12 minute read

Op reis met de camper

Next Article
Lekker die zon

Lekker die zon

totale vrijheid

met de camper naar de Sierras Subbéticas

Totale vrijheid tijdens je vakantie, wie wil dat nu niet? Gaan en staan waar je wilt en wanneer je wilt. Wakker worden met het geluid van de vogels en dan van een ontbijtje genieten terwijl je over de bergen uitkijkt. Voor deze editie gingen we naar de Sierra Subbética, in het zuiden van de provincie Córdoba. Natuur, cultuur en activiteiten zoals altijd, maar deze keer met een extra avontuur: we gingen met de camper op stap.

Tekst & foto’s: Maria Kupers Met dank aan Antonio Navas Pancorbo & Iberocamper

totale vrijheid

Wat begon als een wild idee werd begin mei werkelijkheid: samen met Antonio, onze ESpecial Life adviseur voor alles wat met natuurgebieden te maken heeft, ga ik een paar dagen met een kampeerauto op stap. Dat vereist ietwat meer denkwerk bij de voorbereidingen dan overnachten in een hotel en eten in restaurants, maar blijkt al heel snel absoluut de moeite waard te zijn. Voor vertrek stuurt Frank Ooms ons wat instructievideo’s over het gebruik van de camper zodat we precies weten hoe alles werkt.

Als we de camper ophalen schrik ik nog even van hoe groot deze is, ik heb geen vrachtwagenrijbewijs! Frank en Jessica snappen mijn zorgen maar zeggen dat het na tien kilometer heel gewoon voelt om de enorme kampeerauto te besturen.

We pakken onze spullen uit (kleding, eten, dekbed) en verbazen ons over de efficiëntie van de inrichting van de kampeerauto. Een wc, douche, zithoekje, keuken, twee éénpersoonsbedden en een twijfelaar allemaal in een ruimte van 7 bij 3 meter. Ik maak handig gebruik van het feit dat Antonio vanwege zijn werk in allerlei soorten voertuigen rijdt en zeg hem de eer van de eerste kilometers te gunnen. In het begin worden we nog door vrachtwagens ingehaald maar inderdaad, na de eerste tien kilometer voelt het volgens Antonio prima om gewoon de maximumsnelheid aan te houden.

Wandelroute Rio Bailón,uitzicht op Zuheros Onze bestemming ligt in het zuiden van de provincie Córdoba. We gaan diverse dorpjes bezoeken, een stuk van de Via Verde del Aceite fietsen en wandelen. Net als elk natuurpark in Andalusië heeft ook de Sierras Subbéticas een eigen Centro de Visitantes. Het ligt langs de weg tussen Cabra en Priego de Córdoba en heeft een modern ingerichte, uitermate informatieve expositie over het natuurgebied.

De 32.000 hectare tellende Sierras Subbéticas werd in 2006 door UNESCO opgenomen op de lijst van Geoparken. Dat betekent dat het gebied belangrijke elementen op het gebied van geologie, archeologie, zeldzaamheid en schoonheid bevat. Op het glooiende platteland rondom het berggebied staan olijf- en amandelboomgaarden en graanvelden. In de bergen zelf kun je onder andere abseilen, bergbeklimmen, bungeejumpen en raften.

Wij doen het wat rustiger aan deze keer en kiezen voor de wandelroute Río Bailón (op wikiloc staan meerdere versies). Die route gaat langs een rivier en als het veel geregend heeft zijn er meerdere watervallen te zien. Helaas was dat laatste niet het geval maar dat maakte de wandeling er niet minder mooi om. Voor je het gebied rondom de rivier ingaat moet je toestemming vragen bij het Centro de Visitantes. Aangezien we er toch waren vroegen we dat meteen voor de volgende dag en kregen dit zonder enig probleem mee. Die toestemming geldt voor het startpunt in Zuheros én die in Cabra.

Het voordeel van een kampeerauto is dat je zelf bepaalt wanneer en waar je eet. Vanaf het Centro de Visitantes rijden we naar het Santuario de la Virgen de la Sierra. Voor we de kapel gaan bezoeken besluiten we eerst onze lunch klaar te maken. Op een vlak terrein vol wilde bloemen zetten we onze klapstoeltjes neer en gaan aan de slag. Terwijl we de olie in de koekenpannen gieten valt ons op dat die naar één kant glijdt. We staan dus niet helemaal op vlak terrein…kwestie van de omelet en het stukje vlees wat vaker ronddraaien in de pan en het is net zo lekker.

De kapel van de Virgen de la Sierra is in de dertiende eeuw gebouwd nadat volgens de legende de Maagd Maria daar in een grot aan een herder verscheen. In de achttiende eeuw werd de kapel verbouwd tot een kleine kerk waar het beeld van de Virgen staat. In 2007 werd het hele pand gerestaureerd en ook de omgeving onder handen genomen, er is een kleine winkel, een restaurantje, meerdere uitkijkpunten en er zijn toiletten voor de vele bezoekers.

Gedurende het hele jaar zijn er processies van broederschappen uit heel Andalusië die hun eerbetoon aan de Maagd brengen. Op 4 september om vier uur ’s middags brengen gelovigen uit Cabra (15 kilometer verderop) het beeld te voet van de berg naar de Iglesia de la Asunción y Angeles. Daar blijft het een maand staan zodat iedereen in het dorp de patroonheilige daar kan bezoeken.

Oudste brug

Bij het Centro de Visitantes kregen we een stapeltje folders mee en zagen dat er in de buurt nog een brug uit de tijd van het kalifaat is. Aangezien we overal al bordjes met ‘Ruta del Califato’ tegen zijn gekomen, vinden we dat dit stukje geschiedenis niet in onze trip mag ontbreken.

Op het plattegrondje zien we dat het vlakbij Carcabuey ligt dus we vertrouwen erop dat we wel ergens het bekende roze bordje met de naam van het monument zullen tegenkomen. Het geluk is met ons, bij het begin van de wandelroute ligt een ruime parkeerhaven met hoge bomen.

Door de brandende zon lopen we de 1,3 kilometer langs olijfbomen, stukjes rivier en moestuintjes naar de brug. Die blijkt in de steigers te staan. Jammer voor de foto maar wel goed voor het behoud van deze kleine boogbrug uit de tiende eeuw. Sowieso valt ons overal op dat er overal de laatste jaren veel gerestaureerd is, de rijke geschiedenis van Andalusië gaat in ieder geval niet verloren.

Die restauratiedrift wordt gelukkig niet overdreven. Bij de kastelen van Carcabuey en Zuheros bijvoorbeeld heeft men alleen die delen vernieuwd die echt op instorten stonden. Je krijgt een goed beeld van hoe het er vroeger uitgezien moet hebben, zonder dat het nep lijkt.

Virgen de la Sierra

Na een verfrissend biertje op het dorpsplein in Carcabuey gaan we op zoek naar een plek om te overnachten. We weten dat er diverse plekken in de buurt zijn die speciaal voor kampeerauto’s zijn ingericht maar we willen die eigenlijk vermijden en zoeken op google maps naar een ‘area recreativa’. Als we daar aankomen staat er al een kampeerauto met Brits nummerbord waarvan de eigenaar ons heel enthousiast toe staat te zwaaien. We kijken elkaar aan en zeggen gelijktijdig ‘al Santuario’. We rijden weer de berg van de Virgen de la Sierra op en met uitzicht op de vallei en de bergen in de verte genieten we van ons avondeten.

Het is even passen en meten om alles klaar te maken voor de nacht, als het voorste bed naar beneden wordt getrokken hou je namelijk nog ongeveer een vierkante meter over zodat je naar het toilet kunt maar je kunt niet meer naar buiten. We trekken de gordijntjes rondom de bedden dicht en dan is alles stil. De matrassen liggen heerlijk, het enige kleine nadeel is dat de kampeerauto wat schommelt als iemand zich omdraait. De rolgordijnen houden het licht zo goed tegen dat we pas rond acht uur wakker worden, de zon schijnt dan al een tijdje over de vlakte waar we staan.

Fietsen op de Vía Verde

De Vía Verde del Aceite is een 128 kilometer lang voormalig treintraject tussen de stad Jaén en Puente Genil. In 1893 werd de spoorlijn aangelegd om de producten van de mijnbouw in het gebied rondom Linares (provincie Jaén) naar de havens van Málaga en Algeciras te vervoeren. Aangezien er ook olijfolie in grote tankwagons werd vervoerd kreeg de lijn de bijnaam ‘Tren del Aceite’.

De bedoeling van het traject was economische voorspoed in het binnenland te garanderen maar dat is uiteindelijk nooit echt gelukt. In 1941 nam de overheid het traject over en bracht het onder bij het toen net opgerichte spoorwegbedrijf RENFE.

Centro de Visitantes

Castillo de Carcabuey

Carcabuey

Toen er in 1984 een trein bij Alcaudete ontspoorde besloot men niet meer te investeren in reparatie en werd de hele lijn opgeheven.

Net als vele andere oude treintrajecten is de Via Verde del Aceite omgevormd tot een route waar je kunt fietsen en wandelen. Onderweg kom je langs diverse stations waar je kunt overnachten, ook met de kampeerauto, en wat kunt eten of drinken.

We hebben fietsen bij ons dus besluiten te parkeren bij het station van Luque om vanaf daar naar Zuheros te gaan. We rijden door de velden, met zicht op het platteland en de bergen van de Sierras Subbéticas. Het pad is prima onderhouden en we komen diverse groepjes fietsers en wandelaars tegen. Het stationnetje van Zuheros ligt aan de voet van de berg waarop het dorp gebouwd is. Om daar te komen moeten we van de Via Verde af en een behoorlijk stuk klimmen. We besluiten terug te gaan en dan met de kampeerauto naar het dorp te gaan.

Planning vereist

Omdat het ons allebei met onze eigen auto’s al eens is gebeurd dat we ons min of meer klem hebben gereden in smalle straatjes, zou met de kampeerauto een centrum inrijden echt dom zijn. Op googlemaps zoeken we een plek waar we voldoende ruimte zullen hebben om te parkeren, liever iets verder lopen dan ergens vast komen te zitten.

Zuheros is absoluut een bezoekje waard. Bij de ingang van het dorp staat een groot bord dat het erkend is als één van de mooiste dorpen van Spanje en we zijn het met die erkenning eens.

Smalle straatjes, een indrukwekkend kasteel op de punt van de rots, vrijwel overal bloemen en alles heel schoon. Er zijn niet veel terrasjes en ook nergens staat iets in het Engels aangegeven, een authentiek Andalusisch dorp dat dus niet overspoeld wordt door toeristen.

We hadden graag de nabijgelegen Cueva de los Murciélagos bezocht maar daarvoor moet je reserveren, dat hadden we even niet in de planning meegenomen. Hoewel de naam doet vermoeden dat je er alleen vleermuizen zult zien, is deze grootste grot van de provincie Córdoba vooral bekend vanwege de muurschilderingen uit de steentijd en de resten van een skelet van 4.745 jaar oud die er vorige eeuw gevonden zijn.

Boom van de liefde

Spanje is de tweede grootste amandelproducent ter wereld en een deel van die amandelen komt uit de Sierras Subbéticas. Uit geschriften blijkt dat er in de zevende eeuw voor Christus al amandelbomen in Spanje waren, de Romeinen en Arabieren waren degenen die op grotere schaal amandelen gingen telen. Omdat de amandelboom als eerste boom in bloei staat wordt de bloesem gezien als teken van een nieuw begin, licht, vruchtbaarheid en liefde. Daarom worden in sommige landen nog steeds amandelen naar bruidsparen gegooid of krijgen bruiloftsgasten een zakje gesuikerde amandelen mee naar huis. In het gehucht Zamoranos, vlak bij Priego de Córdoba, staat het amandelmuseum van het familiebedrijf Morales. Zij telen, verwerken en exporteren amandelen sinds 1910 en in de expositiezaal krijg je een goed beeld over hoe dat vroeger ging. Alle oude machines zijn grondig opgeknapt waardoor het er misschien nèt iets te gelikt uitziet maar de liefde voor het vak is overduidelijk. Bovendien zie je ook de vele soorten amandelen die er zijn en natuurlijk kun je wat lekkere souvenirs voor thuis aanschaffen.

Priego de Córdoba

Al jaren hoor ik enthousiaste verhalen over Priego de Córdoba, dus daar moeten we absoluut naartoe. Het oude stadscentrum staat vol monumenten, veelal in de barokstijl (zeventiende eeuw) en daar is Priego tamelijk uniek in. Je kunt de vele kerken en musea bezichtigen en natuurlijk het kasteel uit de tijd van de Arabieren. De smalle straatjes die uitkomen op fleurige pleinen met fonteinen nodigen uit tot een relaxte wandeling met regelmatig een pauze op één van de vele terrassen.

Priego de Córdoba

Stuwmeer Iznájar Museo de la almendra

Priego de Córdoba

Vrijheid op wielen

Terwijl we langs het enorme stuwmeer van Iznájar weer richting Málaga rijden komen we tot de conclusie dat we eigenlijk nog wel even zouden willen doorrijden voor een weekendje aan het strand van Cádiz. En als we dan toch onderweg zijn, daarna ook nog een paar dagen naar Doñana. Kortom, dit avontuur is ons uitstekend bevallen.

Het is uitermate prettig om zelf te bepalen waar je overnacht, officieel mag het niet zomaar overal maar we hebben deze keer de regels aan onze laars gelapt. Een geschikte plek vinden is echter niet altijd makkelijk, de allermooiste plekjes in de natuur zijn immers niet met een kampeerauto te bereiken. Maar met googlemaps en wat tijd om de omgeving te verkennen is altijd wel iets te vinden. Hetzelfde geldt voor een plek om te koken, er zijn diverse ‘area’s recreativas’ langs de weg en speciale kampeerautoparkeerplaatsen waar je terecht kunt.

In de app park4night vind je alle informatie van kampeerders over plekken om te parkeren, te overnachten, water bij te tanken en vuil water en het chemisch toilet te lozen. De kampeerauto zelf is uitermate comfortabel en na even wennen ook uitstekend te besturen. Als ik vervolgens weer achter het stuur van mijn eigen auto stap vind ik die erg klein en zo laag bij op de weg. De vakantie is voorbij maar zoals de Spanjaarden zo mooi zeggen: “nadie me quita lo bailado”.

Meer informatie

www.iberocamper.com www.turismozuheros.es www.turismodelasubbetica.es www.almendrasfmorales.com www.park4night.com

This article is from: