) 33 16 00 info@elma.nl | www.elma.nl
Postbus 138 3990 DC Houten T E I
+31(0)30-6346040 info@nvdo.nl www.nvdo.nl
31
EVIDES <
â&#x20AC;&#x2DC;Goed beheer en onderhoud van de leidingnetten en installaties is essentieelâ&#x20AC;&#x2122;
Berenplaat Foto: Evides Waterbedrijf
Evides procesautomatisering aan Evides Waterbedrijf verzorgt het drinkwater voor 2,5 miljoen consumenten en bedrijven in Zuidwest-Nederland. Zowel de installaties als het IT- en automatiseringssysteem worden goed beheerd, zodat storingen voorkomen worden. Water uit de kraan moet immers voor elk aangesloten huishouden altijd beschikbaar zijn. Achter een eenvoudige handeling als het openen van een kraan, gaat echter een bijzonder staaltje Asset Management schuil. 32 april 2018
Evides heeft negen verschillende drinkwaterzuiveringen. De grootste drinkwaterzuivering is de Berenplaat in Spijkenisse. Op deze locatie wordt van Maaswater betrouwbaar drinkwater gemaakt met een zuiveringscapaciteit van 16.500 m3 per uur netto oftewel 4 m3 per seconde. De jaarlijkse leveringscapaciteit is ongeveer 100 miljoen m3 drinkwater. Daarmee is Berenplaat de grootste drinkwaterinstallatie van heel Nederland. Om de waterkwaliteit en leveringszekerheid nu en in de toekomst te kunnen borgen, is een goed beheer en onderhoud van de leidingnetten en installaties essentieel. Dit impliceert het innoveren van de zuiveringsinstallaties en het gebruik van de juiste ondersteunende ICT-systemen. “Asset Management is daarom verankerd in onze organisatie”, stelt Lydia Slob van Evides. “Wij kijken daarvoor naar zowel de korte (tot vijf jaar vooruit) als de lange termijn (tot zeker 30 jaar vooruit) en zoeken naar een balans in prestaties, risico’s en kosten. Als waterbedrijf willen wij namelijk áltijd drinkwater leveren, op een duurzame manier en voor een betaalbaar tarief. En werk en onderhoud willen wij zo uitvoeren, dat de klant hier niets of zo min mogelijk van merkt”.
Proces drinkwaterzuivering Berenplaat 1. Het rivierwater, dat Evides inneemt uit de Maas, gaat eerst door drie grote spaarbekkens in de Brabantse Biesbosch. De kwaliteit van het water verbetert hier tijdens dit verblijf van ongeveer vijf maanden op een natuurlijke manier. Tegelijkertijd vormen de spaarbekkens grote zoetwatervoorraden. Via leidingen wordt het bekkenwater vervolgens naar vier drinkwaterzuiveringen gepompt, waarvan de Berenplaat er een is 2. Hier aangekomen, wordt het water door microzeven geleid, waardoor de grove vuildeeltjes uit het water worden verwijderd. Daarna voegt Evides een vlokmiddel aan het water toe (ijzerchloride). Dit middel werkt als een soort magneet, waar slibdeeltjes en andere verontreinigingen zich aan binden. Hierdoor kunnen de meeste kleine vuildeeltjes uit het water worden verwijderd 3. Vlokkendekenfilters halen vervolgens de overgebleven vlokken met het ingesloten vuil uit het water. Daarna gaat het nog door dubbellaagsfilters 4. Daarna wordt het water bacteriologisch betrouwbaar gemaakt: de hoofddesinfectie. Dit gebeurt door middel van ultraviolet licht (UV). 5. Als laatste gaat het water door actief-koolfilters, die ervoor zorgen dat alle geur-, kleur- en smaakstoffen verdwijnen. 6. Tot slot worden nog de bacteriën gedood die op het actief kool groeien en wordt gezorgd voor de juiste pH-waarde. In de zomer wordt ook zuurstof gedoseerd. Hierna slaat Evides het zuivere drinkwater op in reinwaterreservoirs of –kelders.
Berenplaat Foto: Evides Waterbedrijf
> Bedrijfsbreed. Evides vervangt momenteel de procesautomatisering op al haar drinkwaterlocaties. Denk daarbij aan vervanging van de complete procesbesturing, dus zowel alle hardware als ook de complete softwarecomponenten. Slob: “We voeren dezelfde automatisering bedrijfsbreed door. Eerder was er nog een gefragmenteerd technisch landschap omdat Evides in het verleden is ontstaan uit verschillende waterbedrijven (fusies). Echter, het invoeren van uniforme, gestandaardiseerde procesautomatisering brengt veel voordelen met zich mee. Naast gebruiksgemak en efficiëntie zorgt het ook voor voorspelbare kosten, betrouwbare data, interne kennis, een verbeterde veiligheid en een lager risico op uitval van waterproductie en -levering. Oftewel: de leveringszekerheid van de assets neemt ook toe”.
> Dubbele uitvoering. Het procesautomatiseringsproject duurt bij de Berenplaat ongeveer drie jaar: van ontwerp tot alle bedrading die wordt aangepast. Het productieproces op Berenplaat is momenteel voor tachtig procent overgezet naar de nieuwe besturing. Tijdens dit project draait de zuiveringslocatie gewoon door. Slob: “Onze klanten merken niets van deze werkzaamheden. Dit komt doordat onze zuiveringen voorbereid zijn op onderhoudswerkzaamheden en vervangingstrajecten. Zo hebben wij op locatie Berenplaat ‘twee straten’ wat betekent dat de installaties dubbel zijn uitgevoerd. Op die manier kunnen we een straat volledig laten draaien en een andere straat deels uitzetten en hier werkzaamheden op uitvoeren. Op zo’n moment kunnen wij nog steeds dezelfde waterhoeveelheid en kwaliteit garanderen”.
> Asset Management. Tachtig procent van het automatiseringsproject is op de Berenplaat inmiddels gerealiseerd. Dit biedt garantie voor een langere leveringszekerheid van de assets. Slob: “Binnen Evides beschouwen we Asset Management als het instrument om onze (water)systemen zodanig te managen, dat hiermee uniforme gekwantificeerde prestaties kunnen worden geleverd tegen optimale lifecycle kosten. Kwaliteit en kwantiteit zijn belangrijke pijlers in relatie tot de levering van drinkwater. Het procesautomatiseringssysteem vormt in het realiseren hiervan een >
33
Berenplaat vanuit de lucht Foto: Evides Waterbedrijf
> essentieel, zelfs onmisbaar, onderdeel”. De procesautomatisering wordt bediend, geïnspecteerd en onderhouden door procesvoerders en onderhoudsprofessionals. “De locatie Berenplaat was al geautomatiseerd waardoor de medewerkers al gewend waren om met dergelijke systemen te werken en deze te onderhouden. Wel is de bediening enigszins gewijzigd. De procesvoerders hadden enige inwerktijd nodig om zich de verbeterde en gestandaardiseerde visualisatie volledig eigen te maken”.
Nieuw pompstation op de Berenplaat Een ander groot project op de Berenplaat is het vernieuwen van een pompstation dat zorgt voor het vervoer van het drinkwater en de juiste waterdruk bij afnemers. Het hogedrukpompstation is een van onze grootste stations en is vanwege zijn leeftijd aan vervanging toe. Het wordt vervangen door een energiezuinig exemplaar dat straks draait op groene stroom. Nu is dat nog met diesel. Ook kan dit station beter samenwerken met de andere hogedrukpompstations. Niet alleen op het terrein, maar met andere pompstations in het hele leveringsgebied. Ze werken zo efficiënter, met energiebesparing als gevolg. De werkzaamheden zijn naar verwachting in juni 2018 afgerond.
34 april 2018
> Samenwerking cruciaal. De realisatie van het procesautomatiseringsproject op de Berenplaat is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen projectteamleden, procestechnici en beheersfunctionarissen. Die zijn vanaf het functioneel ontwerp tot en met implementatie betrokken geweest. Maar ook buiten de bedrijfshekken is de samenwerking opgezocht. Slob: “Wij werken samen met verschillende leveranciers. Istimewa is op de Berenplaat bijvoorbeeld de E&I installateur die ervoor zorgt dat alle hardware componenten en bedrading op de juiste manier wordt uitgevoerd”. Sam Verstraete, werkzaam bij Istimewa Elektro en bij Istimewa projectleider van het PA-project vertelt over het project dat zij uitvoerden op de Berenplaat. ‘We hebben 22 besturingskasten gebouwd en getest alvorens we deze op locatie hebben gebracht. Het vervangen van de oude kasten door nieuwe componenten gebeurde langzaam en gefaseerd. Het ging om honderden componenten en duizenden draadjes die meteen foutloos moesten worden aangesloten. Het project vergde daarom een enorme voorbereiding”. De dubbele straat van de waterzuiveringsinstallatie droeg sterk bij aan een vlotte implementatie. “Dankzij de dubbele straat was het mogelijk om gefaseerd aan de slag te gaan volgens een strakke planning en heldere protocollen zonder dat de zuiveringsinstallatie uit bedrijf hoefde. Werkten we aan de besturing van bijvoorbeeld het gedeelte waar het water door microzeven wordt geleid, dan moest dit binnen een bepaalde tijdspanne weer volledig zijn ingeregeld en in bedrijf genomen met alle protocollen die daarbij horen. Ruimte voor fouten was er niet”. Ook met deze leverancier verliep de samenwerking erg vlot, geeft Slob aan. “Voor Evides is het samenwerken met professionele leveranciers belangrijk en daar kijken wij goed naar bij de selectie. Het gaat hier immers over drinkwater, een product dat wij altijd willen leveren met de juiste kwantiteit en kwaliteit”. <
CursusKalender 8/9 mei; Operational Excellence in Perspectief De term “Operational Excellence” staat van origine voor het zo efficiënt mogelijk aanbieden van een product of dienst. Tegenwoordig is het een fundamenteel onderdeel van goed presterende organisaties. Bedrijven hebben door de jaren heen al in detail uitgewerkt hoe ze hun productieproces “operational excellent” moeten inrichten. Onderhoudsprocessen vragen echter een geheel eigen benadering. De principes zijn dezelfde, de uitwerking is soms totaal anders dan bij productieprocessen.
Onderwerpen • • • •
Doel Na het volgen van de cursus “Operational Excellence in Perspectief” kent de cursist het totaalmodel van operational excellence in onderhoud en heeft hij of zij een basis om verder te kunnen werken aan het opzetten van een Operational Excellence binnen zijn onderhoudsorganisatie.
De geschiedenis en de basisprincipes van Operational Excellence Het verband tussen Lean, TPM en Asset Management Een totaalmodel voor Operational Excellence in onderhoud Een aantal onderwerpen uit het model: – Afstemmen van het onderhoud op de bedrijfsstrategie, budgettering en KPI’s – Organisatiestructuur – Preventief onderhoud – Autonoom onderhoud – Werkstroombeheersing – Competentiemanagement – Informatiebeheer – Reservedelenbeheer – Cultuur, verandermanagement en implementatie – Continue verbetering
15/16 mei; Verkenning Conditiemeting BOEI Om de asset value van gebouwen en haar installaties te borgen én te kunnen monitoren, dient bij aanvang, tijdens en na afloop van contracten de technische toestand nauwkeurig vastgesteld te worden. De Conditiemeting BOEI biedt hiertoe een objectieve integrale inspectiemethodiek voor de thema’s Brandveiligheid, Onderhoud, Energie en Inzicht in Wet- en Regelgeving. Zo wordt de exacte status bepaald en kunnen onderhoudsbudgetten optimaal ingezet worden. Door integratie van de vier thema’s wordt een inspectie effectief benut en het aantal inspectiebezoeken sterk gereduceerd.
Doel Na het volgen van de 2-daagse cursus Verkenning Conditiemeting BOEI heeft de deelnemer inzicht in de verschillende aspecten die van belang zijn
bij het inzetten van BOEI inspecties. De deelnemer herkent de toegevoegde waarde van een BOEI inspectie binnen een onderhoudscontract of bij het opzetten en beheren van een meerjarenonderhoudsplanning. De deelnemer heeft inzicht in de achtergrond van de BOEI-thema’s en in de gebruikte inspectiemethodieken binnen de verschillende vakdisciplines.
Onderwerpen • • • • • •
Wat is Conditiemeting BOEI Plaats van BOEI in de huidige onderhoudsmarkt Brandveiligheid; achtergrond bouwbesluit en introductie Onderhoud; algemene introductie NEN2767 Energie; introductie EPBD-regelgeving en Energielabel Inzicht in wet- en regelgeving: wat verlangt zorgplicht en regelgeving aan vastleggen van gegevens • Basiskennis Conditiebepaling per vakdiscipline conform BOEI; opname gebreken, verwerking en rapportage
35
CursusKalender 17/18 mei; Uitbesteden van Onderhoud Uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden komt in alle sectoren voor. Veelal kiezen bedrijven ervoor om zich nog enkel en alleen op de core-business te richten. De productie en omzet is echter wel sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de (proces kritische) installaties. Tevens heeft men in de praktijk te maken met specifieke installaties of systemen waarbij het onderhoud wordt uitgevoerd door de fabrikant of derden. In alle gevallen dient bij het uitbesteden duidelijk te zijn wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft en wat de risico’s zijn van uitval of verstoringen van het primaire proces. Contracten moeten transparant zijn en duidelijke afspraken bevatten.
Doel Na het volgen van de tweedaagse cursus Uitbesteden van Onderhoud, is de cursist in staat om het proces van contractmanagement in te richten en te beheersen. Concreet leert de cursist wat contractmanagement inhoudt, welke typen onderhoudscontracten mogelijk zijn en hoe deze strategisch toegepast kunnen worden. Daarnaast leert de cursist onderhoudscontracten opstellen, borgen, bewaken en evalueren. Tot slot worden de concepten Life Cycle Costing en Total Cost of Ownership behandeld als uitgangspunten voor investeringsbeslissingen.
Onderwerpen Algemeen Strategie Opstellen contracten Leverancierselectie Controle en Grip
12, 13, 14 juni; Basiscursus Reliability-centred Maintenance II (RCM2) Met de toepassing van RCM2 stelt u de traditionele benadering van onderhoud aan de kaak en beweegt u van een reactieve en correctieve mentaliteit naar een Asset-Managementcultuur. Bovendien brengt RCM2 niet alleen een omwenteling in de wijze waarop gedacht wordt over onderhoud, maar ook in de manier waarop onderhoud, productie en engineering samenwerken om de prestaties van assets te verbeteren. RCM2 leidt tot een veel breder en dieper begrip van de assets in uw bedrijf en levert een manier om die kennis gestructureerd vast te leggen en over te dragen aan de rest van de organisatie. Deze inleiding tot RCM2 herdefinieert de manier van denken over onderhoudsmanagement. Het zal onderhouders en operators volledig anders laten kijken naar het ontwikkelen van onderhoudsprogramma’s en de rol die zij daarin spelen. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld worden de best practices voor het beantwoorden van de zeven RCM2-vragen overgedragen aan de deelnemers. Zij zullen kennismaken met de technieken die vereist zijn om op een logische en structurele wijze een onderhoudsprogramma te
36 april 2018
bepalen dat heimelijke, veiligheids-, milieu- en bedrijfsmatige storingsgevolgen onderkent.
Doel • Bewust worden van het belang van storingsgevolgen en hoe deze beheerst worden op een effectieve wijze • De RCM2-taal en het belang daarvan leren, voor onderhoud, operatie en engineering • Leren om onderhouds- en operationele strategieën af te wegen op technische haalbaarheid en toegevoegde waarde en tegelijkertijd de veiligheid en milieu-integriteit leren te maximaliseren • In staat zijn om deel te nemen in een projectteam dat RCM2 toepast op een asset onder de leiding van een RCM2-facilitator.
Onderwerpen De cursus duurt drie aaneengesloten dagen. Bij de RCM2-aanpak staan 7 belangrijke vragen centraal. Deze 7 vragen vormen de rode draad van de cursus. Theorie wordt hierbij telkens afgewisseld met toepassing op een praktijkvoorbeeld. Tijdens de cursus wordt er ruim aandacht besteed aan hoe RCM2 georganiseerd wordt om het tot een succes te maken. De docent zal aan de hand van uw vragen helpen de theorie te vertalen naar uw bedrijfssituatie en de theorie toelichten met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Spitsuur in de zetmeelfabriek vraagt om transportlucht Voor de productie van transportlucht in het proces wordt door bedrijf A. Appel een speciale ventilator gebruikt met een elektromotor van zesendertig kilowatt. De motor is tweepolig en draait daarom drieduizend omwentelingen per minuut. Door de toepassing van een frequentieregelaar zijn de toeren instelbaar. Zo kan de ventilator inspelen op de wisselende vraag uit het proces. Middels een lamellenkoppeling drijft de motor een tweemaal gelagerde as aan waarop een ventilator zit. Die ventilator heeft achterwaarts gebogen schoepen zoals gebruikelijk bij de verplaatsing van schone lucht. Omdat de beide aslagers aan één kant van de ventilator zitten, wordt dit in vaktermen een overhangende rotor genoemd.
> Zoektocht. De ventilator geeft problemen. Er is een nieuwe koppeling gemonteerd zonder effect. De ventilatoras van het PDN type is een buis uit één stuk met twee lagerzittingen. Deze is vervangen, maar de ventilator blijft brommen. De schoepen van de ventilator blijken niet vervuild, er zijn geen scheurtjes en ze lopen nergens
Trillingsanalyse; Het praktisch profijt van Trillinganalyse Op 5 en 6 juni a.s. organiseert de NVDO deze waardevolle training in Houten! De methode om conditie te bewaken van machines door middel van het meten van trillingen is volwassen geworden. Veel technische diensten doen het al, gaan het doen of laten het doen. In trillingen zit immers alle informatie voor het optimaal presteren van de equipement. Moderne datacollectors kunnen tegenwoordig elke storing in een heel vroeg stadium zien aankomen. Maar het begrijpen van al die informatie blijft toch mensenwerk. Dit begrijpen komt neer op het kunnen analyseren van trillingen. Dit analyseren moet een bruikbaar rapport opleveren dat leidt tot optimaal onderhoud tegen de laagst mogelijke kosten. Trillinganalyse blijft echter heel ingewikkeld als de hoofd- en bijzaken niet van elkaar gescheiden worden. Deze cursus behandeld op een heldere wijze de essentie van trillingen. De interpretatie van spectra zal daarom verrassend eenvoudig blijken. Doel Na de cursus is de deelnemer in staat om spectra te beoordelen op haar praktisch nut. De cursist zal allerlei pieken (amplitudes) in een spectrum kunnen herleiden naar de bron. Daarmee wordt het mogelijk een oordeel te vellen over de toestand waarin een machine verkeerd. Ook kan een advies van te nemen interventies op hun waarde worden beoordeeld.
tegenaan. Als de ventilator na opnieuw gebalanceerd te zijn, weer wordt teruggeplaatst, blijkt ook deze actie tevergeefs. Vervolgens worden het ventilatorhuis en de pers- en zuigleiding geïnspecteerd op scheuren. Misschien komt er wel valse lucht naar binnen? Niet dus. Het frame van de motor en de ventilator worden nauwkeurig nagekeken. Alles is zoals dat hoort. Het frame is intact en staat niet getordeerd. Toch worden de rubber trillingdempers vervangen door dempers met een andere shore (hardheid.) Opnieuw een actie zonder resultaat. De ventilator blijft klinken als een kapotte uitlaat. In het inlaatkanaal zit niets dat de aanzuiging kan verstoren, ook niet aan de perszijde. Beide leidingen zitten op de juiste manier gebeugeld en de bochten in de leiding zitten daar waar de wetten van de stromingsleer dat onderwijst.
> Meten. Een trillingtechnisch bedrijf wordt uitgenodigd. Met ultrasone apparatuur luistert er eerst iemand naar de lageringen. De lagers klinken naar oversmering. Door te veel aan vet gaan kogels slippen. Slippende kogels beschadigen de loopbanen, de temperatuur loopt op, het verbrande vet verpulvert en van smeren is geen sprake meer. Met een stroboscoop wordt de draaiende ventilator optisch ‘stil’ gezet. Dat kan als de hoeveelheid instelbare flitsen overeenkomt met de toeren van de as. Omdat de ventilatoras inderdaad optisch ‘stil’ staat, is duidelijk dat er geen schokgolven in het medium zijn. Er worden trillingopnames gemaakt op alle lageringen. Lageringen zijn belangrijk omdat een lager het enige component is tussen draaiende en stilstaande delen. Alle trillingen die er toe doen, uiten zich daarom via lagers. Ook op de fundatie wordt gemeten. Zo kunnen onderlinge verschillen, bijvoorbeeld torderende krachten, aan het licht komen.
> De oplossing. Alle ‘ventilator-eigen trillingen’ zijn aanwezig. Dit zijn de toeren van de motor, de schoepen van de ventilator, elektrische trillingen en hun harmonischen (verdubbelingen). Daarbij is men vooral geïnteresseerd in de machine-oneigen trillingen. Op 128 Hz bijvoorbeeld zit een hoge amplitude die niet terug gerekend kan worden naar de eigen frequenties van de ventilator. De amplitude van de 128 Hz is het sterkst op de beplating van de ventilator. De ventilator heeft geen tegendruk uit het proces als hij voor proef wordt aangezet. Hierdoor is de luchtsnelheid al gauw veel hoger. In plaats van een mooie laminaire stroming draait de ventilator uit zijn curve. Zo ontstaat gemakkelijk turbulentie wat voor pulserende schokgolven op de beplating van de ventilator zorgt. De nietmechanische trilling van 128 Hz is een geluidtrilling, een sub-octaaf van de C toonladder ( C = 512 Hz : 2 : 2). De oplossing voor het probleem van de ventilator is eenvoudig nu blijkt dat de ventilator helemaal niet op een oplossing staat te wachten. Zodra de ventilator tegendruk krijgt, zal het vervelende geluid verdwijnen. De monteurs hebben de aslagers nog wel vernieuwd. <
Foto: MTD 37
Kort Met innovatie het onmogelijke mogelijk maken kerstroop. De zuivere glucose kan vervolgens weer gerbuikt worden voor de productie van duurzame plastics, zoals PEF. “Deze chemische omzetting gebeurt op lage temperatuuren dit is vrij uniek. Hierdoor kunnen wij ook andere keuzes maken in het materiaal waardoor het een commercieel een stuk interessanter is”, aldus Pals.
De matchende werkhouding
Portret Ronny Pals, Pilot Plant Manager Delfzijl Foto: Chemie Park Delfzijl
Binnen onze maatschappij die veelal draait om technische vernieuwingen en consumeren, begint de zoektocht naar duurzaamheid terrein te winnen. De groeiende behoefte aan fossiele en minerale bronnen neemt in zo’n hoeveelheid toe, dat het vinden van nieuwe biobased grondstoffen een gedwongen actualiteit is. In deze zoektocht naar het ontwikkelen van nieuwe duurzame waardeketens, realiseert Avantium op het Chemiepark Delfzijl een bioraffinaderij waar houtsnippers omgezet gaan worden in zuivere glucose en lignine. Hoe bereiken zij via chemie een combinatie van een groene visie met een commercieel, financieel interessant verdienmodel? Plant Manager Ronny Pals legt uit hoe zij met innovatie het onmogelijke mogelijk willen gaan maken.
Ondanks de huidige krapte op de arbeidsmarkt, ondervindt Pals geen problemen bij het vinden van voldoende professionals. “Een aantal grote technisch innovatieve bedrijven kampen met tekorten aan gekwalificeerd personeel terwijl zij goede secundaire arbeidsvoorwaarden bieden”, vertelt hij. “Het spreekt technologen, engineers en operators aan dat wij een unieke trial starten en dat de focus op duurzaamheid ligt. Ze doen daarnaast mee vanaf het begin van de reis”.
‘Durf creatief te zijn en risico’s te nemen om snelheid te houden’
Van restmateriaal naar kunststof Bioraffinaderijen in Nederland bevinden zich in hun startfase. Het zoeken naar een geschikte locatie, kennis en een commercieel aantrekkelijk product, maakt deze tak van chemische industrie een lastige. Voor wat de locatie betreft; het aanvoeren van grondstoffen via land en water, de utilitystructuur en de reeds aanwezige energiecentrale, maken Delfzijl de ideale locatie om een pilot-raffinaderij te bouwen. Samen met haar partners, AkzoNobel, energiemaatschappij RWE, Chemport Europe en Staatsbosbeheer, is Avantium één van de eersten die hier bezig is met de voorbereidingen om de stap maken om een bio-alternatief te ontwikkelen voor aardolie als basisgrondstof. Zij ontwikkelden een technologie om biomassa, zoals houtsnippers, om te zetten naar een drietal producten met vele toepassingen. Resthout van Staatsbosbeheer zetten zij met behulp van onder andere zoutzuur om in zuivere glucose, lignine en een gemengde sui-
38 april 2018
Ook is er volgens de plantmanager minder risico omdat er meer vraag dan aanbod is. De moeilijkheid in het vormen van het team zit hem voor deze trial-bioraffinaderij in het zoeken naar de juiste persoonlijkheid en werkhouding. “De uitdaging is groot omdat er gestart wordt vanaf nul. Geen vastgelegde procedures en werkinstructies zoals in andere fabrieken”. Avantium gaat werken met zelfsturende teams en het leidinggevende kader en de ondersteuning is daarbij minimaal. Vanzelfsprekend heeft Pals wel een plan gemaakt voor het komende half jaar. Maar deze dient door het team verder uitgewerkt te worden. “Doordat de teams vanaf de bouw van de testfabriek meedenken, kunnen ze vanuit de kennis die zij opdoen opleidingsplannen schrijven voor de volgende fase mensen die instromen. En door ze meerdere functies en taken te geven, wordt niet alleen hun werk leuker, maar zijn ze ook breder inzetbaar”.
Technisch vernieuwend werken Bij het schrijven van werkinstructies spelen ze mooi in op de vlotte technische innovaties waar Avantium groot in is. Zo dagen ze de operators uit om hun werk op de meest vernieuwende manier te doen en zorgen ze ervoor dat de werkplekken zo ingericht worden, dat het aansluit op de moderne mens. “Ik zie dat veel mensen op een moderne, nieuwe manier willen werken. Zij willen niet meer alleen in de fabriek werken.”. Pals geeft als voorbeeld VR-brillen die hij wil inzetten voor instructievideo’s. Werkinstructies vooral visueel maken is volgens hem dan ook een goede zet. De kracht van het bedrijf zit niet in de hoeveelheid kennis op gebied van manufacturing, licht Pals toe. Juist de kleine en de platte organisatie zorgen voor de grote hoeveelheid mogelijkheden om het optimaal in te richten. Pals krijgt daardoor de ruimte om innovatie in de breedste zin van het woord in te zetten. “Natuurlijk moet ik uitleggen hoe ik ergens denk te komen en waarom. Dit begint bij het valideren van de techniek”.
Pilot Bioraffinaderij Avantium
Foto: Avantium
Efficiënte ketens in de fabriek Het starten met een testfabriek en deze opschalen, zou wel eens een geniale zet kunnen zijn. De Asset Management keten wordt direct vanuit het kleine begin meegenomen in het volledige plan. De basis hiervan ligt voor Pals bij het design van de fabriek. “Omdat we in het begin van de keten zitten en nu op een zo modern mogelijke manier data verzamelen, kunnen we het ontwerp nog beter maken voor de toekomst”. Verder zoeken ze ook partners die kennis hebben van onder andere kunststoffen, edelmetalen en procesbesturingen om al deze kennis mee te kunnen nemen in de vervolgstap van het ontwerp van de commerciële fabriek.
het, vertelt ook tot een industrie 4.0 systeem. “Namelijk door de beschikbare data te gebruiken voor de processen, het onderhoud de betrouwbaarheid. ‘Bij een klep die bijvoorbeeld één keer per dag schakelt, worden deze aantal schakelingen geregistreerd in het onderhoudssysteem”. Pals legt uit dat hij zich daarbij ook bezig houdt het met afstappen van de traditionele organisatiemodellen. “Mensen hebben meerdere petten op omdat de observaties van de operator ook meteen mee worden genomen in het onderhoudsmanagement”. De kracht van deze testfabriek zit hem in het meenemen van al de aanwezige kennis op een efficiënte manier en met innovatieve techniek traditionele processen optimaliseren.. <
Valideren en opschalen Eind van het eerste jaar moet het eerste recept gedraaid zijn in de testfabriek. Het uitvoerig testen van de materialen gebeurt ook in het eerste half jaar, deze kennis is immers nodig voor de opschaling. “Het is belangrijk om snel beeld te hebben van het gedrag van bepaalde materialen op de verschillende locaties in het proces. We werken met kunststoffen en we moeten zeker weten dat het proces en de producten van constante, goede, stabiele kwalteit is en blijft. Het commercieel haalbaar maken van de fabriek is één van de belangrijkste doelstellingen”. Naast de materiaalkeuzes en het onderzoeken van de kunststoffen, valideren ze ook het gedrag van de gebruikte technologie op een grotere schaal. De zelfsturende teams leveren bovendien bruikbare informatie. “Welke processen moeten we volcontinue bedrijven, wat voor processen kunnen we remote doen? Zo willen we de mensen duurzaam inzetten en werken daarom ook toe naar zo min mogelijk nachtdiensten”. Met het volledig integreren van het onderhoudsmanagementsysteem werken ze vanaf het inrichten al aan het optimaliseren van de betrouwbaarheid van de assets. Zo zitten in de controlerondes voor de operators ook het besturingssysteem en belangrijke revalidatie. Het is daardoor gemakkelijk om te zien welk onderhoud of uitwisseling er gedaan moet worden. De parameters in dit proces maken
Avantium heeft een technologie ontwikkeld voor de productie van 2G-glucose, gescheiden van de hemicellulosesuikers, houtextracten en lignine. Het proces heeft de volgende kenmerken: • Flexibele grondstof zoals houtresten, maïs-stro, bagasse, suikerbietresten • Geen voorbehandeling van de biomassa: houtsnippers kunnen direct in het proces worden gebruikt • Hoogzuiver 2G-glucoseproduct uit lignocellulose biomassa: identiek aan glucose op basis van zetmeel • Geconcentreerd zuur, lage temperatuur, sequentiële hemicellulose en cellulosehydrolyse, hoge opbrengst, hoge selectiviteit • Dichtbij kwantitatieve omzetting van hemicellulose met een suikerselectiviteit van bijna 100% • Dichtbij kwantitatieve omzetting van cellulose met bijna 100% suikerselectiviteit. • Eigen zuur-suiker scheidingstechnologie • Eigen technologie voor de scheiding van zuur van lignine, waardoor een schoon lignine-product wordt verkregen geschikt voor energieopwekking
39
ACHTERGROND <
Noord/Zuidlijn; meerzomaar dan een metrolijn
‘Marc van den Elzen’ Foto: NVDO
De Noord/Zuidlijn verbindt Amsterdam Noord met Amsterdam Zuid. De metro biedt een alternatief voor de vaak overvolle trams en bussen en vervult een belangrijke schakel in het regionale openbaar vervoer-netwerk In de binnenstad is geen plaats voor nog meer trams en bussen, maar onder de grond dus wél. De Noord/Zuidlijn zorgt er over enkele weken voor dat Amsterdam beter bereikbaar wordt en blijft. Goede bereikbaarheid is essentieel voor de economische ontwikkeling van Amsterdam. 40 april 2018
De rit van noord naar zuid duurt nu nog 45 minuten met het openbaar vervoer. Met de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn in juli van dit jaar, wordt de duur van de rit tot een derde teruggebracht naar 16 minuten. De Noord/Zuidlijn past in het Rijksbeleid om de regio Amsterdam een alternatief te bieden voor het sterk groeiende autoverkeer.
> Bijzondere technieken. Bij de bouw van de Noord/Zuidlijn zijn traditionele en innovatieve technieken toegepast. Bij de keuze van de technieken heeft het beperken van hinder voor de omgeving een belangrijke rol gespeeld. Er is gekozen voor een bijzonder tracé, want het ligt voor het grootste gedeelte onder bestaande straten. De metrotunnel is over een lengte van ruim zes kilometer geboord. Hierdoor hoefden gebouwen, zoals bij de bouw van de Oostlijn, niet te wijken voor de nieuwe metrolijn. De ondergrondse stations zijn grotendeels gebouwd in afgedekte bouwputten.
De Kathedraal (onder Amsterdam CS) Foto: Gé Dubbelman, Noord/Zuidlijn
> Asset Management ingezet. We spreken Marc van den Elzen, Manager Tactisch Asset Management bij Metro en Tram (MET), gemeente Amsterdam. Met zijn bewezen staat van dienst werkt hij vooral aan het tactisch Asset Management van het bestaande net, het tram-net en de Noord/Zuidlijn. Van den Elzen; “alle activiteiten worden benaderd vanuit een integrale manier van denken en steeds vanuit het gedachtegoed van Asset Management. Daar horen transities vanuit de organisatie bij en ik probeer niet alleen de assetowner, maar ook de assetmanagers en serviceproviders in beweging te krijgen. Samenwerking op basis van gezamenlijk belang en gezamenlijke inspanning is daarbij cruciaal”. “Inmiddels hebben we een succesvolle regieorganisatie ingericht. We markeren de inbeheername van de Noord/Zuidlijn om het Asset Management verder te professionaliseren en de samenwerking met MET Eigendom en Beheer (E&B) en GVB-RailServices (RS) te verstevigen. Daarbij geven we in gezamenlijkheid invulling aan de processen voor de gehele beheerketen. Denk bijvoorbeeld aan configuratiemanagement”. Van den Elzen voegt daar aan toe dat het ook gaat om contract-management, planmatig onderhoud, compliance, planning, vergunningen en incident management. “De ketensamenwerking is daarbij cruciaal en vanuit de regieorganisatie zijn we dan ook continue in gesprek met maintenance engineers, de Techdesk voor de afhandeling van storingen, onderhoud, veiligheid & vergunningen, planning en contractmanagement. De lijnen met de asset owner Gemeente Amsterdam zijn kort en mede daarom krachtig”. Hij is zichtbaar trots als hij vertelt; “Ik loop al een hele tijd mee in het domein Asset Management, maar ik kwam het nog niet eerder tegen dat Eigendom en Beheer opdrachtgever is voor projectrealisaties. Ik noem dat revolutionair. Een leerzame case voor andere grote projecten”.
> Samenwerking. Niet alleen bij de aanleg, maar zeker ook bij het onderhoud van de metrolijn zijn veel partijen betrokken. Het gaat namelijk niet alleen om het laten rijden van de metro, maar bijvoorbeeld ook over treinbeveiliging, de OV-chippalen en het mobiele netwerk. Om te zorgen dat een OV-reis naadloos verloopt, is het plegen van goed onderhoud essentieel. Van den Elzen; “Maar, dat is ook lastig, want hoe krijg je zoveel verschillende partijen zo ver dat ze informatie met elkaar delen en er daarbij ook nog op de kosten wordt gelet”? Hij geeft een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de gemeente Amsterdam en Thales die in
Testmetro komt aan op station Rokin Foto: Gé Dubbelman, Noord/Zuidlijn
De langste roltrap van de Benelux op station Vijzelgracht Foto: Gé Dubbelman, Noord/Zuidlijn
gezamenlijkheid een integraal onderhouds-regiesysteem hebben ontwikkeld. In dit systeem zijn alle individuele systemen van de betrokken partijen real-time en integraal gekoppeld. Partner Siemens en ook Visser en Smit Bouw zijn onlangs gekoppeld.
> Betrouwbaarheid. Als het gaat om betrouwbaarheid bedoelt Van den Elzen niet alleen de fysieke asset. “Het begint al bij de aanbesteding en de contractvorm. We hebben gekozen voor verschillende contracten op basis van prestatie. Deze contracten worden gebruikt om opdrachtnemers te sturen op concrete resultaten, waardoor er meer zekerheid ontstaat over de resultaten van de >
41
‘Optelsom van competenties die het verschil maakt’ > werkzaamheden”. Hij vult daarbij aan dat het altijd gaat om een optimale prijs-prestatie gedurende de rit. Het toepassen van LCC kan hierbij bijdragen aan het optimaliseren van onderhoud van assets en het bepalen van het juiste moment van vervanging. Dit kan veel geld schelen. “Het gaat dus ook om de optimalisatie van het instandhouding binnen Asset Management”, vat Van den Elzen kort en krachtig samen.
> Predictive Maintenance. Er wordt ingezet op slim onderhoud. “Op dit moment onderzoeken we de mogelijkheden om 3D te meten. Het is nog niet duidelijk hoe we dat precies gaan doen, misschien is BIM daar het juiste model voor. We willen bijvoorbeeld lekkages voorkomen en met zelfmeldende systemen krijgen we ook KPI’s op systeemniveau”. Het is wel duidelijk dat de Noord/ Zuidlijn nu al bezig is met de transitie van traditioneel onderhoud naar voorspellend onderhoud.
> Spannend. De stations en metrolijn zijn opgeleverd door de aannemers. Het Amsterdamse OV-bedrijf GVB voert inmiddels elke vijf minuten een testrit uit. De eerste testreizigers hebben zich gemeld en er resteert nog slechts een klein tijdsbestek om de eventuele laatste aanpassingen door te voeren. Van den Elzen vindt dat best spannend. “Met behulp van het voorspelbaar maken van onderhoud, moet er een werkend vervoersysteem en ketenpartners komen. Daar werken we momenteel aan binnen de Regieorganisatie. En dat is hartstikke leuk, omdat we dat doen vanuit en met verschillende kennisdragers. Het is de optelsom van competenties die het verschil maakt”.
Planning en Begroting Sinds 2009 werd als startdatum voor de exploitatie oktober 2017 aangehouden. Vanaf juli 2016 is die peildatum verschoven naar 22 juli 2018. De belangrijkste oorzaken voor de wijzigingen in de planning zijn: 1. Faillissementen opdrachtnemers: Door faillissementen zijn de planningen van de opdrachtnemers aangepast. Hierdoor is de oorspronkelijke buffer uit de planning verdwenen en is de afbouw van de stations circa een jaar later klaar dan gepland 2. Noodzakelijke aanpassingen aan het ontwerp om van de deelsystemen een werkend geheel te maken: De Noord/ Zuidlijn is bij zijn start niet vanuit een integraal concept ontworpen. Tevens leidde de optelsom van de bestaande overeenkomsten niet per definitie tot een integraal werkend systeem. Door de uitvoering van de bestaande overeenkomsten die asynchroon verliep, konden wijzigingen niet gelijktijdig doorgevoerd worden en ontstonden raakvlakrisico’s en tegenvallers als gevolg van de complexiteit van met name de diverse ICT-systemen 3. Uitbreiden testen: Er is nu een beter beeld van de testen die uitgevoerd moeten worden, deze zijn nader uitgewerkt en met name voor de integrale testen van het gehele systeem is meer tijd ingeruimd 4. Uitbreiden proefbedrijven: Voor de proefbedrijven geldt, dat deze verder zijn uitgewerkt en dat er meer tijd voor noodzakelijk is dan oorspronkelijk in de planning was aangenomen. Dit is mede gedaan op basis van de ervaringen binnen andere spoorprojecten 5. Een beter beeld van de procedures richting start exploitatie
Hoewel hij zich bescheiden opstelt, is Van den Elzen zelf geen onbelangrijke kennisdrager. “Het vraagt energie om de verschillende zaken binnen Asset Management op hun inhoud te beoordelen, gezien de inhoudelijke complexiteit en de zienswijze van de verschillende stakeholders. Maar, dat maakt het juist zo ongelofelijk boeiend. Ik vind het fantastisch om de verschillende werelden van MET en GVB-RS bij elkaar te brengen”. <
Bouwen met verschillende technieken Station Noord
Open bouwput op het maaiveld
Sixhaven
Open bouwput
IJ
Afzinkmethode
Centraal Station
Micotunneling, afzinkmethode, wanden-dak-methode, sandwichwanden & vriezen
Tunnels voorplein Centraal Station
Caissonmethode & vriezen
Startschacht Damrak
Caissonmethode & vriezen
Boortunnels
Tunnelboortechniek & vriezen
Station Rokin
Wanden-dak-methode & vriezen
Station Vijzelgracht
Wanden-dak-methode, graven onder verhoogde luchtdruk & vriezen
Station De Pijp
Wanden-dak-methode, graven onder verhoogde luchtdruk & vriezen
Tussen Damrak, Rokin, Vijzelgracht, De Pijp en Scheldeplein
Scheldeplein
Open bouwput
Station Europaplein
Open bouwput
Station Zuid
Open bouwput
42 april 2018
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. r *QGXGGN QPFGTJQWF KU LWKUV IGPQGI! r -WPPGP YG OGV FG QPFGTJQWFUHWPEVKG IGNF XGTFKGPGP! r *QGXGGN MCP QPFGTJQWF Dฤ FTCIGP CCP JGV DGFTฤ HUTGUWNVCCV! r 9CV KU 'ZEGNNGPV 1PFGTJQWF GP JQG IGGH KM FKV XQTO!
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BR GEN ENG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
EXTRA START 18 BEGIN MEI 20 LOGIE TECHNO ONDERHOUDS VEEN. IN HOOGE
INFORMEER!
9##4&'%4'#6+' &114 )1'& 10&'4*17& (HQ RQGHUKRXGVRSOHLGLQJ Eรณ +RJHVFKRRO 8WUHFKW KHOSW X LQ XZ HLJHQ EHGUรณI GH DQWZRRUGHQ WH YLQGHQ RS GH]H YUDJHQ ,Q GH DIJHORSHQ MDUHQ ]รณQ YHOH PRRLH UHVXOWDWHQ HQ IRUVH EHVSDULQJHQ EHUHLNW Eรณ GH GHHOQHPHQGH EHGUรณYHQ 'RRU GH EUHGH VFRSH RS ]RZHO 0DWHULDDONXQGH (QJLQHHULQJ ,QVSHFWLH DOV 2QGHUKRXG ELHGHQ RQ]H RSOHLGLQJHQ RS KHW JHELHG YDQ 2QGHUKRXG SUHFLHV GLH LQWHJUDOH NHQQLV GLH QRGLJ LV RP YHUGHU WH NXQQHQ NรณNHQ GDQ KHW HLJHQ YDNJHELHG HQ GDDUGRRU DDQWRRQEDDU EHWHUH UHVXOWDWHQ WH ERHNHQ r 2QUV /$1 1PFGTJQWFUVGEJPKGM 16- r 2QUV *$1 1PFGTJQWFUVGEJPQNQIKG 16 r 2QUV *$1 1PFGTJQWF GP /CPCIGOGPV 1/ r /CUVGT QH 'PIKPGGTKPI KP /CKPVGPCPEG #UUGV /CPCIGOGPV
5VCTV QMVQDGT 5VCTV QMVQDGT 5VCTV QMVQDGT 5VCTV HGDTWCTK UGRVGODGT
$OOH JHQRHPGH RSOHLGLQJHQ NXQQHQ QDDU ZHQV LQ FRPSDQ\ RS PDDW YHU]RUJG ZRUGHQ ,QIRUPHHU QDDU GH PRJHOรณNKHGHQ 0HHU ZHWHQ" %HO PDLO QDDU LQIR#FYQW QO RI NรณN RS YYY EXPV PN
'4 8#.6 01) )'01') 6' .'4'0
43
BÄł ons draait het allemaal om besparing Het kleinste drupje olie op precies de goede plek. Minder storingsminuten door de juiste smering. Een hoger rendement van machines door beter gekwaliďŹ ceerde handen. Een hogere productiecapaciteit en lagere Total Cost of Ownership (TCO). Handige hulpmiddelen om het smeertechnisch onderhoud veilig uit te voeren. Zomaar een paar voorbeelden van tastbare effecten van onze expertise in smeermiddelen en smeersystemen. Voor uiteenlopende markten en toepassingen. Voor optimale prestaties van uw productiemiddelen, uw assets.
lubrication
Q
services
Q
systems
Q
chemicals
Q
education
The Netherlands T +31 (0)294 494 494 % Belgium T +32 (0)53 76 76 00 % info@vanmeeuwen.com % www.vanmeeuwen.com