2 minute read
Tips & Tops Doordecentralisatie van beschermd wonen
In 2015 hebben gemeenten, aanbieders en het Rijk de handschoen opgepakt om de Wmo-zorg en Jeugdhulp decentraal te organiseren. Nu staat er een nieuwe decentralisatie op stapel. Of beter gezegd, een doordecentralisatie van beschermd wonen (BW). Het voornemen is dat niet langer de huidige 44 centrumgemeenten, maar de 355 individuele gemeenten de komende jaren (budget)verantwoordelijk worden voor beschermd wonen, waarbij mogelijk beleids- en inkooptaken op individueel gemeenteniveau uitgevoerd gaan worden. Na de decentralisatie van de Wmo-zorg en Jeugdhulp zien we de afgelopen jaren over de volle breedte van het sociaal domein tekorten ontstaan in gemeentelijke budgetten én financiële problemen bij aanbieders. Zes tips om te voorkomen dat binnen beschermd wonen straks ook dezelfde financiële problemen ontstaan.
DOORDECENTRALISATIE VAN BESCHERMD WONEN
Advertisement
Marvin Hanekamp, Bas Peeters & Melanie Knieriem, Berenschot
Leer van het verleden en bezint eer ge begint
Trek lering uit de decentralisatie van de Wmo en Jeugdwet en wees realistisch. Binnen de Wmo en Jeugdwet heeft het ook een aantal jaren geduurd voordat er na de transitie echt ruimte kwam om te transformeren.
Zet het gezamenlijk belang voorop: goede en betaalbare zorg voor mensen die het nodig hebben
Maak dat een stevig fundament waarop de gesprekken tussen zorgaanbieders en gemeenten ook op gefundeerd zijn. En zorg dat je samen concretiseert wat goede en betaalbare zorg in de gemeente betekent. Dat biedt kaders om samen keuzes te maken.
Werk vanuit dit gezamenlijk belang aan onderling begrip en vertrouwen
Organiseer bijvoorbeeld werkbezoeken voor wethouders en raadsleden en laat contractmanagers kennis maken met de financiële structuur van de instelling. Welke uitdagingen zijn er en welke risico’s zie je, maar ook welke consequenties zijn er verbonden aan de eisen die gemeenten stellen? Daarmee creëer je inzicht bij de gemeente en dat helpt voor onderling begrip en vertrouwen.
Streef naar standaardisatie waar het kan
Denk hierbij aan eenduidige (al dan niet landelijke) producten, tarieven, afspraken, definities en verantwoordingseisen. Vind het wiel niet onnodig opnieuw uit, maar probeer aan te sluiten bij reeds bestaande werkwijzen en voorkom dat straks elke gemeente het net even anders doet. Let wel: het aantal verwachte BW-cliënten ná de openstelling van de Wlz is lager dan het aantal jeugdigen met een beschermingsmaatregel. Toch wordt landelijk bij de jeugdbescherming gekozen voor verplichte regionale standaardisatie van inkoop, terwijl BW nu een omgekeerde beweging maakt.
Stuur niet alleen op kostprijzen, maar ook op volumes en kwaliteit
Echte grip op de kosten ontstaat als er niet alleen een reëel tarief ligt, maar er óók grip komt op de volumes en kwaliteit. Bespreek bijvoorbeeld met elkaar wat kan helpen om zelfstandigheid van cliënten te bevorderen.
Voer het gesprek over kostprijzen op basis van eenduidige definities, een eenduidig begrip over hoe kostprijzen zijn opgebouwd en goed referentiemateriaal
Wat ons betreft begint dit met inzicht en onderbouwing. Inzicht in hoe kostprijzen zijn opgebouwd, hoe de verschillende kostprijselementen (zoals functiemix, productiviteit en overhead) op elkaar ingrijpen en wat het verschil is tussen bijvoorbeeld een aandeel overheadkosten en de opslag voor overhead. Dit vergroot het gezamenlijke begrip en leidt tot een betere discussie. Vervolgens is inzicht nodig in de hoogte van de kostprijzen en de kostprijselementen. Om te kunnen beoordelen in hoeverre dit reëel is, helpt het enorm als goede, gevalideerde referentiecijfers voorhanden zijn. Dit ‘bij elkaar googlen’ is een no go. Zorg met elkaar voor een goede onderbouwde en gevalideerde basis.