Focus Archi #5 BE-Nl

Page 1

HET REFERENTIEMAGAZINE VOOR ARCHITECTEN

Expo Milano 2015:

VOOR EEN DUURZAAM MILIEU Urban farming

ALS ARCHITECTURALE UITDAGING

Creativiteit is nog altijd de core

#05 juni/juli/aug. 2015

BUSINESS VAN DE ARCHITECT


PLUG IN AND LIGHT UP YOUR PROJECTS

L&L on Distributed by

www.lucelight.it/dialux www.bislighting.be


EDITO Lange tijd was Mons een grauwe vlek, maar door zich te profileren als culturele hoofdstad van Europa is daar nu ijlings verandering in gekomen. Vandaag bloeit de hedendaagse architectuur er welig met Daniel Libeskind en Santiago Calatrava op kop. Voor Mons, maar eigenlijk voor Wallonië is dit een heerlijke zaak. Het was de hoogste tijd om de perceptie van Mons bij te spijkeren en af te zien van het stoffige imago. De stad etaleert met maar liefst vijf kersverse musea dat het ook de cultuur in zijn hart draagt. Dat politiek en architectuur niet los van elkaar staan, is een oud gegeven. Los van al het communautair gekibbel zien we dat architectuur zich nauwelijks van grenzen iets aantrekt. De Pools-Amerikaanse architect affirmeert zich duidelijk in de stad van de drakenpop Doudou met een opvallende architectuur. Een investering die, net zoals het veelbesproken station van Calatrava – een geweldige teaser zal zijn voor de stad. En het zijn heus niet alleen de buitenlandse architecten die grote sier maken. Ook Waalse tegenhangers als Hebbelinck en de Wit, L’Escaut-Gigogne en Holoffe & Vermeersch laten zien dat ze van architectuur verstand hebben. Het anders zo onwrikbare Wallonië, op het gebied van regelgeving, lijkt even alle remmen los te gooien. Dat is absoluut heugelijk nieuws. Heel heugelijk zelfs. Bijna zouden wij vergeten dat voor u de nieuwste Focus Archi ligt. Alweer een lekker nummer, fris van de lever en lekker dik om in weg te duiken. We starten met een juridische rubriek. Recht is nu eenmaal overal. Alvast veel leesgenot! Philip Willaert

UITGEVER - PUBLICATION MANAGER Alain Lhoir  065 66 06 92 info@eurobest.be HOOFDREDACTIE Lionel Lhoir +32 (0)497 06 92 01 lionel.lhoir@focusarchi.be JOURNALISTEN Catherine Callico, Pascal Dewulf, Mister Emma, Philip Willaert Julien Oeuillet

GRAFISCH BEHEER Eléonore Cucca eleonore@eurobest.be

VERTALING Gitracom 02 735 84 55

VERDELING Gratis via de post : 17.000 exemplaren

Marie-Charlotte Leriche mariecharlotte@eurobest.be

ADMINISTRATIE Sylviane Blondiaux  065 66 06 92 secretariat@eurobest.be

DRUKKERIJ Drukkerij Van der Poorten n.v. Diestsesteenweg 624 3010 Kessel-Lo België

PUBLICITEIT Lionel Lhoir +32 (0)497 06 92 01 lionel.lhoir@focusarchi.be Morgane Dupont +32 (0)474 69 89 04 morgane.dupont@focusarchi.be

VERSCHIJNING Februari Mei September December

VOLG ONS

JUNI/JULI/AUGUSTUS 2015 #05

Mons mikt op hedendaagse architectuur


4 INHOUD

HET REFERENTIEMAGAZINE VOOR ARCHITECTEN

ZOOM 6 Urban farming als architecturale uitdaging 14 Expo milano 2015: voor een duurzaam milieu 18 Artoteek, de professionalisering van het geheugen 20 Biomimetica: wanneer architectuur inspiratie vindt in de natuur

INTERVIEW

10 Ecologisch bouwen in het Belgisch paviljoen van MIPIM

MUST HAVES

12 Doorslaggevend design

INSPIRATIE

#05 juni/juli/aug. 2015

22 In een groen kleedje

PRIKKEL 32 Caleidoscoop 34 Lezen!

MATERIAAL 36 Creativiteit is nog altijd de core business van de architect 50 Innovatie

TRAVEL 44 Bristol 2015, groene hoofdstad

D[ECO] 46 Binnen wordt buiten (en omgekeerd)

JURIDISCH 48 Alles weten over de EPB-regelgeving


Fotomontage gerealiseerd door Marie-Charlotte Leriche over de herovering van de natuur in onze steden. Op weg naar een duurzamere architectuur in synergie met ons leefmilieu, waarvan wij als bouwheer de belangrijkste spelers zijn.

© Damouns © dom_crossley © keller - Fotolia.com

5


6 ZOOM

Urban farms oftewel stadsboerderijen zijn vandaag al veel meer dan een trendy gimmick. Bedrijven/individuen worden zich immers steeds meer bewust van het belang van lokale, zelfbedruipende voedselvoorziening in steeds verder uitdijende stadskernen. Eten laten invliegen van tienduizenden kilometers ver lijkt dan ook niet langer ecologisch te verantwoorden. Stadsboerderijen vormen de nieuwe mantra en beloven heel wat potentieel op het vlak van stedelijke agricultuur. Architecten zullen hierin alvast een voortrekkersrol spelen.

© alisonhancock

TEKST: PASCAL DEWULF

Urban farming

als architecturale uitdaging

S

tadsboerderijen hebben heel wat elementen die in hun voordeel spreken: nabijheid, lokale voedselproductie, minder CO2uitstoot en een grotere verbondenheid met de natuur voor de stadsmens. Wereldwijd omhelzen belangrijke metropolen waaronder Singapore, Kopenhagen maar ook Londen dan ook de urban farming filosofie als duurzame oplossing voor voedselproductie in de stad. Nieuw is het gebeuren uiteraard niet. Denk maar aan de stadstuintjes van nu en van weleer of ook aan stadslandbouw tijdens crisismomenten in de geschiedenis zoals tijdens de twee wereldoorlogen. Daar waar het vroeger echter veelal om hobbytuinieren ging, heerst er vandaag veel meer een gevoel van noodzaak. Zeker in de toekomst is het primordiaal om het duurzame aspect van het leven in de stad ook echt in daden om te zetten.

Schaalbaarheid Een bijzonder groot voordeel van urban farming is de schaalbaarheid. Als mens in de stad kan je als het ware met een stel plantenbakken op een terras al aan de slag om zelf je groenten te kweken. Of je van de opbrengst ook effectief zal kunnen van leven, is de vraag maar elk initiatief op dat vlak strekt tot aanbeveling. Hoe kleinschalig het initiatief echter ook mag zijn, het zal sowieso een impact hebben op de ‘foodprint’ van de stad. Doorheen de jaren is er alvast heel wat geëxperimenteerd met stadstuinen om zelfbedruipend te worden op het vlak van fruit, groenten, zuivel en zelfs vlees.

In de kinderschoenen Volgens Jan de Zutter staat urban farming, althans de hoogtechnologische variant, nog in de kinderschoenen maar biedt het enorm veel potentieel. Als

woordvoerder in het Europese parlement verdiepte hij zich in de materie van stadsboerderijen en kwam tot een aantal interessante bevindingen. Jan de Zutter: «Vandaag woont al meer dan de helft van de mensen wereldwijd in steden. Tegen 2050 zullen we met negen miljard mensen zijn, waarvan zowat tachtig procent in steden zal leven. Voedselvoorziening in die stadskernen wordt daarbij uiteraard een cruciale factor. De situatie zoals we die nu kennen, is in die context alvast onhoudbaar: een doorsnee maaltijd op je bord legt gemiddeld dertigduizend kilometer af. We moeten die ketting dan ook compleet herzien. Stadslandbouw kan daarop een effectief antwoord bieden. Eén van de meest succesvolle voorbeelden in de geschiedenis van de stadslandbouw is zonder meer Havana (Cuba). Organopónicos (grote stadsmoestuinen) voorzagen er op een gegeven moment in zowat negentig procent van de productie van de benodigde fruit en groenten in de stad. Het gaat hier weliswaar niet om hoogtechnologische stadslandbouw maar toch is het een schoolvoorbeeld van een zelfbedruipende stadskern.»

Gebouw wordt stadsboerderij Hoogtechnologische initiatieven op het vlak van urban farming, dat is precies waar architectuur en stadslandbouw mekaar vandaag raken. Jan de Zutter: «In grote stadskernen met leegstaande loodsen en pakhuizen ontstaan vandaag heel wat interessante initiatieven op het vlak van stadslandbouw. Men kan die grote ruimtes uiteraard ook transformeren naar woningen maar vaak laat de typologie van de constructies in kwestie zulks niet toe. Dat zijn dan de ideale kandidaten voor stadslandbouw. In die context kwam men bijvoorbeeld tot de conclusie dat er zowat elf procent van de gebouwen in New York City gewoonweg leeg staan. Vervolgens is men gaan nadenken hoe men binnen een grote stadskern aan landbouw kon doen. Cruciale elementen als warmtevoorziening, watertoevoer en het concipiëren van de stadstuinen in functie van de


Jan de Zutter:

«Architecten zullen als volgende

stap volledig nieuwe gebouwen gaan ontwerpen die enkel en alleen bedoeld zijn om aan stedelijk agricultuur te doen. In het Zweedse Linköping zal binnenkort reeds zo’n toegewijde stadsboerderij verrijzen. Met een hoogte van zestig meter zal het bouwwerk een blauwdruk worden van de stadsboerderij van de toekomst.»

draagkracht, architectuur en andere elementen van de desbetreffende gebouwen werd zo in vraag gesteld. Het is maar één van de voorbeelden.»

Stadsbijenkorf De initiatieven die binnen de context van urban farming worden genomen, zowel qua architectuur als qua concept, zijn vandaag veelal vingeroefeningen die op korte en middellange termijn echter naar volwassen concepten zullen leiden. Jan de Zutter: «Neem nu bijvoorbeeld het merk Philips. Daar zetten ze heel erg in op innovatie. Met andere woorden: hun traditionele producten maken langzaam plaats voor geavanceerde oplossingen die het leven in (en buiten de stad) duurzamer, leefbaarder en efficiënter moeten maken. Zo hebben ze bijvoorbeeld een ‘stadsbijenkorf’ ontwikkeld waarbij je in de stad aan imkerij kan doen. Als onderdeel van een duurzame stad slash architectuur kunnen dergelijk initiatieven uiteraard tellen. Bedoeling is om kleine ecosystemen te creëren in en rond het huis of als onderdeel van een (kleine of grootschalige) stadsboerderij bijvoorbeeld.»

llebaut Archite © Vincent Ca De ‘Dragonfly’ werd bedacht als een concept voor New York City. Het gebouw - dat werd gemodelleerd naar een waterjuffer - is bedoeld om 100 % zelfbedruipend te werken. Het gebouw zou 132 verdiepingen tellen en over 28 verschillende agricultuurruimtes beschikken voor het kweken van fruit, groenten, granen, zuivel en zelfs vlees. Eveneens een architcturale creatie van de Belgische architect Vincent Callebaut.

Jan de Zutter:

«Tegen 2050 zal de

wereldbevolking tot 9 miljard mensen aangegroeid zijn. Zowat tachtig procent daarvan zal in steden leven. Stadsboerderijen zullen in die context dan ook een evidente zaak zijn.»

Het merendeel van de bestaande initiatieven op vlak van urban farming is vandaag echter nog steeds gebaseerd op traditionele landbouwmethodes. Er zijn echter ook al architecten die nadenken over de stadslandbouw van morgen en gebouwen zodanig concipiëren dat ze perfect zijn afgestemd op het concept van de moderne stadsboerderij. Jan de Zutter: «De volgende stap is dat architecten volledig nieuwe gebouwen gaan ontwerpen die enkel en alleen bedoeld zijn om aan stedelijk agricultuur te doen. Tot op vandaag blijven het merendeel van die ideeën nog steeds concepten op papier. Er zijn echter ook al een aantal erg interessante initiatieven die binnenkort werkelijkheid zullen worden. In Zweden heeft het bedrijf Plantagon bijvoorbeeld zopas groen licht gekregen om een verticale stadsboerderij van zowat zestig meter hoog te gaan bouwen waar ze de meest geavanceerde productiemethodes en technologieën van stedelijke agricultuur zullen toepassen. De futuristische stadsboerderij zal ingeplant worden in het Zweedse Linköping. Het zal gelijk ook de eerste stadsboerderij worden van die omvang in zijn soort ter wereld. Bottom line: het staat allemaal nog in de kinderschoenen maar de ideeën, die worden er daarom niet minder gek op. Zo is er ook een concept bedacht om in Parijs een (experimentele) bananenplantage te bouwen.» Bananen verbouwen in hartje Parijs? Het lijkt een absurd idee maar was het niet Einstein die ooit zei: «Als een idee op het eerste zicht niet absurd lijkt, dan is er geen hoop voor.»

ctures

Idee wordt realiteit

7


© Plantagon

© Vincent Callebaut Architectures

8 ZOOM ‘The Gate’, bedacht voor het Egyptische Caïro, is een concept ontwikkeld door de Belgische architect Vincent Callebaut om de stad te transformeren tot een verticaal, zelfbedruipend en hyper-geconnecteerd ecosysteem.

Het bedrijf Plantagon kreeg zopas groen licht om een futuristische stadsboerderij te bouwen in het Zweedse Linköping. Het zal gelijk ook de eerste stadsboerderij worden van die omvang in zijn soort ter wereld.

Jan de Zutter:

Hoogtechnologische stadslandbouw staat vandaag nog in de kinderschoenen maar biedt bijzonder veel potentieel.

Eén ding is daarbij zeker: succesvolle stadsboerderijen zullen hand in hand gaan met aangepaste architectuur. Jan de Zutter: «Wanneer je stadsboerderijen wil uitbouwen op grote schaal, dan zijn architecten onontbeerlijk in het succes ervan. Zij zullen in de toekomst moeten kijken en inschatten hoe zo’n ecosysteem qua vorm en bouw in de stad op z’n best kan functioneren. Om echt levensvatbaar te zijn, dienen we naar mijn mening voorbij het stadstuinieren te gaan waar alles weliswaar gezellig is maar niet geschikt om bijvoorbeeld een stad van een paar honderdduizend inwoners effectief van fruit, groenten en andere producten te voorzien. Dan moet je op termijn gaan denken in termen van wat bijvoorbeeld de Belgische architect Vincent Callebaut op de tekentafel laat verschijnen. Dat zijn hoogtechnologische, architecturale constructies die ver voorbij de stadsboerderijen van vandaag gaan. Met dat soort voornamelijk verticale architecturale creaties krijg je de volledige controle over de productieketting van voedsel. In zo’n biotoop kan je zelfs tropische vruchten kweken. In die optiek spreken we bijvoorbeeld ook van indoor farming waar alle criteria zoals klimaatinvloeden perfect onder controle zijn.»

Sensibiliseren Jan de Zutter ziet dan ook een belangrijke functie weggelegd voor architecten in de context van urban farming. Jan de Zutter: «Architecten lijken wel de laatste multidisciplinaire duizendpoten. Ze zijn tegelijkertijd

Philips ontwikkelde een ‘stadsbijenkorf’ om in de stad aan imkerij te doen. Bedoeling is om kleine ecosystemen te creëren in en rond het huis of als onderdeel van een (kleine of grootschalige) stadsboerderij bijvoorbeeld.

© Philips

Ecosysteem

Jan de Zutter:

«Architecten kunnen beter dan om het even wie mensen sensibiliseren rond

het potentieel en de noodzaak van stedelijke agricultuur door in de huizen die ze ontwerpen bijvoorbeeld kleine maar belangrijke ecologische ingrepen te doen. Ze kunnen bijvoorbeeld in plaats van een daktuin, een dakmoestuin op plan tekenen of van een tuinmuur een hangende moestuin maken.»


bezig met architectuur, wetgeving, technologie, ecologie ... De positie van een architect in de ecologische stadsprojecten van de toekomst is dan ook niet te onderschatten. De bouwheer kan een aantal ideeën hebben maar het is aan de architect om de bouwheer te sensibiliseren, om hem erop te wijzen dat hij veel meer kan met een woning, gebouw of andere architecturale constructie. Wanneer we moeten wachten op zij die de stadsboerderij van de toekomst willen neerpoten in één van de Belgische steden, dan zullen we nog wel even geduld moeten oefenen. Er is op dit moment gewoonweg te weinig bewustzijn, politieke wil of gewoon noodzaak rond het thema. Het blijft met andere woorden een nichegebeuren omdat er op dit ogenblik nog niet echt een sense of urgency is. Architecten kunnen beter dan om het even wie mensen sensibiliseren rond het potentieel en de noodzaak van stedelijke agricultuur door in de woon- en werkprojecten die ze ontwerpen bijvoorbeeld kleine maar belangrijke ecologische ingrepen te doen. Ze kunnen bijvoorbeeld in plaats van een daktuin, een dakmoestuin op plan tekenen of van een tuinmuur een hangende moestuin maken. Het zijn vooralsnog kleine initiatieven maar alle beetjes helpen. Globaal gezien zijn we echter wel op goede weg. Wanneer je stadsprojecten vandaag bekijkt ten opzichte van tien jaar geleden, dan zie je die stadsecologie/stadsagricultuur toch overal naar binnen sluipen.»

Jan de Zutter:

Ze zijn tegelijkertijd bezig met architectuur, wetgeving, technologie, ecologie... De positie van een architect in de ecologische stadsprojecten van de toekomst is dan ook niet te onderschatten.»

«Architecten lijken wel de laatste multidisciplinaire duizendpoten.

Perfect comfort het hele jaar door

met Daikin.

Combinatie mogelijk met zonnecollectoren Samenwerking met andere energiebronnen is eenvoudig te realiseren (bivalentie) Gegarandeerd vermogen tot -25°C

Optimale hygiëne van het warm water Bediening via smartphone is mogelijk Compacte unit Garantie van 10 jaar op de thermische isolatie In meerdere capaciteiten beschikbaar

COP 5,23 tot

(7/35°)

De nieuwste generatie warmtepompen van Daikin bieden comfortabele warmte in de winter en aangename verfrissing in de zomer (optie). Deze compacte lucht/water warmtepomp verlaagt de energiekost van het sanitair warm water dankzij zijn intuïtieve bediening. De intelligente opslag van het sanitair warm water en de verwarming zorgt voor nog meer energiebesparingen!

Meer info? www.daikin.be •  0800 840 22 EHSH_2015_126x170_NL.indd 1

31/03/2015 14:52:23

9


10 INTERVIEW

Mijn opdracht voor deze Focus Archi was een artikel te schrijven over “groene architectuur”. Ik had aan de hoofdredacteur voorgesteld om te trachten dit thema te beantwoorden tijdens mijn verblijf op de MIPIM-vakbeurs van 10 tot 13 maart jl. in Cannes. Ik had nog maar net het gigantische Belgische paviljoen betreden toen Emmanuel Malfeyt mij vastklampte: “Hallo! Ken je me nog? We hebben elkaar vorig jaar ontmoet op de ‘Terrace’. Je was daar met je vriend… (nvdr: Nicolas Firket)”. Ik: “O ja! Hoe gaat het?” Hij: “Ik zou je aan een jonge vrouw willen voorstellen…”

© Lowette & Partners - Foto : Bart Gosselin

© Lowette & Partners - Foto : Bart Gosselin

TEKST: MISTER EMMA

Ecologisch bouwen in het Belgisch paviljoen van MIPIM

Waarom is het belangrijk om tot deze cluster te behoren? Sunita Singh: Het belangrijkste voor mij is het netwerk, maar ook de opleidingen die ze organiseren. Wij waren onlangs uitgenodigd om een bouwproject met CLT-panelen te bezoeken. Zo kunnen we van anderen leren en onze kennis delen.

© Ecobuild

D

ie jonge vrouw was Sunita Singh, vennoot van het bureau Lowette & Partners. Hij wilde mij aan haar voorstellen omdat zijn bureau onlangs de renovatie van een herenhuis in Molenbeek heeft voltooid. Hij is coördinator bij Ecobuild, een vereniging van 160 Brusselse ondernemingen die actief zijn op het gebied van duurzaam bouwen. De partners omvatten zowel architecten, ingenieurs en aannemers als vastgoedontwikkelaars en handelaars in ecologische materialen. Ecobuild is opgezet in de vorm van een cluster met het oog op networking. Jaarlijks organiseert de vereniging meer dan 45 jaarlijkse evenementen om samenwerkingen te bevorderen en expertise en ervaringen (zowel goede als slechte) uit te wisselen.

Emmanuel Malfeyt: Je leert elkaar kennen en vertrouwen en dan durf je ook gemakkelijker je mislukkingen delen. Zo leer je dus ook bij van je mislukkingen. Vooral tijdens de bezoeken aan bouwwerven samen met andere architecten en ingenieurs durven mensen te spreken over de problemen die ze op de werf hebben tegengekomen, de vertragingen en/of meerkosten waaraan ze het hoofd hebben moeten bieden, en dat doet de markt verder evolueren.


© Lowette & Partners - Foto : Bart Gosselin

Maar bouwt iedereen nu niet ‘ecologisch’? Emmanuel Malfeyt: Het is waar dat we niet meer in een nichemarkt zitten. Vandaag profileert men zich eerder als expert in duurzaam bouwen. Dus worden de Brusselse ondernemingen op de voorgrond geplaatst dankzij het programma ‘voorbeeldgebouw’. Je moet weten dat we vroeger naar Duitsland gingen om realisaties te bezoeken en te leren hoe ze die hebben aangepakt. Vandaag kan je gerust stellen dat zij het zijn die naar Brussel komen om te zien hoe wij deze omschakeling naar duurzaam bouwen hebben verwezenlijkt. Sunita Singh: Neen. Op het gebied van nieuwbouw kent iedereen het passief bouwen, maar ecologisch bouwen is niet alleen beperkt tot passief

bouwen. Er zijn veel andere aspecten zoals biodiversiteit, de opvang van regenwater, duurzaamheid, sociale aspecten of nog de flexibiliteit van een gebouw. Je hoort wel eens de opmerking dat er veel informatie beschikbaar is over ecologisch bouwen, maar dat er uiteindelijk zeer weinig kennis op het terrein is. Op het gebied van renoveren liggen de zaken nog moeilijker.

Is hier op MIPIM veel te zien op het gebied van duurzaam bouwen? Emmanuel Malfeyt: Een goed voorbeeld zijn de projecten die op de schermen van Brussels Architects Adding Value worden getoond. Meer dan de helft zijn gerealiseerd door architectenbureaus die lid zijn van de cluster en die passieve of duurzame gebouwen presenteren. Zo heb je bijvoorbeeld DDS & Partners, Modulo Architectes, A2M, Architectes associés, CERAU... En ook Lowette & Partners, waarvan ik herhaal dat het doel van mijn ontmoeting met Sunita was om mij te spreken over de renovatie van een herenhuis in Molenbeek. Het feit dat het hier om een renovatie ging, is zeer belangrijk voor de jonge vennoot van het bureau Lowette & Partners, want bij renovaties moet je met heel wat beperkingen rekening houden. Sunita Singh: Beperkingen maken het werk moeilijker, maar ook interessanter! In dit project hebben wij voor ecologische biomaterialen gekozen. We hebben ook een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om te weten welk

‘‘

© Lowette & Partners - Foto : Bart Gosselin

‘‘ niveau we zouden bereiken en voor welke kostprijs. Wij hebben het binnenhuiscomfort geanalyseerd in het licht van de duurzame beperkingen. Daarnaast hebben we ook een tuin toegevoegd en de planten gekozen in functie van de biodiversiteit van de wijk.

Aan duurzaam bouwen hangt dus een prijskaartje? Sunita Singh: We hebben de klant moeten overtuigen, want hij geloofde eerst niet in een zeer energiearme renovatie. Maar onze berekening van het rendement van de investering (op 10 jaar) heeft hem snel van gedachten doen veranderen. Het belang van de isolatie, de materialenkeuze enz. zorgen voor een meerkost ten opzichte van een zogenaamd traditionele renovatie, maar de ontwikkeling van de markten is niet te verwaarlozen. Over 5 à 10 jaar zullen energievretende woningen steeds meer in waarde dalen op de immobiliënmarkt.

Meer info: www.cluster-ecobuild.com www.lowette-partners.be

11


12 MUST HAVES

Kleurenspel

De Nederlandse designstudio Moooi introduceert flashy tapijten ontworpen door verschillende (inter)nationale ontwerpers waaronder Studio Job, Ross Lovegrove en Neri&Hu. Dankzij het gebruik van een Chromojet-printer kunnen de tapijten worden geproduceerd in een eindeloze variatie aan kleuren. www.moooi.nl © Moooi Carpets

Doorslaggevend design Designobjecten komen in allerlei vormen, kleuren en maten. Goed design heeft echter gemeen dat het op de één of andere manier uit de band springt. Deze objecten hebben alvast net dat ietsje meer. TEKST & SAMENSTELLING: PASCAL DEWULF

Dierlijk

Het Japanse automerk Mazda pakte op Design Milaan uit met een kanjer van een sofa, gebaseerd op de KODO designfilosofie van het merk die de beweging van een dier emuleert wanneer het zijn prooi bespringt. www.mazda.be © Mazda

Slanke benen

De YPS tafel van Team 7 werd bekroond met de Red Dot Design Award 2015, één van de meest prestigieuze awards op vlak van design. De YPS tafel in hoogwaardig natuurhout is uitgerust met Y-vormige poten waardoor ze een erg elegant aspect krijgt zonder aan beenruimte in te boeten. www.team7.at © Team 7

Toversofa

Dit extravagante buitenmeubel, ontworpen door designer Alessandro Busana voor het Italiaanse Potocco, maakt onderdeel uit van de ‘Surplus’ collectie. De lijn bevat naast een fauteuil eveneens een sofa en een lounger. www.potoccospa.com © Alessandro Busana for Potocco

Boom van een kast

Deze grillig gevormde ‘Silhouette’ boekenkast, ontworpen door Stefan Heiliger voor Tonon Italia, ontleent zijn onregelmatige vorm aan het organische groeipatroon van een boom. Door overlapping ontstaan zo grote en kleine compartimenten. www.tononitalia.com © Tonnon Italia


Kleur bekennen

Voor zij die niet om een kleurtje verlegen zitten, zijn de zitelementen van het Italiaanse Lina Furniture zowel voor binnen als buiten een mooie optie. Beschikbaar in 36 hippe kleurtjes zal dit geheid de lieveling in en rond het huis worden. www.linafurniture.com © Lina

Sterrenstoel

‘Etoile’ is de naam van deze gracieuze, stapelbare stoel in polypropyleen van het Italiaanse Green voor zowel binnen als buiten. Beschikbaar in zes verschillende kleuren. www.greensrl.it © Green

Kunstig

Liefhebbers van schilder Piet Mondriaan zullen ongetwijfeld likkebaarden bij de aanblik van deze iconische kapstok. Ontwerp: ‘Piet’ van de ontwerpers van Presse Citron. www.presse-citron.com © Presse Citron

Carrousel

Dit multifunctionele element voor binnenshuis zal ongetwijfeld hoofden doen draaien tijdens een leuk feestje of een relaxe avond. Een ontwerp van AK47 Design. www.ak47design.com © AK47 Design

Schemerzone

‘Twilight’ is een collectie van tafelaccessoires en kaarshouders voor buiten in Dekton® (met een hoge weerstand tegen hitte en thermische schokken) ontworpen door Monica Förster Design Studio voor Bianchi Café & Cycles. www.cosentino.com © Monica Förster Design Studio voor Bianchi Café & Cycles

Groene biotoop

De Amerikaanse autofabrikant Ford stal op Design Milaan de show met een hoogtechnologische tafelvoetbaltafel met op de Ford GT geïnspireerd design en echt gras. Een slim ontwerp van Ford-designer Rafael Rega want korter of langer gras beïnvloedt de snelheid van het spel. Het gras maaien doet u met een baardtrimmer. Eventuele condensatie verdwijnt via speciaal daartoe voorziene ventilatiegaten. www.ford.be © Ford

13


14 ZOOM

2015: voor een duurzaam milieu

© DR

De Wereldtentoonstelling beslaat een terrein van bijna honderd hectare in het noordwesten van Milaan. Er nemen meer dan 140 landen aan deel rond het thema «Voedsel voor de Planeet, Energie voor het Leven». Vertrekkend vanuit hun eigen voedingscultuur en -tradities, onderzoekt elk land hoe we ons in de toekomst zullen voeden en worden duurzame oplossingen voorgesteld tegen het jaar 2050, wanneer er negen miljard mensen op aarde zullen leven. Ook de paviljoenen werden vanuit dit concept van duurzaamheid ontworpen. TEKST EN FOTO’S: CATHERINE CALLICO

D

e komende 184 dagen staan in het teken van cultuur, wetenschap, innovatie, ecologie en solidariteit. Culinaire laboratoria, ruimtes voor experimenten, tentoonstellingen, degustatie en verkoop van streekproducten verwelkomen de bezoekers. Dat alles in paviljoenen die volgens duurzame en innoverende technieken zijn gebouwd. De landen stellen zichzelf voor in een eigen paviljoen, meestal tussen 2.000 en 4.000 m² groot, of in een ruimte binnen een van de negen thematische clusters. Als een soort van rode draad door de tentoonstelling zijn er ook vier themapaviljoenen, ontworpen door Italiaanse architecten en experts: het Nulpaviljoen van Michele De Lucchi, bedoeld als inleiding tot de Expo; het Future Food District van Carlo Ratti; het Biodiversiteitspark, een samenwerking tussen de Slow Food-beweging van Carlo Petrini en de universiteit van Milaan; en het Children Park, een realisatie van Reggio Children.

Het Belgische paviljoen en de Lobe City Het Belgische paviljoen, ontworpen door het bureau Patrick Genard & Asociados in samenwerking met architect Marc Belderbos, presenteert een exemplarisch model van stadsplanning, ‘Lobe City’: een verantwoordelijke, levende en participatieve stad. Geïnspireerd op reeds bestaande (Berlijn, Kopenhagen, enz.) of recentere ontwikkelingen (Freiburg, Aalst, enz.) pleit het project voor de invoeging van groene ruimtes om wijken te scheiden en het stadscentrum van zuurstof te voorzien, met behoud van een concentrisch netwerk van ringen die de verschillende wijken met elkaar verbinden. Vertaald naar een voedingscontext wordt het concept toegepast op het beheer van rurale gronden. Daarbij wordt het idee van een vruchtbare en geruststellende landbouwgrond, in de lijn van de culturele en ideologische Het ontwerp van het Belgische paviljoen legt de nadruk op groene ruimtes en land- en tuinbouwgewassen.


concepten van de traditionele Europese landen zoals België, verzoend met het idee van technologische en ethische vooruitgang, waardoor het debat over de voedselproductie van morgen wordt aangewakkerd. Het stedenbouwkundig plan van «Lobe City» wordt hier op kleine schaal omgezet in architectuur: de woonwijken zijn de gebouwde volumes, namelijk de houten paviljoenen en de Hoeve. Het historische centrum van de stad wordt vertegenwoordigd door het Atrium, het hart van het project, met een grote glazen koepel. De volumes verwijzen ook naar de Belgische land- en tuinbouwarchitectuur. De koepel is geïnspireerd op de Koninklijke Serres van Laken, en de hoeve is een moderne versie van de traditionele langgevelhoeve met zadeldak. De facetpaviljoenen, met hedendaagse organische vormen, vormen een link tussen de periodes. In het kader van de Expo 2015 wil ‘Lobe City’ de plaats zijn van wetenschappelijke en technische vooruitgang om de voedseluitdaging aan te gaan, met alternatieve teeltmethodes, aquaponie, hydroponie, of insecten- en algenkweek. De bezoekers passeren door drie grote zones: de Hoeve, de Kelder en het Atrium. De Hoeve vormt de toegangspoort van het paviljoen, met een ruimte waar de Belgische federale overheid, de gewesten en gemeenschappen zich voorstellen. Onze nationale producten zoals bier en chocolade worden gepromoot via een gestileerde muur van flessen en demonstraties van bekende chocolatiers. In de Kelder worden vernieuwende technologieën gepresenteerd, en de oplossingen waarmee wordt geëxperimenteerd om het voedselprobleem op te lossen. Het Atrium ten slotte is een grote ruimte gewijd aan culinaire genoegens en ontspanning. Het paviljoen is uiteraard milieuduurzaam en staat grotendeels in voor zijn eigen energievoorziening. De gebruikte spitstechnologie beperkt de impact op het milieu tot een minimum. De compacte vorm en gunstige oriëntatie zorgen voor een oppervlakte-volumeverhouding die de warmtebehoeften sterk vermindert. De klemtoon ligt ook op een ruime inval van daglicht, een goede isolatie en een ventilatiestrategie die afgekeken is van de techniek van de Canadese putten. Het gebouw maakt bovendien gebruik van duurzame en hernieuwbare energiebronnen. De zonne-energie wordt geproduceerd door fotovoltaïsche panelen en de elektrische energie wordt geleverd door windturbines. Het gebruik van het water uit het kanaal, dat door de Expo ter beschikking wordt gesteld om de warmtepompen van het gebouw te voeden, zorgt op zich al voor een besparing van het energieverbruik met circa 80%. Ook het waterverbruik is gelimiteerd, onder meer door het gebruik van waterzuinige toestellen en het hergebruik van afvalwater (van de douches

en toiletten van het paviljoen) door middel van een natuurlijk bezinkbekken. De materialen (hout, glas, ...) zijn gekozen om geen milieuafdruk op de site achter te laten: natuurlijk, gemakkelijk te recycleren, isolerend, moduleerbaar en snel demonteerbaar. De glazen koepel bijvoorbeeld bestaat uit technisch glas van hoge kwaliteit. Een deel van het paviljoen, zoals de funderingen en de benedenverdieping, is uitgevoerd in werfmaterialen die gehuurd kunnen worden. Het gebruik van beton is tot een minimum beperkt.

© DR

15


16 ZOOM

Vluchtige gebouwen Het bezoek aan het Franse paviljoen begint in een weelderige doolhoftuin bestaande uit drie landschappen die opeenvolgend gewijd zijn aan de graan- en veeteelt, de polycultuur en de groenteteelt. Het centrale idee is dat van de overdekte markt, een typische instelling van de Franse voedselcultuur en ruimte die de overgang vormt tussen het platteland en de stad. Het bezoek illustreert de voorgestelde oplossingen zoals wereldwijde voedselautonomie; meer en beter produceren met behoud van het natuurlijke potentieel van onze planeet; toepassing van een actief beleid van samenwerking en uitwisseling van technologieën.

1

2

Het gebouw is ontworpen door het agentschap X-TU (Anouk Legendre en Nicolas Desmazière) met de steun van ALN Atelien Architecture (Nicola Martinoli en Luca Varesi). De lichte constructie is bewust als niet-blijvend gedacht en gebouwd rond een structuur in lamellenhout die na de Wereldtentoonstelling zal worden ontmanteld en hergebruikt. Ook hier is grote aandacht besteed aan de vermindering van het energieverbruik, afvalrecyclage en waterzuivering. Het Spaanse paviljoen, ontworpen door het bureau B720 Arquitectos, gaat in op het evenwicht tussen traditie en innovatie in de productiefases aan de hand van twee aparte zones. Het beklemtoont de voorrangsrol van duurzame landbouw als middel om het bodemareaal, het landschap en de culinaire cultuur te vrijwaren, maar ook om dorre zones in cultuur te brengen en om te vormen tot vruchtbare boomgaarden. De idee van co-existentie tussen traditie en innovatie wordt geïllustreerd door twee grote blokken van parallelle huizen, het eerste in hout, het tweede in staal, die elk producten, exporuimtes en materialen bevatten die het thema illustreren. Buiten- en binnenruimtes kruisen elkaar, met open zones om zich te ontspannen tussen de patio met sinaasappelbomen, de chiringuito (kiosk) en het auditorium. Ook hier heeft het bureau, vanwege het tijdelijke karakter van het ontwerp, geopteerd voor een architectuur met duurzame materialen en prefabmodules die na afloop kunnen worden gedemonteerd.

Natuurlijke interieurs

3

De al even opmerkelijke architectuur van het Sloveense paviljoen, een ontwerp van het bureau SoNo arhitekti, brengt hulde aan de nationale natuurlijke rijkdommen. Het complexe gebouw in de vorm van een piramide bestaat voornamelijk uit hout, een verwijzing naar de dichte Sloveense wouden, en glas. Grote glazen gevels creëren een interactie tussen binnen en buiten. Het interieur van het gebouw is verdeeld in vijf ruimtes rond de thema’s zout, bijen, thermaal en mineraal water, een gezonde leefomgeving en groene technologie. Er zijn levende elementen geïntegreerd zoals groene muren, mossen en varens. En rond het paviljoen is een tuinlandschap aangelegd met inheemse planten (olijven, aromatische planten, kruiden, coniferen, wijnstokken en rozemarijn). Deze onderdompeling in een uitbundige natuur vinden we ook terug in het Chileense paviljoen. Chili kan boegen op een buitengewone geografische diversiteit, van de Atacamawoestijn tot Patagonië en van de groene valleien in het centrum tot de eilanden in de Stille Oceaan. Die variatie wordt hier onderstreept door middel van een experimentele reis door de verschillende ecosystemen (woestijnen, rivieren, valleien en bergen). De keuze voor hout als bouwmateriaal vestigt de aandacht op de toename van de beboste oppervlakte in Chili, in tegenstelling tot het fenomeen van ontbossing elders in de wereld. 1. In het Japanse paviljoen gaan natuurlijke materialen zoals bamboe en hout hand in hand met zeer efficiënte systemen voor energiebesparing. 2 . Het Spaanse paviljoen vermengt lokale hedendaagse en duurzame materialen zoals kurk, grenen en wilgentenen. 3. Het Franse paviljoen heeft het model van een overdekte markt. De groententeelten in open lucht onderstrepen het principe van de voedselautonomie. 4. Het paviljoen van Jemen bevindt zich in een van de thematische clusters. 5. Het weerspiegelende dak van het Russische paviljoen.

4


De architectuur van het door Cristián Undurraga ontworpen paviljoen is geïnspireerd op de kunst van de gastvrijheid. Het is een opgehangen volume, een grote houten dekbalk omringd door een skelet van elkaar kruisende balken en ondersteund door vier cementen zuilen die een tussenruimte creëren. De toegang wordt gevormd door een ontspanningszone met banken en tafels. Een grote houten structuur, toegankelijk langs de centrale helling, is gereserveerd voor kunst: foto’s, video’s, multimedia, grafische kunst, design en beeldhouwwerken, tussen andere ontdekkingen. Met zijn paviljoen – een ontwerp van een van zijn beroemdste architecten, Atsushi Kitagawata – dat eveneens gevoel voor schoonheid combineert met milieubewustzijn, presenteert Japan zijn voedingscultuur als een model van gezonde, duurzame en evenwichtige voeding. De traditionele gerechten op basis van rijst, rauwe vis en groenten worden voorgesteld als exemplarisch, in schril contrast met de excessen die aan de oorsprong liggen van de zwaarlijvigheid van een miljard aardbewoners. Er worden ook nieuwe technologieën gepresenteerd voor de bewaring, het transport en de distributie van voedingsmiddelen. De architectuur van het paviljoen symboliseert de rijkdom en de culturele verscheidenheid van het land. Het sleutelwoord is ‘utsuwa’, de naam voor de traditionele Japanse keramiek en zijn eclectische stijlen. Het paviljoen heeft een brede ingang en is in de lengte ontwikkeld, zoals de traditionele huizen van Kyoto. Natuurlijke materialen zoals bamboe en hout worden gecombineerd met informatietechnologieën en systemen voor energiebesparing. De constructie van de houten wanden is een technisch hoogstandje: een driedimensionaal raster opgebouwd met koppelingen volgens het traditionele Japanse Mengoshi-systeem, gedraaid volgens een hoek van 45 graden. Door de kleine grootte van de individuele elementen is het systeem ook demonteerbaar, samendrukbaar, draagbaar en herbruikbaar.

5

www.expo2015.org

Er bestaat een betere manier om uw creativiteit op een gevel te uiten.

Geef uw verbeelding alle vrijheid met de decoratieve gevelplaten van SVK. U zoekt een manier om uw project de juiste uitstraling te geven? Dan zijn onze vezelcement gevelplaten een prima keuze. Dit tijdloos en natuurlijk materiaal geeft uw creativiteit alle vrijheid. Ontdek ons volledig assortiment op www.svk.be. Creativity up front.

GEVEL & DAK

17


18 ZOOM

Artoteek,

de professionalisering van het geheugen

Er zijn altijd wel doemdenkers op de kust die vinden dat Mons 2015 een geldverspillend evenement is. Onzin natuurlijk. Mons richt zich in 2015 tot de wereld, affirmeert zich als culturele hoofdstad en is hiervoor door Europa geselecteerd. Cultuur als uiting van democratie en vrijheid staan voorop. Daarnaast betoont de stad in de Borinage zijn eerbied voor geschiedenis, tradities en culturele waarden. De nieuwe Artotheek is alvast een knap schot in de roos. TEKST: PHILIP WILLAERT - FOTO’S: MANU PINTO

I

n de schaduw van de collegiale Sint-Waltrudiskerk ligt het machtige Ursulinenklooster, breeduit en stadsomarmend. In de kapel bevindt zich de gloednieuwe Artotheek waar stedelijke collecties - in het teken van Mons 2015 - een nieuw en definitief onderkomen vinden. Dat het voormalige klooster zo mooi in de stad ligt hoeft niemand te verwonderen want de Ursulinen gaven als stedelijke orde onderwijs aan meisjes en stichtten doorheen de eeuwen heel wat scholen. Het gebouw oogt weer helemaal up-to-date. Aan de buitenkant richt de kapel zich hoog op en lijkt het plaatje perfect en ongeschonden. Bij nader toezien werd het kloosterensemble toch iets te rigide en te hard gerestaureerd. De kwetsuren van de tijd zijn daarvoor te zorgvuldig weggepoetst. Aan de binnenkant ontvouwt zich een totaal andere wereld. De kapel is vandaag een schuilplek voor het geheugen van Mons. De Artothèque kan zich in dit kader eindelijk volwaardig professionaliseren. Dat zegt ook een tevreden Michel De Reymaeker. Hij is curator van het stedelijke geheugen: «Vroeger zaten we in diverse gebouwen verspreid over Mons, gelukkig zijn we daar nu van af.»

Aanzuigende kracht Onnodig te zeggen dat de kapel door zijn nieuwe bestemming een totaal andere structuur meekreeg. De argeloze bezoeker wordt bij het binnenkomen door het grote raam er meteen aan herinnerd dat hij in een depot is aangekomen. Het venster geeft het oog vrij spel in de opslagplaats. Op de glaswand is er een uitnodigend scherm die de gestapelde werken digitaal uit de rekken tilt. Tegelijkertijd werkt in de sombere ontvangstruimte de aanzuigende kracht van de lichtrijke centrale straat. Of is het een schacht of een gewilde scheur in het gebouw? De bezoeker kijkt in een opwaartse blik de hoogte in waar een zee van licht zich in de lichtstraat werpt. «De straat is bedoeld om het licht naar binnen te halen. Het aspect licht was

voor ons een heel cruciaal punt», weet architect Catherine Dohmen van het Brusselse architectenbureau L’Escaut. Samen met Gigogne, eveneens uit Brussel, werd door de Tijdelijke Vereniging de uitgeschreven architectuurwedstrijd gewonnen. Een samenwerking die zijn vruchten heeft afgeworpen en een stevig uitgedokterd concept opleverde. Beide bureaus hebben in het verleden al bewezen dat het zowel op het gebied van museale en publieke ruimte heel wat te bieden hebben. Stichter van L’Escaut Olivier Bastin was bovendien de eerste Brussels Bouwmeester tot eind 2014. Ervaring meer dan genoeg!

Eerste aanzet De kapel is een fraai voorbeeld van barokarchitectuur uit het begin van de achttiende eeuw, gekenmerkt door structurele helderheid en symmetrie. Het lot van het klooster en kapel onderging het lot van de tijd en


kreeg enkele bombardementen uit de tweede wereldoorlog te verduren waarbij het voor de helft werd vernield. Een creatieve meubelmaker kocht het gebouw in de jaren vijftig en installeerde zes niveaus in de kapel. Architect Catherine Dohmen: «Van dat gegeven hebben we positief gebruik gemaakt. Eigenlijk gaf hij de eerste aanzet en bood de door hem gemaakte ruimtelijke opdeling nieuwe opportuniteiten.»

Restauratie In 1980 werden gevel en dak geklasseerd, in 2005 ging de stad Mons over tot aankoop omdat de stad er potentieel inzag. Dak en buitenkant van het klooster en de kapel ondergingen een vijf jaar lange restauratie. Aan de binnenkant werd zoals hiervoor beschreven een lichtschacht geïntroduceerd. Wat de bezoeker treft is de toepassing van beton, glas en staal. Drie nieuwe materialen die furore maakten in het modernistische tijdperk en vandaag nog altijd grote sier maken. «We wilden aanvankelijk de bestaande betonvloeren behouden maar om uiteenlopende redenen bleek dit niet mogelijk. Zo konden we in werkelijkheid starten met een onbeschreven blad.»

Onafhankelijke structuur Nadat de kapel aan de binnenkant volledig was gestript, besloten de architecten om er een monumentale structuur in te plaatsen. De aanpak bood het voordeel dat op die manier los van het oude ‘omhulsel’ kon gebouwd worden. Door introductie van de staalstructuur was het perfect mogelijk om een lichtspleet te introduceren waarlangs ook de vederlichte trap loopt. De spleet demonstreert breedvoerig de confrontatie tussen het oude en het nieuwe en laat de bezoeker gewillig de structuur van opbouw zien. Met andere woorden kent de constructie geen geheimen en sluit de opbouwende helderheid aan bij de opvattingen van het classicisme waartoe de kapel behoort.

Ontdek onze videoreportage en het geheel van dit krantenartikel op onze website www.focusarchi.be

BETON VAN HOLCIM De stalen V-structuren gaven vorm aan de verschillende vloeren op de verdiepingen. Naar logistiek toe was het geen sinecure om de betonnen vloerplaten ter plaatse te gieten. Alleen al door zijn ligging in het stadscentrum werd er gepompt via de vensterroeden van de glasramen die in geen geval mochten worden gedemonteerd. De aanpak vergde bijzondere maatregelen naar veiligheid toe van de arbeiders op de werf. Heel bijzonder is de toepassing van het principe van de verloren bekisting. Hiervoor werd een lichte metalen draagvloer aangewend waarop vervolgens de betonvloeren werden gegoten. Voor dit project werd 530m² beton C30/37 dmax geleverd van de Betoncentrale van Holcim in Ghlin.

19


20 ZOOM

De Namibische woestijnkever vormt op zijn beurt een rechtstreekse inspiratiebron om bijvoorbeeld uitermate efficiënt waterdamp te oogsten van gevels op gebouwen. © Pascal Dewulf

Biomimetica

wanneer architectuur inspiratie vindt in de natuur

Rond biomimicry of biomimetica is de laatste jaren al heel wat te doen geweest. Het wordt in tal van verschillende disciplines toegepast, ook in architectuur. Architecten zoeken daarbij inspiratie in fauna en flora en trachten de intrinsieke elementen ervan als duurzaamheid, vormgeving, efficiëntie, ... te emuleren in constructies en bouwwerken. TEKST: PASCAL DEWULF

Leren van de natuur Biomimetica is een vrij nieuwe stroming in de architectuur die oplossingen tracht te vinden in de natuur voor de efficiëntie, sterkte, klimaatregeling, ... van bouwwerken. Dat doet ze niet door de natuur te kopiëren maar wel door de processen en systemen die de natuur aansturen en vormgeven in kaart te brengen en die systemen om te zetten en/of te integreren in architectuur. Een sterk staaltje biomimetica is bijvoorbeeld de overbekende velcro strip ontwikkeld door de Zwitserse ingenieur Georges de Mestral. Mestral vond zijn inspiratie voor de velcro strip bij de vruchten van (de plant) van de klit. Helemaal nieuw is biomimetica dus niet. Doorheen de tijden werd er alvast druk geëxperimenteerd met het integreren van de natuur in diverse discliplines. Begin jaren ‘20 van de vorige eeuw ontstond zo het bioformisme als kunststroming dat zich baseerde op vormen uit de natuur. Wat later sijpelde de filosofie ook door in de designwereld. Het grote verschil met biomimetica is echter dat deze invloeden volledig op het vormelijke, het decoratieve aspect van die natuurlijke invloeden waren gebaseerd. Biomimetica in de architectuur neemt die natuurlijke vormentaal weliswaar mee op voorwaarde echter dat die, los van het vormelijke aspect, een meerwaarde vormt voor de architectuur an sich. Alles in de natuur gebeurt immers maar om één specifieke reden: zo optimaal als mogelijk functioneren met zo weinig mogelijk verspilling van energie of middelen. De vorm van een insect, de kleur van een bloem, het bladerdak van een boom: ze hebben geen decoratieve insteek maar steevast een diepgewortelde biologische functie. Dit soort vernuftigheid vertalen in architecturale creaties is eigenlijk het opzet van biomimetica.

De ‘Ivy Chair’ ontworpen door de Britse designer Enrico Gondim vond zijn inspiratie in de structuur van verweven palmbladeren die stevigheid combineren met natuurlijke ventilatie en comfort. © Enrico Gondim


© ‘Biomimicry Institute’

Termietenheuvel

© ‘Biomimicry Institute’

Praktische voorbeelden van biomimetica zijn er alvast bij de vleet. Neem bijvoorbeeld de Japanse Shinkansen trein, ook wel de bullet train genoemd: die haalde voor zijn nieuwe design de mosterd bij de aerodynamische bek van een ijsvogel. Resultaat: de luchtverplaatsing van de trein is lager, hij maakt minder lawaai, verbruikt vijftien percent minder stroom en rijdt bovendien tien percent sneller. Ook het Japanse automerk Mazda laat zich voor het ontwerp van zijn wagens inspireren door de natuur. Mazda stroomlijnt zijn voertuigen immers volgens het KODO principe. Dat is gebaseerd op de houding van een dier net voor het vertrekt om bijvoorbeeld een prooi te vangen. Die houding is er immers op gericht om zo weinig mogelijk luchtweerstand te hebben en op die manier zo snel als mogelijk te kunnen accelereren. Een ander voorbeeld, rechtstreeks gerelateerd aan architectuur, is het Eastgate Centre in Harare (Zimbabwe), een schoolvoorbeeld van biomimetica. De airconditioning van het gebouw gebeurt er immers volledig natuurlijk en is geïnspireerd op de luchtcirculatie in termietenheuvels. Ook de Namibische woestijnkever vormt op zijn beurt een rechtstreekse inspiratiebron om bijvoorbeeld uitermate efficiënt waterdamp te oogsten van gevels op gebouwen. Of: hoe de natuur als eindeloze bron voor vernieuwende, architecturale inspiratie kan zorgen.

Dat biomimetica omwentelingen teweeg kan brengen in architectuur, staat buiten kijf. Neem nu CO2: terwijl de mens de CO2 uitstoot drastisch tracht te beperken, maakt de natuur er handig gebruik van. Planten hebben het nodig maar bijvoorbeeld ook koraalriffen die CO2 gebruiken om zo een cementachtige substantie te vormen waarmee ze zich aan mekaar rijgen. Brent Konstanz, een expert in koraalriffen, ging aan de slag met het idee en ontwikkelde een nieuwe ‘groene cement’ die voor de productie ervan het wordingsproces van een koraalrif emuleert. Het resultaat is een cementachtige substantie die per geproduceerde ton zelfs een halve ton CO2 zou absorberen. Dit in tegenstelling tot traditionele cement die gemiddeld één ton CO2 uitstoot om één ton cement te produceren. In de praktijk loopt het uiteraard allemaal zo een vaart niet. Nieuwe materialen brengen nieuwe uitdagingen met zich mee. Onderzoek op het vlak van stabiliteit, draagkracht en duurzaamheid zijn uiteraard cruciaal om de levensvatbaarheid van dit soort projecten te staven. Het feit dat initiatieven als dat van Brent Konstanz worden bedacht, geeft echter toch stof tot nadenken, namelijk het feit dat architectuurprojecten anno 2015 een stuk schoner (‘schoon’ als in milieubewust) zouden kunnen dan tot nu het geval was.

Holistische visie Bottom line: of u als architect nu aan de kant van de believers of non-believers staat op het vlak van biomimetica: feit is dat de discipline ook binnen architectuur grenoverschrijdend kan werken. Het verenigt mensen uit verschillende disciplines waaronder architecten, biologen, productontwikkelaars, ... Zo ontstaat een soort van holistische visie die tot een sterker architecturaal resultaat kan leiden.

© ‘Biomimicry Institute’

Groene cement

Het Eastgate Centre in Harare (Zimbabwe) is een schoolvoorbeeld van biomimetica. De airconditioning van het gebouw gebeurt er immers volledig natuurlijk en is geïnspireerd op de luchtcirculatie in termietenheuvels.

21


22 INSPIRATIE


In een groen kleedje In het kader van de rubriek Inspiratie focussen wij deze keer op vier voorbeeldprojecten met een eigentijdse en duurzame aanpak. In de stad of op het platteland. In Brussel, de bouw van een gemengd gebouw aan de rand van het kanaal door B612associates en een eco-voorbeeldgebouw van het bureau Ledroit-Pierret-Polet. In Antwerpen, het project van Sculp(IT), winnaar van Batifaรงade 2015, voor de grootste opendraaiende ramen ter wereld, uitgevend op de tuin. En in de Condroz, een kweektuin getekend door Specimen architects, waarvan de stijl eveneens sterk contrasteert met de gangbare normen. Eclectische en innoverende projecten waarin prioriteit wordt gegeven aan laag energieverbruik en interactie met de natuurlijke en/of stedelijke omgeving. TEKST: CATHERINE CALLICO

23


24 INSPIRATIE

MILIEULOKET EN WONING SINT-GILLIS (1060 BRUSSEL) Het project voor een loket voor duurzame ontwikkeling en een woning is een onderdeel van het wijkcontract “Alsemberg-Park�. Dit loket voor duurzame ontwikkeling heeft onder andere als taak particulieren te informeren over manieren om de energieprestatie van hun woning te verbeteren. De renovatie/bouw van het gebouw, tussen gemeenschappelijke muren, wil een voorbeeldfunctie vervullen voor de gemiddelde Brusselse gezinnen. Het nieuwe gebouw, een klaslokaal achteraan het perceel, is gebouwd volgens de passiefstandaard, terwijl het voorste gedeelte gerenoveerd wordt volgens de standaard zeer laag energieverbruik. Op de tweede en derde verdieping komt er een appartement voor een gezin. De energie- en milieuprestaties van het project zijn gewaarborgd dankzij het hoogwaardige isolatiesysteem en de goede luchtdichtheid van het gebouw. Het project is eveneens voorzien van een systeem van zonnepanelen en een infiltratiebak voor de opvang van regenwater.


NAAM VAN HET BUREAU: BUREAU D’ARCHITECTURE LEDROIT - PIERRET - POLET WWW.LEDROIT-PIERRET-POLET.COM BESCHRIJVING: RENOVATIE/BOUW VAN HET LOKET VOOR DUURZAME ONTWIKKELING EN EEN WONING OPDRACHTGEVER: GEMEENTE SINT-GILLIS BELGIË 2009-2012 © BUREAU D’ARCHITECTURE LEDROIT - PIERRET - POLET

Het project is gelegen in het historisch centrum van Sint-Gillis, in een GCHEW (gebied van culturele, historische en/of esthetische waarde). Het wordt in de plaats geïntegreerd met behoud van de bestaande bouwprofielen. De straatgevel werd behouden, maar de benedenverdieping werd aangepast om het gebouw een nieuwe identiteit

te geven en personen met beperkte mobiliteit toegang te geven vanaf de straat. Daarnaast werd de binnenkant van het huizenblok vrijgemaakt voor beplantingen in het midden van het perceel, met speciale aandacht voor biodiversiteit.

ISOLATIE Als een van de wereldspelers op het gebied van PIR isolatieproducten beweegt IKO enertherm zich voortdurend in de voorhoede inzake innovatieve research & ontwikkeling. Wij investeren al onze menselijke en materiële middelen, onze kennis en ervaring om de limieten van onze isolatieproducten te verleggen, met als doel steeds betere prestaties, lambdawaarden en verbeterde efficiëntie. Dat is onze bijdrage aan een duurzame wereld.

Presteren is grenzen verleggen EEN OPLOSSING VOOR ELKE TOEPASSING

www.enertherm.eu

ATAB n.v. - d’Herbouvillekaai 80 - 2020 Antwerpen - België Tel. +32 (3) 248 30 00 - Fax +32 (03) 248 37 77 - info@atab.be - www.atab.be

25


26 INSPIRATIE

BOOMKWEKERIJ VOL LICHT OCHAIN (CONDROZ)

Boomkwekerij Degive ligt midden in Ochain, een dorp in de Condroz, en is gevestigd in een typische oude hoeve die gebouwd is met lokale steen van de streek. Het architecturale ontwerp betrof een uitbreiding die zal dienen als verkoopruimte. Het nieuwe volume trekt de lijnen van het bestaande gebouw door, in een bewust uitgepuurde volumetrie. De omsluiting van het hoofdgebouw zorgt voor meer circulatieruimte en heeft geleid tot een nieuwe ingang. Om de kosten binnen de perken te houden bestaat de uitbreiding uit stalen dragers waarop panelen in doorschijnend polycarbonaat zijn bevestigd. Dit is een relatief goedkoop materiaal dat voor een gefilterd licht in de binnenruimtes zorgt, ideaal voor het uitstallen van planten en tuinbouwproducten. Speciale aandacht is besteed aan de uitvoering van de assemblagedetails om de ribben van de constructie goed te doen uitkomen. De lichte en zeer sobere constructie is perfect geĂŻntegreerd in de omgeving en contrasteert opvallend met de natuursteen van de boerderij. De perceptie wijzigt volgens het moment van de dag en de seizoenen. Het doorschijnende volume overdag licht ‘s nachts op en maakt de ingang meteen zichtbaar, zonder uithangbord.


NAAM VAN HET BUREAU: SPECIMEN ARCHITECTS (NAMEN) WWW.SPECIMENARCHITECTS.COM BESCHRIJVING: UITBREIDING BESTEMD ALS VERKOOPRUIMTE VAN DE BOOMKWEKERIJ OPDRACHTGEVER: PÉPINIÈRE PIERRE DEGIVE BEDRIJF: VINK (DOORSCHIJNENDE POLYCARBONAATPANELEN VAN 55 MM) BELGIË 2007-2009 © VALENTIN BIANCHI

Inclinaison de la façade d’entrée > toiture double pente Helling van de toegangsgevel > dak met dubbele helling

Etirement de la toiture existante

Verlening van het bestaande dak

Allongement du volume existant

Verlenging van het bestaande volume

Allongement du volume existant

27


A

28 INSPIRATIE

GLAZEN GEVEL ANTWERPEN In het renovatieproject van dit herenhuis, de winnaar van Batifaçade 2015, werd de straatgevel intact gelaten, in tegenstelling tot de radicale ingreep van het Antwerpse bureau Sculp(IT) aan de kant van de tuin, waar het grootste opendraaiende raam ter wereld werd geïnstalleerd, met een breedte van 3 m en een hoogte van 6 m. Deze aanpak komt de ruimte, de lichtinval en de interactie met de buitenwereld ten goede.

Gelijvloers

Aangezien werd uitgegaan van een bel-etage, werd een nieuwe verdieping ingericht aan de kant van de tuin om een rechtstreekse verbinding

met het gebouw tot stand te brengen. Daartoe werd het onderste gedeelte van de achterzijde van het gebouw afgebroken. Het was ook de bedoeling om de oude constructie een moderne toets te geven - deels door de soberheid en het eigentijdse uitzicht van de materialen, en in het verlengde daarvan, door middel van details. Het raam heeft daardoor de T-vorm van het traditionele standaarden behouden. Ook in het oorspronkelijke gedeelte van het gebouw werden architecturale elementen en de bestaande vloeren gerenoveerd.


Om de verschillende verdiepingen met elkaar te verbinden en voorrang te geven aan het zicht op de tuin, hebben de architecten de achterzijde van de woning als een triplex ontworpen. Op de benedenverdieping bevinden zich nu een gezellige keukenhoek en eetplaats, naast de bergingsruimtes en de garage. Op de eerste verdieping beschikt het oude gedeelte over een eetkamer en een salon - eveneens met zicht op de tuin - en is het nieuwe gedeelte voorzien van een hangend bureau. Op de bovenste drie verdiepingen zijn er telkens twee grote kamers met badkamer.

NAAM VAN HET BUREAU: SCULP(IT) WWW.SCULP.IT BESCHRIJVING: HERSCHIKKING VAN DE ACHTERGEVEL EN INSTALLATIE VAN EEN GROOT OPENDRAAIEND RAAM VAN 6 × 3 METER. OPDRACHTGEVER: BUILT BEDRIJVEN: ODS JANSEN, SAINT-GOBAIN, BORETTI VADENA, AGA, SMEG, ATAG. BELGIË 2014-2015 © THOMAS NAGELS

Your Outdoor in Style Algarve®

Algarve® Roof

Camargue®

Lagune®

Lagune® Pure

www.renson-outdoor.be focus_170x126_0415.indd 1

29/04/15 08:20

29


30 INSPIRATIE

VERGROENING VAN HET KANAAL, PROJET LIVERPOOL MOLENBEEK

Dit bouwproject van een gemengd gebouw van 2000 m² (parking niet meegerekend) wordt ingeplant in Molenbeek, op de hoek met het kanaal Brussel-Charleroi, in een industriële wijk die volop wordt geherwaardeerd. Het is meer bepaald de bedoeling om de zone groener te maken, met buitenruimtes op een perceel van 952 m². Het gebouw is verhoogd aan de hoek van het perceel en op de tweede verdieping verbonden met de twee aanpalende gebouwen, waardoor een portaal op twee niveaus wordt gecreëerd: een naar het Liverpoolplein en een ander naar het kanaal, die beide toegang geven tot collectieve binnenplaatsen en tuinen. Het project werd bedacht in termen van duurzame architectuur. Het ontwerp wil zowel de voorbijgangers als de gebruikers sensibiliseren voor de buitenruimtes, de tuin binnenin het huizenblok, de kwaliteit van de gekozen beplantingen, de aanleg van begroeide daken, het zonne-aanbod, de natuurlijke lichtinval, zachte mobiliteit en een rationele en efficiënte keuze van technieken… In het kader van Batex wordt bovendien een CO2-neutraal gebouw beoogd.

NAAM VAN HET BUREAU: B612ASSOCIATES WWW.ARCHITECTE.B612ASSOCIATES.COM BESCHRIJVING: BOUW VAN EEN GEMENGD GEBOUW AAN DE RAND VAN HET KANAAL IN MOLENBEEK OPDRACHTGEVER: GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK, F.O.D. MOBILITEIT EN VERVOER EN BELIRIS BELGIË 2011-2014 © B612ASSOCIATES


31


32 PRIKKEL

JASPER MORRISON Tot 13/09 CID-Grand-Hornu www.cid-grand-hornu.be/ Deze eerste retrospectieve gewijd aan de designer Jasper Morrison (Londen, 1959) blikt terug op een loopbaan van 35 jaar aan de hand van een selectie meubels, keukengerei en huishoudapparaten. Deze stukken worden aangevuld met archiefdocumenten, gepresenteerd in een speciaal voor deze expositie ontworpen installatie. Door het nuttige - de eerste prioriteit - te combineren met het mooie heeft hij samengewerkt met belangrijke uitgevers in Europa, waaronder Cappellini, Alessi, Flos, Magis en Vitra, alsook met Aziatische merken als Muji, Samsung en Sony.

Caleidoscoop Groene architectuur, designiconen, kunst in verbluffende plaatsen, in de stad of op het platteland. Evenveel culturele gelegenheden om van het mooie seizoen te genieten. TEKST & SAMENSTELLING: CATHERINE CALLICO

RÉENCHANTER LE MONDE Tot 04/10 CIVA www.civa.be Deze tentoonstelling, georganiseerd door de Parijse Cité de l’Architecture et du Patrimoine, met 40 laureaten (2007-2014) van de Global Award for Sustainable Architecture, plaatst vraagtekens bij de taak van de architect in een belangrijke overgangsperiode aan de hand van onder meer demografische, stedelijke, ecologische, energetische en industriële illustraties. Deze architecten uit de hele wereld met hun bijzondere aanpak hebben een Manifest opgesteld voor een weerstandsarchitectuur die de realiteit omvormt in haar meest cruciale uitdagingen. De tentoonstelling omvat drie delen: het manifest, de wetenschappelijke afdeling (curiosa) en de fragmenten uit de wereld.

BEING URBAN Laboratorium voor stedelijke kunst Tot 04/07 Iselp www.iselp.be

LE CORBUSIER. MESURES DE L’HOMME

Het ISELP stelt dit laboratorium voor stedelijke kunst voor om nieuwe vormen van artistieke integratie in de stad te stimuleren, in het bijzonder in Brussel. Sinds 2000, het jaar waarin de Belgische hoofdstad de titel van “Europese cultuurstad” droeg, krijgt de openbare kunst er nieuwe vormen. Het ISELP zal in zijn gebouwen een reeks conferenties, ontmoetingen, discussies en workshops organiseren tussen inwoners, kunstenaars en experts. Uit het veelzijdige aanbod vermelden we een cartografie van de openbare kunst in Brussel vanaf 2000, een webradio van The Mental Masonry Lab (Cédric Noël & Mira Sanders) met de poëtische activatie van de openbare kunstboeken van het instituut, een gamekiosk over “de Stad” gecreëerd door Sans-Titres, een stedelijk “afleidingsspel” van Jérôme Giller…

Tot 03/08 Centre Pompidou, Parijs www.centrepompidou.fr Charles-Edouard Jeanneret, alias Le Corbusier, wil het Centre Pompidou het werk van deze meester van de moderniteit benaderen vanuit het oogpunt van de menselijke proporties, waarbij het menselijk lichaam geldt als universeel principe dat alle dimensies van de architectuur en de ruimtelijke compositie bepaalt. Het ontwerp van de Modulor (1944), het silhouet van een menselijk lichaam van 1,83 m, formaliseert een systeem van verhoudingen gebaseerd op de gulden snede, waarmee alle ruimtelijke constructies rechtstreeks in harmonie kunnen worden gebracht met de menselijke lichaamsbouw. De tentoonstelling keert terug naar de bronnen van de conceptie van het lichaam bij Le Corbusier, een lichaam in beweging dat zijn begrip van euritmie (één van de vijf fundamenten van de architectuur, het “goede ritme”, de verhouding) bepaalt.

BIENNALE ARTour - HOMO FABER Van 27/06 tot 30/08 In de centrale regio van La Louvière (7100) www.ccrc.be/

Tijdens de zomerbiënnale ARTour - art contemporain et patrimoine, die plaatsvindt in de centrale regio van La Louvière, zullen talrijke musea, verbluffende plaatsen en gebouwen, publieke ruimten, enz. tentoonstellingen en installaties verwelkomen. Het is eveneens een gelegenheid om de landschappelijke en architecturale diversiteit van de regio te ontdekken. Het thema van 2015, Homo faber, werpt via de kunstwerken een kritische, of zelfs ironische blik op de hedendaagse houding ten opzichte van het werk en klaagt onder meer de dictatuur van de markt, de vervreemding en de absurditeit van bepaalde taken aan. Het verwijst ook naar het plaatselijke mijnbouwverleden.


QUAND L’ARCHITECTURE EFFACE LE HANDICAP Tot 20/06 Maison de l’Architecture et de la Ville, Lille www.mav-npdc.com

V+ Van 18/06 tot 20/09 Bozar Architecture www.bozar.be Deze eerste monografische tentoonstelling gewijd aan het architectenbureau V+ presenteert projecten in de ontwerpfase, in aanbouw of recent voltooid. Maquettes, installaties, plannen, foto’s en video’s onthullen de krachtlijnen van grootschalige projecten, zoals de kantoren van MAD Brussels of de unieke aanpak van het bureau, die de limieten van de architectuur overstijgt.

De tentoonstelling onderzoekt de manier waarop architectuur handicaps kan integreren in de ontwerpen, en integratie kan bevorderen, aan de hand van een twintigtal lokale en internationale realisaties. Daarnaast zullen tijdens een ronde tafel vragen besproken worden die worden opgeroepen door op handicaps afgestemde architectuur, die meestal beperkt blijft tot het toevoegen van elementen aan gebouwen - zoals liften, toegangshellingen of beschermende barrières -, die de handicap nog meer stigmatiseren ten koste van architecturale coherentie.

Ailleurs... OF BUTTERFLIES AND ANTS

➔ Elders

Tot 13/09 Design Museum www.designmuseumgent.be In 2015 is het 60 jaar geleden dat Arne Jacobsen de mythische Butterfly-stoel ontwierp. Voor die gelegenheid heeft de fabrikant Fritz Hansen twee feestedities ontwikkeld: een robuuste ‘mannelijke’ versie met een blauwe zitting en bruine poten en een zacht roze ‘vrouwelijke’ versie met vergulde poten. Evenmin te missen is het project “Deense vlinders van hout” van de studenten van het Interior & Design Thomas More University College Mechelen, gemaakt van gebruikte zittingen van Butterfly-stoelen, omgevormd tot andersoortige schepsels. Of de installatie “Copy Right» (2006) van Superflex, op basis van Ant-stoelen van Arne Jacobsen. De Deense kunstenaar gebruikte een handzaag om de zitting van 80 gekleurde mieren te veranderen naar het voorbeeld van het originele model, waarmee hij het behoud van de authenticiteit en het recht om te kopiëren en/of te vervormen in vraag stelt.

Un bâtiment, combien de vies ? La transformation comme acte de création, tot 28/09, Parijs, Paris, www.citechaillot.fr

Treasury. Highlights from the architectural history of the Netherlands, tot 10/09/17, Rotterdam, www.hetnieuweinstituut.nl

System Design. Over 100 Years of Chaos in Everyday Life,

tot 07/06, Museum voor Toegepaste Kunst Keulen, www.museenkoeln.de/museum-fuer-angewandte-kunst

Making Africa. A Continent of Contemporary Design, tot 13/09, Vitra Design Museum, Weil am Rhein (Bazel) www.design-museum.de

21st Century. Design after design, Triennale di Milano, HANS OP DE BEECK : DECORS ET FIGURANTS Tot 14/11 Kasteel van Chimay www.chateaudechimay.be Het onlangs gerenoveerde kasteel van Chimay verwelkomt een expositie van de veelzijdige en internationaal befaamde Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck: sculpturen, installaties, video’s, foto’s, animatiefilms, tekeningen, schilderijen, geschriften. Zijn werk stelt de complexiteit van onze hedendaagse wereld op tragikomische wijze in vraag. Hans Op de Beeck voert hier een dialoog in tussen het oude erfgoed van het kasteel en zijn in grijs gips gesculpteerde figuranten. De figuren van menselijke grootte lijken in introspectie verzonken, zwevend in de tijd. Niet te missen zijn onder andere het werk “Lounge” (2014), dat een neoklassieke kamer in ware grootte met gesculpteerde elementen vertegenwoordigt: een Chesterfield-sofa en tal van kleine voorwerpen.

tot 12/09, Milaan, www.triennale.it

Casa Bloc Museum, Apartment 1/11, permanent bezoek, Designmuseum van Barcelona, www.museudeldisseny.cat

New London awards,

tot 14/08, www.newlondonarchitecture.org/programme/ exhibitions/2015/new-london-awards

33


34 PRIKKEL

THE ART OF FOLDING. CREATIVE FORMS IN DESIGN & ARCHITECTURE Jean-Charles Trebbi Promopress, 30€ De origamivouwkunst bleef lange tijd beperkt tot creaties met papier, maar is vandaag verruimd tot andere creatieve domeinen, waaronder design en architectuur, waarbij materialen zoals karton, metaal en kunststof worden gebruikt. Dit rijk geïllustreerde boek gaat in op deze evolutie en geeft een overzicht van de creatieve mogelijkheden via gesprekken met professionals.

LEZEN! Volkse en kubistische architectuur van Ibiza, de utopische visies van de 20ste eeuw, de demonteerbare huizen van Jean Prouvé, architecturale vouwkunst en andere eclectische benaderingen van de architectuur. TEKST & SAMENSTELLING: CATHERINE CALLICO

UTOPIE ET RÉALITÉ DE L’URBANISME. LA CHAUX-DE-FONDS, CHANDIGARH, BRASILIA Kornelia Imesch (red.) Infolio, 26€ Dit boek onderzoekt de drijvende kracht van de utopische visie bij architecten en stedenbouwkundigen van de 20ste eeuw aan de hand van drie exemplarische steden: La Chaux-de-Fonds, Chandigarh en Brasilia. De bijdragen focussen op een brede waaier van problemen, fenomenen, voorstellings- en interpretatiemedia verbonden met deze steden, maar ook met de hedendaagse stad en stedenbouw in het algemeen: stedenbouw die de spanningszones tussen utopie en realiteit onderstreept en de stad als entiteit in wording en beweging, waar de culturele en sociale veranderingen worden uitgekristalliseerd.

100 CONTEMPORARY CONCRETE BUILDINGS Philip Jodidio Taschen, 39,99€ Dit tweedelige boek presenteert belangrijke architecturale realisaties in beton van de laatste jaren, ontworpen door beroemde namen als Zaha Hadid, Herzog & de Meuron en Steven Holl, maar ook door verrassende nieuwkomers zoals de Russen van SPEECH, Rudy Ricciotti in Frankrijk, of zelfs kunstenaars als James Turrell, die de beroemde betonnen spiraal van Frank Lloyd Wright uit het Guggenheim in New York gebruikt heeft als decor voor een van zijn meest opvallende werken.

RAOUL HAUSMANN. APRES DADA Bargues Cécile Editions Mardaga, 35€ Raoul Hausmann, vooraanstaand dadaïstisch kunstenaar van de 20ste eeuw, tegelijk schrijver, fotograaf en beeldend kunstenaar, gaf Dada een ruimere inhoud. Na de brand van de Rijksdag ontvluchtte hij nazi-Duitsland waar hij vanaf 1933 als ‘ontaard’ kunstenaar werd bestempeld. Hij vestigde zich op Ibiza waar hij geboeid werd door de volkse, kubistische en tijdloze architectuur van het eiland. Hij fotografeerde de witte huizen en schreef een antropologische studie. Dit boek, gebaseerd op onuitgegeven archiefmateriaal, laat Hausmann ook in gesprek gaan met tijdgenoten als Jean Arp, Tristan Tzara, Carl Einstein, Otto Gross, Leo Frobenius en Walter Benjamin.


DESIGN HOTELS BOOK 2015 Gestalten Editions, 59€ De nieuwste editie van het Design Hotels Book presenteert 279 hotels in 50 landen ontworpen door designers volgens soms revolutionaire concepten. Voorts een selectie van tien ‘creatieve genieën’ die richtinggevend zijn voor de designwereld vandaag. Voor dit jaar gaat het om Piet Boon, Joseph Dirand, Sir Terence Conran, Patricia Urquiola, Piero Lissoni, Studio Campana, Autoban, WOHA Architectes, Neri & Hu en Suyong Joh.

EXTENSION DU DOMAINE DE L’URBANISME Frédéric Bonnet Editions parenthèses, Coll. Projet urbain, 14€ Frédéric Bonnet, winnaar van de Grand Prix de l’urbanisme 2014, stelt voor het rurale te zien als verlenging van de stad, de stadsranden en de omringende natuur als structuur van de stedelijkheid en ondersteuning voor zachte verplaatsingen, en het inperken van de risico’s als motor voor een geleidelijke verbetering van het woongebied. Het doel is dat elke architecturale actie het stedelijke dient, en dat moeilijkheden worden aangegrepen om ontwerpen op een andere manier te benaderen, economisch, sober soms, maar altijd efficiënt opdat duurzaamheid een bron van inventiviteit en plezier wordt.

En ook nog... Le populisme esthétique - L’architecture comme outil identitaire, Federico Ferrari, Infolio, www.infolio.ch, 17€

Guide d’architecture moderne et contemporaine : Mons & Cœur du Hainaut, Editions Mardaga, www.editionsmardaga.com, 35€

Aménagement des grands paysages en France, Jean Cabanel, Ici Consultants, www.eyrolles.com, 36€ The contemporary home, Collectif, Te Neues Gb, www.teneues.com, 59,90€

Atlas of european architecture, Collectif, Braun Fr, www.editionsbraun.fr, 78€

De Ledoux à Le Corbusier - Origine et développement de l’architecture, Eric Kaufmann, La Villette Editions, www.paris-lavillette.archi.fr, 19€

The SwissTech Convention Center, Jacques Richter, Ignacio Dahl Rocha, Favre Editions, JEAN PROUVÉ. MAISON DÉMONTABLE 6×6 Patrick Seguin Edition Galerie Patrick Seguin, 32€ In dit mooie boek van Patrick Seguin, uitgegeven door de gelijknamige galerie, worden tien demonteerbare en transporteerbare huizen gepresenteerd, die vanaf 1944 ontworpen werden door de beroemde designer en kunstsmid uit Nancy. Deze paviljoenen, bedoeld als snelle en tijdelijke huisvesting na de oorlog, konden door twee personen in één dag worden gemonteerd op de plaats zelf van de verwoeste huizen. De prioriteit voor woningen uit harde materialen verklaart waarom deze paviljoenen slechts in kleine reeksen werden geproduceerd.

www.editionsfavre.com, 36€

Manuel de thermique du bâtiment - Cours, exercice, méthodologie, Alain Triboix, Editions Eyrolles, www.eyrolles.com, 39€

Ventilation mécanique contrôlée dans le résidentiel Conception, mise en œuvre et entretien, V. Leprince, A.M. Bernard, Centre scientifique et technique du bâtiment (CSTB), www.cstb.fr, 22€

35


36 MATERIAAL

Creativiteit

is nog altijd de core business van de architect

Het paspoort van elk gebouw is de gevel. Een ‘lelijke’ of opzichtige gevel blijft in het geheugen geprent. Gevels geven de plek identiteit en betekenis. Jawel, gevels zijn wispelturig, ze veranderen met de grillen van de tijd. Baksteen, betonsteen, crepi, arduin, cederhout, composiet, het houdt gewoon niet op. De nieuwe materialen vallen als manna uit de hemel. TEKST: PHILIP WILLAERT

© alexandre zveiger - Fotolia.com ET © illustrez-vous - Fotolia.com

F

abrikanten zoeken zich suf om telkens weer met een nieuw snufje uit te pakken. Aan architecten om hiermee om te gaan, zich niet te laten opjutten en afgewogen hun keuzes te maken. Want niet elk materiaal lijkt zich in elke omgeving in te passen. Laten we de context spelen of huldigen we fuck the context? De rol van de architect komt er op neer keuzes te maken, maar ook om grenzen te overschrijden. De weg van de middenmoot is de veiligste weg. Tegelijkertijd ook de saaiste. Het komt er op aan telkens opnieuw vragen te stellen. Kritische vragen om niet in routine en herhaling te vervallen. Creativiteit is nog altijd de core business van de architect. Over technieken hoeft hij zich geen zorgen te maken, die zijn er gewoon. Dat in de huidige context van lage energiewoningen gecommuniceerd wordt rond het E-peil is niet helemaal correct. De schil is omzeggens nog veel belangrijker en standvastiger. Architectuur gedraagt zich door toepassing van vouwluiken en rechtschuivende luiken als een huid. Bovendien hebben luiken een grote architecturale impact. Het Jeugdhuis in Mainz laat ons dit in zijn volheid proeven. We zien dat de vouwluiken prachtig in het vlak vallen en de architectuur een grote vormelijke dynamiek meegeeft. En wat doen we in godsnaam met het zwembad? Goeie vraag! Net zoals de flatscreen televisie en het opberghok in de tuin is het zwembad een onding van jewelste. Koolhaas verhuisde het kunstmatig streepje water spontaan naar het dak. Hij had er gewoonweg een hekel aan. En toch wist hij geniaal te wijken. Zwembaden! Kunstenaar David Hockney heeft ze aanzien gegeven en de cinema schiep er een broeierig sfeer rond. Liefde en misdaad rond het zwembad, we hoeven er geen tekening bij te maken. Groen willen we allemaal. Nu de ruimte schaars is, is de jacht op groen open. Groendaken zijn geen uitzondering meer. Een kropje sla van het dak smaakt even goed als uit de aardse moestuin. Het groenverhaal in de stad heeft vele gezichten. De daktuinen bufferen het hemelwater en geven onze volksgezondheid rust en vree. De groenproblematiek is er een stuk ingewikkelder op geworden. Daktuinen, verticale tuinen, volkstuinen, groene stapstones, groene linten rond de stedelijke agglomeraties, nooit was het groenverhaal zo complex en omvangrijk.


Het zwembad als magisch paradijs? Zwembaden zijn verkrijgbaar in de meest uiteenlopende verschijningsvormen en types, afhankelijk van de grootte en de wijze waarop het zwembad constructief in elkaar zit. Met de aanhollende zomer voor de deur hebben we best trek in een frisse duik. Toe maar!

O jawel, zwembaden hebben iets magisch. Dat rimpelend wateroppervlak alleen al tegen een azuurblauwe achtergrond doet snakken naar alle verleidelijke heerlijkheden op aarde. David Hockney kon het niet beter verbeelden. In de jaren ‘60 schilderde hij talloze zwembaden in welvarend Californië met veel gevoel voor ruimte en doordrenkt van heel veel licht. Een zorgeloze leefwereld. Baudelaire zijn gedicht Luxe, calme et volupté sluit hier schitterend op aan. De zoetheid van water en omgeving in 1904 zo fraai geschilderd in het gelijknamige tableau van Henri Matisse. Bij de gedachte aan zwembaden denken we evenzeer aan Villa Dall’ Ava. Zwemmen op het dak van een woning in het Franse Saint Cloud, een ontwerp (1984-1990) door Rem Koolhaas. De villa ligt op een heuvel steil naar de Seine hellend. De eigenaar wilde een glazen huis met een zwembad op het dak, en twee gescheiden appartementen. Vanaf het zwembad op het dak heb je een panoramisch uitzicht over het landschap met Parijs als onuitwisbare skyline. Ook de Eiffeltoren is te zien vanuit het ongeloofwaardige zwembadwater dat als een Hockney-schilderij oplicht. Het bouwproject werd een bijna mythologische onderneming. Zes jaar sleepte Koolhaas de woning achter zich aan, zes jaar slepende procedures. In zijn publicatie S, M, L, XL bekent Koolhaas : «Ze wilden een zwembad op het dak, wat ik erg onplezierig vond, omdat ik voor een keer wel eens een project zonder zwembad wilde doen.» Inderdaad, architectuur is soms een chaotisch avontuur. Of om het met de woorden van de Nederlandse architect te zeggen, architectuur is een riskante mengeling van almacht en onmacht.

Taj Mahal Maar nu even droog ter zake. Wie een zwembad wil installeren moet zich er wel even voor gaan zetten. De informatie hieromtrent is ronduit overstelpend. Geen makkie om in dit woud je weg te vinden. Een bescheiden poging hiertoe leert algauw dat er een paar categorieën te onderscheiden zijn. We gaan het hier niet hebben over opblaasbare zwembaden. Die zijn leuk voor de kids, maar vallen buiten het architecturaal discours. Zwemvijvers daarentegen bieden vaak een mooie architecturale context. Water en architectuur is veelal een goed huwelijk. Denk maar aan het beroemde voorbeeld van de Taj Mahal. Een streepje water brengt magie. Een zwemvijver oogt ogen natuurlijker dan het klassiek buitenzwembad. Voor welk wat wils, zover is zeker. Zorgeloos zwemplezier, dat is wat een zwemvijver beoogt. Een zwemvijver noemen we ook wel een ecologisch zwembad. Fijn natuurlijk zo’n waterpartij het hele jaar door met een minimum aan onderhoud. Dat is ook het belangrijkste kenmerk, zeker in vergelijking met een regulier zwembad waar onderhoud en dus extra kosten aan zijn verbonden. In de ecologische zwemvijver is er de natuurlijke filtering van het water zonder toevoeging van chemische producten.

Monoblockzwembaden De meeste monoblockzwembaden zijn van polyester. De term monoblock - of monobloc - duidt op de kuip die uit een stuk bestaat. Omdat ze in hun geheel vervoerd worden, zijn de afmetingen gelimiteerd. Sommige fabrikanten proberen deze beperking te omzeilen door monoblocksystemen uit verschillende delen aan te bieden. Een monobloc zwembad heeft het grote voordeel dat het snel kan worden geïnstalleerd. Amper een week na het graafwerk zwem je al vrolijk rond. Andere mogelijkheid is het zwembad op maat te metsen of te gieten. De verdere afwerking

Villa Dall’ Ava © OMA

Villa Dall’ Ava © Video van Meert Bruno

gebeurt met polyester en een coatinglaag, met tegels, mozaïek of een waterdichte liner. De snelle plaatsing vormt een belangrijke troef van monoblockzwembaden. Bovendien is de afwerking van het zwembad erg strak. Het oppervlak van de kuip is spiegelglad en naadloos in zijn uitvoering.

Bouwkundige zwembaden Deze zwembaden worden ter plaatse gegoten in gewapend beton, hierdoor heeft de klant volledige vrijheid in afmeting, diepte en afwerkingen van het zwembad. Deze gewapende betonconstructie wordt uiterst nauwkeurig uitgevoerd. Zeer belangrijk is dat de gewapende betonconstructie op zich waterdicht is. Een bouwkundig zwembad staat garant voor kwaliteit en stevigheid. Een lange levensduur wordt hierdoor gegarandeerd. Een bouwkundig zwembad kan afgewerkt worden met glas mozaïek of liner. Bij beide afwerkingen bieden zwembadbouwers u een waaier van kleuren en motieven aan, volledig naar uw wens, zodat uw zwembad altijd een persoonlijke uitstraling heeft.

Verschillende afwerkingen Een bouwkundig bad kan u laten afwerken met glasmozaïek. Gebruik enkel hoogwaardige en kwalitatieve producten. Het gebruik van epoxy lijm en epoxy voegen biedt zijn voordelen. Epoxy is bestand tegen temperatuurschommelingen en chemische producten zoals chloor. Hierdoor wordt kwaliteit gegarandeerd! Een bouwkundig bad kan u laten afwerken met een gewapende liner, deze wordt ter plaatse gelast en garandeert zo zijn volledige waterdichtheid.

37


© LIEUSAINT

38 MATERIAAL


Lang leve luiken! Façades geven identiteit. Heel wat architecten zijn daar op uit en bedenken de meest uiteenlopende oplossingen. Was tot voor kort crepi de oplossing, dan is dat morgen weer baksteen of cederhout. Inderdaad alles komt terug, de renaissance van alles en nog wat is zeer toepasselijk wat gevels betreft. In deze rubriek vragen we onder meer uw aandacht voor vouwluiken en rechtschuivende luiken.

OUD PRINCIPE

NIEUW PRINCIPE OUD PRINCIPE

Luiken zijn wel een bijzondere oplossing om gevels te beschermen en te verfraaien. Beschermen tegen oververhitting, verfraaien door de strakke wijze van opstelling en articulatie binnen het architectonische geheel. Luiken zijn voor gebouwen wat voor de mens de huid is. Ze openen en sluiten zich al naargelang de omstandigheden en zorgen tevens voor de nodige veiligheid want luiken zijn vergrendelbaar en geven ongewenste bezoekers en blikken geen kans. NIEUW PRINCIPE

© LIEUSAINT

Massief effect Wat maken luiken zo aantrekkelijk? We vroegen het aan Manu Vanoverbeke CEO van ROB-systems. Het bedrijf heeft zich sinds enkele decennia gespecialiseerd in beslag voor alles wat maar beweegt en schuift van hekken tot vouwdeuren over rechtschuivend beslag en intern transport. Rollen en rails maken er de hoofdmoot van uit. «Vooral vouwluiken zijn erg sexy voor de architectuur omdat ze perfect in het vlak vallen. Het jeugdhuis Don Bosco in Mainz is daar een heel mooi voorbeeld van en toont de gretigheid waarmee de architecten in hun project de architecturale meerwaarde ervan hebben ontdekt.» Het voorbeeld in Mainz kent vele navolgers onder meer de Bibliothèque Nationale de France waar aluminiumbeslag voor de vouwdeuren plaats maakt voor inox. Het door de fabrikant ontwikkelde beslag heeft bovendien nog een extraatje achter de hand. Zo kunnen de luiken in lengte op elkaar aansluiten om het sculpturale en massieve effect helemaal in de verf te zetten. Dat lijkt eenvoudig, maar dat is het technisch zeker niet.

© LIEUSAINT

© LIEUSAINT

Detail van het glijdende vouwflapje

39


© Rockpanel

Wat moet een architect over luiken weten? Manu Vanoverbeke: «Het feit dat de vouwluiken in open toestand haaks op het gebouw staan geeft de architectuur een wisselende identiteit. Wat zeer nuttig is voor architecten is de oppervlakte van de vleugels alsook het gewicht. Het ideale gewicht ligt tussen 20 tot 40 kg. Dat is van belang om de zwaarte van de profielen en de rollers hier op af te stemmen. De deurvleugels zijn doorgaans van hout of aluminium, een combinatie van de twee kan natuurlijk ook. Vouwluiken geven de architectuur die extra uitstraling.»

© Rockpanel

40 MATERIAAL

Rollers & rails

Fabrikanten ervaren dat architecten de toepassing van luiken nu voluit beginnen te benutten en te smaken. Dat daarbij het functionele gepaard gaat met het esthetische is mooi meegenomen. Het basissysteem bestaat al generaties. Het draait allemaal om rollers, rails, beugels en geleiders. Slankheid, onzichtbaarheid en samenvallen met het vlak zijn de absolute teasers. Bij vouwluiken is dit perfect mogelijk, bij rechtschuivende luiken blijven de luiken op het muurvlak liggen en zijn ook de rails zichtbaar. Voor puristen onder de architecten is dit net niet puur genoeg. Anders dan bij de vouwluiken schuiven de rechtschuivende ramen voor het raam. Dat kan enkel, symmetrisch of bij plaatsgebrek zelfs telescopisch. Wat ook speelt is de aandrijving, al dan niet met sensoren zodat de huid van elke architectuur zich kan richten naar gelijk welke klimatologische conditie. Er staat wat het luikendomein betreft, zowel voor fabrikanten als voor architecten, nog heel wat te gebeuren.

© Rockpanel

Voor puristen


Een veelheid aan groen

© Peter@vanvlierden.com

Over het vertuinen – of is het vergroenen - van de omgeving denken architecten steeds meer na. Landscaping is iets anders dan tuinieren, het aanleggen van een hortus conclusus of het omspitten van een daktuin. Groenaanleg is meer en meer een complex gegeven. Tuinarchitecten doen vandaag meer dan hun ding en gaan in overleg met architecten en zien vooral de laatste jaren heel wat verandering in het gronaanbod.

Zo is stadstuinieren vandaag een trend. Zo vormt de verticale tuin een frisse oplossing voor balkons. Je ziet ze bij trendy restaurants, op vliegvelden en zelfs in de zorgomgeving. Groene daken die vlinders aantrekken en schaduw bieden, komen steeds meer voor. Maar ook de stadsmoestuin is erg in trek, met als doel: meer woongenot, een beter leefklimaat in de wijk en extra recreatieruimte dichtbij. De stadsmens heeft nood aan een groene omgeving om zich goed te voelen. Een groene wijk is een aantrekkelijke wijk, luieren in de natuur is heerlijk ontspannend, een groenere stad is een schonere stad. Feit is dat planten de luchtkwaliteit verbeteren omdat ze fijn stof verwijderen. Dat je dat allemaal kunt bereiken met je kleine stadstuintje of balkon is al lang geen geheim meer.

Daktuinen Voor het succes van de daktuin zijn verschillende redenen. Zo wil de overheid volgens de richtlijnen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) nadrukkelijk de schaarse open ruimtes vrijwaren. Het RSV wil van de stedelijke gebieden aangename plekken maken om te wonen, te werken en te ontspannen. Daarom voert de overheid hier een aanbodbeleid dat ervoor moet zorgen dat hier meer woningen komen, meer kantoren, frissere stationswijken en een aangename leefomgeving met parken en mogelijkheden tot recreatie. Gevolg: elk plekje - of het nu gaat om een binnenkoer of een stukje dak - komt tegenwoordig in aanmerking om onder handen te nemen. Alle elementen die het wooncomfort kunnen versterken grijpen we aan. Wie de stedelijke omgeving met een scherp oog observeert, ziet dat steeds meer cosy daktuintjes beginnen te ontluiken.

Microtuin Zelfs geveltuintjes dragen ertoe bij, daarom stimuleren veel gemeentes dit. Een geveltuin kleurrijker maken, is niet alleen leuk en makkelijk, het kost ook nog eens weinig tijd. Een klimplant neemt bijna geen ruimte

in, een lang bloeiende struik kleurt een saaie muur en zorgt voor koelte in de zomer. Laat de beperkte ruimte vooral geen belemmering zijn om te kunnen genieten van groen. Geef een klein steuntje om te klimmen en het seizoen start in april al met Clematis alpina en Clematis macropetala en eindigt met winterjasmijn (Jasminum nudiflorum). Zo heb je altijd kleur op je balkon.

Schuurdakje Balkons en patio’s worden vaak gebruikt voor de opslag van huisraad of fietsen. Veel leuker is het om hier eetbare kruiden, groenten en fruit te kweken. Sowieso is het uitzicht stukken beter: met groen valt er wat te genieten. Een verticale tuin staat garant voor een mooie groene muur, jaarrond planten, en hun eventuele opbrengst. Je kunt bijvoorbeeld een groentetafel aanleggen op je balkon. We zien ook steeds meer gebouwen met groendaken in de stad en dat is niet voor niks. Zelfs een klein met groen bekleed schuurdakje kan al bijdragen aan de biodiversiteit in de stad. Vogels en insecten kunnen hier nestelen en foerageren. Muurpeper, vetkruid, huislook, bieslook en steenanjer zijn op zo’n plek helemaal in hun element.

Stadsmoestuin Op veel plekken richten stadsbewoners moestuinen in op braakliggende terreinen, in lege gebouwen, in borders, parken en speeltuinen, en zelfs op daken wordt groente verbouwd. Als elk plat dak in Amsterdam zou worden ingericht als moestuin, zou de stad zelfvoorzienend kunnen zijn voor groente, kruiden en kleinfruit. Je kunt ook groenten verbouwen in de tuin van je drukbezette buurman die er zelf niet aan toekomt. Er zijn zelfs bedrijven met een moestuin. Hoe leuk is dat: planten en zaaien in de moestuin van je baas! Een heel charmant initiatief is de generatietuin: een tuin waarin ouderen samen met kinderen uit de buurt tuinieren. Zij verbouwen groenten en fruit, zaaien kruiden en bloemen, oogsten en eten uit hun tuin. Een gezellige manier van kennisoverdracht.

41


© Peter@vanvlierden.com

42 MATERIAAL Filosofische tuin

Tuinarchitect inschakelen

De filosofische tuin is een tuin met een veelheid aan beelden en teksten. Het is de uitgelezen plek om in alle rust te denken en te filosoferen. Een plek zonder afleiding. De tuin van het Erasmushuis in Anderlecht voldoet aan deze voorwaarde. Niet toevallig werden in 2000 door 4 gerenommeerde - Catherine Beaugrand, Marie-Jo Lafontaine, Perejaume en Bob Verschueren - een aantal filosofische kamers ontworpen. Deze kunstwerken nodigden de toeschouwer uit om te verpozen en te genieten van de voortschrijdende tijd of van gedachten te wisselen met vrienden. Zei Erasmus niet: «Daar waar vrienden zijn, daar is rijkdom».

Een tuinarchitect betekent een meerwaarde in het kwadraat. Hij beschikt over de nodige kennis om een tuinontwerp te maken, rekening houdend met wensen van de bouwheer, budget en onderhoudseisen, de bloeitijden van planten, kleurencombinaties en ruimtelijke effecten. De presentatie op een driedimensionaal beeld van de tuin op verschillende tijdstippen van het jaar neemt bij velen de laatste twijfel weg. Visualisering speelt. Een voorname taak van de tuinarchitect is dat hij de uitvoering goed opvolgt.

Het Parc Jean-Jacques Rousseau in het Franse Ermenonville is nog zo’n monument van bijzondere groenaanleg. In dit wildpark plaatste de markies de Girardin (1735-1808) meerdere fabriques, dat zijn monumenten toegewijd aan een bepaalde waarde, deugd of personage, meestal vergezeld van een steen waarop een gedicht of filosofische gedachte is geschreven. Het park verwierf grote bekendheid omdat Jean-Jacques Rousseau er aanvankelijk begraven werd (in 1794 werden zijn overblijfselen overgebracht naar het Panthéon in Parijs). Een voorbeeld van een fabrique: de moderne filosofie wordt voorgesteld door een Griekse tempel. Op de 6 zuilen staat telkens de naam van een filosoof en een woord dat hem karakteriseert: Newton (lucem), Descartes (nil in rebus inane), Voltaire (ridiculum), Rousseau (naturam), William Penn (humanitatem), Montesquieu (justitiam). De tempel is niet afgewerkt: symbool van het feit dat filosofie steeds blijft evolueren en nooit een eindpunt heeft. Tuinen zijn als we het voorgaande lezen niet zo maar tuinen, ze zijn overdacht en dragen de ziel van de bouwheer. Hoe dan ook tuinen zeggen iets over de bewoners, de bouwheren. En natuurlijk ook iets over de tuinarchitect.

In principe geldt er bij tuin(her)aanleg dezelfde rolverdeling als bij gewone architect en aannemer. De architect tekent het plan, de aannemer voert het uit, de tuinarchitect volgt op. Vaak is de tuinarchitect ook tuinaannemer. In dat geval is de bouwheer op zichzelf aangewezen voor controle op de uitvoering van de werken. Noch tuinaannemer, noch tuinarchitect is een beschermd beroep. Iedereen mag zich zo noemen. Er zijn gelukkig architecten die zich inlaten met de tuinaanleg. Architect Kris Vandecasteele expliciteert wat wel en wat niet kan. Hij wil dat zijn bouwprojecten door de aanleg van groen gerespecteerd blijven en dat de tuinarchitect er mooi op aansluit.

© Peter@vanvlierden.com

Jean-Jacques Rousseau

Verschil tuinarchitect en tuinaannemer?


PUBLIREPORTAGE

D

e juiste atmosfeer creëer je met de juiste esthetische keuzes en composities waarmee functionaliteit en persoonlijke smaak tot uiting komen. Twee karaktertrekken die in perfecte harmonie kunnen samensmelten.

Mapei heeft een oplossing ontwikkeld die uitzonderlijke prestaties en maximale betrouwbaarheid samenbrengt: ULTRATOP LOFT. Dit nieuwe systeem biedt de mogelijkheid ononderbroken oppervlakken met een uitgesproken materic-effect te realiseren. ULTRATOP LOFT is bij uitstek geschikt voor het aanbrengen van decoratieve wanden en vloeren en vloeren die onderhevig zijn aan intensief voetverkeer in bijvoorbeeld winkels, restaurants, onthaalruimten, woonhuizen, hotels en showrooms. Het ULTRATOP LOFT-systeem omvat ULTRATOP LOFT F, een eencomponentcementpasta met een ruwe textuur, en ULTRATOP LOFT W, een eencomponent-cementpasta met een fijne textuur.

Ultratop loft Pasta op cementbasis voor ononderbroken vloer- en wandbekledingen

IN TER IOR LIV ING

Voor beide producten moet een laag van 2 mm dik worden aangebracht om een decoratieve vloer met een strijk- of wolkeffect te verkrijgen. Beide producten zijn verkrijgbaar in wit en natuurlijke kleuren.

www.mapei.be

« Verschillende niveaus binnen één compositie met trappen en opstaande elementen vragen om een nieuwe harmonie binnen het design. De esthetische keuzes voor horizontale oppervlakken kunnen verticaal en in het meubilair worden doorgevoerd voor een verrassend expressieve continuïteit »

ULTRATOP LOFT

Ultratop Loft, eencompononenten pasta op cementbasis, aan te brengen met spatel, voor vloeren en muren met een mooi esthetisch resultaat

43


44 44TETIERE TRAVEL

Bristol 2015,

groene hoofdstad Op minder dan drie uur rijden van Londen mag Bristol zich dit jaar de groene hoofdstad van Europa noemen. De stad pronkt met een eclectische mix van oude en hedendaagse gebouwen. Renovatie wisselt af met nieuwbouw, aan de rand van het water en/of omringd door groen. TEKST : CATHERINE CALLICO

B

ristol is meteen de eerste stad van het Verenigd Koninkrijk die deze titel mag dragen. Als pionier op het gebied van stedelijke leefkwaliteit, met ongeveer 9.000 personen die werkzaam zijn in de low carbon-sector en 50.000 inwoners die duurzame activiteiten beoefenen in sectoren als voeding, design en bouw, blijft de stad haar voorbeeldfunctie vervullen. Op architecturaal vlak treffen we hier een harmonische mix van stijlen aan uit verschillende periodes (georgiaans, victoriaans en hedendaags). De beste manier om zich daar rekenschap van te geven is door de stad te voet of per fiets te doorkruisen.

vooral tot uiting in het interieur door de zuiverheid en het spel van de volumes en de dominante witte kleur. Op de andere oever trekt M Shed, het nieuwe stadsmuseum, alle aandacht naar zich toe. Het is gevestigd in een oude scheepsloods en beslaat 5.300 m² over twee verdiepingen. De renovatie door LAB Architecture Studio had als prioriteit het industriële erfgoed van het bestaande gebouw en de site te respecteren, zonder de werking van een modern museum in de weg te staan. Centraal in het ontwerp stond de creatie van twee aparte ruimtes: de westelijke foyer en de hoofdfoyer die de bezoekers oriënteren en naar een terras leiden dat een panoramisch zicht biedt op Bristol. Neonlampen en gekleurd glas versterken het moderne karakter van de plek.

Dit nieuwe dynamisme is in verschillende wijken tastbaar, onder meer in de havenwijk, die halfweg de jaren 1970 werd Iets verder ligt het wetenschapscentrum gerenoveerd. Oude opslagplaatsen werden At-Bristol, dat de handtekening van Wilkinonder handen genomen door internatioson Eyre draagt. Ook dit is een geslaagd nale architectenbureaus en kregen een voorbeeld van herbestemming dat in 2011 nieuwe invulling in de culturele, recreatieve onderscheiden werd met de Gold Green en gastronomische sfeer. Het Arnolfini, Tourism Award. De structuur in gewapend internationaal centrum voor visuele en beton van de vroegere spoorhangar is gepodiumkunsten, is het uithangbord van restaureerd en naar de haven toegewend. deze vernieuwing. De renovatie ervan Op de eerste verdieping leidt een loopbrug werd toevertrouwd aan David Chippervan de galerij naar een planetarium dat field, die de binnenruimte omvormde gehuisvest is in een bol van roestvrij staal De brugwijk, het bruisend centrum van Bristol. tot kunstgalerijen en een cafetaria. Het en gedeeltelijk door water wordt omringd. Arnolfini beslaat de drie onderste niveaus en de kelderverdieping van het gebouw, dat uitkijkt over de haven. De De hedendaagse architectuur komt vooral aan zijn trekken in het renovatie van de 19de-eeuwse constructie in rode baksteen komt westelijke deel van de stad dat in volle opgang is. In 2008 ging het


© Jamie Woodley

De hangbrug van Clifton, het symbool van de stad, overspant de wilde vallei van de Avon en verbindt de stad met Leigh Woods in het graafschap Somerset.

© DR

© Gary-Newman

Het internationaal centrum voor visuele en podiumkunsten Arnolfini, waarvan de renovatie werd toevertrouwd aan David Chipperfield.

Het winkelcentrum Cabot Circus, getekend door het bureau Chapman Taylor, werd in 2008 ingewijd.

Georgiaanse en victoriaanse revival Sinds 2000 wordt ook het erfgoed uit de georgiaanse periode massaal gerestaureerd. Een fraai voorbeeld hiervan is de Queen Square, het grootste beschermde woongeheel in deze stijl van Groot-Brittannië, gelegen rond een uitgestrekt park. De aristocratische woningen uit de 18de eeuw huisvesten vandaag vrije beroepen en kantoren van bekende bedrijven. Om geluidshinder en luchtvervuiling te beperken is het autoverkeer in de wijk streng gelimiteerd. Een ander voorbeeld van lokale architectuur is de volkswijk Stokes Croft, in het noorden van de stad, waar momenteel een gentrificatiebeweging bezig is. Deze wijk is een soort vrijplaats in de stad waar een bohemienachtige sfeer heerst van samenhorigheid en autonomie, met een lokale munt, stadsboerderijen maar ook onafhankelijke

winkels, cafés en bars. Ook jonge design- en architectuurstudio’s strijken er neer, in oude gebouwen van twee of drie verdiepingen en andere gerenoveerde plaatsen van het lokale erfgoed. De wijk is onder meer beroemd voor de muurschilderingen van Banksy en andere graffitikunstenaars. Nog het ontdekken waard, helemaal in het westen van Bristol, is de trendy wijk Clifton. Hier bevinden zich een lokaal instituut, het Lido, en een van de blikvangers van de stad: de beroemde hangbrug van Clifton, een echt technisch en architecturaal hoogstandje. Het thermaal centrum Lido dateert van 1849. De ambitieuze architectuur is een mengeling van victoriaanse en egyptiserende stijl die toen in de mode was. Na bijna twintig jaar leegstand werd het in 2008 gerenoveerd. De ontspanningsruimtes en het restaurant liggen gegroepeerd rond het zwembad. Het originele karakter van het gebouw is mooi verzoend met de hedendaagse comfortvoorzieningen. Eveneens uit het victoriaanse tijdperk is de hangbrug van Clifton, ontworpen door de Engelse ingenieur Brunel en voltooid in 1864. Ze overspant het kloofdal van de Avon en laat ook vandaag nog door haar afmetingen en hoogte een overweldigende indruk na op alle bezoekers.

Meer informatie over het programma: www.bristol2015.co.uk De passief gerenoveerde victoriaanse huizen van Clifton Wood.

© Quintin Lake Photography QJEL-20

De M Shed, het nieuwe stadsmuseum, tegenover de kaai.

45

© Andy Maybury

winkelcentrum Cabot Circus open, een emblematisch ontwerp van het architectenbureau Chapman Taylor. Dit meermaals bekroonde complex omvat een glazen dak in de vorm van een schelp die lichtheid geeft aan de structuur en overvloedig daglicht binnenlaat. De architecten werkten samen met kunstenaar Nayan Kulkarni en de ingenieurs van Schlaich Bergermann und Partner.


46 D[ECO]

Binnen wordt buiten

(EN OMGEKEERD)

Een duidelijke trend die zich tijdens de designweek in Milaan liet optekenen, is de universele inzetbaarheid van woonelementen en -oplossingen. Het onderscheid tussen indoor en outdoor lijkt bij momenten heel erg te vervagen en dat is op z’n zachtst uitgedrukt verfrissend. Ontwerpen worden zo immers herleid tot de essentie van hun functionaliteit. Een stoel, tafel of kast ... moet u immers kunnen gebruiken waar en wanneer u wil. Pas dan reveleert design zijn ware karakter.

H

et is gek te bedenken dat vandaag de dag nog steeds een erg sterk onderscheid wordt gemaakt tussen binnen- en buitenmeubilair. Zou het niet leuker zijn wanneer u uw favoriete sofa op een zonnige zomerdag gewoon even van binnen naar buiten kon verhuizen? Steeds meer ontwerpers denken in die richting en gaan de oplossingen die ze bedenken niet langer afstemmen naar één bepaalde omgeving maar concentreren zich op het ontwerp en de universele inzetbaarheid ervan. Indoor wordt op die manier outdoor en omgekeerd.

Binnen en buiten Eén van de blikvangers van het Italiaanse B&B Italia tijdens de Milaan designweek 2015 was zonder meer de ‘Butterfly’ sofa van de hand van de Spaanse architect en ontwerper Patricia Urquiola. Dit zitelement is aan de basis bedoeld voor buitengebruik maar kan door zijn esthetische kwaliteiten en afwerking echter ook moeiteloos binnenshuis als blikvanger fungeren, zonder daarbij aan comfort in te boeten. De naam ‘Butterfly’ ontleende deze zitcombinatie aan de manier waarop de buitenste hoek een verbinding maakt met de arm- en rugleuning. ‘Butterfly’ combineert modulariteit met inzetbaarheid en een bekleding die oorspronkelijk enkel was bedoeld voor indoor gebruik. Bij de stoelenset van het Belgische Studio Job voor Seletti - een onderdeel van de outdoor collectie ‘Industrial Garden’ - merken we hetzelfde als bij de ‘Butterfly’ zitcombinatie. De esthetische kwaliteiten zijn zo sterk dat ze zich uiteindelijk geen indoor of outdoor etiket laten opkleven maar door hun afwerking in gelakt plaatstaal ook perfect een patio kunnen opleuken. De broers Bouroullec lieten zich tijdens Milaan Design 2015 eveneens niet onbetuigd en presenteerden met ‘Belleville’ voor Vitra een expliciet indoor/outdoor gerichte collectie.

De lijn bevat stoelen (met of zonder armleuning) en tafels. Door zowel vormgeving als gebruikte materialen krijgen zowel de stoelen als tafels uit deze collectie een universeel karakter.

Fashion eyecatcher Luxeretailer Luisa Via Roma ging op haar beurt in zee met het Italiaanse Altreforme om de ‘Salvador’ indoor/outdoor stoelen van het merk om te toveren tot fashion eyecatchers. Dat deden ze in samenwerking met internationale modeontwerpers waaronder Yaz Bukey, Manish Arora en Corto Moltedo die elk hun versie van de aluminium ‘Salvador’ stoel van Altreforme ontwierpen. Het waren weliswaar eenmalige creaties gemaakt voor het goede doel (en ondertussen geveild op eBay), meer bepaald voor Oxfam Italia, maar de modellen die werden geëxposeerd tijdens Milaan designweek 2015 in hartje Brera, kenden alvast veel bijval. Voor de liefhebbers: Altreforme heeft eveneens het segment ‘Sartoria’ dat zich specifiek richt naar architecten, interieurontwerpers, ... op zoek naar gesofisticeerd maatwerk op basis van aluminium.

2

3

1

© Patricia Urquiola for B&B Italia

© Studio Front for Porro

© Saverio Lombardi Vallauri for Salone del Mobile

TEKST: PASCAL DEWULF


© Masiero

Fantastisch schouwspel Stoelen en tafels lijken voor de hand liggende keuzes voor zowel binnenals buitengebruik. Minder vanzelfsprekend is verlichting en zeker niet wanneer die verlichting komt onder de vorm van een barokke luchter. Het Italiaanse Masiero brengt hierin alvast verandering met de ‘Drylight’ outdoor luchter. Technisch kan de luchter zowel binnen als buiten maar qua esthetiek en beleving zorgt hij buitenshuis alvast voor een erg bijzondere ervaring. Met een waterdichtheidswaarde van IP65 is deze verlichting in een tuinkamer of tijdens een zomers feestje zeker een aandachtstrekker. Maar ook regen, wind en vriestemperaturen kan deze luchter weerstaan. Een ander vrolijk verlichtingselement voor buiten of binnen is de ‘Sense’ lichtschommel van ontwerper Alexander Lervik voor SAAS Instruments die het functionele van een verlichtingselement verenigt met het speelse karakter van een schommel. Na valavond zorgt die combinatie alvast voor een magisch schouwspel.

6

© Studio Bouroullec for Vitra

7

Het hoeft echter niet op te houden met stoelen, tafels of verlichting. Ook boekenkasten voor binnen en buiten kunnen een heel nieuwe beleving creëren in en rond het huis. Neem nu de ‘Fruits’ modulaire boekenkast van Danielle Lo Scalzo Moscheri voorgesteld tijdens Milaan designweek 2015 en beschikbaar in verschillende kleuren. De boekenkast zocht en vond inspiratie bij de simpele opbouw van fruitkorven. Niet mis, al kan u maar beter zorgen dat uw boeken droog blijven. Uiteraard kunnen die boeken worden vervangen door andere objecten die minder onderhevig zijn aan vocht. En dan zijn er uiteraard de outdoor trendsetters als het Belgische Tribù en het Duitse Dedon met een diepgewortelde traditie in outdoor. Toch gaan ook zij overstag voor de indoor/outdoor trend. Het Belgische Manutti doet zulks bijvoorbeeld met zijn ‘Zendo’ collectie. De lijn heeft het gesofisticeerde karakter van een indoor meubelcollectie maar met een hoogtechnologische afwerking om buiten weer en wind te weerstaan. Aan u de keuze dus: binnen of buiten.

1. Eén van de blikvangers van het Italiaanse B&B Italia tijdens Milaan designweek 2015 was zonder meer de ‘Butterfly’ sofa van de hand van de Spaanse architect en ontwerper Patricia Urquiola. 2. De ‘Ellipse’ tafel van Studio Front voor Porro, veelzijdig voor in- en outdoor.

© Saverio Lombardi Vallauri for Salone del Mobile

Boekenkast voor buiten

4. De ‘Zendo’ collectie van het Belgische Manutti heeft het gesofisticeerde karakter van een indoor meubelcollectie maar met een hoogtechnologische afwerking om buiten weer en wind te weerstaan. 5. Deze tafel/stoelenset van het Belgische Studio Job voor Seletti is een onderdeel van de outdoor collectie ‘Industrial Garden’ die zowel buiten als binnen tot haar recht komt. 6. De barokke ‘Drylight’ luchter van het Italiaanse Masiero is bestand tegen wind, water, hitte en vrieskou en kan zowel binnen als buiten worden gebruikt. 7. De broers Bouroullec lieten zich tijdens Milaan Design 2015 niet onbetuigd en kwamen met een expliciet indoor/outdoor gerichte collectie, ‘Belleville’ ontworpen voor Vitra. 8. Een vrolijk verlichtingselement voor binnen en buiten is de ‘Sense’ lichtschommel van ontwerper Alexander Lervik voor SAAS Instruments die het functionele van een verlichtingselement verenigt met het speelse karakter van een schommel.

© Carola Merello for Salone del Mobile Milano

3. Luxeretailer Luisa Via Roma ging in zee met het Italiaanse Altreforme om de ‘Salvador’ indoor/outdoor stoelen van het merk om te toveren tot fashion eyecatchers met behulp van een rist internationale modeontwerpers.

5

© Studio Job for Seletti

4 © Manutti

© Altreforme

8

47


over de EPB-regelgeving Ecologie, energiebesparing, isolatie… Dat zijn de punten waarop iedereen die bouwt moet letten. Deze voorzorgen gaan verder dan een louter morele plicht: de wet verplicht architecten om deze eisen, die in detail in de wetgeving zijn uiteengezet, na te leven. De EPB, waarvan de regels op 1 mei jl. zijn gewijzigd, houdt hiermee verband. Maar geen paniek: de procedure is eerder eenvoudiger geworden en opent interessante vooruitzichten voor het beroep. TEKST: OEUILLET

D

e EPB is de Waalse versie van de Europese milieunormen. Zoals iedereen weet - of zoals elke jurist u kan vertellen maakt de Europese Unie geen directe wetten. Ze formuleert richtlijnen en elke lidstaat moet zelf zijn eigen wetten uitvaardigen in de geest van de richtlijn. De EPB-regelgeving is de omzetting van een richtlijn uit 2010 die de energiebesparing in alle nieuwe gebouwen van de Unie regelt. Tenzij u de laatste jaren aan geen enkel project hebt gewerkt, hebt u allicht horen spreken over de EPB-certificering en al de papieren rompslomp die ermee gepaard gaat. Dat was echter een overgangsmaatregel: een eerste ontwerp, een test. Vanaf deze maand draait de EPB-molen op volle toeren. De EPB-reglementering is niet iets om achteloos mee om te gaan: wie er geen rekening mee houdt riskeert sancties. Er zijn administratieve boetes voorzien voor wie nalaat om aangifte te doen. Bovendien kan de eigenaar ook veroordeeld worden, hetgeen voor u de deur opent voor juridische complicaties en uw reputatie behoorlijk kan schaden. Gelukkig hebben wij de moeite gedaan om u alles goed uit te leggen… Ziehier een samenvatting van het EPB-traject: elk nieuw gebouw moet aan deze expertise worden onderworpen en het certificaat verkrijgen. Wanneer u een project start, moet u een EPB-verantwoordelijke vinden die bevoegd is om voor u de controles en de procedures uit te voeren. Deze verantwoordelijke zal voor u hoofdzakelijk twee stappen zetten (en niet langer drie stappen zoals voor de hervorming van 1 mei): een aangifte van vereenvoudigde aanvraag die hij samen met de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning indient, en een eindaangifte die aan het einde van de werken wordt ingediend (opgelet, deze laatste wordt niet langer bij de gemeente ingediend, maar bij de “directie duurzame gebouwen” van het Waalse Gewest). Concreet bestaat de taak van de verantwoordelijke erin te controleren of uw gebouw aan de normen voldoet; daartoe gebruikt hij een speciale software die gratis kan worden gedownload op de website van het Waalse Gewest. De EPB-verantwoordelijke voert de gegevens over uw gebouw in deze software in. De software berekent vervolgens of het project aan de EPB-norm voldoet. Aan het einde bekomt u een EPB-certificaat dat 10 jaar geldig is. Zonder dit document riskeert u een boete.

Wie zijn de EPB-verantwoordelijken? Tot 1 mei konden professionelen, architecten, ingenieurs of mensen die vijf jaar werkervaring in dit gebied konden aantonen zich als verantwoordelijke opgeven. Vanaf nu moet u een opleiding volgen en voor een examen slagen om erkend EPB-verantwoordelijke te kunnen worden. Geen paniek echter indien u reeds verantwoordelijke bent. Ten eerste voorziet de wet in een overgangsperiode en mogen niet-erkende verantwoordelijken hun werk gedurende een jaar afwerken, waarna iedereen de opleiding moet volgen en het examen moet afleggen. De opleiding zal ongeveer twee weken duren. Momenteel is de inhoud van deze kleine EPB-certificatiecursus nog niet gekend, maar misschien zullen sporadisch opleidingssessies worden georganiseerd: houd de opleidingsagenda’s dus in de gaten indien u geïnteresseerd bent in deze kleine parallelle loopbaan!

De EPBverantwoordelijke verzekert dat uw gebouw aan de normen voldoet

De EPB-regelgeving geldt niet alleen voor nieuwe gebouwen. Elk gebouw dat grondig gerenoveerd wordt (dit betekent ongeveer 75% van de buitenschil - controleer desgevallend bij het Waalse Gewest of u in deze categorie valt) moet via een EPB-verantwoordelijke passeren. U moet ook weten dat de eigenaars een EPB-certificaat moeten voorleggen om een goed te verhuren of te verkopen, hetgeen moeilijk kan zijn voor eigenaars van een oud gebouw: in de tijd van Horta werden geen certificaten gegeven! In dit geval kan een andere professional worden ingeschakeld: de EPB-certificeerder, doorgaans een technicus die een zeer korte opleiding heeft gevolgd en die niet bevoegd is om als EPB-verantwoordelijke op te treden voor nieuwe gebouwen. De certificeerder levert een document af met een kortere geldigheidsduur dan de verantwoordelijke: slechts vijf jaar. Sla deze informatie niet in de wind: uw eigen EPB-certificaat

48 JURIDISCH

Alles weten


dat u bij de bouw van uw gebouw hebt bekomen, is 10 jaar door uw klant bruikbaar indien hij zijn goed wil verhuren of verkopen. Dit is dus steeds goed om te weten, zodat u uw klant kunt uitleggen wat hem te wachten staat bij het gebruik van zijn nieuw gebouw. Wilt u nog wat meer indruk maken op uw klant, vertel hem dan dat er twee uitzonderingen zijn waarbij dit document niet vereist is: ten eerste is geen EPB-certificaat vereist wanneer een gebouw wordt gekocht om te worden afgebroken (maar men moet toch kunnen bewijzen dat de verkoop voor afbraak bestemd is). Ten tweede, wanneer een gebouw het voorwerp is van een gedwongen verkoop (bijvoorbeeld wanneer uw klant schulden heeft) valt het opstellen van een EPB-certificaat ten laste van degene die de verkoop veroorzaakt. Ten slotte zijn een aantal gebouwen vrijgesteld: ateliers, landbouwgebouwen, gebedshuizen en gebouwen met een nuttige oppervlakte van minder dan 50 m². Dit zal uw klant geruststellen wanneer u hem moet vertellen dat de EPB-certificering zijn bouwkosten met meerdere honderdduizenden euro’s de hoogte injaagt! Houd tot slot ook in gedachte dat de EPB-certificering een pluspunt kan zijn voor elke architect. De functie van verantwoordelijke staat open voor beoefenaars van ons beroep. Door voor het examen te slagen kunt u een nieuwe markt aanboren, die zeer nuttig kan zijn in tijden van crisis…

En elders in België? In Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden de Europese richtlijnen eveneens in eigen wetgeving omgezet. Indien u in een van deze gewesten aan een gebouw werkt, is de EPB-procedure die we net hebben toegelicht niet van toepassing. De regels zijn verschillend en in het algemeen strenger, vooral in Vlaanderen. In Brussel wordt het equivalent van deze procedure eveneens EPB genoemd. Ze wordt beheerd door het BIM. De normen zijn sinds 1 januari van dit jaar van kracht en vereisen eveneens het gebruik van een speciale software. De normen zijn reeds zeer streng en zullen ieder jaar tot 2018 geleidelijk aan nog strenger worden. In Vlaanderen heet de procedure EPB en moet de controle eveneens door een professional worden uitgevoerd, typisch door een andere architect of een ingenieur. Hij moet u vóór de aanvang van de werken een berekening leveren, zowel op papier als digitaal, en ten laatste zes maanden na het voltooien van de werken moet aangifte worden gedaan. Vergeet in elk geval nooit het belangrijkste advies van de jurist: stel uw vragen aan een juridisch deskundige voordat u begint. Dat is altijd goedkoper dan een beroep op hem te doen wanneer juridische problemen de kop opsteken!

Bespaar op energie, niet op comfort & design

glasvezel

Zendow#neo Standard/Premium

Volledig raam

Volledige deur

Uw tot 0,65 W/m²K

Ud tot 0,85 W/m²K

schuim

staaldraad

glasvezel

staaldraad schuim

www.deceuninck.be

Ramen & deuren

49


50 MATERIAAL

DECEUNINCK - Zijn ‘Technische gids’ Bent u op zoek naar doorsnedetekeningen, inbouwdetails, productkarakteristieken, onderhoudsrichtlijnen? Met de nieuwe editie van de ‘Technische gids ramen en deuren’, biedt Deceuninck u een handig, overzichtelijk en uitgebreid boekwerk aan.

BEAL - De 5 troeven van bealstone®

INNOVATIE

www.deceuninck.be

‘Mi casa es su casa, dus het moet perfect zijn’ onder die filosofie komt fabrikant BEAL International met BEALSTONE®, een nieuwe generatie granito/terrazzo. Dit populaire concept in vloerbekleding waaide decennia geleden al over uit Italië, maar herleeft vandaag opnieuw dankzij een combinatie van traditionele authenticiteit en eigentijdse vernieuwingen. www.beal.be

KNAUF – Paleis 12 - kroonjuweel op de heizel

JAGA - Compact design

De vrijstaande Freedom radiatoren bieden u de ecologische Jaga Hybrid technologie in zijn meestcompacte design. Ondanks de kleine afmetingen zijn ze veel performanter dan grote klassieke systemen, en kunnen ze harmonisch geïntegreerd worden in elk interieur. www.jaga.be

PLOEGSTEERT - XS wall, De enige draagmuur van 12 cm De slanke XS Wall staat voor een intelligent en doordacht muurconcept, afgestemd op de wensen van de hedendaagse bouwheer die ‘compact’ wil wonen, zonder evenwel klein behuisd te zijn. www.xswall.com

UMBRIS – Wood edition Het Umbrislamellendak biedt oneindig veel mogelijkheden om te personaliseren! Dit wordt nogmaals duidelijk met de Umbriswoodedition. De combinatie van aluminium en hout zorgt ervoor dat de constructie een sfeervol en warm karakter krijgt en zo naadloos aansluit bij elke bouwstijl. www.umbris.be

WIENERBERGER - Bellus, slank van silhouet - licht in gewicht

Met de Bellus presenteert Wienerberger de lichtste en dunste keramische lei die momenteel op de markt te vinden is. Het ideale Koramic product om oude leien en dakpannen te vervangen. Maar ook voor een nieuwbouw hebben deze keramische leien een onmiskenbare meerwaarde. Dankzij hun slanke, hedendaagse lijn en de bijhorende hulpstukken oogt een dak met Bellus keramische leien uiterst strak en hedendaags. www.koramic.com

Het grootse renovatie- en uitbreidingproject ‘Paleis 12’ is het middelpunt van het project NEO, de nieuwe impuls voor het volledige Heizelplateau. De oude expohal herrijst als grootste polyvalente concert- en evenementenzaal van Brussel, die kan wedijveren met het Sportpaleis in Antwerpen. www.knauf.be

ZEHNDER - intelligent ventilatiesysteem ComfoAir Q Het nieuwe ComfoAir Q balansventilatiesysteem van Zehnder is innovatief in de meest fundamentele zin van het woord. Voor het ontwerp ervan zijn de ingenieurs vertrokken vanaf een wit blad. Het resultaat is dan ook een concept dat de nieuwste inzichten en technologie in verband met balansventilatie in zich verenigt. www.zehnder.be

NELISSEN - Ervaar hoe 3cm het verschil maakt Hiermee toont Nelissen aan hoe slechts 3 cm een wereld van verschil maakt. De N70 is dan ook niet enkel 3 cm dunner, maar ook 3 cm langer dan de traditionele gevelsteen. www.nelisssen.be/N70

VAILLANT - Breidt zijn assortiment De aroSTOR VWL 290 is een compromisloze oplossing voor warmwaterproductie in nieuwbouwwoningen. Hij past bijvoorbeeld perfect in passiefhuizen of lageenergiewoningen, waar de behoefte aan sanitair warm water vaak groter is dan de behoefte aan verwarming. www.vaillant.be

KIJK VOOR MEER INNOVATIES OP: WWW. FOCUSARCHI.BE


Natuurlijk, it’s True.

Cembrit True New Generation. De gevelplaat met authentieke kleurdiepte. Cembrit True New Generation heeft de natuurlijke kleurschakeringen en variaties van een door-en-door gekleurde vezelcementplaat. Een semitransparante coating geeft de plaat een bijzondere expressie en authentieke diepte in de kleuren. Cembrit True inspireert de architect met een harmonieus kleurenpalet uit het URBANNATURE gamma dat creativiteit ondersteunt en uitdaagt. Mix en match om uw visie te realiseren! Ontdek meer op onze website of email naar info@cembrit.be voor meer informatie.

www.cembrit.be


architect meets innovations

TOTAALEVENEMENT MET FOCUS OP PRODUCTINNOVATIES VOOR AR CH ITEC TEN , INTERIEURARCHITECTEN EN VOORSCHRIJVERS

architect @work belgium

Liège Expo 28 - 29 mei 2015 4° editie - 13:00-20:00 thema: architectuur & water < seminars - Rudy Ricciotti: 28 mei - 16:00 - Koen Olthuis / Waterstudio.NL: 29 mei - 16:00 < exhibit Wonders of Water by MATERIA < images by DAPh < exPo Photo RE•ARCHITECTURE, re•cycler, ré•utiliser, ré•investir, re•construire by le Pavillon de l’Arsenal (Paris)

Organisatie

< art ‘Arbre à parapluies’ by PACO

T +32 (0)56 24 11 11 belgium@architectatwork.eu

@atw_intl #atwbe www.architectatwork.be

belgium

architect @work

the netherlands

architect @work

architect @work

architect @work

architect @work

architect @work

germany

austria

luxembourg

switzerland

Mediapartner

In samenwerking met

ER TRE E S I G RE T COD ME 3111 1

architect @work

architect @work

architect @work

architect @work

france

italy

united kingdom

denmark


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.