ROOT2017 – 'Rotterdams Onderzoek naar Onbenutte Talenten, 2017' In verbinding tussen praktijk & theorie Inhoudelijk Verslag 12 juni 2018
Dossiernummer: Aanvrager: KvK: Adres: Contactpersoon: Email: Telefoon: Website:
17.07.00132 Stichting SKIN-Rotterdam 24408032 Hang 7, 3011 GG Rotterdam Karin de Schipper (directeur) info@skinrotterdam.nl 06 8169 1670 www.skinrotterdam.nl
1
Inleiding SKIN-Rotterdam is eind 2015 een samenwerking aangegaan met prof. Pieter Boersema van de ETF Leuven, om nader onderzoek te doen naar de talenten onder Rotterdammers die om diverse redenen onvoldoende benut worden in de samenleving. Hieruit is het rapport ‘Onbenutte Talenten 2016 – Een onderzoek naar de sociaal-culturele waarden bij christenmigranten in Rotterdam in het kader van kerk, arbeid en economie’ voortgekomen, in samenwerking met Hogeschool Rotterdam, OBI Rotterdam en Kerk in Actie1. In 2017 heeft dit een vervolg gekregen door dit praktijkproject met onderzoekscomponent, waarvan hier verslag wordt gedaan. Het project is gestart vanuit de visie dat ieder mens de kans verdient om op een menswaardige manier zichzelf en zijn/haar familie in levensonderhoud te kunnen voorzien, en vanuit de wetenschap dat er onder werkzoekenden veel onbenutte talenten zijn die niet optimaal tot ontplooiing komen. Het project is een samenwerking tussen ETF Leuven, OBI Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, SPIOR en SKIN-Rotterdam. Door deze samenwerking en aanpak wordt de eigen kracht van de deelnemers, studenten hogeschool en de expertise van de samenwerkende partners optimaal benut en worden informele netwerken verstevigd. De deelnemers worden gestimuleerd om hun capaciteiten te ontwikkelen en bij te dragen aan de samenleving en een nieuw perspectief op hun persoonlijke toekomst te ontwikkelen. De studenten leveren een maatschappelijke bijdrage én doen zelf ervaring op die bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling. In de verdere uitwerking heeft het project de titel “Werkkracht” gekregen. Dit verslag bevat na een samenvatting van de doelstellingen van het project, een beschrijving van de het proces, de behaalde resultaten en de evaluatie van het praktijkdeel.
Doel Het doel van het project is de maatschappelijke positie van 25-30 werkzoekenden te verbeteren, door hen weerbaarder te maken in het omgaan met afwijzing en discriminatie op de arbeidsmarkt. Door het project zijn de deelnemers in staat om een trede op de participatieladder te stijgen. Het project richt zich op de stap van deelname aan georganiseerde activiteiten (3) naar onbetaald werk (4) of van onbetaald werk (4) naar betaald werk met ondersteuning (5). Door: A. Deelnemers te versterken in hun eigen kracht (empowerment). • stimuleren tot zelfreflectie over sterke en zwakke punten (intern) • bespreken van de ervaren belemmeringen bij het werk zoeken (extern of intern) • uitdagen creatief te denken in oplossingen en mogelijkheden • inzet van (het netwerk van) projectpartners om kansen voor hen te creëren waardoor concrete mogelijkheden zichtbaar worden. B. Deelnemer ondersteunen bij het zoeken naar een persoonlijk toekomstperspectief. • overdragen kennis over de Nederlandse samenleving, zoals: welke culturele normen spelen een rol bij het sollicitatieproces; welke wegen bestaan er om aan werk te komen; hoe ziet de arbeidsmarkt er uit qua kansen en welke opleidingsmogelijkheden bestaan er? C. Deelnemers inspireren, zo mogelijk door de inzet van specifieke rolmodellen • niet laten weerhouden door negatieve gedachten en ervaringen • thema discriminatie bespreekbaar maken • bespreken invloed cultuur en religie op de verschillende coping mechanismen 1
Rapport ‘Onbenutte Talenten 2016 – Een onderzoek naar de sociaal culturele waarden bij christenmigranten in Rotterdam in het kader van kerk, arbeid en economie’ is op te vragen via info@skinrotterdam.nl.
2
Deze doelstellingen sluiten aan bij beleidsthema’s van de gemeente Rotterdam ten aanzien van integratie en emancipatie en deels bij discriminatie: Integratie
Emancipatie
Discriminatie
In de training wordt kennis overgedragen over de Nederlandse samenleving en normen & waarden die gerelateerd zijn aan (arbeids)participatie en persoonlijke presentatie; daarnaast vergroot hun netwerk zich via de speeddate met werkgevers. Belemmeringen om mee te kunnen doen worden besproken en alternatieven worden gezocht. In de training worden deelnemers gestimuleerd tot zelfreflectie en ontvangen ze feedback van anderen. Doel hiervan is hun gevoel van eigenwaarde te versterken en hun geloof in hun eigen capaciteiten te vergroten, zodat ze een zelfstandige bijdrage aan de Rotterdamse samenleving kunnen leveren. Hoewel het bekend is dat discriminatie op leeftijd en afkomst een grote rol speelt, wil het merendeel van onze achterban zichzelf niet als slachtoffer van discriminatie zien. Hun voorkeur, en daarmee de onze, gaat er naar uit om zich te focussen op hun eigen kracht en mogelijkheden, en van daaruit anderen (bijv. werkgevers) toch te overtuigen van hun capaciteit. Dit project volgt daarom deze route van persoonlijke empowerment.
Realisatie Dit hoofdstuk beschrijft hoe het project is verlopen ingedeeld in de vier fases zoals vermeld in het projectplan. De eerste fase is de inhoudelijke voorbereiding, de tweede fase is de werving, de derde de uitvoering van de training en de vierde en laatste fase analyse en verslaglegging. In de uitvoeringsfase komen tevens extra prestaties aan de orde en de uitvoering van de onderzoeksactiviteiten.
Fase 1: Inhoudelijke voorbereiding In drie brainstormsessies met de expertgroep met 5-6 deelnemers vanuit de samenwerkende partners is de onderzoeksopzet en vragenlijst verder uitgewerkt (6 oktober, 24 november en 15 december 2017). Dit heeft vertraging opgelopen door het (gedeeltelijke) vertrek van de directeur van SKIN-Rotterdam per september 2017, waardoor er enige tijd verminderde projectaansturing was. In december is het project overgedragen aan de nieuwe directeur en de planning vastgesteld. Op 19 januari en 16 februari 2018 zijn bijeenkomsten gehouden met de projectgroep, bestaande uit de coördinator van de Hogeschool Rotterdam en de directeuren en projectmedewerkers van SKIN-Rotterdam en SPIOR, o.a. voor het afstemmen van de uitvoering van de training. De keuze van de trainingsmethodiek is opnieuw ter discussie gesteld en aangepast naar de methode van Piezo (zie hieronder). De oorspronkelijke keuze bleek te weinig flexibel te zijn om adequaat in te kunnen spelen op de doelgroep. Omdat het Root17 programma meerdere onderzoeksprojecten heeft en voor duidelijkheid over het doel heeft dit project de naam “Werkkracht” gekregen. Op 4 april 2018 heeft afstemming plaatsgevonden van de directeur SKIN-Rotterdam en de projectleider van de Hogeschool Rotterdam met de verantwoordelijke beleidsadviseur van de gemeente, waarbij geconstateerd is dat ondanks de vertraging en het starten van twee in plaats van drie groepen (zie volgende alinea) de doelstellingen nog steeds haalbaar waren binnen de vaststellingstermijn.
Fase 2: Werving De werving en selectie van deelnemers is uitgevoerd door de projectmedewerkers en heeft plaatsgehad in februari. In het projectplan was opgenomen dat drie verschillende groepen zouden starten met de training: vanuit SKIN-Rotterdam, SPIOR en House of Hope. Door interne omstandigheden bij House of Hope is daar uiteindelijk geen groep gestart. De doelstelling van het aantal deelnemers (25-30) is onveranderd gebleven. SPIOR en SKIN-Rotterdam hebben zich hieraan verbonden en ingezet op grotere groepen. Er is een flyer ontwikkeld voor de werving (zie afbeelding hieronder). SKIN-Rotterdam heeft via haar gangbare
3
communicatiekanalen binnen haar achterban (nieuwsbrief, What’s App) geworven. Alhoewel er niet op gender geworven is hebben alleen vrouwelijke deelnemers zich aangemeld. Het is onduidelijk wat daar de reden van is. SPIOR heeft diverse groepen in haar achterban benaderd, maar uiteindelijk is uitgekomen bij deelnemers van de Huiswerkbegeleidingsgroep in Vreewijk die hoofdzakelijk uit vrouwen bestaat.
Fase 3: Uitvoering Train-de-Trainer De training is voorafgegaan door een train-de-trainer van 1 dagdeel (extra prestatie). Hieraan hebben twee projectmedewerkers en vijf student-vrijwilligers meegedaan, in totaal dus 7 personen. Dit is een extra prestatie in het project. Onder begeleiding van een professionele trainer is het bestaande trainingsmateriaal zoals gebruikt door Stichting Piezo, Zoetermeer (project “Vrouw in Actie”) doorgelopen en waar nodig voorzien van kanttekeningen ten aanzien van de doelgroep voor de projectmedewerkers. Als voorbeeld: in de oorspronkelijke training wordt gebruik gemaakt van een moodboard om deelnemers inzicht te geven in het beeld dat ze van zichzelf hebben. In de Werkkracht training gebruik gemaakt van een visionboard om deelnemers te helpen om hun gewenste toekomst te visualiseren.
4
(foto’s: trainer en projectmedewerkers, SKIN-Rotterdam team: projectmedewerker met vrijwilligers) Student-vrijwilligers en projectmedewerkers konden zich tijdens de train-de-trainer bekend maken met de trainingsinhoud en hun eigen positie rond de onderwerpen bepalen. De projectmedewerkers konden als trainer zo zelf de relatie leggen met de behoeften van de deelnemers vanuit hun kennis van de achterban daarbij ondersteund door de student-vrijwilligers. De projectmedewerkers en de student-vrijwilligers zijn tijdens deze bijeenkomst door de onderzoeker en de coördinator van de Hogeschool Rotterdam ook geïnstrueerd over de onderzoeksactiviteiten tijdens het uitvoeren van de training: het invullen van de vragenlijst en de observatieverslagen. Uitvoering Training De training bestond uit vijf dagdelen. De projectmedewerkers hebben gefungeerd als hoofdtrainer. De student-vrijwilligers hebben ondersteund met activerende verhalen. De training is uitgevoerd in de periode maart-april in twee afzonderlijke groepen: een via SKIN-Rotterdam en een via SPIOR. De groep van SKINRotterdam bestond naast de projectmedewerker uit tien deelnemers en drie student-vrijwilligers. Twee van deze student-vrijwilligers hebben ook alle opdrachten als deelnemer uitgevoerd omdat zij ook werkzoekend waren. De SPIOR groep bestond naast de projectmedewerker uit veertien deelnemers en twee student-vrijwilligers. Hier was een vrijwilliger ook werkzoekend. De werkzoekende vrijwilligers zijn vanwege hun dubbelrol geen deelnemer van het onderzoek. Achtereenvolgens kwamen per dagdeel de volgende onderwerpen aan de orde: 1. Persoonlijke doelstellingen, “Waar sta ik/wie ben ik?, uitleg visionboard: huiswerk visionboard 2. Bespreking visionboard, beperkende gedachten, belemmerende overtuiging, positief denken; huiswerk: Vaardigheden onderzoeken 3. Kwaliteiten, ervaringsverhaal rolmodel, uitleg CV, elevatorpitch; huiswerk: vacature zoeken, motivatiebrief, CV en elevatorpitch voorbereiden. 4. Verwachtingen werkgevers, netwerken, Linkedin, vacatures, motivatie en CV, oefenen elevatorpitch (Met gastdocent in SKIN-Rotterdam groep) 5. Uitleg en opstellen persoonlijk actieplan
(foto’s: aan het werk met visionboards, oefenen sollicitatiegesprek, maken actieplan)
5
De zesde bijeenkomst was een gezamenlijke speeddate sessie met deelnemers van de twee groepen. Bij deze bijeenkomst was de vrijwilligersorganisatie Dock en het bedrijf Energie Idee aanwezig waarmee gesprekken zijn gevoerd. Daarnaast was er ruimte om nogmaals de elevatorpitch te houden en feedback van de organisaties te ontvangen. Het pitchen in een grote groep was voor de meeste dames nog een brug te ver maar nadat een aantal dit gedaan hadden, zijn geanimeerde gesprekken gevoerd met de aanwezige organisaties. De sessie is afgesloten met de oefening “Over de streep” waarbij al het geleerde nog een keer terugkwam door middel van vragen/stellingen waarbij positie ingenomen moest worden. Dit diende als een extra stimulans om daadwerkelijk stappen te zetten. De sessie is afgesloten met de certificaatuitreiking. Door de vertraagde start waren de verschillende trainingsdelen snel achter elkaar, waardoor de deelnemers weinig tijd hadden voor eigen verdieping en het eigen maken van de trainingsstof. Dit is zoveel mogelijk opgelost door de projectmedewerkers door goed te blijven aansluiten bij waar de deelnemers waren en niet een standaard programma “te draaien”. De trainingsdelen werden ervaren als een snelkookpan en hadden makkelijk dagen kunnen zijn in plaats van een dagdeel. De projectmedewerkers hebben ook energie gestoken in het activeren van deelnemers door persoonlijk contact tussen de trainingsdelen in en na de training. Deze (na)zorg was niet in het oorspronkelijke project opgenomen (extra prestatie). Naar verwachting kan bij meer beschikbare tijd en nazorg een groter effect bewerkstelligd worden. Doordat er met twee groepen gestart is in plaats van drie waren de groepen groot. Dit was vooral het geval bij SPIOR, waardoor de aandacht meer verdeeld moest worden. Om op deze manier te werken is 10 deelnemers eigenlijk het maximum. Drie student-vrijwilligers bleken binnen de doelgroep van de training te vallen en hebben volledig het programma meegedaan, daarnaast kunnen alle betrokken studentvrijwilligers de ervaring toevoegen aan hun eigen CV (extra prestatie). Extra Activiteiten Zeven SKIN-Rotterdam deelnemers hebben met de projectmedewerker deelgenomen aan de Kracht On Tour BBL banenbeurs op 24 april. De High Tea met Motivational Speakers werd ervaren als een waardering voor de deelnemers als persoon. Op de aansluitende banenmarkt zijn goede contacten met werkgevers gelegd met verschillende concrete werkkansen. Twee deelnemers hebben naar aanleiding van gesprekken op de banenmarkt, gesolliciteerd. Alhoewel dit geen direct resultaat heeft opgeleverd was het voor hen wel een goede ervaring. Het heeft de deelnemers die de beurs hebben bezocht het nut van netwerken laten inzien. SKIN-Rotterdam en Dona Daria hebben afgesproken om in juni 2018 te bespreken op welk gebied samenwerking en/of doorverwijzing mogelijk is. (extra prestatie) . Verschillende deelnemers hebben interesse in het starten van een eigen onderneming. Om die reden zal alsnog met geïnteresseerde deelnemers een informatiebijeenkomst bij de KvK georganiseerd worden (extra prestatie). Gedurende de training is contact gezocht met RADAR – IDEM over het gebruiken van het netwerk van 010inclusief. Deelnemers ontvangen een uitnodiging voor het event van 010inclusief in september 2018.
6
In de gesprekken is tevens stil gestaan bij de ervaren discriminatie op naam en op uiterlijk van deelnemers in de groepen. Een van de deelnemers vertelde dat een werkgever naar aanleiding van haar brief en telefonisch gesprek in vlekkeloos Nederlands zo enthousiast was dat zij direct op gesprek kon komen. Nadat zij haar (met hoofddoek) hadden ontmoet was de interesse zo bekoeld dat ze niets meer gehoord heeft. Het melden van deze incidenten wordt vaak niet gedaan omdat men vreest voor “het gedoe”. Melden is echter wel nodig om de casuïstiek bekend te maken en (beleids)maatregelen te kunnen nemen. Het vergt een grote mate van assertiviteit van mensen die hier vaak toch al moeite mee hebben. RADARIDEM en SKIN-Rotterdam hebben de afspraak gemaakt om hier over in gesprek te blijven en waar mogelijk concrete activiteiten rond het melden van discriminatie te ontwikkelen met/voor de achterban (extra prestatie).
Onderzoeksactiviteiten De intake met de vragenlijst is met behulp van de student-vrijwilligers afgenomen tijdens de eerste trainingssessie, waardoor er weinig tijd overbleef voor het programma zelf. Het invullen van de vragenlijsten nam een groot gedeelte van het eerste trainingsdagdeel in beslag. Daarom is de vragenlijst aan het einde meegegeven aan de cursisten om zelf in te vullen. De projectmedewerkers hebben ervoor gezorgd dat de vragenlijsten zo volledig mogelijk in werden geleverd, dit is niet volledig gelukt. Wellicht was de voorlichting over het onderzoek en toetsing van de bereidheid om eraan mee te doen bij de aspirant deelnemers niet voldoende. De student-vrijwilligers hebben een schriftelijk verslag gemaakt van hun observaties tijdens de trainingsdagen. De projectmedewerkers hebben na de training zoveel mogelijk individuele evaluaties gehouden met de deelnemers. Projectmedewerkers en student-vrijwilligers waren zowel met onderzoek als praktijk bezig. Met tussentijdse feedback en coaching van de onderzoekers als handelingsonderzoek had nog meer ingespeeld kunnen worden op wat de deelnemers nodig hadden om een stap te zetten. Door de korte periode dat de training liep, was hier geen mogelijkheid voor.
Fase 4 Analyse & Verslaglegging resultaten Op 16 mei 2018 heeft een afsluitende expertmeeting plaatsgevonden met een uitvoerige evaluatie van de praktijkbevindingen. Hieruit zijn afspraken voortgekomen ten aanzien van de benodigde aanvullende input voor de afronding van de (onderzoeks)rapportage. Op 23 mei 2018 is de training geëvalueerd met de student-vrijwilligers en projectmedewerkers. Van elke deelnemer is een korte reflectie geschreven door de twee projectmedewerkers en student-vrijwilligers, aan de hand van de ervaringen met de deelnemer tijdens de training en/of de afsluitende gesprekken. De onderzoekers zijn door de student-vrijwilligers en projectleiders in staat gesteld om het onderzoeksrapport te schrijven aan de hand van ingevulde observatieformulieren en enquêtes, reflecties van de deelnemers en een verslag van de evaluatiebijeenkomst van de training. In de periode hierop volgend hebben de onderzoeksleiders van de ETF Leuven en OBI Rotterdam de analyse van de studenten verder uitgewerkt en het voorlopige onderzoeksrapport samengesteld (bijlage 2). Op 17 mei heeft (telefonisch) afstemming plaatsgevonden tussen de projectleiding en de verantwoordelijk beleidsadviseur van de gemeente.
7
Resultaten In dit hoofdstuk komen de in het projectplan aangegeven output en outcome aan de orde. Output ➢ 25-30 deelnemers uit de doelgroep hebben een training van 5 dagdelen gevolgd Ondanks dat er twee groepen zijn gestart in plaats van drie door het uitvallen van House of Hope hebben er uiteindelijk 28 deelnemers uit de doelgroep zijn de training gestart. de training gevolgd (inclusief werkzoekende vrijwilligers, SKIN-Rotterdam:13, SPIOR: 15). In iedere groep is een deelnemer na de eerste trainingsdag gestopt. Ondanks dat er twee groepen zijn gestart in plaats van drie, vanwege het uitvallen van House of Hope, hebben uiteindelijk toch 26 deelnemers uit de doelgroep de training gevolgd. Daarnaast zijn/worden de volgende extra prestaties uitgevoerd: • Train-de-trainer van 1 dagdeel met twee projectmedewerkers en vijf student-vrijwilligers • De training bestond niet uit 5 dagdelen maar 6 dagdelen. De zesde bijeenkomst was de speeddate met de deelnemers van beide groepen • Deelname van zeven deelnemers aan BBL beurs Kracht on Tour. SKIN-Rotterdam en Dona Daria hebben afgesproken om in juni 2018 te bespreken op welk gebied samenwerking en/of doorverwijzing mogelijk is. • Deelnemers worden uitgenodigd voor het banenevent van 010inclusief in September. Naar verwachting zullen alle SKIN-Rotterdam deelnemers die nog geen baan hebben hier aan meedoen. Van SPIOR zullen naar verwachting 8 deelnemers meedoen. • Er wordt nog een informatiebijeenkomst bij de KvK georganiseerd voor deelnemers die interesse hebben in het starten van een eigen bedrijf. Naar verwachting zullen vanuit SKIN-Rotterdam hier zes deelnemers en de twee student-vrijwilligers aan meedoen en van SPIOR nog eens vier deelnemers. • Projectmedewerkers verlenen “nazorg” door de deelnemers te stimuleren in de uitvoering van hun actieplan.
➢ Deelnemers hebben een persoonlijk plan opgesteld (schriftelijk aantoonbaar) en de eerste stappen gezet om daarin zichzelf verder te ontwikkelen (bijv. door deelname aan een traject, Kracht on Tour, vrijwilligerswerk, werkervaringsplaats of stageplaats in lijn van zijn/haar CV, betaald werk). Uitgangspunt is dat er voor ieder individu aantoonbaar een stijgende lijn moet zijn ingezet (1 trede stijging in de participatieladder). Volgens het programma van de training is de vijfde workshop volledig besteed aan het maken van een persoonlijk actieplan. In bijlage 1 is een tabel opgenomen waarin concreet de uitgangspositie en de stand van zaken aan het eind van de training zijn weergegeven van de deelnemers. Tijdens de training bleek dat stijging op de participatieladder niet altijd lineair verloopt. Vaak hadden de deelnemers wel een arbeidsverleden maar in een andere setting en/of in het land van herkomst. Alle deelnemers doen wel een soort vrijwilligerswerk, hetzij informeel in mantelzorg, oppas en/of in de kerk/moskee, hetzij formeel bij een andere organisatie. Sommigen gaan van baantje naar baantje in tijdelijke contracten of zijn ondernemer geweest. Diploma’s passen niet altijd bij het werkaanbod. Bij deelnemers gesignaleerde redenen van niet aan het werk komen liggen in de sfeer van het niet kennen van “de mores”, de impliciete discriminatie, negatief zelfbeeld, onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal en onvoldoende denken in mogelijkheden. Hoogopgeleide deelnemers geven aan er niet “tussen te komen” in hun branche vanwege het niet goed genoeg spreken van het Nederlands. Dit gold bijvoorbeeld voor een ervaren juriste in de groep. Deelnemers zoeken werk op eigen kracht via advertenties, of wat hen toevalligerwijs ter ore komt. De structurele wegen bewandeld van
8
vacaturebanken, LinkedIn e.d. worden weinig bewandeld. Wanneer mensen zich ergens inschrijven leidt dat zelden tot een aanbod. Deelnemers hebben hulp nodig om de weg te vinden én om door te zetten in het labyrint van voorzieningen en manieren om werk te vinden in de Nederlandse samenleving. Met RADAR-IDEM wordt in juni verder gesproken over het ontwikkelen van activiteiten om ervaren discriminatie te melden. ➢
Via de speeddate en training zijn deelnemers in contact gekomen met een breder netwerk, o.a. onder werkgevers.
Bij de speeddate sessie is zo veel mogelijk geprobeerd voor de deelnemers relevante werkgevers te betrekken. Benaderde organisaties waren vaak wel bereidt om te komen maar konden dan niet op de geplande datum. Door de korte periode waarin de training moest plaatsvinden, was er weinig ruimte voor verplaatsen van de sessie. Uiteindelijk waren Uiteindelijk waren Dock en Energie Idee bereid om deel te nemen. Deze organisaties vormen toegang tot een netwerk van vrijwilligersorganisaties en werkgevers. Tijdens de BBL beurs van Kracht on Tour hebben deelnemers hun netwerk uit kunnen breiden en zijn bekend geraakt met de organisatie Dona Daria. Het event van 010inclusief in september zal ook nog bijdragen aan een breder netwerk van deelnemers. Een niet te verwaarlozen aspect van de training is de bewustwording van de deelnemers van de mogelijkheden die ze hebben binnen hun eigen netwerk en door het delen van elkaars netwerk. Beide groepen hebben een groepsapp ingesteld om elkaar tips te geven en te bemoedigen, waardoor onderlinge coaching natuurlijk is ontstaan. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het netwerk van de projectmedewerkers en de projectpartners om deelnemers van passende netwerkcontacten te voorzien. Zo is het door de contacten van de SKIN-Rotterdam projectmedewerker dat twee deelnemers in aanraking zijn gekomen met het opleidingstraject “Tafel van Zeven” voor het opzetten van een eigen cateringbedrijf. Zij starten op 13 juni met de opleiding. Daarnaast gaat een deelnemer aan de slag als vrijwilliger bij SKIN-Rotterdam om werkervaring op te doen en is een SPIOR vrijwilliger nu betaald projectmedewerker bij SPIOR. Voor een overzicht per deelnemer zie de tabel in bijlage 1. ➢ Er zal een openbaar rapport verschijnen, geschreven door de projectpartners, met in het project opgedane kennis. Zie bijlage 2 voor de voorlopige onderzoeksrapportage, een definitieve rapportage wordt verwacht in juli 2018, deze zal medio september 2018 verspreid worden via de eigen media en zo mogelijk een publieke bijeenkomst en een wetenschappelijk artikel. Outcome: Hieronder wordt de outcome weergegeven zoals gesignaleerd door de projectmedewerkers die de training hebben geleid. Meer informatie over de outcome is voor zover mogelijk opgenomen in de voorlopige onderzoeksrapportage (bijlage 2).
➢ Deelnemers hebben na afloop een groter gevoel van eigenwaarde, een groter geloof in hun eigen mogelijkheden om zelf het verschil te maken in hun situatie, en een beter begrip van hoe ze dat concreet kunnen doen; In de training was het benoemen van (elkaars) kwaliteiten van onschatbare waarde. Het leek of de deelnemers de ogen werd geopend ten aanzien van de mogelijkheden die zij hadden om zichzelf te presenteren en van waarde te zijn. Deelnemers durven de kracht die ze zelf hebben naar buiten te laten
9
komen. Eigenwaarde wordt ingekleurd door het gevoel van de deelnemers zelf en is moeilijk te meten in een vragenlijst. ➢ Deelnemers hebben na afloop grotere weerbaarheid in het omgaan met tegenslag, en zijn beter toegerust om adequaat voor zichzelf op te komen; In de training zijn de deelnemers zich ervan bewust geworden dát ze voor zichzelf kunnen opkomen en moeten volharden in het zoeken naar werk. Voor de meeste deelnemers gaat dit niet vanzelf. Bewustwording is een eerste stap maar ze hebben daarin wel aanmoediging nodig. ➢ Deelnemers hebben na afloop meer kennis over hun kansen op de arbeidsmarkt gekregen en beter begrip van wat er door werkgevers van hen als werknemer en/of werkzoekende wordt verwacht; Deelnemers hebben een betere indruk gekregen van wat werkgevers van hen verwachten en waar zij zich aan moeten conformeren om een kans te hebben op de arbeidsmarkt. Een evident voorbeeld is dat geldt ‘afspraak is afspraak’ en dat je op tijd moet komen en gaan. Wanneer een relatie is opgebouwd is er ook bij Nederlandse werkgevers best maatwerk mogelijk maar het begint met geven en nemen. In de training is hier al op gestuurd bijvoorbeeld door mensen die te laat kwamen aan te spreken. Door het voeren van gesprekken tijdens de speeddate en voor een deel van de deelnemers tijdens de BBL-beurs van Kracht-on-Tour hebben de deelnemers ervaren welke vragen de werkgevers stellen. ➢ Vier studenten HRM van Hogeschool Rotterdam hebben praktijkervaring opgedaan in arbeidstoeleiding van werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt, en hebben kennis opgedaan over de rol van cultuur, religie en persoonlijke waarden in dit proces; Afspraken met opleidingen over uitvoering van externe praktijkopdrachten vinden normalite plaats voor de zomervakantie. De subsidie is na de zomervakantie toegekend. In oktober 2017 is nog geprobeerd om HRM studenten van Hogeschool Rotterdam te betrekken bij het project Root17/Werkkracht. Het is echter niet meer gelukt om het project in te brengen in een bestaande minor of onderwijsmodule.. Uiteindelijk zijn vier studenten van de opleiding HRM geworven via de Facebook pagina van de opleiding. Studenten werden gevraagd om zich op te geven om een bijdrage te leveren aan het project door: 1) onderzoek te doen naar talentontwikkeling of economische participatie van deelnemers, 2) de opzet van de training te analyseren, onderzoeken en verbeteren, 3) het coachen van deelnemers in het opstellen van een persoonlijk plan. Wegens volle agenda’s en/of ingeroosterde colleges op de tijdstippen van de trainingsbijeenkomsten hebben de HRM studenten helaas niet actief kunnen deelnemen aan de training. In plaats daarvan zijn drie andere student-vrijwilligers betrokken geweest bij de uitvoering van de training. Ook zijn drie oud– stagiaires van het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie (EMI) van Hogeschool Rotterdam ingezet bij de uitvoering van de training en zij hebben de onderzoeksdata verwerkt. Vijf van hen hebben een train-de-trainer bijeenkomst bijgewoond waarin de opzet van de training werd besproken en de onderzoeksopzet is toegelicht. Concreet hebben de zes student-vrijwilligers de volgende activiteiten uitgevoerd: meegedacht in de opzet van de training, een observatieformulier ontwikkeld, enquêtevragen aangepast, verslag gelegd van de trainingsbijeenkomsten, enquêtes afgenomen en data verwerkt. ➢ Projectpartners hebben kennis opgedaan over de rol van cultuur, religie, persoonlijke waarden en het functioneren van het informele netwerk in het kader van (economische) participatie en deze kennis beschikbaar gesteld voor derden. Deze outcome wordt beschreven in het onderzoeksrapport. De observaties van de projectmedewerkers en de student-vrijwilligers zijn aanvullend aan de vragenlijst van het onderzoek.
10
➢ De resultaten van het project "ROOT17" worden via een schriftelijke evaluatie zichtbaar gemaakt. U bespreekt de evaluatie met de gemeente Rotterdam medio juni 2018. U deelt de bevindingen van het onderzoek "Synergie in verbinding tussen praktijk & theorie" met de gemeente Rotterdam. Evaluatie heeft plaatsgevonden in de laatste expertmeeting. De schriftelijke evaluatie is beschreven in dit inhoudelijke verslag aangevuld met de voorlopige onderzoeksrapportage (zie bijlage 2), een definitieve rapportage wordt verwacht in juli 2018 en gepresenteerd in september 2018.
Conclusie De uitvoering van het project was op meerdere manieren een unieke samenwerking. De Hogeschool Rotterdam, ETF-Leuven en OBI van de gemeente Rotterdam werkten samen in onderwijs en onderzoek. Groepen deelnemers van heel diverse achtergronden, die elkaar anders waarschijnlijk niet zouden hebben leren kennen, hebben elkaar in de speeddatesessie ontmoet rond een gedeeld doel. Dit draagt bij aan het verbreden van perspectieven en de sociale cohesie. Het project heeft veel opgeleverd voor de deelnemers in termen van zelfkennis en kennis van mogelijkheden en verwachtingen op de arbeidsmarkt. De participatieladder als instrument is enigszins problematisch omdat het bewegen daarop niet altijd lineair verloopt. Iedere deelnemer heeft al een historie met onbetaald of betaald werk. Redenen om op dit moment geen werk te hebben zijn o.a.: persoonlijke omstandigheden/keuzes; een arbeidsverleden of opleiding elders die in Nederland als niet relevant gezien wordt; uitsluiting door anders zijn (naam, uiterlijk, beperktere kennis van de Nederlandse taal en gewoonten); de impact van de economische ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De training heeft gevoelsmatig bijgedragen aan de eigenwaarde, de bewustwording hoe zichzelf te presenteren, de verwachtingen van werkgevers en de eigen mogelijkheden. Het heeft de deelnemende vrouwen in hun kracht gezet en hen aangezet om in actie te komen. De werkelijkheid blijft echter weerbarstig en stimulatie en advies blijft bij de meesten ook na de training nodig. Alhoewel dit niet binnen het project valt, zullen SKIN-Rotterdam en SPIOR doen wat binnen hun mogelijkheden ligt om de deelnemers van dit te projecten te begeleiden en/of door te verwijzen. Het voorlopige onderzoeksrapport is te lezen in bijlage 2 van deze inhoudelijke rapportage. Het definitieve rapport wordt in juli verwacht en wordt in september via media, publicatie en presentatie gedeeld. Vervolg De training en het onderzoek was een pilotproject in het kader van het bredere ROOT17 programma, dat voortbouwt op diverse conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek “Onbenutte Talenten” van 2016. De kerngroep van ETF-Leuven, Hogeschool Rotterdam en SKIN-Rotterdam gaat verder met het uitwerken van een vervolg. In het vervolgproject worden de resultaten en leerpunten vanuit deze pilot zoals beschreven hierboven en in het onderzoeksrapport meegenomen. Daarnaast willen we graag impact van deze interventies op lange termijn onderzoeken. Met de manager externe betrekkingen van het Instituut Financieel Management van de Hogeschool Rotterdam en twee minorcoördinatoren van de opleiding HRM wordt nog verder nagedacht over de inbedding van een soortgelijk project in een bestaande minor of extern project. Dit komt tegemoet aan de wens van een aantal studenten om een (maatschappelijke) bijdrage te willen leveren aan een project gericht op empowerment van bewoners. Bij een nieuwe concrete training Werkkracht of activiteiten die aansluiten bij de behoefte van de achterban wil SPIOR ook weer aanhaken. We kijken er naar uit de samenwerking met de Gemeente Rotterdam ten aanzien van Onbenutte Talenten en Arbeidsparticipatie voort te zetten in het vervolgproject.
11
Financiële realisatie In de begroting is onderscheid gemaakt tussen de trainings- en de onderzoekscomponent. Begroting Subsidie Totaal Eigen bijdrage Werving & intake deelnemers Uitvoering cursus > Materiele kosten > Cursusleiding > Coördinatie Inzet studenten Kennisoverdracht en -ontwikkeling > 2 expertmeetings projectpartners > Coördinatie, evaluatie, verslaglegging Onvoorzien
4.600 5.935
3.100 5.575
1.500 360
1.275 1.200 3.460
2.400 12.180
600 3.420
750 25.865
13.445
Totaal 2.920 8.357
Eigen bijdrage -180 2.782
1.402 600 6.355 1.800 8.760
5.160 7.020 750
Realisatie
6.610 24.030
6.010 20.610
7.775 16.255 12.420
41.917
29.222
Training • Werving en intake van de deelnemers is minder intensief gebleken. Een deel van de begrote uren is bij de coördinatie geteld omdat het onderdeel was van de eerste trainingsdag. • Cursusleiding: de training is gegeven door de projectmedewerkers alleen voor de train de trainer is een professionele trainer ingehuurd. De bestede uren zijn niet apart bijgehouden maar opgenomen in coördinatie • Coördinatie: de ontwikkeling van de training, de follow-up van deelnemers en het leggen van contacten en het zoeken naar bedrijven voor de speeddate is niet meegenomen in de begroting. • De extra prestaties Train de trainer, Kracht On Tour en de nog te komen activiteiten van KvK en 010Inclusief zijn niet opgenomen in de begroting. In de realisatie komt dit voor een klein deel terug in materiele kosten (zaalhuur Train de Trainer), de personele kosten zijn opgenomen in coördinatie. Onderzoek • Inzet studenten: de eigen bijdrage bestaat grotendeels uit de uren van begeleiding door de coördinator van de Hogeschool Rotterdam. • Expertmeeting: er zijn vooraf drie expertmeetings gehouden i.p.v. een. • Coördinatie, evaluatie, verslaglegging: o De werkzaamheden van de projectmedewerkers van SPIOR en SKIN-Rotterdam in het verzamelen van de onderzoeksdata en het schrijven van de reflecties was onder begroot. o Het algemeen management van het project was onder begroot. o De inzet van de voormalig manager van OBI was niet opgenomen in de begroting maar is wel de facto meegenomen in de realisatie. Samenvattend kan gezegd worden dat de totale kosten van de training (€ 11.277) vrijwel overeenkomen met de begroting aangevuld met de post onvoorzien (€ 11.285). De kosten van het onderzoek gedeelte waren sterk onder begroot. Dit heeft vooral consequenties voor SKIN-Rotterdam en SPIOR die dit uit eigen middelen moeten aanvullen. De inzet van de overige partners was volledig als in natura bijdrage bedoeld.
12
Bijlage 1: Beginsituatie en toekomstperspectief deelnemers SKINRotterdam 1
2
3
4
Beginsituatie
Werkperspectief (actieplan)
Opleiding: WO Rechten(land van herkomst) Werkervaring: fotograaf Werkstatus: zoekt werk als fotograaf.
Gaat haar Nederlands verbeteren en zoekt een betaalde baan op gebied van fotografie, als opstap klussenvrouw of hulp bij inkopen doen voor ouderen. Wil ondanks afwijzingen het liefst terug in het onderwijs maar in ieder geval op zoek naar een beter betaalde baan. Heeft training niet tot einde afgemaakt.
Opleiding: lerarenopleiding in land van herkomst, gelijkwaardig aan PABO Werkervaring: schooljuf groepen 1 en 2 in land van herkomst, entertainmentbedrijf voor kinderfeestjes, secretaresse. Werkstatus: Vanwege uitspraak Nederlandse taal afwijzingen in onderwijs. Bedrijf onvoldoende omzet. Secretaressewerk past haar niet. Opleiding: MBO4 bedrijfsadministratie Werkervaring: stage administratief werk Werkstatus: werkzoekende
Heeft haar Cv verbeterd en is aan het solliciteren naar een administratieve baan
Opleiding: basisschool in land van herkomst Werkervaring: eigen bedrijf in land van herkomst, in Nl: vrijwilligerswerk in kerk en ziekenhuis, koffieschenken Werkstatus: werkzoekende Opleiding:HBO Marketing Management Werkervaring:administratief/financiele adminstratie Werkstatus: werkzoekende
Heeft per 11 juni een baan als postsorteerder
6
Opleiding: MBO grafisch in land van herkomst Werkervaring: grafisch ontwerper Werkstatus: Vrijwilliger bij een drukkerij
Zoekt een betaalde baan bij een drukkerij en wil een opleiding tot webdesigner volgen om als ondernemer verder te gaan. Volgt taalles.
7
Opleiding: WO Rechten in land van herkomst. Forensisch Criminologie en Recht in NL Werkervaring: Consultant op het gebied van mensenrechten. Hoogleraar Werkstatus: part-time baan als bordenwasser
Gaat haar Nederlands verbeteren om kans op een baan te vergroten.
8
Opleiding: MBO administratie Werkervaring: datatypiste Werkstatus: doet vrijwilligerswerk bij de kerk
Start op 13 juni met de catering opleiding van de Tafel van 7. En start op 14 juni als vrijwilliger administratief medewerker bij SKIN-Rotterdam
5
13
Heeft nu een aantal sollicitaties lopen en blijft actief solliciteren tot ze werk heeft. Start per 13 juni met catering opleiding bij De tafel van 7
Beginsituatie Opleiding: Coupeuse in land van herkomst Werkervaring: naaister. Vrijwilliger bij de kerk: mensen naar de dokter begeleiden, helpen met invullen van formulieren, Werkstatus: werkzoekend
Werkperspectief (actieplan) Wil een eigen naai-atelier starten gericht op zakelijke klanten voor gordijnen e.d. zij wil hier meer info over.
10
Onbekend
Maar 1x aanwezig geweest
11
Opleiding: middelbare school in land van herkomst Werkervaring: vrijwillige tolk bij Vluchtelingenwerk, vrijwillige oppasmoeder op basisschool, Werkstatus: werkzoekend Opleiding: HBO International Business and Management (jaar 4), cursus sportinstructeur. Werkervaring: vrijwilliger bij de kerk Werkstatus: parttime winkelpersoneel en masseur. Opleiding: HBO International Business and Management (jaar 3), cursussen sportinstructeur en voedingsspecialist. Werkervaring: vrijwilliger bij de kerk Werkstatus: werkzoekend
Zoekt werk als hostess bij een hotel.
Onbekend
Maar 1x aanwezig geweest
2
Opleiding: MBO Doktersassistent Werkervaring: ja Werkstatus: werkzoekend
3
Opleiding: VMBO Werkervaring: geen Werkstatus: werkzoekend
4
Opleiding: HBO Theologie Werkervaring: ja Werkstatus: werkt maar wil beter werk zoeken
5
Opleiding: MBO helpende welzijn, Werkervaring: ja in de zorg Werkstatus: werkzoekend
Wil graag weer aan de slag wil in de zorg. Haar Cv is nu gereed om te solliciteren. Mevrouw zoekt naar vacatures op internet en gaat actief solliciteren. Is wat onzeker over haar eigen kunnen. Zij zoekt vacatures die bij haar passen en gaat hierop solliciteren, zij is toegevoegd aan de groepsapp waar zij vragen kan stellen of om hulp kan vragen. Is onzeker maar weet wel wat ze wil. In de training heeft ze aan haar zelfvertrouwen gewerkt en gaat op zoek naar werk via internet. Cv is ook aangepast en gereed om te solliciteren. Een doorzetter, die graag weer wilt werken. Zij is ijverig aan het solliciteren nu haar Cv compleet is.
6
Opleiding: MBO/HBO Werkervaring: ja Werkstatus: werkzoekend
9
12
13
SPIOR 1
Zoekt nu een full time baan en wil op termijn een eigen bedrijf in sportinstructeur en masseuse
Zoekt werk als sportinstructeur en voedingsadviseur. Neemt haar eigen muziek op. Wil op termijn een eigen bedrijf in voedingsadvies en sport.
Heeft ruime werkervaring maar komt niet aan een baan vanwege haar leeftijd. Zij blijft solliciteren en heeft haar Cv en sollicitatiebrief aangepast. Zij wilt ook graag een eigen onderneming en wil hier meer info over.
14
7
Beginsituatie Opleiding: Niveau 2 Werkervaring: nee Werkstatus: werkzoekend
8
Opleiding: Universiteit in Marokko Werkervaring: geen Werkstatus: werkzoekend
9
Opleiding: Opleiding in Marokko Werkervaring: vrijwilligerswerk Werkstatus: vrijwilligerswerk
10
Opleiding: Lyceum in Marokko Werkervaring: geen Werkstatus: werkzoekend
11
Opleiding: MBO Werkervaring: ja Werkstatus: werkzoekend
12
Opleiding: Havo Werkervaring: ja Werkstatus: vrijwilligerswerk
13
Opleiding: MBO 3 Werkervaring: ja in de zorg Werkstatus: werkzoekend
14
Opleiding: Niveau A2 Werkervaring: ondersteunende organiserende rol in eigen onderneming van echtgenoot. Werkstatus: werkzoekend
15
Opleiding: MBO/HBO Werkervaring: 17 jaar werkervaring, maatschappelijke dienstverlening en eigen onderneming Werkstatus: werkzoekend
15
Werkperspectief (actieplan) Onzeker, moet nog werken aan haar zelfbeeld en ontdekken wat zij precies wil. Wil eerst beginnen met vrijwilligerswerk op school van de kinderen. Heeft meer zelfvertrouwen. Ze wil graag iets met sport doen. Gaat kijken voor een opleiding en kijken of ze het kan combineren met werk of stage. Eigen onderneming is ook een optie, zij wil hier extra info over Is wat gesloten. Zij heeft in Marokko een opleiding als coupeuse afgerond en wilt hier graag mee verder. Gaat zich oriĂŤnteren. Eigen onderneming is ook een optie, zij wil hier graag meer info over. Heeft veel meegemaakt, wil eerst aan haar zelf en haar zelfvertrouwen werken. Zij heeft aangegeven dat ze daarna gaat solliciteren. Haar Cv is aangepast. Zeer leergierig. Bewust en kritisch. Wil graag aan de slag. Gaat opzoek naar een baan als secretaresse of administratief. Via internet en eigen netwerk. Wil misschien ook een eigen onderneming, meer info hierover. Weet wat ze wil, gaat er ook voor. Solliciteert al en wil denkt er ook over na om een eigen onderneming te starten, zij wil ook graag meer info hierover. Ambitieus en trouw. Zij is goed in oplossingen zoeken en wil hier ook wat mee gaan doen. Mensen helpen. Gaat in Maatschappelijk richting iets zoeken. Ze gaf aan dat ze net dit duwtje in de goed richting nodig had. Wil zich graag zelf verder ontplooien en werken aan haar zelfvertrouwen. Zij zoekt laagdrempelig vrijwilligerswerk zoals in een verzorgingshuis of overblijf moeder. Zij gaat zelf contact leggen met de school van haar kinderen en verzorgingshuizen. Heeft een baan als projectmedewerker bij SPIOR.
Bijlage 2 Voorlopig onderzoeksverslag ROOT17-WK2018 Print 7 juni 2018. Pieter Boersema en Aat Brand
Inhoud gedeelte onderzoek op basis van enquêtes en interviews 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Inleiding ....................................................................................................................................... 3 1.1.
Onderzoeksprogramma Onbenutte Talenten ..................................................................... 3
1.2.
Project ROOT17 - WerkKracht 2018 (WK2018) ................................................................... 3
Structuur en doelstellingen van het onderzoek ROOT17-WK2018 ............................................. 4 2.1.
Namen van onderzoekers.................................................................................................... 4
2.2.
Doelstellingen van het onderzoek ....................................................................................... 4
2.3.
Structuur en methodiek van het onderzoek ....................................................................... 5
2.4.
Beperkingen van het onderzoek.......................................................................................... 6
Interpretatie en analyse van de gegevens .................................................................................. 7 3.1.
Uitkomsten analyse van data gerelateerd aan de doelstellingen ....................................... 7
3.2.
Causale verbanden tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen............................... 8
3.3.
Opvallende scores bij de invulling van de enquête ............................................................. 8
3.4.
Mogelijke profielen bij de analyse....................................................................................... 9
3.5.
Problematiek van het gebruik van de ‘participatieladder’ als selectiecriterium .............. 10
3.6.
Het belang van de Nederlandse taal en Nederlandse diploma’s. ..................................... 10
3.7.
Het aspect van ‘stress’ in een Nederlandse omgeving ..................................................... 10
Conclusies verbonden aan de analyses ..................................................................................... 10 4.1.
Conclusies van de analyses van de uitkomsten bij de doelstellingen ............................... 10
4.2.
Overige conclusies ............................................................................................................. 11
4.3.
Opmerkingen in relatie tot het CRWS model .................................................................... 11
Vervolgonderzoek WK2019 ....................................................................................................... 12 5.1.
Verbinding met de werkgevers ......................................................................................... 12
5.2.
Verbetering inpassing van buitenlandse arbeidservaring ................................................. 12
5.3.
Aspect van discriminatie ................................................................................................... 12
5.4.
Splitsing onderzoek in twee delen .................................................................................... 12
Bijlagen ...................................................................................................................................... 13 6.1.
Formulier ROOT17: Project WerkKracht 2018, Algemeen Deel. ....................................... 13
6.2.
Enquêtevragen ROOT17: 18-A-02 ..................................................................................... 14
6.3.
Antwoorden vraag 40 ........................................................................................................ 16
6.4.
Kruistabel over mogelijke verbanden bij ‘Diploma’ .......................................................... 17
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 1
6.5.
Profielen ‘Modern’ en ‘Traditioneel’ (voorbeeld van ‘Onbenutte Talenten’?) ................. 18
6.6.
CRWS model verbonden aan de enquête vragen ROOT17-WK2018 ................................ 19
6.7.
Kruistabel CRWS op het domein ‘Cohesie’. ....................................................................... 20
6.8.
Vergelijking profielen SKIN deelnemers met SPIOR deelnemers ...................................... 21
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 2
1.
Inleiding
1.1. Onderzoeksprogramma Onbenutte Talenten Dit onderzoeksverslag is een weergave van een onderzoek naar de ontwikkelingen in een training over empowerment van mensen die op zoek zijn naar (betaald) werk. Het is een vervolg van het pilot onderzoeksproject ‘Onbenutte Talenten 2016’ uitgevoerd voor vanuit SKIN Rotterdam in samenwerking met de ETF Leuven voor wat betreft het onderzoeksgedeelte. Vanuit dit pilotonderzoek ‘Onbenutte Talenten’ werd in 2017 een breder programma ingericht dat de verschillende aspecten van ‘migranten en arbeid/werkloosheid’ in Rotterdam voor een langere periode wil onderzoeken. Het gaat dan om een verbinding tussen de praktijk en wetenschappelijk onderzoek die elkaar vanuit de verschillende invalshoeken moeten aanvullen om zo meer inzicht te krijgen in deze complexe vraagstelling. Dit programma kreeg de naam ‘Rotterdam Onderzoek Onbenutte Talenten’, afgekort ROOT17. Het gaat dan over een vervolg van het pilotproject van 2016 maar dan in een bredere uitvoering gebaseerd op de uitkomsten en conclusies van het pilotproject. Vanuit het zoeken naar een verband tussen verschillende onderzoeksprojecten, bijvoorbeeld door verbindingen via steekwoorden bij de verschillende onderzoeksprojecten en een invulling van een longitudinaal onderzoek over een aantal jaren, hoopt SKIN effectief de migranten te kunnen helpen bij het verhogen van hun kansen op (betaald) werk en daarmee op verbetering van hun leefwereld. In dit programma van ROOT17 zijn een viertal onderzoeksclusters geformuleerd, namelijk Arbeid en Economie, Gezinnen en Economie, Integratie in de Rotterdamse samenleving en Diversiteit en Religieuze Saamhorigheid. Dit rapport gaat over Project WerkKracht 2018 dat een onderdeel is van cluster ‘Arbeid en Economie’. Zo kunnen vanuit de uitkomsten van dit project ook andere clusters geholpen worden bij hun onderzoek en vice versa. 1.2. Project ROOT17 - WerkKracht 2018 (WK2018) De opzet van project WK2018 heeft twee aspecten, namelijk ‘empowerment’ en ‘kwalitatief en kwantitatief (longitudinaal) onderzoek’. Dit project staat voor het zoeken naar synergie tussen de praktijk en de theorie. Voor meer achtergrondinformatie hierover wordt verwezen naar het eerste onderdeel van dit rapport, het inhoudelijk verslag. In eerste instantie ging het project uit van drie verschillende groepen werkzoekenden. De eerste was die van SKIN (koepel van internationale en christelijke migrantenkerken in Rotterdam). De tweede die van SPIOR (koepel van moslimgemeenschappen en moskeeën in Rotterdam) en de derde groep zou gerekruteerd worden uit de deelnemers van ‘House of Hope’, een sociaal initiatief op RotterdamZuid dat zich door middel van hulp en ontmoeting inzet voor een betere wijk. Deelname uit deze laatste groep kon niet worden gerealiseerd vanwege een tekort aan trainers. Het uiteindelijke trainingsproject werd daarom uitgevoerd met de twee eerst genoemde groepen. N.B. Er is een verschil tussen werving van de kandidaten voor het trainingsprogramma. SKIN heeft via haar nieuwsbrief kandidaten geworven en SPIOR heeft ze geselecteerd uit een bestaande vrouwengroep van 45 personen. De selectie bij SKIN richtte zich op mannen, maar net als bij SPIOR deden uiteindelijk alleen vrouwen aan de training mee.
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 3
2. Structuur en doelstellingen van het onderzoek ROOT17-WK2018 2.1. Het team van onderzoekers Verantwoordelijken voor het onderzoekgedeelte: ETF Leuven: Pieter Boersema; Gemeente Rotterdam, O.B.I.: Aat Brand; Hogeschool Rotterdam: Gert-Jan van der Maas. Onderzoekers en trainers: Sehide Karakus; Nesrin Sahan; Jane Martie-Chatlein; Chesterson Maria; Siham Harcha. 2.2. Doelstellingen van het onderzoek Het project WK2018 is een verbinding tussen praktijk en onderzoek. Training met als doel empowerment, verbeteren van competenties en voorbereiding op het sollicitatieproces. Het onderzoeksgedeelte gaat over achtergronden van de training van migranten met een niet-westerse achtergrond. Naast het verkrijgen van basisinformatie over de training streeft het onderzoek ernaar om deze gegevens te vertalen van het gedrag naar de onderliggende waarden. De vraag is dan welke verbindingen gemaakt kunnen worden tussen de onafhankelijke variabelen ( leeftijd, diploma’s, gezinssituatie, etc., zie voor de onafhankelijke variabelen bijlage 6.1.) en de ingevulde antwoorden in de enquête. Door deze combinatie van training en onderzoek kan er een verdieping van betekenisgeving gevonden worden waar beide onderdelen in de vervolgfase gebruik van kunnen maken. Maar het betekent ook een verschil in doelstelling omdat die van de training veel meer gericht is op zelfbeleving, coping gedrag en competenties om succesvol te kunnen solliciteren. Bij het onderliggende onderzoek zijn de doelstellingen meer gericht op veranderingsprocessen die verbonden kunnen worden aan waarden en normen. We noemen nu eerst in het kort de twee verschillende facetten van de gebruikte doelstellingen en verbinden die met elkaar om zo tot een lijst van doelstellingen te kunnen komen waaraan we de analyses van de enquête uitkomsten kunnen verbinden. Doelstellingen van de training zoals hierboven genoemd in het inhoudelijk verslag. A. Deelnemers te versterken in hun eigen kracht (empowerment); B. Deelnemers ondersteunen bij het zoeken naar een persoonlijk toekomstperspectief; C. Deelnemers inspireren zo mogelijk door de inzet van specifieke rolmodellen. Doelstellingen die meer zijn toegespitst op het onderzoeksgedeelte (zie projectaanvraag). • • • • • • •
Het belang van taal en diploma’s bij het proces; Hoe worden barrières bij eerdere sollicitaties en arbeidsplaatsen ervaren?; Wat is het coping gedrag in het kader van teleurstellingen en afwijzingen?; Zijn er verbindingen te leggen in het kader van culturele religieuze waarden?; Achtergrondinformatie op arbeid in de vormen van betaalde arbeid en vrijwilligerswerk; Relatie gezin, familie, religieus netwerk en de genderverschillen bij sollicitatie en werk; Zijn er verschillen te observeren en te interpreteren tussen SKIN en SPIOR?;
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 4
•
Nieuwe perspectieven ontdekken in de complexiteit van het onderwerp, die als input dienen ter verbetering en verandering van de training. Dit is een longitudinale optiek die ook dwarsverbindingen heeft met andere onderzoeksprojecten van ROOT17.
Bovenstaande doelstellingen kunnen in het kader van dit onderzoeksverslag als volgt genoemd worden. a. b. c. d. e. f.
Een stijgende lijn op de participatieladder; Een groter gevoel van eigenwaarde; Een grotere weerbaarheid in het omgaan met tegenslag; Meer kennis over kansen op de arbeidsmarkt; Meer kennis over de rol van cultuur, religie en persoonlijke waarden in dit proces; Ziet het belang van participatie van migranten in het arbeidsproces van Rotterdam.
N.B.: in het bovenstaande lijstje van doelstellingen van het onderzoek, ontbreekt het belangrijke thema van ‘Onbenutte Talenten’. Dit is niet verwonderlijk omdat de vragen meer direct gekoppeld zijn met onderwerpen die helder geformuleerd kunnen worden. Onbenutte talenten is meer een thema dat in het vervolg van de begeleiding naar voren moet komen. Op basis van de gegevens van de eerste meting moeten in de loop van de ontwikkeling van de eerste deelnemers bij nieuwe ontmoetingen onderdelen uit het thema van ‘Onbenutte Talenten’ naar voren komen. Het gaat namelijk om een verschil tussen wat geleerd is in de training, het sollicitatietraject en de invulling en ervaring bij toekomstige werksituaties. Dit is een tijdsschema dat langer is dan twee maanden en zal al snel een jaar of langer duren. 2.3. Structuur en methodiek van het onderzoek De structuur van ROOT17 - Project WerkKracht 2018 - bestaat uit een algemeen deel, een enquête en de evaluaties van de trainers, inclusief een verslag per deelnemer. Het algemene deel bestaat uit informatie over de persoon op basis van het intake gesprek (zie Bijlage 6.1.). De gegevens hieruit kunnen als onafhankelijke onderzoekvariabelen gebruikt worden in kruistabellen. De enquête die aan het begin en aan het einde wordt afgenomen bestaat uit verschillende delen, het eerste deel gaat over de zelfbeleving van de kandidaat, het volgende deel over bepaalde aspecten van gedrag zoals participatie, het maken van keuzes en coping, dan een sociaal cultureel deel en vragen over hun wereldbeeld en religie en het geheel wordt afgesloten met ‘overige vragen’ (zie Bijlage 6.2.). Bij deze enquêtevragen is als afsluiting een open vraag gesteld die gaat over de vraag op welke manier migranten van belang kunnen zijn voor de stad Rotterdam (Bijlage 6.3.). De data uit de enquête fungeren als afhankelijke variabelen. De evaluaties van de trainers zijn in anonieme verslagen opgenomen op basis van hun registratie. De trainingsevaluaties en exitinterviews zijn als ‘triangulatie’ gebruikt op de enquête gegevens, vooral de onafhankelijke variabelen. Dit betekent dat verschillende methoden van dataverzameling zijn gecombineerd om meer inzicht te krijgen. De data uit de enquêtes staan in een Excel sheet ‘Project ROOTS metingen’ die bewaard wordt bij de administraties van ETF, SKIN en SPIOR en zijn opgeslagen in een systeem van nummering. Bij de enquêtes is gebruik gemaakt van een Likertschaal met 5 posities om de uitkomsten kwantitatief te kunnen vergelijken en om de mogelijkheid te creëren voor een longitudinaal onderzoek in de komende jaren. Bijlage 6.2, met de vragen van de enquête, toont ook die 5 posities van de Likertschaal: van “sterk mee eens” (waarde 1), “mee eens” (waarde 2), “geen mening” (waarde 3), naar “niet mee eens” (waarde 4), “sterk niet mee eens” (waarde 5). Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 5
Gezien het beperkte aantal deelnemers/respondenten, een totaal van 22 (SK: N = 9; SP: N = 13)) aan het einde van de inname, kan niet echt over een kwantitatieve vergelijking gesproken worden. Deze data functioneren meer als kenmerken van de deelnemers zodat een meer kwalitatieve uitspraak gedaan kan worden. Gezien de beperktheid aan deelnemers zijn de data niet verwerkt in een SPSS model maar in een Excel spreadsheet. De methodes van analyse zijn de volgende. Allereerst wordt een globale indruk verkregen bij het totale overzicht van de uitgeprinte spreadsheet. Op basis hiervan en de gestelde doelstellingen hierboven worden selecties gemaakt voor het verkrijgen van een eerste indruk. Daarna worden kruistabellen gemaakt voor relevante verbindingen tussen de variabelen en de veranderingen. Op basis hiervan kan eventueel een verdere analyse worden uitgevoerd. Bij deze analyse van de algemene gegevens en de enquêtes zijn ook de door de trainers in verslagen vastgelegde observaties betrokken. Door het achterwege laten van invoer en analyse van de gegevens in SPSS, kost het veel tijd om lijnen en patronen tussen de variabelen (verbanden of correlaties) te zien, inclusief het creëren van kruistabellen tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen. Dit betekent dat misschien nog niet alle mogelijke verbindingen gemaakt zijn, maar door de relatieve beperktheid van de data is de kans op ‘nieuwe ontdekkingen’ niet groot. Het CRWS onderzoeksmodel (Cultureel Religieus Waarden Systeem), zoals vermeld is in het onderzoeksrapport ‘Onbenutte talenten 2016’, Uitgave SKIN Rotterdam, is allereerst gebruikt bij het formuleren van een aantal vragen. De toepassing van het model kijkt vooral naar de onderliggende waarden bij de antwoorden. Maar door de nadruk op de ‘empowerment’ van de deelnemers, sterk vanuit hun zelfbeleving benaderd, is de toepassing van het CRWS model in de analyse beperkt gebleven. Bij de analyse van de vragen is ook gewerkt aan de mogelijkheid van het maken van profielen met een verbinding van afhankelijke met onafhankelijke variabelen. Van deze profielen zijn enkele voorbeelden vermeld in de bijlagen, namelijk het profiel ‘SKIN in vergelijking met SPIOR’ (Bijlage 6.8) en het profiel ‘Modern in vergelijking met traditioneel’ (Bijlage 6.5). Dit laatste profiel is nog weer gefalsifieerd met behulp van het CRWS model. 2.4. Beperkingen van het onderzoek Het betreft hier een ‘pilotproject’. Naast een beperkte uitkomst voor wat betreft de ‘grote arbeidsvragen’ is dit eerste onderzoek ook bedoeld om een goed instrument te kunnen ontwikkelen voor de vervolgtrainingen. Dit i.v.m. de complexiteit van het onderwerp. Onderzoekstechnisch gezien zijn de aantallen van de respondenten in de meeste gevallen te klein om statistische uitspraken te doen en de verschillen tussen de eerste en tweede meting zijn in vele gevallen ook niet statistisch te verwerken. Dit kan veranderen in de loop van vervolgonderzoek (invulling longitudinale data verkregen uit meerdere analyses van trainingen). Maar dit zal alleen het geval zijn als de juiste zaken worden gemeten waarover op dit moment nog geen uitspraak gedaan kan worden. De enquêtevragen waren vooral vanwege taalproblemen en interpretatieverschillen voor de deelnemers soms moeilijk te begrijpen. Bij de tweede invulling hadden niet alle respondenten voldoende tijd om de enquête in te vullen. Zij deden dit later thuis en stuurden de ingevulde vragenlijsten op. Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 6
In eerste instantie werd de optie gegeven om zowel vrouwen als mannen in het project op te nemen. Toen bleek dat het slechts om één man, bij SKIN, die ook niet op de eerste trainingsdag kon komen, is het project beperkt tot vrouwen. Dit werd door de trainers en deelnemers wel als positief beschouwd om zo ook meer open te zijn naar elkaar toe en bij het gezamenlijk bespreken van de onderwerpen in de training. Er was ook meer ruimte voor emotionele momenten die ook aangeven dat een dergelijke training zeker niet alleen een cognitief gebeuren is.
3. Interpretatie en analyse van de gegevens Bij de evaluatie van de kwaliteit van de ingevulde enquêtes werd de vraag gesteld of de enquêtevragen allemaal goed zijn beantwoord. Sommige vragen waren niet gemakkelijk te begrijpen (bijvoorbeeld vragen met een ontkenning) en - we zagen het al - soms was de kennis van het Nederlands niet voldoende. Er is door de trainers bij de eerste enquête uitleg gegeven bij de invulling, maar dan alleen op basis van gestelde vragen. Dit houdt impliciet in dat er waarschijnlijk vragen zijn blijven liggen die niet gesteld zijn en dus geen toelichting kregen en daardoor minder goed zijn beantwoord. Deze komen voor een deel terug in de observatierapporten van de trainers. De vragen 7 en 17 zijn gelijk van inhoud (alleen omgedraaid) en fungeren dus als controlevragen. Bij de respondenten SP06, SP10, SP11 en SP14 zien we flinke verschillen tussen de antwoorden op de vragen 7 en 17. Dit bevestigt dat deze niet altijd consistent beantwoord zijn. 3.1. Uitkomsten analyse van data gerelateerd aan de doelstellingen Voor de analyse van de beide enquêtes, één gehouden voor en één na de training, is gebruik gemaakt van de lijst met doelstellingen genoemd in paragraaf 2.2. die een mix is van de trainingscomponenten en de ROOT17 vragen. Achter de genoemde doelstelling staan de relevante uitkomsten van de enquêtevragen. a. Een stijgende lijn op de participatieladder De vragen 1 – 4 (zie Bijlage 6.2) passen in deze lijn maar komen niet uit bij de optelling van de ‘positieve verschuiving’ van de eerste naar de tweede meting. Bij SKIN is het resultaat +2 en bij SPIOR -23. Het gaat bij deze waarden om saldi van de veranderingen in de scores van de respondenten op de Likertschaal tussen de eerste en de tweede enquête. We hebben daarbij alleen veranderingen of stappen van 2 posities op de schaal of meer meegenomen. Op deze wijze zijn de veranderingen van de eerste naar de tweede enquête in de scores op de Likertschaal ook voor de hieronder in dit rapport geanalyseerde variabelen berekend en eventueel gesaldeerd. b. Een groter gevoel van eigenwaarde De vragen 1 – 10 gaan over zelfbeleving. De antwoorden bij deze vragen liggen niet allemaal op dezelfde lijn. Er zijn deelnemers die ook een ‘omgekeerde’ beweging laten zien zoals bijv. een verschuiving op de Likertschaal van 4 naar 2, dus van “niet mee eens” naar “mee eens”. Bij een saldering van de uitkomsten van de eerste 10 vragen gaat het dan bij SKIN (N=8) om 0 en bij SPIOR (N=11) om 35. Dit laatste lijkt hoog maar het gaat dan over hoe 11 deelnemers op 10 vragen hebben gereageerd wat dan betekent 35/11/10 = 0.3, wat geen verschil oplevert. Bij een analyse van vraag 4, 11, 15 en vraag 16 krijgen we de volgende uitkomst. SKIN (N=8): -1 en bij SPIOR (N=11): -20. Ook deze gegevens laten geen duidelijk verschil zien. Enigszins opvallend is dat SPIOR grotere verschillen laat zien bij ‘minder mee eens’ wat ook te verklaren is uit de mogelijkheid dat ze na afloop van de training de vraag beter begrijpen en respondenten SP13 en SP14 veel verschillen laten zien van groter of gelijk aan 2 stappen op de Likertschaal. Beiden hebben een heel verschillend profiel (SP13: trouwe vrijwilliger, erg ambitieus en gedreven, oplossingsgericht en SP14: liever op de achtergrond, angstig om een gesprek aan te gaan, Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 7
bepaalde faalangst) wat aangeeft dat de vier genomen vragen waarschijnlijk geen antwoord geven op de genoemde doelstelling. c. Een grotere weerbaarheid in het omgaan met tegenslag Ook deze doelstelling heeft een overlap met de eerste tien vragen. De specifieke vraag 4 geeft hierop geen duidelijk antwoord. Vraag 11 die sterk op deze doelstelling betrokken is, geeft voor SKIN (N=8) een score van 0 en SPIOR (N=10) een score van -4 en dat is ook weinig betekenisvol. Op vraag 16 geeft SKIN (N=7) een score van -1 en SPIOR (N=10) een score van -3, dus ook geen duidelijk verschil en zelfs nijgend naar de andere kant. Vragen 11, 12 en 13 horen bij het gedeelte over gedrag maar ook dit levert geen verschillen, eerder tegenovergestelde: SKIN (N=8): -3 en SPIOR (N=10): -11 d. Meer kennis over kansen op de arbeidsmarkt Deze doelstelling is niet specifiek door een vraag behandeld, omdat dit te sterk ‘wishful thinking’ wordt. e. Meer kennis over de rol van cultuur, religie en persoonlijke waarden in dit proces Dit is een brede doelstelling waarbij de eerste twee niet prominent aan bod zijn gekomen bij de training. Cultuur en religie komen wel aan bod in deze enquête maar dan niet in de zin van het ‘toenemen van kennis’. Bij het laatste deel van deze doelstelling zou vraag 9 geplaatst kunnen worden (tevreden met eigen leven): SKIN (N= 8): -1 en SPIOR (N=9): -2. f. Ziet het belang van de participatie van migranten in het arbeidsproces van Rotterdam Deze doelstelling is te verbinden aan vraag 39 (noodzakelijkheid van integratie), SKIN (N=8): -2 en SPIOR (N=10): -3. Dit roept echter eerder vragen op over het belang van integratie, maar dit kan ook een verschil van ‘betekenis van het woord’ zijn. Ook is de open vraag 40 belangrijk om hier te vermelden (zie voor details Bijlage 6.3). 3.2. Causale verbanden tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen. De vraag naar de belangrijkheid van een Nederlands diploma (vraag 27). Die wordt algemeen als nodig gezien, zij het bij de één sterker dan bij de ander. Als we kijken naar de deelnemers die een verschil maken op de Likertschaal van ‘2 plaatsen of meer’ komen we tot de volgende observatie. Veranderingen van 4 naar 2 vinden we bij SKIN (3) en bij SPIOR (1) (waarde diploma is belangrijker geworden), maar we zien ook bij SPIOR een deelnemer die verschuiven van 2 naar 4 en één die van 1 naar 4 gaat. Is hier een causaal verband te zien met een of meerdere onafhankelijke variabelen? We hebben dit in bijlage 6.4. samengevat en dan zien we dat er een behoorlijke variatie is in onafhankelijke variabelen, zoals bezit van een (buitenlands)diploma, (Nederlandse) taalbeheersing, etc. Ook hierbij zien we weer dat de vergelijking tussen twee metingen niet meer inzicht geeft. 3.3. Opvallende scores bij de invulling van de enquête In de bovenstaande paragraaf over de gehaalde doelstellingen, zou je kunnen zeggen dat de doelstellingen volgens de antwoorden uit de enquête niet gehaald zijn. Dit is slechts ten dele correct. In paragraaf 3.2. wordt alleen gesproken over de veranderingen tussen de eerste meting en de tweede meting. Deze veranderingen blijken niet goed weer te geven te zijn via de herhaling van de enquête, wat ons leert dat dit niet de methode is om de veranderingen te kunnen weergeven. Dit wordt dan vooral gedaan vanuit de evaluaties door de trainers.
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 8
Wat wel met deze enquête aan te geven is, zijn de vergelijkingen tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabelen. Dit zijn zeker interessante uitkomsten die van belang zijn voor de evaluatie van deze training. We willen eerst een aantal opmerkelijke scores noemen en daarna een eerste aanzet om te kijken of we bepaalde profielen kunnen vinden en duiden. Hoogst genoteerde antwoorden op de Likertschaal: op vraag 24, sterke ontkenning dat het moeilijk is om onder een vrouw te werken. Let wel: het betreft hier alleen deelnemende vrouwen terwijl de vraag in eerste instantie bedoeld was om genderverschillen te observeren, maar dat was onmogelijk vanwege het ontbreken van mannelijke deelnemers. Laagst genoteerde antwoorden op de Likertschaal: vraag 34, een sterk godsvertrouwen over de hele linie (op één uitzondering na). Dit is een belangrijk punt als we kijken naar mogelijke profielen onder de deelnemers. Bij de analyse van mogelijke profielen bleek dat een profiel ‘Seculier’ en een profiel ‘Religieus’ niet te vinden is: ook de ‘moderne’ vrouwen in deze trainingen zijn zeker als religieus te kenmerken. Zie hiervoor ook de onderstaande paragraaf. Vraag 39 over de noodzaak van integratie: op één na zijn alle respondenten het ermee eens. 3.4. Mogelijke profielen bij de analyse Hierbij uiteraard wel de notie dat het over een beperkt aantal mensen gaat, maar profielen zouden mee kunnen helpen bij het zoeken naar concretere vragen voor vervolgonderzoek. a. ‘Modern’ en ‘Traditioneel’ In Bijlage 6.5. is een eerste aanzet gemaakt om te kijken of er profielen te construeren zijn. Deze is gemaakt op basis van vraag 34 (godsvertrouwen in relatie tot een baan). Op zich gaat het dan niet om een onderscheid tussen religieus of seculier, want ook de respondenten die op deze vraag ‘(sterk) niet mee eens’ invulden, zijn gelovig. Dit geldt trouwens voor zo goed als alle deelnemers zoals de uitkomst van vraag 33 laat zien. Een hogere opleiding is met dit profiel verbonden maar verder laat Bijlage 6.5. zien dat er een behoorlijke variatie is op het niveau van de onafhankelijke variabelen. Op basis van deze bijlage zouden we voorzichtig kunnen concluderen dat er een profiel ‘modern’ en een profiel ‘traditioneel’ in het onderzoeksmateriaal valt te ontdekken. Dit op basis van de reactie op vraag 34, naast vragen die een aantal andere aspecten van ‘moderniteit’ of ‘traditioneel’ betreffen die het beeld kunnen versterken. Als we nu dezelfde vraag stellen op basis van het CRWS model, kunnen we een aantal vragen selecteren die passen in het domein van ‘Cohesie’ (zie Bijlage 6.6). Maar als we een kruistabel maken op de gekozen vragen voor de deelnemers die geselecteerd zijn voor beide profielen (Bijlage 6.7.) en we berekenen de totalen, zien we echter dat de verschillen miniem zijn. Voor de tweede invulling (meting) van de enquête vallen de gemiddelden van ‘modern’ zelfs onder de gemiddelden van ‘traditioneel’. Deze CRWS analyse laat zien dat er geen profielen of typen zijn af te leiden. b. SKIN en SPIOR • • •
SKIN gebruikt meer woorden bij de invulling van het algemene gedeelte; SKIN (N = 8) 18 veranderingen (> 2 stap op de Likertschaal) en bij SPIOR (N = 12) 66 veranderingen; Is er een niveau verschil tussen beide groepen op onafhankelijke variabelen zoals diploma’s?;
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 9
•
Verschil in gemiddelde leeftijd tussen SKIN: 44,3 jaar (veertigers) en SPIOR: 38,2 jaar (dertigers) en dat is relevant voor de kansen op de arbeidsmarkt. Bij 50+ is er daar al sprake van een probleem. Overigens is er voor het project geworven op een leeftijd tussen 25 en 50 jaar (zie de wervingsflyer van het project).
In Bijlage 6.8. ‘Vergelijking profielen SKIN deelnemers met SPIOR deelnemers’ is een selectie gemaakt van 12 vragen die gebruikt kunnen worden om een onderscheid tussen beide groepen te kunnen maken. Bij de optelling van de antwoorden (zowel eerste als tweede meeting) blijkt dat de verschillen miniem zijn als het gaat om het totale gemiddelde. 3.5. Problematiek van het gebruik van de ‘Participatieladder’ als selectie criterium Bij de analyse van de gegevens blijkt dat het ‘arbeidsverleden van de deelnemer’ geen goede maat is om de kans op een baan te kunnen bepalen. Duidelijk is dat de Participatieladder niet lineair wordt ingevuld maar gefragmenteerd. Het arbeidsverleden in de biografie is wel van belang maar blijkbaar beperkt in de Nederlandse context bij werkzoekenden met (deels) een arbeidsverleden in het buitenland. Hier liggen aanknopingspunten om met de betreffende deelnemers in het vervolgtraject te kijken in hoeverre het thema van ‘Onbenutte Talenten’ verder kan worden ingevuld. 3.6. Het belang van de Nederlandse taal en Nederlandse diploma’s. Uit de additionele informatie van de trainers kwam naar voren dat diploma’s wel aanwezig zijn, maar dat vooral te weinig kennis van en spreekervaring in de Nederlandse taal een barrière is. Een direct belangrijk punt is misschien ook de taligheid aan een verdere analyse te onderwerpen bij de evaluatie van de enquêtes. 3.7. Het aspect van ‘stress’ in een Nederlandse omgeving Dit is een element dat uit de evaluatie is gekomen maar niet te zien is in de enquêtevragen en antwoorden.
4. Conclusies verbonden aan de analyses 4.1. Conclusies van de analyses van de uitkomsten bij de doelstellingen Het is een pilotproject dat probeert om vanuit een nieuwe methode de resultaten van een trainingsproject voor werkzoekenden vast te stellen en wel door middel van twee enquêtes onder de deelnemers, één voor en één na de training. Dit is wat betreft de ‘harde data’ niet gelukt, in de zin van “je doet een meting voor de training, geeft de training en je doet daarna een tweede meting waarin je precies het effect van de training op de deelnemers kan zien en aantoont dat de training het denken en doen van de deelnemers in positieve richting heeft veranderd”. Op zich geeft deze conclusie wel informatie over de complexiteit om de effecten van een dergelijk trainingsproject op een bredere manier in kaart te brengen. De informatie van de trainers, neergelegd in hun individuele verslaglegging en evaluatie, is behulpzaam om te zien hoe de door hen wel duidelijk vastgestelde voortgang bij de deelnemers als gevolg van de training niet teruggezien wordt in de analyse op basis van de twee enquêtes met de Likertschaal. In 3.1. is al aangegeven dat het positieve verschil tussen de eerste meting (begin april) en de tweede meting (eind april) - als gevolg van de training - niet direct duidelijk is en dat de uitkomsten zelfs Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 10
soms tenderen naar het tegenovergestelde, oftewel een achteruitgang. Deze uitkomst kan dus, zoals zojuist aangegeven, gefalsificeerd worden door de uitkomst van de enquêtes te leggen naast de evaluaties door de trainers. Deze laatste laten immers een positief beeld zien van de ontwikkeling gedurende de vijf dagdelen van de trainingen. 4.2. Overige conclusies Duidelijk mag zijn dat je een onderzoek in de vorm van enquêtes niet moet overbevragen. Er moet ruimte blijven om nieuwe inzichten te werven, waarvoor deze eerste toepassing ook dient. Het algemene profiel van de deelnemers aan de cursus is dat ze waarschijnlijk naast hun zoektocht naar werk veel andere zaken aan hun hoofd hebben die van een andere orde zijn dan die van de doorsnee Nederlandse werkzoekende. De vraag moet ook gesteld worden of de training misschien te sterk gericht is geweest op het doel van empowerment, namelijk hoe je “je in NL kunt verkopen”. Meer kan ook niet in deze korte training gedaan worden en deze voldoet ook aan de eis om een entree te kunnen maken op de arbeidsmarkt. De training wordt individueel ingezet om zicht te krijgen op het eigen functioneren, nieuwe competenties aan te leren en zicht te krijgen op hoe je succesvol kunt solliciteren. Toch zien we in de training ook een sterke gezamenlijke verbinding die ook gecontinueerd wordt in het maken van app-groepen die contact met elkaar houden. Vanuit deze groepen zouden ook nieuwe gegevens in de toekomst verkregen kunnen worden die ook de groepsdynamiek van migranten volgen waarbij ook weer het onderdeel ‘Onbenutte Talenten’ aan bod kan komen. Bij de analyse van de data bleek dat er geen duidelijk verschil is tussen de uitkomsten van de eerste en de tweede meting. Dit betekent misschien dat de tweede meting (aan het einde van het trainingstraject) verwijderd zou kunnen worden omdat deze geen direct nuttige informatie geeft over het proces. Dit zou dan voorkómen wat nu is gebeurd, namelijk een laatste sessie van de training onder grote tijdsdruk zodat verschillende deelnemers de enquête meegenomen hebben naar huis en later ingevuld hebben zodat ook de context van het invullen verschilt. De tweede meting zou interessanter zijn nadat een aantal maanden sinds de cursus zijn verstreken. 4.3. Opmerkingen in relatie tot het CRWS model Het CRWS model is een onderzoeksmodel naar vergelijkingen tussen twee verschillende cultureelreligieuze waardensystemen, in dit geval tussen het CRWS van de deelnemers/werkzoekenden met een niet-westerse achtergrond en het CRWS van de Nederlandse werkgevers. Interviews met mogelijke werkgevers zijn nog niet uitgevoerd maar zijn zeker van belang om ook inzicht te krijgen in de verschillen tussen de wereldbeelden van beide groepen op de arbeidsmarkt. Die verschillen kunnen eraan bijdragen de problematiek van migranten op de arbeidsmarkt te verklaren en te duiden. We denken dan aan de volgende onderdelen die verder bekeken moeten worden: Wereldbeelden • Westers beeld over ‘vraag en aanbod’ + benodigde kwalificaties: voldoende/onvoldoende; • Wereldbeeldverschillen tussen werkzoekenden en werkgevers (zie ook economische markten); • Wereldbeeldverschillen tussen de wijze waarop migrantengemeenschappen en werkgevers in Nederland invulling geven aan arbeid; een mogelijke bescherming van en door de eigen cultuur. Misschien ‘discriminatie’ als een methode van het behoud van een ‘eigen’ economisch wereldbeeld?
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 11
•
Kan het zijn dat de Nederlandse logica met betrekking tot de arbeidsmarkt anders wordt beleefd door de deelnemers aan de training? Bijvoorbeeld het Nederlandse wereldbeeld vertaald naar rationaliteit als het gaat over ‘vraag en aanbod’.
Nederlandse context van onderzoek • De training is sterk gericht op empowerment van het individu. Misschien spoort dit niet volledig met de doelgroep die meer collectief is ingesteld; • De training is vooral gecentreerd op zelfbeleving, kennis en vaardigheden. Uit de vragen 1 t/m 10 komt dit trainingsaspect van zelfbeleving echter niet sterk naar voren; • De ongelijkheid tussen het vanzelfsprekende van een Nederlander (bijv. de overheid staat ten dienste van de burger) tegenover de ‘lagere kaste’ van een migrant die vanwege kleur, taalvaardigheid en andere cultuur al ‘automatisch’ lager geclassificeerd wordt (en bijv. de overheid vanuit deze context wantrouwt); • De taligheid van de enquêtes.
5. Vervolgonderzoek WK2019 5.1. Verbinding met de werkgevers Dit gedeelte moet nog in een later stadium worden uitgevoerd en zal dan een basis voor verder onderzoek moeten geven op het niveau van verschillen in ‘interculturele communicatie’ en ‘wereldbeelden’. 5.2. Verbetering inpassing van buitenlandse arbeidservaring Verschillende reacties wijzen op het grote belang van deze inpassing. Dit zal verder moeten worden uitgewerkt en in verbinding worden gebracht met het thema ‘Onbenutte Talenten’. 5.3. Aspect van discriminatie In de opzet van het onderzoek zijn geen vragen opgesteld over ‘discriminatie’. Vanuit de deelnemers werd het punt van discriminatie (bijv. bij het dragen van een hoofddoek door moslima’s of het hebben van een ‘buitenlandse’ naam) verschillende keren genoemd. Waarschijnlijk speelt dit toch een belangrijkere rol in het arbeidsproces dan aan het begin werd gezien. Dit zou een belangrijke toevoeging kunnen zijn voor de volgende onderzoeken op dit terrein. 5.4. Splitsing onderzoek in twee delen Eigenlijk zou de evaluatie in twee delen moeten worden uitgevoerd waarbij een eerste evaluatie aangeeft in hoeverre de kandidaat door de training voldoende ‘empowerment’ laat zien om zelf te kunnen solliciteren. De tweede evaluatie zou moeten gaan over het reëel verkrijgen van een baan. Hiermee kunnen dan beter aspecten benoemd worden als een beperkt aantal vacatures op het betreffende gebied, taalproblematiek, huiselijke situatie, individuele acties, discriminatie effecten, enz.
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 12
6. Bijlagen 6.1.
Formulier ROOT17: Project WerkKracht 2018, Algemeen Deel, Onafhankelijke Variabelen Codenummer deelnemer: Datum intake gesprek: leeftijd gender (niveau) opleiding diploma’s gehuwd/alleenstaand kinderen en hun leeftijd
Hoe lang woon je in NL? / geboren in NL?
Kennisniveau NL taal : zwak:
voldoende:
goed:
Taal die thuis wordt gesproken
Omschrijving van eigen sociaal-cultureel netwerk
Ervaring met werken: vrijwilligerswerk
Ervaring met betaald werk
Welke stap op de participatieladder (van 3 naar 4 of van 4 naar 5)?
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 13
6.2. EnquĂŞtevragen ROOT17: 18-A-02 Codenummer: 18-A-02-SK-.. /SP.. # Omschrijving van de vraag
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
14 15 16
18 19 21 22 23
24
sterk mee eens
mee eens
geen mening
niet mee eens
sterk mee onee ns
Ik kan moeilijke problemen oplossen, als ik er genoeg moeite voor doe. Dankzij mijn creativiteit weet ik wat ik moet doen bij onverwachte situaties. Ik kan op mij zelf vertrouwen om zaken voor elkaar te krijgen. Ik kan mijn eigen gestelde doelen bereiken. Ik vind dat mijn leven zinvol is. Ik vind dat werken belangrijk is voor je gezondheid. Het hebben van betaald werk is belangrijk voor mijn leven. Onbetaald werk is ook belangrijk voor mijn leven. Ik ben tevreden met mijn eigen leven. Mijn leven is ook belangrijk voor de mensen in mijn omgeving. Wanneer mijn werkgever mijn werk niet waardeert, zal ik hierop reageren. Wanneer de overheid tekort schiet in de dienstverlening die ze moet leveren, zal ik hierover klagen bij de gemeente. Ik laat het nemen van beslissingen liever aan anderen over. Bij het nemen van besluiten wil ik ook nadenken over andere keuzes. De informatie die ik heb gekregen vanuit mijn omgeving heeft mij vaak geholpen bij het om kunnen gaan met mijn problemen. Het liefst zou ik willen werken in mijn eigen culturele omgeving. Het liefst werk ik samen met mensen van mijn eigen geslacht. Voor mij is er geen verschil tussen man en vrouw op de werkvloer. Ik zou het fijn vinden als mensen op mijn werk geĂŻnteresseerd zijn in mijn land van herkomst. Ik vind dat in gezinnen waar de man en de vrouw beiden werken, de huishoudelijke taken verdeeld moeten worden. Ik vind het moeilijk om te werken onder leiding van een vrouw.
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 14
#
Omschrijving van de vraag
25
Het goed kunnen spreken van de Nederlandse taal is belangrijk om een baan te kunnen krijgen. In Nederland kun je een baan krijgen als je geen Nederlands kent maar wel goed Engels kan spreken. Om een baan te kunnen vinden, moet je een Nederlands diploma hebben. Er zijn banen die ik niet zou willen, omdat ze niet in overeenstemming zijn met mijn geloof. Ik heb moeite met het ‘tutoyeren’ (‘je’ en ‘jij’ zeggen in plaats van ‘u’) op de werkvloer. Ik heb moeite met de ‘open communicatie’ op de werkvloer (open gesprekken en je moet overal iets over zeggen, ook tegen onbekenden). De werkgever moet een aparte ruimte geven waar ik mijn religieuze verplichtingen, zoals gebed en meditatie, kan uitvoeren. Mijn geloof geeft mij hoop om te vertrouwen dat ik binnen een half jaar een betaalde / onbetaalde baan zal hebben. Ook al zou ik niet binnen een half jaar een baan krijgen, toch vertrouw ik dat God het beste met mij voor heeft. Ik vind werk belangrijk om geld te kunnen verdienen. Ik vind werk belangrijk voor de ontwikkeling van mijn leven. Integratie (het aanpassen aan de Nederlandse samenleving) is noodzakelijk om in Nederland te kunnen werken. Het afgelopen jaar ben ik actief geweest in: a) Sportclub; b) hobbyclub; c) politieke partij; d) kerk of moskee; e) ……………………..; f) …………… Ik vraag anderen wat zij zouden doen in mij situatie. Ik bespreek eerst met anderen of ik een bepaalde baan zou accepteren. Als het antwoord ‘Ja’ is, dan ook vraag 20b invullen. Als ik eerst ga overleggen dan doe ik dat met: familie, vrienden, kerk of moskee, anders: ………………………………..Op volgorde van belangrijkheid.
26
27 28 29 30
31
33
34
37 38 39
13 17 20 a 20 b
32 35 36 40
sterk mee eens
mee eens
geen mening
Met mijn salaris wil ik graag ook mijn kerk, moskee, …….. ondersteunen Ik zou niet willen werken bij de Politie, Leger, Brandweer, Ziekenhuis. Voor het krijgen van een baan zou ik wel willen verhuizen. Ik vind dat migranten voor Rotterdam van belang zijn omdat ik …………. ……………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………….
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
niet mee eens
sterk mee eens
Aankruisen wat van toepassing is Ja: Nee: 0: Ja: Nee: 0: Ja: Nee: 0: 1 (eerst) - 4 (laatst)
Ja: Nee: Aankruisen Ja: Nee: invullen
0: 0:
blz 15
6.3.
Antwoorden vraag 40
Deeln. age eerste meting
eind meting
SK-01
42 Ja, we behoren allemaal tot hetzelfde land ongeacht
De samenleving verrijken met
SK-02
45 Kan de vrolijkheid en enthousiasme van mijn land
SK-03
30 Helpen met andere inzichten (hun doen en denken).
Andere culturen, perspectief/inzicht
SK-04
49 Rotterdam rijk worden met meer mensen en cultuur.
Elke persoon is belangrijk
SK-05
42 Hoe meer migranten hun kwaliteiten beseffen en
Hoe meer migranten in Rotterdam, f
de huidskleur, ook migranten dragen bij. naar Nederlanders brengen.
kunnen uitoefenen
SK-06
verschillende culturen
en samenwerken zal het alleen baat zijn voor Rotterdam
kunnen we onszelf identificeren en elkaar helpen zonder te vergeten
en meer acceptatie, minder isolement.
om aan te passen met de cultuur.
41 Merk dat sommige Nederlanders bepaalde werk niet doen.
SK-07
De samenleving verrijken met
34 Denk dat Rotterdam een multiculturele stad is.
Neem de cultuur voor andere aanpakken en ook leren Omdat ik in de economie en cultuur deelneem.
SK-08
54 Meehelpt aan vooruitgang, ontwikkeling en integratie.
Meehelpen aan de opbouw van. Nederland Zo kan ik ook mij meer aanpassen en leren van de nederlander op de werkvloer.
SK-09
62 Vind dat is erg belangrijk voor het groeien van de economie.
SK-11
Van belang van het groeien van de economie.
999
999
SP-02
44 Zelf ook migrant
999
SP-04
23 Het helpt bij een gezonde multiculturele samenleving.
Het belangrijk vind voor een multiculturele samenleving
SP-06
49 999
999
SP-07
38 999
999
SP-08
32 Belangrijk om mee te doen.
999
SP-09
46 999
999
SP-10
39 999
999
SP-11
35 999
999
SP-12
Het zijn geen migranten meer, maar een onderdeel van R'dam/ NL en hebben recht op hetzelfde als niet-migranten.
SP-13
999
999
SP-14
999
Ze veel van elkaar leren
SP-15
Een verschil kan maken--> positief.
Ze een verschil kunnen maken
999 = niet of verkeerd ingevuld
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 16
6.4.
Kruistabel over mogelijke verbanden bij ‘Diploma’
Data uit enquêtevraag 27. (2) = “mee eens” (4) =”niet mee eens” met de gestelde uitspraak Van 4-2 SK4 SK6 SK8 SP06 Van 2 - 4 SP10 SP12 (1-4) Bezit dipl. basis cert. MBO op. ja Niveau 2 HAVO 3 jr (Columbia) receptioniste inburgering spec. cert. ICE Verbijfl NL 5 jr 19 28 33 24 43 NL taal voldoende voldoende goed goed voldoende goed Thuis Bulgaars Spaans Surinaams Arabisch Arabisch Nederland gespr. Overige nugger bijstand nugger baan verlegen gaat de Info taalprobl. zwak in NL vrijwill. kwijtgeraakt vrouw. Veel dialoog wel vrijw. werk in onzeker bagage. aan. Horeca wil eigen onzeker kwetsbaar onderneming onzeker 1: eigen 1-2 2-1 2-1 1-2 2-2 1-1 probl. Opl. 3: 1-2 2-1 2-3 2-2 5-5 1-2 vertrouw in eigen kunnen 4: idem 1-2 1-1 2-2 2-2 2-2 1-2 7: belang 1-0 2-1 2-2 2-2 5-1 0-1 bet. werk Scores bij SKIN op > 2: 3 hoger; SPIOR: 15; modern: SKIN, maar wel gelovig. Waarneming: betere termen zijn modern – traditioneel Hoge scores op zelfbeleving (individualisme) kan samen gaan met betrokkenheid geloof (SKIN)
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 17
6.5.
Profielen ‘Modern’ en ‘Traditioneel’ (voorbeeld van ‘Onbenutte Talenten’?)
Selectie op vraag 34 (vertrouwen in God) gelijk of hoger dan 3 op de Likertschaal (geen mening of niet mee eens). Profiel’Modern’. leeftijd Opleiding
SK01 42 jr univ. recht
SK02 45 PABO – HBO
Uitkering Getr./alleenst. Woon in NL Moedertaal
nugger getrouwd 3 jr Spaans
NL taal Kinderen
matig 12 en 16
nugger getrouwd 13 jr Spaans NL man moeilijk 10 jr.
Overige info
wil als fotograaf werken
wil graag in het onderwijs
SK07 34 WO crim. Maastricht nugger getrouwd 2 jr Spaanstalig bezig met NT2 geen/ wil wel kinderen vrijwilliger in kerk. academ. tutor
SP08 32 univ.
SP13 36 MBO-3
nugger getrouwd 9 Marokkaans
. getrouwd geboren NL Nederlands
9, 8, 4 jr
12, 8, 1 jr
doorzetter, ervaart discriminatie
ambitieus en gedreven. veel items te doen Hoogste scores voor zelfbeleving (vragen 1 + 2) SK01, SK02, SK03, SK04, SK07, SK08, SP09, SP12, SP15 Totaal scores > 2 beduidend meer aanwezig in SP (niet mee eens). Vraag 27: (NL diploma belangrijk): score 3 of hoger (niet mee eens): SK1, SK7, SP2, SP4, SP10-13, 15. Nugger = niet-uitkeringsgerechtigde Profiel ‘Traditioneel’ Selectie op de volgende vragen: vraag 34 (vertrouwen in God) bij tweede meting een 1 op de Likertschaal: (sterk mee eens) tot. 11. SK05, 06, 08, 09, SP02, 04, 06, 10, 11, 12, 15; + Vraag 20a met ‘ja’ en bij 20b met als 1ste ‘familie’: SK01, SK05, SK06; Daaraan zijn nog de volgende ‘extra antwoorden toe te voegen die beperkt zijn. N.B. op onderstaande vragen die tenderen naar deze typologie blijken andere antwoorden te komen Vraag 18 (samenwerking in eigen culturele omgeving) slechts 2 < dan 3 (SP09 en SP11) Vraag 19 (liefst samenwerken met mensen van eigen gender: 5 < dan 3 (SK06, SP06, SP08, SP09, 13)
leeftijd opleiding uitkering Wel/niet geh. Woont in NL Moedertaal Kinderen Overige info
SK05 42 MBO gehuwd 17 jr NL voldoende 11, 9, 7 jr. veel werkervaring in land van herkomst.
SKO6 41 MBO Colombia ja alleenstaand 19 jr Spaans/NL
SK09 62 MBO Chili
SP02 44 MBO
SP12 44 3 jr HAVO
ja (ziekte) alleenstaand 41 jr Spaans/NL
gehuwd 31 jr. Arabisch/Berbers
alleenstaand 43 jr. NL/Berbers
Taaltraining, wil graag een betaalde
42 jr wil graag eigen naaiatelier.
11, 9,6 en 6 jr. sterke, gedreven vrouw, behoeft hulp van echtgenoot.
17, 14jr kan de dialoog aan, maar ook onzeker.
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 18
Onzeker. 6.6.
baan in drukkerij.
Vrijwilliger in kerk.
CRWS model verbonden aan de enquêtevragen ROOT17-WK2018
Vragen die verbonden kunnen worden met cultureel-religieus gedrag. N.B. Het gaat om ‘culturele waarden’ zodat vragen die sterk gericht zijn op eigen empowerment meestal niet worden meegerekend. SEC waarden: Domein Cohesie. Vraag 10: Mijn leven is ook belangrijk voor de mensen in mijn omgeving; Vraag 14: Ik laat het nemen van beslissingen liever aan anderen over; Vraag 15: Bij het nemen van besluiten wil ik ook nadenken over andere keuzes; Vraag 17: Ik vraag anderen wat zij zouden doen in mijn situatie; Vraag 18: Het liefst zou ik willen werken in mijn eigen culturele omgeving; Vraag 30: Ik heb moeite met de ‘open communicatie’ op de werkvloer (open gesprekken en je moet overal iets over zeggen, ook tegen onbekenden). Domein Hiërarchie. Vraag 11: Wanneer mijn werkgever mijn werk niet waardeert, zal ik hierop reageren; Vraag 17: Ik vraag anderen wat zij zouden doen in mijn situatie; Vraag 29: Ik heb moeite met het ‘tutoyeren’ (‘je’ en ‘jij’ zeggen in plaats van ‘u’) op de werkvloer. Domein Diversiteit. Vraag 21: Voor mij is er geen verschil tussen man en vrouw op de werkvloer; Vraag 23: Ik vind dat in gezinnen waar de man en de vrouw beiden werken, de huishoudelijke taken moeten worden verdeeld. Domein Overdracht. Vraag 22: Ik zou het fijn vinden als mensen op mijn werk geïnteresseerd zijn in mijn land van herkomst; Vraag 25: Het goed kunnen spreken van de Nederlandse taal is belangrijk om een baan te kunnen krijgen; Vraag 39: Integratie (het aanpassen aan de Nederlandse samenleving) is noodzakelijk om in Nederland te kunnen werken. WB waarden. Dimensie arbeid. Vraag 6: Ik vind dat werken belangrijk is voor je gezondheid; Vraag 7: Het hebben van betaald werk is belangrijk voor mijn leven; Vraag 8: Onbetaald werk is ook belangrijk voor mijn leven. Dimensie samenleving. Vraag 10: Mijn leven is ook belangrijk voor de mensen in mijn omgeving; Vraag 16: De informatie die ik heb gekregen vanuit mijn omgeving heeft mij vaak geholpen bij het om kunnen gaan met mijn problemen; Vraag 39: Integratie (het aanpassen aan de Nederlandse samenleving) is noodzakelijk om in Nederland te kunnen werken. Dimensie kerk/moskee. Vraag 28: Er zijn banen die ik niet zou willen, omdat ze niet in overeenstemming zijn met mijn geloof; Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 19
Vraag 31: De werkgever moet een aparte ruimte geven waar ik mijn religieuze verplichtingen, zoals gebed en meditatie, kan uitvoeren; Vraag 32: Met mijn salaris wil ik graag ook mijn kerk, moskee, …….. ondersteunen 6.7. Kruistabel CRWS op het domein ‘Cohesie’. Profiel modern met SEC domein Cohesie: SK01 SK02 SK07 Vraag/ leeftijd 42 jr 45 34 Vraag 10 2–1 2–0 1–1 Vraag 14 3–4 4–0 4–4 Vraag 15 2–2 2–0 1–1 Vraag 17 nee – 0 0–0 ja – ja Vraag 18 0–3 3–0 4–3 Vraag 30 4-4 5-0 4-5
SP08 32 2–2 2–3 1–2 nee – ja 4–3 4–2
SP13 36 3–2 3–4 2–5 0 – ja 4–3 4-4
Profiel traditioneel met SEC domein Cohesie: SK05 SKO6 SK09 SP02 SP12 Vraag / leeftijd 42 41 62 44 44 Vraag 10 1–1 2–2 2–2 1–1 1–2 Vraag 14 4–4 2–2 2–4 4–4 5–3 Vraag 15 1–1 2–2 1–2 2–2 1–3 Vraag 17 ja – ja ja – ja 0 – ja ja – ja 0 – ja Vraag 18 4–4 4–4 4–4 4–3 4–3 Vraag 30 2-4 2-4 4–4 4–3 0–4 Eerste cijfer = eerste invulling enquête (begin) en tweede cijfer tweede invulling (= einde training); 1 – 5: Likertschaal lopend van sterk mee eens naar sterk niet mee eens; 0 = geen data; Cohesie sterk: vragen 10, 14, 17, 18, 30; Cohesie zwak: vraag 15. Bij de totalen hieronder zijn deze antwoorden gespiegeld, bijv. 2 wordt 4; Vraag 17: een ‘ja, nee, geen mening’-vraag die hieronder verwerkt is als een Likertschaal met 3 posities. Totalen profiel modern met SEC domein Cohesie: Eerste invulling totaal N gem. Gem. per Vraag 10 10 5 2 vraag Vraag 14 16 5 3,2 Vraag 15 22 5 4,4 Vraag 17 10 3 3,3 Vraag 18 15 4 3,7 Vraag 30 12 4 3 Totaal gemidd. 19,6 3,3
Tweede invulling totaal N 6 4 15 4 14 4 6 3 12 4 15 4 Totaal gemiddeld
Gem. 1,5 3,7 3,5 2 3 3,7 17,4
Totalen profiel traditioneel met SEC domein Cohesie: Eerste invulling Tweede invulling totaal N Gem. totaal N Vraag 10 7 5 1,4 Gem. 8 5 per Vraag 14 17 5 3,4 17 5 vraag Vraag 15 20 5 4 20 5
Gem. 1,6 3,4 4
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
Gem. per vraag
2,9
Gem. per vraag blz 20
Vraag 17 Vraag 18 Vraag 30 6.8.
6 3 18 5 19 5 Totaal gemidd.
2 3,6 3,8 18,2
3,0
10 5 18 5 19 5 Totaal gemiddeld
2 3,6 3,8 18,4
3,1
Vergelijking profielen SKIN deelnemers met SPIOR deelnemers
Optellingen geselecteerde vragen eerste en tweede invulling vraag Verschil totaal Totaal SKIN - SPIOR SKIN N = 18 SPIOR N = 25 1 + 0,4 29 1,6 51 2,0 3 + 0,5 33 1,8 57 2,3 4 + 0,1 35 1,9 51 2,0 7 + 0,3 29 1,6 48 1,9 8 - 0,3 46 2,6 57 2,3 11 + 0,1 33 1,8 47 1,9 14 + 0,2 59 3,3 88 3,5 16 + 0,4 32 1,8 56 2,2 19 + 0,2 59 3,3 87 3,5 28 - 0,5 53 2,9 61 2,4 33 - 0,2 38 2,1 48 1,9 34 - 0,2 30 1,7 38 1,5 totaal 26,4 / 12 27,6 / 12 vragen = 2,2 vragen = 2,3
Onderzoekverslag ROOT17-WK2018
11-juni-2018
blz 21