Debora Sluijs:
‘Pleegmoeder ben je niet voor even’
6
Pascale Platel: ‘Ik ben geen typische moeder’
58
Femma wordt stamceldonor
dossier: oma’s en mama’s
juni-juli-augustus 2014 Tijdschrift - 1099 Brussel X BC 6433 - maandblad, verschijnt niet in JULI EN augustus - P 106 334 - Urbain Britsierslaan 5 - 1030 Brussel
Het eerste woord
Femmaleden aan het woord over het
moederschap
Linde
Joseé Joseé Van de Wiele (53) is moeder en oma Groepsbegeleider Femma Intercultureel Vorst en Anderlecht ‘Oma zijn geeft een extra dimensie aan mijn moeder zijn. De kinderjaren van mijn zoon, zijn veel te vlug voorbij gegaan. Met Jasmijntje (5) neem ik meer de tijd om te genieten door haar te observeren en door met haar te discussiëren over van alles. Het geeft een fantastisch gevoel van verbondenheid dat Jasmijntje van mijn aanwezigheid geniet en wekelijks uitkijkt naar ‘onze dinsdag’.
Inge Inge Bijnens (42) is een werkende moeder van 5 kinderen Trekker Femma Naaikaffee Genk ‘Het moederschap ervaar ik bijna als een wolf die over haar welpjes waakt. Mijn kinderen zijn mijn grootste goed. Voor hen zou ik door het vuur gaan. Dat is een heel sterk gevoel dat ik pas bij de komst van mijn kinderen heb ik gekregen.’
Linde (7) wil later graag zelf mama worden Linde: ‘Ik wil later zelf moeder worden omdat je met kindjes veel plezier kan maken en er veel mee kunt lachen. Een goede moeder kan lekker koken, leuke spelletjes doen en zorgt goed voor haar kinderen.’
Moniek Deroo (59) is moeder en oma Femmalid Houthulst Ateljee Artistik ‘Op Facebook noem ik mijzelf fulltime oma. Elke week houd ik twee dagen vrij om op mijn kleinkinderen te passen maar eigenlijk zijn ze altijd welkom. Ik heb een goede band met ze en ik zou die graag willen behouden als ze ouder zijn. Ik verwen ze daarom niet met spullen en speelgoed, maar met aandacht.’
Moniek 3
inhoud
juni-juli-augustus 2014 Vind ons leuk op Facebook www.facebook.com/femmamagazine
28
De perfecte oma denkt ook aan zichzelf
colofon
Het volgende nummer valt vanaf 1 september 2014 bij jou in de brievenbus. Redactieadres: Femma vzw | Femma | Urbain Britsierslaan 5 | 1030 Brussel | Tel. 02 246 51 11 | E-mail: redactie@femma.be Verantwoordelijke uitgever: Eva Brumagne | Femma vzw | Urbain Britsierslaan 5 | 1030 Brussel Hoofdredactie: Lobke Gielkens en Jade Yorks Corrector: Kries Claeys en Bob Daelemans Administratie: Gerda Notebaert Reclameregie: Publicarto nv | Sylvain Van Der Guchtlaan 24 | 9300 Aalst Tel. 053 82 60 80 | Fax 053 82 60 90 Vormgeving: Gevaert Graphics | Zwevezele Druk: Corelio Printing | Erpe-Mere Femma is het magazine van Femma vzw, verschijnt tien keer per jaar en wordt bezorgd aan alle Femmaleden. Lidgeld: 30 euro Coverfoto: Jos Verhoogen Algemene inlichtingen Femma vzw: tel. 02 246 51 11 of femma@femma.be - www.femma.be Femma is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties.
2 Abonnementen: Anita Monsieur | Tel. 02 246 51 21 of mail naar anita.monsieur@femma.be 4
oma’s en e l l a r e e zom r. z e d t e z Femma xtra in de kijke e op de g a d r mama’s e d d t Moe vierd, maar r o w l e e n Tradi tio ondag in mei ge rden moeders tweede z lieke landen wo Maria-tenin katho 15 augustus, op onnetje gezet. veelal op neming, in het z hemelop
18
Meisjes houden van voetbal
Oma’s en mama’s
3 6 12 14 22 25 28 43 48 54
handboek voor moeders
Elsbeth Teeling
101 TIPS om een fijne relatie te hebben en houden
Het eerste woord De wereld van Pascale Platel Love mama zo houdt je relatie stand met kinderen Pleegmoeder ben je niet voor even Moederschap door de generaties heen Hotel mama De perfecte oma 4 x anders mama Marleen werd te vondeling gelegd Cindy is bewust kinderloos
Nog meer in Femma
11 18 21 31 40 42 47 52 53 58
12
Love Mama: meer tijd als koppel
62 64 66 67
Kortgeknipt WK voetbal meisjesploeg FC Molenbeek is nu al kampioen Een gedeelde vakantie Uitneembare zelfgemaakt • Lekker ecologisch koken • Zelfmaaktips uit Het Leuke Vakantieboek • Oma’s knutselen met kleinkinderen • Naaimachinetest Femmaverhalen: samen moestuinieren 7 tips voor een balkontuin Rustpunt ongeboren moeder Vraag het aan Femma kinderopvang in de zomer, waar kan ik terecht? Column ze is weg Actiepunt de Femmaredactie wordt stamceldonor, jullie toch ook? Uit in Vlaanderen zomertips voor kinderen en kleinkinderen Femmavrouwenreizen Egypte Spel hersenbrekers Het laatste woord door medevoorzitster Chris Linsen
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
5
deWereldVan
Tekst Lobke Gielkens Foto’s Jos Verhoogen
stekezo
Pascale Platel over het moederschap
‘Ik ben
van mijn zoon’
Het moederschap combineren met een carrière is niet altijd rozengeur en maneschijn. Maar hoe doen artistieke vrouwen dat? Femma had een diepgaand gesprek met theatermaakster Pascale Platel. Haar zoon (16) staat haar creatieve virus niet in de weg, integendeel! ‘Na de bevalling van mijn zoon heb ik mijn meest succesvolle theaterstuk geschreven!’ 6
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Tekst Lobke Gielkens Foto’s Elsbeth Teeling
Hoe houdt je relatie stand
Zo maak je weer tijd voor twee!
Mama zijn, werken, het huishouden doen, een leuke vriendin zijn, een fijne hobby hebben… waar past je partner in dit rijtje? De meeste relaties sneuvelen binnen twee jaar na de geboorte van een kind! ‘Hoog tijd om daar iets aan te doen’, dacht Elsbeth Teeling, auteur van Love Mama en zelf moeder van twee kleine kinderen. Dankzij haar tips & tricks is scheiden het nieuwe blijven!
Je eerste boek ‘Relax Mama’ was een groot succes! Waarom moest je tweede boek ‘Love Mama’ er komen? Toen mijn eerste kind geboren was, vond ik het echt schrikken welke impact een kind heeft op je relatie. Maar hoe meer je erover praat, hoe normaler het wordt. En dat wil ik eigenlijk aan vrouwen zeggen: het is best wel fijn dat je niet de enige bent en dat je niet meteen moet gaan scheiden. Schrik er niet van, probeer elkaar wel te blijven zien. Blijf je best doen voor elkaar, ook al heb je het druk!
‘Je moet jezelf kwetsbaar durven opstellen’
12
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Na de geboorte van je eerste dochter was je eventjes de weg kwijt. Hoe hebben jullie dat als koppel overleefd? Ik had het in eerste instantie niet eens zelf door, ik voelde mij gewoon niet zo lekker. Toen ben ik in de spiegel gaan kijken en ben ik heel hard aan mijzelf beginnen werken. Ik ben in therapie geweest en ik heb heel veel hulp gekregen om mezelf te leren kennen. Mijn man is mij blijven steunen. Met dit boek wil ik ook zeggen dat je erdoorheen moet; je wordt er uiteindelijk een leuker mens van! Je moet jezelf gewoon ook kwetsbaar durven opstellen. Soms moet je aan je man durven zeggen: ik ben moe, neem jij het even over? Heb jij tips voor een goed seksleven voor koppels met kinderen? Denk seks. Als je net een kind hebt gekregen, dan ben je niet op seks gericht. Sommige vrouwen natuurlijk wel. Er gebeurt van alles met je hormonen waardoor je minder zin hebt. Steek het vlammetje opnieuw aan en denk er actiever over na. Als je over-
Tekst Lobke Gielkens Foto’s Jos Verhoogen
5 kinderen en 5 pleegkinderen: Debora Sluijs droomde van een groot gezin
‘Pleegmoeder
ben je niet voor even’
14
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Moederliefde is voor mama en pleegmama Debora Sluijs (38) iets heel speciaals. Samen met haar man heeft ze een geweldig groot gezin van vijf kinderen en vijf pleegkinderen. Door hun verleden zijn haar prachtige pleegkinderen een beetje ‘gekneusd’ maar elke dag gaan ze een beetje meer glanzen! “We willen een vangnet voor onze 10 kinderen zijn maar we moeten ze ook kunnen loslaten!” Haar verhaal? Dat lees je hier.
Debora komt zelf uit een groot gezin en droomde als klein meisje al van 10 kinderen. Dat het zo’n vaart zou lopen, had ze nooit verwacht. ‘Toen mijn oudste dochter Lisa (16) naar de kleuterschool ging en mijn tweede dochter Lori (15) 1 jaar oud was, besloot ik om mijn betaalde baan in te ruilen voor het fulltime verzorgen van mijn eigen kroost. Voor andermans kinderen zorgen leek ons ook wel mogelijk en zo rolden we pleegzorg binnen en namen meteen 2 kinderen in huis. Het betrof hier een korte plaatsing, maar zo konden we al eens kennismaken met het ganse concept pleegzorg.... en dat beviel ons wel! Kort nadat die eerste pleegkinderen terug naar hun ouders zijn gegaan, werd ons al gevraagd om twee andere kinderen op te vangen, een stiefbroer en -zus.’ ‘Het hebben van pleegkinderen hield ons niet tegen om ook zelf nog voor nageslacht te zorgen, en na een tussentijdse miskraam, werd ik zelf terug zwanger van onze oudste zoon Loic (10). Toen ik 6 maand zwanger was van Loic, bleek dat de ouders van mijn pleegkinderen samen ook nog een zoontje hadden gekregen,’vertelt Debora. ‘Ze konden en mochten er zelf niet voor zorgen. Omdat we de kinderen graag bij elkaar wilden houden, namen we ook die baby op in ons gezin. Op dat ogenblik hadden we dus 6 jonge kinderen waaronder 2 baby’s. Ik weet niet hoe we die periode overleefd hebben, want het was ontzettend zwaar. Zeker omdat ons jongste pleegkindje enorm beschadigd was door de slechte start die hij in zijn jonge leven maakte. Tegen de tijd dat hij 2,5 jaar oud was, waren we aan het einde van ons Latijn, het hele gezin leed eronder. Vooral Loic die toen 2 jaar was en weinig vorderingen maakte op vlak van ontwikkeling. Op dat moment besloten mijn man en ik dat er geen kinderen meer bij konden en onderging hij een sterilisatie. Bovendien trokken we ook aan de alarmbel en dienst pleegzorg zocht en vond een fantastisch nieuw gezin voor onze jongste pleegzoon.’ ‘We hebben echt wel tijd nodig gehad om terug op onze positieven te komen. Maar na een tijdje begon het wel weer te kriebelen en namen we af en toe pleegkinderen voor korte perioden onder onze vleugels. Een van die korte plaatsingen betrof een baby waar zowel mijn man als ik voor smolten. De sterili-
satie werd ongedaan gemaakt en een jaar later mochten we onze zoon Lexx in de armen sluiten. Uit vrees dat hij een kakkenestje zou worden, zijn we voor nog een kind gegaan en 17 maanden later zag ook onze jongste dochter Leau (3) het levenslicht.’ ‘In de 14 jaar die we nu aan pleegzorg doen, hebben we zo’n 20 pleegkinderen opgevangen.. Er is nu meer stabiliteit gekomen door de lange plaatsingen van onze laatste pleegkinderen. Drie jaar geleden brachten ze hier een Turks meisje dat hier nu nog steeds woont. Een jaar later kregen we een erg beschadigde pleegdochter die letterlijk door de politie van de schoolbank werd geplukt; zij is veruit het meest gekwetste kind dat we ooit opvingen. Zo’n jaar geleden zijn haar moeder en stiefvader uit elkaar gegaan. En om dezelfde reden als 10 jaar daarvoor namen we ook nu weer de beslissing om haar broer en halfzus in huis te nemen. Nu zijn we dus een gezin met 5 eigen kinderen en 5 pleegkinderen, heel dynamisch door de leeftijdsverschillen en steeds een gezellige drukte in huis!’ Wat is moederliefde voor jou Debora? Dat is een heel sterke band, zowel biologisch als emotioneel, zeker in ons geval. Wij willen een vangnet zijn voor al onze kinderen maar we moeten ze ook kunnen loslaten. Uit liefde voor het kind moet je een pleegkind soms echt los kunnen laten. Stel dat je pleegkind terug naar de natuurlijke ouders mag gaan en daar uiteindelijk ook echt mag gaan wonen, dan ben ik heel blij voor dat kind. Dat betekent niet dat onze band daardoor meteen weg is; het verwatert wel maar de band blijft bestaan. Zie jij je eigen kinderen liever dan je pleegkinderen? Nee, maar de band met mijn eigen kinderen is wel vertrouwd, daar zit die biologische band ongetwijfeld voor iets tussen. Ik maak wat betreft liefde en affectie geen onderscheid, ook materieel probeer ik iedereen even veel te geven. Maar het lijkt me bijna abnormaal als ik op een heel cruciaal moment niet voor mijn eigen kind kies. Dan heb ik het natuurlijk niet
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
15
Tekst Jade Yorks Foto’s Jos Verhoogen
België schaart zich deze dagen massaal voor de televisie om de Rode Duivels in actie te zien. Zo ook in Molenbeek waar voetbal sinds de komst van meidenclub FC Molenbeek Girls veel meer is dan een clubje mooie mannen achter een rollende bal. ‘Voetbal is een goed alternatief voor de straat!’
FC Molenbeek Girls is al kampioen ‘Nu de Rode Duivels nog’ Het wereldkampioenschap voetbal moet nog van start gaan als vijftien enthousiaste meiden samenkomen voor een potje voetbal. Het is dinsdagavond, zo rond een uur of zeven, als de U 16 (meisjes onder de zestien jaar) fanatiek achter een bal rennen. ‘Thuisblijven is niet altijd leuk’, vindt de dertienjarige middenvelder Imane. ‘Daarom voetbal ik hier drie keer in de week. Voor mij is voetbal een vorm van kunst die ook nog eens gezellig is.’ Imane heeft altijd wel van voetbal gehouden, maar is er pas echt fanatiek in geworden sinds de komst van de meisjesvoetbalclub FC Molenbeek Girls. ‘Hier heb ik geleerd om tactisch te spelen. Ook nieuwe technieken als van ver op de goal trappen, is iets wat ik tijdens deze trainingen heb geleerd. Je ziet wel dat we allemaal beter worden. Het is niet voor niets dat we dit jaar kampioen zijn geworden.’
18
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Veilig sporten Imane is één van de zestig meiden en vrouwen die wekelijks te vinden zijn in een van de Molenbeekse sporthallen om gezellig een balletje te trappen. Meisjesvoetbalclub FC Molenbeek Girls is een initiatief van Femmalid én beroepskracht Veronique Legon en haar echtgenoot Ramzi Bouhlel. Zij zien voetbal als het perfecte alternatief voor spelen op straat. ‘De ouders van deze meiden kunnen er gerust in zijn dat hun dochters sporten in een veilige omgeving, onder begeleiding van mensen die ze vertrouwen’, legt voorzitter Veronique uit. Zelf loopt Veronique ook niet altijd gerust door de straten van Molenbeek. Na zelf overvallen te zijn, kan ze zich goed inbeelden hoe sommige ouders zich zorgen maken over hun spelende kinderen op straat. De negatieve berichtenstroom in de media over deze Brusselse gemeente werkt ook niet bevorderend voor het veiligheidsgevoel.’
‘Er zijn voor vrouwen gewoon veel minder mogelijkheden om zich erin te ontwikkelen dan voor mannen.’ Tijdens zijn gemengde gymlessen op school spotte hij veel talent onder de meisjes, maar moest hij zoeken naar mogelijkheden voor hen om dat talent te ontwikkelen. ‘Er zijn wel clubs zoals in Anderlecht die een programma hebben voor dames, maar daarvoor is de drempel dan weer heel hoog. Je moet echt heel goed zijn om daar te spelen.’
Imane, opgegroeid in Molenbeek, vindt het wel meevallen met het onveilige gevoel. ‘Veel mensen vragen of ik niet bang ben. Dat ben ik helemaal niet als ik over straat loop. Wel mag ik van mijn moeder nooit alleen in het donker over straat lopen. Als straks de training voorbij is, vertrekken we met zijn allen tegelijk naar de metro.’ Weinig voor meisjes Veronique en Ramzi sloegen de handen ineen om de meisjes een veilige omgeving te geven om te sporten. Vier jaar geleden legden ze de basis voor een voetbalclub waar alle meisjes welkom zijn, ongeacht hun afkomst of het volume van hun portemonnee. ‘We willen dat meisjes de ruimte krijgen om te sporten en zich te ontwikkelen’, zegt Ramzi, coördinator van de club. ‘Hier zijn weinig initiatieven die zich alleen tot meisjes richten.’
‘Er zijn voor vrouwen gewoon veel minder mogelijkheden om zich erin te ontwikkelen dan voor mannen’
Enthousiasme Het zette Ramzi aan het denken. Hij wou iets betekenen voor meiden die net als hij van deze balsport houden, maar nergens met hun talent en enthousiasme naartoe konden. In minder dan een jaar tijd stelde hij een recreatief team samen aan wie hij trainingen gaf. Al snel volgde een competitie tegen de jongens. ‘Dat was een groot succes. Steeds meer meisjes schreven zich bij ons in, waardoor we meerdere teams konden maken.’ Door veel mond-op-mondreclame zijn er nu drie jeugdteams in verschillende leeftijdscategorieën én een damesteam. ‘De drempel om lid te worden houden we bewust heel laag zodat iedereen mee kan. De dames betalen bijvoorbeeld maar 50 euro voor een heel jaar. Voor de jeugd is dat iets meer, maar die krijgen daar hun uitrusting bij en kunnen meerdere keren in de week komen trainen.’
Ramzi was werkzaam als sportanimator voor Buurtsport (een vzw die sportlessen voor kinderen organiseert in Brusselse wijken) toen hij ondervond hoe weinig er specifiek voor meisjes te doen was. ‘Ik moet toegeven dat ik voorheen geen fan was van meisjesvoetbal’, zegt Ramzi. J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
19
Tekst Jade Yorks Foto’s Nancy Thuben
De perfecte oma denkt ook aan zichzelf De oma’s van vandaag hebben het druk. Druk met vriendschappen onderhouden, druk met al hun vrijwilligersengagementen en druk met hun vele hobby’s. Oma als vaste babysit voor de kleinkinderen is daarom niet meer evident. ‘Nee zeggen vind ik heel moeilijk.’
28
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Fernande De Block (70) is al enkele jaren met pensioen, maar haar agenda doet anders vermoeden. Er gaat bijna geen dag voorbij of ze heeft een afspraak. Zo gebeurt het dus wel eens dat ze nee moet zeggen aan een van haar zoons die dringend een oppas nodig heeft voor de kinderen. Daar heeft ze soms moeite mee. ‘Oma worden is het schoonste dat mij is overkomen. Ik kan mij de dag dat mijn eerste kleinkind werd geboren nog goed herinneren. Er was iets moois uit mij voortgekomen. Ik had het leven doorgegeven en de wereld iets moois gegeven. Zo voelde dat! Ik had dit gevoel bij de geboorte van al mijn kleinkinderen. Het is gek, maar bij mijn eigen kinderen had ik dat veel minder. Het heeft er denk ik mee te maken dat je op dat moment jong bent en het druk hebt met van alles. Je vindt alles heel normaal. Nu ik meer levenservaring heb en zelf kinderen heb grootgebracht, weet ik beter wat het inhoudt en waardeer ik het - denk ik - meer.’ Grote familie ‘Ik heb twee zonen die samengeteld zes kinderen hebben. De leeftijden variëren van vijftien tot één. Ik had nooit gedacht dat ik zoveel kleinkinderen zou krijgen (lacht). Ik zie ze allemaal doodgraag en ik spring graag bij als mijn kinderen een oppas nodig hebben. Ik ben zelf ook altijd blijven werken toen ik kinderen kreeg, dus ik weet hoe moeilijk het kan zijn om werk en gezin te combineren. Met mijn kleinkinderen heb ik een heel goede band. Ze komen hier allemaal graag. Ze weten natuurlijk dat ze hier iets meer verwend worden dan thuis. Het snoepje of koekje dat ze thuis niet mogen, krijgen ze hier soms wel. Met de oudste drie (15, 13 en 9) praat ik veel. Soms blijven ze hier slapen en bouwen ze het huis om zodat ze op hun gemak met lekker eten in de zetel voor de televisie kunnen zitten. Bij mijn jongste kleinkinderen voel ik mij soms ook weer even kind. Laatst was ik op bezoek bij mijn jongste zoon en zat ik samen met mijn kleindochter van drie op de schommel. Dat zijn heerlijke momenten. De gedachte dat ik er misschien niet meer ben om ze allemaal te zien opgroeien, vind ik heel moeilijk.
Levensgenieter Nee zeggen vind ik daarom heel moeilijk. Het komt geregeld voor dat één van mijn zoons mij opbelt met de vraag om hen uit de brand te helpen. De kinderen moeten van school en ze kunnen niet weg van hun werk bijvoorbeeld. Als ik geen andere afspraken heb, zeg ik ja. Maar als ik al iets heb afgesproken, vind ik het lastig om af te zeggen. Ik zeg altijd: je engageren voor iets is je ervoor engageren. Een afspraak moet je nakomen. Het is niet dat ik mij schuldig voel als ik zeg dat ik niet kan oppassen, maar het geeft mij wel geen goed gevoel. Zo vraag ik mij ’s avonds in bed altijd af hoe ze het uiteindelijk gered hebben.’ ‘Ik ben altijd druk bezet. Ik houd ervan om bezig te zijn. Heel de dag thuis in de zetel hangen, is niks voor mij. Vooral nu ik besef dat ik al het grootste stuk van mijn leven achter de rug heb, wil ik zoveel mogelijk van het leven genieten zolang ik dat nog kan. Ik weet namelijk niet hoe lang ik lichamelijk nog alles kan blijven doen wat ik graag wil doen. Ik engageer mij daarom voor veel zaken. Soms een beetje teveel moet ik toegeven, maar ik doe het allemaal heel graag. Zo ben ik onder meer reisbegeleider bij Femma, zit ik in het plaatselijk dagelijks bestuur van Femma Wetteren en engageer ik mij voor de parochie. Ik volg ook veel cursussen, want ik wil mij blijven ontwikkelen.’ Mijn kinderen nemen het mij niet kwalijk dat ik er niet altijd voor hen kan zijn als ze mij nodig hebben, maar ik voel soms wel dat ze denken: ze kan weer niet. De andere oma’s zijn vaker beschikbaar.
‘Nu ik besef dat ik al het grootste stuk van mijn leven achter de rug heb, wil ik zoveel mogelijk van het leven genieten zolang ik dat nog kan’
Soms denk ik dat die eindeloze discussie van vroeger, toen werkende moeders raar werden bekeken, nu is overgewaaid naar de oma’s die nog een druk leven hebben. Van een oma verwachten mensen dat ze altijd thuis is, maar bij mij is dat dus niet het geval.’
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
29
Uitneembaar
Zelf gemaakt ❁ Culinair Kook lekker ecologisch ❁ Zelfgemaakt Knutselen met (klein)kinderen uit Het Leuke Vakantieboek Aan de slag met de knoopster ❁ Getest! Naaimachines J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
31
Word zelf modedesigner en ontwerp unieke stof met je eigen print. Met textielverf kan je alle kanten uit: van een toffe LEGOblokjesjoggingbroek tot deze schattige lieveheersbeestjeslegging. Start to textielverf!
Hippe broeken voor kleine
fashionista’s Wat heb je nodig? ❁ legging ❁ rode textielverf ❁ zwarte textielstift ❁ potlood ❁ afwassponsje
Zo ga je te werk: 1. Leg de legging open op een vlakke ondergrond. Voorkom ongelukjes en bescherm de tafel met plastic, krantenpapier of een oud tafellaken. Doe wat textielverf op een bordje doop er een (stukje) afwasspons in. Dit is je stempelkussen. 2. Breng met het sponsje wat rode textielverf aan op de achterkant van het potlood. 3. Bestempel de voorkant van de legging. Laat drogen. Draai de broek om en bestempel de achterkant. Laat opnieuw drogen. Keer de legging binnenstebuiten en strijk ongeveer 4 minuten op 150 ° C. 4. Maak lieveheersbeestjes door met zwarte textielstift pootjes en voelstprietjes aan de rode lijfjes te tekenen. Trek je nieuwe legging aan en speur naar vriendjes in de tuin!
Leuk weetje!
Stempelen is veel gemakkelijker dan het lijkt. Na wat oefenen, ontdek je rondom jou zeker nog meer originele stempels. Genoeg van die ready-mades? Maak dan je eigen motieven en snijd ze uit een vlakgum, aardappel of appel. Ontwerp een volledige collectie met kussens, t-shirts, sjaaltjes, handdoeken, dekentjes en zakdoeken.
Meer zelfmaakideetjes voor de vakantie? In Het Leuke Vakantieboek vind je avontuurlijke schattenjachten, tuinsafari’s, deco- en knutselideetjes, fantasierijke fotoshoots, brain games, sportieve uitdagingen… die kinderen in hun eentje kunnen doen, of teamwork, waarbij je als (groot)ouder met plezier een handje zal toesteken. Het Leuke Vakantieboek is een must-have voor de vakantie en garandeert zalige momenten van rust in tijden van verveling.
HET LEUKE VAKANTIEBOEK van Lobke Gielkens is uitgegeven bij Stichting Kunstboek en vanaf midden juni te koop voor € 19,95 bij de boekhandel ISBN 978-90-5856-491-7 Meer info? www.stichtingkunstboek.com www.leukewereld.blogspot.com
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
35
❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁
Zelf gemaakt Samenstelling Gonda François De Praktische School
Aan de slag met de
knoopster Al gehoord van een ‘knoopster’, ‘vlechtster’ of ‘weefster’? Laatst ging mijn dochter op weekend naar Nederland en bracht voor de kinderen (5 en 7 jaar) een houten ‘knoopster’ mee. Nou wat een leuk hebbedingetje is dat! Vooral de kleinste zette zich onmiddellijk aan het werk en wou dit aan oma leren…
De knoopster is eigenlijk een eenvoudige vorm van KUMIHIMO, een 1000 jaar oude Japanse vlechttechniek waarbij je met behulp van een vlechtschijf koorden kan vlechten in verschillende patronen. Met de knoopster kan je op korte tijd de mooiste koorden knopen, of beter gezegd ‘vlechten’, want echte knopen worden er niet gemaakt. Een leuke techniek voor kinderen vanaf 5 jaar om zelf vriendschapsbandjes, arm- hals en enkelbandjes, leuke veters voor de sportschoenen, een kleurrijk touw voor de turnzak, een sierlintje voor cadeautjes, een touw om in het haar te vlechten, een koordje voor oma’s leesbril te maken. Voortaan is het stilletjes op de achterbank van de wagen en worden lange ritten zoveel aangenamer, want voor het kleine grut is er werk aan de winkel! Succes verzekerd!
Wat heb je nodig? ❁ Een houten knoopster. Online kan je ze kopen vanaf € 4 per stuk, maar doe geen moeite je maakt ze beter zelf en raar maar waar, het resultaat is zelfs beter. Neem een kartonnen bierviltje (liefst rond), teken er 8 punten van een ster op (verdeel het in 4 en nog eens in vier) en maak een insnijding van 1,5 cm. Teken in het midden een kleine cirkel met een muntstukje en snijd dit uit. ❁ 7 draden van 50 tot 75 cm, afhankelijk van het gekozen werkstukje. Katoenen breigaren is ideaal, het is soepel en sterk. Ook hennepgaren, glittergaren, borduurgaren kan je gebruiken. Garen dat verloopt van kleur is het handigst, maar meestal worden 7 verschillende kleuren gebruiken, wat een leuk resultaat geeft. Beperk je het tot 2 of 3 kleuren dan krijg je een terugkerend patroon in je koord. Een glitterdraad tussen de katoenen draden geeft een feestelijk accentje.
36
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁
Hoe ga je te werk? ❁ Knip 7 draden van gelijke lengte, rol de draden een stuk op en leg er een lusje in. Op die manier zijn de draden korter om mee te werken. Je kan de draden ook rond een klein wasspeldje rollen en het uiteinde vastknijpen. Neem de draden samen en leg er een knoop in. ❁ Haal de draden door de middelste cirkel naar boven en span in 7 insnijdingen een draad. ❁ Neem de ster met de vrije insnijding naar je toe, en hou indien mogelijk de knoop wat gespannen. Je kan aan de knoop een klein gewichtje hangen (vb van een punnikklosje), waardoor het koordje wat strakker geweven zal zijn. ❁ Neem de 3e draad vanaf de vrije inkeping, maak hem los en leg hem in de vrije inkeping. ❁ Draai de schijf terug met de vrijgekomen inkeping naar je toe, neem terug de 3e draad vanaf de inkeping en leg hem in de inkeping voor je. ❁ Weef op die manier verder tot het koordje lang genoeg is. Maak de draden los uit de inkeping, maak de beginknoop los en maak een nieuwe knoop met de begin en de einddraden. Knip de uiteinden af.
❁
Nog meer leuke zelfmaak ideetjes en mooie afwerkingen vind je binnenkort op de DIY-fiches in ons nieuw aanbod voor 2015. Deze zal je kunnen terugvinden op de Webwijzer onder ‘Praktische info voor vrijwilligers’. J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
37
❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁❁
Zelf gemaakt
Getest:
naaimachines
Samenstelling Lobke Gielkens i.s.m. Test Aankoop
‘Help! Ik wil een nieuwe naaimachine kopen, hoe kies ik de juiste?’
Heb je net een Femma naaicursus achter de rug en kriebelen je vingers om zelf een naaimachine in huis te halen maar je ziet door het naaimachinebos de bomen niet meer? Denk eerst goed na over wat je zoal wilt maken: gordijnen, placemats of eerder rokjes, hemdjes en broeken? We overlopen kort waarop je moet zeker moet letten!
1. De steken en de programma’s Laat je bij de keuze van een naaimachine niet overdonderen door een waaier aan steekpatronen. Vijf basissteken volstaan voor het meeste naaiwerk: een rechte steek, een zigzagsteek, een blindzoomsteek, een overlocksteek en een stretchsteek voor elastische stoffen. Voor wie graag experimenteert met siersteken of kostuums maakt, kan een ruimere keuze aan steken echter wel interessant. Let vooral ook op de handige functies zoals start-stopfunctie, de snelheidsregeling, de naaldstoppositie, een automatische draaginrijger en de knoopsgatfunctie. 2. Opbergvak en accessoires In de naaiplaat zit een opbergvak, dat vaak uitneembaar is. De vrije arm moet zo smal mogelijk zijn, zodat je er gemakkelijk een broekspijp of een mouw overheen kunt trekken. Daarnaast moet het volledige naaioppervlak zo groot mogelijk zijn, zodat je gemakkelijk met grote stukken stof uit de voeten kunt. Alle naaimachines hebben een standaard naaivoet, waar je vaak mee zal werken. Maar voor blinde zomen, ritsen, knopen en knoopsgaten heeft u andere naaivoeten nodig. 3. Gebruiksgemak Neem als het kan even de handleiding door van de naaimachine die je op het oog hebt, zeker als dat een elektronisch model is. Een toestel met allerlei toeters en bellen is prima, zolang je het niet te ingewikkeld vindt. 4. Grootte en gewicht Is je naaiplek en vooral je opbergruimte beperkt, denk dan aan de afmetingen van de machine. Het gewicht is ook belangrijk als u vaak het toestel moet verplaatsen. Geef je de voorkeur aan een licht model, controleer dan wel of het voldoende stabiel staat. 5. Prijs Er zijn al naaimachines verkrijgbaar voor minder dan € 100. Andere kunnen een pak meer kosten. Welk model het meest geschikt is, hangt helemaal af van wat je ermee wilt doen. Voor eenvoudig naaiwerk overweeg je misschien een goedkoop basismodel. Weet dan wel dat dit doorgaans echt beperkte mogelijkheden biedt. Voor vrij dikke stof, knoopsgaten of een rits is zo’n machine minder handig.
De grote naaimachinetest van Test Aankoop TEST AANKOOP onderwierp 17 naaimachines aan een grondige test. Ze bekeken onder meer de functies en het gebruiksgemak. Verder beoordeelden ze de kwaliteit van het naaiwerk, de duurzaamheid van de toestellen, hun veiligheid en het lawaai. Benieuwd naar het resultaat? Bekijk ze hier www. testaankoop.be/naaimachine en ontdek welke naaimachine je moet kopen. Naast hun tests in het labo, namen ook een aantal zeer ervaren naaisters de machines onder de loep. Wat vonden zij van de machines en de testresultaten van Test-Aankoop? Ontdek het op www.testaankoop.be/naaimachine
38
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Zelf gemaakt
Hoe houd je kinderen en kleinkinderen op een creatieve manier bezig zonder ze gemakshalve voor de spelconsole of televisie te parkeren? Geen nood, Het Leuke Vakantieboek verbant de verveling en reikt ons inspirerende anti-verveel activiteiten voor elke dag van de vakantie. Originele, creatieve, low budget, binnen- en buitenspeelactiviteiten voor jongens en meisjes van 2 tot 99. Femma knutselde twee projectjes in elkaar die je gemakkelijk samen met je kinderen of kleinkinderen zelf kunt maken!
Tekst en samenstelling Lobke Gielkens Foto’s Els Bauwelinck
De één zijn afval is de ander zijn goud. Een PMD-zak herbergt ware schatten voor wie er oog voor heeft. We gunnen lege conservenblikjes een tweede leven. En wat voor één. Een leven vol avontuur. Wild en ontembaar! In minder dan een kwartier tijd bokst iedereen met enige handigheid deze stevige stampers in elkaar.
Stelten safari stijl Wat heb je nodig? ❁ 2 conservenblikken ❁ roze spuitverf ❁ stevig touw ❁ zwarte alcoholstift ❁ hamer en schroevendraaier/priem
34
Zo ga je te werk: 1. Controleer eerst of er geen scherpe, snijdende randjes aan het blik zijn. Als dat zo is, sla ze dan naar binnen met een hamer of vijl ze weg. Zorg er ook voor dat je blikken helemaal schoon en vetvrij zijn. Er mag zeker geen papier meer aan plakken. 2. Tijd voor het spannende werk: verf spuiten! Jonge kindjes vragen hiervoor best hulp aan een volwassene. Spuit een dun laagje roze verf en laat het blik drogen. Dekt het eerste laagje niet voldoende, breng dan een tweede laagje verf aan. 3. Maak in elk blik links en rechts een gaatje met een schroevendraaier of met een priem en hamer. Je kan natuurlijk ook boren. Doe dit net onder de gesloten bovenrand van het blik. Zorg ervoor dat je de gaatjes links en rechts op dezelfde hoogte maakt. 4. Knip twee even lange stukken touw af (touwlengte = heuphoogte x 2). Het touw door het gaatje manoevreren, zal het snelst lukken vanaf de buitenkant. Leg een dikke knoop in het uiteinde van het touw zodat het veilig en stevig aan de binnenkant van het blik vastzit. 5. Teken onderaan de tenen van een olifant. Stijg op je stelten en ga op avontuur in de savanne. Of de tuin.
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Vanessa Vanfraechem (36) is een plusmama
‘Het is een hele klus’
Vanessa Vanfraechem (36) leert in 2010 op een fuif haar vriend Pieter kennen en krijgt er meteen twee kinderen bij. Het verhaal van deze plusmama is er eentje van samen groeien.
‘Nadat wij een maand en een half samen waren, ben ik hier beginnen komen als een vriendin. Dan gingen we samen op uitstap en af en toe kwam ik eens eten. Zo heb ik ook met de kinderen contact gelegd. Gauke was toen 3,5 en Karsten was 6. Hun mama was een jaar voordien weggegaan.
‘Als je een relatie begint, weet je nooit wat er zal komen, maar als er kinderen bij zijn, kan je niet zo snel opgeven’
44
‘Het is nu gemakkelijker dan drie of vier jaar geleden. Ik voelde mij in het begin soms gevangen. Ik heb het dan heel moeilijk gehad. Dat is zoals de babyblues als je bevallen bent. Ik heb dat allemaal op voorhand gehad en niet meer bij onze Jul. Elke wisseldag vond ik altijd heel zwaar. Als ze van bij de mama kwamen met hun verhalen waren ze vaak nerveus. Ik heb dat eerste jaar veel geweend en had erg veel verdriet. Maar wij hebben daar echt heel veel over gepraat. Als je een relatie begint, weet je nooit wat er zal komen, maar als er kinderen bij zijn, kan je niet zo snel opgeven. Het is heel belangrijk dat je als koppel babbelt.
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Ook over de manier van aanpakken. Pieter heeft mij van in het begin toegelaten streng te zijn. Ik spreek zijn regels ook niet tegen als zij erbij zijn. Daarna proberen we wel bij te sturen. Het is een hele klus, maar de kinderen zijn nu rustiger. Zij moeten daar ook in groeien. De eerste keer dat je een knuffel van hen krijgt of dat ze naast je willen zitten, dan smelt je hart. En ik wil echt dat ze weten dat ze bij mij terecht kunnen. Dat vind ik erg belangrijk. Ik wil heel graag dat ze zich op hun gemak voelen, dat ze open zijn en dat ze weten dat hun keuzes vrij zijn.’
Tekst en foto's Jade Yorks
Marleen heeft altijd geweten dat haar moeder niet haar echte moeder is. De vrouw die dat wel is, liet haar vlak na haar geboorte achter in de inkomhal van een kinderdagverblijf. Nooit had ze de behoefte om te weten waarom. Totdat ze zelf moeder werd.
48
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Wat als je moeder je niet wil hebben Marleen werd te vondeling gelegd ‘Als ze mij toen niet wilde hebben, dan hoeft dat nu voor mij ook niet.’ Met dit credo in haar achterhoofd, voelde Marleen nooit de noodzaak om haar biologische familiewortels nader te onderzoeken. Ze heeft een goede band met de moeder die haar opvoedde en ze kwam gedurende haar jeugd niks te kort. ‘Sinds ik mij kan herinneren, weet ik dat ik geadopteerd ben. Daar zijn mijn ouders altijd heel eerlijk in geweest. Ik heb altijd gedacht dat, als mijn biologische ouders mij echt willen zien, ze wel naar mij op zoek zouden gaan.’ Marleen weet dat ze afkomstig is van een Franstalige familie. ‘Wanneer ik vroeger werd aangesproken door iemand die Frans sprak, dacht ik: wie weet, misschien is het familie. En op mijn verjaardagen dacht ik altijd wel even aan mijn moeder. Zou ze nu ook aan mij denken, dacht ik. Maar anders was ik er echt niet mee bezig.’ De waaromvraag Pas als ze bevalt van haar eerste dochter begint het toch een beetje te knagen. Ze probeert zich in te beelden hoe het zou zijn als ze nu afstand zou doen van haar pasgeboren dochter. ‘Dat kan ik mij dus niet inbeelden. Hoe kan iemand nu zoiets moois als je eigen kind achterlaten. Ik werd alsmaar nieuwsgieriger naar de waaromvraag. Waarom liet mijn moeder mij zomaar achter?’ Ze is inmiddels de veertig gepasseerd als ze toch besluit te zoeken naar haar moeder. Een boek over een afstandsmoeder die vertelt waarom ze haar kind heeft afgestaan en hoeveel spijt ze daarvan heeft, helpt Marleen over de drempel. Met de hulp van vzw Gewenst Kind begint ze de zoektocht. ‘Het was er mij niet om te doen om een
moeder te vinden. Dat heb ik ook altijd aan mijn adoptiemoeder gezegd. Zij was mijn moeder en nog één erbij hoefde voor mij niet. Ik wilde gewoon meer te weten komen.’ De zoektocht bleek al snel een teleurstelling. Marleens biologische moeder bleek al zestien jaar dood te zijn. ‘Even dacht ik dat ik nooit zou weten wie ze was. Ik ben toen direct naar het kerkhof gegaan om te zien of er misschien een fotootje hing. Dat was er niet. Wel stonden er planten en bloemen op het graf. Het was begin november, dus er moest nog familie zijn die de moeite nam om het graf met Allerheiligen te verzorgen. Mijn eerste reactie was dat ik volgend jaar op Allerheiligen zou terugkeren om te zien wie hier bloemen legde.’
‘Het klinkt misschien heel lelijk, maar ik was eigenlijk blij dat mijn biologische moeder voor mijn zussen die wel bij haar zijn opgegroeid, ook niet echt een moeder was’
Zo lang duurt het uiteindelijk niet voordat ze haar biologische familie leert kennen. Samen met haar adoptiemoeder gaat ze op onderzoek. ‘We gingen naar het gemeentehuis en klopten aan bij de pastoor van de plaatselijke kerk. Ineens was ik vertrokken (lacht). Als ik mij ergens voor engageer, ga ik er helemaal voor.’ Heel veel zussen Uiteindelijk is het een werknemer van het gemeentehuis, die als hobby heeft stambomen uit te pluizen, die Marleen vooruit helpt. ‘Ik gaf hem alle gegevens die ik had, zoals naam en geboorteplaats, waarna hij enthousiast aan de slag ging. Al snel belde hij mij op en vertelde dat hij twee zussen had gevonden. Eentje was een jaar jonger en de ander twee jaar ouder dan ik.’
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
49
tekst en foto Jade Yorks
geen
Nee, ik wil
kinderen
‘Ik voelde nooit de behoefte om mij voort te planten’ Van vrouwen die de dertig naderen, worden kinderen verwacht. Wie ze wel kan krijgen, maar ze niet wilt, moet zich verantwoorden. ‘Geen kinderwens hebben, is in onze maatschappij nog altijd taboe.’
‘Sommige mensen denken dat ik kinderen niet leuk vind, maar daar heeft dat niks mee te maken’
54
Elke morgen staat Cindy in alle rust op. Ze kleedt zich aan op haar gemak, drinkt een tas koffie en leest ondertussen de krant. Er is niemand die haar vraagt om een boterham te smeren of om een poep af te vegen. Cindy heeft geen kinderen en is ook niet van plan om ze te krijgen. ‘Sommige mensen denken dat ik kinderen niet leuk vind, maar daar heeft dat niks mee te maken. Ik voelde gewoon nooit de behoefte om mij voort te planten. Ik hoef niet perse een mini van mijzelf.’ Vrouwen als Cindy die er bewust voor kiezen om geen kinderen te krijgen, zijn in opkomst. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat 1 op 5 vrouwen boven de 45 jaar kinderloos is en velen daarvan blijkbaar bewust. Hoeveel dat er precies zijn en hoeveel in België, is helaas niet duidelijk. Het feit blijft dat, hoewel de maatschappij uitgaat van een vanzelfsprekende kinderwens, er wel degelijk vrouwen zijn die er bewust voor kiezen om niet mee te gaan in het kinderverhaal.
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
Cindy was in de dertig toen ze samen met haar man besloot om geen kinderen te krijgen. ‘Ik ben nooit anti kinderen geweest, maar ik stond er gewoon nooit om te springen. Mijn man ook niet. Samen hebben we een goed gesprek gehad. Willen we dit echt, vroegen we ons af. Willen we echt in dit verhaal springen? Dat vonden we allebei niet nodig.’ Zo eensgezind als Cindy en haar man zijn over kinderen, zo verwarrend was die beslissing voor anderen. ‘We kregen veel vragen. Dat is soms vervelend, want je hebt niet altijd zin om je te verantwoorden. Je moet voortdurend in de verdediging schieten. Iedereen vindt het vanzelfsprekend om kinderen te krijgen, maar er is nooit iemand die zich afvraagt waarom je wél kinderen neemt. Dat lijkt mij ook een grote beslissing.’ Veel vrouwen weten van kinds af aan al dat ze moeder willen worden. Psychologe Daniëlle van Nimmen: ‘We leven in een maatschappij die het vanzelfsprekend vindt dat we kinderen krijgen. Het is nog altijd een taboe om geen kinderwens te hebben. Al zie je wel dat het meer en meer aanvaard wordt. Dat heeft denk ik te maken met de vele nieuwe vormen van samenleven die onze samenleving rijk is. We hebben man-man, vrouw-
vrouw of nieuw samengestelde gezinnen. Manvrouw-kind is niet meer vanzelfsprekend.’ Een leven zonder kinderen is niet te vergelijken met een leven mét. Dat ziet Cindy aan sommige van haar vriendinnen die openlijk toegeven dat ze Cindy af en toe benijden. Zo is ze vorig jaar met haar man een maand naar Nieuw Zeeland gegaan. Ook dit jaar is ze van plan om weer een verre reis te maken. ‘Dat is super leuk, maar ik zou het niet kunnen betalen als ik twee kinderen wil meenemen. En je gaat natuurlijk ook geen maand zonder hen weg .’ Ook als ze nieuwe kleren koopt, hanteert Cindy een andere tactiek dan moeders in de winkelstraat. ‘Als ik tussen twee jurken twijfel, koop ik ze allebei. Als je nog eens twee kinderen moet kleden, doe je dat natuurlijk niet.’ Ze merkt daarom dat haar vrienden met kinderen er een ander uitgavenpatroon op na houden. ‘Een vriendin van mij gaat deze zomer bijvoorbeeld op zwembadvakantie naar Turkije met de all in-formule (eten en drinken inbegrepen). Dat doet ze niet omdat zij en haar partner dat zo leuk vinden, maar omdat het leuker is voor de kinderen. Ik begrijp dat, maar ik vind het wel jammer dat moeders zichzelf zo wegcijferen. Kinderen zijn heel belangrijk, maar jij als persoon ook.’
voorstelling had, moest ik een traantje wegpinken van trots. Ik vind het leuk om met ze te winkelen, cupcakes te bakken of om naar de film te gaan. Als ze een eerste schooldag hebben, stuur ik ‘s ochtends een smsje en na afloop facetimen (videobellen) we. Ik vind het belangrijk om betrokken te zijn. Ik grap soms dat ik wel lief voor hen moet zijn zodat ze me later nog komen opzoeken.’ Cindy voelt zich gelukkig in haar situatie. Ze houdt van haar metekindjes, maar ze is tegelijkertijd blij dat het niet haar eigen kinderen zijn. ‘Ik weet dat ik er vakantie van kan nemen (lacht). Ze blijven soms twee, drie nachten bij mij slapen. Dat is heel leuk, maar na afloop ben ik kapot. Ik weet dat als je zelf kinderen hebt, je nooit rust hebt.’
Mijn Stannah Starla, de stijl die me bevalt, de teruggevonden vrijheid ...
Er heerst geen kloof tussen Cindy en haar vrienden die wel kinderen hebben. ‘Ik heb heel lieve vrienden met kinderen die nog altijd geregeld leuke dingen willen doen. Nog voor er kinderen waren en nog voor ik uitgesproken had dat ik er geen wilde, spraken we met elkaar af dat we niet zouden vervallen in de stereotype moeder die alleen maar kan praten over het aantal luiers of milliliters melk in het flesje. De leuke dingen worden verteld en als iemand het beu is, dan wordt dat gezegd.’ Dat Cindy zelf geen kinderen heeft, wil niet zeggen dat ze ze niet graag ziet. Ze is zelf meter van drie kinderen en haar man heeft ook een petekind. ‘Toen een van mijn metekindjes een ballet-
Documentatie en gratis prijsofferte op
0800 95 950
info@stannah.be Naam + Voornaam Adres
..............................................................................................
.................................................................................................................
Postcode Tel:
www.stannah.be
......................
..............................
Stad E-mail
......................................................................... .......................................................................
Stannah bvba, Poverstraat 94, 1731 Relegem
Tekst Jade Yorks en Lobke Gielkens Foto’s Jos Verhoogen
De Femma redactie doet iets levensbelangrijks en meldt zich aan als
stamceldonor, jullie toch ook?
Sommige dingen op ons to-do-lijstje staan er al heel lang op. Sommige dingen kunnen we waarschijnlijk nooit afvinken wegens stomme excuses zoals ‘ik heb geen tijd’ of ‘dat is niets voor mij’. Toch stond ‘stamceldonor worden’ al heel lang op ons lijstje en we moeten toegeven dat het zonder een schop onder onze kont misschien nooit gelukt was om dit weg te strepen. Onze schop was deze reportage maken. Een sfeerverslag.
58
| F EM M A | JU NI - JU LI- AU GUS TUS 2 0 1 4
STAP 1 MELD JE AAN
‘Ja, ik ben bereid om stamcellen te doneren!’ Lobke: ‘Nadat we ons via de site www.stamceldonor.be hebben aangemeld, worden we uitgenodigd om op gesprek te komen in het donorcentrum van het UZ in Jette. Jade en ik worden warm onthaald door de sympathieke verpleegsters van het Rode Kruis. We melden ons aan met onze identiteitskaart en we krijgen een lange medische vragenlijst voorgeschoteld. Nee ik ben niet zwanger, nee ik ben geen druggebruikster en nee ik heb geen seks gehad met verschillende partners de afgelopen jaren! Check. Nog even op persoonlijk gesprek bij de dokter voor we de prik krijgen om ons weefseltype te bepalen. Deze info hebben ze blijkbaar nodig bij het Rode Kruis om te bepalen voor wie we een geschikte donor zouden zijn. Of we er al een zijn, want naar het schijnt is de kans heel klein. ‘Voel je je goed?’ vraagt de verpleegster lief? Nog even onze bloeddruk meten en we zijn er klaar voor. Na het gesprek moeten we nog even een bereidverklaring ondertekenen. Je bevestigt daarmee dat je daadwerkelijk bereid bent om stamcellen te doneren mocht er plots toch een patiënt zijn die met jouw stamcellen kan worden geholpen. Laten we hopen!’
STAP 1 LAAT BLOED AFNEMEN
‘Voor ons een kleine moeite, voor iemand anders levensbelangrijk’ Jade: ‘Met een gezonde dosis zenuwen volgen we de verpleegster naar de afnamezaal. We nemen plaats in één van de grote ligstoelen. Ze blijken verbazingwekkend heerlijk te liggen. Dat is alvast een meevaller. Als twee vriendelijke verpleegkundigen ons uitleggen wat ons te wachten staat, liggen we lekker onderuit gezakt te luisteren. Om te weten of ons weefseltype overeen komt met het weefsel van iemand die stamcellen nodig heeft, wordt er een heel klein buisje bloed bij ons afgenomen. Ter plekke besluiten we om naast een staaltje voor stamceldonatie ook bloed te geven. Mensen die na bijvoorbeeld een ongeval, een bevalling of een operatie veel bloed hebben verloren, zijn gebaat bij mensen die vrijwillig een klein beetje van hun bloed afstaan. Voor ons is het een kleine moeite, maar voor een ander kan het van levensbelang zijn. Lobke ziet er behoorlijk ontspannen uit, maar bij mij zijn er toch meerdere kriebels voelbaar in mijn buik. ‘Nu is het zoeken naar een mooie, dikke ader. Daar ga ik alle tijd voor nemen’, zegt de verpleegster met een grijns op haar gezicht. Als ze de perfecte ader gevonden heeft, volgt de prik van de naald. Het moet gezegd worden: het valt reuze mee. Van pijn is absoluut geen sprake. Toch kunnen we niet ontkennen dat het een vreemd gevoel geeft als het bloed langzaam maar zeker naar buiten stroomt. We besluiten dat het vooral tussen onze oren zit. Uiteindelijk is het vooral een kleine moeite voor een kans op grote resultaten. Voor sommige ernstig zieke patiënten is een stamceltransplantatie vaak een laatste kans om definitief te genezen. Het vinden van de donor met de juiste stamcellen is heel moeilijk omdat het weefseltype voor minstens 80 % overeen moet komen. De kans dat de stamcellen van Lobke en die van mij overeen komen met die van iemand die het nodig heeft, is helaas maar 1 op 50.000. Daarom is het noodzakelijk dat zo veel mogelijk mensen hun stamcellen willen doneren zodat de kans op een match groter wordt.’
J UN I - J UL I - AUG US T US 2 0 1 4 | F E M M A |
59