3 minute read
• Jan-Willem Smeyers koos drie jaar lang voor birdnesten: de kinderen blijven thuis, de ouders komen en gaan • Eline Gryson ruilde birdnesten voor traditioneel ouderschap: “Blij met weer
from NotaBene 9 NL
by Fednot
tekst Maud Va nmeerhaeghe / foto Jan Crab
Jan-Willem deelde drie jaar lang het ouderlijke huis met zijn ex-partner “Onze keuze om te scheiden, dus onze verantwoordelijkheid”
Advertisement
“Als je een overeenkomst als birdnesten aangaat, moet je bereid zijn om compromissen te sluiten”, zegt Jan-Willem Smeyers (39). Hij en zijn ex-partner kozen drie jaar lang voor de co-ouderschapsvorm waarbij het niet de kinderen zijn, maar de ouders die week om week ‘uitvliegen’.
“Toen het minder goed ging tussen mijn ex-partner en ik, stelde ze voor om wat afstand te nemen. We zouden week om week apart tijd doorbrengen met de kinderen in het familiehuis. Tijdens de kinderloze week zochten we elk een ander onderkomen”, zegt Jan-Willem. “De hele zomervakantie werkten we op die manier, daarna hakte mijn ex-partner de knoop door om effectief te scheiden. Omdat we het systeem van birdnesten intussen gewoon waren, gingen we daarin verder. We vonden de kinderen ook nog te klein om elke week te moeten verhuizen – ze waren toen pas twee en vier. Bovendien wilden we allebei nog geen afscheid nemen van het huis waarin we jaren gewoond hadden.”
Puntensysteem
“We wilden het onze kinderen zo gemakkelijk mogelijk maken. Daarom kwam een andere co-ouderschapsregeling eigenlijk niet op tafel. Wíj hadden de keuze gemaakt om uit elkaar te gaan, dus moesten wij daarvoor de verantwoordelijkheid dragen, vonden we.” In eerste instantie leggen Jan-Willem en zijn ex maar een drietal afspraken vast: van de gemeenschappelijke rekeningen wordt alles voor de kinderen en het huis betaald, de koelkast en de kasten zijn voor iedereen – van alles wat erin ligt, mag ook de andere ouder eten – en ze hebben elk een eigen ruimte. “Zo hoefden we niet meer in hetzelfde bed te slapen. In de week dat we er niet waren, ging de deur van onze persoonlijke ruimte dicht”, zegt Jan-Willem.
Na verloop van tijd wordt nog een aantal regels ingevoerd. “Als birdnesters ben je geen partners meer, maar deel je wel nog de huishoudelijke frustraties van een ‘normaal’ koppel. We hadden bijvoorbeeld allebei het gevoel dat we het meeste klusjes deden. Daarom voerden we een puntensysteem in: we rekenden uit hoeveel uren elke huishoudelijke taak kost en gaven op basis daarvan punten. Deed je een zwaarder klusje, dan wist je dat je aan een aantal kleinere taken zou ontsnappen. Zo konden we het evenwicht bewaren. Dat puntensysteem is een hele berekening geweest, maar gaf ons allebei rust.”
Rond de tafel
“Elke maand gingen we ook rond de tafel zitten, soms twee uur lang. Op voorhand stelden we een agenda op waarvan we niet afweken: zo kwam niemand voor verrassingen te staan. Dan discussieerden we bijvoorbeeld over het puntensysteem, maar beslisten we ook dat we geen praktische vragen aan elkaar zouden stellen op het moment van de wissel. Een sms’je of WhatsApp’je was oké, maar we wilden op de wisselmomenten zo weinig mogelijk spanningen.”
Enkel over de opvoeding van de kinderen waren er eigenlijk geen afspraken. Jan-Willem: “In onze week deden we elk onze zin. Voor de jongens was dat soms verwarrend. Bij een traditionele co-ouderschapsregeling zijn de regels gebonden aan een plek, maar bij ons bleef de plek hetzelfde, alleen veranderde de aanwezige ouder elke week.”
Alles in tweevoud
Na drie jaar birdnesten koopt Jan-Willems ex-partner een huis. Zo komt een natuurlijk einde aan het birdnesten, want in haar week neemt ze de kinderen mee naar het nieuwe huis. “Dat vond ik jammer,” zegt Jan-Willem, “maar je moet met twee enthousiast blijven om die regeling in stand te houden.” Jongste zoon Linus (10) piept even in beeld. “Ik denk dat ik het nu leuker vind dan vroeger”, zegt hij. “Nu heb ik alles in het tweevoud, want mama en papa willen dat mijn broer en ik zo weinig mogelijk spullen moeten verhuizen.” Op de wisseldag kunnen Linus en broer Sebastian (13) dan ook hun extra spullen meenemen in hun boekentas – papa brengt hen naar school ‘s morgens, mama komt hen halen. “Dat gaat dan over een boek dat ik aan het lezen ben, of een beetje extra kleren. Maar ik heb nooit een grote koffer mee, hoor.”
“Misschien is het voor de kinderen rustiger nu”, sluit Jan-Willem af. “Mijn ex-partner en ik zien elkaar nu veel minder, dus zijn er minder spanningen.” Vandaag woont Jan-Willem in het ouderlijke huis, waar de kinderen om de halve week naartoe komen. “Door het familiehuis te kopen, moesten de kinderen maar aan één nieuwe plek wennen.”