Wat leuk dat je dit digitale magazine hebt gedownload. Hierin lees je over tien van de mooiste winterwandelingen in Nederland. Zo wordt cultuur en natuur gecombineerd met een mooie wandeling van Den Haag naar Scheveningen, of loop je over de zeebodem in Flevoland. Deze en andere verhalen zijn voor jou helemaal gratis. Veel leesplezier!
Wil je meer van dit soort verhalen lezen?
dan de RD-app.
RD Zaterdag
Lees het RD 4 weken online en ontvang iedere zaterdag de papieren krant en het
Het Hazepad kiezen
bij de IJssel
De wassende IJssel vraagt ruimte, en neemt die ook. Zelfs achter de hoge IJsseldijk bij Diepenveen komt het kwelwater omhoog. En blokkeert de wandelaar zijn pad. Echt kwelwater dus.
Er valt wat te kiezen. Er starten drie Hazepadwandelingen vanaf de parkeerplaats aan de Schapenzandweg in Diepenveen. De route door de uiterwaarden kunnen we beter mijden. Daar heerst nu het IJsselwater. We kiezen voor de rode Randeroute en betreden een geschiedenis van landeigenaren en pachters, van eeuwenoude esgronden en moderne vergravingen om de rivier meer ruimte te geven. Want uiteindelijk
draait alles hier om de IJssel, die is en blijft de baas.
Vreemd gevoel, historisch gezien lopen we achterstevoren. Van de drie landgoederen van Keizersrande passeren we het jongste landgoed het eerst: Nieuw Rande. Het landhuis uit 1857 heeft de plaats ingenomen van het vervallen Smets Rande. Het nieuwe buitenverblijf kreeg Indische allure. Logisch, de eerste eigenaar
was Duymaer van Twist, gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Om het huis werd een park aangelegd naar Engelse stijl. Bestaande waterkolken werden slim met elkaar verbonden door gebruik te maken van de hoogteverschillen in het landschap. Nu heeft Hotel Gaia zich in Nieuw Rande gevestigd.
Op het wandelpad is een tentoonstelling ingericht. Bij veertien foto’s
Aad van Toor
beeld Aad van Toor
van het IJssellandschap staan teksten van Etty Hillesum. In haar bekende dagboek haalt zij diverse herinneringen op aan wandelingen langs de IJssel.
De route voert langs biologische boerderij De Oosterwaarde naar de IJsseldijk. Eén blik over de dijk is genoeg: in die watermassa valt niks te wandelen. Maar gelukkig leidt onze route langs de dijk en vervolgens weer landinwaarts naar de zorg- en recreatieboerderij De Kleine Wildenberg. Een bord belooft dat we vrij pruimen en kruiden mogen plukken. Maar ’t is geen pruimentijd, en de kruiden houden diep in de grond hun kruit droog.
We steken het spoor over. De moestuinen zijn veranderd in sawa’s. Op een enkel droog stukje staat wat prei. Op privéterrein staat de toren van Oud Rande. Het kasteel uit 1285 is er niet meer, de statige neogotische havezate ook niet. Het huidige rietgedekte landhuis is volgens een voorbijganger net verkocht. Dat biedt de kans om over het hek te klimmen voor een iets betere foto van de toren.
Het pad loopt verder. Tenminste, volgens de kaart. In werkelijkheid staan we voor het water. Twintig meter voor ons zien we een paal met rode pijl, die ons het water in loodst. We wagen het er niet op en maken een klein ommetje naar ons startpunt.
We beloven elkaar om nog eens terug te komen. Als het IJsselwater lager peilt en de bomen groen uitslaan.
Locatie
Diepenveen
Start P-plaats Schapenzandweg 3, Diepenveen
Lengte 5,5 km
TIP #1
Natuurderij Keizersrande
In de uiterwaarden staat, op een terp, een moderne boerderij. Hier wordt landbouw gecombineerd met natuurbeheer. Geen tegenstelling dus, maar „boeren voor natuur”. Geen aanvoer van veevoer of kunstmest. Het bedrijf moet draaien op wat ter plaatse voorhanden is. En daar kunnen de dieren, waaronder Aziatische waterbuffels, goed van leven.
TIP #2 Observatorium
Beeldend kunstenaar Krijn de Koning maakte in 2013 rondom de ruïne van een oud steenfabriekje een „observatorium”.
De bezoeker stapt vanuit de ruïne het weidse, nieuw aangelegde landschap in. De kunstenaar koos ervoor de ruïne als het ware in te lijsten en zo een ode aan de voormalige steenfabriek te brengen.
beeld Aad van Toor
beeld Aad van Toor
In de voetsporen van Henriëtte Roland Holst
Chris Klaasse
De socialistische politica Henriëtte Roland Holst (1869-1952) schonk in 1945 het landgoed Oude Buisse Heide aan Natuurmonumenten. Een van de wandelingen door het gebied is naar haar vernoemd.
Roland Holst was ook dichteres. Langs de rode route, ”Henriëttes wandeling”, die door het gebied loopt, staan bordjes met gedichten van haar hand.
Op een koude dag in januari ben ik in Brabant en rijd naar het landgoed tussen Zundert en de Belgische grens. De wandelroute van Natuur-
monumenten zegt dat je je auto kunt stallen op ”Parkeerplaats Oude Buisse Heide”, maar die kent Google Maps niet. Door te navigeren naar de Angorahoeve (Roosendaalsebaan 19, Achtmaal) kom ik toch op de genoemde parkeerplaats.
Vanaf daar is het een paar meter lopen naar het startpunt, op de
Buissedreef. Wie de route in goede volgorde wil afleggen, moet daarna weer richting de parkeerplaats lopen, en dan over de Roosendaalsebaan richting ’t Proathuis. Aan goede wil ontbreekt het me op zich niet, maar door domme onoplettendheid begin ik in tegenovergestelde richting te lopen. Dat zorgt ervoor dat ik voortdurend moet zoeken naar de juiste
beeld RD
wegwijzers en een keer zelfs helemaal verkeerd loop. Thuis ontdek ik pas dat niet Natuurmonumenten, maar ik daar de schuld van ben.
Toch geniet ik van de wandeling door het afwisselende gebied. Onderweg zie ik heide, vennetjes, kronkelige bospaadjes en lange lanen. En wat het allemaal nóg mooier maakt: het heeft afgelopen nacht gesneeuwd. Op sommige stukken van de route is het helemaal wit. De laag sneeuw knerpt onder mijn schoenen; W.G. van de Hulst lijkt dichterbij dan ooit.
Wie de route gehoorzaam volgt, duikt na ’t Proathuis –een soort blokhut 600 meter van de start– het bos in, komt niet veel later langs een
vennetje en loopt dan 400 meter op de grens van bos en hei.
W.G. van de Hulst
lijkt dichterbij dan ooit
Onderweg ontmoet je dus gedichten van Henriëtte Roland Holst. In haar geschreven creaties vertolkte ze vaak haar liefde voor het natuurschoon op het landgoed. Op een bordje langs
de route lees ik bijvoorbeeld: „Wij togen op weg in den stillen morgen;/ De glansgedrenkte nevel was nog dicht,/ De dingen lagen half in hem verborgen,/ Maar toen we kwamen in het volle licht,/ Aan ’t einde van het Bosch en haar gezicht/ De gouden zon hief uit omsluieringen,/ Blonk blauw de luchtzee zonder rimpelingen,/ Zuiver stonden de stammen opgericht.”
Halverwege de route staat een theekoepel waar Henriëtte en haar man Richard regelmatig uit een kopje nipten. Vanaf daar loop ik door het bos richting de Angorahoeve en twee gebouwen die bij het landgoed horen. Via een laan, een brugje en een bospaadje kom je weer bij de parkeerplaats. Althans, als je in de juiste richting hebt gelopen.
Locatie
Oude Buisse Heide
Start
Angorahoeve, Achtmaal
Lengte 5 km
Tip #1
Herberg ’t Pannehûske
Wandelaars die het aangename met het smakelijke willen verenigen, kunnen op driekwart van de route in een paar minuten over de Roosendaalsebaan naar herberg ’t Pannehûske lopen. Op de menukaart staan hoofdzakelijk pannenkoeken.
Tip #2
Vakantiewoning
De Angorahoeve, het voormalige zomerverblijf van Henriëtte Roland Holst, is in 2012 gerestaureerd en sindsdien te huur als zespersoons vakantiewoning. Het atelier op het landgoed wordt ook verhuurd en biedt plaats aan vier vakantiegangers.
De wandeling: Vergezichten bij Ooij
Locatie
Ooijpolder
Start
Erlecomsedam 4, Ooij
Lengte
6 km
Tip #1
Rijnstrangenpad
In het buitengebied is ook een klompenpadwandeling van ongeveer 13 kilometer uitgezet. Dit Rijnstrangenpad loopt dwars door de polder, door weilanden en over boerenerven. De boeren maaien en onderhouden de paden.
Tip #2
Nijmegen
Wandelen naar de Ooijpolder kan ook vanaf de Waalkade in Nijmegen. De combinatie van natuur en een bezoek aan de oudste stad van Nederland is een mooie mix.
Bij de ouderen is de Ooijpolder bekend van evacuaties en bijna-overstromingen, voor jongere generaties is het een onderdeel van Natura 2000. De rivier de Waal bepaalt hier het landschap.
Ad Ermstrang
Wilde paarden, bevers, grote ganzen, gallowayrunderen. Je kunt ze allemaal tegenkomen in de Ooijpolder, hoewel het advies om zeker 25 meter afstand te houden tot de runderen niet vaak in praktijk hoeft te worden gebracht. Alleen in de uiterwaarden langs de Bisonbaai zie ik tijdens de wandeltocht een van die beesten.
Het verharde pad dwars door de polder is wel bezaaid met uitwerpselen van paarden en runderen. De dieren zelf zijn druk met andere zaken en laten zich niet zien. Slechts een groepje ganzen komt luidruchtig overvliegen.
Als uitgangspunt van de wandeling nemen wij restaurant Oortjeshekken, aan de dijk, even buiten het dorpje Ooij. Op deze zonnige doordeweekse dag weten al aardig wat wandel- en natuurliefhebbers het fraaie gebied langs een van de slingers van de rivier de Waal te vinden. In de verte zoeken een
paar mensen hun weg. Een hardloper komt puffend voorbij.
Aan de rand van de Ooijpolder bevindt zich een uitgestrekt polderlandschap met her en der een dorpje of boerderij. Bij de uiterwaarden is er uitzicht op de Waal, en in de verte ligt de Nijmeegse Waalbrug.
De rivier bepaalt het landschap, dat voor een groot deel uit wilgenbossen bestaat. Diezelfde rivier zorgde in 1993 voor een bijna-overstroming, die de dorpjes in de omgeving ternauwernood deed ontsnappen aan een evacuatie. In 1995 ging het wel mis: toen moesten duizenden bewoners worden geëvacueerd omdat de Waal buiten zijn oevers was getreden. Een monument herinnert aan die voor de bewoners angstige dagen.
In het hart van de Ooijpolder bevindt zich de Groenlanden, een terrein met
vele zand- en kleiputten, ooibossen en open moeras. De uitkijktoren langs het verharde pad biedt een bijzonder uitzicht op het gebied. De toren staat op een met zand opgehoogd deel. Deze ophoging was het gevolg van de aanleg van IJssellinie tussen 1950 en 1955.
Er zijn in de Groenlanden verschillende routes mogelijk. Over geasfalteerde wegen, maar ook over onverharde paden. En door het gebied zelf of langs de voet van de dijk. Het moerasbos zelf is niet toegankelijk.
Tegenover restaurant Oortjeshekken ligt de Bisonbaai, een voormalig zandwingat dat in de zomer wordt gebruikt door zwemmers. Helaas is er ook een naaktstrand. Rond de baai loopt een pad door dit buitendijkse gebied. Op een enkele plek is een bruggetje aangebracht. Busstation Ooij ligt op slechts 1,5 kilometer van het wandelgebied.
beeld RD
Wandeling over de zeebodem
Wandelen op de bodem van de zee: het klinkt onwaarschijnlijker dan het is. In het Harderbos in Flevoland kan het. Bovendien schijnen daar bevers rond te lopen. Wie ze wil zien, moet wel goed speuren.
Er staat een keiharde wind, deze maandag in februari. Maar het is droog, dus zijn de omstandigheden voor de zogenaamde Beverroute wat mij betreft optimaal. Mijn auto parkeer ik op de parkeerplaats aan de Karekietweg. Via de rode wegwijzers vind ik mijn weg door
het bos.Na enkele minuten passeer ik een meertje. Het blijkt een drukke ontmoetingsplek voor watervogels: ik zie meerkoeten en eenden. Af en toe breekt de zon voorzichtig door.
De route is een klein stukje verlegd. Dat komt doordat
boswachters bezig zijn de oevers diervriendelijker te maken. De waterkanten zijn nu erg steil en daardoor minder toegankelijk voor de waterdieren. Dus moet ik een stukje omlopen door het bos. Dat is geen straf: het Harderbos is een fascinerend stukje natuur. Zo’n
tachtig jaar geleden was hier nog water, zo lees ik op de website van Natuurmonumenten.
Het bos is in eerste instantie geplant voor de houtverkoop en later voor recreatie. Nu mag de natuur haar gang gaan. En dat is goed te zien
Mirjam Roukema
beeld RD
op deze wandeling: dood hout wordt niet opgeruimd, omgevallen bomen blijven liggen. Het Harderbos moet een oerbos worden.
Hier is bovendien het zogenaamde klimaatbos te vinden. Dit werd in 2008 geplant door 6000 mensen met hart voor de natuur. Het zou zelfs een hartvormig bos zijn, maar dat is vanaf de grond natuurlijk niet te zien.
Ik ben hier ook om te speuren naar beversporen. Een bever zelf zien blijkt ingewikkeld; de dieren zijn nogal schuw. Ik meen langs de oever van een sloot een zogenaamde beverglijbaan te zien, maar echt duidelijke sporen als een burcht of aangeknaagde boomstammen zie ik niet. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik er ook niet heel erg op gebrand ben.
De tocht voert over de Hoge Dwarsvaart en dan aan de overkant van het water weer terug. De andere kant van de vaart is beduidend ongerepter, met kronkelende paadjes en onverwachte poeltjes. Stevig schoeisel is geen overbodige luxe. De wind waait me nog steeds stevig om de oren.
Je loopt hier zelfs kans op een ontmoeting met een grote grazer, zo vertelt een informatiebord me. Maar helaas blijft oogcontact met een taurosrund uit. Wel zijn er al volop vogels te horen. Naast het pad zie ik plots een verdwaald madeliefje. De lente komt er voorzichtig alweer aan.
Qua natuurschoon kan het Harderbos nu niet tippen aan de bossen op bijvoorbeeld de Veluwe. Maar geef het een paar decennia; wie weet hoe oer dit bos dan is geworden.
Locatie
Tussen Harderwijk en Biddinghuizen
Start Parkeerplaats Karekietweg
Lengte 8,5 km
Tip #1
Avonturenroute Harderbos
Vlak bij de Beverroute ligt de Avonturenroute. Met een wiebelbrug, een uitkijktoren en een trekpont is dit een leuke wandeling voor kinderen. En ook tijdens deze wandeling zijn er volop beversporen te ontdekken, voor wie oplet. De spannende wandeling begint bij parkeerplaats Pluvierenweg. Vanaf daar volg je de gele bordjes.
Tip #2
Pannenkoekenrestaurant
Hans en Grietje Opeens doemt dit restaurant op vanuit het bos op de Beverroute. Het is in het bijzonder gericht op jeugdige bezoekers. Hans en Grietje is helemaal in stijl van het gelijknamige sprookje opgetrokken, tot de menukaart aan toe. Wie even pauze wil nemen van de wandeling, kan er een heerlijk hapje eten. Achter het restaurant is bovendien een speelterrein voor kinderen.
beeld RD
beeld RD
Wandelen tussen rivier en wetering
Liefhebbers van rivieren en stuwen, uiterwaarden en boomgaarden moeten naar Alphen aan de Maas. ’s Winters is het er verlaten en ruig, in de zomer vol blad en bloesem.
Huib de Vries
Als geboren westerlingen dachten mijn vrouw en ik bij Alphen steevast aan Alphen aan den Rijn. Ten onrechte. Er is ook een Brabants Alphen. En een Alphen aan de Maas, nog net in Gelderland. We parkeren aan de Kooiweg om het honderdste Gelderse klompenpad te gaan verkennen.
De start is direct agrarisch, tussen een wetering en een akker vol stoppels. Het pad eindigt bij een smalle asfaltweg met aan weerszijden een eindeloze rij knotwilgen die hun kale takken omhoogheffen. Tussen de erehaag wandelen we
richting het dorp en vandaar naar de Molendijk.
Voor ons doemt de houten korenmolen Tot Voordeel en Genoegen op, gebouwd in 1798. De laatste beroepsmolenaar heette Van Dreumel. Nu is het malende monument eigendom van de gemeente West Maas en Waal. Terwijl de wieken vrolijk ronddraaien, geeft een vrijwilliger tekst en uitleg over de drie maalstoelen - volgens kenners een unicum.
Achter de molen vervolgen we onze wandeling langs een uitgestrekte plas in
MoasWetteringpad. beeld RD
het uiterwaardengebied tussen de Doorbraakdijk en de Maas. Boven het water wieken meeuwen en ganzen. In de vlakte ernaast grazen galloways, die we vanuit de ooghoeken scherp in de gaten houden.
Na de plas buigt het pad naar links. We lopen nu pal langs de Maas naar de Prinses Máximasluizen. Naast het complex ligt een waterkrachtcentrale met vistrappen, om te voorkomen dat hier een slachting van rivierleven plaatsvindt. In het verleden werd dit gebied geregeld geteisterd door overstromingen. Na die van
1926 viel het besluit de rivier te kanaliseren en stuwen aan te leggen, om het waterpeil beter te kunnen beheersen. Ter hoogte van het dorp lopen we even naar de Kerkdijk, om een dijkmagazijn uit 1863 te bewonderen. Gebouwd voor de opslag van kruiwagens en zand om bij hoogwater dijkdoorbraken te voorkomen. Vee kon zo nodig worden vastgezet aan ringen in de zijgevels.
Bij gezondheid komen we een keer terug, als de wilgen in blad en de fruitbomen in bloei staan
Na dit cultureel-historische uitstapje van enkele honderden meters keren we terug naar de Maas, tot een schildje met de bekende blauwe klomp ons naar de Greffelingsedijk voert. Daarvandaan gaat het landinwaarts. Eerst langs een smalle asfaltweg; dan over een strook gras tussen de dichtgevroren Alphense wetering, boomgaarden en akkerland. Met zo nu en dan een glibberig bruggetje om een sloot over te steken.
Moe en voldaan marcheren we de laatste meters over de Kooiweg, waar de auto nog braaf tussen de bomen staat. Bij gezondheid komen we een keer terug. Als de wilgen in blad en de fruitbomen in bloei staan.
Moas-Wetteringpad. beeld RD
Locatie
Alphen aan de Maas (Moas-Wetteringpad)
Start Kerkstraat 9b, Alphen
Lengte 12 kilometer, te verkorten tot 9 of 5 kilometer
Tip #1
Van alles ’n bietje
Het officiële startpunt van het Moas-Wetteringpad is Bij van alles ’n bietje. In de voormalige supermarkt zetelt nu onder meer de Werkgroep Historisch Alphen, die wisselende exposities toont. Wie er komt voor de gemoedelijke lunchroom, wordt geholpen door cliënten van woon-zorgboerderij De Wettering.
Tip #2
Sint-Lambertuskerk
De Sint-Lambertuskerk werd in 1930 gebouwd, maar de toren met tufsteen laat nog iets van de romaanse oorsprong zien. Ook de laatgotische koorsluiting en de noordelijke zijbeuk van de middeleeuwse kerk bleven bewaard. Onder het schip zijn restanten van een preromaanse basiliek met crypte te vinden.
Langs de waterval van Kattendijke
Wandelen over de dijk met weids uitzicht en glibberen over modderpaadjes. Heel Zeeuws allemaal. Totdat het geklater van de Kattendijkse Waterval je doet wegdromen naar een berglandschap.
Corina Schipaanboord
De route start bij de muziektent midden in Kattendijke. Het achthoekige bouwwerk uit 1913 is een kunstwerk op zich, met het witte hout en het grijze dakje. Op de terp erachter ligt de her-
vormde dorpskerk, gesticht in 1404. De achtkantige toren uit 1630 is versierd met natuurstenen banden en blokken en is gedekt door een houten lantaarn en een peervormige spits.
In 1955 werd de kerk gerestaureerd. Een consistorie werd aangebouwd en de pleisterlaag van het gebouw werd verwijderd, zodat de oorspronkelijke baksteen weer aan het licht kwam.
Vanaf de dorpskern gaat het richting de dijk. Via een trap kom je erbovenop en word je getrakteerd op een weids uitzicht op de Oosterschelde. Dit grootste nationale park van Nederland kent een uitbundig onderwaterleven en is favoriet bij duikers. Ook veel Duitsers en Belgen komen hiervoor naar Kattendijke.
Lopend over de dijk zie je aan je linkerhand in de verte de Zeelandbrug. Aan de rechterkant kijk je uit over Kattendijke en de polder. We lopen onderlangs verder, via een gravelweg. Aan beide kanten is een afrastering. Aan een draad wapperen lange, blonde haren. Stille getuigen van de dieren die hier liepen in warmere tijden. In het weiland staat een roestige kar, bezweken door de tand des tijds. De dauwdruppels op de grassprietjes glimmen in de zon. Een fazant vliegt luid schreeuwend op.
beeld Corina Schipaanboord
We passeren een vijvertje. Vroeger stond hier een gemaal, waarmee water in de Oosterschelde werd gepompt. Nu rest een kleine, blauwe installatie met een luik dat open kan zodat er een doorgang ontstaat naar de polder. De route gaat verder via een smal paadje langs het water. Er staat een bankje om rustig te kunnen genieten van het uitzicht over de polder. We naderen een
Overal hangen vorlijke katten; aan een lantaarnpaal, aan een hekje, bij een voordeur
brug. Geluid van snelstromend water klinkt. Het is de zogeheten Kattendijkse Waterval. Hij is klein, maar wie z’n ogen sluit, droomt weg richting een berglandschap. Alsof je naast een bergbeekje staat.
We duiken de polder in. De boeren hebben hard gewerkt, gezien de dikke laag slib die ze achterlieten op de weg. In de verte ploegt een trekker een stuk
land. De diepe zwarte voren liggen er strak bij. Al glibberend gaat het verder langs boomgaarden. De weg eindigt in het dorp. Daar hangen overal vrolijke katten; aan een lantaarnpaal, aan een hekje, bij een voordeur. De naam van het dorp verwijst overigens niet naar deze harige huisdieren, maar is waarschijnlijk afkomstig van een dijk die met catten –oftewel wilgentenen– werd versterkt.
beeld Corina Schipaanboord
Locatie
Kattendijke
Start
Muziektent Dorpsstraat Kattendijke
Lengte
4,5 km
Tip #1
Zeehondensafari
Het hele jaar door kun je vanuit de Wemeldingse haven een rondvaart over de Oosterschelde maken. Regelmatig zijn er zeehonden te spotten. Bij laagwater liggen ze te zonnen en te rusten op de zandbanken. Ook bruinvissen zijn regelmatig te zien.
Tip #2
Oesters rapen
In het naburige dorp Wilhelminadorp kun je in het seizoen –van september tot november en van maart tot en met eind april– op Oestertour. Je mag de oesters zelf plukken en vervolgens leer je diverse manieren om ze te bereiden.
beeld Geertje Bikker-Otten
Sporen van de puriteinen
Geertje Bikker-Otten
Voor ze naar Amerika gingen, verbleven om hun geloof vervolgde Engelse puriteinen elf jaar in Leiden. Wandelend door de stad kom je nog heel wat sporen van hen tegen.
Vele Amerikanen beroemen zich erop af te stammen van de Pilgrim Fathers – onder anderen de oud-presidenten Bush en Obama. Dat zal mede een verklaring zijn voor het feit dat er in Leiden ruim 400 jaar later nog steeds veel sporen van de Pilgrim Fathers te vinden zijn.
Wie de Pilgrims Route (voor € 6,95 verkrijgbaar bij de VVV) volgt, frist als vanzelf zijn kennis over deze periode uit de geschiedenis op. En krijgt en passant een goede indruk van de oudste delen van de stad. Want Leiden was rond 1600 veel kleiner dan tegenwoordig.
De wandeling begint op de Beestenmarkt bij het Galgenwater. Maar dit gedeelte van de stad is in historisch perspectief nog vrij nieuw. Het is onderdeel van een stadsuitbreiding uit 1611, die noodzakelijk was omdat duizenden vluchtelingen zich in Leiden vestigden. Niet alleen uit Engeland, maar ook uit Vlaanderen, Duitsland en Frankrijk.
De Pilgrim Fathers vestigden zich vooral rond de Pieterskerk. Vlak bij
die kerk, op de plaats waar zich nu het Jean Pesijnhof bevindt, hielden zij kerkdiensten onder leiding van predikant John Robinson. Hij bleef in Leiden toen het grootste deel van de Engelse puriteinen in 1620 met de Mayflower naar Amerika afreisde.
vanaf de Hoogstraat. Dat was de plek waar de Pilgrim Fathers, bij het Waaghoofd, met hun spullen voor het eerst voet aan wal zetten.
Locatie
Leiden
Start
Beestenmarkt
Lengte
8 km
Ik was verrasd door de vele hofjes - in totaal telt Leiden er 35
Robinson nam –zo staat in de routebeschrijving te lezen– deel aan het debat tussen gomaristen en arminianen op de Leidse universiteit; hij verdedigde het standpunt van de gomaristen.
Het meest imponerende stadsgezicht is vermoedelijk de blik op de Waag,
Maar het verrassendste stuk van de route vond ik het gedeelte bij de Hortus botanicus. Kenmerkend voor de oude binnenstad van Leiden zijn de hoog oprijzende, smalle panden gelegen langs grachten. Maar bij de Hortus botanicus is er opeens ook veel groen, al is dat in de winter een relatief begrip. De planten staan niet alleen in de tuinen aan de overkant van het water, maar ook langs de gevels en in potten op de kade.
De route is een prettige combinatie van de bekende hoogtepunten van de stad (Rapenburg, Pieterskerk, het universiteitsgebouw) en minder voor de hand liggende voetpaden en steegjes waar je nauwelijks iemand ziet. Zo was ik verrast door de vele hofjes – in totaal telt Leiden er 35.
Onderweg zijn er genoeg winkeltjes en koffieadresjes om even rond te snuffelen en op te warmen of te gaan zitten.
Tip #1
Pilgrimmuseum
Het Leiden American Pilgrim Museum geeft een indruk van de tijd van de Pilgrim Fathers. Er zijn meubels, kaarten en gravures te zien. Open op donderdag, vrijdag en zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur.
Tip #2
Young Rembrandt Studio Rembrandt van Rijn werd in 1606 geboren in Leiden. Zijn eerste schilderlessen kreeg hij van Jacob van Swanenburg. In het huis van deze leermeester, Langebrug 89, is een videopresentatie over Rembrandts leven.
Van stad Den Haag naar strand Scheveningen
Het verschil kan bijna niet groter zijn: tussen het begin van de tocht in hartje Den Haag en de finish op het Scheveningse strand. En ondertussen heb je het nodige aan cultuur en natuur opgesnoven.
Jaco van der Knijff
Het handige van een NS-wandeling is dat je je auto niet hoeft te parkeren. Stap uit de trein en start direct met de route. In dit geval bij station Den Haag Centraal, waar de drukte van de hofstad je direct omgeeft. Het kaartje en de routebeschrijving bieden houvast – en gaandeweg blijkt dat de Stichting Wandelnet goed werk geleverd heeft: de route is uiterst helder en de achtergrondinfo leerzaam. In eerste instantie zijn het de bekende
highlights: het Mauritshuis, de Hofvijver, het Torentje, Paleis Noordeinde. Hoewel, je kunt al tig keer langs het Binnenhof gelopen zijn en nog nooit Johan van Oldenbarnevelt hebben zien zitten, uitkijkend op de Hofvijver.
Ook bij het Nationaal Monument Plein 1813, met het enorme standbeeld van koning Willem I (1772-1843), een verrassing. Halverwege de treden naar de kolos in grote zwarte letters:
Het strand bij Scheveningen. beeld RD
”Eben-Haezer”. En verderop nog meer spreuken en teksten ontleend aan de Bijbel. Blijkbaar was het bij de oprichting van het monument in 1869 nog de normaalste zaak van de wereld om de bevrijding van de Fransen rechtstreeks aan God te danken.
Na de cultuur –je passeert Panorama Mesdag en het Vredespaleis– komt de natuur: de Scheveningse Bosjes. Ooit een enorm jachtgebied voor de graven
van Holland, nu een mooi park. Vervreemdend om te lezen dat de meeste bomen van na de Tweede Wereldoorlog stammen: de Duitsers hadden meer schootsveld nodig en kapten het glooiende duinbos daarom grotendeels. Deze eerste week van januari is het in dit stadsbos na al die regenval vooral goed kijken waar je loopt, om geen natte voeten te krijgen.
De route is uiterst helder en de achtergrondinfo leerzaam
Door het Westbroekpark gaat het, een honderd jaar oud landschapspark in Engelse stijl, met aan het eind het Rosarium. En dan ben je ineens in Scheveningen – de karakteristieke Nieuwe Badkapel met z’n dubbele torenpartij staat je vriendelijk op te wachten.
Wie door wil lopen, kan langs de noordkant van Den Haag via duinen, bossen en parken weer naar het station – dan wordt de route 19 kilometer. Wij kiezen voor de korte variant: we willen de zee zien. De tram zal ons wel weer naar Den Haag Centraal brengen.
Bij het Kurhaus de duinen over, en daar ligt-ie: de zee die altijd trekt. Hekken maken helaas een deel van het strand ontoegankelijk. Maar de Pier is open. En dus moeten we de uitkijktoren even proberen.
Het begint al te schemeren, de kustlijn wordt langzaam verlicht. Wat een mooi uitzicht heb je hier!
Locatie
Den Haag en Scheveningen
Start
Station Den Haag Centraal
Lengte 8 of 19 km
Tip #1
Rosarium
Vlak voordat je Scheveningen inloopt, voert de wandeling door het Westbroekpark. Pronkstuk van het al bijna honderd jaar oude park is het Internationaal Rosarium. In deze rozentuin, naast restaurant Westbroekpark, bloeien van eind juni tot oktober op 300 bedden zo’n 20.000 rozen. Voor de tuin gelden toegangstijden.
Tip #2
Scheveningse Pier
Bij Scheveningen hoort de Pier, die al sinds 1961 de zee in steekt. Moest je vroeger betalen voor een bezoekje aan de wandelpromenade, sinds een aantal jaar is het bouwwerk weer gratis toegankelijk. Over het bovendek wandel je zo naar de uitkijktoren bij de bungeejumpattractie, onderlangs terug voert langs tal van eettentjes.
De Scheveningse Bosjes. beeld RD
Nationaal Monument Plein 1813. beeld RD
De Lange Voorhout. beeld RD
De Hofvijver. beeld RD
Harmonie in Hemmen
Locatie
Hemmen
Start
Station Hemmen-Dodewaard
Lengte
5 km
Tip #1
Pannenkoekenboerderij
Aan de Linge
Door Landgoed Hemmen stroomt het riviertje de Linge. Aan het water staat een graanschuur die is omgebouwd tot een gezellig pannenkoekenrestaurant. Prima plek voor een pannenkoek of een bakje koffie. Of voor beide.
Tip #2
Kasteeltuin Hemmen
Bij de ruïne van het landhuis ligt de kasteeltuin van Hemmen. Allerlei soorten planten, bloemen en kruiden zijn er te bewonderen. De tuin is van 1 mei tot en met 31 oktober dagelijks open voor publiek. De paden zijn rolstoelvriendelijk en de toegang is vrij.
Landgoed Hemmen, gelegen aan de rivier de Linge, is met recht een pareltje in de Betuwe. Met een eigen station, in ruil voor het beschikbaar stellen van grond voor een spoorlijn.
Marwim Schultz
De wind jaagt de regendruppels door de lucht terwijl we voortsoppen door het drassige gras. Onze wandeling begon bij het uit 1882 daterende station Hemmen-Dodewaard, dat op Landgoed Hemmen ligt. Het landgoed gaf toestemming voor een spoor over zijn grond, in ruil voor een station.
Het pad loopt parallel aan dit spoor, langs weilanden en tussen bomen door. Op de achtergrond is het gezoem van de snelweg A15 te horen. De herfstige omgeving zorgt voor een nostalgisch gevoel. Het langgerekte spoor neemt de gedachten mee, terug in de tijd. Eeuwen geleden lieten er al mensen hun voetstap achter op deze plek langs de Linge. De Bataven vestigden zich hier en later de Romeinen. De grens van hun rijk liep dwars door de Betuwe.
In de 14e eeuw bewoonde kasteelheer Steven van Lynden het slot in
Hemmen. In 1757 werd op de fundamenten van dat kasteel een statig landhuis gebouwd, dan nog steeds eigendom van het geslacht Van Lynden. Het huis werd in 1944 na een hevige strijd met de Duitsers door de geallieerden in brand gestoken. Een ruïne is het enige wat nog van het huis over is.
We buigen van het spoor af en wandelen langs een boerenerf richting het landhuis. De regen is intussen opgehouden. Een waterig zonnetje breekt door en doet de bladeren glimmen.
Om bij de ruïne te komen, moeten we een brede, statige brug over. Netjes aangelegde paden liggen tussen de bomen, met af en toe een brug over een sloot. Over de resten van het gebouw loopt een pad. Het verleden ligt hier letterlijk onder het heden. Eens verlichtten vlammen de voorgelegen plas, nu zet de zon het water in een gouden gloed. Eenden kwaken en
meerkoetjes zitten elkaar achterna.
Voorbij de ruïne ligt de kasteeltuin in Engelse stijl. Rododendrons maskeren de stenen muur die om de tuin heen staat. In het hoogseizoen is de lusthof geopend voor publiek, zo staat er op een bordje te lezen.
Door de spijlen van het toegangshek zijn al allerlei soorten bloemen, planten, groenten en kruiden te zien. Althans: bordjes geven aan bij welke plantensoort de winterse dode takken horen.
De terugweg voert langs knotwilgen, over een landweggetje met boerderijen en weilanden. En uiteindelijk lopen we toch weer langs het spoor.
De tocht biedt ontspanning en tegelijkertijd verrijking. Historie en de schoonheid van het landschap vormen een harmonie in het Betuwse Hemmen.
beeld RD
Springen op de Moerputtenbrug
Een 600 meter lange spoorbrug die deel uitmaakt van een natuurwandeling, dat klinkt niet echt veilig. Toch wel. De laatste trein denderde er inmiddels al meer dan vijftig jaar geleden overheen.
De spoorlijn van Den Bosch naar Lage Zwaluwe bracht in zijn glorierijke dagen personeel en goederen van en naar de vele schoenenfabrieken die het gebied rijk was. De industrie en het spoor zijn verdwenen, maar de Moerputtenbrug ligt er –na een omvangrijke restauratie– nog steeds. Met zijn 35 gemetselde pijlers en ontelbare klinknagels is het een toonbeeld van negentiende-eeuws vernuft.
Stil is het op de ijzeren brug zeker niet sinds het opheffen van de lijn. Nu zijn het de kinderen die genieten van het geraas dat veroorzaakt wordt door hun malle sprongen. De herrie is te danken aan de metalen platen die over de rails liggen en nu het wandelpad vormen. Zelfs op deze druilerige zaterdagmiddag weten tientallen mensen de weg naar de Moerputten te vinden. Dat heeft vast met de locatie te maken, direct naast
de bebouwde kom ten zuidwesten van Den Bosch. En terecht, want een wandeling over de ijzeren brug die zich als een kaarsrecht geel lint voor je uitspreidt blijft ook bij herhaling de moeite waard. Evenals het zicht op de plas, waar regelmatig een ijsvogel of dodaars te spotten valt.
De Moerputtenbrug is het hoogtepunt van de route, maar niet de enige reden om dit natuurgebied
Janneke van Reenen-Hak
beeld RD
eens te verkennen. Vanaf de spoordijk, waar de rails zijn verdwenen, heb je goed zicht op de omliggende natte graslanden. Die leveren in het voorjaar en de zomer een kleurrijk vergezicht op, maar ook in de winter vormen ze met de struiken, bomen en rietkragen een aantrekkelijk decor.
De aanleg van de brug was destijds een kostbare aangelegenheid, maar noodzakelijk omdat het gebied deel uitmaakte van de verdedigingslinie. In de negentiende eeuw moest de
Zelfs degene die altijd als eerste zeurt of we er al bijna zijn, loopt als een kieviet.
stad bij dreigend oorlogsgevaar volledig met water omringd kunnen worden. De centrale plas doorkruisen met een spoordijk was dus geen optie.
Na een tijdje glibberen over de ijzeren platen lopen we de onverharde spoordijk weer op. Al gauw buigt de route af naar een lagere kade. Het grindpad gaat over in een modderig pad. Nog natter wordt het als we een stukje grasland meepakken, waarin de regenlaarzen van de jongste wandelaar soms tot over de helft verdwijnen. In
het moerasbos zorgt een vlonder voor droge voeten. Met zijn stille poelen en boomstammen bedekt met heldergroene mossen waan je je ineens weer in een heel ander gebied.
Die afwisseling blijkt ook uit het enthousiasme van de kinderen. Zelfs degene die altijd als eerste zeurt of we er al bijna zijn, loopt als een kieviet. Het liefst zouden ze opnieuw de brug opgaan, al is het alleen maar om de platen nog eens flink te laten denderen.
staatsbosbeheer.nl
Locatie
Natuurgebied de Moerputten
Start
P-plaats Deutersestraat, ’s-Hertogenbosch
Lengte 5 km
Venkantbrug
Ongeveer een kilometer ten westen van de Moerputtenbrug ligt de monumentale Venkantbrug, die eveneens deel uitmaakt van het spoortraject. Vanaf het punt dat de wandelroute afbuigt naar links, kun je de spoordijk eventueel vervolgen om ook deze brug te bewonderen.
TIP #2
Halvezolenroute
De route van de verdwenen spoorlijn –destijds bekend als de halvezolenlijn– is ook met de fiets te verkennen. De 47 kilometer lange tocht leidt van Den Bosch naar Breda. Langs de route zijn niet alleen overblijfselen van het spoortraject en de industrie te vinden, maar ook diverse kunstwerken.