16-17 Fakkeltjesmagazine 1

Page 1

september - oktober 2016

nr 1

Astroreis ierland p 14

Dossier Energie p4

Ik heet . . . . . . . . . . . . Klas: . . . . . . . . . . . . . .

Tijdschrift niet-confessionele zedenleer voor de tweede graad lager onderwijs


in de kijker

Tijme

Sam

Lene

Hugo

Mooie tekeningen van de leerlingen van GBS De Klinker Riemst en GBS De Driesprong Millen

Nel

Nina

Audrey

Daan

Nog meer pareltjes uit MPIGO De Vloedlijn.

Saartje

Lucas

Yentl

Robbe Ryan

Yelena

2 Jason


Steeds weer, kijk ik uit naar zedenleer. Het is daar toch zo leuk, ik lach me vaak een deuk. Daar kun je pas echt vrij zijn! Ook omdat je vrienden erbij zijn. Ik hou echt zo van zedenleer! Je leert er, speelt er... En nog veel meer! De fakkel die je belicht op je pad, schijnt noch steeds zonder ooit een pauze te hebben gehad. Als ik aan zedenleer denk, lach ik me direct suf! En daarom dank ik elke zedenleer meester of juf! Gedicht van Astrid uit Haacht

2 - 3 In de kijker

4 - 9 Dossier: Energie

Inhoud

Ondersteunend comité Laurent Blonden, Annie Hermans, Ann Bogaerts, Filip Debrabandere, Luc De Ro, Robert Joncret, Marlene Stevens, Martine Konings, Erik Hurts, Tamara Festraets, Ingrid Soetewey, Christel Birchen en Anke Hurts Vrijwilligerskern & redactie Ally Steven Severi, Anouk Leys, Britt Raes, Christel Birchen, Lieve Meiresonne, Mira Borghs, Mira Roos, Myriam Kalaï, Nicole Ledegen, Sarah Rathé, Steven Gryspeerdt, Karel Van Campenhout en Thomas Rotthier

Lay-out Wim Pauwels / www.silkentofu.org Druk N.V. Verbeke Lijnmolenstraat 34-36, 9040 Gent www.drukkerijverbeke.be

14-17 Astroreis: Ierland 18-19 lunapark 20 - 21 Wegwijzer

22 Leugendetector

23 Ezelsoor en oplossingen

Abonnement Via de school: € 8 Persoonlijk abonnement: € 10 Bestellen: via www.fakkeltjes.be/bestellen Contact Fakkeltjes vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9, 1200 Brussel 02 735 81 92 (ma-vrij tussen 9u en 16u) fakkeltjesvzw@demens.nu www.fakkeltjes.be Meeschrijven of –tekenen? Neem contact met ons op!

Wedstrijd!

en win een leuke prijs!

Fakkeltjeskrant, Fakkeltjesmagazine en Tienerfakkel zijn een uitgave van Fakkeltjes vzw.

Illustrator Floris De Smedt / www.mrfart.be

12 - 13 Kapitein Ansjovis

of fakkeltjesvzw@demens.nu

Fakkeltjesmagazine nr. 1 September - oktober 2016 Schooljaar 2016 - 2017, jg. 17 Tijdschrift niet-confessionele zedenleer voor de tweede graad lager onderwijs

Hoofdredactie Bert Goossens

10 - 11 Vrij verhaal: Robinson Crusoe

Stuur een tekening, verhaal of leuke mop naar: Fakkeltjes vzw Brand Whitlocklaan 87 bus 9 1200 Brussel

Colofon

V.U. Laurent Blonden Brand Whitlocklaan 87 bus 9, 1200 Brussel Alle teksten en beelden in Fakkeltjeskrant, Fakkeltjesmagazine en Tienerfakkel zijn eigendom van Fakkeltjes vzw. Er steekt heel wat vrijwilligerswerk achter de Fakkeltjes. Niets uit deze publicaties mag zonder voorafgaande toestemming van de uitgever worden overgenomen, uitgezonderd beelden die aangeduid zijn met creative commons (c) (steeds auteur en oorsprong vermelden).

3


Dossier Energie Steek je linkerarm in de lucht. Leg hem nu op je hoofd. Proficiat! Niet alleen zie je er nu een beetje mal uit, je hebt ook een heel klein beetje energie verbruikt! Je lichaam maakt energie aan en zo kan je rennen, dansen, springen en nog zoveel meer. Goed omgaan met je energie wil zeggen goed omgaan met je lichaam. Dat doe je door gezond te eten en drinken, voldoende te bewegen, goed te slapen en genieten van voldoende buitenlucht en een straaltje zon!

Drink en eet je fit Gezond eten en drinken is cruciaal om je energie op peil te houden. Het is belangrijk om voldoende water te drinken. Water is de beste drank om ervoor te zorgen dat afvalstoffen je lichaam goed verlaten. Ook belangrijk is om voldoende noten, fruit en groenten te eten: die bevatten de bouwstenen om je gezond en fit te voelen. Wat is jouw lievelingsmaaltijd? .................. Hoe gezond vind je die maaltijd? Geef een score op 10, waarbij 10 ‘zeer gezond’ is. . . / 10 Lekker = gezond. Ga je akkoord met deze stelling?

4

Mensen kiezen vaak snacks of dranken die veel suiker bevatten om snel op te kikkeren. Teveel suiker is echter niet gezond. Het leidt tot tandbederf en overgewicht. Het grote probleem is dat in bijna alles suiker zit. Niet alleen in frisdrank, maar ook in ontbijtgranen, wit brood, pasta, pizza ... en zelfs vaak in yoghurt waarbij men net beweert ‘dat je er een slanke lijn van krijgt’! Men voegt suiker toe aan producten om de smaak te versterken. Ook in etenswaren die niet erg zoet smaken kan er dus veel suiker zitten.


Geeuw! • Wanneer ga jij meestal slapen? Rond . . . . . . . . . . . uur • Wanneer sta je op? Rond . . . . . . . . . . . uur • Hoeveel uur slaap je dan? Is dat voldoende? . . . . . . . . . . . uur

Ook belangrijk voor een fit gevoel is een goede nachtrust. Dat betekent dat je regelmatig, voldoende en diep genoeg slaapt. Je slaapt regelmatig door elke dag (ongeveer) op hetzelfde uur te gaan slapen en op te staan. Het is uiteraard ook belangrijk om voldoende te slapen. Sommige mensen hebben nood aan meer uren slaap dan anderen. Kinderen van 8 tot en met 11 jaar hebben ongeveer 9 à 10 uur slaap nodig.

• Sommige mensen hebben een ochtendhumeur. Ken jij zo iemand? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . is een echte brombeer in de ochtend.

Slapen gebeurt in verschillende fasen. In enkele van die fasen droom je. Sommige mensen onthouden hun dromen beter dan anderen. Onthoud jij je dromen goed? Teken je laatste droom na in deze droomwolk.

5


Weetjes over slaap 1. Dieren hebben allemaal hun eigen slaapgewoonten. Een rat slaapt gemiddeld 12 uur per dag. Dat doet hij niet aan één stuk door, maar in dutjes van 6 minuten. Vissen slapen niet echt, ze zijn gewoon af en toe in rust. 2. Een populair advies aan personen die slecht in slaap kunnen komen, is om schaapjes te tellen. Uit onderzoek blijkt echter dat dit een averechts effect heeft. Je blijft net langer wakker door schaapjes te tellen! 3. Tijdens de slaap wisselen we minstens acht keer van lichaamshouding. Een onrustige slaper doet dit zelfs gemiddeld zo’n dertig keer per nacht. 4. Sommige dieren slapen een lange periode van enkele dagen tot weken in de winter: ze houden een winterslaap. Ze doen dit omdat ze zo weinig energie verbruiken en geen eten moeten gaan zoeken in de barre kou.

Bezige bij Bewegen is heel belangrijk. Van veel te zitten of liggen word je net nog meer moe. Makkelijker gezegd dan gedaan. Op school moet je bijna een hele dag braaf op je stoel zitten! Een gouden tip: beweeg als je kan. Op de speelplaats en in je vrije tijd. Doe een sport als hobby of ga bij een dansclub. Het is niet dat je een topsporter moet worden. Voldoende wandelen, fietsen en bijvoorbeeld af en toe eens gaan zwemmen is meer dan oké. Het maakt niet uit wat je doet: zolang er maar beweging in zit. Doe jij aan sport of dans? Wat juist? ..................................... ..................................... Welke sport wil je zeker ooit nog eens uitproberen? ..................................... .....................................

6

Enkele energietips op een rijtje 1. Eet gezond, begin je dag met een goed ontbijt. 2. Een koude douche is ideaal om wakker te worden. 3. Door in je pyjama rond te hangen voel je je nooit echt fris. Trek je kleren aan. 4. Luister naar muziek. Dans en zing gerust mee. 5. Sport of speel buiten. 6. Ga op tijd slapen en sta ook op tijd op. Heb jij nog een gouden tip om je fit te voelen? Schrijf hem hier: ................................ ................................ ................................ ................................ ................................ ................................


Dossier

Een bron van energie De mens is een slim dier. Door externe (= van buitenaf komende) energiebronnen aan te boren, maakt hij z’n leven wat makkelijker. Voorbeelden van zulke externe energiebronnen zijn aardolie, steenkool en windenergie. Aardolie wordt onder andere gebruikt als brandstof voor auto’s. Handig, want zo geraak je een heel eind verder dan te voet of met de fiets. De eerste treinen reden op steenkool, sommige fabrieken maken er nog steeds gebruik van. Met windenergie kan je elektriciteit opwekken.

7


Hernieuwbare versus niet-hernieuwbare energie Onze energiebronnen worden opgedeeld in twee soorten: hernieuwbare en niethernieuwbare. Hernieuwbare energie is schone, duurzame en onuitputtelijke energie die het leefmilieu niet schaadt. Voorbeelden zijn windenergie en zonne-energie. Vandaag gebruiken we echter nog vaak niet-hernieuwbare energie, afkomstig van energiebronnen die niet zo goed voor het milieu zijn, zoals aardolie en steenkool. Aardolie en steenkool zijn plantenresten die diep onder de grond zitten. Door chemische processen van miljoen jaren zijn ze nu bruikbaar als brandstof. Door het verbranden van olie en steenkool komt er veel CO2-gas vrij. Men noemt dit een broeikasgas omdat door dit gas onze aarde onnatuurlijk snel aan het opwarmen is. Dit zorgt onder andere voor uitdroging van landbouwgrond op de ene plek en overstromingen op een andere. Wetenschappers pleiten er dan ook keer op keer voor om meer te investeren in hernieuwbare energie, maar die boodschap is helaas nog niet bij iedereen aangekomen.

Welke energiebron is slecht voor het milieu?

A. De wind

B. Steenkool

Antwoord

B. Bij het verbranden van steenkool komen er veel schadelijke gassen vrij. Steenkool is slecht voor het milieu.

8


Elektriciteit Elektriciteit komt niet zomaar uit de lucht vallen, behalve als het bliksemt natuurlijk. Elektriciteit wordt opgewekt in kerncentrales, met windmolens en zonnepanelen. Het opwekken van elektriciteit is een belangrijke ontdekking. Denk maar eens na waarvoor jij elektriciteit allemaal gebruikt. Waarvoor gebruik jij elektriciteit? Schrijf drie dingen op: 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

............................

2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

............................

3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

............................

Spaarzaam Het opwekken van energie kost geld en moeite. Soms is het ook belastend voor het milieu. Daarom is het belangrijk om zuinig met energie om te springen. Een voorbeeld is het licht uit te doen in je kamer als je er niet bent. Ook kan je een extra trui aandoen vooraleer de verwarming een paar graden hoger te zetten. Bedenk zelf nog twee tips om energie te besparen: • . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............................. ............................. ............................. • . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ............................. ............................. .............................

9


vrij verhaal Robinson Crusoe

Robinson wordt geboren in 1632. Zijn ouders sturen hem naar school. Ze willen dat hij goed oplet. Maar Robinson zit niet graag met zijn neus in de boeken. Hij droomt van een leven op zee vol avontuur. Op een dag neemt Robinson zijn koffers. Hij gaat mee met een groot schip. Dit is zijn verhaal. Ik adem diep in. De verse zeelucht prikkelt in mijn neus. We zijn al weken onderweg. Het schip vaart helemaal tot in Brazilië. We zijn er bijna. Net voor de kust loopt het helemaal fout. Een felle storm zet zich door. De golven kolken over het bovendek. “Iedereen, naar de reddingssloepen!” beveelt de kapitein. Ik neem de riemen stevig vast en roei zo hard als ik kan. Tevergeefs. Een wilde golf slaat de reddingssloep om. Even later kom ik terug bovendrijven. Het water in mijn mond smaakt zout. Ik hoor de andere matrozen roepen, maar ik zie ze niet. Ik zwem en zwem. Tegen de golven in. Tot … “Auw!” Ik bots tegen iets hard aan. Een rots! Dat betekent … land! Met mijn laatste krachten klim ik naar boven. Uitgeput val ik op een stukje gras in een diepe slaap … Als ik wakker word, kijk ik om me heen. Voor mij zijn er rotsen die leiden naar de zee. Achter mij een groot bos. Ik staar naar het eindeloze blauwe water. Er drijven hoeden, hemden en broeken. Maar niemand van m’n makkers … Ik wacht en wacht. De avond valt. De volgende dag ontwaak ik met een knorrende maag. Ik besluit om tocht te gaan in het bos. De begroeiing is er dik. Achter het bos is er een heuvel. Vandaar heb ik een goed uitzicht.

10

Op de top kijk ik rond. Overal zie ik … water! Ik zit op een eiland. En ik ben hier helemaal alleen … Mijn blik tuurt opnieuw naar de zee. In de verte zie ik het schip liggen. Het is dichter bij het eiland gekomen. Dat komt door omdat het vloed is natuurlijk. Ik besluit om ernaartoe te zwemmen. Misschien is er nog iemand. Ik vind er van alles: eten, kleren, kaarsen, touwen, hamer, nagels, hangmatten … Maar geen kat. Of nee: wel een kat, en een hond! Zij hebben het overleefd.


Ik maak een vlot zodat ik alles naar het eiland kan brengen. Ook de kat en hond komen mee. Toch gezelschap.

Plots besef ik iets: eigenlijk heb ik het zo slecht nog niet. Eigenlijk … ben ik best gelukkig.

Ik besluit niet bij de pakken te blijven zitten. De komende dagen bouw ik aan een huis. Met het zeil van het schip maakt ik een stevige tent.

De tijd gaat voorbij. Na enkele weken is het duidelijk: niemand komt mij redden. Ik zal het zelf moeten doen.

Ik leer het eiland beter kennen. Ik ontdek geiten. Hm, die kan je toch melken. De eerste keer gaat het helemaal fout. Ik krijg een stamp in mijn maag! De tweede keer gaat het al beter. Ik geniet van de lekkere melk. Op het schip vind ik ook graan. Als ik die plant, heb ik ook in de toekomst nog eten. Wie weet hoe lang ik hier nog zit! Dat doet er mij aan denken. Ik sla een paal in het strand. Elke ochtend zet ik er een streepje bij. Zo weet ik welke dag het is. Ik ontdek steeds meer van het eiland. Prachtige bloemen en papegaaien! Bomen met sinaasappels en citroenen. Er zijn ook veel soorten bessen. Maar sommige zijn giftig. Op een dag ontdek ik wat dat betekent. Ik lig in m’n tent te rillen van de koorts.

Ik bouw een kano en begin te varen. Maar al gauw krijg ik spijt. “Oh mijn mooie eiland, ik mis je nu al!” schreeuw ik uit. Ik heb geluk, de golven brengen me terug naar het eiland. Jarenlang blijf ik hier wonen. Samen met m’n hond, m’n kat en m’n papegaaien ben ik gelukkig. Op een dag maak ik een wandeling langs het strand. Ik zing een lied dat ik nog ken van toen ik klein was. Ik stap in een voetafdruk. Mijn gezicht wordt wit. “Deze voetafdruk is niet van mij!”

Lees het vervolg van dit spannende verhaal in het volgende Fakkeltjesmagazine! Het boek Robinson Crusoe is in 1719 geschreven door de Engelse schrijver Daniel Defoe.

Dan begin ik te tobben. Ik denk aan Engeland en mijn ouders. Misschien had ik beter naar hen moeten luisteren ...

Zou jij graag wonen op een onbewoond eiland? Waarom wel / niet? .................................... .................................... .................................... ....................................

Wat zou je zeker bouwen op een onbewoond eiland? .................................... .................................... .................................... ....................................

11


12


13


Astroreis

Ierland Koen, Mieke, chip de hond en Oma Astro houden van reizen. Vanuit de ruimte bezoeken ze elk jaar verschillende mooie landen op onze wereldbol. In augustus kregen ze deze brief toegestuurd: Mieke: Ja, ik. Op school haal ik goede resultaten. Koen: Ik! Ja, regen is ook wel eens plezant. Ik hou niet van hittegolven. Chip: Ik weet hoe je rijmen moet, en gedichten maken kan ik goed. Koen: En oma, jij bent zo stil? Oma: Ierland … het regent er meer dan 300 dagen per jaar … ik ga liever naar Spanje. Koen: Maar daar waren we afgelopen jaar al. Twee keer hetzelfde avontuur zullen onder lezertjes zeker niet leuk vinden. En zo komt het dat iedereen zijn koffers pakt en het ruimteschip instapt. De Astrobende zet koers richting Ierland. Chip: Onze apparaten geven aan dat we weldra boven het eiland Ierland vliegen gaan. Mieke: Wat ziet het er mooi groen uit! Koen: Klopt. Hier in mijn reisgids staat dat Ierland ook wel het smaragdgroene eiland genoemd wordt. Oma: Dankzij de vele regen is het er groen, ja … Wanneer de bende landt, regent het. Paddy, Naomi en de tweeling Don en An wachten de bende op, onder een paraplu. Paddy: Fáilte! Welcome! Is mise Paddy. Naomi: Is mise Naomi. An dtuigeann tú? (lees : Versta je me?) Koen: Euh … In Ierland spreken ze toch Engels?

14

Paddy: Yes, Yes. Ja ja. We hebben twee talen. Het Engels en ons eigen Iers. Don: Iers is moeilijk. Op school krijgen we Ierse les. Maar we moeten het niet kunnen schrijven! An: Gelukkig maar. Wist je dat we zelfs in ons alfabet geen J, K, Q, V, W, X, Y en Z hebben? Maar wel letters met accenten op. Echt moeilijk hoor. Mieke: Dus we spreken vanaf nu Engels met onze vertaalcomputers? Paddy: Natuurlijk! De bende neemt zijn intrek in Kilkee. Daar ligt de guesthouse van de familie. Een soort hotel waar je bij mensen logeert. De kamer van de bende heeft een prachtig uitzicht over de oceaan. Op de tafel vindt de bende een welkomstpakket: fruit, koekjes en …


Chip: Kijk eens wat daar staat. Een doos in reuzenformaat. Oma: Even kijken? Er zitten pakjes in! Koen: Leuk! Ik neem dit langwerpig pak. Mieke: Ik het ronde. Chip: Zoek zoek zoek, zit er in dit pak een boek? Oma: Dit is voor mij. Ben benieuwd. Leuk dat jullie het grootste pak voor mij laten, haha. Iedereen opent snel de pakjes. In elk pakje zit een voorwerp en een opdracht. Oma: O kijk, een leren tas. Of nee, toch niet, er zitten stokjes aan vast. Chip: Een doedelzak voor oma! Maak muziek tra-la-la-la! Oma: Inderdaad. Ik mag doedelzak spelen met Naomi en een echte Ierse band! Leuk. Mieke: Een kleine bal van leer … Hij is te klein om te basketten of te voetballen. Te groot voor een golfbal. Ik mag Hurling gaan spelen, staat er. Chip: Ik ben een krak en wist het met gemak. Een boek met recepten in. Lekker! Daar vliegen we morgen in.

Er is niks mis met de neuzen van Oma en Chip. Een Iers ontbijt bestaat uit worstjes, bonen, eieren, spek en brood. Stevige kost dus. Paddy brengt Mieke en Don naar de Hurling club. Hurling is een populaire Ierse sport. Don traint twee keer per week. Het lijkt wat op hockey maar dan een ruwe versie. Mieke krijgt een houten stick en een helm van de trainer. Trainer: Veiligheid voor alles. De bal kan hard aankomen. Geloof me. Je mag elkaar tackelen maar je mag elkaar niet met de stick slaan. Mieke: Komaan, ik vlieg erin. Waar staat de goal? Trainer: Haha, goed dat je dat vraagt. De bal moet tussen die twee grote palen komen! Mieke rent het veld op. Don: Hup! Duw. De bal is voor mij. Klop! Mieke: Eééék, ben je gek?! Dat was bijna op mijn hoofd!

Ook Koen opent zijn pakje. Hij kijkt nogal beteuterd. Koen: Breinaalden?! Zullen we ruilen, Mieke? Mieke: Nee, dat is het spel, Koen. Waarom zouden jongens niet breien? Haha! Iedereen slaapt snel in. Op de achtergrond klinkt het zachte geruis van de golven. Om 7 uur wordt de bende gewekt door de zeevogels. Mieke: Hup met de beentjes! Opstaan iedereen. Chip: Sniffel, sniffel, snuit, ik ruik worstjes. Ik kom er ook uit. Koen: Worstjes? Het is 7 uur in de morgen! Oma: En toch … ik ruik spek … Dat is ook niet slecht.

En daar zoeft de bal alweer aan 150 kilometer per uur door de lucht. Mieke laat zich niet doen. Ze tackelt een tegenspeler en gaat aan de haal met de bal. Mieke: Goal! Goal! Don: Knap! En dat voor een meisje. Mieke: En waarom zouden meisjes hun mannetje niet kunnen staan? Trainer: Dikke pluim. Jij mag best in de club komen! Dat gaat natuurlijk moeilijk als je in de ruimte woont. Ondertussen zijn ook An en Koen op hun bestemming aangekomen: de breiclub. Koen baalt …

15


Juf: Leuk, een jonge gast in onze club! Ierland is bekend voor zijn mode. Koen: Zucht. An: Kijk, één van de meest bekende breiwerken is het Aran-breiwerk … De wol werd vroeger niet ontvet, de trui was waterdicht en je moest hem nooit wassen. Dat stonk wel een beetje natuurlijk … Koen: Bah … Juf: En niet te vergeten: de trui werd vroeger gedragen door stoere zeebonken! En de wol mag je nu wel wassen. Dat stoere spreekt Koen wel aan en na het zien van een Aran-trui raapt hij de moed bij elkaar. De trui met kabels is echt stoer! Koen breit, breit en … lijkt niet te kunnen stoppen. Juf: Ik wou je enkel een stukje laten breien maar je bent zo goed dat je de hele trui kan afwerken! Koen: Toegegeven, breien is echt wel leuk. En oma? Die zit naast Naomi op een stoel in een bar. Ze nipt van een ‘Guinness’ biertje. Oma: Dat smaakt, zo’n Ierse pint. Maar nu de doedelzak. Waar moet ik blazen? Man: Nee, u moet de Ierse zak onder de oksels houden en met de ellebogen aandrukken. En ook de lucht blaas je er met de ellebogen in. Zo. Oma: Leuk! – pffww –

16

Oma speelt maar echt mooi kan je het lied niet noemen. De man neemt een trommel en Naomi een tinnen fluit. Nu lukt het oma om een ritme te vinden. De Ierse muziek klinkt goed. Naomi: Misschien moeten we samen deelnemen aan het Eurosongfestival? Man: We halen dan beslist onze 8ste overwinning binnen! Heel die tijd is Chip in het guesthouse gebleven. Hij draagt een keukenschort. Chip: Wat schaft de pot? Een lekker bot? Kok: Dublin coddle. Een stoofpotje uit onze hoofdstad. Hier zijn de ingrediënten: worst, spek, uien en aardappelen. Dit is voor het avondmaal. Chip: Snijden, bakken, roeren in de pot. Het ruikt al lekker, ook al is het zonder bot. Kok: Nu gaat de grote pot in de oven. Binnen een uurtje is het klaar! Dan zullen de anderen ook terug thuis zijn. De bende is terug in het guesthouse en iedereen praat volop over zijn avonturen. Het stoofpotje smaakt. De volgende dag rijden Paddy, Naomi, Mieke en Chip langs de Ierse kust. Ze rijden langs hoge kliffen.


Mieke: Jullie rijden links! Paddy: Klopt. En nu zijn we in Loop Head, de mooiste kliffen en vergezichten heb je hier. Chip: Waarachtig. Duizelingwekkend Prachtig! Mieke: Ik ben benieuwd hoe het met Koen is. Ja waar is Koen? In de breiclub natuurlijk. Hij breit naarstig verder aan zijn trui. Naomi heeft voor morgen nog een verrassingsuitstap in petto. Omdat er regen voorspeld wordt, moeten ze regenkledij aandoen. Paddy vraagt hen ook een verrekijker mee te nemen. Oma: Ziezo, we zijn gewapend tegen de regen! Paddy: Kom, we gaan naar de boot. Stap maar in. Hier zijn vislijnen. Koen: Geeft het als ik nog even verder brei? Chip: In deze baai vangen we vissen zo groot als een haai! Naomi: Pas maar op, Chip. Je zal nog versteld staan welk groot waterdier je zal zien. Mieke: Hier zitten toch niet echt haaien?! De boot is nu ver genoeg in zee om de lijnen uit te werpen. Het regent en dus iedereen zit onder zijn paraplu. Paddy is een goede visser. Hij haalt grote zeebaars boven water. Mieke, oma en Chip wachten houden geduldig de lijn vast. Koen … breit Mieke: Eéék! Ik zag ginds een haai springen. Daar weer één! Oma: Ik neem mijn verrekijker. Haha, nee hoor. Dat zijn dolfijnen! Koen: Wat?! Zitten hier dolfijnen? Die wil ik zien.

Jawel, in Ierland kan je dolfijnen spotten. Ze tuimelen er in en uit het water. Oma: Dit was echt een unieke uitstap. Ben benieuwd hoe onze verse vis zal smaken! Die avond smult de bende samen met de gastfamilie van verse vis. Chip haalt een brief boven en leest.

Naomi, Paddy, Don en An applaudisseren luid. Don: Fantastisch. An: Een rijmende hond. Hij maakte een Ierse Limmerick! En de trui van Koen? Die heeft hij tijdens de terugreis volledig afgebreid! Hij zit als gegoten. • De volledige naam van Ierland is de Republiek Ierland. • Ierland is een eiland en wordt dus omringd door zee. • Er wonen ruim 4,5 miljoen mensen. • In Ierland betaal je net als bij ons met de euro. • Ieren houden van muziek maken, vissen en paardrijden. • Ze hebben ook Ierse sporten zoals hurling en Iers voetbal. • Bij Iers voetbal mag je de bal dribbelen, gooien en trappen. • Iers en Engels zijn de erkende talen in het land. • Ook straatnamen worden in de twee talen vermeld. • Wat je kan bezoeken en zien: - Eeuwenoude graven - Rotsen en grotten - Hoge kliffen langs het water - Dolfijnen

Weetjes17


18


19


wegwijzer Leg vier muntjes op een rij (muntje 1, 2, 3 en 4). Neem een ander muntje (= muntje X) en schuif hem tegen het eerste muntje in de rij (= muntje 1). Wat gebeurt er?

wat gebeurt er?

20

Het eerste muntje dat je raakt, blijft min of meer stilliggen. Het tweede in de rij beweegt een beetje, het derde nog iets meer en het vierde het meeste van allemaal.


hoe komt dat? Met je beweging, geef je je energie (kracht) door aan het muntje dat je schuift. Dat muntje geeft zijn energie door aan het eerste muntje in de rij. Het eerste muntje geeft zijn energie door naar het tweede enzovoort.

De muntjes hebben altijd een beetje weerstand van de volgende muntjes in de rij. Het laatste muntje heeft weinig weerstand, daarom beweegt die het verst.

spel Neem het deksel van een speldoos. Maak een terrein met twee helften. In het midden liggen er een hele hoop muntjes (van 20 of 50 cent) dicht bij elkaar. Om de beurt mag je met een schuifmuntje (1 of 2 euro) naar de muntjes in het midden schuiven. Wie alle muntjes op het veld van de tegenstander krijgt, is de winnaar.

Tip: Speel dit spel ook eens met vier. Bedenk jij nog een leuk spel met muntjes?

21


leugendetector Hoe goed ken jij Ierland? Lees het verhaal van de Astrobende en doe de test.

1 Wat is de hoofdstad van Ierland? A Londen B Dublin C Belfast

2 Wat zijn de officiële talen van Ierland? A Iers en Engels B Iers en Duits C Engels en Frans

6

3

Welke dieren kan je langs de Ierse kusten spotten?

Welke Ierse sport lijkt op hockey? A Curling B Hurling C Darling

A Dolfijnen B Pinguïns C Pokémon

4

7

Welke uitspraak is fout? A Breien is voor meisjes B Ierland is een eiland C In Ierland rijdt men links van de baan

In Ierland betaal je met... A Euro’s B Klavertjes C Dollars

22

A Zonnecrème B Een paraplu

Oplossingen

1b: Belfast is de hoofdstad van buurland Noord-Ierland. 2a: Iers en Engels. 3b: Hurling, niet te verwarren met curling. Deze laatste sport lijkt een beetje op petanque. 4a: Jongens kunnen evengoed breien als meisjes. 5a: Euro’s. Ierland maakt deel uit van de Europese Unie. 6a: Dolfijnen. Pokémon bestaan niet echt, hé ... 7b: Het regent er erg vaak!

5

Wat neem je het best mee op reis naar Ierland?


ezelsoor Slimme Pim - Nerd alert! AimĂŠe de Jongh Word net zo slim als Pim met deze dikke stripbundel, aangevuld met spelletjes, weetjes en proeven die je thuis kan doen. Pim is de slimste jongen van de klas. Zijn uitvindingen zijn extreem en ingenieus en hij doet experimenten die niemand eerder heeft uitgevoerd. Dat gaat soms eens mis. Max is Pims beste vriend. Hierdoor is hij vaak het proefkonijn voor Pims nieuwe uitvindingen. Pim vindt Mara, zijn klasgenootje, stiekem leuk. Maar zal hij haar dat ooit durven te zeggen?

oplossingen

23


Vrijzinnig humanistische jongeren met een kritische-en open geest

Dit is Hujo Grenzeloos eigenzinnige jeugdwerking

HELEMAAL HUJO

Vorming jeugdwerkers

Hujo daagt als humanistische jeugdvereniging sinds 1956 kinderen en jongeren van 6 tot 30 jaar uit om nieuwsgierig naar de wereld te kijken.

Hujo organiseert workshops en vormingen waarin we de begeleidershouding van onze vrijwilligers versterken. Ook hun creatieve-en speltechnieken helpen we verbeteren. Daarnaast vormen we (hoofd)animatoren en instructeurs. De meerwaarde van onze cursussen zit hem in ons humanistisch perspectief. We hechten veel belang aan eigen zingeving en leggen de nadruk op respect voor diversiteit onder kinderen en jongeren.

Respect voor de waardigheid van elk individu en een gevoel van maatschappelijke en ecologische verantwoordelijkheid staan steeds centraal.

Workshops en spelen

Vakanties

Bij Hujo ontleen je de ideale activiteit. We bieden een hoop onverantwoord interessante educatieve spelen, workshops en films aan, telkens met een vrijzinnig humanistische inslag. Ook voor lentefeesten en feesten vrijzinnige jeugd lenen we onze spelen of workshops uit, met of zonder begeleiding. Zo leren kinderen met ‘Op Stap met Darwin’ al spelend over de evolutietheorie, staan ze met het ‘Superoneerlijk armoedespel’ stil bij armoede of denken ze al spelend na over overbevolking.

Hujovakanties, das fun op jongerenmaat! We werken met vier vaste vakantieconcepten: Recreaxie: Vakanties met een mix aan creatieve en actieve bezigheden rond het thema ‘duurzaamheid’, onder meer via professionele recyclage-, upcycling- en fix-it-yourself workshops.

Lokale-en regionale werking Hujo-groepen zijn autonome lokale afdelingen van Hujo met elk hun eigen identiteit. Ze bepalen zelf hun beleid, zonder inmening van het landelijk secretariaat. Lokale Hujogroepen zijn daardoor heel divers in doelgroep, frequentie van activiteiten, werkmethoden en structuur. Bij Hujo zijn geen twee groepen dezelfde! Doorheen het jaar worden ook op landelijk vlak tal van kwaliteitsvolle en inhoudelijk sterke activiteiten georganiseerd voor kinderen en jongeren van 6 tot 30 jaar.

hujoofficial

hujo.be

HujoLabs: We dompelen ons onder in de wondere wereld van wetenschap en techniek en gooien ons op thema’s zoals evolutie, het ontstaan van de aarde of ethische vraagstukken. Hujo Outdoor: Actieve buitensport vakanties, met overnachting in of dicht bij de natuur. Dagelijks staan actieve en boeiende activiteiten op het programma, zoals bosspelen, schattenjachten, hoogteparcours... Hujo Switch: Grenzeloos wijs! Deze vakanties brengen vrijzinnig humanistische jongeren uit binnen- en buitenland met elkaar in contact. Ze leren elkaars leefwereld en cultuur kennen en werken samen aan creatieve en inhoudelijke projecten.

025 21 79 20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.