Wat leuk dat je dit Online Magazine hebt gedownload. Hierin maak je kennis met vijf artikelen over christenvervolging. Zoals het indrukwekkende verhaal van de 13-jarige Pakistaanse Zarvia die uit de handen van haar ontvoerder wordt bevrijd. Deze en andere verhalen zijn voor jou helemaal gratis. Veel leesplezier!
Wil je meer van dit soort verhalen lezen?
Download dan de RD-app en krijg 7 dagen gratis toegang tot alle artikelen.
INHOUDSOPGAVE
„Onderzoek Open Doors echt geen broddelwerk”
Duikeling Afghanistan op Ranglijst Christenvervolging neemt zorgen niet weg
In Iran demonstreren ook christenen tegen het regime
Pakistaanse Zarvia (13) bevrijd uit handen ontvoerder
Ondanks vervolging neemt aantal christenen India toe 3 5 7 9 11
„Onderzoek Open Doors echt geen broddelwerk”
In 1993 publiceerde Open Doors de eerste Ranglijst Christenvervolging. Dertig jaar later heeft de top 50 van landen zijn nut bewezen, maar oogst de lijst ook kritiek.
Als op 9 november 1989 de Berlijnse Muur valt, betekent dit voor een organisatie als Open Doors het einde van een tijdperk. Tot die datum smokkelt de organisatie honderdduizenden Bijbels en christelijke boeken naar Oost-Europa en de toenmalige Sovjet-Unie. Open Doors wil zich na de val van de muur richten op vervolgde christenen in andere delen van de wereld. Maar waar bevinden zich de christenen die hun hulp het beste kunnen gebruiken? Door middel van het uitzetten van eenvoudige vragenlijsten ontstaat in 1993 de eerste Ranglijst Christenvervolging.
Dees. „We hebben geleerd dat christenvervolging niet zwart-wit, maar heel complex is. Het maakt verschil of iemand orthodox christen is, evangelisch of een bekeerling uit de islam. Het maakt verschil wie de veroorzaker is: familie, de lokale gemeenschap of de overheid.”
Wat zijn de belangrijkste veranderingen in dertig jaar?
We hebben geleerd dat christenvervolging niet zwart-wit, maar heel complex is.
Maarten Dees, directeur Open Doors
Woensdag publiceerde Open Doors de dertigste opsomming van vijftig gevaarlijkste landen voor christenen. De ranglijst heeft de organisatie veel zicht gegeven op christenvervolging wereldwijd, zegt directeur Maarten
„Christenvervolging is de afgelopen drie decennia wereldwijd schrikbarend toegenomen. In 1993 hadden christenen in 40 landen te maken met zware tot extreem zware vervolging. In 2023 zijn dat 76 landen, bijna een verdubbeling ten opzichte van dertig jaar geleden.”
Is de vervolging echt toegenomen of heeft Open Doors betere methodes
Janita van Hoeven
ontwikkeld om de vervolging te meten?
„Beide. Sinds 2012 hanteren we een vrij constante aanpak en daaruit blijkt dat de vervolging in intensiteit toeneemt. Het totale puntenaantal van landen op de lijst stijgt. Noord-Korea heeft er dit jaar zelfs twee punten bij gekregen, al denk je dat een hogere score voor dat land bijna niet mogelijk is. De omvang van vervolging groeit ook. Steeds meer christenen krijgen er mee te maken.”
Waaruit blijkt die hevigere intensiteit?
„Het aantal christenen dat om hun geloof wordt vermoord, neemt de afgelopen jaren nauwelijks af. Christenen krijgen te maken met ontvoering, mishandeling, verkrachting en gedwongen uithuwelijking. Het is onthutsend wat zij aan wreedheden moeten meemaken. In Nigeria zijn ruim 5000 christenen gedood, bijna evenveel mensen ontvoerd en 1000 vrouwen verkracht. Het geweld is ontzettend heftig en qua intensiteit niet vergelijkbaar met dertig jaar geleden.”
Hoe verklaart u dat?
„Na 9-11 zijn radicale stromingen bezig met een gestage opmars. Er zijn meer dan 25 islamitische groeperingen actief in verschillende delen van Afrika onder de Sahara. Veel landen zijn niet bij machte om deze groeperingen een halt toe te roepen en hun burgers veiligheid te bieden. Zo’n passieve overheid zorgt ervoor dat radicale moslims hun gang kunnen gaan”
In de loop der jaren is er regelmatig kritiek geuit op de ranglijst, onder andere over het verschil in schaalgrootte tussen landen. India (plek 10) heeft bijvoorbeeld veel meer inwoners dan de Malediven (plek 15). Wat vindt u van die kritiek?
„Iedereen die deze kritiek uit, roep ik op om ons materiaal te bestuderen. Een extern instituut, het International Institute for Religious Freedom, voert elk jaar een externe controle uit en licht onze methodiek en procedures door. Zijn conclusie is dat ons onderzoek stevig in elkaar zit. Vergelijkbare organisaties als Kerk in Nood en de
Amerikaanse onderzoeksinstituten Freedom House en Pew Forum komen met vrijwel dezelfde resultaten. Dat sterkt ons in het feit dat we het goed doen. Als ons onderzoek broddelwerk zou zijn, zou dat boven water komen. Natuurlijk mogen mensen kritiek uiten, maar kom ons dan helpen om ons onderzoeksinstrument te verbeteren. Ik ken op dit moment geen methode die nauwkeuriger vertelt hoe het ervoor staat met de positie van christenen wereldwijd.”
Critici kunnen ook een terecht punt hebben, toch? Bij plotselinge verschuivingen op de ranglijst is bijvoorbeeld niet altijd duidelijk of de situatie in een land is verbeterd of in andere landen juist is verslechterd.
„Belangrijk is om te kijken naar de opbouw van de punten en je niet blindstaren op een positie op de ranglijst. Van elk land is een zeer goed gedocumenteerd dossier waarin staat hoe het puntenaantal tot stand is gekomen met referenties en hyperlinks. Het feit dat Afghanistan dit jaar zakt van plek 1 naar
plek 9 kun je verklaren door het feit dat de situatie in het land wezenlijk anders is dan vorig jaar. Daardoor scoort het land minder punten. Wij gaan dan geen politiek spel spelen en het land op plek 2 of 3 zetten omdat dit beter valt uit te leggen.”
De ranglijst zou voornamelijk bedoeld zijn om aandacht te genereren en werd het businessmodel van Open Doors genoemd.
„Die kritiek vind ik moeilijk te verteren. Ik zeg toch ook niet dat de ellende in kerken het businessmodel van een christelijke krant is? Als er feiten niet kloppen, ben ik altijd bereid om het gesprek daarover aan te gaan. Een paar jaar geleden was er verschil van inzicht over onze rapportage over India. Toen hebben we meerdere vergaderingen belegd met deze critici om inzichten te delen. Uit de heup schieten met kritiek doet ons werk en de kerk van Christus geen goed.”
Wat is uw boodschap met deze ranglijst?
„Christenvervolging is de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn. Waar christenen worden aangepakt is er fundamenteel iets mis met de rechten van alle minderheden. Met deze lijst zou ik willen zeggen: let op wat er in Afrika gebeurt. In dat continent komen velen tot geloof, maar christenen hebben er tegelijkertijd zwaar te lijden onder vervolging. Als westerse landen hebben we deze regio lang leeggeroofd voor ons comfort. Het is onze verantwoordelijkheid om onze broeders en zusters daar nabij te zijn. Tegelijk wil ik met deze ranglijst alle christenen wereldwijd oproepen tot gebed voor vervolgde christenen. Laten we hen niet vergeten en ons met hen identificeren alsof we zelf worden vervolgd, zoals zo mooi in Hebreeën 13 staat.”
Hoe lang gaat u nog door met het publiceren van een ranglijst?
„Totdat Christus terugkomt. Het is onze roeping om te spreken namens degenen die geen stem hebben. Wij kunnen niet zwijgen.”
Beeld Open Doors
Duikeling Afghanistan op Ranglijst Christenvervolging neemt zorgen niet weg
Afghanistan daalt van de eerste naar de negende plaats op de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors. De situatie voor christenen in het land is echter allerminst verbeterd. Hoe zit dat?
De duikeling van Afghanistan zou je zomaar op het verkeerde been kunnen zetten. Na jarenlang op de tweede plaats te hebben gestaan achter het beruchte Noord-Korea, nam het islamitische land vorig jaar zelfs de koppositie over nadat de taliban de macht hadden gegrepen. Dit jaar zakt Afghanistan plotseling acht plaatsen op de ranglijst van Open Doors. Dan moet het wel beter gaan met de situatie van Afghaanse christenen?
duizenden lokale christenen –vrijwel allemaal bekeerling– lijken van de radar verdwenen, maar moeten bij ontdekking nog steeds vrezen voor hun leven.
Massaal
Er is nauwelijks wat veranderd voor bekeerlingen vanuit de islam.
Niets is minder waar, haast Open Doors zich te zeggen. „Het is zeker niet beter geworden”, licht directeur Maarten Dees toe, die zich kan voorstellen dat de nieuwe positie van Afghanistan bevreemding oproept. „Er is nauwelijks wat veranderd voor bekeerlingen vanuit de islam.” De naar schatting enkele
Hoe zit dat dan? Het verschil zit ‘m er allereerst in dat er een grotere groep christenen is onderzocht, inclusief buitenlandse christenen die in het land werkzaam zijn, zoals artsen of ingenieurs. Tijdens de vorige onderzoeksperiode zijn deze zogeheten expats in de chaos na de machtsovername massaal het land uitgevlucht. „Toen hielden we alleen lokale christenen over, die het heel erg moeilijk hadden”, zegt Dees.
In de afgelopen onderzoeksperiode zijn deze expats volgens Open Doors weer teruggekeerd. „Zij worden door
Leendert de Bruin
Maarten Dees, directeur Open Doors
Buitenlandse christenen worden door de taliban anders behandeld en kennen relatief meer vrijheid.
Maarten Dees, directeur Open Doors
de taliban anders behandeld en kennen relatief meer vrijheid. Vanwege de omvang van deze groep hebben we hen weer meegenomen in onze resultaten en daardoor nam over het geheel genomen de druk op christenen af.”
De sterke daling op de lijst is met name veroorzaakt door een afname in de geweldsscore, een van de zes meetpunten. „Wij hebben minder incidenten waargenomen”, zegt de Open Doors-directeur. Dat is volgens hem het gevolg van dat lokale christenen nog dieper ondergronds zijn gegaan, en dat de taliban zich vooral hebben gericht op het consolideren van hun macht.
Gemarteld
Dat de taliban druk zijn met regeren, beaamt Luke A. Hij speelt een belangrijke rol binnen het Afghan House Church Network (AHCN), een netwerk van honderden christenen verspreid over Afghanistan. Maar dat wil niet zeggen dat de autoriteiten christenen niet meer in het vizier hebben, benadrukt hij. De Afghaanse veiligheidsdienst probeert actief te infiltreren in netwerken van huiskerken. „Om christenen en netwerken te identificeren.
Dat zorgt voor veel angst.”
Hem hebben vorig jaar geen berichten bereikt dat Afghaanse christenen zijn vermoord vanwege hun geloof. Wel weet Luke van ten minste 35 gelovigen die door de taliban zijn opgejaagd, opgepakt en zelfs gemarteld. „Ook op dit moment zitten er nog christenen gevangen.”
Dat Open Doors ook buitenlandse christenen in de resultaten meegenomen heeft, doet volgens Luke geen recht aan deze moeilijke situatie van lokale christenen. „De taliban hebben buitenlanders die bijvoorbeeld humanitaire hulp verlenen hard nodig. Deze groep is dus maar moeilijk te vergelijken met Afghaanse christenen.”
Luke verwacht dat de situatie dit jaar nog benarder zal worden. Uit alles blijkt dat een strikte interpretatie van de sharia dwingend aan de samenleving wordt opgelegd. „Afghaanse christenen ervaren een van de ergste vormen van vervolging.” Het land kent „geen enkele veilige oase” voor lokale christenen, zegt ook Dees. „Afghanistan gaat niet minder aandacht van ons krijgen.”
In Iran demonstreren ook christenen tegen het regime
De Iraanse autoriteiten treden keihard op tegen demonstranten die de afgelopen maanden de straten vulden, tot executies toe. Protesterende christenen lopen vanwege hun geloof dubbel gevaar.
Duizenden arrestaties hebben de autoriteiten in Teheran inmiddels verricht. Deze week bleek dat zeker 400 mensen zijn veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de aanhoudende protesten in het land, soms tot jarenlange celstraffen. Ook klonken er elf doodvonnissen in verband met de demonstraties, waarvan er twee zijn voltrokken.
De machthebbers laten hiermee zien niets te schuwen om een einde te maken aan het protest. Als afschrikwekkend voorbeeld diende de publieke ophanging van de 23-jarige Majidreza Rahnavard, slechts 23 dagen na zijn arrestatie. De jonge Iraniër zou twee agenten van de ordepolitie hebben gedood. Critici spreken van een gedwongen bekentenis en een schijnproces.
„Ik wil kunnen demonstreren zonder te worden gedood of gevangengezet”, zegt Maryam. De twintiger uit
de zuidwestelijke stad Shiraz nam in de voorbije maanden deel aan de protesten, waarbij ze water en folders uitdeelde. Ze is de corruptie en onderdrukking in het land meer dan beu. „Ik kan dit regime niet uitstaan waarvoor de vrouw geen waarde heeft.”
Ontdekt
Daarmee lijkt Maryam een demonstrant zoals er duizenden van zijn, maar met één belangrijk verschil: ze is ex-moslim en lid van een christelijke gemeente in Shiraz. Volgens de Iraanse wet is het voor moslims verboden zich te bekeren tot het christendom. Huiskerken zijn illegaal. In de afgelopen jaren arresteerden de autoriteiten tientallen van deze christenen.
Dat maakt de demonstrerende Iraanse dubbel zo kwetsbaar. Maryam is daarom ontzettend voorzichtig met het delen van haar verhaal. Ze wil dan ook niet met haar echte naam in de krant.
Maryam is niet de enige Iraanse christen die opstaat tegen het regime, weet Mansour Borji. Hij werkt voor Article 18, een organisatie die zich inzet voor de vervolgde christenen in Iran. „We zijn op de hoogte van diverse christenen in het land die hebben deelgenomen aan protesten of steun hebben getoond door demonstranten broodjes aan te bieden of hen te helpen verbergen
Leendert de Bruin
Mansour Borji van Article 18. beeld SAT-7
voor veiligheidstroepen.”
Op dit moment zijn bij de organisatie vijf christenen bekend die zijn gearresteerd vanwege hun deelname aan de protesten. „Bij ten minste drie van hen is ontdekt dat ze christen zijn”, zegt Borji. „Of ze stonden al bekend als bekeerling, of de autoriteiten hebben dat ontdekt door hun huis en bezittingen te doorzoeken.”
Als gevolg van hun christelijk geloof krijgen de demonstranten te maken met extra bedreigingen. Borji: „Ze worden onder druk gezet door het dreigen met straffen vanwege afvalligheid, of beschuldigingen van acties tegen de nationale veiligheid.” Met name de beschuldiging van afvalligheid is zeer ernstig omdat die kan leiden tot de doodstraf, zegt hij.
Giftige schimmel
Naast demonstrerende christenen zijn er ook die zich juist uitspreken vóór het regime in Teheran. Armeense en Assyrische kerken –die vanwege hun historische wortels in Iran wel worden erkend– kwamen in de afgelopen weken met verklaringen waarin de protesten worden veroordeeld. Ook klonk er steun voor het „nobele systeem” van de Islamitische Republiek.
Kort daarvoor hadden enkele tientallen Assyrische jongeren deelgenomen aan de protesten of hun steun betuigd. Kerkleiders belden deze jongeren op,
met de waarschuwing om zich verder afzijdig te houden van de protesten. Deden ze dat niet, dan zouden ze worden gearresteerd.
Een Assyrisch voormalige parlementslid, Yonathan Betkolia, wist in een uitgebreid interview met de staatsmedia wel raad met de demonstranten. Hij noemde de groep een „giftige schimmel” en een „kankergezwel” die „moet worden geopereerd en gescheiden van de Iraanse christelijke gemeenschap”.
Voor Borji van Article 18 komen deze uitlatingen niet als een verrassing. Hij ziet daar duidelijk de hand van de inlichtingendiensten in. „Het laat zien voor welke uitdagingen zelfs de erkende christelijke groepen in Iran staan.” Of ze volgen de lijn van de overheid, en worden beschuldigd van hypocrisie, of ze uiten kritiek en worden gestraft.
Koninkrijk van God
Ondertussen gaan de protesten in Iran door, zij het minder massaal op straat. De tegenstand is meer divers geworden, ziet Borji. Demonstranten zoeken naar creatieve manieren om hun onvrede te uiten. Zo voeren studenten actie op universiteiten en halen mensen geld van de bank om het toch al zwakke financiële systeem in Iran te raken. Ook gaan stakingen in diverse sectoren door.
De Iraanse christen Hamed –eveneens
een schuilnaam– uit Teheran wil ondanks het gevaar van geen wijken weten. Hij deelde tijdens demonstraties voedsel uit en hielp gezinnen die problemen ondervonden als gevolg van deelname aan protesten en stakingen. „Ik ben er zeker van dat onze protesten hun vruchten zullen afwerpen”, zegt hij. „Het maakt niet uit wanneer. Wat voor mij nu belangrijk is, is om niet terug te krabbelen. Ik zal naast de andere Iraniers staan zolang als nodig is.”
De twintiger, lid van een huisgemeente in de Iraanse hoofdstad, is ervan overtuigd dat deze massale roep om meer vrijheid op termijn ook zal leiden tot een verbeterde situatie voor christenen in het land. „Ik hoop op een veiligere samenleving waarin we het Koninkrijk van God kunnen bevorderen en vrijer over Jezus Christus kunnen spreken”, laat hij schriftelijk weten.
Ook Maryam kijkt uit naar het moment dat de Iraanse vlag staat voor vrijheid, in plaats van repressie. „Moge de overwinning spoedig komen, wanneer alle gelovigen, van elk ras en nationaliteit, Gods Naam in vrijheid kunnen verheerlijken en God kunnen aanbidden.”
De namen van de geïnterviewde demonstranten zijn uit veiligheidsoverwegingen gefingeerd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.
Pakistaanse Zarvia (13) bevrijd uit handen ontvoerder
Zarvia Pervaiz is na een „heldhaftige” reddingsactie weer vrij. Het Pakistaanse tienermeisje was ontvoerd, uitgehuwelijkt en gedwongen zich te bekeren tot de islam.
Meerdere keren heeft Zarvia al geprobeerd om te ontsnappen aan haar ontvoerder, maar tevergeefs. Steeds weer weet die het 13-jarige meisje terug te halen. Om haar vervolgens te straffen met stroomstoten of door sigarettenpeuken tegen haar uit te drukken.
De christelijke tiener uit Pakistan wordt in april ontvoerd door islamitische kennissen van de familie Pervaiz. Die dwingen haar zich te bekeren tot de islam, waarna ze met haar 40-jarige ontvoerder Imran Shahzad moet trouwen. Sinds de eerste dag van haar ontvoering wordt ze seksueel misbruikt. De situatie is voor Zarvia zo uitzichtloos, dat ze zelfmoord probeert te plegen.
krijgen is dan al onbegaanbaar geworden. Een rechtbank in Lahore oordeelt in augustus dat het huwelijk tussen Zarvia en Shahzad geldig is omdat de tiener zelf zou hebben ingestemd.
En inderdaad heeft Zarvia tegen de rechtbank verklaard dat ze zich tot de islam heeft bekeerd en vrijwillig is getrouwd. De ontvoerder had echter gedreigd haar familie te vermoorden, legt Mirjam Bos van Jubilee Campaign uit. „Vanwege deze bedreigingen heeft Zarvia deze verklaringen afgelegd.” De uitspraak van de rechter „was een enorme slag in ons gezicht. We hadden gehoopt dat rechter zou zien inzien dat dit niet klopte”, zegt Bos.
De situatie is voor Zarvia zo uitzichtloos, dat ze zelfmoord probeert te plegen.
Dat een team van de christelijke mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign de tiener eind november weet op te sporen, is dan ook geen dag te vroeg. De juridische weg om haar vrij te
Getraumatiseerd
In de regel voert de organisatie in landen als Pakistan het werk vooral in alle stilte uit. Nu ziet de organisatie zich genoodzaakt om de trom te roeren.
Redactie kerk
Bos, Jubilee Campaign Zarvia durft nu te verklaren dat ze zwaar onder druk is gezet door de ontvoerder.
Zowel via sociale media als bij lokale politici wordt de zaak breed onder de aandacht gebracht.
En met succes. Buren van de ontvoerders herkennen Zarvia en nemen contact op met het team van Jubilee Campaign. Dat reist af naar het huis van Shahzad en wacht geduldig op een geschikt moment om in actie te komen. Als ontvoerder Shahzad de woning verlaat, glipt het team naar binnen.
De medewerkers treffen een zwaar getraumatiseerde Zarvia aan, die maar al te graag meegaat. „Ze is fysiek en emotioneel beschadigd”, zegt Bos. „Ze heeft striemen over heel haar lichaam en kan een van haar vingers niet bewegen.”
Volgens Bos, die Zarvia vorige week sprak, kon ze goed vertellen wat er was gebeurd. „Ze was ontzettend blij om terug te zijn bij haar ouders en klonk erg opgelucht.”
Weerbarstig
Het verhaal van Zarvia –dat Jubilee Campaign zaterdag naar buiten bracht– staat niet op zichzelf. Zij is een
van de vele christelijke en hindoeïstische meisjes die als religieuze minderheid een makkelijk slachtoffer zijn. Jaarlijks worden in het islamitische land tientallen van dit soort zaken gedocumenteerd.
Om dit leed tegen te gaan, is Jubilee Campaign van plan juridische stappen te ondernemen tegen de ontvoerder van Zarvia. „Een veroordeling zal een duidelijk signaal afgeven naar daders die betrokken zijn bij soortgelijke praktijken”, aldus Bos. Ze heeft goede hoop dat een nieuwe rechtsgang wel succesvol zal zijn. „Zarvia durft nu te verklaren dat ze zwaar onder druk is gezet door de ontvoerder.”
Volgens nationale wetgeving in Pakistan is een huwelijk van kinderen jonger dan 18 jaar in principe illegaal. De praktijk is echter weerbarstiger. Rechters baseren zich nog steeds op de sharia, die stelt dat een meisje mag trouwen zodra zij in de pubertijd komt. En als er sprake is van een bekering tot de islam, „ontbreekt vaak het besef van eerlijkheid en recht”, aldus Bos.
Mirjam
Ondanks vervolging neemt aantal christenen India toe
Zondag 20 november. Een Indiase christelijke gemeente komt samen. De dienst wordt echter ruw verstoord door een groep radicale hindoes. Met stokken slaan ze op de menigte in. Een vijftal jonge mannen raakt gewond.
Korte tijd daarvoor waren de mannen christen geworden. De hindoes beloven hen met rust te laten als ze hun geloof in Jezus opzeggen. Ze weigeren. „We vallen Christus niet af. We blijven Hem trouw.”
Hoe komt het dat het aantal geweldsincidenten stijgt?
Officieel is er vrijheid van godsdienst in India. Christenen krijgen echter steeds minder ruimte.
André van Grol, directeur van SDOK
André van Grol, directeur van SDOK (Stichting De Ondergrondse Kerk), bezocht een week na de aanslag de gemeente. Hij merkt dat het geweld tegen christenen in India groeit. „Het aantal mensen dat vermoord is om hun geloof –vaak voorgangers– en de hoeveelheid kerken die in brand zijn gestoken, is in de afgelopen jaren toegenomen. Via sociale media delen hindoes de locatie waar christenen zich ophouden. Met een groep mensen gaan ze daarnaartoe en slaan ze op christenen in.”
„Officieel is er vrijheid van godsdienst in India. Christenen krijgen echter minder ruimte sinds minister-president Narendra Modi aan de macht is. Hij komt van oorsprong uit een extremistische hindoe-groep (BJP). Modi gaat uit van het standpunt dat een goede Indiër het hindoeïstisch geloof aanhangt. Hierdoor hebben minderheden als christenen en moslims het moeilijk. De politie kent Modi’s standpunten en neemt aanklachten tegen christenen vaak niet meer serieus.
In India is er in een aantal staten een antibekeringswet van kracht. Dat wil zeggen dat je de wet overtreedt als je van hindoe christen wordt. Ik was in 2016 in India, toen waren er zeven staten met zo’n wet. Inmiddels hebben
Laura Hendriksen-Bassa
Ze vertelden dat ze bewust christen waren geworden, omdat ze Christus wilden volgen.
André van Grol, directeur van SDOK
elf staten deze antibekeringswet. De situatie verslechtert zichtbaar.”
Hoe staat het met het christendom in India?
„Ondanks de vervolging neemt het aantal christenen toe. De gemeente die ik bezocht, bestond vijftien jaar geleden niet. Inmiddels komen er 2000 mensen samen. De bevolking in India groeit hard. Veel mensen zijn nog nooit met het Evangelie in aanraking gebracht. Er wordt geëvangeliseerd, maar sommige regio’s in het land zijn moeilijk te bereiken. Desondanks zien we dat Gods Woord doorgaat.”
Hoe gaan christenen in India om met vervolging?
„Ze hebben de mogelijkheid om een juridisch traject te starten. De vijf mannen die in de kerk in elkaar zijn geslagen, hebben aangifte gedaan. De
politieofficier zei tegen hen: „Waarom zijn jullie afgevallen van jullie oude geloof? Word weer hindoe, dan zul je geen last van geweld meer hebben.” Ze vertelden dat ze bewust christen waren geworden, omdat ze Christus wilden volgen. Een politieagent riep de officier op om deze christenen te verdedigen. De officier werd zo boos, dat hij de agent in het gezicht sloeg. De agent heeft toen ook aangifte gedaan.
Een partner van SDOK helpt christenen bij het bewandelen van de ingewikkelde juridische weg. Soms worden ook de media ingeschakeld. Een pastor werd gezocht door een groep extremisten, maar ze konden hem niet vinden. Zijn broer werd meegenomen en vermoord. Daarna werd de zoon van de voorganger gekidnapt. Onze partner heeft daar veel ruchtbaarheid aan gegeven. De gouverneur van die staat heeft toen de opdracht gegeven om de zoon van de pastor vrij te laten.”