2 minute read
Tolerant Córdoba
Toen Abd. al Rahman rond 755 in Almuñecar aan land ging, wist hij niet wat hij zag. Een jaar of vijf daarvoor was hij gevlucht vanuit Syrië, nadat de volksopstand nagenoeg zijn hele familie had vermoord. Op het Iberische schiereiland trof hij meanderende rivieren, woeste hoogvlakten en met sneeuw bedekte bergtoppen aan. Een land dat rijk was aan mineralen, verse vis, een overvloed aan water, groene glooiende heuvels en zuivere lucht. Na de droogte van Syrië moet dit nieuwe land hem zijn voorgekomen als het paradijs op aarde.
Vanuit Almuñecar vervolgde Al Rahman zijn tocht, die hem uiteindelijk naar Cordoba leidde. Rahman vond er zijn nieuwe thuis, nadat de Visigoten met succes waren verslagen. In 784 gaf Rahman opdracht tot de bouw van de Grote Moskee, la Mezquita, op de plek waar voorheen een oude Visigotische kerk stond die tot dan toe als Godshuis had gediend voor zowel de Christenen als de Moslims.
Onder zijn leiding groeide Cordoba uit tot een wereldstad. Van ca 929 tot 1031 braken de hoogtijdagen van Cordoba aan. Een periode van grote bloei op het gebied van de wetenschappen, kunst, cultuur, architectuur, literatuur, filosofie, geneeskunde en astronomie. Onder de Moorse heerschappij hadden de christenen en joden de status van ‘dhimmi’. Een dhimmi was iemand uit een andere cultuur die leefde onder islamitische heerschappij en die erkende. Deze status garandeerde religieuze vrijheid, interne autonomie van de gemeenschap en vrijheid van beroepsuitoefening. De vrijheid binnen deze status werd ingegeven door vers 2,257 in de Koran waarin staat: “In de religie bestaat geen dwang”. Daardoor was het mogelijk dat joodse en christelijke geleerden tal van hoge posities aan het hof, bij de universiteiten en in de rechtspraak bekleedden. Hoewel er geen nieuwe gebedsruimten gebouwd mochten worden is er in 1250 een synagoge in Sevilla gebouwd en in 1315 één in Córdoba. Dat zegt wat over de tolerantie in die tijd.
De bloei in Cordoba ontstond doordat de inwoners met diverse culturele achtergronden samenwerkten en de kwaliteiten die zij hadden konden inzetten. Inwoners werden daar zelf beter van, hadden grond die hun voorzag van voeding en inkomen. Daarnaast maakte de samenleving als geheel een grote bloei door. Samen zijn wij meer dan twee, moet Rahman gedacht hebben.
Onder het motto ‘maak van je klacht je kracht’ kunnen we Rahman als voorbeeld nemen voor de uitdagingen waar Europa voor staat. Die Al Rahman was zo gek nog niet. Tolerantie, ruimte voor eigen cultuur en het inzetten van ieders kwaliteit. Als we dat voorbeeld volgen hebben we kans een hechte Europese gemeenschap.
Bianca en Cees hebben jarenlang trainingen ontwikkeld en gegeven over bewustzijn en LevensKunst. Zij hebben over dit onderwerp boeken en columns geschreven. Zij wonen deels in de Lecrin Vallei net onder Granada. Ook wel ‘de vallei van het geluk’ genoemd. Zij werken daar aan een project over de vergeten schatten van Andalusie. Op de website www.andarlucia.com kan je er alles over lezen.