Een slijmmonster maken

Page 1

Een slijmmonster maken Onderzoekend/ontwerpend leren Thema Bouw Tijdsduur Kerndoel

Ontwerpend leren Natuurkundige verschijnselen Onderbouw ďƒ groep 1/ 2 65 minuten Kerndoel 42: In dit kerndoel maken de kinderen kennis met natuurkundige verschijnselen, waarbij met materialen eenvoudige onderzoekjes worden gedaan (Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling, z.d.).

Inhoud In deze les ontdekken de kinderen hoe slijm wordt gemaakt. Ze volgen een stappenplan en door de juiste materialen in de juiste verhoudingen toe te passen, ontstaan mooie slijmmonsters die niet aan de vingers blijven plakken! Kennisdoelen - Deze les leren de kinderen hoe slijm wordt gemaakt - Deze les leren de kinderen waar slijm van wordt gemaakt - Deze les leren de kinderen welke problemen zich kunnen voordoen als bepaalde hoeveelheden niet of in onvoldoende mate worden gebruikt (de verhoudingen om de juiste structuur van slijm te krijgen). Onderzoekend/ ontwerpend leren vaardigheidsdoelen - Waarnemingsvragen o Wat voel je precies als je de slijm aanraakt? o Hoe ziet het eruit? o Waarvan is het gemaakt? - Vergelijkingsvragen o Wat is het verschil tussen die twee? (Van de Keere & Vervaet, 2013; Valkenier, 2008). Overige vaardigheidsdoelen: - De kinderen doen voorspellingen door de verschillende producten waar te nemen - De kinderen kunnen verklaringen (redeneren) geven voor de stappen en proberen dit te onderbouwen met argumenten - De kinderen bedenken ideeĂŤn voor hun eigen ontwerp en zetten dit neer op papier - De kinderen volgen het stappenplan en kunnen tussendoor oplossingen formuleren - De kinderen kunnen de oplossingen omzetten in een actie door de verhoudingen bij te stellen - De kinderen kunnen het experiment zorgvuldig uitvoeren en de stappen met de daaraan verbonden conclusie in een korte presentatie weergeven (Slangen, 2009).


Materialen (zie bijlage 4) - Lijm (doorzichtige lijm) - 1 doos met 15 stuks stoepkrijt (1 stoepkrijt door de helft, verschillende kleuren) Baking Soda (1 theelepel) - Lenzenvloeistof (met Borax of boorzuur, 250 ml. Met 5 flinke scheutjes kunnen kinderen al spelen). - 4x bakjes - 4x lepels - Kom - Stappen plan Voorbereiding: - Stap 1: Lees de achtergrondinformatie goed door - Stap 2: Zorg dat de tafel klaar staat (placemats, lijm, baking soda, lepels om te schrapen, theelepel, per kind 1 bakje). - Stap 3: Zorg daarna voor een kleine tafel in de kring. Leg daar ook de spullen op die nodig zijn om slijm te maken (inclusief het bakje met slijm dat mislukt is) Woordenschat - Slijm - Kneden - Mengen - Toevoegen - 1 eetlepel - Snufje - Schrapen - Vloeibaar - Drijven - Zinken Vakspecifieke achtergrondinformatie Slijm in je lichaam Onze neus is bekleed met slijmvlies. Het slijmvlies is een combinatie van bloedvaten en slijmklieren. Dit samen zorgt in de neusholte voor de productie van de plakkerige substantie slijm. Slijm is gunstig voor ons en heeft doelen. In de eerste plaats zorgt het ervoor dat onze neus wordt nat gehouden (niet te veel slijm, maar ook niet te weinig). Daarnaast beschermt de aanwezigheid van slijm ons tegen bacteriën en virussen van buitenaf (KNO-Vereniging, z.d). Slijm maken Ingrediënten: Lijm, baking soda, lenzenvloeistof en stoepkrijt. Slijm kan op verschillende manieren worden gemaakt, maar met de 4 bovenstaande ingrediënten krijg je het beste resultaat. Dit is op basis van de structuur van slijm vastgesteld. De combinatie van deze 4 zorgt voor stevig slijm dat niet uit elkaar valt. Daarnaast is het ook soepel, doordat je het uit elkaar kunt trekken. Deze balans zorgt er dus voor dat het slijm één mooi geheel is. Maar welke rol heeft elk ingrediënt? Hieronder volgt een korte uiteenzetting: - Lijm  de basis (door onderstaande ingrediënten toe te voegen ontstaat een mooie vaste structuur). - Stoepkrijt  geeft de slijm een kleur - Baking soda  geeft de slijm stevigheid


-

Lenzenvloeistof waar Borax in zit voorkomt het plakken aan je vingers, (HoeWerkDat, z.d).

Didactische achtergrondinformatie Didactische werkvormen Wij-Leren (z.d) beschrijft verschillende didactische werkvormen. In deze les worden 3 werkvormen verweven, namelijk de ‘instructievorm’, ‘interactievorm’ en ‘opdrachtvorm’. Om zelf slijm te maken is een duidelijke instructie nodig en het geven van een demonstratie is eigenlijk de beste manier om een en ander duidelijk te maken. Op deze manier ondersteun je het stappenplan en kunnen kinderen tijdens de fase waarin ze het zelf doen, terugvallen op dit hulpmiddel. Dit stimuleert het zelfstandig werken. Daarnaast is het uiterst belangrijk om bij nieuwe onderwerpen na te gaan of kinderen dit al eens eerder hebben gedaan. De demonstratie zorgt voor een goed beeld, zodat duidelijk wordt in welke verhouding je de materialen dient te gebruiken. Daarbij is het van belang om discussies uit te lokken, zodat kinderen begrijpen waarom ze bepaalde stappen doen. Het gehele proces erom heen is dus belangrijk en niet alleen het volgen van de stappen. In deze instructie ontstaat dus veel interactie, omdat vragen zowel door de leerkracht als door de nieuwsgierig geworden kinderen worden gesteld. Om de kinderen de juiste begeleiding te geven en het overzicht te bewaken wanneer de andere kinderen in de klas met andere werkjes bezig zijn, wordt hiermee in kleine groepjes zelfstandig aan de slag gegaan. Ter afsluiting laat je de kinderen de slijmmonsters presenteren om terug te komen op de doelen. Rol leerkracht: Volgens Management Impact (2015) zijn er verschillen tussen coachen en sturen. Bij coachen stel je vooral veel vragen en probeer je op deze manier het kind te stimuleren. Bij sturen heb jij het woord, hetgeen een voorwaarde is om het coachen uit te kunnen voeren. CPS (z.d.) vult aan dat de leraar als leercoach een toepassing is van een rol die de leerkracht regelmatig aanneemt. Als leerkracht zorg je ervoor dat je kinderen vaardigheden ontwikkelen met betrekking tot het zelfregulerend leren (CPS, z.d). Vanaf fase 3 leg je de nadruk op een begeleidende rol. Je begeleidt de kinderen in het proces van zelfregulering. Je laat ze vooral veel zelf doen, stelt daarbij kritische vragen en stimuleert ze om zelf de doelen na te streven (voorbeeld: ‘hoe komt het dat je slijm te veel aan je vingers plakt?’). Je wilt ze kritisch naar zichzelf leren kijken en hierdoor wordt ook een beroep gedaan op de 21eeuwse vaardigheden van Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling (2019) (kritisch denken, creatief denken etc.). In fase 6 neemt deze rol dan ook een belangrijke plek in. Ter afsluiting van de les evalueer je het proces door de slijmmonsters aan elkaar te presenteren. Een paar kinderen worden eruit gepikt en je laat hen de belangrijkste highlights opnoemen. Je stimuleert de kinderen o.a. het proces met de daarin opgenomen conclusies in het kort weer te geven (natuurlijk heel speels, want het zijn kleuters). Dit is een mooie ervaring voor de kinderen van groep 2.


Lesverloop Fase Fase 1: confronteren

Tijd 10 minuten

Fase 2: verkennen

5 minuten

Fase 3: ontwerp schetsen

5 minuten

Fase 4: ontwerp realiseren

20 minuten

Fase 5:

5 minuten

Toelichting Op de tafel liggen alle spullen klaar waar het slijm mee wordt gemaakt. De kinderen worden geconfronteerd met de spullen en bepalen wat op tafel ligt. Vervolgens bedenken de kinderen wat hiervan wordt gemaakt. Daarna verklap ik dat we hier vandaag slijm van gaan maken en laat vervolgens zien hoe we dit gaan doen. Stap 1: ik vul mijn bakje met lijm (niet helemaal vol, maar voor een deel). Stap 2: Ik pak een doosje met stoepkrijt en kies een kleur (deze bepaalt de kleur van het slijm). Stap 3: Vervolgens schraap ik met mijn lepel stukjes krijt van het stoepkrijt af en houd het goed boven mijn bakje. Het is de bedoeling dat het stoepkrijt boven op de lijm komt. Stap 4: Ik roer af en toe om te kijken of de lijm een kleur krijgt. Stap 5: Nu wordt een snufje Baking Soda toegevoegd (1 grote eetlepel)  om het stevig te maken. Stap 6: tussendoor roer ik, zodat een goed mengsel ontstaat. Stap 7: Een van de laatste stappen is het toevoegen van de lenzenvloeistof  het voorkomt dat de substantie plakkerig wordt. Al deze stappen worden hardop voorgedaan. Op deze manier wordt de kinderen duidelijk in welke verhouding de ingrediënten worden gebruikt. Daarnaast laat je een voorbeeld van slijm zien (dat voor de les al is gemaakt) dat te veel aan de handen plakt en vergelijkt een en ander met het product dat zojuist in de kring is gemaakt. Je laat kinderen het verschil bepalen door ze te laten voelen. Daarnaast stimuleer leer je ze oplossingen te bedenken (hoe voorkom je dat je een te plakkerig product krijgt)  de probleemstelling (kinderen gaan dit deze les zelf ervaren) Een woordspin maken rondom het onderwerp slijm; Wat weten we al over slijm en waar denk je aan? De kinderen gaan 1 minuut met elkaar in gesprek en bedenken woorden waar ze aan denken (de werkvorm tweepraat). Je vertelt de kinderen dat ze van de lijm hun eigen slijmmonster gaan maken. Laat de kinderen hiervan een tekening maken met de juiste kleur en laat ze tevens een naam bedenken voor het monster. De eerste 3 fasen spelen zich af in de grote kring. Tijdens het speelwerken gaan de kinderen steeds in groepjes van 4 slijm maken (zie de stappen in fase 1). De kinderen mogen een slijmmonster in de kleur van hun keuze maken. De kinderen controleren tijdens het maken niet alleen


testen en bijstellen

Fase 6: presenteren

10 minuten

Fase 7: verdiepen en verbreden

10 minuten

of het slijm goed stevig is, maar letten ook op dat het niet te plakkerig is. Je laat de kinderen dit zelf uitproberen. - Uit elkaar halen en weer kneden - Met je vinger in het slijm gaatjes maken om te testen of het niet te plakkerig is Met de lenzenvloeistof kunnen ze het ontwerp nog bijstellen (ook het toevoegen van de wiebeloogjes komt in deze fase aan de orde). Daarnaast kunnen de namen nog worden bijgesteld In de kring worden de slijmmonsters gepresenteerd en maak ik van ieder slijmmonster een foto die later wordt uitgeprint. De namen van de kinderen worden hieronder geschreven en later in de klas opgehangen. Onderzoek doen naar‌.. 1. Je vult een bak met water Wat denken de kinderen wat er gebeurt als je het slijm in het water gooit? Drijft het of zinkt het? 2. Wat gebeurt er als je slijm in de vriezer stopt? Deze laatste vraag beantwoord je later op de dag (doe het slijm ongeveer 4 uurtjes in de vriezer en laat de kinderen daarna bepalen wat er mee gebeurd is). Snijd het slijm ook doormidden om te laten zien wat er mee is gebeurd (aan de buitenkant zie je vaak nog niet genoeg).

Bronnenlijst CPS. (z.d.). Wat zijn de zes rollen van de leraar?. Geraadpleegd op 11 juni 2019, via https://www.cps.nl/wat-zijn-de-zes-rollen-van-de-leraar HoeWerkDat. (z.d.). Hoe maak je slijm: 7 makkelijke recepten. Geraadpleegd op 12 juni 2019, via https://www.hoewerktdat.be/handwerk/hoe-maak-je-slijm KNO-Vereniging. (z.d.). Verkoudheid. Geraadpleegd op 11 juni 2019, via https://www.kno.nl/patienten-informatie/neus/verkoudheid/ Management Impact. (2017). Het verschil tussen coachen, adviseren en sturen. Geraadpleegd op 10 juni 2019, via https://www.managementimpact.nl/leiderschap/artikel/2016/11/het-verschil-tussencoachen-adviseren-en-sturen-1018329 Nationaal Expertisecentrum voor Leerplanontwikkeling. (z.d.). Kerndoel 42. Geraadpleegd op 11 juni 2019, via http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L42.html Slangen, L. (2009). Techniek: Leren door doen. HBuitgevers: Baarn.Valkenier, H. (2008). Werken met techniek. Wolters-Noordhoff: Groningen/Houten. Van de Keere, K., & Vervaet, S. (2013). Leren is onderzoeken – Aan de slag met wetenschap in de klas. LannooCampus: Tielt. Wij-Leren. (z.d.). Didactische werkvormen. Geraadpleegd op 10 juni 2019, via https://wijleren.nl/didactische-werkvorm.php


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.