t e m e i t n a Op vak
MIENTJE DE MIER
Alle teksten en illustraties
©
Fakkeltjes vzw
Eerst gepubliceerd in februari 2019 Teksten
Mira Roos en Bert Goossens
Illustraties
Sarah Rathé
Vormgeving
Sarah Rathé & Wim Pauwels
Druk
NV Drukkerij Verbeke
Lijnmolenstraat 34-36 9040 Gent V.U.
Laurent Blonden
Fakkeltjes vzw
Brand Whitlocklaan 87, bus 9
1200 Brussel www.fakkeltjes.be
Canada
pagina 30
Nederland pagina 6
BelgiĂŤ
Rusland
pagina 42
pagina 22
Zwitserland pagina 10
Griekenland pagina 14
Turkije
pagina 18
Congo
pagina 38
Thailand
pagina 26
Peru
pagina 34
4
5
NEDERLAND
Kraanvogel Wat brengt deze ooievaar?
Haring
Oink oink oink!
Lang leve de koning en koningin!
Vind jij de 7 oranje fietsen? Woonboot: met dit huis kan je varen
Koningsdag Moderne windmolens wekken elektriciteit op. Ze zijn goed voor het milieu Rembrandt was een beroemd schilder. Vind je nog een naam van een schilder terug?
Kies jij voor kaas tussen de boterham? Vroeger maalden windmolens het graan tot meel. Van dat meel werd brood gemaakt
Hoe ga jij veilig de fiets op?
Aardewerk in Delfts blauw Klompen
Tulpen
6
Van Gogh
7
HARTSTIKKE MOEILIJK 1
2
Mientje en Sientje gaan logeren. Bij oom Kees en tante Miep. Die wonen in Nederland. Niet ver over de grens.
5
“Wat willen jullie eten?” vraagt oom Kees “Een hard bolletje of een zacht puntje?” “’s Morgens snoep ik niet,” zegt Sientje. “Geef mij maar een sandwich.”
6
Waar wil jij bloemen:
Een zacht puntje is een sandwich.
in de tuin of in een vaas?
“Wil je er wat jam op?” “Wat zeg je?” vraagt Mientje. “O ja, jullie zeggen confituur!” weet tante Miep.
Mientje kijkt verbaasd.
“Van die bloemen werd men rijk.”
Een hard bolletje is een pistolet.
“Dus een zacht puntje,” besluit Miep.
bakkie patat!”
“Ja,” vertelt tante.
Ken je ook onze drie andere buren?
4
“Goed, we eten een lekker
“Die bol kwam hier heel lang geleden.”
Nederland is een buurland van België.
3
“Ik krijg honger,” zegt Mientje.
Oom wijst naar de tulpenvelden.
“Frietjes,” legt tante uit.
Wie maakt de lekkerste frietjes?
7
8
“Met mayo en een bitterbal!” zegt oom. Dan maken de mieren een uitstap.
“Friet met … pompelmoes?” vraagt
Ze rijden met de fiets.
Sientje.
“Leuk,” zegt Mientje
“Ben je mal, een bitterbal is
“Jullie hebben brede fietspaden!”
een soort gehaktbal.
Zoef. Weg zijn Mientje en Sientje. “Stop!” roept oom. “Lopen, dat is stappen voor ons.” “Nou, nou,” hijgt Mientje. “Jullie taaltje is hartstikke moeilijk!”
Straks lopen we even naar de molens.”
Wat eet jij het liefst ’s morgens?
8
Kan je bij jou in de buurt veilig
Windmolens maalden vroeger graan.
Hartstikke moeilijk betekent heel
fietsen?
Vandaag wekken ze elektriciteit op.
moeilijk. Wat vind jij moeilijk?
9
ZWITSERLAND Matterhorn
Ken jij het verhaal van Willem Tell?
Edelweiss
Chocolade
Houtsnijwerk Wetenschappers voeren onderzoek
Vind jij de 5 Sint-Bernard honden? Zwitsers horloge Alpenhoorn
Met een Zwitsers zakmes kan je veel klusjes klaren Waf waf! Ik snel ter hulp.
Zwitserse bank Het Rode Kruis helpt mensen. Wie help jij graag?
Emmental
Gruyère
Durf jij van de hoge bergen skiĂŤn?
Raclette
10
11
Geiten
PECH IN DE BERGEN 1
2
5
6
“Wat leuk, zoveel sneeuw!”
Die brengt hen hoog de bergen in.
Mientje lijkt Hansi niet te horen.
Au, au, au ! Mientje weent.
Mientje en Sientje hebben dolle pret.
“Wilkommen. Ich bin Hansi.”
“Kijk eens hoe ik glij,” roept ze.
“Mijn poot doet veel pijn.”
Ze zijn in Zwitserland.
“Ich bin Mientje. Ik versta je goed.”
Mientje roetsjt en roetsjt.
De helikopter pikt de mieren op.
De mieren nemen de kabellift.
“Hallo Hansi! Ich bin Sientje.”
Boem! Daar ligt Mientje.
“Een gebroken poot,” zegt de dokter.
Zwitserland heeft veel talen.
Wat vind jij leuk aan sneeuw?
3
4
Heb jij al eens iets gebroken? Hoe kwam
Had jij al eens pech op vakantie?
Duits is de meest gesproken taal.
dat?
7
8
Hansi is skileraar.
Hansi stapt met de ski’s.
“Zes weken gips,” jammert Mientje.
De Koningin lacht.
Hij geeft iedereen ski’s.
Sientje doet hem na.
“Zullen we vanavond racletten?”
“Racletten,dat is kaas smelten in een
“Zet je helm maar op,” zegt hij.
“Ik wil echt skiën,” zeurt Mientje.
vraagt de Koningin.
potje.”
“En kijk goed wat ik doe.”
“Alles op zijn tijd,” zegt Hansi.
“Ik ga niet in een raket!” zegt Mientje.
“Eten? Dat kan ik nog!” lacht Mientje. De miertjes smullen.
Kan jij skiën?
Waarom is een helm nodig?
Welke sport doe jij graag?
12
Kan Mientje nu nog pret maken?
Wat is jouw lievelingsgerecht?
13
GRIEKENLAND
Vind jij de 9 poezen?
Icarus Zwem je mee in de EgeĂŻsche Zee? Hippocrates was een van de eerste dokters. Elke dokter leert nog over hem
De Akropolis lokt elk jaar heel veel bezoekers
Sinaasappels Dans je mee de sirtaki?
Fetakaas Olijfboom Griekse salade
Kralen
Elke vier jaar nemen de beste sporters het op tegen elkaar tijdens de Olympische Spelen
Met wat geluk vind je een oude Griekse vaas onder de grond Ken jij een leuke naam voor deze straatkat?
14
15
Olijfolie
Moussaka
NEH NEH NEH! 1
2
Mientje is op Kos. Kos is een Grieks eiland. Dimitris is hun gids. “Jassas,” groet hij.
“Ik wil graag fietsen,” zegt Mientje. “Neh,” zegt Dimitris. Mientje kijkt sip. In Kos fietst iedereen, denkt ze. Behalve wij …
Er zijn wel 6000 Griekse eilanden.
4
6
“Gaan we nu iets eten?” vraagt Mientje.
Mientje begint te graven.
“Neh,” zegt Dimitris.
“Misschien vind ik wel een schat!”
Hij fietst met de mieren naar
“Neh!” lacht Dimitris.
een restaurant.
Mientje geeft het dan maar op.
Naar waar fiets jij zoal?
Slechts een klein aantal is bewoond.
3
5
“Mmm ... olijven,” zegt Sientje.
Archeologen graven dingen
Olijven zijn gezond.
van vroeger op.
Grieken eten veel olijven.
7
8
Dimitris brengt Mientje een fiets.
“Neh,” zegt Dimitris.
“Mijn pootjes doen pijn,” klaagt Mientje.
“Vreemde man, die Dimitris.
Vreemde man, denkt Mientje.
Even later staan ze aan de ruïne.
“Dan kunnen we ergens zwemmen,”
Hij zegt altijd nee en dan …”
Ze fietsen naar de stad Kos.
“Wat een grote gaten.
zegt de Koningin.
“Mientje toch,” zucht de Koningin.
“Kijk, een oude burcht,” roept Mientje.
Dit is zeker het werk
“Neh,” zegt Dimitris.
“Neh betekent ‘ja’ in het Grieks!”
Hij brengt de mieren naar een bron.
Mientje en Sientje lachen.
“Zullen we er naartoe rijden?”
van een kanon,” besluit Sientje.
Vaak ligt een versterkte burcht op een Een ruïne is een oud vernield gebouw.
rots. Van hieruit kon men de aanvallers
Heb jij al eens iemand
Duik je mee het water in?
verkeerd begrepen?
zien.
16
17
TURKIJE
Sufi dans. En draaien maar! Turks fruit
rk AtatĂź
Moskee
Mezze
Paard van Troje
BAZAAR
Zal ik je pootjes mooi versieren met hennaverf?
Yoghurt Olieworstelen
De Blauwe Moskee De rivier Bosporus
Thee met lekker veel suiker
Hazelnoten. Lust jij choco met hazelnoten?
18
KĂśfte
Waar fladderen de andere 5 vlinders?
19
Kebab
DE SNOEPBOOM 1
2
5
6
Mientje, Sientje en de Koningin
Vandaag gaan de mieren naar
“Oooh ... kijk eens naar deze sjaal!”
zijn in Turkije.
de Bazaar.
zegt Sientje.
Ze logeren bij Mustafa en Hulya.
“We nemen de Dolmus,” zegt Mustafa.
“12 lira? Die koop ik!”
“Ik vind jullie huis gezellig,”
Leuk! denkt Mientje.
“Niet te snel!” zegt Mustafa.
We vliegen op de rug van een mus.
Hij stapt naar de verkoper.
zegt Mientje.
In Turkse huizen liggen
De bazaar is een drukke markt.
vaak mooie tapijten.
3
4
“Instappen!” zegt Mustafa. Mientje is teleurgesteld. Die Dolmus is een kleine bus ... Er zit veel volk in.
“Deze sjaal is te duur,” begint Mustafa. “Ik geef er 6 lira voor.” “Verkocht,” zegt de verkoper. Mientje is verbaasd.
Op de Turkse markt onderhandel
In Turkije betaal je met lira.
je over de prijs.
7
8
“Stop!” roept Mustafa.
“Dit is lukum of Turks fruit,”
“Turks fruit is geen echt fruit,
Dat moet, want er is geen bel.
wijst Hulya.
maar snoep,” weet de Koningin.
De mieren stappen uit.
Mmm, proeft Mientje.
“Het groeit niet aan een boom.”
“Klaar? Hier zijn 3500 winkels,”
“Lekker zoet fruit! Zo een
“Jammer,” vindt Mientje. “Anders
weet Hulya.
fruitboom wil ik wel in de tuin.”
kocht ik zaadjes om te zaaien!”
Naar welke winkel ga jij het liefst?
Dolmus betekent ‘volle bus’.
20
Wat is jouw lievelingsfruit?
Snoep jij graag?
Hoe smaakt het?
21