Interview met de federale minister Eléonore Simonet
Maandblad van en voor de aannemer en de installateur Uitgave van Embuild • Kunstlaan 20, 1000 Brussel • afgiftekantoor Gent X • 6 euro
THE EMBUILD FOUNDATION
Schrijf jouw project in voor de editie van 2025!
CHARTER BIO-CIRCULAIR BOUWEN Al 150-tal ondertekenaars
Iemand nog een portie aankondigingspolitiek? Elke week ontdekt de federale minister voor Consumentenzaken Rob Beenders wel iets of iemand die de consument beduvelt en hij laat daar dan ook steeds ballonnetjes over op in de media. Onlangs viseerde hij zo onze bouw- en installatiesector. Die is, in zijn eigen woorden, ‘onrechtvaardig’, en veroorzaakt ‘miserie’… De minister wil dan ook consumentenrechtbanken oprichten om malafide bouw- en installatiebedrijven te kunnen aanklagen.
25 MAI 2025
DIMANCHE 25 MAI 2025 ZONDAG 25 MEI 2025 Schieten met een kanon op een mug
Wie Embuild kent, weet maar al te goed dat wij een organisatie zijn die fraude resoluut afkeurt. Malafide aannemers zijn cowboys die het leven voor iedereen zuur maken. Niet alleen voor de consument, maar ook voor de 99,9% van de bedrijven uit onze sector die wel volledig correct werken. Want, laten we even rekenen: vorig jaar werden er 77.000 nieuwbouwen renovatieprojecten vergund. Samen met de vele renovaties die geen vergunning nodig hebben, zitten we dus ruim aan 100.000 projecten. Staan daartegenover: enkele tientallen klachten. Dat zijn en blijven er enkele tientallen te veel, dat spreekt voor zich. Maar het blijft, ook al focust de pers natuurlijk op die schrijnende verhalen, dus gelukkig maar zeer beperkt qua problemen. Consumentenrechtbanken hebben dus geen zin, want het is schieten met een kanon op een mug. Het is ook pure politieke marketing, want de oprichting van dergelijke rechtbanken is niet voorzien in het federaal regeerakkoord en ze zullen er dus ook niet komen.
Begin mei zullen we een gesprek hebben met minister Beenders. We zullen hem erop wijzen dat onze sector al heel wat doet om de consument te beschermen.
Denken we maar aan de Wet-Breyne, de tienjarige aansprakelijkheid, de verzoeningscommissie bouw, de consumentenombudsdienst, onze eigen consumentenwebsite www.buildyourhome.be en zo meer. We zullen hem er ook op wijzen dat beroepsverboden voor malafide aannemers sneller moeten uitgesproken en afgedwongen worden: enkel op die manier kunnen de cowboys tijdig uit onze sector worden verwijderd en kunnen ze geen argeloze consumenten meer bedriegen. Dat zou een oplossing ten gronde zijn voor het probleem, eerder dan aankondigingspolitiek. We hopen dat minister Beenders na deze ontmoeting zeker zal inzien dat wij een partner voor hem zijn om de relatie tussen consument en aannemer/installateur verder te verbeteren. Daar heeft iedereen baat bij.
Niko Demeester CEO Embuild
" We zullen minister van Consumentenzaken Rob Beenders duidelijk maken dat hij moet gaan voor oplossingen ten gronde in plaats van aankondigingspolitiek."
VICEVOORZITTER VAN DE EUROPESE COMMISSIE, BEZOCHT DE OOSTERWEELBOUWPLAATS
3 ● Edito
Schieten met een kanon op een mug.
7 ● Gewestelijk standpunt De vergunningenknoop ontwarren.
EVENEMENT
8 ● De Embuild Foundation Voorbereiding van de editie 2025.
BOUWBELANGEN
10 ● Beleid
Interview met de federale minister Eléonore Simonet.
12 ● Europese Unie
Roxana Mïnzatu, vicevoorzitter van de Europese Commissie, bezocht de Oosterweelbouwplaats.
Beleid aan zet centraal in de derde nationale rondetafel.
DOSSIER
21 ● Inleiding De energierenovatieverplichtingen.
22 ● Vlaanderen
Vlaams gewest pioniert met renovatieverplichting.
24 ● Brussel
Een samen met de sector gemaakte
Op 14 maart bezocht Roxana Mînzatu, vicevoorzitter van de Europese Commissie verantwoordelijk voor Werkgelegenheid, Sociale Rechten en Onderwijs, de Oosterweelbouwplaats in Antwerpen. Tijdens dit bezoek benadrukte Embuild het belang van de invoering van een Europese sociale identiteitskaart. "De strijd tegen sociale dumping is een van mijn prioriteiten. Als Roemeense ligt dit onderwerp mij bijzonder na aan het hart", verklaarde ze.
DOSSIER : DE ENERGIERENOVATIEVERPLICHTINGEN Om ervoor te zorgen dat ons gebouwenbestand tegen 2050 koolstofneutraal is, is het opleggen van energierenovatieverplichtingen een zeer interessante maatregel. Hoe zit het hiermee in de drie gewesten van ons land? Dit is de vraag die in het dossier van deze maand wordt beantwoord. Zoals je zal lezen, verschilt de situatie van gewest tot gewest.
ROXANA MÎNZATU,
150-TAL ONDERTEKENAARS VOOR CHARTER BIO-CIRCULAIR BOUWEN
Buildwise en Embuild hebben hun schouders gezet onder het project biocirculair bouwen. Op 21 maart vond op de biodiverse en innovatieve site Labiomista te Genk het lanceringsevenement plaats met al wie het het charter bio-circulair bouwen wou ondertekenen. Uiteindelijk hebben een 150-tal bedrijven en organisaties dit engagement aangegaan waarvan er een 100-tal op het evenement zelf zijn komen opdagen.
BRUSSELS OXY-PROJECT BRENGT URBAN MINING IN DE PRAKTIJK
Uit de omvorming van het iconische Muntcentrum in hartje Brussel tot het multifunctionele OXY-gebouw zijn heel wat interessante lessen over urban mining te leren. Bij deze grootschalige renovatie waren twee architectenbureaus betrokken (Binst Architects en DDS+), Rotor, een coöperatieve die zich toelegt op het hergebruik van materialen, en Cordeel als hoofdaannemer. Dit artikel werd geschreven in het kader van het onderzoekproject Circulaire Sloopteams, waarvan Embuild Vlaanderen de trekker is.
planning die Embuild. Brussels volledig tevredenstelt.
26 ● Wallonië
"Als we geen verplichtingen opleggen, zullen we de prijzen fel zien stijgen zonder de EPB te verbeteren."
24 ● Getuigenissen
Onze leden geven hun mening.
SECTOR & BEROEPEN
30 ● Bio-circulair bouwen 150-tal ondertekenaars voor charter.
32 ● AI-opleidingen
Ontdek kort en krachtig de kracht van AI in de bouw.
34 ● Samen sneller en beter bouwen met BOUWFORCE Efficiënter bouwen met lean.
35 ● 16de energiecongres
Hoe op de wijkrenovatiekoers racen in plaats van surplacen?
36 ● Trimble verbindt mensen, processen en technologie
Connectie cruciaal voor succes van bouwbedrijven.
38 ● Buildwise
• Renovatie: wanneer de details de toon zetten!
• Aansluiting van een ETICS op buitenschrijnwerk: enkele aandachtspunten voor de waterdichtheid.
PROJECTEN & BEDRIJVEN
42 ● Project
Brussels OXY-project brengt urban mining in de praktijk.
46 ● Ledenvoordelen
Uw lidmaatschap rendeert!
49 ● Bouwmarkt
• Knauf
50 ● Markant
• Family business award of excellence voor Camino Group.
• Cijfer van de maand.
Embuild versterkt alle bedrijven actief in de bouw
Een aannemer die lid is van Embuild - de voormalige Confederatie Bouw - mag op beide oren slapen. Er bestaat geen betere partner voor:
• advies
• informatie
• ondersteuning
• belangenbehartiging
• netwerking
• promotie van jouw bedrijf bij het grote publiek onder meer via buildyourhome.be
Word nu lid op embuild.be/nl/lid-worden
De vergunningenknoop ontwarren
Het deficit aan rechtszekerheid verlamt en vertraagt de bouwen infrastructuurprojecten die Vlaanderen nodig heeft. Want we staan voor heel wat uitdagingen waarin de bouwsector een belangrijke rol speelt: het realiseren van bijkomend woonaanbod binnen de krijtlijnen van de bouwshift, de energetische renovatiegolf, onze gebouwen en infrastructuur klimaatbestendig maken, de dringende (her)aanleg van wegen, dijken, bruggen, rioleringen en het onderhoud ervan enz.
Rechtszekere, robuuste en vlotte vergunningsprocedures zijn daarbij een noodzakelijke, maar vandaag niet gerealiseerde voorwaarde. De Vlaamse regering erkent dit door een gemengde commissie van experten op te richten, die tegen september verbeterpunten op het vlak van de procedure moet formuleren. Embuild Vlaanderen trekt aan de alarmbel en heeft bij de Vlaamse regering en bij de nieuwe commissie de knelpunten benadrukt en de concrete oplossingen aangeduid.
Van vooroverleg en beroepsprocedures tot omgevingsbeleid en milieuregels, de bouwsector legt voorstel na voorstel op tafel om het kafkaiaanse karakter van de vergunningsprocedures weg te werken. Daarbij zijn we er als sector ook van overtuigd dat de inhoud van een vergunningsaanvraag onder de loep dient te worden genomen. Want de slinger is doorgeslagen door een veelvoud aan vereiste studies, terreinonderzoeken en de gevraagde detailgraad. Die kosten handenvol geld en tijd. Ook kunnen er vaak vragen gesteld worden bij de meerwaarde ervan. Bovendien maken ervaren beroepsindieners handig gebruik van al die beschikbare data, wat dan weer voor nieuwe ellenlange vertragingen zorgt.
Maar er bestaat geen ‘onze size fits all’-oplossing; wel kunnen er in elke fase van het vergunningenproces verbeteringen worden doorgevoerd om bouw- en infrastructuurprojecten uit het slop te trekken. Dat gaat van het vooroverleg dat dient te worden gevaloriseerd met bindende afspraken, een drastische vereenvoudiging van de vergunningsaanvraag waarvan de huidige complexiteit de grenzen van ‘common sense’ overschrijden, tot het beperken van de beroepsindieners tot diegenen die een direct en persoonlijk belang hebben. Maar zorg ervoor dat ook de voorstanders van een project aan bod kunnen komen.
Bovenal liggen vandaag de tegenstrijdige visies tussen het Vlaamse en het lokale niveau aan de basis van grote vertragingen in het vergunningenproces. Dat maakt de verdichtingsopgave haast onmogelijk. Daarom is er nood aan een duidelijke visie die de niveaus overschrijdt en die de wildgroei aan lokale verordeningen stroomlijnt. Daarnaast is er nood aan ‘bouwshiftconvenanten’ waarin alle overheden en stakeholders gezamenlijke afspraken en engagementen onderschrijven.
Dit is maar een greep uit de lange lijst van verbeterpunten die zowel de procedure dienen te vereenvoudigen als de inhoudelijke complexiteit dienen terug te dringen. Maar ook de Europese milieuregels hebben een grote impact op de rechtszekerheid van vergunningen. Zonder de doelstellingen in vraag te stellen, dienen die regels afgestemd te worden op de specifieke context van een verstedelijkte regio zoals Vlaanderen. Want de blinde toepassing van die regels leidt tot stilstand.
Caroline Deiteren
Directeur-generaal
van Embuild Vlaanderen
"
Bovenal liggen vandaag de tegenstrijdige visies tussen het Vlaamse en het lokale niveau aan de basis van grote vertragingen in het vergunningenproces. Dat maakt de verdichtingsopgave haast onmogelijk. "
De Embuild Foundation bereidt
editie 2025 voor
Sinds 2011 beloont Embuild het maatschappelijk verantwoord ondernemen van bouwbedrijven via zijn stichting van openbaar nut die nu 'Embuild Foundation' heet (voorheen bekend onder de naam 'Aedificas'). De stichting, die tijdens de Covidcrisis haar activiteiten staakte, heeft haar activiteiten in 2024 hervat onder haar nieuwe naam en is al bezig met de voorbereidingen voor de editie van 2025.
De stichting van openbaar nut 'Aedificas' werd in 2011 opgericht door de voormalige Confederatie Bouw en de PDOK (Patronale Dienst voor Organisatie en Controle van de bestaanszekerheidsstelsels). De stichting had haar activiteiten gestaakt sinds 2020 en hervatte haar activiteiten in 2024 onder haar nieuwe naam 'Embuild Foundation', wat ongetwijfeld de band met onze beroepsorganisatie versterkt.
Prioritaire gebieden
Het basisdoel is om de bouwsector warm te maken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen door – via awards - aangesloten bedrijven te erkennen die externe instellingen actief op sociaal of cultureel gebied heel praktisch helpen of daarmee samenwerken.
Volgens Francis Carnoy, algemeen adviseur van Embuild en opdrachthouder bij de stichting, ligt de aanpak volledig in lijn met de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN, en meer in het bijzonder met de scope van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en het ESG-beleid, dat betrekking heeft op milieu-, sociale en bestuursnormen. "In eerste instantie vereist MVO een vrijwillige verbintenis van het management, maar de MVO-aanpak zal geleidelijk de naleving van nieuwe regelgeving met zich meebrengen, waarvan de omvang nog moet worden bepaald. MVO zal daarom een essentieel onderdeel blijven van de bedrijfsstrategie en het bedrijfsmanagement, qua financiering, werving, etc. De initiatieven die door de Embuild Foundation worden belicht, wijzen de weg in deze richting, met de nadruk op sociale kwesties. Naast de specifieke projecten wordt ook het algemene ESG-beleid van de kandidaat-bedrijven ge-
Aedi cas
Embuild foundation
waardeerd door de jury," benadrukt Francis Carnoy
Jef Lembrechts, voorzitter van de stichting, bevestigt de 5 prioritaire gebieden: verbetering van welzijn en gezondheid; bestrijding van schooluitval door middel van onderwijs en beroepsopleiding; beroepsherinschakeling en integratie van mensen aan de zelfkant van de maatschappij; instandhouding en opwaardering van cultureel of architecturaal erfgoed. "De institutionele partners waarmee bouw- en installatiebedrijven samenwerken in het kader van hun maatschappelijke betrokkenheid zijn nu breder gedefinieerd. Naast sociale of culturele vzw’s kunnen ze elke organisatie met een sociaal engagement omvatten, inclusief commerciële bedrijven of overheidsinstellingen," legt Jef Lembrechts uit.
Embuild-leden die een sociaal partnership hebben met een dergelijke organisatie komen daarom in aanmerking voor een award. Elk jaar beloont de Embuild Foundation vier tandems voor hun inzet voor de samenleving.
Voor de editie van 2024 werden twintig projecten ingediend, elk bestaande uit een bouw- of installatiebedrijf en een partner uit het verenigingsleven. De jury van de stichting selecteerde acht genomineerde projecten uit die twintig kanshebbers, waarvan er vier tot winnaar werden uitgeroepen: Renotec (met Avalympics), Klinkenberg (met Life in Color), BESIX Unitec (met De Gemeenschap) en Durabrik (met Toontjeshuizen).
Tijdens een onvergetelijke ceremonie in Grimbergen ontvingen de winnende tandems een cheque van €10.000 en een origineel beeldhouwwerk van de Belgische kunstenaar Bob van der Auwera.
En Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van Embuild, trots op het succes van de editie 2024, heeft het volgende al duidelijk gemaakt: "In 2025 blijft de Embuild Foundation de maatschappelijke impact van bouw- en installatiebedrijven ondersteunen. Daarom moedig ik jullie aan om mee te doen en jullie projecten aan te melden. Jullie hebben tot september 2025 de tijd, maar de inschrijvingen staan nu al open.”
Een nieuwe kunstenaar is al bezig met het ontwerpen van de beeldjes die zullen worden uitgereikt, fluistert Francis Carnoy in ons oor.
UW MAATSCHAPPELIJK
ENGAGEMENT LOONT
Doe jij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? De Embuild Foundation Awards erkennen de maatschappelijke betrokkenheid van bouwbedrijven die samenwerken met externe partners die actief zijn op maatschappelijk gebied.
Schrijf je in op embuildfoundation.be
"Jullie
sector is cruciaal om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te halen."
Op 17 maart 2025 hadden onze CEO Niko Demeester en directeur-generaal van Embuild Christine Lhoste een ontmoeting met Eléonore Simonet, de nieuwe federale minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’s. Embuild Magazine maakte van de gelegenheid gebruik om aan de jongste minister in de geschiedenis van de federale regering wat vragen te stellen over de zorgen van de sector die onder haar bevoegdheid vallen.
Mevrouw de minister, laten we beginnen met een algemene vraag: wat is uw visie op de bouwsector?
De sector bestaat voornamelijk uit zelfstandigen en kmo's. En als je bedenkt dat België 1,167 miljoen kmo's telt, of 99,4% van de werkgevers in de privésector, is het een sector die ik zeker goed wil steunen. De regering wil een werkgelegenheidsgraad van 80% bereiken tegen 2030. Zonder kmo’s en de bouw zullen we daar niet geraken. Daarom verwachten we veel van deze sector, ook al ben ik me ervan bewust dat hij te kampen heeft met een terugkerend tekort aan arbeidskrachten.
" Ik ga vragen om een onderzoek naar de haalbaarheid van het maandelijks berekenen van bijdragen in plaats van per kwartaal. "
U belicht meteen een punt dat onze leden in het bijzonder zorgen baart. Hebt u ideeën over hoe we dit kunnen tegengaan?
Het regeerakkoord voorziet in flexi-jobs in alle sectoren, inclusief de bouw. Studenten kunnen nu tot 650 uur werken vanaf hun 15de. Hier was vraag naar. Er is ook een tijdslimiet op de werkloosheidsuitkering, een verschil van €500 tussen degenen die werken en degenen die niet werken, en een focus op het opnieuw aan het werk krijgen van langdurig zieken. Ik zeg niet dat dit de oplossing is voor al jullie problemen, maar al deze maatregelen zijn in het voordeel van jullie sector. Het doel van de regering is duidelijk om werken lonend te maken. Ze wil 500.000 banen creëren. Jullie zijn een belangrijke partner om deze doelstellingen te bereiken.
Laten we het, voordat we naar de drie hoofdpunten van de bijeenkomst van vandaag gaan, hebben over een regeerakkoord dat de zelfstandigen steunt.
Het is iets positiefs! Ik ben zelf zelfstandig ondernemer en advocate van beroep, en het ondersteunen van mensen die vroeg opstaan om te gaan werken is mijn stokpaardje. We moeten het ondernemersklimaat versterken en ik wil hun sociaal statuut verder verbeteren. Ik ga vragen om een onderzoek naar de haalbaarheid van het maandelijks berekenen van bijdragen in plaats van per kwartaal. Ik wil ook dat er gestopt wordt met het opleggen van buitensporige boetes, in de vorm van hoge toeslagen, aan degenen die hun sociale zekerheidsbijdragen te laat betalen. Een zelfstandige die zijn bijdragen één keer te laat betaalt, is niet per definitie een fraudeur. Aandacht voor mentale gezondheid is ook van vitaal belang, want als een ondernemer zich slecht in zijn vel voelt, straalt dat af op zijn onderneming.
Tijdens uw bijeenkomst met het management van Embuild zijn drie belangrijke prioriteiten besproken. De eerste betreft het verbeteren van de toegang voor kmo’s tot overheidsopdrachten, met een hele reeks aanbevelingen van onze beroepsfederatie. Ik ben me terdege bewust van jullie verwachtingen in het kader van de actualisering van het charter 'Toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten' van december 2023: verbetering van de kwaliteit van de bestekken, voorrang geven aan de beste prijs-kwaliteitverhouding, weren van offertes die afwijken van het gemiddelde, invoering van een lijst met verboden onrechtmatige bedingen, het opsplitsen van de opdrachten in percelen, enz. Uit het regeerakkoord blijkt de bereidheid om de deuren van deze markten te openen voor kmo's en om de wetgeving zoveel mogelijk te vereenvoudigen. Het 'only-once'-principe waar
Embuild voor pleit is een stap in de goede richting als het gaat om administratieve vereenvoudiging. Ik ben trouwens van plan om elke federale minister te vragen om een plan voor te stellen voor deze vereenvoudiging.
De tweede prioriteit betreft de strijd tegen sociale fraude, een onderwerp waarvoor u samen met iemand anders bevoegd bent. We vragen in het bijzonder dat de ConstruBadge een verplichting wordt in de welzijnswet, dat de check-out wordt afgeschaft omdat het check-insysteem niet werkt, en dat de gedetacheerde zelfstandigen beter in kaart worden gebracht, omdat het RSVZ ons deze cijfers momenteel niet kan geven.
Wat de ConstruBadge betreft, ga ik de zaak bespreken met mijn voorganger David Clarinval, die in deze regering verantwoordelijk is voor Werk. Ik hoor wat de sector zegt over de check-in en de check-out. We zullen dit opnieuw moeten bespreken met de sociale partners en kijken welke modaliteiten er daarvoor moeten komen. Met betrekking tot gedetacheerde werknemers moet de Europese Unie warm worden gemaakt voor het opzetten van een soort Europese Kruispuntbank van Ondernemingen.
De derde prioriteit ten slotte is de consumentenbescherming, met een herziening van de wet-Breyne, die we niet willen uitbreiden naar casco- en renovatieprojecten, en een optimalisering van het beroepsverbod.
Er zijn plannen om de wet- Breyne te moderniseren, in overleg met de sector die, naar ik hoor, vraagt om een duidelijk en werkbaar wettelijk kader dat consumenten beschermt, zonder onnodige administratieve lasten voor bouwbedrijven in het leven te roepen. Jullie vertellen mij dat controles in de praktijk moeilijk zijn en dat de Economische Inspectie niet of niet genoeg kan controleren. Dit is een kwestie die onder de bevoegdheid valt van mijn collega Rob Beenders, die verantwoordelijk is voor consumentenbescherming.
De optimalisering van het beroepsverbod, specifiek gekoppeld aan frauduleuze faillissementen of wanbeheer, is niet opgenomen in het regeerakkoord. Deze kwestie, die onder de bevoegdheid van mijn collega belast met Justitie valt, moet naar mijn mening met uiterste voorzichtigheid worden onderzocht. Bij eerdere hervormingen van het faillissementsrecht
bleek namelijk dat frauduleuze faillissementen een zeer kleine minderheid van de faillissementen vormden, in ieder geval minder dan 10%. En de legitieme vervolging van frauduleuze gefailleerden mag geen onevenredige inbreuk maken op het recht op een tweede kans van degenen die zonder slechte bedoelingen zijn gestruikeld. Dit geldt des te meer omdat failliet verklaarde zelfstandigen statistisch gezien veel minder vaak opnieuw failliet gaan dan die welke hun eerste bedrijf starten, wat goed kan zijn voor onze economie in het algemeen en de weerbaarheid ervan in het bijzonder. Mensen die te goeder trouw zijn leren uit hun fouten en herhalen ze nooit expres.
Bedankt voor al uw uitleg, mevrouw de minister. Wilt u tot slot nog iets zeggen aan onze lezers?
Ik heb zorgvuldig nota genomen van jullie verzoeken. En wat betreft de transversale bevoegdheden die jullie noemden, zal ik bij mijn betrokken collega's aankloppen. Nogmaals, ik ben 100% voorstander van bedrijven en zelfstandigen en ik ben verheugd dat ik de verantwoordelijkheid mag opnemen om hen te verdedigen. Ik kijk ernaar uit om hen in het werkveld te ontmoeten. Het regeerakkoord zit vrij goed in elkaar voor hen en nu moeten we de hand aan de ploeg slaan. Jullie sector is cruciaal om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te halen.
" Met betrekking tot gedetacheerde werknemers moet de Europese Unie warm worden gemaakt voor het opzetten van een soort Europese Kruispuntbank van Ondernemingen. "
Onze CEO Niko Demeester en directeur-generaal van Embuild Christine Lhoste hadden een ontmoeting met Eléonore Simonet (in het midden op de foto)
Het bezoek, dat gezamenlijk werd georganiseerd door de FIEC (de Europese Federatie van de Bouwnijverheid) en EFBWW (de Europese Federatie van Bouwvakkers en Houtbewerkers), belichtte de sociale en economische kwesties die komen kijken bij een van de grootste infrastructuurprojecten van Europa.
Strategische verkeersader
De Oosterweelverbinding is het grootste openbare-werkenproject dat ooit in Vlaanderen is uitgevoerd. Het doel? De Antwerpse ring sluiten om de doorstroming op de ring te verbeteren en de chronische files op de secundaire wegen te verlichten. Elke dag maken meer dan 300.000 voertuigen gebruik van deze strategische verkeersader, die fungeert als kruispunt tussen België en Nederland.
Voor het project, dat de 'bouwplaats van de eeuw' wordt genoemd, wordt een internationaal personeelsbestand van 88 nationaliteiten ingezet. Tot nu toe is er al meer dan 3,5 miljoen uur gewerkt. Naast de enorme omvang onderscheidt het project zich ook door zijn voorbeeldige staat van dienst op het
Roxana Mînzatu, vicevoorzitter van de Europese Commissie, bezocht de Oosterweelbouwplaats
Op 14 maart 2025 bezocht Roxana Mînzatu, vicevoorzitter van de Europese Commissie verantwoordelijk voor Werkgelegenheid, Sociale Rechten en Onderwijs, de Oosterweelbouwplaats in Antwerpen. Tijdens dit bezoek benadrukte Embuild het belang van de invoering van een Europese sociale identiteitskaart. "De strijd tegen sociale dumping is een van mijn prioriteiten. Als Roemeense ligt dit onderwerp mij bijzonder na aan het hart", verklaarde ze.
gebied van gezondheid en veiligheid: specifieke training is verplicht voor elke arbeider en er is een waarschuwingssysteem om potentiële risico's te melden.
Gedetacheerde werknemers beter traceren
Tijdens dit bezoek benadrukte Embuild
het belang van de invoering van een Europese sociale identiteitskaart met een unieke identificatiecode. Een dergelijk instrument zou het volgende mogelijk maken: een snelle en betrouwbare identificatie van gedetacheerde werknemers, dankzij beveiligde gegevens; vereenvoudigde en geharmoniseerde controles in de hele EU; en meer transparantie over
Een delegatie van Embuild was erbij met v.l.n.r. Jan Vochten (directeur Sociaal Overleg), Christophe Maes (voorzitter), Bob Van Poppel (voorzitter Embuild Antwerpen), Niko Demeester (CEO) en MarieLorraine Bareth (European Affairs Advisor).
BELGIË MOET EEN
VOORBEELDROL SPELEN OP HET EUROPESE TONEEL
14.000. Dat is het aantal controles dat vorig jaar in België werd uitgevoerd, aldus Bart Stalpaert, directeur-generaal van de Sociale Informatie- en Onderzoeksdienst (SIOD).
Voor hem is het belangrijk dat België op dit gebied een voorbeeldrol speelt op het Europese toneel. "De Oosterweelbouwplaats speelt een voortrekkersrol als het gaat om de naleving van de sociale wetgeving," zei opdrachtgever Lantis tijdens het bezoek van Roxana Mînzatu. Die vertelde hoe inspirerend deze bouwplaats was vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Lantis heeft in zijn contracten met aannemers immers verschillende clausules opgenomen om eerlijke en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden te garanderen. De onderaannemingsketen is beperkt tot drie niveaus en alle aannemers hebben een plan opgesteld om sociale fraude te voorkomen.
" Ik zet me in voor digitalisering, billijke normen, eerlijke arbeidsmobiliteit en het versterken van de Europese Arbeidsautoriteit."
arbeidsomstandigheden en lonen.
Embuild drong ook aan op de noodzaak om de geldigheidsduur van het A1-formulier te verkorten, zodat deze beter aansluit bij de realiteit van de sector. Bovenal is het echter cruciaal dat aannemers en installateurs de echtheid van deze documenten gemakkelijk kunnen controleren. Zonder meer administratieve samenwerking tussen de lidstaten zullen deze inspanningen evenwel ontoereikend blijven. Daarom pleit Embuild voor de oprichting van een Europese Kruispuntbank Sociale Zekerheid, die een geautomatiseerde en veilige gegevensuitwisseling tussen nationale overheden garandeert.
Een gedeelde prioriteit
In antwoord op de zorgen die onze beroepsfederatie en de Europese sociale partners hebben geuit, verklaarde Roxana Mînzatu dat de strijd tegen sociale dumping een van haar prioriteiten is. "Als Roemeense ligt dit onderwerp me bijzonder na aan het hart", verklaarde ze.
Ze benadrukte de fundamentele rol van de bouwsector in de toekomst van de Euro -
pese arbeidsmarkt. "Ik zet me in voor digitalisering, billijke normen, eerlijke arbeidsmobiliteit en het versterken van de Europese Arbeidsautoriteit. Het is geen gemakkelijke taak, omdat Europa moet jongleren tussen grote projecten en kleinere."
Of het nu gaat om een groot project of een kleiner project, de vicevoorzitter is vastbesloten om een einde te maken aan oneerlijke praktijken. "Dit is vooral belangrijk in de bouwsector. Een goede baan in deze sector kan een uitweg uit de armoede zijn. Daarom is eerlijke arbeidsmobiliteit mijn topprioriteit.
Uitstekende samenwerking
Dit bezoek illustreert de interesse die de commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten toont in de bouwsector. Het voorspelt veel goeds voor een uitstekende samenwerking in de komende jaren, aangezien de 'pijler van sociale rechten', gezondheid en veiligheid op het werk en de mobiliteit van werknemers de kern vormen van de prioriteiten van de Europese Commissie tot 2029.
Sinds vorig jaar geldt voor ondernemingen en zelfstandigen die werken in onroerende staat uitvoeren dat zij hun werkend vennoten en helpers moeten registreren in de KBO. Gezien de inspectiediensten nagaan of deze verplichting werd nageleefd brengen we deze registratieplicht nog eens in herinnering. Vooral omdat bestuurders-mandatarissen die al geregistreerd waren in de KBO zich nog apart moeten laten registreren als werkend-vennoot als zij ook aandeelhouder zijn in het bedrijf.
De registratieplicht kadert in de strijd tegen de sociale fraude. Meer bepaald wil men het misbruik van het statuut van werkend vennoot of helper bij het verrichten van arbeidsprestaties tegengaan. In een latere fase zal hier ook een inhoudingsplicht worden aangekoppeld als in een onderneming zelfstandigen actief zijn met sociale schulden, maar dit zal pas ten vroegste in 2016 operationeel zijn.
De registratieplicht is van toepassing op ondernemingen die werken in onroerende staat uitvoeren. Het gaat dus voornamelijk om bedrijven uit de bouw- en de schoonmaaksector, maar ook de bedrijven uit andere sectoren die werken in onroerende staat uitvoeren, zoals de elektrotechnische sector, vallen onder de verplichting.
Vennootschappen: bijkomende inschrijving voor mandatarissen !
Vennootschappen die werken in onroerende staat uitvoeren zijn verplicht de inschrijving bij de KBO in orde te brengen voor iedere werkend vennoot, d.w.z. iedere houder van minstens één aandeel in een vennootschap, die in België persoonlijk een reële activiteit uitoefent binnen die vennootschap zonder dat hij, voor deze activiteit, aangegeven wordt in het stelsel van de loontrekkenden op het ogenblik waarop deze activiteit wordt uitgeoefend. Ook onbezoldigde werkend vennoten moeten ingeschreven worden.
Enkel natuurlijke personen kunnen als werkend vennoot geregistreerd worden. De rechtspersonen die aandeelhouder zijn kunnen dus niet als werkend vennoot ingeschreven worden. Vaste vertegenwoordigers van rechtspersonen zullen in de regel geen persoonlijk aandeelhouder zijn in de bedrijven waar zij als vaste vertegenwoordiger optreden en moeten dus evenmin geregistreerd worden. Mogelijks moeten zij wel binnen hun eigen vennootschap als werkend-vennoot geregistreerd worden.
Belangrijk: de verplichting geldt ook voor personen die de rol van bestuurder/mandataris en werkend vennoot binnen dezelfde vennootschap combineren. Hoewel zij al ingeschreven zijn in de KBO als functiehouder, moeten zij zich toch bijkomend als werkend vennoot laten registreren! De bevoegde
diensten zijn zich bewust van de extra administratieve last en willen in de toekomst één inschrijving voor de beide functies mogelijk maken. In afwachting moet de bijkomende inschrijving als werkend vennoot wel gebeuren.
Zelfstandig helpers
Zelfstandigen die werken in onroerende staat uitvoeren zijn verplicht de inschrijving bij de KBO in orde te brengen van iedere helper, d.w.z. ieder persoon die in België een zelfstandige in de uitoefening van zijn beroep bijstaat of vervangt, zonder tegenover hem door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden.
Er geldt een uitzondering voor de volgende personen, die niet onder de inschrijvingsverplichting vallen: ongehuwde helpers jonger dan 20 jaar, helpers die niet regelmatig en minder dan 90 dagen per jaar werken, studenten die recht geven op kinderbijslag en meewerkende echtgenoten.
Timing
De inschrijving bij de KBO moet gebeuren vóór de aanvang van de activiteiten als werkend vennoot binnen de vennootschap of als helper bij de zelfstandige. Bij stopzetting van de activiteit moeten de gegevens die bij de KBO zijn ingeschreven, worden bijgewerkt binnen de vijftien dagen volgend op de einddatum van deze activiteit.
Voor de bestaande werkende vennoten en helpers gold een overgangsperiode tot 31 december 2024 om de inschrijving in orde te brengen. Als u de registraties nog niet zou hebben verricht, raden we aan om dit zo snel mogelijk in orde te brengen. Er zijn al controles, maar voorlopig zijn die nog adviserend (geen boetes). Maar het is niet uit te sluiten dat binnenkort wel boetes zullen worden opgelegd. Bij niet-naleving van de inschrijvingsverplichting of bij foutieve inschrijving, riskeert de vennootschap of de geholpene een administratieve geldboete van 500 tot 4.000 euro per vastgestelde inbreuk!
INFO : Voor meer info of hulp bij de registratie: contacteer uw lokale Embuild.
Aliplast blijft GROEIEN EN ONTWIKKELEN
We willen blijven investeren in onze INNOVATIEVE OPLOSSINGEN en een sterke focus op kwaliteit en duurzaamheid behouden. Daarom zijn we continu op zoek naar gemotiveerde PROFESSIONALS die samen met ons de toekomst van aluminium schrijnwerk willen vormgeven.
www.aliplast.com - info@aliplast.com
Beleid aan zet centraal in de derde nationale rondetafel van Life Be FREE
De derde nationale rondetafel van Life Be FREE vond plaats in de Koninklijke
Tijdens dit colloquium hebben drie sprekers, elk vertegenwoordiger van een beleidsniveau, de acties voorgesteld en toegelicht die op hun respectieve niveau zijn ondernomen om deze noodzakelijke energietransitie te doen slagen.
Kurt Vandenberghe
Het evenement vond plaats in de Koninklijke
Bibliotheek in Brussel.
Allereerst nam Kurt Vandenberghe, directeur-generaal van DG CLIMA bij de Europese Commissie, het woord om de stand van zaken op Europees niveau te bespreken. Hij legde uit dat het essentieel is om het schip op koers te houden om de doelstellingen van de Green Deal tegen 2050 te bereiken. Dit staat niet alleen op de economische agenda omdat de EU de afgelopen jaren meer dan 400 miljard euro heeft uitgegeven aan fossiele energie, maar ook op de ecologische agenda, aangezien Europa twee keer zo snel opwarmt als elders in de wereld, namelijk 3% in plaats van 1,5%.
De EU heeft haar CO2-uitstoot al met 40% verminderd ten opzichte van 1999 en haar productie van hernieuwbare energie verdrievoudigd ten opzichte van 2019. Maar er moet nog meer gedaan worden. "En zoals Mario Draghi in zijn rapport zei, zal dit gebeuren door investeringen en innovatie. Want Europa heeft te lang gewacht en te weinig geïnvesteerd in zijn industrie en nieuwe technologieen. De transitie verloopt veel te traag, vooral in vergelijking met de Chinese economie," zei Kurt Vandenberghe.
De directeur van DG Clima benadrukte vervolgens vier essentiële punten op de agenda. Ten eerste zal in april een eerste evaluatie worden uitgevoerd met betrekking tot de doelstelling van een vermindering van 55% van de broeikasgassen tegen 2030. Indien nodig zal de wetgeving worden vereenvoudigd. Ten tweede zal de Commissie met behulp van de private sector investeren en binnenkort een plan voorstellen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 met 90% te verminderen. Ten derde is het belangrijk om een beleid te voeren gericht op ontkoling en elektrificatie. En ten vierde moeten we de grenzen van het oude continent overschrijden en samenwerken met andere regio's van de wereld om klimaatneutraliteit te bereiken. “Deze transitie moet worden gezien als een bron van economische opportuniteiten en innovatie. De bouwsector kan met name oplossingen bieden die gebaseerd zijn op circulariteit. In één jaar tijd heeft hij al zijn broeikasgasuitstoot met 5,6% verminderd."
Tegen het einde van het jaar zal de EU ook een renovatieplan, een paspoort voor gebou-
wen en renovatieprojecten per wijk onderzoeken. "Wat betreft de financiering zijn er veel middelen en modellen beschikbaar om dit mogelijk te maken. Er is 110 miljard euro beschikbaar. Het is dringend noodzakelijk om te investeren!" benadrukte Kurt Vandenberghe.
Sébastien Pradella
Vervolgens gaf Sébastien Pradella, directeur van het Centrum voor Duurzaam Wonen in Wallonië, een overzicht van de acties in het Waals gewest. "We zijn allemaal overtuigd van het doel: we moeten renoveren! We gaan nu de implementatiefase in, hoe gaan we dit realiseren? We werken hier al meer dan twintig jaar aan en er is nog veel werk te doen. Bij de renovatie moeten we rekening houden met de interacties tussen de drie woningsectoren: sociale huur, particuliere huur en eigenaar-bewoner," zei hij.
Wat betreft sociale huur was het uitgangspunt als volgt: van ongeveer 100.000 sociale woningen (80% gebouwd tussen 1950 en 1990) waren er ongeveer 75.000 niet gerenoveerd (lager dan label B) en 33.000 energieverslindende woningen met label F of G, soms totaal onbewoonbaar. "Hun renovatie is sinds 2004 aan de gang en het doel is om tegen 2030 minimaal label B te bereiken. Laten we duidelijk zijn, we gaan dat niet halen! We moeten echter ook rekening houden met het Lucht-Klimaat-Energieplan 2030, dat zeer ambitieus is en mogelijk zal veranderen in renovatieverplichtingen."
Om het doel van 2030 te bereiken, werd in 2020 een Renovatieplan (2020-2024) gelanceerd in het kader van het Waalse herstelplan,
De drie sprekers van de derde nationale rondetafel van Life
Be FREE (van links naar rechts): Jan Schaerlaekens, Sébastien Pradella en Kurt Vandenberghe.
met een totaalbedrag van 1,2 miljard euro. Het oorspronkelijke doel was om 25.000 sociale woningen te renoveren (75% gefinancierd door het Waals gewest en 25% door de openbare huisvestingsmaatschappijen). "Gezien de traagheid van de administratieve procedures en de capaciteit van de economische sector, die veel moeite had om bedrijven en arbeidskrachten te vinden, zijn de doelstellingen naar beneden bijgesteld naar 20.000 woningen (60% gefinancierd door het Waals gewest en 40% door de openbare huisvestingsmaatschappijen). Eind 2023 was 1% van de te renoveren woningen opgeleverd en de uitvoeringstermijn is verlengd. Maar we kunnen toch verwachten dat sommige eigendommen worden afgekeurd," legde Sébastien Pradella uit. "Om deze renovatie te versnellen, benadruk ik het belang van off-site oplossingen voor de thermische schil, energieoplossingen en een verbetering van het gebouw en het wooncomfort."
Wat betreft particuliere huurmarkt presenteerde de directeur van het Centrum voor Duurzaam Wonen enkele cijfers. "Al zes jaar lang boeken we vooruitgang, maar langzaam," stelde hij. Op deze markt zijn er 4% energieverslindende woningen minder en kwamen er 7% woningen met goede prestaties bij. De woningen onder een EPB B blijven ruim in de meerderheid. Wat hebben de eigenaars tussen 2018 en 2024 gedaan? -12% stookolie, +7% sanitair warm water met een doorstromer, -20% zonder volledig dubbel glas. "Wat betreft isolatie is er weinig verbetering. Maar het positieve is dat Waalse huurders zich steeds meer bewust zijn van het EPB-peil."
" Europa heeft te lang gewacht en te weinig geïnvesteerd in zijn industrie en nieuwe technologieën."
Hij noemde vervolgens enkele projecten van RENOBATEX.ID, een project dat belemmeringen wil wegnemen en renovaties van mede-eigendommen wil versnellen, met name 'LocaRéno' in Charleroi en 'Rue Novation' in Namen.
neutraal te maken. "Het Vlaamse beleid rust op drie pijlers: begeleiding, financiële steun en informatie. Deze aanpak moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk eigenaars de stap naar renovatie zetten," zei hij.
Mijn VerbouwBegeleiding is hier een belangrijk element. "Dit programma biedt gratis en onafhankelijk advies aan over geschikte investeringen, hulp bij het aanvragen van premies en leningen, en ondersteuning bij het vinden van aannemers. Specifieke begeleiding voor eigenaars van appartementen, een vaak vergeten doelgroep, is beschikbaar voor het opstellen van een masterplan voor de renovatie van gemeenschappelijke delen," legde Jan Schaerlaekens uit.
" Het Vlaamse beleid rust op drie pijlers: begeleiding, financiële steun en informatie."
Ten slotte, voor de eigenaar-bewoner, nam hij drie informatiepunten uit een studie van France Stratégie over: in 2023 is de gemiddelde prijs om van een EPB F naar een EPB C te gaan 310 euro/m² en van F naar B 510 euro/m²; een derde van de groene investeringen van huishoudens voor de transitie (vervoer en huisvesting) zou rendabel zijn en slechts 5% van de particuliere renovaties is rendabel. Renovatie moet dus op een maatschappelijke schaal worden bekeken en eigenaars moeten worden begeleid, met name met de 'SIAR' (Geïntegreerde Renovatiebegeleidingsdiensten) en de mogelijkheid om renovaties per wijk uit te voeren (bijvoorbeeld Reno+ in Braine-l'Alleud).
Sébastien Pradella sloot af met de woorden: "Er is een bewustwording dat energetische renovatie veel complexer is dan gedacht, vooral in regio's met heel wat bouwkundig erfgoed. Klassieke instrumenten (stimulansen, premies enz.) zijn niet voldoende en we moeten ons richten op gemengde oplossingen met instrumenten die de draagkracht van huishoudens, bouwactoren, financiële actoren enz. verbeteren."
Jan Schaerlaekens
Als derde en laatste spreker legde Jan Schaerlaekens, adjunct-kabinetschef van de Vlaamse minister van Klimaat en Energie Melissa Depraetere, het energiebeleid in Vlaanderen uit. Dit sluit aan bij de Europese ambitie om alle woningen tegen 2050 energie-
Met Mijn VerbouwPremie en de EPC-Labelpremie worden renovaties financieel ondersteund. Deze premies zijn bedoeld om renovaties toegankelijk te maken voor een breed publiek. Daarnaast noemen we ook Mijn VerbouwLening, een voordelige lening tot 60.000 euro, die ook beschikbaar is voor verenigingen van mede-eigenaars.
"Het beleid legt ook de nadruk op collectieve renovatie, in mede-eigendommen en wijken. Het doel is om de gemeenschappelijke mogelijkheden, acties en installaties te analyseren. De Energiehuizen spelen een centrale rol bij het informeren van burgers over de verschillende aspecten van renovatie," zei de adjunct-kabinetschef van de Vlaamse minister van Klimaat en Energie Melissa Depraetere nog.
Naast de publieke initiatieven benadrukte hij ook het belang van de private sector. Hypothecaire kredieten en commerciële leningen zijn essentieel voor het financieren van renovaties. Bovendien werd een renovatieverplichting ingevoerd: nieuwe eigenaars moeten binnen de zes jaar na aankoop van hun woning een energielabel D behalen. "Met deze uitgebreide reeks maatregelen toont Vlaanderen zijn ambitie om zijn woningen duurzaam te maken en de Europese klimaatdoelstellingen in acht te nemen. Door zowel praktische als financiële steun te bieden, hoopt de regering alle eigenaars te betrekken bij deze belangrijke transitie," zo sloot Jan Schaerlaekens af.
De vierde nationale rondetafel van Life Be FREE zal plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2025. Het onderwerp moet nog worden bepaald en we zullen jou uiteraard via onze verschillende kanalen op de hoogte houden.
Voor Embuild is onze collega Anne-Laure Lejeune betrokken bij het project.
DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH
W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.
ALTIJD MEE, PRO EN PRIVÉ
Je bent je eigen baas en je werkt elke dag hard voor je klanten. Je verwacht terecht ook het beste van je partners. Bij Federale Verzekering zetten we ons al meer dan 100 jaar in voor ondernemers zoals jij. We beschermen kostbare en onmisbare machines, maar ook je aansprakelijkheid. Een aanvullend pensioen? Daar hebben we de oplossingen voor. En natuurlijk ben je niet enkel ondernemer. We beschermen dan ook je gezinswoning en je familie... en we zorgen voor het spaarpotje voor je oogappel!
Federale Verzekering. Altijd mee, pro en privé. Meer info op federale.be
FEDERALE Verzekering – V.U.: Tom De Troch – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel – www.federale.be Onderlinge verzekeringsvereniging Financieel rekeningnummer BIC: BBRUBEBB IBAN: BE31 3100 0723 3155 - RPR Brussel BTW BE
De energierenovatieverplichtingen
Om ervoor te zorgen dat ons gebouwenbestand tegen 2050 koolstofneutraal is, is het opleggen van energierenovatieverplichtingen een zeer interessante maatregel. Hoe zit het hiermee in de drie gewesten van ons land? Dit is de vraag die in het dossier van deze maand wordt beantwoord. Zoals je zal lezen, verschilt de situatie van gewest tot gewest. In Vlaanderen is deze verplichting sinds 1 januari 2023 van kracht. In Brussel is er een planning opgesteld in samenwerking met de sector, waaronder Embuild.Brussels, en de eerste stap is gepland voor 2030. In Wallonië is er nog niets vastgelegd en Embuild Wallonië heeft heel recent een voorstel naar de minister van Energie, Cécile Neven, gestuurd.
Vlaams gewest pioniert met renovatieverplichting
De vorige Vlaamse regering heeft al onder leiding van minister-president Jan Jambon een renovatieplicht ingevoerd. Nieuwe eigenaars van energieverslindende woningen worden daardoor verplicht om na aankoop (of een andere overdracht) de woning grondig energetisch te renoveren tot minimaal een energieprestatiecertificaatlabel (EPC-label) D. Maar hoe staat het nu met deze verplichting?
Met de renovatieverplichting wou de Vlaamse overheid vermijden dat woningen met een slechte energieprestatie die een nieuw eigenaar krijgen, nog lange tijd onaangeroerd blijven. Door de verplichting aan het moment van de aankoop te koppelen wou zij ervoor zorgen dat kopers in hun budgetten rekening kunnen houden met de noodzakelijke energetische renovatiewerken.
In voege vanaf 2023
Intussen is de renovatieverplichting in Vlaanderen reeds van toepassing vanaf 1 januari 2023. Ben je sindsdien de nieuwe eigenaar van een woning met een energielabel E of F, dan was je verplicht om die woning te renoveren naar een label D of beter binnen een periode van vijf jaar. Of de renovatie met de nodige diepgang gebeurt, moet worden aangetoond met een nieuw energieprestatiecertificaat.
De vorige regering had in dit verband ook een verstrenging van de renovatieplicht op langere termijn goedgekeurd. Concreet zou vanaf 2028 bij de overdracht van een woning een C-label moeten worden gehaald, vanaf 2035 een B-label en vanaf 2040 een A-label. Embuild Vlaanderen heeft destijds sterk voor de invoering van deze renovatieplicht gelobbyd en was ook voorstander van een verstrenging op lange termijn. Embuild Vlaanderen hoopte met name dat vele gezinnen zouden vooruitlopen op de toekomstige verstrengin-
gen zoals zij tijdens het decennium daarvoor ook op de verstrengingen van het E-peil voor nieuwbouwwoningen waren vooruitgelopen.
Recente wijzigingen in de renovatieplicht
De nieuwe Vlaamse regering onder leiding van Matthias Diependaele heeft in haar regeerakkoord van vorig jaar het principe van de renovatieverplichting bij de overdracht van een woning bevestigd maar niet de verstrenging van die verplichting op langere termijn. Dat betekent dat voortaan enkel nog de renovatieverplichting tot label D van toepassing zal zijn. Bovendien bepaalt het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering dat de termijn om aan de renovatieverplichting te voldoen wordt verlengd van vijf naar zes jaar.
Beide wijzigingen zijn momenteel nog niet opgenomen in de regelgeving. Maar het VEKA (Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap) bevestigt dat het de bedoeling blijft om het labelpad uit de wetgeving te halen en de renovatietermijn effectief naar zes jaar te verlengen, conform de bepalingen van het nieuwe regeerakkoord. Tegelijk blijft het wel de bedoeling dat de Vlaamse woningen tegen 2050 het energielabel A behalen.
" De renovatieverplichting is in Vlaanderen van toepassing vanaf 1 januari 2023. "
Evolutie van de aankoopprijzen
Voor 2024 noteerde Bart Van Opstal, woordvoerder van notaris.be: “In Vlaanderen werden woningen met een A-label het afgelopen jaar nog duurder. De mediaanprijs steeg van 350.000 euro naar 388.000 euro. Een woning met een F-label werd goedkoper: van 246.000 euro in 2023 naar 242.750 euro in 2024.” Het prijzenverschil bij de verkoop tussen energiezuinige en energieverspillende woningen neemt dus almaar toe.
Het laag energieprestatiecertificaat maakt energieverspillende woningen duidelijk minder aantrekkelijk. De renovatieverplichting heeft die tendens zeker nog versterkt. Gezinnen die in Vlaanderen een E- of F-woning aankopen, zijn zich bewust van de renovatieverplichting die op hen zal rusten, en van de eventuele kosten die daaraan verbonden zijn. Daardoor zijn zij des te minder geneigd om er bij aankoop een hoge prijs voor te betalen.
Met aankoopprijs ook renovatiekost vermelden
Maar hoeveel zij dan gaan moeten betalen, is hun minder duidelijk. Uit een recent onderzoek in opdracht van Embuild Vlaanderen bij duizend Vlamingen is gebleken dat de overgrote meerderheid bij de aankoop van een te renoveren woning meteen de echte prijs willen kennen: de aankoopprijs plus de renovatiekosten. Naar aanleiding van haar energiecongres van 27 maart lanceerde Embuild Vlaanderen het voorstel om systematisch het renovatiebudget naast de aankoopprijs te plaatsen in de verkoopadvertentie van een energieverslindende woning en met name voor woningen die tot een D-peil moeten worden gerenoveerd.
Die maatregel kost de overheid niets maar maakt een wereld van verschil voor de kandidaat-kopers. Die weten dan onmiddellijk wat ze bovenop de aankoopprijs nog in de woning moeten investeren. “Als je vandaag op zoek gaat naar een woning, krijg je amper te zien hoeveel geld je nog moet investeren om de woning te renoveren naar een energielabel D of beter. Daarom is het een goed idee om die renovatiekosten meteen zichtbaar te maken, naast de vraagprijs van de woning”, aldus Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen. “Vandaag vind je weliswaar
prijsindicaties in het EPC maar die indicaties zijn aan een grondige update toe.”
Uit nieuwe berekeningen van de bouwfederatie blijkt aan de renovatie van een energieverspillende woning een prijskaartje vast te hangen tussen de 40.000 en 60.000 euro tot label D, afhankelijk of een volledige dakrenovatie vereist is of niet. De echte prijs (aankoop + verplichte renovatie) van een modale energieverslindende woning met label F bedraagt uiteindelijk (bij een volledige dakrenovatie) meer dan 300.000 euro.
Vijf maatregelen voor energiesprong
Maar de verplichte toevoeging van geraamde renovatiekosten is maar één van de vijf maatregelen waarmee Embuild Vlaanderen hoopt tot een energiesprong te komen. Daarnaast is het belangrijk om Vlamingen te begeleiden met het opstellen van een renovatieplan en hen te helpen om de juiste aannemers te vinden. Zowel energiehuizen als experts uit de private sectoren kunnen gedegen verbouwbegeleiding bieden.
Verder pleit Embuild Vlaanderen voor een shift waardoor elektriciteit goedkoper wordt en je zo de investering van een warmtepomp sneller terugverdient. Caroline Deiteren: “Vandaag maken mensen hun huis warmtepompklaar maar vaak installeren zij nog een gasketel omdat die financieel interessanter is. Dat dient te veranderen.”
Aandacht voor collectieve renovaties
Bovendien moet de Vlaamse overheid grootschalige renovatieprojecten stimuleren. De bundeling van gelijkaardige renovatiewerken in een wijk leidt tot een prijsvoordeel voor de klant en een efficiëntieverhoging voor de aannemer. En tools zoals MijnVerbouwpremie en MijnVerbouwlening die vooral op de renovatie van huizen zijn afgestemd, moeten ook geschikt zijn voor appartementsgebouwen (in mede-eigendom).
Caroline Deiteren besloot het energiecongres van 27 maart met de volgende oproep tot de overheid: “Maak het renoveren gemakkelijker. Dan zullen de labels verhogen en de energiefacturen dalen.”
Een samen met de sector gemaakte planning die Embuild. Brussels volledig tevredenstelt
In Brussel zijn de renovatieverplichtingen op lange termijn bekend. Ze maken deel uit van RENOLUTION, de renovatiestrategie voor het Brusselse gebouwenbestand, en werden goedgekeurd bij het aannemen van de BWLKE-ordonnantie (Brussels Wetboek voor Lucht, Klimaat en Energiebeheer) in 2024. "Deze verplichtingen zijn samen met de sector in een langetermijnvisie opgenomen," zegt Laurent Schiltz, de secretaris-generaal van Embuild.Brussels.
De energierenovatieagenda in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bekend. Hij is opgesteld in nauwe samenwerking met onze collega's van Embuild. Brussels. "Een van de workshops van RENOLUTION waaraan we deelnemen, is de regelgeving. We hebben dus onze input kunnen geven en we zijn grotendeels gehoord. De sector is verheugd over deze langetermijnvisie, die stabiliteit voor de toekomst biedt. Ze stelt hem in staat zich geleidelijk voor te bereiden, zowel kwalitatief als kwantitatief," zegt Laurent Schiltz.
Planning
Wat is deze planning? Hierna volgen de belangrijkste deadlines. In 2030 zal een EPB-certificaat verplicht zijn voor alle gebouwen. Vervolgens, in een eerste fase, in 2033, moeten alle woningen een EPB E hebben bereikt, dat wil zeggen 275 kWh/m²/jaar. Alle woningen met een label F of G zullen tegen dan dus niet meer verkocht of verhuurd mogen worden.
In een tweede fase, in 2044-2045, zal het doel worden verhoogd naar 150 kWh/m²/jaar (EPB D). "Deze verplichtingen zijn stap voor stap vastgesteld, in een bottom-up logica met feedback van de actoren uit de praktijk, wat ons erg bevalt. Het belangrijkste doel van RENOLUTION is om tegen 2050 minimaal EPB C+ te bereiken voor het privé-woningbestand, dat wil zeggen 100 kWh/m²/jaar. De overheid wil het goede voorbeeld geven. Ditzelfde doel moet dus tien jaar eerder worden bereikt, in 2040, voor sociale woningen. Wat betreft de tertiaire sector, is het een energieneutraliteitsverplichting tegen 2040 voor wat overheidsgebouwen
betreft (scholen, sporthallen enz.) en 2050 voor privégebouwen (bedrijven) die wordt nagestreefd," benadrukt Laurent Schiltz.
Bij niet-naleving van deze deadlines zijn aanzienlijke financiële sancties voorzien. "Maar gezien de voorgestelde timing is het anticiperen op al deze werkzaamheden om sancties te voorkomen heel goed mogelijk. De BWLKE-ordonnantie kwam er in 2024, met de eerste verplichtingen tegen 2033, wat dus tijd geeft aan de particulieren en de sector om zich zowel kwalitatief als kwantitatief voor te bereiden. Want om de doelstellingen tegen 2050 te bereiken, zal het huidige renovatietempo moeten worden verdrievoudigd.”
Brussels gebouwenbestand
Enkele cijfers helpen om de huidige staat van het Brusselse gebouwenbestand en het werk dat nog moet worden gedaan te begrijpen. Het bestaat uit 195.000 gebouwen (600.000 woningen) die voornamelijk vóór de jaren 60 zijn gebouwd. In 85% van de gevallen gaat het om woongebouwen waarvan 24% appartementsgebouwen en 62% rijhuizen. Er is een trend naar 'appartementisering'. "In 2016 had 82% van de woningen een EPB D of slechter. In 2022 is dit cijfer gedaald naar 78%, wat een verbetering van 4% betekent. Er is dus ongeveer 80% van het woningbestand dat een EPB D heeft en dat tegen 2050 moet worden gerenoveerd," stelt Laurent Schiltz.
RENOLUTION
Om deze doelstellingen te bereiken en al deze werkzaamheden uit te voeren, is de RENOLUTION-dynamiek een waardevol instrument. Ter herinnering, het is een publiek-private
samenwerking, opgestart in 2021, die meer dan 150 entiteiten uit de publieke en private sector en uit het verenigingsleven samenbrengt, allemaal betrokken bij de circulaire en duurzame renovatiestrategie voor het Brusselse gebouwenbestand. "Embuild.Brussels is volledig betrokken bij deze alliantie, die een langetermijnvisie heeft. We denken niet alleen na over het energiebeleid, maar ook over alle gevolgen die daaruit voortvloeien voor werkgelegenheid, stedenbouw, circulariteit... Er is stabiliteit en samenhang nodig voor deze enorme energierenovatiebouwplaats," benadrukt de secretaris-generaal.
Wees gerust, de bedrijven staan dus niet alleen tegenover deze renovatieverplichtingen. "De alliantie heeft verschillende werkgroepen (WG’s). Die over regelgeving heeft ons in staat gesteld om aan een tijdschema te werken. We nemen ook deel aan die over de begeleiding van het aanbod om te weten te komen hoe we al deze professionals kunnen voorbereiden om deze uitdagingen aan te gaan. Deze renovatieverplichtingen moeten worden gezien als kansen voor bedrijven en het is onze taak om hen voor te bereiden," legt Laurent Schiltz uit. "Het Build Circular-project dat we gezamenlijk hebben gelanceerd, in 2020, met Construcity.Brussels, in samenwerking met Buildwise, maakt deel uit van deze dynamiek en is een zeer interessant instrument dat begeleiding en opleidingen biedt voor circulariteit. In vier jaar werking hebben meer dan 700 bedrijven zich aangesloten bij deze circulaire visie, die essentieel is om het Brusselse gebouwenbestand duurzaam te helpen renoveren. Hier vinden we de langetermijnvisie en samenhang tussen energierenovatie en circulariteit."
Financiële prikkels
Publieke financiële prikkels zijn ook essentieel om aan deze toekomstige verplichtingen te voldoen. Zoals je weet, zijn de renovatiepremies sinds 1 januari 2025 in het Brussels Hoofd-
stedelijk Gewest on hold gezet. "Op dit moment is er nog steeds geen Brusselse regering (n.v.d.r. interview afgenomen eind maart), maar we ontmoeten alle partijen om voorstellen te doen voor de heropstart van deze premies op lange termijn. We werken aan een complementariteit tussen de verschillende financiële instrumenten, niet alleen de premies. Het is ook noodzakelijk om het hefboomeffect te maximaliseren, dat wil zeggen de hoeveelheid werk per 1 euro overheidsgeld geïnvesteerd in deze financiële instrumenten. Bovendien is in Brussel 60% van de eigenaars een niet-bewoner, dus er zijn 60% huurders. We denken dan ook na over het concept "warme huur", dat een eigenaar in staat moet stellen om een directe return on investment bij energierenovatie te krijgen, terwijl er een voordeel blijft voor de huurder."
30.000 tot 35.000 werknemers
Volgens RENOLUTION zullen 90 miljard euro aan investeringen nodig zijn om de doelstellingen van 2050 te bereiken: 47 miljard voor het residentiële, 26 miljard voor het tertiaire en 16 miljard voor de publieke sector. "Naast al deze investeringsbehoeften zal het ook essentieel zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. De RENOLUTION-dynamiek heeft al bijgedragen aan het verhogen van de capaciteit van de sector van 30.000 naar 35.000 werknemers in de afgelopen vier jaar. Maar onze bedrijven lijden ook onder een tekort aan arbeidskrachten. We moeten blijven rekruteren en opleiden! We moeten ook de vraag in de tijd afvlakken zodat het aanbod kan volgen," zo gaat Laurent Schiltz verder. Die besluit met deze woorden: "Ik vraag de toekomstige regering om vooral niet te stoppen met RENOLUTION. Dat zou het werk van meerdere jaren tenietdoen. Laten we deze stabiliteit en samenhang behouden, zodat onze professionals vanuit een langdurig perspectief effectief kunnen werken aan de eerste deadlines voor de energierenovatieverplichtingen.
"
De BWLKEordonnantie kwam er in 2024, met de eerste verplichtingen tegen 2033, wat dus tijd geeft aan de particulieren en de sector om zich zowel kwalitatief als kwantitatief voor te bereiden. "
"Als we geen verplichtingen opleggen, zullen we de prijzen
fel zien stijgen zonder de EPB te verbeteren."
In België is het Waalse Gewest het enige gewest dat nog geen energierenovatieverplichtingen heeft opgelegd. Toch dringt Embuild Wallonie er al jaren op aan. Onze Waalse collega's hebben onlangs een voorstel over dit onderwerp, met drie denksporen en een tijdschema, naar het kabinet van de Waalse minister van Energie, Cécile Neven, gestuurd.
"Als we geen verplichtingen opleggen, zullen we de prijzen fel zien stijgen zonder de energieprestaties van gebouwen te verbeteren". Dit is het uitgangspunt voor Hugues Kempeneers, directeur-generaal van Embuild Wallonie. Hij wijst op twee belangrijke redenen om deze verplichtingen snel in te voeren. "De eerste is om te voldoen aan de doelstellingen van de Europese Unie, namelijk een EPB A-label voor alle gebouwen tegen 2050. Om dit te bereiken moeten we elk uur 20 woningen renoveren. De tweede is het belang om druk uit te oefenen om de prijs van energieverslindende woningen met een label F of G te verlagen. Ik zal het uitleggen. Als je een woning koopt voor 200.000 euro, maar je weet dat je binnen vijf jaar 30.000 euro moet investeren om het dak te renoveren, dan moet de instelprijs voor die woning zakken naar bijvoorbeeld 180.000 euro", legt Hugues Kempeneers uit.
Verkoper of koper?
De vraag rijst: wie moet verantwoordelijk zijn voor deze renovatieverplichtingen, de verkoper of de koper? Embuild Wallonie heeft drie denksporen onderzocht hiervoor, bij een eigendomsoverdracht, met de voor- en nadelen van elk denkspoor.
Voor de verkoper garanderen deze verplichtingen dat zijn onroerend goed voldoet aan een energielabel. De voordelen zijn onder
andere een verbeterde EPB, een vereenvoudiging voor de koper, gecentraliseerde en vereenvoudigde controle, de mogelijkheid om uitstaande schulden over te nemen of innovatieve financiering, en geoptimaliseerde kosten voor de verkoper. Aan de andere kant zijn er ook nadelen, waaronder een vertraging van de vastgoedtransacties, het risico van werkzaamheden van mindere kwaliteit, een gebrek aan keuze voor de koper, het ontbreken van verplichtingen voor andere criteria (veiligheid, gezondheid, elektriciteit/gas, enz.) en het risico voor banken in geval van slechte uitvoering.
De koper is, na de aankoop, verplicht om werkzaamheden uit te voeren om een bepaald label te behalen. De voordelen zijn onder andere: snellere renovaties, minder behoefte aan overheidsgeld, doordachte en duurzame investeringen, een multiplicatoreffect op andere werkzaamheden, gecombineerde financiering en de voordelen van een lager energieverbruik voor de koper. Wat de nadelen betreft, wees Embuild Wallonie op de noodzaak van strenge controles, het risico kopers te ontmoedigen met mogelijke financieringsproblemen en de verminderde aantrekkelijkheid van panden met een goede EPB. Wijziging van de registratierechten
Een ander denkspoor dat Hugues Kempeneers vaak noemt, is de wijziging van registratierechten. "Dit betekent dat de ener-
" Vanaf 1 januari 2028 moeten alle woningen bij eigendomsoverdracht (door verkoop, schenking of erfenis) binnen 5 jaar minimaal een EPB D-label behalen. "
gieprestaties van de woning het tarief van de registratierechten zouden moeten beïnvloeden. Bijvoorbeeld 21% voor een EPB G, 18% voor een EPB F... Een dergelijke maatregel zou de prijs van de woning in overeenstemming brengen met het EPB," benadrukt de directeur-generaal van Embuild Wallonie. "We hadden deze maatregel al voorgesteld, maar helaas werd hij niet opgenomen in de Gewestelijke Beleidsverklaring.”
Tijdschema
Naast deze denksporen heeft Embuild Wallonie ook een voorstel voor een tijdschema gestuurd voor de invoering van de eerste renovatieverplichtingen in het Waalse Gewest. Vanaf 1 januari 2028 moeten alle woningen bij eigendomsoverdracht (door verkoop, schenking of erfenis) binnen 5 jaar minimaal een EPB D-label behalen. Vanaf 1 januari 2035 minimaal een EPB C-label. Vanaf 1 januari 2040 minstens een EPB B-label en vanaf 1 januari 2045 een EPB A-label. Onze Waalse federatie stelt ook voor dat woningen in medeeigendom hun daken uiterlijk tegen eind 2032 geïsoleerd moeten hebben. "Om deze timing uit te voeren , is het belangrijk dat de bevoegde autoriteiten een aanpak hanteren waar-
over overlegd is met de sector en die samen met sector continu bijgestuurd wordt, en dat deze in overeenstemming is met de hervorming van de financiële steun. We moeten prioriteit geven aan de renovatie van energieverslindende woningen en een grondige analyse maken van de ecologische en sociale gevolgen en van de aanvullende maatregelen die moeten worden overwogen", legt Hugues Kempeneers uit.
Een ander belangrijk punt is de ondersteuning van huishoudens. "We moeten hen gepersonaliseerde technische ondersteuning bieden. De verplichtingen moeten houdbaar zijn en gepaard gaan met een financieringsmechanisme, vooral als we weten dat 25% van de Waalse huishoudens met een eigen woning moet rondkomen met minder dan 2.000 euro per maand. Deze huishoudens zullen premies en belastingvoordelen nodig hebben om hen te helpen renoveren. Tot slot moeten we de volgende boodschap overbrengen: “Je vastgoed renoveren is een investering, want door van een EPB G naar een EPB A te gaan, stijgt de waarde van een woning met 72.000 euro," besluit de directeur-generaal van Embuild Wallonie.
“Het afdwingen van energierenovatie kan onze regio en haar burgers verrijken"
Het Waalse bedrijf Reno.energy is gespecialiseerd in energiebeheer in woningen (isolatie, ramen en beglazing, verwarming en airconditioning, daken en gevels, fotovoltaïsche panelen, elektrische mobiliteit, batterijen, vocht en ventilatie). CLÉMENT HANNEQUART, de bestuurder van het bedrijf, heeft dus een scherp oordeel over deze renovatieverplichting die nog niet is gerealiseerd in Wallonië. "Een verplichting wordt vaak gezien als betuttelend, maar achter dit potentiële 'slechte nieuws' schuilt een richtingaanwijzer naar verstandige acties en je vindt erachter eerder een verstandig advies dan een belemmering voor de aankoop. Ze verhoogt de koopkracht en het vermogen van de kopers. Ik denk dat ze bij de koper moet worden gelegd omdat het hem dwingt meer alert te zijn op de potentiële verborgen kosten van een huis", geeft hij aan.
"Veel mensen denken nog steeds dat energierenovatie geld kost, terwijl
het een rendabele investering is, zowel op korte als lange termijn, en het verhoogt het thermisch en akoestisch comfort. Deze renovatieverplichting kan een manier zijn om de burger bewust te maken en hem de ogen te openen voor deze rentabiliteit. Volgens mij is het beste hulpmiddel in deze energietransitie in Wallonië de renteloze lening van de Waalse Maatschappij voor Sociaal Krediet. Met deze regeling heeft meer dan 2/3de van de werken een positief effect vanaf het eerste jaar, afhankelijk van de complexiteit van het werk en de gewenste afwerkingsgraad. Het te ontlenen bedrag van deze renteloze lening van 60.000 euro zou moeten worden opgetrokken tot 100.000 euro om te voldoen aan de behoefte aan verbetering van energieverslindende woningen."
Clément Hannequart schetst een voorbeeld met deze investering van 100.000 euro. "Als je een huis koopt voor 320.000 euro en geen enkele in-
"Veel werk te doen om particulieren aan te moedigen renovatiewerkzaamheden te starten."
JÉRÔME WEEMAELS is zaakvoerder van het Brusselse bouwbedrijf Soweco, gespecialiseerd in de renovatie van bestaande woningen. Ons lid is volledig betrokken bij het project Build Circular en volgt daarom met aandacht de timing voor de renovatieverplichtingen in Brussel. "Ik vind dat het opleggen van een EPB voor alle gebouwen vanaf 2030 te laat is. Dit zou vijf jaar eerder moeten worden opgelegd. Wat betreft de deadline van 2033 en de verplichting van een EPB E voor alle woningen, heb ik niet veel opmerkingen. Laten we zeggen dat het de bouwsector en de particulieren de tijd geeft om zich voor te bereiden", geeft hij aan.
Maar in zijn dagelijkse werk merkt hij juist dat burgers niet erg op de hoogte zijn van al deze toekomstige verplichtingen. "De meeste van mijn klanten kennen deze deadlines niet. Ze renoveren hun eigendom omdat het in zeer slechte staat is met een zeer slecht EPB-peil en merken dat het hen enorm veel geld kost. Eigenaars met een gemiddeld EPB-peil geven de voorkeur aan wachten en uitstellen. Ik denk dus dat er veel werk te doen is om particulieren aan te moedigen renovatiewerkzaamheden te starten, vooral gezien de hoge kosten. Wij, aannemers, worden begeleid in projecten zoals Build Circular, maar de burgers niet genoeg. En we kunnen hier
vestering doet, zal het misschien niet veel in waarde zijn gestegen over 25 jaar. Maar als je direct 100.000 euro investeert, zal het huis met een inflatie van 2 % per jaar over 25 jaar 160.000 euro meer waard zijn, het zal in waarde zijn gestegen en je zult 80.000 euro hebben bespaard. Maak de berekening! Als je eigenaar wordt van de stenen, wordt dan ook eigenaar van de energie van het huis. Met andere woorden, als je niet investeert, verliezen onze gebouwen niet alleen aan waarde, maar wordt onze koopkracht ook aangetast door steeds hogere energierekeningen."
En hij besluit. "Energierenovatie is een win-win-win-strategie. Het verhoogt de waarde van panden, vermindert de energiekosten en verbetert het comfort van de bewoners. Het afdwingen van energierenovatie kan onze regio en haar burgers op lange termijn verrijken."
niet veel aan doen", benadrukt hij. Jérôme Weemaels spreekt dus over het aanmoedigen van renovatie. "In dit verband vind ik het idee van de 'warme huur' zeer interessant. Zowel de eigenaar als de huurder winnen erbij. Het is een win-win en ik hoop dat Embuild. Brussels erin slaagt dit verkocht te krijgen bij de volgende Brusselse regering. Evenals de snelle heropstart van de premies die veel huishoudens heeft belemmerd om een renovatieproject te starten."
Volgens JEROEN JACQUEMAIN, bestuurder van Janco, een bedrijf uit Schoten dat zich meer in het bijzonder toelegt op de uitvoering van renovatiewerken, nemen klanten op het vlak van woningrenovaties momenteel een afwachtende houding aan. Hij wijt deze aarzeling vooral aan het te sterk wisselend overheidsbeleid.
Jeroen Jacquemain: “De renovatieplicht moest eerst binnen de vijf jaar worden uitgevoerd. Maar de nieuwe Vlaamse regering wil die termijn nu verlengen tot zes jaar. Hoe zal die verplichting er dan binnen een paar jaar uitzien? Bovendien is de nieuwe regering van plan om haar energiepremies opnieuw grondig te wijzigen.
Door een gebrek aan langetermijnvisie gaan klanten met het beleid steeds minder rekening houden. Klanten
" Door een gebrek aan langetermijnvisie gaan klanten met het beleid steeds minder rekening houden. "
verbinden zich op energetisch vlak dan ook tot het strikte minimum. Het voornaamste motief voor een renovatie is nog altijd de verhoging van hun comfort en de modernisering van hun woning, onder meer met de installatie van een nieuwe keuken of badkamer.
Ook op zuiver energetisch vlak spelen de onzekerheden van het beleid en van de markt ons parten. Hoe zullen de prijzen voor de elektriciteit en zal het overheidsbeslag op deze prijzen de komende jaren evolueren? Onze klanten zijn voorzichtig en gaan voor hun renovatie dan toch teruggrijpen naar een gasinstallatie in plaats van een warmtepomp te laten installeren.
Bij een renovatie met een stedenbouwkundige vergunning spelen vooral de isolatie- en de ventilatieverplichtingen een rol. Maar ook dan kan de regelgeving roet in het eten gooien.
VEILIG BOUWEN: EERST DENKEN, EN DAN DOEN!
Een klant van mij heeft bijvoorbeeld voor een binnenisolatie moeten kiezen omdat de gevel van zijn woning beschermd was.
Bovendien gelden bij vergunningsplichtige werken nog andere verplichtingen, onder meer voor de opvang van regenwater. Er moet dan een regenwaterput bijkomen, of een groendak, of een wadi. Dat jaagt mijn klanten op kosten. Hier zou ik zelfs durven spreken van overreglementering die haar doel voorbijschiet. Want sommige klanten kiezen er dan voor om geen vergunnings- en enkel nog meldingsplichtige werken te laten uitvoeren. Ons bedrijf is jarenlang op de renovatiemarkt kunnen groeien maar stevenen momenteel af op hoogstens een stabilisering van de opdrachten.”
150-tal ondertekenaars voor charter bio-circulair bouwen
Buildwise en Embuild hebben hun schouders gezet onder het project bio-circulair bouwen. Op 21 maart vond op de biodiverse en innovatieve site Labiomista te Genk het lanceringsevenement plaats met al wie het het charter bio-circulair bouwen wou ondertekenen. Uiteindelijk hebben een 150-tal bedrijven en organisaties dit engagement aangegaan waarvan er een 100-tal op het evenement zelf zijn komen opdagen.
Door dit charter te onderschrijven engageren de ondertekenaars zich ertoe om maximaal bij te dragen tot vier doelstellingen en mee te werken aan vijf werkpaden. De concrete doelstellingen werden als volgt geformuleerd.
Volwassen bioeconomische keten
Tegen 2030 moet een volwassen bio-economische keten tot stand zijn gekomen en zijn bio-circulaire bouwmaterialen mainstream geworden. 20% van de materiaalkeuzes in nieuwbouwprojecten en aanbestedingen moeten tegen dan bio-circulair zijn. De structuurelementen en/of hoofdisolatiematerialen zijn tegen 2030 bio-circulair bij 1 op 5 nieuwbouwprojecten en renovaties worden met hoofdzakelijk bio-circulaire materialen uitgevoerd. Tegen 2050 zijn, waar het technisch mogelijk is, bio-circulaire bouwmaterialen de norm.
Tegelijk heeft de basistekst van het charter ook oog voor de bouwtechnische duurzaamheid van bio-circulaire materialen. Zij moeten beschikken over de nodige certificeringen zodat er geen beperkingen meer zijn voor hun toepassing. Bovendien moeten bio-circulaire bouwmaterialen en -methodes integraal deel uitmaken van alle bouwopleidingen. Nog een doelstelling tegen 2030 bestaat erin dat de lokale landbouw een aantrekkelijk rendement uit het telen van gewassen voor de bouwsector haalt
en aan de stijgende vraag vanuit de bouwsector kan voldoen. Tenslotte stellen de ondertekenaars zich tot doel om tegen 2030 zicht te hebben op hun CO2-equivalent-uitstoot en beschikken zij over een stappenplan om die uitstoot terug te dringen.
Kennis bundelen en informatiekloof
dichten
Om de vooropgestelde ambities te realiseren, onderscheidt het charter bio-circulair bouwen vijf werkpaden. Een eerste werkpad bestaat erin bestaande kennis te bundelen en deze gebruiksvriendelijk te maken. Rond bio-circulair bouwen loopt al veel onderzoek maar het onderzoek is vaak versnipperd en niet altijd éénduidig.
Een tweede werkpad betreft het dichten van de informatiekloof tussen bio-circulaire en klassieke materialen. Momenteel is het vaak te moeilijk of zelfs onmogelijk om voor bepaalde bio-circulaire materialen te kiezen, omdat essentiële data of certificaten ontbreken waar dit bijvoorbeeld gevraagd wordt in een bestek.
Regelgeving en draagvlak
Een derde werkpad heeft te maken met het te voeren beleid. Regelgeving, subsidiemechanismen en gunnings- of selectiecriteria bij aanbestedingen zijn hierbij de meest voor de hand liggende instrumenten. Maar regelgeving volstaat niet. Daarnaast moet een draagvlak tot stand komen door te communiceren en
te enthousiasmeren. Opdrachtgevers, ontwerpers en studiebureaus, producenten en verdelers, onderzoeks- en onderwijsinstellingen zullen het belang van bio-circulair bouwen moeten helpen uitdragen.
Tenslotte zal de keten blijvend moeten inzetten op innovatie zoals onder meer onderzoek naar nieuwe types van gewassen en oogsttechnieken en het verbeteren van bindmiddelen, additieven, composieten en installatiemethoden waarmee aanzienlijke reducties in CO₂-uitstoot en milieu-impact worden bereikt.
Meer prijzenstabiliteit
Op het lanceringsevent op 21 maart sprak Caroline Deiteren, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, over de nood aan meer stabiliteit met de prijzen van bouwmaterialen. Dat kunnen wij bereiken door ze zelf te kweken. Bio-circulair bouwen biedt nog een ander voordeel: de bouw kan daardoor CO2 capteren in plaats van CO2 uit te stoten. Maar daarvoor moeten wij wel tot een volwaardig ecosysteem van producenten en verwerkers komen. Opschaling is daartoe essentieel: niet alleen meer productie maar ook meer afname.
Jan Desmyter, directeur Stakeholder Relations van Buildwise, legde uit dat Buildwise nu meer beroepsoverschrijdend en multidisciplinair werkt en in co-creatie met stakeholders, onder meer voor haar nieuw strategisch plan. Het gebruik van materialen is in constante
beweging. De meerwaarde van Buildwise bestaat er dan vooral in om naast de milieu- ook de bouwtechnische kwaliteiten van materialen te onderzoeken, zoals hun weerstand tegen zon, regen en wind. Over circulair bouwen heeft Buildwise trouwens al een aantal technische nota’s en innovation papers gepubliceerd. Wat haar rol als katalystor van kennisdeling bevestigt.
Samenwerken met landbouw
Elena Doms, CEO van +Earth+, ging dieper in op bio-circulaire materialen die tegelijk de bodem niet uitputten. Op die manier zal er ruimte zijn voor voedsel- én voor materialenproductie: “Wij hebben nood aan holistische oplossingen en moeten dus werk maken van een kruisbestuiving tussen bouw en landbouw. De natuur is circulair. Dat model moeten wij verder volgen.”
Lode Ceyssens, voorzitter van de Boerenbond, vermeldde een extra F voor de landbouw: naast food, fun (hoevetoerisme) en fuel (hernieuwbare bio-energie) nu ook fiber. “De bio-economie is belangrijk omdat wij daardoor minder afhankelijk worden van niet-hernieuwbare producten. Bovendien bieden vezelgewassen als extra voordeel dat zij de bodem opnieuw verrijken”.
Aandacht voor juiste toepassing
In het daaropvolgende panelgesprek vroeg Roel Coose van Eltherm, een iso-
latiebedrijf dat zich meer en meer toelegt op ecologisch isoleren, aandacht voor de juiste toepassing van bio-circulaire materialen: werk aan de winkel voor voorschrijvers en ontwerpers. Axel Segers van Exie, producent van kalkhennepisolatie, drong aan op een sneller certificatieproces voor die producten.
Dirk Thijs van ontwikkelaar en bouwer van circulaire bouwconcepten O3 Shift verwees naar Nederland waar wooncorporaties en institutionele beleggers op het vlak van circulair bouwen meer dan in Vlaanderen een trekkende rol vervullen. Inge Neve, CEO van VITO, stelde dat samenwerking op basis van testen en de uitwisseling van resultaten essentieel is voor een bio-ecologische doorbraak.
Stap-voor-stap aanpak
Joris Relaes, administrateur-gene-
raal van ILVO (Instituut voor Landbouw Visserij en Voedingsonderzoek), pleitte voor een stap-voor-stap benadering bij de uitbouw van de bio-circulaire waardeketen. “Het heeft geen zin blindweg bepaalde gewassen te telen als daar onvoldoende verwerkingscapaciteit tegenover staat. Want dan zullen de prijzen instorten. Het is dus belangrijk om met de diverse betrokken spelers afspraken op lange termijn te maken.”
Daarna moedigde Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving en Landbouw, de deelnemers aan om vast te houden aan hun duurzaamheidsagenda, in evenwicht met het welvaartsidee, ondanks de tegengestelde wind die nu vanuit de VS waait maar die tegelijk Europa erop wijst dat zij zelf meer voor haar eigen veiligheid, voeding en grondstoffen zal moeten zorgen.
Michel Vanderstraeten van VDS ondertekent het charter
Groepsfoto met de ondertekenaars van het charter
Paneldebat met v.l.n.r. Roel Coose, Axel Segers, Dirk Thijs, Inge Neven en Joris Relaes
Ontdek kort en krachtig de kracht van AI in de bouw
Voortaan kan je in alle provinciale Embuilds in Vlaanderen met een masterclass van een dag en een aansluitend webinar van drie uur de kracht van AI ontdekken in het kader van het opleidingsproject Bouwrevolutie, AI in de bouw. In kleinere groepen tot maximaal 15 deelnemers kan je dan op een interactieve manier te weten komen hoe je AI strategisch kan inzetten in jouw bedrijf om er een competitief voordeel uit te halen.
Dat eenzelfde opleidingsproject in elk van de provinciale Embuilds in Vlaanderen plaatsvindt, is een primeur. Caroline Baert van Embuild Antwerpen en Sanne Van Gestel, intussen zaakvoerder van het communicatiebureau Perspectief, zijn de initiatiefnemers. Caroline Baert: “We waren eerst van plan om AI (Artificiële Intelligentie) aan bod te laten komen in het BRICS-programma. Maar toen kwam de subsidie-oproep van het VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) voor opleidingen rond generatieve AI. In het kader van die subsidie-oproep kwam het erop aan tot een zo groot mogelijk bereik te komen. Wij hebben er dan voor geopteerd voor onze AI-opleiding samen te werken met de 4 andere provinciale Embuilds in Vlaanderen. Alle vier zagen de win-winsituatie van die
samenwerking in. Wij zijn voor ons project ook tot eerlijke gezamenlijke afspraken gekomen en hebben hierover een open feedbackcultuur tot stand gebracht. Uiteindelijk heeft VLAIO 5 van de 17 ingediende dossiers goedgekeurd, waaronder ook ons dossier.”
Sanne Van Gestel: “VLAIO was vooral gecharmeerd door ons idee om tot een duurzame integratie van AI in de bouwbedrijven te komen. Leer mij AI is niet het doel van onze masterclass. De focus ligt niet op het leren omgaan met specifieke AI-tools. Het doel is wel: in welke mate kan AI optimaal aan de behoeften van mijn bedrijf beantwoorden.”
Docent Pieter De Buysser beaamt dit volmondig. Hij is zelf computerwetenschapper van vorming maar werkt nu al tien jaar aan de vertaalslag van innovatieve technologie voor zowel grote als kleine organisaties. Intussen heeft hij het bedrijf NXTGN opgericht dat zich vooral toespitst op de structurele meerwaarde die AI voor een bedrijf kan bieden.
De klemtoon van de opleiding op strategische AI-keuzes heeft ook gevolgen voor wie deze opleiding best volgt. Pieter De Buysser: “We richten ons vooral tot de beslissingsnemers: de zaakvoerders zelf of hun rechterhand die op het vlak van AI en strategie beslissingen kan nemen. Het moeten niet noodzakelijk mensen met een uitgesproken IT-kennis zijn. We willen vooral deelnemers die de business van hun bedrijf goed kennen en weet hebben van het kader waarbinnen AI in het bedrijf verder kan worden ontwikkeld.”
De opleidingen die reeds hebben plaatsgehad, waren allemaal volzet en de deelnemers waren enthousiast: “De sterkte van deze opleiding is de tweeledigheid in de aanpak. Enerzijds krijg je de algemene omkadering van wat AI vandaag betekent en anderzijds de gerichte
Docent Pieter De Buysser
SECTOR & BEROEPEN
toepassingen binnen de bouwsector.” Of nog: “Dankzij deze cursus zijn er inzichten bijgekomen over hoe wij op een gestructureerde manier met AI kunnen omgaan. Dat neem ik zeker mee naar de toekomst om er verder mee vooruit te geraken.”
Opbouw van het programma
De opleiding start dus met een masterclass van één dag. Die bestaat uit de volgende onderdelen:
● Introductie in de generatieve AI
We bespreken wat generatieve AI is. De focus ligt niet op technische elementen maar vooral op functionele en strategische aspecten zoals de diverse mogelijkheden en de meerwaarde die deze technologie biedt.
● Impact van generatieve AI op de bouwsector
We passen de capabilities van generatieve AI toe op de bouwsector. We starten vanuit een algemeen beeld van de opportuniteitsdomeinen en duiden vervolgens aan hoe generatieve AI juist een oplossing kan bieden voor elk van de huidige uitdagingen in de bouw.
● Generatieve AI transformatie
We bespreken de verschillende elementen van een generatieve AI-transformatie, met aandacht voor governance, talent, change en communicatie.
● Strategieontwikkeling
We zoomen dieper in op de verschillende stappen die bouwbedrijven moeten nemen bij het opmaken van een effectieve generatieve AI strategie. We gebruiken hierbij een 5-stappenplan en geven mee hoe de deelnemers elk van de 5 stappen kunnen aanpakken.
● Exploratieworkshop generatieve AI in jouw bouwbedrijf
We verdelen de groep in kleinere groepen en passen de besproken elementen toe op elk individueel bouwbedrijf. Concreet doorlopen we hier de vijf stappen in strategieontwikkeling aan een versneld tempo. De bedoeling is dat de deelnemers een duidelijker beeld hebben van de mogelijkheden van generatieve AI relevant voor hun bedrijf maar ook de methodologie begrijpen om AI in hun eigen bedrijf met collega’s toe te passen.
• Valkuilen, risico’s en volgende stappen Tot slot bespreken we met de groep hoe ze de opgedane kennis kunnen verderzetten in hun eigen bouwbedrijf. Hierbij besteden we ook aandacht aan de risico’s van generatieve AI, uitdagingen in duurzaamheid en typische valkuilen voor bouwbedrijven bij de implementatie.
Voor het jaar 2025 is op de volgende data en plaatsen een masterclass gepland: op 8 mei in de provincie Antwerpen, op 22 mei in Oost-Vlaanderen, op 27 mei in Limburg, op 12 juni in West-Vlaanderen, op 24 juni in Vlaams-Brabant, op 16 september in Oost-Vlaanderen, op 25 september in Vlaams-Brabant, op 30 september in Limburg, op 7 oktober in de provincie Antwerpen, op 14 oktober in West-Vlaanderen, op 4 november in Oost-Vlaanderen, op 20 november in Vlaams-Brabant, op 25 november in West-Vlaanderen, op 2 december in de provincie Antwerpen en op 9 december in Limburg.
Inhoud van het webinar
Na de masterclass volgt een webinar waarbij Eline Vorlat en Sara Mannaerts van Schoups Advocaten de juridische en ethische aspecten van generatieve AI belichten. Tevens bespreken zij de concrete verplichtingen van ondernemingen. In dit webinar vertrekken zij van het proces van implementatie van een generatieve AI-systeem door een onderneming en bekijken zij stap per stap wat de juridische aandachtspunten zijn op het vlak van contractvorming, de te maken afspraken, de verplichtingen onder de AI-Act, de samenstelling van de datasets en de aansprakelijkheden. De focus zal vooral liggen op de regels rond privacy, intellectuele eigendom en de Europese AI-verordening.
Deze opleiding kwam tot stand in samenwerking met Cevora. De deelname kost 150 euro maar is via Cevora gratis voor deelnemers die lid zijn van PC200. Aangezien de opleiding reeds gesubsidieerd wordt door VLAIO, komt zij niet in aanmerking voor een tussenkomst via de kmo-portefeuille.
Meer info? www.bouwrevolutie.be
Efficiënter bouwen met lean: een praktische aanpak voor bouwgerelateerde kleine en middelgrote bedrijven
De Vlaamse bouwsector staat onder druk. Stijgende kosten, toenemende concurrentie en hoge klantverwachtingen maken het steeds moeilijker om efficiënt te werken. Vooral kmo’s hebben vaak beperkte middelen en expertise om hun interne processen te optimaliseren en beter samen te werken in de bouwketen. Dit leidt tot inefficiënties, faalkosten en vertragingen.
Om dit aan te pakken, richt het project BOUWFORCE zich op de implementatie van lean principes in bouw-kmo’s. Met een gestructureerde aanpak en een praktische lean toolbox helpen we bedrijven om slimmer te werken en kosten te besparen.
Wat houdt het project in?
Samen met Buildwise, PXL en Bouwunie ambieert BOUWFORCE twee belangrijke doelstellingen:
1. Een lean toolbox ontwikkelen. Het gaat om een praktische set van minimaal 5 bewezen lean-methodieken. De toolbox richt zich op vijf veelvoorkomende uitdagingen/bedrijfscases in de werkvoorbereiding- en uitvoeringsfase (bijvoorbeeld planning van de werven, optimalisatie van de logistiek naar en op de werf, balans tussen flexibiliteit en snelheid & kwaliteit, enz.)
2. De toolbox implementeren in bouwgerelateerde kleine bedrijven. Dat gebeurt via demonstraties, workshops, templates en leermodules specifiek gericht op aannemers, onderaannemers en toeleveranciers van materialen, software en logistieke diensten.
Hoe pakken ons team dat aan?
Het project verloopt in vijf fasen:
1. Procesanalyse en verbeterpunten in kaart brengen – Waar zitten de grootste knelpunten? Wat zijn de bronoorzaken? Welke lean-tools kunnen helpen?
2. Testen en valideren van lean tools –
We selecteren 5 bedrijfscases zoals bijvoorbeeld de optimalisatie van de werflogistiek. Per bedrijfscase maken we een groepje van bedrijven (minstens 3) die de lean tools zullen toepassen op hun bouwprojecten. We gaan dus 1 lean tool uittesten op meerdere bedrijven.
3. Opstellen van een bruikbare set van lean oplossingen: de lean toolbox –Bundeling van best practices in een gebruiksvriendelijke set met beslissingsmatrix, draaiboeken en leermodules
4. Kennisdeling – Via events, workshops, demo’s en opleidingen
5. Projectcoördinatie en opvolging –Voor een vlotte organisatie en langetermijnsucces.
Wat levert het op?
Naast inzicht in elkaars processen (zowel intern als extern), voldoende informatie-uitwisseling en een snellere besluitvorming lagere faalkosten door minder verspillingen en een verhoogde kwaliteit, een snellere uitvoering door
DOMEIN VOORDELEN
Economisch
het wegwerken van inefficiënties en misverstanden, een betere werkplekorganisatie door betere materiaalstromen en voorraadbeheer, een groeiend vertrouwen tussen bouwpartners en een betere voeling met projectdoelen en voortgang. Het project sluit perfect aan bij de trends in de bouwsector: digitalisering, ketensamenwerking en procesoptimalisatie. De verwachte impact is aanzienlijk.
Wil je met je bouwbedrijf efficiënter werken en kosten besparen? Dan is dit project een unieke kans om de stap naar lean te zetten!
BOUWFORCE is een COOCK-project met de steun van VLAIO. Om meer te weten over dit project, contacteer projectcoördinator freija.jongbloet@ embuild.be of scan
Besparing van 72,1 miljoen euro door minder faalkosten.
Sociaal Betere werkomstandigheden en meer werkplezier.
Milieu Minder afval en CO2 -uitstoot door slimmere logistiek. Maatschappelijk Efficiëntere bouwprocessen maken betaalbaar wonen haalbaarder.
SECTOR &
Hoe op de wijkrenovatiekoers racen in plaats van surplacen?
De uitvoering van wijkrenovaties was een van de hoofdthema’s van het 16de energiecongres van Embuild Vlaanderen. Al op de plenaire zitting stelde ir. arch. Joachim Declerck, directeur van de Architecture Workroom Brussels vzw, de cruciale vraag: hoe lang gaan wij op dat vlak nog surplacen en vanaf wanneer en hoe gaan wij op wijkniveau beginnen te racen?
In een wijk hebben bewoners zeer diverse woonwensen. Enkelingen hebben hun woning al grondig energetisch gerenoveerd. Waarom dan nog aan een collectief project deelnemen? Anderen zijn tevreden met een paar verwarmde kamers. Waarom dan nog renoveren? Nog anderen kunnen een renovatie helemaal niet betalen of wachten daar liever mee tot later, wanneer zij meer verdienen. Een huisper-huis transitie stoot dus duidelijk op haar grenzen.
Een warmtenet aanleggen en een collectief renovatieprogramma opzetten: is dat dan de oplossing om tot een fossielvrije wijk te komen? Een buurtgerichte aanpak maakt intussen op diverse locaties effectief opgang. Kunnen we dan een golf van realisaties verwachten? Volgens Joachim Declerck niet omdat de lopende experimenten vooralsnog uitzonderlijke projecten zijn en niet de reguliere lokale praktijk vormen, omdat het Vlaamse kader vandaag geen ruimte of stimulansen voor een geïntegreerde buurtaanpak biedt en omdat lokale bestuurders geen wijkgerichte aanpak willen zolang dit kader ontbreekt.
Uit de impasse breken
“Om uit de impasse te breken moeten we aanvaarden dat niemand dit solo met een paar beslissingen geregeld krijgt. Daarnaast moeten wij de verschillende knoppen en hun mogelijke interactie in beeld brengen en de lokale en bovenlokale krachten bundelen. Wij moeten al doende leren in verschillende wijken en van daaruit een totaalaanpak ontwerpen”, aldus nog Joachim Declerck. Hij stelt voor dat de lokale besturen
met de meest mature projecten met de Vlaamse overheid een partnerschap aangaan. Tot 2028 lopen ze samen een tweeledig traject: lokale ontwikkeling gaat dan hand in hand met interlokaal en bovenlokaal leren en bijsturen met als doel alvast de dringendste barrières voor uitvoering weg te nemen. Op die manier kan de schop in 2028 in de grond voor de eerste fossielvrije warmtesystemen in 10 bestaande wijken. Met een aangepast kader moet het dan mogelijk worden uiteindelijk 90 wijken te ondersteunen.
Concreet starten
In de namiddagsessie herhaalde Elise Steyaert van VITO het belang om op het vlak van wijkrenovatie concrete projecten op te starten: “Om tot fossielvrije wijken te komen moet je niet alleen aan een warmtenet denken maar bijvoorbeeld ook aan de aanleg van een beoveld en de inschakeling van gekoppelde warmtepompen.”
Eva De Meyst en Roeland Keersmaekers van de stad Gent spraken over de wijk Muide-Meulestede als koploper in de klimaataanpak. Zij hebben in die wijk al diverse koppelkansen geïnventariseerd, zoals de installatie van een warmtebron onder een voetbalveld of van hernieuwbare energie op grote daken van de loodsen. Zij denken nu meer aan clusters van kleinschalige collectieve warmtenetten dan aan één enkel grootschalig warmtenet.
Sociale woonwijken als voorloper
William Nelissen, expert in patrimoniuminnovatie bij de sociale huis-
vestingsmaatschappij Wonen in Limburg die 24.000 woongelegenheden beheert, kwam voor dit patrimonium tot een renovatienood van 2,2 miljard euro tot 2050: ideaal om daarop collectieve renovatieprojecten op te zetten zoals het Social Holistic Retrofit-project. Ighor van de Vyvere die voor Mechelen Klimaatneutraal werkt, legde uit dat in de wijk Nekkerspoel dankzij extra promotie voor 27 gezinnen energetische woonrenovaties werden uitgevoerd. De stad deed daarbij een beroep op een wijkrenovatie-aannemer.
Sven Van Elst, algemeen directeur van Aster, een vennootschap die werd opgericht om de woonmaatschappijen te ondersteunen bij het verduurzamen van de sociale woningen, eindigde met een positieve nood. Aster heeft op twee jaar tijd al meer dan 100.000 zonnepanelen geplaatst.
Ir. arch. Joachim Declerck op het 16de energiecongres
Connectie cruciaal voor succes van bouwbedrijven
Data worden in de bouw almaar belangrijker. Maar nog belangrijker is dat al wie bij een bouwproject verbonden is, over die data kan beschikken. Trimble is het platform dat de idee van een verbonden bouw (‘connected construction’) faciliteert en voor verbonden werkprocessen (‘workflows’) zorgt. En het zijn juist verbonden workflows die de groei en het rendement in een bouwbedrijf stimuleren.
Embuild had hierover een gesprek met Ruud Kats. Hij is nu senior director sales bij Trimble Construction Nordics en Benelux en werkte daarvoor voor de Nederlandse in ontwerpsoftware voor installaties gespecialiseerde firma Stabiplan dat in 2018 door het Amerikaanse IT-bedrijf Trimble werd overgenomen. Hoewel Trimble een Amerikaanse firma is, werkt het met decentrale aanspreekpunten, waardoor klanten niet vanuit de VS worden bediend.
Naar een volledig open platform
Ruud Kats: “Wij schermen onze gegevens niet af maar zijn integendeel geevolueerd naar een ecosysteem met een volledig open platform. Want het succes van een onderneming hangt grotendeels af van de connectie tussen mensen, processen en technologie. En om die connectie tot stand te brengen heeft Trimble het Trimble Connect Eco Systeem ontwikkeld.
Trimble stelt zich precies tot doel om de interconnecties op het werk te versterken. Dat bouwbedrijven meestal
met budget- en termijnoverschrijdingen kampen, zo vaak tegen kwaliteitsproblemen aanlopen en gemiddeld een rendement van amper 4% halen, heeft te maken met de fragmentering van de werkprocessen en de toeleveringsketen. Trimble verbindt het (virtueel) ontwerp en het document-, project- én werfmanagement.
De data kunnen zowel uit 2D- als uit 3D-bronnen komen. Het bouwbedrijf kan daarbij zijn eigen ERP-systeem behouden. Trimble connecteert daarmee via API’s (Application Programming Interfaces). Trimble stelt bouwbedrijven aldus in staat om efficiënter te werken, meer kwaliteit te leveren, minder fouten te maken en uiteindelijk een hoger rendement te bereiken.
Connecteren met medewerkers
Bij de investeringskeuzes die de bouwmanagers maken, staan zij vaak te weinig stil bij de uitvoering van die keuzes door hun bedienden en arbeiders. Trimble zorgt ervoor dat al de medewerkers van een bedrijf tools krijgen die hen met elkaar verbinden. Een van de doelstellingen van Trimble is precies om het kantoor te verbinden met de werf en vice versa.”
Trimble biedt diverse instrumenten aan waarvan bouwbedrijven gebruik kunnen maken. Trimble Connect is dus het samenwerkingsinstrument bij uitstek dat de juiste personen op het juiste ogenblik met de juiste bouwdata verbindt. De tool Viewpoint Field View maakt het mogelijk om eenvoudig gegevens vanuit de bouwplaats vast te leggen en te rapporteren naar het kantoor. Trimble Reality Capture stelt gebruikers in staat om een groot aantal gegevens in puntenwolken of 360° beelden op te slaan en te delen.
Bedrijfsleiders getuigen
Op een recent evenement van Trimble getuigden Sophie D’Hulst en Steven Maeyaert, CEO’s van respectievelijk dhulst’ en Furnibo. Sophie D’Hulst sprak over uitdagingen zoals de nood aan efficiënte communicatie in de offertefase met externe partijen en het behoud van die informatie naar de uitvoering toe, het kunnen beschikbaar stellen van 3D-plannen aan de meestergasten en het delen van opmerkingen tijdens de uitvoering en de vereenvoudiging van de opmaak van het as-built-dossier. Trimble moet hierop het gepaste antwoord kunnen bieden. Steven Maeyaert beklemtoonde het belang om de beschikbare data goed te gebruiken bij de uitvoering. Trimble Connect helpt het bedrijf daarbij. In plaats van een meervoud van plannen werkt het bedrijf nu met één enkel plan dat al die eerdere plannen integreert. Trimble Viewpoint Field View is intussen in de plaats gekomen van een massa mails en visueel materiaal van diverse oorsprong voorheen. Nu reeds realiseert Furnibo elk jaar een hogere omzet per FTE dankzij de digitale voorbereiding van de werken.
Naast account manager Martin Faure en customer success manager Wesley Bish van Trimble getuigen Sophie D'Hulst en Steven Maeyaert
Renovatie: wanneer de details de toon zetten!
In een context van steeds toenemende milieudruk is de energetische renovatie van gebouwen een grote uitdaging geworden. Om hun prestaties en duurzaamheid te waarborgen, moet er hierbij voldoende aandacht besteed worden aan de bouwdetails. Het thematische Buildwise Magazine 2025/01 kan de aannemer bij deze denkoefening helpen: aan de hand van checklists en praktisch advies wordt hierin immers aangegeven hoe deze laatste zijn renovatieprojecten kan optimaliseren, de coördinatie met de andere betrokken partijen kan verbeteren en zijn klanten kan begeleiden naar optimale oplossingen.
Gebouwen moeten vandaag de dag alsmaar hogere energieprestaties behalen: onder impuls van de EPB-richtlijn van april 2024 streven de gewestelijke overheden er immers naar om het gebouwenpark tegen 2050 bijna-energieneutraal te maken en dit, zowel voor nieuwbouw als voor bestaande gebouwen. Dit is een ambitieuze opgave voor bouwbedrijven, die moeten inspelen op de behoeften van de markt.
Toekomstige projecten zullen dus aan strenge eisen moeten voldoen en de klanten zullen steeds meer aandacht besteden aan de details. Om in deze context op te vallen, zullen bedrijven hun expertise met andere woorden in de verf moeten zetten. Eén van de
Renovatie van een massieve muur met binnenisolatie.
Aansluitingsdetail ter hoogte van het schrijnwerk.
sleutels tot succes is een nauwgezette werfvoorbereiding. Hieronder valt:
● de analyse van de impact van de bouwkeuzes
● de nauwkeurige organisatie van de werffasen
● de aandacht voor elk detail.
Thermische
snede en nog veel meer
Bij renovaties wordt de energetische verbetering van de bouwknopen maar al te vaak over het hoofd gezien. Zo ligt de focus vaak op de isolatie van het gevelvlak, de puntgevel, het dak of zelfs de vloer boven de kelder, maar krijgt de aansluiting tussen deze elementen onvoldoende aandacht. Nochtans verbeteren
zorgvuldig ontworpen details het comfort, de energieprestaties en de duurzaamheid van gebouwen.
Het Buildwise Magazine 2025/01 geeft een overzicht van de details die specifiek zijn voor de renovatie van eengezinswoningen of kleine appartementsgebouwen (hoogste verdieping < 10 m). Het onderzoekt de gebouwschil, blijft stilstaan bij de uitvoering van de muurvoeten en gaat dieper in op de aansluitingen van de gevel met het schrijnwerk, de vloeren en de daken.
Voor elk onderwerp benadrukken we het belang om:
● goed doordachte details uit te denken (voorzien van een ononderbroken isolatie, waterdicht, luchtdicht, stabiel ...) ● te zorgen voor een goede coördinatie van de werken teneinde delicate situaties te gevolge van een slechte anticipatie op de aansluitingen te vermijden.
Dit magazine vormt een perfecte aanvulling op de Technische Voorlichtingen en de Buildwise-databank met Bouwdetails. Wist je al dat er meer dan 600 detailfiches beschikbaar zijn op onze website, waarvan er 80 specifiek gewijd zijn aan renovatie?
Ten slotte worden er ook twee pagina’s gewijd aan het thema ventilatie. Het gaat hier om een essentiële factor voor elk renovatieproject om de binnenluchtkwaliteit en de vochthuishouding in woningen onder controle te houden.
Een gids die je kan blijven raadplegen
Dit magazine is opgevat als een bundeling van praktische fiches die de aandacht vestigen op de punten waarmee je moet rekening houden vanaf het begin van elk project. Verder geeft het een overzicht van de essentiële aspecten die je in de prijsoffertes moet opnemen. Het vervangt in geen geval het advies van een gespecialiseerde deskundige, maar kan wel een waardevolle gids voor renovatie zijn.
Aansluiting van een ETICS op buitenschrijnwerk: enkele aandachtspunten voor de waterdichtheid
Een correcte aansluiting tussen een ETICS en buitenschrijnwerk begint reeds in de ontwerpfase met de keuze van het type schrijnwerk en het type dorpel en de positionering van het schrijnwerk ten opzichte van de draagmuur. Ook een goede coördinatie tussen de betrokken bouwberoepen is van essentieel belang.
Positie van het schrijnwerk
Omwille van het risico op scheurvorming en de kans op waterinfiltraties wordt er aangeraden om de schrijnwerkelementen in een neg te plaatsen. Hierbij gelden de volgende algemene richtlijnen (zie TV’s 257 en 283 en afbeelding 1):
● een minimale negbreedte van 2 cm om de afdichtingsband (zwelband) te kunnen plaatsen
● een minimale negdiepte van 4 cm om het hoekprofiel van de bepleistering te kunnen aanbrengen.
Waterdichte aansluiting tussen het schrijnwerk en het ETICS
Bij de plaatsing van het schrijnwerk in een neg wordt een waterdichte aansluiting gerealiseerd door:
● enerzijds een (voldoende samengedrukte) afdichtingsband (zwelband) aan te brengen tussen de isolatie en het schrijnwerk ● anderzijds in een gevelkit (soepele voeg) te voorzien tussen de bepleistering en het schrijnwerk (eventueel in combinatie met een stopprofiel).
Daarnaast zijn er op de markt diverse profielen beschikbaar die de functie van de soepele voeg kunnen overnemen. Sommige van deze profielen zijn zelfs voorzien van een geïntegreerde dichtingsband, waardoor ook het gebruik van een zwelband overbodig wordt.
Dorpels
De dorpels onder het schrijnwerk moeten hellend uitgevoerd worden en moeten aan de zijkanten en aan de achterkant voorzien wor-
AFB. 1 Aansluiting van een ETICS op buitenschrijnwerk en dorpel.
den van opstanden, zodat het regenwater van het gevelvlak weg gevoerd kan worden. Daarbij mogen ze de drainering van het schrijnwerk niet belemmeren.
De waterdichte aansluiting tussen de hiel van de dorpel en het schrijnwerk moet door de schrijnwerker gerealiseerd worden. Dit gebeurt doorgaans door tussen deze elementen een zwelband of rubber aan te brengen of doordat het schrijnwerkprofiel een voldoende afscherming biedt. Het verzekeren van de regendichtheid ter hoogte van de zijdelingse opstanden van de dorpel behoort dan weer tot de verantwoordelijkheid van de gevelwerker. Hiertoe moet hij tussen de dorpelopstanden en de dagkantisolatie in een afdichtingsband voorzien en tussen de dorpelopstanden en de bepleistering (zie afbeelding 1) eventueel in een gevelkit.
Ook onder de dorpel moet de gevelwerker een afdichtingsband en eventueel een gevelkit aanbrengen, zodat een bijkomende dichting
De energetische renovatie van hellende daken is van cruciaal belang om de uitstoot van CO2 en het energieverbruik van gebouwen te verminderen. Dankzij een geschikte isolatie en de verbetering van de luchtdichtheid kunnen de verwarmingsbehoeften aanzienlijk verminderd worden. Het sarkingprocedé is bijzonder doeltreffend voor ingerichte zolders, omdat het een betere isolatie oplevert zonder dat de binnenafwerking gewijzigd moet worden. Dit systeem laat tevens toe om het uitzicht van het daktimmerwerk te behouden en tegelijkertijd de energieprestaties te verbeteren. In de nieuwe TV 294 is alle informatie die je nodig hebt over dit onderwerp in een notendop samengevat.
Trou du métier.
onder de dorpel niet nodig is, op voorwaarde dat er gekozen wordt voor een geschikt dorpeltype. De voorkeur gaat uit naar:
● metalen dorpels, omdat deze – in tegenstelling tot dorpels uit natuursteen of beton – ook een verticale bescherming bieden aan de aansluiting met het ETICS
● dorpels met afneembare eindkappen, die het verschuiven van de dorpel mogelijk maken (thermische vervorming) en voorzien zijn van waterdichte pads waarvan de doel-treffendheid bewezen is (zie TV 279).
In sommige gevallen is het echter wel noodzakelijk om onder de dorpel een bijkomende waterdichting aan te brengen:
● bij metalen dorpels waarvan de doeltreffendheid van de waterdichting niet aange-
ETICS slim aangepakt Download
jouw gratis tools
voor professionals
● bij langere metalen dorpels (> 3 m) bestaande uit meerdere delen die met een schuifverbinding op elkaar aansluiten
● bij dorpels uit natuursteen of beton die uit meerdere elementen opgebouwd zijn.
De bijkomende waterdichting onder de dorpel kan een membraan, een waterdichte bepleistering of een geprefabriceerd systeem zijn.
Trou du métier
Een steeds vaker voorkomend probleem zijn waterinfiltraties via de zogenaamde trou du métier. Hiermee wordt de opening bedoeld die kan ontstaan ter hoogte van de aansluitingen tussen het schrijnwerk en de zijdelingse opstanden van de dorpel (zie afbeelding 2). In principe wordt deze opening afgedicht door de afdichtingsband op de zijdelingse opstand van de dorpel, op voor-waarde dat deze tot tegen de dorpelhiel of het schrijnwerk doorgetrokken wordt. Het is in elk geval aan de gevelwerker om erop toe te zien dat deze opening gedicht wordt.
Samenvatting van een artikel, verschenen op de pagina’s 6-7 van het Buildwise Magazine 2023/6. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.
• Praktische gids voor een lange levensduur
• Checklists van werfopstart tot onderhoud
• Bouwdetails voor perfecte aansluitingen
• WindETICS om windweerstand te berekenen
Ontmanteling van het
Brussels OXY-project brengt urban mining in de praktijk
Uit de omvorming van het iconische Muntcentrum in hartje Brussel tot het multifunctionele OXY-gebouw zijn heel wat interessante lessen over urban mining te leren. Bij deze grootschalige renovatie waren twee architectenbureaus betrokken (Binst Architects en DDS+), Rotor, een Brusselse coöperatieve die zich toelegt op het hergebruik van bouwmaterialen, en Cordeel als hoofdaannemer. Dit artikel werd geschreven in het kader van het onderzoekproject Circulaire Sloopteams, waarvan Embuild Vlaanderen de trekker is.
Opdrachtgever Whitewood had uit een eerder project in Brussel geleerd dat een volledige sloop omwille van de stedelijke regelgeving nooit een omgevingsvergunning zou krijgen. Dat stimuleerde hen om een uitgebreid onderzoek te doen naar de hergebruikmoge-
lijkheden van het bestaande gebouw. Laurent Withofs, project manager bij Whitewood: “Het zit trouwens in het DNA van Whitewood om duurzaam en innovatief te zijn. Urban mining maakt hier onmiskenbaar onderdeel van uit”. Al in de wedstrijdfase werd SuReal betrokken, een adviesbureau dat zich specifiek richt op duurzaamheidsoplossingen voor de bouw-
Muntcentrum in hartje Brussel
en ontwikkelingssector. SuReal beïnvloedde een aantal ontwerpbeslissingen, zoals de keuze voor het gevelmateriaal (koper met verlaagde CO2-voetafdruk omwille van de demonteerbaarheid), het maximale behoud van de bestaande betonnen structuur en een horizontale uitbreiding in CLT (Cross Laminated Timber).
Hergebruikpotentieel verder onderzoeken
Na de competitiefase deed Rotor verder onderzoek naar het hergebruikpotentieel van alle materialen en elementen in het gebouw. Olivia Noël, projectmanager bij Rotor, vertelt: “Een van de lessen die we uit het project leerden, is dat het veel efficiënter is om vooral energie en tijd te stoppen in elementen die in de scope van het nieuwe ontwerp zitten. Zeker bij grote projecten kan het onderzoek bij de start beter toegespitst worden op een beperkte set van parameters.”
Materialen met asbest of andere gevaarlijke stoffen werden niet in de inventaris opgenomen. Materialen met een beperkte materiële waarde maar een bijzondere esthetische kwaliteit of architectuurhistorische waarde werden dan weer wel opgenomen. Bij de analyse van het hergebruikpotentieel hield Rotor ook rekening met de ontmantelingskosten en een percentage verlies.
Concrete circulaire doelstellingen
Als concrete circulaire doelstelling werd vooropgesteld dat ongeveer 89% van het bestaande gebouw (percentage in gewicht, funderingen inclusief) behouden zou blijven. Daar-
naast was het de ambitie dat 4 tot 6% van de bouwmaterialen uit hergebruik zouden komen. Bovendien werden er ook doelen rond gerecycleerde en biogebaseerde materialen vooropgesteld.
De travertijn wandbekleding, betondallen van het dak, de granieten kolombekleding, binnendeuren en oude technische installaties kregen een nieuwe bestemming binnen het gebouw. Materialen zoals verhoogde vloeren en terrastegels werden uit andere projecten gehaald. Het glas van de jaren 70 werd hergebruikt door samen te werken met AGC, een producent die de materialen recycleerde en opnieuw smolt om glas met een verminderde koolstofvoetafdruk te produceren. De aluminium gevel kon niet worden gerenoveerd omdat zij niet aan de huidige normen van brandveiligheid, akoestiek en isolatie kon voldoen maar de gevelelementen kregen een andere bestemming als verlichtingsarmaturen.
Expert in selectief slopen
“Sloopaannemer De Meuter was vanaf de start van de uitvoering bij het project betrokken. Dat is een must wanneer je dergelijke ambities om te recupereren en hergebruiken hebt”, vertelt Jordy Wauman, hoofdprojectleider bij Cordeel. “Sloopaannemers kunnen het hergebruikpotentieel heel goed beoordelen, want zij zitten steeds aan de bron.”
“Selectief slopen en ontmantelen vergt meer knowhow en tijd – en heeft dus ook een hogere kostprijs – dan gewone sloop. Momenteel is het vaak ambachtelijk werk. Wellicht zullen we in de toekomst snellere en kostenefficiëntere manieren vinden om
" Als concrete circulaire doelstelling werd vooropgesteld dat ongeveer 89% van het bestaande gebouw behouden zou blijven."
Prentkaart van het Muntcentrum
↑
Recuperatie van materialen uit het Muntcentrum
" De circulaire marktplaats is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat juiste recupmaterialen niet altijd op tijd worden gevonden. "
dit uit te voeren. Bovendien verlopen de ontmantelings-, ruwbouw- en afwerkingsfasen tegelijk. Dat maakt de coördinatie heel complex”, aldus Wauman.
Een tweede uitdaging was het materialenbeheer. Bij een dergelijk project in hartje Brussel is er geen ruimte om de meeste materialen voor hergebruik ter plaatse te stockeren. Cordeel regelde na akkoord van de opdrachtgever een aparte opslaglocatie voor de materialen. “Dat was niet in de oorspronkelijke planning voorzien maar bleek onontbeerlijk”, verklaart Wauman.
Beschikbaar én geschikt
Ook de beschikbaarheid van recupmaterialen kan een hinderpaal vormen. De circulaire marktplaats is nog volop in ontwikkeling, wat betekent dat de juiste recupmaterialen niet altijd op tijd worden gevonden.
De geschiktheid van materialen was een andere uitdaging. “Vele materialen bleken in theorie geschikt voor hergebruik maar de praktijk bleek complexer. Voor materialen die moeten zorgen voor de nodige waterdichtheid en brandweerstand, zijn certificeringen nodig”, vertelt Laurent Withofs. “Vaak hebben we die certificering niet of voldoet ze niet meer aan de huidige regelgeving.”
CIRCULAIRE UITDAGINGEN IN EEN NOTENDOP
Het OXY-project toonde aan dat de implementatie van urban mining en selectieve sloop een aantal belangrijke uitdagingen met zich meebrengt. Hergebruik mag geen extraatje in een project zijn. Het moet van bij de start deel uitmaken van het project. De integratie van hergebruikte materialen in een ontwerp vergt immers heel wat tijd en voorbereidend onderzoek. Het was ook essentieel vanaf het prille ontwerp een expert in hergebruik en materiaalmakerij en vanaf het begin van de uitvoering een gespecialiseerde sloopaannemer te betrekken.
Nadien moeten de circulaire doelstellingen continu worden opgevolgd. Bij het OXY-project gebeurde dit door middel van maandelijkse circulariteitsvergaderingen met alle betrokken partijen en de continue betrokkenheid van Rotor als gespecialiseerde opvolger. Een locatie buiten de werf om, waar materialen tijdelijk gestockeerd en/of verwerkt kunnen worden vooraleer ze terug naar de werf gaan, blijkt vaak onontbeerlijk. Tegelijk hangt hier ook een kostenplaatje aan.
Omdat de beschikbaarheid van de recupmaterialen niet altijd gegarandeerd is, moet je voldoende alternatieven en flexibiliteit inbouwen. Bij het OXYproject zorgde het wegvallen van een lot verhoogde vloeren ervoor dat de doelstellingen niet werden gehaald. Een digitaal platform met een reservatiesysteem voor recupmaterialen zou daarvoor een oplossing kunnen bieden.
Meer financiële zekerheid na uw pensioen? Start vandaag met plannen!
U bent zelfstandige of ondernemer in de bouwsector. U weet als geen ander wat het betekent om hard te werken voor uw geld. Maar heeft u al nagedacht over uw koopkracht zodra u de pensioengerechtigde leeftijd bereikt?
Uw wettelijk pensioen zal namelijk niet voldoende zijn om uw levensstandaard te behouden: een alleenstaande zelfstandige met 45 jaar loopbaan ontvangt maximaal € 2.179,17 bruto per maand (voor een gezinshoofd is dat € 2.723,96)*.
Gelukkig zijn er verschillende oplossingen om uw pensioen aan te vullen. Afhankelijk van de gekozen spaaroplossing kunt u zelfs profiteren van fiscale voordelen**!
Wilt u meer weten over hoe u uw pensioen kunt opbouwen en uw koopkracht kunt behouden na uw carrière? We leggen het u uit in dit artikel.
Scan de QR code om ons artikel te ontdekken!
* Bron: Acerta
** De fiscale behandeling is afhankelijk van de individuele situatie van de klant en kan in de toekomst wijzigen.
PROMO VAN DE MAAND APRIL 2025
Ontdek de kracht van samenwerking met de Embuild
Fitste Bouwbedrijf Challenge!
Doe mee met ons 12-weken programma en til jullie werknemers' fysieke en mentale gezondheid naar een hoger niveau.
Of jullie medewerkers nu beginnende sporters zijn of ervaren atleten, met ons bewegingsprogramma op maat, draagt iedereen een steentje bij op zijn eigen niveau. In een bedrijfsgepersonaliseerde online omgeving werken jullie samen aan een gemeenschappelijk doel en misschien slepen jullie wel de Embuild Fitste Bouwbedrijf 2024 Award in de wacht!
Met activiteiten waarvan we elke beweging omzetten in kilometers en voedingsuitdagingen die jullie gezondheid een boost geven, is dit jullie kans om als bedrijf te schitteren, de teamgeest te versterken en tegelijkertijd jullie bedrijf als een leider in werknemerswelzijn en maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen te positioneren.
GA DE UITDAGING AAN! PROGRESS - TOGETHER!
Het werken aan het welzijn en de gezondheid van medewerkers heeft een grote positieve impact op organisaties. De literatuur beschrijft een ROI van 13% dankzij een toename van engagement en een afname van absenteïsme met 25%. Het speelt ook een rol in het aantrekken en de retentie van personeel. Gezien de huidige “war on talent” is dit een bedrijfskritisch thema. Met een goed onderbouwd welzijnsprogramma kan personeelswissel met 28% verminderen de recruteringskost met 50% verminderen
Tenslotte heeft het een positieve impact op de sociale cohesie en de productiviteit!
EMBUILD LEDEN VOORDEEL
Gratis 500€ ondersteuningspakket met als resultaat een gedetailleerd draaiboek en projectplan op maat Gratis 500€ subsidiebegeleidingspakket
Niet-leden: € 137,80 (incl. BTW en portkosten) / buitenland: € 300 (incl. btw en portkosten)
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
Build Your Home helpt bouwers en verbouwers de vakman vinden die ze nodig hebben om hun droomhuis te realiseren.
Vul je gegevens op Build Your Home aan, zodat (ver)bouwers je bedrijf vinden en zien wat jij in je mars hebt. Pak uit met je mooiste realisaties en overtuig de klant van je vakmanschap. Het kost je maar enkele minuten en is helemaal gratis bovendien!
Een volledig profiel betekent:
Meer zichtbaarheid
Meer vertrouwen bij klanten
Meer kans op nieuwe opdrachten
Gratis reclame voor je bedrijf
Knauf MP75 en Goldband E : naamsverandering met knipoog naar Belgische roots
De Knauf gipspleisters MP 75 en Goldband zijn al decennia een vaste waarde in de bouwsector. Vanaf 2025 krijgen deze twee klassiekers een lichte naamswijziging: voortaan gaan ze door het leven als MP 75 E en Goldband E.
De ‘E’ staat voor Engis in de provincie Luik. Strategisch gelegen langs de Maas bevindt de site zich op korte afstand van de gipsgroeve. Daardoor blijven de transporten beperkt, wat bijdraagt aan een lagere CO 2 -uitstoot. Bovendien verloopt de productie van gipspleisters in Engis bijzonder energie-efficiënt, met een relatief lage verwerkingstemperatuur en zonder waterverbruik.
De naamsverandering benadrukt vooral dat Knauf lokaal produceert voor de lokale markt, een van de
uitsluitend naar België en Nederland. Dankzij de ligging aan de Maas maakt Knauf optimaal gebruik van waterwegen voor de lokale distributie. Bovendien krijgen de pleisters een duurzamere verpakking. Knauf schakelt geleidelijk over op een verpakking met 90% papier, waardoor de zakken volledig recycleerbaar worden in de papierketen.
Wat niet verandert, is het product zelf. MP 75 E en Goldband E behouden hun vertrouwde formule, met dezelfde stabiliteit bij verwerking en prestaties die aan de basis liggen van hun succes.
INFO : www.knauf.be
Camino Group is uitgeroepen tot winnaar van de prestigieuze Family Business Award of Excellence® 2025. Deze award, een initiatief van EY in samenwerking met De Tijd & L’Echo, BNP Paribas Fortis, WorxInvest, FBN Belgium en GUBERNA, bekroont familiebedrijven die uitblinken in goed bestuur, visie, familiewaarden, waardecreatie en maatschappelijk engagement.
De onafhankelijke jury, onder lei-
FAMILY BUSINESS AWARD OF EXCELLENCE VOOR CAMINO GROUP
ding van Guido Vanherpe, CEO van de La Lorraine Bakery Group, koos Camino Group als winnaar vanwege haar uitmuntend leiderschap, sterke familiale waarden en innovatieve toekomstvisie. De drie andere finalisten waren Brouwerij Huyghe, Coeck en Chaussures Maniet.
Guido Vanherpe lichtte de keuze als volgt verder toe: "Camino Group is een schoolvoorbeeld van hoe een familiebedrijf traditie en innovatie kan verenigen. Hun sterke familiale waarden, strategische visie, hun bewuste aanpak rond duurzaamheid en doordacht governance-model maken van hen een referentie in het Belgische ondernemerschap. Hun visie op generatie-overdracht, met het inzicht om niet zozeer te leren loslaten maar wel ‘anders vast te houden’, is een inspirerend voorbeeld voor andere familiebedrijven.”
De jury loofde de Camino Group
voor haar toekomstgerichte visie waarbij de tweede en ook de derde generatie (met Anaïs Bohez en Pieter-Jan Callens) actief betrokken worden en klaargestoomd zijn voor leiderschap, voor haar uitmuntende governance met externe bestuurders, adviescomités en duidelijke structuren die familiale en zakelijke continuïteit waarborgen, voor haar duurzaam ondernemerschap met een sterke maatschappelijke impact en een ESG-georiënteerde aanpak en voor haar innovatieve groei door diversificatie van activiteiten en investeringen in nieuwe woonoplossingen, zodat het bedrijf economisch wendbaar blijft.
De laatste 15 jaar groeide Camino Group onder impuls van Joost en Claudia Callens sterk in omvang en activiteiten, met op vandaag een omzet van ruim 120 miljoen euro en 300 medewerkers.
België gezakt naar 18de plaats in de wereldranglijst van het concurrentievermogen
In de wereldranglijst van het concurrentievermogen van IMD staat België in 2024 op de 18de plaats, wat een verschuiving betekent ten opzichte van de 13de plaats in 2023, maar nog steeds beter is dan in 2022 (21ste plaats).
België is op vier punten gedaald in de rangschikking: bedrijfsefficiëntie, met een 17de plaats in vergelijking met een 5de plaats in 2023. Infrastructuur staat op de 19de plaats (10de plaats in
2023), terwijl economische prestaties gaan van de 13de plaats in 2023 naar de 17de plaats. België daalt zelfs naar de 35ste plaats (22ste in 2023) voor
overheidsefficiëntie. Denemarken staat als EU-land op de derde plaats, onder Singapore en Zwitserland. Venezuela staat op de laatste plaats
van de 67 landen die in de ranglijst zijn opgenomen.
Het IMD World Competitiveness
Yearbook (WCY) wordt sinds 1989 gepubliceerd. Dit is een wereldwijde benchmark die 67 landen rangschikt op basis van hun economische prestaties, overheidsefficiëntie, bedrijfsefficiëntie en infrastructuur.
De rangschikking wordt bepaald door verschillende competenties.
Pieter-Jan Callens, Anaïs Bohez, Joost en Claudia Callens. Eric Charneux copyright 2025.
DIG I T ALISERING IS ESSENTIEEL VOOR AANNEMERS DIE ZICH
W I LLEN PROFESSIONALISEREN EN EMBUILD MOET HEN DAAROP VOORBEREIDEN.