Emi businessplan 2014 - 2017

Page 1

Centre of Expertise Social Innovation Rotterdam Zuid

14151617

businessplan



Centre of Expertise Social Innovation Rotterdam Zuid



Centre of Expertise Social Innovation Rotterdam Zuid

14151617

businessplan


p4

Inhoud

EMI | Businessplan 2014-2017


p5

H1. Omgevingsanalyse 1.1 1.2 1.3

Maatschappelijke veranderingen Rotterdam Zuid: een Nationaal Programma Hogeschool Rotterdam: strategische keuze voor innovatie op Zuid

16 18 20

H2. Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie 2.1 Visie 2.2 Missie 2.3 Strategie 2.4 Doelstellingen 2.5 Meerwaarde

28 28 29 32 33

H3. Programma 3.1 Children’s Zone 3.2 LoopbaanoriÍntatie 3.3 Maatschappelijke ondersteuning / Zorginnovatie 3.4 City Life

43 47 51 55

H4. Ambities 4.1 Potentieel (aantallen) 4.2 Doelstellingen 4.3 Targets

64 65 67

H5. Organisatie en governance 5.1 Bestuurlijke organisatie 5.2 Uitvoerende organisatie 5.3 Organigram

78 79 80

H6. Begroting 6.1 Meerjarenbegroting

84

H7. Marketing en communicatie 7.1 Wie, wat en hoe 7.2 Boodschap 7.3 Waar kom je EMI tegen?

92 93 93

Bijlagen 1 2 3 4

Medewerkers EMI EMI participeert in Overzicht instituten en (bachelor)opleidingen Lijst met afkortingen

Colofon Inhoud

98 99 100 103


p6

Introductie Het is er! Het businessplan van EMI, Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie, oftewel Centre of Expertise Sociale Innovation. EMI, een initiatief van Hogeschool Rotterdam, vestigt zich op Rotterdam Zuid. Een deel van de stad met een hoog wicked problem gehalte, maar ook met een enorme maatschappelijke groei- en vernieuwingspotentie. We hebben de afgelopen periode uitvoerig gesproken met slimme onderzoekers, leergierige studenten, creatieve docenten en vastberaden praktijkpartners over de opgave voor Rotterdam Zuid. Een opgave die is gericht op goed onderwijs, beschikbaarheid van werk en een woonomgeving om trots op te zijn. We zijn al volop aan het werk en tevreden met onze plannen. Maar de echte proef op de som moet nog komen. Een expertisecentrum ben je niet door een business plan te schrijven, dat word je in de praktijk en met de tijd. In Communities of Practice gaan we aan de slag met het leggen van verbindingen tussen onderwijs, onderzoek en de praktijk op Zuid. Het leerproces van onze praktijkpartners, studenten, docenten en lectoren staat centraal. Vooruitkijkend naar 2018 zijn we pas tevreden als we hebben bereikt dat: Honderden kinderen zelfbewuster en met meer plezier naar school gaan omdat ze gedurende een bepaalde periode een student als mentor hebben gehad die hen persoonlijk heeft begeleid. Dat op de hogeschool het vak van mentoring deel uitmaakt van het curriculum en er in Rotterdam een stedelijk mentorpunt bestaat waar kennis en kunde is gebundeld. Samenwerking tussen school en ouders niet vrijblijvend en op basis van wederkerigheid plaatsvindt. Er van twee kanten gewerkt wordt aan een goed leerklimaat voor kinderen en als er zaken thuis spelen die dat blokkeren er snel en goed wordt doorverwezen. Ouderbetrokkenheid deel uit maakt van onze opleidingen tot docent. Onze sociale en zorgopleidingen nieuwe uitstroomprofielen hebben gebouwd voor toekomstige professionals in zorg en welzijn. Dat dat ontstaan is door langdurig samenwerken met daadkrachtige praktijkpartners in nieuwe vormen van gezins-, wijk- en jeugdzorg. Studenten in praktijkopdrachten op zoek gaan naar nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap, burgerinitiatieven en wijkeconomie. Dat er structuren zijn ontstaan, mede dankzij onderzoek en inzet van het EMI netwerk, waar burgers elkaar helpen om een plezierige omgeving te creĂŤren. Waar hulp is voor hen die het niet voor de wind gaat en de nieuwe rol van professionals en die van de (nieuwe) lokale overheid helder is. Zowel leerkrachten op Zuid als de docenten van onze hogeschool op basis van intervisie, coaching en training gezamenlijk werken aan excellent onderwijs met een pedagogische visie die ook kwetsbare kinderen optimaal steunt bij het leren.

EMI | Businessplan 2014-2017


p7

Studenten van sociale, bouw-, vastgoed- en ontwerpopleidingen diepgaand onderzoek hebben gedaan naar oorzaken van verslechtering van de kwaliteit van buurten en slimme oplossingen ter verbetering daarvan hebben bedacht. Hierbij gebruikmakend van leefwereldonderzoek, analyse van data en duurzame manieren van bouwen en met de onverschrokken pioniers- en uitvindersgeest die nodig is om af te gaan van de gebaande paden. Grote groepen leerkrachten van de basisscholen in de focuswijken een cursus techniek en nieuwe technologie hebben gevolgd en er per school een techniekcoördinator is. Dat techniek en nieuwe technologie deel uitmaakt van het curriculum van Pabostudenten. Dat ouders weten wat de loopbaanmogelijkheden zijn van hun kinderen in technische beroepen. In samenwerking met verloskundige praktijken op Zuid kwetsbare zwangere vrouwen beschikken over een buddy. Dat zij daarmee minder risico’s lopen tijdens hun zwangerschap en een sterker netwerk opbouwen ten behoeve van het gezond opgroeien van hun kind. Op alle basisscholen een gezonde lunch wordt geserveerd met p ­ roducten uit de directe omgeving, liefst gekweekt door de kinderen zelf en ­gekoppeld aan een gezonde leefstijl. Vanuit De Zorgboulevard en Lijn2 als brandpunten van nieuwe zorg concrete en innovatieve inzet is geleverd gericht op zelfstandigheid van ouderen, gezond opgroeien van jeugd. Nationaal en internationaal kennis en kunde is uitgewisseld met andere steden en andere hogescholen. We iets op het spoor zijn gekomen waarvan we dan zullen zeggen, gek hè, daar hebben we toen we ons businessplan in 2014 opstelden nou totaal niet aan gedacht. Kortom, als het steeds bewegend EMI netwerk na vier jaar kan zeggen, ja we hebben echt wat bereikt op Zuid en ja, we hebben dat voor de toekomst ook nog eens goed in het onderwijs en onderzoek van Hogeschool Rotterdam geborgd.

Rotterdam, 22 april 2014 Carolien Dieleman directeur Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie

Centre of Expertise Social Innovation Rotterdam Zuid

Introductie


Focuswijken

Oud Charlois

C


Carnisse

Feijenoord

Afrikaanderwijk

Tarwewijk

Bloemhof

Hillesluis







Omgevingsanalyse

H1


p 16

H1 Omgevingsanalyse “May you live in interesting times” chinees gezegde

Het bestaansrecht voor een Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie in Rotterdam Zuid komt voort uit drie lagen van verandering, Op de eerste plaats ontwikkelingen in de samenleving, daarnaast de specifieke kenmerken van Rotterdam Zuid en tot slot de ontwikkelingen binnen Hogeschool Rotterdam. In dit hoofdstuk staan deze omschreven.

1.1

Maatschappelijke veranderingen De afgelopen tien jaar is er veel veranderd in Nederland. Het tempo van de bevolkingsgroei neemt langzaam wat af, maar we leven langer en de bevolking is meer divers dan in de jaren tachtig. De enorme welvaartsgroei lijkt te stagneren en de ‘zekerheid’ dat de generatie na ons het beter krijgt, is niet langer vanzelfsprekend. De manier waarop we onze samenleving inrichten is aan het veranderen. Burgers willen zelf hun zaken kunnen regelen, en de overheid verwacht dat ook van hen. Eigen initiatieven en zelfbeheer van publieke ruimte zijn het gevolg, wat soms weer indruist tegen vastgestelde regels. Onder andere door een groeiende vraag naar zorg ontstaat een te grote druk op de publieke middelen waardoor Nederland in transitie is van verzorgingsstaat naar een staat waarin burgers zelf hun zorg mogen gaan regelen. Deze transitie speelt zich af in een tijd waarin nieuwe technologie en media leiden tot snelheid, transparantie en andere vormen van communicatie, werk, ondernemen en leven. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen in de Nederlandse samenleving op demografisch, economisch, politiek, ecologisch, sociaal en technologisch gebied van de afgelopen vijf jaar ordenen we volgens de DESTEP-methodiek. Al deze veranderingen vragen om nieuwe kennis, toepassingen en werkwijzen. Bij maatschappelijke innovatie gaat het om zoeken naar nieuwe oplossingen voor maatschappelijke problemen en de productie van nieuwe of andere publieke diensten (Cels et al, 2012: 4). Niet instituten, programma’s en organisaties zijn leidend, maar de maatschappelijke realiteit. Daaromheen verbinden de relevante partijen zich in nieuwe constructen met elkaar. Maatschappelijke innovatie wil leiden tot een slimmere samenleving met meer publieke waarde. Oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken zijn niet eenduidig en simpel. Een oplossing vraagt bijna altijd om een netwerk: van partijen, kennis en disciplines. Bedachte oplossingen kunnen weer leiden tot nieuwe problemen. Veel maatschappelijke vraagstukken zijn dan ook te definiëren als “wicked problems” of in gewoon Nederlands: venijnige vraagstukken (Van Delden, 2013).

EMI | Businessplan 2014-2017


p 17

D E S T E P Demografisch

Economisch

Sociaal-Cultureel

Technologisch

Ecologisch

Politiek-Juridisch

H1 Omgevingsanalyse

Vergrijzing Toename eenoudergezinnen Toename diversiteit Rotterdam Zuid: toename aantal jongeren

Gestagneerde welvaartsgroei Flexibilisering arbeidsmarkt Groei kenniseconomie Internationalisering FinanciĂŤle crisis Onzekere woningmarkt

Toename individualisering Ontzuiling Toename aantal migranten en verschillende culturele groepen Stijgende vraag naar zorg

Toegankelijkheid informatie Netwerktechnologie Snelheid Technologische toepassingen zorg

Roep om duurzaamheid Ontwikkeling crowdsourcing (het publiek wordt direct bij processen van organisaties betrokken. Crowd-sourcing gaat uit van organisaties die uiteindelijk baat hebben bij de verbeteringen, ideeĂŤn of het werk van degenen die bijdragen. Bron: Wikipedia)

Opkomst civil society (een aanduiding van organisaties of instituties buiten de sfeer van de overheid, de markt en de verbanden van familie en vrienden. Mensen maken er vrijwillig deel van uit. Bron: Wikipedia) Nadruk op eigen verantwoordelijkheid burger Terugtrekkende overheid Behoefte aan controle Afnemend vertrouwen in bestuurlijke instellingen


p18

Dit vraagt om ondernemende professionals die bereid zijn risico te nemen, af te stappen van de gebaande ­paden en op nieuwe manieren en bij andere partners dan de overheid financiering te zoeken om maatschappelijke resultaten te realiseren. Het belang van maatschappelijke innovatie is niet alleen landelijk, maar ook Europees erkend. Social innovation is een leidend thema van de Horizon 2020-agenda, het Europese kaderprogramma voor onderzoek (Better Society) dat hogescholen en universiteiten wil uitdagen om in een netwerk van werkveld, onderwijs en onderzoek duurzame oplossingen te vinden voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Kortom, maatschappelijke innovatie betekent: - Vinden van oplossingen voor complexe vraagstukken - Een proces van samen leren, geen lineaire zoektocht naar de waarheid - Innovatie gebeurt door interactie en verbinding van meerdere partijen - Innovatie en oplossingen komen uit meerdere invalshoeken en disciplines.

1.2

Rotterdam Zuid: een Nationaal Programma Rotterdam is een stad waarvan de bevolkingssamenstelling in enkele decennia sterk is veranderd. Daarnaast staat een groot deel van de bevolking op sociale en economische achterstand ten opzichte van de rest van Nederland en de andere grote steden. In Rotterdam Zuid is dat het meest zichtbaar. Daar stapelen de problemen zich op sociaal, economisch en fysiek gebied op. De hardnekkigheid ervan is reden voor rijk, gemeente en partners uit onderwijs en bedrijfsleven om de komende twintig jaar samen te werken in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Het NPRZ is niet alleen een investerings­programma. De opgave op Zuid is om, samen met de mensen die in de praktijk van Rotterdam Zuid werken, oplossingen te ontwikkelen. Doelstelling van het NPRZ is dat Rotterdam Zuid binnen twintig jaar het gemiddelde van de vier grote steden bereikt waar het gaat om werk, inkomen, onderwijs en sociale veiligheid. Dat vergt investeringen voor alle groepen bewoners, maar de nadruk ligt op jongeren van 0 tot het moment dat zij aan het werk gaan. Het ideaal is dat alle jongeren deelnemen aan onderwijs en zich op een zo hoog mogelijk niveau kwalificeren. Zij vinden banen, het liefst op Zuid, en blijven er wonen. Dat vraagt om een betere match naar de werkgelegenheid die er is op Zuid in de zorg en in de (technische) maakindustrie, maar ook om een gevarieerde woningvoorraad en een veilige, prettige openbare ruimte. Dit alles tegen de achtergrond van een zich terugtrekkende overheid, die minder financiële middelen tot haar beschikking heeft. Uitgangspunt is dat bewoners het zelf moeten zien te redden. Juist op Zuid lijkt dit een lastige opgave. Alertheid is geboden voor een te groot beleidsoptimisme over wat lokale overheden aankunnen en wat met zelfredzaamheid kan worden opgelost, schrijft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in De Sociale Staat van Nederland 2013, de tweejaarlijkse analyse van de leefsituatie van de Nederlandse bevolking. Het planbureau voorziet dat de overheveling van sociale taken naar gemeenten extra onzekerheid gaat creëren voor de toch al kwetsbare groepen die op Zuid oververtegenwoordigd zijn. Zo wijst het SCP op overbelasting onder mantelzorgers en op ‘structureel kwetsbare mensen’ die geen netwerk hebben om voor hen te zorgen.

EMI | Businessplan 2014-2017


p19

De almaar voortdurende problematiek op Zuid op alle bovengenoemde terreinen toont aan dat huidige interventies niet effectief genoeg zijn, soms om onduidelijke redenen niet worden voortgezet en weinig samenhang vertonen (projectencarrousel). Dit is ook de reden dat het NPRZ nadrukkelijk kiest voor focus en duurzaamheid van inzet op Zuid; de komende twintig jaar zal de inzet van mensen en middelen gericht zijn op Zuid, en zorgt het NPRZ voor verbinding van netwerken vanuit meerdere disciplines

“De kwaliteit van leven komt tot uitdrukking in de wijze waarop mensen wonen, werken, recreëren, sociaal participeren, consumeren en zich verplaatsen. Zij is niet alleen afhankelijk van algemene maatschappelijke, economische en demografische ontwikkelingen, maar ook van de hulpbronnen waarover de burger zelf beschikt, zoals opleiding, inkomen en sociaal netwerk.” Het SCP, De Sociale Staat van Nederland 2013

Eén-op-één oplossingen voor de ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken op Zuid bestaan natuurlijk niet. Een oplossing vraagt bijna altijd om een netwerk: van partijen, kennis en disciplines en van beroepsbeoefenaren die in staat zijn op hun eigen handelen te reflecteren en bereid zijn hun handelen waar nodig aan te passen. Rotterdam Zuid vraag dan ook om professionals die werken met kennis van het eigen vakgebied maar ook als integralist: met het vermogen om hun kennis te verbinden aan andere disciplines.

Landelijk

Rotterdam

Zuid

Focuswijken (7)

Inwoners

16.655.799 610.412

Jongeren (tot 23 jaar)

27,2% 26,9% 28,4% 31,5%

Citoscore

535,4 531,2 528,8 527,8

193.982 76.728

Kinderen laag opgeleide ouders 13%

33%

41%

50%

Gemiddeld besteedbaar inkomen 24.000

21.800

19.399

17.716

Werkloosheid

4,4% 8,2% 9,6% 11,1%

Kwetsbare woningen t.o.v. voorraad WOZ waarde

26%

51%

237.000 163.000 126.000 103.000

(Feiten en cijfers: Rotterdam Zuid uit NPRZ Kwaliteitssprong Zuid, 2012)

H1 Omgevingsanalyse

37%


p 20

1.3

Hogeschool Rotterdam: strategische keuze voor innovatie op Zuid Hogeschool Rotterdam (HR) wil door middel van het verbinden van onderzoek, onderwijs en de praktijk bijdragen aan de ontwikkeling van Rotterdam ĂŠn aan de beroepsvaardigheden van de studenten. De hogeschool geeft dit vorm in twee zogenaamde expertisecentra: 1. De Haven: Rotterdam als grootste havenstad van Europa heeft kennis en professionals nodig die de haven verder ontwikkelen. 2. Maatschappelijke Innovatie: Rotterdam is de stad waar de maatschappelijke problemen (werkloosheid, schooluitval bijvoorbeeld) in omvang, langdurigheid en intensiteit het grootst zijn. De hogeschool heeft ervoor gekozen om het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie te richten op Zuid. Die keuze komt voort uit de omvang van de problematiek op Zuid, maar ook uit de jarenlange samenwerking tussen de hogeschool en Zuid. Hogeschool Rotterdam was van 2007 tot 2011 strategische partner in het Pact op Zuid. Samen met de gemeente, deelgemeenten, woningbouwcorporaties, onderwijsinstellingen, welzijnsorganisaties, zorgorganisaties en bedrijven is de verbinding gelegd met het onderwijs. Op 4 juli 2013 werd deze samenwerking voortgezet in de meerjarige raamovereenkomst tussen het Nationaal Programma Rotterdam Zuid en de Hogeschool Rotterdam.

EMI | Businessplan 2014-2017


p 21

De afgelopen jaren zijn duizenden studenten actief geweest op Zuid in stages, praktijkopdrachten, onderzoeks- en afstudeerprojecten. Die samenwerking is wederzijds positief gewaardeerd. Voor Zuid betekende de aanwezigheid van studenten niet alleen extra inzet, maar ook innovatie van methodieken, verbinding met hoger opgeleiden en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Hun vak leren op Zuid betekent voor studenten dat ze kunnen functioneren onder lastige omstandig­ heden en vindingrijk moeten zijn. Doordat Zuid vraagt om nieuwe oplossingen, krijgen studenten op ­ Zuid ook de kans om ondernemend aan de slag te gaan. Dit maakt hen tot betere professionals. Zowel de hogeschool als het werkveld op Zuid kiezen nadrukkelijk voor focus op maatschappelijke thema’s en duurzaamheid van de samenwerking, waardoor de inzet van studenten en onderzoek een veel concreter resultaat oplevert. Vanuit die keuze komt de ambitie van Hogeschool Rotterdam en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid voort om een Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie op Zuid te starten. Vanuit de analyse van ontwikkelingen, binnen en buiten Rotterdam en de ambitie van de Hogeschool formuleren we de visie, de missie en de doelen van Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie op Rotterdam Zuid.

“Samen met onze partners willen wij komen tot Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI). EMI wil door middel van het bundelen van deskundigheid, aandacht en focus bijdragen aan het vooruit helpen van Rotterdam Zuid.” Hogeschool Rotterdam, prestatieafspraken 2013-2016

H1 Omgevingsanalyse







Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie

H2


p 28

H2

Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie Vanuit de analyse van ontwikkelingen, binnen en buiten Rotterdam en de ambitie van de Hogeschool formuleren we de visie, de missie en de doelen van Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie op Rotterdam Zuid.

2.1

Visie Rotterdam is de meest sociaal-dynamische stad van Nederland. Sociale en culturele pioniers met ondernemersgeest roemen de vrije ruimte in de stad om nieuwe dingen te doen. Met een sterk veranderde bevolkingssamenstelling en een enorme bouw- en ontwerpdrift is Rotterdam een stad die zichzelf steeds opnieuw uitvindt. De problematische kant hiervan is dat een deel van haar bewoners de veranderingen niet heeft kunnen bijbenen en grote sociale en economische achterstand heeft opgelopen. Vooral Rotterdam Zuid kenmerkt zich door een hardnekkige stapeling van complexe problemen op sociaal, economisch en fysiek gebied. Het oplossen hiervan vraagt niet alleen tijd, maar ook meer samenhang in deskundigheid; een andere inzet van middelen en goed op praktijkvragen gericht onderzoek. Hogeschool Rotterdam zoekt aansluiting bij de grote regionale vraagstukken door onderwijs en onderzoek te verbinden met de praktijk. Juist in die verbinding wordt nieuwe kennis verworven. Deze kennis komt ten goede aan de praktijk en geeft richting aan onderwijsvernieuwing in de opleidingen van toekomstige professionals. Tegen deze achtergrond bouwt Hogeschool Rotterdam, samen met culturele en sociale pioniers, bedrijfsleven, gemeente, zorg, onderwijs, welzijn, wetenschappers en studenten en EMI.

2.2

Missie EMI is een aan Rotterdam Zuid verbonden netwerkorganisatie die werkt aan het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen, werken, zorg en onderwijs. Kenmerkend voor het werkproces is interactie, verbinding, vernieuwing, al doende leren en kennis delen. Dit levert nieuwe kennis en kunde op voor Zuid en duurzame onderwijsvernieuwing voor de HR. Studenten biedt het een zelfbewuste entree op de arbeidsmarkt.

EMI | Businessplan 2014-2017


p 29

2.3

Strategie De strategie en doelstellingen van EMI zijn onderbouwd door een SWOT-analyse, waarmee we de sterkes en zwaktes, en de kansen en bedreigingen analyseren.

Sterktes Potentieel van 30.000 Studenten Multidisciplinair

Zwaktes Grote, complexe organisatie Curriculum lastig plooibaar

S W

Ondersteund door vijf kenniscentra *) Sterke praktijkcomponent in curriculum

Zes jaar samenwerkingservaring op Zuid

Aantal betrokken docenten met kennis op Zuid

Onderwijs reageert traag op vernieuwing Docenten niet altijd bekend met problematiek Zuid Afstand onderwijs, onderzoek en praktijk Student vraagt om begeleiding van werkveld

Relatienetwerk op Zuid

Samenwerkingsovereenkomst met NPRZ

Neutrale positie hogeschool

Kansen

Bedreigingen

O T

Maatschappelijke innovatie vraagt om ander type professional Continue behoefte aan innovatie

Behoefte aan faciliteren netwerken

Hoge verwachtingen van bijdrage hogeschool

Verbinding met meerdere disciplines

Organisaties waarderen inzet van studenten Verbinding Zuid met hoger opgeleiden

Toekomst maatschappelijke innovatie onvoorspelbaar Complex werkveld

Groot netwerk van samenwerkingspartners Onzeker bestaan werkveld: leidt tot interne focus Politieke instabiliteit

Reguliere financiering maatschappelijk werkveld onzeker

Extra aandacht voor kwetsbare groepen van aankomend professionals

*) De kenniscentra van Hogeschool Rotterdam zijn: Talentontwikkeling, Zorginnovatie, Sustainable Mainport Innovation, Innovatief Ondernemerschap en Creating 010

H2 Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie


p 30

Op basis van deze SWOT-analyse kiest EMl voor de volgende strategische uitgangspunten: 1. Voortbouwen, versterken en verbinden van lopende initiatieven 2. Versterken verbinding onderzoek, onderwijs en praktijk 3. Duurzame verbeteringen op de gebieden wonen, werken, onderwijs, welzijn en zorg realiseren door multidisciplinaire aanpak

1.

Voortbouwen, versterken en verbinden van lopende initiatieven EMI kiest er voor om, naast het initiëren van nieuwe activiteiten, voort te bouwen op bestaande activiteiten die in de afgelopen jaren al tot resultaten op Zuid hebben geleid. Vakmanstad Rotterdam Vakmanstad (RVS) heeft een 10-jarige strategie ontwikkeld om in Rotterdam weer een ambitieus en duurzaam vakmanschap op de kaart te zetten. Om dit te realiseren werkt ze op verschillende schalen: school, buurt, markt en stad. Netwerken op die schalen worden met elkaar verknoopt waardoor er zogenaamde interactievelden ontstaan. Er zijn vier interactievelden met specifieke trajecten: het eerste is het basisonderwijs rond Fysieke Integriteit, het tweede is de buurt rond Actief Burgerschap en het derde de markt rond Duurzaam Vakmanschap. Daar doorheen steekt - als een satéprikker - de onderwijspijler met een focus op vakmanschap: van het primaire onderwijs via het vmbo naar het mbo en het hbo. Het vierde interactieveld richt zich op het formuleren van en adviseren bij beleidsrapporten en visies. RVS werkt samen met onderwijsinstellingen, het welzijnswerk, zorginstellingen, wooncorporaties, bedrijfsleven en overheden en organisaties die zich bezig houden met wijkontwikkeling. Tussen 2007-2011 werkt RVS vooral in de wijk Bloemhof op het eerste interactieveld. Vanaf 2011 heeft ze samen met andere partners haar werkveld uitgebreid naar de wijken Feijenoord en Carnisse, waar ze trajecten van Fysieke Integriteit initieert en realiseert. Studenten en docenten van het Instituut van Sociale Opleidingen werken mee aan activiteiten op obs Bloemhof. Tevens wordt bekeken of meerdere opleidingen bij kunnen dragen aan de vakhuizen in de buurten. (Bron: ECO3: Doen denken, M. Oosterling. Rotterdam Vakmanstad/Skillcity 2010-2012) De Katrol Twee keer per week, drie maanden lang, geven gevorderde studenten bij derde- en vierdegroepers van de basisschool thuis hulp in lezen en rekenen. De studenten maatschappelijk werk, pedagogiek, sociaal pedagogische hulpverlening, culturele en maatschappelijke vorming en Pabo organiseren rustmomenten thuis. Daarbij schuiven ook andere kinderen uit het gezin aan. Ze bespreken het belang van rust en structuur met de ouders. Zo stimuleert de student de leercultuur in het gezin. Door de vraag van ouders te verhelderen in gesprekken, daarbij wekelijks aanwezig te zijn in het gezin, werkt een student onder leiding van een professionele en ervaren hulpverlener aan de empowerment van de ouders volgens de presentiemethode (de presentiemethodiek richt zich op mensen die vaak slechte ervaringen hebben met de reguliere hulpverlening).Kernbegrippen in de methodiek zijn: er onvoorwaardelijk zijn voor de ander, de relatie staat centraal, niet de problemen van de omgeving. Gelijkwaardigheid, tijdens het contact in het hier en nu zijn (gentleteaching.nl).

“Wij dragen bij aan de toekomst van jonge kinderen en dat werkt ook door in de manier waarop zij later hun eigen kinderen gaan ondersteunen.” Sandra Pardoel, De Katrol

EMI | Businessplan 2014-2017


p 31

Overtref Jezelf Een coaching project waarbij talentvolle vmbo’ers begeleid worden bij schoolwerk en het ontwikkelen van een opleidings- en beroepsbeeld. Dit jaar startten we direct met dertig leerlingen en voldoende mentoren om voor elke leerling een een-op-een begeleiding te realiseren. Bureau Frontlijn Armoede, uithuiszetting, opvoedingsproblemen, een gewelddadige partner: bij honderden gezinnen in Rotterdam stapelen de problemen zich op. HR-studenten begeleiden gezinnen in Rotterdam Zuid achter de voordeur tijdens hun stage bij Bureau Frontlijn. Marco Pastors, directeur van Nationaal Programma Rotterdam Zuid in Profielen, blad en site van de Hogeschool Rotterdam: “Dus geen ouderenzorg voor de ouderen, jeugdzorg voor de jongeren, verslavingszorg voor de verslaafden. De behoefte van een gezin staat centraal, niet het aanbod van een organisatie. Frontlijn kwam erachter dat veel problemen niet zo ingewikkeld zijn, maar dat het er vaak wel veel zijn. We hebben het over gezinnen waar de gordijnen de hele dag dicht zijn, vuilniszakken in de gang staan, niet elke dag iets van eten wordt gemaakt en waar heel vaak de financiën niet op orde zijn. Studenten maken afspraken met de gezinsleden over huishoudelijke zaken, vertellen welke formulieren ze moeten invullen, doen dat voor en daarna samen met de betrokkene, in de verwachting dat taken daarna redelijk makkelijk door de mensen zelf kunnen worden gedaan.” Problemen oplossen aan de keukentafel en niet aan de vergadertafel dus. Het werken met studenten is een belangrijke succesfactor. Studenten zijn jong, kritisch, hebben een open blik. Samen met het gezin gaat de student op ‘ontdekkingsreis’ en vindt er een dubbel leerproces plaats. Het stelt ouders vaak gerust dat zij niet de enige zijn die niet precies weten hoe alles in elkaar zit. Groot voordeel van de inzet van studenten is dat er veel tijd geïnvesteerd kan worden in de gezinnen.

2.

Versterken verbinding onderzoek, onderwijs en praktijk Onderwijs, onderzoek en praktijk worden in EMI langdurig aan elkaar verbonden. De partners hebben een meerjarige overeenkomst afgesloten. Communities of Practice (CoP’s) bewerken de maatschappelijke problemen tot programma’s. Producten en resultaten van CoP’s verschillen: het gaat om maatwerk dat geconcretiseerd wordt in werkprogramma’s. Opbrengsten en resultaten van CoP’s worden regelmatig digitaal en in expertmeetings gedeeld en gepresenteerd.

3.

Duurzame verbeteringen op de gebieden wonen, werken, onderwijs, welzijn en zorg realiseren door multidisciplinaire aanpak We zoeken naar duurzame oplossingen voor sectoren waar dat het hardst nodig is. Voor Rotterdam Zuid zijn dit: Wonen Er is op Zuid sprake van een zeer omvangrijke, kwetsbare woningvoorraad en de omvang en/of de kwaliteit van de buitenruimte laat op veel plaatsen te wensen over. De focuswijken scoren laag op de veiligheidsindex. In verschillende wijken wonen gezinnen in (te) kleine en verouderde woningen met een gemiddelde oppervlakte van vaak minder dan 70m2. Er zijn weinig mogelijkheden om op Zuid wooncarrière te maken. Veel woningen kampen met (grootschalig) achterstallig onderhoud, voornamelijk in gebieden met weinig corporatiebezit. Particulieren zijn vaak nauwelijks financieel in staat en/of bereid om te investeren in onderhoud en renovatie. De WOZ-waarde is laag. Waardecreatie van woningen is een belangrijke motor voor ontwikkeling van wijken en dat is op Zuid een probleem.

H2 Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie


p 32

Werken Het aantal arbeidsplaatsen op Zuid is relatief gering en er is weinig zichtbare economie in de wijken op Zuid. Verder zijn de mogelijkheden om vanaf Zuid per openbaar vervoer naar de economische kerngebieden rond Zuid te reizen onvoldoende ontwikkeld. Tel daarbij op het lage opleidingsniveau en de relatief hoge werkloosheid in de focuswijken en duidelijk wordt dat de match tussen beschikbare banen en het opleidingsniveau van werklozen problematisch is. Onderwijs In veel gezinnen zijn de ouders laag opgeleid, is er taalachterstand en komt werkloosheid voor. Het gemiddeld besteedbaar inkomen is laag. Het probleem van taalachterstand − beginnend bij de vroegen voorschoolse educatie (VVE), het basisonderwijs en doorlopend naar het voortgezet en beroepsonderwijs − blijft onverminderd groot. Daarnaast is er een hoog percentage vroegtijdige schooluitval in het vervolgonderwijs. Er is onvoldoende aandacht voor doorlopende leerwegen met perspectief op werk, in het bijzonder op het gebied van technisch onderwijs en in de zorg. Daarnaast zijn ouders zeer beperkt betrokken bij de school. School, thuis en straat zijn drie gescheiden werelden. Welzijn & Zorg Zorg- en welzijnsorganisaties zijn zoekende naar nieuwe manieren van werken, nieuwe samenwerkingsvormen. De wetgeving op de zorg aan kwetsbare groepen is veranderd, er is een decentralisatie van taken gaande van het rijk naar de gemeenten en deelgemeenten worden opgeheven. De zoektocht naar hoe het anders en beter kan met minder geld is een moeilijke opgave.

2.4

Doelstellingen EMI stelt zich ten doel om op de vier onderwerpen (Onderwijs, Werken, Zorg & Welzijn en Wonen):

MASSA

• FOCUS aan te brengen door het maken van scherpe keuzes. • KWALITEIT te leveren door in samenspraak met praktijkpartners bij te dragen aan het bedenken, uitvoeren en testen van meerjarige programma’s die oplossingen bieden voor de maatschappelijke problematiek op Zuid. • MASSA te maken door meer docenten, studenten en onderzoekers met verschillende specialismen in te zetten.

EMI | Businessplan 2014-2017

FOCUS

KWALITEIT


p 33

2.5

Meerwaarde EMI is gericht op meerwaarde, voor onze studenten, docenten, werkveld en bewoners op Zuid. In een breed netwerk biedt EMI ruimte voor multidisciplinaire teams die werken aan oplossingen voor hardnekkige maatschappelijke vraagstukken. De oplossingen dragen bij aan het verbeteren van de leefomstandigheden van de bewoners op Zuid, maar ook andere wijken van Rotterdam en andere (Europese) steden hebben er baat bij.

Student (aankomend professional)

Zuid Hoger opgeleiden naar Zuid

Relevante praktijkomgeving Meer geld voor bewoners Zuid Verdieping profiel Verbetering imago Poten in de modder Binding studenten met Zuid Innovatieve leeromgeving Innovatiekracht

Meerwaarde samenwerking HR en Zuid

Bedrijfsleven/ organisaties op Zuid

Hogeschool Rotterdam Kwaliteit opleiding

Bekendheid met aankomend professional Continu en gestaag aanbod werkleerervaring Binding met kennis in de regio Innovatiekracht Innovatiekracht Maatschappelijke meerwaarde Extra inzet Relatie aankomend studenten Relevant onderzoek

H2 Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie







Programma

H3


p 40

H3

Programma EMI heeft in samenspraak met het NPRZ vier hoofdthema’s gekozen: onderwijs, wonen, werken en zorg & welzijn. Elk van deze thema’s kent een programmapijler, elk programma bestaat uit een aantal Communities of Practice (CoP’s), samenwerkings­verbanden van onderwijs, onderzoek en praktijk.

Onderwijs

Werken

Children’s Zone

Loopbaanoriëntatie

onderwijs

onderzoek praktijk

(CoP’s) Communities of Practice

EMI | Businessplan 2014-2017

Mentoren op Zuid Excellent onderwijs Ouderbetrokkenheid

Techniek op de basisschool Talentportfolio


p 41

Zorg & Welzijn

Wonen

Maatsch. ondersteuning Zorginnovatie

City Life

Frontlijn aanpak

Sense of the City

Research on the Job

Smart City

Nieuw in 010

Urban Innovation

Lijn2: Zorg in de buurt

H3 Programma


EMI | Businessplan 2014-2017


p 43

3.1

Onderwijs Children’s Zone De leerprestaties op Zuid blijven achter. De citoscore is gemiddeld zeer laag, en bijna een kwart van de kinderen op Zuid verlaat de middelbare school zonder startkwalificatie. Vanuit de overtuiging dat de leerprestaties op Zuid structureel beter kunnen is het programma Children’s Zone gestart, een community-aanpak waarin partners uit de leefwerelden thuis-school-buurt intensief samenwerken. De partners van Children’s Zone werken volgens een gedeelde pedagogische en didactische visie waarbij het kind centraal staat en ouders een cruciale rol hebben in het verbeteren van de leerprestaties van hun kind. Doel: de best mogelijke toekomst voor alle kinderen op Zuid, verhoging van de citoscores en verhoging van het uitstroomniveau voortgezet en middelbaar onderwijs.

Mentoren op Zuid De meeste kinderen en jongeren op Zuid kunnen extra één-op-één aandacht gebruiken bij het huiswerk, bij het kiezen van een vervolgstudie of bij het ontdekken van hun talent. Studenten kunnen voor kinderen en jongeren een goede mentor en coach zijn omdat ze niet zo ver van hen afstaan. Via het programma Mentoren op Zuid willen we zo veel mogelijk studenten inzetten als peercoach voor kinderen. Studenten leren in de praktijk hoe het is om iemand te coachen en ervaren de dynamische context van Rotterdam Zuid. Partner(s) Stichting De Verre Bergen Peer Assisted Learning vo-scholen De Hef, Slinge, Zuiderparkcollege, CSG Calvijn Instituten IvL, ISO, IvG Studenten uit alle opleidingen via keuzevak Fase van ontwikkeling Start: RVC De Hef september 2013 (pilot)

H3 Programma


p 44

Excellent onderwijs Om de achterstanden van kinderen op Zuid te bestrijden zijn de beste leerkrachten en professionals in en rondom de school noodzakelijk. Versterking van de pedagogische kwaliteit van leraren is essentieel. In deze CoP onderzoeken we wat de beste leraar is voor Zuid (zowel voor po, vo als mbo) en wat het beste ontwerp is voor het leren, zowel binnen als buiten schooltijd. Daarnaast streven we naar een aanzienlijke groter aantal op masterniveau opgeleide leerkrachten op Zuid, zowel in het po als het vo. We inventariseren de gewenste inhoud van de master onder po- en vo-scholen (de vraag) en het type master in de regio wat aan deze vraag kan voldoen. Zeven basisscholen van BOOR gaan in het kader van de regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen aan de slag met het verbeteren van de samenwerking met de Pabo en het ondersteunen van beginnende leerkrachten. Deze basisscholen (De Pantarijn, De Kameleon, Nelson Mandela, de Zonnehoek, Bloemhof, De Pijler en De Akkers) hebben het verbeteren van de samenwerking met de ouders als speerpunt genomen. De belangstelling van de scholen gaat daarbij uit naar het verbeteren van de relatie met ouders, het samenwerken met ouders aan talentherkenning en educatieve samenwerking. In maart 2014 wordt per school een intake uitgevoerd en een werkplan ontwikkeld. Aankomend jaar zullen 36 stagiaires op deze scholen rondlopen, waaronder 3 LIO-stagiaires en 7 stagiaires van de Academische Pabo die de Pabo HR sinds 2011 samen met de Erasmus Universiteit verzorgt. Verder nemen twee BOOR-basisscholen deel aan de 4-jarige internationale specialisatie Yellow Brick Road, wat studenten in staat stelt les te geven op international schools en in het tweetalig primair onderwijs. Voor excellent onderwijs kijken we ook naar onze eigen docenten; hoe leiden wij als hogeschool zelf onze studenten op tot goede professionals voor de Children’s Zone? Partner(s) Onderwijstafel po- en vo-scholen Erasmus Universiteit Rotterdam Instituten ISO, IvL Master Leren en Innoveren Master Pedagogiek Overige masteropleidingen in de regio zoals bijvoorbeeld bij InHolland Kenniscentrum Talentontwikkeling: Onderzoekslijn Brede school en Onderzoekslijn Doorstroom en doorlopende leerlijn Fase van ontwikkeling Start: januari 2014

EMI | Businessplan 2014-2017


p 45

Ouderbetrokkenheid De betrokkenheid van ouders bij de schoolloopbaan van hun kinderen is een onmisbare schakel voor schoolsucces en een van de verbindende thema’s in het onderwijs. EMI is om die reden gevraagd bij te dragen aan het thema ouderbetrokkenheid in de Rotterdam Children’s Zone. Het doel hiervan is een zodanige bijdrage te leveren aan de professionalisering van leerkrachten dat scholen en organisaties in staat zijn met ouders samen te werken op een manier die bijdraagt aan schoolsucces van kinderen. Met scholen en partners ondersteunen we de ouders bij het verhogen van de leerprestaties van hun kind. We adviseren over een goede aanpak, onderzoeken effectiviteit en zetten studenten in ter ondersteuning van onderzoek en uitvoering. Ouderbetrokkenheid krijgt een plaats in het curriculum van de Pabo, lerarenopleiding en de sociale opleidingen. Voor ouderbetrokkenheid willen we een gedifferentieerde aanpak ontwikkelen die rekening houdt met: 1. het gegeven dat kinderen zich in een andere leeftijds- en ontwikkelingsfase bevinden en daarbij een andere ondersteuning van hun ouders nodig hebben. Dit veronderstelt tevens een andere inzet in de samenwerking van school en ouders 2. het gegeven dat de ouderpopulatie in de Children’s Zone zeer divers is naar opleidings- en taalniveau, sociaaleconomische status en de drempel die zij naar school ervaren 3. het gegeven dat de ontwikkeling van elke (school)organisatie zich hierin in een ander stadium bevindt en dus andere stappen moet zetten. Partner(s) Gemeente Rotterdam CPS Radboud Universiteit Onderwijstafel po- en vo-scholen Instituten ISO, IvG, IvL Kenniscentrum Talentontwikkeling: onderzoekslijn ouderbetrokkenheid Fase van ontwikkeling Start: januari 2014

“We hebben extra uren nodig, extra begeleiding, in één op één situaties, voor ouders, om samen met hen te spelen. Extra taalles, met name voor kinderen uit groep 3. Maar ook huiswerkbegeleiding voor de bovenbouw en hulp bij loopbaankeuze voor de groepen 7 en 8; iemand die echt met de kinderen in gesprek kan gaan en tijd heeft om ze te helpen kiezen.” directeur po-school, Carnisse

H3 Programma



p 47

3.2

Loopbaanoriëntatie Jongeren op Zuid kiezen te weinig voor techniek en zorg. Terwijl daar de kansen op de arbeidsmarkt het grootst zijn. Daarnaast kiezen jongeren op Zuid vaak een studie die niet bij ze past of die ze niet volhouden. Dit probleem speelt niet alleen op Zuid, maar in heel Rotterdam en zelfs landelijk. Vanuit landelijke organisaties en de gemeente zijn diverse initiatieven gestart om de keuze voor techniek en zorg te bevorderen en schooluitval te verminderen. Om de situatie op Zuid te verbeteren wordt aangesloten bij de landelijke en stedelijke initiatieven, maar ook gekeken naar programma’s die concreet bijdragen aan de doelen van het NPRZ. In de werkgroep Loopbaanoriëntatie van het NPRZ ontwikkelden scholen (po, vo, mbo en hbo) samen een aanpak om de loopbaanoriëntatie op Zuid te verbeteren. De aanpak zal zich o.a. in het po en vo richten op het trainen/opleiden van docenten, mentoren en decanen, het betrekken van ouders bij de keuzes voor een vervolgopleiding of studie en het opdoen van ervaringen door leerlingen met beroepen via bliksemstages, bedrijfsbezoeken e.d. In het middelbaar beroepsonderwijs richt de aanpak zich vooral op het trainen/opleiden van schoolloopbaanbegeleiders en praktijkbegeleiders uit het bedrijfsleven.

Techniek op de basisschool: Scholing basisschool leerkrachten Basisschoolleerkrachten ontvangen een training van docenten van de Pabo gericht op techniek. Het doel van de training is: - Het stimuleren van leerlingen van groep 7 en 8 om een loopbaan in de technieksector te (gaan) ambiëren. Dit doen we in de cursussen door: - Leerkrachten te trainen in de vakdidactiek voor techniekonderwijs. - Leerkrachten te trainen in het voeren van loopbaanoriëntatiegesprekken. - Effectieve ouderparticipatie te stimuleren. - Te helpen bij het opzetten van een technieknetwerk rondom de school. De scholen kunnen hierbij gebruikmaken van het netwerk van de Pabo HR, binnen de hogeschool en in de Rotterdamse regio. Dit zal in nauw overleg gaan met de scholen voor het vo die ook producten gaan aanbieden op het gebied van loopbaanoriëntatie. De hogeschool zit bij deze scholen ook aan tafel. Partner(s) Steunpunt Beta- Techniek Zuid-Holland Educatief Informatie Centrum Mainport Rotterdam IkZitOpZuid e.a. OBS De Zonnehoek, De Pantarijn, De Piramide Laurens Cuertino Ibn I Sina Instituten IvL, RDM-campus Kenniscentrum Talentontwikkeling Fase van ontwikkeling Start: september 2013

H3 Programma


p 48

Techniek op Zuid: Ontwikkelen digitaal lesmateriaal voor techniekonderwijs Pabodocenten met de beschikking over de juiste bronnen en contacten doen vooraf een QuickScan van het beschikbare Nederlandstalige digitale lesmateriaal dat reeds bestaat en waar scholen in hun curriculum gebruik van kunnen maken. De verwachting is dat er weinig ICT toepassingen zijn die zich richten op: - Het vak techniek - Loopbaanoriëntatie (LOB) in relatie tot techniek - LOB in relatie tot de Rotterdamse arbeidsmarkt (o.a. de haven) Aan de hand hiervan kan materiaal ontwikkeld worden door studenten communicatie en multimedia design (CMD), begeleid door docenten CMD en Pabo. Bij het lesmateriaal wordt aandacht voor technische beroepen gekoppeld aan leerinhoud van techniek. Bij de keuze van beroepen zouden Rotterdamse bedrijven als uitgangspunt kunnen worden genomen. Partner(s) Basisscholen focuswijken Zuid Instituten IvL, CMI Kenniscentrum Creating 010 Talentontwikkeling Fase van ontwikkeling Start: september 2014

“Er wordt bij techniek vooral gedacht aan vuile handen, maar dat beeld is niet meer van deze tijd en daar moeten kinderen en vooral ook ouders bewust van worden zodat ze ook bewust een keuze kunnen maken.” Michel van Meggelen, locatiedirecteur OBS De Zonnehoek

EMI | Businessplan 2014-2017


p 49

Techniek op de basisschool: Ontwikkelen mobiel techniekmaterialen systeem Basisscholen hebben nauwelijks materiaal voor techniekonderwijs in huis. Aangezien scholen dicht bij elkaar zitten, is te onderzoeken hoe geïnvesteerd kan worden in mobiele techniekunits, een mobiel technieklokaal of mobiel techniekmaterialenmagazijn waar scholen gezamenlijk gebruik van kunnen maken. In schooljaar 2013-2014 kan door een techniek- en Pabodocent een voorstudie verricht worden waarbij de vraagkant geïnventariseerd wordt. Op grond daarvan kan een pakket aan ontwerpeisen worden neergelegd. In schooljaar 2014-2015 kan een multidisciplinair team met ontwerpers (opleiding industrieel product ontwerpen, multimedia design) en Pabo-docenten deze voorstudie als uitgangspunt nemen voor het maken van een ontwerpvoorstel. Onderwerp van de voorstudie is, naast de onderwijskundige en de technisch inhoudelijke eisen, ook de financiële en organisatorische kant onderdeel van de voorstudie. Partner(s) Basisscholen focuswijken Zuid Instituten IvL, CMI, EAS Fase van ontwikkeling Start: september 2014

Talentportfolio Kinderen en jongeren op Zuid krijgen de kans om te ontdekken waar hun interesse en talent liggen. Doordat meer scholen op Zuid met een talentportfolio werken krijgen kinderen en jongeren zelf de regie over het ontdekken en ontwikkelen van hun talent. Welke plek dit talentportfolio krijgt binnen school, in de wijk, en wat een effectieve manier is om ouders hierbij te betrekken zijn zaken die het CoP onderzoekt. Ook de digitale vormgeving en het gebruik van nieuwe media spelen een belangrijke rol. Partner(s) Rotterdam Vakmanstad LMC De Hef Instituten IvL, ISO, CMI Kenniscentrum Talentontwikkeling Brede basisschool van de toekomst Doorstroom en doorlopende leerlijn Vmbo mbo en hbo Fase van ontwikkeling Start: september 2013

H3 Programma



p 51

3.3

Maatschappelijke ondersteuning / Zorginnovatie Soms hebben ouders hulp nodig. En soms hebben kinderen hulp nodig. Voor kinderen met zorgvragen moet er dan ook een goede zorgstructuur komen die de school ontlast en die gericht is op het versterken van het gezin, de thuisbasis van het kind. Zorg en hulp die bij mensen thuis komen en niet vanachter een loket geleverd worden. Zorg en begeleiding gericht op preventie waar mogelijk en op hulp waar nodig. Zorg en begeleiding, die plaatsvinden tegen de achtergrond van grote veranderingen en bezuinigingen in het landschap van welzijn en zorg.

Frontlijnaanpak: Studenteninzet In de lijn ‘ondersteuning thuis’ is HR betrokken bij partners van het wijkteam dat verantwoordelijk is voor de zorg in de Children’s Zone. Het Instituut voor Sociale Opleidingen (ISO) heeft een convenant met Bureau Frontlijn om jaarlijks studenten in te zetten die onder leiding van professionals ondersteuning thuis geven aan gezinnen die tijdelijk verschillende vormen van hulp en ondersteuning nodig hebben. Ook participeren studenten van ISO in het programma van De Katrol, waar eveneens ondersteuning thuis wordt gegeven in de vorm van opvoedingsondersteuning en hulp bij leren en onderwijs. Partner(s) Bureau Frontlijn De Katrol Instituten ISO, IvG Fase van ontwikkeling Voortzetting vanuit bestaand programma vanuit convenart ISO, getekend in 2013

“Wat de hogeschoolstudenten doen bij Frontlijn vind ik echt helemaal fantastisch. De reguliere hulp blokkeert door bureaucratie en wachtlijsten. De aanpak van Bureau Frontlijn is effectief en direct. Zo’n organisatie gecombineerd met de hulp van slimme studenten, daarmee bouw je echt wat op.” Marco Pastors, directeur NPRZ

H3 Programma


p 52

Research on the Job (ROTJ): Frontlijnaanpak Om docenten inzicht te geven in de Frontlijnaanpak is er ook een onderzoeksprogramma onder de naam ‘Research on the Job’. Onder leiding van een lector en docent van het Kenniscentrum Talentontwikkeling wordt door een multidisciplinair team van HR-docenten onderzoek gedaan naar vraagstukken die betrekking hebben op de werkwijze van Bureau Frontlijn. Dit proces van Research on the Job wordt door de Hogeschool van Amsterdam gemonitord. Partner(s) Bureau Frontlijn Instituten ISO, IvL, IvG Kenniscentrum Talentontwikkeling Fase van ontwikkeling Start: november 2013, presentatie onderzoeksresultaten: juni 2014

Nieuw in 010 De babysterfte is in Rotterdam Zuid hoger dan het landelijk gemiddelde. 14 op de 1000 baby’s sterven tijdens of rondom de geboorte. De ambitie om dit terug te dringen vormt de ruggengraat van deze CoP. We moeten onderzoeken wat nodig is om betere begeleiding van de aanstaande moeders te garanderen. We ontwikkelen een netwerk dat goede ondersteuning biedt rondom de (aanstaande) moeder. Onze opleiding verloskunde is hierbij toonaangevend. Partner(s) Erasmus MC Bureau Frontlijn VWS GGD Instituten IvG, ISO Kenniscentrum Zorginnovatie Fase van ontwikkeling Voorbereidingen: vanaf april 2014

EMI | Businessplan 2014-2017


p 53

Lijn2: Zorg in de buurt Lijn2 is een nieuw gebouw met woningen, zorgvoorzieningen en een school op het scharnierpunt van de drie wijken Hillesluis, Bloemhof en Afrikaanderwijk. In februari wordt het geopend. Lijn2 wil zich goed voorbereiden op nieuwe en andere vormen van zorg die passen in een cultureel divers gebied met ingewikkelde vraagstukken op het terrein van zorg en welzijn. Doelgroepen waarop we ons willen richten zijn kwetsbare zwangeren, ouderen en jeugd. Met een aantal nieuwe vormen van zorg wordt hier geëxperimenteerd: 1. De studentenkliniek: Kan er bij Lijn2 een leerwerkplaats voor studenten worden gemaakt? Onder welke randvoorwaarden? 2. Hoe kan een zo groot mogelijk open inloopspreekuur worden georganiseerd? Welke professionals zijn daarvoor nodig, en welke organisatievormen? 3. Hoe kan in de plint (op de begane grond) van Lijn2 een beweegcentrum worden ingericht? Welke partners, financieringsmogelijkheden, functies? 4. Hoe kan het thuiszorgteam van Laurens optimaal in Lijn2 aan de slag gaan? 5. Welke samenwerkingsmogelijkheden zijn er tussen gezondheidscentrum Lijn2 en Vakschool De Hef (buren)? Wat is de rol van het gezondheidscentrum (huisarts en paraprofs) in de begeleiding van jongeren bij De Hef? 6. Hoe kan beter samengewerkt worden met apotheken en hoe kan meervoudig medicijngebruik worden gecontroleerd? 7. Welke specifieke vraagstukken zijn er rondom zorg en diversiteit en welke nieuwe manieren van voorlichting zijn er?

Andere initiatieven Onder andere gekoppeld aan Lijn2, maar vooral aan het concept ‘brede’ gezondheidscentra, is een Europese subsidieaanvraag (EU/Sanco aanvraag): Community Health Centre 2.0. Daarbij gaat het om internationale samenwerking rond een vergelijkend onderzoek naar modellen voor brede gezondheidscentra. (samenwerking met EMC, start vermoedelijk in januari 2014). Partner(s) Vestia, Zorg op Zuid, Achmea, Pameijer, CvD, CJG, huisartsenpraktijk Galensloot, RVC De Hef, Albeda, Laurens, GGZ Instituten IvG en ISO Kenniscentrum Zorginnovatie Fase van ontwikkeling Voorbereidingen: vanaf april 2014

“Je wordt door 1 op 1 begeleiding als toekomstig professional enorm uitgedaagd om jezelf als professional te profileren en aan te sluiten bij de leervragen van de leerlingen, maar natuurlijk ook het verder kijken dan dit” Student, 4ejaars Pedagogiek

H3 Programma



p 55

3.4

City Life Ontwikkelingen in de stad worden beĂŻnvloed door technologische veranderingen, die op hun beurt veranderingen in de samenleving bewerkstelligen. In het publieke domein van de stedelijke ruimte leren burgers omgaan met de belangrijkste veranderingen in de moderne stedelijke omgeving: de toegenomen culturele diversiteit en de vervaging van de harde grens tussen de persoonlijke identiteit en de stedelijke ruimte.

Sense of the City De Community of Practice ‘Sense of the City’ focust op praktijkonderzoek dat studenten kan helpen om hun eigen professionaliteit te versterken. De ontwerpen voor (sociale) woningbouw - flats, hoogbouw of eengezinswoningen bepalen de kaders waarbinnen bewoners en ondernemers handelen en denken, dat is hun leefwereld. In die leefwereld, het publieke domein van de stedelijke ruimte, leren burgers omgaan met de belangrijkste veranderingen in de moderne stad: de toegenomen culturele diversiteit en de vervaging van de harde grens tussen de persoonlijke identiteit en de stedelijke ruimte. En, omdat de media de leefwerelden in een stad op een bepaalde manier weerspiegelen, dragen ook zij bij aan de betekenis die mensen aan bepaalde stadsdelen toekennen. Partner(s) wisselend Instituten HR breed Kenniscentrum Wisselend Fase van ontwikkeling Start: april 2013

H3 Programma


p 56

Smart City In 2013 is i.s.m. IBM ( gespecialiseerd in software programma’s t.b.v. het verzamelen en interpreteren van data) een onderzoek gepresenteerd gericht op het verbeteren van de leefbaarheid in Bloemhof. Ruimtelijke, economische en maatschappelijke patronen worden in kaart gebracht om daarna een ruimtelijke strategie te ontwikkelen. Een meer integrale gebiedsaanpak zou voor de Focuswijken op Zuid wenselijk zijn. Vooruitlopend hierop zijn studenten vastgoed en makelaardij in 2014 alvast aan de slag gegaan met een bouwkundig onderzoek naar de focuswijken. Dit is een voorstudie die input kan geven aan een nader te bepalen opgave in opdracht van coÜperaties, stadsontwikkeling en NPRZ. In het Smart City programma wordt niet alleen gekeken naar de digitale infrastructuur en het toegankelijk maken van data maar ook hoe nieuwe technologie tegemoet komt aan noden, wensen en verlangens van stedelingen. Een interdisciplinaire samenwerking tussen studenten en docenten van verschillende ontwerpopleidingen kan innovatie oplossingen aandragen voor hardnekkiger problemen op Zuid en bijzondere kwaliteiten van wijken op Zuid zichtbaar maken. Partner(s) NPRZ Corporaties Gemeente Rotterdam Instituten IGO, CMI Kenniscentrum Sustainable Solutions Creating 010 Fase van ontwikkeling Start: 2013

EMI | Businessplan 2014-2017


p 57

Urban Innovation Vanuit IGO wordt een samenwerking aangegaan met de Veldacademie. Dit is een praktijkgerichte onderzoeksplaats waar studenten van verschillende disciplines aan actuele stedelijke vraagstukken kunnen werken. Onderwerp van onderzoek is bijvoorbeeld het effect van kluswoningen, waarbij bewoners zelf hun woning naar eigen smaak kunnen verbouwen en indelen (dit plan van aanpak particuliere woningvoorraad in samenwerking met de Veldacademie in de maak). Een tweede programmalijn is onderzoek naar het bouwen met EPS, een duurzaam prefab piepschuim bouwsysteem en de invloed die dat kan hebben op het bouwen van nieuwe woningen. In Urban Innovation staat het bouwen van woningen niet los van systemen (dataverzameling) en van de inrichting van de openbare ruimte en de connectie met openbare voorzieningen. Een goede samenhang geeft niet alleen een hogere WOZ waarde aan de woningen in het gebied, maar veroorzaakt ook een algeheel gevoel van welbevinden onder de inwoners (public value). Gebouwen – systemen – openbare ruimte proberen we in samenhang in het onderwijs te onderzoeken in de (omgeving van) focuswijken van zuid om te begrijpen waardoor ‘wicked problems’ veroorzaakt worden en wat dan effectieve oplossingen zijn op de negatieve spiraal te doorbreken. Naar de effecten van de Rijnhaven ontwikkeling op de aangrenzende Afrikaanderwijk bijvoorbeeld loopt een onderzoek. Partner(s) NPRZ Veldacademie Corporaties Consortium Rijnhaven Instituten IGO Kenniscentrum Sustainable Solutions Fase van ontwikkeling Start: september 2013

H3 Programma







Ambities

H4


p 64

H4

Ambities In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de beoogde resultaten na vier jaar werken. We geven aan wat het potentieel aan studenten is, en hoeveel studenten in vier jaar tijd deelnemen aan de programma’s op Zuid. Dit wordt opgebouwd via de werkprogramma’s van de Communities of Practice, ingedeeld naar thema.

4.1

Potentieel (aantallen) EMI wil dat zoveel mogelijk studenten op een zo effectief mogelijke manier opgeleid worden op Zuid.

HR inschrijvingen (totalen) Instituten van de HR

2010

IvG

2.398 2.430 2.599 2.865

IvL

3.578 3.510 3.496 3.685

ISO

3.113 3.290 3.177 3.085

IGO

2.859 2.706 2.740 2.797

CMI

2.538 2.672 2.771 2.805

WdKA

2.567 2.455 2.302 2.200

CoM

2.776 2.929 3.033 3.218

IBK

2.406 2.444 2.369 2.419

IFM

2.383 2.561 2.536 2.377

RBS

2.080 2.353 2.426 2.574

RMU EAS

2011

2012

2013

690 692 810 904 1.886 1.932 1.857 1.939

Totaal van instituten waarmee reeds wordt samengewerkt

17.053

17.063

17.085

17.437

Totaal alle instituten

29.274

29.974

30.116

30.868

Cijfers: inschrijvingen (bachelor) opleidingen Hogeschool Rotterdam d.d. 10-4-2014 Bron: cijfers.hbo.raad.nl (Voor een compleet overzicht van alle opleidingen per instituut zie bijlage 3)

EMI | Businessplan 2014-2017


p 65

4.2

Doelstellingen 2016-2017 Zuid 1.200 kinderen op Zuid hebben begeleiding van mentor en krijgen een traject dat aansluit op hun leeftijd en behoeften. Dit aantal willen we in 2018-2019 laten doorgroeien tot 2000 kinderen. 7 po-scholen werken nauw samen met de Pabo in het gezamenlijk opleiden van nieuwe leerkrachten. 100 docenten op Zuid hebben een masteropleiding gevolgd. 75% van de po- en vo-scholen hebben in hun schoolwerkplan programma’s over het werken met ouders opgenomen. Heldere communicatie over wederzijdse verwachtingen en een positieve grondhouding vormen de grondslag. 200 gezinnen op Zuid hebben ondersteuning thuis gekregen en hebben daarmee een aantal problemen het hoofd geboden en zijn beter in staat hun kinderen te ondersteunen bij hun onderwijs en loopbaanperspectieven. 1.200 basisschoolleerlingen van groep 7 en 8 hebben technieklessen gevolgd en kennis gemaakt met bedrijven. 75 % van de basisscholen op Zuid heeft leerkrachten die in staat zijn om interessante technieklessen te geven. Per school is er 1 techniek coördinator die zorgt dat het techniekonderwijs up to date blijft. 3 vo-scholen en 6 po-scholen werken met een talentportfolio. Hiermee worden talenten en loopbaankansen van leerlingen beter gevolgd zowel door henzelf en hun ouders als door de leerkrachten. 85 kwetsbare vrouwen hebben een buddy gehad tijdens hun zwangerschap en beschikken over een goed netwerk om hun kind op te voeden. In de wijken op Zuid is imagoverbetering opgetreden met behulp van innovatieve vormen van social design. Nieuwe bouwkundige en infrastructurele oplossingen voor de verbetering van de woningvoorraad zijn mede door inzet van studenten, docenten en lectoren tot stand gekomen. Er zijn innovatieve vormen van zorg en welzijn ontwikkeld in samenspraak met partners op Zuid.

Hogeschool In 2018-2019 zijn 2000 studenten actief als mentor, ze hebben in de praktijk de principes van coaching en motiveren geleerd en staan direct met hun poten in de modder doordat ze één op één een kind/jongere coachen op Zuid. 500 studenten van de lerarenopleidingen hebben op Zuid ervaren wat lesgeven in de grote stad inhoudt en zijn bekend met wat lesgeven in de Children’s Zone vereist. Zij hebben hun pedagogische kwaliteit verbeterd. 120 studenten hebben meegewerkt aan het opbouwen van een talentportfolio en hebben de effecten ervan onderzocht. 80 studenten van de lerarenopleidingen hebben deelgenomen en bijgedragen aan programma’s gericht op techniek in het basisonderwijs. 150 studenten zijn buddy geweest voor kwetsbare zwangere vrouwen. 320 studenten hebben de stad leren ‘lezen’ met behulp van de innovatieve onderzoeksmethodiek ‘Sense of the City’. Zij hebben geleerd op een andere manier te kijken naar wjiken en stedelingen. 750 studenten opgeleid in de kunsten, industrieel productontwerp, multimedia, stedenbouw, planologie, vastgoed en makelaardij en bouwkunde hebben gewerkt aan de maatschappelijke opgaven voor Zuid. Daarvan verwachten we dat 600 studenten zich met Urban Innovation hebben bezig gehouden en rond de 100 studenten vanuit het kunstvakonderwijs een bijdrage hebben geleverd. In een aantal opleidingen van Hogeschool Rotterdam zijn op basis van succesvolle in de praktijk geteste programma’s en werkmethodieken, nieuwe modules en keuzevakken opgenomen in het onderwijs. Docenten hebben onder leiding van lectoren meer onderzoeksvaardigheden en een sterk netwerk ontwikkeld met innovatieve partners op Zuid.

H4 Ambities


foto


p 67

4.3

Targets Voor elk programma spreken we met onderwijs, onderzoek en werkveld concrete targets af, zowel op inhoud als op kwantiteit. We volgen halfjaarlijks of we op koers liggen en of we de doelen gaan bijstellen.

“Het maakt me trots dat ik iemand aan een betere toekomst kan helpen.� student HR pedagogiek

H4 Ambities


p 68

p 69

Onderwijs Children’s Zone

Werk Loopbaanoriëntatie

Mentoren op Zuid

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

150 mentees

150 studenten, 3 kerndocent mentoring

Doelstelling 2018-2019*

2.000 mentees (leerlingen op Zuid)

2.000 studenten, programmateam mentoring, 25 docenten

Target 1 (2014-2015)

400 mentees, 3 vo-, 2 po-scholen

400 studenten, 15 docenten

Target 2 (2015-2016)

500 mentees, 3 vo-, 3 po-scholen

500 studenten, 18 docenten

Target 3 (2016-2017)

800 mentees, 7 vo-, 12 po-scholen

1.200 studenten, 25 docenten

Techniek op de basischool

(* Dit programma bouwt door tot 2018-2019)

Excellent onderwijs

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

Start plan van aanpak professionalisering bij 34 po-, 7 vo-scholen

4 lectoren excellent onderwijs, Academische Pabo, 2 masteropleidingen

Target 1 (2014 -2015)

30 leraren masteropleiding 7 po-scholen in BOSS-project

50 studenten, 25 vo-, 25 hbo-docenten 2 lectoren, 10 Pabo-docentstages 5 uitwisselingen Pabo – po-scholen

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

4 scholen, 61 leerkrachten, 180 leerlingen

10 studenten, 3 docenten

Target 1 (2014 -2015)

3 scholen, 45 leerkrachten, 3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen

20 studenten, 3 docenten

Target 2 (2015-2016)

3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen 3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen

20 studenten, 3 docenten

Target 3 (2016-2017)

3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen 3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen 3 scholen, 45 leerkrachten, 180 leerlingen

30 studenten, 3 docenten

Output Zuid

Output HR 30 studenten actief in minor Talentscout 3 docenten

Talentportfolio

Target 2 (2015-2016)

50 po- en vo-leraren in master-opleiding, 7 po-scholen in BOSS-project

350 studenten, 10 docenten, 8 lectoren, 10 Pabo docentstages

Vertrekpunt 2013-2014

Scholen op Zuid hebben aandacht voor talentont­wikkeling in brede zin

Target 3 (2016-2017)

100 po- en vo-leraren hebben­ de masteropleiding afgerond 7 po-scholen in BOSS-project

500 studenten 20 docenten 9 lectoren

Doelstelling 2018-2019*

4.000 kinderen op Zuid werken met een dergelijk portfolio

Target 1 (2014 -2015)

1000 kinderen

100 studenten 6 docenten, 1 lector

Target 2 (2015-2016)

2000 kinderen

200 studenten 12 docenten, 1 lector

Target 3 (2016-2017)

3000 kinderen

300 studenten, 18 docenten, 1 lector

Ouderbetrokkenheid

Output Zuid

Output HR

Aanpak ouderbetrokkenheid onderdeel van elk coalitieplan Children’s Zone

1 onderzoeksleider, 2 docent onderzoekers 1 student assistent, 4 afstudeerders

Begeleiding van 7 po-scholen, 3 coalities

1 onderzoeksleider, 2 docent onderzoekers 1 student assistent, 4 afstudeerders

Target 2 (2015-2016)

Begeleiding van 15 po-scholen, 5 coalities

1 onderzoeksleider, 2 docent onderzoekers 1 student assistent, 4 afstudeerders

Target 3 (2016-2017)

Begeleiding van 34 po- en 4 vo-scholen, 7 coalities

1 onderzoeksleider, 2 docent onderzoekers 1 student assistent, 4 afstudeerders

Vertrekpunt 2013-2014

Target 1 (2014-2015)

EMI | Businessplan 2014-2017

(* Dit programma bouwt door tot 2018-2019)


p 70

p 71

Zorg & Welzijn Maatschappelijke ondersteuning / zorginnovatie

Wonen City Life

Frontlijnaanpak: studenteninzet

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

50 studenten in gezin

50 studenten, 4 docenten, 1 lector

Target 1 (2014-2015)

150 studenten in gezin

Target 2 (2014-2015) Target 3 (2015-2016)

Research on the Job

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

16 onderzoeken

80 studenten, 4 docenten

150 studenten, 8 docenten, 1 lector

Target 1 (2014-2015)

16 onderzoeken

80 studenten, 4 docenten

300 studenten in gezin

300 studenten, 12 docenten, 1 lector

Target 2 (2014-2015)

32 onderzoeken

160 studenten, 8 docenten

350 studenten in gezin

350 studenten, 15 docenten, 1 lector

Target 3 (2015-2016)

32 onderzoeken

160 studenten, 8 docenten

Output Zuid

Output HR

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

Focuswijken

50 studenten, 2 docenten 1 afstudeerscriptie

Target 1 (2014-2015)

Vervolgonderzoek 6 wijken

75 studenten, 2 docenten, 1 lector

Target 2 (2014-2015)

Vervolgonderzoek 6 wijken

75 studenten, 2 docenten, 1 lector

Target 3 (2015-2016)

Vervolgonderzoek 6 wijken

75 studenten, 2 docenten, 1 lector

Output Zuid

Output HR

Vertrekpunt 2013-2014

Programma’s duurzaam bouwen en wonen

75 studenten, 2 docenten, 1 lector

Vertrekpunt 2013-2014

Frontlijnaanpak

Target 1 (2014-2015)

Onderzoeksrapport

1 lector, 1 hoofddocent, 4 onderzoeksdocenten

Target 2 (2014-2015)

Onderzoeksrapport

1 lector, 1 hoofddocent, 4 onderzoeksdocenten

Target 3 (2015-2016)

Onderzoeksrapport

1 lector, 1 hoofddocent, 4 onderzoeksdocenten

Nieuw in 010

Sense of the City

Output Zuid

Output HR

Smart City

Urban Innovation

Vertrekpunt 2013-2014

Programma in ontwikkeling

Target 1 (2014-2015)

10 zwangere vrouwen

2x 25 studenten (50), 2 docenten, 1 lector

Target 2 (2014-2015)

25 zwangere vrouwen

2x 25 studenten (50), 2 docenten, 1 lector

Target 1 (2014-2015)

idem

75 studenten, 3 docenten, 1 lector

Target 3 (2015-2016)

50 zwangere vrouwen

2x 50 studenten (100), 4 docenten, 1 lector

Target 2 (2014-2015)

idem

75 studenten, 2 docenten, 1 lector

Target 3 (2015-2016)

idem

100 studenten, 4 docenten, 1 lector

Lijn2: Zorg in de buurt

Output Zuid Vertrekpunt 2013-2014

Programma in ontwikkeling

Target 1 (2014-2015)

Programma in ontwikkeling

Output HR

25 studenten, 1 docent, 1 lector

Target 2 (2014-2015)

50 studenten, 2 docent, 2 lectoren

Target 3 (2015-2016)

75 studenten, 3 docenten, 2 lectoren







Organisatie en governance

H5


p 78

H5

Organisatie en governance EMI is een netwerkorganisatie die met partners bouwt aan innovatie en verbetering van de praktijk. Om recht te doen aan die missie kiezen we voor een organistatiestructuur die fuĂŻde en robuust is, waarin ruimte is voor langdurige focus, nieuwe netwerkpartners en bestendiging van uitkomsten in praktijk en onderwijs.

5.1

Bestuurlijke organisatie De organisatie bestaat uit een stuurgroep en een programmaraad waarin onderzoek en onderwijs van HR vertegenwoordigd zijn, alsmede gezaghebbende en toonaangevende experts op het gebied van maatschappelijke innovatie. De stuurgroep is verantwoordelijk en schept de kaders voor de (door)ontwikkeling van EMI, zowel inhoudelijk en financieel als bestuurlijk/juridisch. De stuurgroep bestaat uit twee leden die HR onderwijs en onderzoek vertegenwoordigen. 1. Vertegenwoordiger College van Bestuur Hogeschool Rotterdam 2. Directeur NPRZ De stuurgroep kan uitgebreid worden naarmate EMI zich verder ontwikkelt. De taak van de programmaraad is advisering van de directeur vanuit een groter en breder perspectief van maatschappelijke trends. De programmaraad zorgt voor het leggen van verbindingen binnen en buiten de regio, signaleert kansen en ontwikkelingen en treedt op als promotor en ambassadeur van EMI. De programmaraad bestaat uit minstens vier gezaghebbende leden met expertise op de thema’s: - opvoeding, hulpverlening, onderwijs, gebiedsontwikkeling - maatschappelijke innovatie in de brede betekenis - maatschappelijk ondernemerschap van bedrijven Daarnaast uit twee leden die HR onderwijs en onderzoek vertegenwoordigen. Voor het programma Mentoren op Zuid wordt een aparte stichting wordt opgericht onder de naam Alliantie op Zuid (werktitel). In het bestuur van deze stichting hebben zitting lid van CvB HR, SDVB, directeur EMI en vertegenwoordigers scholen van Zuid.

EMI | Businessplan 2014-2017


p 79

5.2

Uitvoerende organisatie De directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de activiteiten van EMI. Hij/zij zorgt dat dit gebeurt binnen de kaders die worden gesteld door de stuurgroep. De programmadirecteur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en financiële verantwoordingscyclus en treedt op als secretaris van de stuurgroep en programmaraad. De directeur geeft leiding aan een team dat de verdere ontwikkeling van EMI inhoudelijk vorm geeft. Dit team bestaat uit programmaleiders van CoP’s die samen met de partners, docenten, studenten en onderzoekers programma’s uitvoeren die verbonden zijn aan de vier aandachtsgebieden onderwijs, wonen, werk, zorg&welzijn. De programmaleiders zijn inhoudelijke experts met projectmatige skills op het gebied van het leiden van complexe programma’s. Zij hebben zowel inhoudelijke kennis over het maatschappelijk vraagstuk als kennis van het HR onderwijs en onderzoek en weten via hun netwerk partners te vinden die mee zouden kunnen werken aan de oplossingen. De uitvoering van de activiteiten van EMI gebeurt door CoP’s in (multidisciplinaire) programmateams aangestuurd door programmaleiders. Het backoffice wordt verzorgd door het Instituut voor Onderzoek en Innovatie van Hogeschool Rotterdam. Ten slotte werken er in EMI een beleidsmedewerker en communicatie- en marketingmedewerkers. De programmamanager van het programma Mentoren op Zuid legt verantwoording af aan het bestuur van de stichting Alliantie op Zuid (werktitel).

H5 Organisatie en governance


p 80

5.3

Organigram

Stichting De Verre Bergen Scholen Rotterdam Zuid

Bestuur Alliantie Mentoren op Zuid

Programma manager Mentoren op Zuid

Onderwijs Children’s Zone onderwijs onderzoek praktijk

(CoP’s) Communities of Practice

Excellent onderwijs Ouderbetrokkenheid Mentoren op Zuid

EMI | Businessplan 2014-2017


p 81

HR en NPRZ

(raamovereenkomst)

Stuurgroep EMI

Programmaraad EMI

Directeur EMI

Werken LoopbaanoriĂŤntatie

Techniek op de basisschool Talentportfolio

Zorg & Welzijn Maatsch. ondersteuning Zorginnovatie

Wonen City Life

Frontlijn aanpak

Sense of the City

Research on the Job

Smart City

Nieuw in 010

Urban Innovation

Lijn2: Zorg in de buurt

H5 Organisatie en governance



Begroting

H6


p 84

H6

Begroting Het financieringsmodel van EMI is gebaseerd op vier pijlers: - - - -

6.1

Projectfinanciering via het innovatiefonds van Hogeschool Rotterdam Jaarlijkse bijdragen van de gemeente Rotterdam Landelijke bijdragen (derde geldstromen) via Sia RAAK Fondsen

Meerjarenbegroting* Baten 1. In kind bijdrage onderwijs, bedrijven en instellingen

2014 2015 2016 2017 45

45

45

45

1.000

1.000

1.000

1.000

3. Bijdrage strategische partners

500

500

500

500

4. Nationaal Programma Rotterdam Zuid

170

170

170

170

5. OCW subsidie

310

310

310

310

2. Bijdrage Hogeschool

Totale inkomsten

2.025 2.025 2.025 2.025

Lasten 6. Pijler 1 - Children’s Zone

370

370

370

370

7. Pijler 2 - LoopbaanoriĂŤntatie

370

370

370

370

8. Pijler 3 - City Life

370

370

370

370

9. Pijler 4 - Zorg&Welzijn

370

370

370

370

10. Management en ondersteuning

250

250

250

250

45

45

45

45

200

150

150

150

13. Overig personeelskosten

30

30

30

30

14. Scholing

20 30 30 30

11. Huisvesting en werkplekken 12. Communicatie, manifestatie en events

15. Onvoorzien 40 40 40 Totale kosten Begroot resultaat (* Weergegeven bedragen zijn x1.000)

EMI | Businessplan 2014-2017

2.025 2.025 2.025 2.025 0 0 0 0








Marketing en communicatie

H7


p 92

H7

Marketing en communicatie Realisatie van de programma’s is alleen mogelijk in samenwerking met de opleidingen, kenniscentra, studenten en uiteraard de samenwerkingspartners op Zuid. Draagvlak vanuit politiek, betrokken instellingen en HR is essentieel. Maar ook informatie van de partners en stakeholders is onmisbaar.

7.1

Wie, wat en hoe Doel van de communicatie is de belanghebbenden op de hoogte te houden van de resulaten en ontwikkelingen en nieuwe partijen kennis laten nemen van en betrekken bij activiteiten op Zuid.

De communicatiedoelgroepen Partners (primair) - Strategische partners (NPRZ, SDVB, de gemeente, de Onderwijstafel, financiĂŤle partners) - Uitvoerende partners (directies en docenten van de instituten IVG, IVL, CMI en ISO van de hogeschool, lectoren en medewerkers van de kenniscentra, andere scholen voor BO en vo) Intern/eigen organisatie (primair) - Stuurgroep - Programmaraad - Communities of practice - Programmaleiders Bewoners op Zuid EMI richt zich in de communicatie niet rechtstreeks op de bewoners. Uiteraard kunnen bewoners zich informeren via de website en krijgen zij nieuws via de pers en via berichtgeving van onze partners Studenten Pers

Communicatiestrategie Kennisdeling en verbinden van beroepspraktijk en onderwijs en inzet van het netwerk zijn de belangrijkste doelstellingen van het expertisecentrum. EMI heeft contact met veel en verschillende partijen. Het netwerk is levend en verandert regelmatig van samenstelling. Communicatie is daarom essentieel voor de verbindende rol die het expertisecentrum heeft.

EMI | Businessplan 2014-2017


p 93

Passief (massa) Informatie over EMI moet op te vragen/vindbaar zijn voor iedereen die zich wil informeren over de doelstelling, de projecten en resultaten, de mogelijkheden tot samenwerking en evenementen. Verslagen over programma’s, events en onderzoeksresulaten moeten eveneens zichtbaar zijn. Actief (massa of inidividueel) Doelgroepen worden actief en gericht benaderd over nieuws, programma’s, resultaten en events van EMI. Aanspreekbaar Zichtbaar op Zuid. Naast een centraal bureau op de Hogeschool Rotterdam is een van de ambities van EMI een eigen locatie op Zuid. Een plek waar studenten kunnen werken, waar afspraken kunnen worden gepland, waar medewerkers EMI een of meerdere dagen aanwezig zijn. Kortom, toegankelijk, en zichtbaar voor iedereen.

7.2

Boodschap Doel is om door samenwerking een praktijk- en kwaliteitsimpuls te geven aan het hoger beroepsonderwijs en -onderzoek, en door die samenwerking nieuwe oplossingen te vinden voor vraagstukken op het gebied van maatschappelijke innovatie. De visuele identiteit Om herkenbaar te zijn laat EMI een huisstijl ontwikkelen die past bij de identiteit die we willen hebben: een aan Rotterdam Zuid verbonden netwerkorganisatie die werkt aan het oplossen van complexe maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen, werken, zorg & onderwijs. Kenmerken: interactie, verbinding, vernieuwing, al doende leren en kennis delen. Nieuwe kennis en kunde voor Zuid. Duurzame onderwijsvernieuwing voor de HR. Studenten maken een zelfbewuste entree op de arbeidsmarkt.

7.3

Hoe kom je EMI tegen? Events en bijeenkomsten fungeren niet alleen als moment waarop resultaten van programma’s of onderzoeken kunnen worden getoond, maar zijn dan ook een communicatiemoment. De website zal een centrale rol spelen in de communicatie en kennisuitwisseling naar zowel primaire als secondaire doelgroepen. De website biedt naast praktische informatie ook een overzicht van onderzoeken, publicaties, projecten en resultaten. Het EMI buro op Zuid is een zichtbare plek op Zuid waar partners, studenten, docenten, onderzoekers en medewerkers van EMI (samen) kunnen werken en elkaar en EMI kunnen ontmoeten. Nieuwsbrief; in digitale nieuwsbrieven zullen stakeholders/ partners in- en extern worden geïnformeerd. Social media; via speciale EMIopZUID pagina’s op linkedIN, Twitter en Facebook kan informatie worden gedeeld

H7 Marketing en communicatie


p 94

wicked problem kennisdeling

onderzoek

meerw

NPRZ

mensen begeleiding EM bewoners beroeps netwerk mogelijkheden soci samenwerking Rotterdam

kennis van de stad m

EMI | Businessplan 2014-2017


p 95

ms potentie

waarde

MI

talent

partners

HR

stimuleren

sonderwijs

studenten

iaal praktijkgericht m Zuid vooruitgang

maatschappelijke innovatie

H7 Marketing en communicatie




p 98

Bijlagen 1.

Medewerkers EMI

Carolien Dieleman Sabine Maertens Corinne Lamme Marjon Schrama

Directeur Hoofd marketing & communicatie Communicatie & evenementen Management- en beleidsassistent

Nienke Fabries Programmamanager Mentoren op Zuid Margriet Clement Programmamedewerker Mentoren op Zuid Gert-Jan van der Maas Programmamedewerker Mentoren op Zuid Monique van den Heuvel Programmaleider Excellent onderwijs, Research on the Job (ROTJ) MariĂŤtte Lusse Lector Ouders op Zuid Martine van der Pluijm Programmamedewerker Ouderbetrokkenheid, laaggeletterdheid Tamara van Heel Lejo van Herk

Programmaleider Techniek op de basisschool Programmamedewerker Techniek op de basisschool

Wietske Willemse

Programmaleider Nieuw in 010

Toby Witte Joop Berding Afke Tangenbergh Earl Euson Otto Doosje Peter Vanhoof

Begeleidend lector KC Talentontwikkeling ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak) Docent/onderzoeker KC Talentontwikkeling , begeleidend docent ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak) Docent/onderzoeker IVG, verpleegkunde ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak) Docent/onderzoeker IVL/BVE, ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak) Docent/onderzoeker ISO/SPH, ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak) Docent/onderzoeker/ISO/Peda, ROTJ (onderzoek Frontlijnaanpak)

Marina Meeuwisse Arjen van Susteren Hannah Frederiks

Programmaleider Sense of the City: leefwereldonderzoek Programmaleider Smart City en Urban Innovation Programmaleider Smart City en Urban Innovation

EMI | Businessplan 2014-2017


p 99

2.

EMI participeert in Partneroverleg Gemeente Rotterdam, Ministerie van Binnenlandse Zaken namens het kabinet, Bewonersadviesraad, Aafje, Albeda, CSG Calvijn, Stichting BOOR, Havensteder, Woonstad Rotterdam, Woonbron, Vestia Groep, Deelgemeente Charlois, Deelgemeente Feijenoord, Deelgemeente IJsselmonde, Stichting Ik Zit op Zuid, Kamer van Koophandel, Deltalinqs. Onderwijstafel Kwaliteitssprong Zuid Martine Visser, vz (Cvo), Roelof Eleveld (Inholland), Kees Terdu (PCBO), Marieke Jas (LMC), Hans Lammers voor Geert Millekamp (Nieuw Zuid), Jan Kweekel (STC), Richard Toes voor Wim Büdgen (Wartburg), Andrea Kaim (Zadkine), Giesla Kanhai (Albeda), Annet Dries voor Ton Groot Zwaaftink (RVKO), Marco Pastors en Astrid Kroos (NPRZ), Jacqueline Vermaat (MO), Rikkie de Genzer (gedetacheerd door MO bij de Onderwijstafel), Corine van Bostelen voor Arend Veldkamp (Horizon Jeugdzorg), Jan van der Meer (BOOR)), Jeroen Spek (de Passie), Ronald van den Bos (EUR) en Rob Elgershuizen (HR). Werkgroep LOB Geert Millekamp (BOOR-vo), Pascal Scholtius voor Jan Kweekel (STC), Taco Warmels (LMC), Giesla Kanhai (Albeda), Erwin Niedeveld (Zadkine), Olav Rulander (Inholland), Tamara van Heel (HR), Frank Schutte (J. en O.) en Rikkie de Genzer (OT), Jan van der Meer (BOOR po), Gerrit Elings (CSG Calvijn), Astrid Kroos (NPRZ) en Rob Horvath (J. en O.). Werkgroep Children’s Zone Martine Visser (vz), Hans Lammers voor Geert Millekamp (BOOR vo), Annet Dries (RVKO), Taco Warmels (LMC), Jacqueline Vermaat (MO) en Rikkie de Genzer (OT), John Verdaasdonk (RVKO) en Mac Steenaart (BOOR). IkZitopZuid Bedrijvennetwerk van op Zuid rond de veertig op Zuid gevestigde organisaties en bedrijven. Het landelijk netwerk Centres of Expertise

Bijlagen


p 100

3.

Overzicht instituten en (bachelor)opleidingen

Instituut

Opleiding

2010 2011 2012 2013

COM

b commerciĂŤle economie

COM

b small business en retail management

IFM b accountancy IFM

b bedrijfseconomie

IFM

2.170

2.257

2.316

2.391

606

672

717

827

738 763 785 601 1.201

1.275

1.278

1.284

b financial services management

241

250

219

187

IFM

b fiscaal recht en economie

203

273

254

305

IBK

b bedrijfskunde mer

897

913

873

876

IBK

b business it & management

338

361

348

357

IBK

b human resource management

749

758

736

744

IBK

b technische bedrijfskunde

422

412

412

442

RBS

b international business and languages

412

490

519

609

RBS

b int. business and management studies

1.257

1.403

1.422

1.439

RBS

b trade management gericht op AziĂŤ

411

460

485

526

IvG

b management in de zorg

37

29

24

20

IvG

b opleiding tot fysiotherapeut

542

595

619

636

IvG

b opleiding tot verpleegkundige

956

938

937

1.114

IvG

b opleiding voor ergotherapie

308

327

340

388

IvG

b opleiding voor logopedie

277

266

280

274

IvG b verloskunde IvG

b medische hulpverlening

IvG

b opl. leraar vo 2e gr in gez. zorg en welzijn

EMI | Businessplan 2014-2017

209 215 221 227 -

-

116

131

69

60

62

75


p 101

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in aardrijkskunde

120

124

116

143

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in alg. economie

143

126

137

152

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in bedrijfseconomie

52

53

55

74

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in biologie

197

188

171

192

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in Duits

81

90

88

106

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in Engels

369

366

374

430

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in Frans

121

127

102

91

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in geschiedenis

353

327

329

322

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in het techn. b.o.

70

54

58

57

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in maatschappijleer

181

181

178

184

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in natuurkunde

64

68

73

85

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in Nederlands

221

208

230

267

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in techniek

37

28

25

23

IvL

b opl. leraar vo 2e gr in wiskunde

251

225

237

269

IvL

b opleiding tot leraar basisonderwijs

1.318

1.345

1.323

1.290

ISO

b culturele en maatschappelijke vorming

345

345

317

281

ISO

b maatschappelijk werk en dienstverlening

900

1.042

1.011

1.030

ISO

b pedagogiek

1.059

1.017

933

873

ISO

b sociaal pedagogische hulpverlening

809

886

916

901

EAS

b autotechniek

305

293

246

261

EAS

b biologie en medisch laboratoriumond.

339

368

360

394

EAS

b chemie

184

194

214

203

EAS

b elektrotechniek

310

319

304

313

EAS

b gezondheidszorg technologie

100

119

112

141

EAS

b industrieel product ontwerpen

221

199

201

248

EAS

b werktuigbouwkunde

427

440

420

379

RMU

b logistiek en technische vervoerskunde

177

179

199

238

RMU

b maritiem officier

197

218

266

281

RMU b scheepsbouwkunde

157 142 185 195

RMU

159

Bijlagen

b chemische technologie

153

160

190


p 102

> vervolg ‘Potentieel (aantallen)’

IGO

b ruimtelijke ordening en planologie

153

145

160

169

IGO b watermanagement

107 115 124 159

IGO

b facility management

361

306

323

328

IGO

b bouwkunde

790

765

749

658

IGO

b vastgoed en makelaardij

753

649

540

489

IGO

b logistiek en economie

386

397

486

605

IGO

b civiele techniek

309

329

358

389

CMI

b mediatechnologie

230

221

240

279

CMI

b informatica

504

517

534

574

CMI

b communication and multimedia design

669

689

713

699

CMI

b communicatie

957

1.062

1.097

1.072

CMI

b technische informatica

178

183

187

181

WdKA

b autonome beeldende kunst

144

161

208

208

WdKA

b docent beeldende kunst en vormgeving

251

224

210

194

WdKA

b vormgeving

1.432

1.379

1.295

1.290

WdKA

b vrijetijdsmanagement

740

691

589

508

Totaal

29.274

29.974

30.116

EMI | Businessplan 2014-2017

30.868


p 103

4.

Lijst van afkortingen

HR

HR EMI CvB CMI CMD COM EAS IBK IFM IGO ISO IvG IvL KC Lero LIO OKC Pabo Peda RAC RBS RMU SPH WdKA

Hogeschool Rotterdam Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie College van Bestuur Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie Communication and Multimedia Design Instituut voor Commercieel Management Instituut voor Engineering en Applied Science Instituut voor Bedrijfskunde Instituut voor Financieel Management Instituut voor de Gebouwde Omgeving Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Lerarenopleidingen Kenniscentrum Instituut voor Lerarenopleidingen Leraar in opleiding Ondersteuning Kenniscentra Opleiding tot leraar Basisonderwijs Pedagogiek Rotterdam Academy Rotterdam Business School Rotterdam Mainport University of Applied Sciences Sociaal Pedagogische Hulpverlening Willem de Kooning Academie

Overig

BOOR CBS CJG CPS CVD EMC GGD GGZ LMC NPRZ RVC De Hef RVS SDVB VWS CoP’s EPS hbo LOB mbo RDM BOSS CP vmbo VVE WOZ

Stichting BOOR Christelijke Basisschool Centrum Jeugd en Gezin Landelijk adviesorganisatie onderwijs Centrum Voor Dienstverlening Rotterdam Erasmus Medisch Centrum Geestelijke Gezondheidsdienst Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg Stichting LMC Voortgezet Onderwijs Nationaal Programma Rotterdam Zuid Rotterdams Vakcollege De Hef Rotterdam Vakmanstad Stichting De Verre Bergen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Communities of Practice geëxpandeerd polystyreen (expanded polystyrene) hoger beroepsonderwijs Loopbaanoriëntatie middelbaar beroepsonderwijs RDM Campus Beter Opleiden in Samenhang en Synergie Sociaal Cultureel Planbureau voortgezet middelbaar beroepsonderwijs vroeg- en voorschoolse educatie Wet waardering onroerende zaken

Bijlagen










Colofon Tekst, samenstelling en redactie

Carolien Dieleman Nienke Fabries Monique van den Heuvel Sabine Maertens Dorine van Namen Marjon Schrama

Eindredactie

Carolien Dieleman Sabine Maertens

Vormgeving

Stof Rotterdam

Drukwerk

Veenman+

Fotografie

Marina Meeuwisse Rene Castelijn, p42

Met dank aan

Daniel Bok De Kultuurkoerier Gabrielle Taus

Contactgegevens

Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie Centre of Expertise Social Innovation

Email: Telefoon: Postadres:

EMIopzuid@hr.nl 010 794 5946 Postbus 25035 3001 HA Rotterdam

www.emiopzuid.nl



Centre of Expertise Social Innovation Rotterdam Zuid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.