
3 minute read
Gezocht: breakbulknerds
Breakbulkspecialiste Ann De Smet blikt vooruit
Als grootste staalhaven van Europa, zet het Havenbedrijf Antwerpen (PoA) de komende jaren volop in op de verscheping van projectcargo. Onderdelen van windmolens en productieinstallaties hebben in het licht van hernieuwbare energie een groeiend aandeel in de breakbulktrafiek. Diversificatie van de terminaloperatoren moet de toekomst van stukgoedoverslag verzekeren.
JULIE DESMET
“Na de financiële crisis van 2008 dachten velen dat de breakbulksector als een kaartenhuisje zou instorten”, vertelt Ann De Smet, keyaccountmanager Shipping Lines bij Port of Antwerp. “Verladers kozen nadien gemakkelijker voor containers, maar het volume staal bleef vrij stabiel. In de nasleep van de coronacrisis, merken we een omgekeerde beweging. Door de containerschaarste wordt het opnieuw interessant om cargo als breakbulk te verschepen. De markt speelt dus zeker, maar staal zal altijd deel uitmaken van de koek. Zolang we auto’s kopen, zal er staal nodig zijn. Staal wordt voorts gebruikt in de bouw en in huishoudapparatuur. Ik hoop dat PoA de komende jaren ook een prominentere rol kan spelen in projectlading.”
Duurzame energie
Het klimaatbeleid zet petrochemische bedrijven aan om over te schakelen op alternatieve brandstoffen. Dat opent nieuwe perspectieven en kansen in het breakbulksegment. “De vernieuwing van productieinstallaties genereert werk zoals het aanleveren van grote modules”, vertelt De Smet. “Windmolens zijn een interessante manier om duurzame energie te produceren, al zijn er grenzen aan de groei in Europa door de beschikbare landoppervlakte. Desondanks zit die activiteit absoluut in de lift en moeten de onderdelen die worden verscheept, ook ergens op de terminal terechtkunnen.”
efficiëntiewinst
Een eerder vrijgekomen concessie van 15 hectare op het Churchilldok is sinds eind 2020 gereserveerd voor stukgoedactiviteiten. Het wordt een purposeterminal biedt nu ook containerstuffing aan als extra toegevoegde waarde of creëert extra ruimte om grote stukken te assembleren. Vandaag is een terminal ook agent en expediteur met doorgaans een eigen douaneafdeling en trucks om uit te leveren. De innovatie ligt in de diversificatie. Dat zal zich alleen maar voortzetten naarmate de volumes zich aandienen.”
volwaardig ‘breakbulkdok’. “We denken niet dat er per se nog meer toegewezen ruimte moet worden voorbehouden aan dit nicheproduct”, denkt De Smet. “Het lijkt ons wel belangrijk om de terminaloperators meer te laten samenwerken, al is dat niet evident. Maar, twee concullega’s die naast elkaar zijn gelegen, kunnen bijvoorbeeld wel een mobiele kraan delen. Dat is meteen een efficiëntieslag.”
Diversificatie
“Terminaloperatoren redden het vandaag niet meer met alleen maar overslag”, gaat ze verder. “Een multiOok digitalisering is een belangrijke hefboom in de concurrentieslag. “We proberen met Bulkchain – het datadeelplatform voor de breakbulk – een voortrekker te zijn en de spelers te overtuigen, maar de breakbulkindustrie hinkt achterop. De koudwatervrees is nog niet overwonnen”, zegt De Smet. “Als COVID19 ons één ding heeft geleerd, is het dat je supplychain zo transparant mogelijk moet zijn om je goederen te kunnen detecteren.”
zeebrugge
Hoe de fusie met de haven van Zeebrugge nieuwe opportuniteiten kan aan
boren, is momenteel nog koffiedik kijken. “Voor rederijen die in transhipment de Schelde niet helemaal willen opvaren tot Antwerpen, kan Zeebrugge een interessant platform aanbieden voor stukgoed dat via shortsea verder moet, net zoals dat al voor roro gebeurt.” “We merken dat veel havenspelers met offshoreactiviteiten bezig zijn”, gaat ze verder. “De haven van Rotterdam zet daar heel sterk op in en heeft alle materiaal in huis om windmolens te installeren. De haven van Oostende biedt eveneens een sterk offshoreplatform, waar er zeker nog meer mogelijkheden liggen.”
Jongeren
Met de blik op 2030, behoudt De Smet haar geloof in de toekomst van breakbulk. “De container is een machtig wapen, maar een container is wel nog altijd van staal gemaakt”, lacht ze. “Breakbulk is een niche geworden en dat zal het blijven, maar ik ben er zeker van dat we deze activiteit kunnen behouden. Stukgoed komt in zoveel verschillende maten en gewichten voor, dat het wel moeilijk is om de capaciteit te voorspellen. De evolutie tegen eind 2021 is al moeilijk in te schatten, laat staan tegen 2030.” Specialisatie is troef, hoewel die deskundigheid volgens De Smet stilaan wegebt. “De huidige generatie mist opvolgers”, vertelt ze. “De containersector staat centraal en is meer een ‘daily business’. Je moet gedreven jongeren vinden die zich met hart en ziel in breakbulk willen verdiepen. Geen enkel stuk is hetzelfde. In dat opzicht is breakbulk meer een hobby, een fascinatie. Daar ligt de sleutel tot succes.”
Ann De Smet: “De container is machtig, maar is wel nog altijd van staal gemaakt.”
(Foto Julie Desmet)