2 minute read
MAATSOORT 3/8 ALS DANSMAAT BEDOELD OF ALS EEN TROOSTEND EERBETOON?
from EJA MATER
MAATSOORT 3/8 ALS DANSMAAT BEDOELD OF ALS EEN TROOSTEND EERBETOON?
Doorheen dit onderzoek heb ik meermaals gewezenop het dansend karakter van Pergolesi’s Eja Mater. Het is verleidelijk het karakter van zijn Eja Mater dansend te noemen omdat deze in een drieledige maat geschreven staat en er veel gebruik wordt gemaakt van staccato. Is het niet te gemakkelijk om uit tegaan van een dansend karakter vanwege deze twee elementen? Na mijn ritmische analyse kwam ik tot de vaststelling dat Pergolesi weldegelijk de zwaarte van het thema wil benadrukken en deze niet persewil verlichten. Door de maatsoort 3/8 te kiezen zetPergolesi de Mariafiguurop de voorgrond.Maria: Moeder, Godinen Goddelijke Moeder. Pergolesi laat in eerste instantie Maria als ‘Mater dei’ gelden zoals het hoort binnen de Rooms-Katholieke kerk. Daar blijft hij niet bij. Zo ziet hij Maria ook als een Godin die aanbeden kan worden en onze gebeden aanhoort. Pergolesi vergeet niet dat Maria niet enkel de moeder van Jesus is maar van ons allenen dat zij als bron van liefde ons in staat stelt deze liefde te ontvangen endoor te geven. Hij laat de zanger spreken in naam van de gelovige. De omschrijving van Maria als Fons Amoris, Bron van Liefde, is in de eerste plaats een evocatie van Maria als meedogende Moedergodin, troostende en verzorgende Moeder van God, tot wie men zich richt in tijden van nood, in dit geval voor hulp bij Het Laatste Oordeel. ‘Fons Amoris’ roept ook een vergelijking op met menselijkheid als substantie van liefde. Menselijkheid niet gezien als een gevoel, maaralsde oorsprong van het gevoel "liefde", de substantie ervan, de bron. Op die manier brengt menselijkheid liefde voort. ‘Fons Amoris’, Bron van Liefde die ieder van ons in zich heeft.
Advertisement
Het volgendepunt dat sterk naar voren komt is de opvolging van ‘Fons Amoris’ en ‘vim doloris’. Hetlijkt alsof beide onverbrekelijk verbonden zijn. De smart van Maria is de pijn bij het aanschouwen van het lijden van Jesus, welkeeen bewijs is van de gevoeligheid die nodig is om Bron van Liefde te worden. Ongevoeligheid staat voor de dood, niet fysiek dood, maar dood als voelende mens.De aanschouwing van Maria en de wens tot gevoeligheid komensamen in de zin ‘Fac, ut tecum lugeam’. Pergolesi benadrukt die zin in het bijzonder, zoals blijkt uit de herhaalde lange noten die door de zanger wordengezongen. Om de drie bovenstaande punten te benadrukken kiest Pergolesi voor de maatsoort 3/8. Hijwil hiermee laten zien hoe Maria als moeder meer is dan enkel de moeder van een stervende Jesus maar dat Maria ook een Godin en onze moeder kan zijn en met ons haar troost en onvoorwaardelijk liefde kan delen. Pergolesi past hier perfect de regels van de Napolitaanse school toe,zonder de thematiek te banaliseren of te verlichten. Hij maakt geen gebruik van word-painting zoals we dat overduidelijk zien en horen bij de versie van Vivaldi, maar probeert het alledaagse menselijke te overstijgen door te kijken naar de betekenis van de tekst en de vrouw, Maria. Vervolgens gebruikt hij deze informatie om het meervoudig belang van Maria te schetsen en de essentie van de tekst naar voren te brengen‘Fac, ut tecum lugeam’.