RDM Zorg - 12 mrt 2022

Page 1

Het ♥ van de zorg

zorgverleners blijven je altijd bij BARMHARTIGHEID Zorg en barmhartigheid horen bij elkaar OEKRAÏNE, 1991 Een ziekenhuiszaal na de ramp van Tsjernobyl Zeven kinderen zetten de zorg in het zonnetje EEN PLUIM REFORMATORISCH DAGBLAD ZATERDAG 12 MAART 2022
Sommige

OP DE IC ZIJN ZE AAN HET BIJKOMEN

Wie zijn die mensen die stug doorgaan, ook al moet het werk soms met de helft van het team gebeuren? 28

Een zaal uit een ziekenhuis in Noord-Ossetië, waar in het jaar 2000 veel gewonden lagen

vanwege de oorlog in buurland Tsjetsjenië

04 Goed nieuws 15 Column
Verdieping | over feiten & cijfers 40 Verdieping | barmhartigheid 46 Portretten | die ene zorgverlener 58 Boeken | verdieping 62 Boeken | interview 72 Boeken | leestips 74 Gezond | consult op afstand 78 Gezond | praktijk 80 Recept 82 Puntuit 84 Kits 89 Puzzel 91 Het laatste woord 6
ZORG
32
HART VOOR DE
moeder kreeg
Berg
voor de zorg
Door zijn zieke
bestuurder Hendrik Jan van den
belangstelling
16
EEN ANDERE OORLOG
6 16
beeld voorpagina: Sjaak Verboom 2 12 MAART 2022
EN VERDER

28

„Vergeet niet”, zei een collega toen een groepje redacteuren brainstormde over de inhoud van dit RDMagazine over de zorg, „dat de Nederlandse gezondheidszorg tot de beste ter wereld behoort. Tot voor kort waren we er trots op.” De persoon die dit zei is een doorgewinterde RD-journalist die veel over de zorg heeft geschreven. Het is goed dat hij dit noemde. Want het ging tot dat moment vooral over knelpunten, over piepen en kraken, over hoe alles met alles samenhangt, over vastlopen en tekorten. Zwarte scenario’s gluurden door de ramen, maar opeens verscheen er een waterige zonnestraal. En daarna een complete, hartverwarmende zon, toen het ging over de mensen in de zorg. De verhalen kwamen. Over die verpleegkundige die bad bij een stervende patiënt, toen de familie de woorden niet vond. Over die ene arts, die doortastende wijkverpleegkundige.

Na een oproep in de krant bleken lezers zulke verhalen ook te hebben: er kwamen er meer binnen dan er in dit nummer pasten. Er was een arts die luisterde, doorvroeg, alle tijd nam. Er was een verpleegkundige die tegen een patiënt zei: „Knijp maar in mijn hand.”

Een kraamverzorgster koesterde een kind „als haar eigen baby.”

Het systeem kraakt, maar barmhartigheid begint bij de enkeling.

VOORWOORD
Barmhartigheid 3 12 MAART 2022

Uitgebeeld

beeld Bert Jansen NIEUWS
GOED 4 12 MAART 2022
Ziek zijn is voor kinderen al ingewikkeld genoeg, laat staan dat ze hun aandoening echt begrijpen. Voor arts in opleiding Tess Bosch was dat aanleiding om voor haar jonge patiënten de ziekte inzichtelijk te maken door tekeningen. Voor het Deventer Ziekenhuis maakte Bosch een boekje voor kinderen met astma, over longen, longblaasjes en medicijnen. Inmiddels heeft Bosch een boek met vijftien uitgetekende ziektebeelden binnen de kindergeneeskunde waar ook collega’s graag gebruik van maken. Want beeld zegt soms meer dan woorden.
5 12 MAART 2022
6 12 MAART 2022

Manager met een zorghart

Huib de Vries

Zijn chronisch zieke moeder wekte bij Hendrik Jan van den Berg belangstelling voor de zorg. Als bestuurder van Lelie zorggroep weet hij zich nu verantwoordelijk voor het faciliteren van 3600 professionals, op allerlei niveau. „Het gaat niet om de leider, maar om de medewerkers.”

HET GESPREK
7 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom

Als hij thuis aan het werk is, in een vertrek met uitzicht op weids polderland, kijkt Hendrik Jan van den Berg (36) geregeld naar het portret van zijn moeder. Vijf jaar was hij toen bekend werd dat ze aan een zeldzame auto-immuunziekte leed. Volgens de artsen had ze nog vijf, hooguit tien jaar te leven. „Dankzij Gods genade en door medicatie die beschikbaar kwam, is dat 25 jaar geworden, maar het was geen eenvoudige weg.”

Wat deed die weg met ú?

„Het mooie van mijn moeder was dat ze nooit klaagde. Ze was dankbaar voor wat ze nog wél kon. Daarin speelde haar geloof een belangrijke rol. Ze kon nooit meer lijden dan haar Meester voor haar had geleden. Met die levenshouding ben ik grootgebracht. Dat is het allergrootste cadeau dat ik heb ontvangen.

Mijn moeder groeide op in onkerkelijke kring, leerde door het huwelijk met mijn vader de gereformeerde gezindte kennen en kwam op latere leeftijd tot persoonlijk geloof. Ze paste in de reformatorische kring, maar ze kende niet de ballast van de traditie met een kleine letter. Ja, ik hield zielsveel van haar.”

Was u bang haar te verliezen?

_„In het begin zeker. Ik ben een nakomertje; het

ziekteproces van mijn moeder heb ik daardoor intensief beleefd. Als ik een ambulance hoorde, was die in mijn beleving altijd op weg naar ons huis. Na verloop van tijd nam de angst af. Mijn moeder was heel betrokken op wat ik deed en wat mij bezighield. Dat maakte mijn jeugd tot een gelukkige. Wel hing altijd boven ons hoofd dat er onverwachts iets met haar kon gebeuren. In mijn tienerjaren ben ik heel erg bezig geweest met het probleem van het lijden. Waarom leeft de een in voorspoed en overkomt de ander niets dan ellende? Waarom krijgt mijn moeder deze ziekte en niet ik? Antwoorden vond ik niet. Met mijn moeder kon ik er niet over praten. Voor haar was het geen thema. Haar antwoord zou zijn: „Ach jongen, mijn lijden valt in het niet bij dat van de Heere Jezus voor mij.” Dat verwonderde me en maakte me jaloers, maar ík kon het er niet mee doen.”

Is dat later veranderd?

„Pas na haar overlijden in 2015. Toen kon ik met Job zeggen: Al begrijp ik U niet, U bent toch goed. Vijf jaar later is mijn vader gestorven. Hij heeft op een andere manier indruk op me gemaakt. Zijn leven stond in het teken van de zorg voor zijn gezin en voor mijn moeder. Daar heeft hij veel offers voor gebracht, met liefde.

„Mijn moeder was dankbaar voor wat ze nog wél kon; daarin speelde haar geloof een belangrijke rol”
Hendrik Jan van den Berg, bestuurder bij Lelie zorggroep
8 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom 9 12 MAART 2022

In mijn vroege jeugd had hij in Hilversum een winkel voor groente, fruit en bloemen. Die heeft hij verkocht toen mijn moeder ziek werd. We verhuisden naar Berkenwoude, vanaf die tijd was hij actief in een kaashandel. Die baan bood hem meer mogelijkheden om thuis bij te springen.”

U ging gezondheidswetenschappen studeren. „Ja, en mijn moeder deed mee. Ze snuffelde in mijn boeken, las al mijn papers en gaf commentaar op columns die ik schreef.”

Kwam de studiekeuze voort uit haar ziekte?

„Daar kan ik denk ik wel ja op zeggen. Zorg had een prominente plek in ons leven. Mijn moeder was onder behandeling in het UMC Utrecht. Als jong ventje ging ik mee als ze daar moest zijn. Die medische wereld fascineerde me, al kwam ik tot de conclusie dat directe zorgverlening niet zo bij me past. Het leek me mooi om iets te kunnen betekenen in de organisatie van de zorg.

Naar mijn mening kon een aantal zaken beter. Tijdens mijn studie was in Amerika de digitalisering in de zorg al volop gaande. Nederland kon hiervan het nodige leren. Vandaar dat ik na mijn studie aan de slag ging bij VitalHealth Software in Ede, een bedrijf dat software voor de gezondheidszorg ontwikkelt.”

Daarna volgden in korte tijd het HagaZiekenhuis, het Erasmus MC en ggz-organisatie Eleos.

„Aan loopbaanplanning heb ik nooit gedaan. In het HagaZiekenhuis kon ik heel mooi werk doen op het snijvlak van inhoud en bedrijfsvoering. Ik mocht er allerlei verbeterprocessen begeleiden. In die periode kreeg ik het verzoek om bij het Erasmus MC te komen werken. Dat trok me. Ik ben aan de Erasmus Universiteit opgeleid en heb iets met Rotterdam. Mijn verwachting was dat ik daar de rest van mijn leven zou werken.

Dat idee werd doorkruist door de situatie bij Eleos, waar forse problemen waren. Een familielid vroeg me of ik mijn talenten niet zou willen inzetten voor het behoud van de christelijke zorg. In eerste instantie voelde ik er weinig voor,

maar toen ik me ging verdiepen in de achtergrond van die zorg, veranderde dat. Terwijl Eleos weer wat opkrabbelde, kwam Johan van der Ham, bestuurder van de christelijke Lelie zorggroep, op mijn pad. Ook daar waren forse uitdagingen.”

Hoe wist u beide organisaties zo snel weer overeind te krijgen?

„Dat is niet mijn verdienste, je doet het met elkaar. Ik geloof sterk in het verháál van christelijke organisaties. Dat kan te veel uit beeld raken. Dan moet je terug naar het begin: waarvoor zijn we opgericht? Als je dat met elkaar scherp hebt en centraal stelt in de strategie, gaat het vanzelf. Dan komt er heel veel collectieve energie los, gericht op het doel dat mensen verbindt.”

Daarmee zijn de problemen toch niet opgelost?

„In essentie wel. De problemen als zodanig zijn meestal geen reden voor paniek. Wel kan door de manier waarop we ermee omgaan, paniek ontstaan. Belangrijk is dat je in zo’n situatie rust uitstraalt, uitlegt wat er aan de hand is en aangeeft wat van ieder in de organisatie wordt verwacht. Dat is voor mij de kern van leiderschap. Daarin gaat het niet om de leider, maar om de medewerkers. Waarbij je tijdig anticipeert op ontwikkelingen die gaande zijn, en met wijsheid de koers richting de toekomst kiest.”

In het algemeen hebben zorgmanagers een slechte naam. Terecht?

„We zijn in Nederland sterk in het zoeken van zondebokken. De bankiers hebben het gedaan, de politici hebben het gedaan, de farmaceuten hebben het gedaan, de zorgmanagers hebben het gedaan… Gezien de aard van hun werk mogen aan zorgmanagers extra hoge eisen worden gesteld, ook ten aanzien van hun morele kompas, maar ik betwist dat de problemen in de zorg voornamelijk te wijten zijn aan de managers. Dat is een karikaturaal beeld.”

Er wordt wel gezegd dat je voor zo’n baan een achtergrond in de zorg moet hebben.

10 12 MAART 2022
„Die medische wereld fascineerde me, al kwam ik tot de conclusie dat directe zorgverlening niet zo bij me past”

Hendrik Jan van den Berg

Hendrik Jan van den Berg (36) studeerde gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Sinds 2016 geeft hij leiding aan Lelie zorggroep. Naast zijn werk voor dit zorgconglomeraat, dat onder meer dertien verpleeghuizen en de thuiszorgorganisaties Agathos en Curadomi omvat, is hij voorzitter van de raad van toezicht van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College, vicevoorzitter van de Leerhuizen Palliatieve Zorg en voorzitter van de Vereniging Korsakov Kenniscentrum en van de Vereniging Samenwerking Christelijke Jeugdzorg. Van den Berg woont in Gouda en is getrouwd met Andrea. Ze kregen vier kinderen. Het gezin behoort tot de gereformeerde gemeente van Gouda. Van den Berg is een fervent lezer en muziekliefhebber.

„Dat kan een voordeel zijn, maar noodzakelijk is het niet. Veel belangrijker is dat je een zorghárt hebt. Je moet bewogen zijn met mensen.”

Is het geklaag over de zorg billijk?

„Nee! Voor geen cent te veel hebben we een van de beste zorgsystemen ter wereld. De zorg is bij ons toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief van hoog niveau. Het klagen komt voort uit het feit dat de verzorgingsstaat ons verwend hee gemaakt. Nu door de vergrijzing steeds meer burgers zorg nodig hebben en het aantal mensen dat die kan verlenen afneemt, de zogeheten zorgkloof, zullen we scherpe keuzes moeten maken. Om ervoor te zorgen dat de meest behoe igen de zorg als eerste krijgen.

Hoog complexe zorg moeten we mijns inziens nog meer gaan concentreren in specialistische centra. Een tweede noodzakelijke beweging is versterking van de informele zorg van burgers voor elkaar. In het zuiden van Europa zijn nauwelijks verpleeghuizen te vinden. De kinderen zorgen daar voor de ouders en ouderen zorgen voor de zeer ouden. Op dat terrein gebeurt bij ons nog te veel door betaalde krachten.

Een derde belangrijke beweging die moet worden gemaakt, is verbetering van zorg op afstand, via digitale technieken. Die ontwikkeling wordt gehinderd door het oerwoud aan wet- en regelge-

ving rond privacy en een zekere terughoudendheid ten opzichte van technologie bij medici en zorgverleners. Terwijl virtuele zorg door de cliënten soms hoger wordt gewaardeerd dan de klassieke zorg. Als Lelie zorggroep hebben we een koploperspositie in het aanbod van digitale zorg. Met 30 procent minder inzet van personeel zien we een hogere cliënttevredenheid en een hogere medewerkerstevredenheid.”

Hoe kijkt u aan tegen de kritiek op de macht van de zorgverzekeraars?

„We vergeten vaak dat er onder het oude systeem enorme wachtlijsten waren. Die zijn dankzij de zorgverzekeraars weggewerkt. Er is ook veel meer inzicht in de kwaliteit gekomen. Op het gebied van innovatie en kwaliteit vervullen de verzekeraars een aanjagende rol: vernieuwing wordt beloond.

De keerzijde is dat ze voor een zekere bureaucratie zorgen. Er wordt verantwoording verwacht op een wijze die soms doorslaat. Zulke excessen zijn in Nederland gelukkig bespreekbaar. We zien dat de wal het schip keert en een aantal regels al versoepeld is. Al met al waardeer ik de rol van de verzekeraars zeker niet negatief.”

Welke sectoren van de zorg zijn in uw optiek onderbelicht?

11 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom
12 12 MAART 2022
„Zeker christenen zouden moeten beseffen dat het leven eindig is”

„In de eerste plaats preventie. Voorkomen is beter dan genezen, maar we doen bijna niets aan het voorkomen van gezondheidsklachten. Daartegenover zie ik veel overbehandeling in de slotfase van het leven van mensen. Moet dan nog alles wat kan? Dat thema is zwaar onderbelicht. Zeker christenen zouden moeten beseffen dat het leven eindig is en dat ze zich in de laatste fase beter kunnen richten op dat wat wacht na de dood dan op blijven doorbehandelen.”

Lelie zorggroep heeft 3600 medewerkers; hoe lastig is het om die vast te houden?

„Wij hebben onze mensen gemiddeld negen jaar in dienst. Dat is best lang, maar het betekent dat we desondanks elk jaar minimaal 400 nieuwe medewerkers nodig hebben. Dat lukt tot nu toe goed; de aanwas is groter dan het verloop. Je moet die mensen wel weer zien mee te nemen in de cultuur van je organisatie. Het begeleiden van dat proces met de bijbehorende dynamiek is een belangrijk onderdeel van mijn werk.”

Wat is nodig om de zorg aantrekkelijker te maken?

„Ik beantwoord deze vraag meestal aan de hand van de klassieke protestantse drieslag: ellende, verlossing en dankbaarheid. De ellende voor zorgprofessionals is de bureaucratie, dus die moeten we zien terug te dringen. De verlossing ligt in het vergroten van hun autonomie. Laat ze doen wat ze op grond van hun kennis en ervaring menen te moeten doen. Dat ervaren ze letterlijk als verlossend. Ten slotte de dankbaarheid, heel plat: meer salaris! Het is zwaar en verantwoordelijk werk, daar hoort een passend loon bij.”

Ziet u op het zorgveld ook een taak weggelegd voor de kerken?

„Zeker. Er wordt vaak beweerd dat de zorgkloof op ons af komt, maar we zitten er al middenin. Dat is de reden waarom onze medewerkers al jaren keer op keer een stapje harder moeten lopen. Nóg harder gaat niet. Gewone burgers zullen bij moeten springen. Veel zorginstellingen zijn

ontstaan dankzij diaconaal roepingsbesef van kerken en individuele christenen. Na de opkomst van de verzorgingsstaat is de diaconale opdracht te veel overgedragen aan de overheid. Nu komt die weer stevig op ons af. Laten we die taak dan ook oppakken.

Een kerngedeelte uit de Bijbel is voor mij Micha 6: 8: „Wat eist de Heere van u dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God?” Dat kan overal. Wat op je pad komt, moet je met deze houding oppakken. Dat vind ik heel bevrijdend. Je hoeft niet op zoek naar mantelzorgtaken, ze komen vanzelf naar je toe.”

Bent u door uw werk meer gaan nadenken over uw sterfelijkheid?

„Daar heb ik altijd mee geleefd. Alles hier is eindig. Papa en mama kan ik niet meer zeggen; ze zijn er niet meer. Ook in mijn werk word ik dagelijks geconfronteerd met sterfelijkheid en bij momenten met het uitzicht van een heerlijke toekomst. Zoals Ewald Mackay het in een van zijn boeken zo mooi verwoordt: „In de reis door de nacht zien we soms een glimp van het licht, door de luiken van het Vaderhuis.” Dat doet je tegelijk meer nadenken over dat wat werkelijk belangrijk is in het leven hier en nu. Dat zijn ook de gewone, huiselijke dingen.”

Komt u daar aan toe met uw agenda?

„Zeker! In de organisaties die onder Lelie zorggroep vallen, wordt 24/7 zorg verleend. In al die uren gaat het meeste gelukkig goed. Zijn er problemen, dan word ik als eindverantwoordelijke gebeld. Dat kan tijdens het slapen zijn, als ik in de kerk zit, op vakantie ben… Toch blijft er gelukkig voldoende tijd over voor mijn eerste roeping: die van echtgenoot en vader. Ik ben een familieman en houd net als Andrea zielsveel van de kinderen. We praten en filosoferen veel met elkaar, maar zijn ook graag actief bezig: vissen, kanoën, samen muziek maken, koken… Ik geniet enorm van deze huiselijkheid.”

> rd.nl/hetgesprek

13 12 MAART 2022

WELK ZORGTYPE BEN JIJ?

Ben jij degene die het altijd gezellig maakt met collega’s? Of werk je liever zelfstandig en steel je de harten van cliënten? Elke zorgverlener hee andere kwaliteiten en eigenschappen, zo vullen we elkaar aan om samen de beste zorg te verlenen.

Speciaal voor mensen met een zorghart ontwikkelden wij de zorgtypetest. Aan de hand van twaalf vragen ontdek jij wat voor zorgtype je bent, en op welke plek in de zorg jij het beste tot je recht komt.

Doe de test, en ontdek welk zorgtype jij bent!

ZORGTYPETEST.NL WERKENBIJLELIEZORGGROEP.NL WERKENBIJHETIJSSELLAND.NL

Tien vóór tien dus. Ik leg de hoorn weer neer en ben blij dat ik het nu zeker weet. In mijn agenda stond tien óver tien bij de afspraak met de huisarts, maar ik wist bijna zeker dat de assistente tien vóór had gezegd. En dat klopt dus. Dat betekent wel: opschieten. Want met reistijd erbij hebben we nog een kwartier.

De wachtkamer zit vol, driekwart 70+ schat ik zo in. De hel met, de andere hel zonder mondkapje op. Er is gelukkig nog een bankje vrij, dicht bij de kinderhoek met blokken. Leuk voor jou, knik ik mijn zoon toe. Die kijkt quasiboos terug. Als je bijna 12 bent, speel je blijkbaar niet meer met blokken. Even later plundert hij wel een stapel Donald Ducks.

las ik ergens. Dan zou het dus wel handig zijn om er iets beter in te worden, bedenk ik nu. Ik voel me onrustig worden terwijl de minuten wegtikken en ik moet denken aan al die dingen die ik óók had kunnen doen.

Ik kijk eens om me heen en concludeer dat veel van de mensen die hier zitten het ”wachten” wellicht gewend zijn: zodra je in de medische molen terechtkomt, heb je je over te geven aan de agenda’s van artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten. Logisch natuurlijk, maar niet altijd even leuk. Zeker niet als je het gevoel hebt haast te hebben.

Tien vóór tien, tien uur, tien óver tien.

De tijd tikt door

”Graag maximaal 5 minuten voor uw afspraak in de wachtkamer plaatsnemen”, lees ik op een bord. Die strip zal dus wel niet uit komen. Tien vóór tien. Tien uur. Tien óver tien. De tijd tikt door en er gebeurt weinig. Een dame met een rollator mag naar binnen. En een man die net nog uitgebreid met het thuisfront gebeld hee , waardoor ik weet dat hij iets aan zijn arm mankeert, gaat met een fysiotherapeut mee. Wij zitten en wachten. En wachten.

Een mens wacht gemiddeld elf dagen in een jaar,

Mijn oog valt op de krant op de leestafel. Op de voorpagina een grote foto van rijen mensen voor de Oekraïens -Poolse grens. Mensen die huis en haard moesten achterlaten en nu hopen op een veilig heenkomen. Het blijkt dat ze daar al uren staan te wachten tot ze erdoor kunnen. Op weg naar een onzekere maar veilige toekomst.

Daar is opeens de arts. Mijn zoon legt zijn Donald Duck gauw weer terug op zijn plek. „Sorry, het liep wat uit”, zegt de dokter als hij ons voorgaat naar de spreekkamer. „Gee niet”, reageer ik. En het rare is: ik meen het nog ook.

COLUMN
15 12 MAART 2022
Wachten mariska@rd.nl
16 12 MAART 2022

Aan het bed op de ic

Op de intensive care van het Admiraal de Ruyterziekenhuis in Goes zijn ze nog steeds aan het bijkomen van de intensieve coronaperiode. Intussen gaat de zorg gewoon door. Wie zijn die mensen die alles over hebben voor hun patiënten, ook al moest het werk soms met de hel van het team gebeuren? Een van hen is Lianne Weststrate, al 24 jaar icverpleegkundige.

Aline de Bruin
beeld
TER PLEKKE
Sjaak Verboom
17 12 MAART 2022

„Meneer Meyer, ik ga nu controleren of uw tube goed op zijn plek zit.” Ic-verpleegkundige Lianne Weststrate (55) drukt voorzichtig op de borst van de man die bewegingsloos in bed ligt. Dit om te controleren of hij geen paradoxale ademhaling heeft, vanwege zijn vele gebroken ribben. „Ja, dat is in orde.”

Meneer Meyer hoort waarschijnlijk niet wat ze zegt, want hij is kunstmatig in slaap gebracht. Toch praat Lianne tegen hem. Uit respect. „En je weet nooit wat iemand nog meekrijgt.”

Het is dinsdag, iets na acht uur in de ochtend. Op de intensive care van het Admiraal de Ruyterziekenhuis (Adrz) in Goes is de verpleegkundige net begonnen aan de eerste controle van haar dagdienst. Zo’n anderhalf uur geleden reed ze vanuit woonplaats Krabbendijke naar Goes en rond zeven uur stapte ze de afdeling op. „Ik vind het prettig om even rustig met een bakje thee het rapport van mijn patiënt voor de dag te kunnen lezen.”

Ze loopt alle apparatuur in de kamer na. Hoe zit het met de bloeddruk? Lopen alle infuuslijnen goed? Moet er al bijna medicatie worden bijgevuld? Wat is de lichaamstemperatuur?

Lianne kijkt peinzend naar de monitor naast het bed, waar de hartslag 96 aangeeft. „Dat vind ik vrij hoog voor iemand die net een infarct heeft gehad. Iets om mee te nemen naar het overleg met de arts straks.”

De verpleegkundige is vandaag verantwoordelijk voor meneer Meyer, een Duitse man van achter in de vijftig die gistermiddag is binnengebracht omdat hij een hartstilstand kreeg op het strand. Omstanders hebben hem gereanimeerd, waarbij een aantal van zijn ribben zijn gebroken. Daarna kwam hij even bij, maar eenmaal op de spoedeisende hulp bleek al snel dat hij te weinig zuurstof in zijn bloed had en dat er bloed uit zijn longen kwam. Daarom ligt hij nu ook aan de beademing.

Alle controles zitten erop. Lianne is tevreden over de status van haar patiënt. „Misschien kan meneer vandaag langzaam wakker worden als zijn waarden zo goed blijven. Dat vermoeden heb ik wel.”

Tijd om hem te gaan wassen. Dat doen de verpleegkundigen nooit alleen, want met alle infuusdraden, buizen en plakkers is het zaak om goed op te letten dat alles op zijn plaats blijft zitten. Collega Samantha komt helpen. De hoofdsteun gaat omlaag en samen draaien de vrouwen meneer Meyer voorzichtig op zijn zij. Lianne, bezorgd: „Wat heeft hij koude voeten zeg. Zou dat

door de medicatie komen?” Voor de zekerheid haalt ze uit de kast een grijze molton die over het voeteneinde wordt gedrapeerd. „Zo, nu krijgt u het hopelijk weer wat warmer.”

Langzaam zoemt het hoofdeinde van het bed weer omhoog, totdat het op 30 graden staat. „De optimale houding voor een patiënt aan de beademing.” Lianne haalt er zelfs een waterpas bij, zodat het bed precies op gelijke hoogte staat met de apparatuur en de bloeddruk optimaal wordt gemeten. „Als ic-verpleegkundige ben je van alle markten thuis.”

Specialistisch opgeleid

Negen uur. In de personeelskamer zitten haar collega’s inmiddels aan een bakje koffie of thee. Af en toe werpen ze een blik op de beeldschermen aan de muur, waar van iedere patiënt die op de ic ligt waarden als de bloeddruk en de hartslag te zien zijn. Zodra er iets afwijkends wordt gemeten, klinkt er meteen een alarm door de kamer en snelt de verantwoordelijke verpleegkundige naar de patiënt toe.

Op een ander klein scherm is te zien welke patiënten er op de ic liggen en wat hun ziektebeelden zijn. Het is rustig voor ic-begrippen; zes van de twaalf kamers zijn bezet. Elke verpleegkundige heeft vandaag een eigen patiënt en er zijn zelfs twee collega’s die geen patiënt hebben. Zij hebben de telefoons bij zich voor de ondersteunende taken in het ziekenhuis. Een luxepositie, legt Lianne uit. „Normaal heb je die oproeptaken boven op je eigen dienst. Als je dan wordt gebeld door een andere afdeling, let een collega tijdelijk op je patiënt.”

18 12 MAART 2022

De ic-verpleegkundigen zijn zo specialistisch opgeleid dat hun kennis in het hele ziekenhuis nodig is. Zo is er altijd iemand oproepbaar voor consulten. Wanneer een afdelingsverpleegkundige moeite heeft om een infuusnaald te prikken, belt ze de ic. Daarnaast zijn er per dienst twee verpleegkundigen beschikbaar voor reanimatie. En er is iemand nodig voor oproepen van het spoedinterventieteam, dat samenkomt bij een patiënt bij wie iets ergs aan de hand kan zijn.

„Misschien kan meneer vandaag langzaam wakker worden als zijn waarden goed blijven”
Lianne Weststrate, ic-verpleegkundige
beeld Sjaak Verboom
19 12 MAART 2022

Vandaag is collega Ezra consulterend verpleegkundige. Terwijl hij een slok van zijn thee neemt, gaat de pieper af. „Ik ben even naar de afdeling hoor!” Een poosje later komt hij terug met een telefoon in zijn hand. „Lianne, sprechen Sie Deutsch?” De Duitse vriendin van de patiënt wil graag weten hoe het met de man is. Lianne kijkt benauwd. „Een telefoongesprek gaat met Google Translate toch wat lastig.” Gelukkig is Ezra de taal een beetje machtig, dus na een medische update staat hij de vrouw te woord.

De verpleegkundige schuift wat heen en weer op haar stoel. Tegen afdelingsassistent Tina, die net binnen komt lopen: „Ik vind het gewoon bijna raar dat ik de tijd heb om thee te drinken, daar word ik onrustig van.” Tina knikt instemmend. „Dat zijn we niet meer gewend.”

De afdeling heeft een heel heftige tijd achter de rug. De coronaperiode was voor iedereen zwaar. „Ik vond het oprecht bijna traumatisch en daar is geen woord van gelogen”, zegt Lianne. „Ik hoop het nooit meer mee te maken.”

De ic in Goes moest worden uitgebreid van 12 naar 24 bedden. Daarvoor werd de hartbewaking ook leeggeruimd. Er was nauwelijks genoeg apparatuur en op een gegeven moment ontstond er schaarste aan beademingsslangen. Bepaalde medicatie dreigde op te raken. Defensie kwam een aantal beademingsmachines en infuuspompen brengen. „Het leek wel oorlog.”

In het begin was er ook nauwelijks kennis over Covid-19, dus de standaardmaatregelen

waren niet voldoende. „Een patiënt was bijvoorbeeld nog helemaal aanspreekbaar, terwijl het zuurstofgehalte in zijn bloed zo laag en het koolzuur zo hoog was dat hij om medische redenen allang het bewustzijn had moeten verliezen. Of we kregen mensen niet in slaap, met doseringen slaapmiddel die normaal een olifant zouden vloeren. Alles was zo onzeker.”

Lianne en haar collega’s functioneerden vooral op adrenaline. Het was werken, werken, werken. Het idee van code zwart hing boven de afdeling, wat betekent dat iedereen drie of vier patiënten per dienst onder zijn hoede zou krijgen. „Daar was ik zo bang voor. Zo’n aantal is veel te veel voor de ic, dan verlies je alle controle. Ik weet nog goed dat een arts me probeerde voor te bereiden op dat scenario. Gelukkig is het nooit zover gekomen.”

Het team heeft de klus samen geklaard. Zonder grote tekorten, al hebben een paar collega’s een burn-out gehad de afgelopen winter. „Maar dat is niet gek na zo’n periode.” Er zijn nog wel veel ziekmeldingen vanwege corona, maar die worden volgens Lianne „gek genoeg” altijd weer opgelost. „In onze beroepsgroep geldt toch vooral de mentaliteit dat je de patiënten niet laat liggen. Die moeten geholpen worden. En je weet dat collega’s harder moeten rennen als je geen dienst kunt overnemen, dus zet iedereen toch zijn beste beentje weer voor.”

De ic-verpleegkundige heeft zelf één belangrijke les meegenomen van de Covid-periode: ze

20 12 MAART 2022

probeert alles met de dag te bekijken. „Ik probeer me niet te veel zorgen te maken over wat er misschien nog gaat komen, want dat heeft exact nul zin. En op die manier houd je het ook beter vol.”

Levensgevaarlijk

Inmiddels is het tien uur. Tijd voor de volgende uitgebreide controle van de patiënt – die op de ic iedere twee uur plaatsvindt. Lianne draait aan een knopje. „Ik zet het zuurstof iets omlaag, dat kan nu wel.” Dan loopt ze naar de centrale balie, waar ANIOS (Arts niet in opleiding tot specialist) Ivo achter een beeldscherm klaarzit. Samen bespreken ze de toestand van de patiënt.

De verpleegkundige doet haar aanbevelingen en meldt dat de patiënt misschien wel wakkerder kan worden. Ivo gaat het bespreken met de intensivist, de medisch specialist op de ic die eindverantwoordelijk is voor de behandeling. Lianne, even later op de kamer: „Arts-assistenten mogen nog niets zelf beslissen, dus door het overleg is het vaak vrij laat op de ochtend voor je weet wat het beleid van die dag is. Maar dat geeft niet, het hoort erbij.”

Voor de verpleegkundige is het mooie aan haar beroep dat ze een grote eigen verantwoordelijkheid heeft. Artsen spreken vaak een streefgetal af; ze willen een bepaalde bloeddruk, zoveel urineproductie of dat zuurstofgehalte in het bloed. Lianne mag vervolgens zelf beslissen hoe ze dat doet. Een taak die haar ligt, want ze is graag zelfstandig bezig. Al moet je daarin groeien, zo zegt ze er gelijk bij. „Voor een leerling-verpleegkundige zijn al die piepende machines heel overweldigend. Ik was in het begin zo gefocust op het begrijpen van de apparatuur dat ik bijna vergat dat er ook nog een patiënt in bed lag.”

Juist op de intensive care is het geruststellen van een patiënt heel belangrijk. Veel van hen zijn ernstig ziek en liggen aan de beademing, waardoor ze in slaap worden gehouden. Als iemand wakker mag worden, kan het voorkomen dat hij helemaal in de war is of niet snapt waar hij is. „Mensen raken ook vaak in paniek vanwege de tube in hun mond. Soms proberen ze die er zelf uit te trekken en dat is levensgevaarlijk. In overleg met de arts beslissen we dan soms om toch de slaapmedicatie weer wat hoger te zetten.”

Administratie

Een voor een gaan de gordijnen in de deuropeningen van de kamers dicht. De intensivist loopt zijn ronde en bespreekt samen met de ANIOS en de verantwoordelijk verpleegkundige wat de stand van zaken is. In afwachting van zijn komst klikt Lianne op het zoveelste pop-upschermpje op de computer. „Kijk, nu wil het systeem dat ik een delierscore doorgeef. Bij een delier raakt iemand

„Ik word soms niet goed van de administratie. Werkelijk alles moet worden gerapporteerd. Maar ja, zorgverzekeraars hebben een grote vinger in de pap”
21 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom

in de war. Maar mijn patiënt is diep in slaap, dus deze melding slaat nergens op. Toch moet ik ’m invullen, want de computer maakt geen onderscheid tussen patiënten die wel en die niet wakker zijn.”

De administratie – het is en blijft een flinke werkverschaffer. Om te illustreren hoeveel tijd dit in de praktijk kost, doet ze verslag van een recente avonddienst. Die begint bij haar patiënt van die avond, een jonge vrouw die aan de beademing ligt. De controles leveren alle gebruikelijke administratie op. Dan gaat haar pieper af. Ze wordt opgeroepen door de SEH (spoedeisende hulp) om te assisteren bij een patiënt die mogelijk een herseninfarct heeft. Na drie kwartier is ze terug op de afdeling. Alle informatie over die oproep moet gelijk worden genoteerd, want het management wil weten wat het personeel op jaarbasis buiten de ic doet. Weer een kwartier verder. Dan opnieuw de controles met administratie bij haar eigen patiënt. Het bezoekuur volgt. Tussendoor snel eten. Dan wordt haar patiënt onrustig. Overleg met de arts: mag de slaapmedicatie omhoog? Weer administratie. Een melding van het systeem tussendoor: de infuusnaalden moeten worden doorgespoten, want dat moet

twee keer per dag. De update van de arts in het systeem. Om halftien weer een oproep van de spoedeisende hulp: een Covid-patiënt. Die moet eerst een CT-scan, om te controleren of hij geen longembolie heeft. Administratie. Dan gaat de patiënt mee naar die ic. Het duurt drie kwartier tot een uur om hem aan te sluiten op alle apparatuur en van alle infusen te voorzien die nodig zijn. Elke handeling moet genoteerd worden in het systeem. Inmiddels is het tien uur geweest. Haar eigen patiënt heeft de maagsonde eruit getrokken. Die weer inbrengen. De handeling noteren. Het bed verschonen. Om halfelf alles rapporteren. De bevindingen in de computer zetten. En de dienst eindigt met de overdracht aan de nachtdienst.

„Snap je nu waarom ik er soms niet goed van word?” lacht Lianne. „Werkelijk alles moet worden gerapporteerd.”

Hier en daar zijn er pogingen gedaan om de hoeveelheid administratie iets te verminderen. Zo maakt de computer inmiddels automatisch meldingen aan om de infuuspleisters te verschonen om de zoveel tijd. En een aantal handelingen hoeven de verpleegkundigen alleen maar af te

22 12 MAART 2022

vinken. Toch blijft ‘het systeem’ een log instituut, waar weinig grip op is te krijgen. In de praktijk dealt iedereen er maar gewoon mee, zo goed en kwaad als het gaat. „Zorgverzekeraars hebben een grote vinger in de pap. Die willen precies weten waar het geld naartoe gaat en ze staan erop om alle cijfertjes te hebben. Dus vullen we alles braaf in, ook als we een delierscore moeten doorgeven van een patiënt die in slaap is.”

Trots

Aan het eind van de ochtend komt de intensivist op de kamer van meneer Meyer. De observaties van Lianne blijken te kloppen: zijn hartslag is inderdaad wat hoog, dus hij moet snel bètablokkers krijgen. Als er geen bloed meer uit de longen komt, mogen de beademingsinstellingen worden aangepast. Verder mag hij aan de sondevoeding. De intensivist gaat verder praten met de cardioloog, om te kijken wat het plan van aanpak wordt. „Zodra hij stabiel is, mag hij met medisch transport naar Duitsland. Ik verwacht dat hij daar wel een hartkatherisatie nodig heeft. Voor nu zie ik geen reden om hem niet wakker te laten worden. Zullen we kijken of hij een deel van de beademing zelf op kan pakken?”

Lianne gaat meteen aan de slag – nadat ze het oordeel van de arts in het systeem heeft gezet. „Dingen afbouwen, dat doe ik graag.” Ze wijst naar het infuus. „Ik ga nu eerst de medicatie uitzetten die zorgt voor de verslapping van de patiënt. Pas daarna bouw ik de slaapmedicatie langzaam af. Die volgorde is heel belangrijk, want anders raakt hij bij bewustzijn terwijl hij nog verlamd is en niets kan bewegen. Dat zou een traumatische ervaring zijn.”

De infuuspomp gaat op stand-by. Dan checkt ze via de beademingstube nog één keer of er geen bloed meer uit zijn longen komt. „Dit noemen we een bronchiaal toilet. Kijk, de slang is schoon, dus dat is goed nieuws.” Trots: „Hij doet het echt heel goed.”

Voor de zekerheid dient ze vast wat extra paracetamol toe. Een pijnstiller die goed werkt in combinatie met morfine, omdat ze allebei op een andere manier de pijn aanpakken. „Meneer heeft gebroken ribben en dat doet vreselijk pijn. Als hij vanmiddag wakker wordt mag hij daar niks meer van voelen.”

Op de monitor gaat de hartslag langzaam iets omhoog: een teken dat de verslapping uit begint te werken. Lianne houdt de schermen nu voortdurend goed in de gaten. Straks gaat ze de slaapmedicatie langzaam verminderen. „Zodra de hartslag toeneemt, zijn bloeddruk hoger

„Je weet dat collega’s harder moeten rennen als je geen dienst kunt overnemen, dus zet iedereen zijn beste beentje weer voor”
23 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom

wordt en hij meer gaat bewegen, weet ik dat hij wakker wordt. Dan wil ik bij zijn bed staan.”

Patiënten die in slaap worden gehouden, hebben vaak geen herinneringen aan die periode. Ze zijn als het ware uit de tijd gevallen. Toch kunnen ze na afloop last krijgen van hun ic-tijd. Lianne noemt het post-intensivecaresyndroom (PICS), een aandoening waar nog niet veel over bekend is, maar waar (langdurige) ic-patiënten mee te maken kunnen krijgen na hun ontslag. Soms ontstaan er cognitieve problemen; mensen kunnen het lastig vinden namen te onthouden of ze zijn overweldigd door drukte of licht. Ook kunnen er psychische klachten ontstaan, depressie of een posttraumatische stressstoornis.

De meeste patiënten liggen een paar dagen, een week of twee weken op de ic. Er zijn uitzonderingen. Zo lag er in de coronaperiode iemand drie maanden op de specialistische afdeling. „Heel heftig. Wij hopen altijd dat iemand hier zo snel mogelijk weer weg kan. Dit is geen fijne omgeving om te liggen.”

Extra dienst

Nu het dagbehandelplan voor meneer Meyer duidelijk is, heeft Lianne even tijd om te eten. Haar dienst loopt nog tot vier uur. Eigenlijk is dit al een extra dagdienst, want vanwege de voorjaarsvakantie werkt ze wat meer. Ook de afgelopen weken heeft ze extra nachtdiensten gedraaid, in verband met ziekmeldingen. Geen

24 12 MAART 2022
„Ik vind het bijna raar dat ik even de tijd heb om thee te drinken, dat zijn we niet meer gewend”

probleem, vindt de verpleegkundige. „Ik heb geen hekel aan nachtdiensten en ik ben alleen, dus dan ben je flexibeler dan wanneer je een gezinnetje hebt. Bovendien vallen mensen ook voor mij in als ik ziek ben.”

Morgen staat er een lange dag op het programma. Overdag is ze bezig voor de VIM-commissie, het Veilig Incident Melden. Met een collega, een teamleider en een intensivist kijkt ze dan naar meldingen die zijn gedaan van (bijna-) incidenten en hoe ze die scenario’s in de toekomst kunnen voorkomen. Daarna komt er een avonddienst achteraan. Maar, zo zegt ze er meteen bij: „Dat heb ik zelf zo ingedeeld, want dan heb ik woensdag een dagje vrij.”

Op woensdag stapt ze samen met een vriendin in de auto voor een dagje Den Haag. Enthousiast: „We gaan naar het Mauritshuis, daar ben ik nog niet eerder geweest.”

Uren later, om kwart voor acht die avond, volgt nog een appje over de status van meneer Meyer. „Hij is wakkerder geworden. Kon de beademingsmachine op spontaan zetten, dus hij ademt zelf, maar de machine geeft op een spontane ademteug alleen nog een duwtje mee. Morgen zo mogelijk detuberen en dan kan hij woensdag hopelijk al met de ambulance naar Duitsland.”

Meneer Meyer is een fictieve naam. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.

Medische termen

ANIOS: Een basisarts die zich nog niet verder heeft gespecialiseerd. De ANIOS werkt op de ic onder begeleiding van een intensivist.

Bètablokkers: Medicatie die de hartslag vertraagt zodat het hart rustiger pompt en minder zwaar belast wordt.

Code zwart: Crisisfase 3: een zeer ernstige verstoring van de gezondheidszorg. Er is niet of nauwelijks ruimte voor nieuwe patiënten en er zijn niet genoeg zorgprofessionals beschikbaar.

CT-scanner: Een röntgenapparaat dat foto’s maakt van weefsels of organen.

Hartkatherisatie: Ingreep waarbij de arts met een slangetje het hart en de kransslagaders vanbinnen onderzoekt.

Intensivist: De medisch specialist op de ic. Hij is hoofdverantwoordelijk voor de medische behandeling van patiënten, maar kan wel altijd een beroep doen op de andere specialismen in het ziekenhuis.

Longembolie: Bij een longembolie zit er een bloedpropje in een bloedvat in de longen. Het is een bekende bijwerking van Covid-19.

Post-intensivecaresyndroom (PICS): Een aandoening waarbij (langdurige) ic-patiënten na ontslag last kunnen krijgen van cognitieve en/of psychische problemen.

Sedatie: Als patiënten op de ic aan de beademing liggen, worden ze vaak kunstmatig in slaap gehouden. Dat heet sedatie.

VIM-commissie: Wanneer er iets in de zorgverlening niet goed is gegaan, meld je dat in de commissie Veilig Incidenten Melden (VIM).

25 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom

Zo redden we de zorg

De zorg staat in Nederland voor grote uitdagingen. Er zijn tekorten, het salaris zou in sommige sectoren onder de maat zijn en de besluitvorming is stroperig. De vraag

”hoe blijft het werk aantrekkelijk voor zorgpersoneel” lijkt urgenter dan ooit. Mensen uit de zorg- en HRsector delen hun ideeën.

VERDIEPING
Mirjam Roukema
#4 SALARIS
#3 KINDEROPVANG #2 OPLEIDING #1 WERKDRUK 26 12 MAART 2022 #5 VRIJHEID

David Snoek, helpende in verpleeghuis De Meent in Veenendaal

Kim de Groot, verpleegkundige en onderzoeker bij het Nivel

Mantelzorgers

„Om de zorg in het verpleeghuis te ontlasten, kunnen mantelzorgers meer ingezet worden. Bijvoorbeeld bij het douchen of wassen van een vader of moeder. Het zorpersoneel hee dan meer tijd voor de medische taken, zoals het bestellen van medicijnen. Zorg die te ingewikkeld is, zoals het uit bed halen van een bewoner met een tilli , blij de verzorging doen. Mantelzorg gaat alleen om de lichtere zorg en alleen voor het eigen familielid.

Wat in verpleeghuizen ook zou kunnen helpen om de werkdruk te vermin-

Marita de Kleijne-Peters, verzorgende IG-GVP en voorzitter V&VN Verzorgenden

Paul Boselie, hoogleraar bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht

Evelien van Leeuwen, promoveert op duurzame inzetbaarheid medisch specialisten bij het UMC Utrecht

Meer thuiswerken

deren, is werken met een basisrooster. Dat doen wij al. Daarin hebben medewerkers standaard een aantal diensten die maandelijks terugkomen. Op die manier is het makkelijker om met collega’s

Werkdruk versus werkgeluk

„Werkdruk staat haaks op werkgeluk. Hoe minder werkgeluk je ervaart, hoe meer werkdruk je voelt. Werkgeluk zit hem in kleine dingen. Het hee alles te maken met eigenaarschap van je vak. Als ik mijn vak mag uitoefenen zoals ik dat geleerd heb, neemt mijn werkgeluk toe. Door allerlei

randzaken neemt de werkdruk nu toe, bijvoorbeeld doordat er te weinig personeel is.

Meer mensen aannemen zou daarvoor een oplossing kunnen zijn, maar dan moet het beeld dat van de zorg wordt geschetst in de opleiding worden bijgesteld. In de studie gaat het veel over het

technische aspect: wondzorg, medicatie, injecties. Niet over de rauwheid die bij het vak hoort: mensen die kwijlen, incontinent zijn. Als jonge mensen tijdens hun stage in aanraking komen met de werkelijkheid, dan valt dit tegen en haken ze voortijdig af.”

„Er moet meer flexibiliteit komen in werktijden en zorgmedewerkers moeten de mogelijkheid krijgen meer thuis te werken. In de coronapandemie hebben we gezien dat er meer werk thuis kan plaatsvinden dan gedacht. Bijvoorbeeld het uitwerken van de administratie, op een flexibel moment. Contact met cliënten kan –dankzij moderne techniek– ook plaatsvinden als ze niet fysiek naar een locatie komen.

Ook moeten we af van de enorme administratiedruk. Sommige zorgmedewerkers zijn daar 80 procent van hun tijd aan kwijt.”

ZO REDDEN WE DE ZORG #1 WERKDRUK 27 12 MAART 2022
beeld Jaco Hoeve
1. 28 12 MAART 2022

Sjaak Verboom (1957) is fotograaf en gespecialiseerd in portret- en documentairefotografie. Met regelmaat werkt hij aan grotere fotoprojecten op het snijvlak van documentaire- en kunstfotografie.

TER PLEKKE beeld
29 12 MAART 2022
Sjaak Verboom

Baby 8

Een blik over de grens kan helpen om te waarderen wat je zelf hebt. Daarom een selectie beelden die ik maakte van gezondheidszorg op verschillende plaatsen en tijden wereldwijd.

1. Oekraïne, 1991. Ziekenhuis in Kiev waar kinderen jarenlang verpleegd worden na het grote ongeluk in de nabijgelegen kerncentrale van Tsjernobyl in 1986. Zes dagen later bereikt de

radioactieve wolk Nederland.

2. India, 2009. Ziekenhuis van de Lepra Zending in Vadathorasalur.

3. Albanië, 1999. Tijdens de vlucht uit Kosovo wordt haar kind geboren. Het ziekenhuis geeft het de voorlopige naam Baby 8.

4. Afghanistan, 2002. Een van de meest cynische vruchten van de oorlog: een land bezaaid met mijnen die slachtoffers blijven maken.

2.3.
30 12 MAART 2022122022
4.

5. Ethiopië, 2004. Een dochter heeft dagen met haar moeder gelopen om een ziekenhuisje te bereiken waar zij geholpen kan worden.

6. Haïti, 2010. Chaos in de gezondheidszorg na de gigantische aardbeving die tussen de 100.000 en 200.000 mensen het leven kostte.

7. Noord-Ossetie, 2000. Ziekenhuis in Noord-Ossetië, waar veel gewonden terechtkwamen vanwege de oorlog in buurland Tsjetsjenië.

Gevlucht in de moederschoot, geboren in vrijheid

beeld Sjaak Verboom 5. 6. 7.
31 12 MAART 2022
NEDERLAND VERGRIJST HET AANTAL 90-PLUSSERS STIJGT HET AANTAL MENSEN MET INDICATIE VOOR 24-UURSZORG STIJGT VAN HET GEZONDHEIDSVERLIES VAN DE BEVOLKING KOMT DOOR ONGEZOND GEDRAG VOLDOENDE GEKWALIFICEERD ZORGPERSONEEL IS STEEDS MOEILIJKER TE VINDEN HET VERWACHTE TEKORT IN 2031 IS HET AANTAL VOLWASSENEN MET OVERGEWICHT STIJGT BEDDEN ZIJN ER NUBEDDEN ZIJN ER NODIG IN 2040 ER ONTSTAAT EEN TOENEMENDE SCHAARSTE AAN PLEKKEN IN VERPLEEGHUIZEN EN DE ZORGVRAAG NEEMT TOE: 20% 140.200 152.000 261.000 50%62% 117.000 76.000 340.000 165.000 2015 2040 2015 2018 2040 2040 2 EEN ONGEZONDE LEEFSTIJL ZORGT VOOR MEER ZIEKTES 3 HET TEKORT AAN ZORGPERSONEEL GROEIT 10 MILJOEN MENSEN HEBBEN EEN CHRONISCHE AANDOENING 5,4 MILJOEN HIERVAN HEEFT MEER DAN ÉÉN CHRONISCHE AANDOENING © Corné van der Horst, bron: Ministerie van VWS
HET KNELT IN DE ZORG — EN ZO KOMT DAT 1

Hoog tijd voor scherpe keuzes

De Nederlandse gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld. Toch staan de kwaliteit en de toegankelijkheid ervan onder zware druk, door personeelstekorten en een toenemende zorgvraag. Hoe blijft de zorg houdbaar?

Als er niets verandert in het beleid, zullen de zorguitgaven per hoofd van de bevolking tussen nu en 2060 maar liefst verdrievoudigen. Ook zal dan over dertig jaar een derde van de beroepsbevolking werkzaam moeten zijn in de zorg. De houdbaarheid van de Nederlandse zorg staat onder druk en daarom moet de overheid scherpe keuzes maken, concludeert een rapport dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) september vorig jaar uitbracht.

„Die analyse wordt breed gedeeld”, schrijven twee economen van de Maastricht University, prof. Frits van Merode en prof. Wim Groot, in november in Zorgvisie, een magazine voor bestuurders in de zorg. Tegelijk zijn ze kritisch over de oplossingen die de WRR schetst. „Het rapport geeft

weinig concrete aanbevelingen. De aanbevelingen blijven vrij algemeen en abstract: scherpe keuzes moeten worden gemaakt, maar welke zegt de WRR er niet bij.”

Groot doet al 25 jaar onderzoek naar de financiering en bekostiging van zorg in Nederland en elders in de wereld. Van Merode houdt zich vooral bezig met vraagstukken over de logistiek en de technologie in de gezondheidszorg.

Doet u eens een voorzetje. Welke keuzes moeten er worden gemaakt?

Wim Groot: „Een van de dingen waarover we moeten nadenken, is de verdeling van de financiële lasten. De eigen bijdrage in de zorgverzekering is in Nederland laag, vergeleken met die in veel andere landen. Ik denk dat we er niet aan zullen ontkomen dat mensen

die van de zorg gebruikmaken, meer uit eigen zak moeten betalen. Dat aspect zit deels in het WRR-rapport. Daarin staat het advies om wonen en zorg te scheiden, waardoor zorgbehoevende ouderen de woonlasten voor eigen rekening nemen.

Ook zouden de rijken wat mij betreft meer mogen betalen dan de armen.

Het tweede wat er moet gebeuren, is het vergroten van de doelmatigheid van de zorg. Onderzoek welke behandelingen echt nodig en effectief zijn en welke niet. Daarbij moeten we wel bedenken dat Nederlandse artsen ten opzichte van buitenlandse al vrij terughoudend zijn met het behandelen van bijvoorbeeld terminaal zieke kankerpatiënten. In Nederland wordt veel meer gekeken naar de kwaliteit van leven dan naar het verlengen van

VERDIEPING
33 12 MAART 2022

de levensverwachting. Maar misschien zijn daar nog stappen in te zetten.”

Kunt u voorbeelden noemen van behandelingen die volgens u overbodig zijn?

Groot: „In de ene regio worden veel vaker keizersnedes uitgevoerd bij een bevalling dan in de andere regio. Daar zou eens naar gekeken kunnen worden. Zou een keizersnee misschien minder vaak nodig zijn?

Een ander voorbeeld zijn hernia-operaties. Hiervan zeggen experts dat ze weinig effectief zijn. Toch voeren artsen ze uit. Dan moeten we ons afvragen of dat niet minder kan.

Een derde voorbeeld is de behandeling van prostaatkanker. Bij minder agressieve vormen levert waakzaam wachten dezelfde uitkomsten op als operatief ingrijpen. Dan kun je beter kiezen voor niet behandelen dan voor wel opereren.”

Het grootste knelpunt is volgens de WRR niet de financiële, maar de personele houdbaarheid. Om het tekort aan menskracht in de zorg te beperken, moet Nederland volgens de raad inzetten op het behoud van zorgverleners.

Een manier om dat te bereiken is te zorgen voor een beter personeelsbeleid, met minder werkdruk, minder administratieve lasten, meer ruimte voor autonomie en meer aandacht voor loopbaanperspectief. Daarnaast vindt de WRR het van belang dat de overheid werknemers met fiscale prikkels verleidt om meer uren te werken.

Wat vindt u van deze adviezen?

Groot: „Terecht, al heeft de overheid op het merendeel van die knelpunten geen of beperkt invloed. Het werkgeverschap in de zorg laat nog altijd te wensen over. Er is een hoog ziekteverzuim; dat is al tientallen jaren hoger dan in welke beroepsgroep ook. Daarnaast is er veel verloop van personeel; veel mensen kiezen voor een baan elders. Zorginstellingen doen er te weinig aan om dat te voorkomen. Ze zeggen soms nog eerder dat ze geen zorg kunnen leveren dan dat ze probe-

ren personeel te behouden.

Zorgverzekeraars kunnen een rol spelen bij het behoud van zorgpersoneel. Dat gebeurt nu helemaal niet, terwijl daar wel een kans zit. Verzekeraars kunnen afspraken maken met instellingen over goed werkgeverschap.

Ze zouden bijvoorbeeld ziekenhuizen die goede werkgevers zijn –wat blijkt uit een laag ziekteverzuim en weinig personeelsverloop– hogere tarieven voor de geleverde zorg kunnen bieden.”

Ook zou de zorgopleiding aantrekkelijker gemaakt moeten worden, vindt de WRR. Ziet u daar ruimte voor?

Groot: „Daar is al flink wat aan verbeterd. Tot 2019 bestond er een numerus fixus voor de hbo-opleiding verpleegkunde en moesten studenten loten voor toegang tot de studie. De instroom aan studenten werd beperkt vanwege een gebrek aan stageplaatsen. Omdat er is gewerkt aan meer stageplaatsen, kon de numerus fixus worden afgeschaft. Sindsdien is het aantal aanmeldingen voor de opleiding toegenomen.

Voorheen waren er twee routes om verpleegkundige te worden: via de

houd van personeel. Als mensen even hard weer weglopen, is het dweilen met de kraan open.”

Volgens het WRR-rapport werkt straks een op de drie arbeidskrachten in de zorg. Is dat haalbaar?

Groot: „Ik denk het niet. Niet iedereen is geschikt of geïnteresseerd om in de zorg te werken. Er zijn bedrijfstakken die qua salaris en arbeidsvoorwaarden aantrekkelijker zijn dan de zorg. In de zorg is de ruimte voor loonstijging beperkt, omdat dat via cao’s is geregeld. Ook zitten er een aantal aspecten in de zorg die het werk minder aantrekkelijk maken. Zo moeten mensen ook ’s avonds en in het weekend werken. Daarnaast is het werk fysiek en psychisch zwaar.”

Frits van Merode, die veel in India heeft gewerkt en Nederland een zorgparadijs noemt: „Ik zie het niet gebeuren dat zo veel mensen in de zorg gaan werken. Mensen hebben de vrije keuze om hun beroep te kiezen. Wel zou ik het een goed idee vinden als de overheid een sociale dienstplicht voor de zorg invoert. Bovendien is dat handig in tijden van crises, als je plotseling veel handen aan het bed nodig hebt.

hbo-opleiding of via een inserviceopleiding binnen een bedrijf. Die laatste is in 1997 afgeschaft. De overheid zou erover kunnen nadenken of het een idee is die praktijkgerichte inserviceopleiding nieuw leven in te blazen. Dat is vooral handig voor zijinstromers, die dan tegelijk kunnen leren én werken.

Het grootste probleem zit ’m echter niet in de werving, maar in het be-

Een groot probleem is de enorme concurrentie met andere sectoren op de arbeidsmarkt. Als meer mensen in de zorg gaan werken, ontstaan elders tekorten. Dan vertrekken bedrijven naar het buitenland, wat weer een economisch probleem zou opleveren.”

Als oplossing voor het personeelstekort oppert de WRR het idee om personeel uit het buitenland te

„Het grootste probleem zit ’m niet in de werving, maar in het behoud van personeel”
Prof. Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan Maastricht University
34 12 MAART 2022

DE VRAAG NAAR ZORGPERSONEEL

NEEMT STERK TOE

ZORGPERSONEEL

NU

NU WERKT ÉÉN OP DE ZEVEN NEDERLANDERS IN DE ZORG, IN 2060 MOET DAT ÉÉN OP DE DRIE ZIJN

NODIG IN 2060

werven, dat kan worden ingezet in bijvoorbeeld de langdurige ouderenzorg. Wat vindt u daarvan?

Groot: „Als eerste zie ik een moreel probleem. Hier in Zuid-Limburg wordt zorgpersoneel uit België geworven, terwijl daar ook tekorten op de arbeidsmarkt zijn. Voor Belgen is het weliswaar aantrekkelijk om in Nederland te werken, omdat de salarissen hier hoger zijn. Maar ja, hoe moreel

aanvaardbaar is het dat wij mensen daarvandaan weghalen? Ik vind dat je daar oog voor moet hebben. Te meer omdat die verpleegkundigen hun opleiding in België hebben gevolgd en de maatschappij daarin hee geïnvesteerd.

In Oost-Europa zijn zelfs tekorten aan zorgpersoneel ontstaan omdat gekwalificeerde mensen naar het buitenland vertrokken. Moet je dat

willen: zorgverleners van elders werven, waardoor mensen in die landen geen zorg meer kunnen krijgen?

Er zijn ook andere problemen. Onze taal is niet makkelijk voor buitenlanders. Ook is het cultuurverschil groot. De Nederlandse cultuur van werken is er een van veel eigen verantwoordelijkheid nemen. Mensen uit landen als de Filipijnen zijn dat niet zo gewend en kunnen daar moeilijk mee omgaan.”

Wat moet er dan wel gebeuren?

Van Merode: „We moeten omdenken en accepteren dat er schaarste is. Als we op tijd bedenken dat er een tekort aan verpleegkundigen dreigt, moeten we het systeem zó proberen te maken dat er veel minder van hen nodig zijn.”

En hoe zou dat dan kunnen?

Van Merode: „Er kan een flinke efficiëntieslag worden gemaakt door specialistische zorg te concentreren op bepaalde plekken in het land. Als je een ziekenhuis of zorginstelling inricht voor specifieke zorgprocessen, kun je efficiënter werken en heb je minder mensen nodig.

Een staaroperatie duurt in Nederland vij ien tot twintig minuten. In India zijn excellente oogklinieken waar de oogchirurg voor zo’n operatie slechts vijf minuten nodig hee . Dat lukt omdat ondersteunend personeel alle niet-operatieve handelingen doet. Je moet dat dan wel slim coördineren.”

Minister Kuipers wil het aantal centra waar gecompliceerde hartoperaties voor kinderen worden uitgevoerd, beperken tot twee of drie. Een van de bezwaren is dat patiënten dan verder moeten reizen voor een behandeling. Wat vindt u van dat argument?

Van Merode: „Ik ben voorstander van concentratie van de zorg, maar zeg niet dat slechts twee of drie centra deze operaties hoeven te doen. Ook moet de concentratie evenredig worden verdeeld over het land. Het gevaar is anders dat specialistische zorg zich concentreert in bepaalde regio’s, zoals

ZORGPERSONEEL TEKORT AAN ZORGPERSONEEL TOTALE BEROEPSBEVOLKING
TOTALE BEROEPSBEVOLKING ©
Corné van der Horst, bron: WRR, Kiezen voor houdbare zorg
35 12 MAART 2022

de Randstad. Daarmee wordt het probleem van schaarste aan personeel nog groter, wat je nu al in de Randstad ziet gebeuren.

Het bezwaar van meer reistijd vind ik valide, maar ook relatief. Nederland is bij wijze van spreken één grote stadstaat aan de Noordzee. Als we willen dat de zorg houdbaar blijft en als dat lukt door die te concentreren, moet je dat overwegen. Regel de voor- en nazorg wel in de buurt van de patiënt. Deze basiszorg hoort thuis in de regio.”

De WRR vindt dat de kwaliteit en toegankelijkheid van kwetsbare delen van de zorg gewaarborgd moeten blijven. De raad noemt in het bijzonder de jeugdzorg, de gespecialiseerde ggz en de langdurige ouderenzorg.

Bent u het ermee eens dat vooral deze delen van de zorg beschermd moeten worden?

Groot: „Nee. De jeugdzorg is juist een typisch voorbeeld van hoe het níét moet. Er is een enorme toename van het gebruik van jeugdzorg. Dat komt met name door het openhuisbeleid van veel gemeenten, waarbij ze mensen aanmoedigen om een beroep te doen op vooral lichte vormen van hulp. Het gaat dan om professionele hulp aan jongeren die bijvoorbeeld eenzaam zijn of te veel gamen, drinken of softdrugs gebruiken. Vroeger zagen we dat als opvoedingsproble-

men, nu bieden gemeenten daarvoor hulp.

Ruim 10 procent van de jongeren tussen de 0 en 18 jaar maakt op enig moment gebruik van deze jeugdhulp. Dat zijn enorme aantallen. Willen we dat gemeenten opvoedingstaken van ouders overnemen? En is het wel zo wenselijk dat al die jongeren in een hulpcircuit terechtkomen? Ik zou zeggen van niet. Het is de taak van ouders om hun kinderen bij problemen te helpen, niet die van gemeenten.”

De geestelijke gezondheidszorg dan: moeten we daar wel zuiniger op zijn?

Groot: „Bij de ggz zie je dezelfde problematiek als bij de jeugdzorg. Ook daar is een enorme toename van eenvoudige hulpvragen. Mensen krijgen bijvoorbeeld een ggz-behandeling omdat ze zeggen in een depressie te zijn beland na het overlijden van een dierbare, een echtscheiding of het verlies van een baan; zaken die bij de gewone dingen van het leven behoren.

Vervolgens wordt er bezuinigd op de zware gevallen: psychiatrische aandoeningen bij mensen die de zorg wél hard nodig hebben. Dat is een verkeerde gang van zaken. Er zouden hardere criteria moeten komen om in aanmerking te komen voor de ggz. En dat geldt ook voor de jeugdzorg.”

Moet de overheid volgens u wel meer investeren in de langdurige

ouderenzorg?

Groot: „Nee. Ook daar zou scherper gekeken moeten worden naar wat mensen zelf voor hun rekening kunnen nemen. Onderzoek bijvoorbeeld op welke manier ouderen zo lang mogelijk, indien nodig met ondersteuning, op zichzelf kunnen blijven wonen. De vraag naar huishoudelijke hulp rijst de pan uit sinds de overheid het abonnementstarief in januari 2020 heeft ingevoerd. Dat houdt in dat iedereen die recht heeft op huishoudelijke hulp maximaal 19 euro per maand voor deze hulp betaalt, ongeacht het inkomen. Dat is aantrekkelijk voor ouderen met een hoger inkomen die voorheen een werkster inhuurden. Het zou beter zijn om deze krachten in te zetten voor mensen die de hulp echt nodig hebben.”

Om de zorg betaalbaar te houden, roept de WRR de politiek op scherpere keuzes te maken. Waar zou u als eerste in snijden?

Groot: „Ik zou als eerste het mes zetten in de lichte vormen van zorg: de jeugdzorg, ggz en ouderenzorg. Maar ook bij de curatieve zorg moeten we kritischer kijken. Veel mensen met chronische aandoeningen gebruiken zeer goedkope geneesmiddelen. Bloeddrukverlagers kosten maar enkele tientjes per jaar. Waarom moet dat allemaal via de zorgverzekeraar lopen? Dat kunnen mensen best uit eigen zak betalen.”

„Er zouden hardere criteria moeten komen om in aanmerking te komen voor de ggz en de jeugdhulp”
36 12 MAART 2022
Prof. Wim Groot

De kosten voor deze geneesmiddelen veranderen daarmee niet. Wat maakt dat voor verschil?

Groot: „Dat maakt wel een verschil. Betalen via de zorgverzekering is gebaseerd op het principe van solidariteit: gezonde mensen betalen voor de mensen die er gebruik van maken. Vaak zijn het jonge mensen die voor de ouderen betalen. Ook betalen lagere inkomens relatief meer zorgpremie dan hogere inkomens. De vraag is of die solidariteit houdbaar blijft als de zorguitgaven zo sterk stijgen.”

De WRR wijst op het belang van het voorkómen van gezondheidsproblemen. De overheid zou volgens de raad preventie op een verplichtende manier moeten vormgeven. Zo zouden er scherpere normen kunnen komen voor het percentage zout in voeding, het brandstofverbruik van auto’s of de uitstoot van de industrie.

Wat vindt u van een verplichtende vorm van preventie, zoals een suikertaks?

Groot: „De suikertaks, waarbij voedingsmiddelen met veel suiker duurder worden, zit nu in het coalitieakkoord. Dat is een goede zaak. Toch gaat deze belasting er voorlopig niet komen; daarvoor moet de Belasting-

dienst eerst reorganiseren en zijn oude computersystemen vervangen. Je ziet vaker dat plannen stuklopen op beperkingen aan de uitvoering ervan. Daarbij speelt een gebrek aan mensen een rol.”

Van Merode: „Ik verwacht meer effect van maatschappelijke betrokkenheid op mensen die eenzaam zijn of in achterstandswijken wonen. Als iemand 80 jaar is en alleen woont, weinig sociale contacten heeft, een zwakke gezondheid bezit maar nog geen zorg behoeft, kun je erop wachten dat hij of zij die zorg wel nodig krijgt.

Er moet worden geïnvesteerd in de sociale infrastructuur van wijken en de aansluiting op overheid en gezondheidszorg. Dan kun je denken aan maatschappelijk werkers die met deze mensen contact houden. Laten wijkverpleegkundigen deze kwetsbaren bijvoorbeeld elke drie maanden opzoeken en bij hen een gezondheidscheck doen. Op die manier kun je verergering van problemen voorkomen.

Een mooi voorbeeld uit het buitenland is Oak Street Health, een Amerikaans project dat begon in Chicago. Huisartsen en verpleegkundigen die hieraan meedoen, zoeken zieke patiënten elke drie weken op. Daar-

naast nodigen ze ouderen in buurthuizen uit voor sociale activiteiten. Daar observeren ze wat hun conditie is. De mensen die zij beoordelen als kwetsbaar, bezoeken ze vervolgens elke drie maanden. Daarmee proberen ze te voorkomen dat mensen in het ziekenhuis belanden.”

Wie betaalt dit soort preventieve zorg?

Van Merode: „Bij Oak Street Health is het zo geregeld dat een deel van het geld dat de verzekeraar bespaart aan ziekenhuiskosten, bij de huisartskliniek terechtkomt.

Het lastige van zo’n financieringsmodel is dat je moet berekenen hoeveel zorgkosten je bespáárt in plaats van uitgeeft. Dat kan door bijvoorbeeld de kosten en baten per wijk te berekenen, of het kostenpatroon over de tijd te volgen en te kijken of er sinds het invoeren van een preventieve maatregel een afname is.”

Is het mogelijk de basispremie door scherpe keuzes niet te laten stijgen?

Groot: „Nee. De zorguitgaven groeien op dit moment sneller dan het besteedbaar inkomen van burgers. We kunnen hooguit proberen deze groei minder dramatisch te laten verlopen.”

„Laten wijkverpleegkundigen kwetsbaren in achterstandswijken elke drie maanden opzoeken”
37 12 MAART 2022
Prof. Frits van Merode, hoogleraar operatiemanagement en logistiek van de gezondheidszorg aan Maastricht UMC+

Oranje Consultancy slaat vleugels uit

Ze starten in 2019 op hun slaapkamer met alleen een laptop. Ze willen klein blijven, maar de vraag naar hun dienstverlening is groot. Inmiddels zijn ze met vijftien consultants. Wat is hun geheim?

De oprichters Hans Vervat en Arjan de Rooy hebben veel aan hun oude werkgever, AFAS Software, te danken. AFAS steunt hen helemaal als ze voor zichzelf beginnen. De tijd zit mee, de vraag naar softwareoptimalisatie in de zorg stijgt. Natuurlijk is het spannend, maar na drie maanden zit hun agenda vol.

Slimme optimalisaties

Meedenken met beleidsmakers én met de mensen van de werkvloer, dat is waar ze voor gaan. Ze worden enthousiast van slimme optimalisaties en van Business Intelligence. Dan blijft er tenminste tijd over voor échte zorg. „Ze zijn no-nonsense, geen spatjes, ze leveren gewoon, het zijn doeners net als wij”, aldus Linda van Teijlingen van Maastricht UMC+.

De consultants houden van uitdagingen. ”If you can dream it, you can do it”. Komen ze er niet uit, dan puzzelen ze net zo lang tot ze een oplossing hebben bedacht. De consultants hebben grote affiniteit met de zorg, ze weten wat er speelt.

Ze zijn trots op hun klanten: ziekenhuizen, ouderen- en thuiszorgorganisaties, gehandicaptenzorg en kinderopvang. Liefst zouden ze een dagje meelopen. „Het is de kracht van de persoonlijke benadering”, zo zeggen hun klanten. Daaronder vallen onder andere Maastricht UMC+, Groene Hart Ziekenhuis, Rivas, Salem en Waardenburgh.

Samen successen vieren

Het kantoor van Oranje Consultancy staat op een historisch landgoed in Langbroek en is omringd door kip-

pen, pauwen en snaterende eenden. Bij de gezamenlijke lunchwandeling met klanten ontstaan de ideeën. Elke geslaagde oplevering wordt afgesloten met taart; hun posts op sociale media staan erom bekend. Samen successen vieren geeft een boost.

Werken bij

Wil jij weten wat Oranje Consultancy voor jouw zorgorganisatie kan betekenen? Of wil je bij Oranje Consultancy komen werken of een traineeship bij het bedrijf volgen? Neem dan contact op en volg de onderneming op sociale media.

Oranje Consultancy

Langbroekerdijk A26, Langbroek 06-10772645

info@oranjeconsultancy.nl

www.oranjeconsultancy.nl

ADVERTORIAL
38 12 MAART 2022
beeld Sjaak Verboom

Kortere opleiding

„De opleiding tot helpende sluit goed aan bij het werk dat ik doe. Nu er zo veel tekorten zijn in de zorg, kan het helpen als scholen een versnelde opleiding aanbieden. Soms gebeurt dit al: verpleegkundigen staan dan in twee jaar in plaats van in vier jaar op de werkvloer. Omscholen vanuit een andere sector naar de zorg zou ook makkelijker gemaakt moeten worden.

Binnen het verpleeghuis waar ik werk, is het goed mogelijk om een opleiding te volgen. De kosten worden door mijn werkgever vergoed. Diverse collega’s van mij beginnen daarom aan de verzorgendenopleiding.

Geregeld scholen we ons bij als het gaat om nieuwe medische technieken of apparatuur, bijvoorbeeld een tilli . Die cursussen zorgen voor werkdruk, maar zijn ook nodig om de kwaliteit van ons werk op peil te houden.”

ZO REDDEN WE DE ZORG #2 OPLEIDING

HR-training leidinggevenden

„Leidinggevenden van artsen zijn zelf ook arts. Naast hun functie als arts hebben ze de rol van leidinggevende. Ze pakken doorgaans amper hun rol in de ontwikkeling en opleiding van hun team, uitzonderingen daargelaten. Dat komt ook doordat ze zelf druk zijn en weinig ondersteund worden in hun ontwikkeling als leidinggevende en de taken die erbij horen.

In mijn promotieonderzoek hebben we een training ontwik-

Meer praktijk vanaf het begin

„Het zou goed zijn als de opleiding tot verzorgende anders wordt vormgegeven. Vroeger was je direct in dienst als je aan de opleiding begon, werkte je een aantal weken en had je een week les. De standaard is nu nog steeds dat studenten een langere periode op school zitten en in blokperiodes stage

hebben. Een snelle kennismaking met de praktijk in het begin van de opleiding is cruciaal. Het zou goed zijn als studenten iedere week van de opleiding minimaal één dag in de week in de praktijk zouden zijn. Die praktijk is nu vaak te ver weg, de theorie is een op zichzelf staand iets. Studenten

kunnen de verbinding met de praktijk niet maken, het zijn twee eilanden. Ook zie je dat de docenten geen verbinding meer hebben met de praktijk, wat alleen maar verder helpt naar twee verschillende werelden die elkaar moeilijk kunnen vinden.”

keld voor deze leidinggevende artsen. Daarin leren ze onder meer hun collega’s te ondersteunen in loopbaanvraagstukken en in het voorkomen van burn-outs. In veel ziekenhuizen worden nu ook leiderschapsprogramma’s aangeboden, al blijven die vaak vrij algemeen. De HR-afdeling van een ziekenhuis zou door ons ontwikkelde training aan leidinggevende artsen kunnen aanbieden.”

Opleiding zelf betalen

„Er zijn vrij weinig doorgroeimogelijkheden voor verpleegkundigen. De verpleegkundigen die zichzelf verder laten opleiden, komen vaak in het onderwijs of onderzoek terecht en die raken we kwijt in de praktijk. De kennis die je opdoet in een opleiding kun je in de zorg niet altijd kwijt. Het zou aantrekkelijk zijn als je mee mag denken over hoe de zorg beter kan. Cursussen moet je bovendien vaak in je eigen tijd doen en zelf betalen. Terwijl we ons eens in de drie jaar verplicht moeten laten bijscholen. Gelukkig worden die kosten inmiddels deels gefinancierd.”

Kim de Groot

Evelien van Leeuwen Marita de Kleijne beeld Jaco Hoeve
39 12 MAART 2022

Plek van barmhartigheid

Sinds de Vroege Kerk horen christendom en barmhartigheid bij elkaar. Plaatsen van toewijding, lofprijzing en dienst aan God waren vanouds ook een plek waar zieken werden verzorgd en mensen in nood een schuilplaats vonden.

In de middeleeuwen bestond er al iets als kloostergeneeskunde. In de kruidentuin van kloosters groeiden geneeskrachtige planten, en door hun kennis van het Latijn en het Grieks konden de kloosterlingen lezen wat artsen in de oudheid geschreven hadden over de juiste toepassing. Bepaalde kloosters gingen zo ook als

ziekenhuizen fungeren. Ook op andere manieren werd daar zorg geboden aan zieken en zwakken, aan armen en hulpbehoevenden. Zo werkten in de tweede helft van de 18e eeuw de Zusters van Barmhartigheid in ’s-Hertogenbosch werkzaam in een van de oudste psychiatrische instellingen van ons land, Reinier van Arkel. Van protestantse

VERDIEPING
40 12 MAART 2022

De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

zijde kwamen er rond 1900 vergelijkbare initiatieven. Daarnaast was er dienstbaarheid in ziekenhuizen – denk aan de diaconessenhuizen – en diakonia (dienst) vanuit de plaatselijke kerken.

Zorg kan niet zonder barmhartigheid. Maar wat is dat eigenlijk, barmhartigheid? Wanneer je kijkt naar de woorden die in de Bijbel gebruikt worden voor barmhartigheid, wordt duidelijk dat we hier een heel diep woord te pakken hebben. In het Oude Testament is dat het Hebreeuwse woord racham. Dat woord is verwant aan het woord rechem, dat baarmoeder betekent. Barmhartigheid en baarmoeder hebben dus alles met elkaar te maken. In het Nederlands hoor je dat ook een beetje: barm en baarm liggen qua klank dicht bij elkaar. Je zou dus kunnen zeggen, als je het plechtig wilt uitdrukken: de baarmoeder is de zetel van barmhartigheid. De plek waar nieuw leven ontstaat, waar het meest kwetsbare bescherming vindt, dat is de plaats van ontferming.

In de baarmoeder vind je de meest nauwe

band tussen twee mensen en de meest vergaande vereenzelviging. Lichamelijk kun je elkaar niet meer nabij zijn. De moeder en haar ongeboren baby leven van dezelfde lucht, hetzelfde voedsel, dezelfde warmte. De moeder is met haar hele wezen gericht op haar kind, en het kind koestert zich in het veilige omsloten zijn.

Dat betekent dus barmhartigheid: ultieme nabijheid, intense verbondenheid, warmte, geborgenheid, bescherming van de kwetsbare ander, het delen van jezelf, leven doorgeven. Zonder barmhartigheid geen leven.

Barmhartigheid: dat is niet alleen een woord dat gaan over de diepste band tussen moeder en kind of over zorg tussen mensen. Juist barmhartigheid tekent onze God. Als de Heere Zichzelf bekendmaakt aan Mozes, noemt Hij Zijn barmhartigheid als eerste (Ex. 34:6). Zijn barmhartigheid gaat voorop, ook wanneer in de psalmen bezongen wordt Wie Hij is (Ps. 86: 15, 103: 8). De barmhartigheid waarin Hij Zich vereenzelvigt

41 12 MAART 2022

met mensen, zozeer zelfs dat Hij Zelf mens wordt. De barmhartigheid waarvan een christen mag leven in het geloof, waarin Hij genadig is, Zich ontfermt, je omsluit in Zijn liefde. De barmhartigheid waarin Hij zozeer nabij is dat niets kan scheiden van Zijn liefde.

Opmerkelijk is dat in het Nieuwe Testament, dat in het Grieks geschreven is, de verbinding vanuit het Hebreeuws tussen barmhartigheid en baarmoeder nog regelmatig doorklinkt. In de Statenvertaling is dat mooi bewaard gebleven. God heeft naar ons omgezien, zingt Zacharias, met innerlijke bewegingen van barmhartigheid (Luk. 1:78). Barmhartigheid is iets lijfelijks, dat voel je diep vanbinnen. Het zijn innerlijke bewegingen en ontfermingen die alles te maken hebben met troost, liefde en gemeenschap (Fil. 2: 1).

Als we dan toch in het Nieuwe Testament zijn: het Griekse woord voor barmhartigheid is eleos. Al in de oudheid is dat woord in verband gebracht met elaion, dat olie betekent. Het zal

Barmhartigheid is iets lijfelijks, dat voel je diep vanbinnen

dan ook niet toevallig zijn dat in sommige oude teksten het woord eleos keuken betekent – de plek waar de olie gebruikt wordt. Maar olie was niet alleen iets om mee te koken en te bakken, het was niet alleen een voedingsmiddel. Het was ook brandstof – denk aan de olie in de gouden kandelaar. En het werd als zalf gebruikt. Niet alleen om profeten, priesters en koningen mee te zalven, maar ook letterlijk, als medicijn. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan wordt

Je huis als klooster

De meeste christenen wonen in huizen die in de verste verte niet op een klooster lijken. Toch kan dat rijtjeshuis, appartement, jaren-dertighuis of de nieuwbouwvilla erop lijken, in figuurlijke zin.

De muur die de kloostertuin omringt symboliseert bescherming en veilige beslotenheid. Laat zo je huis een veilige en beschermende plek zijn, een plaats waar je zelf veiligheid en rust vindt en die biedt aan iedereen die bij jou in huis verkeert.

De kloostertuin, de plaats van groei en bloei is de plek van genade, waar je om niet ontvangt – want God geeft de groei. Maar ook de plek van hard werken, van planten en natmaken, van je best doen om later te kunnen uitdelen. Om zo vrucht te dragen.

De keuken is de plek waar gekookt en gebakken wordt met olie. Een uitstekende plek om een gesprek te voeren over de diepten van het leven. Terwijl je samen de groente snijdt, in een pan staat te roeren of de afwas doet kan het zomaar gebeuren dat iemand zijn of haar hart uitstort.

De eettafel is de plaats waar gedeeld wordt, waar je je laaft aan wat nodig is om in leven te blijven. Laat wie eenzaam of vermoeid is aanschuiven. Of vraag wat diegene graag eet en breng een maaltijd thuis.

42 12 MAART 2022

dat mooi zichtbaar. Hij die eleos deed (Luk. 10: 37) goot elaion en oinon (wijn) in de traumata (wonden) van de man die halfdood aan de kant van de weg lag.

Zorg en barmhartigheid: die twee horen bij elkaar. Het is nogal wat om dat te zeggen. Zorgen zoals een moeder met haar hele wezen voor haar kind zorgt. In je zorgen iets van de Heere laten zien, Die met innerlijke ontferming bewogen is over hulpelozen en krachtelozen – en zelfs over goddelozen (Rom. 5:6). Toch kan het niet met minder. Doe de innerlijke bewegingen van barmhartigheid aan, draagt Paulus de gemeente van Kolosse op – met goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld (Kol. 3:12). Sterker nog: doe barmhartigheid, en doe dat blijmoedig (Rom. 12: 8). Deel daarvan uit aan wie het nodig heeft, huil met wie huilt, en zorg voor wie op je pad komt, zelfs voor je vijanden, en wees daarbij herbergzaam (Rom. 12: 13-20). Wees barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is (Luk. 6: 36).

Gezalfden

Zalf in de wonden is zorg voor de trauma’s. Dat kun je letterlijk nemen, maar ook figuurlijk. Zoals de Zusters van Barmhartigheid vanuit hun klooster in Den Bosch in hun tijd psychiatrische zorg verleenden, zo kunnen we nog steeds vanuit onze kerken vol ontferming om mensen die psychisch kwetsbaar zijn heen staan, voor hen zorgen, en ondersteunend zijn aan hulpverlening. Christenen zijn immers gezalfden (H.C. vr. en antw. 32). Het is mooi om te zien hoe pastorale en diaconale zorg voor verwonde en lijdende mensen (en zijn we dat op z’n tijd niet allemaal?) op allerlei manieren binnen kerken gestalte krijgt – in voorbede, een luisterend oor en praktische ondersteuning. Tegelijk is er nog veel eenzaamheid en onbegrip bij mensen met psychische kwetsbaarheid en hun omgeving. Alle reden voor degene die zorg nodig heeft en degene die zorg wil geven eens samen over te hebben welke zalf voor de wonden nodig is. Breng ter sprake hoe je graag gesteund wil worden of vraag wat je kunt betekenen. Elkaar ophalen om naar de kerk te gaan, een wekelijkse wandeling, ondersteuning in het huishouden: er zijn zoveel manieren die duidelijk maken dat het niet alleen hoeft, dat je elkaar ziet in pijn, angst en verdriet.

De badkamer is de plaats waar je de zalf bewaart en smeert, waar je wonden verbindt. Soms letterlijk, als iemand zich gesneden heeft bijvoorbeeld, soms figuurlijk, als je troost biedt wanneer iemand psychisch lijdt. Het tweede kan trouwens ook het eerste tot gevolg hebben. Dan is zalf dubbel nodig.

De woonkamer is de plaats waar je samen rond de kachel kruipt, waar niets hoeft, waar warmte en geborgenheid zijn. Soms is barmhartigheid samen zwijgen en zo de machteloosheid samen verdragen. Zo verbonden zijn met een ander kan een lichtpuntje van hoop zijn.

De slaapkamer is de plaats van herbergzaamheid, waar gasten zich te ruste kunnen leggen. Als het thuis niet meer gaat, kan het fijn zijn als je een nachtje bij een ander mag slapen. Als je niet alleen bent, maar iemand hebt die over je waakt. De slaapkamer is daarnaast ook een binnenkamer, de plaats waar bij het vallen van de nacht en het aanbreken van de morgen gebeden wordt. Kyrie, eleison. Heere, wees barmhartig. Over ons allen.

43 12 MAART 2022

Kraamzorg

Zorg jij voor een mooie kraamtijd, zodat ouders de zorg voor hun kindje met vertrouwen tegemoet zien?

Huishoudelijke ondersteuning

Ben jij een betrokken aanpakker die zorgt voor een schoon en leefbaar huis?

Verpleging & Verzorging Zet jij je in voor de verschillende zorgvragen van cliënten?

Ondersteunende diensten Bied jij onze zorgprofessionals de ondersteuning, zodat zij optimaal zorg kunnen verlenen?

Past de zorg bij jou? Doe de test op: werkenbijrstzorg.nl/zorgtest

Word jij mijn Begeleider?

Ben jij die Begeleider die de ondersteuningsvraag van onze bewoners kunt beantwoorden? Ze vragen je of je hun signalen waarneemt en daar adequaat op kunt reageren. Voor onze bewoners is het belangrijk een betekenisvolle dag te ervaren.

Bied jij hen een voorspelbare omgeving, structuur in hun programma en zorg jij voor (emotionele) veiligheid? Kijk dan op www.werkenbijdeschutse.nl of bel 0488 48 48 33 22 voor onze vacatures voor Begeleider

www.werkenbijhethoornbeeck.nl Leid je toekomstige zorgcollega’s op! Docent Gezondheidskunde / Verpleegkunde Docent Omgangskunde Docent Verpleegkunde / Omgangskunde Invaldocent Verpleegkunde 0.6 - 0.8 fte 0.6 - 1.0 fte 0.6 - 1.0 fte In overleg Amersfoort Docent Verpleegkunde / BPV-coördinator 0.7 fte Kampen Docent Verpleegkunde 0.5 fte Rotterdam Vacatures De Schutse Zorg wat er écht toe doet
Kies voor een baan in de zorg en geef betekenis aan je werk!

ZO REDDEN WE DE ZORG #3 KINDEROPVANG

Opvang inpandig

„Collega’s worstelen er soms mee hoe ze hun kinderen moeten onderbrengen, merk ik. In de coronatijd had zorgpersoneel voorrang bij de kinderopvang. Het voelt voor mij niet eerlijk om ze standaard voorrang te geven, al zou dit sommige van mijn collega’s wel helpen.

Een andere optie die het overwegen waard is, is de opvang inpandig regelen. Het zal per verpleeghuis verschillend zijn of dit wel of niet mogelijk is, en op welke manier.”

Opvang moet flexibeler

„Ik zie wel iets in een opvang speciaal voor zorgmedewerkers. Zeker mensen in de wijkverpleging hebben heel variabele tijden. De opvang zou daarom ook flexibel moeten zijn.

De kosten van de kinderopvang belemmeren mijn collega’s soms om meer te gaan werken. Ze kunnen meer uren gaan maken, maar dan betalen ze ook meer aan de opvang. Die gratis maken,

zou deze drempel kunnen wegnemen.

Er is wel een keerzijde aan het draaien van meer uren. Veel wijkverpleegkundigen krijgen zorgtoeslag en huurtoeslag. Het kan zijn dat ze door meer te gaan werken net over de grens van de toeslagen gaan en er dus toch op achteruit gaan. Dan kunnen mensen besluiten toch niet meer uren te gaan werken. Meer werken betekent dus niet automatisch dat je er qua inkomen op vooruit gaat.”

Onderling oplossen

„Als het gaat over omstandigheden die van belang zijn voor het uitoefenen van ons vak, begint het met kinderopvang. Voor verzorgenden is dit ingewikkeld: die moeten om half zeven ’s ochtends hun kinderen wegbrengen om zeven uur te kunnen beginnen Organisaties zijn vaak star, terwijl zoiets in teams onderling waarschijnlijk makkelijk opgelost zou kunnen worden. Laat iemand bijvoorbeeld van acht tot vier werken,

of laat het kind meegaan naar het werk en vandaar met een busje naar de opvang gebracht worden.

Een andere mogelijkheid is dat zorginstellingen gezamenlijk opvang regelen, inpandig. De vele regels die er gelden rondom kinderopvang, waarbij er gespecialiseerd personeel nodig is voor kinderen, belemmeren dit soort initiatieven.”

Marita de Kleijne

Kim de Groot beeld Jaco Hoeve
45 12 MAART 2022

Die ene ontmoeting

In de mallemolen van de zorg zou je als patiënt verdwalen. Maar gelukkig is daar die ene zorgverlener die net iets speciaals zegt of doet wat die ongewenste ontmoeting in een heel ander daglicht zet. Negen portretten van mensen over hun zorgverlener, een mens die het verschil maakte.

PORTRET
Roosmarijn Reijnoudt
46 12 MAART 2022

KLAASJE SLAGER-TALEN over de huisarts

Mijn moeder is in 1994 op 42-jarige leeftijd aan kanker overleden, ik was zelf 18. In de laatste maanden van haar ziekte lag ze grotendeels in de woonkamer op bed. Onze huisarts was heel erg betrokken op de situatie en kwam zelfs toen hij op vakantie aan zee was terug om te kijken hoe het met haar ging. De laatste drie weken lag mijn moeder in het ziekenhuis, achteraf hoorden we van de verpleging dat de huisarts iedere dag langskwam.

Moeder wilde nog heel graag naar huis, maar dat ging niet meer. Tot onze verbazing kwam de huisarts op een dag binnenlopen met een mapje foto’s in zijn hand.

Wat bleek: hij had foto’s gemaakt van ons huis en de omgeving en was zelfs naar de ouders van mijn moeder geweest om daar foto’s te maken van hen en haar ouderlijk huis omdat hij het zo erg vond dat ze niet meer naar huis kon.

beeld Sjaak Verboom
47 12 MAART 2022

ALIEN PATER-VAN SPIJKEREN over de oncoloog

Mijn vader was ontzettend slechthorend én heel erg angstig. Want kanker hebben betekende voor hem maar één ding: te moeten verschijnen voor God. Nadat we verschillende artsen hadden gezien van andere disciplines, ontmoetten we deze oncoloog. Zij kon écht luisteren en sprak met mijn vader in plaats van met mij. Ze bleef doorvragen en nam alle tijd. We mogen weten dat God naar mijn vader heeft omgezien, op 27 januari is hij Thuisgehaald. De foto toont de hand van mijn vader in mijn hand, kort voor hij stierf.

beeld Sjaak Verboom
48 12 MAART 2022

ARIE VAN ZAANEN over diverse zorgmedewerkers

Zeven jaar geleden werd bij mij de ziekte van Kahler ontdekt. Heel veel dokters, verpleegkundigen, vrijwilligers en facilitair medewerkers heb ik in de jaren die volgden ontmoet. Wat mij treft, zijn hun passie, bewogenheid en respectvol handelen. Ik wil hun allen een ode brengen. De verpleegkundige die tijdens de eerste beenmergpunctie tegen mij zei: „Knijp maar in mijn hand.” Of de mensen van de afdeling hematologie van het Groene Hart

Ziekenhuis te Gouda die mij nu begeleiden: dr. Levenga, oncologisch verpleegkundige Bianca Boekhorst en dr. Kerkhoffs (Haga Ziekenhuis Den Haag).

Vorig jaar moest ik gedurende zes maanden twee keer per week naar de afdeling dagbehandeling hematologie in het GHZ te Gouda. Ik ontmoette daar zulke betrokken verpleegkundigen dat het voor mij goed voelde om ernaar toe te gaan. Ik zei vaak: Ik ga met plezier naar het ziekenhuis. Hulde aan al deze mensen!

beeld Sjaak Verboom
49 12 MAART 2022

LEONIE VAN DER ZWAN-VAN DER MEIJ

over de kraamverzorgende

Drie dagen voor de geboorte van onze oudste zoon kreeg mijn moeder een ernstige hersenbloeding. Toen haar kleinkind geboren werd, lag zij in coma. In mijn handen houd ik een vestje dat mijn moeder gemaakt heeft. Onze kraamverzorgende heeft mij –als moeder zonder moeder– enorm gesteund. Ik voelde me veilig bij haar en de zorg om mijn moeder kon daardoor een grote plaats krijgen in de kraamtijd. Elke dag schreef zij in het kraamdossier hoe het met mijn moeder ging. Dat is voor mij nu heel waardevol om terug te lezen. Op dag 7 van de kraamweek is mijn moeder overleden en de kraamverzorgende was erbij. Zij was op de achtergrond aanwezig om op ons jongetje te passen, die nog niet zonder zijn moeder kon. Hoewel ze, net als wij, begin twintig was en pasgetrouwd heeft ze op een bijzonder manier zorg verleend: professioneel en betrokken. Dat zullen we nooit vergeten.

beeld Sjaak Verboom
50 12 MAART 2022

CO-JANA VERBURG over de kno-arts

Toen ik vorig jaar verstoppertje speelde, ben ik door een hond in mijn neus gebeten. We moesten meteen naar het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Het deed veel pijn en ik moest erg huilen maar toen kwam dokter P.-J.C. van Kipshagen en die kan goede grapjes maken waardoor ik toch weer kon lachen. Eigenlijk was zijn werkdag klaar, maar hij is veel langer gebleven om mij te opereren. Hij moest mijn neus naaien, maar daar zie je niks van want het zit verstopt aan de binnenkant. De vrolijke dokter zorgde ervoor dat de operatie minder spannend was. Ik was wel erg misselijk na de operatie maar mocht toch dezelfde avond nog naar huis, met een spuugbakje in de auto. Gelukkig ben ik niet bang geworden voor honden: ik ben dol op onze eigen hond Sammy, die is superlief.

beeld Sjaak Verboom
51 12 MAART 2022

ARINE DROOGER-VERMEER over de gynaecoloog

Dr. Duvekot uit het Erasmus MC heeft mij geraakt met zijn kunde en de grote betrokkenheid bij mijn zwangerschappen. Ik heb hem leren kennen tijdens mijn tweede zwangerschap, waarbij in de loop van de weken duidelijk werd dat ons kindje geen overlevingskans had. Onze beslissing om de zwangerschap uit te dragen werd gerespecteerd. Onze Jannine overleed kort na de geboorte. Ook bij volgende zwangerschappen zijn er veel zorgen geweest.

Het gaf mij veel houvast dat ik, in een groot academisch ziekenhuis, een vaste gynaecoloog als aanspreekpunt had. In die periode kwam ik soms wekelijks in het ziekenhuis. Wanneer nodig, maakte hij altijd tijd voor ons. Hij voerde ook de keizersnede uit waarmee onze oudste zoon ter wereld kwam, een onvergetelijk moment. Ook toen de behandeling bij een volgende zwangerschap overgedragen moest worden naar het LUMC bleef hij betrokken.

Hij stuurde ons nog een felicitatiebrief na de geboorte.

beeld Sjaak Verboom
52 12 MAART 2022

PETRA EMENS over de ambulanceverpleegkundige

In de eerste week van maart 2019 waren we een week aan het aflossen op een binnenvaartschip. Het was op de zevende verjaardag van onze jongste dochter toen ik rond koffietijd naar beneden ging. Vanuit de stuurhut via de trap naar buiten, over het roefdek, om de taart te halen. Maar zover kwam het niet. Mijn been schoot onder mijn lichaam vandaan en ik ging onderuit. Ik herinner me een felle pijnscheut en een scheurend geluid.

Bij de sluis stond de ambulance al klaar met een man en een vrouw. De man was wat angstig voor het water, maar die vrouw: wat heeft zij mij gesteund! Zij was zo’n nuchtere Groningse. De man liet een heel korps brandweermannen aanrukken omdat hij zelf niet over de loopplank durfde, maar die vrouw heeft mij samen met vier brandweermannen om van het schip af gehaald. Ze liet me achter in het UMCG maar vergeten doe ik haar nooit meer.

beeld Sjaak Verboom
53 12 MAART 2022

JANIE DE JONG over de verpleegkundige

Vorig jaar ben ik op 12 november met een ernstige Covid-infectie opgenomen in het Groene Hartziekenhuis, Zo’n vijf dagen was de situatie ernstig. Per abuis is toen een brief aan mijn nabestaanden gestuurd. Deze fout en de bedreigende toestand waarin ik verkeerde leidden ertoe dat ik in mijn periode van revalidatie in De Ronssehof met name ’s nachts paniekaanvallen kreeg. In die slapeloze nachten heb ik ontzettend veel steun gehad aan verpleegkundige Gerda. Ze bood een luisterend oor, ik kon mijn verhaal met haar delen. Echt onbetaalbaar als iemand zo de tijd voor je neemt! Ik kon met haar huilen en lachen. Mede dankzij haar steun ben ik er goed bovenop gekomen en zij is onder meer aanleiding voor mij om na 37 jaar secretaresse te zijn geweest een carrièreswitch naar de zorg te maken.

beeld Sjaak Verboom
54 12 MAART 2022

RIANNE WOLFSEN-OUDIJN over de medewerker bloedafname

Ik was bijna 25 weken zwanger van ons dochtertje toen we heel slecht nieuws kregen: ze was heel ziek en de situatie was zeer ernstig. Om een aantal oorzaken uit te sluiten moest ik bloed prikken. Dat was heel heftig, want op dat moment wilde ik alles behalve andere mensen onder ogen komen. Ik was zichtbaar zwanger, dus de medewerker bloedafname vroeg vrolijk hoe lang ik nog moest. Ik werd direct emotioneel en zei dat ik hopelijk nog heel lang zwanger was. Haar reactie was zo bijzonder: „Ach meisje toch, heb je slecht nieuws gehad?” Na een stilte polste ze voorzichtig of ik gelovig was. Haar wens was dat ik daar veel kracht uit kon halen. Een volstrekt onbekende was zonder dat ze het misschien besefte een lichtpuntje voor mij. Ik ervoer het op dat moment als een geschenk uit de hemel. Onze dochter Sifra heeft het niet overleefd. Hoewel de situatie ernstig was, is zij tegen alle verwachting in toch plotseling en snel overleden.

beeld Sjaak Verboom
55 12 MAART 2022

Vraag nu je vrijblijvende offerte voor je droombed aan op: www.slaappunt.com/bedgeleider.

Mag ik je kussen?

Nodig 4 gasten uit op een gezellige info-avond en zij kunnen ons kasjmieren hoofdkussen t.w.v. €105 tijdelijk bestellen aan €50!

Actie loopt tot 31/03/2022.

VERPLEEGKUNDE

Sterk in de zorg

Kies voor de CHE voor opleidingen in de gezondheidszorg

voltijd | deeltijd | duaal | post-hbo’s

www.che.nl/welkom

Informatie over kerkdiensten, kerkelijke gemeenten en voorgangers

PUNT want iedereen verdient slaap
WWW.JEMIMA.NL/financiele-adoptie HELP JIJ ONS KIND TE ZIJN?
Met € 20,- per maand helpt u één van de bewoners in een christelijk tehuis bij Bethlehem.

Gelijke cao

„Het salaris speelt zeker een rol. Als er in veel andere sectoren een aantrekkelijker loon is te krijgen, gaan mensen de zorg wel uit. Vooral voor jongere collega’s is het salaris relevant; ze zien het effect van een hoger salaris direct terug in de hypotheek die ze kunnen krijgen. Laatst hadden we bij onze organisatie een sollicitant die vanuit de wijkzorg naar het ziekenhuis gaat, want daar is het salaris hoger. Zo zijn de wijk en het ziekenhuis elkaars concurrent.

Er wordt nu gepleit voor een cao waarin alle verpleegkundigen hetzelfde verdienen. Dan is de prikkel om naar het ziekenhuis te gaan, weg.

Geld helpt, maar is niet de oplossing. Als je niet kunt doen wat je graag wilt en nog steeds een gigantische werkdruk ervaart, maakt het niet uit of je meer verdient.”

Diensten onderling verkopen

„Medisch specialisten verdienen een aanzienlijk salaris, dus voor het geld lopen artsen niet snel weg, denk ik. Dat komt eerder door een te hoge werkdruk. Het is voor hen belangrijk om een goede balans te houden tussen inspanning en ontspanning. Creatief omgaan met het

salaris zou daarin kunnen helpen. Een arts die een hoge werkdruk ervaart, kan bijvoorbeeld minder gaan werken en salaris inleveren, waardoor een ander kan worden aangenomen.

In sommige ziekenhuizen verkopen medewerkers diensten aan elkaar. Een collega valt in

Moeilijk rondkomen

en krijgt daar dan een extra vergoeding voor. Andere artsen zetten hun overuren in voor een sabbatical. Of dit soort dingen helpt om het werk aantrekkelijk te houden, weet ik niet. In ieder geval zijn er aanknopingspunten om creatief met salaris om te gaan.”

„Uit onderzoek bleek eind 2020 dat verpleegkundigen en verzorgenden moeilijk rond kunnen komen. Het startsalaris motiveert niet om de opleiding tot verzorgende te gaan doen. Af en toe een bonus, zoals in coronatijd, zou kunnen schelen. Maar beter zou het zijn als het salaris structureel omhoog ging. Dat motiveert mensen meer om in de zorg te blijven werken, denk ik. Zeker in de beginjaren verdienen verzorgenden maar net genoeg om rond te komen. Zelf heb ik het wat dat betre makkelijk: ik woon nog bij mijn ouders thuis.”

€ 1.802,-€ 2.293,-€ 2.422,-

Geld motiveert niet

„Ik geloof niet dat geld een rol speelt in de aantrekkelijkheid van werken in de zorg. Geld motiveert vaak niet. Een doorsneeverpleegkundige krijgt bovendien niet zo’n slecht salaris en ook ziekenhuis-

medewerkers worden goed betaald. Tegelijk geldt dat niet iedereen zo veel krijgt als zij; in de thuiszorg en jeugdzorg zijn de salarissen een stuk minder goed. Belangrijker dan het salaris is mijns inziens de

concurrentiepositie van organisaties. Ze denken er te weinig over na hoe ze aantrekkelijker kunnen blijven dan de buren, terwijl er onderling veel concurrentie is. Organisaties moeten bedenken wat

hen bijzonder maakt als werkgever, zodat mensen bij hen willen komen werken. Veel zorginstellingen denken nauwelijks na over de lange termijn.”

beeld Jaco Hoeve ZO REDDEN WE DE ZORG #4 SALARIS BRUTO STARTSALARIS
DE SECTOR VERPLEEG-
VERZORGINGSHUIZEN
THUISZORG:
Evelien van Leeuwen
BINNEN
EN
EN
VERZORGENDE IGMBO-VERPLEEGKUNDIGEHBO-VERPLEEGKUNDIGE 57 12 MAART 2022

Nabij in de leegte

Aline de Bruin Soms heeft de relatie tussen dokter en patiënt iets gezaghebbends. En soms zijn het meer twee bijeengekropen mensen, van wie er een voor de rand van de afgrond staat. Twee zorgboeken laten zien hoe indrukwekkend de band tussen arts en patiënt kan zijn. Eén ervan stond wekenlang in de bestsellerlijst van The New York Times.

Op de beelden van de CT-scan is het meteen duidelijk: de longen zijn bezaaid met tumoren, de wervelkolom is vervormd en een stuk van de lever is aangetast. Ver uitgezaaide longkanker. Arts-assistent neurochirurgie Paul Kalathani heeft in zijn carrière tientallen van deze scans bekeken. Maar deze zijn anders. Ze zijn van hemzelf.

Met deze indringende anekdote begint het boek ”Als adem lucht wordt” (2016) van de jonge Amerikaanse arts, die bijna klaar is met zijn opleiding tot neurochirurg en dan het ondenkbare nieuws krijgt. „Een jonge verpleegkundige, die ik nog niet eerder had gezien, stak haar hoofd om de hoek van de deur. „De dokter komt zo.” En met die woorden vervloog de toekomst die ik me had voorgesteld.”

In de 22 maanden die Kalathani nog leeft, besluit hij een boek te schrijven over zijn ziekteproces en het vooruitzicht van de naderende dood. De eerste helft gaat over zijn leven vóór de

BOEKEN VERDIEPING
58 12 MAART 2022
beeld Getty Images 59 12 MAART 2022

diagnose. De arts beschrijft hoe hij in zijn jeugd moeite heeft met het idee van geneeskunde als beroep – zijn vader is als cardioloog zelden thuis. Tegelijk ziet hij van dichtbij dat de zorg geen beroep is, maar een roeping. Een overtuiging die hem bijblijft tot op de universiteit, als hij na een literatuurstudie kiest voor de overstap naar geneeskunde.

Geen gemakkelijke weg, zo wordt al snel duidelijk. Als arts in opleiding maakt hij soms werkweken van wel honderd uur. Het vele werk trekt sporen in zijn huwelijk, zo omschrijft Kalathani eerlijk. En hoewel hij veel voldoening haalt uit zijn specialisme neurochirurgie, valt het hem ook zwaar hoe vaak de dood dichtbij is. „Op sommige momenten werd de last van dat alles voelbaar. Er waren dagen, benauwde, vochtige dagen, dat de ellende een verstikkend gewicht kreeg. Op sommige dagen voelde het als volgt wanneer ik in het ziekenhuis was: gevangen in een eindeloze jungle, kletsnat van het zweet en de regen van gestorte tranen van de familieleden van de stervenden.”

Chemotherapie

De onderliggende boodschap van zijn boek komt duidelijk naar voren. Kalathani heeft een groot deel van zijn leven opgegeven om carrière te maken als neurochirurg. En net als dat doel bijna is bereikt, moet hij leren om te sterven. Want dan is daar die gevreesde diagnose.

Ineens weet de arts daadwerkelijk hoe het voelt om als patiënt aan de andere kant van het bureau te zitten. Hij denkt misschien nog te kunnen leren van de patiënten die hij de afgelopen jaren heeft behandeld, maar in werkelijkheid voelt hij alleen maar „leegte, een onherbergzame, verlaten, blinkend witte woestijn.”

Zijn identiteit verdwijnt. Wie is hij nog als hij niet meer mag opereren? Daarom gaat de arts na de eerste behandeling zo lang mogelijk door – tot het echt niet meer gaat. Dan verdwijnt het werk naar de achtergrond en komen de levensvragen naar voren. Want hoewel het leven voor ons allemaal in één ogenblik voorbij kan zijn en de dood altijd dichtbij is, ervaar je dat besef soms pas echt als je oog in oog staat met een levensbedreigende ziekte. Hoe vul je je dagen in als je niet weet of je nog een dag, een maand, een jaar of vijf jaar te leven hebt? Kalathani omschrijft de troost die hij haalt uit zijn geloof in God. „Als arts wist ik dat ik niet moest zeggen: „Kanker is een strijd die ik ga winnen!” of moest vragen: „Waarom ik?”

(Antwoord: waarom niet?)”

Toch blijft de onzekerheid slopend. Het ene

moment maakt hij plannen voor als hij over vier jaar nog leeft, het andere moment denkt hij na over de vraag of hij zijn pasgeboren dochtertje brieven moet schrijven voor later. In de tussentijd schrijft hij al zijn ervaringen op, zelfs als zijn vingertoppen door de chemotherapie zo gevoelig zijn dat het niet meer lukt om de muis van zijn laptop te bedienen. Dan schaft zijn vrouw Lucy speciale handschoenen voor hem aan.

Hij heeft het over de vervreemding die hij voelt tijdens het ziekteproces, bijvoorbeeld als zijn lichaam niet goed reageert op de chemotherapie en hij doodziek in een ziekenhuisbed ligt. Boven zijn hoofd discussiëren artsen van allerlei verschillende disciplines over de beste manier om het behandelplan aan te pakken. Van de details krijgt hij nauwelijks nog iets mee.

Dochter

Een dokter heeft ook niet altijd alle antwoorden, zo wordt pijnlijk duidelijk. Later, als hij een gesprek voert met zijn oncoloog: „Daar zaten we dan, dokter en patiënt, in een relatie die soms iets gezaghebbends heeft, en andere keren, zoals nu, niet meer of minder was dan twee bijeengekropen mensen, van wie er een voor de rand van de afgrond stond.”

Het boek eindigt in berusting. Kalathani weet op het moment van schrijven niet hoeveel dagen of weken hij nog heeft, maar dat doet er ook niet

meer toe. „De toekomst is niet meer de ladder die naar levensdoelen voert, maar strekt zich vlak uit tot in een eeuwigdurend heden. Geld, status, alle ijdelheden die in Prediker beschreven worden zijn van zo’n gering belang: inderdaad het najagen van wind.”

Hij hoopt nog maar één ding: dat hij lang genoeg zal leven om zijn dochter Cady herinneringen aan hem te kunnen geven. Intussen schrijft hij aan haar: „Vergeet nooit dat je de dagen van een stervende man met een verzadigende vreugde hebt vervuld, een vreugde die me alle jaren die daaraan voorafgingen vreemd was, een

Arts-assistent Paul Kalathani werd ernstig ziek en ontdekte hoe onbelangrijk geld en status zijn – precies wat Prediker zegt
60 12 MAART 2022

Als adem lucht wordt, Paul Kalathani; uitg. Hollands Diep; 254 blz.; € 19,99

vreugde die niet hongert naar steeds meer, maar die een voldane rust geeft.”

Uiteindelijk overlijdt de arts op 37-jarige leeftijd. Zijn dochtertje is dan vijf maanden oud.

De indringende boodschap die blijft hangen is dat de dood ons allemaal overkomt. En dat een arts weliswaar alles kan doen om een patiënt te redden, maar dat de dood altijd wint.

„Het leven en de identiteit van een patiënt mogen dan in onze handen worden gelegd, uiteindelijk zegeviert de dood altijd. Al ben je nog zo goed, de wereld is niet altijd goed. Het geheim is te beseffen dat de kaarten gestoken zijn, dat je zult verliezen, dat je handen of je beoordelingsvermogen het kunnen laten afweten, maar dat je toch je uiterste best moet doen om te winnen, voor je patiënt.”

Mishandeling

Een boek dat op een andere, maar niet minder indringende manier een inkijk geeft in de relatie tussen arts en patiënt, is ”Die ene patiënt” (2019) van journaliste Ellen de Visser. Ze interviewde voor de Volkskrant allerlei zorgverleners over een patiënt die ze nooit meer vergeten en die hun kijk op het vak en het leven veranderde. De afleveringen zijn gebundeld in een boek.

ting daarvan onderbelicht blijft. Zijn ervaringen hebben mij als arts veranderd. Een behandeling kan te zwaar zijn, besef ik nu, niet alleen voor de patiënt maar ook voor de familie. Niet behandelen is voor artsen erg moeilijk, maar soms kan dat toch het allerbeste zijn.”

Ellen de Visser praatte voor de serie ruim twee jaar lang iedere week met huisartsen, verloskundigen, chirurgen, verpleegkundigen en andere zorgverleners. Het idee kwam bij haar op toen haar zwager na vier jaar ziekte overleed aan darmkanker. „Bij de uitvaart zat zijn oncoloog in de zaal. En toen dacht ik: wat apart? Als hij dat bij iedereen doet, kan hij aan de gang blijven”, zei ze in een interview.

De oncoloog bleek een bijzondere band te hebben opgebouwd met haar zwager. „Een zin van de arts trof mij heel erg: „Ik heb heel veel van hem geleerd.” Ik had me niet eerder gerealiseerd dat dokters ook konden leren van patiënten”, zegt De Visser. Ze had nooit problemen met het vinden van mensen voor de rubriek; iedereen wilde meteen meewerken.

Die ene patiënt, Ellen de Visser; uitg. Ambo|Anthos; 344 blz.; € 8,99

Neem het verhaal van kinderarts Elise Putte, die een tweejarig meisje in haar spreekkamer krijgt dat waarschijnlijk wordt mishandeld. Het kind heeft allerlei specifieke breuken waar de arts argwaan bij heeft. Putte beschrijft hoe ze precies uitzoekt hoe het zit en experts om raad vraagt, maar ze benoemt ook haar frustratie als het meisje na een verblijf van een paar maanden bij opa en oma toch weer naar huis gaat, en ze als arts verder niets kan doen. „Ik weet niet hoe het nu met haar gaat. (...) Ik vrees het moment waarop in het nieuws komt dat een kind is overleden door huishoudelijk geweld, en ik besef om wie het gaat. Er zijn kinderen van wie ik wakker lig. Dit meisje is er een van.”

Of de ervaringen van neurochirurg Pieter van Eijsden, die altijd zal blijven denken aan een gesprek dat hij voerde met de vader van een meisje dat een agressieve vorm van hersenstamkanker had. Haar ouders besluiten bewust om deze –ongeneeslijke– vorm van kanker niet meer te laten behandelen en de korte tijd die ze nog hebben thuis samen door te brengen. Een beslissing die de meeste artsen niet snappen. „Het is alweer een paar jaar geleden dat het meisje thuis is gestorven”, zegt Van Eijsden. „Onlangs sprak ik haar vader weer. Artsen, zei hij me tijdens dat gesprek, praten vooral over behandelen, terwijl de belas-

In al die bijdragen van zorgverleners wordt haarscherp duidelijk hoe het leed, de pijn, de vreugde en het verdriet van patiënten sporen nalaten in het leven de artsen. Longarts Sander de Hosson zal bijvoorbeeld altijd blijven denken aan die man van begin veertig, die een zeldzame ziekte had waar nog weinig over bekend was. „Ik moest hem vertellen dat het einde onafwendbaar was (...) Elf jaar later herinner ik me nog altijd zijn verdriet en zijn wanhoop. (...) Elke dag zag ik ertegen op om bij hem langs te gaan, want wat moest ik zeggen? En toch wist ik dat ik naast hem moest blijven zitten, moest blijven luisteren. Die les is voor mij van zoveel waarde geweest: het gaat in ons vak niet alleen om het medische en het technische, het gaat ook om tijd en oprechte aandacht.”

„Niet behandelen is voor artsen moeilijk, maar soms is dat toch het allerbeste”
Pieter van Eijsden, neurochirurg
61 12 MAART 2022

Jannie van

en opofferingsgezindheid zijn kernwoorden die bij het beroep van verpleegster horen. Zeker christenen moet dat aanspreken.”

beeld Sjaak Verboom

Belzen: „Liefde, zorg
62 12 MAART 2022

„Sonnevanck heeft mijn leven gestempeld”

Drie uur en drie kwartier duurde de treinreis van Arnemuiden naar Harderwijk. Jannie Poortvliet was nog nét geen zeventien toen ze in augustus 1965 als leerling-verpleegster vertrok naar het christelijke Sanatorium Sonnevanck om tbc-patiënten te gaan verzorgen.

Door de corona-epidemie kwamen de herinneringen aan die tijd bij Jannie van Belzen-Poortvliet (1948) weer helemaal terug. „Net als in de afgelopen twee jaar was er sprake van een gevecht tegen een besmettelijke ziekte.” De spraakzame Zeeuwse schreef er het boek ”Verpleegster in besmet gebied” over. Het verhaal is weergegeven vanuit het perspectief van hoofdpersoon Annelies, maar een katern met zwart-witfoto’s maakt duidelijk dat het gebaseerd is op de ervaringen van de schrijfster zelf.

„De drie jaren bij Sonnevanck hebben mijn leven gestempeld”, vertelt Van Belzen, bladerend door het plakboek uit die tijd. „Ik ben er gevormd tot de persoon die ik nu ben.” Na drie jaar in den vreemde keerde ze terug op haar geboortegrond.

„In bijna elke brief die ze me in Sonnevanck schreef, vroeg mijn moeder of ik weer die kant op zou komen als ik mijn diploma had gehaald. Ik heb na mijn terugkeer onder meer in het ziekenhuis van Middelburg gewerkt. Wonen in Zeeland was ook wel praktisch omdat mijn man er visser was.”

Annelies zat op de rand van het bed en streek het lijstje opnieuw glad. Had ze nu echt alles?

Grinnikend zette ze een kruisje achter de vier kamizooltjes. Ze had op advies van tante Lies toch nog een paar extra hemdjes met korte mouwen gekocht. Tante wist dat ze een koukleum was.

Annelies had van een klant gehoord dat het in de winter in een sanatorium koud kon zijn. Vooral in die open ruimtes, op de waranda’s, de plek waar overdag een aantal patiënten in een rieten ligstoel lagen. Het kon er zo koud zijn, dat er warme kruiken werden uitgedeeld. Kamizooltjes... Annelies moest nog steeds om dat rare woord lachen. Ze was geïnteresseerd in geschiedenis, en had dat eigenaardige ouderwetse woord in het woordenboek opgezocht. In de Dikke Van Dale stonden daarvoor verschillende benamingen. Kamizooltjes waren wollen onderlijfjes voor dames, met of zonder lange mouwen. Het waren dus gewoon borstrokken zoals vader en de broers die in de wintermaanden droegen.

Waarom ging een meisje uit Zeeland zo ver van huis om verpleegster te worden?

„Bij Sonnevanck mocht je als 17-jarige aan de opleiding beginnen. Normaal gesproken moest

BOEKEN INTERVIEW
63 12 MAART 2022

je daarvoor 18 jaar zijn. Ik wilde zó graag verpleegster worden dat ik besloot om me bij het sanatorium in Harderwijk aan te melden. Het zal er al vroeg in; als kind zorgde ik voor mijn moeder toen zij ziek was en ging ik met mijn broers naar de tandarts. Precies op de dag dat mijn opleiding begon werd ik 17. Natuurlijk had ik wel eens heimwee, want ik was een echt moederskind. Maar ik had het ervoor over. Als ik vrij was en met de trein in Zeeland aankwam dacht ik: ik ben weer thuis. Maar eenmaal thuis verlangde ik naar Harderwijk.”

Moeder leek gerustgesteld. Ze stopte de zakdoek in haar tas en ging rechterop zitten. „Dit moet u goed onthouden, ons team houdt alle zusters goed in de gaten.” De dokter tikte op het dossier. „Alle leerling-verpleegsters worden eerst ingeënt. De meisjes worden elke maand gewogen, en de beginnelingen worden in elk geval goed begeleid in de omgang met de patiënten.”

Hij legde zijn hand op zijn hart. „Ik beloof u dat ik extra op uw dochter zal letten. Ik ben een oude rot in het vak, ik weet heel goed hoe de ziekte zich kan ontwikkelen of openbaren.”

Moeders witte muts ging een paar keer instemmend op en neer. „Dank u wel, dokter.”

bij Sonnevanck ontzettend streng. Alles moest blinkend schoon zijn, dat werd er vanaf het begin in gehamerd. We moesten afstand houden tot de patiënten en bij verschonen van de bedden de mond dichtdoen. Familieleden moesten achter het glas blijven als ze op bezoek kwamen.”

Bij Greet hoefde je iets geen twee keer te zeggen. Ze was een regelaar. Na die bewuste eerste avond op haar kamer had Greet een etentje in het pannenkoekenhuis georganiseerd, zij tweeën met Henk en Martin. Ze hadden Henk geprezen om zijn mooie soldatenpak, dat hem zo netjes stond. Daarna probeerden ze hem een beetje uit te horen over zijn vrienden en vooral over Bart, met wie hij op maandagmorgen in de trein zat. Na wat over en weer gepraat had Annelies Henk gevraagd of hij Bart de groeten van haar wilde overbrengen. Een paar weken later was de brief gekomen.

In uw boek schrijft u over Annelies als hoofdpersoon. Waarom deze vertelvorm?

„Ik vind het gemakkelijker om over iemand anders te schrijven dan over mezelf. Annelies vind ik een mooie naam – er zit ook iets van Jannie in. Bovendien had ik zo de vrijheid om hier en daar wat romantiek in het verhaal te brengen. De stiekeme ontmoeting van Annelies en haar collega Greet met twee vrienden op Sonnevanck is niet echt zo gebeurd. Maar verder heb ik geprobeerd zo eerlijk mogelijk weer te geven hoe het in dit tijd ging. Gelukkig heb ik uit die tijd nog een plakboek vol foto’s bewaard. De brieven van thuis heb ik bijna allemaal verscheurd. Achteraf heel jammer natuurlijk, maar ze zitten nog allemaal in mijn hoofd.”

Een broertje was voor uw geboorte aan tbc overleden. Dat weerhield u niet om te gaan?

„Mijn moeder had er wel moeite mee dat ik ging werken met zwaar besmette patiënten. Behalve haar zoontje waren ook een neefje en een schoonzusje aan de ziekte overleden. Ze was dus erg bezorgd. Tijdens een eerste kennismakingsbezoek in Harderwijk vertelde ze dat tegen de arts die mij onderzocht. Die stelde haar gerust en zei dat ik kerngezond was. Zelf zag ik er minder tegen op. Als je verpleegster wilde worden was het verplicht om je te laten inenten. Dat werd in die tijd gewoon geaccepteerd, ook door orthodoxe christenen. Bovendien waren de hygiëneregels

De patiënten van de Sonnevanck-paviljoenen keken allemaal uit naar de kerstdagen. Even uit de sleur van alledag. Niet de hele dag braaf in bed hoeven liggen, maar zoals thuis bij het kerstdiner aan tafel te zitten, gezellig met elkaar eten en nieuwtjes uit te wisselen. Op de feestdagen waren de regels minder streng, en knepen de dokters en de zusters een oogje dicht. De eerste kerstdag begon al vroeg. Nog voor het ontbijt gingen de dagdienstzusters buiten kerstliedjes zingen, in uniform, maar met een winterjas erover. Er was al een dun laagje sneeuw gevallen.

Hoe hebt u de tijd dat u in Harderwijk werkte ervaren?

„Ik kijk met een goed gevoel terug op die tijd. We

„Wanneer een man en een vrouw tijdens een wandeling een zoen uitwisselden werd dat bestraft”
Jannie van Belzen, schrijftster
64 12 MAART 2022

gingen later met de kinderen zo nu en dan weleens een dagje naar Harderwijk. Of een weekje op vakantie naar de Veluwe. Om de band met het verleden te koesteren. We hadden voor de coronacrisis ook een weekje richting Harderwijk geboekt. Maar dat kon toen niet doorgaan. Op Sonnevanck is de basis gelegd voor mijn verdere leven. Ik leerde er wat het is om iets voor een ander over te hebben, je uit liefde voor anderen in te zetten. De instelling ademde helemaal hoe je als christen moest zijn. Sonnevanck was

hand omhoog.” Uiterst voorzichtig bracht de dokter de buis naar binnen.

„Goed zo, het gaat prima. Nu breng ik een microscooplampje naar binnen, dan kan ik je longen bekijken,” sprak de dokter op een kalmerende toon.

„Zuster, wil je ook even kijken? Je kunt de haard nu goed zien.”

Annelies ging naast de dokter staan en keek met één oog in de buis. Wat ze zag was een rode massa en verder niets.

„O ja, nu u het zegt”, zei Annelies schijnheilig. Ze ging vlug weer op het krukje zitten. Op Baukes voorhoofd parelden zweetdruppeltjes. Met een doekje wiste Annelies ze af.

Wat vond u moeilijk?

een dorp op zich, met een winkel, een kerk, een ziekenhuis. Kinderen kregen les op bed, dan leek de ziekenzaal op een schooltje. In het sanatorium lagen mensen die met tbc besmet waren, er heerste echt een epidemie. Het was een nare ziekte; er stierven veel mensen en vrouwen konden onvruchtbaar door tbc. Inmiddels was er wel een medicijn uit Amerika beschikbaar, maar de patiënten moesten nog wel lange tijd blijven kuren. En daarvoor kwamen ze ook naar Sonnevanck. De regels waren heel streng; er werd alles aan gedaan om verdere besmettingen te voorkomen. Net als bij corona werd de ziekte verspreid door hoesten. Mannen, vrouwen en kinderen lagen in aparte paviljoens; ook zieke gezinsleden werden van elkaar gescheiden. Wanneer een man en een vrouw tijdens een wandeling een zoen uitwisselden werd dat bestraft met een dag verplichte bedrust of nog langer. Kinderen moesten tijdens bezoekuren achter glas blijven; sommigen kenden hun eigen moeder niet eens meer. Ik vond het fijn om deze mensen te verzorgen, liefde en aandacht te geven. In mijn vrije tijd ging ik ook wel langs bij patiënten die geen bezoek kregen. Of met kinderen een lied zingen. Natuurlijk was het ook wel eens zwaar.”

„Nu mag je op de bank gaan liggen. De zuster komt weer bij je zitten. Als er iets is, steek je je

„De collega’s en patiënten vormden een grote familie. Maar we mochten niet al te close met de zieken worden, want die gingen na verloop van tijd natuurlijk weer naar huis. We konden geen band met hen opbouwen. Dat vond ik wel lastig. Ik herinner me nog een vrouw die me bij het afscheid een ketting gaf. „Je komt nog wel eens een keer langs, toch?” vroeg ze. „Natúúrlijk”, zei ik, maar daar is nooit meer van gekomen. Daar denk ik nog wel eens aan. Zou ze nog leven? In de tijd dat ik er was stierven er ook mensen. Ik weet nog goed dat ik een keer alleen met een vrouw naar het mortuarium moest waar haar man lag opgebaard. Zulke dingen deed je gewoon. Aan de andere kant konden we ook wel eens gek doen, misschien juist om met die nare dingen om te kunnen gaan. We waren ook nog jong. Als verpleegsters gingen we ’s avonds af en toe naar de stad om een snack of een ijsje te halen. Onder diensttijd gebeurde dat ook wel eens stiekem. Toen de mannelijke patiënten daar lucht van kregen, gingen die dat op onze fietsen ook doen – met pantoffels en ochtendjas aan. Ze namen dan ook wat lekkers voor ons mee.”

Hoe kijkt u aan tegen de huidige situatie in de zorg?

„Ik zou willen pleiten voor herinvoering van de dienstplicht voor jongens en invoering van een maatschappelijke stage in de zorg voor meisjes. Dan leren ze om sociaal met elkaar om te gaan en zich in te zetten voor de ander. Niet alles draait om geld in het leven. Zelf zou ik er onmiddellijk weer voor kiezen om verpleegster te worden. Liefde, zorg en opofferingsgezindheid zijn kernwoorden die bij dit beroep horen. Zeker christenen moet dat aanspreken.”

Verpleegster

in besmet gebied, Jannie J. van Belzen-Poortvliet; uitg. Drukkerij Van Velzen; 187 blz.; € 18,50
„Ik leerde er om iets voor een ander over te hebben, je uit liefde voor anderen in te zetten”
65 12 MAART 2022

alseen gediplomeerd professional

Door een samenloop van omstandigheden besluit Corné van Kralingen (25), begeleider op een intensieve zorggroep bij een seculiere instelling, om te solliciteren bij Adullam. Nu, een jaar later, zegt hij dat hij nooit meer terug wil. Waarom niet?

vtaneau zorg. En daardoor daarorzdoorg. de rust onder de onder dede cliënten,” legt ” legtten,cliën hij uit.

“Het hoge niveau van

Corné stapte over vanuit een seculiere instelling: “Ik zou nooit meer terug willen”

“Het ASBM­model, een afgeleide van het Triple­C model dat in de gehandicaptenzorg leidend is, ligt bij Adullam op een heel hoog niveau. Voorheen geloofde ik niet zo in Triple C omdat iedereen maar wat deed en ik geen vooruitgang zag bij mijn vorige cliënten. Adullam liet vrij snel zien dat ASBM wel goed werkt. Op mijn groep van cliënten met zeer complexe gedragsproblematiek, het VIC Workhome, vind ik de bewoners rustig. Ja, er is wel eens een escalatie. Maar vooralsnog zijn dit uitzonderingen.”

Sterke, hechte teams

hee He collega’ wet antw nodig. ” e mensen nodig.t hebben rusvozJuiseeldat.dezt

“Dat onze bewoners goed in hun vel zitten, heeft ook te maken met het feit dat we sterke, hechte teams vormen. Het maakt voor de cliënten niet uit of ik met hen werk of andere collega’s. We hebben duidelijke afspraken onderling. Onze bewoners weten dat, wanneer ze iets vragen, ze bij ieder van ons hetzelfde antwoord zullen krijgen. Dat geeft zoveel rust. Juist dat hebben deze mensen nodig.”

Ook het werken in een reformatorische ins orné instormafeenbetorischeCvellinggoed.alt in een wOokrerkt he v wenerverkgeorige mijn vtf ik als christ moeilijk oond ik v“Eershet onz oners een beeindelijkzielwe hebben ook onzen. Maa r vmochuitterlat

Ook het werken in een reformatorische instelling bevalt Corné goed. “Eerst vond ik het moeilijk of ik als christen mijn vorige werkgever mocht verlaten. Maar uiteindelijk hebben ook onze bewoners een ziel

Benieuwd naar mijn hele verhaal?

voor de eeuwigheid. Nu mag ik hen daar op wijzen. Ook dat is waardevol.”

“Dat was eerst wel wennen. Het zat niet echt in mijn systeem om op mijn werk met cliënten te bidden. Maar ik vind het mooi om samen met hen de dag te beginnen met gebed, te bidden en te danken voor het eten en gesprekken te voeren over geestelijke zaken.”

Hout kloven

“Wat het werk leuk maakt bij Adullam is, dat het hier zo goed voor elkaar is. Voor cliënten is er uitdagend werk te doen. Ze worden hier niet met een doos strijkkralen in een hoek gezet. Nee, vier dagen per week kloven we ’s middags hout met elkaar. We schillen ’s morgens fruit, groenten en aardappels. Daarnaast maken we aanmaakhoutjes en sorteren we schroeven voor een bedrijf. Dat is toch veel zingevender.”

dan dat je een cliënt een waardevolle dag kunt bieden? Je gunt een bewoner een zo normaal mogelijk leven, net zoals ieder ander. Als het me lukt dat cliënten verkeerd gedrag laten of weer dingen oppakken, dan geeft mij dat veel voldoening.”

Zorg met pit

Het zorgen zit er bij Corné van jongs af aan al in, legt hij uit. “Ik heb verpleegkunde gestudeerd. Na anderhalf jaar in de ouderenzorg, wist ik het zeker: ik wil wel in de zorg werken, maar dan wel met wat meer pit. Op een VIC Workhome is de zorg pittig genoeg,” grijnst hij.

Ambities kenbaar maken

Ook het personeelsbeleid is goed op orde, vindt Corné. “Ik word goed begeleid door mijn teamleider en mijn collega’s. Hierdoor kun je je manier van begeleiding aanpassen. Zo groeien we samen als team.”

“Vanuit het ASBM­model kijken we als begeleiders waar een cliënt behoefte aan heeft. Hierdoor is ons werk als begeleider ook veel boeiender. Wat is er nu mooier,

“Adullam biedt mij de ruimte om mijn ambities kenbaar te maken. Pas gaf aan dat ik wel wat meer uitdaging kon gebruiken. Nu begeleid ik een student en neem ik deel aan een aantal commissies. Ik zou graag doorgroeien naar een leidinggevende functie. Maar voor nu pas op de plaats en eerst maar eens zorgen dat ik een goede begeleider word. Ik heb er alle vertrouwen in dat er dan ook naar passende mogelijkheden gezocht zal worden.”

Bel, app, mail of bezoek onze website voor meer informatie! werkenbijadullam.nl 06 - 37 18 40 23 adviseur HR Twijfel je om een overstap te maken? Bel of app Ada 06 37 18 40 23 of mail naar hr@adullamzorg.nl Samen verkennen we of de identiteit gebonden zorg bij jou past!
“Zoveel mogelijkheden om cliënten een zinvolle dag te geven. Dat maakt mijn werk leuker“

Boekeenvoudigonlinevia:

Hardenberg|0523261303

Scan& ontdek

Geaccrediteerde opleiding tot Psychosociaal Therapeut op HBO niveau

Jacoline: ”Een opleiding die ik beschouw als het mooiste cadeau aan mijzelf én als een cadeau om door te geven.”

Benieuwd naar onze studiegids? www.deroosopleidingen.nl

Bezoek onze open middag: 18 maart of 17 juni 2022

In de zorg zie je de kwetsbaarheid van het leven. Dat kan vragen oproepen bij de mensen voor wie je zorgt. Bijvoorbeeld: hoe denk ik over orgaandonatie? Is het goed om voor deze behandeling te kiezen, of juist niet? En wat zijn mijn wensen rondom het levenseinde? Vragen waar jij misschien ook weleens over door wilt praten of waarvoor je cliënten goed wilt doorverwijzen. De professionals van de NPV denken graag met je mee.

Neem een kijkje bij de uitgebreide NPV-kennisbank (npvzorg.nl/thema) of neem contact op met de NPV-Advieslijn via telefoon, e-mail of chat. Ga naar npvzorg.nl/advieslijn of bel (0318) 54 78 88.

kleinebelties.nl
Tipvoorde meivakantie! Heeft jouw cliënt een medisch-ethische vraag? De NPV staat voor je klaar!

Eigenaarschap van het vak

„Om het werk als verzorgende aantrekkelijk te houden, moet het eigenaarschap van een verzorgende worden gestimuleerd. Dat idee –een vak te hebben waar je trots op mag zijn– moet vanaf het begin in de opleiding terugkomen.

Daarbij hoort ook een bepaalde vrijheid om je vak uit te oefenen. Als een beleidsmedewerker steeds bepaalt wat een zorgmedewerker moet doen, voelt deze zich niet gewaardeerd. Een timmerman gaat ook niet op de stoel van de architect zitten. Er werken veel mensen in de zorg die zelf niets aan de daadwerkelijke zorg bijdragen.”

Marita de Kleijne

Buiten de lijntjes

„Controle is goed, maar vertrouwen is beter. Ook in de zorg. De autonomie van de zorgmedewerkers wordt nu beperkt door allerlei regels en procedures. Er is weinig ruimte om ergens beter in te worden, cursussen moeten worden gedaan in de eigen tijd en met eigen geld.

De grote vraag is:

hoe creëer je zo’n sfeer dat er ruimte is om te leren, om buiten de lijntjes te kleuren. Ik zeg niet dat alle regels overboord gegooid moeten worden, maar veel regels zijn doorgeslagen. Dat zorgt voor enorme regeldruk. Of de kwaliteit van zorg erdoor verbeterd wordt, is de vraag.

Vrijheid hee

Werkplezier belangrijk

„Vrijheid hee alles te maken met autonomie. Uit eigen onderzoek weet ik dat autonomie op drie punten betrekking hee : patiëntzorg, werk –bijvoorbeeld zelf je rooster kunnen inplannen– en organisatie, de beleidskant. Autonomie op die vlakken maakt het werk voor verpleegkundigen aantrekkelijker.

Ik denk dat we daarnaast vooral naar werkplezier moeten kijken. Wat zijn de leuke dingen van het vak? Als het

gaat om de arbeidsomstandigheden, vinden veel wijkverpleegkundigen het lastig dat ze vaak geen achtuursdiensten kunnen draaien. In de middag is er vaak minder werk. Om dat op te lossen, vraagt ook wat van patiënten. Die worden dan bijvoorbeeld wat later op de dag verzorgd. Die aanpassing gee de wijkverpleegkundigen meer vrijheid.”

Kim de Groot

ook te maken met de manier waarop we omgaan met missers. Ik ken ziekenhuizen waar ze sessies organiseren waar medisch specialisten college geven aan hun collega’s over hun fouten. Een enorme, positieve, cultuurverandering.”

Balans werk-privé

„In het ziekenhuis zie je tussen de oudere generatie artsen en de nieuwe generatie een groot verschil in de beleving van het werk. De oudere lee om te werken; de jongere werkt om te leven. Vaak hee de jonge generatie artsen er een druk sociaal leven naast of moeten ze naast het werk zorg dragen voor de kinderen.

Artsen denken onderling dan ook vaak verschillend over de balans tussen werk en privé. Daar is in teams discussie over, en soms onbegrip onderling.

Om het werk voor medisch specialisten in de toekomst aantrekkelijk te houden, is het essentieel om op de behoe en van de jongere artsen in te spelen. Gelukkig wordt het gesprek over dit onderwerp steeds meer gevoerd in de ziekenhuizen.”

Evelien van Leeuwen

ZO REDDEN WE DE ZORG #5
69 12 MAART 2022
beeld Jaco Hoeve
VRIJHEID

Esther (4) is wees, geen familielid kan voor haar zorgen…

…ze woont nu bij een zus van haar oma, maar zij is te zwak om goed voor Esther te zorgen.

Stichting Stéphanos helpt kinderen als Esther met onderdak, voedsel, kleding, medische zorg en (Bijbels) onderwijs. Ze horen over de Heere Jezus en krijgen een toekomst! Helpt u mee?

Sponsor een kind als Esther vanaf € 20,- per maand!

Of doneer 4 kinderbijbels voor € 20,-

Scan de QR code, ga naar www.stephanos.nl/ikhelp of maak uw bijdrage over op NL74 RABO 0335 3074 50 t.n.v. Stéphanos.

www.stephanos.nl

/("(06(0574+&%822%8(0574+&(06/("

hulpuoloeksSerleningvgischeSeksuologischehulpverlening /((19(,(&%"/1'+)&--,(&%"/1'+)&(9(1/( angvopastGGastopvang

erkwtschappelijkSchoolmaatschappelijkwerk

Hulpbijgameverslaving

#(*56/,1+3,63!51' (*56/,1+3,63!51'

Het bieden van professionele, psychosociale hulp bij al jouw levens- en gezinsvragen, dat is onze missie. En altijd vanuit een heldere, christelijke identiteit.

De Vluchtheuvel biedt meer!

W stichtingdevluchtheuvel.nl

T 0113-213098

Bewoners Salem: Het eten is hier altijd heerlijk

„Kunnen jullie een bestelling aanpassen?” Chef-kok Krijn Westhoeve is bezig met de middagmaaltijd. Ook nu gaat het weer lukken om een „gezonde én voedzame prak” bij de Salembewoners te krijgen.

Krijn Westhoeve had misschien in een sterrenrestaurant kunnen werken. Toch koos hij bewust voor Salem. Waarom? „Het leek me niks om uren en uren per dag en ook op zaterdag en zon- en feestdagen beroepsmatig met koken bezig te zijn. Mijn hart ligt in de zorg. Het contact met bewoners is geweldig.”

Samen met een team van andere koks en assistenten is hij nu iedere dag verantwoordelijk voor de maaltijden die bewoners en medewerkers voorgeschoteld krijgen. „Die moeten goed, gezond en gevarieerd zijn en aansluiten bij wat bewoners van huis uit gewend zijn.” „En het moet mooi opgediend worden op een leuk gedekte tafel”, vult voedingsassistente Wilma Bakker aan. „Zo’n stukje beleving is ook belangrijk.”

Elke bewoner kan elke dag uit meerdere menu’s kiezen, variërend van groenten, aardappels en vlees tot eenpansgerechten als nasi en pilaf. Krijn: „Alles wordt gemaakt van verse ingrediënten, zo mogelijk van lokale leveranciers.”

Hoe de bewoners de maaltijden waarderen? „Erg goed”, stelt Krijn. „Ook familieleden die mee-eten geven ons complimenten.” Mevrouw Maljaars, bewoonster van afdeling Berk geeft hem gelijk. „Het was weer heerlijk. Het smaakte net als vroeger thuis.”

Lees meer over Salems keuken in familieblad terdege van 15 maart.

Salem

Vlietlaan 2, Ridderkerk 0180-452152 www.salem.nl

Feiten en cijfers

Het bereiden van een dagelijkse warme maaltijd voor 173 bewoners en zo’n 200 medewerkers heeft heel wat voeten in de aarde. Een team van chef-kok, koks en keukenmedewerkers is er iedere dag druk mee. Per week vinden de volgende hoeveelheden hun weg naar de maag van bewoners en personeel:

• 450 liter melk

• 210 liter vla

• 150 kg aardappelen

• 320 liter soep/bouillon

Vacatures

Interesse in werken bij Salem? Kijk op werkenbijsalem.nl voor de meest recente vacatures.

beeld Tineke van der Eems
71 12 MAART 2022

Een goed woord op zijn tijd

Koning Salomo zegt in Spreuken 15:23: „Hoe goed is een woord op zijn tijd!” Vanuit de Bijbel kunnen medewerkers in de zorg en mantelzorgers elkaar tijdens hun werk bemoedigen.

In ”Met hart en hand” trekt ds. Zondag, predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht, vanuit de Bijbel lijnen naar het werk in de zorg en naar het persoonlijk leven van zorgmedewerkers. Hij doet dit aan de hand van 52 overdenkingen.

De predikant gaat daarbij in op vragen als: Hoe gingen godvrezende mensen in het verleden om met ziekte, handicap, eenzaamheid, rouw en ander verdriet? Welke lessen kunnen we trekken uit de persoonlijke ervaringen van Asaf, de dichter van onder meer Psalm 73? En wat kunnen we leren van koning Hizkia, die werd getroffen door een ongeneeslijke ziekte? Eeuwen later gingen heel wat mannen en vrouwen met uiteenlopende zorgen en kwalen naar Jezus. Zij wierpen hun bekommernis op Hem. Hoe deden zij dat? En hoe handelden omstanders, zoals „de vier mantelzorgers” die een zieke vriend aan de voeten van de Zaligmaker brachten?

”Met hart en hand” bevat gespreksvragen om in breder verband over door te praten.

Het boek is uitgegeven in samenwerking met Stichting Cedrah voor ouderenzorg.

Met hart en hand, ds. W. A. Zondag; uitg.

Den Hertog; 166 blz.; € 13,90

Huilend vaderhart, Thijs Aarten; uitg. De Banier; 184 blz.; € 13,95

PERSOONLIJK

Zorgverlener in de rouw

Er zijn weinig dingen erger dan een kind te moeten verliezen. Het overkwam Thijs Aarten en zijn vrouw Mirjam, een jong echtpaar uit Nunspeet. Hun zoontje Daan stierf kort na de geboorte door een besmetting met de meningokokbacterie. In ”Huilend vaderhart” vertelt Aarten op een persoonlijke en kwetsbare manier hoe hij en zijn vrouw omgingen met het verlies van hun kindje. Grote blijdschap was opeens in diepe rouw veranderd – een zware weg van verdriet en verwerking lag voor hen. Houvast vonden ze in het Woord van God. „Wij kunnen de rouw steeds meer loslaten, omdat wij ons gedragen weten door God en allen die ons dierbaar zijn”, schreef Aarten na een jaar.

Het tweede deel van het boek heeft de titel ”Zorgverlener in de rouw”. Zowel Aarten als zijn vrouw werkt in de gezondheidszorg. Aarten beschrijft de impact die het verlies van zijn zoontje op hem als zorgverlener had. „Hoe tegenstrijdig is het, dat ik zorg aan het verlenen ben, terwijl ik ervaar dat ik zelf hulp nodig heb?” Aarten vindt dat een hulpverlener niet „emotioneel neutraal” hoeft te zijn om professioneel te kunnen handelen. „Ik vind het waardevol als een zorgverlener zijn kwetsbaarheid toont. Laat die tranen maar komen als een indrukwekkende gebeurtenis je hart beroert. Soms komt er zoveel op een zorgverlener af dat het wel aan moet grijpen. Het laat zien dat je als professional ook mens bent.”

Na dertien jaar kan Aarten schrijven dat het rouwen om Daan hem heeft veranderd. En dat hij hier dankbaar gebruik van maakt in zijn werk als ambulanceverpleegkundige.

BEMOEDIGING
BOEKEN LEESTIPS 72 12 MAART 2022

Vaak verlichten, altijd troosten

Het ”Bijna-elke-dagboek voor zorgverleners” is een Bijbels dagboek dat speciaal voor werkers in de zorg is geschreven. De auteurs willen verpleegkundigen, thuiszorgers en mantelzorgers inspireren bij hun werk.

„Liefde is een sleutelwoord in de Bijbel. Allereerst is er Gods liefde voor ons”, schrijft redacteur Rolf Robbe in de inleiding. „Maar wij mogen ook elkaar van mens tot mens liefhebben. Liefde en zorg liggen dicht bij elkaar. Bij zorg gaat het soms om genezen, vaak over verlichten en altijd over troosten. Bij zorg gaat het om mensen die je liefde extra hard nodig hebben omdat ze lichamelijk of psychisch ziek zijn of in omstandigheden verkeren waar ze zelf niet het hoofd aan kunnen bieden. Ook kunnen ze de liefde die jij ze geeft vaak niet aan jou

Bijna-elke-dagboek voor zorgverleners, Rolf Robbe (red.); uitg. KokBoekencentrum; 216 blz.; € 16,99

teruggeven. Werkers in de zorg hebben hart voor mensen en staan klaar om te helpen. Zij laten bij uitstek iets zien van Gods liefde voor Zijn mensen.”

Het dagboek biedt over een periode van veertig weken voor elke week vijf overdenkingen. De auteurs „zoeken in de Bijbel naar Gods liefde en zorg voor Zijn schepping en Zijn mensen.” Ze hebben zich laten inspireren door Bijbelverhalen over mensen die liefde en zorg geven aan anderen en werpen Bijbels licht op het werk in de zorg en op een aantal actuele thema’s, zoals eenzaamheid en omgaan met lijden en verlies.

Het dagboek staat onder redactie van de Rolf Robbe. De overige schrijvers zijn allen werkzaam in de zorg. Het gaat om: Sija-lize Blijleven, Carla Breedveld en Jan Piet Vlasblom.

PRAKTISCHE HULP

Handboek voor mantelzorgers

De overheid trekt zich meer en meer terug als het gaat om de zorg voor zieken en ouderen. Steeds vaker worden Nederlanders daarom mantelzorger, voor ouders, kinderen of anderen in hun directe omgeving. Een op de drie volwassen Nederlanders is inmiddels mantelzorger.

Het is dus niet zozeer de vraag óf iemand mantelzorger

wordt, maar meer wanneer, hoe vaak en voor wie. Maar hier komt best wat bij kijken. Niet iedereen zit erop te wachten om mantelzorger te worden en vaak is het de vraag waar iemand de tijd vandaan moet halen om mantelzorg te verlenen. En wie staat er eigenlijk klaar voor de mantelzorger als hij of zij vastloopt?

In ”Fijn dat je er bent. Hand-

Fijn dat je er bent. Handboek voor de moderne mantelzorger, Tijn Elferink en Jan van Houten; uitg. Lev.; 240 blz.; € 21,99

boek voor de moderne mantelzorger” geven journalist Tijn Elferink en trainer en adviseur Jan van Houten praktische informatie en handige tips om (toekomstige) mantelzorgers te helpen en met persoonlijke verhalen te inspireren. Wat wordt er van je gevraagd en hoe bereid je je erop voor?

Het boek verschijnt op 24 mei.

DAGBOEK
73 12 MAART 2022

Op consult via Zoom en Teams

Imco Lanting

Onlinedienstverlening was voor corona al, voorzichtig, in opmars. Maar tijdens de lockdowns en de avondklok moest iedereen ineens op afstand werken. Voor veel professionals verliep dat proces met vallen en opstaan. De psycholoog: „Ik weet nu in elk geval zeker dat er niets boven persoonlijk contact gaat.”

Fysieke ontmoetingen waren tijdens de eerste lockdown in maart 2020 grotendeels uit den boze. Wie thuis kon werken deed dat. Hulpverleners, voor wie contact met cliënten en patiënten cruciaal is, zochten hun toevlucht tot internet. Had begin 2020 nog bijna niemand gehoord van Zoom en Teams, een paar maanden later kende de hele wereld de online vergader- en ontmoetingsapplicaties. Om een idee te geven: Zoom was, sinds de oprichting in 2011, weliswaar tot een succesvol bedrijf uitgegroeid, maar zag zijn winst in het eerste coronajaar door het dak gaan. De winst steeg zelfs met 1000 procent, van een kleine € 900.000 in 2019 naar € 900.000.000 in 2020. Teams van Microsoft, opgericht in 2016, spon ook garen bij de wereldwijde lockdowns. De omzet ging van € 800.000.000 in 2019 naar € 6.000.000.000 in 2020.

Achter deze cijfers zitten de verhalen van tientallen miljoenen mensen die plotseling dagelijks gebruikmaakten van de services. Buiten de privécontacten gerekend, waren heel diverse beroepsgroepen, van psycholoog en fysiotherapeut tot dierenarts, veroordeeld tot ‘Zoomverlening’. Maar hoe behandel je iemand die je alleen op een beeldscherm ziet?

GEZOND
74 12 MAART 2022122022

DE DIERENARTS: Kijkje via de camera scheelt een onnodig bezoek aan de kliniek

Als een hond, kat of ander huisdier iets lijkt te mankeren, weegt menig baasje eerst af of een prijzige rit naar de dierenkliniek noodzakelijk is. Om toch snel duidelijkheid te krijgen over wat eraan scheelt, kunnen eigenaars van huisdieren sinds zes jaar online terecht bij verschillende dierenartsen. Lang voor corona dus al. Oprichters van wat destijds nog Jacker heette, waren Jacky van der Vleuten en haar zakenpartner: „Wij zagen wel brood in deze onlineservice, omdat we de twijfels en onzekerheden kennen van het hebben van huisdieren. Soms weet je het gewoon niet als je dier raar doet of ergens last van heeft. Wat is er dan handiger dan een dierenarts via een camera op afstand naar je dier te laten kijken? Het is niet alleen de helft goedkoper dan een fysiek consult, maar ook voor het dier zelf is het veel rustiger, zeker als er, zoals heel vaak het geval blijkt, weinig aan de hand is.”

De gezondheid van een dier van een beeldschermpje aflezen vergt training, zelfs van een ervaren dierenarts. Ruiken en voelen op afstand is immers onmogelijk, dus het gaat er volgens Pascale Fuchs, manager van de onlinedierenartsservice via huisdierenapp.nl, vooral om dat de arts de juiste vragen stelt en scherp kijkt.

Fuchs: „Een consult duurt maar tien minuten, maar vaak is dat voldoende. Zijn de diarreeklachten zo ernstig dat het dier naar de kliniek moet komen of moet dat wondje toch worden gehecht?” Ervaring heeft Fuchs geleerd dat zeven van elke tien onlinedierenartsafspraken een gang naar de kliniek –inclusief soms hoge kosten– voorkomen.

Toen de regering de ingrijpende coronamaatregelen aankondigde, was de onlinedierenartsservice al op stoom. Door de lockdownmaatrege-

len kwam er veel potentiële aanwas. Niemand kon immers zomaar even naar de dierenarts. Fuchs: „We gaven in het begin veel trainingen aan veterinaire teams, die van ons de kneepjes van een onlineconsult wilden leren. Maar veel daarvan gingen meteen terug naar fysieke consults zodra er versoepelingen kwamen. Helaas, want internet geeft zo veel mogelijkheden en is vooral tijd- en geldbesparend. En met het tekort aan dierenartsen dat er bestaat, gecombineerd met het aantal huisdieren, dat tijdens de coronacrisis flink is gegroeid, is wat wij doen even noodzakelijk als makkelijk.”

Veterinaire teams

leerden tijdens lockdowns de kneepjes van een onlineconsult

Fuchs gelooft dat videobellen met de dierenarts, ondanks de terughoudendheid die ze bij de, volgens haar nogal behoudende, beroepsgroep ziet, de toekomst heeft. „In landen als de Verenigde Staten, Zweden en Groot-Brittannië is de onlinedierenarts al helemaal ingeburgerd. Dat gaat in Nederland vermoedelijk ook gebeuren. Lagere kosten en geen onnodige stress voor de dieren, dat zijn de belangrijkste voordelen van de dierenarts op afstand.”

> huisdierenapp.nl

beeld iStock
75 12 MAART 2022122022

DE

FYSIOTHERAPEUT

: Een app met duizenden oefeningen

Tot nog niet zo heel lang geleden ging je met rug- of nekpijn naar de fysiotherapeut, die je, na een check en een eerste diagnose, voorbeeldplaatjes met oefeningen meegaf voor thuis. Intussen kan dat ook anders. Sten Hofstad (39), chiropractor en softwareontwikkelaar uit Hilversum, ontwierp een paar jaar geleden een computerprogramma waarin duizenden spier- en bewegingsoefeningen in beeld worden voorgedaan door fysiotherapeuten. Een patiënt met pijnklachten downloadt na een eerste fysieke bezoek

aan de praktijk de app en de hulpverlener vinkt de benodigde oefeningen voor thuis aan. „Zo neemt de patiënt de fysiotherapeut als het ware mee naar huis”, vertelt Hofstad, „want de hulpverlener doet de buikspier- en nekstretchoefening gedetailleerd voor. Dat werkt natuurlijk veel beter dan een plaatje.”

Het is ook mogelijk dat de patiënt zélf wordt gefilmd door de fysiotherapeut. Die beelden worden aan de app toegevoegd, als visuele geheugensteun voor thuis. Daar houdt de on-

linebehandeling nog niet op, want de fysiotherapeut monitort elke vordering die de patiënt maakt – en reageert daarop. Hofstad: „Het is cruciaal dat fysio-oefeningen op een juiste manier worden uitgevoerd en ook om de mate van pijn te registreren. Alleen op die manier kun je de progressie van een behandeling volgen of ingrijpen als dat nodig is.”

De coronatijd was een leerzame periode voor Hofstad. „Fysiotherapeuten, en ook de chiropractiepraktijken, moesten tijdens de eerste lockdown

beeld iStock 76 12 MAART 2022
Een patiënt kan de fysiotherapeut voortaan mee naar huis nemen

DE PSYCHOLOOG: Ik kan online geen tissue aangeven

Psycholoog Frank Odding uit Amersfoort ontvangt cliënten in zijn eigen praktijk aan huis. Tijdens de lockdowns mocht hij, vallend onder het kopje ”essentiële beroepen”, doorgaan met zijn werk. Omdat hij om zich heen iedereen online zag gaan, probeerde hij onlinetherapie uit.

Odding: „Ik besloot mijn behandelmethode niet aan te passen, want die werkt nu eenmaal voor mij. Vragen als ”wie ben je, wat doe je en wat wil je bereiken?” bleven belangrijke uitgangspunten. In mijn therapieën zoek ik altijd het evenwicht tussen denken, voelen en doen van de cliënt. Als die drie in evenwicht zijn, dan heb je de best haalbare versie van jezelf te pakken.

Het verschil in mijn praktijk was tijdens corona dat ik nu alleen iemands hoofd op een schermpje

zag. Daar zat voor mij een obstakel, want hoe zit iemand erbij? Het gezicht kan open zijn, maar zit die persoon intussen met de benen strak over elkaar geklemd, of zenuwachtig met de voet te wiebelen? En ik kan online natuurlijk ook geen tissue aangeven of een hand op een schouder leggen als dat nodig is.” Daarbij komt dat onlinetherapie het de cliënt zelfs moeilijker kan maken om zijn probleem een plek te geven, zo denkt Odding. „Je zit immers thuis, je logt in, praat even en je logt weer uit. Door je huis úít te gaan, neem je ook letterlijk afstand van je situatie.”

Inmiddels ziet de psycholoog ook enkele voordelen van videotherapie. De efficiëntie is groot omdat de reistijd wordt bespaard en de sessie met een druk op de knop kan beginnen. En de actieradius is natuurlijk enorm, als je bij

wijze van spreken mensen tot in alle uithoeken van de wereld kunt behandelen. Zo is een cliënt van Odding tijdens zijn behandeling naar het buitenland verhuisd, maar kan de therapie online gewoon doorgaan.

„Als ik iemand al eens persoonlijk heb gezien, dan maakt het voor het vervolg van de therapie eigenlijk niet uit of ik iemand fysiek voor me heb of op het scherm spreek. Ik heb dan al een aardig compleet beeld. De kern van mijn therapie is dat een cliënt zich laat zien en door mij wórdt gezien. Dan is één fysieke ontmoeting een basis waarmee ik op allerlei manieren verder kan. Maar hoewel onlinetherapie zeker steeds normaler zal worden, zie ik mijn cliënten toch nog altijd het liefst tegenover me in de stoel.”

> isimoo.com

abrupt omschakelen naar online. Een grote uitdaging én een leerschool. Meteen kwam een groot nadeel van fysiotherapie op afstand bovendrijven. Een gescheurde kruisband of een hernia ontdek je door te vóélen. Het was onmogelijk om op grond van een Zoomontmoeting dergelijke diagnoses te stellen. Het was een noodsituatie uiteraard, maar die drukte ons als nooit tevoren met de neus op het belang van fysiek contact. Behalve dat een persoonlijke kennismaking prettig is, kan ik een hernia-reflextest

alleen in de praktijk doen. Zwellingen moet ik nader bekijken. Na zo’n eerste afspraak zetten we, waar mogelijk, een behandeling digitaal voort. Maar, bijvoorbeeld, voor de revalidatie na een knieoperatie zal iemand, om de spieren te versterken, toch op een apparaat met gewichten moeten oefenen. Dat zal vrijwel niemand in huis hebben.”

De meerwaarde van onlinefysiotherapie zit ’m wat Hofstad betreft opvallend genoeg in de persoonlijke benadering en tijdswinst. Met een

interactieve app is het contact met de hulpverlener snel gelegd en de behandeling persoonsgericht. Tegelijk kan nu veel meer thuis gebeuren, omdat de fysiotherapeut daar ‘meekijkt’, wat veel moeite en reistijd scheelt. Als dat nodig is, wordt de patiënt bijgestuurd, krijgt hij een setje nieuwe oefeningen of het advies toch nog maar eens langs te komen. Want of online nu eigentijds is of niet, het enige doel van fysiotherapie blijft genezing.

77 12 MAART 2022
> mijnoefening.nl > movewell.nl
beeld Getty Images 78 12 MAART 2022

Artsen en zorgverleners vertellen over hun werk

Peuters en pillen: het blijft opletten

Vrijdagavond zeven uur. Samen met de arts-assistent en de coassistent ben ik druk bezig op de spoedeisende hulp. Een benauwde peuter, een zuigeling met koorts en een tiener met buikpijn vragen onze aandacht terwijl het dienstsein onafgebroken rinkelt.

Ik wil net een slok van mijn inmiddels koud geworden koffie nemen als de verpleegkundige belt. In korte, bondige zinnen meldt ze me dat de ambulance eraan komt met Anna van 3 jaar oud. „Blanco voorgeschiedenis. Heeft een onbekende hoeveelheid tamoxifentabletten opgegeten. Vitale functies momenteel stabiel. Over tien minuten zijn ze hier.”

Paniek

Tamoxifen is een medicijn dat de werking van het vrouwelijk hormoon oestrogeen remt en vaak wordt ingezet bij de behandeling van borstkanker. Niet bedoeld voor een 3-jarige peuter dus.

In allerijl zoeken we de website van het vergiftigingencentrum op om een inschatting te kunnen maken van wat ons mogelijk te wachten staat. De

potentiële gevolgen van een tamoxifen-intoxicatie zijn serieus; er kunnen zich ernstige hartritmestoornissen voordoen, afhankelijk van de hoeveelheid en de sterkte van de ingenomen tabletten.

Als Anna wordt binnengereden in de crashroom zien we op de brancard een alerte, niet ziek ogende peuter zitten in een paarse prinsessenjurk met glitters en met een zuurstokroze, glimmende tiara in haar gitzwarte haren. Moeder, twee zussen, een broer en oma volgen in haar kielzog.

Moeder heeft een leeg medicatiedoosje in haar hand. De paniek is zichtbaar in haar ogen.

Nadat we hebben vastgesteld dat de vitale functies, het hartfilmpje en de bloedwaarden goed zijn, gaat Anna naar de kinderafdeling voor observatie. Opgelucht halen we adem; gelukkig (nog) geen hartritmestoornissen.

Huisapotheek achter slot en grendel Tijd voor een gesprek met moeder, oma, zussen en broer over de toedracht van dit voorval, terwijl Anna zich opperbest vermaakt met een filmpje op de tablet van haar broer. De niet-Nederlandse achtergrond van het gezin zorgt voor een flinke taalbarriè-

re. Hoeveel tabletten tamoxifen Anna heeft opgegeten, wordt niet duidelijk. „Nee, geen borstkanker in de familie.”

Het kwartje valt als de arts-assistent en ik iets opvangen over spieren en krachtpillen. Vader blijkt dagelijks een cocktail aan eiwitpreparaten, voedingssupplementen, anabole steroïden en dus ook anti-oestrogene middelen te gebruiken in zijn verwoede pogingen om een zo perfect en gespierd mogelijk lijf te kweken. We hopen dat onze uitleg over vergiftigingen bij jonge kinderen overkomt en dat de zelf aangelegde huisapotheek van vader in het vervolg niet meer toegankelijk is voor Anna…

Op de kinderafdeling laat Anna zich als een prinses verzorgen door haar zussen en broer, die als gedienstige lakeien om haar heen zwermen. Gelukkig doen zich geen bijzonderheden voor en loopt alles met een sisser af.

De naam Anna is gefingeerd.

De auteur is kinderarts bij het Máxima MC

PRAKTIJK
beeld Getty Images 79 12 MAART 2022

Jezelf ontwikkelen bij Siloah

Hij volgde een opleiding tot Zorgboer, maar werkt inmiddels al zes jaar met veel plezier als coördinator Zorg bij Siloah in Bodegraven. Wilco Offermans (24) is op zoek naar nieuwe collega’s. „Ook als schoolverlater ben je van harte welkom om bij ons aan de slag te gaan.”

Na zijn opleiding tot Zorgboer kwam Wilco via via bij Siloah terecht. Daar werkt hij met cliënten met een verstandelijke beperking. „De bewoners hebben een emotionele leeftijd van een half tot anderhalf jaar. De jongste cliënt is achttien, de oudste 73 jaar oud.”

Wilco werkt bij het cluster intensieve begeleiding. Zijn cliënten hebben vaak gedragsproblemen, zoals agressie. „Het is een uitdaging om hen te begeleiden, je moet er stevig voor in je schoenen staan. Maar het is ook ontzettend mooi werk.”

Wilco werkt in een team van zo’n twintig personen. „Tijdens een dagdienst haal ik om zeven uur ‘s ochtends de cliënten uit bed om vervolgens gezamenlijk te ontbijten.

Na het ontbijt gaan we naar de dagbesteding. Voor mijn woning is dat onder andere de dierengroep. Vanuit mijn studieachtergrond heb ik een groep gerealiseerd met schapen, kippen, konijnen en cavia’s. De cliënten kunnen deze dieren verzorgen en de hokken verschonen. Andere clientgroepen gaan weer naar andere dagbestedingen. Bij Siloah hebben we bijvoorbeeld een bakkerij, wasserij, drukkerij, een houtzagerij en een onderhoudsdienst.” Rond twaalf uur gaat Wilco met zijn cliënten lunchen, om vervolgens nog tot half vier aan het werk te gaan. Daarna is het tijd voor koffie. Nadat de cliënten weer bij de woning zijn gebracht zit Wilco’s werkdag erop. Wilco is enthousiast over zijn baan bij Siloah. „Er is hier veel ruimte voor persoonlijke

ontwikkeling. Binnenkort ga ik beginnen aan een studie Bedrijfskunde, waardoor ik meer doorgroeimogelijkheden krijg binnen de organisatie. Verder zit ik in de ondernemingsraad en ben ik weerbaarheidstrainer. Het begeleiden van de cliënten geeft veel voldoening en het zorgt ervoor dat je jezelf beter leert kennen.”

Siloah is op zoek naar nieuwe collega’s. „Ben je schoolverlater? Solliciteer dan bij Siloah! Juist mensen die met de nieuwste kennis van school komen zijn van harte welkom!”

Wil je vrijblijvend een vraag stellen over werken bij Siloah? Stuur een berichtje naar 06-86865612 of werkenbij@siloah.nl. Voor al onze vacatures verwijzen we je graag naar www. siloah.nl/werken-bij-siloah/vacatures.

ADVERTORIAL
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x 80 12 MAART 2022

Een huis vol zoetige baklucht

geertje@rd.nl

Als je iets eenmaal weet, is het onmogelijk om het daarna niet meer te weten. Vele jaren verkeerde ik in de veronderstelling dat Fries roggebrood zoals dat in de winkel verkocht wordt –in van die hoekige pakjes– in zijn soort het hoogst haalbare is. Wat niet zo bleek te zijn. Toen ik een periode in Friesland woonde maakte de lokale bakker met een zekere regelmaat namelijk zelf roggebrood. Nauwelijks te snijden, heel erg klef, maar lékker. Als het weer zover was, rook je dat al als je de winkel binnenstapte. Daar hing dan een typische, zoetige baklucht. Een beetje zoals het in de buurt van een veevoerbedrijf ook weleens ruikt.

Fries roggebrood

Ingrediënten (voor 2-4 stukken)

700 g gebroken rogge, 200 g roggemeel, 50 g roggebloem, 50 g tarwebloem (of in plaats van rogge- en tarwebloem in totaal 100 g tarwebloem), 2 el stroop, 10 g zout, 700 ml kokend water, 200-250 ml lauw water, tarwezemelen. Verder nodig: cakeblik, aluminiumfolie, bakpapier.

Bereiding

1. De roggekorrels moeten eerst weken om ze zacht te maken. Breng daarvoor 700 ml water aan de kook. Doe de gebroken rogge in een mengkom, voeg het water toe en roer alles door elkaar. Dek de kom af en laat de roggekorrels minstens 2 uur weken.

2. Verwarm de oven voor op 110 graden. Check eventueel met een

Na het verlaten van Friesland was het qua roggebrood gedaan met de pret. Bij elke bakker waar ik weleens binnenloop speur ik naar de versgebakken versie, maar zonder resultaat. Misschien ook wel begrijpelijk. Ik herinner me uit die Friese periode dat dit brood maar kort houdbaar is. Als je het te lang bewaart staat de schimmel er zo op.

Maar goed: elke keer dat ik zo’n pakje tamelijk droog roggebrood koop denk ik dus met enig heimwee aan het Friese origineel. Toen ik pas bij een bezoek aan een molen gebroken roggekorrels zag liggen dacht ik: ik ga het zelf eens proberen. Met een prima geslaagd broodje en een huis vol baklucht als beloning.

oventhermometer of de temperatuur in de oven overeenkomt met de stand van de knop. Bekleed het cakeblik met bakpapier of aluminiumfolie.

3. Voeg de rest van de ingrediënten op de zemelen na toe aan de geweekte rogge. Begin met 200 ml water. Voeg de rest toe als het deeg te droog wordt. Kneed alles goed door elkaar. Ik deed dit met een keukenmachine, maar het kan ook met de hand.

4. Volgens instructies die ik online vond moet er van dit deeg een deegstuk worden gevormd dat door

de zemelen moet worden gerold. Mijn deeg was daarvoor te slap. Ik strooide zemelen op de bodem van het cakeblik en boven op het deeg.

4. Pak het cakeblik in in twee lagen aluminiumfolie. Zorg dat de vorm goed afgesloten is. Gebruik eventueel keukentouw om het folie strak aan te laten sluiten. De bedoeling is om ervoor te zorgen dat het vocht zo veel mogelijk in het deeg blijft. Ik bakte het brood 13 uur met een prima resultaat; online wordt een baktijd van 8 tot 24 uur aangeraden. Laat het brood daarna ingepakt afkoelen. Verdeel het daarna eventueel in stukken en vries een deel in. Dit plakkerige roggebrood netjes in plakken snijden is een uitdaging. Probeer het eens met een natgemaakt broodmes.

RECEPT
81 12 MAART 2022

„Ik zou niet weten wat ik zou moeten doen als ik niet in de zorg mocht werken”, zegt Marit Verhaar (19) uit Nieuw-Lekkerland. „Als klein meisje riep ik al dat ik zuster wilde worden. Als ik met de poppen speelde, zwachtelde ik hun armen en benen het liefst zo dik mogelijk in. Mijn ouders waren ook weleens de klos.

Mijn moeder werkt in de zorg, en ik heb een zorgzaam karakter gekregen. Ik raak automatisch bij mensen betrokken als ze ziek zijn. Dat zit gewoon in me.

Natuurlijk hoor je weleens verhalen dat het niet zo leuk is om in de zorg te werken. Het is overal wel wat. Ik heb nooit overwogen om de opleiding niet te gaan doen.

In coronatijd hoor ik op mijn stage wel dat veel collega’s ziek zijn. En anderen vertellen elkaar dat ze het zwaar vinden dat ze na een avonddienst ook nog een dagdienst moeten draaien. Ze doen dan twee diensten achter elkaar. Ik denk dan: Je hoeft het niet te doen. Je kunt ook nee zeggen. Het probleem is dat ze weten dat als zij het niet doen, niemand het doet. En dan offeren ze zichzelf toch maar op, omdat ze hart hebben voor hun patiënten. En zorgzame mensen vinden het bovendien lastig om nee te zeggen. Maar het is wel belangrijk dat je je grenzen aangeeft. Anders houd je het niet vol.

Ik vind het raar dat zo veel mensen die in de zorg werken nu iets anders gaan doen. Juist in deze tijd zijn ze harder nodig dan ooit. Al snap ik dat ik makkelijk te praten heb. Als ik straks stage heb, heb ik alleen stage. Het eten staat op tafel als ik na een hectische dag thuiskom. Als ik hiernaast ook nog een gezin draaiend moest houden, zou het werk wel superpittig worden.

Voor dit werk moet je je geroepen voelen. En die roeping voel ik, daar heb ik nooit aan getwijfeld. In de zorg werk je niet voor het geld. Hier werk je met je hart.”

Wie wil er nu nog zorgen?

Je verdient weinig en moet keihard werken. Papieren lijken soms belangrijker dan patiënten. Hogerop komen is moeilijk. En dat was al zo vóór de coronacrisis. Sindsdien is de situatie niet beter geworden. Maar de verpleegkundestudenten Marit, Veralin en Willianne van het Hoornbeeck College staan nog steeds te popelen om aan de slag te gaan.

beeldR
82 12 MAART 2022
„In de zorg werk je niet voor het geld”

Ze kwam „als broekie van 15, 16 jaar” van de middelbare school en wist niet wat ze wilde. „In de zorg blijft altijd werk”, wist haar moeder. Dus koos Veralin van der Giesen (21) uit Oud-Beijerland voor verpleeg kunde. Ook omdat ze geen computerwerk op een kantoor wilde doen.

„De eerste dertig weken werd er ingewikkelde stof over het menselijk lichaam naar me toe gegooid”, blikt Veralin terug op haar eerste jaar bij het Hoornbeeck College. Ze stond op het punt de handdoek in de ring te gooien. Maar toen begon haar stage op een gesloten afdeling voor dementerenden. „Die liefdevolle doelgroep heeft mijn hart gestolen.”

Tijdens de ochtendzorg begon de vrouw die ze verzorgde ineens zachtjes te snikken. Veralin vroeg wat er was. „Meisje, wat ben ik blij dat jij er bent om mijn sokken aan te trekken”, antwoordde de vrouw. „Want ik vergeet dat soms.” Daarna kreeg Veralin een dikke knuffel. „Voor zulke momenten doe ik het. Of pas, toen stond een patiënt met een zonnebril en zomerhoedje in zijn kamer. „Moet je kijken wat een heerlijk weer”, zei hij. Buiten goot het van de regen.”

Veralin twijfelt nu nooit meer of ze wel de juiste opleiding doet. „Natuurlijk is het zwaar. Soms haalt een patiënt je het bloed onder de nagels vandaan. En een andere keer moet je een zware patiënt omrollen. Fysiek en mentaal is het pittig werk. Maar als je er jezelf niet druk om maakt, scheelt dat een hoop.”

Dat sommige zorgverleners het bijltje erbij neergooien na zo’n twee jaar coronazorg, kan Veralin zich ergens wel voorstellen. „Je ziet sowieso bijna nooit dat mensen in de zorg hun pensioen daar ook halen. Daarvoor is het werk gewoon te zwaar. Maar voor nu gaat het me goed af. Ik draai drie of vier diensten per week. Ik heb plezier in mijn werk, dus ik krijg er energie van.”

Ooit grapte Willianne den Braber (21) uit Hardinxveld-Giessendam: Was ik maar lekker verkoper geworden. „Dat zei ik tegen een vriendin, omdat dat een lekker makkelijk beroep was geweest. In het werk in de zorg heb je veel meer verantwoordelijkheid. Als je als verkoper een slecht product verkoopt zal niemand daaraan overlijden. Maar als ik een fout maak, zou dat kunnen gebeuren. Als ik iemand een verkeerd infuus aanprik, kan hij een hartstilstand krijgen. Als ik een symptoom van een patiënt niet vroegtijdig herken, zou iemand kunnen overlijden. En zoiets is best reëel. Je bent een mens. Mensen maken fouten. Maar dat kan in dit werk eigenlijk niet. Je hebt een grote verantwoordelijkheid. Er kan iemand sterven. Of je wordt voor de tuchtrechter gedaagd.

Maar ik heb nooit wat anders gewild dan op de kinderafdeling in een ziekenhuis werken. Werken in de zorg is helemaal fantastisch. Je gaat met mensen om. Je kunt hen helpen. En mensen zijn zo verschillend. Elke dag kom je weer met nieuwe verhalen thuis. Ik zou niet weten waarom ik dit werk niet zou willen doen. Werkdruk? Dan zijn er juist meer mensen nodig, anders wordt het alleen maar drukker. Slecht salaris?

Ik zou met het salaris van een verpleegkundige best tevreden zijn en werk bovendien niet alleen voor het geld. Papierwerk? Tja, dat heb je in iedere sector te veel.

Hoornbeeckstudenten staan bekend als goed personeel, hoor ik van verschillende kanten. Onze normen en waarden worden in het werk gewaardeerd. Dat hoorde ik vanuit grote ziekenhuizen. We spreken patiënten met ”u” aan, zijn eerlijk en respectvol. We zijn netjes en werken hard. De Bijbel vertelt ons ook dat we moeten klaarstaan voor een ander. Dat we hen net zo lief moeten hebben als onszelf.”

beeldRD beeldRD
„Dementerenden stalen mijn hart”
83 12 MAART 2022
„Fouten maken mag niet in dit werk”

Zorg in het zonnetje

In Nederland werken bijna 1,5 miljoen mensen in de zorg. Samen zorgen ze voor zieke mensen, ouderen en gehandicapten. Dat is mooi werk. Maar soms is het ook verdrietig of zwaar. Zeven kinderen geven de zorg daarom een pluim.

Bijzondere zorg

Nederland heeft acht kinderziekenhuizen. Zo’n speciaal ziekenhuis is voor kinderen van nul tot achttien jaar. Maar ook elk gewoon ziekenhuis heeft een kinderafdeling.

De dokters en verpleegkundigen van een kinderziekenhuis weten extra goed hoe zij hun patiëntjes het best kunnen helpen. Ook nemen ze meer tijd om de kinderen en hun ouders uitleg te geven over een operatie. Als je lang in het ziekenhuis moet blijven, kun je er zelfs naar school.

Het Prinses Máxima Centrum is een bekend kinderziekenhuis. Opgericht voor kinderen met kanker. Ze worden daar behandeld door verstandige dokters en lieve verpleegkundigen. Maar er is meer. Het centrum heeft een sport- en beweegtuin, een bouwplaats en een park. Daar kunnen de kinderen met elkaar spelen.

Marjolein
84 12 MAART 2022

De zorg, de zorg zorgt voor oude mensen, zieke mensen en gehandicapten. De zorg helpt ons. De zorg is superbelangrijk. De zorg staat altijd klaar. Bedankt, mensen van de zorg! Jessica Hoogenberg

Goed samenwerken. Veel mensen helpen kan soms moeilijk zijn. Zorg. Gatze de Boer

Zorg voor ouderen. Ook voor gehandicapten. Hulp voor alle mensen. Bedankt. Hugo van der Weerd

85 12 MAART 2022
86 12 MAART 2022
87 12 MAART 2022

Ter uitbreiding van ons team zijn wij voortdurend op zoek naar

GLASZETTERS GLASBEWERKER PLANNER/WERKVOORBEREIDER

Voor meer informatie kijk gauw op onze website www.duinkerkeglasservice.nl/vacatures

Christen zijn in deze samenleving

De doelen van veel mensen zijn rijkdom, macht en aanzien. Zij zetten alles op het hier en nu. Wat betekent deze houding voor een christen en hoe die zich moet opstellen in het dagelijks leven? Het RD wil helpen bij de meningsvorming hierover door het nieuws vanuit een christelijk perspectief te duiden. Dat doen we in interessante en betrouwbare artikelen. Het gaat immers om het hele verhaal. En dat verhaal reikt verder dan alleen het aardse. RD. Geloofwaardig

Maak nu 4 weken vrijblijvend kennis met RD voor een aantrekkelijk kennismakingstarief. Inclusief het RDMagazine en onbeperkte digitale toegang. Ga vandaag nog naar: rd.nl/rdmagazine of scan de QR-code.

Al 10 jaar dé glasspecialist bij u thuis!

12

Hoe ga jij je medewerkers of collega’s verrassen op de dag van de zorg?

Wij helpen jou met verrassende geschenken en op maat gemaakte pakketten.

Zullen we je een inspiratiebord toesturen met originele ideeën? Kijk ook vast op www.mooierr.nl.

VERRAS MET MOOIERR Relatiegeschenken | Promotieartikelen Bezoek onze showroom op afspraak 0577 491 189 Elspeterweg 65b | Uddel | 0577 491 189

Scherpenzeel 033 - 277 4629 Barneveld 0342 - 462 809 www.duinkerke.nl
RD. Voor het hele verhaal Scan mij
WAARDEER
mei | Dag van de zorg

Cryptogram

Horizontaal

1 Besluiten dat ze er gebruik van kunnen maken (10); 7 Schokkende geneeswijze (13); 8 Dansrol (4); 9 Zonder enen energiepatroon kwam er uitstel (10); 10 Uiteenlopend decoreren (13); 11 Een aardappel voor het oudste kind (10); 12 Theorie over de huid (4); 13 Hoorbaar in zijn nopjes met het snaarinstrument (3); 14 Salarisstaat (8); 16 Die Bijbelse plaats is echt een gehucht; 17 De pointe is het grootste aantrekkingspunt (4); 18 Raadzaam gegist (7).

Verticaal

1 Met dat gymtoestel begaan ze een fout (3); 2 De kleine gebreken van een miss (18); 3 Er heerst eensgezindheid in die kring (18); 4 Meubel van hakhout? (8); 5 Klaagzang om het eigeel (6); 6 Die geeft uitzicht op de bloementuin (11); 7 Die valt als er gehakt wordt (8); 9 Inhaalmanoeuvre (11); 15 Met schorten voor ploeteren (6).

Oplossing vorige puzzel

Horizontaal: 1 besuikerd; 7 krijtstreep; 8 heupflacon; 10 bakbeest; 11 lak; 12 rosé; 13 eens; 14 proportie; 15

laaiend; 16 dorst; 17 snoer.

Verticaal: 2 estafettedienst; 3 uitvallen; 4 koekoek; 5 rap; 6 vrouwenversierder; 8 hobbelpaarden; 9 jawoord.

Zweedse puzzel

Prijspuzzel

Onder de inzenders van de goede oplossing wordt een prijs weggegeven. Stuur uw oplossing voor 17 maart bij voorkeur per mail naar puzzel@rd.nl of anders per briefkaart naar Reformatorisch Dagblad, Postbus 613, 7300 AP Apeldoorn.

De prijs voor deze week is het boek ”Machtige Arm, lijdende Knecht”, door Maarten Luther (uitg. De Banier).

De oplossing van vorige week is: ergonomie. De prijs gaat naar Floor Streefkerk uit Ameide.

PUZZELS 12345 6 7 8 9 10 11 12 13 1415 16 17 18
1 2 3 4 5 6 7 8 9 gradatie Belgische Radioen Televisie (afk.) beetje High definition Digital Video (afk.) buitengaats Perzische astronoom decoratie Algemene Bijstandswet (afk.) muziekinstrument maatstaf overdracht 26 eilendin Denemarken achterstandswijk uitheemse vrucht aanwijzend voornaamwoord Europeaan uitgang 9 plant 3 achterbout comput erterm wet (Lat.) 4 begrensd gebied verstijvend koud 5 rivierin Nederland 8 Financieel Economische Tijd(afk.) 7 overschot 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 gradatie Belgische Radioen Televisie (afk.) beetje High definition Digital Video (afk.) buitengaats Perzische astronoom decoratie Algemene Bijstandswet (afk.) muziekinstrument maatstaf overdracht 26 eilendin Denemarken achterstandswijk uitheemse vrucht aanwijzend voornaamwoord Europeaan uitgang 9 plant 3 achterbout comput erterm wet (Lat.) 4 begrensd gebied verstijvend koud 5 rivierin Nederland 8 Financieel Economische Tijd(afk.) 7 overschot 1 89 12 MAART 2022

medewerkers beoordelen ons met een

8,7

JUNIORDATA-ANALIST

Wij zoeken

Een enthousiaste junior data-analist die energie krijgt van het vertalen van (klant)data naar concrete inzichten voor marketing, de redactie en andere interne stakeholders. Je bent nieuwsgierig naar welke bijdrage jij kunt leveren in deze transitie en doet dit graag samen.

Wij bieden

Een uitdagende en creatieve functie van 36 uur per week bij een dynamisch bedrijf met een duidelijke missie, waar veel ruimte is voor (interne) opleiding en ontwikkeling. Je krijgt een plek in een geweldig team en coaching door ervaren collega’s uit het team.

Over ons

Erdee Media Groep in Apeldoorn is een eigentijds mediabedrijf met een duidelijke missie. Via diverse kanalen bieden we, vanuit Bijbelse principes, een origineel, inspirerend, helder en hoopgevend geluid. We doen ons werk met overtuiging.

Heb je vragen? App naar 06-480 615 02 of kijk op werkenbijemg.nl Stuur je motivatie met cv naar sollicitatie@erdee.nl

Scan de QR-code en maak kennis met de redactie!

medewerkersonderzoek DUO market research

RDMagazine is een wekelijkse uitgave bij het Reformatorisch Dagblad.

Directie Ir. C. Heutink

Hoofdredacteur

Dr. ir. S. M. de Bruijn

Chef Clasina van den Heuvel Redactie Margreet van den Berg, Aline de Bruin, Miranda van de Bruinhorst, Enny de Bruijn, Mariska Dijkstra, Janette Hertog, Chris Klaasse, Jaco van der Knijff, Rudy Ligtenberg, Mariëlle Oussoren, Roosmarijn Reijnoudt Ontwerp Corné van der Horst Vormgeving André Kikkert, Hans Kraayeveld

Redactie RDMagazine

Postbus 613

7300 AP Apeldoorn

055-5390222

rdmagazine@rd.nl

Abonneeservice

Postbus 613

7300 AP Apeldoorn

055-5390498

abonneeservice@erdee.nl

Adverteren

055-5390499

advertentie@erdee.nl

Tips voor de inhoud van RDMagazine?

rdmagazine@rd.nl

WhatsApp 06-43020391

EMG legt van abonnees gegevens vast voor de uitvoering van een overeenkomst en om hen te informeren over producten en diensten. Voor meer informatie over het privacybeleid en de algemene voorwaarden van EMG, zie erdeeservice.nl.

Lijdenstijd (3)

„Mijn ogen zijn verzwakt”, zegt de NBV21. Maar het staat hier sterker. „Mijn ogen zijn ten einde gekomen”, zegt een andere vertaler. Bezweken, ten einde gekomen. Je zou bijna zeggen: Ik ben blind. Zo lang gewacht, zo lang uitgekeken, zo ingespannen getuurd of er hulp zou komen dat je uiteindelijk niets meer ziet. En hulp kwam er niet. Gold hetzelfde niet voor de Heere Jezus in de nacht toen Hij verraden werd? Ook Hij zocht in de hof van Gethsemané naar hulp van Zijn vrienden. Maar ze konden nog niet één uur met Hem waken.

COLOFON
„Mijn ogen zijn bezweken, daar ik ben hopende op mijn God...”
Psalm 69:4
HET LAATSTE WOORD
91 12 MAART 2022

ONLINE OPENDAG 24MAART

DIT IS OLGA, STUDENT LERAAR BASISONDERWIJS

OOK LERAAR WORDEN? BEZOEK ONZE ONLINE OPEN DAG

Onze opleidingen:

• pedagogiek

• leraar voortgezet onderwijs

• pabo

• masters

• ad-Pedagogisch educatief professional

Heb jij hart voor kinderen en jongeren? Wil je iets betekenen voor hun toekomst? Dan is Driestar hogeschool de plek voor jou. In onze lerarenopleidingen en pedagogische opleidingen staat de vorming van jou als christelijke professional centraal. Weontmoetenjegraagtijdenseen online open dag op 24 maart. Meld je aan op: driestar-hogeschool.nl

www.driestar-hogeschool.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.