AGC Glass Building ©Marie-Françoise Plissart / Afgiftekantoor Oostende X - P 918486- Driemaandelijks tijdschrift - V.U.: Filip Cossement - Bld. des Canadiens 118 - B-7711 Dottignies
OKT-NOV-DEC 2015
magazine 04
JO U RNAL F OR THE FACI LI T Y M AN AGER
“De rol van de Facility Manager in het bouwproces kan niet overschat worden.”
Christian Bertrand - AGC Glass Europe
v
Allstar Developed by Vitra in Switzerland, Design: Konstantin Grcic Go to www.vitra.com/dealer to find Vitra retail partners in your area.
www.vitra.com/allstar
INHOUD
12 IFMA-werkgroep gidst bouwteam doorheen levenscyclus gebouw
De Facility Manager moet reeds van bij het ontwerp van een nieuw gebouw zijn stempel kunnen drukken op het Programma van Eisen. Christian Bertrand Head of the Facility Management dept. AGC Glass Europe
Minister Alexander De Croo “De digitale revolutie is een kans die een bedreiging wordt indien bedrijven ze niet grijpen”
Wetten en normen Een veilige branddetectie garanderen. De normen NBN/DTD S 21-100-1 en NBN/DTD S 21-100-2
6 News Architectuur 37 Rapport FM&Architectuur Eindejaarsvragen 50 2015-2016: terug- en vooruitblik
46 22
40
18
Wanted: talent Door innovatieve oplossingen het juiste talent aan boord krijgen
Trends 54 IFMA stelt FM-Trendrapport België 2015 voor 48
Column Young IFMA
3
4
VOORWOORD
Beste leden, Beste collega Facility Managers, De herfst luidt voor de meesten onder ons gewoonlijk ook de start van de budgetperiode in. Deze oefening wordt jaar na jaar een grotere uitdaging voor Facility Managers aangezien de kosten reeds vele jaren gedrukt worden en de dienstverlening ondertussen reeds herbekeken en desgevallend gereduceerd werd. Dit is geenszins een éénmalige oefening maar een continu aandachtspunt waar de meeste Facility Managers mee geconfronteerd worden. Deze maand zal IFMA Belgian Chapter dan ook voor de eerste maal in zijn geschiedenis de resultaten van een uniek onderzoek voorstellen dat een beter beeld zal schetsen van de facilitaire markt in België. Het FM-Trendrapport geeft een degelijk inzicht in de cijfers, trends en ontwikkelingen van de Belgische FM-markt. Geïnspireerd door FMN, de beroepsfederatie voor Facility Managers in Nederland, wensen wij dit werk de komende jaren te doen uitgroeien als referentie in ons vakgebied.
Colofon Periodiciteit: Driemaandelijks Hoofdredactie: Tilly Baekelandt tilly.baekelandt@fcomedia.be T + 32 (0)56 33 42 72 Redactie: Philip Declercq, Rudy Gunst, Andrea Sanchez, Valérie Couplez, Bart Vancauwenberghe Reclame-advies: Karl Bossuyt T +32 (0)475 386 204 karl.bossuyt@fcomedia.be Verantwoordelijke uitgever: Filip Cossement Boulevard des Canadiens 118 B - 7711 Dottignies Vormgeving: marieke.veys@fcomedia.be Version française sur simple demande Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. Voor de inhoud van de advertenties zijn enkel de adverteerders aansprakelijk. De uitgever erkent geen enkele verplichting tot opname van aangeboden advertenties. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
De komende jaren zullen zeker niet minder boeiend worden op gebied van Facility Management. De uitdagingen zijn dan ook enorm: het nieuwe werken is er bijvoorbeeld één van. Het nieuwe werken is niet enkel een oefening van nieuw en creatief meubilair maar veeleer het samensmelten van de roadmaps van HR, ICT en Facility. Deze drie afdelingen staan voor grote uitdagingen met betrekking tot de nieuwe vormen van werken en samenwerken. Hoe zal de Facility Manager immers zijn vastgoedstrategie moeten bepalen als iedereen overal en op elk uur van de dag kan werken? Denk er alvast maar over na, want IFMA komt hier zeker op terug met gepaste workshops om dit vraagstuk verder uit te werken. Met dit decembernummer wens ik jullie tot slot allen prettige eindejaarsfeesten toe en een schitterende start van 2016. Hopelijk tot op één van de IFMA evenementen!
Veel leesgenot! Jean Morren Voorzitter IFMA
Contact us: Directeur Mieke Loncke T. 02 424 12 80 M. 0485 69 77 93 mieke.loncke@ifma.be Office Manager Muriel Walter T. 02 424 12 80 M. 0468 13 81 25 secretary@ifma.be
Pegasuslaan 5 1831 Diegem www.ifma.be
Maak kennis met het meest gebruiksvriendelijke FMIS Perfecte ondersteuning voor uw facilitaire afdeling
Als facility manager wilt u uw klanten zo goed mogelijk ondersteunen, uw gebouwen zo efficiënt mogelijk beheren en uw machines zo goed mogelijk onderhouden. Een FMIS kan hierbij helpen; een FMIS dat geruisloos integreert in uw organisatie. Wij begrijpen dat. Daarom is TOPdesk ongeëvenaard gebruiksvriendelijk. Met flexibele to-dolijsten, slimme planners en krachtige rapportagemogelijkheden. Ook goed samenwerken met andere afdelingen wordt makkelijker met TOPdesk.
TOPdesk is namelijk de enige tool die Facility, ICT en HRM perfect integreert. U hoeft alle informatie slechts op één plek te beheren, terwijl elke afdeling zijn eigen veilige werkomgeving behoudt.
Meer weten? Kijk op www.topdesk.be/facilitair
Service Management Simplified
6
NEWS
Nieuwe release 15.0 myMCS
MCS biedt al 25 jaar adviesverlening en softwareoplossingen aan op het vlak van vastgoedbeheer, werkplekorganisatie en facilitaire diensten. De nieuwe release 15.0 van het geïntegreerde myMCS softwareplatform biedt nieuwe applicaties en bijkomende functionaliteiten voor vastgoedbeheer, contractbeheer, ruimtebeheer, energiebeheer, shared service desk, werkplekbeheer en mobiel werken.
www.MCSsolutions.com
Uniforme dienstverlening van hoog niveau in de hele EMEA
EMC is wereldleider in ‘Information Technology as a Service’ (ITaaS). Alleen al in de EMEA-regio is het bedrijf in vijftig landen actief. EMC streeft in die landen naar een uniforme facilitaire dienstverlening van hoog niveau. Niet alleen alle diensten
Agenda Dagopleiding Duurzaam FM (franstalig) 20 januari 2016, Diegem Bedrijfsbezoek Office lab 04 februari 2016, Kasterlee Washroom mythes ontkracht 18 februari 2016, Paleis 12 Dagopleiding Change Management 24 februari 2016, Diegem Event FAFQ: Frequently Asked Facility Questions 25 februari 2016, Odisee Hogeschool - Gent FMIS toolevent 03 maart 2016, Het Rekreatief - Wilrijk Dagopleiding Doelgericht projectmanagement (franstalig) 09 maart 2016, Diegem Dag van Facility Management 17 maart 2016, ALM - Berchem UTILITY2BUILD 23-24 maart 2016, Kortrijk Xpo
www.utility2build.be
Claudia Struyf
= IFMA-events
Hamster Cleaning ontwikkelt innovatieve app voor luchtkanaalinspectie
Het luchtkanaalreinigingsbedrijf Hamster Cleaning is volop bezig met de ontwikkeling van een innovatieve inspectietoepassing. Het bedrijf controleert in welke mate luchtkanalen in de overheids- en medische sector onderhouden worden. “Het resultaat is ontluisterend”, zegt zaakvoerder Seppe Thys. “Na anderhalf jaar onderzoek blijkt dat in 94,2% van de gevallen de luchtkanalen nog nooit aan de binnenkant werden bekeken, laat staan onderhouden. Dat is nochtans zeer nadelig voor de hygiëne, brandveiligheid, luchtkwaliteit, het energieverbruik en de werking van het ventilatiesysteem. In het kader daarvan ontwikkelden wij het Smart Inspectie Rapport. Daarin koppelen we foto’s van luchtkanalen aan onze wetenschappelijk aangelegde database. Iedere aanvrager weet in een notendop wat de toestand van zijn kanalen is.” Het bedrijf opende eind november trouwens een vestiging in het Antwerpse Aartselaar.
zijn uitbesteed, ook de lokale aansturing. Tien main contractors, eigenlijk concurrenten, werken nu in 28 landen samen als één team voor zo’n 12.000 medewerkers op 125 locaties. Facilicom geeft het goede voorbeeld in vijf landen. Claudia Struyf werd in 2006 als Facility Coördinator gedetacheerd bij EMC België. Nu is zij verantwoordelijk voor de uniforme facilitaire dienstverlening bij de vestigingen in Nederland, België, Luxemburg, Zwitserland en Oostenrijk. EMEA Real Estate & Facilities van EMC viel op 2 juni in de prijzen met hun transformatie naar One Team. In Glasgow, tijdens het jaarlijkse congres van het European Facility Management Network, mocht Bruce Barclay de Euro FM Partners Accross Borders Award in ontvangst nemen. www.facilicom.be
Belleville Chair, Armchair en Tables
Belleville is de naam van de bruisende wijk in Parijs waar de ontwerpers Ronan en Erwan Bouroullec hun atelier hebben. Klassieke bistromeubels en de levendige sfeer van deze wijk vormden de inspiratiebron voor de ontwikkeling van de Belleville Chair, de Belleville Armchair en Belleville Tables, een ongebruikelijke kunststof stoel en een reeks bijhorende tafels voor eetgelegenheden en cafetaria’s.
www.vitra.com
© Vitra
www.hamstercleaning.com
NEWS
Studie handhygiëne in ziekenhuizen
Een proactieve aanpak verbetert de handhygiëne onder ziekenhuismedewerkers met maar liefst 40%. Dat blijkt uit een studie van het Erasmus MC University Medical Center in Rotterdam, met ondersteuning van SCA. In deze studie zijn anderhalf jaar lang 16 ziekenhuizen van dichtbij gevolgd. De proactieve aanpak bestond onder andere uit een praktische training en het gebruik van nieuwe dispensers met sensoren van Tork. De ziekenhuizen die deze aanpak volgden, merkten een aanzienlijke daling in ziekenhuisinfecties. De Tork dispensers die gebruikt werden voor de studie maken deel uit van het algemene aanbod voor handhygiëne in de healthcare sector, dat in maart 2015 in Europa gelanceerd werd. Het aanbod omvat oplossingen voor het wassen en drogen tot het desinfecteren en hydrateren van de handen.
Leesman nu ook in Belux actief
Stelt uw werkomgeving u in staat om productief te werken? Het is een eenvoudige vraag, met ja of nee te beantwoorden. Hoeveel van uw werknemers zal deze positief beantwoorden, 50%? Wat als dit slechts 15% is? De Leesmanindex geeft antwoord op deze vraag en legt de relatie tussen de werkomgeving en productiviteit, welbevinden en trots van uw medewerkers. Met deze methodiek wordt een diagnose gemaakt van uw werkomgeving en aangegeven op welke aspecten verbeteringen mogelijk zijn. Met meer dan 120.000 respondenten verdeeld over 1.000 gebouwen is de Leesmanindex wereldwijd de grootste bench-
www.sca.com www.tork.be
mark. Met het aanstellen van Gideon van der Burg als verantwoordelijke voor de Benelux is Leesman nu ook in de Benelux actief. De werkomgeving stelt mij in staat productief te werken:
oneens
Gemiddeld
neutraal eens
www.leesmanindex.com
Klimaatbewaking via abonnementssysteem
In veel gebouwen is er een probleem met het binnenklimaat. METIZ is een nieuwe dienst, opgericht door ingenieurs Tim Van Dyck en Geert Bellens, die via een draadloze monitoring zorgt voor de registratie van het binnenklimaat, de alarmering, rapportering en optimalisatie ervan. De monitoring wordt geleased via een abonnementssysteem zodat er steeds correct gemeten wordt. Kalibraties en vervangingen zijn ten laste van METIZ. 24/7 alarmering zorgt voor de verzekering van het binnenklimaat. Een maandelijkse rapportering (Hittestress, Ashrae ranges, Heat index, seizoenschommelingen, CO2-normering,...) geeft een correcte interpretatie van de gemeten data. Het systeem zorgt voor een totale ontzorging en levert enkel de nuttige informatie zonder de noodzaak tot investeren in of onderhouden van een monitoringssysteem. www.bestbuildingconcept.be
Proefaanbod Energiebox en energiemonitoring
Met de ontwikkeling van de Energiebox geeft Energcon bedrijven, energie- en Facility Managers de kans om de stap te zetten naar een efficiënter verbruik om zo hun milieu-impact en het totale kostenplaatje bewust te verminderen. Het bedrijf geeft IFMA-leden de mogelijkheid om gedurende een maand gratis gebruik te maken van de Energiebox en energiemonitoring. Dit houdt in:
• Plaatsing (4 weken) Energiebox voor energiemeting (elektriciteit) • Toegang tot de energiemonitorsoftware • Opleiding (2u/max. 4 personen) omtrent het gebruik en de interpretatie van energiemonitoring • Gedetailleerd rapport na 4 weken met vaststellingen en aandachtspunten •Stappenplan permanente energiemonitoring op basis van energiebalans. www.energcon.com
7
8
NEWS
Zendesk
MIVB kiest voor KÖSE CLEANING en BOMA
De Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) verzorgde in 2014 364.6 miljoen ritten. Het gebruik van het Brussels openbaar vervoer nam de voorbije jaren fors toe. De maatschappij maakte extra middelen vrij om de netheid te verzekeren, waardoor de drukste stations nu vaker worden schoongemaakt. De reizigersbarometer, die de tevredenheid van de MIVB-gebruikers meet, klom het afgelopen jaar naar de hoogste score ooit. De MIVB wees zopas het schoonmaakcontract voor de perrons van de metrostations toe aan KÖSE CLEANING. Om de 69 metrostations efficiënt schoon te maken worden in elk station schrobzuigmachines ingezet. De keuze viel hiervoor op BOMA en haar partner NILFISK. De afgelopen maand leverde BOMA ongeveer 150 Nilfisk-toestellen op de verschillende locaties en er werden meer dan honderd KÖSE CLEANING medewerkers getraind voor het gebruik van de reinigingsmachines.
Zendesk is een web gebaseerde software voor een betere interne of externe klantenservice. Het is een tool die het bedrijf en de klant dichter bij elkaar kan brengen door een betere en heldere communicatie onderling. Thomas D’Hoe (Projectmanager PREMIUM PLUS): “Het komt er op neer dat we met onze software alle klantgesprekken centraliseren en beheren, hetgeen vanop één locatie doorzoekbaar is. Op basis van deze centralisatie kunnen wij klantentevredenheid meten en analyses maken op maat van de klant. Het centraliseren heeft als voordeel dat wij op deze manier gemakkelijk informatiestromen kunnen beheersen zodat de correcte flow voor bepaalde aanvragen kan geïmplementeerd worden. We onderscheiden ons van andere FMIS-toepassingen door het feit dat we geen FMIS-toepassing zijn. De aanpak is volledig anders en we focussen op de support die we kunnen bieden aan klanten. Niet alleen door middel van een ‘ticketingsysteem’, maar ook door het opzetten van een helpcenter. Het helpcenter is als het ware een kennisbank waar klanten snel zelf informatie of data kunnen terugvinden zonder de hulp van supportagenten.” www.loveyourzendesk.be
www.kosecleaning.be www.boma.be
TOPdesk behaalt ISAE 3000-accreditatie
TOPdesk heeft deze maand de hoogste accreditering, ISAE 3000, ontvangen na een uitgebreide audit door BDO. Omdat meer dan 1.000 klanten het FMIS TOPdesk als SaaS-oplossing afnemen, is het van groot belang dat de dienstverlening en de beveiliging van het hoogste niveau zijn. Customer Support Manager Jeroen Boks: “We voldeden al aan ISAE3402-2 en we zijn dan ook bijzonder trots dat we nu ook nog een van de eerste service providers zijn die aan ISAE3000 voldoen!”. www.topdesk.be
NEWS
GO! implementeert Facilitair Management Informatie Systeem
Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap behoort tot de drie onderwijsnetten die erkend worden door de Vlaamse Gemeenschap. 300.000 leerlingen en cursisten volgen dagelijks les in 800 scholen, die hun activiteiten faciliteren in evenveel schooldomeinen waarop 3.400 gebouwen staan. Om dit patrimonium te beheren, heeft het GO! ervoor geopteerd om een Facilitair Management Informatie Systeem te implementeren. Hierin worden de gebouw- en grondeninventaris met de relevante parameters bijgehouden. Dit laat gebruikers toe om snel en gericht de nodige informatie te consulteren: de oppervlakte en het grondplan van het gebouw, huurovereenkomsten, onderhoudscontracten, keuringsattesten, energieverbruiken enz. Voor zowel beleidsmatige als operationele doeleinden kunnen van al deze data geïntegreerde rapporten en dashboards gemaakt worden. www.g-o.be
Vernieuwend project voor de verbetering van rijgedrag en verkeersveiligheid
Dynamisch vergaderen
Succesvol flexibiliteit, innovatie en multifunctionaliteit faciliteren in een bedrijf kan alleen door teamwerk. Actieve deelname en een goede organisatie zijn hiervoor de sleutelwoorden. Net daarom ontwikkelde Wilkhahn de dynamische tafels met de mogelijkheid tot zeer flexibele settings, met het oog op interactie tussen deelnemers en die in een mum van tijd een eigen inrichting kunnen creëren. Ingenieus makkelijk te bedienen met een perfect design reflecteren deze tafels het belang van communicatie en moedigen tegelijkertijd fysieke activiteit aan, alsook het optimaal benutten van ruimtes met een minimale facilitaire kost. www.wilkhahn.com
Road Safety Pioneers (RSP) is een unieke samenwerking tussen het Belgisch Instituut Voor Verkeersveiligheid (BIVV) en Fleet&DriverCare (F&DC) met de bedoeling om het aantal ongevallen in België drastisch te verminderen. De aanpak bestaat uit het meten van het rijgedrag, het verbeteren van het rijgedrag en het systematisch opvolgen van het bereikte resultaat. Door een positieve benadering met challenges en incentives worden de bestuurders op een sympathieke manier begeleid naar een duurzaam beter rijgedrag. Dit vertaalt zich ook in besparingen die de deelnemingskost ruimschoots compenseren. De deelnemende bedrijven zoals Siemens, Electrabel, Allianz, ISS,… zijn referentiebedrijven in hun sector, onderschrijven de doelstelling van het project en nemen deel aan de Road Safety Advisory Board. Interesse om met uw bedrijf in dit project te stappen? Neem dan contact op met Fleet&DriverCare. www.fleetanddrivercare.com
Features & praktijkcases centraal tijdens Ultimo Gebruikerscongres
Praktijkcases en de nieuwste features voerden de boventoon op het Ultimo Gebruikerscongres België 2015 (7 oktober, Lamot Mechelen). Een grote groep gebruikers, afkomstig uit diverse sectoren, hoorde hoe ADB Airfield met de SaaS-variant van Ultimo IT Service Management de IT-dienstverlening over drie tijdzones heeft geprofessionaliseerd en hoe het stockbeheer bij Stad Gent werd geoptimaliseerd. Daarnaast was er uitgebreide aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen, waaronder de optimalisaties in de ITSM-module, optimalisaties in de app GO+ en de vernieuwde CAD-integratie. Traditiegetrouw werd de dag afgesloten met de uitreiking van de Ultimo Award.
Jetair België, AZ Sint Lucas Gent en Pralibel kwamen met hun toepassing in aanmerking. Met een meerderheid van de stemmen wist AZ Sint Lucas Gent de award in de wacht te slepen en werd daarmee de opvolger van Recticel Insulation. www.ultimo.com
9
10
NEWS
Aanleg tramlijn: van probleemsituatie naar opportuniteit
Dagelijks komen meer dan 10.000 medewerkers, studenten, patiënten en bezoekers naar de Brussels Health Campus. Aangezien de alternatieven onvoldoende aanwezig zijn, doen de meesten dit met de auto. In 2014 besliste het Brussels Gewest om een tramlijn aan te leggen. Sinds de start van de werken in het voorjaar van 2015 zorgt de werfsituatie echter voor heel wat hinder. Het UZ Brussel vroeg spoedoverleg met het Gewest en de MIVB. Sindsdien wordt er intensief samengewerkt omtrent elke werffase zodat men anticipatief kan organiseren. Het ziekenhuis stelde een actieplan op waarin de focus ligt op het mijden van de spitsuren en het voeren van een fietsbeleid met maximale incentives en bijhorende infrastructuur. Er werden ook afstandsparkings ingelegd zodat medewerkers de “last mile” met de fiets of zelf te voet kunnen doen. Men slaagde erin om op enkele maanden het auto-aandeel met 10% te laten dalen. www.uzbrussel.be
Nieuwe Z-Facility afleveringen op Kanaal Z en Canal Z
méét introduceert nieuwe service
méét stelde op verzoek van haar klanten the Storage and Furniture Inventory samen. Deze service geeft meer inzicht geeft in opslagruimtes, meubilair en het daadwerkelijke gebruik hiervan. De Storage Inventory is opgedeeld in verschillende criteria. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar kasten, lades en centrale opslagruimtes. De totale oppervlakte van de opslag wordt gelinkt aan het aantal personeelsleden. Deze data worden gebruikt om de gemiddelde oppervlakte per werknemer en andere handige ratio’s te berekenen. Hierdoor verkrijgt men meer inzicht in de benutting van de opslag en kan men gemakkelijk zien of het bedrijf goed georganiseerd is. Een belangrijk aandachtspunt is de grootte van het meubilair, die helpt om te bepalen of het meubelstuk daadwerkelijk op de werkvloer past en of het efficiënt ingericht is. www.meet.nl
Kanaal Z en Canal Z brengen onder de Z-Industry koepel en in samenwerking met ondersteunende partners IFMA en FM-Magazine sinds juni 2015 nieuwe Z-Facility afleveringen. Op donderdag 10 en 17 december worden nog twee nieuwe Z-Facility afleveringen uitgezonden. Partners zijn Vinci Facilities en Bringme. Vinci Facilities heeft jarenlange ervaring in Integrated FM en is reeds meer dan 40 jaar actief in het beheren van technische installaties. Via de ‘Taking Care’ strategie worden de klanten onderteund in het beheer van hun gebouwen en de gebruikers, alsook in het verbeteren van hun ecologische voetafdruk. Bringme biedt een nieuwe manier van pakketjes ontvangen én verzenden. Door een netwerk van slimme boxen te koppelen aan een app, krijgt een medewerker de mogelijkheid om privépakketjes en boodschappen te ontvangen op het werk zonder dat de werkgever daar last van heeft. Elke aflevering wordt ingeleid door Mieke Loncke, directeur van IFMA en is naderhand ook online te bekijken op: www.kanaalz.be www.canalz.be
Revinylution! De nieuwe collectie Pergo vinylvloeren is een revolutie op vinylgebied. Natuurlijke uitstraling wordt gecombineerd met Pergoduurzaamheid. De TitanV™ beschermende toplaag sluit het oppervlak volledig af, waardoor de vloer beter bestand is tegen vlekken en vuil, beschermd tegen krassen en makkelijk te reinigen. En dankzij een nieuw productieproces en een nieuwe kliktechnologie beschikken de vloeren over een ongeëvenaarde stabiliteit en kunnen ze sneller en eenvoudiger dan ooit geïnstalleerd worden.
pro.pergo.be
12
ARCHITECTUUR
01
IFMA-werkgroep gidst bouwteam doorheen levenscyclus gebouw
N
et als bij het bouwen van producten en machines, dient men ook bij het realiseren van een gebouw rekening te houden met de kosten van het gebouw tijdens de volledige levensduur ervan. In de schoot van IFMA Belgium werd een werkgroep FM&Architectuur opgericht om de juiste vragen wat betreft de kosten inzake de levensduur van een gebouw in kaart te brengen. “De introductie van processen zoals ‘design for manufacturability’, ‘design for maintainability’ en ‘ecodesign’ komt mee tegemoet aan de vraag van architecten en Facility Managers”, aldus Guy Eeckhout (Facilities & Maintenance Manager Barco nv, ondervoorzitter van de werkgroep).
“Zowel vanuit de hoek van de Facility Managers als vanuit de architecten en ontwerpers is er een nood gedefinieerd om deze principes op een vergelijkbare manier te introduceren. Een Facility Manager wil over een gebouw beschikken dat op een kostenefficiënte manier gebruikt en onderhouden kan worden. Een gebouw waarbij, vanuit de invalshoek design, te weinig voorzieningen getroffen werden, is achteraf moeilijk te onderhouden. Een architect van zijn kant wil gebouwen ontwerpen die binnen het afgesproken kader kunnen gebruikt worden door zijn opdrachtgever”, aldus Guy Eeckhout. In bouwteam
In de loop van zijn carrière was hij reeds betrokken bij diverse grote bouwprojecten, waarbij in een aantal ervan gewerkt werd in bouwteam. Momenteel is hij als Facilities & Maintenance Manager betrokken bij de realisatie van de nieuwe Barco Campus op Hoog Kortrijk. Bij de start van dit project werd het onderhouds- en exploitatiecriterium meegenomen in de doelstellingen. Het bouwteam, samengesteld uit de bouwheer Barco, de architect, studiebureaus, adviseurs en de aannemer, bespreekt bij elke stap in het ontwerp en de uitvoering de exploitatie- en onderhoudsconsequenties. Dit bouwteam zorgt
tevens voor aangepaste maatregelen met het oog op optimalisatie. Enkel de juiste vragen
De IFMA-werkgroep ‘FM&Architectuur’ kwam vanaf eind vorig jaar tot juni 2015 maandelijks samen. In eerste instantie was de werkgroep samengesteld uit een representatief staal van alle bij het bouwproces betrokken stakeholders met verschillende achtergronden (Facility Managers, architecten, studiebureaus…). Guy Eeckhout: “Dit gaf evenwel niet het gewenste resultaat. Het oorspronkelijke opzet bleek onvoldoende afgelijnd. Geleidelijk rijpte het idee om de werkgroep te laten focussen op het aspect ‘levenscyclus van een gebouw’. In de loop van de levenscyclus van een ge-
bouw zijn er - naargelang de fase: bouw, gebruik, afbraak… - telkens verschillende partijen betrokken. Er zijn uiteenlopende vragen en verantwoordelijkheden in alle fasen van de levenscyclus van een gebouw. Het is belangrijk dat de juiste partij op het juiste moment de juiste vra(a)g(en) stelt aan de juiste partner. Zo kom je tot een soort vademecum van pertinente vragen, niet van antwoorden. Een voorbeeld: primeert de functionaliteit, de uitstraling of de energieneutraliteit van het geplande gebouw? Want in termen van Facility Management staat daar telkens een andere kost tegenover. Op die manier komt men via processen zoals ‘design for operability’ en ‘design for maintainability’ tot goede ontwerpen”.
Voor de IFMA-werkgroep was het uitgangspunt niet om gebouwen te ontwerpen met een ‘minimale operationele kost’, wel met een ‘gekende operationele kost’, aldus ondervoorzitter Guy Eeckhout
ARCHITECTUUR
‘Gekende operationele kost’ als basis
Er werd uitdrukkelijk niet voor geopteerd om een lijst op te stellen waarin tal van regels en beperkingen staan. Evenmin voor een lijst van producten en installaties die bij de realisatie van een gebouw gebruikt zouden moeten worden met telkens de bijbehorende “operationele kost”. Dergelijke lijsten zouden immers nooit volledig zijn, en de conceptuele vrijheid van architect en opdrachtgever al te sterk beperken. De werkgroep is er van uitgegaan dat het niet de bedoeling is om gebouwen te ontwerpen met een ‘minimale operationele kost’ maar wel met een ‘gekende operationele kost’. Met andere woorden als de opdrachtgever en de architect een project bespreken, dan is het belangrijk dat ze de implicaties van hun keuzes op de facilitaire kosten kennen. De opdrachtgever kan dan zelf beoordelen in welke mate zijn project haalbaar is op basis van de combinatie van het architecturaal ontwerp, de realisatiekosten, en de onderhouds- en facilitaire kosten nadien.
02
TCO als beslissingsparameter
“Zo benadert men zeer dicht de definitie van de Total Cost of Ownership (TCO) van het gebouw en kan de TCO als beslissingsparameter gehanteerd worden. Een gebouw wordt niet ‘éénmalig’ geconstrueerd, maar kent een levenscyclus, waarbij er op diverse momenten beslissingen moeten genomen worden die een invloed kunnen hebben op de TCO. Er is geopteerd om deze life cycle als basis te gebruiken voor de verdere uitwerking van dit dossier binnen de werkgroep”, alsnog Guy Eeckhout. Instrument voorziet 11 stappen
Het document van de werkgroep FM&Architectuur is opgebouwd rond de life cycle van een gebouw en de diverse stakeholders die, naargelang de fase waarin het
01. ‘The circle’ wordt het nieuwe hoofdkwartier van Barco in Kortrijk. 02. De inkom van het nieuwe hoofdkwartier 03. Het bedrijfsrestaurant in The circle 04. Voor het luik stabiliteit, de staaltechnieken en de visualisatie van het project werd een ‘BIM in beperkte vorm’ opgemaakt.
03
Facility Manager versus BIM Wie in ons land nood heeft aan gebruiksruimte, vraagt in de meeste gevallen enkel naar de huurprijs. In bepaalde andere landen is de vraag naar de maandelijkse gebruikskost bijna een evidentie. Naast informatie en data moet software, zoals BIM, voor de Facility Manager een effectief werkbaar instrument zijn, waarmee de werkingskosten van een gebouw constant kunnen worden geoptimaliseerd. De Facility Manager moet beschikken over informatie die toelaat onderhoudsprogramma’s te definiëren. De daarmee gepaard gaande onderhoudskosten moeten gekend zijn vooraleer het gebouw er staat. BIM (Building Information Modeling) moet toelaten de nodige simulaties te maken om als bouwheer de beste keuzes te maken in relatie tot de life cycle cost van een gebouw. BIM is slechts zinvol als ook post-processing er integraal deel van uitmaakt, en kan vergeleken worden met bouwen in bouwteam. De Facility Manager moet over de geschikte tools beschikken, hetzij BIM, hetzij FMIS, waarmee hij, ook bij post-processing, de juiste keuzes kan maken om de TCO van een gebouw te optimaliseren.
13
14
ARCHITECTUUR
04
“Wees niet op voorhand de beperkende factor, durf ook eens ja te zeggen tegen de creatievelingen…” gebouw zich bevindt, betrokken zijn. In totaal zijn er op deze manier 11 stappen gedefinieerd. Bijgaand schema schetst het procesverloop met de interactie tussen de verschillende in de IFMA-werkgroep FM&Architectuur betrokken partijen. In bepaalde gevallen is de betrokkenheid doorgaans reeds aanwezig (blauwe bol), in andere is er een betrokkenheid gewenst, maar nog niet (of onvoldoende) aanwezig (groene bol). In detailtabellen, één per stap, kunnen in een matrix alle vragen, opmerkingen en bemerkingen worden genoteerd die de ene stakeholder aan de andere dient te stellen. Om zo tot een correcte informatiebundel te komen die voor elk respectievelijke stap nodig is. Er blijkt duidelijk van wie welke ‘deliverable’ verwacht wordt in elke stap zodat het gehele proces niet vrijblijvend wordt ervaren. Faciliterende gids
“Het eindrapport van de IFMA-werkgroep is eerder bedoeld als een gids met aanbevelingen, dan wel als een conclusie, en is gratis voor iedereen te downloaden op onze website (www.ifma.be/nl/rapporten/).
Belangrijk is dat alle partners van bij het prille concept van het project on speaking terms zijn. Niet enkel de bouwheer en de Facility Manager, maar ook onderhoudsbedrijven, eigen medewerkers, eindgebruikers…. Zo kan het bijvoorbeeld aangewezen zijn om een HVAC-bedrijf tijdig bij het ontwerp te betrekken om op de juiste plaatsen in het gebouw toegangsluiken te voorzien, met het oog op de latere onderhoudswerkzaamheden. In die zin moet de Facility Manager eerder een facilitator zijn dan wel de persoon die zelf alle kennis in huis heeft. Hij of zij is in eerste instantie de persoon die de diverse processen moet
bewaken en ervoor zorgen dat alles goed verloopt”, onderstreept Guy Eeckhout, die nog de volgende boodschap heeft voor zijn collega’s Facility Managers: “Durf out-of-the-box denken. Je kunt niet alle wijsheid in pacht hebben. Wees creatief in je werkmethodes en durf te opteren voor nieuwe technologieën. Wees niet op voorhand de beperkende factor, durf ook eens ja te zeggen tegen de creatievelingen…” (Door Philip Declercq - Foto’s: via Barco ©JaspersEyers Architects)
www.ifma.be/nl/fm-en-architectuur
Werkgroep FM&Architectuur De werkgroep FM&Architectuur streeft naar de ontwikkeling van een leidraad met praktische guidelines om de integratie van FM specificaties in architectural design te verzekeren. Zowel architecten, Facility Managers als de andere betrokken partijen bij de conceptie en bouw van een gebouw, onderkennen het gebrek aan coördinatie tussen de verschillende disciplines. De complexiteit van bouwtechnieken, innovatie en wetgevende voorwaarden heeft de inhoud van ieders werkterrein de voorbije jaren grondig gewijzigd. Maken deel uit van de werkgroep: Mieke Loncke (Directeur IFMA); Alain Delahaut (HEPL); Guy Eeckhout (Barco), André Colin (Ageas); Philippe Vis (RES); Hans Janssen (8Office - interieur); Anton Boone (Threon); Inneke Van Hout (Intervest); Thomas Vandenbergh (Besix); Pieter Pauwels (Universiteit Gent); Geert Mertens (PMV); Geert Verhelst (Ingenium); Iwein Baeyens (UZ Brussel); Jan Moens (BB); Patrick Heyneman (Imtech). www.ifma.be/nl/rapporten
CWS Paradise Roestvrij Staal
Paradise Dry Slim
Paradise Paper Slim
Paradise Foam Slim
Paradise Superroll
Paradise DUO
Afvalbak
Handdoekautomaat voor katoenen rollen
Servetautomaat
Verdeler voor zeepschuim of zeepcrème
Toiletpapierautomaat met jumbo-rol of 4-rols carroussel
Toilepapierdispenser voor 2 rollen
Stijlvol klapdeksel in optie verkrijgbaar
Voor het volledige RVS-gamma, neem gerust een kijkje op www.cws-boco.be
V.U.: Gino Verbelen - 03-2015. Red Spot.
Staalharde condities tegen een zacht prijsje
CWS-boco BeLux N.V. | Berchemstadionstraat 78 | B-2600 Berchem Tel. +32 (0)3 328 11 00 | Fax +32 (0)3 326 37 28 | www.cws-boco.be | partnerbe@cws-boco.be
ADV-168*125-RVS-V3.indd 1
6/03/15 13:25
Technisch en bouwkundig onderhoud Herstellingen en diensten Brede ervaring, specifieke kennis EĂŠn partner, een unieke aanpak, 24/7
Uw gebouw, onze zorg ! www.vanhoutfacilities.be
Akoestisch comfort voor elke ruimte Bezoek onze toonzaal op afspraak.
Wij nodigen u graag uit op onze stand 4P 042 Registreer u via onze website en ontvang een gratis toegangsticket.
Ambachtstraat 4 9700 Oudenaarde Tel. +32 (0)491 39.09.24 sales@becomfort.be www.becomfort.be
13, 14 & 15 januari 2016 Facilitair & Gebouwbeheer Brabanthallen, s’Hertogenbosch Nederland
Bij GESCO vindt u de reinigingsmachine die u zoekt www.gesco.be Dankzij onze jarenlange ervaring en expertise bestaat ons gamma op dit moment uit schitterende apparaten en slimme schoonmaakoplossingen. Maar de technologie staat niet stil en ook Gesco kijkt vooruit. Wij blijven innoveren in onze machines: makkelijk in gebruik, milieu- en mensvriendelijk en duurzaam.
Industriezone Autostrade
T 059 56 44 44
Zandvoordestraat 500
F 059 56 44 45
8400 Oostende
E info@gesco.be
INDUSTRIAL CLEANING MACHINES Machines en diensten die het verschil maken.
©Serge Brison
TRENDS
Geen NWOW zonder werkplekontwikkeling
Werkomgeving vanuit een nieuwe visie (ERA Contour)
H
et ontwikkelen van een werkomgeving die zowel het comfort van de gebruikers als de strategie van de organisatie ondersteunt, is geen eenvoudige opgave. Samen met het Center for People and Buildings, een belangrijk onderzoekscentrum met betrekking tot de werkomgeving, organiseerde IFMA een brainstormsessie met een aantal experten uit het werkveld.
Namen deel aan deze sessie rond werkplekontwikkeling, die in goede banen geleid werd door Anton Maes van Brainmove: Anca Gosselink (Center for People and Buildings), Tülay Yuksel (Working Tomorrow, Brussel) Lies Maho (Project Manager FOD Sociale Zekerheid) Anthony Huygen (Partner Cresa Belgium, Wemmel), Frédéric Kain (Real Estate Director Siemens nv), Gideon van der Burg (Managing Director Benelux Leesman), Jos Duchamps (Engineer en Managing Director Procos Group, Antwerpen), Guy Vanhoorde (Departementshoofd Facility Management Stad&OCMW Gent) en Mieke Loncke (Directeur IFMA Belgium). Een gevarieerd gezelschap van experten die, elk vanuit hun eigen invalshoek - onderzoeksomgeving, bedrijf, overheid, consultancy... - hun visie op werkplekontwikkeling ten beste gaven. De vele gezichten van een nieuwe werkomgeving
Aan de hand van themavragen brachten de deelnemers, opgedeeld in drie groepen, de werkplekproblematiek in kaart. Op de vraag ‘Aan welke kenmerken beantwoordt de ideale werkomgeving?’ bleken
organisatiecultuur/gedrag, diversiteit en ondersteunend de drie meest doorslaggevende factoren te zijn. Op de vraag ‘Met welke problematiek wordt u vandaag in uw werkomgeving geconfronteerd?’ kreeg productiviteit, zowel op het niveau van het bedrijf als van de individuele werknemer, een hoge score, net als luchtkwaliteit en akoestiek. Verlies van de eigen werkplek bleek de derde bezorgdheid. De derde stelling luidde: ‘Een nieuwe werkomgeving stuit op weerstand - waarom?’ Een eerste verklaring bleek de evidentie zelf: verandering roept sowieso weerstand op. Ook een gebrek aan heldere communicatie, en het feit dat men op zoek wil gaan naar een andere invulling - geen kopie van het ‘Nieuwe werken’ concept, haalden een hoge score. Opleiding op Belgische maat
Momenteel biedt het Center for People and Buildings (CfPB) in Nederland een zesdaagse, interactieve opleiding ‘Verbeter uw huisvestingsmanagement voor de toekomst’ aan. Naast lesdagen wordt er ook in een bezoek aan een relevante locatie voorzien. Dit idee wordt nu ook in ons land inhoudelijk afgetoetst. Anca Gos-
selink, onderzoekster aan het CfPB, vult aan: “De cursus is primair onder meer bedoeld voor HR-Managers en Facility Managers. De Nederlandse aanpak voorziet in 6 lesdagen rond werkplekgerelateerde thema’s: keuze van het huisvestingsmodel, communicatie en interactie errond, hoe komen tot een juiste mix van werkplekruimten, een beter binnenklimaat, concentratie en akoestiek in de nieuwe werkomgeving…. Een dergelijke aanpak is allicht minder geschikt voor een KMOland als België. Daarom willen we samen met IFMA bekijken welke formule hier het best in de markt ligt. Mieke Loncke (IFMA): “Het CfPB , één van de belangrijkste Europese onderzoekscentra met betrekking tot de werkomgeving, vroeg ons om samen met hen een specifieke opleiding rond dit thema in ons land aan te bieden. Wellicht kan de opleiding bij ons op een enigszins andere manier ingevuld worden. ‘Een beter binnenklimaat’ en ‘concentratie en akoestiek’, bijvoorbeeld, kunnen wellicht in éénzelfde lesmodule behandeld worden. Een schema van drie halve dagen, al dan niet gekoppeld aan een locatiebezoek, zou bijvoorbeeld een goede uitgangsbasis kunnen zijn.” (Door Philip Declercq)
17
18
INTERVIEW
“De digitale revolutie is een kans die een bedreiging wordt indien bedrijven ze niet grijpen” Minister Alexander De Croo wil België naar digitale top van Europa loodsen
H
et actieplan Digital Belgium moet de positie van België op de digitale kaart verstevigen. Vicepremier en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecom en de Post Alexander De Croo (Open VLD) lanceerde de strategie in het voorjaar samen met premier Michel: “Het doel is duidelijk: digitaal is vandaag één van de sterkste motoren voor groei en jobs, en ik wil dat potentieel voor België zo groot mogelijk maken.”
Op welke manier zal de digitale revolutie de bedrijfswereld volgens u veranderen?
Minister De Croo: “De vierde industriële revolutie is volop bezig en daarbij draait alles rond connectiviteit. Geen enkele sector ontsnapt aan deze technologische revolutie. Allemaal zullen ze hun bedrijfsmodellen moeten herdenken. Elk bedrijf zal in meer of mindere mate een technologiebedrijf worden. We zien ook nieuwe spelers opduiken in sectoren waar we ze nooit verwacht hadden. Wie had tien jaar geleden bijvoorbeeld gedacht dat Google een concurrent zou worden van Mercedes en BMW? Een ander gevolg is dat elk bedrijf vandaag een technologiebedrijf wordt.” Zijn de bedrijven klaar voor/ voldoende op de hoogte van digitalisering? Welke initiatieven worden ondernomen om hen klaar te stomen?
Minister De Croo: “De digitale revolutie is vandaag een kans. Als bedrijven die niet grijpen, wordt ze morgen een bedreiging. De eerste stap in elk transformatieproces is bewustwording. Bij bedrijven, groot
en klein, moet het besef groeien dat de digitale revolutie nieuwe kansen biedt. Daarom heb ik samen met een aantal ondernemers- en werkgeversorganisaties en technologiepartners Tournée Digitale gelanceerd. Tijdens een reeks van interactieve infoavonden proberen we zelfstandig ondernemers en KMO’s te mobiliseren en te motiveren om de stap naar de digitale economie te zetten. Een tweede stap is investeren. Daarom hebben we deze zomer de investeringsaftrek in digitale activa tot 13,5% gebracht voor KMO’s. Maar het gaat ook over investeringen in het menselijk kapitaal. Daar moet het platform digitalchampions.be een rol spelen. We weten dat binnen vijf jaar negen op de tien jobs digitale skills vereisen. In ons land beschikt naar schatting slechts zo’n zes op de tien werknemers vandaag over voldoende digitale vaardigheden voor de toekomst. We hebben dus nog een kloof te dichten. Dit is in eerste instantie een bevoegdheid van mijn onderwijscollega’s in de Gemeenschappen. Maar om de digitale economie en de vierde industriële revolutie alle kansen te geven, leggen we vanuit Digital Belgium ook een aantal eigen accenten.”
Kan u enkele concrete acties opnoemen? Wat biedt de toekomst en welke ondersteuning mogen de bedrijven verwachten?
Minister De Croo: “De kern van het “startup-plan” is om toegang tot kapitaal voor startende ondernemers makkelijker te maken. De taks shelter komt erop neer dat particulieren een belastingvermindering genieten van 30% tot 45% in de personenbelasting wanneer ze risicokapitaal verschaffen aan startende ondernemingen. Een starter kan zo tot 250.000 euro ophalen, met een plafond van 100.000 euro per jaar. Ook crowdfunding wordt fiscaal aangemoedigd. Daarnaast hebben we vorig jaar een ambitieuze federale open data-strategie goedgekeurd. Openheid van overheidsdata is voortaan de regel. Bedrijven moeten met deze overheidsdata aan de slag kunnen om innovatieve applicaties te ontwikkelen. Dit is een belangrijke stap om het digitaal ecosysteem in ons land te versterken. Bovendien helpt het ons ook om te evolueren naar een slanke, efficiënte en moderne overheid. Intussen krijgen we vanuit het buitenland complimenten voor deze aanpak. Digital
Belgium kijkt ook naar de netwerkinfrastructuur in ons land. Elk jaar verdubbelt het mobiele verkeer, het internetverkeer verdubbelt elke twee tot drie jaar. Ons land speelt vandaag een voortrekkersrol in het uitrollen van nieuwe technologieën voor ultrasnel internet. Dat vraagt investeringen in netwerken, een stabiel regelgevend kader, een overheid die meewerkt in plaats van belemmert. Daarom hebben we op het vlak van infrastructuur een strategie uitgetekend met 17 concrete maatregelen in 4 thematische actiegebieden die de uitrol van ultrasnel internet, zowel vast als mobiel, in België sterk stimuleren.” Welke digitale groeikansen ziet u binnen Facility Management?
Minister De Croo: “Ik ben geen specialist in FM, maar ik kan me zeker inbeelden dat de drie grote digitale transformaties Mobile, Internet of Things en Big Data een grote impact zullen hebben. De voorbij jaren zien we binnen FM reeds een sterke trend om facilities slimmer te beheren. Ook hier staan we nog maar aan het begin. We zullen meer en meer evolueren naar ‘slimme gebouwen’. Big Data en slimme gebouwen zijn meer dan ooit hefbomen voor het klimaat- en energievriendelijk bouwen en beheren van gebouwen.” Welke rol kan BIM (Building Information Modeling) hierin spelen?
Minister De Croo: “Het verder uitbouwen van digitale 3D-modellen zal in heel wat sectoren een belangrijke stap vooruit betekenen, zeker in de bouwsector. Dit kan de ervaring van alle stakeholders sterk verbeteren en vormt ook een kans om de industriële activiteiten in ons land te versterken.” (Door Tilly Baekelandt)
www.digitalbelgium.be
“Binnen vijf jaar zullen negen op de tien jobs digitale skills vereisen.” Schoonmaakadvies Aanbesteden & Contractsupport www.atir.nl
“Schone ontmoetingen met LDL Care” Wat? Via LDL Care kun je uw verblijfgasten was apparatuur (wasmachine en droogkast) aanbieden zonder hierbij zelf een investering te doen. LDL Care zet de toestellen gratis bij u (toestellen met muntbakjes) en de omzet van de toestellen wordt dan gedeeld tussen LDL Care en jullie. Eventuele herstellingen, plaatsing en onderhoud inbegrepen. Wie? Via onze website www.ldlcare.eu én onze facebook kunt u onze referenties en tal van was tips terugvinden.
LDL CARE – Europalaan 60/64 – 9800 Deinze – 09 282 22 07 – www.ldlcare.eu – sales@ldlnv.be
Bel ons voor advies op maat
013 35 01 00 www.sign-facade.be
DE REFERENTIE VOOR
LICHTRECLAME EN GEVELBEKLEDING Sign & Facade Lease: spreidt uw investeringskost Sign & Facade Care: onderhouds- en waarborgservice
REPORTAGE
“FM is echt een kwestie van bricks, bytes en behaviour geworden.”
W
elke facilitaire trends brengt het nieuwe IFMA-rapport straks voor het voetlicht? We peilden naar de verwachtingen van Bart Mariman en Dirk Van den Steen, respectievelijk Chief Commercial Officer en Marketing & Communication manager bij ISS Facility Services.
De impact van de Facility Manager binnen de organisatie blijft toenemen. Met de New en Smart Ways Of Working komen er meer raakvlakken met HR en moet er intensief samengewerkt worden. Hetzelfde geldt voor IT, in functie van de technologische ondersteuning van het nieuwe en virtuele kantoorwerken. “FM is echt een kwestie van bricks, bytes en behaviour geworden, en de complexiteit neemt toe”, aldus Bart Mariman. “Het facilitaire aanbod wint ook aan belang voor de rekrutering. Organisaties willen de beste werknemers aantrekken en behouden. De traditionele catering en cleaning oplossingen raken voorbijgestreefd, en hospitality, voor ons ‘The power of the Human Touch’, wint aan belang. We moeten onze facilitaire medewerker leren en coachen om zich in te leven in de werking van zijn bedrijf, zijn klant, en in te zien hoe hij of zij een persoonlijke bijdrage kan leveren, de extra (s) mile kan gaan”, aldus Bart Mariman.
ons toelaten om gerichter te werken, beter in te spelen op het werkelijke gebruik van meeting rooms, bureauplekken en sanitair. Dit zal zowel de kostprijs van de service als de perceptie van de kwaliteit ten goede komen, en versterkt de evolutie naar resultaatgericht werken”, zegt Bart Mariman. “FM evolueert weg van het uitvoeren van strakke werkprogramma’s, naar flexibel en slim inspelen op wisselende omstandigheden. Daarvoor moet je dicht bij je klant staan. Daarom is ISS gestart met een wereldwijd transformatieprogramma, GREAT, dat daarbij helpt: de juiste aandacht voor elke klant” aldus Van den Steen. Daarnaast blijft voor ISS de trend naar geïntegreerde facilitaire dienstverlening versnellen. “Grote bedrijven focussen op de core business en zoeken naar de meest efficiënte oplossing voor facilitaire ondersteuning. Door geïntegreerd te outsourcen, kunnen ze de dienstverlening harmoniseren en hun eigen opvolging en administratie vereenvoudigen.”
Resultaatgericht werken
FM kan bijdragen tot een verlagen van de werkingskosten door effectiever en efficiënter te worden: beter kunnen inschatten wat er moet gebeuren en dat dan optimaal doen. “Goedkoper wordende sensortechnologie en analysetools zullen
The Internet of Things & apps
Op technologisch vlak zijn de verwachtingen rond The Internet of Things, Smart Buildings en Big Data hooggespannen. “Over The Internet of Things wordt overal gesproken, de hype nadert zijn hoogte-
punt, en de mogelijkheden lijken eindeloos voor FM. We moeten er nu mee leren werken, ook al volgen de bruikbare resultaten allicht pas binnen een aantal jaren. De technologie zal FM in elk geval helpen om meer resultaatgericht te werken en effectiever te worden. We verwachten veel van de nieuwe generatie van FMIS (Facility Management Information Systems), en hun koppeling met sensornetwerken en eenvoudige, snel aanpasbare Mobile Apps. Die maken het mogelijk om in constante dialoog en interactie te gaan met de eindgebruiker. De beleving van de medewerkers, gasten en klanten van onze klanten; dat is waar het in de toekomst zeker om zal draaien”, besluit Mariman. (Door Philip Declercq - Foto’s: ISS)
www.iss.be
“We moeten facilitaire medewerkers leren en coachen hoe hij of zij een persoonlijke bijdrage kan leveren, de extra (s)mile kan gaan, voor de klant.”
21
22
FM@WORK
01
FM@WORK
“De rol van de Facility Manager in het bouwproces kan niet overschat worden” Christian Bertrand - Head of the Facility Management dept. AGC Glass Europe
S
inds een tweetal jaar is Christian Bertrand Head of the Facility Management dept. AGC Glass Europe, het nieuwe Europese hoofdkwartier van de glasproducent in Louvain-la-Neuve. “Het bedrijf heeft zijn visie rond Facilities voor de nieuwe Europese zetel volledig moeten herdenken om in kwalitatieve en professionele facilitaire diensten te kunnen voorzien. Zowel op het vlak van hard als van soft services moest alles worden opgestart”, aldus Christian Bertrand.
AGC Glass Europe, het vroegere Glaverbel, mag inmiddels in Japanse handen zijn, de beslissingen die verband houden met de Europese divisie worden nog steeds in Europa genomen. In Louvain-la-Neuve bevindt zich sinds twee jaar het nieuwe hoofdkwartier, waar het NWOW-concept werd ingevoerd. Dit gebouw - naar een ontwerp van Philippe SAMYN & PARTNERS sprl Architects and engineers - huisvest de medewerkers die voorheen op zes sites gelokaliseerd waren. Er zijn twee Europese divisies - Building & Industrial Division en Automotive Division - ondergebracht, alsook de centrale diensten. In Gosselies is er nog een uitgebreide R&D-afdeling met een 250-tal medewerkers. De onderneming is op vandaag één van de Europese marktleiders in vlak glas voor de bouwsector, de automobielsector, en de sector van de zonwering. Gegroeid in de functie
Christian Bertrand, Head of the Facility Management dept. AGC Glass Europe, verder afgekort tot ‘Facility Manager van AGC’, was voorheen zowel in de industrie als in de particuliere sector actief. “De reflex om alles te herdenken en te anticiperen was er altijd al. Mijn passage bij het toenmalige DB Associates, één van de pionierbedrijven inzake Facility Management in ons land, vormde hiervoor de basis. We waren toen het allereerste bedrijf dat Facility Management, op Amerikaanse leest geschoeid, op de Belgische en Luxemburgse markt aanbood. Ik was er verantwoordelijk voor kleinere opdrachten rond Space & Move Projects van klanten. Later volgden grotere projecten. Op die manier kwam ik geleidelijk in de facilities terecht, ook al bestond ‘Facility Management’ as such toen nog niet. In maart 2001 kwam ik bij GSK in Rixensart in een totaal andere wereld - die van de vaccins - terecht. Mijn
eerste opdracht bestond er in de diensten boekhouding en aankoop naar de nieuwbouw in Waver te verhuizen. Op het bouwtraject zelf was er heel wat vertraging. Hierdoor kon ik, vanuit facilitair oogpunt, bepaalde voorstellen lanceren en realiseren. Ik was er voor het eerst Facility Manager, zij het binnen de algemene diensten van de onderneming. Zes jaar later volgde een nieuwe uitdaging bij BNP Paribas Fortis, met facilitaire verantwoordelijkheden, als Coördinator Building Site Manager voor het technisch onderhoud van de grote gebouwen van de bank in Wallonië, en een deel van Brussel.” Visie rond Facilities uitbouwen
Twee jaar geleden startte voor Christian Bertrand het AGC-verhaal, waar hij als consultant aan de slag ging. “Het bedrijf had geen echte visie rond Facility Management ontwikkeld, maar werd zich bewust van de noodzaak om op de nieuwe site het NWOW-concept te integreren. Honderden medewerkers van diverse culturen, en afkomstig uit alle delen van de wereld, zouden er ontvangen worden. Met de realisatie van het nieuwe Head Quarter voor Europa in Louvain-la-Neuve, heb
02
ik de volledige dienstverlening rond het gebouw in kaart gebracht en uitgebouwd. Zowel op het vlak van hard als van soft services moest alles worden opgestart. De rol van de Facility Manager in het bouwproces kan niet overschat worden. Mijn voorstel om Facility Management van de werking van de algemene diensten af te scheiden werd door de directie goedgekeurd. Met ingang van 1 juni 2014 werd ik volwaardig Facility Manager. Kort voor de grote verhuisbeweging moesten alle faci-
“De rechtstreekse lijn met het Europese HR-directieniveau faciliteert mijn taak als Facility Manager in grote mate.”
01. Christian Bertrand (Head of the Facility Management dept. AGC Glass Europe): “Het is vooralsnog een utopie, maar ik hoop dat er ooit - net zoals bijvoorbeeld voor geneesheren - een orde van Facility Managers zal opgericht worden.” 02 & 05. In het nieuwe gebouw van AGC in Louvain-la-Neuve werken meer dan 500 mensen.
23
FM@WORK
litaire diensten worden opgestart. Enkel voor de verhuisoperatie zelf was er een externe consultant ingehuurd. Alle contracten, gerelateerd aan hard of soft services, dienden geïmplementeerd te worden, in nauwe samenwerking met het team van aankopers. Een uitdaging die ik, door mijn ruime Facility Management ervaring in vorige functies, toch tot een goed einde heb kunnen brengen”, aldus Bertrand.
“Reeds van bij het ontwerp van een nieuw gebouw moet de Facility Manager zijn stempel kunnen drukken op het Programma van Eisen.” Rechtstreekse lijn
In het nieuwe gebouw van AGC in Louvain-la-Neuve werken meer dan 500 mensen. Christian Bertrand beschikt er in zijn functie als Facility Manager, nauw gelieerd aan de HR-directie op Europees niveau, over twee gespecialiseerde medewerkers voor respectievelijk hard en soft services. Vanuit deze superviserende functie behoudt hij het overzicht over het strategische, het tactische en het operationele Facility Management. Op strategisch niveau, dicht aanleunend bij de directie, kan hij zijn visie verduidelijken
en snel beslissingen laten goedkeuren. Op het tactische niveau is hij eindverantwoordelijke voor de contracten, afgesloten met leveranciers van Facilities. Op operationeel niveau is hij betrokken bij het dagelijks Facilities gebeuren binnen de onderneming. “De rechtstreekse lijn met het Europese HR-directieniveau faciliteert mijn taak als Facility Manager in grote mate”, aldus Bertrand. Vergaderruimte optimaliseren
Het gebruik van de kantoorruimtes gebeurt volgens de principes ‘Flex-office’ en ‘clean desk’. Momenteel zijn er in het gebouw in totaal 52 vergaderruimtes, van klein tot groot. Er geldt een strikt reservatiesysteem. Door het grote aantal bezoekers, intern en extern aan het bedrijf, blijkt dit echter niet te volstaan, en moeten vergaderruimtes in nabijgelegen seminariecenters, hotels etc. worden gehuurd. Het gebruik van elke zaal in het gebouw wordt nauwkeurig gemonitord. Daaruit blijken grote verschillen qua intensiteit van gebruik. Bovendien werd het bestaande vergaderzaalmeubilair - dat geen optimaal gebruik van de ruimtes toelaat - mee verhuisd naar de nieuwe site, een bewuste budgettaire optie. Alle factoren worden in kaart gebracht. Er is vooral nood aan lokalen waar een achttal personen kunnen vergaderen. De bestaande vergaderruimtes zullen op bepaalde plaatsen worden
geoptimaliseerd, en de bestaande bekabeling geïntegreerd. Op die manier zullen meer mensen gebruik kunnen maken van de kleinere zalen. Dit optimalisatieproject kan tegen een beperkte financiële kost worden gerealiseerd. Van gezonde catering tot natuurpad
In de voorbije twee jaar werden reeds heel wat Facilities-projecten opgestart, onder meer een platform rond mobiliteit onder en rond het nieuwe gebouw. Daarom werd een mobiliteitsproject met elektrische fietsen geïntroduceerd. Ook op het vlak van energieverbruik en technieken lopen er projecten, waarbij er gemonitord wordt om de facilitaire voorzieningen perfect op de behoeften af te stemmen. De catering wordt gedynamiseerd (opsplitsing food bar ‘koud’ en restaurant voor warme maaltijden) en geoutsourcet. Een andere piste in de gezondheidssfeer is de aanleg van een educatief natuurpad langsheen de fauna en flora op de 4 hectaren grote site in Louvain-la-Neuve. Ook loopt er een studieproject rond de dynamische gevels van het gebouw. Strategisch aspect wint aan belang
De functie van Facility Manager is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. “Onze rol situeert zich steeds meer op het strategische niveau. Reeds van bij het ontwerp
©Marie-Françoise Plissart
24
03
04
van een nieuw gebouw moet de Facility Manager zijn stempel kunnen drukken op het Programma van Eisen. Hij moet de link zijn tussen de gebruikers van het gebouw, de directie en de Core Business van het bedrijf. Op die manier kan hij de directie begeleiden, de noden van het bedrijf vertalen naar hen toe, en idealiter anticiperen op bepaalde ontwikkelingen. Zelf heb ik recent de IFMA-opleiding gevolgd aan de Haute Ecole de la province de Liège. In Wallonië is het nog niet eenvoudig om het thema Facility Management aan te kaarten en te dynamiseren. Vaak stelt men dit nog gelijk met de algemene diensten van het bedrijf. Maar de kwestie komt toch geleidelijk op de agenda van de (middel)grote ondernemingen. Het is vooralsnog een utopie, maar toch hoop ik dat er - net zoals bijvoorbeeld voor geneesheren of advocaten - ooit een orde van Facility Managers zal opgericht worden. Een beroepsorganisatie die zal waken over onze taken en verantwoordelijkheden, die belangrijke financiële implicaties inhouden voor de onderneming. En die in gespecialiseerde, erkende opleidingen en certificering zal voorzien”, aldus Bertrand.
©Marie-Françoise Plissart
FM@WORK
05
“De impact van de Facility Manager op de business van het bedrijf is groot”, zegt Bertrand. “Al wat niet tot de Core Business behoort, is Facility Management. Of het nu gaat om technieken, maintenance of catering, bijvoorbeeld. Binnen die filosofie voeren we soms Black Building Tests (BBT) uit. Een onderbreking van de werking van het gebouw wordt georganiseerd om te zien hoe de systemen reageren om te anticiperen op eventuele pannes. ’s Avonds of in het weekend wordt ‘moedwillig’ een panne veroorzaakt. Dit om te vermijden dat deze technische problemen zich tijdens de werkuren zouden voordoen.”
©Marie-Françoise Plissart
Black Building Test
06
(Door Philip Declercq - Foto’s: AGC Glass Building)
www.agc-glass.eu
03. Momenteel loopt een project rond het optimaliseren van de vergaderlokalen. 04. Voor de vergaderruimtes geldt een strikt reservatiesysteem. 06. Het gebruik van de kantoorruimtes gebeurt volgens de principes ‘Flex-office’ en ‘clean desk’. 07. De catering wordt gedynamiseerd en geoutsourcet.
07
25
26
REPORTAGE
Warmtepomp energie-efficiënte, duurzame en betrouwbare oplossing
O
p vrijdag 13 november ’15 organiseerde IFMA een bedrijfsbezoek aan Daikin Europe in Oostende. “Hernieuwbare energie is een hot topic en wordt aanzien als de oplossing om minder CO2 uit te stoten én om minder afhankelijk te worden van olie en gas”, aldus Mieke Loncke (Directeur IFMA). “Warmtepompen zijn een dankbaar alternatief om in comfort- en procestoepassingen te worden ingezet. Waar beter dan bij de Belgische marktleider kunnen we terecht voor een overzicht van de mogelijkheden. Opmerkelijk is dat het de eerste keer is dat alle ingeschrevenen op de afspraak zijn. Zet dat maar op het conto van Daikin.”
Het takenpakket van de Facility Manager is bijzonder veelzijdig en complex. Hierdoor is de taakomschrijving geëvolueerd van uitvoerder naar planner. Een van de verantwoordelijkheden die volop in evolutie is en waar de Facility Manager bij betrokken wordt, is de regelgeving rond de uitbating van koelinstallaties. Om te vermijden dat de ozonlaag nog verder afbreekt, worden aan koelgassen strenge eisen opgelegd. Zo is de Europese Unie ervan overtuigd dat er voldoende milieuvriendelijke en energie-efficiënte alternatieven beschikbaar zijn om de schadelijkste HFK’s of F-gassen uit de markt te bannen. Strengere normen
“Op 1 januari 2015 werd de nieuwe regelgeving van kracht die strengere normen oplegt voor het gebruik van koelmiddelen”, vertelt Lieven Verstaen (Product Manager directe expansiesystemen Daikin Airconditioning België). “Rechtstreeks gevolg hiervan is dat er bestaande installaties zullen afgebouwd worden, minder F-gassen beschikbaar, een verschuiving naar F-gassen met een lager GWP en F-gassen met een hoger GWP worden fors duurder.
Ook aan de koeltechnische installateurs én aan de eindgebruikers worden nieuwe verplichtingen en verantwoordelijkheden opgelegd. Welke rol spelen warmtepompen in dit verhaal? Ze worden algemeen erkend als energie-efficiënte, duurzame én betrouwbare oplossing voor zowel de koel- als warmtevraag.” Terwijl Lieven Verstaen een overzicht gaf van de Daikin warmtepompen voor residentiële en commerciële toepassingen, de verschillende technologieën (lucht/ lucht, lucht/water, geothermie, hybride) en opstellingen (split, multisplit, VRV), ging Jacques Ectors (Product Manager applied systems Daikin Airconditioning België) dieper in op de meer complexe oplossingen voor onder meer de industrie en kantoorgebouwen. Aandacht was er voor
“Meten is weten, maar luisteren en anticiperen kan voor de nodige gemoedsrust zorgen” Patrick Snauwaert, General Affairs Management Daikin Europe
de nieuwe EWAD-TZ luchtgekoelde koeler met door een inverter aangedreven monoschroefcompressor voor een uiterst efficiënt koelproces zonder in te boeten op betrouwbaarheid en prestaties. Dankzij de Variable Volume Ratio rendeert de inverter optimaal bij alle mogelijke werkomstandigheden. Patrick Snauwaert en Melissa Morseau, beiden verbonden aan het General Affairs Management van Daikin Europe, gaven een overzicht van hun uitgebreid takenpakket (automatenbeheer, receptie, catering, kantoorbenodigdheden, postverwerking, schoonmaak, fleet management, arbeidskledij, kleedkamers, tapijten, groenonderhoud, verhuis, stockage,…) en het predictief onderhoud van de installaties aan de hand van een continue monitoring om de levensduur te verlengen, de energie-efficiëntie te garanderen en voor een minimale impact op de gebruikers. “Meten is weten, maar luisteren en anticiperen kan voor de nodige gemoedsrust zorgen”, besluit Patrick Snauwaert. (Door Rudy Gunst)
www.daikin.be
BENIEUWD NAAR ONZE NIEUWE DROP & GO TECHNOLOGIE? Bindomatic: de oplossing voor al uw professionele documenten
NEW
peukenzuilen, afvaltonnen & sorteerafvalbakken c o r r e c t so r te r e n | b e te r r e cycl e r en
Bindomatic: inbindmachines voor klein én groot gebruik
www.bindomatic.be +32 (0) 3 808 52 20 • contact@bindomatic.be
•
vakbladen • revues professionelles
• Cool&Comfort
• Top Security
• Fedelec Magazine
• Aquarama
• Dimension
• FM-Magazine
• Riorama
• Techcare
• De Onderneming
Solide partner van facilitaire diensten Vraag de brochure via marketing@plastibac.eu
Boulevard des Canadiens 118 B- 7711 Dottignies T +32 (0)56 77 13 10 info @fcomedia.be www.fcomedia.be
PLASTIBAC | Vijverhoek 51 | 8520 Kuurne TEL: 056 36 31 20 | FAX: 056 35 88 47
15.006 Pub FM Magazine Probbax Plastibac Kuurne.indd 1
9/1/2015 3:35:36 PM
28
REPORTAGE
Ecologisch wassen met een sociale dimensie
‘M
eet and wash’: de kans is groot dat deze trend binnenkort gemeengoed wordt in onze maatschappij. LDL Equipment wil via LDL Care de komende jaren alvast fors inzetten op deze tendens, waarbij de ontwikkeling van collectieve wasplaatsen centraal staat. “Het systeem is niet alleen kostenbesparend en rendabel voor de bouwheer, maar laat ook toe om het onderling contact te verstevigen,” leggen Johan en Julie Stuyven van LDL Equipment uit.
LDL Group verzorgt totaaloplossingen op het gebied van reinigen, drogen en afwerken van linnen. Via LDL Care wil het de gebruiksvriendelijke, duurzame wasapparatuur ter beschikking stellen van collectiviteiten. “Het laden en lossen kan vlot gebeuren, aangezien de deur 180° kan worden geopend. De aansluiting van de wasmachines op het warmwatercircuit, en/of de droger op gas, biedt de kans om het energieverbruik tot 60% te reduceren. We bieden ook de mogelijkheid om de toestellen financieel en/of operationeel te huren”, aldus zaakvoerder Johan Stuyven. Als een onderneming wordt versterkt door de intrede van een nieuwe generatie, spruiten daar regelmatig innovatieve ideeën uit voort. Twee jaar geleden maakte Julie Stuyven, dochter van Johan Stuyven, haar opwachting in het bedrijf. Vrij snel stelde ze voor om sterk in te zetten op een nieuw concept: “Ik heb mijn studies afgewerkt in het buitenland en deed in die periode ook enkele internationale reizen. Op die manier leerde ik enkele vernieuwende vormen van ‘wassen en drogen’ kennen, die het gevolg zijn van bepaalde maatschappelijke tendensen. Overal ter wereld groeit de bevolking aan,
maar is er minder beschikbare ruimte om iedereen te huisvesten. Ook de toenemende verstedelijking speelt het wonen in kleinere ruimtes sterk in de kaart. Dit gaat gepaard met een verdere evolutie naar individualisering. Vroeger kende iedereen zijn buren, maar tegenwoordig is dat verre van vanzelfsprekend geworden.” Wassen in de moderne maatschappij
Die demografische veranderingen hebben ook gevolgen voor de manier waarop mensen omgaan met het wassen en drogen van hun kledij en linnen. “Daarom vinden wij het belangrijk daar nu al passend op in te spelen,” vervolgt Julie. “Binnen ons bedrijf zijn we gaan nadenken over hoe we op deze modernisering kunnen anticiperen. Dat leidde tot de geboorte van het concept van ‘collectief wassen en drogen’.” Collectief wassen en drogen bestaat natuurlijk al langer, maar dan vooral in wassalons. Met de opstart van ‘LDL Care’ wil de onderneming uit Deinze dergelijke collectieve wasplaatsen ook in onder meer ondernemingen, appartementen, sociale woonwijken, serviceflats, studentenhuizen, campings en andere collectie-
ve ontmoetingsplaatsen integreren. “De bouwheer voorziet de infrastructuur, wij stellen gratis wasmachines en drogers ter beschikking. Daarnaast staan we ook in voor het uitvoeren van gratis onderhoud en herstellingen, via ons team van tien technici. De gebruikers van de machines werpen munten in de geldbak van de toestellen, en die opbrengst wordt procentueel verdeeld tussen de bouwheer en onszelf,” vult Johan Stuyven aan. Het gaat om energiezuinige en milieuvriendelijke machines, die door LDL Care aan de bestaande sanitaire en elektrische installaties worden gekoppeld. “De voordelen voor de bouwheer zijn legio: hij hoeft niet zelf te investeren in machines voor de gebruiker en wordt niet geconfronteerd met onverwachte onderhoud- of herstellingskosten. De performantie van de toestellen zorgt voor een aanzienlijke tijdswinst en energiebesparing. Daarnaast zwengelen we op deze manier ook het sociaal contact aan.” “Aantrekkelijke formule”
LDL Care is er op korte tijd in geslaagd al een aardig referentielijstje voor deze service op te bouwen. Zowel sociale woonentiteiten, campings, studentenhuizen als
REPORTAGE
serviceflats maken er gretig gebruik van. Bij het OCMW van Sint-Martens-Latem was Wouter Accou een voortrekker om deze oplossing in te voeren voor de serviceflats in de Vennelaan: “Wij zijn met het bedrijf in contact gekomen omdat het voor ons geen optie was om in alle bewonerskamers een wasmachine en een droger te laten installeren. Dat zou hebben neergekomen op dertig toestellen, wat zowel om technische als ecologische redenen af te raden was. Zo zijn we uitgekomen bij het idee om een gemeenschappelijke wasplaats te creëren. Het leek ons ideaal om daarmee meteen een extra plaats te voorzien waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Ze moéten ook wel met elkaar praten, al is het maar om af te spreken wie wanneer wast.” Ook op vlak van gebruiksgemak blijkt deze aanpak een geslaagde keuze. “Het is bijvoorbeeld erg handig dat er geen jetons meer moeten worden aangekocht. Bovendien stimuleert dit de zelfstandigheid van onze oudere bewoners. Ook dit aspect zorgde voor extra ontmoetingen, al was het maar om onderling geld te wisselen. De communicatie tussen de bewoners verloopt dermate vlot dat wij ons, als OCMW, niets meer van de coördinatie van de wasplaats hoeven aan te trekken.” Bij de installatie van de collectieve wasplaats plande het OCMW een bijeenkomst om de nodige uitleg te geven over de werking en het gebruik van de was- en droogmachines. “Vanaf dag één hebben wij ondervonden dat het om kwalitatieve, industriële machines gaat. In vergelijking
01
02
met onze vorige oplossingen vertonen ze minder mankementen. Dat zorgt ook bij de bewoners voor tevredenheid. De droogkast met luchtafvoer zorgt ervoor dat de droogtijden minder lang duren. Een troef die onze bewoners naar waarde schatten, want de droger wordt heel intensief gebruikt.” “Ondernemingsmarkt aan het bewerken”
LDL Equipment trekt het concept ook door naar de ondernemingsmarkt. Het bedrijf uit Deinze plaatst de machine, waarna de opbrengst gedeeld wordt door de klant en LDL Care. “We zijn volop bezig met het bewerken van deze markt”, stipt Julie Stuyven aan. “Zo merken we onder meer dat het aanslaat bij transportbedrijven, zeker als die ondernemingen werken met veel buitenlandse chauffeurs. Voor de werknemers is het interessant als zij hun kledij op het bedrijf zelf kunnen wassen. Het is een service van de onderneming, waar zij zelf graag een bijdrage voor betalen. Wij installeerden het onder meer al bij een transportfirma uit Oostende. Ook de Limburgse fruitplukbedrijven zien hier een interessante opportuniteit in en bieden het aan hun (tijdelijke) medewerkers aan.”
In België plaatste LDL Care al circa 300 machines in collectieve wasplaatsen, bij onze noorderburen gaat het om 200 toestellen. Het bedrijf heeft de ambitie om dit ‘meet and wash’-concept verder uit te rollen: “In het jargon heet dit concept ‘Route’-business. Eigenlijk komt het overgewaaid uit de Angelsaksische landen,
“De bouwheer voorziet de infrastructuur, wij stellen gratis wasmachines en drogers ter beschikking. Daarnaast staan we ook in voor het uitvoeren van gratis onderhoud en herstellingen.” waar het al stevig ingeburgerd is. Zo zijn in de Verenigde Staten al zowat 500.000 toestellen in collectieve wasplaatsen geïntegreerd, in Canada gaat het om 150.000 stuks, in Groot-Brittannië zijn het er 14.000. Wij hopen er tegen 2020 8.000 geïnstalleerd te hebben. De doelstelling voor 2025 is 40.000 stuks.” De onderneming investeert onder meer in een online tool die de bouwheer informeert over de omzet die uit iedere machine wordt gegenereerd. “Deze software zit momenteel nog in een testfase, maar wordt nog eind 2015 definitief opgestart. Dit zal ons ook toelaten een transparante facturatie te garanderen.” (Door Bart Vancauwenberghe)
www.ldlnv.be
01 & 02. Het concept wordt onder meer toegepast bij alle campings van de Floreal Groep, zoals hier bij Domaine des Sources in Lierneux. 03. Bezoekers van Domaine des Sources kunnen voor 4 euro hun was doen en ze nadien voor 2 euro laten drogen.
03
29
30
REPORTAGE
Odette en Bram De Geeter van ISS Catering in hun Puro coffee corner
“Een gezellige coffee corner is een meerwaarde voor je bedrijf”
M
aatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) houdt rekening met de sociale dimensie van ondernemen. Ook zorg dragen voor de eigen medewerkers hoort hierbij. Tevreden medewerkers voelen zich goed in het bedrijf en hebben minder stress. “Een gezellige coffee corner is een meerwaarde voor je bedrijf. Werknemers die even tijd kunnen nemen om een koffiepauze in te lassen, zijn meer tevreden en presteren daardoor beter. Bovendien versterkt een koffiemoment het sociale contact tussen de collega’s”, aldus Johan De Boeck (Sales Manager Miko Coffee Service).
De Miko-groep heeft zijn hoofdzetel in Turnhout. Het familiebedrijf, dat in 1801 begon als koffiebranderij, heeft ondertussen wereldwijd meer dan 900 medewerkers. Met meer dan 200 jaar ervaring in koffie branden, levert het bedrijf een totaalconcept voor de koffievoorziening in de Out-of-Home markt. Van koffie tot koekje
“Je kan bij Miko terecht voor alle aspecten van de koffievoorziening. We bieden kleine en grote warmedrankautomaten aan, afhankelijk van de behoefte. Naast koffie hebben wij ook thee, cacao en soep in ons assortiment”, legt Johan De Boeck uit. “Wij zoeken steeds de laatste nieuwe toestellen en technieken om de beste kwaliteit te leveren. Met onder meer een eigen barista, koffiebranderij en technische dienst bieden we het volledige pakket aan. Als klant kan je kiezen voor een commerciële formule op maat, variërend van enkel bevoorrading tot een full service formule, waarbij je zelf aan niets hoeft te denken.” Coffee corner: investeren in fijner werken
De koffiepauze zorgt voor een moment van ontspanning tijdens een drukke werk-
dag. Een coffee corner is dan ook de ideale plek voor een informele babbel tussen collega’s. ISS Catering werkte met Miko Coffee Service samen om een gezellige coffee corner te maken voor het personeel bij HP Belgium in Diegem. Samen hebben ze een koffiehoek ontworpen met een moderne look. Miko leverde het ontwerp voor de op maat gemaakte afbeeldingspanelen en hun technische dienst zorgde voor alle espressomachines. HP maakte de coffee corner helemaal af met een gezellige inrichting. “De coffee corner bij HP bestond al langer, maar moest dringend opgefrist worden”, zegt Bram De Geeter (Unit Manager ISS Catering). “Het doel was om voor onze collega’s en bezoekers een gezellige ontmoetingsplaats te creëren. We kozen bewust voor Puro, een kwaliteitsvolle Fairtrade koffie. De foto’s van het regenwoud en de groene espressomachines zorgen voor een mooie uitstraling. De groene kleur hebben we zelf doorgetrokken in de verdere aankleding.” ’s Morgens staan de medewerkers al aan te schuiven bij Odette. De barista van Miko gaf haar een opleiding om de per-
“De foto’s van het regenwoud en de groene espressomachines zorgen voor een mooie uitstraling. De groene kleur hebben we zelf doorgetrokken in de verdere aankleding.” fecte espresso’s te bereiden. “Odette is een vaste waarde aan de koffiebar. Kwaliteit staat bij haar steeds voorop en ze is dan ook fier op de koffies die ze bereidt. Met meer dan 100 klanten per dag is onze coffee corner zeker een succes!”, besluit Bram De Geeter. www.purocoffee.com www.mikocoffee.com
Facilicom Services Group Belgium heeft zich tot doel gesteld om tegen einde 2016 de meest klantgerichte, facilitaire onderneming te worden. Dit gaat niet alleen gepaard met een ruimere bewustwording van wat de klant wil, maar ook met een verandering in attitude, waarbij luisteren naar de klant centraal staat. De ultieme doelstelling van Facilicom is het continu creëren van een meerwaarde voor de klant. “Voor Facilicom is dit een grote, maar logische stap’, zegt CEO Alain Vandenbrande. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat we, door aandachtig en persoonlijk te luisteren naar onze klanten en hun waarden centraal te stellen, niet alleen het meest klantgerichte facilitair bedrijf zullen worden, maar ook de grenzen in de facilitaire wereld zullen verleggen.’
#liefdevoordeklant FM-magazine_publiciteit.indd 2
23/11/15 12:50
Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.
www.purocoffee.com - 0800/44 0 88
32
FMJ
Jim Whittaker
International FM-congress New Orleans Regionale standpunten & uitdagingen ten opzichte van Facility Management
T
ijdens het International FM-congress kwamen de kopstukken van de belangrijkste verenigingen inzake Facility Management van over de hele wereld bijeen om trends, uitdagingen en kansen in de FM-wereld te bespreken. Tijdens deze derde editie werd het panel bijgestaan door de voorzitter van de raad van bestuur van IFMA, Jim Whittaker. Het congres ging van start met presentaties van de zeven verenigingen/netwerken uit de Facility Management industrie van over de hele wereld. Aan het einde van de presentaties nam het publiek deel aan een discussie over het engagement van studenten. Net zoals de vorige jaren zullen de diverse partijen de voorgestelde ideeën socialiseren en de resultaten ervan delen op de volgende bijeenkomst. Een samenvatting van de diverse presentaties.
British Institute of Facilities Management (BIFM) - Gareth Tancred
In het Verenigd Koninkrijk blijven de FM-professionals banden smeden om de plaats van Facility Management op te liften tot in de directiekamer. BIFM, in het bijzonder, heeft daaraan meegeholpen door samen te werken met Energy Manager’s Association, ICAEW Chartered Accountants en Chartered Institute of Personnel and Development. De vereniging heeft ook de nadruk gelegd op professionele normen en in een poging om die missie tot een goed einde te brengen werd het FM Professional Standards Handbook gepubliceerd. Het werk bepaalt de bedoeling van de normen, introduceert een schema en geeft advies over hoe de informatie kan worden toegepast. Naast de bovengenoemde initiatieven, blijft het BIFM ook zijn jaarlijkse conferentie Think FM vernieuwen en zijn leden informeren over de specifieke FM-loopbaantrajecten via ontwikkelingsprojecten.
TRENDS EN UITDAGINGEN: • Hoe kan Facility Management worden gezien als relevant en bijgevolg waardevol zijn over de hele wereld? • Hoe ziet de werkplaats van de toekomst eruit? • Wie is verantwoordelijk voor de werkplaats? • Hot desking wordt steeds belangrijker in de werkplaats.
Colombian Facility Management Association - Alejandra Velez
Het was pas in de vroege jaren 2000 dat Latijns-Amerika begon te praten over Facility Management. In 1999 werd Argentinië het eerste land met een IFMA-afdeling. In 2002 ging de groep over tot de Latijns-Amerikaanse Vereniging van Facility Management (Sociedad Latinoamericana de Facility Management). In 2004 werd ABRAFAC (Associacao Brasileira de Facilities), de FM-vereniging van Brazilië, opgericht. Maar het duurde toch nog tien
jaar vooraleer soortgelijke organisaties werden opgericht in andere Latijns-Amerikaanse landen. Het Colombiaanse Genootschap voor Facility Management is eigenlijk slechts de derde organisatie in haar soort in de regio. Brazilië en Argentinië leiden de FM-markt in Latijns-Amerika omwille van hun economische sterkte en de grootte van hun bouwmarkt. Maar Colombia, Panama, Mexico en Peru zijn de sterkste Latijns-Amerikaanse markten op vlak van bouwruimte. Sommige van die landen beginnen een toenemende interesse te tonen in FM-opleidingen. De grootste kantoormarkten in Latijns-Amerika blijven Mexico City, Sao Paulo en Santiago. Die drie steden hebben ook de reputatie de grootste zakencentra van de regio te zijn. De snelst groeiende markten van de voorbije twee jaar zijn Bogota, Lima en Panama City, door de grote vraag en het gunstige investeringsklimaat. Sinds 2012 focust AGEM (Asociacion de Gestores de Edificios Modernos) op aanhoudende training en netwerking voor de Colombi-
FMJ
Sociale media worden zowel als een bedreiging als een positieve zaak beschouwd. Er is veel informatie beschikbaar, maar hoe kunnen we die beheren? aanse FM-markt. In juni 2014 besloot de organisatie zich opnieuw te richten op drie hoofdzaken: opleidingsopties voor de leden, bijkomende netwerkactiviteiten en een sterkere nadruk op de zichtbaarheid van het beroep (via de jaarlijkse conferentie TecnoEdificios, etc.) Daardoor veranderde de organisatie zijn naam: Genootschap van Moderne Gebouwenbeheerders werd het Colombiaanse Genootschap van Facility Management (Asociacion Colombiana de Facility Management). Colombia bevindt zich in vergelijking met andere landen nog in de beginfase van het onderwijzen inzake Facility Management. Er zijn slechts een aantal bedrijven in de regio die een FM-model hebben ontwikkeld. Facility Management is vooral onbekend in naam, maar alle bedrijven zijn er zich van bewust dat ze Facility Management nodig hebben om hun bedrijfsmiddelen beter te beheren. Er is een toenemende interesse in opleiding. TRENDS EN UITDAGINGEN: • In 2013 werd in Latijns-Amerika het record verbroken inzake de aanleg van kantoren: meer dan 2 miljoen vierkante meter kantoorruimte. Tegen eind 2015 komt daar nog 5 miljoen vierkante meter bij. • De term Facility Management wordt niet snel erkend en de betekenis van de term is niet consistent in het Colombiaanse bedrijfsleven. • Over het algemeen moet FM haar plaats en erkenning in de Colombiaanse markt nog verdienen.
European Facility Management Network - Ron van der Weerd
EuroFM vertelt haar leden niet dat ze op een bepaalde manier moeten denken. EuroFM werkt samen met de leden om te begrijpen wat Facility Management precies betekent. Van de Weerd legde uit dat hij als voorzitter van de groep niet kan
spreken in naam van de andere FM-organisaties. In plaats daarvan had hij het over ontwikkelingen in bepaalde landen en de vooruitgang in het samenbrengen van verschillende standpunten ten opzichte van Facility Management. Op academisch vlak is het belangrijk om officieel erkende programma’s in Facility Management (zoals het programma van IFMA) te voorzien om het profiel van het beroep te bevorderen. Op plaatselijk niveau moeten conferenties, zoals EFMC, ervoor zorgen dat standaardpraktijken en normen zich richten op de typische kenmerken van elke regio. Om dat op een doeltreffende manier te doen, is het belangrijk dat alle FM-verenigingen hun standpunten delen. Op die manier kunnen de definities en nodige vaardigheden omtrent het beroep worden bevorderd. TRENDS EN UITDAGINGEN: • Wanneer FM wordt afgebakend, mogen we duurzaamheid niet vergeten. • De vijf P’s in de definitie van Facility Managent zijn: personen, proces, plaats, planeet en profijt. • De nadruk leggen op het socialiseren van het belang van Facility Management in de werkplaats is van uiterst belang voor de ontwikkeling van het beroep.
Global FM - Duncan Waddell
Global FM is een vereniging van Facility Management organisaties en dient als
een platform om alternatieve manieren te vinden om het beroep te promoten. Om duurzamer te zijn, heeft de vereniging haar activiteiten in België stopgezet en haar hoofdkantoor gevestigd in het land van een van de leden. In 2014 aanvaarde FMA Australië de hoofdzetel met Waddell als voorzitter. De twee taken van Global FM zijn de organisatie van het jaarlijkse Wold FM Day en het opstellen van een onderzoeksrapport over de economische impact van Facility Management over de hele wereld. TRENDS EN UITDAGINGEN: • De vereniging wil zich op een taak richten en die goed uitvoeren. • Het zoeken naar bijkomende alternatieve communicatiemogelijkheden voor leden om samen te werken met elkaar en het belang van het beroep te vergroten.
Facility Management Association of Australia - Nicholas Burt
Facility Management levert het bbp van Australië ongeveer 28 miljard euro per jaar op en biedt werkgelegenheid aan meer dan 200.000 mensen. Het verzekert de gezondheid, het welzijn en de productiviteit van de Australische werkkracht. Voor het eerst in 25 jaar tijd heeft de vereniging zichzelf een nieuw imago gegeven. In het komende jaar pakt Facility Management Association of Australia uit met een volledig nieuwe strategie. FMA
33
34
FMJ
Australia’s nieuwe klemtoon ligt op het bouwen aan de mogelijkheden en erkenning van de industrie, het beïnvloeden van de openbare orde, normen en wetgeving en het verfijnen van het bestuur. De organisatie wil de grootste voorstander zijn van Facility Management op het pad naar erkenning in de zakenwereld. Ze doet dat via haar diploma’s, opleidingscentra, beroepsontwikkeling, beloningsprogramma’s, onderzoek, accreditatie, ledenbetrokkenheid en diverse andere maatregelen. De impact van de organisatie blijft jaarlijks groeien. Momenteel worden 51 evenementen georganiseerd en 10 beroepsontwikkelingssessies, zijn er verschillende gestructureerde groepen met FMA-vertegenwoordigers en 62.000 contactpunten. TRENDS EN UITDAGINGEN: • Groeiende interesse in hoe de industrietak verder moet worden geprofessionaliseerd. • Constante inspanningen om klanten en eindgebruikers te betrekken en alle stemmen van de industrie te verbinden, zodat iedereen rechtlijnige en complete berichten ontvangt. • Zestig tot 70 procent van de aandeelhouders wil het gebruik van technische hulpmiddelen binnen hun FM-diensten verhogen. Hoe technisch complexer een gebouw wordt, hoe meer strategische werkkrachten er nodig zijn om een overzicht te houden. • De behoefte aan FM-opleidingen blijft snel groeien. Gelijke tred houden met de vraag, terwijl er rekening moet worden gehouden met het budget is een uitdaging. • De vraag verhoogt, maar het is bijzonder belangrijk om kwaliteit als prioriteit te behouden. We moeten voldoende tijd geven aan onderzoek dat het beroep helpt afbakenen.
Facilities Management Association of New Zealand - Val Moraes
FMANZ werd in 2008 opgericht en is een snel groeiend gezamenlijk netwerk dat mensen die actief zijn in de FM-wereld van Nieuw-Zeeland vertegenwoordigt. De vereniging heeft drie kerntaken: opleiden, netwerken en vertegenwoordigen. FMANZ sloot een aantal strategische bondgenootschappen: van Green Building Council of New Zealand tot FMA Australia. De vereniging biedt ook een weelde aan mogelijkheden om te netwerken even-
als professionele ondersteuning via haar jaarlijkse FM Summit, opleidingen, etc. De ontwikkeling van opleidingsmogelijkheden voor de leden is topprioriteit voor FMANZ. Er wordt geconcentreerd op een duidelijk progressietraject. Andere prioriteiten van de vereniging zijn de versterking van communicatie (door het herontwerp van de website, klemtoon op sociale media en het opnieuw ontwerpen van het magazine), netwerking, de toename van het aantal leden, voorspreken en de verderzetting van haar fiscale verantwoordelijkheid. TRENDS EN UITDAGINGEN: • Grotere nadruk op sociale media, die bijkomende mogelijkheden bieden om leden te bereiken. • Voortdurend eisen van certificering in de zakenwereld en programma’s op academisch niveau. • Het bevorderen van de waarde via een sterk opleidingsplatform is uiterst belangrijk. • Voorspraak moet nog een prioriteit worden. Het ontwikkelen van een nationale stem is enkel mogelijk wanneer een overtuigend opleidingsaanbod en vormingstraject zijn gevormd.
Facility Management Nederland - Roel Masselink en Maybrit Admiraal
FMN is de Nederlandse vereniging voor FM-professionals en heeft ongeveer 2.000 leden. Momenteel komt het leeuwendeel van de leden uit het middenmanagement en het hoger management. De internationale doelstellingen van de vereniging zijn onder meer het versterken van de internationale focus, het toegankelijker maken van internationale kennis voor Nederlandse Facility Managers en het smeden van banden tussen FM-professionals over de hele wereld. Masselink had het over hoe externe trends FMN en haar lidmaatschap beïnvloeden. Facility Management wordt meestal uitbesteed en potentiële FMN-leden bevinden zich vaak onder de aanbieders. Er is behoefte aan de versterking van de waarde van Facility Management, en daarom investeert FMN in zowel individuen als organisaties. Te midden van de
De talrijke FM-organisaties over de hele wereld blijven een immens potentieel bieden voor toekomstige samenwerking en kennisdeling. trend om kosten te drukken, wordt ook nadruk gelegd op andere gebieden zoals duurzaamheid, hartelijkheid, technologie en communicatie. De vereniging heeft zich afgestemd op de vastgestelde trends door het management strategisch te wijzigen, haar website te actualiseren met een nieuw CRM (Customer Relationship Management System), de identiteit van de onderneming op te knappen, de introductie van een onafhankelijk European FM Leader Conference en haar kennisuitwisseling te verbeteren. TRENDS EN UITDAGINGEN: • FM blijft aanzien worden als een zakelijk belang in plaats van een professioneel belang. • Er is een constante behoefte aan het samen ontwikkelen van hulpmiddelen om duurzaamheid te bevorderen in bedrijven. • Er zijn mogelijkheden om de positie van FM binnen bedrijven verder te verstevigen. • Sociale media worden zowel als een bedreiging als een positieve zaak beschouwd. Er is veel informatie beschikbaar, maar hoe kunnen we die beheren?
International Facility Management Association - Tony Keane en Jeff Johnson
De strategie van IFMA concentreert zich op aandeelhouderswaarde op lange termijn. Haar kenmerkende ideeën over mondiale invloed, gemeenschap, duurzaamheid en operationele uitmuntendheid doordringen haar vier standpunten (aandeelhouder, intern, scholing en groei, financieel). IFMA wil haar visie waarmaken om zo de bron en vertegenwoordiger van Facility Management te zijn. De organisatie deelt de verschillende standpunten nog verder op in strategische doelen en initiatieven, die dienen om prioriteiten op een lijn te brengen en te verzekeren dat fondsgelden toepasselijk worden ver-
FMJ
deeld over het bedrijf. Een groeisector van het voorbije jaar draaide om de formatie van de EU FM Coalition. Facility Management moet zichtbaarder zijn binnen de regeringskringen en de bedoeling van die groeiende groep is beleidsbepalers onderwijzen. EU FM Coalition, waar ook IFMA Belgium deel van uitmaakt, is een FM-bron met een verenigde stem. Andere belangrijke initiatieven waar de organisatie aan werkt omvatten onder andere het programma Essentials of FM en een verbeterde kennisstrategie. Essentials of FM is een budgetprogramma dat wereldwijd beschikbaar is in verschillende talen. Via het programma kunnen individuen de basisvaardigheden leren die nodig zijn om een opzichter of afdelingschef te worden in het FM-gebied. De nieuwe kennisstrategie is een vernieuwing van IFMA’s online kennisbibliotheek en ontwikkelt zich rond het delen van kennis tussen leden. Die inspanning wordt weergegeven in de vernieuwing van IFMA’s online gemeenschap en in het bijzonder in de pagina’s over duurzaamheid en het deel Workplace Evolutionaries. In de komende jaren zal het systeem meer gepersonaliseerd en interactiever worden. TRENDS EN UITDAGINGEN: • 28 procent van de IFMA-leden woont niet in de VS. Welke bijkomende waarde kan de organisatie bieden aan internationale leden? • De talrijke FM-organisaties over de hele wereld blijven een immens potentieel bieden voor toekomstige samenwerking en kennisdeling. • Lokalisatie van globale inhoud is belangrijk, want relevantie wordt voorgeschreven door de individuele landen.
Personeelsontwikkeling (IFMA Foundation) - Jeff Tafel
De IFMA Foundation blijft hogescholen en universiteiten accrediteren via haar geaccrediteerde opleidingen (ADP) en spant zich in om studenten aan te tonen dat een carrière in de FM-wereld een goede keuze is. Tijdens IFMA’s World Workplace 2014 Conference & Expo erkende de stichting de Texas A&M University als instelling waar IFMA’s 31e geaccrediteerde opleiding kan worden gevolgd. De IFMA Foundation richt zich niet alleen op de
groei van haar opleidingen. De IFMA-medewerkers hebben ook de ADP-normen herschreven met het standpunt van studenten in gedachten. In 2014 schonk de stichting ruim 130.000 euro aan studiebeurzen en subsidies aan meer dan 37 studenten en de internationale deelname blijft groeien. Naast haar programma’s en awards, blijft het brandpunt van de IFMA Foundation het initiatief Global Workplace Workforce: een plan dat op gang komt om de positie van Facility Management te steunen wanneer individuen een carrièrekeuze moeten maken. Groepsgespreksonderwerpen
Studentenbetrokkenheid werd door de deelnemers van het congres naar voor geschoven als het thema met het meeste onmiddellijk potentieel. De volgende ideeën werden voorgesteld: • Meer inspanningen leveren om onderzoek dat werd gevoerd door studenten te promoten. • Toepassing van gamificatie bij het onderwijzen van studenten over Facility Management. • Produceren van FM-video’s die gericht zijn op opkomende Facility Managers en/ of jonge zakenmensen. Die video’s kunnen soortgelijk zijn aan de video’s van TED Talks. • Het aanmaken van een centrale kennisbank voor Facility Management om doorzoekbaarheid gemakkelijker te maken.
• Echte voorbeelden gebruiken die relevant zijn in de regio’s van de studenten. Zo kunnen ze zien hoe zij een bijdrage kunnen leveren aan het verhaal. Misschien is er wel een bouwboom in hun stad. Het is belangrijk om praktijkvoorbeelden te tonen die van toepassing zijn op hen. • Studenten leren het best door te zien en te doen. Onderwijs aan de hand van scenario’s: “Als u de directeur was van deze school, hoe zou u het gebouw beheren?” • Zoek een voorbeeld van een bekend project waarin aangetoond wordt hoe FM deel uitmaakt van het verhaal. Voorbeeld: het project Mars City introduceerde het concept van BIM-technologie in een aantal scholen, en zo konden de studenten een andere kant van FM zien. • Individuele ontmoetingen tussen studenten en bedrijven/organisaties om te weten te komen wat de uitdagingen en motivaties van de studenten zijn. • Breng een groep studenten uit verschillende culturen en nationaliteiten samen voor een langere periode. Laat hen op elkaar inwerken en samen brainstormen in verband met FM. Hoogstwaarschijnlijk komen ze met unieke oplossingen. (Door Andrea Sanchez, hoofdredacteur FMJ , senior director communicatie IFMA)
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in FMJ, het officiële magazine van International Facility Management Association (www.ifma. org/fmj), en werd opnieuw gepubliceerd met toestemming.
35
PAVIRO PA en Gesproken Woord Ontruimingssysteem met professionele geluidskwaliteit Flexibiliteit vanaf de eerste stap
PAVIRO is de eerste van een nieuwe generatie Public Address en Gesproken Woord Ontruimingssystemen. Het geeft niet alleen professionele geluidskwaliteit, het maakt het specificeren en installeren sneller, simpeler en efficiĂŤnter dan ooit tevoren. Consultants besparen tijd en definiĂŤren een compleet systeem met slechts enkele parameters. Installateurs voorkomen onverwachte kosten dankzij de enorme flexibiliteit van het systeem. Gebouweigenaren profiteren van het lage energieverbruik, wat resulteert in lagere energiekosten, minder en goedkopere batterijen. Meer informatie: www.boschsecurity.be
ARCHITECTUUR
KBC Esplanade Leuven © Piet Mares
IFMA-werkgroep FM&Architectuur stelt rapport voor
D
e IFMA-werkgroep FM&Architectuur stelde op 24 november haar rapport voor. Uitgangspunt is de problematiek dat de Facility Manager te weinig betrokken wordt in het ontwerp- en bouwpoces. In het rapport wordt aangeduid welke strategische informatie wanneer en door wie zou moeten worden uitgewisseld, te beginnen bij de allereerste ontwerpfase.
Cover NL - zonder rug - outlines.indd 2
16/11/2015 14:43:22
Wanneer de Facility Manager te weinig betrokken wordt in het ontwerp- en bouwproces kan dit resulteren in het opleveren van een niet-duurzaam gebouw dat zeer duur is en moeilijk te onderhouden en beheren valt. De werkgroep FM&Architectuur, bestaande uit Mieke Loncke (IFMA), Alain Delahaut (HEPL), Guy Eeckhout (Barco), André Colin (Ageas), Philippe Vis (RES), Hans Janssen (8Office – interieur), Anton Boone (Threon), Inneke Van Hout (Intervest), Thomas Vandenbergh (Besix), Pieter Pauwels (Universiteit Get), Geert Mertens (PMV), Geert Verhelst (Ingenium), Iwein Baeyens (UZ Brussel), Jan Moens (BB) en Patrick Heyneman (Imtech), boog zich over deze problematiek. Het rapport heeft als doelstelling een betere terugkoppeling te realiseren tussen de Facility Manager en de architect. Meer zelfs, de werkgroep tracht via dit document om de uitwisseling van kennis en expertise rond FM te verbeteren tussen alle betrokkenen in het ontwerp-, bouwen beheerproces. Richtlijnen
Het rapport telt 37 pagina’s en bestaat uit een set van richtlijnen, gestructureerd
volgens de fases en betrokken partijen. Deze richtlijnen moeten een houvast geven aan de Facility Manager en de andere betrokkenen en laten toe om van bij de eerste ontwerpfase efficiënter beheerbare gebouwen te ontwerpen. De richtlijnen geven aan welke vragen over het gebouw zouden moeten gesteld en beantwoord worden gedurende het ontwerp-, bouwen beheerproces. Deze vragen worden per stap in de levenscyclus van een gebouw samengevat, los van wie de vraag stelt. Het rapport wordt op inhoudelijk vlak in twee stukken ingedeeld. Een eerste betreft de interactie tussen FM en architectuur (De levenscyclus van een gebouw, Bouwen naar hogere prestaties, Geïntegreerde projectaanpak, De terugwinwaarde). Het grootste hoofdstuk handelt over de uitwisseling van kennis, fase per fase. Elf fasen komen aan bod: Idee, Programma van eisen, Architecturaal concept, Renovatie of nieuwbouw, Architecturaal ontwerp, Technisch ontwerp, Aanbesteding, Bouw, Werking en onderhoud, Renovatie en opwaardering, Beslissing tot renovatie of afbraak. Voor elke fase worden de volgende vragen gesteld: definitie van de fase? Welke vragen dienen in deze fase
In het rapport wordt aangeduid welke strategische informatie wanneer en door wie zou moeten worden uitgewisseld, te beginnen bij de allereerste ontwerpfase. gesteld te worden in verband me het gebouw? Deliverables? Voorzitter van de werkgroep Alain Delahaut (HEPL): “Met dit verslag menen we een sjabloon te hebben gemaakt dat de interactie tussen de betrokkenen initieert en stimuleert, telkens op het gepaste moment gedurende de hele levenscyclus van een gebouw. We hopen dat de lezer hierin inspiratie vindt voor de aanpak van een volgend project, waar dit zich ook bevindt in de cyclus van een gebouw.” (Door Tilly Baekelandt)
Het rapport FM&Architectuur is gratis te downloaden via de website: www.ifma.be/nl/rapporten/
37
38
REPORTAGE
Bouwkundig en technisch onderhoud zijn één en ondeelbaar
S
inds anderhalf jaar maken ook technieken volwaardig deel uit van de bedrijfsactiviteiten van Vanhout Facilities. ”De combinatie van expertise op het vlak van bouwkundig en technisch onderhoud van gebouwen maakt onze positie op de markt bijzonder”, aldus Jan Parmentier, Manager van dit bedrijf uit de Vanhout Groep.
Van Hout Facilities, opgericht in 2008, telt een 15-tal technici en 9 bedienden. De onderneming opereert niet enkel meer vanuit de thuisbasis Geel. Gezien de nationale spreiding van de projecten werd een tweede entiteit geopend in Brussel. “Nogal wat marktspelers focussen op technisch onderhoud. Voor ons is bouwkundig onderhoud (gevels, daken, …) even belangrijk, net zoals de mogelijke interactie tussen beide soorten onderhoud. Schimmel op de muren bijvoorbeeld is een bouwkundig probleem, maar vaak het gevolg van niet-performante ventilatie. Naast ons eigen studiebureau stabiliteit, Botec, en ons studiebureau duurzame technieken, Vadutec, hebben we alle technieken (schrijnwerk, metaalconstructie…) in eigen huis. Onze allround techniekers functioneren meestal als werfverantwoordelijke, en werken samen met partners die, onder hun supervisie, als onderaannemer optreden.”
vertrouwen. Er wordt meer en meer gevraagd onderhoudswerkzaamheden met eigen mensen uit te voeren tegen een vooraf afgesproken prijs. Tot onze klanten behoren onder meer retailketens, zorginstellingen en ambassades, maar ook kantoorgebouwen. De focus ligt op projecten waar een zekere empathie van onze medewerkers gevraagd wordt. In de zorgsector kan dat een psychiatrisch centrum zijn, waar omzichtig dient te worden te werk gegaan. En in ambassades is absolute discretie een must. Enkel op die manier kan een optimale service worden verzekerd.” Bij overheidsopdrachten is de Total Cost of Ownership een vast ingrediënt, zeker bij PPS-projecten. “Naast onze S&R-divisie die zich toespitst op het bouwen en exploiteren van zwembaden via PPS, zijn we ook via gemeenten vaak in dergelijke formules betrokken. Een voorbeeld is het Bethanie-huis in Zoersel dat gerenoveerd werd tot een gemeentehuis”, aldus Parmentier.
jaar maken ook technieken volwaardig deel uit van onze bedrijfsactiviteiten. We hebben nu ook koeltechnici, brandertechnici etc in dienst. Onze klanten kunnen beroep doen op onze 24/24 en 7/7 wachtdienst, bemand door eigen techniekers. We zetten sterk in op preventief technisch onderhoud tegen een vooraf vastgelegde prijs. Correctief onderhoud dient zoveel mogelijk te worden vermeden. We werken in bouwteam en denken op lange termijn mee met de klant die volwaardig deel uitmaakt van dit bouwteam”, besluit Parmentier. (Door Philip Declercq) www.vanhout.be
Van retail tot ambassades
“Onze projectaanpak hangt af van de opdracht die de klant ons toewijst. Dat kan enkel preventief onderhoud zijn, of enkel correctief onderhoud op afroep. Maar er zijn ook klanten die ons zowel preventief en correctief onderhoud als het provisioneren van vervangingsinvesteringen toe-
Sterk in preventief technisch onderhoud
Dat bouwkundig onderhoud tot voor kort zwaarder doorwoog dan het technisch onderhoud, heeft uiteraard te maken met het feit dat Vanhout Facilities uit een aannemersbedrijf ontstaan is. “Sinds anderhalf
Koeloplossing discreet geïntegreerd bij Bank van Breda, Antwerpen. Foto’s © Vanhout Facilities
PROOF PDF
De nieuwe werkplek. Duurzaam beheer en onderhoud van gebouwen. Slimme logistiek en mobiliteit. Evenwichtig en gezond
eten op het werk. Facilitaire dienstverlening die ĂŠcht het verschil maakt voor het bedrijf, zijn werknemers en zijn klanten.
Z-F Facilitty: de actualiteit, tendensen en best practices in facility management. Elke donderdag op Kanaal Z. In samenwerking met
Z-Facility, ook te bekijken op www.kanaalz.be
OB62527_Z-facility.indd 1
22/04/15 10:47
rm w eu latfo - en i N p ts uw ilitei w o b t u r) ou (ve r de ectb j o vo pro
u tility b uilding to mo r ro w
23-24 MAART 2016
K O R T RI J K X P O
Meer info: WWW.UTILITY2BUILD.BE
DE COENE PRODUCTS
GEA Happel Belgium
Reserveer vandaag nog uw standplaats: utility2build@kortrijkxpo.com
U2B_ADV_168x125_TECHCARE.indd 1
27/08/15 09:34
40
WETTEN & NORMEN
01
Een veilige branddetectie garanderen
D
e helft van de bedrijven getroffen door brand gaat binnen de twee jaar failliet. Dat is de conclusie van een onderzoek door Rabobank in Nederland. Het hoeft dus geen betoog hoe belangrijk branddetectie wel is. De huidige norm dateert echter uit 1986, het vervlogen tijdperk van videocassettes en walkmans. Sedert 2005 bereidt de spiegelcommissie E72 een aangepaste norm voor. Op een halve dag opleiding van IFMA duidde Christophe Pia van DEF alvast de belangrijkste veranderingen die er nog voor het einde van het jaar aankomen.
Element binnen brandbeveiliging
Het bewustzijn rond brandveiligheid is de laatste jaren enorm toegenomen. Branddetectie is slechts een element binnen dat geheel dat in drie pijlers opgesplitst kan worden: organisatie (preventie, interventie, communicatie), passieve beveiliging (bouwkundige materialen), actieve beveiliging (detectie, blussen). Een Facility Manager die een goed beleid wil neerzetten integreert steeds deze drie elementen. Ook de focus is zich aan het verleggen, weet Christophe Pia (Sales manager bij DEF, een internationale speler in de sector van brandbeveiligingssystemen). “Vroeger was de enige zorg het beschermen van het personeel. Vandaag is dat nog altijd de belangrijkste focus, maar wordt er ook gekeken om de aanwezige goederen, producten en het gebouw zelf te vrijwaren van schade. Een brand zal immers verstrekkende gevolgen hebben en kan de volledige bedrijfsvoering in het gedrang brengen. De oude norm uit 1986 hield daar nog niet voldoende rekening mee. Bovendien was hij bijzonder prescriptief, niet performance-based en uiteraard niet op de hoogte van de technologie die vandaag breed beschikbaar is, zoals
nieuwe controle- en signalisatiecentrales en speciale detectoren. Bedrijven hoeven niet te panikeren. Als ze al een systeem in voege hebben en daar heel bewust mee bezig zijn, moeten ze hoogstwaarschijnlijk niks veranderen. Maar het is een goede gelegenheid om iedereen weer wakker te schudden. Brandveiligheid is immers niet alleen het werk van specialisten, iedereen op de werkvloer moet er zich bewust van zijn.” Opgedeeld in twee delen
De norm NBN S21-100 zal dus nog voor het einde van het jaar vervangen worden. Dat gebeurt door twee nieuwe normen:
NBN/DTD S 21-100-1 en NBN/DTD S 21100-2. Pia: “De meest in het oog springende verandering is dat de norm voortaan in twee delen is opgesplitst. De eerste concentreert zich op technische oplossingen: hoe moet ik branddetectie integreren? De tweede gaat in op wie er de verantwoordelijkheid draagt. Vooral dit laatste is nieuw. Door ook de verantwoordelijkheid te onderzoeken is branddetectie een element in het groter geheel van een actief brandbeveiligingssysteem geworden en stijgt het belang van certificaten. Het nieuwe FISQ-certificaat kan Facility Managers iets vertellen over welke partner hij moet kiezen. Het is een onafhankelijk
“Brandveiligheid is niet alleen het werk van specialisten, iedereen op de werkvloer moet er zich bewust van zijn.” Christophe Pia (Sales manager DEF)
WETTEN & NORMEN
kwaliteitscertificaat voor bedrijven in de sector van de brandbeveiliging die de veiligheid en de kwaliteit van hun producten garanderen gedurende de volledige levensduur van de installatie. Daarnaast is sinds kort het FCB-certificaat (Fireforum Certified Building) in het leven geroepen. Deze toekenning betekent dat het gebouw 100% beveiligd is tegen brand inzake infrastructuur, technieken, organisatie en onderhoud. Facility Managers getuigen hiermee van een brede brandveiligheidsvisie die meer doet dan wat de wet voorschrijft. Zowel de overheid en de brandweer als de verzekeringsmaatschappijen zaten rond de tafel bij het opstellen van dit certificaat. Dit zal dan ook tot kortingen leiden op de tarieven.”
•Hoe moet ik de compartimentering en de risicozones plannen en indelen? Afhankelijk van de noden kan men dan opteren voor een bewakingsniveau. Dat kan variëren van totaal tot louter bewaking van de evacuatieroutes of de apparatuur tot helemaal geen bewaking (bijvoorbeeld niet geventileerde koelruimtes of sanitaire lokalen). Eenmaal de behoeftes in kaart gebracht, gaat men over tot het nemen van preventiemaatregelen om brand te voorkomen, om de veiligheid te verzekeren en de snelle evacuatie van alle aanwezige personen, om vlug en efficiënt de brand te beginnen bestrijden, om de schadelijke gevolgen te beperken en om de tussenkomst voor de hulpdiensten te vergemakkelijken.
Risicoanalyse zet de toon
“Controle en onderhoud zijn echt cruciaal om een doeltreffende beveiliging te hebben en te houden.”
Zoals aangegeven begint brandveiligheid dus bij de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes. Niet elke ruimte in een gebouw vraagt om dezelfde beveiliging. Om het bewakingsniveau te bepalen moet de Facility Manager zich drie vragen stellen: •Kan de brand zich binnen of buiten het lokaal verspreiden? •Wat zijn de consequenties van brand in deze ruimte (overlijden, letsel, verlies van eigendom en milieuschade)?
02
01. Het hart van de actieve brandbeveiliging is de CIE, een intelligente branddetectiecentrale. 02. Er moeten periodieke controles gebeuren om de goede werking van de installatie te waarborgen. 03. Het is belangrijk dat de stuurmodules bewaakt worden en fouten signaliseren. Een defecte detector zal immers geen brand kunnen verhinderen.
03
Proces toegepast op een installatie voor branddetectie en brandmeldsystemen Zowel NBN/DTD S 21-100-1 als NBN/ DTD S 21-100-2 volgen dezelfde processtructuur. U kan bij elke stap ook de verwijzing naar het artikel in de respectieve norm terugvinden voor gedetailleerdere informatie. Als u deze stappen doorloopt en samenwerkt met een betrouwbare partner verzekert u zich van een sluitend branddetectiesysteem. • Risicoanalyse en evaluatie van de behoeftes (artikel 5 en artikel 4.2) • Studie en ontwerp (artikel 6 en artikel 4.3) • Plaatsing (artikel 7 en artikel 4.3) • Inbedrijfsstelling (artikel 8 en artikel 4.3) • Initiële controle (artikel 9 en artikel 4.4) • Ingebruikname (artikel 10 en 4.5) • Uitbreiding? Wijziging? (artikel 12 en artikel 4.7) • Verificatie en onderhoud (artikel 13 en artikel 4.6) • Periodieke controle van de conformiteit (artikel 9 en artikel 4.4)
41
42
WETTEN & NORMEN
04
“Met een FCB-certificaat getuigen Facility Managers van een brede brandveiligheidsvisie die meer doet dan wat de wet voorschrijft.” Branddetectiesystemen onder de loep
Het hart van de actieve brandbeveiliging is de CIE, een intelligente branddetectiecentrale. Wanneer een detector rook, vlammen of een brandhaard in de gaten krijgt, zal deze een signaal doorsturen naar de CIE. Vanuit de CIE kan er dan een alarm worden gegenereerd om de nodige maatregelen te nemen. De mogelijkheden voor de configuratie van een dergelijk systeem zijn legio. Optische detectoren zijn de werkpaarden, maar volstaan niet in elke situatie. U kan zich het beste laten adviseren door gecertificeerde bedrijven met kennis van zaken. Belangrijk is om de CIE zelf, de kringen van de detectoren, de handbrandmelders, de sirenes en de stuurmodules te bewaken en fouten te signaliseren. Een defecte detector zal immers geen brand kunnen verhinderen. Om dezelfde reden is ook een periodiek onderhoud volgens de regels van de kunst een absolute must, weet ook Pia: “Controle en onderhoud zijn echt cruciaal om een doeltreffende beveiliging te hebben en te houden. De norm legt duidelijk de verantwoordelijkheid bij de beheerder,
05
in vele gevallen de Facility Manager of de bedrijfsleider. Er moeten dagelijkse, maandelijkse, driemaandelijkse en jaarlijkse verificaties gebeuren. Want wat heb je aan een perfect bewakingssysteem, als bij wijze van spreken de lege batterij niet vervangen wordt.”
04.Het is belangrijk om de evacuatieroutes te bewaken. 05. De risicoanalyse moet per ruimte de noden in kaart brengen. De oplossing wordt dan gekozen in functie van het gevraagde beveiligingsniveau.
Inhaalbeweging
saties zoals Agoria hun schouders onder zetten. Voor het eind van het jaar zal de federatie van de technologische industrie een white paper publiceren waarin ze haar visie rond brandveiligheid duidt en de wetgeving op verschillende niveaus integreert in een geheel. Het document wil een leidraad vormen in de aanpak van een doeltreffend brandveiligheidsbeleid”, besluit Pia. (Door Valérie Couplez)
“België scoort zeker niet slecht ten opzichte van de rest van Europa als het aankomt op brandveiligheid. Hoewel de regels dateren uit 1986, is er wel een wetgevend kader in voege en zijn bedrijven zich bewust van het belang ervan. Met deze aanpassing zetten we op vlak van normen een flinke inhaalbeweging in en zijn we helemaal up-to-date. Toch is bewustmaking van deze problematiek een werk van blijvende adem, waar ook beroepsorgani-
www.def-online.be
Agoria zet schouders onder brandveiligheid
Agoria, de federatie van de technologische industrie, heeft de voorbije maanden hard gewerkt om bedrijven te ondersteunen met het in de praktijk brengen van de nieuwe norm. Ze publiceerde daaromtrent een whitepaper die de ambitie heeft een leidraad te zijn voor een effectief brandveiligheidsbeleid. Wilt u meer weten? Dan kan u een kijkje nemen op de website, waar dit document is terug te vinden. www.agoria.be/nl/Whitepaper-brandveiligheid
WHITEPAPER BRANDVEILIGHEID Leidraad voor een effectief brandveiligheidsbeleid
Recycleer uw oude lampen: word inzamelpunt. Lampen recycleren heeft alleen maar voordelen. Het is goed voor het milieu, voor uw imago als duurzaam bedrijf én voor uw eigen comfort en gemoedsrust. Want Recupel regelt de registratie, ophaling, verwerking én recyclage. Zonder kosten voor u, en mét de garantie dat alles efficient en ecologisch verantwoord verloopt. Registreer vandaag nog op www.recupel.be/ophaalpuntlampen. Na registratie kiest u een ophaler, die u een lampendoos of -box levert. En vanaf dan: inzamelen!
0800 403 88 OPERATIONS
w Ook u n e ledn m la pe spaar
recupel.be
Nog vragen? Mail naar: logistics@recupel.be
REPORTAGE
©Jonas Mertens
44
01
Facility en IT: twee teams, één doel, één tool
G
roothandel in elektrotechnisch materiaal Cebeo benadert alles vanuit het perspectief van de klant. Wanneer het gaat om de dienstverlening bij de verkoopfilialen, maar ook intern. Het bedrijf kijkt constant hoe medewerkers beter ondersteund kunnen worden. De samenwerking tussen Facility en IT is hier een bijzonder voorbeeld van.
Cebeo is een groothandel in elektrotechnisch materiaal voor onder andere woningbouw en industrie. Het bedrijf is marktleider in België. “Het is voor de klanten misschien minder relevant dat we de grootste zijn”, vertelt Jo Vanackere, verantwoordelijke voor de interne en externe communicatie bij Cebeo. “Het is voor hen van belang dat we de beste zijn. Alles wat we doen, moet erop gericht zijn dat de klant er beter van wordt”. Deze strategie is merkbaar in alles wat het bedrijf doet, beaamt Wim Neirinck (ICT application development manager): ‘We willen onze klanten, de installateurs, steunen in hun werk als ondernemer. Zo is het voor hen soms moeilijk om tijdens de openingsuren langs te komen. Daarom beschikken onze filialen over een nachtsas waar klanten bestellingen kunnen afhalen, wanneer het hen uitkomt”. Centraler, complexer, efficiënter
Cebeo is de afgelopen jaren mede door overname sterk gegroeid. Inmiddels telt de organisatie 32 verkoopfilialen en ongeveer 700 medewerkers die werkzaam zijn binnen inkoop, logistiek, verkoop of
bij de ondersteunende diensten Finance, Marketing, HR, Facility of IT. “Tot drie jaar geleden zaten de inkoop en ondersteunende diensten verspreid over verschillende locaties”, vertelt Vanackere. “Dan zit je kilometers van elkaar en moet je samenwerken, dat is niet altijd even efficiënt’. In 2011 is daarom besloten om directie, inkoop en de ondersteunende diensten op één locatie onder te brengen.” Tegelijk met de centralisering is ook een modernisering van de filialen uitgerold. Vanackere: “Er zijn nieuwe filialen bijgekomen en oudere filialen opnieuw ingericht. Voor onze verkooppunten hebben wij onze slimme oplossingen voor woningen en gebouwen toegepast.” Facility moest met een klein team een groot aantal sites beheren en door de modernisering waren de gebouwen steeds complexer geworden. Neirinck: “Er was behoefte aan een meer gestructureerde aanpak, dus ging Facility op zoek naar een softwarepakket om de werkzaamheden te ondersteunen. Er werd daarnaast vanuit de ondersteunende diensten al langere tijd gekeken hoe de opvolging van meldingen en requests verbeterd kon worden.
IT was toevallig ook op zoek naar tooling om de communicatie te stroomlijnen tussen de diverse specialisten in het team.” Shared Service Management
De afdelingen zijn elkaar tegengekomen in de loop van het selectietraject. Neirinck: “Voor de eindgebruiker is het heel logisch om via één tool bediend te worden. We kwamen dan ook al snel tot de conclusie dat Facility en IT er belang bij zouden hebben om dezelfde software te gebruiken. Bovendien is er overlap qua werkzaamheden. Bijvoorbeeld bij het inrichten van een netwerk komen aspecten van zowel Facility als IT kijken. Facility maakt de fysieke installatie mogelijk, terwijl de infrastructuur beheerd wordt door de IT-afdeling”. Bij de toolselectie is vervolgens gezamenlijk gekeken naar de eisen en wensen van de afdelingen. Neirinck: “Het is echt een groot voordeel om reeds in een vroeg stadium de samenwerking op te zoeken. We hebben bij de eerste gesprekken gekeken hoe de beide afdelingen te werk gaan en afspraken gemaakt. We wilden bijvoorbeeld niet dat alle meldingen van Facility in het systeem zichtbaar zouden zijn voor IT, of andersom”. Facility als koploper
Als tooling werd voor TOPdesk gekozen en met de hulp van een consultant werd de inrichting besproken. Neirinck: “We hebben ons gericht op de gemeenschappelijke zaken, de raakvlakken tussen Facility en IT. Dus om te beginnen hebben we de gegevens van locaties en medewerkers geregistreerd, gegevens die voor beide afdelingen van belang zijn. Al met al zijn
REPORTAGE
de processen zeer gelijklopend, ik heb dan ook eigenlijk geen problemen gehoord bij het inrichten van de tool”. Uiteindelijk heeft Facility TOPdesk als eerste in gebruik genomen. Neirinck: ‘We zijn stapsgewijs begonnen. We wilden niet alles volledig inrichten en dan in één keer loslaten op de eindgebruikers. Nu kon iedereen wennen aan de werkwijze bij Facility en was het daarna makkelijker uitbreiden’. Eén tool De ondersteunende diensten zitten reeds drie jaar in het nieuwbouwkantoor langs de E17 en de meldingen voor Facility en IT worden in TOPdesk geregistreerd. Neirinck: “We werken veel gestructureerder. Bovendien kunnen we duidelijker laten zien waar wij aan werken. We rapporteren bijvoorbeeld eenvoudig over hoeveel meldingen we hebben opgelost.” En het scheiden van de meldingen van Facility en IT? “We zien vrijwel niks van elkaar. We kunnen ons werk doen zoals we gewoon zijn, maar het is een stuk eenvoudiger om meldingen aan elkaar door te geven: alle informatie staat nu beschreven in de melding.”
Ook de interne klant heeft voordeel van het gebruik van één tool, merkt Vanackere: “Vroeger wist de eindgebruiker niet zeker of zijn telefoontje werd opgevolgd. Nu is duidelijk dat de melding in een trajec is gegaan.” Neirinck vult aan: “Voor de eindgebruiker was het bovendien niet altijd evident bij welke afdeling of persoon hij terechtkon, nu hebben we het in TOPdesk zo geregeld dat vergissingen hieromtrent rechtgezet kunnen worden. Iedere mel-
02
ding kunnen wij eenvoudig herkwalificeren, zodat deze naar de juiste afdeling of persoon gaat.”
Onze eindgebruikers zullen een belangrijke rol spelen bij de evaluatie van het gebruik van de tool.” (Foto’s: met dank aan Cebeo)
Meldingen doen via een tool is soms wennen. Vanackere: “Er komen natuurlijk vragen als je een nieuwe tool introduceert, communicatie is dus erg belangrijk. Niet alleen de medewerkers van Facility en IT moeten weten wat er gebeurt en waarom, maar ook de eindgebruikers. Je kunt processen nog zo goed op orde hebben, maar als je eindgebruikers niet mee willen, zal je niet slagen. We stellen een handleiding ter beschikking, maar eindgebruikers mogen ook altijd bellen met vragen. We leggen ze uit hoe ze meldingen kunnen doen, zo vaak als nodig is.” Cebeo zit nog in de opstartfase, maar er zijn al veel ideeën voor de toekomst. Neirinck: “Er komen reeds vragen vanuit andere ondersteunende diensten die eventueel ook in dezelfde tool willen werken. We hebben al een afspraak ingepland met HR om het erover te hebben, maar willen eerst de basis afronden voor we verder kijken. We houden vast aan de stapsgewijze aanpak”.
www.topdesk.be www.cebeo.be
Naast het uitbreiden naar andere afdelingen, ziet Vanackere nog andere kansen: “We kijken altijd hoe we onze klanten nog beter kunnen helpen, dat zit in ons DNA. Ik denk dat het voor iedere organisatie van belang is om de noden van gebruikers in kaart te brengen bij het inrichten van een tool. Niet alleen van de betrokken afdelingen, maar ook van de interne klanten.
Vijf tips van Cebeo voor de implementatie van een FMIS-tool • Zoek in een vroeg stadium de samenwerking op met andere ondersteunende diensten. • Focus op de raakvlakken en gezamenlijke aspecten van de dienstverlening. • Breng de noden van uw gebruikers in kaart en neem deze mee bij de inrichting. • Maak de drempel om de tool te gebruiken zo laag mogelijk. • Doe niet alles in één keer, maar pak het stapsgewijs op.
01. Jo Vanackere (Interne en externe communicatie Cebeo) en Wim Neirinck (ICT application development Manager): “We hebben bij de eerste gesprekken gekeken hoe de beide afdelingen te werk gaan en afspraken gemaakt. We wilden bijvoorbeeld niet dat alle meldingen van Facility in het systeem zichtbaar zouden zijn voor IT, of andersom.” 02. De ondersteunende diensten zitten reeds drie jaar in het nieuwbouwkantoor langs de E17 en de meldingen voor Facility en IT worden in TOPdesk geregistreerd.
45
46
OPLEIDING
Wanted: talent Door innovatieve oplossingen het juiste talent aan boord krijgen
T
alent wordt, voor zoverre het dat al niet is, de nieuwe schaarse grondstof noodzakelijk voor de groei van de bedrijven. De sterkte krachten liggen niet voor het rapen. Aan slapend talent daarentegen geen tekort. De aantrekkingskracht van het bedrijf hangt nauw samen met zijn aantrekkelijkheid. Kandidaten zijn kieskeurig. Aan de werkgevers om ervoor te zorgen dat hun bedrijf ‘a great place to work’ wordt, een voedingsbodem voor duurzame tewerkstelling. Experts ter zake schetsten uitdagingen en mogelijke oplossingen tijdens een IFMA-event dat plaatsvond op de Vlerick Business School campus Leuven.
Enquête/Trends
ManpowerGroup stelde voor de tiende editie van zijn jaarlijkse enquête naar het tekort aan talent aan bijna 42.000 werkgevers in 42 landen en gebieden (waarvan 750 in België) de vraag waarom ze hun vacatures moeilijk ingevuld krijgen. Hieruit blijkt dat 24% van de Belgische werkgevers zijn vacatures moeilijk ingevuld krijgt in 2015. (Top 10 knelpuntberoepen: zie kaderstuk) Het tekort aan talent neemt toe in de drie gewesten van het land: Vlaanderen (26%), Brussel (26%), Wallonië (18%). Op wereldschaal bereikt het tekort de hoogste score sinds zeven jaar (38%). De vijf hoofdoorzaken die het moeilijk maken om talent te vinden, zijn: het tekort aan technische competenties/ hard skills (51%), gebrek aan beschikbare kandidaten/geen kandidaten (35%), gebrek aan ervaring (27%), persoonlijkheid/ inzetbaarheid/soft skills (17%), onvoldoende aantrekkelijke lonen (10%). Man-
powerGroup Solutions ziet vier trends: “De juiste mensen met de juiste skills zijn op dit moment moeilijk te vinden. Ze zijn op de arbeidsmarkt aanwezig, maar beschikken niet over de juiste skills. Het individu heeft voorts meer en meer macht doordat het toegang heeft tot wat het bedrijf te bieden heeft. De klanten hebben dan weer keuze te over, alles is toegankelijk. Een vierde trend is de technologische revolutie: hoe kan die ons helpen in ons huidig leven? Ik denk aan 3D-printing. Wie zegt dat transportbedrijven nog nodig zullen zijn? Als de wereld verandert, zullen we met zijn allen iets anders moeten doen?” Wat kunnen werkgevers doen?
De enquête duidt ook op het feit dat werkgevers te weinig doen om het tekort aan talent aan te pakken. 1 werkgever op 3 heeft geen strategie. Minder dan 1 op 10 heeft een actieplan om onderbenutte profielen op de arbeidsmarkt te rekruteren
Cindy Vanwelckenhuijzen (Business Unit Manager RPO/MSP): “Op zes maanden tijd werden 21.000 cv’s behandeld en vonden we 600 mensen voor de nieuwe vestigingen van Ikea in Mons en Hasselt.”
Ann Coene (Opleidingshoofd Facilitair Management Odisee): “We zien vaak dat bedrijven op het verkeerd niveau proberen aan te werven. Men wil een Bachelor, maar vraagt Mastercompetenties.”
(onervaren jongeren, oudere werknemers, personen met een handicap). Slechts 1 op 5 biedt extra opleiding aan zijn huidige werknemers. Slechts 3% is bereid om zijn selectiecriteria bij te stellen om zo kandidaten te rekruteren op basis van hun potentieel (‘Teachable Fit’). Slechts 4% rekruteert talent buiten de landsgrenzen. ManpowerGroup Solutions: “Werkgevers zullen nieuwe HR-praktijken moeten invoeren om op een andere manier naar talenten te zoeken. Ik denk aan het gebruik van social media, herdefiniëren van de
OPLEIDING
“Zorg ervoor dat uw bedrijf ‘a great place to work’ wordt voor talent op zoek naar een job.” selectiecriteria enzoverder. Mensen met veel kennis moeten opnieuw in de markt betrokken worden. Er dient gerekruteerd te worden uit onderbenutte bronnen van talent. In plaats van te zoeken naar het schaap met vijf poten, zullen we een moeten zoeken met drie en de twee andere aankweken. Daarenboven moet een leercultuur gestimuleerd worden om werknemers aan te moedigen hun loopbaan in eigen handen te nemen. Maar ook het werkgeversimago moet gepromoot worden. Zorg ervoor dat uw bedrijf ‘a great placet to work’ wordt voor talent op zoek naar een job.” Business case Ikea
ManpowerGroup werd eind 2014 door Ikea aangesproken met betrekking tot de twee nieuwe vestigingen (Hasselt, Mons) die zullen worden geopend in 2016. Op zes maanden tijd had men 600 mensen nodig. Cindy Vanwelckenhuijzen (Business Unit Manager RPO/MSP): “Ikea was op zoek naar een sterke partner die rap beslissingen kon nemen inzake rekrutering. Daar we zeer veel cv’s ontvingen, was onze bekommernis vooral om de mensen op een snelle en efficiënte manier te woord te staan. Dit kan immers een impact hebben op het merk en de uitstraling. Een ander aandachtspunt was de uniforme aanpak. Men wou een team dat praatte in naam van Ikea, in het verlengde van hun HR-team. Een twintigtal van onze medewerkers werden vervolgens klaargestoomd om deel uit te maken van het HR-team van Ikea. De afspraak was dat men enkel diende te betalen op basis van gerealiseerde activiteiten. We organiseerden een talent mapping oefening van zodra we dachten bepaalde mensen tekort te hebben. Het resultaat was een hoog slaagpercentage. We zijn in januari 2015 begonnen en hebben in augustus afgerond. 56% van de kandidaten die voor een eerste gesprek werden aangesproken, werden uiteindelijk aangeworven. We vonden 600 mensen, het up- en downscalen is gelukt. Uiteindelijk behandelden
we alle 21.000 cv’s. Elke kandidaat moest met een positief gevoel vertrekken, want uiteindelijk zijn zij ook potentiële klanten. Ikea beschikt nu tevens over een reservepool van kandidaten.” Uitdagingen voor de FM-wereld
Uit het panelgesprek met Ann Coene (Opleidingshoofd Facilitair Management Odisee), Cliff Mostien (Coördinator Posthogeschoolopleiding FM – Odisee), Peter Coenen (Directeur Vlaamse Jongeren Ondernemingen) en moderator Luc Engels bleek dat er binnen het kader van levenslang leren en de snelle verandering waaraan de sector onderhevig is een nauwe samenwerking met het werkveld nodig is. Ann Coene: “Jaarlijks studeren een vijftigtal mensen af in de unieke bacheloropleiding Facilitair Management (Odisee). Vroeger hield men vast aan het standaard traject van drie jaar, nu combineert men vaker werken en studeren. Studenten stippelen zelf hun traject uit. Daar waar in Nederland de focus op de managementvaardigheden ligt, en in Duitsland op het technisch aspect, focussen wij op het multidisciplinair en intermediair aspect. Teachable fit is hierbij een zeer belangrijk gegeven. We zien echter vaak dat bedrijven op het verkeerd niveau proberen aan te werven. Men wil een Bachelor, maar vraagt mastercompetenties. Een belangrijke vraag is: Welk niveau wil ik binnentrekken en hoeveel wil ik ervoor betalen?” Peter Coenen wees op de rol van de overheid en het bedrijfsleven: “Wat kan binnen het leerplan? Maar ook: welke rol kan het bedrijfsleven spelen? Ik denk aan het initiatief ‘Ondernemers voor de klas’.” Cliff Mostien benadrukte dat het belangrijk is
Cliff Mostien (Coördinator Posthogeschoolopleiding FM – Odisee): “Het is belangrijk dat ondernemers in het laatste jaar van het secundair onderwijs lezingen geven. Men komt nu al te vaak in een later stadium in de opleiding terecht.”
Peter Coenen (Directeur Vlaamse Jongeren Ondernemingen): “Bedrijfsleven, kom naar de scholen.”
dat ondernemers in het laatste jaar van het secundair onderwijs lezingen geven: “Men komt nu al te vaak in een later stadium in de opleiding terecht. De functie van Facility Manager is zeer veelzijdig. Wij leiden generalisten op. Het is belangrijk dat de ondernemerswereld die mensen verder opleidt tot specialisten. Een bepaald profiel evolueert na een aantal jaren en het is binnen het onderwijs een grote uitdaging om snel in te pikken op de trends. ” (Door Tilly Baekelandt)
Top 10 knelpuntberoepen in België 1 - Geschoolde arbeiders* (status quo vs 2014) 2 – Commerciële profielen (stijging vs 2014) 3 – Technici (daling vs 2014) 4 – Boekhouders & Financiën (stijging vs 2014) 5 – Chauffeurs (stijging vs 2014) 6 – IT-profielen (stijging vs 2014) 7 – Secretarissen en Administratie (daling vs 2014) 8 – Ingenieurs (daling vs 2014) 9 – Projectmanagers (nieuw) 10 – Ongeschoolde arbeiders (daling vs 2014)
*De geschoolde arbeiders voeren voor het vierde jaar op rij de ranglijst van knelpuntberoepen aan.
47
48
YOUNG IFMA
“You never get a second chance to make a first impression” Een column schrijven over het dagelijkse leven van een Yipper. Dat leek op het eerste zicht een gemakkelijke opgave, je weet namelijk toch waar je iedere dag mee bezig bent. Maar het bleek algauw geen sinecure te zijn om, na de eerste column van onze voorzitter Niki, een kwalitatieve column uit de pen te schudden. Als beginnend werknemer, pasafgestudeerde student, is het niet altijd evident om je positie binnen een organisatie te vinden. Het kan plots zeer snel gaan. Een zomerreis met vrienden omdat je met trots dat diploma hebt binnengehaald. Een eerste sollicitatie met de bijhorende klamme handjes en de rollercoaster aan emoties die daarmee gepaard gaan. Een eerste werkdag met veel nieuwe gezichten die allemaal jouw naam kennen maar waar jij hoogstens de persoon die je voorstelt en rondleidt kent. Een eerste IFMA-event waarbij je niemand kent of met wat geluk een lotgenoot treft die er ook alleen is. Op heel korte termijn wordt het verschil tussen het studentenleven en het werkleven angstaanjagend duidelijk. Sinds 17 september 2014 werk ik voor Scan & CTRL Brussels als Operations Manager. Mijn dagelijkse activiteit bestaat erin om “the operations side” van onze kernactiviteit te waarborgen. Tijdens de opleiding FM krijg je vaak te horen dat een FM’er van alle markten thuis moet zijn. Dit kon ik direct aan de lijve ondervinden. Als Operations Manager sta ik in voor de planning, coördinatie, rapportage en opvolging van al onze metingen. Ik kom door het vele projectmatig werk in contact met erg verschillende organisaties en dus ook diverse mensen. Inhoudelijk ben ik dagelijks bezig met Facility Management. Communicatie is in mijn functie zeer belangrijk. Op maandagochtend kan ik bij een Facility Manager aan tafel zitten om een rapport te bespreken en het uur daarna zit ik aan tafel met vier studenten die een meting zullen uitvoeren. Dat laatste gesprek moet op een heel andere manier worden aangepakt. Anderzijds ben ik dagelijks bezig met kantoorbeheer. Daar sluit mijn bacherlorproef “Rol van bezettingsgraadmeting bij implementatie van HNW” dan weer mooi bij aan. Sinds januari 2015 zit ik ook in het bestuur van Young IFMA. Mijn verantwoordelijkheden liggen vooral op het vlak van organisatie van evenementen en communicatie. Toegegeven, ik was als student niet erg geïnteresseerd in Young IFMA. Maar had ik toen geweten welke meerwaarde Young IFMA kan bieden, dan zou ik mij zonder twijfel in het derde jaar aangesloten hebben. Er zijn heel veel leden die een grote meerwaarde kunnen vormen voor FM-studenten. Het uitbouwen van een FM-netwerk in België is immers heel belangrijk. Met zo’n netwerk kan een zoektocht naar werk als student toch vlotter verlopen. De kennisuitwisseling die daarmee gepaard gaat, is van onschatbare waarde. Ook tijdens de workshops van Young IFMA, worden topics besproken waarmee je vroeg of laat in het werkveld in aanraking zal komen. Sinds mijn eerste werkervaring zijn een heleboel zaken veranderd. De eerste maanden vormden vooral een constante zoektocht naar de “ideale work –life balance”. Eens deze drempel overwonnen is, wordt het werkleven een stuk eenvoudiger tot de volgende stap in het leven. Om te eindigen, zou ik graag een oude leuze gebruiken die nog steeds brandend actueel is: “You never get a second chance to make a first impression”. Een eerste goede indruk maken is vaak veel belangrijker dan je zou denken. Wat ik vooral als advies kan geven aan iedere beginnende werknemer is dat een vriendelijke hallo en de bijhorende glimlach geen geld kosten. En vooral: blijf jezelf! Simon Vandevoorde Operations Manager Scan & CTRL
FOTOREPORTAGE
Facility Nights 2015 Het prachtige kader van de Bozar vormde op 1 december het decor voor de 30ste editie van de Facility Nights. De catering werd verzorgd door Belgocatering onder leiding van Peter Goossens.
49
50
EINDEJAARSVRAGEN
2015-2016: terug- en vooruitblik Acht experts binnen het vakgebied blikken terug op 2015 en stippen uitdagingen aan voor 2016
Yves Bertholomé (Head of Infrastructure & Facility Management Proximus) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
Ons doen evolueren naar een meer geïntegreerde omgeving, vooral wat betreft het beheer van de verschillende activiteiten. Dit via aangepaste en vereenvoudigde processen en tools. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
Het beheer van de interne middelen in functie van het te realiseren werkvolume, en het voortdurend zorgen voor de hoogste toegevoegde waarde bij elke gerealiseerde ingreep. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Het definiëren van operationele doelstellingen met een visie op 3 jaar. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
De rol van de Facility Manager omvormen door meer aandacht te geven aan interne klanten en door het bedenken van nieuwe tools en nieuwe benaderingen die meer aansluiten bij de moderne noden (meer flexibiliteit, apps en tablets…). Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Anticipeer en verander uw manier van aanpak: uw interne klanten zullen het in ieder geval doen. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
Afstemming en vereenvoudiging van de interne procedures binnen de afdeling, voor het beheer van zowel preventief als curatief onderhoud.
“Anticipeer en verander uw manier van aanpak: uw interne klanten zullen het in ieder geval doen.”
Stijn Van den Acker (Coördinator Facilitair Beheer | AG Stadsontwikkeling Leuven) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
In 2015 kende België een groot deel van de tijd een verhoogd alarmniveau. Deze situatie zorgde dat er op korte termijn bijkomende veiligheidsmaatregelen moesten genomen worden. Binnen de stad Leuven werd er niet alleen gekozen voor maatregelen op korte termijn, maar ook maatregelen die de veiligheid van personen en middelen op langere termijn omhoog moesten halen. Zo werden er op korte tijd verschillende maatregelen geïntroduceerd, waarvan sommige toch een mentaliteitswijziging of andere manier van werken vroegen. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
De stad Leuven heeft zich als strategische doelstelling gesteld tegen 2030 een klimaatneutrale stad te zijn. Zo worden er verschillende projecten opgestart die zich zowel zullen afspelen op het vlak van de technische zaken van de gebouwen, als verduurzaming van de diensten en sensibilisatie van de werknemers. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Steeds meer organisaties zetten in op duurzaamheid. Deze doelstelling sijpelde ook door in de dagelijkse werking van de facilitaire diensten. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
Waar de FM’er nu nog te vaak pas op het toneel verschijnt als de strategische beslissingen al zijn genomen, zal zijn advies in de toekomst steeds meer worden meegenomen om deze strategische beslissingen te nemen. Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Blijf steeds kritisch denken over je eigen dienstverlening. Door je eigen diensten/resultaten in vraag te durven stellen zie je nieuwe opportuniteiten. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
Binnen de FOD Mobiliteit heeft men, met het invoeren van het anders werken, dit jaar laten zien dat het realiseren van aanzienlijke financiële besparing niet automatisch een reductie van kwaliteit teweeg moet brengen. Integendeel, door een goed change management heeft het project er zelfs voor gezorgd dat de tevredenheid van de werknemers stijgt en deze echte “brand ambassadors” van het nieuwe werken zijn geworden.
“Blijf steeds kritisch denken over je eigen dienstverlening. Door je eigen diensten/ resultaten in vraag te durven stellen zie je nieuwe opportuniteiten.”
EINDEJAARSVRAGEN
Nicole Tsiebos (Adviseur Diensthoofd DIBISS / ORPSS, Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
2015 was een nogal hectische periode. Binnen DIBISS hadden we net de oplevering van de werken na de fusie van twee openbare diensten per 1 januari 2015 achter de rug, toen we alweer een groter project op facilitair vlak dienden voor te bereiden door de integratie van DIBISS binnen de RSZ, FAMIFED en de RVP. De dienst Facility speelt een actieve rol in de herinrichting van de gebouwen van de RSZ. Die heeft namelijk de gelegenheid van de fusie aangegrepen om een dossier dat ze al lang in het hoofd hadden, te realiseren. Het gaat om de introductie van NWOW op een totale oppervlakte van 21.000 m², met als centrale idee het concept van de flexdesk. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
In het kader van mijn werk gebruik ik de term ‘verzuchting’ liever niet. Met de toekomstige verhuizingen en het implementeren van NWOW, denk ik dat veranderingsmanagement een centrale rol zal spelen. Het succes van de voor 2016 geplande digitalisering (archieven, actieve dossiers, instroom), zal een kritische succesfactor zijn voor de implementatie van NWOW. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
Er bestaat nog altijd een kloof tussen de strategische doelstellingen en de facilitaire wereld. Heel weinig Facility Managers zitten in de besluitvormingsorganen (Raad van bestuur, enz.). Rekening houdend met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties denk ik dat energie-efficiëntie, energieprestaties van gebouwen, duurzame inkoop en milieuvriendelijke praktijken de rode draad moeten vormen. De functie van Facility Manager zou in die richting een meerwaarde moeten kunnen bieden. Behalve bij aanbieders van meerdere diensten of technieken blijven de uitbestedingen voor de FM-professionals de grootste uitdaging. Hoewel ze vaak voorgesteld worden als mirakeloplossing is er de grote complexiteit van het beheer van de contracten. Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Doe aan networking om best practices uit te wisselen en aan benchmarking te doen.
“Er bestaat nog altijd een kloof tussen de strategische doelstellingen en de facilitaire wereld. Heel weinig Facility Managers zitten in de besluitvormingsorganen (Raad van bestuur, enz.).” Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
Als federaal agentschap, zeker de FOD Mobiliteit en Vervoer die het Facility Management Project of de Year 2015 in de wacht sleepte! Ik wil hierbij mijn collega’s nog eens feliciteren. We hebben trouwens van hun ervaringen kunnen profiteren voor het op stapel staande project van de RSZ.
Hederik Tijs (Facility Manager BASF Antwerpen N.V.) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
De omschakeling van een verouderde gesubsidieerde kantine naar een vernieuwende commerciële uitbating. Zowel infrastructureel, organisatorisch als juridisch/aankooptechnisch een enorme uitdaging. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
Het uitrollen van een geïntegreerde aanpak voor soft & hard services, zowel op tactisch, operationeel als softwarematig vlak. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Algemeen: de trend naar geïndividualiseerde oplossingen en de toegenomen focus op ervaringsbeleving. Traditionele businessmodellen dienen plaats te maken voor vernieuwende concepten die klanten en gebruikers toelaten meer eigen keuzes te maken. Bezit moet ook steeds vaker plaats ruimen voor beleving, waar initiatieven in het kader van de deeleconomie zoals Airbnb, 9flats en Uber graag op inspelen. Binnen FM: de geleidelijke verschuiving van inspannings- naar resultaatsverbintenissen. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
De Facility Manager zal minder tijd besteden aan het blussen van operationele brandjes, maar meer handelen als een ondernemer binnen de eigen onderneming. Hierbij zal hij moeten trachten op een innovatieve manier de beschikbare middelen in te zetten op die zaken die echt waarde toevoegen aan de interne klanten. Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Neem contact op met collega Facility Managers vooraleer het wiel opnieuw uit te vinden. Nog te vaak wordt er uitsluitend gezocht naar oplossingen binnen de eigen bedrijfsgrenzen. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
De commerciële cateringuitbating bij BASF Antwerpen is ongezien binnen de industriële omgeving waarin we opereren.
“Neem contact op met collega Facility Managers vooraleer het wiel opnieuw uit te vinden. Nog te vaak wordt er uitsluitend gezocht naar oplossingen binnen de eigen bedrijfsgrenzen.”
51
52
EINDEJAARSVRAGEN
Véronique Laureys (Bestuursdirecteur Algemene Zaken Senaat) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
Voor mij was de grootste uitdaging om een groene en ware duurzame manier van denken te krijgen bij de hele organisatie over alle beleidsorganen heen. Aan de andere kant merk ik wel dat de term duurzaam al wat aan inflatie onderhevig is en wil ik vanuit mijn overtuiging proberen om het begrip telkens te laden met zichtbare en overtuigende concrete acties en resultaten. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
In de lijn met het duurzaam beleid zal er zo ecologisch en dus economisch mogelijk moeten worden omgesprongen met het verbruik van energie. Tevens zullen er naar digitalisering toe nog meer initiatieven moeten worden genomen. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Elke organisatie, elke mens heeft op een of andere manier te maken met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vanuit het politieke kader is iedereen daar vanuit zijn overtuiging mee bezig. In onze job als facilitair beheerder zien we dat voornamelijk uitgewerkt in duurzaamheid in al zijn vormen. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
Facility Management blijft een ondersteunende functie maar draagt ook bij op veel strategische domeinen van een organisatie zoals HR, IT, Financiën, Wetgeving enz. Daarom zal de FM’er erg betrokken zijn bij het strategische beslissingsproces. Zo zal de FM’er een slagvaardig strategisch en organisatorisch beleid kunnen uitbouwen.
“Verander geleidelijk en vergeet de mens niet in het hele proces! Hij zal het uiteindelijk moeten doen.”
Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Beschouw doelgerichte verandering als een opportuniteit, te meer daar verandering een natuurwet is. Verander anderzijds geleidelijk en vergeet de mens niet in het hele proces! Hij zal het uiteindelijk moeten doen. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
Het in de praktijk omzetten van een degelijk en duurzaam bedrijventerreinmanagement (lees Facility Management) in Wommelgem en Ranst (BEWORA). Door het samenbrengen van enkele gedreven bedrijfsleiders en ondernemers, een professioneel management, de overheid en de 186 leden/bedrijven hebben zij een rendabel en goedwerkende bedrijvenvereniging tot een hoger niveau gebracht.
Frank Geets (Vlaamse Overheid, agentschap voor Facilitair Management, Administrateur Generaal) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
Binnen onze besparingsopdracht toch nog onze dienstenportfolio kwalitatief en kwantitatief verbeteren. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
Dat er nog bijkomende besparingen op til zijn die het ons zeer moeilijk maken, maar dit is dan weer een uitdaging. More with less.... Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Het doorbreken van het circulair gedachtengoed, iedereen begint te beseffen dat het zo niet verder kan. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
We automatiseren verder, wat ons tijd moet geven om nog beter te communiceren en te luisteren naar onze klanten. onze enige reden van bestaan als functie is de tevredenheid van onze klanten en stakeholders. Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Als onze klanten, onze collega’s, niet in het middelpunt van ons denken staan, zijn we niet goed bezig. Klantgerichtheid moet onze focus zijn. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
Even naar onszelf kijken: in 2017 zullen we 2.600 ambtenaren huisvesten in het grootste passief kantoorgebouw van België, en hopen dat dit een trend zet naar andere organisaties.
“De belangrijkste evolutie van 2015 was voor mij het doorbreken van het circulair gedachtengoed. Iedereen begint te beseffen dat het zo niet verder kan.”
EINDEJAARSVRAGEN
Dominique Verlooy (ISS Facility Services, Building & Facility Manager Belux) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
Het verder reduceren van het aantal gebouwen in beheer en budgetcontrole. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
De verhuis van onze hoofdzetel tegen 1 oktober 2016. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
De mate waarin elk deel van de organisatie betrokken wordt in de voorbereidingen voor de verhuis van de hoofdzetel. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
Vooral meer preventief in plaats van vaak reactief.
Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Volharding, interne klant meer servicen.
“Ik zie de functie van Facility Manager evolueren naar meer preventief in plaats van vaak reactief.”
Guy Vanhoorde (Departementshoofd Facility Management Stad&OCMW Gent) Wat was uw grootste facilitaire uitdaging in 2015?
De voorbije periode kwamen heel wat organisaties/bedrijven onder financiële druk te staan. Er werd ook gekeken naar FM om de dienstverlening te optimaliseren en efficiëntiewinsten te realiseren binnen niet-geringe facilitaire budgetten. Wat is uw grootste facilitaire verzuchting voor 2016?
Heel wat facilitaire collega’s kwamen in een ‘saneringsmodus’ terecht. Op zich geen probleem, ware het niet dat we hierdoor al te vaak de link met het beleid van onze organisatie dreigen te verliezen. Ik moet immers vaststellen dat de meest economisch-efficiënte oplossing niet altijd overeenkomt met de vanuit het beleid gewenste resultaten. Gelukkig gebeurt dit soms wel, maar laten we dan al te zeer na om deze resultaten duidelijk in kaart te brengen en te communiceren. Voor 2016 verlang ik een duidelijker kader dat het debat omtrent verduurzaming efficiënter kan ondersteunen en dus de resultaten beter afstemt op de verwachtingen bij beleid, collega-klanten en eindgebruikers. Wat was de belangrijkste evolutie in 2015?
Moeilijk vast te pinnen op één jaar, maar ik verwijs hiervoor naar het EFMC 2015 onder het motto van de 3 P’s. Neen, deze keer zijn het niet de ‘sustainable P’s’ (People-Planet-Profit), maar wat vandaag FM drijft: People, Performance, Partnership. Vooral de middelste is een te volgen evolutie. Door de verdere professionalisering van FM wordt meer en meer aandacht geschonken aan de ‘operationele excellentie’. Facilitaire bedrijven zijn meer en meer in staat om op een gestandaardiseerde, geobjectiveerde manier hun output in kaart te brengen en -bij uitbreiding- te benchmarken. Hoe ziet u de functie van FM evolueren in 2016?
FM zal zich meer en meer focussen op de eigenlijke behoeften bij de collega-klanten en eerder dan zelf integrale oplossingen te ontwikkelen op zoek gaan naar beschikbare oplossingen in de omgeving. Welke tip(s) hebt u voor uw collega’s/FM’ers?
Persoonlijk hecht ik veel belang aan de luistervaardigheid van de Facility Manager. Hij/ zij moet in staat zijn goed te begrijpen waar zijn opdrachtgever naartoe wil op langere termijn en dit kunnen vertalen in facilitaire strategieën en policies, moet de behoeften bij haar/zijn collega-klanten goed kunnen analyseren en (laten) omzetten in facilitaire programma’s, en, last but not least, moet de performantie van de dienstverleners – zij het intern of extern – goed kunnen inschatten, zodat iedereen start vanuit een realistische planning. Naar welke in 2015 gerealiseerde best practice kijkt u op?
De winnaar van de Facility Award 2015 uiteraard, de FOD Mobiliteit en Vervoer. Voor wie zich nog afvraagt waarom, raad ik aan het interview/hun case in FM-Magazine 1 nog eens door te nemen.
“Door de verdere professionalisering van FM wordt meer en meer aandacht geschonken aan de ‘operationele excellentie’.”
53
TRENDS
IFMA stelt voor Eerste FM-Trendrapport België
FM-Trendrapport België 2015
H
et eindejaarevent van IFMA kreeg een extra feestelijk tintje met de voorstelling van het FM-Trendrapport België 2015. Bij deze ziet voorzitter Jean Morren nog één van zijn dromen die hij bij het opnemen van zijn mandaat voor ogen had, verwezenlijkt: “Eén ervan was een eigen FM-Magazine, waarvan ondertussen de vierde editie verschenen is. De tweede doelstelling was het samenstellen van een periode publicatie van trends, feiten en cijfers over de facilitaire markt in België.”
Het rapport geeft een globaal beeld van de Belgische Facility Management markt. Het onderzoek werd uitgevoerd door het adviesbureau PROCOS Group, in opdracht van IFMA Belgian Chapter, de Belgische beroepsfederatie voor Facility Managers. Met het onderzoek wil men zicht krijgen op het marktvolume van Facility Management en de trends en evoluties detecteren. Op basis hiervan kan IFMA haar aanbod beter afstemmen op de noden binnen de sector. Kwantitatieve en kwalitatieve analyse
Het onderzoek is gevoerd op basis van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Via desk research en gesprekken met de grootste facilitaire aanbieders werden omzetcijfers verzameld en verduidelijkt. Een online enquête bevroeg Facility Managers, facilitaire aanbieders, consultants en onderwijsmensen. Aan de hand van meerkeuzevragen gaven zij hun visie op de huidige markt en inschattingen en verwachtingen voor 2018. Tijdens rondetafelgesprekken toetste het onderzoeksteam de resultaten van de enquête bij FM-professionals uit verschillende sectoren. Respondenten
De respondenten bestaan voor 70% uit Facility Managers waarvan 60% in een organisatie met meer dan 1.000 medewerkers werkt. Slechts 8% van de respondenten werkt in een organisatie met minder
Cijfers, trends en ontwikkelingen van de Belgische Facility Management markt
IFMA-leden krijgen een gratis exemplaar. Niet-leden en geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Mieke Loncke (Directeur IFMA, gegevens via site). Foto: PROCOS Group, Toon Grobet
54
IFMA • FM-Trendrapport België 2015
IFMA_Rapport.indd 1
dan 100 medewerkers. Dit houdt in dat we met de resultaten voornamelijk een beeld krijgen van het Facility Management in de grote organisaties. Dit is niet onlogisch aangezien het Facility Management vooral daar goed ontwikkeld is. Inhoud
Het rapport gaat onder meer uitgebreid in op de verantwoording van het onderzoek, de onderzoeksmethode, samenstelling van de respondenten, de Facility Management markt in cijfers, het nieuwe werken, Total Facility Management, de invloed van nieuwe technologieën op FM, de professionalisering van de FM-markt en de vergelijking met Nederland. Boeiende columns van diverse schrijvers plaatsen de resultaten soms in een anders perspectief.
23/11/15 13:28
Tweejaarlijkse actualisatie
De eerste uitgave telt 148 pagina’s. IFMA heeft de intentie om elke twee jaar een nieuwe, geactualiseerde editie te publiceren. Jean Morren: “In dit rapport moet iedereen, van FM-professional tot FM-leverancier, en ja zelfs de politieke wereld, de nodige input vinden om zich een beeld te vormen van wat de groeiende en boeiende sector van Facility Management in België omvat. Met dit onderzoek wenst IFMA zich verder te profileren als dé partner voor iedere FM-professional en verder te bouwen aan haar positie als de “place to be” voor iedereen die meer te weten wil komen over FM en zich verder wil professionaliseren.” www.ifma.be
EVENT
Nieuw vakevent UTILITY2BUILD focust op utiliteits- en projectbouw
D
e organisatoren van het gekende en succesvolle ARCHITECT@WORK lanceren op 23 en 24 maart 2016 in Kortrijk XPO een gloednieuw, tweejaarlijks vakevent voor de utiliteits- en projectbouw: UTILITY2BUILD. Exhibition Manager Peter Vanbrackel lichtte het concept toe tijdens een exclusieve preview op 18 september jongstleden: “Met dit (ver)bouwplatform willen we een antwoord bieden op de vraag van de markt naar een professioneel contactplatform met enerzijds exclusieve focus op materialen & technieken en anderzijds ruime mogelijkheden tot netwerken en kennisoverdracht.”
De setting van de innovatieve beurslay-out werd midden september in avant-première neergezet in Kortrijk Xpo. Potentiële standhouders konden er netwerken met collega’s uit de branche en in een ongedwongen sfeer kennismaken met het beursconcept en de beursorganisatie. Geïnspireerd op ARCHITECT@ WORK wordt de bezoeker met oog op het optimaliseren van het contact doorheen compacte en uniforme modules geleid. In de centrale gang konden zowel de bezoekers als de exposanten gedurende de twee dagen in een sfeervol decor van gratis catering genieten. Gericht op bouwheren uit zes kernsectoren
Initiatiefnemer Kortrijk Xpo Organizations speelt met het totaalevent UTILITY2BUILD in op een leemte binnen het vakeventgebeuren voor de utiliteits- en projectbouw, aldus Peter Vanbrackel: “Bestaande beurzen en congressen zijn losstaande initiatieven, wij bundelen alles onder één dak en focussen op innovatieve materialen & technieken, netwerken en kennisoverdracht via seminars en workshops. Bouwheren van grote (ver)bouwprojecten in de utiliteits- en projectbouw beschikten tot nu toe niet over een overkoepelend platform waar zij potentiële
bouwpartners voor toekomstige projecten kunnen ontmoeten. Sectorbeurzen bieden vaak geen antwoord op de noden van de bouwheren aangezien het bouwaspect op dergelijke initiatieven vaak te beperkt is. Algemene bouwbeurzen hebben dan weer een hoofdzakelijk particuliere inslag.” Evenwichtig aanbod
“Een beurs wordt gemaakt of gekraakt door een al of niet voldoende evenwichtig aanbod”, aldus Peter Vanbrackel. De deelname aan UTILITY2BUILD is voorbehouden aan fabrikanten, exclusieve invoerders of verdelers met nationale distributie van ruwbouw & buitenafwerking, binnenafwerking en technieken; architectenbureaus; ingenieurs- en studiebureaus; aannemers klassen 5 tot en met 8; Diensten, software en media; organisaties en federaties. Peter Vanbrackel: “We ambiëren circa 150 modules. Als we over de twee dagen tussen de 2.000 en 3.000 bezoekers hebben mogen ontvangen, is het opzet voor mij geslaagd.” (Door Tilly Baekelandt) Praktisch: woensdag 23 en donderdag 24 maart 2016 (van 13u tot 20u), Kortrijk Xpo (Hal 4) www.utility2build.be
Het event nodigt bouwheren uit de volgende zes kernsectoren uit: Education, Government, Offices, Healthcare, Hospitality, Retail.
55
FOTOREPORTAGE
57
Voorstelling rapport FM&Architectuur Op 24 november werd tijdens een event bij Haute Ecole de la Province de Liège (Seraing (Jemeppe) het rapport FM&Architectuur voorgesteld (zie eerder in dit nummer), evenals het Masterplan Seraing.
André Collin - voorstelling conclusies rapport werkgroep FM & Architectuur
Alain Mathot: Burgemeester Seraing stelt het masterplan Seraing voor
Foto’s: Francis Hofman
Alain Delahaut - Voorzitter werkgroep FM&Architectuur
Steven Beckers - voorstelling van een geslaagde samenwerking tussen FM&Architectuur
58
NIEUWE LEDEN
Facilicom Facility Solutions “Opleidingen vallen voordeliger uit”
Werner Glassée (Facility Coördinator bij Facilicom Facility Solutions): “Wij zijn toonaangevend in facilitaire dienstverlening omdat we met betrokken professionals en een steeds breder dienstenpakket onze opdrachtgevers effectieve oplossingen bieden met oog voor detail, aandacht voor de mens en betrokkenheid bij maatschappij en milieu. Als Facility en Project Coördinator ben ik een schakel in de ketting die de juiste mensen op de juiste plaats brengt en breid ik graag mijn professio-
nele kennis en netwerk uit om op meer plaatsen de juiste persoon te kunnen zijn.” Waarom lid geworden/verwachtingen? “IFMA biedt mooie opleidingen aan die voor de leden iets voordeliger uitvallen en goede netwerkmogelijkheden aanreiken. Ik verwacht een neutraal platform waar men nieuwe inzichten kan vergaren, het uitwisselen van ervaringen en opbouwen van samenwerkingsmogelijkheden. Graag zou ik meer te weten komen inzake het managen van leveranciers, aannemers en dergelijke.”
AZ Jan Portaels vzw “Op een gestructureerde manier netwerken”
Ronny De Bosscher (Directeur facilitaire diensten, infrastructuur en nieuwbouw Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels vzw) is binnen het ziekenhuis verantwoordelijk voor de hoteldiensten (keuken en poets), de logistieke diensten (logistiek en goederentransport en centraal magazijn), de technische en biotechnische dienst en de ruimteplanning. Waarom lid geworden/verwachtingen? Ik ben enerzijds lid geworden om op een gestructureerde manier aan netwerking te doen. Anderzijds om de vele facetten van Facility Management gestructureerd onder de loep te nemen. Ook de kansen
op kruisbestuiving met Facility Managers uit andere sectoren lijkt mij een interessante opportuniteit. Ik verwacht van de beroepsfederatie dat men nieuwe tendensen, wetgeving en dergelijke opvolgt en erover informeert, bijeenkomsten en lezingen organiseert waar kennis kan worden opgedaan en van gedachten gewisseld kan worden over bepaalde thema’s. Ik zou graag informatie krijgen over het onderdeel ‘hotel, logistiek en magazijn’. Ik ben, met het oog op de technische aspecten binnen het Facility Management, ook lid van de VTDV. Voor kruisbestuiving met andere sectoren kunnen natuurlijk ook technische onderwerpen nuttig zijn.”
Europabank “Delen van informatie en inzichten”
Bram Van Der Meeren is Departementshoofd Facilitaire Dienst en Preventieadviseur bij Europabank. Waarom lid geworden/verwachtingen? “Deelname aan diverse werkgroepen (onder andere de werkgroep banken) / Facilitair Forum (VOKA) heeft mij steeds interessante inzichten bijgebracht. Ik verwacht van IFMA vooral centralisatie van informatie, waardoor de Facility Manager efficiënter kan werken. Het belang van een dergelijk netwerk ligt in het delen van informatie en inzichten. Graag zou ik meer info krijgen omtrent FM-programma’s en het opstellen van lastenboeken.”
Ben je ook gebeten door FM en gefascineerd door alles wat FM ademt?
Sluit je dan nu aan bij dé beroepsfederatie voor FM in België, hét kenniscentrum voor al wie werkzaam is in de facilitaire wereld. Meer informatie secretary@ifma.be of http://www.ifma.be/nl/lidmaatschap/
“Nooit op automatische piloot.” Axel Winkler, Contract Manager ISS bij Techspace Aero, Milmort
“Wie hoogtechnologische onderdelen voor vliegtuigmotoren produceert, mag nooit op automatische piloot vliegen. Het team van ISS helpt zijn klant Techspace Aero om die hoge kwaliteit te leveren. Wij zijn allemaal hoogvliegers!” Die professionele houding weerspiegelt het karakter van ISS – een half miljoen toegewijde mensen wereldwijd, die uw medewerkers service leveren met oplossingen op maat en de kracht van de Human Touch. Allemaal om uw business te doen groeien. FACILIT Y MANAGEMENT
|
CLEANING
|
SUPPORT
|
PROPERTY
|
C AT E R I N G
|
SECURITY
|
www.issworld.com/cleaning
Dyson is hygiënisch, kostenbesparend en milieuvriendelijk.
En papier? In toiletruimtes is mogelijk geen papier aanwezig, waardoor handen niet kunnen worden gedroogd. Dat is onhygiënisch. Papieren handdoeken moeten voortdurend worden bijgevuld, opgeruimd en worden weggegooid. Dat is duur en heeft nadelige gevolgen voor het milieu.
Voor meer informatie: bel 078 – 150 980 of ga naar www.dysonairblade.be